2013-2014
Schoolgids
CBS East-Kime/Bernegea
1
Schoolgids 2013-2014
EEN WOORD VOORAF. Voor u ligt de schoolgids van de Christelijke Daltonbasisschool East-Kime/Bernegea te Oosthem. CBS East-Kime/Bernegea is per 1 augustus 2012 ontstaan uit een fusie tussen CBS East-Kime uit Oosthem en CBS Bernegea uit Abbega. De schoolgids is bedoeld voor ouders die nu kinderen op school hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen. Aan de ouders waarvan al kinderen op school zitten leggen we in deze gids verantwoording af over onze manier van werken. Aan de andere ouders leggen we uit wat zij mogen verwachten als hun kind leerling van onze school wordt. De gids bevat allerlei belangrijke informatie over onze school. Het is dan ook van belang de informatie goed te lezen en te bewaren. Naast deze schoolgids onderhouden we een actuele website, waarbij met name de kalender een belangrijke informatiebron is. Per maand kunt u hier de activiteiten vinden die er in het schooljaar plaatsvinden. Ook wijzigingen en tussentijds geplande gebeurtenissen worden hierop vermeld. Op school is ook een onderwijsgids verkrijgbaar die door het ministerie van onderwijs uitgegeven wordt. Deze gids krijgt u ook automatisch thuis gestuurd als uw kind drie jaar wordt. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen, en uiteraard vaak de website van de school bezoekt: www.eastkime.nl . Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Namens het team van CBS East-Kime/Bernegea, Jan Jacob Koornstra (directeur) CBS East-Kime/Bernegea - Daltonbasisschool De Himmen 9 8618 NP Oosthem Tel.: 0515-532408 Fax: 0515-532827 E-mail:
[email protected] Website: www.eastkime.nl
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
2
Schoolgids 2013-2014
INHOUDSOPGAVE. Een woord vooraf
1
Inhoudsopgave
2
Hoofdstuk 1: De school 1.1. De naam 1.2. Identiteit 1.3. Klimaat 1.4. Missie 1.5. Stichting Palludara
4 4 4 4 4 4
Hoofdstuk 2: Het onderwijsconcept: Dalton 2.1. Visie op opvoeding en leren 2.2. Vrijheid en verantwoordelijkheid 2.3. Zelfstandigheid 2.4. Samenwerking 2.5. Nederlandse Daltonvereniging 2.6. Dalton ankerpunten
6 6 6 6 7 7 8
Hoofdstuk 3: Schoolorganisatie en activiteiten 3.1. Organisatie 3.2. Personeel 3.3. Meertaligheid 3.4. Basisvaardigheden 3.5. Groep 1/2 3.6. Vakgebieden 3.7. Verdeling van de tijd 3.8. Huiswerk 3.9. Project 3.10. Zwemmen 3.11. Schoolreisje/kamp 3.12. Excursies 3.13. Sportmiddag 3.14. Avondvierdaagse 3.15. Afscheidsfeest en musical groep 8 3.16. Sinterklaas 3.17. Kerst
9 9 10 10 11 11 11 15 15 16 16 16 16 16 16 17 17 17
4. De leerlingen 4.1. Aanmelding 4.2. De opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.3. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.4. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.5. Schoolontwikkeling 4.6. Het uitstroomperspectief 4.7. De overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs 4.8. Advies voortgezet onderwijs/Friese plaatsingswijzer 4.9. Plusbus 4.10. Passend onderwijs
18 18 18 18 19 21 21 22 22 23 23
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
3
Schoolgids 2013-2014
5. De leraren 5.1. Vervanging 5.2. Stagiaires 5.3. Scholing
25 25 25 25
6. De ouders 6.1. Het belang van de betrokkenheid van de ouders 6.2. Contact school-ouders 6.3. Ouderraad (OR) 6.4. Medezeggenschapsraad (MR) 6.5. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 6.6. Klachtenregeling 6.7. Ouderbijdrage
26 26 26 26 27 27 27 28
7. Verzekeringen
29
8. Kwaliteitszorg 8.1. Kwaliteit 8.2. Uitstroomresultaten 8.3. Schoolontwikkeling 8.4. Jaarplan en doelen
30 30 30 30 30
9. Overige schoolzaken 9.1. Schooltijden 9.2. Gymnastiek 9.3. Tussenschoolse opvang 9.4. Vakantierooster 9.5. Verlof/ziekte 9.6. Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen 9.7. Meldcode 9.8. Verwijsindex 9.9. Schoolmaatschappelijk werk 9.10. Jeugdgezondheidszorg 9.11. Projectgeld
32 32 32 32 32 33 33 34 34 34 34 35
10. Namen en adressen
36
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
4
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 1: De school. 1.1. De naam. Na de fusie tussen CBS East-Kime uit Oosthem en CBS Bernegea uit Abbega is een nieuwe school ontstaan onder de naam CBS East-Kime/Bernegea. De naam van de fusieschool is een samenstelling van beide oude schoolnamen. 1.2. Identiteit. CBS East-Kime/Bernegea is een Protestants Christelijke Basisschool; dit houdt in dat wij onze kinderen steeds vanuit een christelijke levensbeschouwing onderwijs proberen te geven. Wij zijn van mening dat de christelijke identiteit niet alleen het godsdienstonderwijs is. De identiteit is verweven in de omgang met elkaar en de verschillende vak- en vormingsgebieden. Vanuit onze identiteit willen wij de kinderen wegwijs maken in de maatschappij. Kinderen moeten leren om de waarden van dingen te herkennen en de normen te hanteren zodat zij zich kunnen ontplooien tot sociale mensen. De school moet dit in samenwerking met de ouders/verzorgers doen opdat de regels, waarden en normen zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd. Samen kunnen school en ouders op deze manier de kinderen steunen in hun ontwikkeling op weg naar volwassenheid en maatschappij. 1.3. Klimaat. Wij willen graag dat de kinderen zich op school thuis voelen en iedere dag met plezier naar school gaan. Wij werken aan een goede sfeer, binnen het team, de klas en daarbuiten. Wanneer kinderen niet met plezier naar school gaan of gepest worden, willen wij graag door ouders/verzorgers hierover geïnformeerd worden, zodat wij er iets aan kunnen doen. Binnen de school en al haar geledingen is een open sfeer. Dat wil zeggen dat moeilijkheden en ergernissen worden uitgesproken en uitgepraat. Op deze manier ontstaat een werkklimaat waarin personeel met enthousiasme kan werken en waar kinderen zich op een plezierige manier kunnen ontplooien. 1.4. Missie. Onze school stelt zich tot taak het onderwijs dusdanig in te richten dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien, ieder op zijn of haar eigen niveau. We willen ze kennis en vaardigheden meegeven voor een goede toekomst in onze pluriforme maatschappij. CBS East-Kime/Bernegea: Een school waar kinderen door een goede sfeer zich veilig voelen, waardoor zij zich optimaal kunnen ontplooien. 1.5. Stichting Palludara. CBS East-Kime/Bernegea maakt deel uit van Stichting Palludara. Palludara is een organisatie voor Protestants Christelijk Basisonderwijs in de gemeente Súdwest Fryslân. De stichting is op 1 januari 2011 ontstaan uit een fusie tussen PCBO Wymbritseradiel en Spectrium. Stichting Palludara beheert 16 basisscholen in Sneek, Oppenhuizen Uitwellingerga, IJlst, Folsgare, Gaastmeer, Gauw, Heeg, Hommerts-Jutrijp, Nijland, Oosthem, Oudega, Scharnegoutum en Woudsend. De naam Palludara is opgebouwd uit twee Bijbelse termen: "Onderscheiden" (Pallu) en "Parel van wijsheid" (dara). Deze laatste verwijst naar het voorrecht om jonge mensen naar een bepaald niveau te brengen, zowel wat betreft kennis als op andere ontwikkelingsgebieden. De parel staat tevens symbool voor kwaliteitsonderwijs, een tijdloos sieraad van onschatbare waarde dat continu streng bewaakt dient te worden.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
5
Schoolgids 2013-2014
De missie van stichting Palludara beschrijft de kernopdracht van de organisatie. De missie geeft weer wat wij willen bijdragen aan de leerlingen en aan de samenleving als geheel. Hieruit blijkt bovendien welke waarden en normen wij belangrijk vinden. De missie van stichting Palludara luidt: Stichting Palludara is een onderwijsinstelling waarbinnen, vanuit een protestants christelijke levensvisie, de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind centraal staan. De aan ons toevertrouwde leerlingen krijgen door middel van ons onderwijs de mogelijkheid om zich optimaal te ontplooien. Zodat ze later goed kunnen functioneren in een pluriforme maatschappij. Op de scholen van de Stichting wordt alles in het werk gesteld om deze missie in de praktijk waar te maken. Het bevoegd gezag van de Stichting wordt gevormd door de directeur/ bestuurder. Ondersteuning van bestuur en de scholen vindt plaats vanuit het bestuursbureau, dat gevestigd is in IJlst.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
6
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 2: Het onderwijsconcept: Dalton. Vanuit de identiteit, het klimaat en de missie willen we het onderwijs invulling geven. Op onze school werken we volgens het pedagogisch concept van het Daltononderwijs. De drie pijlers waarop Daltononderwijs is gebaseerd zijn: vrijheid (in gebondenheid), zelfstandigheid en samenwerken. Daarnaast zijn de aspecten reflectie, doelmatigheid en borging ook van groot belang. Het onderwijs op een daltonschool stelt de ontwikkeling van de leerling centraal. De begeleidingsfunctie van de leerkracht is daarbij cruciaal. 2.1. Visie op opvoeding en leren. Een kind is in staat tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving als ouders en leerkrachten het kind de ruimte geven om zich te ontwikkelen tot een vrijdenkende en verantwoordelijke jongvolwassene. Het is de opdracht van een daltonschool om de leerling uit te dagen tot leren en leven. Door vrijheid te geven komt er ruimte voor zelfstandig werken en samenwerken. Het daltononderwijs stelt zich ten doel het zelf werken en met elkaar werken van leerlingen zoveel mogelijk te bevorderen door hen daartoe de vrijheid te geven. Dit krijgt vorm in een pedagogisch klimaat van wederzijds vertrouwen, waarbij leerlingen en leerkrachten verantwoordelijkheid nemen of geven en verantwoording afleggen of vragen voor eigen werk en handelen.
