Beleidsmap Hoofdstuk 2.49
Maart 2011
Beleidsplan Hervormde Gemeente Zegveld 2011 – 2014 1. 2. 3. 4.
Inleiding Bijbelse motivatie / doel van de gemeente De Hervormde Gemeente Zegveld in de PKN. Organisatie / werkwijze
A. Beleid kerkenraad: a. Eredienst / liturgie b. Heilige doop c. Heilig Avondmaal d. Huwelijk e. Overlijden f. Pastoraat / bezoekwerk g. Catechese h. Jeugdwerk i. Verenigingen / Kringwerk j. Evangelisatiewerk k. Zendingswerk l. Gezinnen B. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Diaconaat: Wat verstaan we onder diaconaat Uitgangspunten voor beleid Aandachtsvelden / doelgroepen Diaconale activiteiten Motiveren gemeenteleden Financiën
C. College van kerkrentmeesters: 1. Beheren van de goederen (werkwijze incl. taak commissies) 2. Beheer gebouwen en inventaris 3. Begraafplaats 4. Ledenadministratie 5. Kerkradio / cd opnamen 6. Fondsen 7. Begroting en rekening 8. Geldwerving 9. Personeelsbeleid
1
1. Inleiding: “De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op”. Zo begint ordinantie 4 art. 8 lid 5 van de kerkorde. Het eerste formele beleidplan van de kerkenraad loopt tot 2010. Vandaar dat de kerkenraad dit jaar het beleidsplan heeft geactualiseerd. In de kerkenraadsvergadering van 18 november 2010 is dit plan voorlopig vastgesteld. We bedoelen met dit plan aan te geven hoe we de komende vier jaar te werk willen gaan om, met het oog op de gehele gemeente, te kunnen beantwoorden aan de bijbelse opdracht van het gemeente zijn. Dit plan wordt gebruikt als werkdocument voor de kerkenraad en dient als leidraad voor de bespreking met de gemeente. Het is voor vier jaar vastgesteld en, kerkordelijk gezien, moet jaarlijks worden bekeken of het plan bijstelling behoeft. De kerkenraad hanteert ook een beleidsmap, waarin tal van praktische afspraken en beleidsuitspraken zijn vastgelegd. In dit beleidsplan wordt dan ook regelmatig verwezen naar deze beleidsmap. Voor de leesbaarheid zijn steeds per onderdeel de aandachtspunten voor het beleid weergegeven. Wij beseffen dat de kerk en de gemeente niet bestaat dankzij (onze) menselijke krachtinspanning, regels en beleidsplannen. De kerk bestaat immers dankzij de Drie-enige God. De gemeente, zij is Gods bouwwerk (titel boek dr. A. Noordegraaf). Met name in het boek Handelingen kunnen we lezen hoe Christus door Zijn Woord en Geest de gemeente bouwt. Hierbij worden mensen ingeschakeld. Laten we als ambtsdragers en gemeenteleden in afhankelijkheid van die grote Bouwmeester onze plaats innemen. Opdat de gemeente een levende gemeente zij, tot eer van God en tot zegen van de wereld. Het is onze wens dat dit beleidsplan zal mogen bijdragen aan de opbouw van Zijn Gemeente.
Het beleidsplan is voorlopig vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van: 18 november 2010 De gemeente is gehoord op de gemeenteavond van: 19 januari 2011 Het plan is met een beperkte aanvulling definitief vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van: 11 mei 2011
Preses,
Ds. N. Noorlander
Scriba,
H.J. van Dam
2
2. Bijbelse motivatie/doel van de gemeente.
Gemeente en kerk
Het is moeilijk om de woorden kerk en gemeente consequent in betekenis te onderscheiden. Het gaat hierbij immers om zaken die niet van elkaar los te maken zijn. Als we nadenken over het doel van de gemeente en hoe de kerk behoort te zijn, willen we luisteren naar wat de bijbel over de gemeente en de kerk zegt. De nieuwtestamentische kerk verstaat zichzelf als in Israël ingelijfd. Het Woord kwam via Israël tot ons. Israël is en blijft het volk van Gods verbond. De kerk, de gemeente is dus geen uitvinding van mensen maar een initiatief van God zelf. Het Griekse woord kuriaké, waar ons woord kerk van afkomstig is, betekent dan ook: “wat des Heeren is”. Het heeft de HEERE behaagd om door middel van de gemeente het evangelie te bewaren en door te geven. Zie hier het doel van de gemeente. Hij vergadert Zijn gemeente door Woord en Geest. De gemeente wordt ingeschakeld om het Woord te bewaren en door te geven. Zo is het evangelie verbreid in de wereld en in verschillende landen en culturen ontvangen. Via de kerk en de gemeente. Ook wij in Nederland, in Zegveld hebben het evangelie op deze wijze ontvangen. Dat mag reden tot grote dankbaarheid zijn. Dat het God behaagt om ons en onze kinderen het evangelie te verkondigen, opdat wij niet verloren gaan maar eeuwig leven hebben (Joh. 3:16).
Gave en opgave
Zo zijn wij in de gemeente aan elkaar gegeven. Gave is in de bijbel meestal ook opgave. Zo wordt de gemeente van het Nieuwe Testament opgeroepen om het Woord te bewaren (Op. 2:25, 3:8 en 3:11) en de Naam te belijden (Matth. 10:32, Rom. 10:9). Als we het bijbels gemeente zijn op het spoor willen komen, is het goed om Handelingen 2 te lezen. Deze kerntekst over de gemeente toont ons een “foto”, waaraan wij ons behoren te spiegelen. “En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking van het brood, en in de gebeden.” (Hand. 2:42). Hier zien wij wat de gemeente door Gods genade uitstraalt. Hoewel we weten dat die gemeente ook niet volmaakt was (o.a. Hand. 5), kan het ons jaloers maken. Wat een werfkracht ging er van die gemeente uit. Zij was werkelijk één in de erkenning van één Heere, in één geloof, met één doop, gelovend in één God en Vader van allen (Ef. 4:4-6). Een spiegel die we ons indringend moeten voorhouden. Zeker waar we als ambtdragers en als leden van Zijn gemeente geroepen zijn de opbouw van Zijn gemeente te bevorderen. De gemeente kort na de uitstorting van de Heilige Geest (Handelingen 2:42) is dan geen onhaalbaar ideaal, maar wordt door Gods genade werkelijkheid waar mensen wonderen van Hem verwachten. Zo mogen we biddend in de kerk en de gemeente staan. Dan behoeven we niet te denken “het is al mooi als we nog mogen behouden wat we hebben”. Bedroeven we daar de heilige Geest niet mee die veel meer wil geven naarmate wij van Hem verwachten? Dan is het veranderen of vernieuwen van dingen in de gemeente ook geen doel op zichzelf. We hebben onze taak en roeping te vervullen met het gebed van Mozes: “Laat Uw werk aan
uw knechten gezien worden, en Uw heerlijkheid over hun kinderen. En de liefelijkheid van de HEERE, onze God, zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat”. (Psalm 90:16 en 17)
3
3. De Hervormde Gemeente Zegveld in de Protestantse Kerk in Nederland Zegveld is een plattelandsgemeente in de burgerlijke gemeente van Woerden en telt zo’n 2350 inwoners. De Hervormde Gemeente bestaat uit 369 pastorale eenheden, waarbinnen 59 geboorteleden, 407 doopleden, en 366 belijdende leden. Het volkskerkkarakter komt tot uiting in het feit dat de gemeente een nogal brede rand heeft en sommige gezinnen helaas een tamelijk losse band met de kerk hebben. Verschillende leden zien we niet of nauwelijks (meer) in de kerk. Gelukkig kent de gemeente een trouwe en stabiele kern, waar nog relatief veel kinderen en jongeren deel vanuit maken, ook actief in het jeugdwerk. De kerkelijke gemeente is te karakteriseren als een ‘normale’ Gereformeerde Bondsgemeente. Globaal genomen zijn binnen de gemeente alle bijbelgetrouwe geloofsbelevingen zoals de PKN die kent vertegenwoordigd, we kunnen dan ook spreken van een brede dorpsgemeente. Conform de kerkorde ord. 2, art. 11 zijn wij, binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), een Hervormde Gemeente en worden daarom “Hervormde Gemeente te Zegveld” genoemd. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Het verdient aanbeveling om de huidige en toekomstige samenstelling van de gemeente nader te analyseren. Denkbaar is dat hier iemand van buiten de kerkenraad voor wordt gevraagd. Hierbij kan ook een prognose worden opgesteld voor de komende 10 – 20 jaar.
4. Organisatie en werkwijze (algemeen)
Samenstelling
De kerkenraad van de Hervormde Gemeente bestaat uit 13 ambtsdragers. 1 predikant 5 (wijk)ouderlingen 1 evangelisatieouderling 1 jeugdouderling (wijkouderling kleine wijk) 2 ouderling-kerkrentmeesters 3 diakenen.
Verkiezing
De wijze van verkiezing van de ambtsdragers en de werkwijze van de kerkenraad is beschreven en vastgelegd in de Plaatselijke Regeling die 13 januari 2005 door de kerkenraad is vastgesteld. De gemeente heeft op 4 januari 2005 de kerkenraad gedurende 6 jaar gemachtigd om bij ambtsdragerverkiezingen dubbeltallen (ord. 3-6-6) op te stellen. Eind 2010 / begin 2011 zal dus opnieuw de zogenaamde zesjaarlijkse stemming gehouden moeten worden.
Kerkenraad
Alle bestuurlijke en beleidsmatige zaken van de gemeente worden in de kerkenraad besproken. De kerkenraad vergadert in de regel ca. 8 maal per jaar. Hier komt het algemene beleid van de kerkenraad ten aanzien van alle aspecten van het gemeente zijn aan de orde. De werkdruk in de kerkenraad is soms hoog. De taak van de scriba moet bij de huidige omvang en taakverdeling binnen de kerkenraad ingevuld worden door een ouderling (of diaken) met ook een andere taak. De kerkenraad wil bezien of er taken buiten de kerkenraad gedaan kunnen worden.
4
Moderamen
Het moderamen bereidt de vergaderingen van de kerkenraad voor en handelt zaken af die geen uitstel tot de volgende kerkenraadsvergadering kunnen lijden. Het moderamen van de kerkenraad wordt jaarlijks in de 1e vergadering van het nieuwe jaar gekozen. Het moderamen bestaat ten minste uit een predikant, een ouderling, een ouderlingkerkrentmeester en een diaken.
Commissies
Als commissie van bijstand van de kerkenraad functioneren twee commissies: de zendingscommissie en de evangelisatiecommissie. De taak van de commissies en het rooster van aftreden is vastgelegd in hoofdstuk 2 van de beleidsmap. In hoofdstuk A.j. en A.k. wordt hier nader op ingegaan. Ten dienste van het college van kerkrentmeesters functioneert ook een aantal commissies. Deze worden in hoofdstuk B verder benoemd. De taak van deze commissies is in hoofdstuk 3.2 van de beleidsmap vastgelegd.
Gemeenteavonden
We nemen ons voor om per jaar 3 à 4 gemeenteavonden te beleggen. Één avond t.b.v. de zending (GZB), één avond met oog op het evangelisatiewerk (IZB), één diaconale avond en een avond waarbij de gang van zaken in de gemeente aan de orde kan komen (incl. verkiezingen), zaken vanuit de kerkrentmeesters of een thematische avond bijvoorbeeld rond het eventuele jaarthema, een theologisch onderwerp of over het Heilig Avondmaal.
Opening winterwerk
Ter opening van het winterwerk wordt jaarlijks medio september een openingsweekend gehouden. Tijdens en na dit weekend starten de diverse gemeenteactiviteiten weer, na enkele maanden zomerstop. Tijdens het openingsweekend staat de morgendienst in het tekenen van opening winterwerk op basis van het jaarthema van de HGJB. Op zaterdagavond wordt een gemeentebarbecue georganiseerd door een daarvoor aangewezen commissie.
Gemeentethema
In deze beleidsplanperiode wordt de mogelijkheid bezien om het gemeentewerk rond een bepaald jaarthema te laten plaatsvinden.
Kerkbode
De kerkbode is het officiële orgaan van de Kerkenraad t.b.v. de Hervormde Gemeente Zegveld en verschijnt tweewekelijks. Er wordt gewerkt aan een wijziging van de frequentie naar driewekelijks.
