Beste ouders, Een nieuw schooljaar, een nieuwe groep. Misschien vertelt uw zoon of dochter thuis wel honderduit over wat er allemaal op school gebeurt; over de juf of meester, over wie er wel of niet leuk meedeed, over wat er in de klas, op het plein of tijdens de gymlessen gebeurde enz. Maar misschien gebeurt dit ook wel helemaal niet. Daarom hebben we hieronder alle vakken voor u omschreven. Daarnaast treft u nog wat algemene informatie aan.
Bijbelse Geschiedenis De lessen Bijbelse geschiedenis worden gegeven aan de hand van de methode ‘Hoor het Woord’. Dit is een methode die in de groepen 3 t/m 6 gedurende een periode van vier jaar alle Bijbelverhalen aan de orde laat komen. Dit jaar zullen van het Oude Testament voornamelijk de koningen centraal staan. Uit het Nieuwe Testament staan de verhalen rondom Advent en Kerst op het rooster, als ook een aantal wonderen en gelijkenissen. Verder de vertellingen rond Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Tot slot zal er dit jaar na Pinksteren aandacht zijn voor een aantal vertellingen vanuit de zendingsreizen van Paulus. Op maandag, woensdag en donderdag luisteren wij naar een Bijbelverhaal. Op maandag gebeurt dit eens in de twee weken tijdens de weekopening in de gemeenschapsruimte. Psalmen Elke dinsdagmorgen wordt er een psalm overhoord. Dit overhoren gebeurt door twee of meer kinderen de geleerde psalm te laten zingen. Naast het overhoren van de psalm wordt er elke dinsdagmorgen ook een nieuwe psalm aangeleerd. Dit betekent dat er iets wordt verteld over bijv. de situatie waarin deze psalm is ontstaan, over de dichter van de psalm of over het ‘soort’ psalm en dat moeilijke woorden uit het te leren psalmvers worden besproken. Het Psalmenrooster voor dit jaar is op de website terug te vinden onder het kopje ‘Algemeen’. Daarnaast wordt de te leren psalm opgeschreven in de agenda. Namen en Feiten Aan de hand van het boekje ‘Namen en Feiten’ wordt er aandacht besteed aan de parate Bijbelkennis van de kinderen. Wekelijks moet er thuis een les worden geleerd. Op school wordt vervolgens op vrijdagmorgen de geleerde les (vaak lesje A en D) overhoord. Af en toe moet er thuis ook een les worden gemaakt. Op school wordt dan vervolgens het gemaakte werk nagekeken. Rekenen Een vak wat dagelijks op het programma staat, is rekenen. We gebruiken voor dit vak de methode ‘Wereld in Getallen’. Deze methode maakt gebruik van herkenbare situaties vanuit de belevingswereld van kinderen, zodat leerlingen gaan beseffen waarom goed rekenen belangrijk is.
De methode is opgebouwd uit acht blokken met elk een eigen thema. Aan de hand van het thema wordt er op vaste dagen aan vaste leerstofonderdelen gewerkt: -
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag
Getallen en bewerkingen: optellen en aftrekken Vermenigvuldigen, delen en breuken Geld, tijd, meten, meetkunde, verhoudingen en/of grafieken Schatten, verhoudingen, kommagetallen, toepassingen
Naast het werken aan bovenstaande zaken werkt de methode met een zogenaamde ‘weektaak’. De kinderen werken in hun eigen tempo aan de weektaak in het tweede deel van elke rekenles en op vrijdag de hele rekenles. De stof die in de weektaak aan bod komt, grijpt terug op de instructielessen van de voorafgaande week of weken. Het gaat dus om verdere oefening van eerder aangeboden leerstofonderdelen. De aangeboden opdrachten worden zelfstandig gemaakt en sluiten aan bij het niveau van de leerling. Zwakkere leerlingen (oranje niveaugroep) maken namelijk de opgaven die aangeduid worden met 1 ster en één opgave van de opgaven met twee sterren, gemiddelde leerlingen groene niveaugroep) opgaven die aangeduid worden met twee sterren en leerlingen die meer aankunnen (blauwe niveaugroep) een beperkt aantal opgaven van de twee sterren en opgeven met drie sterren. Het werken in drie niveaus, zoals we dat gewend zijn, is in deze methode dus op een hele mooie manier verwerkt. Aan het einde van ieder blok wordt er een methodetoets afgenomen. Resultaten van deze toets geven aan welke onderdelen leerlingen