Beleidsregels uit beleidsplan re-integratie en voorzieningen
I. Doelgroepen 1. Jongeren < 23 jaar. I.1.1. De gemeente wil jongeren uit de bijstand houden; dit is mogelijk door het instellen van een (virtueel) jongerenloket, waarin alle actoren op het gebied van re-integratie van jongeren participeren. I.1.2. De gemeente legt zichzelf de verplichting op deze doelgroep binnen zes maanden na doorverwijzing naar de gemeente een traject aan te bieden, gericht op werk. 2. Doelgroep Loon Boven Uitkering. I.2.1. Het project loon boven uitkering wordt voorlopig toegepast voor alleenstaanden tot 50 jaar, zowel voor de nieuwe instroom als het zittende bestand, met een arbeidsplicht. I.2.2. De doelgroep LBU bestaat per 1 juli 2005 uit alleenstaanden en gehuwd samenwonenden zonder kinderen tot 50 jaar, zowel voor de nieuwe instroom als het zittende bestand, met een arbeidsplicht. I.2.3. Met ingang van 1 januari 2006 wordt de doelgroep voor LBU verder uitgebreid met de eenoudergezinnen uit de nieuwe instroom voor wie een arbeidsplicht geldt I.2.4. Met ingang van 15 april 2007 wordt de doelgroep voor LBU verder uitgebreid met de eenoudergezinnen met kinderen vanaf 5 jaar uit het zittende bestand voor wie een arbeidsplicht geldt. I.2.5 Met ingang van 15 april 2007 wordt de leeftijdsgrens opgerekt; LBU wordt dan toegepast voor alle klanten in de leeftijd van 23 tot 65 jaar. 3. Personen met een relatief korte(re) afstand tot de arbeidsmarkt vanaf 23 jaar I.3.1. De tot deze doelgroep behorende mensen worden zo snel mogelijk een re-integratietraject aangeboden, zodat, eventueel met gebruik maken van aangeboden voorzieningen, de uitstroom naar werk wordt bevorderd. 4. Alleenstaande ouders met kind(eren) I.4.1. Bij de alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar en gehandicapte kinderen tot 18 jaar maakt het college van burgemeester en wethouders een afweging tussen het belang van de arbeidsinschakeling en de invulling die de ouder wenst te geven aan de zorgtaken. De gemeente houdt hierbij rekening met een verantwoorde invulling van de combinatie arbeid en zorg en zal ook hier voorzieningen ter beschikking stellen die deze combinatie mogelijk maken. I.4.2. Indien een alleenstaande ouder nog geen startkwalificatie heeft, dan moet de zorgperiode voor de kinderen zo veel mogelijk worden benut voor de benodigde scholing. 5. Niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een ANW-uitkering I.5.1. De wijze waarop uitvoering van de re-integratieactiviteiten voor deze doelgroep geschiedt is geregeld in de B&W notitie 'Beleidsregels Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers' I.5.2 mensen die instromen in het project Loon Boven Uitkering (zie hoofdstuk 3. Voorzieningen, onderdeel 2, Loon Boven Uitkering) aan te merken als niet-uitkeringsgerechtigden; I.5.3 iedere belanghebbende moet zich laten inschrijven bij het CWI als werkzoekende en krijgt binnen uiterlijk 12 maanden een re-integratieaanbod I.5.4 indien het gezinsinkomen meer dan 130% van het minimum loon bedraagt, komt de belanghebbende niet in aanmerking voor een re-integratietraject. I.5.5 voor de groep belanghebbenden met een gezinsinkomen tussen de 120% en de 130% van het minimumloon wordt de draagkracht berekend (conform de bijzondere bijstand). Deze mensen betalen derhalve een (geringe) eigen bijdrage. I.5.6 voor belanghebbenden met een gezinsinkomen beneden 120% van het minimum loon wordt geen eigen bijdrage gevraagd; de eventuele kosten van de uitvoering van een re-integratie plan worden volledig vergoed I.5.7 aanvullend op de bepalingen omtrent scholing in het beleidsplan re-integratie en voorzieningen geldt de extra voorwaarde is dat de cursus maximaal een half jaar mag duren I.5.8 belanghebbende, die nog niet toe is aan een “arbeidsgericht” traject, komt niet in aanmerking voor een traject dat op langere termijn gericht is op betaald werk
I.5.9 I.5.10
de afspraken die met de belanghebbenden worden gemaakt over het te volgen traject worden vastgelegd in een re-integratieplan indien belanghebbende niet voldoet aan de gemaakte afspraken wordt overgegaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de door de gemeente aan een uitvoerder vergoede trajectkosten, op basis van de onder punt 4 van deze notitie opgenomen procedure.
