BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Privigen 100 mg/ml oplossing voor infusie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Humaan normaal immunoglobuline (IVIg). 1 ml bevat: Humaan plasma-eiwit....................................... 100 mg (zuiverheid van ten minste 98% IgG) Injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g Injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g Injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g Verdeling van de IgG-subklassen (gemiddelde waarden): IgG1 .................................................................... 67,8% IgG2 .................................................................... 28,7% IgG3 ...................................................................... 2,3% IgG4 ...................................................................... 1,2% Het maximale gehalte aan IgA bedraagt 0,025 mg/ml (gemiddeld 0,0027 mg/ml). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie. De oplossing is helder of licht opalescent, en kleurloos tot lichtgeel. Privigen is isotonisch met een osmolaliteit van 320 mOsmol/kg. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Vervangingstherapie bij • Primaire immunodeficiëntiesyndromen (PID) zoals: – aangeboren agammaglobulinemie en hypogammaglobulinemie – gewone variabele immunodeficiëntie ernstige gecombineerde immunodeficiëntie – – Wiskott Aldrich syndroom • Myeloom of chronische lymfatische leukemie met ernstige secundaire hypogammaglobulinemie en terugkerende infecties. Kinderen met aangeboren AIDS en terugkerende infecties. • Immunomodulatie • Idiopathische trombocytopenische purpura (ITP) bij kinderen of volwassenen met een hoog risico op bloedingen, of vóór de chirurgische ingreep ter correctie van het gehalte aan bloedplaatjes. • Het syndroom van Guillain-Barré. • Ziekte van Kawasaki 2
Allogene beenmergtransplantatie 4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering De dosis en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie. Bij vervangingstherapie kan het noodzakelijk zijn de dosering te individualiseren voor iedere patiënt afhankelijk van de farmacokinetische en klinische respons. De volgende doseringsschema’s worden als richtlijn gegeven. Vervangingstherapie bij primair immunodeficiëntiesyndroom: Het doseringsschema moet een IgG dalconcentratie (gemeten vóór de volgende infusie) bereiken van ten minste 4 tot 6 g/l. Vanaf het begin van de therapie duurt het drie tot zes maanden voordat een evenwicht ontstaat. De aanbevolen startdosis bedraagt 0,4 tot 0,8 g/kg lichaamsgewicht (LG), gevolgd door ten minste 0,2 g/kg LG elke drie weken. De vereiste dosis voor een dalconcentratie van 6 g/l ligt in de orde van 0,2 tot 0,8 g/kg LG/maand. Het doseringsinterval na het bereiken van de evenwichtswaarde (steady state) varieert van twee tot vier weken. Dalconcentraties moeten worden gemeten om de dosis en het doseringsinterval te kunnen bijstellen. Vervangingstherapie bij myeloom of chronische lymfatische leukemie met ernstige secundaire hypogammaglobulinemie en terugkerende infecties; vervangingstherapie bij kinderen met AIDS en terugkerende infecties: De aanbevolen dosis bedraagt 0,2 tot 0,4 g/kg LG elke drie tot vier weken. Idiopathische trombocytopenische purpura: Voor de behandeling van een acute aanval, 0,8 tot 1 g/kg LG op de eerste dag dat éénmaal herhaald kan worden binnen drie dagen, of 0,4 g/kg LG dagelijks gedurende twee tot vijf dagen. De behandeling kan worden herhaald indien er een terugval optreedt. Guillain-Barré syndroom: 0,4 g/kg LG/dag gedurende drie tot zeven dagen. De ervaring bij kinderen is beperkt. Ziekte van Kawasaki: 1,6 tot 2,0 g/kg LG moet worden toegediend in verdeelde doses gedurende twee tot vijf dagen of 2,0 g/kg LG als een eenmalige dosis. Patiënten moeten tegelijkertijd worden behandeld met acetylsalicylzuur. Allogene beenmergtransplantatie: Behandeling met humaan normaal immunoglobuline kan worden gebruikt als onderdeel van het conditioneringschema en na de transplantatie. Voor de behandeling van infecties en profylaxe van graft-versus-host ziekte wordt de dosering individueel bepaald. De begindosis is gewoonlijk 0,5 g/kg LG/week, te beginnen zeven dagen vóór transplantatie en tot maximaal drie maanden na transplantatie. Bij een blijvend tekort aan productie van antilichamen wordt een dosis van 0,5 g/kg LG/maand aanbevolen totdat het gehalte aan antilichamen weer normaal is. De aanbevolen doseringen zijn samengevat in de volgende tabel:
3
Indicatie Vervangingstherapie – bij primaire immunodeficiëntie
Dosis
Frequentie van injecties
begindosis: 0,4–0,8 g/kg LG daarna: 0,2–0,8 g/kg LG
elke twee tot vier weken om IgG dalconcentraties te bereiken van ten minste 4-6 g/l
– bij secundaire immunodeficiëntie
0,2–0,4 g/kg LG
elke drie tot vier weken om IgG dalconcentraties te bereiken van ten minste 4-6 g/l
– Kinderen met AIDS
0,2–0,4 g/kg LG
elke drie tot vier weken
Immunomodulatie – Idiopathiscjhe trombocytopenische purpura
– Syndroom van Guillain-Barré – Ziekte van Kawasaki
0,8–1 g/kg LG
op dag één, mogelijk éénmaal herhaald binnen drie dagen
of 0,4 g/kg LG/dag
gedurende twee tot vijf dagen
0,4 g/kg LG/dag
gedurende drie tot zeven dagen
1,6–2 g/kg LG
of 2 g/kg LG
in verdeelde doses gedurende twee tot vijf dagen samen met acetylsalicylzuur in één dosis samen met acetylsalicylzuur
Allogene beenmergtransplantatie – behandeling van infecties en profylaxe van graft-versus-host ziekte
0.,5 g/kg LG
Elke week vanaf zeven dagen voor tot drie maanden na transplantatie
– blijvend tekort aan productie van antilichamen
0.,5 g/kg LG
Elke maand totdat het gehalte aan antilichamen weer normaal is
