Algemene voorwaarden Rabocard Extra 2006 I. Inleidende bepalingen II. Doorlopend Krediet Rabocard Extra III. Rabocard Extra A. Gebruik en toepassingsmogelijkheden B. Verplichtingen en aansprakelijkheden IV. Slotbepalingen
Algemene voorwaarden Rabocard Extra 2006 I. Inleidende bepalingen 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: a. kredietovereenkomst: de overeenkomst waarbij aan een kredietnemer een doorlopend krediet Rabocard Extra wordt verstrekt, waarover uitsluitend door middel van een Rabocard Extra kan worden beschikt. De kredietovereenkomst kan deel uitmaken van de overeenkomst Rabo Riant Pakket of Rabo Totaal Pakket; b. kredietgever: de in de overeenkomst genoemde bank en/of financiële instelling, zowel samen als ieder afzonderlijk, die het krediet aan de kredietnemer heeft/hebben verstrekt; c. kredietnemer: de natuurlijke persoon of personen, zowel samen als ieder afzonderlijk, met wie een kredietovereenkomst is/zijn gesloten; d. kaarthouder: de natuurlijke persoon op wiens naam een Rabocard Extra is gesteld; e. rekeninghouder: degene of degenen, zowel samen als ieder afzonderlijk, die met de kredietgever een overeenkomst met betrekking tot een Rabo RiantPakket of een Rabo TotaalPakket is/zijn aangegaan; f. kredietlimiet: het maximumbedrag van het krediet waarover met een Rabocard Extra mag worden beschikt; g. betalingstermijn: het tijdvak dat ligt tussen 2 opeenvolgende tijdstippen waarop de kredietnemer een betaling moet hebben gedaan; h. incassorekening: de in de kredietovereenkomst vermelde rekening ten laste waarvan de aan kredietgever opeisbaar verschuldigde geldbedragen worden betaald; i. Rabocard Extra: de kaart (met bijbehorende pincode) waarmee tot maximaal de overeengekomen kredietlimiet betalingen en geldopnamen mogen worden verricht; j. toepassingsmogelijkheden: alle betalingen, geldopnamen en overige handelingen die op grond van de kredietovereenkomst en deze algemene voorwaarden met een Rabocard Extra ten laste van het krediet kunnen worden verricht; k. geldautomaat: een door de kredietgever aangewezen automaat waarbij een kredietnemer met de Rabocard Extra in combinatie met de bijbehorende pincode (contant) geld kan opnemen;
l. betaalautomaat: een door de kredietgever aangewezen automaat waarmee de kredietnemer met de Rabocard Extra in combinatie met de bijbehorende pincode kan betalen; m. kredietovereenkomst op afstand: de kredietovereenkomst die gesloten wordt in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverrichting op afstand, waarbij tot en met de totstandkoming uitsluitend gebruik gemaakt wordt van een of meer technieken voor communicatie op afstand.
II. Doorlopend Krediet Rabocard Extra 2 Algemeen Aanvraag van het doorlopend krediet Rabocard Extra a. Uitsluitend de kredietgever beslist of een aanvraag voor een doorlopend krediet Rabocard Extra kan worden geaccepteerd. De kredietgever kan zich bij de beoordeling van een aanvraag genoegzaam (laten) informeren over de kredietwaardigheid van de aanvrager. b. Als er meer rekeninghouders zijn, kan iedere rekeninghouder een eigen doorlopend krediet Rabocard Extra aanvragen, met daaraan gekoppeld één Rabocard Extra. Aanvraag Rabocard Extra c. De kredietnemer kan een Rabocard Extra voor zichzelf óf voor een andere natuurlijke persoon aanvragen. De kaarthouder dient ten minste 18 jaar oud te zijn. Per krediet wordt slechts één Rabocard Extra verstrekt. d. Tenzij uitdrukkelijk anders met de kredietgever is overeengekomen, wordt uitsluitend aan de kredietnemer een op diens naam gestelde Rabocard Extra verstrekt. e. Indien een Rabocard Extra op naam van een andere natuurlijke persoon dan de rekeninghouder wordt aangevraagd c.q. wordt gesteld, is het bepaalde in artikel 4 van deze voorwaarden van toepassing. De kredietnemer staat er voor in dat de kaarthouder in ieder geval voldoet aan alle verplichtingen die ter zake van het gebruik van de Rabocard Extra op de kaarthouder rusten uit hoofde van de overeenkomst en de van toepassing zijnde algemene voorwaarden. De kredietnemer zorgt ervoor dat alle aan hem verstrekte c.q. tot hem gerichte (nadere) informatie en mededelingen die betrekking heeft/hebben op (het gebruik van) de Rabocard Extra, de kaarthouder tijdig hebben bereikt. Beschikken over krediet f. Over het krediet kan uitsluitend worden beschikt door met een Rabocard Extra gebruik te maken van de toepassingsmogelijkheden. g. De kredietgever is geen partij bij de rechtsverhouding waarop transacties met de Rabocard Extra betrekking hebben. h.. Het bedrag van iedere betaling of opname met een Rabocard Extra wordt bij of na het verrichten daarvan, ten laste van het daarbij behorende krediet gebracht.