al goed beheersen en voor welke onderdelen extra oefenen noodzakelijk is. Dit extra oefenen gebeurt in de week na de toets en, wanneer dat onvoldoende blijkt, zullen er binnen de groep extra momenten worden gezocht voor extra instructie en oefening. Taal Eveneens dagelijks terugkerend is de taalles. Met taal werken we met de methode ‘Taalfontein’. Deze methode werkt aan de hand van een twaalftal thema’s, die elk ongeveer drie weken in beslag nemen. Rondom deze thema’s krijgen de leerlingen lessen, die zijn onder te brengen onder de hieronder genoemde leerlijnen binnen de Nederlandse taal. Luisteren en spreken Elk thema bevat enkele lessen luisteren en spreken. In deze lessen is er o.a. ruimte voor het luisteren naar een verhaal, het klassengesprek, het ‘discussiëren’ over diverse onderwerpen en oefenen we met het verwoorden van de eigen mening en het geven van argumenten daarbij. Leesbegrip (= begrijpend lezen) De teksten in deze lessen hebben verband met het thema dat aan de orde is. Tijdens deze lessen zullen de leesstrategieën die de kinderen in eerdere jaren hebben meegekregen, opnieuw worden gebruikt en verder worden uitgediept. Daarnaast leren de kinderen o.a. wat de functies van alinea’s zijn, oefenen ze met het onderscheiden van feiten, meningen en argumenten en leren ze een woordenboek te gebruiken. Aanvullend op de methode maken we voor begrijpend lezen ook gebruik van oefenteksten van Cito en van Nieuwsbegrip. Stellen Tijdens deze lessen staat het schrijven van verschillende soorten teksten centraal. De doelen van deze lessen sluiten vaak aan bij de lessen Leesbegrip. 2
Taalbeschouwing Tijdens deze lessen wordt er aandacht besteed aan de manier waarop woorden worden gevormd (bijv. meervoud, verkleinwoord) en aan de grammatica van onze Nederlandse taal. De kinderen gaan aan de slag met lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en werkwoorden. Daarnaast is er tijdens deze lessen tijd voor het ‘spelen met woorden’ en het plezier beleven aan taal. Woordenschat In ieder thema zitten vijf of zes momenten waarop de kinderen een woordcluster krijgen aangeboden. Dit is een groep woorden die verband hebben met elkaar en met het thema en die terugkomen in de daaropvolgende les(sen). Woordbegrip Dit onderdeel komt binnen Taalfontein in groep 6 voor het eerst aan de orde en zal tijdens ieder thema één keer terugkomen. Centraal in deze lessen staat het verwerven van strategieën om zelf achter de betekenis van moeilijke woorden in een tekst te komen. Aan het einde van ieder thema wordt er een toets afgenomen waarin verschillende lesonderwerpen aan de orde komen. Voor de beoordeling van deze toets geldt de 80%-norm. Wanneer er lager dan deze 80% wordt gescoord is er in de volgende les ruimte voor herhaling, wordt er hoger gescoord dan volgt er een verdiepingsles. Spelling De lessen spelling worden ook gegeven vanuit de methode ‘Taalfontein’. Vier à vijf keer in de week staat er spelling op ons rooster. Tijdens deze lessen zullen steeds twee of drie doelen centraal staan. Bijvoorbeeld woorden met ei/ij en woorden met aai, ooi of oei. Deze doelen zullen vooral aan de orde komen in combinatie met meerlettergrepige woorden. Na elke oneven leseenheid (elke leseenheid bestaat uit vijf lessen) wordt er in de vorm van een zins- en/of woorddictee getoetst of de gestelde doelen zijn behaald. Wordt de 80%norm behaald dan volgt er op de toets een verdiepingsles. Lukt dit niet dan is er een herhalingsles. Daarnaast krijgt uw kind zes keer een beoordelingstoets, waarin de doelen over een langere periode worden getoetst. In principe gaat de methode er niet vanuit dat er thuis wordt geoefend met de woorden die in de les aan de orde zijn. In de praktijk blijkt echter dat sommige kinderen aan het oefenen in de klas niet voldoende hebben. De kinderen hebben de woordpakketten echter in de huiswerkmap zitten, zodat thuis oefenen evt. mogelijk is. Engels Tijdens de Engelse les hopen veel Engelse vaardigheden te oefenen: luisteren, lezen, spreken, schrijven… Hierbij maken we (o.a.) gebruik van de methode ‘My name is Tom’. Voor het vak Engels krijgen de kinderen regelmatig leerwerk op. Belangrijk is dat er bij het leren ook wordt gelet op de juiste spelling van de Engelse woorden! Engels hebben we op dinsdag en donderdag
