BRL 1 februari 2011
Beoordelingsrichtlijn betreffende het productcertificaat voor het GASKEUR label SV (Schone Verbranding): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Voorwoord Deze beoordelingsrichtlijn is vastgesteld door het College van Deskundigen Energie Prestatie Keur van Kiwa, waarin belanghebbende partijen op het gebied van levering, installatie en gebruik zijn vertegenwoordigd. Dit college begeleidt ook de uitvoering van certificatie en stelt zonodig deze beoordelingsrichtlijn bij. Waar in deze beoordelingsrichtlijn sprake is van “College van Deskundigen” is daarmee bovengenoemd college bedoeld. Deze beoordelingsrichtlijn zal door Kiwa worden gehanteerd in samenhang met het “Kiwa Reglement voor Productcertificatie”. Deze beoordelingsrichtlijn is geschreven in het kader van certificering ten behoeve van de GASKEUR toestellabeling. Deze certificering is vrijwillig en aanvullend, hetgeen inhoudt dat het label noch verplicht is voor toelating, noch zelfstandig toelating mogelijk maakt. Voor toelating dient elk toestel rechtmatig van een CEmarkering te zijn voorzien. De GASKEUR labeling is aanvullend in die zin dat het informatie geeft over een bepaald aspect van het toestel, welke bij de CE-markering niet duidelijk tot uiting komt. Deze beoordelingsrichtlijn is een specifieke aanvulling op de beoordelingsrichtlijn GASKEUR Basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen en geeft aan dat het toestel aan verscherpte eisen ten aanzien van emissies van CO en NOx voldoet. Deze beoordelingsrichtlijn is aangepast aan de laatste inzichten, afgestemd op het NOx-Besluit en, voor zover mogelijk en nuttig, ook op de Europese norm- en regelgeving. Aanvullend op dit GASKEUR CV-SV label bestaan er labels voor specifieke toesteleigenschappen, zoals rendement, comfort en emissie, waarvoor beoordelingsrichtlijnen of criteria bestaan dan wel ontwikkeld worden. Deze specifieke labels kunnen slechts verkregen worden indien tevens aan de eisen van het GASKEUR Basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen is voldaan. Om aansluiting te behouden met de Europese norm- en regelgeving zijn in deze criteria belastingen en rendementen op de calorische onderwaarde (Hi) betrokken. Ten behoeve van een naadloze aansluiting op de nationale regelgeving, voor zover daar (nog) de bovenwaarde gehanteerd wordt, is waar nodig conversie-informatie opgenomen.
Kiwa Nederland BV is een bedrijf met een internationale, onafhankelijke reputatie op het gebied van testen en certificeren van onder andere gas en water gerelateerde producten voor fabrikanten en leveranciers. Deze producten omvatten o.a. gastoestellen, sanitair, meet- en regelapparatuur en installatie- en distributiematerialen. Verder test en keurt Kiwa Nederland BV de grondstoffen voor kunststofleidingproducten. Daarnaast certificeert zij verschillende kwaliteits-, veiligheids- en milieuzorgsystemen voor een brede klantengroep. Kiwa Nederland BV biedt tevens onafhankelijke expertise in de vorm van consultancy op het gebied van veiligheid van diverse installaties. Kiwa Nederland BV is gevestigd in Apeldoorn en Rijswijk en is geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie. Op het gebied van de Europese richtlijnen (CE markering) is Kiwa Nederland BV door de Nederlandse overheid aangewezen als Notified Body. Voor testwerkzaamheden beschikt Kiwa Nederland BV over eigen laboratoria, welke zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025.
