BASALTON® betonzuilen
De Basalton betonzuilen van Holcim Betonproducten zijn gebaseerd op het Systeem Kant.
Basalton® betonzuilen
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
5
2.
Ontwerpfase
7
2.1
Overzicht ontwerpaspecten
7
2.2
Eerste schatting van de benodigde zuilhoogte
10
2.3
Grondmechanische stabiliteit van de ondergrond
10
2.4
Samenstelling en dikte filterlaag
11
2.5
Doorlatendheid, soortelijk gewicht en gradering inwasmateriaal
11
2.6
Overgangsconstructies
11
2.7
Teenconstructies
11
2.8
Definitieve dimensionering van de Basalton®
11
3.
Ontwerpeisen met betrekking tot de uitvoering
13
3.1
Machinaal of handzetwerk
13
3.2
Taludhelling
13
3.3
Filtermateriaal voor funderingslaag
13
3.4
Inwasmateriaal
13
4.
Uitvoeringsfase
15
4.1
Aanvoer en opslag
15
4.2
Machinale zetmethode
15
4.3
Bochtenset
15
4.4
Handmatig verwerken van Basalton® zuilen
16
5.
Leveringsprogramma
18
6.
(Door)ontwikkeling van standaard Basalton® sets
18
6.1
Basalton® plaatmodel
19
6.2
Basalton® als prefab wand
19
6.3
Basalton® verticaal
19 3
Basalton® betonzuilen
1. Inleiding
Basalton® betonzuilen, steenzetting met een hoge stabiliteit Steenzettingen zijn in Nederland een niet meer weg te denken bekleding van dijken.
Daar waar de golven te groot of de stroming te sterk is voor gras, kan een steenzetting uitkomst bieden. Honderden jaren zijn steenzettingen van natuursteen gemaakt,
waarbij op ambachtelijke wijze stenen stijf tegen elkaar werden geplaatst opdat ze
elkaar optimaal steunen. Zo werd een relatief gladde bekleding van de dijk verkregen met een veel hogere stabiliteit dan wanneer de stenen gewoon los op het talud
zouden zijn gestort. In de tweede helft van de vorige eeuw zijn steenzettingen van beton geïntroduceerd. Vooral Basalton® betonzuilen worden sindsdien toegepast.
Basalton® is de betonnen variant van basalt, met een vergelijkbaar attractief uiterlijk. Basalton® betonzuilen zijn echter machinaal te zetten, waardoor een hogere productie wordt gerealiseerd bij lagere kosten. Sinds de 80-er jaren is er veel onderzoek verricht naar de stabiliteit van steenzettingen onder hydraulische belasting: • windgolven • scheepsgolven • stroming De resultaten hiervan zijn samengevat in het Technisch Rapport Steenzettingen (TAW 2003), met als gebruiksvriendelijke rekenmodellen ANAMOS (ontwerp) en Steentoets (toetsing). Aansluitend heeft Holcim Betonproducten B.V. opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de stabiliteit van Basalton® betonzuilen als taludbekleding onder golfaanval.
Vakkundige hulp omtrent de toepassing van de moderne dimensionerings- en toetsingsgereedschappen kan verkregen worden bij Deltares te Delft (samenvoeging van o.a. WL en GeoDelft) en gespecialiseerde ingenieursbureaus. Het bouwen van steenzettingen is voortdurend in ontwikkeling, waarbij de uitvoering aangepast is aan de ervaringen die onder diverse omstandigheden zijn opgedaan door beheerders van waterkeringen en oevers. Holcim Betonproducten B.V., leverancier van Basalton® betonzuilen, wil meer bekendheid geven aan het principe van de berekeningsmethode en de uitvoeringseisen. In deze brochure zijn de belangrijkste aspecten van bekleding met Basalton® betonzuilen beschreven.
