? REGLEMENT LOKALE
BESTUURSVERNIEUWING 2015 GOEDGEKEURD DOOR DE ALGEMENE VERGADERING 16 JUNI 2015
ARTIKEL 1 – VASTLEGGING REGLEMENT Dit verkiezingsreglement werd door de Algemene Vergadering van 16 juni 2015 vastgelegd ter uitvoering van de artikelen 10 tot en met 18 van de Statuten (16 november 2013).
ARTIKEL 2 – ALGEMENE ORGANISATIE EN GESCHILLENCOMMISSIE De afdelingssecretaris is verantwoordelijk voor de organisatie van de lokale verkiezingen in zijn/haar afdeling. In het bijzonder betekent dit dat de secretaris instaat voor het zoeken van de locatie voor de verkiezingen, het vastleggen en doorgeven van de datum, het uur en de locatie van de verkiezingen, het verzamelen van de kandidaturen, het verzenden van de oproepingsbrieven en het voorzien van een stembus en toebehoren. De organisatiecommissie zorgt voor de nodige ondersteuning. De Organisatiecommissie staat in voor de algemene organisatie van de lokale verkiezingen en staat onder de verantwoordelijkheid van de algemeen secretaris van CD&V. De organisatiecommissie is samengesteld uit de provinciale secretarissen en de coördinatoren van de geledingen en wordt ondersteund door de medewerkers van het nationaal secretariaat. Alle betwistingen over de stemmings- en tellingsprocedure van de lokale bestuursverkiezingen die niet uitdrukkelijk in dit reglement worden voorzien, worden beslecht door de Geschillencommissie. Deze commissie beslist over geschillen, welke voortvloeien uit de toepassing van deze reglementen. Wanneer een geschil wordt voorgelegd zal (zullen) de betrokkene(n) steeds worden uitgenodigd zich te verdedigen. In geval van misbruik heeft de commissie de bevoegdheid desgevallend een aantal stemmen ongeldig te laten verklaren..De geschillencommissie is als volgt samengesteld: Voorzitter: Cindy Franssen, ondervoorzitter CD&V Secretaris: Jonathan Cardoen, algemeen secretaris CD&V Leden: Griet Smaers, ondervoorzitter CD&V, 1 afgevaardigde per geleding + 2 afgevaardigden van de Algemene Vergadering.
ARTIKEL 3 – ERKENNING VAN DE AFDELING 3.1. Volgens artikel 12 van de Algemene statuten wordt de gemeentelijke afdeling statutair erkend door het provinciaal bestuur, op basis van een advies van het regiobestuur. Om erkend te worden moet een afdeling alvast aan volgende voorwaarden voldoen: 1. de afdeling functioneert in overeenstemming met de opdrachtverklaring zoals opgenomen in de statuten van CD&V; 2. de organen van de afdeling moeten statutair zijn samengesteld; 3. de afdeling oefent op regelmatige wijze de activiteiten uit die haar statutair zijn toevertrouwd; 3.2. De regelmatige uitoefening van de activiteiten die aan de afdeling zijn toevertrouwd, houdt volgende minimumeisen in: - de afdeling organiseert jaarlijks een algemene ledenactiviteit; - er zijn regelmatig bijeenkomsten van het partijbestuur en het partijbureau; - de afdeling levert een actieve inspanning voor de communicatie met de bevolking en de leden. 3.3. De afdeling erkent het belang van CD&V als ledenpartij en doet op een actieve manier inspanningen om haar leden te hernieuwen, nieuwe leden aan te trekken en het ledenaantal over de jaren heen (bestuursperiode van 3 jaar) te doen groeien. Het nationaal secretariaat onderzoekt jaarlijks welke afdelingen meer dan 10% van haar leden verliezen, de reden hiervan en vraagt desgevallend - de betrokken afdelingen de nodige initiatieven te nemen. 3.4. Het provinciaal bestuur bevestigt de erkenning door een attest van erkenning af te leveren, waarvan een kopie aan de organisatiecommissie wordt overgemaakt. Het provinciaal bestuur kan na een met redenen omkleed verzoek een afwijking op artikel 3.2. toestaan. In dit afwijkingsvoorstel zal in overleg met het nationaal secretariaat een traject bepaald worden voor de betrokken gemeentelijke afdeling om op termijn aan de criteria te voldoen.
