STATUTEN NADB Artikel 1 - Naam, zetel en duur 1. De vereniging draagt de naam: Nederlandse Algemene Danssport Bond NADB. Bij verkorting is de vereniging ook genaamd: NADB. 2. De NADB heeft haar zetel te ‟s-Gravenhage. 3. Zij is opgericht op negen oktober negentienhonderd zeven en zestig en is thans aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 2 - Doel De NADB heeft ten doel: a. het doen beoefenen van de danssport alsmede het organiseren van danswedstrijden in nationaal en internationaal verband in het kader van de International Dance Sport Federation (IDSF) en/of van een andere internationaal erkende organisatie; b. Het propageren van de dans als sport, als ontspanningsbezigheid en als kultuurontwikkelende bezigheid. c.
Het bevorderen van de sportieve, beschaafde en technische ontwikkeling van de dans.
Artikel 3 - Leden en ereleden 1. Leden van de NADB kunnen zijn in Nederland gevestigde verenigingen, clubs, trainers, stichtingen of andere rechtspersonen die erkend zijn door de NADB. 2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van de leden zijn opgenomen. 3. Ereleden kunnen zijn personen, die zich in welke vorm ook verdienstelijk hebben gemaakt voor de doelstellingen van de NADB. Artikel 4 - Begunstigers 1. Begunstigers kunnen zijn alle personen, verenigingen, instellingen en bedrijven, welke hetzij zakelijke, hetzij ideële belangstelling voor de danssport hebben. 2. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. Artikel 5 - Toelating 1. Het lidmaatschap van de NADB kan worden verkregen door indiening van een schriftelijk aan het bestuur gericht verzoek. 2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en begunstigers. 3. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de Algemene Leden Vergadering benoemd. Artikel 6 - Einde van het lidmaatschap van Leden en Ereleden 1. Het lidmaatschap van leden en ereleden kan eindigen door: a. opzegging door het lid;
b. de dood van het lid; c.
bij faillissement van het lid of wel bij ontbinding van de club, vereniging of stichting;
d. opzegging namens de NADB door het bestuur. Deze opzegging kan geschieden wanneer een lid als dansschool, vereniging, stichting, club of andere rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan of niet meer door de NADB erkend is, wanneer het lid niet meer aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld voldoet, wanneer het lid zijn (financiële) verplichtingen tegenover de NADB niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de NADB niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; e. ontzetting. Deze kan alleen dan worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten handelt of de NADB op onredelijke wijze benadeelt. 2. Opzegging namens de NADB geschiedt door het bestuur. 3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de NADB kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de NADB of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd. 5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten. 6. De ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 lid 10. 7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd. Artikel 7 – Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de NADB bestaan uit: a. contributie van de leden; b. bijdragen van begunstigers; c.
overige op wettige wijze verkregen baten.
2. De Algemene Leden Vergadering stelt de contributie, die elk lid jaarlijks verschuldigd is aan de NADB, vast. De Algemene Leden Vergadering kan voor verschillende categorieën van leden een verschillende contributie vaststellen. 3. Van alle inkomsten en uitgaven van de NADB zal door de penningmeester worden boekgehouden. De penningmeester en de wedstrijd-administrateur zijn verantwoording verschuldigd voor hun financiële handelingen de NADB betreffende, aan het bestuur, en
zijn verplicht op vordering van het bestuur en/of de kascommissie volledige inzage in de boeken te verschaffen. Artikel 8 - Financiën 1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 2. De penningmeester en de wedstrijd-administrateur zijn over hun financieel handelen verantwoording verschuldigd aan de Algemene Leden Vergadering. 3. Ereleden zijn vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van contributie. Artikel 9 - Verplichtingen van de leden 1. De leden zijn verplicht: a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de NADB na te leven; b. de statuten, reglementen en besluiten van de IDSF en/of een andere door de NADB erkende internationale organisatie na te leven; c.