Foto 1, Hondsbossche Zeewering, Petten
5
6
Basalton® betonzuilen
Basalton® betonzuilen
2. Ontwerpfase
Berekening stabiliteit op basis van modelonderzoek
2.1 Overzicht ontwerpaspecten Voor de berekening van de stabiliteit van gezette bekledingen wordt verwezen naar het Technisch Rapport Steenzettingen (TAW 2003), dat is verschenen in drie delen: • deel toetsing • deel ontwerp • deel achtergronden Aan de basis van de kennis omtrent de stabiliteit van steenzettingen ligt het onderzoek in de Deltagoot van Deltares. Deze golffaciliteit maakt het mogelijk om op (bijna) ware grootte een steenzetting te beproeven met golven tot 2,5 m hoog. In opdracht van Holcim Betonproducten B.V. is in 1982 het eerste stabiliteitsonderzoek met Basalton® betonzuilen uitgevoerd in de Deltagoot (zie figuur 2); zie tevens rapport Basalton®, ‘Stabiliteit onder golfaanval’, februari 1983. In een later stadium is Basalton®, in het kader van het langjarig onderzoek naar de stabiliteit van steenzettingen, nog vaker in de Deltagoot geweest. Resultaten van modelonderzoek in de Deltagoot met Basalton® zijn gegeven in figuur 2. In deze figuur is gebruik gemaakt van de belastingparameter (Hs/(ΔD)) en de brekerparameter (ξop). De brekerparameter bepaalt hoe de golven breken op het talud (zie figuur 3). De belastingparameter geeft de verhouding tussen de golfhoogte en het onderwater gewicht van de Basalton® betonzuilen per vierkante meter.
Foto 3, Colijnsplaat
Hierbij zijn de volgende variabelen gebruikt: Hs = significante golfhoogte (op basis van energie) (m) ξop = tanα/√sop = brekerparameter (-) sop = Hs/(1,56Tp2) = golfsteilheid op basis van diepwater golflengte (-) Tp = golfperiode bij de piek van het spectrum (s) α = taludhelling (o) D = dikte van de Basalton® (zuilhoogte) (m) Δ = (ρb/ρ − 1) = relatieve soortelijke massa van de Basalton® (-) ρb = soortelijke massa van de Basalton® (kg/m3) ρ = soortelijke massa van water (zout: 1025 kg/m3; zoet: 1000 kg/m3)
Foto 2, Uitvoering dijkvak Colijnsplaat
7
Basalton® betonzuilen
De steenzetting omvat meer dan alleen de gezette stenen. Minstens zo belangrijk zijn de lagen daaronder. Op de kern van de dijk (meestal van zand) wordt vaak eerst een kleilaag aangebracht, maar niet altijd. Daarop komt geotextiel dat wordt afgedekt met een dunne filterlaag van
steenslag. Tot slot wordt op het steenslag de Basalton® gezet. De kleilaag wordt soms vervangen door een dikke laag granulaat van basalt- of kalksteensplit (bv. 0-40 mm) met een aanzienlijk fijne fractie.
a. spilling breaker (ξ 1)
b. plunging breaker (1 ξ 2,5)
c. plunging - collapsing breaker (3,2 ξ 3,4)
d. surging breaker (ξ 3,4)
Figuur 1, Wijze waarop de golven breken, afhankelijk van de brekerparameter
Stabiliteit volgens formule voor eerste schatting
Hs(Δ D) (-)
Ingewassen Basalton langeduurbelasting (2005) geen schade Ingewassen Basalton (2003), geen schade Basalton zonder inwasmateriaa (1982), begin van schade
ξop (-) Figuur 2, Resultaten van Deltagoot onderzoek
8
Basalton® betonzuilen Figuur 3, Vorming van afschuifvlak door onvoldoende grondmechanische stabiliteit van de ondergrond
Een goed ontwerp van Basalton® begint met de juiste keuzes voor de onderlagen Ten eerste moet de ondergrond grondmechanisch stabiel zijn onder golfaanval (het mechanisme ‘afschuiving’ moet voorkomen worden). De golfbelasting op het talud geeft in de golfaanvalszone drukfluctuaties die kunnen leiden tot de vorming van een lokaal afschuifvlak in de ondergrond. Dit is geschetst in figuur 3. De vervorming als gevolg van een dergelijke lokale afschuiving verbreekt het verband in de bekleding, waardoor de stabiliteit verloren gaat. Ten tweede moet voorkomen worden dat de fijne deeltjes in de ondergrond (klei of zand) door de waterbeweging in het filter wegspoelen. Dit kan gemakkelijk gerealiseerd worden door een kwalitatief goede geotextiel toe te passen onder de filterlaag. Ten derde moet de gradering van het filter aangepast worden aan de te verwachten openingen tussen de Basalton® zuilen. Als laatste wordt de zuilhoogte van de Basalton® berekend.