Kredietvergoeding i. De kredietnemer is een kredietvergoeding verschuldigd, welke op dagbasis wordt berekend over het uitstaand debetsaldo, op basis van het kredietvergoedingspercentage. Aan het einde van iedere betalingstermijn wordt de verschuldigde kredietvergoeding ten laste van het krediet gebracht. De verschuldigde kredietvergoeding mag altijd op een andere wijze in rekening worden gebracht. j. De kredietnemer is geen kredietvergoeding verschuldigd indien hij het op het rekeningoverzicht vermelde uitstaand saldo binnen 14 dagen na dagtekening van het rekeningoverzicht heeft afgelost. k. De kredietgever mag de overeengekomen kredietvergoeding altijd wijzigen. Aflossing in maandtermijnen l. De kredietnemer is verplicht, uiterlijk op de laatste dag van iedere betalingstermijn, het overeengekomen termijnbedrag te voldoen. Betaling van het termijnbedrag vindt plaats ten laste van de in de kredietovereenkomst vermelde incassorekening. Valuta m. Bedragen die uit hoofde van de kredietovereenkomst of deze algemene voorwaarden verschuldigd zijn, worden aan de kredietnemer in euro in rekening gebracht. - Betalingen in andere valuta worden omgerekend in euro op basis van de girale verkoopkoers op de dag van verwerking. - Opnamen in andere valuta worden omgerekend op basis van de verkoopkoers voor bankpapier op de dag van verwerking. Rekeningoverzicht n. De kredietgever verstrekt de kredietnemer maandelijks een rekeningoverzicht en/of stelt de kredietnemer in de gelegenheid kennis te nemen van een rekeningoverzicht, waaronder mede wordt begrepen het op elektronische wijze beschikbaar stellen daarvan. Op dit overzicht zijn onder meer de bedragen vermeld van de betalingen en opnamen die met een Rabocard Extra zijn gedaan. o. De kredietnemer dient een hem verstrekt rekeningoverzicht terstond te controleren. Indien de kredietgever de kredietnemer in de gelegenheid stelt kennis te nemen van een rekeningoverzicht, dient de kredietnemer de daarin vermelde informatie regelmatig maar tenminste één keer per twee weken te controleren. Terugboeking van bedragen p. Indien de kredietnemer van mening is dat een onjuiste transactie en/of een onjuist bedrag ten laste van het krediet is gebracht, dient de kredietnemer de kredietgever hiervan schriftelijk in kennis te stellen uiterlijk binnen dertig dagen na dagtekening van het rekeningoverzicht waarop de transactie en/of het bedrag is vermeld, danwel binnen dertig dagen nadat dit rekeningoverzicht redelijkerwijs geacht kan worden hem te hebben bereikt. In deze schriftelijke verklaring dient de kredietnemer tevens de reden te vermelden van de (vermeende) onjuistheid. Nadat de kredietgever de schriftelijke verklaring binnen de gestelde termijn heeft ontvangen, zal deze (het deel van) het bedrag c.q. de bedragen dat/die volgens de kredietnemer onterecht in rekening is/zijn gebracht op het krediet terugboeken. Indien uit een later onderzoek door of ten behoeve van de kredietgever blijkt dat het betreffende bedrag c.q. de betreffende bedragen terecht in rekening was/waren gebracht, zal de kredietgever dit bedrag c.q. deze bedragen opnieuw ten laste van het krediet brengen,
vermeerderd met de rente en de eventuele kosten van de terugboeking en/of het onderzoek.
