Toelichting wijzigingen Nadere regels sociaal domein Kaag en Braassem 2016 Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Voorwaarden pgb
Oud c. dagbesteding: een vorm van groepsbegeleiding die een welomschreven doel heeft, vraagt om een actieve betrokkenheid van de cliënt en gericht is op het structureren van de dag, oefenen met vaardigheden en het bevorderen, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid;
Nieuw c. dagactiviteiten: daghulp en dagopvang met als functie passende zorg die wel noodzakelijk is maar niet in de thuissituatie kan worden geboden in de directe omgeving van de inwoner;
Toelichting Harmonisatie definitie met definitie zoals gebruikt in regio HollandRijnland. Tevens is in de gehele nadere regels het begrip ‘dagbesteding’ vervangen door ‘dagactiviteiten’.
Lid 1.a.4 wanneer en hoe het plan, inclusief het gebruik van het pgb, door de inwoner en een medewerker van het Kernteam geëvalueerd wordt.
Uitbreiding van de voorwaarden voor pgb’s na afstemming Holland-Rijnland.
Lid 2. Het pgb is bedoeld om ondersteuning in te kopen. Inwoners die met een pgb ondersteuning inkopen, mogen dit pgb niet besteden bij tussenpersonen of professionele belangenbehartigers. Het pgb mag niet besteed worden aan reiskosten, administratiekosten of bemiddelingskosten. Vervoerskosten naar en van dagactiviteiten kunnen onderdeel zijn van het pgb conform artikel 6 lid 4 en zijn in dat geval onderdeel van het tarief.
Opname van voorwaarde voor evaluatiemoment pgb, voorwaarden besteding van pgb en voorwaarde op de hoogte stellen Kernteam bij wijzigingen van zorgverlener.
Pagina 1 van 23
Oud
Artikel 3 Voorwaarden pgb sociaal netwerk
Lid 2. Inwoners aan wie een pgb wordt toegekend, kunnen alleen ondersteuning voor jeugdigen betrekken van personen die tot het sociaal netwerk behoren, wanneer het gaat om begeleiding, dagactiviteiten, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf.
Artikel 6 Tarief pgb
--
Lid 1. Het tarief voor begeleiding is: a. € 20 per uur als begeleiding geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 34 per uur als begeleiding geboden wordt door een
Nieuw Lid 3. In het geval dat een pgb voor een periode langer dan 1 jaar wordt verstrekt, vindt de evaluatie, conform artikel 2 lid 1.a.4, ten minste 1 keer per jaar plaats. Lid 4. Bij wijzigingen van zorgverlener, stelt de budgethouder de medewerker van het Kernteam hiervan op de hoogte. Lid 2. Inwoners aan wie een pgb wordt toegekend, kunnen alleen ondersteuning voor jeugdigen betrekken van personen die tot het sociaal netwerk behoren, wanneer het gaat om begeleiding, , persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf. Dagactiviteiten kunnen niet geleverd worden door het sociaal netwerk. Lid 1. De aard van de benodigde ondersteuning voor de inwoner is leidend voor het bepalen van tarief. Ondersteuning geboden uit het sociaal netwerk komt niet in aanmerking voor het tarief van een professional of specialist, uitgezonderd de situaties waarbij een professional of specialist nodig is en de benodigde zorgverlener uit het sociaal netwerk van de inwoner komt. Lid 2. Het maximale tarief voor begeleiding is: a. € 20 per uur als begeleiding geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 34 per uur als begeleiding
Toelichting
Toevoeging zin. Dagactiviteiten kunnen niet worden geleverd door het sociaal netwerk: dit was niet in de nadere regels vermeld.
Invoeging lid ter verduidelijking hoogte vergoeding bij ondersteuning vanuit sociaal netwerk .
Tekstuele aanpassing.
Pagina 2 van 23
Oud professional; c. € 51 per uur als begeleiding geboden wordt door een specialist.
Nieuw geboden wordt door een professional; c. € 51 per uur als begeleiding geboden wordt door een specialist.
Lid 2. Het tarief voor dagbesteding is: a. € 28 per dagdeel als dagbesteding geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 42 per dagdeel als dagbesteding geboden worden door een professional en de groepsgrootte groter dan vijf personen is of kan zijn; c. € 52 per dagdeel als dagbesteding geboden worden door een professional dan wel specialist en/of de groepsgrootte kleiner dan vijf personen moet zijn vanwege de aanwezige problematiek.
Lid 3. Het maximale tarief voor dagactiviteiten is: a. een tarief voor dagactiviteiten geboden door het sociaal netwerk is niet van toepassing; b. € 42 per dagdeel als dagactiviteiten geboden worden door een professional en de groepsgrootte groter dan vijf personen is of kan zijn; c. € 52 per dagdeel als dagactiviteiten geboden worden door een professional dan wel specialist en/of de groepsgrootte kleiner dan vijf personen moet zijn vanwege de aanwezige problematiek.
Lid 3. Voor vervoer van en naar dagbesteding kan een bedrag van maximaal € 5 per dag aan het budget toegevoegd worden.
Lid 4. Voor vervoer van en naar dagactiviteiten kan een bedrag van maximaal € 5 per dag aan het budget toegevoegd worden.