Omdat het dimensioneren van een steenzetting een iteratief proces is, wordt gestart met een schatting van de benodigde zuilhoogte en filterlaag dikte. Daarna kan de benodigde kleilaag worden bepaald, opdat de grond mechanische stabiliteit verzekerd is. De kleilaag kan eventueel vervangen worden door een breed gegradeerde laag granulaat van basalt- of kalksteensplit. Tenslotte moet er aandacht zijn voor de volgende aspecten van de constructie: • verdichting ondergrond in verband met deformatie; • doorlatendheid, soortelijk gewicht en gradering inwasmateriaal; • overgangsconstructie; • teenconstructie.
9
Basalton® betonzuilen
2.2 Eerste schatting van de benodigde zuilhoogte De stabiliteit van Basalton® betonzuilen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de afmetingen van de filterlaag. Het gaat daarbij om de dikte van de filterlaag en de korrelgrootte. Als deze beide optimaal gekozen worden (zie paragraaf 2.4), kan de benodigde dikte van de steenzetting als volgt berekend worden: Hs -2/3 = 6ξop [ΔD]min
ofwel: [ΔD]min = 0,2∙(Hs∙Tp∙tanα)0,67
Voorbeeld: bij golfcondities van Hs = 2,0 m en Tp = 5,0 s levert dit bij een talud van tanα = 0,3 (ofwel 1:3,33) een minimaal benodigde waarde van ΔD = 0,2∙(2,0∙5,0∙0,3) 0,67 = 0,40 m. Indien er sprake is van zoetwater (ρ = 1000 kg/m3) en een soortelijke massa van het beton van ρs = 2300 kg/m3, dan is Δ = 1,3. De minimaal benodigde zuilhoogte is dan D = 0, 40/1,3 = 0,31 m.
Het mechanisme ‘afschuiving’ wordt voorkomen door een voldoende gewicht op de zandondergrond te realiseren. Het gaat daarbij om de totale dikte van kleilaag (of een laag breed gegradeerd granulaat van basalt- of kalksteensplit), filterlaag en Basalton®: bk + bf + ΔD met: bk = dikte van de kleilaag (of een laag breed gegradeerd granulaat van basalt- of kalksteensplit) (m) bf = dikte van de filterlaag (m) Voor Basalton® op een talud van 1:3,5 met een normale golfbelasting (golfsteilheid Hs/(1,56Tp2) = 0,04) is de grootte van de maximaal toelaatbare golfhoogte als functie van bk + bf + ΔD gegeven in figuur 6. Voor afwijkende taluds of golfsteilheden wordt verwezen naar het Technisch Rapport Steenzettingen. 2.4 Samenstelling en dikte filterlaag De filterlaag is de laag granulair materiaal tussen het geotextiel en de Basalton® betonzuil. Het is van groot belang de eigenschappen en dikte van deze laag goed te kiezen, omdat het een belangrijke invloed kan hebben op de stabiliteit van de Basalton® betonzuil.
