Beleidsplan Stichting Manusia Papua 2013-‐2015 Inhoud 1. Wie zijn we? 2. Historie en motivatie 3. Doelgroep. Schets van de ontwikkeling van de autochtone bevolking 4. Actuele situatie autochtone bevolking 5. Doelstelling 6. Visie, missie en kernwaarden 7. Omgevingsanalyse en samenwerkingverbanden 8. Manusia Papua in cijfers 9. Het huidige en belangrijkste project 10. Externe factoren. 11. Resultaten/werkwijze 12. Marketing 13. Overleg, communicatie, besluitvorming . 1. Wie/wat is Stichting Manusia Papua? Stichting Manusia Papua is een organisatie van vrijwilligers die in 1999 is opgericht door Hendrik (Henk) C. Hoogink. Henk is tevens voorzitter van het bestuur. Andere bestuursleden zijn: Egbert Nauta, Henk Heerink en Yvonne Hoogink-‐Koenen. Onze website is gemaakt en wordt beheerd door Petra Metz. Regelmatig zetten sympathisanten zich ook in t.b.v. de promotie van onze stichting. Projecten worden geïnitieerd en gerealiseerd in samenwerking met organisaties (co-‐partners) en lokale overheden in de Papuaprovincies. 2. Historie en motivatie De motivatie voor de oprichting is ontstaan door een verblijf van de oprichter als dienstplichtig marinier in het voormalige Nederlands Nieuw-‐Guinea, in 1961-‐1962. Een hernieuwde confrontatie met de leefomstandigheden van de autochtone bevolking, tijdens terugkeer naar het gebied in 1996 en de behoefte om daar een positieve bijdrage aan te leveren, heeft geleid tot de oprichting van Stichting Manusia Papua. De motivatie betreft niet alleen de marginale leefomstandigheden van veel Papoea’s, maar die wordt ook versterkt door een moreel besef. Het besef dat Nederland een eeuwenlange
koloniale relatie heeft gehad met het leefgebied en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de autochtone bevolking. 3. Schets van de ontwikkeling van de autochtone bevolking (doelgroep) Vooral de omstandigheden in de binnenlanden waren tot ver in de vorige eeuw niet of nauwelijks bekend. Ook lokale stammen waren vaak niet op de hoogte van elkaars bestaan. Door deze langdurige geïsoleerde situatie, zijn uiteenlopende talen en leefgewoonten ontstaan. Stapsgewijs werden gebieden onder controle gesteld van het Nederlandse bestuur. Mede door activiteiten van missie en zending kwam de specifieke leefwijze van Papoea’s onder grote druk te staan. Onderwijs, opleiding en gezondheidszorg, bracht de autochtone bevolking op een hoger plan, maar de geforceerde aanpassing die wetten en regels van het bestuur en de kerken oplegden, zorgden ook voor verwarring en frustratie. In de vijftiger jaren van de 20e eeuw kwam Nederland tot het inzicht dat Papoea’s het recht hadden op hun eigen identiteit en zelfbestuur en werd de bevolking voorbereid op een zelfstandige staat. Een periode van positieve vooruitzichten, beloften, hoop en vriendschap. Door internationale politieke ontwikkelingen, is het Nederland echter niet gelukt de belofte aan de Papoea’s te realiseren en werd het gebied een provincie van Indonesië in plaats van de beloofde onafhankelijke staat. Het gefrustreerde volk kwam in opstand en werd op gewelddadige wijze vervolgd. Tienduizenden zijn daarbij omgekomen of gevlucht, terwijl mensen uit andere delen van Indonesië zich in hun leefgebied vestigden. Papoea’s zijn nu een minderheid en lijden onder schending van mensenrechten. Ook wordt hun leefgebied ernstig aangetast door illegale houtkap en exploitatie van andere grondstoffen, zoals: goud, koper, tin en gas. Deze feiten frustreren niet alleen de direct betrokken bevolking, maar ook Nederlanders die vinden dat Papoea’s door de geschiedenis en de negatieve actuele effecten daarvan, niet toekomen aan de invulling van hun eigen identiteit. Een en ander is voor onze stichting aanleiding om juist deze mensen bij te staan. 4. Actuele situatie autochtone bevolking In de min of meer afgelegen gebieden is de achterstand het meest zichtbaar. Het gaat daarbij vooral om: gezondheidszorg, onderwijs, opleiding, volwaardige voeding en kennis die nodig is om hun positie te verbeteren. Belangrijke oorzaak van die achterstand is de slechte bereikbaarheid van de gebieden. Voor werkers in de gezondheidszorg en het onderwijs, zijn het niet de populairste werkplekken. Andere negatieve aspecten zijn: een structurele schending van mensenrechten, onteigening van grondgebieden en een twijfelachtige rechtsgang. De leefsituatie van bewoners in de binnenlanden komt ook steeds meer onder druk te staan door de steeds intensievere exploitatie van het gebied. De aanwezigheid van de traditionele bevolking wordt daarbij beschouwd als een obstakel. Een ander heikel punt is de druk op de arbeidsmarkt van de-‐ over het algemeen beter opgeleide-‐ transmigranten uit andere delen van Indonesië.