2
3.5. De erkenning kan door het provinciaal bestuur worden opgeschort of ingetrokken, wanneer de afdeling niet meer beantwoordt aan één of meerdere van de vooropgestelde criteria of de statutaire bepalingen, reglementen en richtlijnen van de partij niet naleeft. 3.6. Tegen de beslissingen van het provinciaal partijbestuur kan door het gemeentelijk partijbestuur beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep.
ARTIKEL 4 – ALGEMEEN VERLOOP VAN DE VERKIEZINGEN 4.1. DE VERKIEZINGEN 4.1.1. Tussen 1 januari en 15 februari 2016 worden in alle CD&V-afdelingen lokale bestuursverkiezingen georganiseerd. Deze verkiezingen vernieuwen het gemeentelijke afdelingsbestuur en meer bepaald volgende functies: - de afdelingsvoorzit(s)ter; - de afdelingsbestuursleden; - in voorkomend geval de sectievoorzit(s)ters en –bestuursleden; - de lokale voorzitters van de geledingen (JONGCD&V, Vrouw & Maatschappij en CD&V-senioren). 4.1.2. In principe is het afdelingsbestuur een “open” bestuur, conform art. 14.1.2. van de Algemene statuten, waarbij de bestuursleden een engagementsverklaring ondertekenen om voor de komende drie jaar bestuursverantwoordelijkheid op te nemen. Deze open formule ontslaat de afdelingen niet van de verplichting een verkiezing te organiseren voor: - de afdelingsvoorzit(s)ter; - in voorkomend geval de sectievoorzit(s)ters; - de lokale voorzitters van de geledingen. en over te gaan tot de samenstelling van het afdelingsbureau. 4.1.3. In gemeenten van meer dan 200.000 inwoners moeten secties worden ingericht. Alle beslissingen over de oprichting en de organisatie van secties moeten bekrachtigd worden door het provinciaal bestuur. Een sectie is de verzameling van alle CD&V-leden, die woonachtig zijn binnen het werkgebied dat aan de sectie wordt toegewezen. Het afdelingsbestuur bakent het werkgebied van de sectie(s) af. 4.1.4. Afdelingen die een afwijking op het open afdelingsbestuur wensen (overeenkomstig art. 6) en/of die een aanvraag wensen te doen tot afbakening in secties, richten hiervoor hun aanvraag vóór 5 oktober aan de provinciaal secretaris. 4.1.5. Ten laatste op 12 oktober 2015 bezorgt het provinciaal bestuur het volgende aan het Organisatiecommissie - Lijst met de erkende afdelingen en/of secties - Lijst met niet-erkende afdelingen en motivering hiertoe - Lijst met afdelingen waar de organisatie van de verkiezing van een gesloten bestuur werd goedgekeurd. - Lijst met afdelingen die toestemming kregen geen verkiezing te organiseren in de voorziene periode 4.3. PERIODE VAN VERKIEZING 4.3.1. De lokale verkiezingen vinden plaats tussen 1 januari en 15 februari 2016. De afdelingssecretaris geeft uiterlijk op 1 december 2015 de datum en locatie van de lokale verkiezingen door aan de provinciaal secretaris. 4.3.2. Het afdelingsbestuur kan vóór 5 oktober 2015 een uitzondering vragen aan het provinciaal bestuur om buiten deze periode verkiezingen te organiseren. Indien noch een afwijking verkregen is, noch een datum is doorgegeven in de tijdspanne, organiseert de Organisatiecommissie een verkiezing in de betrokken afdeling.