Wijze van toediening Humaan normaal immunoglobuline moet intraveneus worden geïnfundeerd. De aanvankelijke infusiesnelheid bedraagt 0,3 ml/kg LG/uur. Als het goed wordt verdragen kan de toedieningssnelheid geleidelijk worden verhoogd tot 4,8 ml/kg LG/uur. In een klinische studie met PID-patiënten was de maximale infusiesnelheid 7,2 ml/kg LG/uur. 4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Overgevoeligheid voor homologe immunoglobulinen, vooral in zeer zeldzame gevallen van IgAdeficiëntie als de patiënt antilichamen heeft tegen IgA. Patiënten met hyperprolinemie. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik 4
Sommige ernstige bijwerkingen kunnen verband houden met de infusiesnelheid. De infusiesnelheid aanbevolen in rubriek 4.2 “Wijze van toediening” moet strikt worden opgevolgd. Patiënten moeten tijdens de infusieperiode nauwlettend worden gecontroleerd op mogelijke symptomen. Sommige bijwerkingen kunnen vaker voorkomen: – bij hoge infusiesnelheid, – bij patiënten met hypo- of agammaglobulinemie met of zonder IgA-deficiëntie, – bij patiënten die humaan normaal immunoglobuline voor de eerste keer krijgen, of in zeldzame gevallen, wanneer van humaan normaal immunoglobulineproduct wordt gewisseld of als er een lange periode sinds de vorige infusie is verstreken. Echte overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Ze kunnen optreden in zeer zeldzame gevallen van IgA-deficiëntie met anti IgA-antilichamen. In zeldzame gevallen kan humaan normaal immunoglobuline leiden tot een daling van de bloeddruk met een anafylactische reactie, zelfs bij patiënten die een eerdere behandeling met humaan normaal immunoglobuline goed hadden verdragen. Mogelijke complicaties kunnen vaak worden voorkomen door te verzekeren dat de patiënten: – niet gevoelig zijn voor humaan normaal immunoglobuline door het product aanvankelijk langzaam (0,3 ml/kg LG/uur) te infunderen; – nauwlettend worden gecontroleerd voor mogelijke symptomen tijdens de gehele infusieperiode. Vooral patiënten die humaan normaal immunoglobuline voor het eerst krijgen, patiënten overgestapt van een ander IVIg product, of wanneer er een lange periode is verstreken sinds de vorige infusie moeten tijdens de eerste infusie en gedurende een uur daarna gecontroleerd worden, om mogelijke bijwerkingen te kunnen vaststellen. Alle overige patiënten moeten ten minste twintig minuten na toediening worden geobserveerd. Er zijn klinische aanwijzingen van een verband tussen IVIg-toediening en trombo-embolische incidenten zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diepe veneuze trombose die bij risicopatiënten waarschijnlijk worden veroorzaakt door een relatieve toename van de bloedviscositeit door de hoge instroom van immunoglobuline. Voorzichtigheid is dan ook geboden bij het voorschrijven en infunderen van IVIg bij patiënten met overgewicht en patiënten met reeds aanwezige risicofactoren voor trombotische incidenten (zoals hoge leeftijd, hoge bloeddruk, diabetes mellitus en een voorgeschiedenis van vaatziekten of trombotische episodes, patiënten met verworven of erfelijke ziekten met verhoogde stollingsneiging, patiënten met langdurige perioden van immobilisatie, ernstig hypovolemische patiënten en patiënten met ziekten die de bloedviscositeit verhogen). Er zijn gevallen gemeld van acuut nierfalen bij patiënten die IVIg-therapie kregen. In de meeste gevallen konden risicofactoren worden aangewezen, zoals reeds aanwezige nierinsufficiëntie, diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht, gelijktijdige toediening van nefrotoxische geneesmiddelen of een leeftijd boven de 65 jaar. Bij verminderde nierfunctie moet stopzetting van de IVIg-toediening worden overwogen. Hoewel deze meldingen over nierdisfunctie en acuut nierfalen in verband worden gebracht met het gebruik van een groot aantal toegelaten IVIg-producten, maken producten met sucrose als stabilisator een onevenredig deel uit van het totale aantal meldingen. Bij risicopatiënten kan het gebruik van IVIg-producten zonder sucrose worden overwogen. Privigen bevat geen sucrose of andere suikers. Bij patiënten met risico op acuut nierfalen of trombo-embolische bijwerkingen moeten IVIg-producten worden toegediend met de minimaal haalbare infusiesnelheid en dosis. Bij alle patiënten vereist toediening van IVIg het volgende: – adequate hydratie voor het begin van de infusie met IVIg – controle van de urineproductie – controle van de serumcreatininewaarden – vermijden van gelijktijdig gebruik van lisdiuretica. 5
In geval van een bijwerking moet de toedieningssnelheid worden verminderd of moet de infusie worden gestaakt. De vereiste behandeling is afhankelijk van de aard en de ernst van de bijwerking. In geval van shock, moeten de gangbare medische standaarden voor de behandeling van shock gevolgd worden. Informatie over veiligheid met betrekking tot infectieuze agentia Standaardmaatregelen ter voorkoming van infecties als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen die zijn vervaardigd uit humaan bloed of plasma, zijn onder meer selectie van donoren, screenen van afzonderlijke donaties en plasmapools op specifieke markers voor infectie en opname van doeltreffende productiestappen voor het inactiveren/verwijderen van virussen. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen kan de kans op het overdragen van infectieuze agentia niet volledig worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen worden toegediend die zijn vervaardigd uit humaan bloed of plasma. Dit geldt ook voor onbekende of pas ontdekte virussen en overige pathogenen. De genomen maatregelen worden beschouwd als effectief voor ingekapselde virussen zoals HIV, HBV en HCV en voor de niet-ingekapselde virussen HAV en B19V. Er bestaat geruststellende klinische ervaring met betrekking tot het uitblijven van overdracht van hepatitis A of B19V met immunoglobulinen en er wordt ook aangenomen dat het gehalte aan antilichamen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid. Het verdient sterke aanbeveling om, telkens wanneer een patiënt Privigen krijgt toegediend de naam en het partijnummer van het product te registreren, zodat een verband kan worden gelegd tussen de patiënt enerzijds en de productpartij anderzijds. