BELGISCH STAATSBLAD — 10.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
11621
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
[C − 2014/03030] 3 FEBRUARI 2014. — Koninklijk besluit waarbij de Nationale Bank van België en de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen bedoeld in artikel 322 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gemachtigd worden tijdelijk toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen
[C − 2014/03030] 3 FEVRIER 2014. — Arrêté royal autorisant la Banque Nationale de Belgique et les établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne visés à l’article 322 du Code des impôts sur les revenus 1992 à accéder temporairement au Registre national des personnes physiques
VERSLAG AAN DE KONING
RAPPORT AU ROI
Het besluit dat de Regering de eer heeft U ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe een tijdelijke toegang tot de bestanden van het Rijksregister van de natuurlijke personen toe te laten in hoofde van de Nationale Bank van België (NBB) en van de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen (hierna de ″informatieplichtigen″ genoemd) bedoeld in artikel 322, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (″WIB 92″), met het oog op de correcte registratie van informatie in het Centraal aanspreekpunt (CAP) bedoeld in § 3 van hetzelfde artikel, dat door de NBB wordt gehouden. In ruil voor het behouden van het bankgeheim, bepaalt artikel 322, § 3, WIB 92 dat de informatieplichtigen voortaan verplicht zijn om de identiteit van hun cliënten en de nummers van hun rekeningen en contracten kenbaar te maken bij het CAP. Gelet op het gevoelig karakter van de in het CAP geregistreerde gegevens, is het van belang dat de cliënten zo veel mogelijk kunnen worden geïdentificeerd op een eenduidige manier, teneinde het risico op vergissingen en verwarringen maximaal te beperken, zoals de mededeling van gegevens met betrekking tot een naamgenoot van de betrokken belastingplichtige. Zulke eenduidige identificatie is enkel mogelijk wanneer een uniek identificatienummer aan elke belastingplichtige wordt toegekend en als dit nummer bovendien een controlecijfer bevat dat de juistheid van het nummer rekenkundig nagaat en zo elk risico op verwarring ingevolge een tikfout voorkomt. Wat betreft de natuurlijke personen die in België verblijven of die in het wachtregister zijn ingeschreven, bestaat er een uniek identificatienummer dat aan die kenmerken beantwoordt, m.n. het inschrijvingsnummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen. De rechtszekerheid en de bescherming van de vertrouwelijke gegevens bijgehouden in het CAP vereisen dus dat dit uniek identificatienummer gebruikt wordt om dit type van cliënten te identificeren, zoals de fiscale administratie reeds doet. Deze administratie beschikt immers reeds lang over zo’n machtiging in het kader van het beheer van de individuele fiscale dossiers (cf. artikel 314 WIB 92). Artikel 322, § 3, 4de lid WIB 92 laat het gebruik van dit rijksregisternummer door de NBB en door de informatieplichtigen uitdrukkelijk toe, doch uiteraard enkel voor de doeleinden van het bijhouden van het CAP. Om deze reden blijkt het zeer wenselijk dat de informatieplichtigen van bij het begin de natuurlijke personen-rijksinwoners die in 2010, 2011, 2012 of 2013 houders waren van bankrekeningen en over wie ze dus gegevens aan het CAP moeten meedelen, zouden kunnen identificeren door middel van hun rijksregisternummer. Deze identificatie zal evenwel van de betrokken informatieplichtigen een zeer grote inspanning vragen om hun database ″cliënten″ op tijd te vervolledigen. In bepaalde gevallen bezitten de informatieplichtigen dit gegeven reeds onder een numerieke en gestructureerde vorm voor een deel van hun cliënteel in het kader van een andere door of krachtens de wet bepaalde finaliteit, maar zeker niet voor heel hun cliënteel. Om de administratieve overlast voor de informatieplichtigen te verlichten, dringt het zich dus allereerst op hen te machtigen het rijksregisternummer dat ze reeds in hun bestanden onder de vorm van een gestructureerd numeriek gegeven zouden hebben geregistreerd, bijvoorbeeld in het kader en voor de noden van de wetgevingen ″antiwitwassen″, ″slapende rekeningen″ en ″centrale voor kredieten aan particulieren″, te hergebruiken met het oog op de registratie van hun cliënten in het CAP. Dit vormt het voorwerp van artikel 4 van het besluit dat U wordt voorgelegd. De rijksregisternummers van natuurlijke personen staan overigens