I|!W|I§TOII m
ALGEMI iNKATHOL IKWE -KBLAD
21e Jrg. 18 Oct. No. 421940
U I T G A V E VAN HET R. K. W E R K L I E D E N VER BON D IN N E D E R L A N D
REDACTIE-ADRES:
OUDENOORD, UTRECHT
ABONNEMENT FRANCO PER POST ƒ 3,00 PER JAAR
U, rozenkrans, bemin ik.
ADMINISTRATIE:
ONDIEP i
- UTRECHT
HERSTEL: A L G E M E E N K A T H O L I E K W E E K B L A D
KRONIEK 1. Gedemobiliseerden en de Ziektewet. Er doen zich gevallen voor, dat gedemobiliseerden, die wegens ziekte — welke ziekte echter niet de reden vormde of vormt tot hun ontslag uit de militaire dienst — niet of nog niet in burgerdienst zijn overgegaan of kunnen overgaan, ofschoon hun door werkgevers arbeid is toegezegd. Op ziekengelduitkering kunen dergelijke gedemobiliseerden evenmin aanspraak laten gelden, noch uit hoofde van de toegezegde betrekkingen, noch krachtens vroegere verzekeringen. Teneinde nu in deze leemte te voorzien, heeft het bestuur van de Federatie van bedrijfsverenigingen besloten art. 55 van de Ziektewet op voormelde gevalen zo toe te passen, dat de periode van militaire dienst als nietverzekerd tijdvak wordt verwaarloosd, te meer nu gebleken is, dat ook de Raden van Arbeid dat standpunt innemen. Dit betekent, dat de gedemobiliseerden, die binnen één maand, resp. 8 dagen na demobilisatie wegens ziekte niet kunnen werken, aanspraak kunnen maken op ziekengeld, indien zij in de twee maanden, voorafgaande aan hun opkomst in militaire dienst onafgebroken verzekerd zijn geweest. De aangesloten bedrijfsverenigingen is geadviseerd in bovenomschreven zin medewerking te verlenen.
2. Winterregeling voor overwerk. In het komende wintertijdperk zullen de bestaande verduisteringsvoorschriften moeilijkheden opleveren bij de arbeid in fabrieken en werkplaatsen, in het bijzonder ten aanzien van overwerk. De secretaris-generaal van Sociale Zaken heeft thans in de Staatscourant een regeling voor overwerk afgekondigd. Aan hoofden en bestuurders van ondernemingen in alle gemeenten des rijks- in wier .fabrieken of werkplaatsen in verband met de bestaande verduisteringsvoorschriften moeilijkheden worden ondervonden, wordt toegestaan, dat, met inachtneming van de voorwaarde hieronder onder C genoemd, in die fabrieken of werkplaatsen gebruik wordt gemaakt van één der onder A en B hiervolgend genoemde overwerkregelingen. A. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 23 en 24 der Arbeidswet 1919 mag door arbeiders gedurende het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1941 worden gewerkt met inachtneming van de hierna onder l tot en met 4 te noemen voorschriften: 1. in het tijdvak van Zaterdag 7 December 1940 tot en met Zaterdag 11 Januari 1941 mag op Zaterdag arbeid worden verricht tussen zonsopgang en zonsondergang; 2. op de overige Zaterdagen in het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1941 mag arbeid worden verricht tussen zonsopgang en S1^ uur na zonsopgang, of, indien op Zaterdag een rusttijd van ten minste een half uur wordt gegeven, tussen zonsopgang en 6 uur na zonsopgang; 3. door arbeiders, ten aanzien van wie van deze vergunning wordt gebruik gemaakt, mag in het sub 2 genoemde tijdvak geen arbeid worden verricht vóór zonsopgang en na zonsondergang; 4. de-uren, welke door het gedurende een aantal weken korter werken dan 48 uren per week ten gevolge van de verduisterings. voorschriften verloren gaan, mogen door dé arbeiders van 16 jaar of ouder ten bedrage van ten hoogste 38 uren' worden ingehaald in de overblijvende weken van het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1941, met dien verstande dat de werktijd van de mannen niet meer mag bedragen dan ten hoogste 11 uren per dag en 60 uren per week en de werktijd van de jeugdige personen van 16 jaar of ouder en vrouwen niet meer dan ten hoogste 10 uren per dag en 55 uren per week. Inhalen van verlet B In afwijking van het bepaalde in artikel 24 der Arbeidswet 1919 mag verlet, ontstaan doordat in het tijdvak van 17 November 1940 tot en met 25 Januari 1940 ten gevolge van de bestaande verduisteringsvoorschriften korter dan 48 uren per week is gewerkt, door de arbeiders van 16 jaaj of ouder in het resterende deel van het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1941 worden ingehaald, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1. de werktijd mag voor mannen niet meer bedragen dan ten hpogste 11 uren per dag en 60 uren per week en voor de jeugdige personen van 16 jaar of ouder en vrouwen niet meer dan ten hoogste 10 uren per dag en 55 uren per week; 2. door arbeiders, ten aanzien van wie van deze vergunning wordt gebruik gemaakt, mag in het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1941 geen arbeid worden verricht vóór zonsopgang en na zonsondergang; 3. op Zaterdag na l uur des namiddags of, indien Zaterdagmiddagarbeid krachtens het bepaalde in het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 is toegestaan, op de vervangende vrije middag of Maandagmorgen, mag geen arbeid worden verricht; 4. in de weken, waarin korter dan 48 uren per week wordt gewerkt, moeten de voor de arbeid beschikbare uren, af te ronden naar beneden, op ten hoogste een half uur per dag na voor de toepassing van het bepaalde onder B als werkuren worden berekend. C. Indien van een onder A en B genoemde regeling wordt gebruik gemaakt, moet het hoofd of de bestuurder der onderneming of een door dezen daarmee belast persoon, als bedoeld in artikel 75 der Arbeidswet 1919, ten minste drie dagen van te voren een gewaarmerkt afschrift van de op grond van deze vergunning te volgen werktijdregeling inzenden bij het bevoegde districtshoofd der Arbeidsinspectie, terwijl verder ingevolge het bepaalde bij artikel 70, tweede lid, van
het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, een geschrift, bevattende de te volgen werktijdregeling, naast de arbeidslijst of de rooster moet zijn opgehangen. Kusttyden D. Hoofden of bestuurders van ondernemingen worden verder er aan herinnerd, dat in gevolge artikel 31 eerste lid der Arbeidswet 1919 bij het volgen van een normale werktijdregeling de na 4% uur 'arbeid te geven rusttijd niet meer dan % uur behoeft te bedragen en dat, indien krachtens deze vergunning langer dan 8% uur -per dag wordt gewerkt, in gevolge het bepaalde in artikel 63, eerste lid, van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 volstaan kan worden met het geven van een half uur rust telkens na ten hoogste 5 uren arbeid. E. De bij beschikking van 4 September 1940, no. 3287, afdeling Arbeid, verleende vergunning wordt hierbij ingetrokken, behoudens ten aanzien van die ondernemingen, welke reeds een werktijdregeling krachtens de vergunning van 4 September 1940 hebben ingezonden, tenzij het hoofd of de bestuurder van een zodanige onderneming een nieuwe werktijdregeling,- gebaseerd op het in deze beschikking onder A of B bepaalde inzendt bij het bevoegde districtshoofd der Arbeidsinspectie. In dit laatste geval worden, de reeds volgens de beschikking van 4 .September 1940 gemaakte overuren gerekend te zijn 'verricht voor het inhalen van de krachtens deze beschikking onder A of B in te halen uren.
3. De bij de Opbouwdienst ontslagen militairen. Zoals bekend is, werd in het tijdvak van 9 tot 15 October een groot gedeelte van de bij de Opbouwdienst geplaatste personen uit deze dienst ontslagen. Met betrekking tot de kostwinnersvergoeding is de volgende regeling getroffen. Ten aanzien van alle ontslagenen wordt de kostwinnersvergoeding doorbetaald tot en met 19 October. Mocht blijken, dat de ontslagene er niet in slaagt vóór of op 14 October loongevende arbeid te vinden, dan wordt de kostwinnersvergoeding doorbetaald tot en met 26 October. Wat de onderofficieren betreft, die tot de laatstvertrekkende groep behoren, wordt de kostwinnersvergoeding doorbetaald tot en met 26 October. Onder loongevende arbeid wordt verstaan arbeid, die een geldelijke verdienste oplevert, ongeveer gelijk aan of hoger ^an de inkomsten, die tot grondslag hebben gediend bij het vaststellen van de kostwinnersvergoeding. Na 26 October mag voor diegenen, die in het tijdvak van 9 tot 15 October werden ontslagen, geen kostwinhersvergoeding meer worden uitbetaald. Mocht in bepaalde gevallen toch behoefte aan steun blijven bestaan, dan zal daarin op andere wijze dan door middel van kostwinnersvergoeding moeten worden voorzien.
4. Hulpverlening aan zwaar getroffenen. Hieronder geven wij plaats aan een, door den waarnemend secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen gezonden circulaire. Ze handelt over hulpverlening aan geëvacueerden, die tengevolge van het oorlogsgeweld have en goed hebben verloren. Betreffende uitkering uit het Herstelfonds 1940. 's-Gravenhage, 27 September 1940. Aan de betrokken gemeentebesturen, Bij deze moge ik de aandacht van uw college vragen voor het navolgende. In het rondschrijven d.d. 14 September j.l. no. 5500/9/B.A. B./B.K. van den directeur van het bureau Afvoer Burgerbevolking werd aan uw college medegedeeld, dat voor wat betreft de hulpverlening aan geëvacueerden, die in hun oorspronkelijke woonplaats tengevolge van het oorlogsgeweld have en goed hebben verloren en die niet als „vluchtelingen" in de zin van de circulaire van het departement van Binnenlandse Zaken d.d. 20 Juni j.l. no. 12817 zijn te beschouwen, een beroep kan worden gedaan op het departement van Sociale Zaken, bureau Herstelfonds. Voor wat betreft de wijze van behandeling der aanvragen deel ik uw college in de eerste plaats mede, dat ten deze voor dezelfde doeleinden, als dia in de circulaire d.d. 31 Juli 1&40, no. 1—1465, afd. Steunverlening (bureau Herstelfonds) in de posten sub l tot en met 4b zijn aangegeven, door uw gemeente bijdragen uit het Herstelfonds 1940 kunnen worden aangevraagd. De uit elk dezer posten benodigde bedragen cjienen voorts zoveel mogelijk gespecificeerd te worden aangevraagd. Voor de beoordeling van het bedrag, dat per gezin benodigd zal zijn, kan in beginsel worden uitgegaan van de richtlijnen, die ten deze door den directeur van het bureau Afvoer Burgerbevolking aan u zijn medegedeeld. Ik moge uw college in overweging geven uw eventuele aanvrage ,zo spoedig mogelijk in te dienen. De waarnemend secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Sociale Zaken w.g. VERWEIJ.