3
4.4. KANDIDAATSTELLING 4.4.1. Alle leden – geregistreerd op 1 oktober 2015 (lidjaar 2015 en nieuwe leden tot 30 september 2015 woonachtig in de betrokken gemeente/stad worden via een oproep in AMPERSAND van oktober 2015 de kans geboden hun kandidatuur te stellen. In de oproep staat vermeld: - een taakomschrijving van de te verkiezen functies, zijnde de voorzitter en in voorkomend geval de sectievoorzitters en voorzitters van de geledingen; - een beschrijving van de procedure; - de termijn waarbinnen de leden hun kandidatuur voor de te verkiezen functies moeten stellen, namelijk tot 1 december 2015 om 12 uur; - een engagementsverklaring, die - in geval van een open bestuur - ten laatste op de dag van de bestuursverkiezingen moet worden ingediend bij de afdelingssecretaris. 4.4.2. De kandidaturen voor de functie van afdelings-, geledings- of sectievoorzit(s)ter worden dienen zowel via het online invulformulier (www.cdenv.be/bestuursverkiezingen) als via e-mail/post ingediend bij de afdelingssecretaris uiterlijk op 1 december 2015 om 12 uur. De kandidatuurstelling dient minstens naam, voornaam, lidnummer, adres, geboortedatum, e-mailadres, gsm-nummer en de functie(s) waarvoor men kandideert met korte motivatie te vermelden. 4.4.3 De voorzit(s)ter van een CD&V afdeling: - vervult een coördinerende functie in de veelheid van organen en initia¬tie¬ven; - staat in voor een goede samenwerking met de fractie; - is de eerste verant¬woordelijke voor de contacten met de hogere partijni¬veaus; - vertegenwoordigt de afdeling in het regionale partijbestuur, tenzij de afdeling een plaatsvervanger aanduidt; - ziet toe op het naleven van de statuten; - vertegenwoordigt de partij naar buiten toe; - bovendien stimuleert de gemeentelijke voorzit(s)ter de actie; hij/zij beklem¬toont een christendemocratische visie op middel(lan¬ge) termijn; hij/zij stuurt aan op een voortdu¬rende vernieuwing; hij/zij bevordert de openheid naar binnen en naar buiten; hij/zij bevordert de goede inter¬mense¬lijke verhoudin¬gen. - is geen kandidaat bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen tenzij artikel 4.5.3. 4.5. AANVAARDING KANDIDATUREN 4.5.1. De afdelingssecretaris maakt de kandidaturen voor bespreking over aan het uittredende afdelingsbestuur. Dit bestuur controleert de ontvankelijkheid van de kandidaturen en doet de uiteindelijke voordracht. Alle kandidaturen voor de functie van afdelings- en sectievoorzit(s)ter worden aan het provinciaal partijbestuur ter goedkeuring voorgelegd uiterlijk op 15 december 2015 en overgemaakt aan de organisatiecommissie. 4.5.2. De functie van afdeling- of sectievoorzit(s)ter is onverenigbaar met het mandaat van gemeente- of OCMWraadslid en ook met het statuut van personeelslid van de gemeente of van het OCMW in de gemeente waarop het voorzit(s)terschap betrekking heeft. Op vraag van het uittredende afdelingsbestuur kan het provinciaal bestuur in het belang van de afdeling met 2/3de meerderheid hierop een uitzondering toestaan. Deze uitzondering kan niet verleend worden voor een schepen, burgemeester of voorzit(s)ter van het OCMW. Het afdelingsvoorzitterschap is bovendien ook onverenigbaar met de functie van regionaal, provinciaal of algemeen voorzit(s)ter van CD&V, voorzit(s)ter van het Brussels Hoofdstedelijke Partijbestuur, het mandaat van provincieraadslid, parlementslid of lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, minister of staatssecretaris. Hierop kan geen uitzondering worden toegestaan. 4.5.3. Conform artikel 18.2 van de statuten kan de lokale voorzitter geen kandidaat zijn voor een mandaat als gemeente- of OCMW-raadslid, tenzij minstens 2 jaar na het verstrijken van zijn functie. Mits een 2/3de meerderheid kan hierop door het provinciaal bestuur op vraag van een meerderheid van het lokaal bestuur een uitzondering worden toegestaan met oog op de lijst te versterken. Vanaf het moment van de aanduiding tot kandidaat legt de voorzit(s)ter tijdelijk zijn/haar functie neer en neemt de ondervoorzit(s)ter zijn/haar taken over. Indien deze laatste eveneens kandidaat is, duidt het lokaal bestuur een interim-voorzit(s)ter aan. Indien de voorzitter na zijn/haar verkiezing toch besluit kandidaat te zijn voor de modellijst worden er tussentijdse voorzittersverkiezingen georganiseerd.