Gemeentegids
Om de gemeente te informeren is er een gemeentegids waarin alle organen, verenigingen, clubs en activiteiten van de gemeente worden genoemd.
Website op internet
De Hervormde Gemeente Zegveld heeft (nog) geen eigen website, de kerkenraad wil in deze beleidsplanperiode een website introduceren. Hierbij zal zij gebruik maken van ervaringen elders en ook aandacht besteden aan het beheer en onderhoud van de website. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
5
Nagaan welke taken buiten de kerkenraad kunnen worden gedaan. Hierbij valt te denken aan werkzaamheden van de scriba, het samenstellen van de gemeentegids, het opzetten van een website e.d. Het ontwikkelen van een eigen site op internet in combinatie met het opzetten van goed beheer. Mogelijkheid, wenselijkheid jaarthema voor het gemeentewerk bezien.
6
Hoofdstuk A Beleid kerkenraad: 1. Eredienst Als we het hebben over de eredienst bedoelen we de samenkomsten van de gemeente. In dit beleidsplan noemen we de kerkdienst eredienst. Hiermee wordt uitgedrukt dat de samenkomst van de gemeente er op gericht is God te eren. De eredienst neemt een centrale plaats in, zij is de kern van het gemeentewerk. De kerkenraad wil dan ook voortdurend aandacht hebben voor een bijbelgetrouwe invulling van de erediensten, die aansluit bij het geheel van de gemeente.
Woord en sacrament
Zoals we in hoofdstuk 2 hebben gezien is het God zelf die Zijn gemeente roept. Dit geldt ook voor de samenkomst van de gemeente. We komen samen dankzij de roepende God. Hij heeft ons binnen de kring van Zijn verbond geroepen. We lezen in de Bijbel dat van meet af aan de gemeente samenkomt (o.a. Hand. 2:37-47) om het Woord te horen en het brood te breken. Ook is het in het Nieuwe Testament na de allereerste zendingssituatie gebruikelijk geweest om in de samenkomst van de gemeente de Heilige Doop te bedienen. Het gaat dus, Bijbels gezien, in de eredienst om Woord en sacrament. In de gereformeerde traditie wordt de dienst van Woord en sacrament gezien als de plaats van ontmoeting tussen God en Zijn verbondsvolk. In deze ontmoeting heeft God het initiatief en vraagt Hij om het antwoord van het geloof en roept Hij op tot een leven gewijd aan Zijn dienst.
Gebed en lofprijzing
In de eredienst neemt het gebed ook een belangrijke plaats in (Handelingen 2 e.a. , Ef. 6:18). Het gebed om de leiding van de Heilige Geest bij de opening van de Schriften, maar ook het gebed voor elkaar (voorbede). Daarnaast ook het zingen van de gemeente als gebed en lofprijzing (Math. 26:30, Kol.3:16).
Liturgie
Onze huidige liturgie, die in de kerkdienst gebruikt wordt, vindt haar wortels in de tijd van de kerkhervorming. De prediking van het Woord heeft hierin een centrale plaats. Deze liturgie, die in veel gemeenten van de gereformeerde bondsmodaliteit gebruikt wordt, is hieronder weergegeven.
Consistoriegebed Welkom en mededelingen (door één van de kerkenraadsleden) Introïtuslied Stil gebed Bemoediging (votum) Groet Aanvangstekst Zingen Wet des Heeren + samenvatting (Ex. 20:1-7, Lev. 19, Deut. 5: 6-21, Math. 12: 29 t/m 31) Of Geloofsbelijdenis (vaak in avonddienst), Apostolische Geloofsbelijdenis of Nicéa of andere belijdende teksten van de kerk zoals de H.C. of Athanasius) Zingen Openingsgebed (We bidden om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest) Schriftlezing Inzameling der gaven
7
Zingen Prediking Zingen Dankgebed en voorbede Zingen Zegen Consistoriegebed
Bijbelvertaling/Liturgische formulieren
In de diensten wordt/werd gebruik gemaakt van de Statenvertaling, zodra de Herziene Statenvertaling beschikbaar is zal deze worden gebruikt in eredienst, catechese en ander gemeentewerk. Al enige tijd wordt gebruik gemaakte van de onder leiding van de Gereformeerde Bond herziene liturgische formulieren. Dit gebruik wordt voortgezet.
Prediking
De kerkenraad vindt zoals gezegd de prediking het hart van de eredienst. De verkondiging van het Woord is niet minder dan het voertuig van de Heilige Geest. Hierbij gaat het om een schriftuurlijke prediking die in de huidige tijd landt. In het bevestigingsformulier voor predikanten wordt gezegd dat de predikant “de Heilige Schrift grondig en naar waarheid aan de gemeente zal uitleggen en toe-eigenen, zowel aan allen als aan een ieder persoonlijk”. Het Heil in Christus wordt algemeen aangeboden met de oproep tot geloof en bekering. Ook in de prediking is het belangrijk om met twee woorden te spreken: zonde en genade. We vinden het verder belangrijk dat met eigentijds taalgebruik ook bevindelijk (aandacht voor het werk van de Heilige Geest) wordt gepreekt. Andere aandachtspunten voor de prediking zijn: - regelmatige aandacht voor Israël; - aandacht voor de verwachting van de wederkomst van Jezus Christus; - oog houden voor de verscheidenheid in de gemeente; - regelmatig ook kinderen en jongeren aanspreken, moeite doen om hen te bereiken; - aansluiting zoeken bij de belevingswereld van de hoorders en praktische handreikingen bieden voor het leven van alle dag.
Leerdiensten/diensten kerk en school/diensten anders begaafden
De kerkenraad vindt het, met het oog op de opbouw van de gemeente, belangrijk dat er ook leerdiensten worden gehouden. In de leerdiensten (meestal avonddiensten) kunnen de belijdenisgeschriften in de prediking worden behandeld. De Heidelbergse Catechismus komt het meest in aanmerking voor de leerdienst. Hier blijft aandacht nodig om dit vooral eigentijds te doen. Daarnaast wil de kerkenraad nagaan of in samenwerking met de basisschool een aantal speciale diensten ‘gezin, kerk en school’ kunnen worden opgezet. De kerkenraad zal in principe één keer per jaar binnen de regionale samenwerking een eredienst toespitsen op anders begaafden.
Zingen
In een lied kan een mens uiting geven aan wat er leeft in zijn hart. In de Bijbel komen we het zingen op tal van plaatsen tegen. Ook zijn diverse liederen in de Bijbel opgenomen. In ons lied bedoelen we God te eren. We zingen in de eredienst voornamelijk de Psalmen (met de z.g. enige gezangen, 1 t/m 12). Deze traditie wortelt in het Bijbels gegeven dat de nieuwtestamentische gemeente deze liederen ook heeft gezongen. Op tal van plaatsen worden de Psalmen, ook door Jezus zelf, aangehaald.
8
In de gereformeerde traditie is de kwestie van de gezangen (andere liederen dan de Psalmen) een aangelegen punt geweest. Men leze daarvoor de brochure “Zingen naar de Schriften” die door de GB in februari 2000 is uitgegeven. In deze brochure komt men tot de conclusie dat z.g. Bijbelliederen om Bijbelsprincipiële redenen niet zouden moeten worden afgewezen. Met het oog op de gehele gemeente is het beleid van de kerkenraad er op dit moment op gericht om de Psalmen en de bekende enige gezangen een blijvende plaats in de eredienst te geven. Daarnaast geeft de kerkenraad ruimte om in bijzondere diensten ook andere bijbelgetrouwe liederen te zingen. Bijzondere diensten zijn bijvoorbeeld de dienst voor anders begaafden, de belijdenisdienst en de diensten bijzonder gericht op kinderen, zoals de VBW dienst en de middagdiensten op bid- en dankdag. Bij de viering van de heilsfeiten Kerstfeest, Pasen en Pinksteren worden vóór de dienst een aantal bijbelgetrouwe liederen gezongen. Het ‘Ere zij God’ zingen we op 1e kerstdag als slotzang. Bij de herdenking van Hervormingsdag worden twee coupletten van het zogenaamde Lutherlied gezongen. Op gezette tijden (5 á 6 keer per jaar) wordt de gemeente uitgenodigd om na de dienst een aantal liederen rond een bepaald thema te zingen. In samenhang met bovenstaande zal de kerkenraad voor bepaalde diensten ook het gebruik van andere instrumenten naast het orgel overwegen.
Inzameling gaven
We kennen tijdens de eredienst twee collecten. De eerste rondgang is bestemd voor de instandhouding van Kerk en eredienst (beheer college van kerkrentmeesters) en de Diaconie. Hiervoor wordt een verdeelsleutel (35% diaconie, 65% kerkvoogdij) gehanteerd. De tweede rondgang is bestemd voor een ander doel. Hierbij denken we aan specifieke doelen van het college van kerkrentmeesters, het jeugdwerk, zending- en evangelisatiewerk, het werk van de Gereformeerde Bond en andere meer diaconale doelen. Jaarlijks wordt hiervoor een collecterooster opgesteld.
Oppasdienst
We kennen een oppasdienst voor de kleine kinderen (kleuters t/m 6 jaar). Deze oppasdienst wordt gehouden in het kerkelijk centrum “De Voorhof”. De aansturing hiervan vindt plaats door een gemeentelid (bij voorkeur een moeder) die door de kerkenraad hiervoor is gevraagd. De oppasdienst wordt inmiddels gehouden in twee groepen. Bij de oudste groep (4-6 jaar) wordt een Bijbelverhaal gelezen.
Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Jongeren meer bij de dienst betrekken, b.v. door middel van een preekvoorbereiding; Nadenken over één of meer diensten voor gezin, kerk en school; Overgaan tot het gebruik van de hertaalde versie van de Statenvertaling; Blijvend nadenken over de invulling van de leerdienst (Heidelbergse Catechismus), hoe geven we hier eigentijdse invulling aan; De kerkenraad wil voortdurend aandacht hebben voor een bijbelgetrouwe invulling van de erediensten, die aansluit bij het geheel van de gemeente. De kerkenraad zal voor bepaalde diensten het gebruik van andere instrumenten naast het orgel overwegen.
9
Mede n.a.v. de gemeenteavond zal de mogelijkheid worden besproken om de slotzang staande te zingen. De wenselijkheid (principieel) van de verdeelsleutel m.b.t. de collecte Kerk / Diaconie doordenken. Ook overwegen of het niet passender is (liturgisch gezien) de collecten na de prediking (voor de slotzang) te laten plaatsvinden; De kerkenraad zal na de morgendienst een paar keer gelegenheid geven tot het drinken van koffie in de Voorhof om dit, als het in een behoefte voorziet, een aantal keren per jaar te continueren.
b. Heilige Doop De sacramenten zijn gegeven tot versterking van het geloof (antw. 65 H.C.). Of anders gezegd: zij zijn tekenen en zegelen, door God ingesteld, om ons door het gebruik daarvan de belofte van het Evangelie des te beter te doen verstaan en te verzegelen (antw. 66 H.C.). De doop is het teken en zegel van Gods verbond, Gods genadeverbond met ons. Het verbond is de relatie die de Heere met ons aangaat zonder dat wij daarom vroegen en zonder dat wij die verdienen. Het teken en zegel van de Heilige Doop maakt de vaste en betrouwbare
toezegging van de vergeving der zonden door het enige offer van Christus aan het kruis geschied, voor ons en onze kinderen zichtbaar (vr. en antw. 69 H.C.). Te denken valt hierbij aan Matth 28:19, Mark. 16:16 en andere bijbelteksten die in de H.C. en het klassieke doopformulier worden genoemd. Er worden ongeveer acht doopdiensten per jaar gehouden
(afhankelijk van behoefte). Tijdens de doopdiensten is er bijzondere aandacht voor de kleine kinderen. Conform de kerkorde wordt er doopzitting gehouden. De procedure bij de doopzitting is vastgelegd in de beleidsmap. c. Heilig Avondmaal Het Heilig Avondmaal is in de nacht waarin Hij verraden werd ingesteld door Jezus zelf. Het sacrament van het Heilig Avondmaal staat op gelijke hoogte met het sacrament van de Heilige Doop (H.C. zondag 25 e.v) en is gegeven tot versterking van het geloof. Het is ons overgeleverd met een bevel van Jezus zelf: “Doe dat tot mijn gedachtenis” (Lukas 22:19). Het Heilig Avondmaal wordt vier keer per jaar gevierd in een morgendienst. Dit aantal wordt als een minimum ervaren. In sommige gemeenten wordt in de avonddienst van Goede Vrijdag ook het Heilig Avondmaal gevierd. Principieel gezien is hier ook veel voor te zeggen. Het Heilig Avondmaal wordt ook gevierd in de “de Boschsloot” met een aantal gemeenteleden die niet naar de kerk kunnen komen. Vóór elke avondmaalsbediening wordt er conform de kerkorde Censura Morum gehouden. De uitnodiging tot het Heilig Avondmaal zal uitgaan naar hen die openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Voor gasten geldt dat zij (vooraf) contact opnemen met de predikant of de kerkenraad. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Uitleg betekenis van de Heilige Doop: de kerkenraad heeft het voornemen om periodiek doopcatechese aan te bieden. Bezinning m.b.t. de bediening van het Heilig Avondmaal op Goede Vrijdag.