6. Arbeidsgehandicapten I.6.1. De tot deze doelgroep behorende cliënten, die al langere tijd in de uitkeringssituatie zitten en die op basis van een éénmalige individuele beoordeling geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan de arbeidsmarkt worden gestimuleerd deel te nemen aan vormen van vrijwilligerswerk en andere vormen van zinvolle dagbesteding; I.6.2. Op basis van maatwerk, op het individu gericht, wordt een frequentie van periodieke herbeoordeling afgesproken voor de onder punt 1 genoemde groep. I.6.3. Nieuwe instroom en personen uit het zittende bestand waarvan is vastgesteld dat er mogelijkheden zijn om deel te nemen aan de arbeidsmarkt worden met een passend begeleidings- en zorgarrangement richting arbeid. 7. Allochtonen. I.7.1. De 1e generatie allochtonen, die al langere tijd in de uitkeringssituatie zitten en die op basis van een éénmalige individuele beoordeling geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan de arbeidsmarkt worden gestimuleerd deel te nemen aan vormen van vrijwilligerswerk en andere vormen van zinvolle dagbesteding. I.7.2. Allochtonen die niet vallen onder de groep genoemd onder 1. maar onvoldoende de Nederlandse taal beheersen, moeten zo snel mogelijk, verplicht, een duaal traject volgen, als onderdeel van een traject, gericht op werk. I.7.3. Alle allochtonen die niet vallen onder 1. en 2. worden gerekend tot één van de andere benoemde doelgroepen. 8. Ouderen van 57 ½ jaar en ouder I.8.1. De tot deze doelgroep behorende cliënten worden geacht deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Bij wie dat niet mogelijk is, blijkend uit een jaarlijkse individuele beoordeling, en die geen mogelijkheden heeft om deel te nemen aan de arbeidsmarkt, wordt gestimuleerd deel te nemen aan vormen van vrijwilligerswerk en andere vormen van zinvolle dagbesteding. 9. Personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt I.9.1. Personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt krijgen een traject aangeboden richting sociale activering, ter voorkoming van sociaal isolement en daar waar mogelijk en wenselijk worden voorwaarden geschapen voor inzet richting (ongeschoold) werk.
II. Prioritering doelgroepen II.1 De prioritering van de doelgroepen is als volgt: 1. Jongeren tot 23 jaar; 2. Loon Boven Uitkering; 3. Personen met een relatief korte(re) afstand tot de arbeidsmarkt vanaf 23 jaar; 4. Alleenstaande ouders met kinderen; 5. Niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een ANW-uitkering; 6. Arbeidsgehandicapten; 7. Allochtonen (1e generatie); 8. Personen van 57 ½ jaar en ouder; 9. Personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
III. Voorzieningen 1. Gesubsidieerde arbeid III.1.1. De beleidsuitgangspunten en uitvoeringsregels zijn vastgesteld in de B&W notitie 'visie gesubsidieerde arbeid met ingang van 2004' en nader uitgewerkt in de B&W notitie ‘Toekomst gesubsidieerde arbeid’. III.1.2. Invoering van de beleidsuitgangspunten en uitvoeringsregels wordt geregeld met ingang van 1 juli 2006. 2. Loon boven uitkering (LBU) III.2.1. Betrokkenen wordt voor een periode van drie maanden een baan aangeboden van 32 uur per week tegen het minimumloon III.2.2. De termijn van drie maanden, als bedoeld onder III.2.2. kan met 3 maanden worden verlengd. III.2.3. De LBU-trajecten zijn duaal, d.w.z. naast het werken vinden begeleiding en scholing plaats, o.a. sollicitatietrainingen, gericht op het zoeken van en uitstromen naar een reguliere baan. III.2.4 Aan deelnemers die na een periode van 3 maanden, bedoeld onder III.2.2, gevolgd door een verlenging van 3 maanden als bedoeld onder III.2.3, geen reguliere baan op de arbeidsmarkt hebben aanvaard, kan een dienstverband gesubsidieerde arbeid van maximaal twaalf maanden worden aangeboden, waarbij uitstroom naar regulier werk voorop staat. III.2.5. De nadere invulling van de beleidsuitgangspunten en uitvoeringsregels wordt geregeld in de B&W notitie ‘Evaluatie Loon Boven Uitkering’. III.2.6 De nadere invulling van de beleidsuitgangspunten en uitvoeringsregels met betrekking tot een geïntegreerde werkvoorziening wordt geregeld in de B&W notitie ‘Focu2Move’. 3. Scholing III.3.1. Scholing dient gericht te zijn op uitstroom naar een reguliere baan of gesubsidieerde arbeid, als tussenstap naar een reguliere baan. 4. Sociale Activering III.4.1. Sociale activering wordt alleen ingezet voor mensen met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder in dit kader ook worden gerekend de 1e generatie allochtonen en arbeidsgehandicapten 5. Vrijwilligerswerk Zie verder onder IV.3.4
