Bezopen vijandigheid. Onlangs las ik in de krant dat er een man s ’avonds in een bar met een glas op zijn hoofd is geslagen. Het verbaasde mij dat ik dit soort berichten zo vaak lees dat het niet meer bijzonder is. Toen ik erover na ging denken vroeg ik me af waarom mensen dit doen, en waarom dit soort incidenten vaak gebeuren als er alcohol bij betrokken is? Ik wil dit verklaren met de theorie van Freud, een denker die met zijn psychoanalyse een grote invloed heeft gehad op de hedendaagse psychologie. De vraag de ik mijzelf gesteld heb luidt: Hoe is agressie te verklaren met de theorie van Freud en heeft alcohol invloed op deze agressie? Als eerste bespreek ik de definitie van agressie zodat u als lezer weet over welke vorm ik spreek in dit artikel. Ten tweede neem ik u mee door de theorie van Freud waarin belangrijke begrippen als de Eros en Thanatos, het Id, ego en superego uitgelegd worden. In dit stuk leg ik uit hoe agressie verklaard word door Freud. Ten derde leg ik uit wat alcohol is en wat de effecten ervan zijn op ons lichaam. Om een relatie te kunnen leggen tussen alcohol en agressie haal ik theorieën van drie andere denkers aan, die inzicht geven over wat alcohol precies met ons lichaam doet en waarom dit resulteert in agressie. Als laatste vergelijk ik deze drie theorieën met die van Freud en leg ik verbanden die toepasbaar zijn op Freuds theorie. Na het schrijven van dit artikel ben ik tot de conclusie gekomen dat agressie goed te verklaren is met de theorie van Freud en dat alcohol wel degelijk een grote rol kan spelen.
(http://www.gazette.uwo.ca)
Joshua Albinus Opleiding HRM Christelijke hogeschool Ede April, 2013 1
We lezen regelmatig in de krant of we horen het in het nieuws, er heeft weer een geweldsincident plaatsgevonden tijdens een avondje stappen. Het lijkt steeds vaker voor te komen dat jongeren het nodig vinden om een ander fysiek letsel toe te brengen, en alcohol lijkt hier vaak een rol in te spelen. Een 26-jarige Duivenaar is in de nacht van zaterdag op zondag in een horecazaak in het centrum van Arnhem met een glas op het hoofd geslagen. Een Arnhemmer (18) werd hiervoor aangehouden. De man uit Duiven wilde rond 2.00 uur naar buiten lopen toen de Arnhemmer hem de weg blokkeerde. Nadat hij verschillende keren had gevraagd of de Arnhemmer aan de kant wilde gaan, werd de Duivenaar geduwd en met een glas op zijn hoofd geslagen. Horecamedewerkers droegen de 18-jarige over aan de politie. (www.deweekkrant.nl)
Toen ik bovenstaand artikel in de plaatselijke krant zag staan dacht ik, dat is niet zo bijzonder, dit lees ik bijna elke week in een krant. Toen ik dat dacht ben ik er over na gaan denken. Hoe komt het dat jongeren zo agressief reageren en maar om het minste of geringste de ander het licht uit de ogen willen slaan, en waarom gebeurt dit vaak in uitgaansgelegenheden op het moment dat er alcohol in het spel is? In dit essay wil ik proberen om dit fenomeen te verklaren aan de hand van de theorie van Sigmund Freud. De vraag waar ik dit essay antwoord op wil geven luidt: Hoe is agressie te verklaren met de theorie van Freud en heeft alcohol invloed op deze agressie?