2.2. Vrijheid en verantwoordelijkheid. Vrijheid in het daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. De school biedt de leerlingen ruimte voor een verantwoorde keuze bij het verwerken van de leerstof. De begeleiding van de leerkrachten is er op gericht de leerlingen zich verantwoordelijk te laten voelen voor het eigen leren. Leerlingen krijgen de ruimte om te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen. Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Door leerlingen meer ruimte te bieden kunnen zij een actieve en nieuwsgierige leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het is de taak van de leerkracht om iedere leerling de structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. 2.3. Zelfstandigheid. Zelfstandig leren op een daltonschool is ervaringsleren: dit betekent dat leerlingen uitgedaagd worden hun leertaken zelf tot een goed einde te brengen. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van de leerlingen. Om later als volwassenen goed te kunnen CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
7
Schoolgids 2013-2014
functioneren moeten de leerlingen leren beoordelen welke beslissingen zij moeten nemen. De keuzevrijheid dwingt de leerlingen tot het nemen van zelfstandige beslissingen die effectief en verantwoord zijn. In alle groepen werken de leerlingen dagelijks met dag en/of weektaken. Vanaf de kleutergroep leren de kinderen hun eigen werk te plannen en hun tijd in te delen. Op vaststaande momenten zijn er instructies door de leerkrachten. In het werken met een weektaak zit een opbouw van onder naar bovenbouw. 2.4. Samenwerking. Daltononderwijs biedt de leerlingen iedere dag de mogelijkheid samen te werken. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Samenwerken met anderen heeft daarnaast een functie op het gebied van sociale vorming: leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van de eigen inbreng en die van de medeleerlingen, het aanleren van discussievaardigheden, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van de meeropbrengst uit de samenwerking. 2.5. Nederlandse Daltonvereniging. Alle erkende Daltonscholen zijn lid van de Nederlandse Dalton Vereniging. De vereniging biedt de scholen een platform voor het uitwisselen van kennis en ervaringen als het gaat om het vormgeven en verder ontwikkelen van het Daltononderwijs. De Daltonlicentie is een teken van kwaliteit. Alleen onderwijsinstellingen met een Daltonlicentie mogen zich Daltonschool noemen. Dat is niet zomaar een stukje papier. Het behalen van de Daltonlicentie is een intensief proces waarbij scholen stap voor stap het onderwijs en de inrichting van de school aanpassen. Daarbij worden ze regelmatig gevisiteerd door de Nederlandse Dalton Vereniging. Om de Daltonlicentie te behouden evalueert een school periodiek op welke manier zij invulling geeft aan de Dalton-ideeën vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking. In het basisonderwijs gebeurt dit iedere vijf jaar en in het voortgezet onderwijs om de vier jaar. Tijdens de vier- of vijfjaarlijkse visitatie door de Nederlandse Dalton Vereniging worden de resultaten van die evaluatie besproken. De Daltonpedagogiek is echter geen keurslijf en de Nederlandse Dalton Vereniging hanteert geen strakke richtlijnen. Op school is ons Daltonbeleidsplan in te zien en u kunt ook terecht op de website van de Nederlandse Daltonvereniging (www.dalton.nl).
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
8
Schoolgids 2013-2014
2.6. Dalton ankerpunten. 1. In het daltononderwijs zien we de leerling als de ondernemende zelfstandige die het schoolwerk als taak aanneemt en zich eigen maakt. 2. In het daltononderwijs krijgt de leerling de gelegenheid om in eigen tempo, op eigen wijze en in eigen volgorde een taak te verwerken waarin een hoeveelheid (deels door de leerling zelf gekozen) onderwijsactiviteiten over een bepaalde tijdsperiode staan gepland. 3. In het daltononderwijs wordt de leerling uitgedaagd en krijgt het de gelegenheid zich te oefenen in het plannen, organiseren, regisseren, reflecteren en initiatief nemen. 4. In het daltononderwijs krijgen leerlingen de gelegenheid met elkaar te werken. Dit bevordert de socialiteit en groepsinteractie. 5. In het daltononderwijs krijgt de leerling passende begeleiding en hulp van de leerkracht om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken met het doel zijn taak te kunnen volbrengen. 6. In het daltononderwijs gaat de leerkracht uit van de mogelijkheden van zijn leerlingen en is hij/ zij er op gericht om de motivatie en het zelfvertrouwen van zijn leerlingen te vergroten. 7. In het daltononderwijs vertrouwen we op de professionaliteit en betrokkenheid van leerkrachten en dat zij dit verder ontwikkelen en met reflexiviteit praktiseren. 8. In het daltononderwijs is de leerkracht in staat om het beste uit de samenwerking met zijn collega’s te halen met het doel om samen het onderwijsaanbod te verbeteren en daardoor de school te profileren. 9. Het onderwijs op een daltonschool is door een efficiënte inrichting van tijd, ruimte en middelen doelmatig. 10. Het onderwijs op een daltonschool is door bezinning en reflectie doordacht. 11. Het onderwijs op een daltonschool is didactisch open en geeft ook ruimte aan andere inzichten en werkvormen die de leerlingen in staat stellen hun taak te volbrengen.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
9
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 3: Schoolorganisatie en activiteiten. 3.1. Organisatie. De basisindeling voor de kinderen is de leerstofjaarklassenindeling. Dit houdt in dat de leerstof verdeeld is over acht leerjaren en de school verdeeld is in acht groepen. Per cursusjaar wordt de leerstof behorend bij de groep behandeld. Na ieder cursusjaar schuiven de kinderen, in principe, door naar een volgende groep. We begeleiden de ontwikkeling van de kinderen zo adaptief mogelijk. We proberen het individuele kind datgene aan te bieden wat het op zijn of haar niveau van leren aansluit. Zo werken sommige kinderen soms buiten hun eigen jaargroep voor spelling, taal, rekenen of (begrijpend) lezen. Dit kan zijn zowel naar beneden als naar boven. Kinderen die meer aan kunnen werken soms vooruit in de methode en zijn zo sneller door de leerstof voor hun jaargroep heen. Voor deze leerlingen is er aanvullende leerstof. Voor kinderen met leermoeilijkheden is er aangepaste leerstof. We werken voor de meeste vakken met methodemateriaal. Deze methodes geven een duidelijke opbouw en structuur welke voor kinderen enorm belangrijk is. Om de ontwikkeling van kinderen te volgen werken we met leerlingvolgsystemen van de leermethoden en met het onafhankelijke Leerling Volg Systeem (LVS) van de Citogroep. Indien nodig krijgen de kinderen individuele hulp binnen of buiten de klas. Op deze manier krijgt ieder kind waar het recht op heeft. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een dag- of weektaak. Hier staan opdrachten op die, na een vooraf gestelde tijd, ingeleverd moeten zijn. We werken met een lokaaldoorbrekend organisatiemodel. ’s Ochtends tussen 9.00 uur en 11.45 uur kiezen de kinderen vanaf groep 3 waar ze met hun dag- of weektaak aan de slag gaan. Er zijn drie ruimtes; het instructielokaal (hier krijgen de groepen om en om instructie), de stilteruimte (hier wordt stil gewerkt) en de middenruimte waar kinderen kunnen samenwerken en overleggen. Kinderen die het aankunnen krijgen meer verantwoordelijkheid in het maken van eigen keuzes ten aanzien van werkplek, volgorde van de te maken opdrachten enz. Kinderen die dat wat moeilijker vinden worden meer ‘bij de hand’ genomen. Wij starten het schooljaar 2013-2014 met 29 leerlingen. Er zijn de volgende groepscombinaties: onderbouw: groep 1, 2 met 3 leerlingen middenbouw: groep 3, 4, 5 met 14 leerlingen bovenbouw: groep 6, 7, 8 met 12 leerlingen Een groep overdoen is mogelijk, al wordt geprobeerd dit zoveel mogelijk te vermijden door problemen vroegtijdig op te sporen en al vanaf de groepen 1 en 2 adequate maatregelen te treffen. Een groep overslaan behoort ook tot de mogelijkheden. Kinderen moeten hier dan zowel op het gebied van leerprestaties als emotioneel aan toe zijn. We proberen kinderen die meer aankunnen extra uitdagend werk te geven, zodat ze plezier in hun werk houden. Hieronder ziet u in schema de basisindeling van de groepen. Hier wordt zo min mogelijk van afgeweken. Zie voor de schooltijdenregeling hoofdstuk 9 !
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
10
Schoolgids 2013-2014
groep 1/2 groep 3/4/5 groep 6/7/8 Extra formatie : maandagmorgen juf Eva juf Jantine juf Tjitske juf Grytsje maandagmiddag juf Eva juf Jantine juf Tjitske dinsdagmorgen juf Eva juf Jantine juf Tjitske juf Grytsje dinsdagmiddag juf Sief juf Jantine juf Tjitske woensdag juf Eva juf Tineke meester Jan Jacob juf Grytsje donderdagmorgen juf Sief juf Tineke juf Tjitske juf Grytsje donderdagmiddag juf Tineke juf Tjitske vrijdagmorgen juf Sief juf Tineke meester Jan Jacob juf Grytsje vrijdagmiddag juf Jantine meester Jan Jacob . Door de fusie tussen CBS East-Kime en CBS Bernegea hebben we extra formatie. Deze formatie wordt ingezet voor individuele begeleiding van kinderen en extra inzet bij groep 3. Juf Jantine heeft tot begin november zwangerschapsverlof. Zij wordt gedurende die tijd vervangen door juf Samantha Kouwenhoven. Juf Eva is IB-er (Intern Begeleider) bij ons op school. Zij coördineert de zorg. Op dinsdagmiddag heeft zij hiervoor uren beschikbaar. Bij ziekte van leerkrachten wordt vervanging geregeld. Als het kan wordt er intern naar een oplossing gezocht (eigen personeel). Daarnaast kunnen we putten uit de invallerlijst van de stichting. 3.2. Personeel. Naam: Functie: J.J.Koornstra schooldirecteur en groepsleerkracht groep 6/7/8 T. Pheifer groepsleerkracht groep 3/4/5 G. Koopmans-Heeres groepsleerkracht groep 3 en RT-er J. Reijenga groepsleerkracht groep 3/4/5 E. Strödter groepsleerkracht groep 1/2 en IB-er T. Hylkema groepsleerkracht groep 6/7/8 S. Bekking groepsleerkracht groep 1/2 en ICT-er F. de Jong schoolschoonmaakster 3.3. Meertaligheid. Als team hebben we ervoor gekozen vanaf groep 1 drie talen aan te bieden; Frysk, Nederlands en Engels. Uit onderzoek is gebleken dat een meertalige leeromgeving een positieve invloed heeft op de (taal)leerresultaten. Een groot gedeelte van de kinderen van onze school is van huis uit Frysktalig. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen de Fryske taal goed leren spreken, lezen en schrijven. Daarnaast is het zeer belangrijk dat de kinderen goed Nederlands leren. Wij willen de kinderen een goede basis voor hun verdere leven meegeven. Met het oog op de internationale communicatie is hierbij het goed beheersen van de Engelse taal ook belangrijk. Daarom krijgen de kinderen bij ons op school vanaf groep 1 al Engelse les. Dit gaat natuurlijk heel spelenderwijs, met liedjes, opzegversjes enz. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer tijd aan het Engels wordt besteed. De kinderen van groep 1 t/m 4 krijgen een half uur Engels. Voor groep 5 t/m 8 staat er een uur Engels per week op het lesprogramma. Het hanteren van een strikte voertaalscheiding en consequent gebruik van de talen is erg belangrijk en voorkomt verwarring.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
11
Schoolgids 2013-2014
In de groepen houden we consequent vast aan de voertaal zoals beschreven in onderstaand schema. Voor en na schooltijd en in de pauzes spreken we kinderen aan in hun eigen eerste taal.