10
De kerkenraad wil bezien of het mogelijk is het aantal tafels tijdens de viering van het Heilig Avondmaal te beperken door meer ruimte te creëren aan de tafel.
d. Huwelijk “Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn” (Gen. 2:24). Dit wordt wel Gods trouwtekst genoemd. Op grond van deze tekst is het huwelijk tussen man en vrouw vanaf de schepping een instelling van God. Man en vrouw beheren beiden de schepping en vullen elkaar voortreffelijk aan. Jezus zelf haalt, in gesprek met de Farizeeën, de woorden van Gen. 2:24 aan. Het gaat in het huwelijk dus om de verbintenis tussen één man en één vrouw. De kerkenraad is van mening dat voorlichting m.b.t. het huwelijk, in een tijd waar samenwonen als normaal wordt gezien, zeker noodzaak is. Op de catechese zal hier ook aandacht aan worden gegeven. De kerkenraad heeft in dit verband een brochure uitgegeven met als titel “Trouwen of (eerst) samenwonen”. Deze brochure is verkrijgbaar bij de wijkouderling of de scriba. Naast het punt van samenwonen zijn seksuele omgang voor het huwelijk en de vanzelfsprekendheid waarmee jongeren die verkering hebben samen op vakantie gaan ook aandachtspunten in het onderwijs. Verder wordt het zinvol geacht om elke twee jaar een aantal avonden huwelijkscatechese te geven. In de eredienst zal het huwelijk ook periodiek aan de orde moeten komen. Nadat kerkelijke bevestiging en inzegening van hun huwelijk is aangevraagd, heeft de predikant met het bruidspaar een of meer huwelijksgesprekken. Ook spreekt hij met hen de huwelijksdienst door. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Periodiek geven van huwelijkscatechese.
e. Overlijden De pastorale zorg bij een overlijden (stervensbegeleiding) wordt door de predikant gedaan. De kerkenraad hecht ook belang aan de pastorale zorg voor hen die achterblijven, dit wordt in eerste instantie binnen het wijkteam ingevuld. Bij een rouwdienst gaat het niet om een (ambtelijke) samenkomst van de gemeente. De begrafenis is in de gereformeerde visie een familieaangelegenheid. De protestantse traditie richt zich op de nabestaanden. Daarbij is de predikant aanwezig om de familie (niet de gemeente) bij te staan door vooral in de verkondiging van het evangelie woorden van troost en uitzicht te spreken vanuit het Woord van God. De predikant leidt de uitvaart niet maar is hierbij aanwezig en vervult de rol van pastor. De kerkenraad is van mening dat dus niet moet worden gesproken over eredienst, maar over een dienst van Woord en gebed. Het condoleren van de familie wordt in overleg met de familie door de wijkouderling vaak afgesloten met schriftlezing en gebed. Op de zondag na het overlijden wordt, bij het welkom heten van de gemeente vóór dienst, dit overlijden formeel afgekondigd. In de dienst wordt voor het dankgebed een moment van herdenking gehouden.
11
Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad: In rouwverwerkingsprocessen wordt ondersteuning geboden vanuit het wijkteam, waar nodig kan dit aangevuld worden vanuit de gemeente. f. Pastoraat/Bezoekwerk Pastorale zorg is de eeuwen door een kerntaak van de gemeente van Christus geweest. In de Bijbel zien wij dat de Christelijke gemeente vanaf het begin oog had voor elkaar. In het eerder genoemde gedeelte, Handelingen 2, zien we dat de gemeente volhardde in de gemeenschap. Men was betrokken op elkaar. Er was zelfs sprake van spontane gemeenschap van goederen. Hiermee is de grondgedachte van de pastorale gemeente gegeven.
Consistorievergadering
In deze vergadering komen de (ook persoonlijke) pastorale aangelegenheden aan de orde. Van deze vergadering worden geen notulen gemaakt. Eventuele algemene pastorale afspraken worden in kerkenraadverband gemaakt en vastgelegd.
Huisbezoek
Dit gebeurt door de ouderlingen. Het werkgebied van de ouderlingen is verdeeld in 5 wijken (hoofdstuk 2.3. van de beleidsmap). De scriba, de jeugdouderling en de evangelisatieouderling hebben een kleine wijk of worden vrijgesteld. De bedoeling is dat elke twee jaar alle bezoekadressen worden bezocht. Het huisbezoek kan plaatsvinden aan de hand van een jaarthema wat mogelijkerwijs voor 2 jaar wordt vastgesteld.
Wijkteam
Om het onderlinge pastoraat te bevorderen heeft elke wijk een wijkteam. Het wijkteam werkt onder verantwoordelijkheid van de wijkouderling en is naast de ouderling samengesteld uit een bezoekbroeder, een diaken, een evangelisatiemedewerker en een bezoekdame. Jaarlijks wordt een vormingsavond voor wijkteams belegd.
Ziekenhuis en crisispastoraat
Het pastorale bezoek in het ziekenhuis alsook het crisispastoraat wordt door de predikant gedaan.
Overig pastoraat
Met betrekking tot de pastorale bearbeiding van de gemeente heeft de kerkenraad een overzicht opgesteld waarin is aangegeven hoe de pastorale zorg van de predikant en de ouderlingen gestalte krijgt bij geboorte en doop, overlijden en rouwverwerking, huwelijk en huwelijksproblemen, alsook bij ziekte en zorg.
Bezoekwerk ouderen/kerkradio
Betreffende het ouderen bezoekwerk zijn ook afspraken gemaakt. Alle gemeenteleden van 70 jaar en ouder krijgen jaarlijks bezoek van de wijkouderling. De predikant bezoekt jaarlijks de kerkradioluisteraars. Ook kunnen alle ouderen pastorale aandacht ontvangen van de predikant en overige wijkteamleden. In de weken waarin op dinsdagavond geen Zonklank-uitzending plaatsvindt, wordt er bij tourbeurt een meditatie, met bijpassende samenzang, voor de kerkradio gehouden door de ouderlingen. De kerkenraad wil dit werk continueren. Verder vinden we de ouderenmiddagen
12
belangrijk. Dit wordt in het deel Diaconie besproken. Met name voor de ouderen is in het seizoen 2010 – 2011 gestart met een tweewekelijks bijbeluur overdag. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Evalueren huisbezoek ouderlingen, in deze beleidsplanperiode hier een goede, periodieke, vorm voor vinden; Jaarlijks invulling geven aan toerusting van pastorale ouderlingen en de wijkteams; Bevorderen van het gebruik van de Herziene Statenvertaling in de gezinnen en het stimuleren van het invulling geven aan de zogenaamde huisgodsdienst; Huisbezoek op basis van een jaarthema overwegen. Naast het overwegen van huisbezoek op basis van een jaarthema zullen we bezien of het goed is om de huisbezoeken te beginnen met het lezen van de bijbel in plaats van af te sluiten.
g. Catechese De geschiedenis van de Emmaüsgangers (Lukas 24) zou als uitgangspunt kunnen dienen voor de invulling van de catechese. Allereerst dienen catechisanten te weten dat wij mensen van nature de verkeerde kant uit lopen in dit leven. Daarmee is het een belangrijke taak in de catechese om jongeren te wijzen op de noodzaak van geloof en bekering, te wijzen op de betekenis van de verzoening door Christus Jezus. Niet onbelangrijk om daarbij jongeren de betekenis van de doop te leren verstaan en hun eigen verantwoordelijkheid. Het tweede is dat jongeren leren zien dat geloven niet alleen noodzakelijk is voor hun behoud, maar ook nog eens een keer de moeite waard is. Wat is het rijk als er brandende harten zijn bij een geopende Bijbel. Belangrijke Bijbelse grondnotie hierbij is dat de Heere God niet wil dat geloof gebaseerd is op losse ervaringen of gevoelens. Nee, het gaat om een vaste basis: Gods Woord aan ons. Het geloven in en het vertrouwen op dat Woord. Het indachtig gemaakt worden aan dat Woord door het werk van de Heilige Geest. De Emmaüsgangers worden door de Heere Jezus opgezocht daar waar ze zijn, zowel fysiek als mentaal. Jezus zoekt ze niet waar ze eigenlijk hadden moeten zijn. Dat is een geweldige troost in het Evangelie. Dat mag ook betekenis hebben voor de catechese. We zoeken de jongeren, zowel fysiek als mentaal, waar ze zich bevinden. Dit betekent ook dat de ontwikkelingspsychologie niet buiten beschouwing mag blijven. Iedere leeftijdsfase heeft eigen aandachtspunten en benaderingswijzen.
E.e.a. is geanalyseerd en de kernmerken zijn per leeftijdsfase hier kort omschreven: 10-12 Kenmerken: nieuwsgierigheid, cognitieve instelling (kennis opdoen). Mogelijkheid om bv. bijbelnamen te leren, veel mogelijkheden om aan te bieden. (Visueel: laat bv. de bejaardensoos van soeppakken bijbelboeken maken, laat catechisanten ze in de juiste volgorde plaatsen.) 13-16 Kenmerken: geen openheid voor feitjes en weetjes, meeste weerstand tegen de Bijbel, vooral identificatie: Abraham, David, Maria etc. of vanuit eigen leefwereld: popidolen 17+ Kernmerken: hernieuwde belangstelling voor Bijbelverhalen, behoefte aan kennis, blijkens onderzoek Kampen-Utrecht grote interesse in: vriendschap-relaties,
13
wonderverhalen, leven na de dood, geloof praktiseren (heeft de Bijbel bestendigheid), meer van de Bijbel willen weten.
Consequenties voor de catechese
10-11 De kerkenraad onderzoekt de mogelijkheden om kinderen in groep 7 en 8 ook catechese te geven. Dit zou bijvoorbeeld in samenspraak met de school kunnen plaatsvinden. 11-12 Het accent voor deze jongeren ligt op het cognitieve weten. Het is goed om dit moment aan te grijpen, om zoveel mogelijk kennis van de Bijbel bij te brengen. 14-17 In deze leeftijdsfase zal meer nog dan in andere het accent moeten vallen op: wat valt er te zien, te doen en te denken? Goede catechese is hierin een leerproces waarbij niet alleen het hoofd, maar ook het hart en de handen worden aangesproken. Vooral het element van de visualisering is hier erg belangrijk. Daarnaast zijn (positieve) identificatiefiguren in de gemeente van onschatbare waarde. Uit onderzoek blijkt dat de meeste jongeren juist in deze leeftijdsfase afhaken. We zullen als kerkenraad onder ogen moeten zien dat een maximale doelstelling voor deze groep wel eens zou kunnen zijn om ze erbij te houden. 18+ Jongeren in deze fase groeien naar een eigen bestaan. Waarin eigen keuzen, waarden en normen belangrijk zijn. Ze zijn in staat om meer genuanceerd over zaken als geloofs- en levensvragen na te denken. In deze fase zal met name benadrukt moeten worden, dat geloven meer dan de moeite waard is.
