AwardBIOS Setup-programma

Award BIOS Setup-programma

Systeemparameters en standaardinstellingen

AwardBIOS® Setup-programma Systeemparameters en standaardinstellingen

Alleen ervaren gebruikers mogen wijzigingen aanbrengen in de BIOS Setupinstellingen. Onjuiste wijzigingen kunnen systeemfouten veroorzaken.

AwardBIOS Setup-programma, versie VL280 µBTX 01/2008

Copyright 2008 NEC Computers SAS

Inleiding BIOS Setup.............................2 Menu Main.............................................4 Standard CMOS Features ......................5 Menu Advanced BIOS Features ............7 Menu Advanced Chipset Features .......10 Menu Integrated Peripherals................11 Menu Power Management ...................17 Menu PnP/PCI Configurations ............19 Menu PC Health Status........................20 Menu Security......................................21 AwardBIOS is een handelsmerk van Phoenix Technologies, Ltd.

Pagina 1



INLEIDING BIOS SETUP

UITLEG SCHERMEN

Uw computer heeft een Setup-programma waarmee u de systeemparameters van het BIOS kunt bekijken en aanpassen. Het BIOS (Basic Input/Ouput System) is software die in een chip is opgeslagen (firmware). Het BIOS vertaalt instructies van software (zoals het besturingssysteem) naar instructies die door de hardware van de computer kunnen worden uitgevoerd. De BIOS-instellingen zorgen ook voor de herkenning van geïnstalleerde apparaten en de ondersteuning van speciale voorzieningen.

BIOS Setup-schermen bestaan uit drie delen: • Menuopties - boven aan het scherm. Dit gedeelte markeert het actieve menu. • Parameters - links op het scherm. Dit gedeelte toont de parameters en hun huidige instellingen. • Beschikbare opties en Help-functie - rechts op het scherm. Dit gedeelte toont de diverse instellingen en Help-tekst voor de parameters. Opties in grijs zijn in de huidige selectie niet beschikbaar. Instellingen die in blauw worden weergegeven zijn automatisch door uw computer gedetecteerd.

GEBRUIK HET PROGRAMMA BIOS SETUP OM: • de juiste datum en tijd in te stellen, • de hardware-instellingen aan uw wensen aan te passen, • uw computer te beveiligen met een wachtwoord. BIOS SETUP STARTEN U kunt het BIOS Setup-programma kort na het inschakelen van de computer starten. Druk hiervoor op F2 zodra de volgende melding verschijnt: Press to enter Setup. Als u op F2 drukt, onderbreekt het systeem de Power-On Self-Test (POST). Als de computer tijdens de POST een fout ontdekt, hoort u twee pieptonen en verschijnt de melding: Press to resume. Als u op F1 drukt, wordt het BIOS Setup-programma gestart. Als u de fout wilt corrigeren, moet u de informatie boven die melding aandachtig lezen (en eventueel noteren) en op F2 drukken. Opmerking: Als deze melding regelmatig verschijnt en de computer een verkeerde datum weergeeft, is de CMOS-batterij mogelijk leeg. Vraag dan de Technische ondersteuning om advies.

TOETSFUNCTIES De volgende tabel geeft aan welke functie bepaalde toetsen in het Setup-programma hebben. Toets

Functie

F1

Toont een algemeen helpscherm.

Ï&Ð

Verplaatsen van de cursor tussen de getoonde parameters.

Enter

Hiermee selecteert u een submenu (submenu's worden voorafgegaan door een X ), een menucommando (zoals Exit Discarding Changes) of geeft u de beschikbare opties voor de geselecteerde parameter weer.

Tab

Voor het verplaatsen van de cursor tussen subvelden bij sommige parameterinstellingen. Bij System Time bijvoorbeeld verplaatst Tab de cursor van hour naar minute naar second.

Esc

Sluit pop-upvensters af en vraagt in elk menuscherm of de wijzigingen genegeerd kunnen worden alvorens af te sluiten.

F10

BIOS Setup-programma afsluiten. Tabel 1: Toetsfuncties binnen BIOS Setup-programma

SCHERMEN BIOS SETUP Na het indrukken van F2, toont het systeem de BIOS Setup-interface. Gebruik de pijltoetsen naar links en rechts om de menuopties van het BIOS Setup-programma te doorlopen.