Hs toelaatbaar (m)
2.3 Grondmechanische stabiliteit van de ondergrond In de meeste gevallen zullen de Nederlandse zee- en meerdijken uitgevoerd worden met een kleilaag van bv. 80 cm dikte. De toepassing van een kleilaag is de beste methode om het mechanisme 'afschuiving' bij extreme golfaanval te voorkomen. Het alternatief, de toepassing van een laag breed gegradeerd granulaat van basalt- of
kalksteensplit, heeft namelijk als nadeel dat het de stabiliteit van de Basalton® betonzuilen in sommige gevallen enigszins kan verkleinen.
Δ D + bf + bk (m) Figuur 4, Toelaatbare golfhoogte ten aanzien van afschuiving als functie van de dikte van klei filter en toplaag (bk + bf + ΔD)
10
Basalton® betonzuilen De dikte van de filterlaag moet zo klein mogelijk zijn, maar dikker dan 5 cm. Hoe dikker de filterlaag, hoe lager de stabiliteit. Om uitvoeringstechnische redenen wordt doorgaans boven de tijzone een dikte van 10 cm gekozen, en in de tijzone 15 cm. In de ontwerpberekeningen moet gerekend worden met een iets grotere dikte (bv. 5 cm meer). Deze grotere dikte is de afkeurgrens die tijdens de uitvoering gehanteerd kan worden. De korrelgrootte van de fijne fractie van de filterlaag moet klein zijn om te zorgen dat het een lage doorlatendheid heeft. Hoe lager de doorlatendheid van de filterlaag, des te hoger de stabiliteit van de Basalton® betonzuil (binnen bepaalde grenzen). Anderzijds moet de grove fractie in de filterlaag zo groot zijn dat het niet uitspoelt door de openingen tussen de Basalton® betonzuilen. Verder moet de verhouding tussen de grootste korrels en kleinste korrels niet te groot zijn om interne instabiliteit of ontmenging tijdens de aanleg te voorkomen. Er is goede ervaring opgedaan met steenslag 20-40 mm. Als er geen kleilaag aanwezig is, kan het om grondmechanische redenen noodzakelijk zijn om toch een dikke filterlaag aan te brengen. Het is dan verstandig twee lagen te kiezen: • dikke laag breed gegradeerd granulaat van basalt of kalksteensplit; • dunne uitvullaag (bijvoorbeeld 10 cm steenslag 20-40 mm). De laag breed gegradeerd granulaat van basalt- of kalksteensplit moet een lage waterdoorlatendheid hebben. Dit kan worden bereikt door materiaal te kiezen met een kleine D15, bijvoorbeeld D15 ≈ 2 à 4 mm. Verder draagt ook de breedte van de gradering bij aan een lage doorlatendheid. Op de laag van breed gegradeerd granulaat wordt de dunne uitvullaag van steenslag aangebracht, met daarop de Basalton® betonzuil. Onder de filterlaag is altijd een geschikt geotextiel nood zakelijk (direct op zand of klei).
2.5 Doorlatendheid, soortelijk gewicht en gradering inwasmateriaal De doorlatendheid van de toplaag wordt bepaald door het type bekleding. Basalton® is een open verdediging met een open ruimte percentage van 10% à 15% voor een niet ingewassen taludbekleding van betonzuilen. De voegen dienen te worden opgevuld met een gebroken basaltsplit met een zo zwaar mogelijk soortelijk gewicht in combinatie met de haakweerstand. Dit heeft in principe een grotere doorlatendheid dan het filtermateriaal. Het is gebleken dat de doorlatendheid van het inwasmateriaal (en dus van de toplaag-bekleding) in de loop der tijd kan verminderen. Voor eisen ten aanzien van gradering en soortelijk gewicht zie punt 3.4. 2.6 Overgangsconstructies Overgangen tussen verschillende typen bekledingen dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. Indien toch voor twee of meerdere typen bekledingen wordt gekozen in het dwarsprofiel van de waterkering, dan dient de overgangsconstructie zo goed mogelijk te worden afgestemd op de ligging van het maatgevende hoogwaterpeil. Bij voorkeur geen overgangsconstructies in de zone van de hoogste golfbelasting (zie Technisch Rapport Steenzettingen). Bij de keuze van de toplagen dient rekening te worden gehouden met het verschil in doorlatendheid van de verschillende toe te passen bekledingen. 2.7 Teenconstructies Een stabiele teenopsluiting dient aan de basis te staan van een taludbekleding van gezette steen. Is dit niet het geval, dan kunnen door het gedeeltelijk verschuiven van de betonzuilen bekleding grotere ruimten tussen de zuilen ontstaan, waardoor het inwasmateriaal zich moeilijker kan handhaven. 2.8 Definitieve dimensionering van de Basalton® Als op hoofdlijnen keuzes zijn gemaakt ten aanzien van de onderlagen kan de definitieve dimensionering van de Basalton® betonzuilen plaatsvinden. Aanbevolen wordt dit altijd te doen met een rekenmodel zoals ANAMOS of Steentoets.