Lid 4. Het tarief voor kortdurend verblijf is: a. € 67 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 101 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door een professional;
Lid 5. Het maximale tarief voor kortdurend verblijf is: a. € 67 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 101 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door een professional; c. Een tarief voor een specialist is niet van toepassing bij kortdurend verblijf.
Toelichting
Tekstuele aanpassing & toevoeging zin. Dagactiviteiten kunnen niet worden geleverd door het sociaal netwerk: dit was niet in de nadere regels vermeld.
Tekstuele aanpassing.
Tekstuele aanpassing & toevoeging zin. Een specialist is niet betrokken bij kortdurend verblijf.
Pagina 3 van 23
Oud Lid 5. Het tarief voor persoonlijke verzorging jeugd is: a. € 20 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door het sociaal netwerk; b. € 26 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door een professional; c. € 37 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door een specialist.
Nieuw Lid 6. Het maximale tarief voor persoonlijke verzorging jeugd is: d. € 20 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door het sociaal netwerk; e. € 26 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door een professional; f. € 37 per uur als persoonlijke verzorging geboden wordt door een specialist.
Lid 6. Het tarief voor huishoudelijke ondersteuning is € 15,50 per uur.
Lid 7 . Het maximale tarief voor huishoudelijke ondersteuning is € 15,50 per uur.
Toelichting
Tekstuele aanpassing.
Tekstuele aanpassing. Artikel 18 Ernstige Enkelvoudige Dyslexie Artikel 18 Diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie
Lid 2. Het college maakt met aanbieders afspraken over de voorwaarden waaronder zij behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie mogen verlenen in opdracht van college. --
Artikel 20 tot en met 25
Artikel 18 Diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie Lid 2. Namens het college wordt met aanbieders afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder zij behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie mogen verlenen in opdracht van het college.
Tekstuele aanpassing.
Lid 3. Toeleiding naar de diagnostiek van en behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie gebeurt altijd via het Onderwijs, nadat het Onderwijs een zorgvuldige afweging heeft gemaakt.
Invoeging lid. Het onderwijs verwijst door naar diagnostiek van en behandeling voor EED.
Gereserveerd
Reservering artikelnummers i.v.m. gelijklopen met artikelnummering nadere regels sociaal domein
Tekstuele aanpassing.
Pagina 4 van 23
Oud
Nieuw
Artikel 20 tot en met 44
Artikel 20 tot en met 44
Artikel 26 tot en met 50
Artikel 27 (voorheen: 21) Tegemoetkoming kinderopvangtoeslag
Lid 1. Het college verstrekt aan doelgroepouders als bedoeld in artikel 1.13 van de Wkkp, in aanvulling op de door de Belastingdienst te verstrekken kinderopvangtoeslag, een bijdrage voor de voor eigen rekening blijvende kosten van kinderopvang.
Artikel 30 (voorheen: 24) Eigen bijdrage maatwerkvoorziening of pgb
Lid 1. Het college verstrekt aan doelgroepouders als bedoeld in artikel 1 lid 13 van de Wkkp, in aanvulling op de door de Belastingdienst te verstrekken kinderopvangtoeslag, een bijdrage voor de voor eigen rekening blijvende kosten van kinderopvang. Lid 2. Het college vraagt geen bijdrage voor: b. een rolstoel en het onderhoud hiervan;
Artikel 30 (voorheen: 24) Eigen bijdrage maatwerkvoorziening of pgb
Lid 5. Bij de huur van een maatwerkvoorziening vraagt het college een eigen bijdrage zolang zij huur betaalt voor de voorziening.
Artikel 30 (voorheen: 24) Eigen bijdrage
Lid 6. In aanvulling op het derde lid
Lid 2. Het college vraagt geen bijdrage voor: b. een (sport)rolstoel en het onderhoud hiervan; maar voor voorzieningen die van de rolstoel een vervoersvoorziening maken wordt wel een bijdrage gevraagd; Lid 5. Bij de huur van een maatwerkvoorziening vraagt het college een eigen bijdrage zolang zij huur betaalt voor de voorziening. In overeenstemming met lid 3 van dit artikel overstijgt de eigen bijdrage de kostprijs van de maatwerkvoorziening niet. Lid 6. In aanvulling op het derde lid bedraagt
Toelichting Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop, omdat op het terrein van sociale participatie en werk en inkomen wordt samengewerkt. Aanpassing artikelnummering i.v.m. gelijklopen met artikelnummering nadere regels sociaal domein Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop, omdat op het terrein van sociale participatie en werk en inkomen wordt samengewerkt. Technische aanpassing.
In het oude lid twee was het niet duidelijk vermeld dat voor vervoersvoorzieningen die verbonden zijn met rolstoelen wel een eigen bijdrage gevraagd wordt. Ook bij de huur van een maatwerkvoorziening mag de eigen bijdrage de kostprijs van de voorziening niet overstijgen. Dit was niet duidelijk in de oude formulering.
In het oude lid 6 stonden de perioden voor de eigen bijdragen
Pagina 5 van 23
maatwerkvoorziening of pgb
Artikel 41a Begrippen
Artikel 41b Doelgroep
Oud bedraagt de maximale eigen bijdrage voor: a. begeleiding (groeps- en individueel) en kortdurend verblijf, inclusief vervoer, € 56,00 per maand; b. hulp bij het huishouden € 15,50 per maand.