SETUP-MENU'S Het Setup-programma heeft een aantal menu's die op het hoofdscherm worden genoemd. Standard CMOS Features - Gebruik dit menu voor de algemene systeemconfiguratie.

Pagina 2



Advanced BIOS Features - Gebruik dit menu voor toegang tot geavanceerde BIOS-instellingen. Advanced Chipset Settings - Gebruik dit menu om de chipset te configureren. Integrated Peripherals - Gebruik dit menu voor het configureren van de interne poorten en controllers (USB, audio, etc.). Power Managment Setup - Gebruik dit menu voor het in- en uitschakelen van controllers of het definiëren van slaapstanden. PnP/PCI Configurations - Gebruik dit menu voor toegang tot geavanceerde PnP/PCIinstellingen. PC Health Status - Gebruik dit menu om na te gaan hoe de fysieke toestand van het systeem is. Security - Gebruik dit menu voor het instellen van gebruikers- en beheerderswachtwoorden of het wachtwoord voor de harde schijf. Deze menu's worden op de volgende pagina's uitvoeriger behandeld. Opmerking: We willen u steeds de nieuwste en grondig geteste functies en technologie leveren. Omdat we onze producten constant willen verbeteren kunnen er wijzigingen zijn aangebracht in de BIOS-menu's. Sommige menu's kunnen daarom afwijken van de beschrijvingen in deze handleiding. Bezoek onze website www.nec-computers.com voor de laatste informatie.


Pagina 3


MENU MAIN (HOOFDMENU) Via het menu Main kunt u toegang krijgen tot alle submenu's, standaardinstellingen laden of BIOS Setup afsluiten.

Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter

Opties

Beschrijving

X Standard CMOS Features

[Enter]

Druk op Enter om de basisparameters van het systeem te configureren.

X Advanced BIOS Features

[Enter]

Druk op Enter voor toegang tot geavanceerde BIOS-instellingen.

X Advanced Chipset Features

[Enter]

Druk op Enter om de chipset te configureren.

X Integrated Peripherals

[Enter]

Druk op Enter om de interne poorten en controllers (USB, audio, etc.) te configureren.

X Power Management Setup

[Enter]

Druk op Enter voor het inschakelen of uitschakelen van controllers of het definiëren van slaapstanden.

X PnP/PCI Configurations

[Enter]

Druk op Enter voor toegang tot geavanceerde PnP/PCI-instellingen.

X PC Health Status

[Enter]

Druk op Enter om informatie over de fysieke toestand van het systeem te zoeken en te wijzigen.

Load Default Settings

[Enter]

Druk op Enter om standaardinstellingen te laden voor alle BIOSinstelparameters.

X Security

[Enter]

Druk op Enter om de systeemwachtwoorden in te stellen.

Save & Exit Setup

[Enter]

Druk op Enter om de gegevens in CMOS op te slaan en het BIOS Setupprogramma af te sluiten.

Exit Without Saving

[Enter]

Druk op Enter om het BIOS Setup-programma af te sluiten zonder gegevens op te slaan. Tabel 2: Menu Main (Hoofdmenu)


Pagina 4


STANDARD CMOS FEATURES Gebruik het scherm van het menu Main voor het bekijken en/of wijzigen van de systeemtijd, systeemdatum en schijfparameters. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Opties

Datum

mm/dd/yyyy (mm/dd/ Instellen van kalendermaand, dag en jaar op uw systeem. Deze instellingen blijven jjjj) in het geheugen, zelfs na het uitschakelen van het systeem. Voor het instellen van de datum gebruikt u de Tab- of Enter-toetsen om naar de verschillende velden te gaan. Voer de nieuwe gegevens indien nodig in.

Tijd

hh/mm/ss (uu/mm/ss) Instellen van de tijd. Voer de huidige uren, minuten en seconden in (uur/min/ sec) volgens de 24-uursnotatie. Voor het instellen van de tijd gebruikt u de Tab- of Enter-toetsen om naar de verschillende velden te gaan. Voer de nieuwe gegevens indien nodig in.

X SATA 1 X SATA 2 X SATA 3 X SATA 4

Voorbeeld: verwijzing naar de harde schijf

Druk op Enter voor informatie over het SATA-apparaat.

Drive A

None 360 KB, 5¼" 1.2 MB, 5¼" 720 KB, 3½" 1.44MB, 3½" 2.88 MB, 3½"

Als u op Enter drukt, kunt u de afmeting en capaciteit van het diskettestation kiezen.