Wat is de definitie van agressie? Voordat we aan de slag kunnen met de term agressie moeten we eerst kijken wat agressie nu eigenlijk is. Volgens Morgan(1990) wordt er onder agressie een zeer breed scala aan gedachten, gevoelens en handelingen verstaan die vijandig zijn en zich op verschillende manieren kunnen uitten. Iemand die een grote mond geeft in de bus wordt gezien als een agressief persoon. Iemand die een ander met een glas op zijn hoofd slaat wordt ook gezien als agressief. Voor beide wordt dus dezelfde term gebruikt terwijl de daden flink verschillen in ernst. Daarom moeten we de term agressie nog wat verder uitdiepen. Waarin kunnen we dat agressieve gedrag onderscheiden? Allereerst is het goed om te weten dat psychologen een onderscheid gemaakt hebben tussen wat zij noemen, de primaire en secundaire agressie. Er wordt gesproken van primaire agressie als de vijandigheid een reactie is op een frustrerende situatie. We kunnen hierover dus zeggen dat er een directe aanleiding moet zijn om een agressieve reactie uit te lokken. We spreken van secundaire agressie als deze niet in verband staat met een directe aanleiding maar iemand die vanuit zichzelf snel agressief wordt. Denk hierbij aan verbitterde mensen en mensen met een kort lontje. Deze secundaire agressie is dus eigenlijk een hoeveelheid opgeslagen negatieve gevoelens die op springen staat (Morgan, 1990). Henry Clay Lindgren (1954) heeft agressie opgedeeld in drie vormen van agressie uiting. Hij maakt onderscheid in actieve, passieve en indirect geuite agressie. De benaming actieve agressie zegt al duidelijk wat ermee bedoeld wordt, namelijk de directe vijandige en lichamelijke handelingen bedoeld om iets of iemand te kwetsen of kapot te maken. Denk hierbij aan voorbeelden als mishandeling. Actieve agressie kan ook verbaal geuit worden door middel van schelden, intimideren en ga zo maar door.
2
De passieve vorm van agressie is een stuk minder opvallend. Toch kan het een groot negatief effect hebben op de eigen persoon. In de Nederlandse taal spreken we ook wel eens van weerstand. Een aantal voorbeelden hiervan zijn, langzaam werken om een opdracht niet op tijd af te hebben, tegen het systeem schoppen, niet tegen kritiek kunnen, geen verantwoordelijkheid willen dragen. Indirecte agressie ziet Lindgren als een zelfbestraffing. Iemand die agressieve gevoelens verdringt en zich wil aanpassen aan verwachtingen van anderen kan hierin doorslaan (Morgan, 1990). De vorm van agressie die in dit essay naar voren zal komen is voornamelijk de actieve agressie, het daadwerkelijk direct schade aanbrengen aan anderen.
Wat zegt Freud over agressie? Om een duidelijke en begrijpelijke verklaring te kunnen geven over wat Freud zegt over agressie, moeten we eerst begrijpen wat Freud zegt over de menselijke psyche. Sigmund Freud was de eerste denker die beweerde dat de mens geen vrije wil heeft omdat zij gestuurd wordt door innerlijke driften die voortkomen uit het onderbewustzijn. In deze driften onderscheidt hij twee fundamentele driften in de mens. Aan de ene kant zegt hij, de mens heeft een levensdrift die er voor zorgt dat de mens continu streeft naar bevrediging van zijn levensbehoeften. Freud noemt deze drijfveer de Eros. Tegenover deze Eros staat de Thanatos die ook wel de doodsdrift genoemd wordt. Deze doodsdrift zorgt eigenlijk voor alle gevoelens die wij als mens hebben om destructief te zijn. Volgens Freud kan deze doodswens naar buiten toe gericht worden in de vorm van agressie.(Morgan, 1990). We weten nu dus dat de agressie voortkomt uit de Thanatos. Een mens heeft dus twee oerdriften die lijnrecht tegenover elkaar staan. Aan de ene kant de wil om te leven en te overleven en aan de andere kant de wil om terug te gaan naar een toestand van een anorganische materie. Hiermee bedoelt Freud de staat van regressie, waarin de dood het beste resultaat is. Maar hoe verhouden deze driften zich tot elkaar? Hoe controleert je lichaam deze driften? Om hier iets zinnigs over te kunnen zeggen moeten we eerst kijken naar een aantal begrippen die van belang zijn, namelijk het Id, het ego en het superego (van Vliet,2006)