Nieuw de maximale eigen bijdrage voor: a. begeleiding (groeps- en individueel) en kortdurend verblijf, inclusief vervoer, € 56,00 per periode van 4 weken; b. hulp bij het huishouden € 15,50 per uur.
Toelichting niet duidelijk weergegeven.
Paragraaf 6.5 Collectieve aanvullende zorgverzekering voor minima en chronisch zieken en gehandicapten --
Paragraaf 6.5 Collectieve zorgverzekering - bijzondere bijstand zorgkosten
Tekstuele aanpassing.
Paragraaf 6.3.3 Bijdrage voor peuteropvang Lid 1. Begrippen die in deze paragraaf worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) en aanverwante regelingen. Lid 2. Peuteropvang: kinderopvang volgens artikel 1.1 Wkkp, waarbij dit voor maximaal 7 uur per week en 40 weken in het jaar wordt aangeboden, verdeeld over twee dagdelen per week. Voor VVE-doelgroepkinderen wordt dit voor maximaal 10 uur per week aangeboden. Lid 1. Aanvrager kan in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten van peuteropvang voor een ten laste komend kind als: a. het een kind betreft in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, b. het gezamenlijk toetsingsinkomen (art 8 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, Awir)
Invoeging paragraaf.
--
--
Invoeging artikel. Het kabinet gaat investeren om peuterspeelzaal/ kinderopvang voor alle peuters mogelijk te maken. Het is met name belangrijk dat de VVEdoelgroepkinderen bereikt worden. Gemeentes krijgen extra budget om dit te regelen: de nadere regels 41a t/m 41d zijn een uitwerking hiervan.
Pagina 6 van 23
Oud
Artikel 41c Berekening bijdrage
--
Nieuw van de ouder(s) niet hoger is dan het maximum in het 14e trede van de kinderopvangtoeslagtabel volgens artikel 1.8 en 1.9 van de Wkkp. c. het vermogen van de ouder(s) niet hoger is dan de toepasselijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. d. uitgesloten zijn ouders die vallen onder de doelgroep kinderopvangtoeslag volgens artikel 1.6 Wkkp; e. uitgesloten zijn ouders met een sociaal-medische indicatie voor kinderopvang volgens de Wmo. Lid 2. Voor de vaststelling van het vermogen, genoemd in het eerste lid, zijn de bepalingen van artikel 38 lid 2 en 3 van de nadere regels van overeenkomstige toepassing. Lid 1. Bij de vaststelling van de bijdrage wordt dezelfde berekening gehanteerd als gebruikt voor kinderopvangtoeslag via de Wkkp artikel 1.8 en 1.9 en het daarop gebaseerde Besluit kinderopvangtoeslag. Lid 2. Het maximaal aantal uren waarvoor een bijdrage wordt verleend bedraagt 7 uur (verdeeld over twee dagdelen) per week, gedurende 40 weken per jaar. Voor VVEdoelgroepkinderen wordt dit voor maximaal 10 uur per week aangeboden. Lid 3. De bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de gehele periode, totdat
Toelichting
Pagina 7 van 23
Oud
Artikel 41d Betaling van de bijdrage
--
Artikel 39 Aanspraak Artikel 42 (voorheen: 36) Voorwaarden
Artikel 45 (voorheen: 39) Aanspraak Collectieve zorgverzekering
Artikel 45 (voorheen: 39) Aanspraak Collectieve zorgverzekering
Lid 1. Een persoon heeft recht op deelname aan de collectieve basis zorgverzekering van Zorg en Zekerheid en op een vergoeding van de kosten hiervan van het college als: Lid 2. Bij een inkomen tot en met 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantiegeld verstrekt het college een bijdrage die gelijk is aan 100% van de premie voor de standaard verzekering en 85% van de premie voor de top verzekering. Lid 3. Bij een inkomen hoger dan 110% maar niet hoger dan 130% verstrekt het college een bijdrage
Nieuw het kind 4 jaar oud is, zolang het kind gebruik blijft maken van de peuteropvang. De bijdrage peuteropvang wordt periodiek betaald na overleg van de (proforma) nota of getekende overeenkomst met de kinderopvangorganisatie en overgemaakt rechtstreeks aan de instelling. Artikel 45 Aanspraak Collectieve zorgverzekering Lid 4. In afwijking van lid 1 sub a wordt het inkomen van de persoon die aan een traject minnelijke schuldhulpbemiddeling of wettelijk schuldsanering deelneemt gedurende het traject gelijkgesteld met de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Lid 1. Een persoon heeft recht op deelname aan de collectieve zorgverzekering van Zorg en Zekerheid en op een vergoeding van de kosten hiervan van het college als:
Toelichting
Lid 2. Bij een inkomen tot en met 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantiegeld verstrekt het college een bijdrage die gelijk is aan 85% van de premie voor de aanvullende standaard verzekering en 70% van de premie voor de aanvullende top verzekering.
Tekstuele aanpassing.
Lid 3. Bij een inkomen hoger dan 110% maar niet hoger dan 130% verstrekt het college een bijdrage die
Tekstuele aanpassing.
