Quick scan financiering OGGZ vanuit reguliere GGZ/AWBZ-middelen
Quick scan financiering OGGZ vanuit reguliere GGZ-AWBZ middelen
Enschede, 5 juli 2005 MM/05/0870/oq
mw. drs. H.J. Muntendam MA mw. drs. I. Oomen
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................. 3 1.
Algemeen ....................................................................................... 4
2.
Werkwijze....................................................................................... 5 2.1 Operationalisering OGGZ.......................................................... 5 2.2 Beknopte toelichting overige stappen ......................................... 5
3.
Resultaten ...................................................................................... 8 3.1 Inleiding ................................................................................ 8 3.2 Beschikbaarheid gegevens zorgkantoren .................................... 8 3.3 Beschikbaarheid gegevens 4 grote centrumgemeenten ................. 9 3.4 Beschikbaarheid gegevens 4 middelgrote centrumgemeenten...... 11 3.5 Beschikbaarheid gegevens 2 kleinere centrumgemeenten ........... 13 3.6 Aandachtspunten van invloed op de extrapolatie van de gegevens uit de quick scan................................................................... 14
4.
Extrapolatie van onderzoeksgegevens quick scan naar landelijk niveau .. 19 4.1 Inleiding .............................................................................. 19 4.2 Aandachtspunten/voorwaarden voor extrapolatie....................... 19 4.3 Mogelijke extrapolatiemethoden .............................................. 19 4.3.1 Extrapolatie op basis van OGGZ-budget per groep van centrumgemeenten (methode A) .................................. 20 4.3.2 Extrapolatie op basis van OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget per inwoner in de onderzochte centrumgemeente (methode B).................................... 21 4.3.3 Extrapolatie op basis van het percentage onderzochte zorgaanbieders (methode C)........................................ 21 4.3.4 Extrapolatie op basis van het GGZ-AWBZ budget van de onderzochte zorgaanbieders (methode D)...................... 22 4.3.5 Extrapolatie op basis van de budgetten op niveau zorgkantoorregio (methode E) ..................................... 22 4.3.6 Extrapolatie op basis van aantal inwoners in de onderzochte zorgkantoorregio’s (methode F).................. 23 4.3.7 Schatting op basis van verhouding diverse financieringsstromen voor OGGZ activiteiten (methode G) ................. 23
5.
Conclusies .................................................................................... 25 5.1 Inleiding .............................................................................. 25 5.2 Conclusies ........................................................................... 25 5.3 Rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005 ..................................... 26
B IJLAGEN Bijlage 1. Vragenlijst zorgaanbieders......................................................... 28 Bijlage 2. Vragenlijst zorgkantoren ........................................................... 30 Bijlage 3. Beknopt verslag rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005 (inclusief deelnemerslijst) ......................................................... 34 Bijlage 4. Operationalisatie en doelgroep(en) OGGZ .................................... 38 MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 2 v an 4 0
Voorwoord In deze rapportage wordt verslag gedaan van de resultaten van de quick scan naar het bepalen van de landelijke omvang van de reguliere GGZ-AWBZ middelen1 die in 2004 zijn besteed aan OGGZ-activiteiten. Deze quick scan is op pragmatische wijze en binnen een kort tijdbestek uitgevoerd in februari en maart van 2005. De quick scan bestond uit het verzamelen van financiële gegevens bij GGZ-aanbieders, aanbieders van AWBZverslavingszorg en zorgkantoren binnen 10 centrumgemeenten. Vervolgens zijn de uitkomsten tijdens een rondetafelbijeenkomst op 23 maart jl. voorgelegd aan de in het kader van de quick scan betrokken respondenten, de betreffende centrumgemeenten en een aantal sleutelpersonen vanuit onder andere VNG, GGZ Nederland, Federatie Opvang en GGD Nederland. Dit mede met het oog op de verificatie van de gegevens en het creëren van draagvlak voor de ophanden zijnde overheveling van middelen. Ondanks de korte doorlooptijd van de quick scan en de volle agenda’s, was de bereidwilligheid bij de betrokken partijen om aan de quick scan mee te werken groot. Op deze plaats willen de onderzoekers hen van harte bedanken voor hun tijd en bijdragen. Deze rapportage bevat, zoals 23 maart jl. is toegelicht, geen cijfers en bedragen. Er zijn grote verschillen in de beschikbaarheid en de mate van detail van de financiële gegevens bij de diverse respondenten. Er kunnen dus vragen worden gesteld bij de onderlinge vergelijkbaarheid. Ook de verschillende opvattingen over de afbakening van de OGGZ (van zeer breed tot zeer smal) maakten een betrouwbare schatting van de landelijke omvang van de met de OGGZ gemoeide AWBZ middelen ten tijde van deze quick scan niet mogelijk. Voorliggende rapportage is in concept besproken tijdens de hiervoor genoemde rondetafelbijeenkomst. Betrokken partijen waren hier in grote getalen aanwezig. Centraal stond de verdere aanscherping en operationalisering van de OGGZ, de inventarisatie van de (on)mogelijkheden ten aanzien van de aan te leveren gegevens en de verdeelsleutel voor de over te hevelen middelen. Een beknopt verslag van deze bijeenkomst is opgenomen in bijlage 3. Op basis van de input van de rondetafelbijeenkomst heeft het ministerie van VWS in overleg met de onderzoekers drie varianten opgesteld voor een mogelijke operationalisatie van de OGGZ. Daarnaast is een typering van de doelgroep uitgewerkt (zie bijlage 4). De quick scan en de uitkomsten van de rondetafelbijeenkomst hebben een bijdrage gegeven aan het concreet uitwerken van het kabinetsbesluit2 om de AWBZ-middelen voor de OGGZ over te hevelen naar de gemeenten en vormden mede de input voor de brief aan de Tweede kamer over de ‘OGGZ in de WMO’ d.d. 7 juni 2005 (kenmerk DLB-2588802). 1
Exclusief de OGGZ-subsidieregeling.
2
Plan van aanpak verloedering en overlast 2005-2007 (kamerstukken II, 2004 – 2005,
29325, nr. 2) MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 3 v an 4 0
1.
Algemeen In het ‘Plan van aanpak verloedering en overlast 2005-2007’ (kenmerk GVM 2544696) kondigt het kabinet de overheveling van OGGZ-middelen aan naar de gemeenten. Het betreft een overheveling uit de reguliere GGZ-AWBZ middelen naar de gemeenten. Het idee hierachter is dat overheveling de gemeentelijke regierol zal versterken, doordat gemeenten meer zeggenschap krijgen over de GGZ. Het vergroot hun invloed om toepasselijk aanbod van de GGZ-instellingen in te kopen. Het is niet bekend welk deel van de GGZ-AWBZ middelen wordt besteed aan OGGZ-activiteiten. Het ministerie van VWS heeft daarom bureau Hoeksma, Homans & Menting organisatieadviseurs B.V. (bureau HHM) gevraagd om, op pragmatische wijze en binnen een kort tijdbestek (drie weken) door middel van een quick scan, antwoord te geven op de volgende vraag: Wat is de omvang van de GGZ-AWBZ middelen (exclusief de OGGZsubsidieregeling) die wordt besteed aan OGGZ-activiteiten in de periode 1-1-2004 tot en met 31-12-2004? In deze rapportage wordt verslag gedaan van de werkwijze en de bevindingen van de quick scan. Er worden geen bedragen genoemd. De korte doorlooptijd van de quick scan, de grote verscheidenheid aan financiële gegevens bij de aanbieders en vragen over de afbakening van de OGGZ, maakten een betrouwbare extrapolatie op dit moment nog niet mogelijk. De informatie die in het kader van de quick scan met de enthousiaste input van vele zorgkantoren en aanbieders is verkregen, bood concrete handvatten en aanknopingspunten voor de rondetafelbijeenkomst op 23 maart 2005 die integraal onderdeel uitmaakte van het traject van de quick scan. L EESWIJZER Hoofdstuk 2 beschrijft de in de quick scan gehanteerde werkwijze. Hoofdstuk 3 geeft allereerst een globaal overzicht van de bevindingen van de quick scan per zorgkantoor en centrumgemeente. Er is hier gekozen voor een geanonimiseerde weergave. Dit hoofdstuk gaat tevens in op een aantal aandachtspunten in relatie tot de bij de GGZ-aanbieders aanwezige financiële gegevens en registraties, de afbakening van de OGGZ en overige zaken die van invloed kunnen zijn op een betrouwbare extrapolatie. Hoofdstuk 4 beschrijft, op beknopte wijze, een aantal mogelijke extrapolatiemethoden. Daarbij wordt aangegeven waar de in de extrapolatie in te brengen getallen aan moeten voldoen. Hoofdstuk 5 vat de bevindingen en conclusies uit voorgaande hoofdstukken kort samen. In dit hoofdstuk zijn verder de vragen opgenomen die tijdens de rondetafelbijeenkomst op 23 maart 2005 aan de orde zijn gesteld.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 4 v an 4 0
2. 2.1
Werkwijze Operationalisering OGGZ Het terrein van de OGGZ is vastgesteld in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). De huidige definitie betreft alle activiteiten met betrekking tot de geestelijke volksgezondheid die niet op geleide van een vrijwillige individuele hulpvraag tot stand komen. Conform de WCPV zijn dat: 1) het signaleren en bestrijden van risicofactoren; 2) het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen; 3) het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis (of dreiging) bij kwetsbare personen en risicogroepen; 4) psychosociale nazorg bij rampen; 5) afspraken tot stand brengen tussen betrokken organisaties over de OGGZuitvoering. Het gaat hierbij om opvang (vangnetfunctie) én preventie (conform de Welzijnswet). Zoals bij alle bij de OGGZ betrokken actoren bekend, is de OGGZ een ‘rekbaar begrip’. Voor de quick scan is, in nauwe afstemming met de opdrachtgever, het begrip OGGZ daarom op de hierna volgende wijze geoperationaliseerd: Signaleren (incl. signaleringsoverleg). Opsporen en contact leggen. Toeleiden naar zorg (inclusief verleiden tot, verwijzen naar en regelen adequate zorg en opvang). Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg (b.v. transmuraal team, ambulant team, spreekuren in de MO en in gebruikersruimten). Overleg over de cliënt1 (multidisciplinair overleg, zorgcoördinatie, casemanagement, contacten met het netwerk van de cliënt). Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg (om terugval te voorkomen, bijvoorbeeld na uitstroom vanuit de MO of de GGZ). Het betreft hier steeds alleen die activiteiten, gefinancierd vanuit de AWBZ, gericht op cliënten met psychiatrische en psychosociale problematiek die nadrukkelijk niet zelf om hulp en zorg vragen. Het gaat specifiek om ongevraagde hulp.