Concretisering voor de catechese
11 -12 Leer ons kennen. Daar gaat het om in de catechese aan jongeren van 11 en 12 jaar. Met dit ‘kennen’ bedoelen we dan niet alleen het cognitieve weten, maar we hopen en bidden dat de aangeboden informatie ertoe bijdraagt dat catechisanten de Heere Jezus Christus persoonlijk leren kennen. Van de apostel Paulus leren we dat het geloof uit het gehoor is en het gehoor uit het Woord van God (Romeinen 10, 17). Nadruk zal daarom moeten liggen op het kennismaken met het Woord van God. Zowel het OT als het NT zal daarom aan bod moeten komen. Uitgangspunt daarbij is de heilshistorische lijn waarbij de trits schepping – zondeval – verlossing verdisconteerd is. De HGJB-methode “Leer ons kennen 1 en 2” is voor deze leeftijdsfase een belangrijk hulpmiddel. 12-17 Voor deze groep heeft leren te maken met visualisatie en met identificatie. De kern van de stof wordt middels een presentatie door een catecheet uitgewerkt. De verwerking vindt vervolgens plaats in kleinere groepen met een leidinggevende vanuit de gemeente. We hopen dat dit gemeentelid tevens een identificatiefiguur voor de jongeren kan zijn. Om dit te versterken kan er gedacht worden aan een vast gemeentelid per groep. Het is aanbevelenswaardig om in de groepen onderscheid te maken tussen 12-15 en 16-17 jaar. In de eerste groep zouden iets meer creatieve werkvormen een plaats kunnen krijgen, terwijl in de tweede groep het geloofsgesprek nog meer gestimuleerd kan worden. 18+ In deze groep vooral aandacht voor Bijbelse normen en waarden. Omdat in deze fase belangrijke keuzemomenten gemaakt worden is het goed om met elkaar te ontdekken wat de Bijbel vindt. Bv. huwelijk of samenwonen, waarom wel of niet? Het geloofsgesprek zal voortdurend de aandacht van de catecheet moeten hebben. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Mede gelet op de publicaties van prof.dr. W. Verboom onderzoeken of het geven van catechese vanaf groep 7 wenselijk dan wel mogelijk is.
14
Het actief volgen en stimuleren van de deelname aan de catechese, via huisbezoeken, 1 op 1 contact en via het catecheseteam.
h. Jeugdwerk Bijbels gesproken is het zondermeer duidelijk, dat jong en oud samen in één gemeente een plaats hebben. God is de God die van geslacht op geslacht de trouw bewaart en door de generaties heen Zijn werk voortzet. Ouderen hebben daarbij geen prioriteit op jongeren, evenmin jongeren op ouderen. Het is een gereformeerde grondovertuiging dat de gemeente verbondsgemeente is, ingelijfd in het verbond met Israël (Rom. 11). Hierbij is het initiatief van God uitgegaan. Dit verbond wordt dan ook het “verbond der genade” genoemd. De gemeente van Christus omvat de gelovigen met hun nageslacht. En de kleine kinderen zijn lidmaten (leden) van de gemeente van Christus (1e vraag doopsformulier). En “als het kind bij de gemeente hoort, hoort de gemeente bij het kind te zijn” (dr. J. Hoek). Praktisch houdt dit in dat wij rekening met jongeren en kinderen houden in de eredienst en bij allerlei andere activiteiten in de gemeente. De kerkenraad voelt dit ook als een belangrijke verantwoordelijkheid. Veel ouders vinden dat hun kinderen meer aandacht in de eredienst zouden moeten krijgen. Misschien kunnen speciale jeugd- of themadiensten mede een bijdrage leveren om onze kinderen en jongeren te bewaren bij het Woord. Veel jongeren komen ’s avond naar de eredienst, ’s morgens zijn er beduidend minder jongeren. De kerkorde geeft ook nadrukkelijk aandacht aan het jeugdwerk, o.a. in Artikel XI.3: “De geestelijke vorming van de jonge gemeenteleden vindt plaats in de geloofsopvoeding thuis en in de gemeente, en in het werk met en ten behoeve van de jeugd”. Deze vormende en opvoedende roeping willen we dus ook in ons jeugdwerk: de zondagsschool, de clubs en de jeugdvereniging gestalte geven. Dit geldt ook voor de catechese waar in paragraaf g over is geschreven. Het valt niet altijd mee om voldoende kader te vinden om onze kinderen en jongeren te begeleiden. Het bekwamen van het kader behoeft daarnaast voortdurend de aandacht.
Commissie voor het Jeugdwerk.
We kennen een commissie voor het jeugdwerk waarvan de jeugdouderling de voorzitter is. In deze commissie wordt het jeugdwerk op elkaar afgestemd. Het is het platform waar het wel en wee van de verschillende clubs wordt besproken. Ook worden hier de financiële middelen beheerd. Verder worden hier gezamenlijke activiteiten voorbereid zoals het jaarfeest.
De zondagsschool
De zondagsschool is van oudsher een werkvorm die ooit bedoeld was als evangelisatiemiddel. Men wilde zo kinderen van onkerkelijke ouders bereiken. In de loop der jaren is de zondagsschool echter meer bedoeld voor kinderen van de gemeente van 4-12 jaar. Er wordt een bijbelverhaal verteld en een psalmvers aangeleerd. Een hoogtepunt is de jaarlijkse kerstfeestviering in de kerk. Men gebruikt het materiaal van de Hervormde Zondagsscholenbond. De laatste jaren zien we dat het aantal kinderen dat de zondagsschool bezoekt terugloopt. Samen met de leidinggevenden van de zondagsschool willen we nadenken welke plaats de zondagsschool in de gemeente heeft en hoe dit kinderwerk in de toekomst kan worden voortgezet.
Jeugdclubs
We kennen verschillende clubs waar kinderen vanaf 8 jaar voor worden uitgenodigd. De bedoeling van dit jeugdwerk is de kinderen, afgestemd op hun leeftijd, in aanraking te
15
brengen met het evangelie en hen vanuit het Woord van God te vormen om hun plaats in de gemeente en de samenleving in te nemen. Tevens is de club een plaats van ontmoeting voor de kinderen en jongeren van de gemeente. Naast de behandeling van een gedeelte uit de bijbel is er ook gelegenheid voor creatieve en ontspannende activiteiten. Er wordt gewerkt met het materiaal van de HGJB. In totaliteit nemen ca 100 kinderen aan deze clubs deel. Aan dit clubwerk doen soms ook kinderen die van huis uit minder betrokken zijn mee of kinderen die elders betrokken zijn. De leidinggevenden worden gevraagd door de jeugdouderling. We kennen in de gemeente de volgende jeugdclubs: Meisjesclub Esther (8 t/m 9 jaar, groep 5 en 6 van de basisschool); Jongensclub Juda (8 t/m 9 jaar, groep 5 en 6 van de basisschool); Meisjesclub Mirjam (10 t/m 11 jaar, groep 7 en 8 van de basisschool); Jongensclub Obadja (10 t/m 11 jaar, groep 7 en 8 van de basisschool); Tienerclub Discover ( 12 t/m 13 jaar, klas 1 en 2 middelbare school); Tienerclub Het Visnet (14 en 15 jaar, klas 3 en 4 middelbare school).
De Jeugdvereniging “De Rank”
De jeugdvereniging is bedoeld voor jongeren vanaf 16 jaar en bestaat uit ca. 45 leden. Zij vergadert zondagavond na de kerkdienst. Er wordt gewerkt in groepjes die de avond voorbereiden. De jeugdvereniging kent een bestuur waarbij de voorzitter en presidente (2e voorzitter) na overleg met de kerkenraad (jeugdouderling) wordt gekozen. Een aantal keren per jaar vindt er met de predikant een preekbespreking plaats. Meestal wordt er gewerkt met materiaal van de HGJB, zoals het blad Cruciaal wat op deze leeftijd is afgestemd.
Regionaal open jeugdwerk (ROJ)
Deze vorm van jeugdwerk beoogt de jongeren van 16 plus een verantwoorde plaats van ontmoeting, ontspanning en gesprek te bieden op de zaterdagavond. Dit jeugdwerk gaat mede uit van de Hervormde Gemeenten IJsselstein, Kamerik, Linschoten, Oudewater, Vinkeveen, Wilnis, en Woerden Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
i.
Aandacht voor kadervorming met het oog op de leiding van de clubs en de jeugdvereniging; Het jeugdwerk zoveel mogelijk bevorderen door positieve aandacht; Blijvende aandacht voor een goede communicatie vanuit de kerkenraad met de leidinggevenden en de jeugd; Aandacht voor de ledenwerving HGJB; Bezinning op plaats van de zondagsschool in de gemeente. Nagaan hoe we de aanwezigheid van jongeren in de morgendienst en bij het zingen na de dienst kunnen bevorderen.
Verenigingen/kringwerk
Kleine bijbelstudiekringen hebben door de eeuwen heen een wezenlijke plaats ingenomen in het leven van de gemeente en de kerk. Hierbij kunnen we o.a. denken aan het Piëtisme, de opwekkingsbeweging van de achttiende en negentiende eeuw en het Réveil. Belangrijker is dat we dit ook in de Bijbel terugvinden. Naast het opgaan (vermoedelijk in grote getale) naar de tempel kende men in de vroege christelijke gemeente (na Pinksteren) ook huiskringen (Hand. 2:42-64 , Hand. 12:12, 1. Kor. 16:19).
16
Met het oog op de onderlinge band en de zorg voor elkaar kan de vereniging of bijbelkring ook in deze tijd van individualisme voor de opbouw van de gemeente van wezenlijke betekenis zijn. Wel is het van belang dat we er op bedacht moeten zijn de eenheid binnen het grote geheel van het lichaam van Christus vast te houden (dr. A. Noordergraaf).
Verenigingen Mannenvereniging “Onderzoekt de Schriften”.
De mannenvereniging komt om de drie weken bij elkaar. De mannenvereniging is aangesloten bij de Bond van Hervormde Mannenverenigingen, streek Wilnis. Bij toerbeurt wordt er een inleiding over een bepaald bijbelgedeelte of een gedeelte uit een belijdenisgeschrift gehouden. De vereniging vergadert in het kerkelijk centrum en heeft een eigen bestuur met statuten.
Vrouwenvereniging “Lydia”.
De vrouwenvereniging vergadert van september tot en met mei op de tweede woensdag van de maand. Zij is aangesloten bij de Hervormde Vrouwenbond. Er wordt gebruik gemaakt van de bijbelstudie uit de “Hervormde Vrouw”, het maandblad van de landelijke vereniging. Ook deze vereniging heeft een eigen bestuur met statuten.
Bijbelkringen
Het woord zegt het al. Dit zijn kringen rond de Bijbel. Meestal wordt er bijbelstudie gedaan aan de hand van een bijbelstudieboekje dat bij de IZB of elders voor dit doel wordt uitgegeven. Van de bijeenkomsten wordt mededeling gedaan in de kerkbode. We kennen in de gemeente de volgende bijbelkringen: Jonge lidmatenkring (ca. 15 deelnemers); Bijbelkring Voorhof (ca 20 deelnemers); Bijbelkring Noadja (ca. 15 deelnemers); Bijbelkring Menorah (ca. 15 deelnemers); Emmauskring (ca. 8 deelnemers). De Bijbelkring Voorhof komt bij elkaar in het kerkelijk centrum. De overige kringen komen bij toerbeurt bij de deelnemers thuis samen. Wat leeftijd betreft is er geen onderscheid gemaakt. Wel werd de Bijbelkring Voorhof als vervolg op de jonge lidmatenkring gezien. In de praktijk gaat deze doorstroming echter ook niet (meer) vanzelfsprekend. Het kan i.v.m. de betrokkenheid van de kringleden wenselijk zijn om met een aantal nieuwe lidmaten op gezette tijden weer een afzonderlijke jonge lidmatenkring te starten. De Emmauskring wordt georganiseerd vanuit de evangelisatiecommissie. Emmaüs richt zich zowel op meelevende gemeenteleden als op zoekers en toetreders. Emmaus wil namelijk gemeenteleden leren om samen met anderen de weg van het geloof te gaan. De kringen beleggen in mei een gezamenlijke avond ter afsluiting van het seizoen. In seizoen 2010-2011 is gestart met een tweewekelijks bijbelleesuur op dinsdagochtend. Vanuit de evangelisatiecommissie zullen zogenaamde vrouwenochtenden worden opgezet. Hier zou naast Bijbelstudie ook ruimte kunnen zijn om actuele onderwerpen in Bijbels perspectief te bespreken. In 2010 is een enquête gehouden onder de kringleden om te kijken of een andere opzet van het kringwerk beter zou aansluiten. De conclusie was dat de kringleden bij voorkeur blijven bij de bestaande opzet. De suggesties voor onderwerpen zijn gecommuniceerd met de kringleiders.
