Kinderbeleid Kindkracht 0/12 Kaag en Braassem Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleid, genaamd het kinderbeleid van kinderopvangorganisatie Kindkracht 0/12, dat bestaat uit kinderdagverblijfopvang en buitenschoolse opvang. Dit document is tot stand gekomen met medewerking van alle medewerkers Kindkracht 0/12. Het kinderbeleid verwoordt onze visie op het omgaan met, verzorgen en opvoeden van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. We wensen u veel leesplezier! Structuur en opzet van het kinderbeleid In ons kinderbeleid geven wij aan, wat wij belangrijk vinden in de opvang van kinderen. Het is een basis voor iedereen in de organisatie en geeft weer waar Kindkracht 0/12 op pedagogisch vlak voor staat. Het kinderbeleid is opgezet vanuit een aantal randvoorwaarden die beschreven staan in bijlage 1. We hebben ook gebruik gemaakt van diverse pedagogische stromingen en ideeën, die beknopt beschreven staan in bijlage 2. Het kinderbeleid vormt de brede basis voor onze kinderplannen, die per leeftijdsgroep zijn opgebouwd. De kinderplannen vertalen het kinderbeleid naar de alledaagse praktijk van het werken met de kinderen. Aan de hand van voorbeelden wordt zo praktisch mogelijk beschreven op welke manier wij onze visie vertalen naar ons handelen. De opzet van ons gehele pedagogisch beleid wordt weergegeven in het onderstaande schema:
Kinderbeleid
Buitenschoolse opvang
Kinderdagverblijf
Babyplan
Dreumesplan
Peuterplan
Bsoplan
De kinderplannen zullen steeds getoetst worden aan het kinderbeleid. Dit gebeurt onder andere tijdens oudergesprekken, werkbesprekingen, directiebeoordelingen, teamvergaderingen en interne audits. Op deze manier blijft het kinderbeleid levend en dynamisch en ontstaat verdieping en pedagogische kwaliteitsverbetering.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 1 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
Kinderbeleid van Kindkracht 0/12 Onze algemene pedagogische doelstelling: Wij willen kinderen een warme kindertijd bieden en een meerwaarde zijn in het opgroeien van het kind. Dit doen wij door professionele en warme opvang met oog voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind. Het is van belang dat een kind zich veilig voelt en plezier heeft bij ons. De belangen en behoeften van het kind staan centraal. Wij proberen er aan bij te dragen dat een kind uitgroeit tot een evenwichtig mens dat zich prettig voelt, zijn gevoelens kan uiten, respect heeft voor zichzelf en anderen, sociaal vaardig en zelfstandig is. Onze visie op het kind: Ieder kind is uniek en neemt zijn of haar eigen karakter, emotionele aard en talenten met zich mee. We gaan uit van het competente kind. Wij zien een kind als een krachtig wezen, dat van nature wil ontdekken en ontwikkelen en daar ook ruimte en vertrouwen in moet krijgen. Het kind in ontwikkeling In de leeftijd van 0 tot 12 jaar maakt een kind enorme groeiprocessen mee in de ontwikkeling. Om goed in te kunnen spelen op de behoefte van een kind in een bepaalde ontwikkelingsfase wordt bij Kindkracht 0/12 gebruik gemaakt van horizontale groepen. De dagindeling, de inrichting van de ruimte, het aanbod van activiteiten, het gebruik van materialen en de regels zijn aangepast aan de leeftijd van het kind en de daarbijbehorende behoefte en beleving. Kinderdagverblijf De eerste vier jaar van de ontwikkeling van een kind zijn bijzonder belangrijk. Uit onderzoek is gebleken, dat op deze leeftijd kinderen het meest open staan om nieuwe dingen te leren. Ook als het gaat om achterstand in de ontwikkeling is erkenning in deze jaren van belang om zoveel mogelijk bij te kunnen sturen. Om deze redenen wordt de ontwikkeling en het welzijn van het kind op het kinderdagverblijf zo veel mogelijk ondersteund en gestimuleerd. We houden daarbij rekening met het tempo, het talent en de eigenheid van het individuele kind. Door middel van een observatiemethode, ‘het Gouds Ontluikings Volgsysteem (GOV)’, wordt het welzijn en de ontwikkeling bijgehouden door de mentor van het kind. Aan de hand van peilkaarten worden gesprekken gevoerd met ouders en de werkwijze van de pedagogisch medewerkers wordt zo mogelijk aangepast aan de behoeften van het kind. De volgende ontwikkelingsgebieden komen in het GOV naar voren: sociaal-emotionele ontwikkeling taalontwikkeling