2.2
Beknopte toelichting overige stappen Bij de uitvoering van de quick scan is, gezien de beschikbare tijd, een zo optimaal mogelijke balans gezocht tussen de betrouwbaarheid van de gegevens en de haalbaarheid binnen een kort tijdbestek. De quick scan heeft plaatsgevonden tussen begin februari en begin maart 2005. De timing bleek voor velen, zowel bij de zorgkantoren als bij de aanbieders, enigszins ongelukkig. Velen waren zeer druk met de budgetbesprekingen en de jaarrekeningen. De oorspronkelijk beoogde werkwijze is daarom aangepast. 1
Dit maakt veelal integraal onderdeel uit van bemoeizorg/outreachende zorg. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 5 v an 4 0
De quick scan is uitgevoerd in de volgende tien centrumgemeenten: Grote gemeenten
Middelgrote gemeenten
Kleinere gemeenten
Amsterdam
Groningen
Doetinchem
Utrecht
Haarlem
Apeldoorn
Rotterdam
Enschede
Den Haag
Heerlen
Tabel 1. Centrumgemeenten waar de quick scan heeft plaatsgevonden
Deze centrumgemeenten zijn, in nauwe afstemming met de opdrachtgever, door middel van een gestratificeerde steekproef geselecteerd. In overleg met de opdrachtgever is besloten om de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang niet in deze quick scan mee te nemen. De GGZ-AWBZ financiering in deze sector die nauw raakt aan het OGGZ-veld, wordt in een ander traject onderzocht. De quick scan richtte zich daarom op de volgende aanbieders: reguliere GGZ; verslavingszorg. Aanvankelijk was het de bedoeling de GG&GD’s/GGD’s bij de quick scan te betrekken. Tijdens de gesprekken bleek al snel dat deze organisaties in 2004 geen reguliere GGZ-AWBZ middelen ontvangen. Onderstaande tabel geeft beknopt de in de quick scan gevolgde stappen weer: Stap
Beschrijving
1
Benadering van de zorgkantoren waar de betreffende centrumgemeenten onder vallen. Opvragen gegevens financiële contactpersonen dominante GGZ-aanbieders en aanbieders van AWBZ-verslavingszorg in de betreffende 10 centrumgemeenten.
2
Telefonische benadering alle aanbieders en zorgkantoren.
3
Mailen informatie en vragen naar zorgkantoren en aanbieders.
4
Verificatie van gegevens van de aanbieders via een kort telefonisch interview en/of via de mail, nabellen ontbrekende gegevens en vragenlijsten.
5
Telefonische interviews met de zorgkantoren.
6
Concept rapportage.
7
Rondetafelbijeenkomst.
8
Aanpassen rapportage op basis van de rondetafelbijeenkomst.
Tabel 2. Beknopt overzicht stappen quick scan
Omdat de doorlooptijd kort was en de materie complex, is besloten de GGZaanbieders telefonisch te benaderen alvorens de vragenlijst te mailen. Bureau HHM kon hierdoor direct toelichting geven en vragen beantwoorden, de korte doorlooptijd van de quick scan onder de aandacht brengen en de mogelijkheden en onmogelijkheden van een snelle beantwoording van de vragen inschatten. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 6 v an 4 0
In 11 gevallen moest meer dan 5 of meerdere malen gebeld worden voordat contact gelegd kon worden. In twee gevallen is het, ondanks vele pogingen, helaas niet gelukt om met de betreffende financiële contactpersoon in contact te komen. De vragen hadden alle betrekking op dat deel van het GGZ-AWBZ budget dat door de GGZ-aanbieder wordt besteed aan de OGGZ-taken zoals hiervoor gedefinieerd, exclusief de OGGZ-subsidieregeling. Daarbij werd, met het oog op de extrapolatie, ‘ingezoomd’ op dat deel van de OGGZ-activiteiten en financiën dat in de betreffende centrumgemeenten werd uitgevoerd (zie bijlage 1 voor de vragenlijst). Bij de zorgkantoren betroffen de vragen vooral het totaal AWBZ-budget per aanbieder en zo mogelijk specificatie/schatting van OGGZ-activiteiten per aanbieder gefinancierd uit AWBZ-middelen, exclusief de OGGZ-subsidieregeling (zie bijlage 2 voor de vragenlijst). Bureau HHM besteedde steeds directe aandacht aan de afbakening GGZ/OGGZ en de specifieke OGGZ-doelgroep en het OGGZ-aanbod waar de middelen aan werden besteed. Speciale aandacht is uitgegaan naar de afbakening/scheiding tussen GGZ-AWBZ-middelen en gemeentelijke financiering. Ook werd geverifieerd dat geen OGGZ-aanbod is genoemd dat uit de OGGZsubsidieregeling wordt bekostigd. Er is bewust voor gekozen de uitkomsten van de quick scan gedurende een rondetafelbijeenkomst voor te leggen aan de in het kader van de quick scan benaderde zorgkantoren en GGZ-aanbieders, de betreffende centrumgemeenten en aan een aantal sleutelpersonen vanuit VNG, GGZ Nederland, Federatie Opvang en GGD Nederland. Dit mede met het oog op de verificatie van de gegevens en het creëren van draagvlak voor de op handen zijnde overheveling van middelen.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 7 v an 4 0
3.
Resultaten
3.1
Inleiding Dit hoofdstuk geeft de bevindingen uit de quick scan weer. Omdat de diversiteit van de gegevens groot is en vragen gesteld kunnen worden bij de onderlinge vergelijkbaarheid, is er voor gekozen in deze rapportage geen cijfers en bedragen te noemen. Dit hoofdstuk betreft dus een kwalitatieve weergave van de in het kader van de quick scan verzamelde informatie.
3.2
Beschikbaarheid gegevens zorgkantoren Aanvankelijk was het de bedoeling om een telefonisch interview te houden met de zorgkantoren voorafgaand aan het benaderen van de aanbieders. Omdat acht van de tien zorgkantoren pas in de loop van de eerste week van maart in de gelegenheid waren bureau HHM uitgebreid te woord te staan, is eerst contact gezocht met de aanbieders. Bij de zorgkantoren betroffen de vragen vooral het totaal AWBZ-budget per aanbieder en zo mogelijk een specificatie/schatting van OGGZ-activiteiten per aanbieder gefinancierd uit AWBZ-middelen (excl. OGGZ-subsidieregeling). Onderstaande tabel geeft weer in welke mate, welke informatie voorhanden was.
Zorgkantoor
Geen zicht op specifieke OGGZ bestedingen
Wel zicht op specifieke OGGZ bestedingen
A
x
Toelichting
Exacte financiering bekend van vijf projecten die geheel of deels op de OGGZ-doelgroep zijn gericht.
B
x
Geen zicht op OGGZ-activiteiten buiten de OGGZsubsidieregeling.
C
x
-
D
x
-
E
x
Bedrag voor een specifiek project bekend. Verder geen zicht op bestedingen ten behoeve van OGGZactiviteiten.
F
x
Een bedrag voor een project bijzondere zorg. Niet nader te specificeren voor de centrumgemeente.
G
x
Een totaalbedrag voor OGGZ-activiteiten in de gehele regio. Niet te onderscheiden naar de centrumgemeente.
H
x
Een bedrag voor een OGGZ-project voor het gehele werkgebied. Niet te onderscheiden naar een deelgebied (centrumgemeente).
I
x MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 8 v an 4 0
Zorgkantoor
Geen zicht op specifieke OGGZ bestedingen
J
x
Wel zicht op specifieke OGGZ bestedingen
Toelichting
-
Tabel 3. Beknopt overzicht beschikbaarheid gegevens bij zorgkantoren quick scan
Vier zorgkantoren kunnen een bedrag noemen op het niveau van OGGZprojecten die uit reguliere GGZ-AWBZ middelen en/of zorgvernieuwingsgelden/ Zorg-op-Maat gelden worden bekostigd. Dit bedrag is niet te differentiëren naar de centrumgemeente. Zes zorgkantoren hebben geen zicht op de OGGZ-activiteiten die binnen de reguliere productieafspraken worden uitgevoerd en op de daarmee gemoeide reguliere GGZ-AWBZ middelen. De zorgkantoren hebben de namen doorgegeven van de GGZ-zorgaanbieders in hun regio en naam en telefoonnummer van de financiële contactpersoon binnen deze organisaties.
3.3
Beschikbaarheid gegevens 4 grote centrumgemeenten Bij 11 van de 18 aanbieders was de bereidwilligheid om, ondanks de drukte, aan de quick scan mee te werken, zeer groot. Eén aanbieder wilde niet meewerken, niet alleen omdat hij de gegevens niet direct uit de registratie kon halen, maar vooral omdat hij de zin van de quick scan niet inzag. Bij één aanbieder kon de financiële contactpersoon niet worden bereikt. Drie aanbieders hadden duidelijk de intentie om de gevraagde gegevens aan te leveren, maar zijn niet in staat geweest dit ook daadwerkelijk te doen. De vragen gesteld aan de aanbieders hadden alle betrekking op dat deel van het GGZ-AWBZ budget dat door de GGZ-aanbieder in 2004 werd besteed aan de OGGZ-taken zoals hiervoor gedefinieerd. Daarbij werd, met het oog op de extrapolatie, ‘ingezoomd’ op dat deel van de OGGZ-activiteiten en financiën dat in de betreffende centrumgemeenten werd uitgevoerd. De aanbieders en het zorgkantoor in twee grote gemeenten hebben een gezamenlijk overleg gehad over het eenduidig invullen van de vragenlijst.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 9 v an 4 0
Aanbieder
Niet te differentiëren
1 2
x x
Toelichting
Een totaal bedrag voor een specifiek samenwerkingsproject. De OGGZ-activiteiten kunnen niet uit de registratie worden gehaald.
3 4
Wel te differentiëren
x ?
De OGGZ-activiteiten zijn nauwkeurig, incl. 6 subactiviteiten, uit de registratie te halen met exacte bedragen. Door hoge werkdruk nog geen informatie ontvangen.
Tabel 4. Grote gemeente 1 Aanbieder
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren
Toelichting
1
x
De OGGZ-activiteiten zijn nauwkeurig te differentiëren, incl. 6 subactiviteiten, met exacte bedragen.
2
x
Een totaalbedrag voor actieve outreach, bemoeizorg.
-
Er worden geen GGZ-AWBZ middelen besteed aan OGGZ-activiteiten in de centrumgemeente G2.
3
-
4
x
OGGZ-activiteiten zijn niet van reguliere activiteiten te onderscheiden (1 team). Ook lastig/niet mogelijk om een bedrag voor een specifieke gemeente af te scheiden. In dit geval worden geen GGZ-AWBZ middelen besteed aan OGGZ-activiteiten in de gemeente G2. Tabel 5. Grote gemeente 2
Aanbieder
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren
Toelichting
1
x
Als OGGZ-zorg als ongevraagde zorg en niet-geïndiceerde zorg worden gelezen, besteedt de aanbieder hier 0 euro aan uit reguliere middelen. Bij een bredere definitie, te weten geïndiceerde zorg voor een OGGZ-specifieke doelgroep, kan een totaalbedrag worden genoemd voor deze activiteiten (woonvoorzieningen en zorg door een ambulant team).
2
x
Nauwkeurig gespecificeerd voor toeleiden naar zorg, actieve outreach/bemoeizorg, overleg over de cliënt en nazorg. Voor 2 ‘scenario’s’, te weten een beperkte en een ruimere definitie van OGGZ zoals beschreven door de aanbieder (geregistreerd als casemanagement, face-to-face contacten, zorg-op-maat en dienstverlening).