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Levende verzwakte virusvaccins Toediening van immunoglobuline kan de doeltreffendheid van levende verzwakte virusvaccins zoals mazelen, bof, rode hond, en waterpokken verminderen voor een periode van ten minste zes weken tot drie maanden. Na toediening van het product moet een interval van drie maanden verstrijken voordat vaccinatie met levende verzwakte virusvaccins plaatsvindt. Bij mazelen kan deze verminderde doeltreffendheid één jaar aanhouden. Daarom moet bij patiënten die een mazelenvaccin ontvangen de antilichaamstatus gecheckt worden. Interferentie met serologische tests Na infusie met immunoglobuline kan de tijdelijke toename van de diverse passief overgedragen antilichamen in het bloed van de patiënt leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologische tests. Passieve overdracht van antilichamen tegen erytrocytenantigenen, bijv. A, B of D, kan interfereren met enkele serologische tests op allo-antilichamen tegen rode bloedcellen (bijv. Coombstest). 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
De veiligheid van dit geneesmiddel voor gebruik tijdens menselijke zwangerschap is niet vastgesteld in gecontroleerde klinische studies en mag daarom alleen met voorzichtigheid worden toegediend aan zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven. Klinische ervaring met immunoglobulinen suggereert dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor het verloop van de zwangerschap of voor de foetus of de pasgeborene. Immunoglobulinen worden uitgescheiden in de melk en kunnen bijdragen aan de overdracht van beschermende antilichamen naar pasgeborenen.
6
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er zijn geen aanwijzingen dat Privigen de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen negatief kan beïnvloeden. 4.8
Bijwerkingen
Bij gebruik van humaan normaal immunoglobuline voor intraveneuze toediening kunnen soms bijwerkingen optreden zoals rillingen, hoofdpijn, koorts, braken, allergische reacties, misselijkheid, gewrichtspijn, lage bloeddruk en matig-ernstige lage rugpijn. In zeldzame gevallen kan humaan normaal immunoglobuline een plotselinge daling in de bloeddruk veroorzaken en, in geïsoleerde gevallen, anafylactische shock, zelfs wanneer de patiënt geen overgevoeligheid toonde bij eerdere toediening. Bij gebruik van humaan normaal immunoglobuline zijn gevallen van reversibele aseptische meningitis, geïsoleerde gevallen van reversibele hemolytische anemie/hemolyse en zeldzame gevallen van tijdelijke huidreacties waargenomen. Een verhoging van het serumcreatinineniveau en/of acuut nierfalen is waargenomen. Zeer zelden: trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diep-veneuze trombose. Twee klinische studies zijn uitgevoerd met Privigen, één bij patiënten met primaire immunodeficiëntie (PID) en één bij patiënten met idiopathische trombocytopenische purpura (ITP). In de PID studie werden 80 patiënten ingesloten en behandeld met Privigen. Hiervan voltooiden 72 de behandeling van 12 maanden. De ITP studie werd uitgevoerd bij57 patiënten. De meeste waargenomen bijwerkingen in de twee klinische studies waren licht tot matig-ernstig van aard. De bijwerkingen gerapporteerd in de twee studies zijn hieronder samengevat en gecategoriseerd volgens het MedDRAsysteem/orgaanklasse en frequentie. De frequentie per infusie is geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100 tot <1/10), soms (≥1/1000 tot <1/100). Binnen elke frequentiecategorie zijn de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst
7
Frequentie van bijwerkingen in klinische studies met Privigen Systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
MedDRA voorkeursterm
Onderzoeken
Verhoogde geconjugeerde bilirubine, verhoogde ongeconjugeerde bloed bilirubine, positieve Coombs direct test, positieve Coombs test, verhoogd bloed lactaat dehydrogenase, verlaagde hematocriet, verhoogde alanine aminotransferase, verhoogde aspartaat aminotransferase, verhoogde bloedcreatinine, verlaagde bloeddruk, verhoogde bloeddruk, verhoogde lichaamstemperatuur, verminderde hemoglobine Anemie, anisocytose
Bloed- en lymfestelselaandoeningen Zenuwstelselaandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Huid- en onderhuidaandoeningen Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Lever- en galaandoeningen
Frequentie categorie van bijwerkingen Soms
Soms
Hoofdpijn Duizeligheid, hoofdklachten, slapeloosheid, beven Dyspnoe
Zeer vaak Soms
Braken, misselijkheid Diarree Proteïnurie
Vaak Soms Soms
Jeuk, huidaandoeningen
Soms
Rugpijn, nekpijn, pijn in de ledematen, skeletspierstijfheid Rillingen, moeheid, pyrexie Borstpijn, algemene symptomen, asthenie, griepachtige ziekte, hyperthermie, pijn Hyperbilirubinemie
Soms
Soms
Vaak Soms Soms
Voor veiligheid met betrekking tot infectieuze agentia, zie rubriek 4.4. 4.9
Overdosering
Overdosering kan leiden tot vloeistofoverbelasting en hyperviscositeit, vooral bij risicopatiënten, waaronder oudere patiënten of patiënten met verminderde nierfunctie. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: immuun sera en immunoglobulinen: immuunglobulinen, normaal humaan, voor intravasculaire toediening, ATC-code: J06BA02. Humaan normaal immunoglobuline bevat voornamelijk immunoglobuline G (IgG) met een breed spectrum van antilichamen tegen infectieuze agentia. Humaan normaal immuunglobuline bevat de IgG-antilichamen aanwezig in de normale populatie.