Kiwa Nederland B.V. Postbus 137, 7300 AC Apeldoorn, Nederland Wilmersdorf 50, 7327 AC Apeldoorn Telefoon:
055 - 5 393 355
Fax:
055 - 5 393 685
E-mail:
[email protected]
Website:
www.kiwa.nl
© 2011 Kiwa Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld. Bindend verklaring Deze beoordelingsrichtlijn is door het College van Deskundigen vastgesteld per 1 december 2010. Deze beoordelingsrichtlijn is door Kiwa Nederland BV bindend verklaard per 1 februari 2011.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -2-
1 februari 2011
Inhoud Voorwoord
1
Inhoud
3
1
Inleiding
5
1.1
Algemeen
5
1.2
Toepassingsgebied
5
1.3
Acceptatie van door de leverancier geleverde onderzoeksrapporten
5
1.4
Certificaat
5
2
Terminologie
6
2.1
Algehele definities
6
2.2
Technische definities
7
3
Procedure voor het verkrijgen van een kwaliteitsverklaring
8
3.1
Toelatingsonderzoek
8
3.2
Certificaatverlening
8
4
Algemene en constructieve eisen
9
4.1
Basiseisen
9
5
Functionele eisen
5.1
Koolmonoxide
10
5.2
Stikstofoxiden
10
6
Beproevingsmethoden
6.1
Condities
11
6.2
Open toestellen
11
6.3
Gesloten toestellen
11
6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3
Units Ketelserie Alternatieve branders middels stookbuismeting Regelingen
11 11 12 12
6.5
Bepaling van de emissie bij nominale belasting
12
6.6
Bepaling van de emissie bij verlaagde retourwatertemperatuur
12
6.7
Bepaling van de emissie bij een relatieve belasting gelijk aan 60 %
13
6.8
Bepaling van de jaar-emissiewaarde voor toestellen tot en met 31,5 kW
13
6.9
Bepaling van de jaaremissiewaarde voor toestellen groter dan 31,5 kW
13
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
10
11
GASKEUR label SV: 2010 -3-
1 februari 2011
6.10
Meetnauwkeurigheden
14
6.11
Monstername
14
6.12
Omrekening gemeten waarden
15
7
Merken
7.1
Algemeen
19
7.2 7.2.1 7.2.2
Aanvullende documentatie voor units Installatie-instructies Gebruikersinformatie
19 19 19
8
Eisen aan het kwaliteitssysteem
20
8.1
Beheerder van het kwaliteitssysteem
20
8.2
Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplan
20
8.3
Procedures en werkinstructies
20
9
Samenvatting onderzoek en controle
9.1
Onderzoeksmatrix
21
9.2
Controle op het kwaliteitssysteem
21
10
Afspraken over de uitvoering van certificatie
10.1
Algemeen
22
10.2 10.2.1 10.2.2
Certificatiepersoneel Kwalificatie-eisen Kwalificatie
22 22 23
10.3
Rapport toelatingsonderzoek
23
10.4
Beslissing over certificaatverlening
23
10.5
Uitvoeringsvorm kwaliteitsverklaring
24
10.6
Aard en frequentie van externe controles
24
10.7
Correcties, aanvullingen en interpretaties van eisen
24
11
Lijst van vermelde documenten
25
11.1
Normen / normatieve documenten:
25
I
Model certificaat
26
II
Model IKB-schema of raam-IKB-schema
27
III
GASKEUR labels
28
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
19
GASKEUR label SV: 2010 -4-
21
22
1 februari 2011
1 Inleiding 1.1 Algemeen
De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door de CI gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag, en de instandhouding van een productcertificaat voor het GASKEUR SV label. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt de criteria GASKEUR CV-SV:2001 d.d. mei 2001. De certificaten die op basis van die criteria zijn afgegeven verliezen in elk geval hun geldigheid 6 maanden na vaststelling van deze beoordelingsrichtlijn door College van Deskundigen. Bij de uitvoering van certificatiewerkzaamheden is de CI gebonden aan de eisen, als opgenomen in NEN-EN 45011 die in het hoofdstuk “Afspraken over de uitvoering van certificatie” zijn vastgelegd.
1.2 Toepassingsgebied Deze beoordelingsrichtlijn is van toepassing op gasgestookte centrale verwarmingstoestellen met een belasting van ten hoogste 900 kW, waaronder tevens worden verstaan units bestaande uit een ketellichaam en een voorzetbrander, waarbij de voorzetbrander tot de levering van de ketel behoord.
1.3 Acceptatie van door de leverancier geleverde onderzoeksrapporten
De eisen voor acceptatie van onderzoeksrapporten waarbij het onderzoek verricht is in het laboratorium van de leverancier zijn opgenomen in de normatieve bijlage 5 van BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
1.4 Certificaat
Het op basis van deze BRL af te geven productcertificaat wordt aangeduid als GASKEUR-certificaat. De modellen van deze certificaten zijn als bijlage bij deze BRL opgenomen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -5-
1 februari 2011
2 Terminologie 2.1 Algehele definities