geregeld vermeld op de fotokopie van de identiteitskaart van de cliënten van de informatieplichtigen die nog niet over een elektronische identiteitskaart beschikken. Ze staan altijd vermeld op de elektronische identiteitskaarten van de cliënten die over een dergelijke kaart beschikken, maar zij worden dan in de informatica-infrastructuur van de informatieplichtigen opgeladen onder de vorm van een beeld en niet onder de vorm van een gestructureerd numeriek gegeven. De informatieplichtigen kunnen van dit nummer geen systematisch gebruik maken, vertrekkende van dit beeld van de identiteitskaart, zonder voorafgaande invoer van dit nummer in een gestructureerde database. Zo’n manuele behandeling, die zeer log en tijdrovend is, zou duidelijk niet tot een goed einde kunnen gebracht worden in de uiterst korte tijdspanne die is toegekend door het besluit tot uitvoering van artikel 322, § 3, WIB 92. De enige manier om aan de informatieplichtigen de kans te bieden om het rijksregisternummer te gebruiken voor de identificatie van hun cliënten voor wie ze niet reeds over dit nummer
L’arrêté que le Gouvernement a l’honneur de soumettre à Votre signature vise à permettre un accès temporaire aux fichiers du Registre national des personnes physiques dans le chef de la Banque Nationale de Belgique (BNB) et des établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne (ci-après les ″redevables d’information″) visés par l’article 322, § 2 du Code des impôts sur les revenus (″CIR 92″) aux fins de l’enregistrement correct d’informations dans le Point de contact central (PCC) tenu par la BNB, visé au § 3 du même article.
Sire,
Sire,
En contrepartie du maintien du secret bancaire, l’article 322, § 3, CIR 92 prévoit que les redevables d’information sont désormais obligés de communiquer au PCC l’identité de leurs clients et les numéros de leurs comptes et contrats. Vu le caractère sensible des données enregistrées dans le PCC, il importe que les clients puissent autant que possible être identifiés de manière univoque afin de limiter au maximum tout risque d’erreur et de confusion, telle que la communication de données relatives à un homonyme du contribuable concerné. Une telle identification univoque n’est possible que lorsqu’un numéro unique d’identification est attribué à chaque contribuable et que ce numéro comporte en outre un chiffre de contrôle vérifiant son exactitude de manière arithmétique et prévenant ainsi tout risque de confusion induit par une faute de frappe. En ce qui concerne les personnes physiques résidant en Belgique ou inscrites au registre d’attente, il existe un numéro d’identification unique répondant à ces caractéristiques, à savoir le numéro d’inscription au Registre national des personnes physiques. La sécurité juridique et la protection des données confidentielles contenues dans le PCC imposent donc que ce numéro unique d’identification soit utilisé pour identifier ce type de clients, comme le fait déjà l’administration fiscale. Celle-ci dispose en effet de longue date d’une telle autorisation dans le cadre de la gestion des dossiers fiscaux individuels (cf. article 314 CIR 92). L’article 322, § 3, 4e alinéa CIR 92 autorise explicitement l’utilisation de ce numéro de registre national par la BNB et par les redevables d’information, bien entendu aux seules fins de la tenue du PCC. Pour cette raison, il apparaît hautement souhaitable que les redevables d’information puissent dès le départ identifier les personnes physiques résidentes, titulaires de comptes bancaires en 2010, 2011, 2012 ou 2013 et dont ils doivent donc communiquer les données au PCC, au moyen de leur numéro de registre national. Cette identification impliquera toutefois pour les redevables d’information concernés un très gros effort pour compléter à temps leur base de données ″clients″. Dans certains cas, les redevables d’information possèdent déjà cette donnée sous une forme numérique et structurée pour une partie de leur clientèle, dans le cadre d’une autre finalité prévue par ou en vertu de la loi, mais certainement pas pour l’ensemble de leur clientèle. Afin d’alléger la surcharge administrative des redevables d’information, il s’impose donc tout d’abord de les autoriser à réutiliser, pour l’enregistrement de leurs clients au PCC, le numéro de registre national qu’ils auraient déjà enregistré dans leurs fichiers sous forme numérique et structurée, par exemple dans le cadre et pour les besoins des législations ″anti-blanchiment″, ″comptes dormants″ et ″centrale des