4
4.6. OPROEPINGSBRIEF 4.6.1. Alle leden van 2015 en de nieuwe leden van 2016 (afsluitingsdatum 1 november 2015), zijn stemgerechtigd. De nominale lijst van de stemgerechtigde leden wordt opgemaakt door het algemeen secretariaat en bezorgd aan de afdelingssecretarissen. 4.6.2. Ten laatste twee weken voor de verkiezingen ontvangen alle stemgerechtigde leden een oproepingsbrief van de afdelingssecretaris voor de verkiezingen alsmede de alfabetische lijst van de kandidaten (voor de afdeling, sectie en/of geledingen). Elke lijst begint met een letter te bepalen. 4.7. STEMMING 4.7.1. De afdelingsvoorzit(s)ter wordt rechtstreeks verkozen door de leden van de afdeling. De geledingsvoorzit(s) ter wordt verkozen door de leden van de geleding. In afdelingen die werken met secties zullen de leden van de betrokken secties overgaan tot de verkiezing van hun sectievoorzit(s)ter. 4.7.2. De stemopneming geschiedt geheim onder het voorzitterschap van een afgevaardigde van het provinciaal partijbestuur. Deze persoon mag geen betrokken partij zijn bij de verkiezingen waarop hij of zij controle uitoefent. 4.7.3. Er kan worden gestemd per volmacht; een lid mag max. één volmachtstem uitbrengen op het daartoe voorziene volmachtformulier dat dient getekend te zijn door zowel volmachtgever als volmachthouder. Het vragen van volmachten aan leden is verboden, evenals het ronselen van volmachten op een georganiseerde manier. 4.8. TELLING 4.8.1. Voor de functie van de afdelings- en sectievoorzit(s)ter is die kandidaat verkozen die de gewone meerderheid (= de helft + 1) van de geldig uitgebrachte stemmen behaald heeft. Blanco stemmen worden als ongeldig beschouwd. Indien geen van de kandidaten deze meerderheid bereikt heeft bij de eerste stembeurt, wordt een tweede stembeurt georganiseerd tussen de twee kandidaten die het grootste aantal stemmen behaalden in de eerste stembeurt. Deze nieuwe stemming gebeurt binnen een maximumtermijn van één maand na de eerste stembeurt. 4.8.2. Onmiddellijk na de verkiezingen worden de stemmen geteld en wordt door de provinciaal afgevaardigde een proces-verbaal in drievoud opgesteld: één exemplaar voor de afdeling, één voor het provinciaal bestuur en één exemplaar voor het nationaal partijsecretariaat. De provinciaal afgevaardigde bezorgt de pv’s binnen de drie werkdagen na de verkiezingen aan de betrokkenen. 4.9. BEKENDMAKING 4.9.1. De uitslag wordt meteen na afloop van de verkiezingen bekendgemaakt. Indien minder dan 15% van de leden van de afdeling aan de stemming deelneemt, moet de uitslag ervan ter goedkeuring worden voorgelegd aan het provinciaal partijbestuur. Het provinciaal bestuur kan beslissen een nieuwe verkiezing te organiseren. 4.10. BETWISTINGEN 4.10.1. Kandidaten die de uitslag betwisten kunnen tot drie dagen na de bekendmaking een gemotiveerde klacht indienen bij de secretaris van de Geschillencommissie. De Geschillencommissie spreekt zich binnen de zeven dagen uit.
ARTIKEL 5 – SAMENSTELLING BESTUUR 5.1. De meeste afdelingen hebben een open afdelingsbestuur. Alle leden worden uitgenodigd om voor de komende drie jaar bestuursverantwoordelijkheid op te nemen. Zij tekenen daarvoor een engagementsverklaring. Alle mandatarissen die in de gemeente wonen (gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden, provincieraadsleden, gedeputeerden, parlementsleden, ministers en staatssecretarissen) en de eerste opvolger voor de gemeenteraad treden ambtshalve toe tot het partijbestuur. Binnen de zes weken na de verkiezing komt het open bestuur voor het eerst samen. Op de agenda staat onder meer de samenstelling van het partijbureau.