In deze beoordelingsrichtlijn zijn de volgende termen en definities van toepassing: • Beoordelingsrichtlijn: de in het College van Deskundigen gemaakte afspraken over het onderwerp van certificatie. • College van Deskundigen: Het, ten behoeve van het certificatiesysteem inzake EPK-merken door Kiwa Nederland BV ingestelde College van Deskundigen . • TI: De testinstelling die het toelatingsonderzoek uitvoert. • CI: De certificatie instelling die de certificatieverlening uitvoert. • Leverancier: de partij die er voor verantwoordelijk is dat producten bij voortduring voldoen aan de eisen waarop de certificatie is gebaseerd. • IKB-schema: een beschrijving van de door de leverancier uitgevoerde kwaliteitscontroles, als onderdeel van zijn kwaliteitssysteem. • Producteisen: in maten of getallen geconcretiseerde eisen die zijn toegespitst op de (identificeerbare) eigenschappen van producten en die een te behalen grenswaarde bevatten die ondubbelzinnig kan worden berekend of gemeten. • Toelatingsonderzoek: het onderzoek om vast te stellen dat aan alle in de BRL gestelde eisen wordt voldaan. • Controleonderzoek: het onderzoek dat na certificaatverlening wordt uitgevoerd om vast te stellen dat de gecertificeerde producten bij voortduring aan de in de BRL gestelde eisen voldoen, daarbij is tevens aangegeven met welke frequentie controleonderzoek door Kiwa zal worden uitgevoerd. Opmerking In de onderzoeksmatrix is samengevat welk onderzoek zal worden uitgevoerd door Kiwa bij de toelating en bij controles, en met welke frequentie het controleonderzoek zal worden uitgevoerd. •
Productcertificaat: een document waarin Kiwa verklaart dat een product bij aflevering geacht wordt te voldoen aan de in het certificaat vastgelegde productspecificatie.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -6-
1 februari 2011
2.2 Technische definities •
• • •
Jaaremissiewaarde Het gewogen gemiddelde van de emissies van een component in de verbrandingsproducten gemeten onder nader gespecificeerde belastingscondities. Relatieve belasting De momentane belasting als percentage van de nominale belasting van het toestel. Temperatuurevenwicht De bedrijfssituatie waarbij de temperaturen van het aanvoer- en retourwater gedurende langere tijd stabiel blijven binnen een tolerantie van +/- 2 K. Technisch gelijke serie: Onder technische gelijke serie wordt verstaan dat de toestellen dienen te zijn opgebouwd uit hoofdcomponenten met hetzelfde constructieprincipe (bijvoorbeeld: constructie van de warmtewisselaar(s), pomp, ventilator, enz.). Voorbeeld: Toestellen met warmtewisselaars of branders met verschillende constructieprincipes worden daarom niet als één serie beschouwd. Toestellen met warmtewisselaars of branders met hetzelfde constructieprincipe, maar waarbij de warmtewisselaars of branders verschillende capaciteiten hebben, worden wel als één serie beschouwd.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -7-
1 februari 2011
3 Procedure voor het verkrijgen van een kwaliteitsverklaring 3.1 Toelatingsonderzoek
Het uit te voeren toelatingsonderzoek vindt plaats aan de hand van de in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen (product)eisen inclusief beproevingsmethoden en omvatten, afhankelijk van de aard van het te certificeren product: • (Monster)onderzoek, om vast te stellen of de producten voldoen aan de product- en/of prestatie-eisen; • Beoordeling van het productieproces; • Beoordeling van het kwaliteitssysteem en het IKB-schema; • Toetsing op de aanwezigheid en het functioneren van de overige vereiste procedures.
3.2 Certificaatverlening
Na afronding van het toelatingsonderzoek worden de resultaten voorgelegd aan de beslisser. Deze beoordeeld de resultaten en stelt vast of het certificaat kan worden verleend of dat aanvullende gegevens en/of onderzoeken nodig zijn voordat het certificaat kan worden verleend. Voorbeelden van certificaten zijn te vinden in BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -8-
1 februari 2011
4 Algemene en constructieve eisen 4.1 Basiseisen •
• •
Het toestel dient rechtmatig van de CE-markering te zijn voorzien. Voor units geldt dit zowel voor het ketellichaam als voor de voorzetbrander. Het toestel dient tevens te voldoen aan de eisen van de beoordelingsrichtlijn GASKEUR basislabel CV:2010. Indien de ketelfabrikant voor zijn unit meerdere typen voorzetbranders op het ketellichaam toepasbaar acht, dient hij deze in het kader van deze criteria duidelijk te benoemen, zodat een combinatie, welke buiten de werking van het label volgens deze criteria valt, is uitgesloten. Dit houdt in dat elke door de ketelfabrikant opgegeven combinatie van ketellichaam en voorzetbrander aan alle eisen van deze criteria dient te voldoen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 -9-
1 februari 2011
5 Functionele eisen 5.1 Koolmonoxide
De jaar-emissiewaarde van koolmonoxide (CO) in de droge verbrandingsgassen, gemeten of omgerekend naar zuiver stoïchiometrische verbranding (H2O en O2vrije verbrandingsgassen) mag niet meer bedragen dan 160 ppm.
