Beroepscode voor badmintontrainers Inleiding De beroepscode • is een kwaliteitstoets van de beroepsuitoefening voor de trainers/coaches; • biedt een legitimatie van het beroepshandelen; • maakt voor de sporters duidelijk wat zij mogen verwachten; • geeft houvast, bescherming en de mogelijkheid om gerichte feedback / kritiek te uiten. De uitgangspunten bij het opstellen van de beroepscode zijn: • de rechten van de sporters; • de relaties binnen en buiten de sport; • de werkomstandigheden en de professionele standaard. Vanuit deze uitgangspunten zijn de plichten van de trainers/coaches geformuleerd en vertaald in duidelijke regels. Regels die bij een goede uitoefening van het vak overigens vanzelfsprekend zijn. Regels • Trainers/coaches zullen de integriteit van de sporters waarborgen. • Trainers/coaches zullen relaties met de sporters (en anderen) integer invullen, gebaseerd op openheid, eerlijkheid, wederzijds vertrouwen en respect. • Trainers/coaches zullen de standaard van hun vak hooghouden.
I.
De sport(st)er
1.1 Lichamelijke integriteit De train(st)er heeft de plicht alles te doen om de lichamelijke integriteit van de sport(st)er te waarborgen en alles na te laten wat die lichamelijke integriteit schade kan berokkenen. Regels - Waarborg dat de belasting en de intensiteit van de training altijd aan de leeftijd, de fysieke conditie en het prestatievermogen van de sporter is aangepast. - Sta alleen deelname aan de training of aan een wedstrijd toe als dat geen onverantwoorde risico’s voor de sporter met zich mee brengt. - Waarborg dat fysiek contact alleen met toestemming van de sporters plaatsvindt en het voor de vervulling van jouw taken noodzakelijk is. - Houd je aan de gedragsregels ter preventie en repressie van seksuele intimidatie (zie bijlage). - Zorg ervoor dat signalen van seksuele intimidatie worden opgevangen, serieus genomen en adequaat wordt gehandeld. - Laat de sporters geen ongeoorloofde middelen gebruiken of procedures volgen die niet zijn toegestaan. Vereis het gebruik ervan niet en raad ze ook niet aan. - Maak de sporters bewust voor het dopingprobleem. - Werk met de verantwoordelijke instanties samen bij de opsporing en de bestrijding van dopingmisbruik. 1
Beroepscode voor badmintontrainers 1.2 Geestelijke integriteit De train(st)er heeft de plicht alles te doen om de geestelijke integriteit van de sport(st)er te waarborgen en alles na te laten wat die geestelijke integriteit schade kan berokkenen. Regels - Laat beledigende of denigrerende uitingen en gebaren achterwege. - Discrimineer niemand vanwege geslacht, ras, mentale toestand, huidskleur, handicap, seksuele oriëntatie, leeftijd, beroep, religie of politieke overtuiging. - Laat alle seksuele toespelingen, uitingen en gebaren achterwege. - Houd je aan de gedragsregels over seksuele intimidatie (zie bijlage). - Pleeg overleg met de sporters over alle beslissingen die hen betreffen en streef daarbij naar een zo groot mogelijke consensus. - Vereis niets van de sporters wat in strijd is met hun fundamentele waarden en diepste overtuigingen. - Neem beslissingen die de sporters betreffen altijd zo, dat je de redenen daarvoor kunt aangeven. Wees ook altijd bereid om die redenen aan te geven. - Moedig de sporters uitdrukkelijk aan de verantwoordelijkheid voor de eigen beslissingen te nemen.
1.3 Sociale integriteit De train(st)er heeft de plicht om alles te doen om de sociale integriteit van de sport(st)er te waarborgen en alles na te laten wat die sociale integriteit schade kan berokkenen. Regels - Maak geen persoonlijke informatie over de sporters voor het brede publiek toegankelijk, tenzij je hun uitdrukkelijke toestemming hebt. - Bekritiseer sporters niet in het openbaar. - Zorg ervoor dat in beginsel iedereen dezelfde toegang tot de sport heeft. Wanneer bepaalde toelatingseisen bestaan (bijv. leeftijds- of prestatiecriteria), moeten deze eerlijk en zonder aanzien des persoons worden toegepast. - Respecteer de culturele bijzonderheden van de sporters, voor zover zijzelf of anderen daardoor geen onmiddellijke risico’s lopen.
1.4 Begeleiding De train(st)er heeft de plicht zich zo goed mogelijk voor het welzijn, de ontwikkeling en het succes van de sport(st)er in te zetten. Regels - Zorg voor een aangename, open en vertrouwensvolle sfeer tijdens de training en de wedstrijd, zodat de sporters zich goed voelen en hun individuele vaardigheden op een optimale manier kunnen ontplooien.
2
Beroepscode voor badmintontrainers -
-
-
Plan zowel de trainingen en wedstrijden als de daarbij behorende communicatieprocessen zo, dat de sporters hun vaardigheden en talenten op een zo goed mogelijke manier kunnen ontwikkelen en langdurig kunnen behouden. Draag naar vermogen bij aan het welzijn van de sporters, zowel binnen de sport als indien gewenst- buiten de sport. Benader ook zieke en geblesseerde sporters met interesse en welwillendheid. Richt je in het werk niet uitsluitend op succes. Blijf je ervan bewust dat je steeds ook een begeleidende en pedagogische taak vervult. Wees steeds een positief voorbeeld in optreden, taalgebruik en nauwgezetheid. Moedig jouw sporters aan om aan dezelfde maatstaven te voldoen. Accepteer dat ook andere trainers en deskundigen voor de sporters van nut kunnen zijn. Indien mogelijk, accepteer, dat de sporters de diensten van andere experts gebruiken. Als je kinderen en jongeren traint, pleeg dan regelmatig met hun ouders overleg over de (lichamelijk, geestelijke en sociale) uitwerkingen van het trainings- en wedstrijdprogramma. Stel de ouders onmiddellijk in kennis als je – om welke redenen dan ook – bezorgd bent over het welzijn van hun kind(eren).