speel- en leerontwikkeling motoriek zelfredzaamheid Buitenschoolse opvang Op het volgen van de ontwikkeling van het kind wordt in de leeftijd van vier tot twaalf jaar minder de nadruk gelegd. De buitenschoolse opvang richt zich op de vrije tijd van kinderen. Op deze leeftijd wordt het volgen van de ontwikkelingsgebieden meer een taak van het onderwijs. Het volgen van het welzijn van het kind op de buitenschoolse opvang wordt gedaan aan de hand van het GOVN (Gouds Ontwikkeling Volgsysteem voor de Naschoolse opvang). Er wordt voornamelijk gekeken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind: hoe voelt het kind zich, hoe uit het zijn emoties en hoe gaat het met anderen en zichzelf om.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 2 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
In ons kindercentrum komt het kind in contact met de pedagogisch medewerkers, met de andere kinderen en met de omgeving. Vanuit deze kaders omschrijven wij ons kinderbeleid. Het kind in contact met de pedagogisch medewerker In het contact tussen de pedagogisch medewerker en het kind zijn vier aspecten* van toepassing; 1. het bieden van emotionele ondersteuning aan het kind 2. respect voor de autonomie van het kind 3. het bieden van structuur en grenzen stellen 4. zeggen wat we doen/ benoemen wat we zien ofwel goede informatie en uitleg geven 1. Bieden van emotionele ondersteuning Emotioneel ondersteunen betekent, dat we betrokken zijn bij wat kinderen voelen, beleven en ervaren. We laten blijken, dat we het kind de moeite waard vinden. We hebben oog voor de signalen van het kind en reageren hier sensitief op. De uitingen van kinderen nemen we serieus en we stimuleren hen om emoties te uiten. We kijken en luisteren goed naar het kind en laten in onze houding zien aan het kind, dat we het gezien en gehoord hebben. We reageren positief en met warmte op het kind en bevestigen het kind in positief gedrag. We willen hierdoor een goed band opbouwen met het kind, waarin het zich veilig kan voelen. Het kind weet, dat het terug kan vallen op de pedagogisch medewerker. 2. Respect voor de autonomie van het kind Respect voor autonomie betekent, dat we ruimte geven aan kinderen voor eigen initiatieven, ideeën en wensen en hier positief op in gaan. Wij laten het kind zichzelf zijn en zoveel mogelijk tot zijn recht komen. Ieder kind is uniek en heeft eigen behoeftes. De ruimte, die we een kind geven, is afhankelijk van de ontwikkelingsfase van het kind. Maar ook kijken we naar het belang van het kind zelf. De gezondheid, veiligheid, emotionele weerbaarheid en het groepsbelang worden meegewogen. Wij zijn geïnteresseerd in ieder kind en doen moeite om het kind goed te leren kennen. Wij nemen het kind serieus en stimuleren het om zelf te ontdekken en keuzes te maken. Waar het nodig is, ondersteunen wij, maar we geven het kind de ruimte om zelf te ervaren, te ontdekken en te experimenteren op diverse gebieden. Wij hebben vertrouwen in (de competenties van) het kind. Wij gaan er van uit, dat wanneer een kind zich gerespecteerd en serieus genomen voelt, het kind meer open staat voor ontdekken, spelen en ontwikkelen. Daarom zorgen we, dat ieder kind momenten van intensieve aandacht krijgt, waarin we met onze volle aandacht kijken en luisteren naar het kind. 3. Structuur bieden en grenzen stellen We bieden het kind structuur door een vaste dagindeling en herkenbare rituelen. De situatie op de groep wordt overzichtelijk, voorspelbaar en vertrouwd. Dit komt ten goede aan het veiligheidsgevoel van kinderen. Structuur in onze organisatie is terug te vinden in onze horizontale groepen. Het zijn leeftijdsgerichte groepen, waarbij de dagindeling, de materialen, de houding van de pedagogisch medewerkers, de activiteiten en de inrichting van de ruimte is afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Bij het aanbieden van activiteiten wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de leeftijdsfase en de behoefte van de groep en het kind individueel. Een goede balans tussen rust en uitdaging op de groep vinden wij belangrijk. We geven grenzen en regels aan om kinderen een kader te geven en duidelijkheid over hun mogelijkheden. Dit bevordert een veilige en prettige groepssfeer. Er wordt rekening gehouden met de fase, waarin het kind zich begeeft.