3
x
Nauwkeurig gespecificeerd voor toeleiden naar zorg, actieve outreach/bemoeizorg, overleg over de cliënt en nazorg. Voor 2 ‘scenario’s’, te weten een beperkte en een ruimere definitie van OGGZ zoals beschreven door de aanbieder (geregistreerd als casemanagement, face-toface contacten, zorg-op-maat en dienstverlening).
4
x
Nauwkeurig gespecificeerde informatie voorhanden, maar de aanbieder verricht geen OGGZ-activiteiten in de centrumgemeente G3.
Tabel 6. Grote gemeente 3
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 10 va n 40
Aanbieder
Niet te differentiëren
1
-
2
x
Wel te differentiëren -
Toelichting
Binnen de RIBW-tak van de aanbieder worden de bedoelde OGGZactiviteiten niet uitgevoerd. Deels worden geen GGZ-AWBZ middelen besteed aan OGGZactiviteiten in de centrumgemeente G4. De OGGZ-activiteiten met betrekking tot nazorg kunnen niet uit de registratie worden gehaald.
3
x
Een bedrag voor de voorbereiding van een OGGZ-voorziening.
4
?
Geen informatie ontvangen.
5
x
De OGGZ-activiteiten kunnen niet uit de registratie worden gehaald.
6
?
Geen informatie ontvangen. Tabel 7. Grote gemeente 4
Samenvattend beschikbaarheid gevraagde gegevens 18 aanbieders vier grote gemeenten: Bij 5 tot in groot detail bekend; Bij 4 een totaalbedrag voor OGGZ-activiteiten of een project bekend; Bij 4 niet uit de registratie te halen; Bij 2 niet bekend of de gevraagde gegevens kunnen worden aangeleverd, maar geen OGGZ-activiteiten in de centrumgemeente; Bij 3 niets aangeleverd.
3.4
Beschikbaarheid gegevens 4 middelgrote centrumgemeenten Ook hier was bij 16 van de 18 aanbieders de bereidwilligheid om, ondanks de drukte, aan de quick scan mee te werken, zeer groot. Eén organisatie staat negatief ten opzichte van de overheveling van middelen en wilde in dat kader niet meewerken aan de quick scan. Een andere was te druk om op dit moment de gevraagde gegevens aan te leveren.
Aanbieder
1
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren x
Toelichting
Brutoloonkosten voor OGGZ-projecten.
Tabel 8. Middelgrote gemeente 1
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 11 va n 40
Aanbieder
1
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren
x
Toelichting
De in het kader van de quick scan onderzochte ‘bemoeizorg’ vindt binnen de context van verschillende OGGZ-samenwerkingsprojecten plaats en is daarin niet in maat en getal te onderscheiden van reguliere activiteiten bij de verschillende participanten.
2
x
Wel verschillende activiteiten gericht op de OGGZ-doelgroep, maar geen financiering vanuit de AWBZ.
3
x
De organisatie bedient wel de doelgroep, maar verricht niet de activiteiten zoals bedoeld in de operationalisering van OGGZ in de quick scan.
-
De organisatie bedient wel de doelgroep, maar verricht niet de activiteiten zoals bedoeld in de operationalisering van OGGZ in de quick scan.
4
-
Tabel 9. Middelgrote gemeente 2
Aanbieder
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren
Toelichting
1
x
De OGGZ-activiteiten zijn nauwkeurig te differentiëren, incl. 6 subactiviteiten, met exacte bedragen. De OGGZ-activiteiten bevinden zich nog in de beginfase.
2
x
Een totaalbedrag voor alle 6 subactiviteiten.
-
In 2004 alleen voorbereidend onderzoek naar mogelijke OGGZactiviteiten.
3
-
4
x
5
-
6
Kan niet zo uit de registratie worden gehaald. Nu te druk. Er is een zorgmentoraat gericht op zorgmijders. De verslavingszorg is grotendeels ambulant en grotendeels gericht op de OGGZ-doelgroep. -
Alleen geïndiceerde cliënten bij de GGZ-aanbieder. De genoemde OGGZ-activiteiten worden deels door de aanbieder uitgevoerd.
x
De inschatting is dat een bepaald bedrag op reguliere middelen is geschreven, maar dat zorg ter waarde van het zesvoudige bedrag is geleverd aan aanbod dat onder de OGGZ-activiteiten valt en dat niet is gedeclareerd volgens de CTG-richtlijnen. Veel contacten met (potentiële) OGGZ-cliënten zijn niet gedeclareerd. Er gaat veel tijd zitten in activiteiten voor mensen die niet officieel in zorg zitten.
Tabel 10. Middelgrote gemeente 3
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 12 va n 40
Aanbieder
Niet te differentiëren
1
x
2
-
3
4
Wel te differentiëren
Toelichting
De aanbieder is betrokken (met de inzet van twee medewerkers) bij een bemoeizorgproject waarin ook andere aanbieders participeren. Niet duidelijk is welk deel hiervan is gericht op centrumgemeente M4. -
De organisatie voert geen OGGZ-activiteiten uit.
x
Exacte specificatie mogelijk in uren psychiater en uren SPV, gedifferentieerd naar de verschillende subactiviteiten. Deze gegevens zijn t.b.v. de quick scan achterhaald d.m.v. interviews met medewerkers.
x
Het budget kan niet worden gespecificeerd naar OGGZ-activiteiten en voor aparte gemeenten. Indien er meer tijd beschikbaar was, zou hier een modus voor worden gezocht. De aanbieder doet veel op het gebied van OGGZ, maar de activiteiten bekostigd uit reguliere AWBZ-middelen worden niet als OGGZ geregistreerd.
5
x
Een totaalbedrag voor ondersteunende begeleiding (Begeleid Zelfstandig Wonen). Deze activiteit wordt niet uitgevoerd in centrumgemeente M4.
6
x
Uren SPV (exclusief overhead) voor actieve outreach en bemoeizorg/outreachende zorg, als onderdeel van een breder team.
-
Alle activiteiten worden uitgevoerd door de RIBW’s, maar niet gedefinieerd als OGGZ, omdat het geïndiceerde cliënten betreft.
7
-
Tabel 11. Middelgrote gemeente 4
Samenvattend beschikbaarheid gevraagde gegevens 18 aanbieders vier middelgrote gemeenten: Bij 2 tot in groot detail bekend. Bij 5 een totaalbedrag voor OGGZ-activiteiten, een projectbedrag of een formatie van betrokken medewerkers bekend. Bij 4 zijn de OGGZ-bestedingen niet te onderscheiden van regulier aanbod, maar er vinden veel OGGZ-activiteiten plaats. Bij 1 wel veel OGGZ-activiteiten, maar geen financiering vanuit de AWBZ. Bij 2 alleen geïndiceerde cliënten. Niet helder of de OGGZ-activiteiten worden uitgevoerd en de financiering hiervoor kan worden onderscheiden. Bij 2 worden geen OGGZ-activiteiten uitgevoerd. Bij 2 wordt wel de doelgroep bediend, maar worden geen OGGZ-activiteiten verricht. Bij één van deze organisaties wordt een nauwkeurige registratie bijgehouden.
3.5
Beschikbaarheid gegevens 2 kleinere centrumgemeenten Bij de twee kleinere gemeenten was bij 4 van de 5 aanbieders de bereidwilligheid om, ondanks de drukte, aan de quick scan mee te werken, zeer groot.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 13 va n 40
Aanbieder
Niet te differentiëren
Wel te differentiëren
Toelichting
1
x
Een bedrag voor de voorbereiding van OGGZ-voorziening.
2
x
Een medewerker die wordt ingezet voor OGGZ-activiteiten. Het betreft een totaalbedrag voor de regio, niet nader te specificeren naar de centrumgemeente.
-
De organisatie voert geen OGGZ-activiteiten uit.
3
-
Tabel 12. Kleinere gemeente 1 Aanbieder
Niet te Wel te differen differen-tiëren tiëren
1
x
4
-
Toelichting
De organisatie besteedt een beperkt bedrag uit AWBZ-middelen aan activiteiten die te maken hebben met bemoeizorg. Detaillering voor de centrumgemeente is niet mogelijk. -
De organisatie voert geen OGGZ-activiteiten uit.
Tabel 13. Kleinere gemeente 2
Samenvattend beschikbaarheid gevraagde gegevens 5 aanbieders twee kleinere gemeenten: Bij 2 een totaalbedrag voor OGGZ-activiteiten, een projectbedrag of een formatie van betrokken medewerkers bekend. Bij 2 worden geen OGGZ-activiteiten uitgevoerd. Bij 1 zijn OGGZ-bestedingen niet te onderscheiden van reguliere middelen.