8
Het wordt meestal vervaardigd uit gepoold plasma van niet minder dan 1000 donoren. Het heeft een distributie van immunoglobuline G-subklassen in praktisch dezelfde proportie als in normaal humaan plasma. Adequate doses van dit geneesmiddel kunnen abnormaal lage immunoglobuline G-niveaus herstellen tot het normale bereik. Het werkingsmechanisme bij andere indicaties dan vervangingstherapie is niet volledig verklaard, maar omvat onder meer immunomodulatoire effecten. De veiligheid en doeltreffendheid van Privigen was geëvalueerd in twee prospectieve, open-label, single arm, multicenter studies uitgevoerd in Europa (ITP studie) en in Europa en USA (PID studie). 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Humaan normaal immunoglobuline is na intraveneuze toediening direct en volledig biologisch beschikbaar in de bloedsomloop van de patiënt. Het wordt relatief snel verdeeld over plasma en extravasculaire vloeistof; na circa drie tot vijf dagen is een toestand van evenwicht bereikt tussen de intra- en de extravasculaire compartimenten De farmacokinetische parameters voor Privigen zijn bepaald in een klinische studie bij PID-patiënten (zie rubriek 5.1). Vijfentwintig patiënten (met een leeftijd tussen 13 en 69 jaar) namen deel aan de farmacokinetische bepaling (zie onderstaande tabel). De mediaanhalfwaardetijd van Privigen bij patiënten met primaire immunodeficiëntie was 36,6 dagen. Deze halfwaardetijd kan per patiënt verschillen, vooral bij primaire immunodeficiëntie. Farmacokinetische parameters van Privigen bij 25 PID-patiënten Parameter Mediaan (Bereik) Cmax (piek, g/l) 23,4 (10,4-34,6) Cmin (dal, g/l) 10,2 (5,8-14,7) t½ (dagen) 36,6 (20,6-96,6) Cmax, maximum serumconcentratie; Cmin, dal (minimumwaarde) serumconcentratie; t½, eliminatiehalfwaardetijd IgG en IgG-complexen worden in de cellen van het retico-endotheliaal systeem afgebroken. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Immuunglobulinen zijn een normaal bestanddeel van het menselijk lichaam. L-proline is een fysiologisch, niet essentieel aminozuur. De veiligheid van Privigen is aangetoond in diverse niet-klinische studies, met speciale aandacht voor de hulpstof L-proline. Enkele gepubliceerde onderzoeken met betrekking tot hyperprolinemie toonden aan dat langdurige hoge doseringen van L-proline effecten hebben op hersenontwikkeling in zeer jonge ratten. In onderzoeken waarbij de dosering aangepast werd aan de klinische indicaties voor Privigen, werden echter geen effecten op de hersenontwikkeling waargenomen. Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor de mens. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
L-proline Water voor injectie
9
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan deze vermeld zijn in rubriek 6.6. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 25°C. Niet invriezen. De injectieflacon bewaren in de kartonnen buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
50 of 100 ml oplossing per injectieflacon (type I of II glas), met een (elastomere) stop, een kapje (krimpaluminium), een afneembaar (plastic) schijfje, label met geïntegreerde hanger. 200 ml oplossing per injectieflacon (type II glas), met een (elastomere) stop, een kapje (krimpaluminium), een afneembaar (plastic) schijfje, label met geintegreerde hanger. Verpakkingsgrootte: 1 injectieflacon Mogelijk worden niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen <en andere instructies>
Privigen wordt geleverd als een kant-en-klare oplossing in injectieflacons voor eenmalig gebruik. Het product moet voor gebruik op kamer- of lichaamstemperatuur worden gebracht. Een infusielijn met beluchting moet worden gebruikt voor de toediening van Privigen. Prik de stop altijd door in het midden, binnen de gemarkeerde zone. De oplossing moet helder of licht opalescent zijn. Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of deeltjes bevatten Zodra de injectieflacon onder aseptische omstandigheden is geopend moet de inhoud onmiddellijk worden gebruikt. Omdat de oplossing geen conserveermiddel bevat, dient Privigen zo spoedig mogelijk te worden geïnfundeerd.. Niet-gebruikt product of afvalmateriaal moet worden vernietigd overeenkomstig de lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 D-35041 Marburg Duitsland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
10
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese Geneesmiddelen Bureau (EMEA) http://www.emea.europa.eu/.
11
BIJLAGE II A.
FABRIKANT VAN HET BIOLOGISCH WERKZAME BESTANDDEEL EN HOUDERVAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
12
A.