Figuur 5, Dwarsdoorsnede talud
11
Basalton® betonzuilen
Foto 4, Dijktraject Stavenisse
12
Basalton® betonzuilen
3. Ontwerpeisen met betrekking tot uitvoering
Flexibele verwerking, machinaal en handmatig 3.1 Machinaal- of handzetwerk Basalton® betonzuilen worden voornamelijk machinaal gezet. Het systeem is zo flexibel dat de Basalton® betonzuilen, zowel op rechte stukken als in bochten machinaal gezet kunnen worden. Alleen in uitzonderlijke gevallen, bv. bij een spie in een extreem scherpe bocht of bij aansluitingen op bestaand werk, zal het nodig zijn een kleine strook met de hand te zetten. Dit dient te worden uitgevoerd door geschoolde steenzetters. De minimale breedte van een spie bedraagt 1,5 m1 en de plaats dient in overleg met de directie te worden bepaald. Overgangsconstructies in lengte- en dwarsprofiel dienen door geschoolde steenzetters zeer vakkundig met de hand te worden dichtgezet. Hierbij dient men er op te letten dat voldoende ruimte aanwezig is om ook een dergelijke constructie te kunnen verwezenlijken. Afhankelijk van het materiaal waarop wordt aangesloten kan men overwegen de overgang aan te gieten met gietasfalt. 3.2 Taludhelling De maximale taludhelling voor door golven aangevallen taluds met een bekleding van Basalton® betonzuilen is 1:2. Bij verwerking van Basalton® betonzuilen op steilere taluds dient rekening te worden gehouden met het eventueel verschuiven van de bekleding, wat de samenhang van de bekleding niet ten goede komt. Voor taludhellingen die steiler zijn dan 1:2 moet het ontwerp door specialisten worden gecontroleerd voor wat betreft de grondmechanische stabiliteit van het grondlichaam en de teenconstructie. Ook uitvoeringstechnisch bezien dient de helling waaronder Basalton® betonzuilen machinaal kunnen worden gezet niet steiler te worden gekozen dan 1:2 3.3 Filtermateriaal voor funderingslaag Het filtermateriaal dient zodanig te zijn gekozen, dat dit de uitvoering van zetwerk mogelijk maakt. Bij steile hellingen moet de haakweerstand voldoende zijn om te voorkomen dat materiaal naar beneden gaat rollen, dan wel schuiven. De gradering van het filtermateriaal dient zodanig te zijn, dat deze voldoet aan de gestelde hydraulische eisen en
bovendien voldoende vlak kan worden afgewerkt om uitvoering van het zetwerk mogelijk te maken. Voor komen moet worden dat filtermateriaal via de spleten in de Basalton®-zetting wordt uitgespoeld. De maximale equivalente diameter DB (zie figuur 6) van de spleten in de Basalton®-zetting is ongeveer 40 mm. Als indicatie: om uitspoeling te voorkomen dient de grove fractie D90 van de filterlaag minimaal gelijk te zijn aan DB. 3.4 Inwasmateriaal Naast de doorlatendheid is de gradatie en het soortelijk gewicht van belang in relatie tot de open ruimte tussen de zuilen en de zuigende invloed van de golven. Aanbevolen wordt de Basalton® betonzuilen in te wassen met gebroken basaltsplit, omdat dit door zijn hoge soortelijk gewicht van ca. 2.900 – 3.000 kg/m3 goed in de spleten blijft zitten tijdens golfaanval. Het is belangrijk om onder alle omstandig heden een gebroken materiaal toe te passen! De gradatie van het inwasmateriaal waarmee een taludbekleding van Basalton® betonzuilen dient te worden ingewassen ligt tussen 4-32 mm en 16-32 mm met een normale verdeling (zie figuur 7). Op kribben is het wenselijk een grovere gradatie (bijvoorbeeld 20-40 mm) toe te passen in verband met een grotere spleetbreedte ten gevolge van de geome trische vormgeving van een krib. Het wordt afgeraden materialen toe te passen die hydraulische eigenschappen hebben. De doorlatendheid van de toplaag neemt namelijk af door verkitting van het inwasmateriaal, waardoor de sterkte van de constructie vermindert.