IV. Overige aangelegenheden 1. Inkomensvrijlating Beleidsregels IV.1 en IV.2 komen te vervallen 2. Ontheffingen. IV.2.1. Cliënten die aan kunnen tonen dat zij mantelzorg verrichten ten behoeve van personen die daar niet zonder kunnen, worden geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van arbeidsplicht, gedurende de periode van mantelzorg. IV.2.2. Alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar worden geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van arbeidsplicht indien en zolang er geen voldoende aanbod is voor passende kinderopvang, in welke vorm dan ook; de re-integratieplicht blijft bestaan. IV.2.3. Van passende kinderopvang is sprake indien aansluiting plaatsvindt tussen de (mogelijke) werk- en / of schooltijden en de voorzieningen en de afstand tot deze voorzieningen niet groter is dan 5 km. van de werk- en / of schoolplek. IV.2.4. Dezelfde vrijstelling vindt plaats als deze ouder gemotiveerd aangeeft dat het beter voor het kind is dat zij/hij zelf voor de opvoeding zorg draagt; de re-integratieplicht blijft bestaan. IV.2.5. Alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar kunnen worden vrijgesteld van arbeidsplicht totdat het jongste kind 5 jaar wordt; de re-integratieplicht blijft bestaan. IV.2.6. Alleenstaande ouders met een gehandicapt kind tot 18 jaar kunnen worden vrijgesteld van arbeidsplicht.; de re-integratieplicht blijft bestaan. 3. Premiebeleid IV.3.1. Premies worden, in voorkomende gevallen, met terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2007. IV.3.2. Het college kan uitstroompremies beschikbaar stellen: IV.3.2.1. Premie “voltijdarbeid”: De uitkeringsgerechtigde die gehele of gedeeltelijke arbeid in dienstbetrekking op de reguliere arbeidsmarkt aanvaardt, waardoor de uitkering kan worden beëindigd en die onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 12 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de Wwb, Abw, de Ioaw of Ioaz ontvangt een éénmalige premie van het wettelijke toegestane maximum. Deze éénmalige premie wordt eveneens verstrekt aan degene die gesubsidieerde arbeid verricht in het kader van de Wiw of het besluit ID zoals deze regelingen van toepassing waren voor 1 januari 2004 en die aansluitend arbeid in dienstbetrekking aanvaardt, waarmee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien. IV.3.2.2. Premie deeltijdarbeid: De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee niet volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien, komt na 6 maanden vanaf datum werkaanvaarding in aanmerking voor een éénmalige premie van € 1.000,--. IV.3.2.3. Voorwaarden gehele of gedeeltelijke premies .1 er is slechts 1x recht op een maximale premie over een periode van 36 maanden; .2 er moet een arbeidsovereenkomst van tenminste 6 maanden zijn aangegaan; .3 als deeltijdarbeid op enig moment leidt tot beëindiging van de uitkering, dan wordt aanvullend een premie betaald tot het wettelijk maximaal toegestane bedrag; .4 moment van betalen is achteraf: 6 maanden na aanvang van de arbeid kan de premie worden verstrekt (na overleggen van de bewijsstukken zoals een arbeidsovereenkomst of salarisspecificaties); .5 premies kunnen ambtshalve, maar ook op aanvraag worden uitbetaald; .6 de toekenning van de premie wordt aan de belanghebbende kenbaar gemaakt door middel van een beschikking; IV.3.2.4 Re-integratiepremies Geen beloningen meer verstrekken in de zin van een premie omdat een klant een cursus heeft afgerond (tenzij bij klanten die een heel lang sociale activeringstraject voor de boeg hebben). Het college kan Re-integratiepremies verstrekken De uitkeringsgerechtigde die een onderdeel van een langdurig en meerjarig trajectplan sociale activering met goed gevolg afrondt, heeft recht op een éénmalige premie van maximaal € 250. De premie wordt slechts éénmaal per jaar verstrekt, ook al worden er in het betreffende jaar meerdere deeltrajecten afgerond.