Het Id, het ego en het superego. Freud verdeelt de menselijke psyche in drie structuren, namelijk je voorbewuste, je bewustzijn en het onbewuste. Allereerst het voorbewuste, deze vorm van bewustzijn houdt in dat er bepaalde herinneringen zijn waarvan je je niet meer bewust bent, maar als je gaat nadenken zijn deze herinneringen redelijk gemakkelijk terug te halen. De belangrijkste twee en welke ook meer van belang zijn voor mijn hoofdvraag, zijn het bewuste en het onbewuste. Het bewuste is eigenlijk alles wat je op een bepaald moment kan zien, denken en/of voelen. Oftewel alles waar je je op een bepaald moment bewust van bent. Dit noemt Freud het ego. Het onbewuste zit iets ingewikkelder in elkaar. Hierin vindt men namelijk het deel van de mens waarvan het individu zelf geen weet heeft, met andere woorden, hij is zich er niet van bewust. Dit onderbewustzijn noemt Freud het Id(Morgan,1990). Het Id. Volgens Freud is het Id de oudste structuur van bovengenoemde drie structuren. Het Id zit vol met driften die voortvloeien uit onze Eros en Thanatos en deze driften willen continu bevredigd worden. ‘’ Omdat wat zich in het Id afspeelt onbereikbaar is voor het bewustzijn, moet de informatie in het Id zich ook wel onttrekken aan de wetten van de logica of realiteitszin. Freud noemt dit primair proces denken’’(van Vliet, 2006, p. 86) 3
Uit dit citaat blijkt dat het onderbewustzijn een verzameling is van driften die geen rekening houdt met wat wel en niet kan. Als deze driften dus niet gereguleerd worden zou dat betekenen dat mensen op puur instinctieve wijze gaan handelen, aan de ene kant zouden ze continu hun behoeften bevredigen(lust). Deze bevrediging houdt in dat mensen zonder rekening te houden met elkaar alles zullen doen om maar lust te ervaren zoals eten, seks maar ook door andere mensen te kwetsen of kapot te maken(agressie). Als iedereen dit zo zou doen zou het natuurlijk een onleefbare wereld worden. Om deel uitmaken van een samenleving moeten deze driften dus gecontroleerd worden. Hiervoor heeft de mens het ego. Het superego. Voordat we naar het ego gaan kijken is het handig om eerst naar het superego te kijken. Dit om zo meteen de functie van het ego beter te kunnen snappen. ‘’Freud verdeelt het superego in twee delen: het geweten, dat zegt wat verkeerd en slecht is en straft, en het ik-ideaal dat zegt wat juist en goed is en dat beloont. Het superego is gebaseerd op de morele oordelen van de ouders en zet op grond van deze oordelen het straffen en belonen voort’’(Morgan, 1990, p. 44) Wat Morgan eigenlijk zegt is dat het superego waarden van anderen overneemt om goedkeuring te krijgen van anderen. Een mooi voorbeeld hiervan is mode. Stel, u vindt dat knalgele T-shirt erg mooi en besluit het te kopen voor het feestje waar u vanavond naartoe gaat. Eenmaal aangekomen op het feestje wordt u door de gasten uitgelachen en uitgemaakt voor kanarie. U krijgt een gevoel van schaamte en gaat met een slecht gevoel naar huis. Voor het volgende feestje koopt u een T-shirt wat u eigenlijk niet mooi vindt maar wat wel in de mode is zodat u niet nog een keer uitgelachen wordt op een feestje. U past zich aan, aan de verwachtingen die andere mensen aan u stellen. Van Vliet beschrijft dat dit in de samenleving gebeurt ook zo gebeurt. De samenleving bepaalt wat mensen wel en niet kunnen en mogen. Zo wordt het niet geaccepteerd dat mensen zomaar met iedereen seks hebben en andere mensen de hersens inslaan. Het superego neemt deze waarden over en dat begint al bij de ouders. Een kind leert dat hij niet in zijn broek moet poepen omdat zijn ouders dit niet fijn vinden, doet hij dit wel dan krijgt hij een gevoel van schaamte uit angst voor straf. Dit betekent wel dat hij zijn drift om te poepen niet direct kan bevredigen en moet deze dus onderdrukken. Het superego is er zodat dat wij ons kunnen gedragen naar de waarden van onze samenleving. Hiervoor hebben wij het ego die tussen het Id en het superego instaat.(van Vliet, 2006) Het ego. In tegenstelling tot het Id heeft het ego wel een realiteitsbesef. Met het ego reguleert je psyche het Id, denk hierbij aan een ruiter die zijn paard beheerst. Het paard heeft een eigen wil en zonder ruiter doet het paard ook alleen dat wat hem lust geeft zoals eten, drinken en slapen. De Ruiter heeft echter andere behoefte en beheerst en stuurt het paard in de richting waar hij heen wil. Als de Ruiter niet sterk genoeg is om een paard te beheersen, gaat het paard alle richtingen uit behalve daarheen waar de Ruiter heen wil. Het is dus belangrijk dat de Ruiter continu het paard beheerst om gevaarlijke situaties te voorkomen. in deze metafoor vertaalt het paard het Id en de ruiter het ego. ‘’ Het is de ondankbare taak van het ego om via het contact met de buitenwereld uit te maken of dat op een bepaald moment mogelijk is. Het ego gedraagt zich dus volgens het realiteitsprincipe en kan dit doen doordat het ego in staat is tot secundair-procesdenken.’’ (van Vliet, 2006, p. 87)