5.2 Stikstofoxiden
De jaar-emissiewaarde van stikstofoxiden (NOx) in de droge verbrandingsgassen, gemeten of omgerekend naar stoïchiometrische verbranding (H2O en O2-vrije verbrandingsgassen), mag niet meer bedragen dan de waarde volgens tabel 1 1: voll. voorgemengd
ventilatorbrander
40 ppm (bij 0 % O2) 40 ppm (bij 0 % O2) 70 mg/m3 (bij 3 % O2) 70 mg/m3 (bij 3 % O2) 72 mg/kWh 72 mg/kWh Propaan G31 50 ppm (bij 0 % O2) 40 ppm (bij 0 % O2) 70 mg/m3 (bij 3 % O2) 88 mg/m3 (bij 3 % O2) 71 mg/kWh 89 mg/kWh Butaan G30 40 ppm (bij 0 % O2) 50 ppm (bij 0 % O2) 70 mg/m3 (bij 3 % O2) 88 mg/m3 (bij 3 % O2) 71 mg/kWh 90 mg/kWh Tabel 1: jaar-emissiewaarde van stikstofoxiden (NOx) Aardgas G25
voll. atmosferisch 40 ppm (bij 0 % O2) 70 mg/m3 (bij 3 % O2) 72 mg/kWh 60 ppm (bij 0 % O2) 106 mg/m3 (bij 3 % O2) 107 mg/kWh 60 ppm (bij 0 % O2) 106 mg/m3 (bij 3 % O2) 108 mg/kWh
1
Het "NOx-Besluit" maakt onderscheid naar brandertechnologie, doch niet naar gassoort; Europese (ontwerp)-normen maken geen onderscheid naar technologie maar juist wel naar gassoort. In de tabel is op terughoudende wijze van beide benaderingen gebruik gemaakt om zo goed mogelijk bij de praktische mogelijkheden aan te sluiten.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 10 -
1 februari 2011
6 Beproevingsmethoden 6.1 Condities - Omgevingstemperatuur: - Luchtvochtigheid:
20°C ± 2ºC (uurgemiddelde met setpoint 20ºC) 70% ± 5%
Toestellen worden onder de nominale voordruk aangesloten op het (de) referentiegas(sen) van de betreffende toestelcategorie: • Toestellen van categorie I2L : G25 • Toestellen van categorie I3P : G31 • Toestellen van categorie I3B en I3B/P : G30 • Toestellen van categorie II2L3P: achtereenvolgens op G25 en op G31 • Toestellen van categorie II2L3B en II2L3B/P: achtereenvolgens op G25 en op G30 Indien het toestel is voorzien van een warmtapwaterbereider, worden de beproevingen uitgevoerd voor de situatie waarin het toestel slechts warmte levert voor het cv-systeem. De specifieke beproevingen voor hoog/laag of modulerend geregelde toestellen zijn slechts van toepassing indien de betreffende regeling geschiedt op basis van warmtevraag. Toestellen waarvan de hoog/laag of modulerende regeling gebaseerd is op de optredende watertemperaturen, worden in deze beproevingsmethoden beschouwd als aan/uit geregelde toestellen. Aan/uit geregelde toestellen met instelbare belasting (belastinggebied) worden ingesteld op de hoogste belasting (100%).
6.2 Open toestellen
Voorzie open toestellen van een verticale afvoerpijp met een lengte van 1 m en een diameter volgens het installatievoorschrift van de fabrikant.
6.3 Gesloten toestellen
Voorzie gesloten toestellen van een luchttoevoer en een verbrandingsgasafvoer van de kortste lengte volgens het installatievoorschrift van de fabrikant. De inlaat en de uitlaat dienen in hetzelfde drukgebied uit te monden.
6.4 Units 6.4.1 Ketelserie
Indien er sprake is van een serie met oplopende belasting, worden door het keuringslaboratorium één of meerdere representatieve units geselecteerd om de CO- en NOx-metingen op uit te voeren. Indien de betrokken combinatie(s) voldoet(-n) aan de criteria, dan mag worden verondersteld dat ook andere ketels uit de serie met het gekozen brandertype of -serie voldoen, mits: 1. De verhouding tussen de belasting van de brander en de inhoud van de vuurhaard gelijk of kleiner is dan bij de gemeten combinatie(s); 2. Zowel de vuurhaardgeometrie als ook de vlamvorm zich zodanig tot de doorgemeten combinatie(s) verhouden, dat er geen reden is om aan te nemen dat de emissienorm wordt overschreden.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 11 -
1 februari 2011
6.4.2 Alternatieve branders middels stookbuismeting
Indien de branders van een unitserie niet op de ketels maar op stookbuizen aan de GASKEUR/SV-metingen worden onderworpen, gelden de volgende voorwaarden: 1. Van tenminste één brander dienen zodanige gegevens van metingen op de ketel als van metingen op de stookbuis beschikbaar te zijn, dat een goede vergelijking mogelijk is; 2. de bij de meting ingestelde lengte van de stookbuis dient kleiner of gelijk te zijn aan de lengte van de vuurhaard van de toe te passen ketel; 3. de emissies en vuurhaardbelasting mogen niet groter zijn dan in de onderstaande tabel 2 is aangegeven:
CO en NOx op Stookbuisstookbuis instelling conform art. 5.1 en 5.2 doorgaande vlam conform art. 5.1 en 5.2 doorgaande vlam conform art. 5.1 en 5.2 keervlam Tabel 2: Emissies en vuurhaardbelasting
Ketelprincipe
Vuurhaardbelasting < 1500 kW/m3
geen keervlam (bijv. 3-treks) keervlam (bijv. 2-treks) n.v.t. (bijv. 2- of 3-treks)
< 1100 kW/m3 < 1500 kW/m3
6.4.3 Regelingen
Indien de fabrikant een brander wil toepassen met een ander regelprincipe (aan/uit, hoog/laag, modulerend) dan die waarmee de referentiebrander is uitgerust waarmee de SV-metingen zijn uitgevoerd, dienen additionele metingen te worden verricht conform de voor het betreffende regelprincipe van toepassing zijnde artikelen.
6.5 Bepaling van de emissie bij nominale belasting
Bepaal de emissie van NOx en CO na het bereiken van het temperatuurevenwicht bij de nominale belasting. Hierbij dient het gemiddelde van de watertemperaturen aan de inlaat en de uitlaat van het toestel 70 °C +/- 3 K te bedragen met een verschil tussen deze beide temperaturen van 20 +/- 2 K. De gemeten emissiewaarden worden vastgelegd als "Emissiewaarde bij nominale belasting", = "Enom".