5. Wederopbouw van door oorlogsgeweld vernielde woningen. Het spreekt vanzelf, dat de regeling en vergoeding van de schade, welke aan woningen tijdens de oorlogsdagen is toegebracht,
veel administratieve arbeid en beslommeringen met zich brengen. Tengevolge hiervan was het niet mogelijk de schade op korte termijn voor alle geheel of gedeeltelijk vernielde percelen vast te stellen en tot een vergoeding over te gaan. Echter is het dringend noodzakelijk de wederopbouw van verwoeste en het herstel van beschadigde woningen zoveel mogelijk te bespoedigen. Om nu te voorkomen, dat de herbouw zou moeten wachten op verschillende formaliteiten betreffende de financiële afwikkeling, heeft de regeringscommissaris voor de wederopbouw •een regeling getroffen, welke van groot belang is voor de eigenaren van vernielde of beschadigde woningen, die om financiële redenen nog niet met de herbouw konden beginnen. Via de gemeentebesturen Is de mogelijkheid geopend om van het regeringscommissariaat een voorschot te ontvangen in die gevallen, waarin het betreft woningen met minder dan 450 kubieke meter inhoud (bedrijfsruimte niet meegerekend). Dit zullen dus in het algemeen middenstands- en arbeiderswoningen zijn. Voor geheel verwoeste woningen kan de regeringscommissaris aan de betrokkenen 80 percent van de verkoopwaarde van het perceel op 9 Mei 1940 als voorschot op de tegemoetkoming in de schade uitkeren. Voorshands zal het voorschot echter niet hoger kunnen zijn dan 80 percent van ƒ10.000 of ƒ8000. Wanneer men niet in staat mocht zijn het overblijvende deel zelf te financieren en geen hulp van derden kan krijgen, kan de regeringcommissaris het verschil tussen de kosten van nieuwbouw en het voorschot als hypotheek lenen. Deze hypotheek zal in normale gevallen tegen 4 percent worden verstrekt, doch indien de financiële toestand van den betrokkene daartoe aanleiding geeft, kan de regeringscommissaris gemakkelijker voorwaarden toestaan. Er zijn maatregelen getroffen om deze voorschotregeling zo vlot en soepel mogelijk te doen functionneren. Natuurlijk moet aan enige eisen worden voldaan. Zo moet het te bebouwen pand in overeenstemming zijn met de geldende voorschriften en passen in de eventueel in voorbereiding zijnde stadsplannen. Voorts moet het regeringscommissariaat goedkeuring verlenen voor de uitvoering in verband met de benodigde materialen. Is hierover echter overeenstemming bereikt, dan kan de financiële regeling zonder vertraging tot stand komen. In bepaalde gevallen heeft dit systeem reeds tot goede resultaten geleid. Te Roo-» sendaal, Westdorpe en enkele andere plaatsen wordt reeds met voorschotten, welke krachtens deze regeling verstrekt zijn, gebouwd. Het is echter aan geen twijfel onderhevig, dat er in veel meer gevallen van deze regeling gebruik gemaakt zou kunnen worden dan tot dusverre geschied is. Het gemeentebestuur is de instantie, tot welke men zich kan wenden indien men meent op toepassing van deze voorschotregeling recht te hebben. Van de zijde van het regeringscommissariaat voor de wederopbouw zullen de gemeentebesturen de nodige inlichtingen ontvangen.
6. Arbeiders naar Duitsland Vanwege het departement van Sociale Zaken is aan de gemeentebesturen meegedeeld, dat ze zorg moeten dragen, dat de arbeiders die in Duitsland gaan werken, in voldoende mate van warme kledingstukken worden voorzien en wel o.m. door beschikbaarstelling van extra punten op de textielkaart. In het vervolg moeten vakarbeiders, die bij werkverschaffingen werkzaam zijn, ook in aanmerking komen voor bemiddeling naar Duitsland. Aan alle arbeidskrachten, die-bij werkverschaffingen van niet-cultuurtechnische aard werkzaam zijn en die in aanmerking komen om in Duitsland te gaan werken, moet arbeid in Duitsland worden aangeboden. Weigeren ze deze arbeid, dan mogen ze niet verder bij werkverruimingswerken worden te werk gesteld, noch op andere wijze worden ondersteund. De inhouding van voorgeschoten bedragen moet van gemeentewege op een door de arbeiders te dragen wijze plaats vinden.
7. Regeling vergoeding ongehuwden Bij circulaire van 11 October deelt het Afwikkelingsbureau van het departement van Defensie mede: 1. Bij de toepassing van de „Regeling vergoeding ongehuwden" behoort er rekening mee te worden gehouden, dat onder klein verlof ook zijn begrepen periodiek verlof, buitengewoon Verlof en zakenverlof. De uitbetaling van vergoeding blijft beperkt door par. 3 van de regeling. 2. De dienstplichtigen die bij de Opbouwdienst tewerkgesteld, in het genot zijn van een vergoeding ongehuwden, worden met betrekking tot de toepassing van genoemde regeling geacht in de maand Augustus 1940 gedurende één dag en in de maand September 1940 gedurende drie dagen periodiek verlof te hebben genoten. Overige dagen, gedurende welke zogenaamde bewegingsvrijheid genoten werd, komen voor toepassing van genoemde regeling niet in aanmerking. 3. Omtrent de vraag, in hoever over de tijd na September 1940 bewegingsvrijheid in dezen met verlof wordt gelijkgesteld, kan een nadere regeling worden tegemoet gezien. 4. De vergoeding ongehuwden eindigt met ingang van de dag, volgende op die van het verlaten van de werkelijke dienst (hieronder begrepen de werkelijke dienst bij de Opbouwdienst). ^^^**HI
BP**^^^
8. Nederlandse aannemers bij bouwbedrijf in Duitsland. De Duitse autoriteiten hebben aan de Federatie Werkgevers Bouwbedrijf gevraagd, of de Nederlandse aannemers geneigd zouden zijn in de toekomst werken in Duitsland uit te voeren met eigen personeel ea eigen werktuigen. Bij besprekingen hebben de Duitse autoriteiten meegedeeld, dat op het ogenblik weliswaar verschillende Nederlandse arbeiders in Duitsland werken, doch dat deze arbeid wegens de vreemde leiding, de ongewone omstandigheden niet de vruchten afwerpt, welke men gaarne zou wensen. Vandaar, dat men meer succes verwacht, indien de Nederlandse bouwarbeiders in Duitsland zouden werken onder Nederlandse werkgevers. De Federatie Werkgevers Bouwbedrijf heeft zich bereid verklaard de organisatie van een en ander op zich te nemen. Een commissie, door de F.W.B, benoemd, heeft daarop een onderzoek ingesteld in Hamburg, de stad, welke in de eerste plaats in aanmerking zou komen voor de uitvoering der desbetreffende werken. Daarbij bleek, dat de stad, inbegrepen de nabijgelegen haven- en industriegebieden, betrekkelijk weinig van de oorlog heeft geleden. Hamburg behoort bovendien tot de vijf steden, die in de toekomst geweldig zullen worden uitgebreid. Hele stadsgedeelten zullen worden herschapen in boulevards. Een gfote nieuwe brug zal over de Elbe worden gelegd, enz. Er is ook grote behoefte aan woningen. Bij de bouw daarvan zou men in de eerste plaats Nederlandse aannemers te werk willen stellen. Er zouden in totaal wel 4000 Nederlandse werklieden geplaatst kunnen worden. Nog andere steden hebben grote plannen ten aanzien van de woningbouw, ook in het Noordwesten van Duitsland, doch daar zullen Belgen en Denen komen te werken. De arbeiders worden in barakken bij elkaar ondergebracht. Om de drie maanden zullen de gehuwden met verlof naar huis kunnen gaan, de ongehuwden - om de zes maanden. Ter voorziening in kasmiddelen zal den Nederlandsen aannemer voor de eerste vier weken een voorschot worden verstrekt.
9. Extra-broodrantsoen in land- en tuinbouw Het feit, dat vanwege het Centraal Distributiekantoor het extra-broodrantsoen van 100 pet. van het normale rantsoen is verstrekt aan mannelijke arbeiders, die zware bogstwerkzaamheden verrichten gedurende de maanden September en October, is voor enkele gemeenten aanleiding geweest om — zij het volkomen te goeder trouw — deze arbeiders moeilijkheden in de weg te leggen, welke voorkomen 'hadden kunnen worden. Ten onrechte werd in sommige gemeenten gemeend, dat zij, die des middags de maaltijd thuis gebruikten, geen recht op een extra-broodrantsoen hadden. Vanwege het Centraal Distributiekantoor is thans een circulaire uitgegaan om dit misverstand uit da weg te ruimen. Het Centraal Secretariaat heeft voorts bij het Centraal Distributiekantoor een verzoek ingediend om ook aan arbeiders In het bloembollenbedrijf, die met „spitten" eveneens zware arbeid verrichten, tot l November een extra-broodrantsoen van 100 pet. van het normale rantsoen te verstrekken. Dit verzoek is voor diepspitten ingewilligd. Zoals wij reeds mededeelden heeft het Centraal Secretariaat veel werk gemaakt om voor het landbouwbedrijf en de veehouderij normen aan te geven, welke voor de toepassing van de ontslagverordening van waarde kunnen zijn. Bedoeling is, om de beoordeling van de vergunningen gemakkelijker te maken en voor de werkgevers onnodige last en verkeerde beoordeling te voorkomen, anderzijds om het aantal arbeiders, dat regelmatig in dienst moet worden gehouden, meer in overeenstemming te brengen met de grootte en aard van het bedrijf. Deze normen zijn aan den directeur-generaal van de Arbeid toegezonden en zullen vermoedelijk wel toepassing mogen vinden. Bij de beoordeling zullen dan zowel de centrale landbouworganisaties als de landarbeidersbonden ingeschakeld worden. Ook voor de tuinbouw zal getracht worden enige normen vastgesteld te krijgen. Bedoeld secretariaat heeft ook een onderzoek ingesteld naar de werking van het zogenaamde krooibazenstelsel, zodat wij ook dienaangaande spoedig een rapport kunnen verwachten. Hoe wij er over denken is genoegzaam bekend; wij hopen dat het, voor zover enigszins mogelijk, zo spoedig mogelijk moge verdwijnen. Onder dagtekening van 23 September j.l. is door- het Centraal Secretariaat onderstaand schrijven aan het Centraal Distributiekantoor verzonden: Mijne heren, Naar aanleiding van de vele klachten, welke ons van het platteland bereiken over een nijpend gebrek aan petroleum, zijn wij zo vrij deze aangelegenheid nogmaals onder uw aandacht te brengen. Degenen, die voor verlichting op petroleum zijn aangewezen, komen onmogelijk toe met 2 liter, welke,zij om de 3 of 4 weken ontvangen, te meer waar met het korten der dagen ook de mensen des morgens licht nodig hebben, wanneer zij zich gereed maken om naar het werk te gaan. Overeenkomstig de ons verstrekte opgaven heeft men minstens 4 liter per week nodig. Moge de overweging van het een en ander een aanleiding zijn de toegewezen quota nog eens te herzien. Met de meeste hoogachting, w.g. G. J. Heymeijer. ^^
*r/epin aantocht! Hier en ddar Is er weer griep. Tracht lief te voorkomen. Neem bij de geringste verkoudheid direct Aspirin.
&JJt f* H
'SÖslïKS
HERSTEE: A L G E M E E N K A T H O L I E K W E E K B L A D
EEN (GOEDE) PROEVE VAN EEN EENHEIDSORGANISATIE (d. B.) Wij hebben, de grote veranderingen in het gewichtige wereldgebeuren als feit aanvaardende, een en andermaal geschreven over wat men wel en niet een goede eenheidsorganisatie noemen kan. Geen goede vorm is die, waarin, zonder meer, met opheffing van het bestaande, alle mensen, ieder met zijn eigen levensen wereldbeschouwingen, door-een worden geschud. Het resultaat van zulk een handeling kan niet bevredigend zijn, althans, indien men aan 't lidmaatschap waarde hecht, het lidmaatschap hetwelk aan een mens gebonden is. De organisatie-kwestie is o.m. ook bij de groot-werkgevers, de boeren en de middenstanders aan de orde. De middenstandsorganisaties zijn tot een accoord gekomen. Omdat, hetgeen daar gebeurt ook voor anderen van betekenis kan zijn, is het goed daaraan aandacht te schenken. De kern van het accoord ligt in de bepaling: dat zowel in de middenstand als geheel, als in ieder vak afzonderlijk een allen vertegenwoordigend orgaan, dat bij uitsluiting en zelfstandig bevoegd is handelend op te treden in de oeconomische en sociale aangelegenheden, aanwezig moet zijn. Besloten is tot oprichting van de Nederlandse Middenstands-Centrale, welke, uiteraard onder verantwoordelijkheid aan alle samenstellende leden, zelfstandig en uitsluitend bevoegd zal zijn tot handelend optreden ten aanzien van de sociaal-politieke en sociaal-economische aangelegenheden.