q. Indien met een Rabocard Extra betalingen zijn verricht en de kredietnemer/kaarthouder meent recht te hebben op (terug)betaling, is de kredietgever niet gehouden tot enige (terug)betaling. Overschrijding kredietlimiet r. De kredietnemer draagt er zorg voor dat de overeengekomen kredietlimiet niet overschreden wordt. Indien deze limiet niettemin overschreden wordt, is het bedrag waarmee de kredietlimiet wordt overschreden onmiddellijk opeisbaar. Het bedrag waarmee de kredietlimiet wordt overschreden wordt aan het einde van de betalingstermijn waarin de overschrijding is ontstaan, ten laste van de in de kredietovereenkomst vermelde incassorekening gebracht. Volmacht tot incasso s. De in de kredietovereenkomst aan de kredietgever verstrekte bevoegdheid c.q. de volmacht tot afschrijving van opeisbaar door de kredietnemer aan kredietgever verschuldigde bedragen betreft in ieder geval (i) de maandelijkse termijnbedragen die verschuldigd zijn bij een normale afwikkeling van de kredietovereenkomst, (ii) het deel van het uitstaand saldo waarmee de kredietlimiet wordt overschreden, alsmede (iii) het uitstaand debetsaldo nadat dit (vervroegd) opeisbaar is geworden. Vervroegde aflossing t. De kredietnemer mag een uitstaand debetsaldo altijd geheel of gedeeltelijk vervroegd boetevrij aflossen. Gedeeltelijke vervroegde aflossingen ontslaan de kredietnemer niet van zijn maandelijkse betalingsverplichtingen.
3 Meerdere rekeninghouders Indien het Rabo RiantPakket of het Rabo TotaalPakket wordt overeengekomen met meerdere rekeninghouders en indien één of meer van deze rekeninghouder(s) een doorlopend krediet Rabocard Extra aanvraagt/aanvragen, gelden de volgende bepalingen. a. Iedere rekeninghouder is hoofdelijk en voor de gehele schuld tegenover de kredietgever aansprakelijk, met dien verstande dat de hoofdelijke aansprakelijkheid voor een krediet verstrekt aan een andere rekeninghouder beperkt is tot de met de andere rekeninghouder overeengekomen kredietlimiet. b. Bij afstand door de kredietgever van zijn vorderingsrecht tegenover een kredietnemer of tegenover een persoon die aansprakelijk is op grond van (artikel 80b jo) artikel 102 Boek 1 Burgerlijk Wetboek, behoudt de kredietgever zich uitdrukkelijk alle rechten voor en blijft iedere overgebleven rekeninghouder hoofdelijk en voor de gehele schuld aansprakelijk.
4 Volmacht aan derden Een kredietnemer mag een derde schriftelijk of op een andere door de kredietgever akkoord bevonden wijze volmacht verlenen om met een op diens naam gestelde Rabocard Extra over het krediet te beschikken. De kredietgever kan voorwaarden stellen aan de vorm en/of de inhoud van en/of de procedure voor het verlenen van zo’n volmacht. De kredietgever is nimmer verplicht met zo’n gevolmachtigde te handelen. Van zo’n volmacht mag jegens de kredietgever in ieder geval geen gebruik meer worden gemaakt in geval van:
a. faillissement, surséance van betaling, onder curatelestelling of overlijden van de kredietnemer die de volmacht heeft verleend, het van toepassing verklaren van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de kredietnemer die de volmacht heeft verleend of ingeval de kredietnemer, die de volmacht heeft verleend niet meer bevoegd is over het krediet te beschikken; b. faillissement, ondercuratelestelling of overlijden van een gevolmachtigde en het van toepassing verklaren van een wettelijke schuldsaneringsregeling op een gevolmachtigde; c. herroeping door de kredietnemer die de volmacht heeft verleend; d. opzegging door de gevolmachtigde; e. verloop van de tijd waarvoor de volmacht is verleend. De kredietnemer en de gevolmachtigde zijn verplicht de kredietgever onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van een hiervoor onder a tot en met e vermeld rechtsfeit of van enig (ander) feit dat leidt of kan leiden tot beëindiging van de volmacht. Aan de kredietgever kan een rechtsfeit als bedoeld onder a tot en met e of de beëindiging van de volmacht uitsluitend worden tegengeworpen indien hij daarvan een schriftelijke mededeling heeft ontvangen. De kredietnemer staat er jegens de kredietgever voor in dat hij de hiervoor vermelde verplichtingen van de gevolmachtigde jegens de kredietgever ten behoeve van hen zal bedingen.