Figuur 6, Definitie van DB
Figuur 7, Zeefkromme
Foto 4, Machinaal gezet Basalton®, Stavenisse
13
14
Basalton® betonzuilen
Basalton® betonzuilen
4. Uitvoeringsfase
Aanvoer op maat voor een optimale verwerking 4.1 Aanvoer en opslag De Basalton® betonzuilen worden op pallets aangevoerd en op een goed berijdbare en bereikbare plaats naast de wagen gelost. Voor de opslag is het gewenst dat het terrein vlak is en er niet meer dan twee pallets op elkaar worden geplaatst. 4.2 Machinale zetmethode Holcim Betonproducten B.V. kan een hydraulische klem met bijbehorende kunststof vulblokken ter beschikking stellen. Deze worden afhankelijk van de te verwerken set, aangebracht in de sponningen van de klem. 4.3 Bochtenset Steenzettingen op dijken worden standaard geleverd in bochtensets, bestaande uit 18 verschillende zuilen, die samen een oppervlakte hebben van ca. 1,3 m2 (zie figuur 8). Kenmerkend voor de bochtensets is de min of meer evenwijdige rechte onder- en bovenzijde, zodat ze direct tegen een teenconstructie kunnen worden aangezet, terwijl de volgende bochtenset aansluit op de onderste set ook weer door middel van de rechte zijde. In gebogen dijkvakken zullen de sets in de verschillende lagen iets ten opzichte van elkaar verschuiven, waardoor er geen spie-werking ontstaat en dus geen handzetwerk. Deze verschuiving heeft als gevolg dat er een vloeiend lijnenspel wordt gehandhaafd en heeft geen consequenties voor de stabiliteit van de steenzetting.
Foto 6, Basalton® verwerking met speciale mechanische klem
In het juiste verband en machinaal verwerkt, garanderen deze sets over de gehele glooiing een onregelmatig polygoon verband van de zuilen en een zo dicht mogelijke pakking met een open ruimte percentage van 10% à 15%. De bochtensets zijn voorzien van een markering die altijd in de richting van de kraanmachinist moet staan. De kraan staat horizontaal op de dijk en werkt, naar de voet van de dijk kijkend, van links naar rechts. De bochtenset dient eerst in een bepaalde lengte langs het teenschot te worden geplaatst om vervolgens in meerdere lagen daarboven op te bouwen. Figuur 8, Bochtenset Foto 5, Colijnsplaat
15
Basalton® betonzuilen
4.4 Handmatig verwerken van Basalton® zuilen Voor het handmatig verwerken van Basalton® betonzuilen wordt ook gebruik gemaakt van machinale sets. Indien de Basalton® betonzuilen handmatig worden verwerkt, dienen hieraan de volgende eisen te worden gesteld: • De zuilen dienen te worden verwerkt in het zogenaamde onregelmatig polygoon verband. Dit houdt in, dat elke willekeurige zuil in de glooiing door de andere zuilen wordt omsloten op een zodanige wijze, dat in het geval de betreffende zuil om de een of andere reden uit de glooiing wordt verwijderd, de omringende zuilen niet of moeilijk naar de ontstane ruimte kunnen schuiven. • De zuilen dienen loodrecht te worden geplaatst op de filterlaag die vooraf op de juiste hoogte is afgewerkt. • Elke zuil moet minimaal drie omliggende zuilen raken. • Het bijwerken van zuilen met een zethamer is verboden.