Geldt dit voor de centrales, het is de bedoeling, dat in alle takken van het kleinbedrijf een orgaan wordt gevormd, hetwelk, onder verantwoordelijkheid van de samenstellende bonden zelfstandig en uitsluitend bevoegd zal zijn tot beslissen en tot handelen in de sociaal-politieke en sociaal-economische aangelegenheden van het bedrijf. In het jongste nummer van „De (Kath.) Middenstandskrant" wordt het volgende commentaar op het besluit gegeven: „Aan meergenoemd vertegenwoordigend orgaan nu wordt door de gezamenlijke desbetreffende nationale vakbonden overgedragen de bevoegdheid om geheel alleen en zelfstandig te beslissen in zaken van sociaal-economische en sociaal-politieke aard. Deze beslissingen zijn dan bindend voor al die beroepsbeoefenaren welke — al dan niet in een der betreffende vakorganisaties verenigd — bij meergenoemd orgaan (of Centrale) zijn aangesloten. Op deze wijze wordt derhalve voor iedere tak van bedrijf een autoritair en besluitvaardig orgaan verkregen, dat op economisch en sociaal gebied regelingen kan opleggen aan alle vak- of beroepsgenoten, die bij bedoeld orgaan (Centrale) vrijwillig zijn aangesloten. We zouden daarom deze vorm van organisatie kunnen noemen: een autoritaire bedrijfsorganisatie met vooralsnog privaatrechtelijk karakter en derhalve enkel bindend de bedrijfs- en beroepsgenoten die daarbij onverplicht zijn aangesloten, maar dan ook tevens bedrijfsorganisatie, die onmiddellijk geschikt is om — bijaldien de overheid aan het betreffende orgaan (Centrale) de daartoe nodige bevoegdheden toe-
kent — aanstonds te worden tot een volledige publiekrechtelijke beroepsgemeenschap, waarvan het meervermelde vertegenwoordigend bedrijfs- of beroepsorgaan gerechtigd is, om, onder toezicht van een hogere instantie, allerhande economische en sociale bedrijfsregelingen vast te stellen, welke bindend zijn, niet enkel voor de vrijwillige bij dat orgaan (Centrale) aangesloten vakgenoten, doch evenzeer voor ieder en allen, die het betreffende beroep of bedrijf uitoefenen. Aan de vakorganisaties in eenzelfde bedrijfstak wordt dan — zowel in het geval van privaatrechtelijke als van publiekrechtelijke organisatie — het eigen leven gelaten in die zin, dat zij weliswaar geen besluiten en beslissingen kunnen nemen, die strijdig zijn met de regelingen door het betreffende beroeps- of bedrijfsorgaan opgelegd, maar toch overigens in eigen kring allerhande gewenst geachte bedrijfsregelingen kunnen behandelen en ten • aanzien daarvan voorstellen en verzoeken kunnen doen uitsluitend aan het eigen vertegenwoordigd beroepsorgaan, dat deze
Het
— al dan niet gewijzigd — aan het gehele bedrijf al dan niet kan opleggen. Uit vorengegeven sobere belichting van aard en betekenis van het in de aanhef bedoelde concentratie-plan der middenstandsbeweging blijkt den lezer, dat we hier geenszins te doen hebben met een zgn. federatieve samenwerking tussen diverse vakbonden in eenzelfde tak van bedrijf, doch met een ernstige poging, om door het scheppen van autoritaire bedrijfsorganen met aanvankelijk slechts privaatrechtelijk karakter, zo dicht mogelijk te benaderen de phase der totstandkoming van de reeds zo lang bepleite en nagestreefde publiekrechtelijke beroepsgemeenschappen, als onderdelen van een corporatieve ordening der maatschappij."
Voor hen, die gevolgd hebben hetgeen wij over de „eenheidsvakbeweging'' hebben geschreven, zal het duidelijk zijn, dat de proeve van eenheidsorganisatie, gelijk die door de middenstandsorganisatie is gemaakt, onze volle belangstelling heeft, duidelijker gezegd: hetgeen de middenstandscentrales zijn overeengekomen lijkt een uitstekende poging om voor ons land tot een eenheidsorganisatie te komen; in grote lijnen zou, hetgeen de middenstandsbonden gaan doen, ook voor de arbeidersbeweging mogelijk en wenselijk kunnen zijn. De instanties, waarmede het Verbondsbestuur te maken heeft, weten, dat wij bereid zijn onze wel overwogen medewerking te verlenen aan 'n organisatie als hierboven behandeld. Opdat onze leden zich tijdig kunnen beraden, opdat zij weten in welke richting de centrale leiding der katholieke arbeidersbeweging zich een bij deze tijd passende oplossing van het organisatie-probleem denkt, achten wij het wenselijk hen met het bovenstaande in kennis te stellen.
V eroonclsoesliiiir
Grosso, Pelzer en Dré de Wolf benoemd
Dezer, dagen vergaderde het bestuur van ons Verbond met vertegenwoordigers der aangesloten bonden. Ook de Duitse contact-commissaris, dr. Kaute, woonde de vergadering bij. Rede A. C. de Bruijn
In zijn openingswoord herdacht de voorzitter, de heer A. C. de Bruijn, allereerst de kameraden en andere Nederlanders, die voor de verdediging van het vaderland gevallen zijn en vervolgde voorts: „Voert elke grote oorlog, of een volk er direct, dan wel indirect bij betrokken is in verschillend opzicht immer grote veranderingen met zich mee, ons volk onderging aanstonds de gevolgen van een verloren strijd; ons land werd door den overwinnaar bezet, met alle consequenties die daaraan verbonden zijn. Is de verloren oorlog in elk opzicht voor ons een verlies; zijn de offers geheel vergeefs gebracht? Deze vragen moeten mijns inziens ontkennend worden beantwoord. Stellig, men zal dingen waaraan men gehecht was, moeten prijsgeven, dat is op zichzelf niet van groot gewicht, indien hetgeen ervoor in de plaats komt, beter is. Tal van invloedrijke Nederlanders — in onze kring werden dezulken niet gevonden — hingen, zo goed als in elk opzicht, met hart en ziel aan de vrijheid. Laten wij ons goed herinneren, dat die vrijheidsopvatting én op politiek, én op ecoonomisch, én op sociaal gebied leidde tot ondragelijke verhoudingen, leidde tot plutocratie, kapitalisme, klassenstrijd; late men zich wel herinneren, hoeveel strijd en offers het de verdedigers der confessionele vakbeweging gekost heeft om in het bolwerk der schier ongebonden vrijheid een bres te schieten. Hoeveel moeite heeft het niet gekost om het begrip ingang te doen
vergaderde dercL
vinden, dat de arbeider, óók hij die de eenvoudigste arbeid verricht — men denke aan het schampere „putjesschepper" — een volwaardig mens is, die én als mens én als dienaar der gemeenschap aansprak heeft op de achting en waardering van iedereen, meer aanspraak daarop heeft dan menigeen van hen, die, door soms uitsluitend het bezit van geld, zogenaamd geacht en geëerd werden. Dat was onze strijd tegen het geestelijk en sociale verderfelijke denkbeeld, dat het begrip arbeider gelijk was aan: pauper. Men denke aan onze strijd voor de waardigheid van de arbeiders, hun recht op een waardige behandeling, op een waardig deel van de opbrengst van de arbeid, op medezeggenschap; men denke aan wat wij deden om het begrip solidariteit, kameraadschap in het sociaal-economische leven ingang te doen vinden, hoe men ons heeft bespot en tegengewerkt en hoe, ondanks alles, die in de menselijke natuur worstelende solidariteitsgedachte immer meer rijpte en tot, naar tijd en omstandigheden, aanvankelijk bevredigende resultaten leidden. Welnu: ons tot ons gebied bepalend: er kan met vrij grote zekerheid worden gezegd, dat de grote, door ons jaren lang verzorgde vrucht van deze oorlog zal zijn, negatief: uitbanning van de resten der ontoelaatbare vrijheid op sociaal en economisch gebied; positief: zich richtende op het algemeen belang, nauwe solidaire gebondenheid van alle werkers in een arbeidsgemeenschap. Daaraan is niet te ontkomen. Daaraan willen wij ook niet ontkomen. Dat is geen „oorlogswinst", dat is de thans rijpe vrucht van jaren lang hier en elders gevoerde evolutionnaire actie.
JOSEPH VADER VAN JEZUS door J. OUWENDIJK Het eenige grote Nederlandse werk over Sint Joseph Gedocumenteerd en boeiend Prijs 3.90 ing. 4.90 geb. Verkrijgbaar in de boekhandel en bij de uitgeefster U R B I ET ORBI, U T R E C H T GIRO 315927
Dat is de nieuwe tijd, waartegen zich te verzetten, gelijk sommigen doen, doelloos is. Mensen, die in het laatste uur van sociaal economische verhoudingen notie hebben genomen — men komt . hen vooral in weekbladen tegen — doen het voorkomen of de soïidariteitsgedachte, de sociaal-economische verbondenheid, het zich richten op het algemeen belang, het domineren van nationale gevoelens, gedachten zijn van de laatste tijd. In verband daarmede is het misschien goed dit op te merken: Let op, jongere heren, maakt onderscheid; gij zoudt thans andere ogen hebben opgezet over bestaande verhoudingen, indien de confessionele vakbeweging, met haar in het christendom verankerd program, er niet ware geweest, waardoor de massa van de arbeiders gevoerd zou zijn in de verderfelijke grijparmen der materialistische, marxistische politieke- en vakbeweging. De Nieuwe Gemeenschap, steunende op een nieuwe geest, is komende. Versehil van mening is mogelijk over de vorm waarin het nieuwe leven gegoten zal dienen te worden. Met name is een vraag van gewicht welke rol de staat zal moeten spelen. Zal de toekomst voor ons land staats-socialistisch zijn; zal de staat schier alles tot zich trekken; zal.hij door middel van ambtenaren, zonder misschien zelfs critiek toe te laten, over alles beslissen, of zal het subsidiariteitsbeginsel worden aanvaard, dat wil zeggen zullen naar richtlijnen door het staatsgezag te trekken, verantwoordelijke groepen der bevolking zelf hun zaken regelen ? . Wij oordelen niet hoe het in andere landen moet worden geregeld; daarvoor moet men de geschiedenis van die andere landen en de geestesgesteldheid der volkeren terdege kennen. Indien het Nederlandse volk, dat zich zelf het beste kent, vrijelijk een keuze moet doen uit de twee genoemde, in de wereld op de voorgrond tredende grote hervormingssystemen, dan is de keuze gemaakt, dan kiest het 't corporatisme. Dat onze keuze daarmede samen valt, zal slechts weinigen verwonderen." Spr. wijdde voorts een beschouwing aan de positie der beweging in de huidige omstandigheden en het op gang zijnde eenheidsstreven. Ofschoon spreker de groeiende gemeenschapszin, het streven naar meer samenbinding Van het Nederlandse volk, waarnaar de beweging steeds en vooral de laatste jaren met grote kracht had gestreefd, toejuichte, ofschoon spreker dus de tekenen des tij ds niet misverstaat, wees hij op de grote betekenis van het voortbestaan der confessionele vakbeweging juist in deze tijd. Spr. acht dit goed verenigbaar met het streven naar eenheid en hervorming ook in de vakbeweging, waartoe het Verbond dan ook voorstellen heeft gedaan. Gezien de uitingen van den heer rijkscommissaris, die van eerbied ge-