6.6 Bepaling van de emissie bij verlaagde retourwatertemperatuur
Bepaal de emissie van NOx en CO na het bereiken van temperatuurevenwicht bij de volgende instellingen: - Waterretourtemp.: 40 °C +/- 3 K. - Waterdoorstroming: Instellingen, externe weerstand etc. overeenkomstig artikel 6.5, doch zelfstandig ingrijpen door de toestelregeling op bijv. de circulatiepomp is toegestaan. - Belasting: - Aan/uit geregelde toestellen worden ingesteld op nominale belasting (100 %). - Hoog/laag geregelde toestellen worden ingesteld op de door de fabrikant opgegeven laagstand tenzij deze kleiner is dan 30 %, dan wordt de nominale belasting ingesteld (100 %). - Modulerend geregelde toestellen worden ingesteld op 30 % van de nominale belasting of op de laagste belasting van het regelbereik, indien deze hoger is dan 30 %.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 12 -
1 februari 2011
De gemeten emissiewaarden worden vastgelegd als "Emissiewaarde bij minimale belasting" = "Emin".
6.7 Bepaling van de emissie bij een relatieve belasting gelijk aan 60 % Deze beproeving wordt uitsluitend uitgevoerd bij modulerende toestellen met een nominale belasting groter dan 31,5 kW en waarvan de minimale belasting van het modulatiegebied kleiner of gelijk aan 60 % van de nominale belasting is. Bepaal de emissie van NOx en CO na het bereiken van temperatuurevenwicht bij de volgende instellingen: - Waterretourtemp.: 50 °C +/- 3 K. - Waterdoorstroming: Instellingen, externe weerstand etc. overeenkomstig artikel 6.5, doch zelfstandig ingrijpen door de toestelregeling op bijv. de circulatiepomp is toegestaan. - Belasting: Relatieve belasting van 60 % van de nominale belasting. De gemeten emissiewaarden worden vastgelegd als "Emissiewaarde bij relatieve belasting" = "E60".
6.8 Bepaling van de jaar-emissiewaarde voor toestellen tot en met 31,5 kW
De jaaremissiewaarde wordt berekend als het rekenkundig gemiddelde van Enom en Emin.
6.9 Bepaling van de jaaremissiewaarde voor toestellen groter dan 31,5 kW
Voor aan/uit geregelde toestellen wordt de jaaremissiewaarde gelijkgesteld aan Enom. De jaaremissiewaarde van hoog/laag geregelde toestellen wordt berekend volgens de formule, samengevat in tabel 3. De jaaremissiewaarde van modulerend geregelde toestellen wordt berekend volgens de formule, samengevat in tabel 4. Blaag = belastingstand "laag"
berekening jaaremissiewaarde
Blaag ≥ 60 %
(Enom + 4 * Emin) / 5
60 % > Blaag ≥ 50 %
(Enom + 3 * Emin) / 4
50 % > Blaag ≥ 40 %
(Enom + 2 * Emin) / 3
40 % > Blaag ≥ 30 %
(Enom + Emin) / 2
Tabel 3: Berekening van de jaaremissiewaarde bij hoog/laag geregelde toestellen met een nominale belasting groter dan 31,5 kW.
Bmin = minimale relatieve belasting van het modulatiegebied
berekening jaaremissiewaarde
Bmin ≥ 60 %
(Enom + 4 * Emin) / 5
Bmin < 60 %
(Enom + 2 * E60 + 2 * Emin) / 5
Tabel 4: Berekening van de jaaremissiewaarde bij modulerende toestellen met een nominale belasting groter dan 31,5 kW.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 13 -
1 februari 2011
6.10 Meetnauwkeurigheden
Bij het bepalen van de in de eis aangegeven jaaremissie waarden mag de totale meetonnauwkeurigheid niet meer bedragen dan 10%. Om dit te realiseren dienen de componenten in principe met de hieronder aangegeven maximale onnauwkeurigheid te worden bepaald.
Component NO (stikstofoxide) NO2 (stikstofdioxide) CO2 (kooldioxide) CO (koolmonoxide) Gasdrukken Rel. vochtigheid Omg. temperatuur Temp. in- en uitgaand ketelwater
Onnauwkeurigheid ≤ 8 % Rdg ≤ 8 % Rdg ≤ 6 % Rdg ≤ 6 % Rdg ≤ 2 % Rdg ≤ 5 % Rdg ≤ 1 °C ≤ 2 °C
De metingen dienen uitgevoerd te worden met een daartoe geschikt meetapparaat waarvan de meetonnauwkeurigheid dient te worden vastgesteld volgens de methode aangegeven in bijlage III (Annex III) van het door CEN uitgegeven document CR 1404: "Determination of emissions from appliances burning gaseous fuels during type-testing" van maart 1994.1 Van de aangegeven individuele meetonnauwkeurigheden mag worden afgeweken indien de totale meetonnauwkeurigheid, bepaald volgens de in document CR 1404 aangegeven methode, niet meer dan de hierboven aangegeven 10% bedraagt.