X Memory Information

[Enter]

Druk op Enter voor weergave van de geheugeninformatie.

BIOS Information (BIOSinformatie)

Beschrijving

Alleen ter informatie Tabel 3: Standard CMOS Features


Pagina 5

Award BIOS Setup-programma SUBMENU'S SATA PORTS Gebruik dit submenu voor het wijzigen van de schijfparameters en bijbehorende instellingen. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Opties

Beschrijving

IDE HDD Auto Detection

[Enter]

Druk op Enter om de grootte, kop en dergelijke gegevens op dit kanaal te detecteren.

Extended IDE Drive

Auto None

Auto: detecteert automatisch een SATA harde schijf. Als de automatische detectie slaagt, worden de specificaties van de schijf automatisch ingevuld.

Access Mode

Auto Large (Groot)

Hiermee kunt u de toegangsmodus voor de schijf configureren.

Schijfparameters

De grijze opties in het onderste frame van het submenu zijn de schijfparameters van de firmware van de geselecteerde schijf. Afhankelijk van het gedetecteerde apparaat, worden misschien niet alle opties in de tabel hiernaast weergegeven.


Tabel 4: Submenu's SATA Ports

Pagina 6


MENU ADVANCED BIOS FEATURES Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.

Systeemparameters en standaardinstellingen -

Parameter

Opties

Beschrijving

X CPU Feature

[Enter]

CPU-functies bekijken en wijzigen.

Hard Disk Boot Priority

[Enter]

Hiermee selecteert u de opstartprioriteit van de harde schijven.

Network Boot Priority

[Enter]

Hiermee selecteert u de opstartprioriteit van de netwerkapparaten.

Virus Warning

Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)

Hiermee kunt u de viruswaarschuwingsfunctie voor de bootsectorbescherming voor IDE harde schijven kiezen. Als deze functie is ingeschakeld en iemand probeert gegevens naar dit gebied te schrijven, zorgt het BIOS ervoor dat er een waarschuwing op het scherm wordt weergegeven en een alarmpieptoon klinkt.

Quick Boot (Snel opstarten)


Indien ingeschakeld, wordt het starten versneld door bepaalde tests tijdens het opstarten over te slaan.

First Boot Device

Removable (Verwijderbaar) Hard Disk (Harde schijf) CD/DVD Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld)

Hiermee selecteert u de opstartprioriteit van het opstartapparaat.

Second Boot Device


Hiermee selecteert u de prioriteit van het opstartapparaat.

Third Boot Device



Boot Other Device



Tabel 5: Advanced BIOS Features


Pagina 7



Opties

Beschrijving

Boot Up NumLock Status

On (Aan) Off (Uit)

Indien ingeschakeld zorgt deze instelling ervoor dat de NumLock automatisch wordt ingeschakeld als het systeem wordt opgestart. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur.

APIC Mode


Wordt gebruikt om de Advanced Programmable Interrupt Controller (APIC) voor PC2001 in of uit te schakelen. Het inschakelen van de APIC-modus vergroot de beschikbare IRQ-bronnen voor het systeem.

Logo Full Screen


Indien ingeschakeld, wordt het NEC-logo tijdens de start getoond. Indien uitgeschakeld, wordt de POST getoond.

DMI Event Log


Indien ingeschakeld, worden foutmeldingen van de POST opgeslagen in het DMI-gebeurtenislogboek en worden de drie volgende opties geactiveerd.

Clear all DMI Event Log

No (Nee)

Als u Yes kiest, wordt het DMI-gebeurtenislogboek gewist bij de volgende POST. Daarna wordt deze optie automatisch ingesteld op No.

View DMI Event Log

[Enter]

Druk op Enter voor weergave van alle DMI-gebeurtenislogboeken.

Mark DMI Events As Read

[Enter]

Druk op Enter als u alle DMI-gebeurtenislogboeken wilt verwijderen. Er verschijnt een pop-upvenster waarin u moet bevestigen dat u de gegevens wilt verwijderen.