HERSTEL: ALGEMEEN KATHOLIEK tuigen voor de Nederlandse opvattingen, voor de Nederlandse cultuur, meende spreker te mogen verwachten, dat ons geen oplossingen zouden worden aan de hand gedaan, die elders wellicht goed, met de overtuiging van de grote meerderheid van ons volk niet stroken. Spreker eindigde zijn rede met de bede, dat de goede God aan de wereld spoedig een voor alle volkeren rechtvaardige en liefdevolle, een duurzame vrede schenken moge. Gemeenschapsoord
Meegedeeld werd, dat met de bouw van het Gemeenschapsoord te Baarn is begonnen, zodat binnen afzienbare tijd pok deze zo nuttige instelling zal zijn verwezenlijkt. Contributiegelden
Voorts werd meegedeeld, dat aan een kleine commissie werd opgedragen binnen korte termijn te rapporteren omtrent de aanwending van de contributie-gelden, die beschikbaar zijn gekomen nu zij niet meer voor stakingen en uitsluitingen behoeven te worden gebruikt. Herdenking en afscheid
Over
Indien er een zaak is in het nieuwe Duitsland, die ons zeker voor de tiende Mei had moeten boeien en verheugen, dan was het deze wel, dat men er daar alles voor over had om te komen tot een volkse, een organisch uit het leven van het volk gegroeide cultuur. Doch hoe werd men hier niet reeds aangezien, indien men zelfs het woord volk en volks uitsprak, dat men in leidende Vlaamse kringen reeds lang- voor 1933 gebruikte, wanneer men sprak van de nationale strijd? Doch laten wij het daar niet over hebben, maar laat ons nagaan wat een volkse cultuur ons brengen kan en wanneer we een volkse cultuur hebben. Dat de cultuur, zo als ze hier tierde in de tijd toen we allen voelden, dat er een nieuwe gemeenschap moest komen, niet bepaald op een hoog peil stond, maar soms zelfs echt ontaard was, dat zal men spoedig inzien indien men aan vele boulevard-toneelstukken denkt, die ook in de Nederlandse schouwburgen de film moesten beconcurreren en indien men oude architekten-bladen doorziet, waarin de meest nonsensicale ontwerpen werden afgebeeld, welke maar konden ontspruiten uit een stel hyper-individualistische hersenen. Zo was het evenwel niet alleen bij het toneel of bij wereld- en volksvreemde architekten, die een huis of een schouwburg wensten te bouwen niet om de overkoepelde ruimten tot practische hulpmiddelen te maken voor den mens, doch om er hun eigen
Herdacht werden de sedert de laatste Verbondsvergadering overleden bestuurders, wijlen de heren J. Th. Nijkamp, C. A. van Zeeland, E. Schaap en A. G. van der Linden. Van een aantal bestuurders, n 1. de heren H. Hermans, C. J. Kuiper, C. Roestenberg, A. J. M. Gommers, J. de Koning, H. Mulders, M. Visser, P. Jacobs en A. Janssen werd onder dankzegging en uitreiking der Ver- TONEEL: bondsplaquette afscheid genomen. Speciaal werd gewezen op de grote verdiensten der beide eerstgenoemden. Benoemingen
In 't Verbondsbestuur werden gekozen de heren J. Grasso, Jos. Pelzer en Dré de Wolf. Ter sprake kwamen verder: a. het ontbreken van de gelegenheid tot het oplossen van geschillen met onwillige werkgevers, nu staking niet meer mogelijk js. Gevraagd werd of in de thans bestaande situatie 'n verplichte arbitrage niet noodzakelijk is om te waarborgen, dat de arbeiders hun recht zullen krijgen; b. de vraag of niet moeten worden voortgezet de pogingen om te komen tot een meer afdoende voorziening in de gevolgen van ouderdom. Gewezen werd op de berichten, die dezer dagen in de pers verschenen, omtrent een voorgenomen nieuwe regeling op dit punt in Duitsland, waar de financiële mogelijkheden niet gunstiger zijn dan hier; c. de prijsstijging der feitelijke levensmiddelen en daarnaast het in het algemeen geldend verbod om te streven naar loonsverhoging, waardoor de situatie der arbeiders steeds moeilijker wordt; d. de grote betekenis, die in het verleden de confessionele vakbeweging heeft gehad voor de sociale ontwikkeling in ons land en het grote belang dat erin gelegen is deze vakbeweging juist ook in deze tijd te handhaven tot doorvoering van de christelijke beginselen in het sociaaleconomisch leven, zonder welke een goede reorganisatie van ons maatschappelijk leven niet mogelijk is; e. de vraag of geen stappen moeten worden gedaan om thans te komen tot wettelijke regeling van het recht op betaalde vacantie voor alle arbeiders en bedienden, waartoe bij het begin van de oorlog reeds een wetsontwerp 'aanhangig was met de bedoeling, dat het nog dit jaar werken zou. Tenslotte werden de begrotingen voor het volgende jaar vastgesteld. De vergadering kenmerkte zich door een eoecle geest en de eensgezinde wil om de arbeiders en de beweging door de moeilijkheden van deze tiid heen te helpen.
IL
N aar
WEEKBLAD
Cultuur souvereine geest eens bot te vieren, het was zo in vrijwel alle cultuur-uitingen van de muziek, waar een beetje wild voorgedragen neger-songs allerlei bakvisbenen reeds deden wiegelen, tot de literatuur en de schilderkunst toe. In de literatuur heeft men zozeer de vrijheid van de geest (dus ook van de zieke of de perverse geest) gepredikt, dat men uit allerlei kringen thans reeds aan ons komt vragen, wat we nu zullen gaan doen, nu onze geest niet meer vrij zich kan botvieren! Ach, men heeft helaas vergeten, dat een kunstenaar tevens ook het meest gebonden wil zijn, dat zijn werk immers vooral gebonden, geordend moet wezen om goed te kunnen zijn. Een gebondenheid, mits deze op de natuur steunt, kan een kunstenaar maar behulpzaam zijn. Evenals de liefde van man en vrouw in het gebonden huwelijk rijker en rijker is dan in ongebonden vrijheid en losbandigheid kan ook de liefde van den kunstenaar groter bloeien als hij gebonden is, aan zijn volk en zijn land, aan de geest die hem leven deed. Hiermee is eigenlijk reeds alles gezegd, waarom volkse kunst en organisch met het volk verbonden kunstenaarsschap goed zijn en wat er bij komt zijn vaak meer reactie-verschijnselen tegen de losbandige kunst, die vaak tot ontaarde kunst verwerd. Volkse kunst is dus gemeenschapskunst, dat is kunst van mensen, die weten dat ze delen zijn ener levende door God geschapen ge-
va«Ierlandst
foneel
OPROEP AAN TONEELVRIENDEN „Al dondert Mars, al schokt hij nu de [hope Der machtigsten van 't een aan 't [ander strand; al mengelt hij de wapens van Europe, nog leeft de kunst in 't bloeiend [Aemsterland." Deze woorden, in de zeventiende eeuw geschreven door Joost van den Vondel, zouden kunnen dateren van gisteren, want sterker dan voor de oorlog het geval was, leeft de kunst in de hoofdstad van ons land, zeer speciaal de toneelkunst. Jaren achtereen heeft de toneelkunst het in ons land heel moeilijk gehad. Het publiek toonde bitter weinig belangstelling en het gevolg was, dat in het land van Vondel het toneel aan de rand van de afgrond verkeerde. Dit schijnt nu definitief anders geworden te zijn en beziet men de lijst van hetgeen deze winter in de Amsterdamse schouwburgen op de planken zal worden gebracht, dan mag men hooggestemde verwachtingen koesteren. Verschillende publicaties in de dagbladen hebben de lezers de laatste tijd op de hoogte gebracht van de vorming van een Nederlandse Organisatie van Kunstenaars (N.O.K.), een centrale, waarin de onderscheidene kunsten hun eigen afdelingen hebben en waarvan de N.O.T., de Nederlandse Organisatie van Toneelkunstenaars er een is. In deze N.O.T. hebben allen, die een functie vervullen bij het Nederlands toneel, zich georganiseerd, zowel toneelspelers, directeuren, regisseurs, als decorontwerpers enz. Teneinde het toneel nog meer in de belangstelling van het publiek te brengen, heeft zich een comité gevormd onder voorzitterschap van den heer Herman van den Eerenbeemt, dat een landelijke actie gaat voeren om het toneelminnend publiek te doen toetreden tot deze N.O.T. en wel als kunstlievend lid. De kunstlievende leden mogen niet verwachten, dat zij hiermee bijvoorbeeld bereiken dat zij reducties zullen genieten op schouwburgprijzen, met welk systeem goedbedoelende vrienden het toneel nooit diensten hebben bewezen. De kunstlievende leden van de N.O.T.
moeten in de eerste plaats de toneelkunst, het toneel in het algemeen, willen steunen, dit sta voorop! Maar tevens zullen plannen worden uitgewerkt om door samenkomsten, voordrachtavonden, en alles, wat daartoe dienstig kan zijn, de belangstelling voor het toneel te verlevendigen en zodoende te komen tot een groot schouwburgpubliek. Het werkcomité voor kunstlievende leden van de N.O.T. heeft nu een circulaire uitgegeven, waarin men o.m. leest: „Het toneel in Nederland staat helaas niet meer, om welke reden dan ook, in de volle belangstelling van het publiek. De Nederlandse toneelkunstenaars, en velen met hen, zijn echter van mening, dat met vereende krachten, met oplaaiende geestdrift, met vurige energie en met het brengen van persoonlijke offers het Nederlandse toneel, in nieuwe bloei, de plaats weer kan innemen, welke het rechtens toekomt in de rijen der vrije kunsten. Men is één van zin en vol vuur achter het voetlicht, daarom moet de belangstelling in de zaal daarmee gelijke tred houden. Daarom roepen wij het gehele Nederlandse volk op om met ons mee te helpen ter bevordering van een waarachtige Nederlandse cultuur." Het Centraal Werkcomité zal trachten te komen tot oprichting van plaatselijke afdelingen en tot het organiseren van toneelavonden of -middagen, waar de kunstlievende leden gratis toegang hebben. Voorts ontvangt bij het verschijnen ieder kind gratis het orgaan der vereniging, genaamd „Bladen voor het Toneel". Een volk dat zijn toneel liefheeft en daarvoor offers brengt, bouwt aan zijn beschaving. Een volk, dat zijn letterkunde — zowel poëzie als proza — in menig opzicht dankt aan de dramatische vormgeving zijner beste en edelste schrijvers, kan niet worden weggevaagd. Het werk van de N.O.T. verdient daa; om aller steun. Voor belangstellenden geven wij tenslotte het adres van het werkcomité; se cretaris is mr. W. J. D. M. van Rompa, Keizersgracht 416 Amsterdam. A. B.