crédits aux particuliers″. Tel est l’objet de l’article 4 de l’arrêté qui Vous est soumis. Par ailleurs, les numéros de registre national figurent régulièrement sur la photocopie de la carte d’identité des clients des redevables d’information qui ne disposent pas encore d’une carte d’identité électronique. Ils figurent toujours sur les cartes d’identité électroniques des clients qui en disposent d’une, mais sont alors chargés dans l’infrastructure informatique des redevables d’information sous forme d’image et non de donnée numérique et structurée. Aucune exploitation systématique de ce numéro à partir de cette image de la carte d’identité ne peut donc être envisagée par les redevables d’information sans saisie préalable de ce numéro dans une base de données structurée. Un tel traitement manuel, très lourd et fastidieux, ne pourrait manifestement pas être mené à bien dans le délai extrêmement bref imparti par l’arrêté portant exécution de l’article 322, § 3, du CIR 92. La seule manière de permettre aux redevables d’information d’utiliser le numéro de registre national pour l’identification des clients pour lesquels ils ne disposeraient pas déjà de ce numéro sous forme de donnée numérique et structurée, est donc de donner aux redevables
11622
BELGISCH STAATSBLAD — 10.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
beschikken in de vorm van een gestructureerd numeriek gegeven, bestaat er dus in de informatieplichtigen tijdelijk toegang te geven tot de informatie van het Rijksregister van natuurlijke personen. Een dergelijke toegang moet het hen mogelijk maken om er het rijksregisternummer van ieder van hun cliënten op te zoeken op basis van diens naam, diens voornaam, diens geboortedatum alsook diens geboorteplaats of, bij ontstentenis hiervan, diens geboorteland (met name de identificatiegegevens bedoeld in artikel 2, 1° van het koninklijk besluit van 17 juli 2013 en in artikel 3, 1° en 2°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen) waarover zij beschikken, minstens aan de hand van het beeld van de identiteitskaart van de cliënt die zij moet bewaren in het kader van de anti-witwaswetgeving. Zulke toegang zou enkel uitgevoerd kunnen worden tijdens een beperkte periode, met name vanaf de eerste dag volgend op de bekendmaking van onderhavig KB in het Belgisch Staatsblad tot en met 31 december 2014, en uiteraard enkel voor de noden van de mededeling aan het CAP van de identiteit van cliënten aangaande wie gegevens aan het CAP moeten worden meegedeeld. Zo’n begrensde en tijdelijke mogelijkheid van consultatie door de informatieplichtigen van de gegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen is echt een sleutelfactor voor het succes van het CAP. In de praktijk zou deze raadpleging zoveel mogelijk door gegroepeerde en asynchrone opzoekingen (″batch″) moeten plaatsvinden om zowel de kosten voor de financiële sector als de overbezetting van de telecommunicatielijnen voor het Rijksregister van natuurlijke personen te verminderen.
d’information un accès temporaire aux informations du Registre national des personnes physiques. Un tel accès doit leur permettre d’y rechercher le numéro de registre national de chacun de leurs clients sur la base de son nom, de son prénom, de sa date de naissance ainsi que de son lieu de naissance ou, à défaut, de son pays natal (à savoir les données d’identification visées à l’article 2, 1° de l’arrêté royal du 17 juillet 2013 et à l’article 3, 1° et 2° de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques), dont ils disposent à tout le moins via l’image de la carte d’identité du client qu’ils sont tenus de conserver dans le cadre de la législation anti-blanchiment. Un tel accès ne s’effectuerait que pendant une période limitée, allant du premier jour suivant la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge jusqu’au 31 décembre 2014, et bien entendu uniquement pour les besoins de la communication au PCC de l’identité de leurs clients sous le nom desquels des informations doivent être communiquées au PCC. Une telle possibilité limitée et temporaire de consultation par les redevables d’information des données du Registre national des personnes physiques est réellement un facteur-clé de succès du PCC. Dans la pratique, cette consultation devrait s’effectuer autant que possible par des requêtes groupées et asynchrones (″batch″), en vue de réduire tant les coûts pour le secteur bancaire que l’encombrement des lignes de télécommunication pour le Registre national des personnes physiques.