17
Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad: Het jaarlijkse gesprek met het moderamen en de kringleiders continueren; Blijven nadenken hoe de bijbelkringen het beste kunnen worden georganiseerd met het oog op de onderlinge afstemming, vooral aandacht voor jonge lidmaten; Invulling geven aan de vrouwenochtenden in samenwerking met de evangelisatiecommissie. j. Evangelisatiewerk: De christelijke gemeente is geen doel op zichzelf (hoofdstuk 2). De gemeente is er tot eer van God. Ze is geroepen om Gods licht in de wereld te verspreiden en Zijn daden te verkondigen (Filip. 2:14-16). In het kader van zending en evangelisatie is het Woord van Jezus, gericht aan de discipelen, heel duidelijk: Gij zijt het zout der aarde, gij zijt het licht der wereld; een stad op een berg (Math. 5:13 t/m 16). Kortom: de gemeente is er niet voor zichzelf, ze is er voor God en daarom ook voor de wereld. Het Woord bewaren en doorgeven in woord en wandel (zie ook hoofdstuk 2). De gemeente is van Godswege in de wereld gezonden om de blijde boodschap van het heil van God in Jezus Christus door te geven in woord en wandel. Vanuit deze bijbelse visie wil de kerkenraad de komende tijd doordenken hoe we de missionaire opdracht van de gemeente meer gestalte kunnen geven.
Evangelisatiecommissie
We kennen sinds 1998 ook een evangelisatiecommissie. De evangelisatieouderling is voorzitter van de commissie. De bedoeling is dat jaarlijks een werkplan, jaarverslag en begroting in de kerkenraad wordt besproken. E.e.a. is vastgelegd in een reglement wat in de beleidsmap is ondergebracht. Zo kan ook binnen de kerkenraad bezinning op de belangrijke roeping van de gemeente om een zoutend zout en een lichtend licht te zijn plaats vinden. Een belangrijke vraag hierbij is: hoe bereiken wij de mensen die van het evangelie vervreemd zijn?
IZB
Als gereformeerde bondsgemeente hebben we grote affiniteit met het werk van de IZB (Inwendige Zendings Bond). We gebruiken veel materiaal wat zij ontwikkelen met het oog op de toerusting van de gemeente. Door de evangelisatiecommissie wordt een aantal keren per jaar het evangelisatieblad Echo verspreid. Jaarlijks wordt een aantal keren (o.a. de zogenaamde kerstcollecte) voor het werk van de IZB gecollecteerd.
Boekentafel
Ook hebben we een IZB-boekentafel waar boeken, kaarten en cd’s verkocht worden. De winst hiervan is voor de IZB. Deze boekentafel ressorteert onder de kerkenraad en wordt gerund door een aantal gemeenteleden die zich hiervoor beschikbaar hebben gesteld. Enige promotie van de boekentafel blijft wenselijk. Elke woensdagavond is de boekentafel geopend in het kerkelijk centrum. Via de kerkbode wordt dit gecommuniceerd.
Vakantie Bijbel Week
In de herfstvakantie wordt er jaarlijks een VakantieBijbelWeek (VBW) gehouden. Deze bijeenkomsten, die gericht zijn op kinderen van 6-12 jaar, zijn vooral bedoeld om kinderen te bereiken die van huis uit niet of nauwelijks in aanraking met het evangelie komen. Uiteraard zijn hierbij de kinderen van de gemeente ook hartelijk welkom. Aan de VBW nemen ca 120 kinderen deel. Hiervoor bestaat een stuurgroep die door de kerkenraad wordt benoemd. Voor de stuurgroep is de evangelisatieouderling het aanspreekpunt van de kerkenraad. De
18
zondag na de VBW wordt er een afsluitingsdienst in de kerk gehouden. Voor deze dienst wordt een liturgie opgesteld. Ook zingen de kinderen in de dienst een aantal liederen en worden er een aantal liederen die de kinderen kennen als samenzang gezongen. Tijdens deze week worden veel vrijwilligers ingeschakeld om alles in goede orde te laten verlopen. Dit draagt ook bij aan de onderlinge verbondenheid van de gemeente. Tijdens de VBW wordt onder verantwoordelijkheid van de evangelisatiecommissie ook een activiteit voor tieners georganiseerd, het zogenaamde TeenEvent. ‘Kringen’ Vanuit de evangelisatiecommissie wordt ook de Emmaus-kring al enige jaren aangeboden. Meelevende gemeenteleden kunnen daaraan deelnemen samen met iemand die het Evangelie van Jezus Christus (opnieuw) wil ontdekken. Het is feitelijk een introductiecursus christelijk geloof, maar richt zich ook op het groeien in discipelschap. Daarnaast worden er zowel aan de Hoofdweg als in het dorp thema-avonden aangeboden. Dit zij laagdrempelige avonden gericht op mensen van buiten de gemeente. De doelstelling is om met elkaar in gesprek te zijn over diverse (actuele) onderwerpen, waarbij ook de Bijbel aan het woord komt en waardoor een band groeit. In seizoen 2010 – 2011 is gestart met laagdrempelige koffieochtenden voor vrouwen. Hier komt ook een thema aan de orde. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Blijvende bezinning hoe we mensen kunnen bereiken die van het evangelie vervreemd zijn; Jaarlijks gesprek met het moderamen en de evangelisatiecommissie en de stuurgroep van de VBW naar behoefte continueren; Blijvend stimuleren en toerusten van gemeenteleden m.b.t. de evangelisatieopdracht. Aandacht voor ledenwerving voor de IZB; Bezien of het gebruik van de boekentafel van de IZB meer gestimuleerd kan worden.
k. Zendingswerk Als we spreken over zending bedoelen we het getuigen zijn buiten de grenzen van ons eigen land. In dit verband denken we vooral aan het zogenaamde zendingsbevel van de Heere Jezus: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopende in de naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb” (Math. 28:19).
Zendingscommissie
Om deze roeping in de gemeente gestalte te geven, functioneert er in de gemeente sinds lange tijd een zendingscommissie. De commissie geeft haar taak om de gemeente op haar roeping te wijzen onder andere gestalte door het jaarlijks organiseren van een gemeenteavond over een thema vanuit de zending en communicatie via de Kerkbode. Jaarlijks worden de zendingsdagboekjes (of kalender) van de GZB verkocht. Ook wordt de gemeente opgeroepen de jaarlijkse zendingsdag van de GZB bij te wonen. De leden worden benoemd op voordracht van de commissie door de kerkenraad. Een kerkenraadslid is voorzitter van de commissie. De commissie verricht haar werk in nauwe verbondenheid met de Gereformeerde Zendings Bond (GZB).
19
Geldwerving
Elk jaar wordt er een aantal keren voor het werk van de GZB gecollecteerd. Om de bewustwording van de gemeente te vermeerderen, zijn er zendingsbussen bij de uitgang van de kerk geplaatst. De opbrengst van de zendingsbussen wordt bestemd voor een, door de commissie uitgekozen, GZB-project. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad: i.
Blijvend bevorderen zendingsbewustzijn van de gemeente; Aandacht voor ledenwerving voor de GZB
Gezinnen
Veel onderzoeken hebben het beeld bevestigd dat één van de grootste problemen onder christenen vandaag is: het gebrek aan omgang met God, persoonlijk en ook samen als gezin. Een enquête meldde zelfs dat in niet minder dan negentig procent van de kerkelijke gezinnen niet of nauwelijks meer over geloofszaken wordt gesproken (dr. M. van Campen in het boek “Aangaande mij en mijn huis…”). Het wordt zelfs één van de belangrijkste oorzaken van kerkverlating genoemd. Dit is ook de reden waarom de kerkenraad het belangrijk vindt in dit beleidsplan een aparte paragraaf hieraan te wijden. In de christelijke gemeente zijn we geroepen oog voor elkaar te hebben. In de bijbel komen we heel veel aandacht voor het gezin tegen. Juist ook met het oog op de christelijke opvoeding kan de gemeente veel betekenen voor onze gezinnen. Vandaar dat we ook in de komende periode veel aandacht willen geven aan de pastorale bearbeiding van (jonge) gezinnen. Vooral de bediening van de Heilige Doop is een goed aanknopingspunt om de christelijke opvoeding in het gezin ter sprake te brengen. We willen blijvend motiveren dat van jongs af tijd gemaakt wordt in de gezinnen om uit de (kinder)bijbel te lezen en te bidden. Diverse hulpmiddelen zijn tegenwoordig voorhanden. Te denken valt aan kleuterbijbels, kinderbijbels, uitgaven van de HGJB met het oog op de opvoeding, het opvoedingsblad “Aan de hand”, gebedenboekjes en dagboekjes die bij de IZB worden uitgegeven. Dit geldt ook voor materiaal voor oudere kinderen. De kerkenraad wil hier gestructureerd, afgestemd op de leeftijd, aandacht aan geven. Aandachtspunten voor het beleid van de kerkenraad:
Blijvend aandacht voor kinderen en opvoeding in de prediking (o.a. bij doopdiensten); Het continueren van periodieke opvoedingsavonden voor ouders; Bevorderen van het gebruik van hulpmiddelen bij het bijbellezen e.d.; Pastorale aandacht voor (jonge) gezinnen; Stimuleren van deelname van kinderen en jongeren aan eredienst, catechese, jeugdwerk en zondagschool.
20
B. Diaconaat 1. Wat verstaan we onder diaconaat
1.a. Diaconaat in de Bijbel
Diaconaat is afgeleid van het Griekse woord diaconia, dat dienen betekent. Dienen is een grondwoord in de Bijbel. Het valt op dat de Heere Jezus veel belang hecht aan de betekenis van het dienen. Dit zien we b.v. als Hij Zich tot Zijn discipelen richt in Matth. 20 :26-28. De grootste is hij die dient en niet hij die gediend wordt. De nadruk op het dienstkarakter van het discipel-zijn vindt zijn grond in Jezus eigen leven. Lucas 22:27: Ik ben in het midden van u als één Die dient”. Hij kwam om te dienen en Zijn leven te geven tot een rantsoen voor velen (Mark. 10:45) Het leven van christenen behoort dan ook een leven te zijn van dienstbetoon in de ruimste zin van het woord. Diaconia is dus een wijd begrip. Het heeft op veel meer betrekking dan op “armenverzorging” alleen. Het heil en de zaligheid van de gemeente staat centraal. Toch kreeg in het spraakgebruik in de Kerk van Christus het woord diaconia gaandeweg meer de betekenis van dienst der barmhartigheid, in de zin van hulp aan de arme (Hand. 11:29), ondersteuning (Rom. 12:7).
1.b. Het ambt van diaken
De naam “diaken” komt als uitdrukking voor het eerst in Fil. 1:1 voor. De taak van diaken houdt verband met de stoffelijke gemeenschap in het leven van de gemeente. We worden in Hand. 6 geconfronteerd met opbouwwerk in de gemeente, waar aandacht is voor sociale, materiële en lichamelijke nood. Naast de aandacht voor deze noden is er nog een belangrijk punt. Diakenen zijn er namens Christus. Evenals de in Ef. 4:11 genoemde ambtsdragers zijn zij er om de gemeente toe te rusten met dienstbetoon.
1.c. Gemeenteleden en diaconaat
In de geschiedenis van de kerk van Christus zien we dat het diaconaat allereerst is opgepakt door de gemeente zelf. In Handelingen zien we hoe in de eerste christengemeente “allen” alles gemeenschappelijk hadden (2:44). En in 1 Cor. 8 en 9 wekt Paulus de “hele gemeente” op om deel te nemen aan de ondersteuning van Jeruzalem. Er kan dan ook geen sprake zijn van overdracht van de diaconale opdracht van de gemeente naar de diakenen. De gemeente is er volledig bij betrokken. Zoals allen geroepen zijn om te geloven zo worden ook allen geroepen tot de dienst aan de kerk en de wereld.