6.11 Monstername
Meet bij open en gesloten toestellen, die zijn uitgevoerd met een parallel aansluiting bestemd om aan te sluiten op een luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoersysteem, het CO, CO2, NO en NO2 gehalte en de temperatuur van de verbrandingsgassen met behulp van een afzuiginrichting volgens figuur 1. Meet bij gesloten toestellen met een concentrisch luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoersysteem, het verbrandingsgasmonster met behulp van een afzuiginrichting volgens figuur 2 en figuur 3. Plaats ingeval van een ronde uitlaat met middellijn D de meetsonde over een afstand L = D in de uitlaat. Ingeval van een rechthoekige uitlaat met een hydraulische diameter Dhydr is de afstand L = Dhydr = 4 A/O, waarin A het oppervlak en O de omtrek van de doorsnede van de uitlaat is. Plaats de aanzuigbuis horizontaal in het hart van de uitlaat. Ingeval van een ronde uitlaat wijst de meetsonde verticaal naar boven. Voer ingeval van een rechthoekige uitlaat twee metingen uit, waarbij de meetsonde respectievelijk diagonaal naar rechtsboven en naar linksboven wijst. Van deze twee metingen geldt de gemiddelde waarde van de uitkomsten.
1
Dit document wordt tevens door de nationale normalisatie instituten binnen de Europese Unie uitgegeven.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 14 -
1 februari 2011
Opmerkingen t.b.v. NO en NO2 metingen - Condensaatvorming in de monstertransportleiding moet worden voorkomen (verwarmde leiding toepassen). - In de weg van het monster vanaf de meetsonde tot en met het meetapparaat mag geen rubber of siliconen worden toegepast.
6.12
Omrekening gemeten waarden
Het CO-gehalte van de verbrandingsproducten ontdaan van lucht en waterdamp (neutrale verbranding, n = 1) wordt gegeven door de formule:
%CO =
% CO 2 (n = 1) x % CO(gemeten) % CO 2 (gemeten)
Voor de overige componenten geschiedt dit op gelijke wijze. Het percentage CO2 bij n = 1 is voor de proefgassen in tabel 5 aangegeven.
Aanduiding van het gas G25 % CO2 (bij n = 1) 11,5 Tabel 5: Percentages CO2 in proefgassen
G30 14,0
G31 13,7
Het CO-gehalte van de verbrandingsgassen, ontdaan van lucht en waterdamp, kan eveneens worden berekend met behulp van de formule:
%CO =
21 21 - % O 2 (gemeten)
x % CO(gemeten)
Gebruikmaking van deze formule is aan te bevelen wanneer deze een grotere nauwkeurigheid geeft dan die op basis van de formule, gebaseerd op het CO2gehalte.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 15 -
1 februari 2011
Figuur 1: Meetspin
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 16 -
1 februari 2011
chromel/alumel thermokoppel
Voor uitlaatmiddellijn D ≥ 75 mm
- d: 6,0 mm ø - boringen x: 1,0 mm
y
Voor uitlaatmiddellijn D < 75 mm
- d:
zodanig dat de doorlaat van de uitlaat niet meer dan 5 % wordt verkleind - boringen x: middellijn zodanig dat oppervlak van de drie boringen ≤ 0,75 x de doorlaat van de meetsonde is
d D/2
D/6
boringen van x mm ø, naar uitlaat gericht D/6
- materiaal: corrosievast staal - wanddikte: 0,6 mm - y:
afhankelijk van de afmetingen van de gevel- of dakdoorvoer
d
Figuur 2: Meetsonde
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 17 -
1 februari 2011
Figuur 3: Plaats van de meetsonde
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 18 -
1 februari 2011
7 Merken 7.1 Algemeen
Indien het toestel op basis van het certificatieschema wordt gecertificeerd en het tevens voldoet aan de eisen gesteld in deze BRL, kan de fabrikant het recht verkrijgen het bijzondere GASKEUR/SV label aan te brengen. Dit label dient te zijn uitgevoerd als aangegeven in Bijlage 3 van de BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen. Indien het een unit betreft mag dit label slechts worden aangebracht op het ketellichaam. Het is niet toegestaan om de voorzetbrander van dit label te voorzien.
7.2 Aanvullende documentatie voor units
De instructies ten behoeve van de installateur en van de gebruiker dienen voor units de volgende aanvullende informatie te bevatten:
7.2.1 Installatie-instructies
De installatie-instructies van units dienen tevens te vermelden dat het GASKEUR/SV-label slechts van toepassing is op de geleverde combinatie van ketellichaam en voorzetbrander en dat modificatie van de geleverde unit de geldigheid van het label te niet zal doen. Voor de duidelijkheid dient tevens te worden aangegeven dat andere branders niet onder het GASKEUR/SV-label kunnen worden toegepast op het betreffende ketellichaam, tenzij deze onder verantwoordelijkheid van de ketelleverancier voorkomen op de gewaarmerkte lijst met voor deze unit voor GASKEUR/SV gecertificeerde branders.