II. Relaties binnen de sport 2.1 Werk- en opdrachtgevers De train(st)er heeft de plicht om zijn/haar arbeidskracht zo goed mogelijk in te zetten, bij te houden en te verbeteren. Regels - Hou je aan contracten en afspraken. - Zorg ervoor dat je geen contracten aangaat en geen afspraken maakt waarvan de inhoud tegen deze beroepscode ingaat. - Gedraag je loyaal tegenover jouw werkgever. - Zorg in de omgang met jouw werk- en opdrachtgevers voor een open, eerlijke en communicatieve sfeer. - Maak gebruik van bijscholingsmogelijkheden om jouw vaardigheden en kennis op peil te houden. - Pretendeer geen kwalificatieniveau dat je niet hebt. 2.2. Medewerker (co-trainers, artsen, fysiotherapeuten, materiaalbeheerder, etc.) De train(st)er heeft de plicht om aan alle medewerkers de informatie te verstrekken die voor een goed functioneren noodzakelijk is. Regels: - Draag naar vermogen bij dat in het team van medewerkers een communicatieve en efficiënte sfeer heerst. - Sta jouw medewerkers met raad en daad bij.
3
Beroepscode voor badmintontrainers 2.3. Collega-trainers De train(st)er heeft de plicht om de werksfeer van de collega’s niet aan te tasten en zijn/haar bijdrage aan de belangen van de beroepsgroep te leveren. Regels - Onderhoud met andere trainers collegiale en door wederzijds respect bepaalde relaties. - Werk niet samen met sporters van een andere trainer/coach, zonder hem/haar daarvan op de hoogte te stellen. - Zet je naar vermogen in voor de belangen van jouw beroepsgroep. - Werk op een open en transparante manier om andere trainers aan te moedigen hun bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep.
2.4 Alle sportbetrokkenen De train(st)er heeft de plicht om alle sportbetrokkenen fair te behandelen en zich voor een fair gedrag en de belangen van de sport in te zetten. Regels - Werk volgens de geest en de regels van jouw sport. - Treed steeds als waardig vertegenwoordiger van jouw sport op. - Spoor jouw sporters aan tot een adequate omgang met de regels. - Spoor jouw sporters aan tot een respectvolle en faire omgang met de tegenstander, trainer/coach, scheidsrechter, wedstrijdleiding etc. - Draag met jouw kennis en ervaring bij aan de verdere ontwikkeling van jouw sport. - Neem deel aan acties van jouw sport om nieuwe leden te werven.
III. Omstandigheden/professionele standaard 3.1 Adequate werkomstandigheden De train(st)er heeft de plicht om binnen de grenzen van het voor hem/haar mogelijke zijn/haar werkplek zo efficiënt, maar ook zo aangenaam mogelijk in te richten. Regels - Zorg ervoor dat je geen contracten aangaat en geen afspraken maakt die jouw arbeidsen werkmogelijkheden onnodig beperken. - Probeer zoveel mogelijk je onafhankelijkheid te bewaren.
4
Beroepscode voor badmintontrainers 3.2 Werklast De train(st)er heeft de plicht erop te letten dat zijn/haar werklast niet de persoonlijke capaciteitsgrens overstijgt. Regels - Neem slechts zo veel taken en verplichtingen op je, dat je ze kunt vervullen zonder het risico van fysieke, psychische of sociale beschadigingen. - Leef zodanig, dat jouw arbeidskracht en werklust in stand blijven. - Neem geen verantwoordelijkheid voor taken waarvoor je niet gekwalificeerd bent.
3.3 Deskundigheid De train(st)er heeft de plicht om zijn/haar deskundigheid op peil te houden. Regels - Probeer een zo hoog mogelijk kwalificatieniveau te verwerven en te behouden. - Maak regelmatig een kritische en eerlijke zelfanalyse. - Moedig andere mensen aan om jouw handelen constructief te bekritiseren en ga eerlijk met deze kritiek om.
5
Beroepscode voor badmintontrainers Bijlage
Gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie
1. De trainer moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt (om te bewegen). 2. De trainer onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, en verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel. 3. De trainer onthoudt zich van elke vorm van seksueel (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter. 4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de trainer en de jeugdige sporter tot achttien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. De sanctie is ontslag uit dienst. 5. Het is de trainer niet toegestaan een seksuele relatie aan te gaan met een speler onder de 18 jaar die onder zijn/haar directe hoede staat, ook al vindt de relatie met wederzijdse toestemming plaats. 6. De trainer mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten. 7. De trainer onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten. 8. De trainer zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en de ruimten waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer. 9. De trainer heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen. 10. De trainer zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding staan tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering. 11. De trainer zal er actief op toezien dat deze regels door iedereen die betrokken is bij de sporter worden nageleefd. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken. 12. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de trainer in de geest hiervan te handelen.
6