Tekstuele aanpassing. Toevoeging lid 4. Wanneer een persoon aan schuldhulpbemiddeling/ schuldsanering deelneemt, wordt het inkomen gelijkgesteld aan de bijstandsnorm. Tekstuele aanpassing. Dit artikel betreft de collectieve zorgverzekering, niet de collectieve basis zorgverzekering.
Pagina 8 van 23
Oud die gelijk is aan 50% van de premie voor de standaard verzekering en 40% van de premie voor de top verzekering.
Artikel 46 (voorheen: 40) Toetsing en beëindiging
Artikel 46a Bijzondere bijstand zorgkosten
Lid 1. Jaarlijks vindt een toetsing plaats of de deelnemer, die geen bijstand ontvangt, aan de gestelde voorwaarden voor voortzetting van de deelname aan de collectieve aanvullende zorgverzekering voldoet. --
Nieuw gelijk is aan 50% van de premie voor de aanvullende standaard verzekering en 40% van de premie voor de aanvullende top verzekering. Lid 4. In afwijking van lid 1 sub a en lid 3 wordt het inkomen van de persoon die aan een traject minnelijke schuldhulpbemiddeling of wettelijk schuldsanering deelneemt gedurende het traject gelijkgesteld met de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Toelichting
Lid 1. Jaarlijks vindt een toetsing plaats of de deelnemer, die geen bijstand ontvangt, aan de gestelde voorwaarden voor voortzetting van de deelname aan de collectieve zorgverzekering voldoet.
Tekstuele aanpassing. Collectieve zorgverzekering is altijd inclusief aanvullende verzekering.
Lid 1. Een persoon kan in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor hierna te noemen zorgkosten als: a. hij niet deelneemt aan de collectieve zorgverzekering bij Zorg en Zekerheid omdat hij nog elders verzekerd is; óf b. hij niet kan deelnemen aan de collectieve zorgverzekering vanwege een betalingsachterstand bij de zorgverzekeraar en hij een traject minnelijke schuldbemiddeling of wettelijke schuldsanering volgt. Lid 2. De bijzondere bijstand zoals bedoeld in het eerste lid betreft niet uitstelbare kosten van de tandarts, een bril of lenzen, fysiotherapie en de CAK
In dit artikel zijn de criteria opgenomen om bijzondere bijstand toe te kennen aan twee doelgroepen die (nog) niet kunnen deelnemen aan de collectieve aanvullende zorgverzekering bij Zorg en Zekerheid (Z&Z). Het gaat om mensen die een schuld hebben bij Z&Z en een traject schuldbemiddeling of schuldsanering volgen en om mensen die nog niet kunnen deelnemen omdat men pas met ingang van 1 januari van het nieuwe kalenderjaar kan overstappen naar Z&Z.
Toevoeging lid 4. Wanneer een persoon aan schuldhulpbemiddeling/ schuldsanering deelneemt, wordt het inkomen gelijkgesteld aan de bijstandsnorm.
Pagina 9 van 23
Oud
-Artikel 48 Verlaging wegens woonsituatie
Artikel 48a Gebruikmaking wettelijke
--
--
Nieuw bijdrage waarvoor een vergoeding mogelijk is volgens de collectieve aanvullende zorgverzekering. Lid 3. Voor de hoogte van de bijzondere bijstand wordt aangesloten bij de maximale bedragen op grond van de collectieve aanvullende standaard verzekering bij Zorg en Zekerheid. Lid 4. De draagkrachtregels op grond van paragraaf 6.2 zijn bij een aanvraag voor deze kosten van toepassing. Lid 5. De bijzondere bijstand aan de persoon genoemd in het eerste lid sub a wordt slechts verstrekt tot uiterlijk het eerstvolgende kalenderjaar en aan de persoon genoemd in het eerste lid sub b tot uiterlijk de datum waarop men (weer) kan deelnemen aan de collectieve aanvullende zorgverzekering bij Zorg en Zekerheid. Paragraaf 6.7 Overige bepalingen Participatiewet Lid 1. Gelet op artikel 27 van de Participatiewet wordt de uitkering verlaagd als een woning bewoond wordt waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur, dan wel kosten van de eigen woning, verbonden zijn. Lid 2. De verlaging bedraagt 20% van de van toepassing zijnde norm op grond van artikel 20 en 21 van de Participatiewet.
Lid 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van
Toelichting Het betreft een tegemoetkoming voor niet uitstelbare kosten van tandarts, bril/lenzen, fysiotherapie en CAK bijdrage. Het gaat hierbij om kosten die noodzakelijk zijn voor het dagelijks functioneren.
Invoeging paragraaf. Invoeging artikel.
Het begrip ‘bijstandsnorm’ (artikel 5 van de wet) is inclusief de verlaging van artikel 27 (‘woonsituatie’) van de wet waardoor de verlaging dubbel zou worden toegepast. Dit onderdeel was nog niet in de Nadere regels opgenomen. Het
Pagina 10 van 23
Oud
Nieuw bijstand als bedoeld in paragraaf 6.5 van de Participatiewet. Lid 2. Het college kan (tijdelijk) van verhaal afzien als, gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die bijstand ontvangt of heeft ontvangen, sprake is van bijzondere omstandigheden of dringende redenen.