FABRIKANT VAN HET BIOLOGISCH WERKZAME BESTANDDEEL EN HOUDERVAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van het (de) biologisch werkza(a)m(e) bestandde(e)l(en) CSL Behring AG Wankdorfstrasse 10, 3000 Bern 22 Zwitserland Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 D-35041 Marburg Duitsland In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen. B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN OPGELEGD AAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN TEN AANZIEN VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel. •
ANDERE VOORWAARDEN
Geneesmiddelenbewakingssysteem De MAH moet ervoor zorgen dat het Geneesmiddelenbewakingssysteem, zoals beschreven in versie 1.0 van Module 1.8.1. van de Marketing Authorisation, is geïmplementeerd en functioneert voordat en terwijl het product op de markt is. Risicobeheersingsplan De MAH verzorgt de onderzoeken en aanvullende Geneesmiddelenbewakingsactiviteiten zoals nader omschreven in het Geneesmiddelenbewakingsplan, zoals overeengekomen in versie 1.3 van het Risicobeheersingsplan- Risk Management Plan (RMP) in Module 1.8.2. van de Marketing Authorisation en eventuele volgende updates van de RMP overeengekomen met de CHMP. Zoals beschreven in de CHMP Richtlijn voor Risicobeheersingssystemen voor geneesmiddelproducten voor humaan gebruik, dienen de updates van het Risk Management Plan tegelijkertijd worden ingediend met de volgende Periodic Safety Update Report (PSUR). Daarnaast moet de bijgewerkte RMP worden ingediend • Na ontvangst van nieuwe informatie die invloed kan hebben op de huidige Veiligheidsspecificatie, het Geneesmiddelenbewakingssysteem of risicobeperkende activiteiten. • Binnen 60 dagen nadat een belangrijke (qua geneesmiddelenbewaking of risicobeperking) mijlpaal is bereikt. • Op verzoek van de EMEA.
13
Officiële batchvrijgifte: in overeenstemming met amendement Artikel 114 Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële batchvrijgifte plaatsvinden door een rijkslaboratorium of een laboratium dat voor dat doel is aangewezen.
14
BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER
15
A. ETIKETTERING
16
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD BUITENVERPAKKING 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Privigen 100 mg/ml oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline (IVIg)
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat: Humaan plasma eiwit ..............100 mg IgG zuiverheid.......................... ≥ 98% IgA.....................................≤ 0,025 mg 5 g/50 ml 10 g/100 ml 20 g/200 ml Wordt geplaatst in de rechter bovenhoek van de grote zijde van de doos om de totale inhoud en volume van de container weer te geven.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: L-proline, water voor injectie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie (10%) Bevat 1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor intraveneus gebruik Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP 17
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25 °C. Niet invriezen. De injectieflacon bewaren in de kartonnen buitenverpakking ter bescherming tegen licht
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 D-35041 Marburg Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13.
PARTIJNUMMER
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
18
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD INJECTIEFLACON 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Privigen 100 mg/ml oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline (IVIg)
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat: Humaan plasma eiwit ..............100 mg IgG zuiverheid.......................... ≥ 98% IgA.....................................≤ 0,025 mg 5 g/50 ml 10 g/100 ml 20 g/200 ml Wordt geplaatst in de rechter bovenhoek van de grote zijde van de doos om de totale inhoud en volume van de container weer te geven.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
L-proline, water voor injectie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie (10%)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor intraveneus gebruik Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
19
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25 °C. Niet invriezen. De injectieflacon bewaren in de kartonnen buitenverpakking ter bescherming tegen licht
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
CSL Behring GmbH, D-35041 Marburg, Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13.
PARTIJNUMMER
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
20
B. BIJSLUITER
21
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Privigen 100 mg/ml (10%) oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline (IVIg) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Privigen en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Privigen gebruikt 3. Hoe wordt Privigen gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Privigen 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PRIVIGEN EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Wat is Privigen Privigen is een kant en klare oplossing voor infusie. De oplossing bevat speciale eiwitten gezuiverd uit menselijk bloedplasma. Deze eiwitten behoren tot de klasse van “immunoglobulinen” ook wel antilichamen geheten. Hoe werkt Privigen Antilichamen worden normaal geproduceerd door ons immuunsysteem en helpen lichaaminfecties te bestrijden. Bepaalde ziekten kunnen ernstige verstoringen van het immuunsysteem veroorzaken. Hierdoor kunt u onvoldoende eigen antilichamen hebben of heeft u extra antilichamen nodig. De antilichamen die u met Privigen worden gegeven kunnen uw eigen antilichamen aanvullen of ontbrekende antilichamen vervangen. De antilichamen in Privigen worden gezuiverd uit menselijk bloedplasma. Daarom werken ze op precies dezelfde manier als uw eigen antilichamen. Privigen kan ook de symptomen van bepaalde ontstekingsziekten verminderen. In deze gevallen reguleert Privigen het slecht functionerende immuunsysteem. Het is echter nog niet volledig bekend hoe dit werkt. Waarvoor wordt Privigen gebruikt Privigen wordt gebruikt in drie verschillende situaties: A)
Behandeling van patiënten met onvoldoende antilichamen (vervangingstherapie). Er zijn drie groepen: 1. Patiënten met een aangeboren gebrek aan antilichamen (primair immunodeficiëntiesyndroom (PID)) zoals: a. aangeboren agammaglobulinemie of hypogammaglobulinemie, b. gewone variabele immunodeficiëntie, c. ernstige gecombineerde immunodeficiëntie, d. Wiskott Aldrich syndroom. 2. Patiënten met bepaalde vormen van bloedkanker die kan leiden tot een gebrekkige antilichaamproductie en terugkerende infecties zoals: a. myeloom, b. chronische lymfatische leukemie met ernstige secundaire hypogammaglobulinemie. 3. Kinderen met aangeboren AIDS (acquired immunodeficiency syndroom) en terugkerende infecties. 22
B)
Behandeling van patiënten met bepaalde ontstekingsziekten (immunomodulatie). Er zijn drie groepen: 1. Patiënten die onvoldoende bloedplaatjes hebben (idiopathische trombocytopenische purpura (ITP)) en a. die een groot risico op bloedingen hebben, b. die in de nabije toekomst een operatie moeten ondergaan. 2. Patiënten met het syndroom van Guillain Barré. Dit is een acute ziekte die gekenmerkt wordt door ontsteking van de perifere zenuwen waardoor ernstige spierzwakte ontstaat, hoofdzakelijk in de benen en de bovenarmen. 3. Patiënten met de ziekte van Kawasaki. Dit is een acute ziekte, voornamelijk bij jonge kinderen, gekarakteriseerd door ontstekingen van de bloedvaten in het hele lichaam.