3
Aardrijkskunde We zijn vorig jaar gestart met de nieuwe methode ‘Grenzeloos’. Een methode die aardrijkskunde dicht bij de kinderen wil brengen. Onderdeel van de lessen aardrijkskunde is een stukje topografie. In groep 6 staat de topografie van Nederland centraal. Zowel van de thema’s die aan bod komen als over de topografie zal er af en toe huiswerk worden opgegeven, wat op school wordt getoetst. Aardrijkskunde wordt gegeven op vrijdag. Geschiedenis Voor het vak geschiedenis wordt gebruik gemaakt van de nieuwe methode ‘Venster op Nederland’. De onderwerpen die dit jaar o.a. in de methode naar voren komen zijn: 1. Tijd van jagers en verzamelaars 3. Tijd van Monniken en ridders (Prehistorie) 4. Tijd van steden en staten 2. Tijd van de Romeinen 5. Tijd van staten en hervormers Als een hoofdstuk behandeld is, wordt er leerstof mee naar huis gegeven wat de kinderen moeten leren voor de repetitie. Het gemiddelde van de repetitiecijfers, een enkele keer aangevuld met een opdracht, vormt het rapportcijfer. Geschiedenis wordt gegeven op dinsdag of woensdag Natuur en techniek Voor biologie werken we sinds een paar jaar met de methode ‘Wijzer door natuur en techniek’. Thema’s die in groep 6 aan bod komen zijn: Thema 1: Eten en gegeten worden (biologie) Thema 2: Stevig en vast (techniek) Thema 3: Ieder zijn plek (biologie) Thema 4: Het weer (techniek) Thema 5: Geluid (biologie en techniek) Na afloop van ieder thema wordt er een samenvatting mee naar huis gegeven, die moet worden geleerd en op school zal worden overhoord. Biologie hebben we op maandag, samen de met de kinderen uit de combigroep 6. Bewegingsonderwijs Eén keer per week gaan we naar de gymzaal. De ene keer hebben we een turnles. Allerlei verschillende onderdelen van het turnen komen dan aan bod. De andere keer doen we een spelles, waar we bijv. op de juiste manier basketbal of slagbal leren spelen. Gymmen doen we altijd op donderdagmiddag. De lessen worden gegeven door meester Molenaar. Let op: gymspullen worden elke week weer mee naar huis genomen! Muziek We zingen regelmatig met elkaar. Psalmen en geestelijke liederen, maar ook vrolijke kinderliedjes. Met muziek proberen we ook alle kinderen iets bij te brengen van maat, ritme, noten, rusten e.d. We gebruiken hierbij de methode ‘Meer met muziek.’ Er wordt soms gebruik gemaakt van schoolinstrumenten. 4
Verder luisteren we elke dag naar 'Luisterland'. Een methode die de kinderen op een speelse manier wil laten kennismaken met klassieke muziek. Muziek hebben we meestal op donderdag. Verkeer Dit jaar zullen we ons op donderdag buigen over de verkeersregels, verkeersborden en alles wat met verkeer te maken heeft. Dit gebeurt a.d.h.v. de methode ‘Klaar… over’, waarin per les voor een thema is gekozen, wat met foto’s en tekeningen wordt verduidelijkt. De kinderen werken met leuke werkboeken met kleurenfoto’s. Tekenen, handvaardigheid en techniek Vakken die door de leerlingen veelal als leuk en ontspannend worden ervaren. Toch wordt geprobeerd om ook van deze vakken een echt vak te maken. Dit zal gedaan worden door tijdens de lessen een aantal thema´s en technieken aan de orde te laten komen. Daarbij maken we ook gebruik van de methode ´Uit de kunst´. Dit is een methode die ons een handreiking wil doen/ideeën wil geven voor de lessen tekenen en handvaardigheid. Een methode ook die suggesties geeft voor het inzetten van materialen en technieken. Een aantal van de lessen handvaardigheid en tekenen zullen dan ook afkomstig zijn uit en/of afgeleid zijn van de suggesties die in deze methode worden gegeven. Daarnaast gebruiken we ook de methode ‘Dat is kunst’. In de eerste lessen maken de kinderen kennis met kunst en zal de vraag ‘wat is kunst?’ centraal staan. Na een aantal oriënterende lessen wordt er steeds geprobeerd om aan een onderwerp uit de geschiedenis (bijv. de Romeinen) een deel van de kunstgeschiedenis te koppelen (bijv. het Colosseum in Rome) en daaraan vervolgens bij het zelfde thema een creatieve (kunst)activiteit. Deze vakken staan op dinsdag en vrijdag op ons rooster. ‘Goed gedaan’ en ‘Wonderlijk gemaakt’ Met hulp van de methode ‘Goed gedaan’ geven we op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, hetgeen bijdraagt aan een prettig schoolklimaat en de kinderen een goede basis meegeeft voor later. De kinderen leren rekening houden met anderen, samen spelen en samen problemen oplossen. Daarnaast maken we gebruik van de methode ‘Wonderlijk gemaakt’, een methode voor seksuele opvoeding. Deze methode is gerangschikt rond de hoofdlijnen zelfbeeldontwikkeling, aanleren van sociale normen, werken aan weerbaarheid en het uitdragen van duurzame relaties van liefde en trouw. Er zal vooraf worden gecommuniceerd welke lessen/thema’s er op welk moment aan bod komen. Computers De computers worden bij heel veel vakken ingezet. Er zijn verschillende oefenprogramma's om bijv. het automatiseren voor rekenen onder de knie te krijgen of te oefenen met het woordpakket. Natuurlijk kun je de computer ook gebruiken om een PowerPoint of een werkstuk te maken bij bijv. het vak geschiedenis. En als we iets moeten opzoeken kunnen we gebruik maken van 'Klikwereld'. Vaardigheden die hiervoor nodig zijn, worden tijdens de lessen aangeboden.
5
Huiswerk en agenda In groep 6 zult u merken dat uw kind eerder met huiswerk thuiskomt dan in de vorige groep. Dat is ook de bedoeling. Op deze manier wordt geprobeerd de kinderen langzamerhand voor te bereiden op het voortgezet onderwijs, zodat die stap zo klein mogelijk is. Zodoende hebben de kinderen dit schooljaar ook allemaal een agenda gekregen. Aan het begin van het schooljaar wordt er klassikaal veel aandacht geschonken aan het invullen van de agenda. In de loop van het jaar zullen de leerlingen meer en meer zelf verantwoordelijk worden gemaakt voor het invullen en bijhouden van de agenda. Wat betreft het doen van het huiswerk leert de ervaring dat het voor de meeste kinderen fijn is het huiswerk op een vast moment te doen, zodat het steeds meer een plekje krijgt in het dagelijks ritme. Vaste agendapunten zijn: Dinsdag: Donderdag: Vrijdag:
Psalm Engels (woordjes leren, 10 à 15 per week) Namen en Feiten
Hiernaast zal er af en toe een toets topografie, aardrijkskunde, geschiedenis of biologie worden gegeven. Deze toetsen zullen ongeveer een week van tevoren aan de kinderen worden meegegeven en per toets zal ook besproken worden op welke manier de toets geleerd kan worden. Vermeden wordt om op maandag huiswerk op te geven. Overige zaken Op maandag, donderdag en vrijdag staat juf Groen voor de klas. Op de dinsdag en woensdag staat meester Roobol voor de klas. Elke maandagmorgen wordt er zendingsgeld ingezameld. De agenda en de huiswerkmap moeten dagelijks worden meegenomen naar school. Als bijlage bij deze ‘klassenkant’ zal er een telefoonboom en een klassenlijst meegestuurd worden. In geval van bijv. ziekte zal deze telefoonboom worden gebruikt en belt u degene van wie de naam achter de naam van uw kind is vermeld. Af en toe zal er in groep 6 een excursie worden gehouden. Excursies zijn echter alleen mogelijk wanneer er voldoende ouders bereid zijn ons te vergezellen. Informatie over en een oproep voor hulp zullen tijdig worden gegeven. Zorgt u bij excursies op de fiets dat uw kind op school komt met een fiets die in goede staat verkeert? Dit om ongelukken te voorkomen! In de klas zullen bij deze excursies ook steeds de regels worden besproken om veilig met elkaar over straat te kunnen. Tot slot Wellicht zijn er na het lezen van de informatiekrant nog vragen overgebleven of juist bovengekomen. Schroomt u niet deze vragen te stellen. Ook als u gedurende het schooljaar tegen dingen aanloopt en/of vragen hebt, kunt u gerust even binnenlopen of contact opnemen. Wij hopen op een leerzaam en gezellig schooljaar! Hartelijke groeten van Meester Roobol en Juf Groen. 6