Plug and Play OS

Yes (Ja)

Als No is gekozen, zal het BIOS uitbreidingskaarten initialiseren. Als Yes wordt gekozen, wordt dit gedaan door het besturingssysteem. Tabel 5: Advanced BIOS Features(Vervolg)


Pagina 8

Award BIOS Setup-programma SUBMENU CPU FEATURE Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

CPU Information (CPUinformatie)

Alleen ter informatie

EIST Function


Hiermee kunt u ondersteuning voor de functie Intel® SpeedStep™technologie inof uitschakelen. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het CPU-type.

PPM Mode

Native Mode SMM Mode

Native Mode is voor volledig ondersteunde ACPI-besturingssystemen (bijvoorbeeld Windows XP of Windows Vista). SMM Mode is voor oudere besturingssystemen (bijvoorbeeld Windows 2000).

Limit CPUID MaxVal

Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld)

U moet deze optie inschakelen om NT te kunnen installeren.

C1E Function

Auto Disabled (Uitgeschakeld)

Hiermee kunt u de functie CPU C1E configureren.

Execute Disable Bit


Voor het in/uitschakelen van de NX-technologie. NX staat voor "No Execute" (Niet uitvoeren). Dit is een nieuwe technologie die voorkomt dat sommige schadelijke virussen de computer infecteren. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt de vlag voor de XD-functie altijd geforceerd teruggezet op 0.

Core Multi-Processing


Als deze optie is uitgeschakeld, schakelt u één execution core van iedere CPUdie uit.

Tabel 6: Submenu CPU Feature


Pagina 9


MENU ADVANCED CHIPSET FEATURES Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

System BIOS Cacheable


Met deze optie kunt u het systeem-BIOS-ROM schaduwen. Bij schaduwen worden de prestaties vergroot doordat de BIOS-code wordt gekopieerd van het ROM naar het veel snellere systeem-RAM. Als u deze instelling activeert, kan het systeem dit RAM ook opslaan in het cachegeheugen, waardoor de prestaties nog verder worden vergroot.

Memory Hole at 15M-16M


Met deze optie kunt u een blok van 1 MB geheugen reserveren voor het gebruik van de ISA-kaart.

PEG/Onchip VGA Control

Auto Onchip VGA PEG Port

Hiermee kunt u aangeven of u de interne grafische processor dan wel de PCI Express-kaart wilt gebruiken. Als deze optie is ingesteld op Onchip VGA, wordt het moederbord opgestart met gebruikmaking van de interne grafische processor, ook als een grafische PCI Express-kaart is geïnstalleerd. Als deze optie is ingesteld op PEG Port, wordt het moederbord opgestart met gebruikmaking van de grafische PCI Express-kaart, als deze is geïnstalleerd. Als dat niet zo is, wordt de interne grafische processor gebruikt. Als deze optie is ingesteld op Auto, controleert het BIOS of er een grafische PCI Express-kaart is geïnstalleerd. Als er een grafische PCI Express-kaart aanwezig is, wordt het moederbord opgestart met behulp van die kaart. Als dat niet zo is, wordt de interne grafische processor gebruikt.

On-Chip Frame Buffer Size

8 MB 1 MB

Met deze optie kunt u aangeven hoeveel systeemgeheugen moet worden toegewezen aan de geïntegreerde grafische processor wanneer het systeem wordt opgestart.

DVMT Mode Select (Selectie DVMT-modus)

DVMT FIXED

Dynamic Video Memory Technology DVMT mode is het geheugen dat dynamisch wordt toegewezen op basis van geheugenaanvragen van de toepassing en aan het systeem wordt teruggegeven als de toepassing er niet meer om vraagt. Fixed mode is niet aaneengesloten page locked-geheugen dat is toegewezen tijdens de stuurprogramma-initialisatie om te voorzien in een statische hoeveelheid geheugen. Tabel 7: Submenu Advanced Chipset Setup


Pagina 10



Opties

Beschrijving

DVMT/FIXED Memory (DVMT/FIXED geheugen)

128 MB 256 MB Max.

Hier stelt u de maximale hoeveelheid videogeheugen in die wordt gedeeld met het systeemgeheugen. Tabel 7: Submenu Advanced Chipset Setup (Vervolg)


Pagina 11


MENU INTEGRATED PERIPHERALS Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

X OnChip IDE Device

[Enter]

Via dit submenu kunt u de OnChip IDE-apparaten instellen.

X Onboard Device

[Enter]

Via dit submenu kunt u de interne apparaten instellen.

X SuperIO Device

[Enter]

Via dit submenu kunt u de IO-apparaten instellen.