C)
Behandeling of voorkomen van infecties na een beenmergtransplantatie (allogene beenmergtransplantatie)
2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PRIVIGEN GEBRUIKT
Î
Lees deze rubriek zorgvuldig. Met deze informatie moet rekening gehouden worden door u en uw arts alvorens u Privigen krijgt toegediend.
Gebruik Privigen niet ►
►
►
Als u allergisch (overgevoelig) bent ● voor menselijke immunoglobulinen, ● voor één van de andere bestanddelen van Privigen (voor een complete lijst van hulpstoffen zie rubriek 6 van deze bijsluiter). Î Vertel uw arts of zorgverlener vóór de behandeling welk geneesmiddel of voedsel u eerder niet goed verdragen heeft. Als u antilichamen tegen immunoglobulinen van het type IgA in uw bloed heeft. Dit is heel zeldzaam en kan voorkomen als u niet genoeg immunoglobulinen van het type IgA in uw bloed heeft. Î Vertel uw arts of zorgverlener voor de behandeling dat u een immunoglobuline type IgA tekort heeft. Als u teveel van het aminozuur proline in uw bloed heeft (hyperprolinemie). Dit is een uiterst zeldzame ziekte. Slechts een paar families met deze ziekte zijn wereldwijd bekend. Î Vertel uw arts of zorgverlener voor de behandeling als u teveel proline in uw bloed heeft.
Wees extra voorzichtig met Privigen ►
Het risico op het krijgen van bepaalde bijwerkingen kan onder bepaalde omstandigheden zijn toegenomen: • als u overgewicht heeft, • als u op leeftijd bent, • als u diabetes heeft, • als u langere tijd bedlegerig bent geweest, • als u problemen heeft of reeds heeft gehad met uw bloedvaten (vaatziekten of vaatblokkades), • als u nierproblemen heeft of reeds heeft gehad, • als u een hoge bloeddruk heeft • als uw bloedvolume te laag is (hypovolemie), • als u lijdt aan een ziekte waardoor uw bloed dikker wordt, • als u lijdt aan een toegenomen tendens tot bloedklontering (trombofilie), • als u lijdt aan een conditie die lage antilichaamwaarden in uw bloed veroorzaakt (hypogammaglobulinemie of agammaglobulinemie), 23
• • • Î
►
als u lijdt aan een nierziekte, als u geneesmiddelen gebruikt die uw nieren kunnen beschadigen (nefrotoxische geneesmiddelen), als u Privigen voor de eerste keer krijgt toegediend of als u het een lange tijd niet gebruikt hebt (bijv. meerdere maanden). Vertel uw arts of zorgverlener vóór de behandeling indien één van deze omstandigheden op u van toepassing is. Uw arts zal dan de juiste intraveneuze immunoglobuline voor u kiezen en speciale voorzorgen nemen.
U kunt allergisch (overgevoelig) zijn voor immunoglobulinen (antilichamen) zonder het te weten. Dit kan zelfs gebeuren als u al eerder menselijke immunoglobulinen heeft gehad en u ze goed verdragen heeft. Het kan vooral gebeuren als u niet genoeg immunoglobulinen van het type IgA in uw bloed heeft. In deze zeldzame gevallen kunnen allergische reacties zoals een plotselinge daling van de bloeddruk of shock optreden. Î Als u zulke reacties ervaart tijdens de infusie van Privigen, licht dan onmiddellijk uw arts of zorgverlener in. Hij zal beslissen de infusiesnelheid te verminderen of de infusie compleet te stoppen.