Bovendien, en om aan de uitdrukkelijke wens van het Sectoraal comité voor het Rijksregister tegemoet te komen, werd de tekst vervolledigd om te vermelden dat er geen opzoeking mag geschieden wanneer een informatieplichtige niet minstens over de naam, de voornamen en de geboortedatum beschikt. Een opzoeking die niet op voormelde minimale parameters gestoeld is, dreigt tot een foutief resultaat te leiden omdat er dan geen ″one-to-one″ overeenstemming gegarandeerd kan worden. In dat geval zou de opzoeking niet bijdragen tot de realisatie van het beoogde doeleinde en zou ze bijgevolg als niet ter zake dienend en overmatig moeten worden bestempeld (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
En outre, et pour répondre au souhait explicite du Comité sectoriel du registre national, le texte a été complété pour préciser qu’une recherche ne peut pas être effectuée lorsqu’un redevable d’information ne dispose pas au moins du nom, des prénoms et de la date de naissance. En effet, une recherche qui ne serait pas fondée sur ces paramètres minimaux risque de déboucher sur un résultat erroné vu qu’alors, aucune correspondance ″one-to-one″ ne peut être garantie. Dans ce cas, la recherche ne contribuerait pas à la réalisation de la finalité poursuivie et devrait dès lors être qualifiée de non pertinente et d’excessive (article 4, § 1er, 3° de la LVP).
Het is tevens van belang om een indirecte toegang van de informatieplichtigen tot het Rijksregister van de natuurlijke personen via de tussenkomst van de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN (ondernemingsnummer 0808.911.704) te bevoorrechten. Een dergelijke indirecte toegang is goedgekeurd, zo niet aangemoedigd door het Sectoraal comité van het Rijksregister (zie beraadslagingen 22/2009 van 25 maart 2009 en 02/2010 van 26 januari 2011) en is reeds voorzien in de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen, die de opsporing van de houders van ″slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten″ beoogt te vergemakkelijken, en in de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Een indirecte toegang via de tussenkomst van de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN is bijgevolg bepaald in artikel 2 van het besluit dat U voorgelegd wordt, wanneer zij hiertoe gemachtigd is door een informatieplichtige. In dit kader wordt aan voormelde vereniging de toelating verleend om :
Il importe par ailleurs de privilégier un accès indirect des redevables d’information au Registre national des personnes physiques par l’intermédiaire de l’association sans but lucratif IDENTIFIN (numéro d’entreprise 0808.911.704). Un tel accès indirect a été approuvé, voire encouragé par le Comité sectoriel du Registre national (voir les délibérations 22/2009 du 25 mars 2009 et 02/2010 du 26 janvier 2011) et est déjà prévu par la loi du 24 juillet 2008 portant des dispositions diverses, qui vise à faciliter la recherche des titulaires des ″comptes, coffres et contrats d’assurance dormants″, et par la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme. Un tel accès indirect par l’intermédiaire de l’association sans but lucratif IDENTIFIN est donc également prévu par l’article 2 de l’arrêté qui Vous est soumis, lorsqu’elle est mandatée à cette fin par un redevable d’information. Dans ce cadre, l’association précitée se voit donc accorder l’autorisation :
- toegang te hebben tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor rekening van de instelling die haar te dien einde heeft gevolmachtigd, met het oog op het verrichten van de opzoeking bedoeld in artikel 1;
- d’accéder aux données du Registre national des personnes physiques pour compte de l’établissement qui l’a mandatée à cette fin, en vue d’effectuer la recherche visée à l’article 1er;
- de rijksregisternummers van de cliënten-rijksinwoners van haar volmachtgever die zij door middel van deze opzoeking heeft ingezameld te gebruiken om ze aan deze volmachtgever mee te delen.
- d’utiliser les numéros de registre national des clients résidents de son mandant qu’elle a recueillis au moyen de cette recherche pour les communiquer à ce mandant.
De vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN is ertoe gehouden de rijksregisternummers die zij bij het Rijksregister van de natuurlijke personen heeft opgehaald onverwijld te vernietigen nadat zij deze nummers aan haar volmachtgever heeft meegedeeld.
L’association sans but lucratif IDENTIFIN est tenue de détruire sans retard les numéros de registre national qu’elle a recueillis auprès du Registre national des personnes physiques, après qu’elle a communiqué ces numéros à son mandant.