4
Op het moment dat je ego signalen ontvangt van het Id gaat deze kijken of deze driften te bevredigen zijn. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen wat de behoeften zijn, en wat er kan en mag. Hierin wordt er gekeken naar de behoeftes van het superego en het ego. Het ego bepaalt wat er daadwerkelijk mogelijk is en het superego bepaald of dit ook gewenst is. U kunt zich wel voorstellen dat dit voor constante spanning zorgt tussen het Id, het ego en het superego. In deze samenleving is het niet vanzelfsprekend en ook niet gewenst om zomaar je agressie te uiten tegen een willekeurig persoon op straat. Het is sociaal niet geaccepteerd en er staan dan ook straffen op. Als ik op straat loop en ik voel een agressieve drift opkomen, kan ik natuurlijk vanuit mijn Id handelen en op een willekeurig persoon aflopen en hem tegen zijn hoofd slaan, waarmee de directe drift van mijn agressie bevredigd wordt. Dit is een voorbeeld van de primaire agressie die eerder al aan bod is gekomen. Mijn ego zoekt hierin waarschijnlijk een slachtoffer waarvan ik weet dat ik net zo sterk of sterker ben. Mijn ego bepaalt dan of het mogelijk is om dat slachtoffer te slaan. Mijn superego zegt mij dat de reactie van het slachtoffer of van een van de omstanders afkeurend zal zijn en dat deze waarschijnlijk de politie belt en aangifte doet van geweldpleging. Hier staan redelijk zware straffen op die ik weer ervaar als onlust. Mijn ego maakt een afweging tussen de lust van iemand slaan en de onlust van de straf en zal waarschijnlijk zeggen dat het de onlust niet waard is en verdringt de agressieve driften. Je ego verdringt driften die niet toegestaan worden en stuurt ze terug naar het Id. Deze impulsen worden als het ware verbannen uit je bewustzijn, toch proberen deze driften constant op een andere manier door te dringen tot het ego. Van Vliet gebruikt in zijn boek en metafoor van een vat. Hij zegt dat driften die niet toegelaten worden tot het ego worden teruggestopt in het vat van het Id. Als je als je driften terug stopt in een vat, neemt de druk in het vat toe en als dit vat niet af en toe de druk kan ventileren (door middel van driftbevrediging) kan dit vat na een tijdje exploderen. Deze metafoor lijkt wel erg veel op het begrip secundaire agressie die ik al eerder genoemd heb. Morgan beschrijft deze secundaire agressie ook als een verzameling negatieve gevoelens die op springen staat. Je zou dus kunnen zeggen dat de driftenverdringing van Freud kan leiden tot korte lontjes bij mensen waardoor deze geen directe aanleiding nodig hebben om agressief te reageren. Freud zou dit beschrijven als het terugkomen van de agressie in een vermomde vorm. Het is dus erg belangrijk dat het ego een goede afweging maakt tussen de driften en wat in de realiteit mogelijk is om te voorkomen dat iemands vat explodeert.(van Vliet, 2006) Het eerste deel van de hoofdvraag luid, hoe is agressie te verklaren met de theorie van Freud. U heeft nu gelezen dat agressie volgens Freud een onderdeel is van onze thanatos, een van de twee fundamentele driften in de mens. De mens is dus van nature agressief en heeft de drang om andere mensen en of dingen te kwetsen of kapot te maken. Agressie wordt door de samenleving niet geaccepteerd dus het superego vertelt ons dat wij onze agressieve drift de kop in moeten drukken. Ons ego maakt hierin dan de afweging wat er voor ons als mens op dat moment het beste is. Of we geven toe aan de agressieve drift en de daarbij behorende lust of we volgen de richtlijnen gesteld door het superego om onlust te vermijden. We zien regelmatig dat het ego er toch voor kiest om de agressieve driften te bevredigen. Wat mij opvalt als ik naar een bar of discotheek ga, is dat agressie vaak samengaat met alcohol. Vandaar dat het tweede deel van de hoofdvraag dan ook luid: heeft alcohol invloed op deze agressie? Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag moet u eerst uitleg hebben over wat alcohol eigenlijk doet met ons lichaam.