5
5.2. Bestuursleden die in de loop van de bestuursperiode toetreden door ondertekening van een engagementsverklaring hebben stemrecht, tenzij in geval van stemmingen over personen. Ze verkrijgen volledig stemrecht na 1 jaar lidmaatschap van het bestuur en mits 50 % aanwezigheid gedurende de voorbije 12 maanden. 5.3. De aanwezigheden van de bestuursleden worden elk werkjaar geëvalueerd. De secreta¬ris of zijn vervanger noteert de aanwezigheden op ieder normaal aangekondig¬de bestuursvergadering. Een verontschuldiging wordt als afwezigheid genoteerd. De secretaris maakt op het einde van ieder werkjaar een over¬zicht van de aanwezigheden op en laat deze goedkeuren door het bestuur tijdens de eerste bestuursvergadering van ieder werkjaar. De bestuursleden verliezen van rechtswege hun stemrecht indien zij niet minstens een aanwe¬zigheids¬graad van 50% in het voorgaande werkjaar haalden, behoudens een andere individuele beslissing van het afdelingsbestuur. 5.4. Er dient over gewaakt te worden dat het open bestuur een afspiegeling is van de lokale gemeenschap in de gemeente, waarbij er in het bijzonder aandacht is voor de evenwichtige aanwezigheid van jongeren en ouderen, mannen en vrouwen en de spreiding over de deelgemeenten. 5.5. Aan de leden en aan de betrokken provinciaal secretaris worden de contactgegevens van de geëngageerde bestuursleden meegedeeld. 5.6. Indien de afdeling in secties is georganiseerd, worden de verkozen sectievoorzit(s)ters bijgestaan door de leden van de sectie die zich willen engageren. Daarvoor wordt tevens de procedure van ondertekening engagementsverklaring aangewend.
ARTIKEL 6 – SAMENSTELLING PARTIJBUREAU 5.1. Uiterlijk zes weken na de bestuursverkiezingen wordt zoals bepaald in artikel 15.1 van de Algemene statuten het lokale partijbureau samengesteld door het partijbestuur. Deze samenstelling gebeurt met het oog op een werkelijke taakverdeling en geschiedt op basis van aanleg, belangstelling en toewijding.
ARTIKEL 7 – GESLOTEN BESTUUR 7.1. Afwijkend op deze open partijstructuur kan het provinciaal partijbestuur de toelating geven om af te zien van een open partijbestuur en over te gaan tot verkiezing een “gesloten” bestuur conform art.14.1.4 van de Algemene statuten. Tegen de weigering door het provinciaal partijbestuur van een verkozen bestuur voor een afdeling kan door het uittredende afdelingsbestuur met een 2/3de meerderheid beroep worden aangetekend bij de Geschillencommissie. (art. 14.1.5. statuten). 7.2. Het rechtstreeks te verkiezen aantal partijbestuursleden moet gelijk zijn aan het totaal aantal gemeenteraadsleden in de betrokken gemeente. Alle stemgerechtigden moeten zich kunnen uitspreken over alle kandidaten van de afdeling. 7.3. Om geldig te stemmen moet men stemmen voor net zoveel kandidaten als er te verkiezen partijbestuursleden zijn. 7.4. Bij het aanduiden van de verkozen bestuursleden van het gesloten partijbestuur zal men rekening houden met de statutaire bepaling dat er een gewaarborgde spreiding dient voorzien te worden van het aantal bestuursleden per deelgemeente of sectie in verhouding met het aantal leden (art. 14.1.4. statuten). Men zal ook een lijst met opvolgers bepalen. De niet-verkozen kandidaten worden volgens het aantal behaalde stemmen gerangschikt als opvolgers. Ook hier moet men rekening houden met de bovenvermelde gewaarborgde spreiding.
6