7.2.2 Gebruikersinformatie
De gebruikersinformatie van units dient tevens te vermelden dat het GASKEUR/SV-label slechts van toepassing is op de geleverde combinatie van ketellichaam en voorzetbrander en dat modificatie van de geleverde unit de geldigheid van het label te niet zal doen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 19 -
1 februari 2011
8 Eisen aan het kwaliteitssysteem In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan het kwaliteitssysteem van de leverancier moet voldoen.
8.1 Beheerder van het kwaliteitssysteem
Binnen de organisatiestructuur moet een functionaris zijn aangewezen die belast is met het beheer van het kwaliteitssysteem van de leverancier.
8.2
Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplan
De leverancier moet beschikken over een door hem toegepast schema van interne kwaliteitsbewaking (IKB-schema). In dit IKB-schema moet aantoonbaar zijn vastgelegd: • welke aspecten door de producent worden gecontroleerd; • volgens welke methoden die controles plaatsvinden; • hoe vaak deze controles worden uitgevoerd; • hoe de controleresultaten worden geregistreerd en bewaard. Dit IKB-schema moet ten minste een gelijkwaardige afgeleide zijn van het in de bijlage vermelde model IKB-schema.
8.3 Procedures en werkinstructies De leverancier moet kunnen overleggen: • procedures voor: - de behandeling van producten met afwijkingen; - corrigerende maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen; - de behandeling van klachten over geleverde producten en/of diensten; • de gehanteerde werkinstructies en controleformulieren.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 20 -
1 februari 2011
9 Samenvatting onderzoek en controle In dit hoofdstuk is de samenvatting gegeven van het bij certificatie uit te voeren: • Toelatingsonderzoek; • Controleonderzoek op algemene, constructieve en functionele eisen; • Toestelafstelling bij controleonderzoek • Controle op het kwaliteitssysteem. Daarbij is tevens aangegeven met welke frequentie het controleonderzoek door de CI zal worden uitgevoerd.
9.1 Onderzoeksmatrix Omschrijving eis
Artikel BRL
Onderzoek in kader van Toelatings Toezicht door Kiwa na onderzoek certificaatverlening Controle Frequentie
Algemene en constructieve eisen Basiseisen
4.1
x
x
1 x per 24 mnd
Functionele eisen Koolmonoxide 5.1 1 x per 24 mnd x x Stikstofoxiden 5.2 1 x per 24 mnd x x 1) Bij significante wijzigingen van het product of productieproces moet opnieuw worden vastgesteld of het product voldoet aan de (product)eisen. 2) De aangegeven controles moeten door Kiwa worden uitgevoerd. 3) De aangegeven controles ten behoeve van het controleonderzoek worden uitgevoerd op één toestel per technisch gelijke serie.
9.2 Controle op het kwaliteitssysteem
Het kwaliteitssysteem van de leverancier zal door de CI één keer per jaar worden beoordeeld. Deze beoordeling omvat tenminste de aspecten die vermeld zijn in het “Kiwa Reglement voor Productcertificatie”.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 21 -
1 februari 2011
10 Afspraken over de uitvoering van certificatie 10.1 Algemeen
Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, gelden de algemene regels voor certificatie die zijn vastgelegd in het “Kiwa Reglement voor Productcertificatie”. In het bijzonder zijn dit: • De algemene regels voor het uitvoeren van het toelatingsonderzoek, te onderscheiden naar: - De wijze waarop leveranciers worden geïnformeerd over de behandeling van een aanvraag; - De uitvoering van het onderzoek; - De beslissing naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek • De algemene regels ten aanzien van de uitvoering van controles en de daarbij gehanteerde controleaspecten; • De door de certificatie-instelling te treffen maatregelen bij tekortkomingen; • De door de certificatie-instelling te ondernemen maatregelen bij oneigenlijk gebruik van certificaten, certificatiemerk,pictogrammen en logo’s. • De regels bij beëindiging van een certificaat; • De mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen beslissingen of maatregelen van de certificatie-instelling.
10.2 Certificatiepersoneel
Het bij certificatie betrokken personeel is te onderscheiden naar: • Certificatie Deskundigen : belast met het uitvoeren van het toelatingsonderzoek en de beoordeling van de rapporten van inspecteurs; • Inspecteurs: belast met de uitvoering van de externe controle bij de leverancier; • Beslissers: belast met het nemen van beslissingen naar aanleiding van uitgevoerde toelatingsonderzoeken, voortzetting van certificatie naar aanleiding van uitgevoerde controles en beslissingen over de noodzaak tot het treffen van corrigerende maatregelen.