3.6
Aandachtspunten van invloed op de extrapolatie van de gegevens uit de quick scan Deze paragraaf besteedt aandacht aan een aantal factoren die van invloed zijn op de extrapolatie van de gegevens uit de quick scan. Ten eerst wordt aandacht besteed aan een aantal algemene thema´s die de onderlinge vergelijkbaarbeid van de gegevens beïnvloeden. De definitie van OGGZ en de invloed daarvan op de te extrapoleren gegevens, wordt daarna belicht. Tot slot wordt een overzicht gegeven van vragen en aandachtspunten die door geïnterviewden in relatie tot de quick scan zijn genoemd. Hieruit voortvloeiend wordt aan het begin van hoofdstuk 4 een aantal aandachtspunten/voorwaarden voor extrapolatie samengevat. O NDERLINGE VERGELIJKBAARHEID VAN DE GEGEVENS Hieronder volgt een opsomming van factoren die de onderlinge vergelijkbaarheid van gegevens bemoeilijken. Zoals hiervoor gemeld, was de gesprekspartner bij de GGZ-aanbieders de financiële contactpersoon opgegeven door het zorgkantoor. Deze heeft veelal, op basis van de bij hem/haar beschikbare gegevens, antwoord gegeven op de vragen uit de quick scan.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 14 va n 40
Van 10 GGZ-aanbieders is bekend dat intern overleg heeft plaats gevonden over de vraagstelling uit de quick scan tussen de financiële contactpersoon en inhoudelijke mensen: een hoofd van een ambulant team, een (beleids)psychiater, etc.. In twee grote gemeenten hebben de GGZ-aanbieders met het zorgkantoor een gezamenlijke bijeenkomst belegd om de vraagstelling en definitie uit quick scan en (de implicaties van) de antwoorden gezamenlijk te bespreken en af te stemmen. Cijfers uit deze twee gemeenten kunnen niet zondermeer worden vergeleken met die uit de twee andere grote gemeenten. De zorgkantoren die wel een totaalbedrag of projectbedragen per zorgkantoorregio kunnen noemen, kunnen dit niet nader specificeren naar de centrumgemeente die deel uitmaakt van de strategische steekproef die ten grondslag ligt aan de extrapolatie. Discrepantie tussen een GGZ-AWBZ bedrag opgegeven door het zorgkantoor en door een aanbieder, is mogelijk terug te voeren op het onderscheid tussen begroot en werkelijk budget. OGGZ-activiteiten zijn volgens meerdere geïnterviewden niet heel specifiek af te bakenen en te registreren in aantallen contacten en uren dienstverlening. Ze moeten daarom altijd met een bepaalde bandbreedte worden geïnterpreteerd. Indien OGGZ-activiteiten binnen de reguliere productieafspraken worden uitgevoerd en geregistreerd conform de reguliere productieparameters, heeft het zorgkantoor geen zicht op deze bestedingen: ‘OGGZ-kosten zitten verborgen in de reguliere kosten’. OGGZ: WEL / NIET GEÏNDICEERDE HULP ? Het is bekend dat OGGZ een rekbaar begrip is. Daarom is, in overleg met de opdrachtgever, besloten om het begrip te operationaliseren zoals in hoofdstuk 2 beschreven. De meerderheid van de geïnterviewden, 27 aanbieders en 4 zorgkantoren, had geen vragen over en plaatste geen kanttekeningen bij de voor deze quick scan gekozen definitie. Vijf aanbieders, de aanbieders van een van de grote gemeenten en zes zorgkantoren hadden vragen over of plaatsten kanttekeningen bij de vraag of OGGZ wel of niet geïndiceerde hulp moet/mag inhouden. De gemaakte opmerkingen worden hieronder puntsgewijs weergegeven.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 15 va n 40
Als cliënten zijn geïndiceerd, is geen sprake van OGGZ, maar van reguliere GGZ (3x plus aanbieders één grote gemeente) Toelichting: De aanbieder biedt outreachende activiteiten zoals voor de quick scan gedefinieerd, maar beschouwt dit niet als OGGZ. Dit omdat de cliënten die het betreft een indicatie hebben. Bij een indicatie is er sprake van reguliere zorg. ‘Vanaf het moment van indicatiestelling kunnen de aanbieders zich niet meer van de zorgvrager afwenden.’ Onder OGGZ wordt verstaan: zorgmijders en veelplegers op straat, mensen die ‘moeilijk in de kokers van de GGZ zijn te krijgen’. Het toeleiden naar indicatiestelling valt onder OGGZ. De aanbieder is heel stellig: Geen indicatie: dan OGGZ. Wel indicatie: reguliere zorg. Dit onderscheid zou als onderscheidend criterium aangewend kunnen worden. Ook een zorgkantoor is heel stellig: bij OGGZ-activiteiten gaat het om niet-geïndiceerde zorg. Als sprake is van AWBZ-zorg, dan is er ook sprake van geïndiceerde zorg. De aanbieders in een grote gemeente hebben als uitgangspunt: OGGZ (ongevraagde zorg) is niet-geïndiceerde zorg. De activiteiten en bedragen als antwoord op de vragenlijst zijn minimaal, omdat uitgegaan wordt van nietgeïndiceerde zorg. Dan blijft de vraag: wat te doen met crisis en spoed? Deze behoren volgens deze aanbieders niet tot de OGGZactiviteiten- en doelgroep. Als uitgangspunt bij OGGZ-zorg is er daarom voor gekozen dat de hulp langer dan twee weken duurt. Bewust van eventuele discrepantie tussen geïndiceerde en niet-geïndiceerde cliënten, maar twijfel over waar een eventuele scheidslijn getrokken zou moeten worden (4x) Toelichting: Volgens een aanbieder waar nu de afspraak geldt dat geïndiceerd betekent geen OGGZ, zou het beter zijn om uit te gaan van de visie van een collega-instelling om ook de ingeschreven tijdrovende en overlastgevende cliënt als OGGZ te bestempelen. De instelling heeft namelijk vaak ook veel werk aan lastige cliënten die in zorg zijn/er wordt veel ongevraagde hulp gegeven aan mensen die officieel in zorg zijn. Het zorgkantoor stelt dat het bij OGGZ-activiteiten veelal gaat om niet-geïndiceerde zorg. Om aanspraak te maken op AWBZ-zorg en financiering heeft de cliënt een indicatie nodig. In hoeverre is dan nog sprake van OGGZ (2x)? De aanbieder levert alleen geïndiceerde zorg. De begeleiding start pas nadat er (door andere zorgaanbieders) contact is gelegd met de cliënt, de zorgbehoeften zijn geïnventariseerd en de cliënt is geïndiceerd. De cliënten zijn dus al bekend bij de aanbieder en in feite is geen sprake van zorgmijding. Met alle cliënten is formeel een begeleidingsrelatie aangegaan. Voor een deel van de cliënten (lage begeleidingstrouw, ambivalent t.o.v. hulpverlening) blijft actieve, outreachende (vaak intensieve) zorg (bemoeizorg) en coördinatie noodzakelijk. Om deze cliënten in zorg te houden, worden OGGZ-specifieke begeleidingsmethoden gehanteerd. De aanbieder is dus wel actief voor een doelgroep die in de volksmond als OGGZ-doelgroep wordt aangeduid. Geïndiceerd/niet-geïndiceerd geen onderscheidend criterium (4x) Toelichting In de omschreven OGGZ-activiteiten zit, volgens het zorgkantoor, een bepaalde opbouw van signaleren, tot in beeld houden en wel/niet in een bepaald traject krijgen. Op een gegeven moment is indicatiestelling aan de orde. Ondanks indicatiestelling, is dan toch sprake van OGGZ. Deze scheidslijn is erg moeilijk aan te geven. De aanbieder beschouwt ook cliënten als OGGZ die zijn ingeschreven en die tijdrovend zijn en overlast geven en waarvoor de reguliere financiering onvoldoende is. Geïndiceerd/niet-geïndiceerd is niet zo’n hard onderscheid/geen hard criterium, volgens het zorgkantoor. Maar het is wel een lastig punt: Behoort iedereen die ongevraagd zorg krijgt tot de OGGZ? Dan zou een 25% van de LZA-cliënten hiertoe behoren: bij floride problematiek hebben ze geen behoefte aan hulp. Het zorgkantoor stelt dat niet/wel OGGZ niet zozeer een kwestie is van wel/niet geïndiceerd, maar van ingeschreven/niet ingeschreven. Als een cliënt is ingeschreven, kunnen de kosten worden gedeclareerd. Daarom is het onderscheid wel/niet ingeschreven een belangrijker onderscheid dan wel/niet geïndiceerd.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 16 va n 40
O VERIGE OPMERKINGEN OPERATIONALISERING OGGZ Twee aanbieders schetsten de bandbreedte van OGGZ van smal tot ruim. Twee onderdelen komen overeen met de operationalisering van de OGGZ zoals gehanteerd in de quick scan. Klinische behandeling en dwang-en-drang vallen daar buiten. Dit is overeenkomstig de operationalisering van OGGZ zoals bedoeld in de quick scan. Zes aanbieders in een grote stad hebben gezamenlijk besloten om ‘crisis en spoed’ niet als OGGZ te definiëren. Door hen is daarom als uitgangspunt gekozen dat OGGZ-hulp langer duurt dan twee weken. Dit is overeenkomstig de operationalisering van OGGZ zoals bedoeld in de quick scan. O VERIGE AANDACHTSPUNTEN EN VRAGEN MET BETREKKING TOT DE QUICK SCAN Allemaal eenmaal genoemd, tenzij anders vermeld. In verband met het budgetplafond zijn er problemen te verwachten met de continuïteit van de uitvoering van het OGGZ-project. Voor de begroting van 2005 was de insteek dat verdere groei zou plaatsvinden. Door de beperkte contracteerruimte is deze groei niet gehonoreerd (2x). Groei van de benodigde zorg vindt plaats als gevolg van de verslechterde economische situatie. Als de zorgvernieuwing wordt afgeschaft, waar wordt de niet-geïndiceerde zorg dan uit gefinancierd? Zonder financiering uit de zorgvernieuwing, zullen de OGGZ-activiteiten afnemen en wordt de doelgroep minder bereikt. RIBW’s hebben nu vaak een taak ten aanzien van problematische huurders. Moet dat niet veel meer een gemeentetaak zijn? Dit is een grensgebied met de OGGZ. De afbakening met de ambulante verslavingszorg is niet helder. Er zijn afspraken gemaakt met de GGZ-aanbieder over de ambulante verslavingszorg. Eigenlijk is dit een taak van de gemeente. Vaak is sprake van een noodzaak om met twee mensen erop uit te gaan (complexiteit en onvoorspelbaarheid van problematiek). Als dat geen crisiscontact is, is deze inspanning maar voor één persoon te declareren. De reële productie is hoger dan de gedeclareerde productie; er worden veel activiteiten verricht die niet geregistreerd (kunnen) worden. Medewerkers maken kosten ten aanzien van deze doelgroep die niet te declareren zijn (2x). De drie financieringsbronnen samen (reguliere middelen, OGGZ-subsidie en gemeentemiddelen) zijn niet kostendekkend. Gezien de complexiteit van de doelgroep, is het nodig hier een hele organisatie rondom op te bouwen. Het bedrag dat wordt besteed aan OGGZ-zorg gaat ten koste van de groei van de reguliere zorg. De GGZ-aanbieder is met het CTG in gesprek over een all-in vergoeding van echt complexe mensen uit deze doelgroep. De wens van de G4 is om deze patiënten alle zorg te bieden voor dit bedrag (indicatie: €100.000,- per patiënt op jaarbasis). Deze groep wordt dan middels Assertive Community Treatment (ACT, teamgerichte benadering) behandeld. De respondenten in een grote gemeente vinden het niet zo belangrijk dat bekend wordt welk bedrag nu besteed wordt aan de doelgroep. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 17 va n 40
Belangrijk is dat de gemeente voldoende wordt toegerust om met geoormerkte middelen de nog niet bereikte doelgroep te bedienen. Een gezamenlijk OGGZ-project is eind 2004 gestart. Er zijn aannamen gedaan. Niet bekend is hoe de kosten zullen doorwerken in 2005 en ze zich daarna zullen ontwikkelen. In de zomer van 2005 wordt gestart met een aantal ACT/bemoeizorgteams en mobiele teams. Daarnaast wordt nog ander aanbod ontwikkeld op gebied van de spoedeisende hulp en de crisisopvang waarvan in ieder geval een deel is gericht op de OGGZ-doelgroep. Deze ontwikkelingen zijn niet meegenomen in de bedragen voor 2004. Casefinding dreigt vergeten te worden in de overgang naar de WMO en de ZVW. Door toenemende aandacht (‘schoonvegen’) in de grote steden vindt een uitwaaiering plaats naar de omliggende gemeenten.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 18 va n 40
4.
4.1
Extrapolatie van onderzoeksgegevens quick scan naar landelijk niveau Inleiding In dit hoofdstuk wordt een aanzet gedaan voor het extrapoleren van de onderzoeksgegevens van de quick scan naar landelijk niveau. Allereerst worden enkele aandachtspunten/voorwaarden voor extrapolatie aangegeven. Vervolgens worden zeven verschillende methoden kort toegelicht.