5
Wat is het effect van alcohol op ons lichaam? Alcohol is een stof die ons goed laat voelen, het laat ons makkelijker praten en het neemt onzekerheid weg. Het beïnvloed je gedrag. Na een paar drankjes voel je je al wat losser, je praat met iedereen en meestal voel je je gelukkig en ben je in een feeststemming. Ideaal voor een gezellig avondje stappen met vrienden of vriendinnen. Alcohol wordt in Nederland gezien als onschuldig en feestjes kunnen niet meer zonder. Toch staat alcohol internationaal omschreven als een harddrug. Dit komt door de sterke werking die alcohol heeft op ons lichaam. Alcohol verdooft namelijk onze hersenen waardoor wij niet meer in staat zijn om optimaal van onze denkcapaciteit gebruik te maken. Zo voel je je na een paar biertjes vrijer, meer ontspannen en zelfverzekerder. Hoe meer alcohol genuttigd wordt hoe meer onze hersenen verdoofd raken. Dit merken we doordat we beginnen te wankelen en onzin beginnen te praten. Dat het gebruik van alcohol schadelijke gevolgen heeft op lange termijn weten we allemaal. Maar ik wil het juist gaan hebben over de kortstondige cognitieve veranderingen ten gevolge van alcoholgebruik. Uit een onderzoek naar alcoholgebruik dat uitgevoerd is door vierdejaars studenten van het Windesheim, blijkt dat het drinken van alcohol grote gevolgen heeft voor je lichaam. Het beïnvloed je reactievermogen, je oriëntatie vermindert, je remmingen nemen af en het heeft invloed op de stemming. Door de ontremmende werking vermindert je zelfcontrole of in sommige gevallen verliest iemand compleet zijn zelfcontrole wat tot gevolg kan hebben dat mensen veel agressiever reageren als dat ze normaal zouden doen(Heuvelink en Nieuwenhuizen). Maar hoe komt het nou dat mensen die controle verliezen en dit kan resulteren in agressief gedrag? In de literatuur is er veel terug te vinden over dit onderwerp, er zijn veel verschillende theorieën gevormd met betrekking tot de relatie van alcoholgebruik en agressie. Omdat ik mij in dit essay richt op de theorie van Freud, wil ik van alle theorieën over agressie en alcoholgebruik drie theorieën gebruiken die een link hebben met de theorie van Freud. Dit zijn de disinhibitietheorie van K. Graham, het anxiety inibitation model van J. Jung, en het cognitieve ontwrichtingsmodel van L. Bennet. Voordat we hiermee verdergaan zal van elke theorie eerst een korte uitleg geven. De disinhibitietheorie. Een beknopte uitleg van deze theorie is dat consumptie van alcohol leidt tot disinhibitie. Met andere woorden betekent dit dat het gebruik van alcohol de aangeleerde remmingen van mensen elimineert. Hierdoor kunnen natuurlijke impulsen van de mens vrijkomen wat kan resulteren in agressief gedrag. Graham ziet het als directe oorzaak voor het uitten van agressie. Hij beschrijft het ook wel als ‘paralyzing the brakes’(van der Veken, 2007). Het anxiety inihitation model. Dit model gaat er vanuit dat agressie geremd wordt door angst. Alcohol heeft hierin geen directe invloed op de agressie, maar beïnvloed de angst. Doordat het deel van de hersenen verdoofd wordt waarin iemand angst ervaart valt deze dus weg en is er geen remmende werking meer van angstigheid op agressie( van der Veken, 2007). Het cognitieve ontwrichtingsmodel. Dit model heeft een hele andere benadering, namelijk dat agressie een vorm is van frustratie. Doordat alcohol en verdovende werking heeft op bepaalde delen van onze hersenen hebben mensen last van bovengenoemde symptomen zoals moeilijkheden met het oplossen van problemen, met complicaties, verlies van evenwicht et cetera. Hierdoor raakt het lichaam gefrustreerd wat zich uit in agressie. Ook kan het lichaam situaties niet goed inschatten waardoor situaties verkeerd beoordeeld worden. Als voorbeeld een situatie waarin iemand tegen een dronken persoon botst, waarbij deze laatste dit meteen als provocatie ervaart(van der Veken, 2007). 6