meenschap, welke al of. nog niet geordend is in een staat. Het hoeft niet steeds, dat de liefde tot het volk onderwerp van zulke kunst moet wezen, een goed geschilderd stilleven van Hercules Segkers is even goed volkse kunst als de Nachtwacht, waarop zo vele Amsterdammers uit de gouden eeuw staan en de bewogen dooltocht van Gerda Göppertz is het misschien nog meer dan de zang op de overwintering op Nova Zembla door Tollens, hierom, wijl het boek van Breedveld in zijn stijl misschien beter is geschreven, dan de historische overwintering, die Tollens ons in niet erg bijzondere verzen heeft gemeld. Volkse kunst moet volkse cultuur worden wil ze dat predicaat verdienen, doch ze hoeft als zodanig niet pp het eerste ogenblik bekend te worden. Eerste vereiste om volkse kunst te krijgen is niet, dat ieder dienstmeisje en elke chauffeur ineens door de schoonheid er van moet getroffen worden, er zijn namelijk dienstmeisjes en ook chauffeurs die noch de Nachtwacht noch Gijsbrecht van Aemstel erg aantrekkelijk vinden, maar zo als zij zijn er ook wiskundeleraren en professoren in de bio-, logie. Een kunstwerk is daarmee niet aanstonds veroordeeld doordat een paar willekeurige personen zeggen, dat ze er niets van begrijpen. Indien men naar een opera gaat, doet men goed vooraf dat werk eens te bestuderen en zo is het met veel kunstwerken. Indien ons een werk aanstonds tegenvalt of afstoot of hindert, dan is er veel kans toe dat dat werk de toets van de tijd niet zal doorstaan, maar indien we het enkel niet begrijpen, dan mogen we niet zeggen, dat het niet goed is. Na hoe lange tijd kwamen we pas tot de schoonheid van de muziek van Bach of tot die van Debussy, na hoeveel moderne gedichten kwamen we eindelijk tot Vondel's weergaloos vers! Het is niet zonder zin voor de waarde van wal men volkse cultuur noemt, als de liberale hyperindividualisten van straks deze haten als de pest. En als zij de mensen, die een gezonde organische cultuur verdedigen boven een pseudo-beschaving met een neger aan de tingeltangel en een béte juffrouw die eens demonstreert hoe men tapt in Engelse bars, dan gaan verdacht maken en doodzwijgen, dan is dat opnieuw een bewijs dat uit de catastrophe die wij moesten beleven, nog veel goeds zal komen. Dat men het geweldige boek van Evert Zandstra „Het klotsende meer" niet opmerkt in die kringen, maar dat men drie kolommen in een dagblad verspilt aan „Dag- en nachtlawaai", een bundel gedichten, die haar dichter Th. Lehman die kenschetsende naam gaf, toont toch wel voldoende hoe onze cultuur hier gediend werd door de mensen, die op vooraanstaande posten zitten. Doch dan moeten we ook anders gaan denken over de Duitse literatuur, waarvan men hier tot voor kort leraarde dat ze zeer eenzijdig, en daarom zeer onbetekenend zou zijn, want misschien heeft men ons hierover steeds verkeerd voorgelicht. Want deze Duitsers hebben toch reeds „het klotsende meer" ontdekt, en zullen het binnenkort in 't Duits kunnen lezen terwijl het hier nog geen tweede druk heeft, en zij hebben zo veel goede boeken ontdekt, waarop men hier geen acht kon slaan, verslonden als men was in de driehonderd en meer jaarlijkse Engelse vertalingen vol windhonden-cultuur en flirt inplaats van liefde. Het is goed, dat we zo weer eens zien, dat we niet bang hoeven te zijn voor het nieuwe. Ook dat is steeds menselijk en vaak niet zo verworden als het oude. Een volkse cultuur, die spreekt uit vele onzer oude steden en bouwwerken, die nergens met zo veel succes is aangevoerd als in de Middeleeuwen bij de bouw der kathedralen, steden en belforten, en die door alle kunstenaars, die zich organisch met hun volk verbonden weten, wordt voorgestaan legt den kunstenaar aan geen andere banden dan die hem dierbaar moeten zijn, die van zijn God, en zijn volk en zijn aarde, waarop hij leeft. Maar zij vraagt van hem, in naam van Zijn volk, dat hij het beste geeft, wat hjj geven kan, nimmermoe, altijd puttend uit de volkskracht, maar zijn volk nog meer terugschenkend. De Pujkscommissaris dr. Seyss Inquart wil, dat wij een volkse Nederlandse cultuur krijgen, maar deze komt niet ineens, want daarvoor moet ook -?erst het volk weer gemeenschapsbesef hebben. Dat verhopen wij van de eenheid die komen zal, al zal het uitstel daarvan ons niet weerhouden hier nog wel eens op het onderwerp volkse cultuur terug te komen. PAUL HAIMON.
„Mijnhardtjes" De RSederEandsche Pijn- en KouverdHJvers
2 st. 10 et 12 st. 50 et.
HERSTEL: A L G E M E E N K A T H O L I E K
mS HUISHOUDEN Er ofmais oogsten en bereiden In „Herstel" van 26 April en 24 Mei van dit jaar hebben wij de aandacht gevestigd op een voor Nederland nieuw voedingsmiddel voor mensen, nl. de Pofnrais. Dit is een maissoort welks korrel bij een droge, sterke verhitting van slechts 3 minuten uit elkaar splijt tot een prachtige witte vlok, die ettelijke malen groter is dan de korrel zelf. We hebben destijds het verschijnen van de pofmais, die onder de gepatenteerde naam „Cnal Goren" door den kweker H. Bennink, Orderparkweg te Apeldoorn verkocht wordt, met enige geestdrift begroet; in de eerste plaats is het een zeer voedzaam, licht verteerbaar gerecht met een gehalte aan eiwit van bijna 11 pet, vet 5 pet. en koolhydraten 78 pet. en met vitaminen en voedingszouten, maar in het bijzonder was ons dit „Cnal Goren" zo welkom, omdat het zaaigoed er van tegelijkertijd aan de markt kwam, tóen ook de voedseldistributie aan de horizon verscheen en het gepofte product dus een waardevolle aanvulling van het broodrantsoen beloofde te worden. Te aanlokkelijker nog waren de beloften van het „Cnal Coren", omdat het een gewas is dat zo weinig vraagt en zoveel geeft, want ieder, die maar een klein stadstuintje heeft, kan al pofmais telen en daarmee zelf voor een aanvullinkje van de broodbon zorgen; een hoekje van 100 vierkante meter levert al een 50 a 60 kg droog goed op. Verschillende lezers van „Herstel" hebben, ofschoon het al vrij laat was om te zaaien, nog zaaigoed gekocht en aan het volgen van de forse groei van het zelf verzorgde gewas veel genoegen beleefd. Hoewel de vrij koele en zonloze zomer niet gunstig was voor dit half tropische graan, was de ontwikkeling goed en leverde het vele rijpe mooi gele maiskolven, de aren, die bij milder zomerweer en wat vroeger zaaien ongetwijfeld nog hoger opbrengst zouden gegeven hebben. Met ongeduld is het ogenblik verbeid, dat de eerste schotel gepofte mais op tafel zou verschijnen, en nu dit eindelijk gebeuren ging, is dit voor sommigen op een grote teleurstelling uitgelopen. Er bereikten mij althans enkele brieven van mensen, die in plaats van een schotel met grote witte vlokken, waarvan ze gedroomd hadden, „een handje vol op koffiebonen gelijkende, verbrande korrels" gekregen hadden, zoals mij iemand schreef. Aangezien er misschien meer zulke teleurgestelden zijn die (in dit geval onjuist) hun leed in stilte dragen, willen we hier nog even de behandeling vermelden van de geoogste maiskolven en de goede manier van het poffen der korrels, want de mislukkingen zijn in hoofdzaak aan gemaakte fouten toe te schrijven. Van de verdorrende planten breekt men de kolven af, als de korrels hard zijn -en glanzend; de omgevende blaren worden daarbij verwijderd. De kolven kan men dan op gaas of latwerk in de wind laten drogen. De ruim 30 pet. vocht moet nl. tot ongeveer 15 pet.. worden teruggebracht, om de korrels tot poffen te kunnen brengen. In het algemeen is de mais droog genoeg, wanneer ze gemakkelijk van de kolf loslaat. Bij natuurlijke droging duurt dit tot de volgende zomer, maar men kan het drogen verhaasten, door de kolven voor direct gebruik op een schoorsteenmantel of op een andere zeer droge plek te leggen. Overdaad schaadt, ook hier. Wie b.v. de kolven in een oven zou te drogen leggen (zoals gebeurd is) maakt ze geel, maar niet droog, en om te poffen zijn ze dan verloren. Hebben de korrels door te lang drogen te veel vocht verloren, dan nemen ze in l a 2 dagen in een niet verwarmd vertrek weer voldoende vocht op. Het poffen gebeurt in een gesloten pan, liefst van aluminium of in twee gevlochten ijzeren zeven op elkaar; in open pan springen de vlokken door de kamer. In twee zeven is het uit elkaar knallen van de korrels aardig te zien. Boven een gasof spiritusvlam of op het fornuis wordt de WIST U DIT ?
Blank als sneeuw! Volkomen droog! Hoogste zuiverheid! Gegarandeerde kwaliteit! Hygiënische verpakking! Jozo en Nezo ... zout uit eigen bodem!
WEEKBLAD
iussen ^even en act Marleen! Slaap je al, Marleen? Neen Marjan, als ik slaapte, kan ik toch niet praten! Marleen, ik heb een pijne hand, ik heb een pukkel op mijn hand. Dan moet je aan moeder vragen, of ze er een lap om doet. Morgen! Ja, morgen. Ik heb mijn hand wel 'es geklemme. Dat doet pas pijn. Oei! Marleen, ik weet, wat Jukie doet, die zet het luisterkapier voor het raam... dat hoort ik.
Honderd jaar? Duizend. Gaan we dan morgen zingen vari gloria? Ja, van gloria. Vader krijgt kandootjes, hè, Marleen? Nee, vader krijgt geen echte kadootjes. Vader. krijgt zakdoeken en sokken, omdat het oorlog is. Skisokken. Skisokken is voor kinderen, sok-
Als er niet meer oorlog is, krijgï vader echte kadootjes... Wat dan ?.. een blokkendoos ? Hè hè!... dat zou gek waren, als vader een blokkendoos heb... Ik hoor een vliegmachien... als ze Roosje maar niet gane doodschie-
ten. ..
Als ze bommen gooien, gaan we keihard weghollen. En als er een 'bom op je hoofd valt, ben je dood. Dan ga je naar de hemel... Marjan, als wij allemaal dood zijn, hè, dan is Roosje alleen... en dan krijgt ze weer een hele bende kinder-i tjes... en dan is ze niet meer alleen... Ik hoor de vliegmachien weer... Je hoeft niet bang te zijn hoor.^ je Engelbewaarder past op je. Dat weet ik ook wel. Op jou ook, Niet. Ik heb-zelf een Engelbewaar* der. En vader en moeder en Pie en Toon en Piet en alle mensen... je Engelbewaarder is altijd bij je. En als je nou gaat rennen. Loopte die Engel dan mee? En Engel kan vliegen; die heU vleugels. De Engel heb Roosje ook ge* brengd, hè Marleen? En jou ook, toen je nog piepiekleiS
was.
En alle mensen? Ja, alle mensen. Marjan, weet jij, waar we eerst wazze, toen we er nog niet wazze.
Nee. In de hemel. O... Marleen, Emieltje, hè, die heb wel 'es een vloek gezegd. Gisteren... neen, voor-over-gisteren zei die ,,pottomme." Ooohohoh! Stil, anders wordt Roosje wab-
ker. .
Ze is al wakker. Tata... oe... ch... ch... Kijk 'es, Marleen, daar komt ze rechtop staan... ga jij 'es gauw sla« pen, Rozeke... Tata.. mamamamama... oe.«» Nee, je mag niet alles uit je bed gooien. Roos! Nou ligt het allemaal op de grond... je deken... je laken. „ je kussen... je zeiltje.. Je moet zeggen „duisterpapier," ken is voor vader... dat kost punten. Marjan. Wat is punten? Net als bonnen. O Weet jij wie er morgen jarig is? Broodbonnen? Ja, broodbonnen en vleesbonnen... Vader!... Dan gaan we zingen van Blief jij lammetjesvlees ? „De sneeuw ligt over de landen." Dat mag niet, dat is een geheim. Je moet zeggen „lammetjespap." Als je 't toch doet, krijg je een por, En vlees dan? zegt Toon. Weet jij, wat een por is? Als je dat opeet, worden we allemaal lammen. Ja, dat is een stomp. Au... au! Marjan, luister 'es Wij worMarjan, doe niet zo raar. De sneeuw ligt over de landen, dat is den lammen en vader en moeder worden schapen. pas voor Grootmoe. Oooooooh! Als ze gaat trouwen? Marjan... Al£ ze heel vreselijk lang geJa.. trouwd is.
bodem van de pan sterk verhit. Om verbranden der korrels te voorkomen, moeten ze door licht te schudden voortdurend in beweging gehouden worden, zodat alle korrels gelijkmatig verhit worden. Na drie minuten vliegen de korrels al uit elkaar en zijn dan voor gebruik gereed. Bij het laatste deel der verwarming moet de mais wat hoger boven de vlam gehouden worden, om verbranden der reeds gepofte vlokken -te voorkomen. Even goed als te fel kan de verhitting te gering zon; in dit geval brandt de mais wel niet, maar. ze komt ook niet tot uit elkaar springen. De vlokken kunnen zonder meer gegeten worden; men kan ze enige dagen bewaren, maar vers gepoft zijn ze bros en het smakelijkst. De smaak kan nog verbeterd worden door in de kom wat boter, vet of margarine te smelten, dan de verse vlokken b\j te voegen en alles goed om te schudden, zodat alle vlokken wat vet meekrijgen. Daarna strooit men er nog wat fijn zout over en schudt ze nogmaals door. We willen dit proefje eindigen, zoals we het begonnen, nl. met er op te wijzen, dat. pofmais een voor Nederland nieuw voedingsmiddel is, een hier tot nu toe onbekende variëteit van de graansoort mais, met speciale, aan deze variëteit gebonden eigenschappen. Sommigen hebben aan dit laatste onvoldoende aandacht geschonken
en, denkende mais is mais, hebben ze wat gewone kippenmais in de grond gestopt en proberen nu deze te poffen. Maar zoals ze ervaren hebben, gaat dit niet, geef deze mais aan de kippen. Juist met het oogmerk om door leken verwisseling -van pofmais met andere maisvariëteiten te voorkomen, heeft de kweker aan zijn pofmais de naam „Cnal Coren" gegeven en deze naam gepatenteerd. Zaadhandelaren die onder deze naam pofmais leveren geven dus het gezochte zaad. Het gaat met de mais als met appelen, de ene soort is verrukkelijk om uit de hand te eten, terwijl de andere soort ook wel een gezond voedsel is, maar alleen te genieten als ze gestoofd is of tot appelmoes bereid. We moeten over het algemeen veel meer kennis hebben van de waren, die we dagelijks bereiden; we moeten ons geen z.g. „handappels" en „kookappels" in de handen laten stoppen, maar voor de eerste categorie b.v. Goudreinetten,. Yellow, Transparante, Croncelles, Sterappels enz. vragen al naar mate de tijd dat ze rijp zijn en voor kookappels b.v. Zoete Bloemee, Campagnezoet enz. En we moeten die soorten dan tevens aan hun uiterlijk, hun vorm en kleur kennen. WILMA MÜNCH.