Voor uw persoonlijke veiligheid zal de behandeling met Privigen plaatsvinden onder toezicht van uw arts of zorgverlener. Normaal gezien zal u tijdens de complete infusie en gedurende ten minste 20 minuten erna worden geobserveerd.. In bepaalde omstandigheden zijn speciale voorzorgsmaatregelen noodzakelijk. Voorbeelden hiervan zijn: • u krijgt Privigen toegediend met een hoge infusiesnelheid of • u krijgt Privigen toegediend voor de eerste keer of na een lange onderbreking van de behandeling (bijv. enkele maanden). In deze gevallen wordt u nauwlettend geobserveerd tijdens de complete infusie en gedurende ten minste 1 uur erna. Informatie over de basisgrondstof van Privigen Privigen is gemaakt van menselijk bloedplasma (dit is het vloeistofgedeelte van het bloed). Wanneer geneesmiddelen gemaakt zijn van menselijk bloed of plasma, wordt een aantal maatregelen getroffen om te voorkomen dat infecties worden doorgegeven aan patiënten. Dit zijn onder meer • een zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om ervoor te zorgen dat mensen met een infectierisico worden uitgesloten, en • het testen van iedere gift en plasmapool op tekenen van virussen/infecties. Fabrikanten van deze producten ondernemen ook bij de verwerking van bloed of plasma stappen die virussen kunnen inactiveren of verwijderen. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen kan de kans op het doorgeven van infecties niet volledig worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen worden toegediend die zijn vervaardigd uit humaan bloed of plasma. Dit geldt ook voor onbekende of pas ontdekte virussen of andere soorten infecties. De genomen maatregelen voor Privigen worden beschouwd als doeltreffend voor ingekapselde virussen zoals het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), hepatitis B virus en hepatitis C virus en voor de niet-ingekapselde virussen hepatitis A en B19. Immunoglobulinen zoals Privigen zijn niet in verband gebracht met hepatitis A of B19 infecties. Dit is mogelijk omdat antilichamen tegen deze infecties ook aanwezig zijn in immunoglobulinen. Deze antilichamen kunnen hepatitis A of B19 infecties helpen voorkomen. ► Het wordt sterk aanbevolen dat elke keer dat u bij elke toediening van Privigen ontvangt de naam en het partijnummer van het product te noteren zodat een lijst van de gebruikte partijen kan worden bijgehouden. Gebruik met andere geneesmiddelen
24
Î
Vertel uw arts of zorgverlener vóór de behandeling • als u nu andere geneesmiddelen gebruikt of • als u kort geleden andere geneesmiddelen heeft gebruikt Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Vaccinaties Na toediening van Privigen kan het effect van sommige vaccinaties verminderd zijn. Het betreft vaccinaties met levende verzwakte virusvaccins zoals vaccinaties tegen mazelen, bof, rode hond, en waterpokken. Zulke vaccinaties moeten ten minste 3 maanden uitgesteld worden na de laatste infusie met Privigen. In het geval van mazelen vaccinatie kan de verminderde doeltreffendheid tot een jaar duren. Daarom moet de arts die de vaccinatie geeft de doeltreffendheid van de mazelen vaccinatie controleren. Î Vertel uw arts of zorgverlener vóór hij de vaccinatie geeft over uw behandeling met Privigen. Bloedtesten Na toediening van Privigen kunnen de resultaten van bepaalde bloedtesten (serologische testen) voor een bepaalde tijd niet betrouwbaar zijn. Î Vertel uw arts of zorgverlener over uw behandeling met Privigen voordat een bloedtest wordt afgenomen. Zwangerschap en borstvoeding Î Vertel uw arts of zorgverlener als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Uw arts zal beslissen of u Privigen toegediend mag krijgen tijdens uw zwangerschap of terwijl u borstvoeding geeft. Het gebruik van Privigen is niet apart bestudeerd bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Niettemin werden geneesmiddelen die antilichamen bevatten toegediend bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Ervaring over langere tijd toonde aan dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor het verloop van de zwangerschap of de pasgeborene. Als u Privigen krijgt toegediend terwijl u borstvoeding geeft, worden de antilichamen van dit geneesmiddel ook teruggevonden in de moedermelk. Dus worden ook uw bij uw baby beschermende antilichamen toegediend. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Effecten van Privigen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen zijn niet te verwachten. 3.
HOE WORDT PRIVIGEN GEBRUIKT
► ► ►
Privigen wordt normaal gezien toegediend door uw arts of zorgverlener. Privigen is alleen bedoeld voor infusie in een ader (intraveneuze infusie). Uw arts beslist hoeveel Privigen u zult toegediend krijgen Deze hoeveelheid hangt af van uw ziekte, uw huidige conditie en uw lichaamsgewicht. Bij het begin van de infusie zal u Privigen krijgen aan een langzame infusiesnelheid. Als u dit goed verdraagt kan de arts de infusiesnelheid geleidelijk verhogen.
►
Wat u moet doen als u meer van Privigen heeft toegediend dan u zou mogen Privigen wordt normaal gezien alleen onder medisch toezicht toegediend. Overdosering is daarom erg onwaarschijnlijk . Als u desondanks toch meer Privigen heeft gekregen dan zou moeten, kan uw bloed te dik worden (hypervisceus). Dit kan vooral gebeuren als u een risicopatiënt bent, bijvoorbeeld als u op leeftijd bent of als u lijdt aan een nierziekte. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN 25
Zoals alle geneesmiddelen kan Privigen bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. ►
U kunt allergisch (overgevoelig) zijn voor immunoglobulinen (antilichamen) en allergische reacties zoals een plotselinge daling van de bloeddruk of shock kunnen optreden. Î Als u zulke reacties ervaart tijdens de infusie van Privigen, licht dan onmiddellijk uw arts in. Zie ook rubriek 2 van deze bijsluiter over het risico op allergische reacties.
►
Mogelijke bijwerkingen kunnen worden verminderd of zelfs worden vermeden als Privigen op een lage infusiesnelheid wordt geïnfundeerd.