* De vier aspecten zijn ontwikkeld door JSO (Jeugd, Samenleving en Opvoeding) in opdracht van het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn).
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 3 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
4. Zeggen wat we doen, benoemen wat we zien ofwel goede informatie en uitleg geven Door te zeggen wat we doen en te benoemen wat we zien, maken we ons eigen gedrag en het gedrag van anderen begrijpelijk voor het kind. We nemen vragen serieus en sluiten in onze communicatie aan bij de behoefte, het niveau en belevingswereld van het kind. We geven het kind de kans om te reageren en invloed uit te oefenen op wat er gebeurt. Bij de buitenschoolse opvang wordt onder andere vorm gegeven aan dit aspect door middel van kinderparticipatie. Het kind in contact met andere kinderen In het contact met andere kinderen vinden we het belangrijk dat een kind met respect met de ander en zichzelf om gaat. We stimuleren het kind in het rekening houden met een ander, maar ook in het opkomen voor de eigen belangen en gevoelens. We betrekken de kinderen bij elkaar door hen bewust te maken van de ander, door hen in het samen doen te stimuleren en hen bewust te maken van elkaars gevoelens en emoties. Dat kinderen plezier maken en beleven in de groep vinden wij belangrijk. Het bevordert de verbondenheid tussen de kinderen en zorgt voor een positieve, gezellige en veilige sfeer in de groep. Conflicten zijn desondanks onontbeerlijk en spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling. Wij geven het kind de ruimte om zelf oplossingen te bedenken en bieden een ondersteunende rol. Op het kinderdagverblijf en de naschoolse opvang verblijven kinderen in groepsverband. Er wordt zoveel mogelijk een goed evenwicht gezocht tussen groepsactiviteiten en individuele- of kleine groepsactiviteiten. Kinderen in groepsverband bieden elkaar een geweldige bron voor ontdekking, ontwikkeling, grenzen verkennen, imitatie, ontdekking van eigen identiteit en nog veel meer. Met behulp van goede voorwaarden en professionele begeleiding is dit gezamenlijk de kracht van onze kinderopvang. Doordat de groepen ingedeeld zijn op leeftijd, hebben de kinderen met leeftijdsgenootjes te maken. De pedagogisch medewerkers kunnen op deze manier goed inspelen op de belevingswereld van de kinderen. Het kind in contact met de omgeving De groepsruimtes Bij Kindkracht 0/12 vinden we het belangrijk om het kind zorg te leren dragen en respect te hebben voor zijn omgeving. We richten de ruimtes van de diverse groepen met veel zorg in. Dit draagt bij aan een kindvriendelijke sfeer, die uitnodigt om veilig en plezierig te kunnen spelen en ontdekken. De kinderen worden betrokken door hen mee te laten denken en zorg te laten dragen voor bijvoorbeeld het versieren van het lokaal met hun kunstwerken, het opruimen van materialen en het zorgvuldig omgaan met materialen. De omgeving en de materialen spelen in op de belevingswereld van het kind en stimuleren het kind in zijn ontwikkeling. Veiligheid, zowel fysiek als emotioneel, is een belangrijk gegeven in de ruimtes waar de kinderen verblijven. Hierbij houden we een goed evenwicht tussen uitdaging en veiligheid. Bij Kindkracht 0/12 is ruimte om te ontdekken en nodigt de omgeving het kind uit om zich te ontwikkelen. Er is ook ruimte voor het kind om zich terug te trekken en tot rust te komen. Het geven van ruimte aan kinderen om zich vrij te kunnen