Tot slot zijn informatieplichtigen die in het kader van andere wettelijke of reglementaire verplichtingen reeds informatieveiligheidsformulieren hebben ingediend bij de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN en waarvan de consulent inzake informatieveiligheid en de informatieveiligheidsvoorzieningen reeds zijn goedgekeurd door het Sectoraal comité van het Rijksregister, vrijgesteld van deze formaliteiten in het kader van opzoekingen bedoeld in artikel 1 voor zover ze naar aanleiding van hun gemotiveerde aanvraag aan IDENTIFIN zouden bevestigen dat de informatie m.b.t. de consulent inzake informatiebeveiliging en het informatiebeveiligingsbeleid nog steeds actueel is en ze strikt dezelfde informatieveiligheidsregels zouden toepassen. Deze vrijstelling heeft tot doel een tijdrovende administratieve last voor alle belanghebbenden te voorkomen, die hoe dan ook geen enkel praktisch nut zou hebben doordat het hier enkel om de herhaling zou gaan van absoluut identieke formaliteiten die eerder al zijn verricht.
Enfin, les redevables d’information qui ont déjà introduit des formulaires de sécurité de l’information auprès de l’association sans but lucratif IDENTIFIN et dont le conseiller en sécurité de l’information et les mesures de protection de la sécurité de l’information ont déjà été approuvées par le Comité sectoriel du Registre national dans le cadre d’autres obligations légales et réglementaires, sont dispensés de ces formalités dans le cadre des recherches visées à l’article 1er, pour autant que lors de leur demande motivée à IDENTIFIN, ils confirment que les informations relatives au conseiller en sécurité de l’information et à la politique de sécurité de l’information sont toujours d’actualité et qu’ils appliquent strictement les mêmes règles de sécurité de l’information. Cette dispense doit permettre d’éviter une charge administrative fastidieuse pour toutes les parties intéressées, qui ne présenterait de toute façon aucun intérêt pratique dès lors qu’il ne s’agirait que d’une répétition de formalités exactement identiques à celles déjà accomplies précédemment.
11623
BELGISCH STAATSBLAD — 10.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Wij hebben de eer te zijn,
Nous avons l’honneur d’être, Sire,
Sire,
Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaars
de Votre Majesté, les très respectueux et très fidèles serviteurs
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Intérieur, Mme J. MILQUET
De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
La Ministre de la Justice, Mme A. TURTELBOOM
De Minister van Financiën, K. GEENS
Le Ministre des Finances, K. GEENS
ADVIES 54.928/3 VAN 14 JANUARI 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT ‘WAARBIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIË EN DE BANK-, WISSEL-, KREDIET- EN SPAARINSTELLINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 322 VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992, GEMACHTIGD WORDEN TIJDELIJK TOEGANG TE HEBBEN TOT HET RIJKSREGISTER VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN’ Op 23 december 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit ‘waarbij de Nationale Bank van België en de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen bedoeld in artikel 322 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gemachtigd worden tijdelijk toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen’. Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 14 januari 2014. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jan Smets en Kaat Leus, staatsraden, Lieven Denys, assessor, en Annemie Goossens, griffier. Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, auditeur. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 14 januari 2014. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.
AVIS 54.928/3 DU 14 JANVIER 2014 DU CONSEIL D’ETAT, SECTION DE LEGISLATION, SUR UN PROJET D’ARRETE ROYAL ‘AUTORISANT LA BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE ET LES ETABLISSEMENTS DE BANQUE, DE CHANGE, DE CREDIT ET D’EPARGNE VISES A L’ARTICLE 322 DU CODE DES IMPOTS SUR LES REVENUS 1992 A ACCEDER TEMPORAIREMENT AU REGISTRE NATIONAL DES PERSONNES PHYSIQUES’
A. Goossens.
En application de l’article 84, § 3, alinéa 1er, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, la section de législation s’est limitée à l’examen de la compétence de l’auteur de l’acte, du fondement juridique et de l’accomplissement des formalités prescrites. Cet examen ne donne lieu à aucune observation.