Oe... oe... oe... Roep jij moeder 'es, Marjan. Moeder!! Moeder!! Roosje-heballes-op-de-grond-gegooie ! ! ! Mamamama... tata... oe... oe.^i
ch... ch... ch...
Buiten pronkt de herfstnacht; de maan staat vol en glanzend aan de hemel; de sterren zijn niet te tellen, Uit de verte nadert het geronk van een vliegtuig. Felle lichtstralen zwiepen omhoog, zoekend en tastend door de onmetelijke ruimte. Een moeder zingt zachtjes: 't Wordt duister, mijn Roosje, kom speel nu niet meer, Staak, liefde, dat woelen, vlij rustig u neer. Gij ligt in uw wiegje, zo warm en zo zacht, Dat God u bewake! Mijn kind, goede nacht! Drie kleine meisjes- slapen stilletjes in. Een op de buik, met opge-* trokken knietjes, een sebbelend op haar duim; een met de handjes gekruist op de borst. Drie Schutsengelen hebben de vleugels over hen heengespreid en houden de wacht ...... C. BOUDEN&-VAN HEEL.
N.V. MATTHEEUSSENS OSSENDRECHT PEEKOFFIE MOSTERD TAFELZUREN S T E U N T HO Li A N D' S l N D U S T R l E
HERSTEL: A L G E M E E N K A T H O L I E K W E E K B L A D
SCHAAKRUBRIEK Correspondentie-adres: Drs. Th. C. L. Kok, Assendelftstraat 17, Den Haag Een tweetal interessante stellingen
No. 276 .Zwart: Recask a
b
c
d
e
f
g
h
Kunt nefi i»ere£lken . Wanneer ge iets wilt en ge wilt genoeg Als 't u nooit iets kan schelen, of 't laat is of vroeg Al ge bereid bent langdurig te zwoegen Als 't moet met uw vingers en nagels te ploegen, Wanneer ge u selven voldoende vertrouwt, J)an is er geen macht, die u heel lang weerhoudt! *
'Als ge al uw kracht, uw verstand, uw gevoel Als inzet gebruikt en 't werk stelt voor 't doel, Als al uw geloof en uw^ hoop en vertrouwen Gebruikt worden om aan dat hoofddoel te bouwen Al wordt dan het tempo ook soms eens vertraagd, Het eindresultaat is toch steeds, dat ge slaagt.
a
b
o
d
e
f
g
h
Wit: Smislow Diagram no. 276 laat ons een stelling zien, die voorkwam in de wedstrijd in het jaar 1939 om het kampioenschap van Moskou. De stelling is karakteristiek voor partijen, waarin zwart lang en wit kort gerocheerd heeft. Beide partijen hebben aanvalskansen; echter staat de witte stelling goed verdedigd, terwijl de zwarte veel meer zwakke punten vertoont. Wit streeft er nu naar zo snel mogelijk door opruimen, der pionnen de stelling open te krijgen: 1. b3—b4!, Da6Xc4. Hierdoor worden wits plannen in de hand gewerkt. Echter is het niet zo gemakkelijk tegen het dreigende b5 (2. b5, cb5:. 3. Db5:, Tbl en 4. Tb7:) een goede verdediging te vinden. 2. Tfl—cl. Daar de toren al reeds goed opgesteld staat en eventueel de opmars der a-pion kan steunen spreekt het vanzelf, dat niet de a-, doch de f-toren met tempo-winst in de aanval wordt gebracht. Slaat de dame nu op d4, dan dwingt wit met torenoffer het mat af: 2 , Dd4? 3. Tc6:, bc6:. 4. Dc6:t, Kb8. 5. Db7 resp. 3 , Kb8. 4. TcST, Tc8:. 5. Db7 mat. De kracht van de opstelling Lg2 en Df3, welke op den zwarten koning gericht is, blijkt hier duidelijk. 2 Dc4—d5. 3. Df3—e2, Dd5—d6. Weer was 3 , Dd4: niet goed, wegens 4. Le3, Dd6 (Db4:. 5. Tabl geeft wit nog meer kansen). 5. Lc6:, bc6:. 6. Da6t, Kc7. 7. Da7:, Kc8. 8. b5 enz. 4. b4—b5, Pd7—b8. In plaats hiervan had met c6—c5 de nu volgende opening van de stelling kunnen worden voorkomen, hoewel wit ook dan nog goed spel behoudt. 5. b5Xc6, b7Xc6. 6. Le2—f4. Hierdoor komt zwart in moeilijkheden. Pion c6, de laatste beschutting voor den koning, staat tweemaal aangevallen en ook tweemaal gedekt. Wordt nu echter de dame van d6 weggespeeld, dan ruilt wit het paard af, waarna de pion valt. 6 , e6—e5, 7. d4Xe5, f6Xe5. 8. Lf4Xe5, Td8—e8. Het schijnt, dat met deze zet de situatie toch nog gered wordt; op Ld6: volgt Te2: en zwart komt er met een pion achterstand af. Wit heeft evenwel nog een pijl op zijn boog nl: 9. TclXcGt en zwart, die steeds de dame verliest, gaf de partij gewonnen. Op Pc6: volgt 10. Da6t gevolgd door Ld6:. In no. 277 is zwart aan zet en schijnbaar gedwongen op f3 af te ruilen, waarna wit pion e2 kan behouden. Het loopt echter anders: l , Xe8Xe3!. 2. DdSXeS. Na Ph4:, Td3: verliest wit de kwaliteit (Lf2:). 2 , Ix;5Xe3. 3. Pf3Xh4, Td8Xd5 dreigt
Alleen, en dat is wat zo velen weerhoudt, Iets groots werd nog nimmer op slapheid gebouwd, 't Is alles of niets, wie iets groots wil, moet geven Zijn rust, zijn, genoegens, zijn gemak, zijn leven. Maar is uw bereidheid daartoe onbegrensd, Dan moogt ge verlangen, ge bereikt wat ge wenst! Toegepast op het sparen en anders gezegd: als ge werkehjk verlangt naar een zekere mate van financiële onafhankelijkheid, waardoor ge met uw gezin, of met uw toekomstig gezin over laten we zeggen: vijftien jaar tegen 'n stootje kunt — en die stootjes krijgen we allemaal op z'n tijd •— spaar dan en spaar regelmatig, ook al zal door de huidige omstandigheden het tempo soms noodgedwongen iets moeten worden vertraagd. Door die tijdsomstandigheden moeten we ons echter niet te gauw laten neerdrukken. We moeten niet te gauw klaar staan met de conclusie: nu spaar ik maar helemaal niet meer. Dat is de weg van de minste weerstand, maar die brengt u nooit daar, waar ge komen wilt. Als ge tot dusverre iedere week een gulden opzij hebt kunnen leggen, doe dat nu met de helft, of met 'n kwartje, maar houdt vol! Dat volhouden moet ge ook bij uw kinderen aankweken. Vijf centen per week op 'n zegelkaart gespaard, nu, dat gaat in vele gezinnen nog wel! Volhouden, doorzetten, ondanks de onzekere tijden, met vertrouwen in de oersolide bankpolitiek van de Centrale Volksbank, die ook in deze ongewisse toestand voor u en uw gezin dé aangewezen spaarbank blijft.
No. 277
Zwart: Brinckmann a
a
b
b
c
d
c
d
e
e
f
f
g
h
g
h
Wit: Nitzel
Knap jij het maar op Jeeves Thans is ook het 2e deel verkrijgbaar van deze humoristische Wodehouse. Prys 121 cent, bij al onze verkopers. Rechtstreekse toezending per post geschiedt na ontvangst van 17è cent
HET
GOEDE GEZINSBOEK
Vobi ONDIEP 6
UTRECHT
stukwinst door middel van Td2. 4. Tal— el!, Td5—dl!. Na Lc5 zou wit met Te8T in het voordeel komen. 5. Tel X dl, JJiSX dl. Nog steeds dreigt er stukwinst door Pe4 en Lf2:. Wit vindt er nog iets op: 6. Ph4—f3!, Pg3—e4. 7. Lb2—d4, Le3Xf2. 8. Ld4Xf2, LdlXfS. 9. g2Xf3. Echter wint zwart nu toch een pion: 9 Pe4—c3. 10. a2—a4, Pc3—e2t. 11. Kgrl—h2, Pe2Xf4. 12. a4—a5, Pf4—d5!. 13. a5Xb6, a7Xb6. 14. Kh2—g3, f7—f5. 15. Lf2—d4, KSS—f7. Door met zijn koning naar het centrum op te dringen weet zwart langzaam maar zeker de winst te forceren. 16. f3—f4, b&—b5. 17. Kgr3—f3, g7—g6. 18. 1x14—e5, 19. h.3—h4, Pd5—e7. 20. Kf3—e3, Ke6—d5. 21. KeS—d3, Pe7—c6. 22. Le5—c7, Pc6—d4. 23. b3—b4, Pd4—c6 en wit gaf het op. Na 24. Kc3, Ke4 gaat pion f4 verloren, daar het paard hetzij via e7 Haar d5, hetzij via d4 naar e6 springt.