X USB Device Setting

[Enter]

Via dit submenu kunt u de USB-apparaten instellen. Tabel 8: Menu Integrated Peripherals


Pagina 12

Award BIOS Setup-programma SUBMENU ONCHIP IDE DEVICE Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

On-Chip Serial ATA

SATA only (Alleen SATA) Disabled (Uitgeschakeld) Auto Combined Mode Enhanced Mode

SATA Only: SATA werkt in de legacy-modus. Disabled (Uitgeschakeld): de SATA-controller is uitgeschakeld. Auto: de SATA-controller wordt automatisch beheerd door het BIOS. Combined Mode: PATA en SATA worden gecombineerd, met maximaal 2 IDEstations in elk kanaal. Enhanced Mode: zowel PATA als SATA worden ingeschakeld, en er worden maximaal 6 IDE-stations ondersteund.

SATA Port Speed Settings

Disabled (Uitgeschakeld) Force GEN I Force Gen II

Alleen als de Enhanced Mode is gekozen. Met deze optie kan de maximale toegangssnelheid worden ingesteld die is toegestaan voor aangesloten SATA-apparaten. De instelling Force GEN I wordt gebruikt voor apparaten van het type SATA-150 en de instelling Force GEN II voor apparaten van het type SATA II

PATA IDE Mode

Primary (Primair) Secondary (Secundair)

Alleen als de Combined Mode is gekozen. Deze optie bepaalt of de IDE-apparaten worden beschouwd als primaire of secundaire poorten op het systeem.

SATA Port

P1, P3 is secondary P0, P2 is primary

Alleen ter informatie.

Tabel 9: Submenu OnChip IDE Device


Pagina 13

Award BIOS Setup-programma SUBMENU ONBOARD DEVICE Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

Onboard Audio Controller

Azalia Disabled (Uitgeschakeld)

Hiermee kan de gekozen audiocontroller worden ingeschakeld.

Onboard LAN Controller


Hiermee kunt u de LAN-controller op het moederbord inof uitschakelen.

Onboard LAN Boot ROM

Primary (Primair) Secondary (Secundair)

Hier kunt u bepalen of u de boot-ROM van de ingebouwde LAN-chip activeert.

Tabel 10: Submenu Onboard Device


Pagina 14

Award BIOS Setup-programma SUBMENU SUPERIO DEVICE Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

Onboard FDC controller


Hiermee kunt u de controller van het diskettestation inof uitschakelen.

Onboard Serial Port 1

3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Auto Disabled (Uitgeschakeld)

Voor het instellen van het adres en de interruptrequest voor seriële poort 1 op de optionele port replicator.

Onboard Serial Port 2

3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Auto Chassis Locking Disabled (Uitgeschakeld)

Voor het instellen van het adres en de interruptrequest voor seriële poort 2 op de optionele port replicator. Als Chassis locking is geselecteerd, is seriële poort 2 uitgeschakeld en is beheer van de magnetische chassisvergrendeling mogelijk.

Onboard Parallel Port

Disabled (Uitgeschakeld) 378/IRQ7 278/IRQ5 3BC/IRQ7

Voor het instellen van het adres voor de parallelle poort op de optionele port replicator.

Parallel Port Mode (Modus parallelle poort)

ECP ECP+EPP SPP EPP

Voor het instellen van modus voor de parallelle poort op de optionele port replicator.

ECP Mode Use DMA

3 1

Gebruik deze functie om het gewenste DMA-kanaal te selecteren. Selecteer kanaal 1 als er een DMA-kanaalconflict met een ander apparaat optreedt. Tabel 11: Submenu SuperIO Device


Pagina 15



Opties

Beschrijving

Chassis Locking

Unlock (Ontgrendeling)

Chassis Locking verwijst naar de magnetische chassisvergrendeling die wellicht in uw chassis is geïnstalleerd (optioneel). Indien ingesteld op Lock, kan het chassis niet worden geopend. Ter extra beveiliging raden we u aan een beheerderswachtwoord op uw systeem te zetten. Kijk voor meer informatie bij Beveiligingsvoorzieningen. Stel de waarde in op Unlock als u het chassis wilt openen. Alleen beschikbaar als Serial Port2 Address is ingesteld op Chassis locking, anders is deze optie verborgen

Tabel 11: Submenu SuperIO Device(Vervolg)


Pagina 16

Award BIOS Setup-programma SUBMENU USB DEVICE Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

USB 1.0 Controller


Hiermee kunt u ondersteuning voor de USB 1.0-controller inof uitschakelen.