1.d. Het diaconaal werkterrein
Als het gaat om de omvang van het werkterrein geeft de bijbel belangrijke aanwijzingen. In Gal. 6:10 lezen wij: “laat ons goed doen aan allen”. Paulus laat er direct op volgen: “maar eerst aan de huisgenoten van het geloof”. Er is dus aandacht voor de geloofsgenoten. Diaconaal bezig zijn begint dus dicht bij huis. Maar ook goed te doen aan alle mensen zonder onderscheid naar kerk en geloof. Er is ook een verantwoordelijkheid aan allen die “buiten” zijn. Er is dus een werkterrein zo wijd als de wereld. Zoals de wereld in beginsel het werkterrein is voor het evangelie, is dit het ook voor het diaconaat. Een belangrijk punt in het diaconale werk is dat dit werk plaats vindt op basis van wederkerigheid en gelijkwaardigheid. Het is zeker niet zo dat een helpend mens meer of hoger is dan een geholpen mens. Immers beiden mogen leven van de door Christus geschonken genade.
1.e. Diaconaat: Woord en daad
Er is een onlosmakelijke band tussen de verkondiging van Gods Woord en daadwerkelijk dienstbetoon. Van loskoppeling kan geen sprake zijn. Diaconaat los van zijn wortels lijkt op
21
hulp op uitsluitend humanitaire gronden. Diaconaat heeft echter te maken met een opdracht van de christelijke gemeente. Als “de handen van de kerk” mag het niet worden losgemaakt van het Hoofd van de kerk: Jezus Christus. Het bovenstaande geeft ook het belang aan dat de gemeente onderwezen wordt in dat wat het Woord ons leert over de diaconale opdracht. De kerkdienst vervult hierin een uiterst belangrijke functie. Daar mag de verkonding (met een diaconale spits) plaatsvinden. Daar mag voorbede gedaan worden voor mensen in nood en is er de inzameling voor de dienst der barmhartigheid. 2. Uitgangspunten beleid Gelet op bovenstaande Bijbelse lijnen zijn we als leden van de Hervormde Gemeente te Zegveld geroepen tot de dienst der barmhartigheid in de Kerk en in de wereld. De Heere Jezus Christus is voor deze dienst de basis en het voorbeeld. Om hieraan gestalte te geven ziet de diaconie het volgende als haar taak: 1. De gemeente toerusten en wijzen op haar roeping tot dienstbetoon 2. Voorzieningen treffen voor hen, die materiële zorg en hulp behoeven. Alsook voor ouderen en hen die sociale en lichamelijke zorg kennen. 3. Aandachtsvelden/doelgroepen
3.a. Inventarisatie
De diaconale behoeften moeten regelmatig worden geïnventariseerd. Hierbij moet vooral gelet worden op de volgende doelgroepen: verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, werklozen, ouderen, eenzamen en langdurig zieken. Zeker als de burgerlijke overheid, mede uit financiële overwegingen, meer afstand neemt, zal er meer op de diaconie neerkomen.
3.b. Vrijwilligerswerk
a. In meer of mindere mate voelen gemeenteleden zich betrokken bij elkaars zorgen en moeiten. In allerlei vormen vindt zgn. “stille hulp” plaats. Mensen helpen mensen op vrijwillige basis zonder dat deze hulp in de openbaarheid wordt gebracht. Deze beleidsplanperiode zullen we nagaan of we als gemeente of zelfs binnen ons dorp elkaar nog meer (praktisch), ‘tot een hand en een voet kunnen zijn’, zoals bij ziekte, eenzaamheid, ouderdom, of anderszins. b. Er zijn gemeenteleden die zich inzetten voor vormen van dienstverlening die reeds jaren bestaan, zoals de ontvangstcommissie, het Zonklankteam, de bezoekdames en de bezoekbroeders. Regelmatig wordt met gemeenteleden, die zich inzetten voor het diaconale werk, contacten onderhouden. c. Vanaf schooljaar 2011-2012 is een maatschappelijke stage voor alle middelbare scholieren verplicht. Veel scholen hebben het inmiddels al in hun onderwijsprogramma opgenomen. Als gemeente willen we jongeren van binnen en buiten de gemeente gelegenheid geven om hun maatschappelijke stage binnen de gemeente te doen. De diaconie zal hiervoor het aanspreekpunt zijn voor gemeente, scholen en leerlingen. De diaconie zal een werkwijze opzetten om de invulling van maatschappelijke stages te organiseren. Aandachtspunten voor beleid: Als gevolg van de economische crises en bezuinigingen bij de overheid kunnen meer mensen in de knel komen. De diaconie dient alert te zijn om waar nodig hulp te bieden bij (stille) armoede; Mede gelet op het bovenstaande kunnen verschillende vormen van hulpverlening om een meer georganiseerde aanpak van vrijwilligerswerk vragen. De Nederlandse
22
Patiëntenvereniging (NPV) is in onze gemeente inmiddels gestart met een team van vrijwilligers om in bijzondere gevallen thuishulp te bieden. Een goed initiatief wat onze steun verdient. De diaconie streeft naar een goede samenwerking met de NPV; De diaconie zal nagaan of het elkaar praktisch ‘tot een hand en een voet zijn’ verder versterkt kan worden, zo mogelijk in 2011; De diaconie zal een werkwijze opzetten voor het doen van maatschappelijke stages binnen onze gemeente; Op termijn zullen de werkzaamheden van de diaconale bezoekdames en de ontvangstcommissie worden geïntegreerd in het werk van de wijkteams. Bestaande bezoekdames zetten vooralsnog hun werk voort.
3.c Bestuurlijke activiteiten
a. De diaconie participeert in het bestuur van stichting “Rijn- en Lekstreek”. Deze stichting stelt zich ten doel het behartigen van belangen van personen behorende tot, of zich betrokken voelend bij, de stichting aangesloten kerken, voor zover die belangen vallen onder maatschappelijke dienstverlening. Daarnaast stelt de stichting zich ten doel, op basis van haar grondslag ruime aandacht te geven aan zingevingsvraagstukken en levensbeschouwelijke aspecten in de zorgverlening b. Het gemeentelijk minimabeleid heeft de aandacht en zorg van de diaconie. Vergaderingen worden zo mogelijk bijgewoond. Daarnaast worden ambtelijke stukken en notulen van vergaderingen ontvangen.
3.d Ondersteuningen
In de gevallen waarin op de diaconie een beroep wordt gedaan om mensen in de gemeente te ondersteunen, wordt eerst bezien of betrokkene in aanmerking kan komen voor (bijzondere) bijstand van de burgerlijke gemeente. Getracht wordt om e.e.a. met geheimhouding en zorgvuldigheid te behandelen. 4. Diaconale activiteiten
4.a Ouderenmiddag
Voor de ouderen en alleenstaanden in de gemeente wordt vier keer per seizoen een ouderenmiddag georganiseerd. Een commissie, onder leiding van een diaken, bereidt de middagen voor. De middagen worden o.a. ingevuld met een korte meditatie door onze dominee en een presentatie van een willekeurig onderwerp. Het laatste heeft een meer ontspannend karakter. Eén middag/avond wordt georganiseerd door de jeugdvereniging. Men voelt zich snel te jong voor een ouderenmiddag, persoonlijk uitnodigen is bevorderlijk voor een goede opkomst.
4.b Bezoekwerk
In de gemeente is een aantal diaconale bezoekdames actief, die doorgaans oudere mensen en alleenstaanden van tijd tot tijd bezoeken. Aandachtspunt voor beleid Het werk nu voortzetten, op termijn dit integreren in de wijkteams.
4.c Zonklank
Zonklank is een muzikaal programma via de kerkradio (of evt. een CD), waarmee mensen elkaar kunnen feliciteren, bemoedigen of muzikaal “groeten”. Bijvoorbeeld bij ziekte, een verjaardag of een jubileum.
23
4.d Zieken
Alle gemeenteleden, die vanuit het ziekenhuis thuis komen krijgen bezoek van een diaken. Zij ontvangen daarbij een fruitbakje.
4.e Gehandicapten
Gehandicapten worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de voor hen georganiseerde vakantieweken. De Hervormde Gemeente Zegveld neemt deel aan de organisatie van regionale gehandicaptendiensten en houdt vooralsnog één keer per jaar een zondagse eredienst voor hen. De diaconie onderhoudt contact met de zorgboerderij aan de Hoofdweg, enkele gemeenteleden zijn daar inmiddels actief als vrijwilliger. De diaconie denkt na over een jaarlijkse activiteit/uitje voor verstandelijk gehandicapten. Aandachtspunt voor beleid: De diaconie overweegt het organiseren van een jaarlijkse activiteit/uitje voor verstandelijk gehandicapten.
4.f Jongeren
Het is belangrijk dat er in de gemeente een actieve betrokkenheid is van de jongeren bij het diaconaat. De jeugdvereniging vervult hierbij een belangrijke rol. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het jaarlijks bezoeken van ouderen in de gemeente. De jaarlijkse rommelmarkt wordt georganiseerd door de Rommelmarktcommissie onder verantwoordelijkheid van de Diaconie. De structuur in de diaconale activiteiten door en voor jongeren ontbreekt. Er is geen samenhangend beleid. Aandachtspunt voor beleid: Onderzocht moet worden of in het diaconale werk door de jeugd meer structuur moet worden aangebracht. Hierbij denken we aan het opzetten van Jeugddiaconaat (diaconaal werk door jongeren en diaconaal werk voor jongeren).
4.g Ontvangstcommissie
Nieuw ingekomen inwoners van Zegveld, en zij die binnen de gemeente verhuisd zijn, worden bezocht door een lid van de ontvangstcommissie. Zij ontvangen een bloemetje, eventueel de gemeentegids en de laatst verschenen kerkbode. Aandachtspunt voor beleid: Eén maal per jaar de leden van de ontvangstcommissie uitnodigen om dit stukje gemeentewerk te evalueren. Vooralsnog dit voortzetten en op termijn dit werk integreren in de wijkteams.
4.h Wijkteam
In elk wijkteam participeert ook een diaken. De taak van de diaken in het wijkteam is omschreven in het beleidsboek hoofdst. 2.1.2. 5. Motiveren gemeenteleden tot diaconaat Het diaconaat is een Bijbelse opdracht voor alle gemeenteleden. Zij moeten hiervoor gemotiveerd en gestimuleerd worden door: - bezinning op onze bijbelse roeping d.m.v. bijvoorbeeld de prediking. Afgesproken is om hier in ieder geval 1 keer per jaar in een preek bij stil te staan; - voorbede doen voor hen die in nood zijn;
24
- hen in contact te brengen met mensen die hulp nodig hebben; - hen bewust te maken van de gaven en mogelijkheden die zij hebben om anderen te helpen; - het organiseren van een diaconale gemeenteavond; - diaconaat aan de orde stellen tijdens de huisbezoeken/catechisaties; - hen te informeren over diaconale aangelegenheden via de kerkbode; - het project Luisterend Dienen meer uitleggen en aanbevelen. 6. Financiën
6.a Inkomsten
De inkomsten worden voornamelijk verkregen door: - algemene en doelgerichte collecten in de eredienst; - rente van spaartegoeden; - aandacht geven aan notarieel schenken; - verhuur (pacht) van eigendommen; - giften.
6.b Besteding van ontvangen middelen.
De besteding van de middelen die door de diaconie ontvangen worden, wordt als volgt verdeeld: - plaatselijk diaconaat: zoals persoonlijke ondersteuningen, middelen m.b.t. zieken en bejaarden in eigen gemeente, jeugddiaconaat; - regionaal/landelijk diaconaat: missionair/evangelisatiewerk en diaconaat elders in Nederland; - wereldwijd diaconaat: het betreft hier structurele hulp en noodhulp in het buitenland. Enkele voorbeelden zijn: ZOA, Woord en Daad, Hulp Oost Europa en noodhulp bij grote rampen zoals aardbevingen en overstromingen. Het beleid met betrekking tot de besteding van diaconale gelden is verder uitgewerkt in de beleidsmap, hoofdstuk 4.8 d.d. februari 2009.