en Steent Een milde goedige herfstzon was binnengedrongen in de weelderige salon van Judith Leicarson, de beroemde tragedienne en speelde een dartel spel van glinstering en glans in de kristallen kroonluchter en de fluwelige spiegel van het politoer der vorstelijke antieke meubelen. Vol licht en kleur, vol rijkdom en schoonheid was de kamer waar Judith Leicarson thans wachtte op de komst van hoge gasten, met wie zij vroeger in de dagen van haar glorie in het buitenland betrekkingen had aangeknoopt. Gekleed in een robe van zware prume zijde, de voeten gestoken in schoentjes van goudleer, droeg zij aan armen en vingers een vermogen aan goud en edelstenen, "wier ontelbare facetten het gouden, zonlicht vingen en terugkaatsten in vonkende lichtflitsen. Judith Leicarson stond op uit de
hoge Venetiaanse leunstoel waarin zij mijmerend wachtte en liep, onhoorbaar over het zware Smyrnatapyt, enkele malen de kamer op en neer. Telkens keek zij naar de voortkruipende wijzers der grote staande Friese klok én richtte dan het oog naar de straat. Maar haar verwachte gasten daagden niet op hoewel het uur van hun komst verstreken was. Een rimpeling in haar hoge voorhoofd en een norse trek om haar mond verrieden de stemming van Judith Leicarson, die uiterst ontevreden was dat men haar vergeefs liet wachten. Reeds wilde zij haar kamenier bellen om deze opdracht te geven andere kleren voor haar gereed te leggen en den chauffeur te waarschuwen dat hij met de grootste wagen moest voorrijden toen zij schrok van het luide overgaan der huisbel wier galmend geluid de diepe stilte in het grote huis verstoorde. En even later bracht de huisbediende op een zilveren schaal het telegram dat zoeven was afgegeven. Trein gemist, duizend excuses, dacht Judith met bittere ironie en inderdaad bevatte het telegram deze mededeling. Toornig langzaam kreukten haar witte beringde vingers het groenige papiertje en wierpen het terug op de zilveren schaal van den eerbiedig wachtenden huisknecht. Thans echter belde zij haar kamenier niet; de toorn over dit gebrek aan zorgvuldigheid van lieden, die zo de eer had willen aandoen hen in haar huis te ontvangen en waarvoor zij zich de hele morgen had gedérangeerd, was te groot om met een luchtig gebaar er overheen te stappen en tot de orde van de dag over te gaan. Zij stond in het midden van de kamer, de handen op de leuning van een rijk gebeeldhouwde zetel; de ogen vol donkere drift staarden naar ongeziene dingen. De zon speelde over haar f\jnbesneden gelaat en over de pracht van haar oude roomwitte haren; maar zfl zag de zon
niet, de mildheid en stervende herfstelijkheid der stralenbundels drong niet door tot haar hart. Er was alleen de stemming van boosheid en verveeldheid. Toch hoorde zij de zachte klop op de deur en na verlof te hebben gegeven om binnen te treden, luisterde zij met nors gelaat naar den huisbediende, die boodschapte dat een dame haar gaarne wilde spreken Een dame? Een oude dame? Goed, zy wilde haar ontvangen, in ieder geval zou dit haar stemming breken. Nochtans was zjj nauwelijks nieuwsgierig wie de dame was en wat deze haar te zeggen had. Maar tien tellen later trok een wolk van wrevel over haar gelaat toen zij in de kleine bedeesde vrouw, die met fijne gratie haar sleets gedragen kleren droeg, Viola Kerinska herkende, de enthousiaste, maar weinig begaafde Poolse, met wie zjj tientallen jaren geleden de toneelschool had bezocht. Nadien had zij het meisje slechts eenmaal weergezien toen Viola een kleine bijrol was toebedeeld in het toneelstuk waarvan de hoofdrol voor Judith de glorie van haar opgang en haar leven vormde. Judith zag dat de herkenning wederzijds was, maar bjj Viola wekte dit geen wrevel op. De verwondering van het eerste moment trok schielijk weg, de ogen neergeslagen, het ingevallen gelaat nog bleker dan eerst stond zij bevend en bedeesd voor de pompeus geklede trotse Judith en geen der woorden, die zij zoveel malen had overdacht, kwam thans over haar lippen. Judith Leicarson verbrak de onaangename stilte. Met het reiken van haar hand zei ze: „Dat is een merkwaardige verrassing, Viola. Gaat het goed met jou? Waarom wilde je mij spreken?" Het bleke gelaat der kleine oude vrouw werd overtrokken met een zacht rose gloed. Bedeesd nam zij de toegestoken hand en drukte ze zwakjes. Bevend van het hoofd tot de voeten zei ze zachtjes met hese schorre stem: „Ja, Judith, ja mevrouw, ik hoorde eerst kortgeleden dat wij in dezelfde stad woonden. Ik wilde u zo graag weerzien na al die jaren." Vijf minuten later stond zij weer buiten. Geen stoel was haar aangeboden; nog gevoelde zij de kilheid in haar hart om de trotse laatdunkende houding van Judith. Maar bij deze ontmoediging was er toch een gevoel van blijheid omdat zij tegenover deze rijke •vrouw het juiste doel van haar komst verborgen had kunnen houden. Judith Leicarson stond nog op dezelfde plaats waar Viola haar verlaten had. Haar gedachten waren bij Viola, zonderling bezoek waarvan de uitleg niet op waarheid steunen kon. Dan' zag ze weer de langgedragen kleren van haar bezoekster: bedelen, dat ene woord stond daarna scherp voor haar geest. Een uur later rapporteerde de teruggekeerde huisknecht, dat de dame een armoedig huis in de binnenstad was binnengegaan. In de namiddag liet Judith er zich heenbrengen en beklom met moeite de hoge trappen. Viola opende de deur en Judith trad de kamer binnen, die doordrenkt van het bloemige licht der neergaande zon vol rust en vrede was. „Mijn man is zeer ziek," waarschuwde Viola en ging Judith voor naar een alcoof waar de oude zieke man neerlag op zijn schamel bed. Een schok ging door haar nek toen zij Herbert Dake herkende, den vroegeren schouwburgkassier, die haar in zijn jonge jaren zo mateloos geadoreerd had. De zieke opende de ogen, maar hij zag Judith niet, hij zag alleen Viola, zijn ogen straalden een liefde uit waarvoor Judith zich beschaamd terugtrok. Zij wenkte Viola en fluisterde haar toe: „Mag ik jullie helpen, Viola?" Een moment aarzelde Viola, was er verzet in haar ogen. Maar dan wendde zij zich om en boog zich over Herbert heen: „Judith is gekomen," zei ze met vreemde hartstocht, nu kan ik alles voor jou kopen, Herbert." Toen Judith teruggekeerd was in haar huis, gevoelde zij de benauwende druk van haar kille zielloze rijkdom, van haar eer en roem als een onmetelqk leed haar hart binnendringen. WALTER.
REDACTIE-ADRES: BERKENSTRAAT 57, HAARLEM (NOORD) TT ai ons uil de afdelingen ter ore k wanre ALKMAAR
Verslagboek der studiedagen Binnen enkele dagen zal van de drukkerü klaar komen het verslagboek der sociale studiedagen, welke gehouden zijn van 24 tot en met 26 Augustus 1940 in de Bisschoppelijke Nijverheidsschool te Voorhout. Dit verslagboek verschijnt onder de titel: VREDE EN SOCIALE GEBONDENHEID
Het bevat in extenso de gehouden inleidingen, te weten: Ook de in rampen gedompelde wereld wordt door Gods Voorzienigheid bewaard en bestuurd. Ingeleid door dr. A. A. Olierook, pr. Onze vredestaak in het kader van de actie Naar de Nieuwe Gemeenschap. Door mag. dr. Stokman O.F.M. Jesus Christus, Koning der liefde en Vorst van de vrede. Ingeleid door prof. dr. B. H. Molkenboer O.P. De Sobriëtasbeweging in de moderne tijd. Door Henri G. M. Hermans. Veredeling van het ontspanningswezen. Ingeleid door Jos. Veldman. Soafale en economische gebondenheid in de middeleeuwen. Door Max van Poll. Sociale vooruitgang en economische welvaart. Ingeleid door drs. H. L. Jansen. De prijs van dit boek, hetwelk typografisch keurig verzorgd is, ' i*zo laag mogelijk gehouden en bedraagt voor eerwaarde geestelijke adviseurs en leden van onze organisatie 65 cent per exemplaar, voor niet-leden 80 cent. Franco toegezonden. Zij die onze studiedagen hebben bijgewoond kunnen het u vertellen hoe actueel de stof was die daar werd behandeld, zodat dit boek in deze tijd voor allen van veel nut kan zijn. De deelnemers aan de studiedagen ontvangen het verslagboek gratis, doch zeer veel bestuurders en leden zullen het ongetwijfeld in hun bezit willen hebben. Daarom werd alleen de kostprijs maar berekend. Bestel echter zo spoedig mogelijk aan ons bondsbureau te Amsterdam onder storting van het bedrag. Wacht niet, doe het nu!
Onze pasfoto Allen zonder uitzondering hebben wy de laatste tijd onze foto moeten laten maken. Het was bij de fotografen overweldigend druk, zodat zij uw portret niet konden bijwerken en er een geflatteerde foto van konden maken. En menigeen zal zich hebben afgevraagd, ben ik dat? En het geeft aanleiding tot overpeinzing. De achtergrond van de foto is grauw als het beeld van de nuchtere werkelijkheid, waarin je leeft. En je ogen zijn glansloos, ze schitteren niet, ze prikkelen niet, ze lokken en lonken niet, ze verleiden niet, ze keuren niet goed of af, alleen, ze staren en vragen: vind je nu werkelijk dat je zo bent? Wat doe je in je dagelijks leven met je ogen? Er wordt wel eens gezegd dat de ogen de spiegel der ziel zijn. Daarom spreken we over de onschuldige kijkers der kinderen. Daarin glanst de blanke onschuld van onbedorven kinderzielen, het nóg onbewuste verlangen naar het schone en edele, dat God in de wereld heeft neergelegd voor allen die van goeden wille zijn. Maar wat doen jouw ogen? Spreekt er valsheid uit, minachting, hoogvaardigheid, zinnelijkheid, laster of drift en onrechtvaardigheid? In 's mensen ogen vindt de ondeugd zijn uitdrukking. Zo goed als rechtvaardige mensen in hun ogen de weerglans neerleggen van hun deugd en hun beheerst gevoelsleven. Maar je portret zegt je meer! Je hele gezicht staat er op. Het is duidelijk te zien dat je geposeerd hebt. Je tracht misschien enigermate te lachen, omdat je in het algemeen die gave aan je medemensen gewoon bent te onthouden. Je lacht je zelve uit,
want je poseert! Je gezicht bezit op dat portret geen levensbeweging, alle spieren liggen verhard op het wezenloos papier. Zo kon dat gezicht een masker zijn. Een masker!...... Ja, velen dragen een masker in hun leven rond en hun gelaatsuitdrukking is slechts een toneel-coulise, waarachter het spel gespeeld wordt. Zij doen onwerkelijk, spreken en lachen vals, gedragen zich als clowns, zonder de moed te bezitten zichzelf te geven. Waarom? Omdat het van binnen niet deugt, en heel hun handel en wandel beïnvloed wordt door onware en bedriegeüjke motieven. Maar al te dikwijls wordt er geposeerd in het leven. Leer jezelf kennen en tracht jezelf te verbeteren. Wees ongekunsteld, eerlijk en recht door zee. Weg met alle valsheid, met iedere geforceerde houdig, met. een onware pose. Durf dan met jezelf spreketi en moge hét antwoord zijn: ik doe tenminste mijn best om waarachtig te zijn. N. B., pr. Iraar
men
verwaelat
•wordt
VELSEN. Ledenvergadering op Vrijdag 25 October 1940, in café Dé Viersprong, hoek Slaperdijk, des avonds half acht. Agenda: Mededelingen, o.a. St. Nicolaas-kinderfeest en Kerstactie; bespreking winterprogramma. WASSENAAR. De R. K. Volksbond houdt Maandag 21 October na het Lof om ongeveer 7 uur haar eerste ledenvergadering in het patronaatsgebouw, waarbij als spreker zal optreden onze districtsbestuurder J. W. v. d. Akker, behandelend; Onze arbeidersbeweging in deze tijd.
voud, maar met een vurige liefde van dankzeggingen, maar ook met een groot geloof en diepe nederigheid om te smeken voor een rechtvaardige vrede voor de wereld. De regeling zal geheel zoals andere jaren zijn. De nieuwe geestelijke adviseur van de Kath. Volks.bond, de weleerw. heer C. M. Broers, zal de hulde en het eerherstel namens de Kath. Volksbond aan Jesus in Zijn H. Sacrament brengen. De R. K. Mannenzangvereniging St. Caecilia zal de gezangen opluisteren en de heer Fr. Pielage, organist der kerk, zal met orgelspel begeleiden. Het aanbiddihgsuur begint half drie.