4.2
Aandachtspunten/voorwaarden voor extrapolatie Bij extrapolatie speelt altijd de vraag in hoeverre de gevonden resultaten kunnen worden gegeneraliseerd naar de totale doelgroep (de zogenaamde externe validiteit1). Voor een zorgvuldige extrapolatie is het van belang dat: De in de quick scan betrokken respondenten vergelijkbaar zijn met de doelgroepen waarnaar wordt geëxtrapoleerd. Door als onderzoeker zelf binnen de doelgroep een a-selecte, gestratificeerde, steekproef te trekken, is de generaliseerbaarheid groter. De onderzoeksgegevens onderling vergelijkbaar zijn en dat de geanalyseerde gegevens vergelijkbaar zijn met de overige gegevens waarnaar wordt geëxtrapoleerd. Hiervoor is het van belang dat de respondenten hetzelfde verstaan onder OGGZ-activiteiten en de daarmee gemoeide reguliere GGZAWBZ middelen en dit hanteren bij de aanlevering van de gegevens. Eenduidige operationalisering van OGGZ-activiteiten en de daarmee gemoeide reguliere GGZ-AWBZ middelen is noodzakelijk. Dubbeltellingen en hiaten worden voorkomen. De respons voldoende is: minimaal 80%.
4.3
Mogelijke extrapolatiemethoden In deze quick scan is een steekproef genomen van GGZ-aanbieders en instellingen voor verslavingszorg. Daartoe zijn 10 centrumgemeenten in Nederland geselecteerd. Hierbij gaat het om een gestratificeerde streekproef uit de 43 centrumgemeenten. Dat wil zeggen dat de centrumgemeenten in 3 groepen zijn ingedeeld: groep 1: de G4; groep 2: de G26 minus de G4; groep 3: alle centrumgemeenten minus de G26.
Groep 1 Groep 2 Groep 3
1
Aantal 4 22 17
Aantal in steekproef quick scan 4 4 2
Zie P.G. Swanborn, Methoden van sociaal-wetenschappelijk Onderzoek (1987) pag. 245 e.v. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 19 va n 40
In deze paragraaf worden mogelijke extrapolatiemethoden geschetst om op basis van de onderzoeksgegevens een ‘landelijke’ uitspraak te kunnen doen over de omvang van de reguliere GGZ-AWBZ middelen die in 2004 zijn besteed aan OGGZ-activiteiten. Voorgesteld wordt om via meerdere methoden te komen tot een ‘landelijke’ uitspraak. Daarbij is het belangrijk te benadrukken dat de uitkomsten niet als absoluut kunnen worden beschouwd. Er moet worden uitgegaan van een zekere bandbreedte. De gekozen benadering is, naar de mening van de onderzoekers, een optimale balans tussen het op korte termijn beantwoorden van de vragen enerzijds en het bieden van betrouwbare, representatieve resultaten anderzijds, passend bij het karakter van een quick scan.
4.3.1
Extrapolatie op basis van OGGZ-budget per groep van centrumgemeenten (methode A) Bij deze methode worden de uitkomsten van de onderzochte centrumgemeenten eerst per groep (voor 3 onderscheiden groepen) geëxtrapoleerd naar de vergelijkbare centrumgemeenten en vervolgens opgeteld om te komen tot een landelijke omvang van het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget. Bij deze methode is het van belang dat de respondenten het OGGZ-budget kunnen specificeren naar de betreffende gemeente (betrouwbaarheid gegevens). Deze methode ziet er schematisch als volgt uit: X1 = OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget in de onderzochte centrumgemeenten uit groep 1. X2 = OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget in de onderzochte centrumgemeenten uit groep 2. X3 = OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget in de onderzochte centrumgemeenten uit groep 3. OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget geëxtrapoleerd per groep Groep 1
X1
Groep 2
22/4 * X2
Groep 3
17/2 * X3
Rest van Nederland
Toeslag van 10 %
Tabel 14. Extrapolatiemethode A
De landelijke omvang van het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget wordt als volgt bepaald: (X1 + (22/4 * X2) + (17/2 * X3)). Verwacht wordt dat het berekende budget het minimum is omdat de overige gemeenten, niet behorende tot de G43, niet in deze berekening zijn meegenomen. Daarom wordt voorgesteld om een toeslag van 10% toe te passen. De schatting van de landelijke omvang van het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget bedraagt dan: (X1 + (22/4 * X2) + (17/2 * X3)) + 10%.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 20 va n 40
4.3.2
Extrapolatie op basis van OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget per inwoner in de onderzochte centrumgemeente (methode B) Bij deze methode wordt het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget in de onderzochte gemeente gedeeld door het aantal inwoners in de onderzochte gemeente. De verwachting is dat het gemiddeld OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget per inwoner hoger is voor de G4, gemiddeld voor de centrumgemeenten uit de G26 en lager voor de overige centrumgemeenten. OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget in de onderzochte gemeente
Aantal inwoners per onderzochte gemeente
Gemiddeld OGGZ-budget uit regulier GGZ-AWBZ budget per inwoner in onderzochte gemeente
Y1
N1
Y1/N1
Y2
N2
Y2/N2
Tot en met Y10
N10
Y10/N10
Tabel 15. Extrapolatiemethode B
Afhankelijk van de uitkomsten (gelijkmatige spreiding zoals verwacht) kunnen de gegevens mogelijk worden geëxtrapoleerd naar de vergelijkbare gemeenten en vervolgens bij elkaar worden opgeteld om te komen tot een landelijke omvang van het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget, zoals bij extrapolatiemethode A.
4.3.3
Extrapolatie op basis van het percentage onderzochte zorgaanbieders (methode C) Bij deze methode wordt het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget van de onderzochte zorgaanbieders bij elkaar opgeteld en vervolgens vermenigvuldigd met het verhoudingsgetal van het aantal zorgaanbieders in Nederland en het aantal in de quick scan betrokken zorgaanbieders. Voor het kengetal ‘aantal zorgaanbieders in Nederland’ zal gebruik worden gemaakt van landelijk beschikbaar bronmateriaal van ondermeer GGZ Nederland, ministerie van VWS, CVZ en CTG/ZAio. Dit ziet er in formule als volgt uit:
Aantal aanbieders GGZ, verslavingszorg in Nederland Aantal onderzochte aanbieders GGZ, verslavingszorg
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
Totaal OGGZbudget uit regulier GGZ* AWBZ budget = van onderzochte zorgaanbieders
Landelijk OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ budget
P agi n a 21 va n 40
De verwachting is dat het berekende budget maximaal zal zijn omdat alle aanbieders in deze benadering mee tellen; ook aanbieders in de minder verstedelijkte gebieden terwijl in die gebieden relatief minder OGGZproblematiek en dus OGGZ-activiteiten voor zullen komen.
4.3.4
Extrapolatie op basis van het GGZ-AWBZ budget van de onderzochte zorgaanbieders (methode D) Bij deze methode wordt het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget van de onderzochte zorgaanbieders bij elkaar opgeteld en vervolgens vermenigvuldigd met het verhoudingsgetal van het totaal GGZ-AWBZ budget van de zorgaanbieders in Nederland en het totale GGZ-AWBZ budget van de onderzochte zorgaanbieders. Voor het kengetal ‘totaal GGZ-AWBZ budget van de zorgaanbieders in Nederland’ zal gebruik worden gemaakt van landelijk beschikbaar bronmateriaal van ondermeer GGZ Nederland, ministerie van VWS, CVZ en CTG/ZAio. Dit ziet er in formule als volgt uit:
Totaal GGZ-AWBZ budget GGZ, verslavingszorg in Nederland Totaal GGZ-AWBZ budget onderzochte aanbieders GGZ, verslavingszorg
Totaal OGGZbudget uit regulier GGZ* AWBZ budget = van onderzochte zorgaanbieders
Landelijk OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ budget
Verwachting is dat het berekende budget maximaal zal zijn, omdat alle aanbieders in deze benadering mee tellen; ook aanbieders in de minder verstedelijkte gebieden (terwijl in die gebieden relatief minder OGGZproblematiek en dus OGGZ-activiteiten voor zullen komen.
4.3.5
Extrapolatie op basis van de budgetten op niveau zorgkantoorregio (methode E) Bij deze methode wordt het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget in de onderzochte zorgkantoorregio’s bij elkaar opgeteld en vervolgens vermenigvuldigd met het verhoudingsgetal van het totaal aantal zorgkantoren in Nederland en het aantal in de quick scan betrokken zorgkantoren. Bij deze methode dienen op het niveau van de zorgkantoorregio betrouwbare en vergelijkbare gegevens voorhanden te zijn en niet op het niveau van de centrumgemeente, zoals gevraagd in de quick scan. Dit ziet er in formule als volgt uit:
32
* 10
Totaal OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ budget van onderzochte zorgkantoorregio’s
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
=
Landelijk OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ budget
P agi n a 22 va n 40
De verwachting is dat het berekende budget maximaal zal zijn, omdat alle zorgkantoorregio’s in Nederland in deze benadering even hard mee tellen terwijl er in de steekproef een oververtegenwoordiging is van sterk verstedelijkte zorgkantoorregio’s.
4.3.6
Extrapolatie op basis van aantal inwoners in de onderzochte zorgkantoorregio’s (methode F) Bij deze methode wordt het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget in de onderzochte zorgkantoorregio’s bij elkaar opgeteld en vervolgens vermenigvuldigd met het verhoudingsgetal van het totaal aantal inwoners in Nederland en het aantal inwoners van de in de quick scan betrokken zorgkantoorregio’s. Bij deze methode dienen op het niveau van de zorgkantoorregio betrouwbare en vergelijkbare gegevens voorhanden te zijn en niet op het niveau van de centrumgemeente, zoals gevraagd in de quick scan. Dit ziet er in formule als volgt uit:
Aantal inwoners in Nederland
* Aantal inwoners in de onderzochte zorgkantoorregio’s
Totaal OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ = budget van onderzochte zorgkantoorregio’s
Landelijk OGGZbudget uit regulier GGZ-AWBZ budget
Verwachting is dat het berekende budget maximaal zal zijn, omdat alle zorgkantoorregio’s in Nederland in deze benadering even hard mee tellen terwijl er in de steekproef een oververtegenwoordiging is van sterk verstedelijkte zorgkantoorregio’s.
4.3.7
Schatting op basis van verhouding diverse financieringsstromen voor OGGZ activiteiten (methode G) Deze methode vormt eigenlijk geen extrapolatie is maar is in feite een schatting op basis van geschatte verhoudingsgetallen. De door de GGZ zorgaanbieders, instellingen voor verslavingszorg en de GG&GD uitgevoerde OGGZ activiteiten worden gefinancierd uit drie stromen1: regulier GGZ-AWBZ budget, inclusief zorg op maat/zorgvernieuwingsgelden; OGGZ-subsidieregeling; gemeente. Aan de zorgaanbieders kan worden gevraagd te schatten hoe bij hen de procentuele verhouding is tussen deze drie financieringsstromen. Hieruit zou een schatting voor de landelijke verdeling kunnen worden afgeleid.