Dat onderzoek geeft geen aanleiding tot opmerkingen. De griffier,
Le 23 décembre 2013 , le Conseil d’Etat, section de législation, a été invité par le Ministre des Finances à communiquer un avis, dans un délai de trente jours, sur un projet d’arrêté royal ‘autorisant la Banque Nationale de Belgique et les établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne visés à l’article 322 du code des impôts sur les revenus 1992 à accéder temporairement au Registre national des personnes physiques’. Le projet a été examiné par la troisième chambre le 14 janvier 2014. La chambre était composée de Jo Baert, président de chambre, Jan Smets et Kaat Leus, conseiller d’Etat, Lieven Denys, assesseur, et Annemie Goossens, greffier. Le rapport a été présenté par Frédéric Vanneste, auditeur. L’avis, dont le texte suit, a été donné le 14 janvier 2014.
De voorzitter, J. Baert.
Le greffier, A. Goossens.
Le président, J. Baert.
3 FEBRUARI 2014. — Koninklijk besluit waarbij de Nationale Bank van België en de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen bedoeld in artikel 322 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gemachtigd worden tijdelijk toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen
3 FEVRIER 2014. — Arrêté royal autorisant la Banque Nationale de Belgique et les établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne visés à l’article 322 du Code des impôts sur les revenus 1992 à accéder temporairement au Registre national des personnes physiques
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, vijfde lid, en artikel 8, tweede lid, ingevoerd bij de wet van 25 maart 2003; Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 322, § 3, derde lid, ingevoegd bij de wet van 14 april 2011 en vervangen bij de programmawet van 29 maart 2012, en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 29 december 2011; Gelet op het Koninklijk besluit van 17 juli 2013 betreffende de werking van het centraal aanspreekpunt bedoeld in artikel 322, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques, l’article 5, alinéa 5 et l’article 8, alinéa 2, introduits par la loi du 25 mars 2003; Vu le Code des impôts sur les revenus 1992, l’article 322, § 3, alinéa 3, inséré par la loi du 14 avril 2011 et remplacé par la loi-programme du 29 mars 2012, et alinéa 4, inséré par la loi du 29 décembre 2011; Vu l’arrêté royal du 17 juillet 2013 relatif au fonctionnement du point de contact central visé à l’article 322, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992;
11624
BELGISCH STAATSBLAD — 10.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Gelet op het Koninklijk besluit van 2 april 2003 betreffende de vergoedingen waartoe de prestaties van het Rijksregister van de natuurlijke personen aanleiding geven; Gelet op het advies RR nr. 01/2013 van het Sectoraal comité van het Rijksregister, gegeven op 11 december 2013; Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën van de federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, gegeven op 28 november 2013, en van de Inspecteur van financiën van de federale Overheidsdienst Financiën, gegeven op 20 november 2013; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 december 2013; Gelet op advies 54.928/3 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Gelet op de artikelen 19/1 tot 19/3 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2010; gezien dat op grond van het voorafgaand onderzoek of de uitvoering van een effectbeoordeling van het ontworpen besluit zich al dan niet opdrong, is geoordeeld dat een dergelijke effectbeoordeling in casu niet noodzakelijk was; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu l’arrêté royal du 2 avril 2003 relatif aux rétributions auxquelles donnent lieu les prestations du Registre national des personnes physiques; Vu l’avis RN n° 01/2013 du Comité sectoriel du Registre national, donné le 11 décembre 2013; Vu l’avis de l’Inspecteur des finances du Service public fédéral Intérieur, donné le 28 novembre 2013, et de l’Inspecteur des finances du Service public fédéral Finances, donné le 20 novembre 2013; Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 17 décembre 2013; Vu l’avis 54.928/3 du Conseil d’Etat, donné le 14 janvier 2014, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Vu les articles 19/1 à 19/3 de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, insérés par la loi du 30 juillet 2010; vu que sur base de l’examen préalable de la nécessité de réaliser une étude d’incidences de l’arrêté projeté, il a été estimé qu’une évaluation des incidences ne s’imposait pas en l’espèce; Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Intérieur et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Tijdens de periode vanaf de eerste dag volgend op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad tot en met 31 december 2014 hebben de Nationale Bank van België en de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen bedoeld in artikel 322 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 toegang tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen bedoeld in artikel 3, 1° (naam en voornamen) en 2° (geboorteplaats en –datum) van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen om er het rijksregisternummer van de cliëntenrijksinwoners op te zoeken, doch slechts indien ze dit nummer niet eerder onder een numerieke en gestructureerde vorm zouden hebben geregistreerd in het kader van een andere wetgeving. Geen opzoeking mag worden uitgevoerd door de Nationale Bank van België of door een bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling wanneer ze nog niet minstens over de naam, de voornamen en de geboortedatum beschikken wanneer ze de opzoeking opstarten.