5 Inperking kredietlimiet De kredietgever mag om zwaarwegende redenen de overeengekomen kredietlimiet altijd verlagen.
6 Weigering beschikking krediet De kredietgever mag om zwaarwegende redenen de kredietnemer altijd weigeren (geheel of gedeeltelijk) over het krediet te beschikken.
7 Duur en einde kredietovereenkomst/opeising van het saldo De kredietovereenkomst is voor onbepaalde tijd aangegaan en eindigt slechts in de onderstaande gevallen. a. De kredietovereenkomst eindigt, en het door de kredietnemer verschuldigde debetsaldo is terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar, ingeval: - de kredietnemer gedurende ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling van een verschuldigde maandtermijn, en na in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft in de nakoming van zijn/haar verplichtingen; - de kredietnemer niet meer in Nederland woont, of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kredietnemer binnen enkele maanden niet meer in Nederland zal wonen, tenzij de kredietgever schriftelijk te kennen heeft gegeven dat de kredietovereenkomst wordt voortgezet; - de kredietnemer is overleden en er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst niet zullen worden nagekomen; - de kredietnemer failliet is verklaard of op hem de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard; - de kredietnemer -met het oog op het aangaan van de kredietovereenkomst- bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt, van dien aard dat de kredietovereenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan als de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest. Betaling van het opeisbare saldo vindt plaats ten laste van de in de kredietovereenkomst vermelde incassorekening. b. De kredietovereenkomst eindigt, doch het door de kredietnemer verschuldigde debetsaldo is niet terstond en
zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar, ingeval: - de kredietnemer is overleden en er geen gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst niet zullen worden nagekomen; - de kredietnemer onder curatele is gesteld; - van een aanvraag tot faillissement, surséance van betaling of van toepassingsverklaring van de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op de kredietnemer. Het nog verschuldigde debetsaldo dient in deze gevallen te worden afgelost door betaling van de maandtermijnen overeenkomstig de overeengekomen betalingsregeling. c. De kredietovereenkomst eindigt, indien deze op afstand is gesloten en de kredietnemer de overeenkomst binnen de in artikel 10 genoemde termijn heeft ontbonden. Het door kredietnemer alsdan verschuldigde debetsaldo is opeisbaar nadat 30 kalenderdagen verstreken zijn en kredietnemer dit saldo niet heeft terugbetaald. Betaling van het opeisbare saldo vindt plaats ten laste van de in de kredietovereenkomst vermelde incassorekening. d. Indien de kredietgever gebruik maakt van zijn in artikel 5 onder b vermelde bevoegdheid tot inperking van de kredietlimiet, eindigt de kredietovereenkomst zodra de kredietnemer de 75 jarige leeftijd heeft bereikt. e. Indien daartoe, naar zijn oordeel, aanleiding bestaat, mag de kredietgever de kredietovereenkomst opzeggen. Het nog verschuldigde debetsaldo wordt dan niet onmiddellijk opeisbaar en dient te worden afgelost door betaling van de maandtermijnen, overeenkomstig de overeengekomen betalingsregeling. f. Indien kredietnemer de overeenkomst met betrekking tot het Rabo RiantPakket of het Rabo TotaalPakket, waarvan het doorlopend krediet Rabocard Extra deel van uit maakt, wijzigt of beëindigt, eindigt de kredietovereenkomst. Het nog verschuldigde debetsaldo wordt dan niet onmiddellijk opeisbaar en dient te worden afgelost door betaling van de maandtermijnen, overeenkomstig de overeengekomen betalingsregeling. g. De kredietnemer mag de kredietovereenkomst altijd zonder opgaaf van redenen opzeggen. Het nog verschuldigde debetsaldo dient dan onmiddellijk en volledig door kredietnemer te worden voldaan. Betaling van het opeisbare saldo vindt plaats ten laste van de in de kredietovereenkomst vermelde incassorekening. Overigens blijft het in de kredietovereenkomst en deze algemene voorwaarden bepaalde zoveel mogelijk van toepassing, ook nadat de kredietovereenkomst is geëindigd, totdat de kredietnemer al hetgeen hij de kredietgever uit hoofde van de kredietovereenkomst en/of deze algemene voorwaarden verschuldigd is, heeft betaald.