Maandagochtend Maandagmiddag
Groep 1/2 Nederlands Frysk
Groep 3/4/5 Nederlands Frysk
Groep 6/7/8 Nederlands Frysk
Dinsdagochtend Dinsdagmiddag
Nederlands Frysk
Nederlands Frysk
Nederlands Engels
Woensdag
Nederlands
Nederlands
Nederlands
Donderdagochtend Donderdagmiddag
Nederlands -
Nederlands Engels/Frysk
Nederlands Frysk
Vrijdagochtend Vrijdagmiddag
Nederlands -
Nederlands Nederlands
Nederlands Nederlands
Om te toetsen hoe de leerlingen uitstromen ten aanzien van de meertaligheid doen de leerlingen van groep 8 mee met het Frysk eksamen en het Anglia (Engels) examen. 3.4. Basisvaardigheden. In de groepen, vooral vanaf groep 3, wordt de leerstof aangeboden door middel van methoden. Bij de aanschaf van nieuwe methoden houden we rekening met de kerndoelen die het ministerie, per vakgebied, geformuleerd heeft. Daar waar nodig worden methoden aangepast. Naast de activiteiten die georganiseerd worden middels het gebruik van methoden komen nog andere activiteiten op school aan de orde. 3.5. Groep 1 en 2. Het werken in de groepen 1 en 2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken (poppenhoek, leeshoek, bouwhoek) en op het schoolplein. In groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Dit gaat in groep 2 door, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. De meeste vakken komen aan de orde aan de hand van thema’s, in samenhang met elkaar (bv. herfst, boerderij, lente). In de lessentabel worden verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de praktijk in de klas is dit nauwelijks merkbaar. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling, wie speelt met miniloco leert ook getallen of kleuren en wie op een vel papier golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. Er is veel aandacht voor taalontwikkeling, omdat dit de basis is voor heel veel ander leren. Ter ondersteuning van het taalactiverings-programma ‘Bas’ werken we nu ook met het computerprogramma ‘Bas gaat digitaal’ en ‘Bas telt mee’. In groep 1 en 2 worden speelse activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen ( o.a. via de methode De Leessleutel en schatkist), rekenen en schrijven in groep 3. Aan het eind van groep 2 wordt met de ouders besproken of het kind toe is aan groep 3. Deze procedure hebben we vastgelegd in een protocol ‘overgang groep 2 naar groep 3’. Dit protocol is op school in te zien. 3.6. Vakgebieden. 3.6.1. Godsdienstonderwijs. Onze school is een christelijke school, waarmee gezegd wordt, dat alles wat er in en om onze school gebeurt, vanuit een christelijke levensovertuiging benaderd wordt. Dat is ook de reden CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
12
Schoolgids 2013-2014
waarom er voor het omgaan met de bijbel en het liedboek een aparte plaats is ingeruimd in het onderwijs. Er wordt gewerkt met de methode ‘Startpunt’. Op dinsdag, woensdag en donderdag wordt er een verhaal verteld, een kringgesprek gehouden of uit de bijbel gelezen. Vrijdags is er een verwerking van het thema van die week. Er wordt bijvoorbeeld een werkblad gemaakt, of een toneelstukje uitgespeeld. Voor de jongste kinderen worden veel liederen uit de bundel ‘Alles wordt nieuw’ gebruikt, de oudere kinderen (vanaf groep 6) leren ook liederen uit het liedboek voor de kerken. Rond Kerst en Pasen werken we veelal met een wekenproject waarbij we gezamenlijke vieringen houden. 3.6.2. Taalonderwijs. Het taalonderwijs is gericht op de bevordering en begeleiding bij de totale ontplooiing en ontwikkeling van de leerlingen. Onze school werkt met de taalmethode ‘Taal in Beeld’. Een methode die uitermate geschikt is voor onze Daltonwijze van werken. Veel mogelijkheden voor zelfstandig werken maar ook juist veel samenwerkopdrachten. De leerstof in ‘Taal in Beeld’ is sterk gericht op het leren gebruiken van strategieën. Door het strategisch toepassen (op het juiste moment en in de juiste situatie) van hun taalvaardigheden, ontwikkelen de kinderen taalcompetenties die hen in staat stellen om actief en bewust om te gaan met de taal en er mee te communiceren. We maken ook gebruik van de ondersteunende software bij deze methode. 3.6.3. Spelling. De methode ‘Taal in Beeld’ heeft een aparte leergang spelling; ‘Spelling in Beeld’. ‘Spelling in Beeld’ richt zich zowel op het spellingproduct als op het spellingproces. Het is belangrijk dat de leerlingen zoveel mogelijk woorden correct kunnen spellen. Maar het is evenzeer belangrijk dat zij een goede aanpak (strategie) leren om tot de juiste spelling van woorden te komen. Zo werkt de methode aan het spellingbewustzijn van de leerlingen. Ook bij spelling maken we gebruik van de software die bij de methode hoort. 3.6.4. Fries. Het onderwijs in de Friese taal is er op gericht dat de leerlingen plezier hebben en houden in het gebruiken van de Friese taal. De gehanteerde methode voor groep 3 t/m 8 is ‘Studio F’. Het Fries wordt 1x per week als vak gegeven, maar wordt soms ook als voertaal (zie 3.5.6. Meertaligheid) gebruikt. Verder maken we gebruik van: Tsjek, Fryske leesboeken, Fryske liedjes en Tsjek.nl. 3.6.5. Engels. Voor Engels maken we gebruik van de methode ‘Take it easy’. Bij deze methode speelt het digibord een grote rol. Het is een methode waarmee kinderen vanaf groep 1 op een originele manier Engels leren. De leerlingen doorlopen de methode via thematische filmpjes, leuke clips en prikkelende opdrachten. Groep 1 t/m 4 krijgt ongeveer 30 minuten Engels per week. Voor groep 5/6 staan er 18 lessen op het jaarprogramma. Zij krijgen iedere week een Engelse les van ongeveer 60 minuten. Bij groep 7/8 staat ook iedere week een Engelse les op het programma. De thema’s die in de leerjaren 5 en 6 aan bod komen, worden in groep 7 en 8 voor de tweede keer aangeboden. Hierdoor beklijft de lesstof nog beter en breiden de leerlingen hun woordenschat van voorgaande jaren verder uit. In de bovenbouw is op dinsdagmiddag Engels de voertaal. 3.6.6. Technisch Lezen. Doel is om kinderen plezier te laten beleven aan het lezen van boeken. Daarnaast moet het kind zover komen dat het een tekst vlot kan lezen en begrijpen en in staat is de belangrijkste zaken uit een tekst te halen. In groep 1 en 2 wordt vooral aandacht geschonken aan het leren onderscheiden van begrippen, klanken en geluiden. In de tweede helft van groep 2 worden er elke week enkele letters aangeboden, met daaraan gekoppeld allerlei verwerkingsopdrachten. In groep 3 wordt het lezen CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
13
Schoolgids 2013-2014
aangeleerd met de leesmethode ‘De Leessleutel’. Na groep 3 wordt er gewerkt met de technisch lezen methode Estafette Nieuw. Een belangrijke doelstelling van Estafette Nieuw is het handhaven van het leesniveau, ook in de hogere groepen. Uiteindelijk moeten leerlingen met een adequate leesvaardigheid kunnen doorstromen naar het voortgezet onderwijs. 3.6.7. Begrijpend lezen. Vanaf groep 3 starten we met begrijpend lezen. De kinderen leren diverse vormen van informatie onderscheiden, informatie kritisch te bekijken, vragen te stellen en de stof op eigen wijze opnieuw te structureren. Dit gebeurt vooral middels de taal- en leesmethode. Vanaf groep 4 wordt er structureel gewerkt met de methode Nieuwsbegrip XL. Deze methode biedt wekelijks actuele teksten en opdrachten aan de hand van het nieuws. Bovendien wordt er structureel aandacht besteed aan lees- en woordenschatstrategieën. 3.6.8. Rekenen en wiskunde. Een belangrijk doel is: het leren van wiskunde- en rekenactiviteiten, waarbij handelen, ontdekken, verwoorden, begrijpen en inoefenen centraal staan, waardoor de kinderen ook mathematisch greep krijgen op hun wereld. De rekenmethode waar we mee werken heet: Alles telt. 3.6.9. Schrijven. Het doel van het vak schrijven is de kinderen een eenvoudig, leesbaar, behoorlijk verzorgd en vlot geschreven handschrift mee te geven. In groep 1 en 2 worden er voorbereidende schrijfoefeningen gedaan. Vanaf groep 3 leren kinderen letters schrijven. We gebruiken de methode ‘de Schrijfsleutel’. Tot en met groep 8 wordt er één schrijfles per week gegeven. 3.6.10. Wereldoriëntatie. Vanaf schooljaar 2012-2013 werken we, vanaf groep 5, met thematische wereldoriëntatie. Vanuit de kerndoelen, gesteld door het ministerie van onderwijs, behandelen we per twee/drie weken een thema. De kinderen krijgen instructie, er worden doelen geformuleerd en vervolgens gaan de kinderen in groepjes met dit thema aan de slag en presenteren dit aan de rest van de groep. Alle kerndoelen worden op deze wijze minstens één keer per schooljaar behandeld. 3.6.12. Creatieve vakken. Vanaf groep 3 wordt creatieve expressie als vak gegeven (handenarbeid, tekenen en muziek). Daarnaast kunnen deze vakgebieden ook plaats vinden tijdens andere vakken. In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma. Enkele doelen van de creatieve vakken zijn: -Het ontwikkelen van de expressieve en creatieve mogelijkheden. -Het leren respecteren van elkaars werk. -Het ontwikkelen van kennis, gevoelens, ervaringen en waarnemingen. 3.6.11.1. Tekenen. We werken met allerlei technieken en materialen zoals verf, inkt, potlood, krijt, pen etc. Er is aandacht voor de aspecten kleur, ruimte, contrast, compositie, fantasie, verhoudingen en perspectief. We gebruiken de methode ‘Tekenen moet je doen’.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
14
Schoolgids 2013-2014
3.6.11.2. Handenarbeid. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen in groepen verschillende technieken aangeboden. Aan elke techniek wordt enige tijd gewerkt. Technieken en materialen waar zoal mee gewerkt wordt zijn hout, klei, gips, kosteloos materiaal, papier, karton, textiel. 3.6.11.3. Muziek. In alle groepen wordt muziek gegeven als les en als onderdeel van de dagopening. In de muzieklessen komen muziek beluisteren, muziek maken (zingen en met instrumenten), muziek en bewegen (ook tijdens de gymlessen) muziek vastleggen en spreken over muziek aan bod. We maken gebruik van de methode: ‘Muziek moet je doen’. 3.6.12. Techniek. We willen onze leerlingen de gelegenheid geven om hun techniek/wetenschapstalenten te ontdekken en te ontwikkelen en daarnaast een positieve houding ten opzichte van wetenschap en techniek te stimuleren. Voor het vak techniek maken we gebruik van de ‘Techniektorens’. Per bouw is er een toren beschikbaar met daarin een groot aantal lessen gericht op techniek. In totaal zijn er 80 technieklessen met als onderwerp bijvoorbeeld zeepjes of haargel maken, een molen op zonne-energie, technisch lego, hefbomen, motoren enz. Aansluitend bij de kerndoelen willen we met behulp van de materialen uit de ‘Techniektorens’ vooral het onderzoekend leren ontwikkelen bij onze leerlingen. Dit houdt in: het ontwikkelen van de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. Techniek is niet alleen sleutelen, knutselen en maken, maar zeker ook; onderzoeken, ontdekken, analyseren, testen, experimenteren, verbeteren en veel vragen stellen. Voor het techniekonderwijs hebben we een beleidsplan ontwikkeld dat op school in te zien is. 3.6.13. Bewegingsonderwijs. Doelstelling: Tegemoet komen aan en het begeleiden van de bewegingsdrang van het kind, waardoor het zich lichamelijk en geestelijk kan ontwikkelen. In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs regelmatig op het rooster. Spelvormen zijn: loop- en tikspelen, zangspelen, dansspelen, balspelen, wedstrijdspelen, vrij spelen en kleutergymnastiek. De leerkracht stimuleert en corrigeert waar dat nodig is. Er is geen vastomlijnde methode, maar er wordt aangesloten bij de thema’s. Vanaf groep 3 maken we gebruik van de gymnastiekmethode: ‘Basislessen bewegingsonderwijs’ deel 1 en deel 2 van Stroes, Goedhart en Van Gelder. 3.6.14. Verkeer. Naast de gegeven verkeerslessen volgens de methoden (Stap Vooruit in groep 3/4/5 en de Jeugdverkeerskrant in groep 6/7/8), doen de leerlingen van groep 8 theorie- en praktijkexamen voor het verkeersdiploma van Veilig Verkeer Nederland. 3.6.15.ICT. 3.6.15.1. Hardware. De leerlingen op onze school maken gebruik van 11 vaste computers en twee laptops. Deze zijn verdeeld over de volgende ruimtes: lokaal 1/2 heeft 1 vaste computer, groep 3/4/5 heeft 3 vaste computers en in de middenruimte staan 7 vaste computers (thin cliënts). Alle computers zijn aangesloten op een netwerk. De groepen 3 tot en met 8 maken gebruik van een digibord. 3.6.15.2. Software. Wekelijks werken de leerlingen uit groep 1/2 met de programma’s ‘Bas telt mee’ en ‘Bas gaat digitaal’. Deze programma’s zijn gericht op het aanvankelijk rekenen en lezen. Daarnaast wordt er CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