USB 2.0 Controller


Hiermee kunt u ondersteuning voor de USB 2.0-controller inof uitschakelen.

USB Operation Mode

Full/Low Speed High speed

Deze optie is alleen beschikbaar als de USB 2.0-controller is ingeschakeld. U kunt hiermee de werkingsmodus van USB-apparaten bepalen. Full/Low speed: Alle USB-apparaten werken in de modus volledige snelheid/ lage snelheid. High Speed: Als het USB-apparaat een hogesnelheidsapparaat is, werkt het in de hogesnelheidsmodus. Als het USB-apparaat een apparaat met volledige of lage snelheid is, werkt het in de modus volledige/lage snelheid.

USB Keyboard Function


Hiermee kunt u ondersteuning voor USB-toetsenborden inof uitschakelen.

USB Mouse Function


Hiermee kunt u ondersteuning voor USB-muizen inof uitschakelen.

USB Storage Function


Hiermee kunt u ondersteuning voor USB-massaopslagapparaten inof uitschakelen.

Tabel 12: Submenu USB Device


Pagina 17


MENU POWER MANAGEMENT Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Parameter

Opties

Beschrijving

ACPI Function


Hiermee kunt u de functie ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) inof uitschakelen.

ACPI Suspend Type

S3 (STR) S1 & S3 S1 (POS)

Stelt de SCPI stand-by-status in als het systeem op ACPI-stand-by gaat. S1 (POS): Power on Suspend. In de S1-status, wordt er iets meer energie verbruikt en blijven de ventilators actief. S1 & S3: S1 of S3, afhankelijk van het besturingssysteem dat op de harde schijf is geïnstalleerd. S3 (STR): Suspend to RAM. Zorgt voor de meeste energiebesparing. In de S3-status is de PC stil en zijn het beeldscherm en de ventilators uitgeschakeld.

Run VGABIOS if S3 Resume

Auto Yes (Ja) No (Nee)

No: Deze instelling voorkomt dat het video-BIOS wordt geïnitialiseerd na de S3-status. Yes: Deze instelling staat toe dat het video-BIOS wordt geïnitialiseerd na de S3-status.

Soft-Off by PWR-BTN

Instant Off Delay 4 s

Stel deze parameter in op Instant Off als u wilt dat de computer direct wordt uitgeschakeld wanneer u op de aan/uit-knop drukt. Stel deze parameter in op Delay 4 s als u wilt dat de aan/uit-knop vier seconden moet worden ingedrukt om de computer uit te schakelen.

PWRON After PWR Fail

Off (Uit) Former Sts On (Aan)

Hiermee bepaalt u hoe het systeem reageert na stroomuitval. Former Sts betekent dat het systeem wordt hersteld in de staat zoals deze was voor de stroomuitval. Off betekent dat u het systeem opnieuw moet starten met de aan/ uit-knop en On betekent dat het systeem zichzelf automatisch opnieuw start.

Resume on PME#


Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van PCI Power Management.

PCI-E Wake on PME#


Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van PCI Express Power Management.

USB KBC Wake-Up from S3


Met deze optie kunt u kiezen of het systeem kan worden geactiveerd vanuit de S3-slaapmodus door een actie op een USB-apparaat.

Resume by Alarm


Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van Real Time Clock (RTC).

Tabel 13: Menu Power Management


Pagina 18



Opties

Beschrijving

Date (of Month) Alarm

Getal tussen 0 en 31.

Voer hier de dag van het alarm in (alleen als Resume on RTC Alarm is ingeschakeld, deze optie wordt anders grijs weergegeven).

Time (hh:mm:ss) Alarm

hh:mm:ss (uu:mm:ss)

Voer hier de tijd van het alarm in (alleen als Resume on RTC Alarm is ingeschakeld, deze optie wordt anders grijs weergegeven).

HPET Support


Hiermee kunt u ondersteuning voor HPET (High Precision Event Timer) inof uitschakelen.