bewegen en lichamelijk actief te zijn, vinden we belangrijk. Ook binnen is voldoende ruimte voor beweging in ruime speelruimtes, waar kinderen vooral lichamelijke activiteiten doen. Buitenruimtes en natuurlijk spelen Kindkracht 0/12 hecht veel waarde aan het buiten zijn en het spelen en ontdekken in een natuurlijke omgeving met natuurlijke materialen. Een natuurlijke omgeving biedt voor kinderen vele mogelijkheden om te ontdekken en te ervaren. De natuur is een rijke en interessante bron voor kinderen om te leren, te verwonderen en plezier te hebben. Het halen van een frisse neus zien wij als een goede en gezonde afwisseling op een dag. Naar buiten gaan wordt vrijwel dagelijks bij verschillende weertypen gedaan.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 4 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
Onze buitenruimtes zijn ruim en geven de kinderen veel bewegingsvrijheid en mogelijkheden om zich lichamelijk te uiten. Verantwoorde uitdaging en avontuur staan centraal in de inrichting van de buitenruimtes. De pedagogisch medewerkers kunnen op een verantwoorde wijze met kinderen bewegen en zo de motorische, zintuiglijke en sociale ontwikkeling ondersteunen en stimuleren. Een uitdagende omgeving met mogelijkheden voor kinderen om veel uit te proberen, kan kinderen helpen om vertrouwd te raken met zichzelf (fysiek en emotioneel) en zelfvertrouwen op te bouwen. We maken gebruik van natuurlijke elementen zoals gras, zand, palen, keien, struiken, bomen en water in een speelse omgeving met heuvels, bruggen, hobbelige paadjes etc. Het resultaat is een natuurlijke ruimte, waar ze hun fantasie kunnen uitleven en veel plezier hebben. De omgeving Kindkracht 0/12 staat in actieve verbinding met de dorpsgemeenschap en staat open voor samenwerking met andere organisaties en mensen. De omgeving, contacten met andere mensen en deelname aan culturele activiteiten zien wij als een waardevolle bron voor de ontwikkeling van kinderen. Op deze manier komen zij in aanraking met de omgeving buiten onze organisatie en leren zij de cultuur en normen en waarden kennen. Binnen onze organisatie bestaat een duidelijk kader voor culturele overdracht, zoals de vieringen van verjaardagen, sinterklaas, kerst, etc. Wij nemen als organisatie een voorbeeldfunctie in de overdracht van normen en waarden, waar wij voor staan en die in dit document genoemd zijn.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 5 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
Bijlage 1 Randvoorwaarden kinderbeleid Kindkracht 0/12 Het kinderbeleid van Kindkracht 0/12 is gebaseerd op een aantal randvoorwaarden vanuit de wet en de branche-visie. Deze randvoorwaarden staan hieronder beschreven. De wet: Deze opvoedingsdoelen zijn ontwikkeld door professor J.M.A. Riksen-Walraven en staan beschreven in het convenant kinderopvang. Op basis van deze doelen worden wij beoordeeld door de GGD. A. Het bieden van emotionele veiligheid. Een kind moet zich emotioneel veilig voelen om zich op andere gebieden te kunnen ontwikkelen. B. Mogelijkheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie. Een kind moet de gelegenheid krijgen om vaardigheden te leren en zelfvertrouwen en zelfstandigheid te verkrijgen. Om zichzelf zo optimaal mogelijk te ontwikkelen en bewust te worden van wie het kind is en wat het kan. C. Mogelijkheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie. Een kind moet de gelegenheid krijgen om te leren omgaan met anderen, sociale vaardigheden aan te leren en zowel individueel als in een groep te kunnen functioneren. D. Mogelijkheid bieden tot het eigen maken van normen, waarden en de cultuur. Een kind moet de gelegenheid krijgen om te leren wat wel en niet mag, omgaan met grenzen en regels en het leren kennen van de cultuur. Om deze opvoedingsdoelen op een goede en nauwkeurige wijze te implementeren in de kinderplannen maken wij gebruik van het ordeningsinstrument ‘Pedagogische kwaliteit op orde’. Wettelijk kader ->