de statuten, reglementen en besluiten van de Stichting Instituut Sportrechtspraak na te leven;
d. de belangen van de NADB en/of van de danssport in het algemeen niet te schaden; e. alle overige verplichtingen en verbintenissen welke de NADB in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de NADB voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. 2. De leden zijn verplicht de via hun dansschool, vereniging, club, stichting of andere rechtspersoon aan evenementen, wedstrijden en tests, die ofwel door of mede door de NADB worden georganiseerd ofwel plaatsvinden onder auspiciën van de NADB, deelnemende dansenden op de hoogte te brengen van alle voorwaarden, die in de vergaderingen van de NADB in stemming zullen worden gebracht, deze voorwaarden vooraf bij de via hen dansenden als hiervoor omschreven in stemming te brengen en de hun ter beschikking staande stemmen in de Algemene Leden Vergadering van de NADB uit te brengen in de stemmenverhouding zoals die in de eigen vergadering is geuit. 3. De leden zijn verplicht desgevraagd volledige en juiste inlichtingen en opgaven te verstrekken, zowel mondeling als schriftelijk, aan het bestuur van de NADB of aan door het bestuur aangewezen personen. 4. Door de NADB kunnen in naam van de leden rechten worden bedongen; de NADB kan ook in naam van de leden verplichtingen aangaan, mits het bestuur door de Algemene Leden Vergadering bevoegd is verklaard tot deze vertegenwoordiging. 5. Leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding in de zin van het Tuchtreglement. Artikel 10 - Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste vijftien personen, die door de Algemene Leden Vergadering worden benoemd. 2. Het aantal bestuursleden wordt door de Algemene Leden Vergadering vastgesteld. 3. Het bestuur kiest uit zijn midden een president, een vice-president, een eerste- en tweede secretaris en een eerste- en tweede penningmeester. 4. De president, de vice-president, de eerste penningmeester en de eerste secretaris van de NADB mogen geen actieve sportdansers zijn. De bestuursleden moeten meerderjarig zijn en mogen niet (meer) deelnemen aan de wedstrijd-danssport voor amateurs. 5. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 6. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als dertig leden. De voordracht van het bestuur wordt ten minste veertien dagen vóór de vergadering aan de leden meegedeeld. Een voordracht door dertig of meer leden moet ten minste veertien dagen vóór de aanvang van de vergadering bij het bestuur worden ingediend. 6. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Leden Vergadering 7. Is geen voordracht gemaakt, of besluit de Algemene Leden Vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de Algemene Leden Vergadering vrij in de keus. 8. Indien meer dan één bindende voordracht is opgemaakt geschiedt de benoeming uit de voordrachten. 9. Een kandidaat bestuurslid kan niet worden (her-)verkozen wanneer hij/zij op de dag van de (her-)verkiezing de leeftijd van vijf en zeventig jaren heeft bereikt. Artikel 11 - Einde bestuurslidmaatschap, periodiek bestuurslidmaatschap en schorsing 1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden ontslagen. 2. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn. 3. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vijf jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. 4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door: a. bedanken door het bestuurslid; b. overlijden van het bestuurslid; c.
het onder curatele stellen van het bestuurslid;
d. de gerechtelijke uitspraak tot persoonlijk faillissement van het bestuurslid. Artikel 12 - Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur wijst uit zijn midden één of twee bestuursleden aan die tezamen met de president, de eerste secretaris en de eerste penningmeester het dagelijks bestuur vormen. Het bestuur vergadert zo dikwijls als dit nodig is. 2. De bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de president; bij ziekte of ontstentenis van de president beslist het bestuur wie de vergadering zal leiden. 3. Geen rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen indien niet meer dan de helft der in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn. 4. Alle besluiten worden in de bestuursvergadering genomen met volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen. 5. Van het verhandelde in elke vergadering worden door een door de president aan te wijzen persoon notulen opgemaakt die door het bestuur worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de president en de eerste secretaris worden getekend. Het oordeel van de president omtrent de totstandkoming van een besluit is niet beslissend. 6. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven. Artikel 13 - Bestuurstaak. Bevoegdheid. Vertegenwoordiging 1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de NADB. 2. Indien het aantal bestuursleden beneden zeven is gedaald blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Leden Vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt. 3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies waarvan de leden door het bestuur worden benoemd en ontslagen. 4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten waarbij de NADB zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan. 5. Na voorafgaande goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering is het bestuur bevoegd met de Stichting Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van
rechtspraak en mediation in de NADB wordt opgedragen aan de Stichting Instituut Sportrechtspraak. 6. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering voor besluiten tot: a. het aangaan van dadingen; b. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan. 7. De NADB wordt in en buiten rechten vertegenwoordigd door de president en één lid van het dagelijks bestuur, tezamen. Artikel 14 – Adviseurs 1. Het bestuur kan zich laten bijstaan door adviseurs die het bestuur adviseren. Het bestuur kan zich onder andere doen bijstaan door adviseurs op het gebied van de danstechniek, public relations, medische en juridische zaken 2. De adviseurs zijn geen bestuurslid. Artikel 15 - Jaarverslag. Rekening en Verantwoording 1. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar 2. Het bestuur verplicht zich van de vermogenstoestand van de NADB zodanig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden toegekend. 3. Het bestuur brengt op een Algemene Leden Vergadering binnen vijf maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Leden Vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen. 4. De algemene Leden Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste drie personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de Algemene Leden Vergadering verslag van haar bevindingen uit. 5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der NADB te geven. 6. De last van de commissie kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 2 en 3, zeven jaren lang te bewaren. Artikel 16 - Algemene Leden Vergaderingen 1. Aan de algemene Leden Vergaderingen komen in de NADB alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. 2. Jaarlijks, uiterlijk vijf maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een Algemene Leden Vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar benoemde commissie; b. de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar; c.