10.2.1 Kwalificatie-eisen
De kwalificatie-eisen zijn opgebouwd uit: • Kwalificatie-eisen voor het uitvoerende certificatiepersoneel van een CI die voldoen aan de in EN 45011 gestelde eisen; • Kwalificatie-eisen voor het uitvoerende certificatiepersoneel van een CI die door het College van Deskundigen aanvullend zijn vastgesteld voor het onderwerp van deze BRL. Opleiding en ervaring van het betrokken certificatiepersoneel moet aantoonbaar zijn vastgelegd.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 22 -
1 februari 2011
Opleiding en ervaring van het betrokken certificatiepersoneel moet aantoonbaar zijn vastgelegd. Certificatie-deskundige Opleiding Algemeen
Opleiding Specifiek
Ervaring Algemeen
Ervaring Specifiek
Inspecteur
Beslisser
• Techn. MBO werk en • HBO denk- en denkniveau werkniveau denk- en werkniveau • Interne training • Interne training • Interne training certificatie en Kiwabeleid certificatie en certificatie en Kiwabeleid Kiwabeleid • Training • Training auditvaardigauditvaardigheden heden • Training auditvaardigheden • n.v.t. tenzij door • op BRL toegespitste • op BRL toegespitste CvD specifieke opleiding opleiding eisen zijn gesteld • specifieke cursussen en • specifieke cursussen en trainingen (kennis en trainingen (kennis en vaardigheden) vaardigheden) • 1 jaar relevante • 1 jaar relevante werk • 4 jaar werkervaring met ervaring met minimaal 4 werkervaring minimaal 4 onderzoeken onderzoeken waarvan 1 waarvan waarvan: zelfstandig zelfstandig onder tenminste 1 jaar onder toezicht 1 volledig toezicht m.b.t. certificatie toelatingsonder-zoek • kennis van BRL op detail • kennis van BRL op detail • kennis van de niveau en 4 onderzoeken niveau en 4 onderzoeken specifieke BRL op betrekking hebbend op betrekking hebbend op hoofdlijnen de specifieke BRL of op de specifieke BRL of op BRL´s die aan elkaar BRL´s die aan elkaar verwant zijn verwant zijn • Relevante techn. HBO
10.2.2 Kwalificatie
Certificatiepersoneel moet aantoonbaar zijn gekwalificeerd door toetsing van opleiding en ervaring aan bovenvermelde eisen. Indien kwalificatie plaats vindt op grond van afwijkende criteria, moet dit schriftelijk zijn vastgelegd. De bevoegdheid om te kwalificeren ligt bij: • Beslissers: kwalificatie van certificatie deskundigen en inspecteurs • Management van de certificatie-instelling: kwalificatie van beslissers.
10.3 Rapport toelatingsonderzoek De certificatie-instelling legt de bevindingen van het toelatingsonderzoek vast in een rapport. Het rapport moet aan de volgende eisen voldoen: • Volledigheid: het rapport doet een uitspraak over alle in de beoordelingsrichtlijn gestelde eisen; • Traceerbaarheid: de bevindingen waarop uitspraken zijn gebaseerd moeten traceerbaar zijn vastgelegd; • Basis voor beslissing: de beslisser over certificaatverlening moet zijn beslissing kunnen baseren op de in het rapport vastgelegde bevindingen.
10.4 Beslissing over certificaatverlening
De beslissing over certificaatverlening moet plaats vinden door een daartoe gekwalificeerde beslisser, die niet zelf bij het certificaatonderzoek betrokken is geweest. De beslissing moet traceerbaar zijn vastgelegd.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 23 -
1 februari 2011
10.5
Uitvoeringsvorm kwaliteitsverklaring
Het productcertificaat moet zijn uitgevoerd conform het als bijlage opgenomen model.
10.6 Aard en frequentie van externe controles
De certificatie-instelling moet controle uitoefenen bij de leverancier op de naleving van zijn verplichtingen. Over de aan te houden controlefrequentie beslist het College van Deskundigen. Bij de inwerkingtreding van deze beoordelingsrichtlijn is de frequentie van het aantal controlebezoeken per jaar vastgesteld conform hoofdstuk 9. Controles zullen in ieder geval betrekking hebben op: • Het IKB-schema van de leverancier en de resultaten van door de leverancier uitgevoerde controles; • De juiste wijze van merken van de gecertificeerde producten; • De naleving van de vereiste procedures. De bevindingen van elke uitgevoerde controle zullen door Kiwa naspeurbaar worden vastgelegd in een rapport.
10.7 Correcties, aanvullingen en interpretaties van eisen
Correcties en aanvullingen worden door de TC GASKEUR opgesteld en door het College van Deskundigen al dan niet vastgesteld. De TC GASKEUR mag interpretaties van in deze beoordelingsrichtlijn gestelde eisen vastleggen in één afzonderlijk interpretatiedocument.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 24 -
1 februari 2011
11 Lijst van vermelde documenten 11.1 Normen / normatieve documenten:
De normen zijn te vinden in hoofdstuk 11 van de BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 25 -
1 februari 2011
I Model certificaat De bijbehorende model certificaten zijn te vinden in de BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 26 -
1 februari 2011
II Model IKB-schema of raam-IKB-schema Het bijbehorende IKB-schema of raam-IKB-schema is te vinden in de BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 27 -
1 februari 2011
III GASKEUR labels De bijbehorende GASKEUR labels zijn te vinden in de BRL GASKEUR basislabel CV (Centrale Verwarming): 2010 voor Centrale Verwarmingstoestellen.
Beoordelingsrichtlijn © Kiwa Nederland B.V.
GASKEUR label SV: 2010 - 28 -
1 februari 2011