De algemene ervaring met immunoglobulineproducten laat zien dat de volgende reacties kunnen voorkomen: • hoofdpijn, • rillingen, • koorts, • braken, • lichte overgevoeligheidsreacties (allergische reactie), • misselijkheid, • pijn in de gewrichten (artralgie), • lage bloeddruk, • matige lage rugpijn. In zeldzame en geïsoleerde gevallen zijn ook de volgende reacties met immunoglobulineproducten gerapporteerd: • tijdelijke niet-infectieuze meningitis (reversibele aseptische meningitis), • huidreacties van voorbijgaande aard, • toename van bloedcreatinine waarden, • acuut nierfalen, • plotselinge daling van de bloeddruk, • ernstige overgevoeligheidsreacties (anafylactische shock), zelfs wanneer u geen overgevoeligheid heeft vertoond bij eerdere infusies, • vorming van bloedklonters die in de bloedcirculatie terecht kunnen komen (tromboëmbolische reactie) en kan resulteren in bijv.: o myocard infarct, o beroerte, o blokkade van de longader (pulmonaire embolie), o diep-veneuze trombose, • tijdelijke vermindering van rode bloedlichaampjes (reversibele hemolytische anemie/hemolyse) Zulke bijwerkingen kunnen zelfs voorkomen als u eerder menselijke immunoglobulinen (antilichamen) kreeg toegediend en dat goed heeft verdragen. Î Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PRIVIGEN
►
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
Gebruik Privigen niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de buitenverpakking en het etiket van de injectieflacon na EXP. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. 26
► ► ►
Bewaren beneden 25 °C. Niet invriezen. Bewaar de injectieflacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik Privigen niet als u merkt dat de oplossing troebel is of deeltjes bevat. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Privigen • •
Het actieve bestanddeel is humaan normaal immunoglobuline (antilichamen van het type IgG). Privigen bevat 100 mg/ml (10%) menselijk eiwit waarvan ten minste 98% IgG. De andere bestanddelen zijn het aminozuur L-proline en water voor injectie.
Hoe ziet Privigen er uit en wat is de inhoud van de verpakking Privigen is een oplossing voor infusie. De oplossing is helder of licht opalescent, en kleurloos tot lichtgeel. Verpakkingsgrootte: 1 injectieflacon (5 g/50 ml, 10 g/100 ml of 20 g/200 ml). Mogelijk worden niet alle verpakkingen op de markt gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 D-35041 Marburg Duitsland Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen: België/Belgique/Belgien CSL Behring NV Technologielaan 13 B-3001 Leuven Tél/Tel: +32 16 38 80 80
Luxembourg/Luxemburg CSL Behring NV Technologielaan 13 B-3001 Leuven België Tél/Tel: +32 16 38 80 80
България CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 D-35041 Marburg Teл.: +49 64 213 93654
Magyarország Plazmed Kft. Fő u. 200 H-2193 Galgahéviz Tel.: +36 28 59 10 00
Česká republika IBP medica s.r.o. Pod Karlovem 8/1670 CZ 120 00 Praha 2 Tel: +42 02 22 56 07 23
Malta AM Mangion Ltd. Mangion Buildings New Street in Valletta Road MT- LQA 06 Luqa, LQA 06 – MT Tel: +356 2144 2010
Danmark CSL Behring ApS
Nederland CSL Behring NV 27
Lyngby Hovedgade 70B, 1.tv DK-2880 Kgs. Lyngby Danmark Tlf: +45 4520 1420
Claudius Prinsenlaan 128 NL-4818 CP Breda Nederland Tel: + 31 076 523 6045
Deutschland Wissenschaftliche Hotline CSL Behring GmbH Philipp-Reis-Str. 2 D-65795 Hattersheim Tel: +49 69 305 84437
Norge CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Sverige Tlf: +46 8 544 966 70
Eesti CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Rootsi Tel: +46 8 544 966 70
Österreich CSL Behring GmbH Altmannsdorfer Straße 104 A-1121 Wien Tel: +43 1 80101 2463
Ελλάδα CSL Behring ΜΕΠΕ Mιχαλακοπούλου 35 GR-115 28 Αθήνα Τηλ: +30 210 7255 660
Polska Imed Poland sp. z.o.o. 3, Duchnicka ulica PL-01 796 Warszawa Tel.: +48 22 663 43 10
España CSL Behring S.A. Av Païssos Catalans 34 3º E-08950 Esplugues de Llobregat (Barcelona) Tel: +34 933 67 1870
Portugal CSL Behring Lta. Av 5 de Outubro, 198 – 3ºEsq. 1dto. P-1050-064 Lisboa Tel: +351 21 782 62 30
France CSL Behring 44 rue Cambronne F-75015 Paris Tél: + 33 1 53 58 54 00
România Prisum International Trading srl Strada Magura Vulturului 34 Sector 2 Bucureşti 021701 – RO Tel:. +40 21 250 3688
Ireland CSL Behring Hayworth House, Market Place Haywards Heath RH16 1DB – UK United Kingdom Tel: +44 1444 447400
Slovenija MediSanus d.o.o. Vagajeva ulica 4 SI-1000 Ljubljana Tel: +386 1 518 33 97
Ísland CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Svíþjóð Sími: +46 8 544 966 70
Slovenská republika TIMED, s.r.o. Trnavská cesta 112 SK-821 01 Bratislava Tel.: +421 2 4820 95 11
Italia CSL Behring S.p.A. P.le Stefano Türr, 5 IT-20149 Milano
Suomi/Finland CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd 28
Tel: +39 02 34964 200
Ruotsi Puh/Tel: +46 8 544 966 70
Κύπρος ΑΚΗΣ ΠΑΝΑΓΙΩΤΟΥ & ΥΙΟΣ ΛΤΔ Γ. Κρανιδιώτη 4 CY-1522 Λευκωσία Τηλ: +357 22677038
Sverige CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Tel: +46 8 544 966 70
Latvija CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Zviedrija Tel: +46 8 544 966 70
United Kingdom CSL Behring Hayworth House, Market Place Haywards Heath RH16 1DB – UK Tel: +44 1444 447400
Lietuva CSL Behring AB P.O.Box 712 S-182 17 Danderyd Švedija Tel: +46 8 544 966 70
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese Geneesmiddelen Bureau (EMEA) http://www.emea.europa.eu/.
29