Article 1er. Pendant la période allant du premier jour qui suit la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge jusque et y compris le 31 décembre 2014, la Banque Nationale de Belgique et les établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne visés à l’article 322 du Code des impôts sur les revenus (1992) ont accès aux données du Registre national des personnes physiques visées à l’article 3, 1° (nom et prénoms) et 2° (lieu et date de naissance) de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques afin d’y rechercher le numéro de registre national de leurs clients résidents, mais uniquement s’ils n’ont pas déjà enregistré ce numéro sous une forme numérique et structurée dans le cadre d’une autre législation. Aucune recherche ne peut être effectuée par la Banque Nationale de Belgique ou un établissement de banque, de change, de crédit et d’épargne lorsqu’ils ne disposent pas déjà au minimum du nom, des prénoms et de la date de naissance au moment d’initier la recherche.
Art. 2. Op voorwaarde dat zij een gemotiveerd verzoek in die zin heeft ontvangen van een bank-, wissel-, krediet- en spaarinstelling bedoeld in artikel 1, wordt tijdens de periode vanaf de eerste dag volgend op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad tot en met 31 december 2014 aan de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN toelating verleend om :
Art. 2. A condition d’avoir reçu d’un établissement de banque, de change, de crédit et d’épargne visé à l’article 1er, une demande motivée dans ce sens, l’association sans but lucratif IDENTIFIN se voit accorder l’autorisation, pendant la période allant du premier jour qui suit la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge jusque et y compris le 31 décembre 2014 :
- toegang te hebben tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor rekening van de voornoemde instelling die haar te dien eind heeft gevolmachtigd, met het oog op het verrichten van de opzoeking bedoeld in artikel 1,
- d’accéder aux données du Registre national des personnes physiques pour compte de l’établissement qui l’a mandatée à cette fin, en vue d’effectuer la recherche visée à l’article 1er,
- de rijksregisternummers van de cliënten-rijksinwoners van haar volmachtgever die zij door middel van deze opzoeking heeft ingezameld te gebruiken om ze aan deze volmachtgever mee te delen.
- d’utiliser les numéros de registre national des clients résidents de son mandant qu’elle a recueillis au moyen de cette recherche pour les communiquer à ce mandant.
De vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN heeft toegang tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen bedoeld in artikel 3, 1° (naam en voornamen) en 2° (geboorteplaats en –datum) van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen om er het rijksregisternummer van de cliëntenrijksinwoners van zijn lastgevers op te zoeken. Geen opzoeking mag worden uitgevoerd door de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN wanneer ze nog niet minstens over de naam, de voornamen en de geboortedatum beschikt wanneer ze deze opzoeking opstart.
L’association sans but lucratif IDENTIFIN a accès aux données du Registre national des personnes physiques visées à l’article 3, 1° (nom et prénoms) et 2° (lieu et date de naissance) de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques afin d’y rechercher le numéro de registre national des clients résidents de ses mandants. Aucune recherche ne peut être effectuée par l’association sans but lucratif IDENTIFIN lorsqu’elle ne dispose pas déjà au minimum du nom, des prénoms et de la date de naissance au moment d’initier cette recherche.
De vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN vernietigt onverwijld de rijksregisternummers die zij bij het Rijksregister van de natuurlijke personen heeft opgehaald nadat zij deze nummers aan haar volmachtgever heeft meegedeeld.
L’association sans but lucratif IDENTIFIN détruit sans retard les numéros de registre national qu’elle a recueillis auprès du Registre national des personnes physiques, après qu’elle a communiqué ces numéros à son mandant.
Bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen die in het kader van andere wettelijke of reglementaire verplichtingen reeds informatieveiligheidsformulieren bij de vereniging zonder winstoogmerk IDENTIFIN hebben ingediend en waarvan de consulent inzake informatieveiligheid en de informatieveiligheidsvoorzieningen door het Sectoraal comité van het Rijksregister reeds zijn goedgekeurd, zijn vrijgesteld van deze formaliteiten in het kader van de opzoeking bedoeld in artikel 1 voor zover ze naar aanleiding van de gemotiveerde aanvraag bedoeld in het eerste lid bevestigen dat de informatie m.b.t. de consulent inzake informatiebeveiliging en het informatiebeveiligingsbeleid nog steeds actueel is en ze strikt dezelfde informatieveiligheidsregels toepassen.