1 De subsidieregeling voor begeleiding in instellingen voor MO wordt in deze quick scan buiten beschouwing gelaten.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 23 va n 40
Voor deze methode is aanvullende informatie nodig over de landelijke omvang van de OGGZ-middelen die de centrumgemeenten ontvangen. Plus informatie over het totaal van de landelijke uitgaven aan de OGGZ-subsidieregeling.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 24 va n 40
5. 5.1
Conclusies Inleiding Dit hoofdstuk vat de belangrijkste conclusies bondig samen. Vervolgens wordt stilgestaan bij de hieruit voortvloeiende vraagstellingen voor de rondetafelbijeenkomst die op 23 maart 2005 is gehouden.
5.2
Conclusies De bereidwilligheid om aan de quick scan mee te werken was over het algemeen groot. Het betrof hier in totaal 41 aanbieders en tien zorgkantoren. In twee grote gemeenten zijn bijeenkomsten belegd om een gezamenlijke richting te kiezen voor het beantwoorden van de vragen. De quick scan maakt het volgende duidelijk: 1. Er zijn grote verschillen in de beschikbaarheid van het gevraagde cijfermateriaal en de mate van detaillering van het beschikbare materiaal. GGZ-aanbieders en aanbieders van AWBZ-verslavingszorg: 7 aanbieders konden alle gevraagde cijfers op korte termijn in groot detail aanleveren. 11 aanbieders konden cijfers aanleveren op het niveau van een OGGZproject, OGGZ-activiteiten of de formatie van bij OGGZ-activiteiten betrokken medewerkers. Voor 9 aanbieders was het niet mogelijk OGGZ-activiteiten van reguliere GGZ-activiteiten te onderscheiden en de daarvoor aangewende middelen de differentiëren. Voor 6 aanbieders is het niet bekend of ze de informatie uit hun registratie kunnen halen, maar ze voeren (naar eigen zeggen) geen OGGZactiviteiten uit (in de betreffende centrumgemeente). 3 aanbieders hadden wel de intentie om informatie aan te leveren, maar hebben dat niet gedaan. 4 aanbieders voeren geen activiteiten conform de OGGZ-definitie uit. Bij één van deze aanbieders zijn financiële gegevens gedetailleerd uit de registratie te halen. 1 aanbieder voert de OGGZ-activiteiten uit, maar ontvangt geen financiering uit de AWBZ. Zorgkantoren: 4 zorgkantoren kunnen een meer of minder exact bedrag noemen voor OGGZ-activiteiten of specifieke OGGZ-projecten in hun regio. 6 zorgkantoren hebben geen zicht op bestedingen uit reguliere AWBZmiddelen ten behoeve van OGGZ-activiteiten zoals gedefinieerd in de quick scan.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 25 va n 40
2. De geoperationaliseerde definitie van OGGZ zoals in de quick scan gehanteerd leek voor de meeste respondenten helder en werkbaar. Bij de overige respondenten was het belangrijkste vraagpunt: valt ongevraagde geïndiceerde zorg onder de reguliere GGZ en ongevraagde niet-geïndiceerde zorg onder de OGGZ? Of kan/moet dit onderscheid niet gemaakt worden? Twee aanbieders plus de aanbieders (6?) uit een grote gemeente hebben aangegeven de geïndiceerde cliënten niet mee te rekenen. Van de overige aanbieders is niet bekend of ze hier, bewust of onbewust, een onderscheid in hebben aangebracht. In één grote gemeente hebben de aanbieders bewust afgesproken om crisis en spoed buiten het OGGZ-aanbod te laten vallen. Alleen cliënten die langer dan twee weken OGGZ-zorg ontvangen, zijn meegerekend. Dit is conform de geoperationaliseerde definitie van OGGZ zoals in de quick scan gehanteerd, waarin crisis en spoed niet zijn meegenomen. Omdat andere respondenten hier niets over hebben gezegd, is niet geheel duidelijk hoe zij hiermee hebben gerekend. Door twee geïnterviewden zijn vraagtekens geplaatst bij klinische behandeling in relatie tot de operationalisering van de OGGZ, bij één bij het drang- en dwangaanbod. Het was de bedoeling dat uit de operationalisering in de zes subactiviteiten zou blijken dat dit niet het geval is. Mogelijk dat dit bij andere respondenten ook vragen heeft opgeroepen zonder dat dit bij bureau HHM bekend is. 3. Voorwaarde voor een zorgvuldige extrapolatie is dat de onderzoeksgegevens onderling vergelijkbaar zijn en dat de geanalyseerde gegevens vergelijkbaar zijn met de overige gegevens waarnaar wordt geëxtrapoleerd. Omdat de diversiteit van de ontvangen gegevens groot is en vragen gesteld kunnen worden bij de onderlinge vergelijkbaarheid van de gegevens, is extrapolatie naar landelijk niveau op dit moment nog niet mogelijk. Aandacht moet enerzijds uitgaan naar een verdere aanscherping van het begrip OGGZ, anderzijds naar de beschikbaarheid van onderling vergelijkbaar cijfermateriaal.
5.3
Rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005 Zoals eerder aangegeven, is er bewust voor gekozen de uitkomsten van de quick scan gedurende een rondetafelbijeenkomst voor te leggen aan de in het kader van de quick scan benaderde zorgkantoren en GGZ-aanbieders en aan een aantal sleutelpersonen vanuit onder andere VNG, GGZ Nederland, Federatie Opvang en GGD Nederland. Dit mede met het oog op de verificatie van de gegevens en het creëren van draagvlak voor de op handen zijnde overheveling van middelen.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 26 va n 40
Doel van de rondetafelbijeenkomst was verder om te komen tot: een verdere aanscherping van de operationalisering van OGGZ; een inventarisatie van de mogelijkheden en onmogelijkheden ten aanzien van de aan te leveren gegevens. De vraag op 23 maart was uitdrukkelijk niet óf tot een extrapolatie moet worden gekomen, maar welke afspraken gemaakt kunnen en moeten worden zodat een extrapolatie kan plaatsvinden. Het uiteindelijke doel is om inzichtelijk te maken welk deel van het reguliere GGZ-AWBZ-budget is gemoeid met OGGZactiviteiten in 2004. A GENDAPUNTEN RONDETAFELBIJEENKOMST Vragen ten aanzien van de definitie van OGGZ Op basis van de uitkomsten van de quick scan wordt voorgesteld om de daarin gehanteerde operationalisering van OGGZ te handhaven, maar om deze nader te specificeren aan de hand van de volgende concrete vraag: Hoe om te gaan met wel/niet-geïndiceerde cliënten? Voor wat betreft ‘crisis en spoed’, klinische behandeling en drang-en-dwang moet de afspraak worden bestendigd dat deze niet vallen onder de operationalisering van de OGGZ. Vragen met betrekking tot de extrapolatie – Reacties op en vragen over de geschetste extrapolatiemethoden. – Benodigde aanvullende gegevens voor de extrapolatie: – Uit de quick scan komt naar voren dat het niet voor alle zorgaanbieders en zorgkantoren mogelijk is om het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget op het niveau van de centrumgemeente te speciferen. Wat zijn hierin mogelijke alternatieven c.q. oplossingen? – Kunnen zorgaanbieders en zorgkantoren het OGGZ-budget uit het reguliere GGZ-AWBZ budget aanleveren op het niveau van de zorgkantoorregio? – Is informatie voorhanden over de landelijke omvang van de OGGZmiddelen die de centrumgemeenten in 2004 (hebben) ontvangen? – Is informatie beschikbaar over het totaal van de landelijke uitgaven aan de OGGZ-subsidieregeling in 2004? – Kunnen betrokken partijen schatten hoe de procentuele verhouding is tussen de drie financieringsstromen: gemeente, OGGZ-subsidie en reguliere AWBZ-middelen? U ITKOMSTEN RONDETAFELBIJEENKOMST Een beknopt verslag van de rondetafelbijeenkomst is opgenomen in bijlage 3. Er was sprake van een hoge opkomst. De deelnemerslijst is opgenomen bij dit verslag. Op basis van de input van de rondetafelbijeenkomst heeft het ministerie van VWS in overleg met de onderzoekers drie varianten opgesteld voor een mogelijke operationalisatie van de OGGZ. Daarnaast is een typering van de doelgroep uitgewerkt (zie bijlage 4).
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 27 va n 40
Bijlage 1.
Vragenlijst zorgaanbieders
V RAGEN
VOOR AANBIEDERS VAN REGULIERE
GGZ,
VERSLAVINGSZORG EN DE
GG&GD
1.
Wat is in 2004 het totale GGZ-AWBZ-budget van uw organisatie?
2.
Welk bedrag heeft uw organisatie in 2004 besteed aan welke OGGZ-activiteiten? (het gaat expliciet om ‘ongevraagde’ hulp en exclusief OGGZ-subsidieregeling)
OGGZ-activiteiten
Bedrag in euro’s c.q. inzet in medewerkers (spv, psychiater)
Signaleren (incl. signaleringsoverleg) Opsporen en contact leggen Toeleiden naar zorg (incl. verleiden tot, verwijzen naar en regelen adequate zorg en opvang) Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg (b.v. transmuraal team, ambulant team, spreekuren in de MO en in gebruikersruimten) Overleg over de cliënt1 (multidisciplinair overleg, zorgcoördinatie, casemanagement, contacten met het netwerk van de cliënt) Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg (om terugval te voorkomen, bijvoorbeeld na uitstroom vanuit de MO of de GGZ) Totaal
3.
Onder welke noemer worden de betreffende OGGZ-middelen binnen uw organisatie geregistreerd?
4. Ontvangt uw organisatie OGGZ-gelden van verschillende zorgkantoren? Zo ja, wat zijn de bedragen per zorgkantoor in 2004?
1
Dit maakt veelal integraal onderdeel uit van bemoeizorg/outreachende zorg. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 28 va n 40
Bijlage 1.
Vragenlijst zorgaanbieders
5.
Welk bedrag van GGZ-AWBZ middelen is in 2004 specifiek besteed aan welke OGGZactiviteiten in de gemeente … (exclusief OGGZ-subsidieregeling en gemeentelijke financiering)? N.B. Indien de OGGZ-middelen bij vraag 2 alleen betrekking hebben op de gemeente …, vervalt deze vraag.
OGGZ-activiteiten in gemeente …
Bedrag in euro’s c.q. inzet in medewerkers (Fte’s spv, psychiater e.a.) in 2004 in gemeente …
Signaleren Opsporen contact leggen Toeleiden naar zorg Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg Overleg over de cliënt Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg
6.
Zijn er nog specifieke aandachtspunten waar rekening mee moet worden gehouden in deze quick scan?
7.
Het betreft een momentopname (peilperiode): zijn er relevante ontwikkelingen in de tijd die in deze quick scan moeten worden meegenomen?
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 29 va n 40
Bijlage 2.
Vragenlijst zorgkantoren
V RAGEN
VOOR HET ZORGKANTOOR
1.
Wat is het totaal GGZ-AWBZ-budget van zorgkantoor … in 2004?
2.