5. Doelstelling Onze motivatie heeft geleid tot de doelstelling, een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefomstandigheden van de autochtone bevolking van het voormalige Nederlands Nieuw-‐Guinea (de huidige Indonesische Papuaprovincies) 6. Visie, missie en kernwaarden Onze doelstelling proberen we te bereiken door, in samenwerking met lokale partners en overheden, projecten te initiëren, te financieren en uit te laten voeren door die lokale partner. De samenwerking is tevens gericht op capaciteitsopbouw van de lokale partner. Het doel daarbij is, de zelfstandigheid van de partner te bevorderen en uiteindelijk de onafhankelijkheid van directe financiële steun van onze organisatie. Voorbeelden van capaciteitsopbouw zijn: de opbouw van een netwerk, informatie over de mondiale en lokale structuren betreffende ontwikkelingssamenwerking, marketing, publiciteit en het genereren van inkomsten en fondsen. Uitgangspunten voor capaciteitsopbouw van de lokale partner: -‐ lokale mensen/organisaties, in staat stellen uitvoering te geven aan de doelstelling zoals hierboven beschreven. -‐ bevorderen van de onafhankelijkheid en autonomie van de lokale partner. 7. Omgevingsanalyse en samenwerkingverbanden De belangrijkste taak van Stichting Manusia Papua is, fondsen te genereren om projecten te financieren en de capaciteit van de lokale partner te versterken. Om dat doel te bereiken geven we informatie over de doelstelling van onze organisatie, de doelgroep en de actuele projecten. Middelen daartoe zijn informatieve bijeenkomsten voor: bedrijven, scholen, kerken, serviceclubs, veteranen etc. Een website en Facebookpagina worden onderhouden en twee keer per jaar wordt een nieuwsbrief uitgegeven. Binnen de doelstelling wordt samengewerkt met: Yayasan Anugera Baliem Papua Structurele samenwerking in de exploitatie van Kraamkliniek Anugera in Wamena. Anugera en onze stichting hebben regelmatig contact met de lokale besturen van Kabupaten (regentschappen) Jayawijaya en Lani Jaya en de lokale Diensten Gezondheidszorg. Dat is ook het geval tijdens onze werkbezoeken aan Wamena. Deze organisaties participeren in de exploitatie van de kliniek. De besturen van Kabupaten hebben ook de bouw van de kliniek financieel gesteund en steunen ook de exploitatie. Samenwerkende Organisaties voor West-‐Papua (SOWP) De SOWP is een verband tussen een aantal organisaties in Nederland die zich richten op ontwikkelingswerk in de Papuaprovincies. Structureel wordt informatie uitgewisseld over omstandigheden en ervaringen m.b.t. ontwikkelingsprojecten in de Indonesische Papuaprovincies en wordt gezocht naar andere vormen van samenwerking. Veteranen met een missie Er is structureel overleg en samenwerking met veteranenorganisaties die zich inzetten om ontwikkelingsprojecten te realiseren in (voormalige) uitzendgebieden. Het Veteraneninstituut van het Min. van Def. Speelt daarbij een belangrijke ondersteunende rol.