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A1
B1
C1
D1
A2
B2
C2
D2
A3 A4 A5
B3 B4 B5
C3 C4 C5
D3 D4 D5
Pedagogische inzet 1. Leidster-kind interactie 2. De binnen-& buitenruimten 3. De groep 4. Activiteiten 5. Spelmateriaal
Branche-visie Kindkracht 0/12 is aangesloten bij de MO-groep; de branche-organisatie voor de kinderopvang. Onderstaande kernwaarden zijn ontwikkeld door de MO-groep. Als lid van de MO-groep onderschrijven wij deze kernwaarden en zijn zij verwerkt in ons pedagogisch beleid. Wij bieden opvang waarin: - Het kind voorop staat; - Elk kind zich welkom en gezien voelt; - Een sfeer heerst waarin plezier, spelen en vrije tijd kenmerkend zijn; - Kinderen zich kunnen ontwikkelen; - Omgang met leeftijdsgenoten en functioneren in een groep belangrijk zijn; - Kinderen professioneel begeleid worden naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; - De fysieke veiligheid en gezonde verzorging optimaal zijn; - Kinderen plezier hebben en zich veilig voelen. Bron: Visiedocument MO-groep ‘De kracht van kinderopvang’
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 6 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
Bijlage 2 Pedagogen kinderbeleid Kindkracht 0/12 In ons kinderbeleid en kinderplannen spelen de uitgangspunten van een aantal pedagogen en een pedagogische stroming een belangrijke rol. Emmi Pikler Janusz Korczak Reggio Emillia Hieronder geven wij de kernpunten weer van deze pedagogen en pedagogische stroming. Pedagoge Emmi Pikler Het werken volgens de Emmi Pikler methode biedt kind en pedagogisch medewerker structuur. Voor het kind betekent deze structuur veiligheid en voorspelbaarheid, waardoor het kind op ontdekking kan gaan. Door oog te hebben voor de signalen van het kind en hierop positief te reageren, wordt het kind emotioneel ondersteund. Respectvolle verzorging De dagelijkse verzorging is een belangrijke bezigheid om kinderen beter te leren kennen en hen volledige aandacht te schenken. Door meer samen te werken met de kinderen worden de gewone activiteiten van alle dag waardevolle en plezierige momenten voor zowel de volwassene en het kind. Rust, geduld en vriendelijkheid in contact met het kind zorgen er voor, dat het kind zich gerespecteerd voelt en zelf ook zal leren met respect te handelen. Door met volle aandacht in contact te zijn met het kind gedurende een aantal momenten op een dag, kan het kind emotioneel ‘bijtanken’. Het kind voelt zich hierdoor emotioneel ondersteund. Vervolgens zal het kind zich tevreden en vertrouwd voelen en is het beter in staat om zelfstandig op ontdekking te gaan, met een positief en rustig gevoel. Lichamelijke ontwikkeling Kinderen hebben van nature de drang om zich lichamelijk te ontwikkelen. Het is belangrijk dat volwassenen de juiste voorwaarden scheppen, maar zich niet te veel mengen in de ontwikkeling. De pedagogisch medewerker speelt in op de signalen van het kind; wat geeft het kind zelf aan. Het