IV.3.3. Indien de maximale inzetbaarheid wordt gehaald, een plek op de arbeidsmarkt voor onbepaalde tijd en in mindere of meerdere mate in deeltijd, is het mogelijk voor de doelgroep arbeidsgehandicapten het maximale premiebeleid toe te passen, zoals bedoeld in beleidsregel IV.3.2.2. De premie wordt 1x per 12 maanden verstrekt in plaats van 1x per 36 maanden en wordt uitbetaald na overlegging van een voor de periode geldend arbeidscontract. IV.3.4 Premie vrijwilligerswerk IV.3.4.1 Vrijwilligerswerk vindt alleen plaats als onderdeel van een traject richting (gesubsidieerde) arbeid of als onderdeel van sociale activering c.q. de maatschappelijke participatie. IV.3.4.2 De gemeente kan in het kader van de WWB een stimuleringspremie verstrekken tot maximaal € 764,-- per jaar (maatschappelijke participatie) c.q. € 1500,-- per jaar (re-integratie). 4. Onkostenvergoeding IV.4.1. Het college verstrekt een vergoeding voor werkelijk gemaakte en aantoonbare kosten, zoals hiervoor is beschreven, onder de volgende voorwaarden: IV.4.1.1. Computer Een computer kan worden vergoed tot maximaal € 455,-- als: - de school een eigen computer voorschrijft of - de school geen mogelijkheden biedt om daar te oefenen of - een alleenstaande ouder kinderopvang moet inhuren om op school te oefenen. IV.4.1.2. Reiskosten Reiskosten worden vergoed. Het reiskostenbeleid is conform aan dat van de werkinstructie bijzondere bijstand op dit punt: - binnen Alkmaar geen vergoeding, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden - buiten Alkmaar wel vergoeding: kosten openbaar vervoer of € 0,13 per km bij gebruik van auto, motor, brommer - geen vergoeding wordt verleend voor aanschaf en/of gebruik fiets IV.4.1.3. Kinderopvang Deze kosten worden vergoed via de subsidieregeling kinderopvang IV.4.1.4. Overblijfkosten. Overblijfkosten worden vergoed. Deze kosten vallen niet onder de subsidieregeling kinderopvang, maar moeten wel gemaakt worden als het kind vanwege de scholing van de ouder moet overblijven. De kosten bedragen rond de € 0,91 of € 1,15 per keer. IV.4.1.5. Kosten (vrijwilligers)werk, stage De algemene regel luidt, dat er een vergoeding verleend kan worden als er sprake is van aantoonbare kosten die gemaakt moeten worden om het werk uit te voeren. Gedacht kan o.a. worden aan: - gereedschap (voor zover de werkgever dat niet verstrekt) volgens feitelijke kosten - speciale representatieve kleding (max. € 230,--) IV.4.1.6. Sollicitatiekosten Noodzakelijke sollicitatiekosten worden vergoed voor zover de werkgever de kosten niet betaalt. Te denken valt aan reiskosten naar een werkgever buiten Alkmaar. 5. Aanbesteding IV.5.1 De uitbesteding van re-integratieactiviteiten wordt zo veel mogelijk voortgezet, ook na afloop van de huidige contracten per 1 maart 2008; er blijft ruimte voor experimenten of voor projecten die zich speciaal richten op bepaalde doelgroepen, mits niet in strijd met Europese richtlijnen IV.5.2 De uitvoering van gesubsidieerde arbeid wordt met ingang van 2009 aanbesteed. 6. Rechten en plichten. IV.5.1 Iedere cliënt heeft recht op: een uitkering, indien rechtmatig aanbieding van een voorziening als genoemd in het beleidsplan bijstand door een derde bij de gesprekken met de gemeente premie bij duurzame (geheel of gedeeltelijke) uitstroom vrijlating van inkomsten onkostenvergoeding, onder voorwaarden
ontheffing van re-integratieplicht en / of arbeidsplicht, onder voorwaarden honorering eigen initiatieven, onder voorwaarden afronden inburgeringtraject behalen van een goede startkwalificatie invloed op de keus van een re-integratiebedrijf, onder voorwaarden indienen van een klacht, conform een klachtenregeling algemeen geaccepteerde arbeid, indien mogelijk IV.5.2 Plichten van de cliënt: arbeidsinschakeling: naar vermogen accepteren algemeen geaccepteerde arbeid gebruik maken van een aangeboden voorziening inschrijving bij CWI verstrekken van alle noodzakelijke inlichtingen tot verkrijgen van een uitkering meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld een keuring. aanvaarden van reistijden bij het verkrijgen en hebben van arbeid nakomen van alle op re-integratie gerichte afspraken nakomen 7. Terugvordering Beleidsregel: IV.7.1. Terugvordering wordt uitgevoerd op basis van de in de B&W notitie 'Terugvordering ten onrechte verstrekte trajectkosten / kosten van re-integratie' vastgestelde uitvoeringsregeling.