Wat betekenen deze effecten met betrekking tot Freuds theorie? Van alle drie de genoemde theorieën over de effecten van alcohol op ons lichaam is er een verband te leggen tussen deze effecten en de theorie die Freud heeft over agressie. Ik zal theorieën een voor een beschrijven met koppelingen naar Freud’s theorie. De disinhibitietheorie van K. Graham. Deze theorie zegt in feite dat een mens aangeleerde remmingen heeft die ervoor zorgen dat natuurlijke impulsen zoals de agressieve drift onder controle gehouden worden. Door de inname van alcohol wordt het deel van de hersenen dat deze remmingen controleert verdoofd waardoor men niet meer in staat is om driften die naar buiten willen te stoppen. Dit verklaart waarom mensen die alcohol gedronken hebben meer vanuit hun natuurlijke impulsen handelen. Graham zelf beschrijft dit effect als ‘paralyzing the brakes’ wat letterlijk betekent het verlammen van de remmen(van der Veken, 2007). Als we deze theorie naast die van Freud leggen zien we hierin duidelijke overeenkomsten. Zo zegt Freud ook dat het superego leert wat wel en niet kan. Het superego wilt zich eigenlijk gedragen, in dit geval dus door het ego te vertellen dat het de agressieve driften niet naar buiten mag laten. We zouden dus kunnen zeggen dat het gebruik van alcohol het superego verdoofd waardoor deze geen controle meer kan uitoefenen op het ego. Het ego kan hierop geen afweging maken dat hij alleen impulsen krijgt van het Id en laat deze makkelijker door, waardoor agressie makkelijker naar buiten kan komen. Het anxiety inihitation model van J. jung. Het model van Jung zegt dat een mens angst heeft en dat deze angst een bepalende rol speelt in de beheersing van agressie. Deze angst waarschuwt het individu voor mogelijk gevaarlijke situaties zoals de mogelijke destructieve gevolgen van een agressieve uitbarsting. Deze angst is dus de remmende factor voor het controleren van agressie. Door de consumptie van alcohol wordt het deel van de hersenen dat angst ervaart verdoofd. Hierdoor wordt de angst verminderd en blijft deze afnemen naarmate de persoon meer alcohol nuttigt(van der Veken, 2007 ). We zien vaak dat mensen die onder invloed zijn van alcohol de meeste rare en gevaarlijke capriolen uithalen wat wordt veroorzaakt door het verdoofde angstcentrum in de hersenen. Freud zegt in zijn theorie ook iets over angst, namelijk: ‘’ wanneer het ego uit het Id signalen ontvangt van de driften en de bevrediging hiervan niet opportuun is, ervaart het ego angst. Angstgevoelens waarschuwen het ego voor een potentieel gevaarlijke situatie, namelijk dat het overspoeld dreigt te worden door driften terwijl dit in de buitenwereld een gevaar zou kunnen opleveren. De reactie van het ego zal dan zijn het terugdringen van de driften na het id’’(van Vliet, 2006, P. 87). Het verschil tussen deze twee theorieën is dat bij Jung de angst direct invloed heeft op het beheersen van agressie. Bij Freud is angst een waarschuwing aan het ego waardoor het ego weet wat er mogelijk gevaar dreigt. Toch is de theorie van Jung goed te koppelen met die van Freud want waar alcohol angst beïnvloed zal dat ook gevolgen hebben voor de theorie van Freud. Als het ego geen angstgevoelens meer ervaart die waarschuwen voor gevaarlijke situaties, zal het ego ook geen aanleiding zien om de agressieve driften terug te dringen naar het id. Dit kan resulteren in een eenvoudige uitweg voor agressie.