6.c Collectebeleid
Tijdens de kerkdiensten is de eerste collecte bestemd voor diaconie en kerk gezamenlijk. De opbrengst van de collecte wordt als volgt verdeeld: 35% voor de diaconie en 65% voor de kerk (zie bij eredienst). De 2e collecte wordt gehouden conform een door de kerkenraad vastgesteld collecterooster. Het collecterooster wordt door de diaconie in overleg met de kerkrentmeesters opgesteld en voor 1 november bij de kerkenraad ingediend, In de kerkbode worden gemeenteleden geïnformeerd over het doel van de diaconale collecten. Gebleken is dat collecten voor een specifiek doel relatief hoge(re) opbrengsten geven.
6.d Financiële jaarstukken
- Jaarlijks wordt voor 1 november een ontwerpbegroting door de administrerend diaken opgesteld. De kerkenraad stelt vervolgens de begroting vast. - Voor 1 mei wordt de ontwerpjaarrekening over het afgelopen jaar opgesteld en, na goedkeuring van de diaconie, aan de kerkenraad voorgelegd. De kerkenraad stelt de jaarrekening vast.
25
C. College van Kerkrentmeesters Het college van kerkrentmeesters is belast met de zorg voor alle stoffelijke aangelegenheden van de Hervormde Gemeente Zegveld en verricht de daaraan verbonden werkzaamheden overeenkomstig de bepalingen van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland en de ordinanties, alsmede met inachtneming van de bepalingen in de “Plaatselijke Regeling” gesteld. Het college van kerkrentmeesters bestaat uit twee ouderling-kerkrentmeesters en een lidmaat-kerkrentmeester. De taken zijn in goed overleg onderling verdeeld. Bijbelse motivatie Grondgedachte bij de taakstelling van de kerkrentmeesters is dat de gemeente leeft vanuit de verkondiging van het heil van Christus werk. Dat gebeurt zowel in de persoonlijke relatie van elk gemeentelid tot God alsook in de onderlinge band tussen gemeenteleden. Om vorm te geven aan het gemeente zijn en daarin leiding te geven heeft een gemeente een kerkenraad waarin ook vertegenwoordigd zijn de diaconie en twee leden van het college van kerkrentmeesters. Aan de gemeente is een predikant verbonden die haar Gods woord verkondigt, de pastorale zorg op zich neemt en leiding geeft aan de algehele geestelijke vorming. Daarnaast zijn er organisten en kosters, die er mede voor zorg dragen dat aan de erediensten op de geëigende wijze vorm wordt gegeven. Om het gemeente zijn te verwezenlijken, worden er naast de zondagse erediensten allerlei bijeenkomsten voor de leden van de gemeente belegd. Hierbij kan worden gedacht aan catechese, verenigingswerk in allerlei vormen, bijbelkringen van gemeenteleden en vergaderingen van kerkenraad, diaconie en het college van kerkrentmeesters e.d.. Deze wijze van gemeente zijn maakt het noodzakelijk om naast het beschikbaar zijn van de genoemde vaste krachten, gebouwen te bezitten om de samenkomsten te kunnen houden en allerlei stoffelijke zaken te regelen. Overeenkomstig de woorden in Titus 1:7, waar o.a. geschreven staat: “Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods,.......”, hebben de kerkrentmeesters een specifieke taak als verzorgers van Gods huis en behartigers van allerlei andere stoffelijke aangelegenheden. In het Oude Testament wordt beschreven dat de verzorging van de tempel en de synagogen door de priesters en de Levieten werd verricht. Uit het bovengenoemde Bijbelgedeelte blijkt dat het Nieuwe Testament duidelijk aangeeft dat het huis van God door de opzieners verzorgd moet worden. Deze taak is kerkordelijk aan de kerkrentmeesters toebedeeld. Plaatselijke Regeling De werkwijze van het college van kerkrentmeesters met betrekking tot haar taak en doelstelling is (naast de kerkorde daaromtrent) uitgewerkt in de “Plaatselijke Regeling”, welke laatstelijk is vastgesteld op 13 januari 2005. Reglement Commissies Het college van kerkrentmeesters laat zich, ten behoeve van de uitvoering van diverse taken nu en zo mogelijk nog meer in de toekomst, bijstaan door commissies. De taken van deze commissies zijn uitgewerkt in het “Reglement Commissies ten dienste van het college van kerkrentmeesters van de hervormde gemeente te Zegveld”, welke laatstelijk is vastgesteld in Mei 2008.
26
Deze commissies die thans het college van kerkrentmeester bijstaan zijn: a. Commissie voor bouw en onderhoud; b. Commissie voor beheer van de Voorhof; c. Commissie voor beheer van het mortuarium en het kerkhof; d. Commissie voor financiële zaken. Naast het werk in de commissies zijn elk jaar weer veel vrijwilligers nodig voor diverse werkzaamheden. Het valt niet altijd mee om voldoende mensen te mobiliseren. 1. Beheren van de goederen
Doelstelling:
Het college van kerkrentmeesters heeft als taak het beheren van alle goederen, waaronder gelden, gebouwen, inventarissen en alle andere vermogensbestanddelen. Voor de instandhouding van de goederen worden deze deugdelijk onderhouden en zonodig vervangen. 2. Beheer van gebouwen en inventaris
Doelstelling:
Het uitgangspunt van het college van kerkrentmeesters is de huidige gebouwen van de hervormde gemeente (kerk, kerkelijk centrum “De Voorhof” en pastorie) in stand te houden alsmede er voor zorg te dragen dat de inventaris in goede staat is dan wel dat bewoning in goede orde geschiedt of mogelijk is.
Huidige situatie: 2.1 Gebruik en onderhoud van de kerk
De zorg voor het gebruik van de kerk in zijn algemeenheid, alsmede voor de erediensten, rouw- en trouwdiensten is aan het college van kerkrentmeesters toevertrouwd. Dit houdt o.a. in dat ervoor wordt gezorgd dat de kerk tijdig wordt opengesteld, er een organist aanwezig is en de koster(s) voor alle voorbereidingen zorgdraagt die nodig zijn om alles in goede orde te laten verlopen. Het onderhoud van de kerk vindt o.a. plaats aan de hand van het inspectierapport opgesteld door Monumentenwacht, die eenmaal in de drie jaar een inspectie verricht. In samenwerking met de bouwcommissie is een meerjarig onderhoudsplan opgesteld aan de hand waarvan het onderhoud wordt gedaan. De toegankelijkheid van ons kerkgebouw voor minder validen, waaronder ook rolstoelgebruikers is niet voldoende.
2.2 Gebruik en onderhoud van het kerkelijk centrum “De Voorhof”
Het gebruik van het kerkelijk centrum “De Voorhof” is vastgelegd in het Reglement Kerkelijk centrum “De Voorhof”, hoofdstuk 3.21 van de beleidsmap, d.d. februari 2009. Het groot onderhoud van “De Voorhof” is in beheer bij de bouwcommissie. Kleine onderhoudswerkzaamheden en het opknappen/verfraaien van het interieur is in beheer bij de commissie Voorhof.
2.3 Bewoning pastorie
Een pastorie is beschikbaar voor bewoning door het predikantsgezin. De pastorie is gelegen aan de Lijsterbeslaan 1 te Zegveld.
27
Tevens is enkele jaren geleden besloten om te onderzoeken of het oude schoolhuis aan de Hoofdweg 46 in de toekomst dienst kan gaan doen als pastorie. Deze woning is eigendom van de diaconie. Nu een goede pastorie beschikbaar is, is het de vraag of het schoolhuis nog wel voor dit doel bestemd moet worden. De woning staat op de MIP-lijst van de gemeente Woerden, hetgeen betekent dat de mogelijkheid bestaat dat de woning de status van gemeentelijk monument krijgt. Daarnaast dient grondig onderzoek naar de bouwkundige staat van de woning te worden gedaan. Aandachtspunten voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: Het houden van inzicht in de staat van onderhoud van alle in beheer en onderhoud zijnde gebouwen en uitvoeren van planmatig en noodzakelijk onderhoud; Mogelijkheid creëren voor rolstoelgebruikers om de diensten bij te wonen met een veilige vluchtweg; Het verder onderzoeken of het wenselijk is het oude schoolhuis aan de Hoofdweg 46 te bestemmen als pastorie, dit in overleg met de diaconie, om de uitkomsten vervolgens aan de kerkenraad ter besluitvorming voor te leggen; een gemeentebrede enquête om vrijwilligers te inventariseren voor bepaalde werkzaamheden/taken. 3. Begraafplaats
Doelstelling:
Het college van kerkrentmeesters heeft de taak er voor zorg te dragen dat de kerkelijke begraafplaats voldoende ruimte biedt voor het begraven van mensen uit ons dorp. Vanaf het ontstaan van de gemeente is de verantwoordelijkheid genomen om een goede gelegenheid te onderhouden om onze overledenen te kunnen begraven. Onze begraafplaats is gesitueerd tegen de achterzijde van de kerk. Door het in eigendom hebben van een begraafplaats is het ook mogelijk en noodzakelijk dat de kerk bepaalt wat hierop is toegestaan. Voor elke inwoner van Zegveld is er plaats. De regels zijn eveneens in ons plaatselijk reglement vastgelegd.
Huidige situatie: 3.1 Beheer en gebruik
Het beheer en het gebruik van de begraafplaats is vastgelegd in het “Reglement op de begraafplaats van de hervormde kerk te Zegveld”, welke laatstelijk is vastgesteld juni 2007 en is opgenomen als hoofdstuk 3.20 van de beleidsmap. In de achterliggende periode is gekomen tot een geheel zelfstandige financiële exploitatie van de begraafplaats.
3.2 Tarieven
De tarieven voor de begraafplaats zijn laatstelijk per januari 2009 door de kerkenraad vastgesteld.
3.3 Onderhoud
Het onderhoud van de begraafplaats wordt verricht door een onderhoudsman tegen een kwartaalvergoeding.
3.4 Uitbreiding begraafplaats
28
De begraafplaats dient op niet al te lange termijn te worden uitgebreid. Het college van kerkrentmeesters is van mening dat bewoners van Zegveld in hun eigen dorp begraven moeten kunnen worden, ongeacht geloof of ras. Naarstig wordt naar wegen en middelen gezocht om de uitbreiding ter hand te kunnen nemen. De gemeente Woerden is bereid mee te denken hoe de uitbreiding kan plaatsvinden. Deze uitbreiding heeft binnen het college van kerkrentmeesters prioriteit. Hierbij wordt ook de rolstoeltoegankelijkheid van de begraafplaats opnieuw overwogen.
3.5 Begrafenisondernemer
Indien iemand is overleden kan de familie een beroep doen op de begrafenisondernemer welke is aangesteld door het college van kerkrentmeesters. De begrafenisondernemer kan alles rondom het overlijden en begraven van de overledene verzorgen. Zijn werkzaamheden voert hij volledig zelfstandig uit als een zelfstandige ondernemer.
3.6. Dragervereniging
Bij het begraven van een overledene kan de familie een beroep doen op de dragers van de dragervereniging. Deze vereniging heeft de beschikking over 6 dragers. De dragers zijn in dienst van en worden benoemd door het college van kerkrentmeesters. Aandachtspunten voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: het actueel houden van de geldende tarieven voor de begraafplaats de uitbreiding van de begraafplaats, waarvoor de kerkrentmeesters een basisplan hebben opgesteld en waarvoor de grond reeds is verworven, zal in deze beleidsplanperiode worden uitgevoerd. 4. Ledenadministratie
Doelstelling: Doelstelling van de ledenadministratie is het geven van ondersteuning aan het college van kerkrentmeesters op een zo’n breed mogelijk vlak.
Huidige situatie: 4.1 Ledenadministratie
Ten behoeve van de financiële administratie van het college van kerkrentmeesters en voor de verzorging en het goede verloop van de te houden verkiezingen wordt een ledenadministratie door een administrateur bijgehouden. Alle gemeenteleden die worden gedoopt en belijdenis van het geloof afleggen, worden in deze administratie opgenomen. Daarnaast worden ook alle mutaties van nieuw-ingekomenen en uitgeschrevenen, die via de SMRA (Stichting Mechanisatie Registratie en Administratie) worden ontvangen, in deze registers bijgehouden. Met name voor het verzorgen van de vrijwillige bijdrage, de solidariteitskas en t.b.v. de verkiezingen is het van belang om een goed ledenregister te hebben.