HPET Mode

32-bit mode 64-bit mode

Hiermee kunt u ondersteuning voor HPET (High Precision Event Timer) Mode kiezen. Tabel 13: Menu Power Management (Vervolg)


Pagina 19


MENU PNP/PCI CONFIGURATIONS Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Opties

Beschrijving

Init Display First

PCI Slot Onboard

Hiermee kunt u aangeven of de interne grafische chipset dan wel de grafische PCI-kaart als primaire grafische kaart moet worden gebruikt.

Reset Configuration Data


Selecteer Enabled als u wilt dat de uitgebreide systeemconfiguratiegegevens (ESCD) moeten worden gereset wanneer u een nieuwe toepassing hebt geïnstalleerd waardoor bij de systeemconfiguratie een conflict optreedt dat zo ernstig is dat het besturingssysteem niet kan worden opgestart.

Resources Controlled By

Auto (ESCD) Manual

BIOS kan alle opstartapparaten en apparaten die compatibel zijn met Plug and Play, automatisch configureren. Als u Auto kiest, kunt u de velden voor IRQ DMA en voor het geheugenbasisadres niet meer selecteren, omdat deze automatisch door het BIOS worden toegewezen.

IRQ Resources

[Enter]

Deze optie is alleen actief als u een handmatige configuratie kiest. Tabel 14: Menu PnP/PCI Configurations


Pagina 20


MENU PC HEALTH STATUS De hier beschreven parameters kunnen gewijzigd worden. In dit menu vindt u ook andere informatie over uw systeem, alleen ter informatie. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Opties

Beschrijving

Fan Controller


Hiermee kunt u de ventilatorcontroller inof uitschakelen.

Shutdown Temperature

Disabled (Uitgeschakeld) 60°C/140°F 65°C/149°F 70°C/158°F

Hiermee kunt u aangeven bij welke temperatuur het systeem moet worden afgesloten.

Vccp

Value in V


-12V

Value in V


+5V

Value in V


+12V

Value in V


+3.3V

Value in V


+5V AUX

Value in V


CPU Temperature

Value in °C


Systeemtemperatuur

Value in °C


CPU Tctrl

Value in °C


CPU Fan Speed

Value in RPM

Alleen ter informatie. Tabel 15: Menu PC Health Status


Pagina 21


MENU SECURITY (BEVEILIGING) Gebruik het Security-menu (Beveiliging) om wachtwoorden in te stellen. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.


Opties

Beschrijving

Set Supervisor Password

[Enter]

Instellen van wachtwoordbeveiliging bij openen van het BIOS Setup-programma. Als de optie Password Check (Wachtwoord controleren) is ingesteld op Always (Altijd), wordt dit wachtwoord ook gevraagd bij het inschakelen van de computer.

Set User Password

[Enter]

Instellen van wachtwoordbeveiliging bij het openen van het BIOS Setup-programma, sommige menu's zijn echter niet beschikbaar. Er moet een beheerderswachtwoord worden ingesteld voordat er gebruikerswachtwoorden gebruikt kunnen worden. Als de optie Password Check (Wachtwoord controleren) is ingesteld op Always (Altijd), wordt dit wachtwoord ook gevraagd bij het inschakelen van de computer.

Supervisor Password Status

Voorbeeld: Not Installed (Niet geïnstalleerd)

Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in de bovenstaande velden worden aangebracht.

User Password Status


Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in de bovenstaande velden worden aangebracht.

Set HDD Password

[Enter]

Het wachtwoord van de harde schijf kan hier worden ingesteld of gewist. U moet het systeem uit- en weer inschakelen om de schijf te vergrendelen.

HDD Password Status (HDD-wachtwoordstatus)


Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in het bovenstaande veld worden aangebracht.

Security Option


Hiermee kunt u selecteren of er een wachtwoord vereist is bij het opstarten van het systeem of alleen bij toegang tot het setupprogramma.

Hotkey F8


Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u het opstartapparaat selecteren tijdens het opstarten door op F8 te drukken.

BEVEILIGING MET WACHTWOORD U kunt het systeem beveiligen met wachtwoorden op verschillende niveaus. U moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u in het BIOS Setup-programma een gebruikerswachtwoord kunt invoeren. Opmerking: Als u het BIOS Setup-programma opent met het gebruikerswachtwoord, kunt u maar een beperkt aantal velden wijzigen. De belangrijkste items zijn alleenlezen.

Tabel 16: Menu Security


Pagina 22



Opties

Beschrijving

Hotkey F11


Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u het herstelproces activeren tijdens het opstarten door op F11 te drukken.