Stichting Nederlands Samenwerkingsverband voor Inheemse Volken Structureel overleg en uitwisselen van omstandigheden en ervaringen m.b.t. inheemse volken. Papoeamanifestaties Vertegenwoordigers van onze stichting zijn regelmatig aanwezig bij manifestaties die een relatie hebben met de Papuaprovincies. Het betreft o.a. culturele, politieke en persoonlijke aangelegenheden. Administratief T.b.v. de realisatie van ons financieel jaarverslag worden we ondersteund door administratiekantoor “Club Vooruit”. Club Vooruit is ontstaan uit een gezamenlijk project van de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. Ook de provincie Gelderland ondersteunt dit initiatief.. 8. Manusia Papua in cijfers Vanaf de oprichting van onze stichting in 2000 tot 2006 hebben we onze activiteiten geconcentreerd op min of meer afgelegen dorpen rond de stad Manokwari in de Vogelkop. Met hulp van Augustijner pater Ton Tromp is samenwerking tot stand gebracht met de lokale stichting Yapmi. Vanaf het begin van de samenwerking werd duidelijk, dat onze doelgroep onvoldoende toekomt aan de invulling van eerste levensbehoeften. Prioriteit daarbij bleek de structurele beschikking over schoon water. Zo’n twintig, veelal schoonwaterprojecten zijn gerealiseerd en vastgelegd in een document “gerealiseerde projecten”. Daarin zijn ook de impact, het aantal begunstigden en de financiële aspecten aangegeven. De hierboven beschreven actuele situatie autochtone bevolking, is aanleiding geweest om vanaf 2006 onze activiteiten nog meer te richten op gebieden met de grootste achterstand. Eén van die gebieden is de Baliemvallei. Dit gebied is alleen door de lucht te bereiken en heeft, naast veel natuurlijke vruchtbaarheid en schoonheid, alle negatieve kenmerken van een achterstandgebied. Vooral het ontbreken van voldoende voorzieningen op medisch gebied en hygiëne zorgen voor bijzondere problemen. Een aantal feiten: -‐ de gemiddelde leeftijd is de laagste in Indonesië. -‐ 330 per 1000 kinderen overlijden voor het vijfde levensjaar. -‐ het sterftecijfer van (zwangere) vrouwen is hoog. -‐ Indonesië heeft de sterkste groei van HIV/Aids in Azië. -‐ in de Baliemvallei is die groei nog 30% hoger. 9. Het huidige en belangrijkste project Stichting Manusia Papua heeft in 2007 van de lokale Stichting Anugera Baliem Papua, het verzoek gekregen om te helpen de hoge kindersterfte en complicaties onder zwangere vrouwen in de regio terug te dringen via de realisatie van een kraamkliniek. De vrouwen kunnen in de kliniek terecht voor: consultatie, medicatie, melkverstrekking, bevallingen en voorlichting over voeding, hygiëne, HIV/Aids en sociaal-‐maatschappelijke omstandigheden. Bij het aanvaarden van het verzoek was het voor Manusia Papua van essentieel belang dat de realisatie van de kliniek zou worden ingebed in de lokale omstandigheden. Dat hield
ondermeer in dat het lokale bestuur, de gezondheidszorg etc. het project positief zouden beoordelen en daarin wilden participeren. Toen aan die voorwaarden was voldaan, is uitvoering gegeven aan de realisatie van de kraamkliniek. De begroting bedroeg € 192.120,000 en is gefinancierd door: donateurs van Stichting Manusia Papua, Nederlands Comité voor Duurzame Ontwikkelingssamenwerking (NCDO), Eureko Achmea Foundation, Rabobank Share4more én de lokale overheid in Papua. Frisian Flag Indonesia heeft toegezegd gratis melk te leveren aan zwangere vrouwen en kinderen. De kraamkliniek is gerealiseerd binnen een samenwerkingsverband tussen Stichting Manusia Papua en Stichting Anugera Baliem Papua in Wamena. In die stad is de kliniek gevestigd. Het aantal inwoners van Wamena is ± 12.000 (2001). In de Baliemvallei, gaat het om ± 120.000 inwoners (2001). De opening van de kliniek heeft plaats gevonden op 15 oktober 2011 en vanaf 15 januari 2012 is de kliniek operationeel. De kraamkliniek