voorziening in eventuele vacatures
d. voorstellen van het bestuur of van de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering; e. de vaststelling van de nieuwe begroting; f.
de vaststelling van de contributie en de bondsbijdragen.
3. Andere Algemene Leden Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk acht. 4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als gevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Leden Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 18. Artikel 17 -Vergaderingen 1. De Algemene Leden Vergaderingen worden voorgezeten door de president of een door het bestuur aan te wijzen vervanger. 2. De Algemene Leden Vergadering van de NADB is openbaar. 3. Verenigingen, clubs, trainers, stichtingen en erkende andere rechtspersonen hebben elk in de algemene ledenvergadering één stem, voor zich zelf en hun leden. 4. Begunstigers hebben slechts een adviserende stem. 5. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. 6. Bij staking van de stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 7. Van het in de Algemene Leden Vergadering verhandelde wordt door één der secretarissen of een daartoe aangewezen notulist de notulen gemaakt. De notulen
worden vastgesteld op de eerstvolgende Algemene Leden Vergadering en ten blijke daarvan getekend door de president en de eerste secretaris of de notulist. 8. Het ter Algemene Leden Vergadering uitgesproken oordeel van de president of zijn bevoegde plaatsvervanger dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 9. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 10. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft alsdan wederom niemand de volstrekte meerderheid, dan vinden herstemmingen plaats, tot hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringst aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken beslist het lot wie van beiden is gekozen. 11. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de president een schriftelijke stemming gewenst acht of tien der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt. 12. Zolang in een Algemene Leden Vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschiedt of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen. Artikel 18 - Bijeenroeping Algemene Leden Vergadering 1. De Algemene Leden Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van ten minste veertien dagen, de dag van oproeping niet meegerekend.
2. De bijeenroeping geschiedt in het verenigingsblad, of door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving, op elektronische wijze per e-mail en/of via de website van de NADB, zulks onder gelijktijdige vermelding van de agenda. Artikel 19 - Statutenwijziging 1. In de statuten van de NADB kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de Algemene Leden Vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. 2. Zij die de oproeping tot de Algemene Leden Vergadering tot behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. 3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. 4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd. Artikel 20 - Ontbinding 1. De NADB kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Leden Vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing. 2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan een organisatie welker doel zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de NADB. 3. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, dan geschiedt de vereffening door het bestuur. 4. Na ontbinding blijft de NADB voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voorzover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de NADB uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. Artikel 21 - Reglementen 1. De Algemene Leden Vergadering kan een huishoudelijk reglement of andere reglementen vaststellen. 2. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten. 3. Indien de NADB op grond van een met de Stichting Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst (tucht)rechtspraak en mediation in de NADB aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen, worden de reglementen van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak. Het bestuur doet hiervan mededeling aan de leden. De Algemene
Leden Vergadering is vanaf de datum van die overeenkomst niet bevoegd in een reglement van de Stichting Instituut Sportrechtspraak een wijziging aan te brengen. Artikel 22.a. - Rechtspraak en geschillen 1.
De in dit artikel bedoelde rechtspraak en geschillenbeslechting is op alle leden van de
NADB van toepassing. 2.
Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten is de
tuchtrechtspraak van de NADB van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, welke stichting hierna in de statuten en reglementen nader wordt aangeduid als Instituut Sportrechtspraak. 3.
Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de
doelstelling van de NADB kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door arbitrage, bindend advies en/of mediation, op de wijze zoals is bepaald in artikel 22.c. 4.
Geschillen tussen leden onderling of tussen een lid en een sponsor, voor zover deze
betrekking hebben op sponsoring, worden beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak. 5.
Indien een beslissing, zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23, tot gevolg heeft dat een
besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement. 6.