Hotkey F12


Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u het opstartnetwerk selecteren tijdens het opstarten door op F12 te drukken.

Chassis Intrusion (Beveiliging systeemkast)


Hiermee kunt u de functie voor beveiliging van de systeemkast inof uitschakelen.

Reset Chassis Intrusion (Reset beveiliging systeemkast)


Als deze parameter is ingesteld op Disabled en de systeemkast wordt geopend, is de melding van deze inbraak zichtbaar bij iedere systeemstart na de ongeoorloofde opening. Als deze parameter is ingesteld op Enabled en de systeemkast wordt geopend, is de melding van deze inbraak alleen zichtbaar bij de eerste systeemstart na de ongeoorloofde opening. Tabel 16: Menu Security (Vervolg)


Pagina 23


WACHTWOORDEN INSTELLEN Opmerking: In de online-documentatie vindt u bij 'Onderhouds- en beveiligingsvoorzieningen' meer informatie over beveiligingsopties (wachtwoorden voor hardware en het besturingssysteem) en over wachtwoorden voor Windows®, voor een netwerk en voor het activeren vanuit stand-by of de screensaver. WACHTWOORDEN VOOR BIOS SETUP EN OPSTARTEN Als u de toegang tot het Setup-programma of het opstarten van uw computer met een wachtwoord wilt beveiligen, moet u eerst een beheerderswachtwoord opgeven voordat u een gebruikerswachtwoord opgeeft. • Daartoe selecteert u eerst Set Supervisor Password (Beheerderswachtwoord instellen). Typ een wachtwoord en druk op Enter. Daarna typt u het wachtwoord ter bevestiging nogmaals en drukt u weer op Enter. Druk desgevraagd nogmaals op Enter om verder te gaan. Klik op Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) en herhaal deze procedure om het gebruikerswachtwoord in te stellen. WACHTWOORD VOOR DE HARDE SCHIJF U kunt wachtwoordbeveiliging voor de interne harde schijf instellen. Deze beveiliging beperkt toegang tot de schijf als deze in uw computer is geïnstalleerd maar ook als de schijf uit uw computer wordt verwijderd en in een ander systeem wordt geïnstalleerd. Het HDD-wachtwoord wordt naar het systeem-BIOS en de harde schijf geschreven om ervoor zorgen dat de wachtwoordbeveiliging met de schijf meegaat als deze in een ander systeem wordt geplaatst.

Systeemparameters en standaardinstellingen Wachtwoord voor harde schijf wijzigen 1. In het BIOS Setup-programma selecteert u het menu Security. 2. Selecteer Set HDD Password en druk op Enter. Opmerking: Als de optie Primary Master HDD User Password in grijs wordt weergegeven kunt deze niet wijzigen: sluit uw computer af met de aan/uit-knop, start deze daarna opnieuw op en open het BIOS Setup-programma. 3. Typ het nieuwe wachtwoord in en druk op Enter. Opmerking: Als u geen ander wachtwoord wilt instellen, drukt u op Enter zonder een nieuwe waarde in te vullen. 4. Typ het ter bevestiging nogmaals in en druk op Enter. Als de melding Password installed verschijnt, drukt u op OK om verder te gaan. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het BIOS Setup-programma af te sluiten. Harde schijf verplaatsen Als een met een wachtwoord beveiligde harde schijf uit zijn oorspronkelijke systeem wordt gehaald en in een ander systeem wordt geplaatst, verschijnt er een foutmelding die aangeeft dat de schijf is geblokkeerd. Als het systeem is uitgerust met dezelfde mogelijkheid voor wachtwoordbeveiliging van de harde schijf, verschijnt er een Security Setup-venster, dat de gebruiker vraagt het wachtwoord in te voeren om de blokkering van de schijf op te heffen. Als u de harde schijf naar een ander systeem wilt verplaatsen, wist u eerst het wachtwoord van de harde schijf.

Wachtwoord voor harde schijf instellen 1. In het BIOS Setup-programma selecteert u het menu Security. 2. Selecteer Set HDD Password en druk op Enter. 3. Typ uw wachtwoord in en druk op Enter. 4. Typ het ter bevestiging nogmaals in en druk op Enter. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het BIOS Setup-programma af te sluiten.


Pagina 24

AwardBIOS Setup-programma

Recommend Documents