is eigendom van Stichting Anugera en wordt onder verantwoording van Anugera geëxploiteerd. Om de kwaliteit en de duurzaamheid van de kliniek te optimaliseren, blijft Manusia Papua voor onbepaalde tijd verbonden aan de kliniek. De criteria voor die verbondenheid zijn beschreven in een samenwerkingsovereenkomst. De belangrijkste feiten betreffen een financiële ondersteuning t.b.v. optimalisering van de kwaliteit van de kliniek en een voortzetting van hetgeen wordt verstaan onder capaciteitsopbouw. Een voorbeeld van optimalisering is de aanschaf van een ambulanceauto om bewoners van dorpen buiten Wamena te kunnen bezoeken en vervoeren. Andere voorbeelden zijn de aanschaf van: computers, printers, een wasmachine, een diepvriezer, een tweede koelkast en een aggregaat dat kan worden ingezet bij stroomuitval. De voortgang van de kliniek wordt regelmatig geëvalueerd. Manusia Papua ontvangt per twee maanden een rapportage. Naast activiteiten die de doelstelling van de kliniek met zich meebrengt, verwachten we dat de vestiging en de resultaten van de kliniek aanleiding zullen zijn voor relevante activiteiten door anderen. Om een en ander te bewerkstelligen worden activiteiten ondernomen om de lokale samenleving te mobiliseren om te participeren in de kliniek en/of zelf relevante activiteiten te ontplooien. 10. Externe factoren. In dit beleidsplan is al aangegeven dat het gebied dat nu de huidige Indonesische Papuaprovincies betreft, tot 1962 een Nederlandse kolonie was onder de naam Nederlands Nieuw-‐Guinea. In 1962 is, tot ongenoegen van de autochtone bevolking, het gebied overgedragen aan Indonesië. De hierboven beschreven situatie die toen is ontstaan, duurt voort en zorgt regelmatig voor politieke en maatschappelijke problemen. Een aantal voorbeelden: Er is geen vrije toegang tot het gebied voor de pers en organisaties zoals Amnesty International. Een visum en een “surat jalan” (reisbrief voor een verblijf in bepaalde plaatsen) dient vooraf te worden geregeld bij een politiebureau. Een bijzondere omstandigheid in onze samenwerking met Amelia Jigibalom is, dat zij, net als veel andere Papoea’s, in 2000 is veroordeeld voor “samenzwering tegen de staat”. Daarvoor heeft zij een paar jaar gevangenisstraf uitgezeten. Ontwikkelingen gaan, zeker voor de autochtone bevolking, in een hoog tempo. Zorgelijk daarbij zijn de negatieve effecten voor Papoea’s. Bijvoorbeeld: de Indonesische regering
verdeelt de twee Papuaprovincies in nieuwe kleinere bestuursgebieden. Dat biedt werkgelegenheid aan Papoea’s, maar zorgt ook voor spanningen. Die spanningen worden onder meer veroorzaakt door onteigening van grondgebied en begunstiging van leden van de eigen stam. Dit leidt regelmatig tot confrontaties tussen Papoea’s hetgeen voor politie en leger weer aanleiding is om met buitensporige methoden in te grijpen. Een klassiek voorbeeld van het fenomeen “verdeel en heers!” Een eerder aangehaald feit is dat de invoering van de “Speciale Autonomiewet” voor de Papuaprovincies faalt. Met de daarin beloofde “gratis gezondheidszorg”, is rekening gehouden bij uitgangspunten voor een zelfstandige, duurzame exploitatie van de kraamkliniek. Die zorg wordt echter nog maar gedeeltelijk vergoed. Gevolg voor de kraamkliniek is dat de meeste vrouwen de eigen kosten niet kunnen betalen. Dat is negatief voor de mensen die daarvoor in aanmerking komen en voor de inkomsten van de kraamkliniek. We hebben diverse bronnen geraadpleegd over de oorzaak van het disfunctioneren van de invoering. Het blijft een diffuse, complexe materie, maar we hebben de ervaring dat er lokaal wel wat te bereiken is. Na gesprekken met het hoofd van het lokale Puskesmas (kleinschalig gezondheidscentrum van de overheid) en de secretaris van het Kabupaten (bestuursgebied), weten we dat 30% van het budget van het Kabupaten moet worden besteed