16
• Het zetwerk dient te worden opgezet in slagen van minimaal 0,75 m1, voor zover mogelijk volgens het principe waarop de machinale sets zijn samengesteld, en wel op een zodanige wijze dat geen doorgaande naden ontstaan. Voorkomen moet worden dat een lijnenpatroon van zuilen van gelijke grootte ontstaat. • Aansluiting tegen afscheidingen dienen te worden gerealiseerd door te beginnen met de stenen tegen de afscheiding te plaatsen (zie figuur 9). Algemeen advies is om ervaren steenzetters in te zetten bij de verwerking van Basalton® betonzuilen die hand matig dienen te worden aangebracht.
Basalton® betonzuilen Foto 7, Hondsbossche Zeewering, Petten
Hoekvormig gedeelte steenbezetting van BASALTON-betonzuilen
Hieruit is te zien, dat aansluiting tegen afscheidingen geen moeilijkheden oplevert, mits de steenzetter maar begint met de stenen langs de afscheiding te plaatsen.
Figuur 9
17
Basalton® betonzuilen
5. Leveringsprogramma Overzicht van standaard Basalton® bochtensets Zuilhoogten in cm 15 20 25 30 35 40 45 50
Vol. Gew. 2,3 kg/m2 310 433 554 654 736 880 990 1038
Set Opp. in m2 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30
Werkende hoogte / m' 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20
Werkende breedte / m' 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10
m2 / pallet 7,80 6,50 5,20 3,90 3,90 2,60 2,60 2,60
Andere deklagen en soortelijke gewichten op aanvraag.
6. (Door)ontwikkeling van standaard Basalton® sets
Figuur 10, Type Basalton® plaat
18
Basalton® betonzuilen Foto 8, Basalton® plaat toepassing als ballast van ontgraven sloot
(Door)ontwikkeling van de standaard Basalton® sets heeft geleid tot diverse nieuwe toepassingen. 6.1 Basalton® plaatmodel Voor toepassing onder water zijn er speciale Basalton® sets leverbaar waarbij de 18 zuilen vast met elkaar zijn verbonden en toch een open ruimte van circa 10% hebben. Deze vaste sets kunnen o.a. worden gebruikt als bodemballast in sloten. Ook bij toepassing onder water blijft het stabiele verband van de Basalton® set volledig gehandhaafd.
6.2 Basalton® als prefab wand Deze wanden -met de kenmerkende Basalton® ‘look’- lenen zich uitstekend voor gebruik als kademuren langs rivieren. Hierdoor ontstaat een robuust en herkenbaar beeld, eventueel in combinatie met Basalton® taludbekleding. 6.3 Basalton® verticaal De Basalton® platen kunnen ook verticaal worden eplaatst. Hierdoor ontstaat een stabiele constructie met g het uiterlijk van een gemetselde Basaltwand. Deze wand dient alleen nog te worden afgevoegd voor het verkrijgen van het beoogde authentieke effect.
Foto 9, Billitonkade Arnhem, prefab Basalton®wand
Figuur 11, Doorsnede Basalton® wand
19
Holcim Betonproducten B.V. Rivium Quadrant 1 2909 LC Capelle aan den IJssel Postbus 33000 3005 EA Rotterdam T + 31 10 752 90 00 F + 31 10 752 99 99 www.holcim.nl
© 2009 Holcim Nederland