Les établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne qui ont déjà introduit des formulaires de sécurité de l’information auprès de l’association sans but lucratif IDENTIFIN et dont le conseiller en sécurité de l’information et les mesures de protection de la sécurité de l’information ont déjà été approuvées par le Comité sectoriel du Registre national dans le cadre d’autres obligations légales et réglementaires, sont dispensés de ces formalités dans le cadre de la recherche visée à l’article 1er, pour autant que lors de la demande motivée visée au premier alinéa, ils confirment que les informations relatives au conseiller en sécurité de l’information et à la politique de sécurité de l’information sont toujours d’actualité et qu’ils appliquent strictement les mêmes règles de sécurité de l’information.
11625
BELGISCH STAATSBLAD — 10.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 3. De in dit besluit bepaalde toegang is enkel toegelaten in het kader en voor de noden van de correcte registratie in het centraal aanspreekpunt bedoeld in artikel 322, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, van het rijksregisternummer van de natuurlijke personen-rijksinwoners voor wie gegevens eraan moeten worden meegedeeld.
Art. 3. L’accès prévu par le présent arrêté est uniquement autorisé dans le cadre et pour les besoins de l’enregistrement correct au point de contact central visé à l’article 322, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992 du numéro de registre national des personnes physiques résidentes pour lesquelles des données doivent y être communiquées.
Art. 4. Indien de in artikel 1 bedoelde instellingen reeds beschikken over het rijksregisternummer van hun cliënten met het oog op een andere door of krachtens de wet bepaalde finaliteit, dan zijn ze gemachtigd dit rijksregisternummer te hergebruiken in het kader en voor de noden van de correcte registratie in voormeld centraal aanspreekpunt van het rijksregisternummer van de natuurlijke personenrijksinwoners.
Art. 4. Si les établissements visés à l’article 1er disposent déjà du numéro de registre national de leurs clients dans le cadre d’une autre finalité prévue par ou en vertu de la loi, ils sont autorisés à le réutiliser dans le cadre et pour les besoins de l’enregistrement correct au point de contact central précité du numéro de registre national des personnes physiques résidentes.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de datum van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa publication au Moniteur belge.
Art. 6. De ministers die bevoegd zijn voor respectievelijk Binnenlandse zaken, Justitie en Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit, ieder voor wat hem of haar aanbelangt.
Art. 6. Les ministres qui ont respectivement l’Intérieur, la Justice et les Finances dans leurs attributions sont chargés de l’exécution du présent arrêté, chacun pour ce qui le ou la concerne.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2014.
Donné à Bruxelles, le 3 février 2014.
FILIP
PHILIPPE
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Intérieur, Mme J. MILQUET
De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
La Ministre de la Justice, Mme A. TURTELBOOM
De Minister van Financiën, K. GEENS
Le Ministre des Finances, K. GEENS
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS
[2014/14061] 21 DECEMBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd. — Erratum
[2014/14061] 21 DECEMBRE 2013. — Arrêté royal modifiant le Code ferroviaire en ce qui concerne les services à fournir aux entreprises ferroviaires. — Erratum
In het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2014, bl. 5233, akte nr. 2014/14023, Nederlandse tekst, moet de hoofding gelezen worden zoals hierboven.
Au Moniteur belge du 22 janvier 2014, page 5233, acte n° 2014/14023, texte néerlandais, il faut lire l’intitulé comme ci-dessus.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
[2014/200091]
[2014/200091]
26 JANUARI 2014. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 van 16 juli 2013, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de tijdelijke arbeid en uitzendarbeid (1)
26 JANVIER 2014. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail n° 108 du 16 juillet 2013, conclue au sein du Conseil national du Travail, relative au travail temporaire et intérimaire (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;
Vu la demande du Conseil national du Travail;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 van 16 juli 2013, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.
Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail no 108 du 16 juillet 2013, reprise en annexe, conclue au sein du Conseil national du Travail, relative au travail temporaire et intérimaire.