--
Paragraaf 6.8 Bijstand onder verband van krediethypotheek of pandrecht. Artikel 48a t/m 48g
Artikel 48b Zekerheidstelling
--
Artikel 48c Hoogte hypotheek, waarde woning, vestigingskosten
--
Lid 1. Als bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening op grond van artikel 50 van de Participatiewet wordt deze verleend onder zekerheidstelling van hypotheek of pandrecht. Als de geldlening naar verwachting lager is dan € 6.500,- is zekerheidstelling niet nodig. Lid 2. Het college verleent aan de bijstand bedoeld in het eerste lid de verplichting dat belanghebbende meewerkt aan het vestigen van de krediethypotheek of het pandrecht. Lid 1. De geldlening, bedoeld in artikel 48b is ten hoogste de waarde van de woning in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd
bevoegdheid verhaal
Toelichting betreft een harmonisatie onderdeel. Verhaal van bijstand is op grond van de wet mogelijk op onderhoudsplichtigen (ouders, expartner), bij schenking en nalatenschap. Lid 2 regelt dat er maatwerk kan worden geleverd als er sprake is van bijzondere omstandigheden of dringende redenen. Dit onderdeel van het beleid was nog niet geharmoniseerd. Bijstand kan worden verleend in de vorm van een geldlening als er vermogen is in de vorm van een woning (met inbegrip van woonwagen/woonschip). In de Nadere regels worden de criteria opgenomen voor de zekerheidstelling.
Pagina 11 van 23
Oud
Artikel 48d Voorwaarden in hypotheekakte of akte van pandrecht
--
Artikel 48e Aflossing, niet voldoen aan betalingsverplichtingen en rente
--
Nieuw met de daarop drukkende schulden en met het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder d van de Participatiewet. Lid 2. Voor de vaststelling van de waarde, als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van de meest recente beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Lid 3. De kosten verbonden aan de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek, het opmaken van de akte van pandrecht, de inschrijving van het pandrecht en overige bijkomende kosten, komen ten laste van belanghebbende. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verleend. Lid 1. Aan de geldlening worden in elk geval de voorwaarden verbonden genoemd in de artikelen 48e en 48f. Lid 2. De in het eerste lid bedoelde voorwaarden worden samen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte of de akte van pandrecht. Lid 1. Aflossing van de geldlening vindt in maandelijkse termijnen plaats na beëindiging van de uitkering voor de kosten van levensonderhoud op grond van de Participatiewet. Lid 2. Het maandbedrag van de aflossing wordt vastgesteld op 50% van de draagkrachtruimte zoals bedoeld in artikel 35 van deze nadere regels. Deze aflossingsbepaling kan worden toegepast bij geldleningen waarvan de zekerheidstelling vóór
Toelichting
Pagina 12 van 23
Oud
Artikel 48f Verkoop woning
--
Nieuw inwerkingtreding van deze nadere regels heeft plaatsgevonden én deze bepaling een gunstigere werking heeft. Lid 3. Wanneer vastgesteld is dat belanghebbende geen afloscapaciteit heeft, vindt jaarlijks onderzoek plaats naar zijn financiële situatie en wordt beoordeeld of aflossing mogelijk is. Lid 4. Als belanghebbende schuldig nalatig is in het voldoen van vastgestelde aflossing, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar en is daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd. Lid 1. Bij verkoop, overdracht of bij vererving van de woning, en indien het een echtpaar betreft bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de geldlening, alsmede de op grond van artikel 48e bijgeschreven rente, direct opeisbaar. De aflossing vindt binnen redelijke termijn plaats. Lid 2. Bij verkoop van de woning kan het college wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek voor de aankoop van een andere woning tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder de
Toelichting
Pagina 13 van 23
Oud
Artikel 48g Opnieuw recht binnen twee jaar
--
Artikel 42 Overgangsbepalingen
1. Voor inwoners die ondersteuning ontvangen op basis van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Kaag en Braassem en de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Kaag en Braassem geldt, in aansluiting op de overgangsbepalingen in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, voor 2015 een overgangsregeling. 2. De overgangsregeling houdt in dat de bepalingen van de Verordening en Nadere regels als bedoeld in het eerste lid tot
Nieuw voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het vermogen als bedoeld in artikel 34 tweede lid onder d van de Participatiewet volledig inzet voor de aankoop van de andere woning. Lid 3. Indien bij verkoop van de woning op basis van de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering het beschikbare bedrag lager is dan het resterende bedrag van de geldlening en eventuele rentevordering, wordt het verschil kwijtgescholden. Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandverlening in de vorm van een geldlening op grond van artikel 50 van de Participatiewet opnieuw recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek of akte van pandrecht. Vervalt
Toelichting
Dit artikel is niet meer van toepassing in 2016.
Pagina 14 van 23
Artikel 51 Overgangsbepaling
Oud maximaal 31 december 2015 of eerder, als de indicatie eerder afloopt, van toepassing zijn.
Nieuw
Toelichting
--
Artikel 51 Overgangsbepaling Op de aanvragen die tot en met 31 december 2015 zijn ingediend en waarvan de beschikking op of na 1 januari 2016 wordt afgegeven, zijn de Nadere regels jeugdhulp 2016 van toepassing.
Verduidelijking onder welke nadere regels aanvragen dienen. Aanvragen waarvoor de beschikking voor 1 januari 2016 zijn afgegeven, vallen onder de oude nadere regels.