7
Het cognitieve ontwrichtingsmodel van L. Bennet. Bennet bekijkt de uiting van agressie vanuit een hele andere hoek, namelijk dat agressie voortkomt uit frustratie. Als we terugkijken naar de effecten die alcohol heeft ons lichaam zien we dat een beetje alcohol je vrijer laat voelen, je praat makkelijker en bent meer ontspannen. Naarmate je meer alcohol drinkt raken je hersenen meer verdoofd met als gevolg dat je reactievermogen vermindert, je oriëntatie neemt af, je kunt moeilijker uit je woorden komen en je hebt meer moeite om je evenwicht te bewaren. Doordat je lichaam gewend is om deze bovengenoemde zaken zonder al te veel problemen uit te voeren, raak je lichaam gefrustreerd op het moment dat deze dat door alcohol niet meer kan. Je lichaam zet deze frustratie dan om in agressie(Van der Veken, 2007). Om deze theorie te koppelen aan Freud is iets lastiger. Deze theorie zou goed gepast hebben bij de oude theorieën van Freud van 1917 waarin hij stelde dat agressie een gevolg is van frustratie(Morgan, 1990). Hiermee doelde hij op het feit dat lust niet altijd bevredigd kan worden en onlust niet altijd vermeden kan worden. Als voorbeeld, u verheugt zich al drie weken op het feestje van een goede vriend. Op de dag voor het feestje belt uw baas met de mededeling dat u op de avond van het feestje een avonddienst moet werken. De lust wordt u hierbij ontnomen en maakt plaats voor onlust wat resulteert in agressie. Deze agressie kan alle vormen aannemen, zowel actief, passief als indirect. Als we dit vergelijken met de theorie van Bennet is het heel goed voor te stellen dat het lichaam gefrustreerd raakt door de effecten van de alcohol, en dat uit zich in agressie. Het is bij deze theorie wel lastig te zeggen welke vorm van agressie dat zal zijn omdat dit in alle drie de varianten naar voren kan komen, in tegenstelling tot de theorieën van Graham en Jung waarin de agressie zich primair en actief uit.
Conclusie. In dit essay heb ik door gebruik te maken van verschillende theorieën een antwoord gevonden op de vraag: Hoe is agressie te verklaren met de theorie van Freud en heeft alcohol invloed op deze agressie. Mijn conclusie is, na uitwerking van de vier deelvragen, dat agressie verklaarbaar is aan de hand van de theorie van Freud. Freud legt zelf geen directe link tussen alcohol en agressie. Uit andere theorieën van van Graham, Jung en Bennet over alcoholgebruik in relatie tot agressie blijkt dat alcohol van invloed is op de beheersbaarheid van het Id welke genoemd word in Freuds theorie.
8
Literatuurlijst: Morgan, R.L. (1990). Hedendaagse Psychologie. Uitgeverij Lemma B.V., Utrecht. Vliet, van, P. (2006). Wat drijft de mens? Uitgeverij Boom, Amsterdam. Heuvelink, F. en Nieuwenhuizen, N. Onderzoeksproject roep alcohol een halt toe. Lectoraat preventie verslaving, Zwolle. Veken, van der, K. (2007) Het verband tussen alcohol en agressie: feiten en mythen. Scriptie faculteit rechtsgeleerdheid, universiteit Gent. http://www.deweekkrant.nl/files/pdfarchief/WVP/20130320/DWP_DWP-1-17_130320_1.pdf http://www.gazette.uwo.ca/article.cfm?section=Opinions&articleID=1769&month=03&day=26&year =2009
9