15
Schoolgids 2013-2014
gewerkt met andere software zoals o.a. Schatkist, Lekker weertje Koekepeertje, Assepoester, Roodkapje, Nijntje enz. Dit is meer gebaseerd op de individuele keuze van de leerlingen. Groep 3/4/5 werkt met de software behorend bij de taalmethode ‘Taal in beeld’. Daarnaast wordt wekelijks gewerkt met ‘Hoofdwerk’ (hoofdrekenen). De leerlingen van groep 5 gaan hun typevaardigheid verbeteren met het programma ‘Type-Basic’. Groep 6/7/8 maakt ook gebruik van de software behorend bij de taalmethode. Ook wordt er iedere week tijd aan Hoofdwerk besteed. Voor topografie wordt de topografiesoftware die bij de methode ‘Wijzer door de wereld’ hoort gebruikt. Bij het keuzewerk kunnen de leerlingen kiezen uit diverse software/internetpagina’s. 3.6.15.3. Veilig internet. Om kinderen op een veilige manier met internet te leren werken, is er een internetprotocol opgesteld. Dit protocol en de afspraken die we hebben gemaakt ten aanzien van het gebruik van internet, is te vinden op onze site. 3.6.15.4. Website. School heeft een eigen website (www.eastkime.nl). Op deze site kunt u diverse informatie van school bekijken. We proberen de site zo actueel mogelijk te houden, door middel van verslagjes en foto’s van speciale gebeurtenissen. Heeft u er bezwaar tegen dat uw kind gefotografeerd wordt voor de schoolsite, dan kunt u het formulier ‘Geen toestemming fotopublicatie’ invullen en op school inleveren. We houden hier dan rekening mee bij het maken en publiceren van foto’s. Het formulier is ook op de site te downloaden. 3.7. Verdeling van de tijd. Hoe de tijd over de verschillende vakken per week is verdeeld, kunt u zien in de volgende tabel: Lichamelijke oefening Nederlandse taal Lezen Schrijven Kringgesprek Rekenen/wiskunde Engels Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Wereldoriëntatie Verkeer Muziek Handvaardigheid Spel en beweging Werken m. ontwikkelingsmateriaal Godsdienstond. Fries Techniek Totaal:
groep 1 4.30 2.15 2.15 0.15 2.30 1.45
groep 2 4.30 2.15 2.15 0.15 2.30 1.45
0.45 1.00 1.00 3.30
0.45 1.00 1.00 3.00
1.15
1.15
0.30 21.30
0.30 21.30
groep 3 2.00 5.00 3.45 1.30 0.30 5.00
groep 4 2.00 5.00 3.00 1.00 0.30 5.00
groep 6 2.00 5.00 2.45 0.30
groep 7 2.00 5.00 2.45
groep 8 2.00 5.00 2.45
0.30 0.45 1.00
0.45 3.15 0.30 0.45 1.00
groep 5 2.00 5.00 3.00 0.30 0.30 5.00 0.30 0.45 0.45 0.45 1.45 0.30 0.45 1.00
5.00 0.30 1.00 1.00 0.45 1.30 0.45 0.30 1.00
5.00 0.45 1.00 1.00 0.45 1.45 0.45 0.30 1.00
5.00 0.45 1.00 1.00 0.45 1.45 0.45 0.30 1.00
0.45
1.30 0.45 0.30 23.30
1.30 0.45 0.30 25.30
1.30 0.45 0.30 25.30
2.00 0.45 0.30 25.30
2.00 0.45 0.30 25.30
2.00 0.45 0.30 25.30
3.8. Huiswerk. Vanaf groep 4 wordt er af en toe huiswerk meegegeven. In groep 4/5 zal het voornamelijk gaan om het inoefenen van de tafels. Groep 6 krijgt zo nu en dan huiswerk voor topografie. Vanaf groep 7 krijgen de leerlingen soms ook Engels, geschiedenis, aardrijkskunde of natuur mee naar huis. Om een goed beeld te krijgen of de behandelde lesstof door de kinderen begrepen en opgenomen is, worden er toetsen gegeven die thuis geleerd kunnen worden. De toetsen worden CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
16
Schoolgids 2013-2014
gemaakt door de leerkracht of het zijn bestaande toetsen behorende bij de methode. De leerstof wordt tijdens de lessen uitgebreid besproken en verwerkt op papier. De leerlingen krijgen de leerstof mee naar huis en hebben een week de tijd om het geheel te leren. Daarbij is het zaak dat de leerstof elke dag even wordt overgelezen. Een neveneffect hierbij is dat de kinderen leren hun werk te plannen. Een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Ouders hebben daarbij een begeleidende rol. Het gaat er hier ook weer om dat de leerlingen leren om met huiswerk om te gaan om de overgang naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen. In groep 6/7/8 houden de kinderen ook een boekbespreking en/of spreekbeurt. Daarnaast wordt er ook een werkstuk gemaakt. Al deze opdrachten worden ook thuis gedaan. Het kan ook voorkomen dat het werk van de weektaak op school niet op tijd af is. In sommige gevallen kan het dan zo zijn dat een kind het werk mee naar huis krijgt om het daar af te maken. 3.9. Project. Wij werken op onze school met methoden, waarin een doorgaande lijn aanwezig is. Dit is voor veel kinderen enorm belangrijk. Daarnaast is er natuurlijk veel ruimte voor eigen inbreng van de kinderen. Eén periode in het jaar werken we aan een project. De kinderen brengen veel mee, maken zelf dingen enz. We laten de methoden even liggen en stellen de inbreng van de kinderen centraal. Het is een drukke, maar leerzame periode. We sluiten het project altijd af door middel van een tentoonstelling of presentatie waarbij iedereen uit het dorp welkom is. 3.10. Zwemmen. Na de afschaffing van de subsidie voor schoolzwemmen in 2005 bieden we als school geen schoolzwemmen meer aan. 3.11. Schoolreisje/ kamp. Elk jaar wordt er een schoolreisje en een schoolkamp georganiseerd. De groepen 1 t/m 6 gaan elk jaar een dag op schoolreisje en groep 7/8 gaat meerdere dagen op schoolkamp. De bestemmingen zijn op dit moment nog niet bekend. 3.12. Excursies. Afhankelijk van het leerprogramma en excursieaanbod, kunnen er uitstapjes georganiseerd worden. Er kunnen excursies plaatsvinden naar bijvoorbeeld de boerderij, een museum, theater e.d. Voor het vervoer worden ouders ingeschakeld. 3.13. Sportmiddag. Aan het einde van het schooljaar wordt er een sportmiddag georganiseerd in samenwerking met de basisschool van Folsgare. Groep 1 t/m 5 doen sportieve spelletjes en de bovenbouwers gaan in een cyclus van 3 jaar zeilen, fierljeppen en kaatsen. 3.14. Avondvierdaagse. Een keer per jaar wordt de avondvierdaagse gelopen. De kinderen kunnen zich hiervoor te zijner tijd opgeven. Vrijwilligers lopen mee. De ouderraad organiseert de aanmelding, samenstelling en de begeleiding van de groepen.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
17
Schoolgids 2013-2014
3.15. Afscheidsfeest en musical groep 8. Aan het einde van het schooljaar is de basisschoolperiode van groep 8 afgelopen. Bij een afscheid hoort feest. In de laatste schoolweek wordt een afscheidsfeest gehouden en, indien mogelijk, een musical opgevoerd. Het team bepaalt met de ouderraad een datum. Het feest wordt, in principe, in school gehouden. De kinderen organiseren hun eigen feest in overleg met de ouderraad en het team. Het programma met alles erop en eraan wordt door de kinderen zelf verzorgd. Om daarvoor geld bijeen te krijgen moet er gewerkt worden. In de maand mei gaan de kinderen van groep 6/7/8 in het dorp ‘heitje voor een karweitje’ doen. Met de opbrengst daarvan wordt het afscheidsfeest bekostigd. 3.16. Sinterklaas. Sinterklaas komt bij de groepen 1 t/m 8 op bezoek. De groepen 1 en 2 vieren na de aankomst van Sint gezamenlijk het sinterklaasfeest. Hierbij zijn de ouders welkom. De groepen 3 t/m 8 vieren in hun eigen klas het Sinterklaasfeest. 3.17. Kerst. Ieder jaar vieren alle groepen van de basisschool het kerstfeest samen met ouders, team en belangstellenden in de laatste week voor de kerstvakantie. De exacte datum wordt te zijner tijd bekend gemaakt via de nieuwsbrief en is te vinden op de kalender.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
18
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 4: De leerlingen. 4.1. Aanmelding. Kinderen mogen direct als ze 4 jaar zijn geworden naar de basisschool. Om jonge kinderen te laten wennen, kunnen ze voor ze jarig zijn 5 dagdelen naar school. 4.2. De opvang van nieuwe leerlingen in de school. Vanuit verschillende situaties kunnen kinderen op onze school geplaatst worden. A. Ouders, binnen het dorp of streek, willen hun kind op school plaatsen B. Een gezin met kinderen komt in ons dorp of streek wonen en wil hun kind(eren) bij ons op school plaatsen. 4.2.1. Situatie A: 1. Ouders nemen contact op met de school. De leerkracht van groep 1/2, maakt een afspraak voor een huisbezoekje om kennis te maken met ouders en kind. 2. Tijdens het huisbezoek worden afspraken gemaakt om het kind een aantal keren op school te laten komen, om te wennen en wanneer het kind definitief wordt geplaatst. 3. Wanneer het kind voor de eerste keer op school komt, zijn de ouder(s)/ verzorger(s) daarbij ook uitgenodigd. Halverwege deze ochtend volgt, wanneer het een eerste kennismaking met de school betreft, een gesprek met de schoolleider. De nodige informatie wordt dan verstrekt. Er is dan ook gelegenheid om kennis te maken met het personeel, de school te bezichtigen en voor het stellen van vragen. 4. Na de gewenningsperiode wordt het kind definitief geplaatst. 4.2.2. Situatie B: Wanneer ouders met een gezin binnen ons dorp of onze streek komen wonen, worden ze indien er sprake is van schoolgaande kinderen benaderd door de directeur. Bij deze eerste kennismaking worden de ouders attent gemaakt op de schoolgids van CBS East-Kime/Bernegea. Ouders worden dan met de schoolgaande kinderen uitgenodigd voor een kennismaking met de school. Onze voorkeur gaat er naar uit om dit tijdens de schooluren te doen, om een goed beeld van de school te krijgen en van de klas waarin het kind eventueel geplaatst wordt. Tijdens deze kennismaking worden verdere vervolgafspraken gemaakt. 4.3. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. Het dagelijks werk van de leerlingen wordt elke dag nagekeken. Bij bepaalde vakken mogen de kinderen ook zelf nakijken. Uiteraard houdt de leerkracht een oogje in het zeil. Eventuele fouten worden aangestreept en indien nodig met de kinderen besproken. Op verschillende onderdelen ontvangen de kinderen een cijfer voor hun werk. In hogere groepen gebeurt dit bij meer onderdelen dan in de lagere groepen. De leerkracht noteert de cijfers in de groepsmap en/of in het administratieprogramma Parnassys. Om de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen volgen worden er op gezette tijden in alle groepen toetsen afgenomen. Er wordt getoetst met methodegebonden toetsen voor de vakken: taal, spelling, (begrijpend) lezen, rekenen, Engels. Daarnaast worden methode-onafhankelijke toetsen gebruikt voor: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. De uitslagen van deze toetsen worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem van het CITO. We kunnen door deze registratie onze school vergelijken met landelijke scores. Hieruit kunnen op school- en groepsniveau conclusies getrokken worden die betrekking hebben op de aanbieding van de leerstof en de gebruikte methodes. Het belangrijkste is echter om door registratie van toetsresultaten de ontwikkeling van elk kind te bewaken. Door regelmatige toetsing kunnen achterstanden op tijd gesignaleerd worden en kan er binnen of eventueel buiten de klas extra hulp geboden worden.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
19
Schoolgids 2013-2014
Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt gebruik gemaakt van SCOL (Sociale Competentie Observatielijst). Deze wordt twee keer per jaar door de leerkracht ingevuld en daarnaast vullen de kinderen van groep 6/7/8 ook zelf nog een lijst in. Tenslotte wordt er halverwege groep 6 de Tussentest afgenomen en in groep 8 de Cito-eindtoets. Op gezette tijden observeert de groepsleerkracht de groep en maakt hiervan aantekeningen in de groepsmap. Iedere groep heeft een groepsmap waar de leerkracht scores, toetsresultaten, observaties en andere zaken van de leerlingen noteert per kind. De algemene personalia van de kinderen staan in de computer welke door de schoolleiding wordt beheerd. Van de leerlingen die extra zorg ontvangen is een apart dossier. Aan het eind van iedere maand bekijkt de intern begeleider (IB) de toetsresultaten en bespreekt opvallende resultaten met de groepsleerkracht. De IB-er heeft tevens 5 keer per jaar contact met de andere IB-ers van de stichting. Een intern begeleider is een leerkracht die coördineert welke leerlingen extra zorg nodig hebben. Iedere groep wordt 6 keer per jaar besproken, waarbij iedere bouw vertegenwoordigd is. De ontwikkeling van alle leerlingen wordt dan kort besproken. Het welbevinden en de leervorderingen van de leerlingen worden met de ouders besproken tijdens de vijftienminutengesprekken. 4.4. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. Onderstaande uitleg van de speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften bij ons op school, is een samenvatting van ons beleidsstuk ‘Zorg en begeleiding’. Dit beleidsstuk is in zijn geheel op school in te zien. 4.4.1. De zorgleerling. De ontwikkeling van de leerlingen wordt nauwkeurig gevolgd. Dit gebeurt met behulp van observaties, het leerlingvolgsysteem (LVS) van Cito en de methodegebonden toetsen. De sociaalemotionele ontwikkeling wordt bijgehouden met behulp van het programma SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst). In groep 1 en 2 is een leerling een zorgleerling als het resultaat op de Citotoetsen een C, D of een E is. Ook is het een zorgleerling als er een indicatie van de PCL is. Alsmede wanneer stoornissen als AD(H)D, PDD-nos, dyslexie e.d. zijn vastgesteld. In groep 3 t/m halverwege groep 6 is een leerling een zorgleerling als het resultaat op de Citotoetsen een D of een E is, of bij opvallende schommelingen in de resultaten. Onder zorgleerlingen vallen ook kinderen met een indicatie van de PCL, alsmede wanneer stoornissen als AD(H)D, PDD-nos, dyslexie e.d. zijn vastgesteld. Vanaf het moment dat er een uitstroomperspectief voor een leerling is vastgesteld (halverwege groep 6) bekijken we iedere keer of de resultaten van de leerling voldoen aan het verwachte uitstroomperspectief. Dit betekent dat een D of E-score van een leerling met een VMBO uitstroomperspectief niet zorgelijk is. Immers de leerling ontwikkelt zich volgens het vastgestelde uitstroomperspectief. Een C-score voor een leerling met Havo/VWO uitstroomperspectief kan echter wel betekenen dat hier extra hulp nodig is. Ieder resultaat wordt getoetst aan het uitstroomperspectief. Alle leerlingen met een sterk afwijkend scorepatroon, komen ook in aanmerking voor extra zorg. Voor alle groepen geldt dat ook kinderen met sociaal-emotionele en/of gedragsproblemen onder de zorgleerlingen vallen.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
20
Schoolgids 2013-2014
4.4.2. De zorgstructuur. 4.4.2.1. De stappen. Stap 1; Signaleren en diagnosticeren. De leerkracht beoordeelt een leerling met behulp van: • Observatie. • Methodegebonden toetsen. • Leerlingvolgsysteem (Cito). • Voor het vroegtijdig signaleren van dyslexie hanteren we het ‘Stappenplan dyslexie’ Valt een leerling op door resultaten en/of gedrag (zie definitie zorgleerling), zoekt de leerkracht contact met de IB-er in de vorm van een gesprek en kunnen de volgende stappen ondernomen worden: • Analyse van de toetsen. • Aanvullende toetsen/observaties afnemen. • Doornemen van leerlinggegevens. • Gesprek met de vorige leerkracht. • Contact met ouders opnemen. • Werkwijze aanpassen. De leerkracht kan zijn aanpak richting leerling wijzigen of de leerling handvatten geven om het werk anders aan te pakken. Bijvoorbeeld door meer gestructureerd te gaan werken. Stap 2; Hulp binnen/buiten de groep. Aan de hand van de gekozen mogelijkheden uit stap 1, wordt binnen of buiten de groep extra hulp aangeboden aan een leerling. De leerkracht maakt tijdens de evaluatie (na ongeveer 6 weken) de keus of de geboden hulp het gewenste resultaat heeft en een leerling geen extra hulp meer nodig heeft of dat de leerkracht verder stappen neemt. Hierbij zijn meerdere mogelijkheden te bedenken: • Extra hulp bijstellen en hiermee doorgaan. • Adviesgesprek met de IB-er. • Signaalbrief opstellen. Stap 3; Signaalbrief. Bereikt de leerkracht met de geboden hulp niet het gewenste resultaat (inlopen van achterstand en/of verandering in het gedrag), dan kan er een signaalbrief door de leerkracht ingevuld worden. Deze signaalbrief is bedoeld voor de IB-er en wordt ingebracht bij de leerlingbespreking. Stap 4; De leerlingbespreking. Leerlingbesprekingen vinden minstens 6 keer per jaar plaats. Ze worden aan het begin van het schooljaar, in overleg tussen de schoolleider en de IB-er, gepland. Tijdens deze vergaderingen zijn alle groepen vertegenwoordigd. Stap 5; Het handelingsplan (HP). Uit de leerlingbespreking kan voren komen dat een leerling gestructureerd extra aandacht nodig heeft. Dit gebeurt aan de hand van een HP. Stap 6; Externe hulp. Als leerlingen een achterstand en/of veranderen van gedrag binnen de mogelijkheden die we op school kunnen bieden, niet kunnen inhalen/veranderen, kan er overwogen worden om externe hulp in te schakelen. CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
21
Schoolgids 2013-2014
Stap 7; Verwijzing. Via het zorgteam kan een verwijzing naar het speciaal onderwijs worden gegeven. De ouders moeten hiermee instemmen. 4.4.2.2. Schematische weergave van de zorgstructuur: Signaleren en diagnosticeren ↓ Hulp binnen/buiten de groep ↓ ↓ Bij succesvolle hulp gaan we net zolang door Bij onvoldoende succes, wordt een signaalbrief tot deze overbodig is ingevuld ↓ Leerlingbespreking ↓ Handelingsplan ↓ ↓ ↓ Na 6 weken wordt het HP Na 6 weken wordt het HP Inschakeling zorgteam geëvalueerd en afgesloten geëvalueerd en voortgezet (eventueel met een psychologisch onderzoek) ↓ ↓ Opstarten van externe hulp Verwijzing 4.5. Schoolontwikkeling. Ieder schooljaar wordt er door de IB-er tweemaal een trendanalyse gemaakt. Met behulp van een trendanalyses worden de toetsresultaten over een langere termijn in kaart gebracht. Op deze manier kunnen wij snel inspringen op een stagnerende ontwikkeling zowel per vakgebied als op groeps- en/of schoolniveau. 4.6. Het uitstroomperspectief. Tijdens de rapportgesprekken van januari/februari wordt met de ouders van groep 6 het uitstroomperspectief van hun kind besproken. Dat betekent dat wij op dat moment een indicatie geven van wat de verwachte uitstroom aan het eind van groep 8 zal zijn. We gaan uit van drie mogelijke uitstroomperspectieven: • Havo/VWO • VMBO • VMBO met Lwoo Bij het bepalen van het uitstroomperspectief kijken we naar de ontwikkeling van het kind op het gebied van rekenen, spelling, begrijpend lezen en taal. We maken hiervoor gebruik van de toetsgegevens uit het Cito LVS. Voor de toetsresultaten geldt dat: A score = VWO B score = Havo C score = VMBO G/T D score = VMBO B/K (eventueel met LWOO) E score = VMBO met LWOO of Praktijkonderwijs
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
22
Schoolgids 2013-2014
Voor de beoordeling van het Cito LVS kijken we naar de resultaten van de afgelopen drie jaar. Hier komt vaak al een heel duidelijk beeld uit naar voren. Daarnaast nemen we in november de ‘Tussentest’ van Boom uitgevers af. Deze capaciteitentoets laat zien wat de mogelijkheden/capaciteiten van een leerling zijn. Aan de hand van de resultaten uit het Cito LVS, de Tussentest en andere belangrijke zaken als werkhouding, inzet, zelfstandigheid, concentratie en doorzettingsvermogen wordt het uitstroomperspectief bepaald. Het uitstroomperspectief wordt door de leerkracht(en) van groep 6 bepaald en vervolgens op een leerlingbespreking ingebracht en hier definitief vastgesteld. Bij twijfel wordt een leerling besproken. Let wel: Het uitstroomperspectief is niet per definitie al het advies voor het voortgezet onderwijs. Immers een kind kan zich, ook in groep 6/7/8 nog verder ontwikkelen. Is er sprake van een positieve ontwikkeling of als een ontwikkeling onverhoopt stagneert, dan kan het uitstroomperspectief aangepast worden. Daarom is het van belang dat bij alle volgende (rapport)gesprekken de huidige resultaten afgezet worden tegen het gegeven uitstroomperspectief. 4.7. De overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. In groep acht van de basisschool moeten de kinderen met hun ouders een keuze maken voor het voortgezet onderwijs. Op de basisschool komen de uitnodigingen voor open dagen van het voortgezet onderwijs binnen en worden in de klas behandeld. Er wordt uitleg gegeven over de verschillende soorten van voortgezet onderwijs. Bovendien wordt de nodige informatie meegegeven. De kinderen worden ook gewezen op de doedagen. Wij adviseren de kinderen om deze dagen als het mogelijk is, in hun vrije tijd te bezoeken. Wij doen dit om lesverzuim zoveel mogelijk te voorkomen. Wij gaan op onze school niet in groepsverband het voortgezet onderwijs bezoeken. Wij vinden dit een eerste verantwoordelijkheid van de ouders en bovendien maken dan ook de ouders kennis met de scholen voor voortgezet onderwijs. 4.8. Advies voortgezet onderwijs/Friese plaatsingswijzer. Tot vorig schooljaar (2011- 2012) was de uitkomst van de eindtoets in groep 8, samen met de bevindingen rond de werkhouding en sociaal- emotionele ontwikkeling, in hoge mate bepalend voor de plaatsing van uw kind op het voortgezet onderwijs. Met ingang van schooljaar 20122013 is de procedure rond de schoolkeuze- advisering veranderd. Het Primair en Voortgezet Onderwijs in Friesland hebben samen een instrument ontwikkeld om de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs te baseren op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de school. Dit is de Friese plaatsingswijzer geworden. Dit betekent dat niet de uitslag van de eindtoets bepalend is, maar de toetsuitslagen van uw kind over de laatste 3 jaren. De resultaten uit het leerlingvolgsysteem van de groepen 6, 7 en 8 vormen de basis voor het schoolkeuze advies. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van uw kind bij begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, technisch lezen en spelling (waarbij de eerste twee onderdelen hierbij het zwaarst mee wegen). Per onderwijsniveau zijn er vier profielen waarop een leerling kan worden aangemeld. Dit heeft ermee te maken, dat een leerling niet altijd voldoet aan de eisen, die nodig zijn voor het betreffende onderwijsniveau. De vier profielen staan beschreven op www.frieseplaatsingswijzer.nl De scholen van Palludara blijven nog wel de eindtoets van CITO afnemen. Deze eindtoets krijgt de status van een ‘second opinion’ en wordt gebruikt als aanvullende onderbouwing bij advies en
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
23
Schoolgids 2013-2014