De door de Stichting Instituut Sportrechtspraak in de NADB krachtens een
overeenkomst uit te oefenen (tucht)rechtspraak geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de NADB. De NADB vrijwaart de stichting, haar bestuursleden, haar tuchtrechters, haar arbiters, haar bindend adviseurs, haar mediators, haar ambtelijke secretariaat, haar juridisch secretariaat, haar deskundigen en haar juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens de stichting verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van de stichting gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door de stichting in de NADB. Artikel 22.b. – Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak 1.
Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de NADB uit te oefenen
rechtspraak sluit de NADB met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de overeengekomen rechtspraak in de NADB wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. De NADB kan in die overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak ook het beslechten van geschillen door mediation overeenkomen.
2.
Het bestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het
Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering. 3.
Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen rechtspraak en
mediation gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de NADB, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd. 4.
De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de
NADB in werking op de door het bestuur van NADB met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De NADB is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen. 5.
Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de
van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden van de NADB van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak. 6.
De NADB en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud
volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de (tucht)rechtspraak van de NADB. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 7.
De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de NADB de in dit
artikel ten hunnen laste door de NADB in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de NADB indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist. Artikel 22.c. – Beslechten van geschillen 1.
Indien de NADB daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak heeft
gesloten, kunnen geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de NADB naar keuze van partijen worden beslecht door: a.
arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b.
bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut
Sportrechtspraak; c.
mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijke, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst. 2.
Het bepaalde in artikel 22.b. is op het beslechten van geschillen door het Instituut
Sportrechtspraak van toepassing. 3.
Er is sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en)
schriftelijk verklaart dat dit het geval is. 4.
Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiter(s),
bindend adviseur(s) en de mediator(s) om een geschil tussen leden onderling te beslechten. 5.
Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden
voorgelegd aan het Instituut Sportrechtspraak onderscheidenlijk de Arbitragecommissie Sportsponsoring, indien partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard. 6.
Een geschil tussen een lid en de NADB kan niet door arbitrage, bindend advies of
mediation worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het bestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten. Artikel 23 - Tuchtrechtspraak 1.
Alle leden van de NADB zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de NADB,
welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de NADB is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. 2.
Met „Tuchtreglement‟, „Tuchtreglement seksuele intimidatie‟, „Dopingreglement‟ en
worden in deze statuten en in de reglementen van de NADB het Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. 3.
Op de tuchtrechtspraak van de NADB is het Tuchtreglement van toepassing. Op de
leden is tevens ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie, alsmede in dopinggevallen het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten, de Bijlage Dispensaties en de bijlage Whereabouts, alsmede de door de internationale sportfederatie op de NADB van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen. Wanneer het Dopingreglement wordt overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement en het Dopingreglement. 4.
Indien in een door de NADB aanhangig te maken zaak regelgeving van toepassing is
van de internationale federatie, waarvan de NADB lid is of waarbij de NADB is aangesloten,
doet de NADB hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de NADB de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de internationale federatie over en geeft de NADB tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn. 5.
De tuchtrechtspraak in de NADB geschiedt met uitsluiting van andere organen door
de tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. Met „tuchtcommissie‟ en de „commissie van beroep‟ worden in de statuten en reglementen van de NADB de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters en het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. Met inachtneming van bepaalde in het Dopingreglement is het bestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf is. Het bestuur is op grond van het Tuchtreglement seksuele intimidatie eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen. 6.
Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de tuchtcommissie en de
commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de NADB. De tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de NADB en hun uitspraken gelden als uitspraken van de NADB. 7.
De leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd
door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk één of meer dopingkamers die met de behandeling van een overtreding van het Dopingreglement zijn belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens een kamer die belast is met de behandeling van overtredingen seksuele intimidatie betreffende. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. 8.
Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien er
sprake is van een overtreding in de zin van het Tuchtreglement, Tuchtreglement seksuele relatie en/of van het Dopingreglement. 9.
Het Tuchtreglement en het Tuchtreglement seksuele intimidatie regelen de wijze van
benoemen van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid. 10.
Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend,
zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de NADB als voor de NADB zelf. De in lid 5 genoemde ordemaatregel van het bestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
11.
Alle leden, organen en commissies van de NADB zijn gehouden mede te werken aan
de totstandkoming van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep en zijn tevens gehouden mee te werken aan de ten uitvoerlegging van de door deze commissies opgelegde straffen. 12.
Indien de reglementering van de internationale sportfederatie daarin voorziet, kunnen
leden van de NADB die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft daarvan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van de NADB en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.