Welk bedrag is hiervan in 2004 besteed aan onderstaande OGGZ-activiteiten in de zorgkantoorregio …? (het gaat expliciet om ‘ongevraagde’ hulp en exclusief OGGZsubsidieregeling)
OGGZ-activiteiten
Bedrag in euro’s
Signaleren (incl. signaleringsoverleg) Opsporen en contact leggen Toeleiden naar zorg (incl. verleiden tot, verwijzen naar en regelen adequate zorg en opvang) Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg (b.v. transmuraal team, ambulant team, spreekuren in de MO en in gebruikersruimten) Overleg over de cliënt1 (multidisciplinair overleg, zorgcoördinatie, casemanagement, contacten met het netwerk van de cliënt) Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg (om terugval te voorkomen, bijvoorbeeld na uitstroom vanuit de MO of de GGZ) Totaal
1
3.
Onder welke noemer worden deze OGGZ-middelen door het zorgkantoor geregistreerd?
4.
Op welke wijze verdeelt het zorgkantoor de GGZ-OGGZ middelen in de regio en/of per GGZ-aanbieder, instelling voor verslavingszorg en de GG&GD?
Dit maakt veelal integraal onderdeel uit van bemoeizorg/outreachende zorg. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 30 va n 40
Bijlage 2.
Vragenlijst zorgkantoren
5.
Welke GGZ-aanbieders, instellingen voor verslavingszorg en de GG&GD ontvangen middelen voor OGGZ-activiteiten in de zorgkantoorregio …? (Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang vallen buiten deze quick scan)
6.
In welke gemeenten zijn deze GGZ-aanbieders, instellingen voor verslavingszorg en de GG&GD werkzaam?
GGZ-aanbieders, AWBZ-verslavingszorg en GG&GD in de zorgkantoorregio …
Werkzaam in de gemeente
7.
Wat is in 2004 het totale GGZ-AWBZ-budget per GGZ-aanbieder, instelling voor verslavingszorg en de GG&GD in de gemeente …?
8.
Welk bedrag is in 2004 per GGZ-aanbieder, instelling voor verslavingszorg en de GG&GD besteed aan welke OGGZ-activiteiten? (het gaat expliciet om ‘ongevraagde’ hulp en exclusief OGGZ-subsidieregeling)
Zorgaanbieder in de gemeente …
GGZ-AWBZbudget 2004
1.
OGGZ-budget 2004
Specificatie OGGZactiviteiten
Omvang bedrag in 2004
Signaleren Opsporen contact leggen Toeleiden naar zorg Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg Overleg over de cliënt Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg
2.
Signaleren Opsporen contact leggen Toeleiden naar zorg Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg Overleg over de cliënt Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 31 va n 40
Bijlage 2.
Vragenlijst zorgkantoren
Zorgaanbieder in de gemeente …
GGZ-AWBZbudget 2004
OGGZ-budget 2004
3.
Specificatie OGGZactiviteiten
Omvang bedrag in 2004
Signaleren Opsporen contact leggen Toeleiden naar zorg Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg Overleg over de cliënt Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg
4.
Signaleren Opsporen contact leggen Toeleiden naar zorg Actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg Overleg over de cliënt Nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg
Etc.
9.
Wie is contactpersoon (financiële achtergrond) bij de betreffende GGZzorgaanbieders, instellingen voor verslavingszorg en de GG&GD in de gemeente …?
GGZ-zorgaanbieder, AWBZverslavingszorg, GG&GD
Naam contactpersoon
Telefoon
E-mailadres
10. Zijn er nog specifieke aandachtspunten waar rekening mee moet worden gehouden in deze quick scan?
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 32 va n 40
Bijlage 2.
Vragenlijst zorgkantoren
11. Het betreft een momentopname (peilperiode): zijn er relevante ontwikkelingen in de tijd die in deze quick scan moeten worden meegenomen?
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 33 va n 40
Bijlage 3.
Beknopt verslag rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005
Beknopt verslag bijeenkomst 23 maart 2005 1.
Inleiding Op woensdag 23 maart 2005 is tijdens de rondetafelbijeenkomst in het kader van de quick scan financiering OGGZ vanuit reguliere GGZ-AWBZ middelen gesproken over een aantal vragen voortkomend uit de conceptrapportage (kenmerk MM/05/780). Primaire aandacht is hierbij uitgegaan naar de verdere aanscherping van de operationalisering van de OGGZ en naar de mogelijkheden voor het verkrijgen van betrouwbare input voor extrapolatie. Hieronder wordt naar aanleiding van deze thema’s een overzicht gegeven van de vragen, geuite zorgen en aandachtspunten. Er was sprake van een grote opkomst. De deelnemerslijst is als bijlage opgenomen bij dit verslag.
2.
Besproken thema’s G ESTELDE VRAGEN DBC’s De vraag is gesteld waarom niet wordt gewacht met het berekenen van het met de OGGZ gemoeide bedrag tot dat de DBC’s voor de (O)GGZ zijn vastgesteld. De indruk bestaat dat met de DBC’s de in het kader van de quick scan gevraagde gegevens vrij makkelijk kunnen worden aangeleverd. Indicatiestelling – Wat wordt bedoeld met ‘geïndiceerd’, vooral bij ambulante verrichtingen? Houdt dit alleen de indicatiestelling door het CIZ in? Of ook de indicatiestelling c.q. de verwijzing door de huisarts? En hoe gaat dat straks met de overheveling van de kortdurende behandeling naar de zorgverzekeringswet? – De ambulante GGZ kan werken zonder indicatiestelling. Binnen de MO is het verlenen van AWBZ-zorg niet mogelijk zonder indicatiestelling door het CIZ. – Hoe relevant is het criterium ‘indicatiestelling’voor de definitie van OGGZ? Het blijft immers lastig om op voorhand te weten of je bij de OGGZ te maken hebt met een al dan niet geïndiceerde cliënt. De cliënt kan zich aan de voor- of de achterkant van de zorgketen bevinden. Verschillende financieringsbronnen Hoe zinvol is het om alleen naar de financiering van OGGZ-activiteiten te kijken vanuit de reguliere GGZ-AWBZ, de insteek van de quick scan? De verschillende financieringsbronnen vanuit gemeente en AWBZ zijn communicerende vaten. Het hele plaatje moet helder zijn om zinvolle uitspraken te kunnen doen over de financiering. Het gaat om een totaalbeeld, vanuit alle bronnen. Aantal bereikte cliënten Zou het niet zinvol zijn om niet alleen in beeld te brengen wat er aan OGGZ-activiteiten wordt besteed, maar ook hoeveel cliënten daarmee worden bediend/bereikt? G EUITE ZORGEN Verdeelsleutel Hoe wordt het overgehevelde geld straks verdeeld?
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 34 va n 40
Bijlage 3.
Beknopt verslag rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005
Moet er niet eerst een verdeelsteutel bekend zijn voordat geëxtrapoleerd gaat worden? Komt er een andere verdeelsleutel in het kader van de WMO? Oormerking Hoe zeker is het dat het over te hevelen bedrag geoormerkt wordt voor OGGZ? Dat dit bedrag niet wordt uitgegeven aan bijvoorbeeld lantaarnpalen? Er is behoefte aan duidelijkheid op dit gebied. A ANDACHTSPUNTEN GENOEMD DOOR GEMEENTEN Huidige situatie versus gewenste situatie De opzet van de quick scan meet de huidige situatie met betrekking tot de OGGZ, niet de gewenste situatie. Met de huidige opzet kan inzichtelijk worden gemaakt wat er gebeurt. Niet wat er daadwerkelijk nodig is. Veel gemeenten zijn bezig met een inhaalslag. Ze trachten de zorg voor de OGGZ-doelgroep op een hoger, beter plan te tillen. Dit wordt onvoldoende duidelijk met de huidige werkwijze. Brede definitie OGGZ – Een aantal aanwezige gemeenten pleit voor een brede/zo breed mogelijke definitie van OGGZ om op adequate wijze de regie te kunnen voeren. Deze zou bijvoorbeeld ook aanbod als dagbesteding moeten betreffen en de LZA-doelgroep. – Daarbij gaat het ook om het onderwerp huiselijk geweld. – Bij OGGz gaat het niet alleen om de overlastgevende zorgmijders, maar ook om de stille zorgmijders. Regie – Voor de gemeente is het belangrijk om de regie te kunnen voeren op het terrein van de OGGZ en daarvoor concrete instrumenten in handen te krijgen. Voldoende financiële middelen zijn een belangrijk regie-instrument. – De middelen voor de OGGZ en het totale GGZ-budget moeten niet los van elkaar worden gezien. Het is voor de gemeente belangrijk om voor het totaal tot prestatieafspraken te komen. Andere aanpak Een alternatief voor de binnen de quick scan gehanteerde werkwijze zou kunnen zijn: – Voor een aantal gemeenten: het zorgkantoor, de gemeente en de aanbieders gezamenlijk ‘het plaatje laten vullen’ van de huidige situatie en tevens laten vaststellen wat er nodig is voor de toekomst. – Een andere genoemde mogelijkheid: verdubbel het budget voor de MO/VO (vanuit de AWBZ) en monitor op basis van prestatieafspraken in hoeverre daarmee de OGGZdoelgroep datgene krijgt wat ze nodig heeft. A ANDACHTSPUNTEN GENOEMD DOOR GGZ- AANBIEDERS Smalle definitie OGGZ – De GGZ-aanbieders van de G4 pleiten voor een smalle definitie van OGGZ. Crisishulp, spoedeisende hulp, drang- en dwang en behandeling (ambulant en klinisch) vallen buiten deze definitie van OGGZ en moeten buiten de overheveling worden gehouden. – Om tot een goede definiëring te komen, moet tevens de doelgroep worden beschreven waarop de OGGZ-activiteiten zijn gericht. Belangrijke onderscheidende elementen daarbij zijn overlast en dak- en thuisloosheid. – De brede LZA-groep, inclusief de ‘stille zorgmijders’, is niet hetzelfde als de OGGZdoelgroep. Een groot deel van de LZA-groep heeft ziekte-inzicht, houdt zich aan afspraken en leeft een redelijk ‘normaal’ en zelfstandig leven.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 35 va n 40
Bijlage 3.