Op de aanvragen waarvan de beschikking voor 1 januari 2016 is afgegeven en de beschikking doorloopt in 2016 en verder, zijn de Nadere regels jeugdhulp 2015 van toepassing. Bijlage 1 Afwegingskader pgb 2016
NIEUW
Invoeging afwegingskader, waarin de richtlijnen voor het toekennen van pgb’s beschreven staan. Dit afwegingskader is in HollandRijnland verband opgesteld.
Pagina 15 van 23
Wijziging toelichting Nadere regels sociaal domein gemeente Kaag en Braassem
Inleiding
--
Artikel 2 Voorwaarden pgb
Alinea 2 Een plan, door de aanvrager samen met het Kernteam opgesteld, moet de basis zijn voor het verstrekken van een pgb. Als voorwaarde wordt daarom gesteld dat een plan ten grondslag moet liggen aan het verstrekken van een pgb. In het plan moet benoemd worden welke resultaten nagestreefd worden (stabilisatie problematiek, ontwikkeling vaardigheden etc.). Als de besteding van het pgb niet opgenomen is in het integrale plan, dan moet de budgethouder een afzonderlijk budgetplan opstellen waarin hij aangeeft hoe hij het pgb gaat inzetten. Door periodiek het plan te gebruiken om vast te stellen wat de ondersteuning/jeugdhulp opgeleverd heeft, wordt ook de kwaliteit en doelmatigheid van de verleende ondersteuning/jeugdhulp
In de bijlage van de Nadere regels sociaal domein gemeente Kaag en Braassem 2016 is een afwegingskader opgenomen. Het afwegingskader gebruiken professionals van het Kernteam om tot een besluit voor pgb voor jeugdhulp te komen. Het afwegingskader is onderdeel van de Nadere regels sociaal domein gemeente Kaag en Braassem 2016. Alinea 2 Een plan, door de aanvrager samen met het Kernteam opgesteld, moet de basis zijn voor het verstrekken van een pgb. Als voorwaarde wordt daarom gesteld dat een plan ten grondslag moet liggen aan het verstrekken van een pgb. In het plan moet benoemd worden welke resultaten nagestreefd worden (stabilisatie problematiek, ontwikkeling vaardigheden etc.). Als de besteding van het pgb niet opgenomen is in het integrale plan, dan moet de budgethouder een afzonderlijk budgetplan opstellen waarin hij aangeeft hoe hij het pgb gaat inzetten. Door periodiek het plan te gebruiken om vast te stellen wat de ondersteuning/jeugdhulp opgeleverd heeft, wordt ook de kwaliteit en doelmatigheid van de verleende ondersteuning/jeugdhulp
Verwijzing naar afwegingskader in bijlage I van de nadere regels.
Invoeging van de voorwaarde bij pgb om Kernteam te informeren bij wisselen zorgverlener. Deze invoeging is regionaal afgestemd.
Pagina 16 van 23
inzichtelijk gemaakt. Het pgb kan overigens deel uitmaken van een arrangement, waarbij onderdelen van ondersteuning/jeugdhulp in natura en onderdelen via een pgb ingezet worden.
inzichtelijk gemaakt. Dat betekent ook dat de budgethouder het Kernteam informeert, indien de budgethouder een andere zorgverlener wil gaan inzetten. Het pgb kan overigens deel uitmaken van een arrangement, waarbij onderdelen van ondersteuning/jeugdhulp in natura en onderdelen via een pgb ingezet worden.
--
Alinea 9
Artikel 6 Tarief pgb
In artikel 6 worden de pgb tarieven per vorm van ondersteuning/ jeugdhulp genoemd. In onderstaand overzicht zijn deze tarieven nogmaals beschreven. De tarieven zijn bepaald aan de hand van de huidige AWBZ-pgb tarieven. Bij het AWBZ pgb tarief voor professionele hulpverlening is een korting van 5%
Alinea 9 Lid 3 gaat over de termijn van het pgb. Een gangbare termijn van een pgb is een jaar. Echter, voor sommige inwoners is de hulpvraag voor langere tijd vast te stellen. Bijvoorbeeld voor inwoners met een verstandelijke of lichamelijke handicap. ekeninghoudend met die gevallen, is er geen maximale termijn aan een pgb gesteld. Indien een pgb een termijn heeft van langer dan een jaar, wordt wel jaarlijks het plan, inclusief het gebruik van het pgb, geëvalueerd door de inwoner en het Kernteam. Wordt alinea 10 In artikel 6 worden de pgb tarieven per vorm van ondersteuning/ jeugdhulp genoemd. Dit zijn maximum tarieven. In onderstaand overzicht zijn deze tarieven nogmaals beschreven.
Invoeging voorwaarden pgb: termijn en evaluatie plan door inwoner en Kernteam. Deze invoeging is regionaal afgestemd.
Tekstuele aanpassing. Oude formulering was gebaseerd op AWBZ en is inmiddels niet meer van toepassing.
Pagina 17 van 23
toegepast omdat bij natura ook een korting is toegepast. Daar waar geen AWBZ tarieven voor pgb bekend waren, is gekeken naar reële kosten van de ondersteuning in natura. --
Artikel 6 Tarief pgb
Bij de afweging tussen algemene en specialistische ondersteuning is de aard van de benodigde ondersteuning bepalend. Algemene ondersteuning wordt geleverd door een professional. Specialistische ondersteuning wordt geleverd door een specialist.