uitgangspunt is respect voor eigenheid, voor autonomie. Wij geven de kinderen de ruimte!!! Letterlijk en figuurlijk. Vrije bewegingsruimte Kinderen moeten ruimte krijgen om te kunnen bewegen in een veilige en gestructureerde omgeving met veel ontdekkingsmogelijkheden. Op deze manier zal een kind zich meer natuurlijk ontwikkelen. Het is belangrijk, dat het kind zijn eigen interesse en behoefte kan volgen zonder teveel tussenkomst van volwassenen. Vrijheid en zelfstandigheid in het ontdekken en ontwikkelen zijn belangrijke onderdelen in het ontwikkelen en opbouwen van zelfvertrouwen van een kind. Pedagoog Janusz Korczak Respect voor het kind Janus Korczak heeft respect voor de autonomie van het kind. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. De nadruk ligt niet alleen op de ontwikkeling van het kind, maar ook op het ‘zijn’; samenzijn en samendoen in het ‘nu’. Het kind wordt gerespecteerd om wie hij is. Genieten van elkaar en het hier en nu is een belangrijk gegeven. Structuur Een volwassene brengt structuur en grenzen aan in het leven van een kind en zorgt voor een vast dagritme en rituelen. Structuur en grenzen bieden een kind houvast. Hierdoor voelen kinderen zich veilig en durven dingen te ondernemen. Regels worden in goed overleg en met oog op het belang en de behoefte van het individuele kind en de groep gemaakt.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 7 van 8 22 januari 2010, versie 3.0
Ontdekkingsruimte De omgeving van het kind biedt voldoende uitdaging en ontdekkingsmogelijkheden. Risico’s worden niet gemeden, maar met zorgvuldigheid aangegaan. Risico’s zijn onontbeerlijk voor een volwaardige en complete ontwikkeling. Kinderparticipatie Wanneer volwassenen goed luisteren en kijken naar kinderen, zijn zij heel goed in staat om hun behoefte en ideeën weer te geven. Op deze wijze kunnen kinderen betrokken worden bij de keuzes, die volwassenen maken. Deze inspraak wordt zorgvuldig aangepast aan het niveau en de fase waar het kind zich bevindt. Kinderen kunnen op deze manier veel leren in diverse situaties en bouwen zelfvertrouwen en zelfstandigheid op, doordat zij zich gezien en gehoord weten. Communicatie is een belangrijk begrip. Een begin van kinderparticipatie is bij een baby te zeggen wat je doet en te benoemen wat je ziet. Naarmate kinderen ouder worden wordt hun keuzevrijheid en verantwoordelijkheid groter. Kinderparticipatie is hier een gevolg van. Het gaat om een houding, om het serieus nemen van kinderen. Elk kind is hierbij uniek. Pedagogische stroming Reggio Emillia 100 talen Kinderen hebben vele manieren om te communiceren, te denken, te voelen, te leren, te creëren, ect. Kinderen zijn sterke en competente wezens, die veel talenten in aanleg in zich hebben. Volwassenen hebben de taak zich in te spannen om het kind te ‘verstaan’, maar ook om respect te hebben voor de eigenheid van het kind. Kijken en luisteren naar kinderen Basishouding van Reggio Emillia is het volstrekt serieus nemen van kinderen op een wijze, die bij kinderen past. Door goed te kijken en te luisteren naar de kinderen kan een volwassene het kind leren ‘verstaan’. We noemen dit actief luisteren; luisteren met al je ‘zintuigen’. Relaties met andere kinderen De relaties onderling tussen kinderen zijn van groot belang voor de ontwikkeling. Ze kunnen veel van elkaar leren en hebben een natuurlijke interesse in elkaar.
Bijlage 2.1 kinderbeleid, pagina 8 van 8 22 januari 2010, versie 3.0