plaatsing. De plaatsingswijzer werkt met een nieuw digitaal instrument. Inmiddels zijn onze collega’s van groep 8 geschoold om hiermee te werken. 4.9. Plusbus. Stichting Palludara vindt dat elk kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling. Dit betekent dat we leerlingen aanspreken op een bij hen passend niveau. Het moet aansluiten bij zijn of haar mogelijkheden, specifieke leereigenschappen, interesses en behoeftes op cognitief, sociaal en emotioneel gebied. De hoogbegaafde leerlingen bieden we in een aparte klas meer uitdaging: de plusbus. Het is van belang dat hoogbegaafde kinderen een aanbod te krijgen dat ten opzichte van het reguliere aanbod van de school rijk of breed genoemd kan worden. De hoofddoelen van de plusbus zijn: • het kind op zijn niveau uitdagen en stimuleren door het juiste cognitieve leermateriaal aan te bieden; • het kind leren het eigen leerproces aan te sturen (leren om op een goede manier te leren). Met bovenstaande doelen worden de leerlingen in staat gesteld het beste uit zichzelf te halen door met en van elkaar te leren en zich in brede zin te ontwikkelen. Aandachtsgebieden binnen de plusbus zijn: • leren hoe te leren; • vergaren van leergerichte kennis; • ontwikkelen van een houding om kritisch en creatief denken in te zetten in de eigen leerontwikkeling; • leren keuzes te maken en beslissingen te nemen; • leren om activiteiten te plannen; • leren jezelf te evalueren en te testen; • leren plannen van het doorgeven van inhoud, proces en product; • ontwikkelen van een houding om nieuwe projecten te ontwikkelen om te blijven leren; • leren samenwerken en overleggen; • leren filosoferen. Meer informatie over de plusbus is op school te verkrijgen. 4.10. Passend onderwijs. In augustus 2014 gaat de wet op Passend Onderwijs in. Uitgangspunt daarbij is dat alle kinderen recht hebben op een passende onderwijsplek, ook als zij door een handicap of gedragsproblemen extra ondersteuning nodig hebben. Dat kan een plek zijn in het speciaal onderwijs, of met extra begeleiding op een gewone school. Als een leerling een extra ondersteuningsbehoefte heeft, zal de reguliere school bekijken in hoeverre er adequate zorg geboden kan worden (door te toetsen aan het opgestelde schoolzorgprofiel). Afhankelijk hiervan kan een leerling wel of niet worden toegelaten op de reguliere school. Mocht de school geen passende plek kunnen bieden dan behoudt de school wel de ‘zorgplicht’ (zie volgende kopje). Dit verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan alle leerlingen, ook aan die leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. 4.10.1. Samenwerkingsverbanden in de regio. Scholen in de regio Fryslân gaan samenwerken, in een samenwerkingsverband (PO2101), om leerlingen een passende plek in het onderwijs te bieden. Het samenwerkingsverband bestaat uit CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
24
Schoolgids 2013-2014
alle reguliere scholen in de regio, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs die vallen onder cluster 3 en 4. 4.10.2.Zorgplicht. De school krijgt een zorgplicht wat inhoudt dat een school een leerling niet zomaar kan weigeren of verwijderen. De school is verplicht om een kind dat wordt aangemeld bij de school of op de school zit, onderwijs te bieden óf een passende plek te vinden op een andere school. Niet elke gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Kan een school geen passend onderwijs geven, dan wordt binnen het samenwerkingsverband een andere school gezocht die dit wel biedt. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs kan bieden. Er zal bij de intake van een leerling worden nagegaan of daadwerkelijke plaatsing op onze school mogelijk is. We willen nagaan in welke mate de leerling hulp nodig heeft, hiervoor wordt relevante informatie verzameld en bestudeerd. Ook willen we een inventarisatie maken van de hulpvragen van het kind, welke worden beoordeeld in relatie met visie en mogelijkheden in brede zin van onze school om een passend onderwijsaanbod te realiseren.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
25
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 5: De leraren. 5.1. Vervanging. Op onze school werken op dit moment zeven personeelsleden. Een aantal daarvan werkt parttime. Er zijn momenten waarop vervanging nodig is. Dit kan zijn bij: ziekte, arbeidstijdverkorting, buitengewoon verlof of scholing. Wij proberen, om zo weinig mogelijk verschillende leerkrachten voor de groep te krijgen, deze vervanging te laten doen door ons eigen personeel. Mocht dit niet lukken, dan zoeken wij een invalleerkracht uit de invalpool van Stichting Palludara. 5.2. Stagiaires. Af en toe zijn bij ons studenten op school van Stenden Hogeschool Leeuwarden. In overleg met de student wordt bepaald in welke groepen stage wordt gelopen. De betreffende groepsleerkracht is op dat moment de verantwoordelijke persoon met betrekking tot de student en de Hoge School. In overleg met de student wordt een stageprogramma gemaakt. Om de student veel ervaring op te laten doen geven wij enige ruimte. De betreffende groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het jaarprogramma van die groepen. De stage mag het programma niet zo doorkruisen dat de gestelde doelen van onze school en groepen niet gehaald worden. 5.3. Scholing. We zijn als team van mening dat het goed en noodzakelijk is om met enige regelmaat geschoold te worden. Het afgelopen schooljaar hebben wij ons verdiept in klassenmanagement, klassenorganisatie en het aanscherpen van de instructievaardigheden van de leerkrachten. Schooljaar 2013-2014 gaan we ons als team scholen in de Kanjertraining.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
26
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 6: De ouders. 6.1. Het belang van de betrokkenheid van de ouders. Als ouderraad, medezeggenschapsraad en team vinden wij de betrokkenheid van de ouders enorm belangrijk. Wij informeren u over belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij stellen het op prijs als u ons op de hoogte houdt van belangrijke gebeurtenissen thuis. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind. Van uw vragen en opmerkingen kunnen wij leren en indien nodig kunnen wij wat aan eventuele problemen doen. Wij willen samen school zijn, als personeel, ouders en leerlingen. Loop daarom gerust eens binnen. Ook doen wij als school een beroep op ouders om aan activiteiten mee te doen. 6.2. Contact school en ouders. Regelmatig vindt er contact plaats tussen de school en u als ouder. Dit contact is zowel mondeling als schriftelijk. De volgende manieren van communicatie komen zoal voor: -De ‘East-Kime’ nieuwsbrief, of losse briefjes met mededelingen en dergelijke die aan de kinderen meegegeven worden (schoolreisje, schoolarts, fotograaf). -De schoolkrant ‘De Berneboel’ die 4x per jaar verschijnt. Deze krant is helemaal gemaakt door de kinderen zelf. -Dorpskrantje ‘Kontakt’ waarin af en toe aankondigingen e.d. staan. -Huisbezoeken. Bij aanmelding worden de kinderen thuis bezocht door de juf van groep 1. In midden- en bovenbouw zijn de huisbezoeken facultatief. -De jaarlijkse ouderavond. -Ouderinformatie-/voorlichtingsavond waarop verschillende onderwijsaspecten worden toegelicht. -Kijk- en/of spreekavonden, waarop u gedurende 15 minuten met de leerkracht van uw kind kunt spreken over de ontwikkelingen van uw kind(eren). In verband met de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs zijn er voor groep 8 in januari/februari op school 20 minuten gesprekken. -Rapport. Het rapport geeft informatie d.m.v. woorden en cijfers en wordt 2x per jaar uitgereikt. Naast bovenstaande contacten kunt u natuurlijk ook altijd zelf aangeven wanneer u een gesprek wenst met een ouderraadslid, MR-lid, teamlid of schoolleider. 6.3. Ouderraad (OR). Aan elke school is een ouderraad verbonden, die door het bestuur wordt ingesteld. Met de instelling van de ouderraad wordt beoogd de betrokkenheid van de ouders bij de dagelijkse gang van zaken te vergroten en wel op een zodanige wijze dat de relatie tussen ouders, personeel van de school, bestuur en medezeggenschapsraad onderling leidt tot het optimaal functioneren van de school en het onderwijs. Taken van de ouderraad a. De ouderraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de schooldirecteur over alle zaken die de school aangaan. b. De ouderraad geeft relevante signalen die zij ontvangt uit de achterban af aan de schooldirecteur. c. De ouderraad verleent in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de schooldirecteur medewerking aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. d. De ouderraad geeft uitvoering aan het besteden van gepaste aandacht aan indiensttreding, jubilea, vertrek etc. van personeelsleden van de betreffende school.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
27
Schoolgids 2013-2014
6.4. Medezeggenschapsraad (MR). Elke school is verplicht om een medezeggenschapsraad in te stellen. De MR bestaat uit twee geledingen. De personeels- en oudergeleding. De geledingen moeten beide even groot zijn. De MR komt op voor de belangen van de personeelsleden, ouders en de leerlingen. Daarnaast voert de MR overleg over het beleid en het functioneren van de school. De raad brengt jaarlijks een verslag uit en heeft regelmatig contact met de ouderraad. Om deze taken te vervullen heeft de raad een aantal bevoegdheden, nl. initiatiefrecht, adviesrecht en instemmingsrecht. In het MRreglement staat welke informatie het bevoegd gezag wanneer aan de raad moet verstrekken. Ook staat er beschreven op welke terreinen de raad instemmings- of adviesrecht heeft. De MR kan het schoolbeleid niet dicteren. Elk jaar wordt er tijdens een ouderavond een verkiezing gehouden voor een deel van de raad, zodat er altijd een aantal MR-leden blijft zitten. De nieuwe kandidaten kunnen zich bij de schoolraad aanmelden of worden persoonlijk benaderd. De zittingsduur van de MR-leden is 3 jaar. Leden van de vereniging wordt de mogelijkheid geboden tegenkandidaten of zichzelf tot één uur voor de verkiezing voor te dragen. 6.5. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Aan stichting Palludara is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt door de medezeggenschapsraden uit de personeelsleden en de ouders gekozen volgens de bepalingen van het reglement GMR. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit 8 leden van wie 4 leden uit het personeel worden gekozen en 4 leden uit de ouders worden gekozen. 6.6. Klachtenregeling. Op alle scholen van Stichting Palludara wordt gebruik gemaakt van dezelfde klachtenregeling. Deze regeling ligt op alle scholen ter inzage. De stichting heeft twee vertrouwenspersonen en elke school één contactpersoon. Ook de zogenaamde contactpersoon is in het bezit van de gehanteerde klachtenregeling. De rol van de contactpersoon is om aan te geven hoe u het beste kunt handelen ten aanzien van uw klacht. Verder is de stichting aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Niet alle klachten hoeven echter op dat niveau te worden afgehandeld. Als team, ouderraad, medezeggenschapsraad, vrijwilligers en stagiaires streven wij ernaar onze werkzaamheden zo goed mogelijk te verrichten. Mochten er echter toch klachten zijn, dan verzoeken wij u als volgt te handelen:
PROCEDURE: Waar moet u zijn indien u een klacht heeft over zaken die de school betreffen? In de eerste plaats hopen wij, dat u de problemen met de betrokkene zelf bespreekt. Zijn de problemen op dit niveau niet op te lossen, dan kunt u uw beklag doen bij de directeur. Mocht het zo zijn, dat u ook met de directie niet tot een oplossing van uw probleem/klacht komt, dan kunt u zich in verbinding stellen met de contactpersoon van de school. Deze zal u doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon. Stichting Palludara heeft twee personen bereid gevonden deze taak op zich te nemen. De vertrouwenspersonen kunnen de klacht via bemiddeling zelf proberen op te lossen, of u begeleiden bij een verdere procedure. U komt dan mogelijk terecht bij de klachtencommissie. Deze commissie is verplicht volgens onderstaand schema te werken: 1. Mededeling aan (binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht) b. aangeklaagde c. bevoegd gezag CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
28
Schoolgids 2013-2014
2. 3.