Veredeling van het ontspanningsleven
Het is moeilijk over veredeling van het ontspanningsleven tespreken zonder daarbij direct en volledig het vraagstuk van de vrije-tijd-besteding te betrekken. Wat verstaan we onder vrije» tijd? Onder vrije tyd verstaan wa die tijd, welke niet aan beroep» arbeid of aan de voorbereiding tot de beroepsarbeid moet worden besteed, maar waarover de arbeider in volle vrijheid kan, beschikken: Ie. voor zijn godsdienstige, verstandelijke, zedelijke, maatschappelijke en aesthetische vorming en devoties; 2e. voor zijn ontspanning en zijn rust; vriendschapsbeWoningbouwvereniging St. Bavo 3e. voor zijn trekkingen, huiselijke genoeDe onderafdeling, woningbouwgens en liefhebberijen. vereniging St. Bavo vierde dezer De stoffelijke verbeteringen, dagen haar 25-jarig bestaan wat door de arbeidersbeweging in 'n geworden is tot een spontane halve eeuw bereikt, vormden de uiting van dankbaarheid en hul- basis voor de geestelijke verhefde aan de werkers. fing van den arbeider. De gehouden receptie werd Drankbestrijding, leerplicht, door tal van vooraanstaande betere woningen, een kortere arpersonen bezocht en een zeer beidsdag, meer vrije tijd konden grote schat van bloemen drukte pas gedijen nadat, door betere tevens het medeleven uit van arbeidsvoorwaarden, een betere zustervereniging, bond en andere beloning, een betere stoffelijke corporaties. De bewoners der hui- positie voor de arbeiders was bezen boden een kantoorameuble- reikt. ment aan en om de feestvreugde Vooral de vrije tijd was een te verhogen woei van zeer vele prachtige verovering. huizen onze vaderlandse drieNiet allen echter wisten een kleur. goed gebruik te maken van de De kerkelijke viering was schit- verkregen vrije tijd. terend en de belangstelling daarTen eerste omdat de opvoebij zeer groot. ding tot een goede vrije-tijd-beDe feestmiddagen verzorgd steding ontbrak en vervolgens door de familie Hofman waren af omdat het genots- of ontspanen bezorgden allen enige aange- ningskapitaal een totaal verkeername uren. de vrije-tijd-besteding beïnvloedSt. Bavo, proficiat! de. Gelukkig zijn er vele jongerr en oudere arbeiders, die eerbied R. K. Wandelsportvereniging • hebben voor de nobele traditie St. Bonifacius onzer beweging en die bij hun Het bestuur van de R.K. Wan- streven naar een fiere, zelfbedelsportvereniging St. Bonifacius wuste, opwaarts strevende arbeite Haarlem maakt bekend dat de dersstand een betere vrije-tijdmars, welke door omstandighe- besteding, een veredeling dei' den op 7 en 8 September niet kon ontspanning willen bevorderen doorgaan, thans is vastgesteld op door: Zaterdag 19 en Zondag 20 Octoa. goede smaak aan te kweken; HAARLEM ber. b. voor een fijne gezinssfeer de Gestart wordt op Zaterdag om Hulde en Eerherstel aan Jezus ogen te openen; 2 uur en op Zondag om 12 uur in het H. Sacrament vanuit het Patronaatsgeb.ouw in c. de geloofsbeleving en devoAls er ooit een tijd geweest is de Koningsteijnstraat. ties vooral in de vrije tijd te om te bidden en aanhoudend te Groepen worden verzocht minbevorderen; bidden, dan is het zeker deze ge- stens een kwartier te voren ge- d. de lichamelijke vorming sterweldige tijd, welke-wij thans be- reed te zijn om te kunnen starker tot gelding brengen leven. Daarom het initiatief van ten, opdat alles een vlot verloop (zwemmen, roeien, zeilen); de Commissie van Geestelijke Be- mag hebben. langen van de Kath. Volksbond, Voor 7 en 8 September hadden e. de kunstopvoeding te verzorgen (volkslied, volksdans, toeen uur in te stellen bij het grote ruim 500 personen ingeschreven neel, muziek); aanbiddingsfeest van Zondag 20 en het bestuur hoopt, dat dit aanOctober a.s., namiddags half drie, tal thans nog ver zal worden f. de volksontwikkeling vergroten (musea, literatuur, biblioin de parochiekerk van den H. overschreden. theekwezen, volks- en heemAntonius aan de Nieuwe GroenVerenigingen, clubs en indivikunde) ; markt, om Jesus in Zijn H. Sa- duelen, welke reeds hadden ingecrament alle eer en hulde te bren- schreven, behouden hun opgezon- g. het reizen, trekken, kampegen, welke wij armzalige schep- den straatnummer en gelieven ren, familiebezoek, bedevaarselen Hem kunnen geven. Laten dit mede te nemen. ten te organiseren en bevorwij allen met geheel ons gezin Het parcours is schitterend en deren. naar de kerk komen, in alle een- bedraagt 25 km. De arbeidersbeweging bezit reeds vele goede en schone instellingen voor dit doel. Deze moeten worden geordend en doelmatig gericht op een betere vrije-tijd-besteding en veredelende ontspanning. „Alle pogingen om de maatschappij te hervormen zullen De arbeidersbeweging dient machteloos blijven en geen geneesmiddel zal baten, tenzij nieuwe initiatieven te nemen de mensen weer openlijk en oprecht terugkeren tot de leer voor de oprichting van al die invan het Evangelie, met andere woorden, tot de geboden van stellingen, die de vrije-tyd-besteHem, die alleen woorden van eeuwig'leven heeft." ding gunstig beïnvloeden. (Paus Pius XI). Het gaat daarbij om meer Die woorden indertijd gesproken zijn toepasselijk op onze vreugde, waarachtig geluk te tijden. Wij moeten bezield zijn met blijmoedig Godsverbrengen in duizenden gezinnen trouwen, met liefde voor onzen evenmens. Zulke mensen bij tienduizenden arbeiders. worden gevormd in de gesloten retraite en kunnen daar het Dat is ten volle waard daargeneesmiddel vinden om een nieuwe, gezonde maatschappij voor in de komende tijd met ofte bouwen. fervaardigheid en toewijding te werken. Hoewel wij het steeds over onze instellingen van onze R. K. arbeidersbeweging hebben gehad, komt het ons nu gewenst voor eens over een ander te spreken. En dit is wel hoofdzakelijk over het Allerzielenlof, hetwelk op Zondag 3 November a.s. zal plaats hebben in de kapel van het R. K. kerkhof St. Barbara, des middags 3 uur. Men zorge er voor beslist om 3 uur aanwezig te zijn, daar anders voor geen plaats kan worden ingestaan. De plechtigheid zal worden opgedragen door onzen geestelijken adviseur, rector C. Vis. Wij vertrouwen, dat vele leden aan deze uitnodiging gevolg zullen geven en dat zij hun medeleden, die dit bericht niet lezen, hiervan in kennis stellen. Zoals u weet, hebben wij u steeds op de hoogte gehouden met de diverse aangelegenheden van onze organisatie. En wij hopen dit te blijven doen. Vooral wat onze onderafdelingen en instellingen betreft. Wij hadden echter gehoopt meer medewerking te verkrijgen van de besturen van die diverse afdelingen. Maar helaas, wordt de propaganda wederom op een lijn geschoven en komt het wederom op één persoon neer. En dit is niet goed voor de toekomst. Wij moeten en bloc onze principiële overtuiging durven te handhaven, vooral in deze tijd, dan tonen wij pas, dat wij overtuigd en principieel aan elkaar verbonden zijn en eerlijke vrienden zijn van het Katholiek Werkliedenverbónd. Dus, vrienden, in deze geest onze arbeid voortgezet, dat zal u bewijzen, dat onze beweging de kant uitgaat waarheen zij steeds heeft gestreefd. Daarom, blijf trouw aan onze katholieke arbeidersbeweging. Dus ti*bts alles, blijf trouw aan uw eigen principiële organsatie. Want door de leiding te volgen ^an uw bestuur, steunt gij het werk van onze beweging.
GOUDKORREL
HERSTEL: ALGEMEEN
NOVEMBER
AANVANG Incasso < portefeuille
der goedk. schriftel. lessen in Fransch, Duitsch, Engelsen, Boekh., Taal m. Rekenen, enz. è. 65 et. per maand. Ook Steno en Alg. ontw. Vraag gratis proefles Cursus Zelfontw., Bosb. Toussaintstr. 46 C., Amsterdam-West. PAUL BDAND ATEUEB - KCRKELUKE KUHST * PB MARIANNELA*SM/* YöOftBUD^r.M Ml iÜ F l l£ T H rïAX™1 GE
Coöp. Levensverzekerings Mij U. A.
INSTELLING VAN HET R. K. WERKLIEDENVERBOND
UTRECHT
OUDENOORD
KATHOLIEK WEEKBLAD
CONCURRERENDE TARIEVEN BILLIJKE VOORWAARDEN AANDEEL IN DE WINST
O
ter overname aangeboden Propagandistische krachten ('leden der R.K.W.V.) gelieven hun sollicitaties in te zenden bij het bestuur der R.K.W.V. te Nijmegen, Gebouw „Unitas" Persoonlijke ontvangst alleen na oproep mogelijk.
ZANGKANARIES Zangmannen ƒ 1,25, Seyf ertmannen ƒ 1,50. De beste zangseyfertmannen f 2. Zang wordt gegarandeerd. Kanariepopjes f 0,25. Zebravinken, teelbaar f 2,— per paar. Parkieten teelbaar, f 1,05 per paar. Prima Gem. Vogelzaden f 1,40 p. 10 p. Sysjes, Robijnen, Vinken. Vraagt Vogel- en zaadprijscouranten. Fijnkwekerij Nico Borneman, Merelstr. 31b Utrecht Tel. 13617
NU, maar ook voor de toekomst is Coöperatie onmisbaar l moet en zal een belangrijke taak hebben bij de wederopbouw. Houdt dus ook NU vast aan Uw coöperatieve gedachte l
VRAAGT PROSPECTUS EN V O O R W A A R D E N
Blijft ook NU trouw verbruiker van :
lid en
R. R. Coöperatieve Verbruiksvereniging
N. V. TH. J. DOBBE EN ZOON K A N T O O R - EN T E E K E N B E H O E F T E N SPECIAAL ADRES VOOR VULPENHOUDERS
OUDEGRACHT 138 - UTRECHT - TELEFOON 10013
HET ANKER u,a, Kruisstr. 54 • L. Vrouweplein l
T I L B U R G PHILIPS „BI-ARLITA" is de beste lamp die Philips ooit heeft gemaakt! Tot 20% zuiniger! Dat beteekent iets in dezen tijd! Lager stroomverbruik en tóch de volle maat aan gezellig, helder licht!
FAöRIftAAT
PHILIPS
Tengevolge van de abnormaal groote aankoopen tijdens de laatste maanden is het niet mogelijk geweest al Kef gevraagde direct te leveren. Reden tot ongerustheid hieromtrent bestaat echter niet. .
Onze fabriek werkt met ca. 1000 arbeiders op volle kracht. Alle bestellingen worden dan ook zoo spoedig mogelijk uitgevoerd. De kwaliteit onzer fabrikaten blijft ongewijzigd. De prijzen van Januari 1940 blijven gehandhaafd. Teneinde te bereiken, dat alle Geroverkoopers een billijk deel der productie ontvangen, hebben wij voor onze fabrikaten een distributiestelsel uitgewerkt. Hierdoor kan het voorkomen, dat firma's, die reeds meer dan het hun toekomende hebben betrokken, tijdelijk geen nieuwe bestellingen kunnen aannemen. De meeste zaken, die onze fabrikaten verkoopen, kunnen zulks echter wel. Zoo noodig worden adressen hiervan door ons verstrekt.
NV GEROFA5RIEK-ZEI5T (GERO>
IGEROI(ZILMETA)
CERO-Z1LVER
GERO-ZILMCTA
TONEELLIEFHEBBERS De Soldatendochter De Haarkuur Ridders zonder vrees of blaam De Pantoffelheid "Elk stukje speelt ongeveer i Uitgave:
l bedrijf l D. en 3 H, l bedrijf 4 Heren of l D. en 3 H, l bedrijf 7 Heren 2 taferelen l D. en 2 H. uur. Prys 75 cent per exemplaar.
TONEELFONDS „VARIA" HEERENWEG 66 —
UTRECHT
Girorekening 347954.
DUO HOFMANN'S CABARETFeesiprogramma's met cachet HET adres voor Vroolijks Kleinkunst; 3, 4. 5 of 6 Arrtsten
GERO-MESSEN
Vraagt onze vrije data, prosp. en Programma's
Radiovveg 5, Amsterdam (O.), ielef. 5312O