aan gezondheidszorg. Het Kabupaten Jayawijaya en daarmee ook de Puskesmas, beschikt over een lijst van armlastige Papoea's die voor gratis gezondheidszorg in aanmerking komen. "Gratis" betreft overigens alleen de kosten voor basale gezondheidszorg. In geval van een bevalling vergoedt de overheid bijvoorbeeld 250.000 IRP, (ongeveer € 20,00). De werkelijke kosten zijn veel hoger. Het is juist deze categorie vrouwen die onze speciale aandacht heeft en daarom betaalt onze stichting voorlopig de kosten voor deze vrouwen. Tegelijkertijd doen we, in samenwerking met stichting Anugera, met regelmaat een beroep op de betrokken lokale autoriteiten, zich optimaal in te zetten om kindersterfte en complicaties onder zwangere vrouwen terug te dringen. Een en ander brengt met zich mee dat onze stichting goed geïnformeerd moet zijn over de actuele politieke, culturele en sociaal-‐maatschappelijke omstandigheden in Indonesië en met name de Papuaprovincies en daarnaar moet handelen. 11. Resultaten/werkwijze Het is evident dat de afstand vanuit Nederland, de afgelegen ligging van het gebied, de taal, cultuur en bovenvermeldde externe factoren, onze werkwijze en resultaten beïnvloeden. Ondanks deze complexe omstandigheden, geven de resultaten aan dat we als kleine organisatie een bescheiden, maar waardevolle bijdrage leveren aan de kwaliteit van het leven van onze doelgroep. Op een kleine diefstal van bouwmaterialen na, zijn er geen indrukwekkende mislukkingen te melden. Belangrijkste uitgangspunten die onze werkwijze bepalen: -‐ Een project moet voortkomen uit een gezamenlijk initiatief van onze stichting én de lokale partner. -‐ Een project moet worden ingebed in de lokale omstandigheden. -‐ De lokale overheid wordt geïnformeerd en geconsulteerd over het initiatief en de aanleiding en van het project en uitgenodigd te participeren. -‐ De uitvoering van het project wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met betrokkenen. -‐ Een regelmatige fysieke aanwezigheid (werkbezoek) van Manusia Papua op locatie, achten
we noodzakelijk. Onze ervaring is dat dit resultaten oplevert m.b.t. de capaciteitsopbouw van de lokale partner, de participatie van de lokale overheid en andere relevante organisaties en het goed is voor het moreel van de betrokken personen van beide stichtingen. 12. Marketing Gezien de bescheiden omvang van onze organisatie, achten we een strategisch marketingplan, niet efficiënt. We maken gebruik van voor de hand liggende mogelijkheden om onze organisatie en doelstelling te profileren. Naast hetgeen hierover al is aangegeven onder “Omgevingsanalyse en samenwerkingverbanden”, maken we gebruik van de mogelijkheden voor naamsbekendheid en het genereren van fondsen, via aanwezigheid op de jaarlijkse Nationale Veteranendag, beurzen, persberichten, radio/tv, en sites/platforms waar non-‐profitorganisaties zich kunnen presenteren/profileren. 13. Overleg, communicatie, besluitvorming Bestuursleden hebben regelmatig overleg via telefoon en e-‐mail. Dat is ook het geval met het bestuur en de leiding van stichting Anugera en de kraamkliniek. Het bestuur van Manusia Papua vergadert naar behoeven, maar minimaal drie maal per kalenderjaar. De vergaderingen worden genotuleerd en een overzicht van acties en besluiten gemaakt. De inhoud van alle e-‐mailcontacten worden gearchiveerd. Jaarlijks worden in een algemeen en financieel jaarverslag de activiteiten vastgelegd en wordt daarmee voldaan aan de eisen die aan jaarverslagen worden gesteld. Jaarverslagen worden gepubliceerd op de website van de stichting. Hendrik C. Hoogink Doesburg september 2013. Stichting Manusia Papua IJsselkade 92 6981 LG Doesburg 0313-‐475806 manusia-‐
[email protected] www.stichtingmanusiapapua.nl acebook Zakelijke rekening: ING 8374403 KvK: 09109245 ANBI: 808336654 BIC:INGBNL2A IBAN:NL17INGB0008374403