Binnen vier weken na ontvangst van de klacht een hoorzitting organiseren Binnen vier weken na de hoorzitting advies uitbrengen aan het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag neemt binnen vier weken na ontvangst van het advies (inclusief reactiemogelijkheid van de aangeklaagde) een besluit en doet mededeling daarvan aan: a. klager b. aangeklaagde c. klachtencommissie d. directie school Wij hopen uiteraard dat eventuele klachten tijdig worden gemeld om te voorkomen dat de situatie escaleert. Alle eventuele klachten zullen serieus en vertrouwelijk worden behandeld. Indien nodig kan de vertrouwenspersoon u helpen een klacht in te dienen bij de landelijke klachtencommissie: Bij de onderwijsinspectie werken vertrouwensinspecteurs waarbij u terecht kunt voor het melden van klachten op het gebied van: -seksuele intimidatie en seksueel misbruik -lichamelijk geweld -grove pesterijen Een vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of bij het doen van aangifte. 6.7. Ouderbijdrage. Jaarlijks zijn er diverse kosten welke door de ouders betaald worden. Wij willen echter het geldverkeer in school zo veel mogelijk beperken. Daarom betalen de ouders per kind een ouderbijdrage. We splitsen de ouderbijdrage voor de verschillende groepen, omdat wat betreft de uitgaven hier nogal wat verschil in zit. De ouderbijdrage omvat uitgaven voor: Sinterklaas, schoolreisje, kamp, Kerst, Pasen en diversen. Hieronder ziet u het overzicht voor de bijdrage van schooljaar 2013-2014. Het bedrag voor ieder kind kan worden betaald in drie termijnen. U krijgt daarover bericht. Sint Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6 Groep 7/8
Kerst € 6,€ 6,-
€ 8,€ 8,€ 8,€ 8,-
Pasen € 4,€ 4,€ 4,€ 4,-
Schoolreis € 16,€ 37,€ 37,€ 40,(kleintje kamp)
Diversen € 6,€ 6,€ 6,€ 6,-
Totaal
€ 40,€ 61,€ 55,€ 58,-
Voor de ouderbijdrage geldt dat deze een vrijwillig karakter heeft. De ouderbijdrage vormt een benadering van de werkelijke kosten. U betaalt niet voor extra investeringen, maar voor activiteiten waarvoor anders afzonderlijk zou moeten worden betaald. Het rekeningnummer van de ouderraad is: 326100075.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
29
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 7: Verzekeringen. De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor gedragingen van de leerlingen. De verantwoordelijkheid voor het handelen en gedragingen van leerlingen ligt, afhankelijk van de leeftijd, bij de ouders van en/of bij de leerling. Wanneer de leerling nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, zijn de ouders aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind. De ouders kunnen zich hiervoor particulier verzekeren. De aansprakelijkheid van leerlingen is secundair meeverzekerd voor activiteiten die plaatsvinden binnen de lesuren of verband houden met activiteiten die in schoolverband worden ondernomen. De particuliere aansprakelijkheidsverzekering gaat voor. Stichting Palludara is voor verschillende zaken verzekerd bij de besturenraad. Voor meer informatie over de meest actuele polisvoorwaarden verwijzen we u naar de website van de besturenraad: www.besturenraad-verzekeringen.nl.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
30
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 8: Kwaliteitszorg. 8.1. Kwaliteit. Een van de doelstellingen van de schoolgids is de ouders te informeren over de kwaliteit van het onderwijs. Wat is nu kwaliteit? Waar en hoe meten we dat? Uiteraard zijn de resultaten per schooljaar en per groep meetbaar en te volgen. Daar baseren wij ook grotendeels de rapportage op. Verder menen wij dat kwaliteit verder gaat dan meten van eindresultaten alleen. De ‘Zorg’, de omgang met, het klimaat en de pedagogisch/didactische uitgangspunten zijn evenzeer wezenlijk voor goed kwalitatief onderwijs. Voor het handhaven en verbeteren van onze kwaliteit, maken we op school gebruik van een kwaliteitszorgbeleid. Hierin geven we aan hoe we kwaliteit meten, evalueren en borgen. Dit alles wordt vorm gegeven middels een cyclisch proces. 8.2. Uitstroomresultaten. Om u een beeld te geven van de uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs, volgen hier de gegevens over de laatste vijf jaar:
Jaar: VMBO B/K
VMBO G/T
Havo
2009 2010 2011 2012 2013
1 leerling 1 leerling
3 leerlingen 3 leerlingen 1 leerling 1 leerling
2 leerlingen
1 leerlingen
1 leerling
VWO
VMBO LWOO
2 leerlingen 1 leerling 3 leerlingen
1 leerling 2 leerlingen 1 leerling
8.3. Schoolontwikkeling. Verder proberen we op onze school op de volgende manieren de onderwijsresultaten voortdurend te verbeteren: -door cursussen. Door her- en bijscholing op vakinhoudelijk en pedagogisch gebied te volgen blijven we op de hoogte van veranderingen in het onderwijs. Het volgen van cursussen resulteert in beter en efficiënter onderwijs. -door middel van het leerlingvolgsysteem. Aan de hand van methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen worden de leerresultaten van leerlingen geregistreerd, zodat we tijdig kunnen inspringen op problemen die zich voor kunnen doen. De intern begeleider coördineert alles omtrent zorgleerlingen. (zie ook hoofdstuk 4) -door remedial teaching (extra hulp) binnen én buiten de groep in te zetten. Hierdoor proberen we zo snel mogelijk achterstanden op te heffen (zie ook hoofdstuk 4). -door regelmatige leerling- en groepsbesprekingen te houden. -door trendanalyses uit te voeren. -door regelmatig methoden te vernieuwen. -door middel van een jaarlijkse kwaliteitsanalyse met behulp van het kernkader van de inspectie. 8.4. Jaarplan en doelen. Mocht uit de verschillende analyses blijken dat een bepaald onderdeel verbeterd dient te worden, dan wordt dit opgenomen in het jaarplan. In dit jaarplan staan verbeterpunten en doelstellingen die we het komend schooljaar willen realiseren. Voor het schooljaar 2012-2013 hadden we de volgende ontwikkelpunten geformuleerd. Cursief staat er bij vermeld of en hoe en of dit gerealiseerd is. 1. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 ligt er beleid ten aanzien van groepsplannen. Het beleid ten aanzien van groepsplannen is vastgelegd in een borgingsdocument. Dit borgingsdocument wordt ieder jaar geëvalueerd en opnieuw vastgesteld.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
31
Schoolgids 2013-2014
2. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 ligt er beleid ten aanzien van thematische wereldoriëntatie voor een periode van 5 jaar. Er is beleid gemaakt ten aanzien van thematische wereldoriëntatie. Dit beleid is geborgd in een borgingsdocument en wordt ieder jaar geëvalueerd en opnieuw vastgesteld. 3. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 ligt er beleid ten aanzien van een kieskast op basis van meervoudige intelligentie. Er is een kieskast gerealiseerd waaruit de leerlingen van groep 3 t/m 8 hun keuzewerk kunnen kiezen. We hebben er wel voor gekozen om hierbij niet meer uit te gaan van de meervoudige intelligentie. 4. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 ligt er een communicatieplan. Dit is niet gerealiseerd en wordt doorgeschoven naar het volgend cursusjaar. 5. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 ligt er een protocol met daarin gemaakte afspraken ten aanzien van het uitdragen van onze christelijke identiteit. Er zijn afspraken gemaakt over het uitdragen van onze christelijke identiteit. De afspraken zijn vastgelegd in een borgingsdocument en worden ieder jaar geëvalueerd en opnieuw vastgesteld. In schooljaar 2013-2014 gaan we de volgende ontwikkelpunten realiseren: 1. Invoering schoolbreed beleid ten aanzien van de onderlinge sociaal-emotionele omgang (Kanjertraining). 2. Verlengen Daltonlicentie voor een periode van 5 jaar. 3. Ontwikkelen schoolcommunicatieplan.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
32
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 9: Overige schoolzaken. 9.1. Schooltijden. Groep 1 t/m 8: dagelijks : 8.30 uur 13.15 uur woensdag: 8.30 uur
- 12.00 uur. - 15.15 uur. - 12.00 uur.