4.2 Lijst met stemgerechtigde lidmaten
29
Voor het houden van verkiezingen is het noodzakelijk een actuele lijst te hebben van gemeenteleden die belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Door deze belijdenis zijn deze leden (in onze gemeente alle mannelijke leden) verkiesbaar voor een ambt in de gemeente. Alle belijdende lidmaten hebben stemrecht, mits zij hebben voldaan aan hun financiële verplichtingen. De lijst met stemgerechtigde lidmaten wordt door middel van een computeruitdraai vervaardigd. Zodra leden van de gemeente op deze lidmatenlijst voorkomen, hebben zij het passieve en actieve kiesrecht om aan de verkiezingen deel te nemen.
4.3 Doopboek, belijdenisboek en huwelijksboek
Naast het feit dat nieuwe doopleden worden opgenomen in de ledenadministratie, worden de nieuwe doopleden ook geregistreerd in het doopboek. Eén doopboek wordt bijgehouden door de scriba en het tweede doopboek wordt bijgehouden door de secretaris van het college van kerkrentmeesters. Verder is ook het hanteren van een belijdenisboek een kerkordelijke verplichting. Daarnaast wil de kerkenraad ook een huwelijksboek bijhouden. Op korte termijn zal de kerkenraad bezien hoe dit in de praktijk geregeld kan worden.
4.4. KopiKerk
Om de totstandkoming van de kerkbode goedkoper te maken is destijds besloten om de kerkbode in eigen beheer te maken. Daartoe is een kopieermachine aangeschaft (wordt gehuurd) en kan de kerkbode gekopieerd worden. Dit gebeurt door een vrijwillig(st)er. Daarnaast wordt het kopieerapparaat gebruikt voor het kopiëren voor de vele andere activiteiten binnen de hervormde gemeente. KopiKerk dient volledig zelfstandig te kunnen draaien. Daarom worden maandelijks de kopieën in rekening gebracht bij de verantwoordelijke instantie c.q. vereniging.
4.5. Archivering
Het beheer van de kerkelijke archieven heeft binnen onze gemeente nog geen duidelijke plaats. Volgens de kerkorde is het college van kerkrentmeesters verantwoordelijk voor het beheer van de kerkelijke archieven. De komende tijd zal aandacht moeten worden besteed om het archief van onze gemeente “op poten” te zetten. Als handleiding hiervoor kan dienen de “Richtlijnen voor kerkelijk archiefbeheer” van de PKN. Een klein gedeelte van het oude archief is thans onder gebracht bij het Streekarchief van de gemeente Woerden. Aandachtspunten voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: het zo goed mogelijk laten functioneren van de ledenadministratie. Hierbij wordt gedacht aan het vastleggen van lijnen t.a.v. de terugkoppeling naar belanghebbenden het continueren van de ledenadministratie t.b.v. het uitdraaien van gegevens bij verkiezingen en anderzijds het continueren van het bijhouden van de doopboeken. het in stand houden van en het financieel onafhankelijk laten functioneren van KopiKerk een gestructureerd en actueel archiefbeleid en een geactualiseerde overeenkomst met het streekarchivaat Rijnstreek. Hiermee wordt in 2011 gestart. 5. Kerkradio/Cassettedienst
30
Doelstelling:
Het gebruik kunnen maken van de kerkradio dan wel het ontvangen van een CD t.b.v. gemeenteleden die vanwege ziekte of anderszins niet meer in de kerk kunnen komen. Zij dienen de mogelijkheid te hebben om een (tijdelijke) aansluiting op de kerkradio aan te vragen, dan wel een CD op te vragen.
Huidige situatie: 5.1. Kerkradio
Op dit moment maken op een vijftigtal adressen gemeenteleden gebruik van de kerkradio. Naast de wekelijkse erediensten, rouw- en trouwdiensten, kunnen de luisteraars via de kerkradio iedere dinsdagavond van 19.00 tot 20.00 uur luisteren naar een programma van het Zonklankteam of een meditatie verzorgd door een ouderling. Aandachtspunt voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: beleidsstuk/reglement voor het functioneren van de ‘kerkradio’. Parallel aan het opzetten van een website voor onze gemeente, zal ook de mogelijkheid van uitzending van de kerkdienst via internet overwogen worden. 6. Fondsen
Doelstelling:
De doelstelling van het in leven roepen van fondsen is het inzamelen van gelden ten behoeve van een doel/object met een specifiek karakter. Het doel van het betreffende fonds wordt bepaald door het college van kerkrentmeesters.
Huidige situatie: 6.1 Verjaardagsfonds
Wanneer de gemeenteleden jarig zijn, wordt door de medewerkers van het verjaardagsfonds de goede wensen van de kerk/gemeente bezorgd. De jarige kan hierbij een gift geven in het busje van het verjaardagsfonds. Enkele keren per jaar hebben de medewerk(st)ers van het verjaardagsfonds op een nader te bepalen avond de gelegenheid de door hun ingezamelde giften af te dragen. De opbrengst van het verjaardagsfonds wordt gebruikt voor de verfraaiing van de kerk, dan wel een doel/object door het college van kerkrentmeesters bepaald. Op dit moment wordt er gespaard voor het vervangen van de zitkussens in de kerkbanken. Aandachtspunt voor beleid Het beleid is er op gericht te komen tot: het continueren van het huidige beleid van het verjaardagsfonds 7. Begroting en rekening
Doelstelling:
De doelstelling is jaarlijks te werken met minimaal een sluitende begroting (taakstelling). Ten einde een gezond financieel beleid te voeren, wordt jaarlijks een begroting opgesteld,
31
waarbij inzicht wordt gegeven in de cijfers van het voorgaande jaar en de verwachtingen van het lopende en komende jaar. De jaarrekening dient een inzicht te geven of aan het gevoerde beleid ten aanzien van de begroting is voldaan.
Huidige situatie: 7.1 Begroting
Jaarlijks wordt een begroting opgesteld met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van het college van kerkrentmeesters, deze wordt voor 1 november van het voorafgaande jaar aan de kerkenraad aangeboden. Na goedkeuring door de kerkenraad is het college van kerkrentmeesters gebonden zich hieraan te houden. Regels ten aanzien van de begroting zijn vastgelegd in de “Plaatselijke regeling” waar ordinantie 11 artikel 6 van de kerkorde is overgenomen.
7.2 Jaarrekening
Aan het einde van het jaar wordt er een rekening van alle inkomsten en uitgaven opgesteld, zodat kan worden vastgesteld of er een positief dan wel een negatief saldo is en waar de knelpunten zijn ontstaan. De jaarrekening wordt voor 1 mei van het opvolgende jaar aan de kerkenraad aangeboden ter goedkeuring. Regels ten aanzien van de jaarrekening zijn vastgelegd in de “Plaatselijke regeling” waar ordinantie 11 artikel 7 van de kerkorde is overgenomen. Aandachtspunten voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: Jaarlijks aan blijven bieden van een sluitende begroting; Het opstellen van een jaarrekening; Het op peil houden van noodzakelijke reserves; Het opstellen van een vijfjaarlijkse kostenprognose in 2011 om tijdig inzicht te verkrijgen in de uitgaven voor de langere termijn. Deze prognose dient vervolgens elke drie jaar geactualiseerd te worden. 8. Geldwerving
Doelstelling:
De doelstelling tot het werven van gelden is om te voorzien in de materiële behoeften van de gemeente. Vanwege de toenemende kosten van een predikantsplaats (nieuwe regeling landelijke kerk) zullen de inkomsten de komende jaren geleidelijk moeten stijgen.
Huidige situatie: 8.1 Vrijwillige bijdrage
Om de begroting dekkend te krijgen wordt jaarlijks een vrijwillige bijdrage van de gemeenteleden met een eigen inkomen gevraagd. Aan het einde van de maand mei wordt daartoe een acceptgiro bij gemeenteleden van 18 jaar en ouder bezorgd. In het verleden is gebleken dat een actie kerkbalans in onze gemeente niet werkt. Jaarlijks wordt bekeken of een actie Kerkbalans opnieuw aan de orde zou kunnen komen.
8.2 Collecten
32
Tijdens de zondagse erediensten worden twee collecten gehouden. De eerste collecte is bestemd voor diaconie en kerk gezamenlijk. De opbrengst van deze collecte wordt als volgt verdeeld: 35% voor de diaconie en 65% voor de kerk (zie bij eredienst). De 2e collecte is bestemd voor het doel conform een door de kerkenraad vastgesteld collecterooster.
8.3 Opstellen collecterooster
Jaarlijks wordt er voor de diverse kerkelijke doeleinden een collecterooster opgesteld. Het collecterooster wordt in overleg met de diaconie opgesteld en voor 1 november bij de kerkenraad ingediend. Tijdens de erediensten worden de collecten gehouden overeenkomstig het vorengenoemde rooster. In de kerkbode worden de gemeenteleden geïnformeerd over het doel van de tweede collecte.
8.4 Beheer en uitgifte collectebonnen
Aangezien er bij diverse gemeenteleden behoefte is om met collectebonnen te werken, wordt de gelegenheid geboden om deze te verkrijgen. Het beheer en uitgave van de collectebonnen is ondergebracht bij de Regiobank aan de Boschsloot 26.
8.5 Solidariteitskas
De door de synode opgelegde Solidariteitskas is voor de ene helft bestemd voor ondersteuning van gemeenten, die zelf onvoldoende middelen kunnen opbrengen om b.v. kerkelijke gebouwen te realiseren en voor de andere helft is de opbrengst bestemd voor het college van kerkrentmeesters van de eigen gemeente. De aanslag bedraagt momenteel € 10,00 per lidmaat en wordt in de maand september door middel van een acceptgiro geïnd.
8.6 Incidentele acties
Om een bepaald doel te kunnen verwezenlijken worden, indien nodig, daartoe incidentele acties georganiseerd. Aandachtspunt voor beleid Het beleid is er op gericht te komen tot: het op hoofdlijnen continueren van het huidige beleid en waar mogelijk aan te scherpen; het verhogen van de inkomsten door beïnvloeding van het geef-gedrag van de gemeenteleden en wel door systematisch publicaties/bekendmakingen van de stand van zaken en zodoende het gevoel versterken/ontwikkelen dat lid zijn van een kerk verantwoordelijkheden met zich meebrengt –ook financiële- om als kerk vanuit het evangelie onze opgedragen taak te kunnen vervullen; het voeren van incidentele acties ten behoeve van een speciaal doel. 9. Personeelsbeleid
Doelstelling:
Het streven is te komen tot een personeelsbeleid waarbij niet alleen aandacht wordt besteed aan de rechtspositionele aspecten, maar ook aan welzijnsaspecten (functioneringsgesprekken) en een verantwoorde evenwichtige belasting van medewerkers en vrijwilligers.
33
Huidige situatie: 9.1 Predikant
Binnen de hervormde gemeente Zegveld is 1 fulltime predikant werkzaam.
9.2. Koster
In onze gemeente is één koster werkzaam. Bij vakantie, vrije zondag, afwezigheid of ziekte wordt hij/zij vervangen door een vrijwilliger.
9.3 Organisten
Voor de begeleiding van de erediensten zijn 6 organisten beschikbaar. Door middel van een rooster weet een ieder wanneer hij moet spelen.
9.4. Beheerder kerkelijk centrum “De Voorhof”
Voor het beheer van het kerkelijk centrum “De Voorhof” is een beheerder(sechtpaar) aangesteld.
9.5 Onderhoudsman begraafplaats
Voor het onderhoud van de begraafplaats is een onderhoudsman aangesteld.
9.6 Catecheten
Ten behoeve van het geven van catechisaties aan de jeugd binnen onze gemeente is ondersteuning van één, dan wel twee catecheten wenselijk, die naast of met de predikant catechisatieles geven.
Rechtspositie regelingen
9.1.1 De rechtspositie van de predikant is geregeld in de generale regeling voor de predikantstraktementen. Vergoedingen, emolumenten, uitkeringen worden door het college van kerkrentmeesters bepaald. Aandachtspunt voor beleid: Het beleid is er op gericht te komen tot: het jaarlijks houden van functioneringsgesprekken met de in dienst zijnde medewerkers. Hierbij komen ook de financiële aspecten aan de orde.
34