Invoeging alinea ter verduidelijking onderscheid algemene & specialistische ondersteuning. Deze invoeging is regionaal afgestemd.
Ondersteuning geboden uit het sociaal netwerk komt niet in aanmerking voor het tarief van een professional of een specialist, uitgezonderd de gevallen waarbij een professional of specialist nodig is voor de inwoner en de beoogde zorgverlener uit het sociaal netwerk van de inwoner komt. De voorwaarden aan de inzet van het sociale netwerk, zoals beschreven in artikel 3, spelen dan geen rol bij de levering van de ondersteuning.
Invoeging alinea ter verduidelijking hoogte vergoeding bij ondersteuning vanuit sociaal netwerk. Deze invoeging is regionaal afgestemd.
-Ondersteuning/jeugdhulp
Informeel
Individuele begeleiding Persoonlijke verzorging Dagactiviteiten Kortdurend verblijf
€ 20 per uur € 20 per uur nvt € 67 per etmaal
Pagina 18 van 23
Ondersteuning/jeugdhulp
Professioneel (algemeen)
Individuele begeleiding Dagactiviteiten (begeleiding groep) Dagactiviteiten met vervoer Kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging
€ 34 per uur € 42 per dagdeel € 47 per dagdeel € 101 per etmaal € 26 per uur
Ondersteuning/jeugdhulp
Professioneel (specialistisch)
Individuele begeleiding Dagactiviteiten (begeleiding groep) Dagactiviteiten met vervoer Persoonlijke verzorging
€ 51 per uur € 52 per dagdeel € 57 per dagdeel € 37 per uur
* Invoeging tabel pgb tarieven. Deze invoeging is regionaal afgestemd. Artikel 18 Diagnostiek en behandeling van Ernstige
De samenwerkende partners bij dyslexiezorg zijn de gemeente, scholen en zorgaanbieders. Scholen zijn verantwoordelijk voor de signalering en begeleiding van kinderen met dyslexie. De gemeente is verantwoordelijk voor dyslexiezorg bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED); dyslexie zonder bijkomende stoornissen die belemmerend zijn voor de behandeling. In deze nadere regels wordt EED aangewezen als algemene voorziening. Dit maakt mogelijk dat EED-zorg ingezet wordt op voordracht van de school, na afstemming in het ondersteuningsteam van de school. Hiervoor is gekozen omdat bij EED in principe sprake is van enkelvoudige
De samenwerkende partners bij dyslexiezorg zijn de gemeente, scholen en zorgaanbieders. Scholen zijn verantwoordelijk voor de signalering en begeleiding van kinderen met dyslexie. De gemeente is verantwoordelijk voor dyslexiezorg bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED); dyslexie zonder bijkomende stoornissen die belemmerend zijn voor de behandeling. Namens het college worden met aanbieders afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder zij de diagnostiek en behandeling voor EED in natura mogen verlenen in opdracht van het college. In deze nadere regels wordt EED aangewezen als algemene
Invoeging dat namens het college afspraken met aanbieders voor diagnostiek en behandeling EED wordt gemaakt. Deze invoeging is regionaal afgestemd.
Pagina 19 van 23
Artikel 30 (voorheen: 24)
problematiek, waarbij het inschakelen van het Kernteam als een onnodige extra schakel gezien wordt. Het is aan de gecontracteerde EED-zorgaanbieder om aan de hand van het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling te bepalen of aan de criteria voor EEDzorg die de gemeente gesteld heeft, voldaan wordt. Als sprake is van meer-voudige problematiek en/of bijkomende gezinsproblematiek, dan schakelt de zorgaanbieder in overleg met de inwoner het Kernteam in. Na beëindiging van de EED-zorg informeert de zorgaanbieder in overleg met de inwoner het ondersteuningsteam van de school.
voorziening. Dit maakt mogelijk dat EED-zorg in natura kan worden ingezet op voordracht van de school, na afstemming in het ondersteuningsteam van de school. Hiervoor is gekozen omdat bij EED in principe sprake is van enkelvoudige problematiek, waarbij het inschakelen van het Kernteam als een onnodige extra schakel gezien wordt. Het is aan de gecontracteerde EED-zorgaanbieder om aan de hand van het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling te bepalen of aan de criteria voor EEDzorg die de gemeente gesteld heeft, voldaan wordt. Als sprake is van meer-voudige problematiek en/of bijkomende gezinsproblematiek, dan schakelt de zorgaanbieder in overleg met de inwoner het Kernteam in. Na beëindiging van de EED-zorg informeert de zorgaanbieder in overleg met de inwoner het ondersteuningsteam van de school.
Op een maatwerkvoorziening/pgb blijft een landelijke inkomensafhankelijke bijdrageregeling van toepassing dat vastgelegd is in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Geen bijdrage wordt gevraagd voor: • voorzieningen voor jeugdigen onder de 18 jaar • een (sport)rolstoel en het onderhoud hiervan; • het CVV, hiervoor wordt
Op een maatwerkvoorziening/pgb blijft een landelijke inkomensafhankelijke bijdrageregeling van toepassing dat vastgelegd is in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Geen bijdrage wordt gevraagd voor: • voorzieningen voor jeugdigen onder de 18 jaar • een (sport)rolstoel en het onderhoud hiervan; een (sport)rolstoel en het onderhoud
Voor vervoersvoorzieningen die verbonden zijn met rolstoelen wordt wel een eigen bijdrage gevraagd. Dit was niet duidelijk in de oude formulering.