Groep 1/2 heeft op donderdagmiddag en de vrijdagmiddag geen school. En groep 3 is op vrijdagmiddag ook vrij. Afmelden: Kan uw kind(eren) niet op tijd op school zijn door ziekte of een andere reden, geef dit dan zo snel mogelijk door aan de leerkracht. Als wij niets gehoord hebben over de afwezigheid van uw kind(eren), informeren we altijd bij broertjes en/of zusjes of nemen contact met u op. 9.2. Gymnastiek. Groep 1/2 heeft kleutergym in eigen lokaal en één keer per maand (tijdens de techniekmiddag) in het Himsterhûs. Groep 3 gymt met groep 4 en 5 mee op dinsdagmiddag en groep 4 t/m 8 gymt twee keer in de week op dinsdag- en vrijdagmiddag. De gymlessen voor groep 3 t/m 8 worden gegeven in het Himsterhûs. 9.3. Tussenschoolse opvang. Op onze school is de mogelijkheid voor tussenschoolse opvang. Als u uw kind laat overblijven, wilt u natuurlijk dat uw kind in goede handen is en met plezier overblijft. In de overblijfsituatie willen wij aansluiten bij de gewoonten en het pedagogisch klimaat van de school. De kinderen nemen zelf hun eten en drinken mee, hierbij gaan wij uit van gezond eten. Zo nu en dan bieden we iets extra’s zoals tosti’s of soep. De kinderen eten samen, zodat ze tijdens het eten gezellig met elkaar kunnen kletsen. Onze overblijfkrachten proberen dit zo plezierig mogelijk te laten verlopen. Overblijfkrachten zijn vrijwillige medewerkers die onder supervisie werken van de TSO coördinator. De TSO coördinator is in dienst van de Ûle en organiseert het overblijven op meerdere basisscholen. Zij is aanspreekpunt voor u als ouders en de basisschool. Na het eten kunnen de kinderen vrij binnen of buiten te spelen of er wordt een activiteit aangeboden, zoals een spelletje doen of knutselen. De TSO vindt plaats in de middenruimte van de school. Voor prijzen en verdere informatie verwijzen we u naar de website van de stichting: www.de-ule.nl en ook via onze eigen website kunt u meer informatie vinden. 9.4. Vakantierooster. Herfst 19 oktober t/m 27 oktober 2013 Kerst 21 december 2013 t/m 5 januari 2014 Voorjaar 22 februari t/m 2 maart 2014 Pasen 18 t/m 21 april 2014 Mei 26 april t/m 5 mei 2014 Hemelvaart 29 t/m 30 mei 2014 Pinksteren 9 juni 2014 Zomer 5 juli t/m 17 augustus 2014 Studiedag Studiedag Studiedag stichting
maandag 28 oktober 2013 dinsdag 29 oktober 2013 woensdag 12 maart 2014
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
33
Schoolgids 2013-2014
9.5. Verlof /ziekte. De gemeente heeft er bij ons op aangedrongen om een actiever leerplichtbeleid te gaan voeren. Daarbij moeten wij er van uitgaan dat slechts in uitzonderingsgevallen toegestaan kan worden uw kinderen niet naar school te laten gaan. Enkele van de ‘gewichtige omstandigheden’ zijn in de wet als volgt omschreven: - als de school gesloten is; - als bezoek aan de school verboden is; - als de leerling wegens ziekte verhinderd is de school te bezoeken; - als de leerling wegens de vervulling van godsdienstverplichtingen verhinderd is de school te bezoeken. Daarnaast wordt in de wet gesproken over ‘andere gewichtige omstandigheden’. Het college van B&W moet toezicht houden op een goede uitvoering van de leerplicht. Daarom hebben ze hiervoor regels opgesteld. Ouders kunnen een verzoek voor extra verlof indienen wanneer een van de volgende omstandigheden zich voordoet: 1. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, een en ander voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; 2. bij verhuizing; 3. bij huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; 4. bij overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; 5. bij ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; 6. bij bevalling van de moeder, verzorgster of voogdes; 7. bij 12 ½, 25, 40, 50, 60 jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; 8. indien de specifieke aard van het beroep dit met zich meebrengt; 9. vakantie buiten schoolvakanties bij (kleine) zelfstandigen. Mogelijk kan het zo geregeld worden, dat het het ene jaar wel en het andere niet wordt toegestaan, al dan niet in combinatie met een roulatiesysteem met collegae; 10. bij het bezoeken van familie in een ander werelddeel, tenzij dit regelmatig (jaarlijks) gebeurt; 11. bij dorpsfeesten, indien alle schoolgaande kinderen in hetzelfde dorp vrijaf hebben; 12. voor omstandigheden die niet onder bovengenoemde punten vallen kan, in overleg met de schoolleiding, maximaal 1 dag per schooljaar vrij gegeven worden. (aanvraag indien mogelijk 1 maand van tevoren.); 13. bij andere dan hierboven genoemde omstandigheden in zeer bijzondere gevallen. Voor het aanvragen voor verlof vallend onder punt 12 zijn op school formulieren beschikbaar. Wij vragen u vriendelijk om deze formulieren vóór het gewenste verlof in te vullen en te retourneren. Voor het geven van verlof voor meer dan 10 dagen (over het hele schooljaar) heeft u de goedkeuring van de leerplichtambtenaar in de schoolgemeente nodig. De school wijst u er op dat wanneer ouders hun kinderen ongeoorloofd van school houden de leerplichtambtenaar van de gemeente daarvan in kennis wordt gesteld. 9.6. Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen. Ouders hebben de mogelijkheid voor hun kinderen tussen verschillende scholen te kiezen en zij maken die keuze vaak welbewust. Daarbij kunnen zich situaties voordoen waarbij de school de keuze van de ouders niet honoreert en een aangemelde leerling niet toelaat of, in het geval van het speciaal onderwijs, niet kan toelaten. Dat kan aanleiding zijn tot heftige conflicten die soms zelfs voor de rechter worden uitgevochten. Soms ook ziet het bestuur zich genoodzaakt een leerling te schorsen en/of van school te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
34
Schoolgids 2013-2014
bestuur of de schoolleider bij ernstig wangedrag van een leerling direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld mishandeling zijn, diefstal of het herhaald negeren van schoolregels. Verwijdering is een maatregel die genomen wordt als het bestuur concludeert dat het wangedrag dusdanig ernstig is dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is. Een beslissing tot niet toelaten, schorsing of verwijdering moet met de uiterste zorgvuldigheid worden genomen. Voor de aanname van leerlingen is een procedure vastgesteld, die op de school aanwezig is. Datzelfde geldt ook voor de procedures voor schorsing en verwijdering. Al deze procedures zijn vastgesteld op basis van de wettelijke vereisten hiervoor. 9.7.Meldcode. Als leerkracht, intern begeleider of directeur kunnen we te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Vanaf 1 juli 2013 zijn we als beroepskrachten verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. De meldcode beschrijft in vijf stappen wat we moeten doen bij vermoedens van geweld. We volgend dit stappenplan volgen als wij vermoeden dat de thuissituatie van een kind onveilig is. Bij stichting Palludara werken we vanaf juli 2013 met de meldcode omdat we het belangrijk vinden dat we met elkaar alert zijn en goed kunnen handelen in geval van een onveilige thuissituatie van een kind. 9.8. Verwijsindex. Er zijn in Fryslân veel organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet goed wie hulp verleent aan welk kind of gezin. Stel het consultatiebureauteam, de school of de schoolmaatschappelijk werkster maakt zich zorgen over uw kind. Hij/zij gaat in overleg met u. Dit kan leiden tot het afgeven van een signaal in de verwijsindex. Dit houdt in dat de beroepskracht van de instelling zijn naam koppelt aan die van uw kind. Zo laat hij aan andere instellingen zien dat hij betrokken is bij uw kind. Geeft een beroepskracht van een andere instelling ook een signaal af over uw kind, dan worden deze beroepskrachten aan elkaar gekoppeld in een match. Zij bespreken dan samen met u hoe ze uw kind het beste kunnen helpen. De betrokken beroepskrachten kunnen elkaar nu sneller vinden en zo beter hun aanpak op uw kind afstemmen. De verwijsindex, is alleen toegankelijk voor beroepskrachten die via hun instelling bevoegd zijn om een signaal af te geven over een kind waarover ze zich zorgen maken. 9.9. Schoolmaatschappelijk werk. Onze school beschikt over een schoolmaatschappelijk werker, Minne Aartsma. U kunt hem benaderen voor verschillende zaken. Als u vragen heeft over de opvoeding van uw kind, instanties, scheiding en een kind, werkloosheid enz. kunt u bij hem terecht. De gesprekken zijn gratis en u kunt hem bij voorkeur benaderen via de leerkracht van uw kind. Het is ook mogelijk om hem zelf te bellen via 06-52630943 of via
[email protected]. Er zijn geen kosten verbonden aan het schoolmaatschappelijk werk. 9.10. Jeugdgezondheidszorg. Op de basisschool wordt uw kind door deskundigen van de GGD Fryslân onderzocht. Dit wordt gedaan in de volgende groepen: groep 2 : volledig onderzoek. CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
35
Schoolgids 2013-2014
groep 7 : volledig onderzoek. Het volledig onderzoek van uw kind omvat: * een algemeen onderzoek naar hart, longen, rug, houding enz.. * onderzoek van ogen en oren. * onderzoek van lichamelijke ontwikkeling, zoals lengtegroei, gewicht en rijping. * enkele vragen over de algemene ontwikkeling (Hoe gaat het op school? Hoe gaat het met het slapen? Hoe gaat het thuis?) Mogelijke problemen hierin worden met de ouders besproken. * advies over sportbeoefening en andere vrijetijdsbesteding. 9.11. Projectgeld. Het is niet nodig dat de kinderen nog iedere week projectgeld mee naar school nemen. In plaats wekelijks geld mee te nemen gaan we per schooljaar minimaal één keer een grootschalige actie voor het goede doel houden. Afgelopen schooljaar hebben we meegedaan met de Schoenendoosactie en in het voorjaar is er een Fancy Fair georganiseerd. Welke actie we dit jaar gaan organiseren en voor welk goed doel wordt te zijner tijd bekend gemaakt.
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
36
Schoolgids 2013-2014
Hoofdstuk 10: Namen en adressen. Bevoegd gezag: Stichting Palludara Directeur bestuurder: Dhr. JJ Fortuin Postbus 36 8650 AA IJLST Bezoekadres: Roodhemsterweg 7, 8651 CV in IJlst Telefoon: 0515-531826 e-mail:
[email protected] Raad van toezicht stichting Palludara: De heer H. Kox (voorzitter) De heer A. Bootsma Mevrouw M. Hehenkamp De heer D. Hoekstra De heer W. Hoen De heer J. Visser Mevrouw de Boer - Folkertsma De ouderraad van CBS East-Kime/Bernegea bestaat uit: Hiltsje Klein Swormink Bouke Sikma Ynskje Kroes René Sybrandy Karen Keuning De medezeggenschapsraad van CBS East-Kime/Bernegea bestaat uit: Jantine Reijenga Grytsje Koopmans-Heeres Margaretha Tuitman (ouder) Hielkje de Witte (ouder) Personeel: Jan Jacob Koornstra Tineke Pheifer Grytsje Koopmans-Heeres Tjitske Hylkema Jantine Reijenga Eva Strödter Sief Bekking Fimmy de Jong Andere belangrijke adressen: Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie tel.: 0800-8051
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool
37
Schoolgids 2013-2014
Basisgezondheidsdienst (GGD Fryslan): Schoolarts Erenst Uitentuis tel.: 088-2299496 Logopediste: Mevr. D. Bosscha (tel. Spreekuur di. 16.00 uur – 17.00 uur) Stationsstraat 5a 8601 GB Sneek tel.: 0515-489555 Arbo-Anders: Albert Einsteinweg 4a 8501 XE Joure 0513-657427 Contactpersoon CBS East-Kime/Bernegea : Dhr. R. Tuitman De Cingel 3 8618 NK Oosthem 0515-531303 Landelijke klachtencommissie PO/ VO: Onderwijsgeschillen Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, tel. 030-2809590 email: info@onderwijsgeschillen Vertrouwensinspecteur: Tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer: 0900-1113111
CBS East-Kime/Bernegea - Daltonschool