Beknopt verslag rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005
Maar ook hier is de scheidingslijn niet makkelijk te trekken: een deel van de LZAdoelgroep valt onder de reguliere zorg vanuit bijvoorbeeld een ambulant team, ook als ze bemoeizorg ontvangen. Het niet zelf om hulp (kunnen) vragen, het vertonen van zorgmijdend gedrag betekent dus niet per definitie dat iemand tot de OGGZ-doelgroep behoort. Definiëring OGGZ-doelgroep – OGGZ is niet te definiëren en te operationaliseren zonder de doelgroep waarop de activiteiten zijn gericht te beschrijven/definiëren. Zonder de doelgroep te definiëren, is het niet mogelijk om vast te stellen wanneer OGGZ overgaat in reguliere GGZ. – De criteria opgenomen in de richtlijnen voor bemoeizorg (vastgesteld door GGD Nederland, GGZ Nederland en de KNMG) kunnen richtinggevend zijn bij de beschrijving van de doelgroep. Deze worden meegenomen bij de aanscherping van de definitie van OGGZ. Juist bij OGGZ is sprake van ketenzorg waarbij op diverse momenten verschillende actoren zijn betrokken. Dit maakt het lastig om de gevraagde gegevens in kaart te brengen. Een alternatief voor de binnen de quick scan gehanteerde werkwijze zou kunnen zijn: Een aantal best practices als basis nemen. Daarvan in kaart brengen wat partijen precies doen op het gebied van de OGGZ en wat daar aan wordt besteed. G ENOEMDE AANDACHTSPUNTEN EXTRAPOLATIEMETHODEN Zorgkantoren hebben geen zicht op wat de GGZ-aanbieders afspreken voor de OGGZdoelgroep. Zorgkantoren maken bulkafspraken met de aanbieders. Voordat over extrapolatie nagedacht kan worden, moet helder zijn hoe de middelen verdeeld gaan worden, c.q. welke verdeelsleutel zal worden gehanteerd. Eén zorgkantoor kan werken voor instellingen in verschillende regio’s, zoals bijvoorbeeld bij de toegelaten instellingen van het Leger des Heils het geval is. In sommige centrumgemeenten zijn meerdere zorgkantoren actief. De financiering door de gemeente is noodzakelijk om een compleet plaatje te krijgen. Hierbij moet bijvoorbeeld de investering van gemeenten in gebouwen ook worden meegenomen. Het is zinvoller om, vanuit de bestaande situatie, met partijen gezamenlijk (gemeente, aanbieders, zorgkantoor) te komen tot een nieuwe verdeling van middelen voor de OGGZ-doelgroep. Grote verschillen in bedragen die zijn genoemd door zorgkantoren en zorgaanbieders kunnen mede voortkomen uit het wel/niet rekenen met kapitaallasten en overhead. Aandachtspunt bij een eventueel vervolg is of alle instellingen voor verslavingszorg die reguliere GGZ-AWBZ gelden ontvangen worden meegenomen in de quick scan.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 36 va n 40
Bijlage 3.
Beknopt verslag rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005
Deelnemerslijst rondetafelbijeenkomst 23 maart 2005
Instelling
Naam
Agis zorgkantoor
mevrouw A. Straver
Altrecht
de heer J. Dietvorst
Altrecht GGz
de heer S. Oostenbrink
bureau HHM
mevrouw M. Muntendam
bureau HHM
mevrouw I. Oomen
Centrum Maliebaan
mevrouw M. van Dommelen
CZ Zorgkantoor Zuid - Limburg
mevrouw M. Vroomen
De Meren GGz
mevrouw M. Bot
Federatie Opvang
mevrouw R. Beers
Gemeente Amsterdam
de heer W. Kamp
Gemeente Apeldoorn
de heer W. Voortman
Gemeente Den Haag
de heer H. Brits
Gemeente Den Haag
de heer R. van Kleef
Gemeente Enschede
mevrouw M. Hümmels
Gemeente Groningen
mevrouw H. Hoekstra
GG&GD Utrecht
de heer D. Reinking
GGD Nederland
mevrouw A. Koornstra
GGD Rotterdam
de heer H. de Bruijne
GGD Rotterdam
de heer W. de Jong
GGz Buitenamstel
mevrouw M. Nijsen
GGZ Groningen
de heer G. Koorman
GGz Haagstreek langdurige zorg
de heer E. Meeter
GGz Nederland
mevrouw L. van Eijndhoven
GGz Nederland
mevrouw E. van Rest
Parnassia
mevrouw E. van Hummel
Parnassia
mevrouw N. van der Zeijden
RIBW Den Haag
mevrouw L. Zaat
Rivierduinen
de heer E. Meester
Rivierduinen
mevrouw P. Hoogenboom
SBWU/RIBW
de heer J. Berndsen
Spatie GGz Apeldoorn
de heer J. Mulder
VNG
mevrouw E. Teunissen
VWS
mevrouw A. Tiems
VWS
mevrouw M. Smulders
VWS
de heer J. van den Berg
ZN
de heer P. van den Hoek
Zorgkantoor Groningen
de heer L. de Robles
Zorgkantoor Rotterdam
mevrouw D. Hassel
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 37 va n 40
Bijlage 4.
Operationalisatie en doelgroep(en) OGGZ
Operationalisatie en doelgroep(en) OGGZ 1.
Inleiding In deze notitie worden, op basis van de input van de bijeenkomst van 23 maart jl. en van additionele informatie van een aantal aanwezigen, drie varianten voorgesteld voor een mogelijke operationalisatie van de OGGZ. Daarnaast wordt een typering van de doelgroep gegeven. Tijdens de rondetafelbijeenkomst is afgesproken deze drie varianten (‘scenario’s) samen met de doelgroepomschrijving voor reactie aan de deelnemers voor te leggen. Daarom wordt elke paragraaf afgerond met een vraag.
2.
Operationalisatie OGGZ Op basis van de rondetafelbijeenkomst is het volgende geconstateerd ten aanzien van de operationalisatie van OGGZ en de begrenzing met de ‘reguliere’ GGZ. Niet onderscheidend zijn: zorgmijdend gedrag vertonen, niet zelf om hulp vragen; het wel/niet hebben van een indicatie/verwijzing (CIZ, huisarts). Verder zijn er tijdens de bijeenkomst drie varianten naar voren gekomen. Daarbij is overigens ook duidelijk geworden dat er – bij welke operationalisatie dan ook – altijd enige overlap tussen de OGGZ en de ‘reguliere’ GGZ of een grijs gebied tussen toeleiding, overdracht naar de reguliere hulp en zorg en de hulp en zorg zelf zullen blijven bestaan. a. de smalle variant De nadruk bij OGGZ wordt gelegd op de volgende outreachende activiteiten: opsporen; contact leggen; contact houden; verleiden tot en toeleiden naar reguliere hulp en zorg: proberen de cliënt zoveel mogelijk van regulier aanbod gebruik te laten maken. Crisishulp, spoedeisende hulp, drang en dwang en klinische behandeling vallen buiten deze variant. Kenmerkend is de specifieke, outreachende wijze waarop bovenstaande activiteiten worden ‘neergezet’ c.q. de wijze waarop de hulp wordt verleend, dat deel van de hulp waarvoor de reguliere zorg geen aanbod heeft. Centraal hierbij staat een onvoorwaardelijk contact vanuit de hulpverlening. De verantwoordelijkheid voor het onderhouden van het contact ligt bij de hulpverlener, niet bij de cliënt. b. de tussenvariant Voor de quick scan van HHM is het begrip OGGZ op de hierna volgende wijze geoperationaliseerd: signaleren (incl. signaleringsoverleg); opsporen en contact leggen; toeleiden naar zorg (inclusief verleiden tot, verwijzen naar en regelen adequate zorg en opvang);
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 38 va n 40
Bijlage 4.
Operationalisatie en doelgroep(en) OGGZ
actieve outreach, bieden bemoeizorg/outreachende zorg (b.v. transmuraal team, ambulant team, spreekuren in de MO en in gebruikersruimten); overleg over de cliënt1 (multidisciplinair overleg, zorgcoördinatie, casemanagement, contacten met het netwerk van de cliënt); nazorg, ongevraagd, outreachend, bemoeizorg (om terugval te voorkomen, bijvoorbeeld na uitstroom vanuit de MO of de GGZ). Het betreft hier steeds alleen die activiteiten, gefinancierd vanuit de AWBZ, gericht op cliënten met psychiatrische en psychosociale problematiek die nadrukkelijk niet zelf om hulp en zorg vragen. Het gaat specifiek om ongevraagde hulp. Ook in deze variant vallen crisishulp, spoedeisende hulp, drang en dwang en klinische behandeling er buiten. c. de brede variant Bij deze variant gaat het onder meer om: alles wat onder de varianten a en b is vermeld; crisis- en spoedeisende hulp; drang en dwang; langdurige zorg; activering en begeleiding.
Vraag naar aanleiding van de varianten Kunt u aangeven welke variant uw voorkeur heeft en waarom?
3.
Typering OGGZ-doelgroep(en) Tijdens de rondetafelbijeenkomst is tevens geconstateerd dat OGGZ niet is te definiëren en te operationaliseren zonder de doelgroep te beschrijven, zonder te definiëren waarop de activiteiten zijn gericht. De doelgroep wordt getypeerd door ernstige, meervoudige problematiek op meerdere en veelal op alle levensgebieden (zie hierna). Deze problematiek is langdurig van aard en heeft een ernstig ontwrichtend karakter voor de cliënt en vaak ook voor de omgeving. De doelgroep heeft geen op de reguliere hulpverlening passende hulpvraag. Derden (familie, buren, omstanders) vragen meestal om hulp. Vanuit de optiek van de professionele hulpverleners krijgt de cliënt niet de zorg die hij nodig heeft om zich in de samenleving te (kunnen) handhaven. Bij de OGGZ-doelgroep is dus sprake van ernstig disfunctioneren op meerdere, en veelal alle, van de volgende levensgebieden: wonen: (dreigende) dak- en thuisloosheid, marginale huisvesting, vervuilde woning/woonomgeving; psychiatrische-, psychosociale- en/of verslavingsproblematiek en/of verstandelijke handicap; ADL, zelfverzorging; gedragsproblematiek; 1
Dit maakt veelal integraal onderdeel uit van bemoeizorg/outreachende zorg. MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 39 va n 40
Bijlage 4.
Operationalisatie en doelgroep(en) OGGZ
somatische problematiek; inkomen (schulden); sociale relaties, netwerk (geen, zeer beperkt of ‘fout’ netwerk, sociaal isolement); justitie; werk; vrije tijd. Een onderscheidende factor tussen de OGGZ-doelgroep en de LZA-groep is het aantal levensgebieden waarbij sprake is van ernstige problematiek. Typerend voor de OGGZdoelgroep is het grote aantal levensgebieden waarop sprake is van ernstige problematiek. De problematiek op sommige levensgebieden kan ernstiger zijn dan op andere. Deze verschillen in accent verklaren de subdoelgroepen waarvan sprake is binnen de OGGZ en de verschillende soorten aanbod die voor deze heterogene doelgroep bestaat. Bij de LZA-doelgroep is, door continue en langdurige interventies van de hulpverlening, sprake van minder ernstige, gereguleerde problematiek op één of een klein aantal levensgebieden. Dit gebeurt door het bieden van onder andere huisvesting, medicatie, psychosociale begeleiding, thuiszorg (PIT), behandeling, schuldsanering en dagbesteding. Voor een groot deel van de doelgroep van de OGGZ geldt: ook nadat de cliënt is toegeleid naar reguliere hulp en zorg en in feite veelal tot de LZA-groep is gaan behoren, blijft het noodzakelijk om hem (altijd) te volgen zodat hij niet ‘uit de zorg valt’. Vragen naar aanleiding van de typering van de doelgroep Voldoet volgens u de hierboven gegeven typering van de OGGZ-doelgroep en waarom? Wat ontbreekt er volgens u in de typering? Graag een toelichting daarop.
MM /05/0870/oq, © HHM 2005
P agi n a 40 va n 40