Pagina 20 van 23
een gereduceerd tarief (ritbijdrage) gevraagd; • een pgb in de (meer)kosten van verzekering, onderhoud en reparatie. Het bijdrageplichtig inkomen wordt vastgesteld door het CAK. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van: • de hoogte van het inkomen van de inwoner (de inwoner kan bij het CAK om een correctie van zijn inkomen vragen als zijn inkomen inmiddels lager is dan zijn inkomen in het rekenjaar, het rekenjaar ligt twee jaar voor het jaar waarin de aanvraag gedaan is). Op basis van dit inkomen wordt de maximale bijdrage vastgesteld. • de samenstelling van het huishouden van de inwoner; • de leeftijd van de inwoner; • de kosten van de maatwerkvoorziening/pgb; • al betaalde bijdragen. Voor alle maatwerkvoorzieningen geldt de termijn zolang de voorziening gebruikt wordt of tot de kostprijs van de voorziening bereikt is. De kostprijs van de voorziening vormt een belangrijke beperking van de termijn waarover een bijdrage gevraagd mag worden. De bijdrage mag niet hoger zijn dan de kostprijs. Dus zodra de inwoner een bijdrage ter hoogte van de kostprijs betaald heeft, dan kan niet langer een bijdrage gevraagd worden. Bij de huur van een voorziening geldt geen
hiervan; maar voor voorzieningen die van de rolstoel een vervoersvoorziening maken, zoals een elektrische rij- en duwondersteuning of een handbike, wordt wel een bijdrage gevraagd. Een handbike kan overigens verstrekt worden als sportvoorziening of als vervoersvoorziening. In het gesprek met de cliënt wordt besproken wat het probleem van iemand is en hoe dit het beste kan worden opgelost. Of een handbike als sport- of als vervoersvoorziening wordt ingezet is afhankelijk van de behoefte van de cliënt en is altijd maatwerk. Een handbike als sportvoorziening wordt altijd in de vorm van een pgb uitbetaald. Een handbike als vervoersvoorziening kan ook in natura worden verstrekt. In beide situaties geldt dat er een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd wordt. • het CVV, hiervoor wordt een gereduceerd tarief (ritbijdrage) gevraagd; • een pgb in de (meer)kosten van verzekering, onderhoud en reparatie. Het bijdrageplichtig inkomen wordt vastgesteld door het CAK. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van: • de hoogte van het inkomen van de inwoner (de inwoner kan bij het CAK om een correctie van zijn inkomen vragen als zijn inkomen inmiddels lager is dan zijn inkomen in
Pagina 21 van 23
maximale termijn voor de bijdrage, maar wordt een bijdrage gevraagd zolang de gemeente huur betaalt voor de voorziening. De procedure voor het vaststellen en innen van de bijdrage is als volgt: • de gemeente verstrekt de gegevens van de inwoner aan het CAK; • indien van toepassing verstrekt de zorgaanbieder de gegevens van de daadwerkelijk geleverde zorg aan het CAK; • het CAK stelt de bijdrage vast; • het CAK int de bijdrage bij de inwoner in de vorm van een definitieve beschikking (bij een maatwerkvoorziening) of een factuur (bij een pgb); • het CAK betaalt de bijdragen uit aan de gemeente.
het rekenjaar, het rekenjaar ligt twee jaar voor het jaar waarin de aanvraag gedaan is). Op basis van dit inkomen wordt de maximale bijdrage vastgesteld. • de samenstelling van het huishouden van de inwoner; • de leeftijd van de inwoner; • de kosten van de maatwerkvoorziening/pgb; • al betaalde bijdragen. Voor alle maatwerkvoorzieningen geldt de termijn zolang de voorziening gebruikt wordt of tot de kostprijs van de voorziening bereikt is. De kostprijs van de voorziening vormt een belangrijke beperking van de termijn waarover een bijdrage gevraagd mag worden. De bijdrage mag niet hoger zijn dan de kostprijs. Dus zodra de inwoner een bijdrage ter hoogte van de kostprijs betaald heeft, dan kan niet langer een bijdrage gevraagd worden. Bij de huur van een voorziening geldt geen maximale termijn voor de bijdrage, maar wordt een bijdrage gevraagd zolang de gemeente huur betaalt voor de voorziening. De procedure voor het vaststellen en innen van de bijdrage is als volgt: • de gemeente verstrekt de gegevens van de inwoner aan het CAK; • indien van toepassing verstrekt de zorgaanbieder de gegevens van de daadwerkelijk geleverde zorg aan het CAK;
Pagina 22 van 23
• het CAK stelt de bijdrage vast; • het CAK int de bijdrage bij de inwoner in de vorm van een definitieve beschikking (bij een maatwerkvoorziening) of een factuur (bij een pgb); • het CAK betaalt de bijdragen uit aan de gemeente. Artikel 39 Aanspraak
Artikel 45 Aanspraak Collectieve zorgverzekering
Tekstuele aanpassing.
Pagina 23 van 23