8 Verklaring van erfrecht/informatie Na het overlijden van een kredietnemer kan de kredietgever verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts)handelingen met betrekking tot het krediet verrichten, -als bewijs daarvan- (onder meer) een verklaring van erfrecht overlegt/overleggen. De kredietgever behoeft geen inlichtingen te verstrekken over het verloop van het krediet vóór de datum van overlijden van de kredietnemer.
9 Bureau Krediet Registratie De kredietgever is deelnemer van het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel, waarbij banken, financieringsinstellingen, mobiele operators en service providers zijn aangesloten. De kredietgever is overeenkomstig de reglementen van het BKR en andere relevante regelgeving bevoegd en/of verplicht bij een aanvraag voor een krediet de bij het BKR geregistreerde gegevens te raadplegen, alsmede, nadat een kredietovereenkomst tot stand is gekomen, de gegevens over het krediet te (laten) registreren bij het BKR. Ook worden onregelmatigheden in de termijnbetalingen bij het BKR gemeld.
10 Ontbinding overeenkomst op afstand a. Indien de kredietovereenkomst op afstand tot stand is gekomen, kan de kredietnemer deze overeenkomst, zonder opgave van redenen en zonder boete verschuldigd te zijn, ontbinden gedurende 14 dagen nadat de overeenkomst tot stand is gekomen. Ontbinding vindt uitsluitend plaats door middel van een door kredietnemer ondertekende schriftelijke kennisgeving aan de kredietgever. b. Vanaf het moment dat de kredietovereenkomst is ontbonden, kan niet meer over het krediet worden beschikt. Indien kredietnemer op het moment van ontbinding van de kredietovereenkomst reeds gebruik heeft gemaakt van de Rabocard Extra en er sprake is van een uitstaand debetsaldo, dient het gehele saldo uiterlijk 30 kalenderdagen na verzending van de kennisgeving van ontbinding door kredietnemer, in zijn geheel -en verhoogd met een vergoeding gelijk aan de normaliter tot dan toe verschuldigde kredietvergoeding- aan de kredietgever te zijn terugbetaald.
III. Rabocard Extra A. Gebruik en toepassingsmogelijkheden 11 Algemene bepalingen Tenaamstelling a. De kredietgever stelt de Rabocard Extra op naam van de kaarthouder. De tenaamstelling vindt plaats op een door de kredietgever te bepalen wijze. Ondertekening b. De kaarthouder dient onmiddellijk na ontvangst van de Rabocard Extra zijn handtekening in de daarvoor bestemde ruimte op de Rabocard Extra te plaatsen. Pincode c. De kredietgever stelt de kaarthouder een geheim Persoonlijk Identificatie Nummer (pincode) ter beschikking, die in combinatie met de Rabocard Extra gebruikt kan worden. Strikt persoonlijk karakter d. De kaarthouder mag een ander geen gebruik laten maken van zijn Rabocard Extra. De Rabocard Extra en de bijbehorende pincode zijn strikt persoonlijk en niet overdraagbaar. Eigendom Rabocard Extra e. De Rabocard Extra blijft eigendom van de kredietgever. Geldigheidsduur f. De geldigheidsduur van de Rabocard Extra is vijf jaar en verstrijkt op de laatste dag van de maand die op de
Rabocard Extra staat vermeld. De kredietgever kan een andere geldigheidsduur vaststellen. Omstreeks twee maanden voor de vervaldatum stelt de kredietgever de kaarthouder een nieuwe Rabocard Extra ter beschikking, tenzij de kaarthouder de kredietgever uiterlijk drie maanden voor de vervaldatum schriftelijk aan de kredietgever heeft meegedeeld geen nieuwe Rabocard Extra te willen. Onmiddellijk nadat de nieuwe Rabocard Extra ter beschikking is gesteld, mag de kaarthouder zijn oude Rabocard Extra niet meer gebruiken en dient hij deze in tweeën geknipt aan de kredietgever af te geven of -indien en voor zover dit door de kredietgever is bepaald- op een andere wijze aan de kredietgever ter beschikking te stellen of te vernietigen. Indien de kaarthouder de kredietgever meer dan drie maanden voor de vervaldatum van de Rabocard Extra schriftelijk heeft meegedeeld dat hij geen nieuwe Rabocard Extra wil, dient hij de oude Rabocard Extra uiterlijk op de vervaldatum in tweeën geknipt aan de kredietgever af te geven of -indien en voor zover dit door de kredietgever is bepaald- op een andere wijze aan de kredietgever ter beschikking te stellen of te vernietigen. Gebruiksaanwijzingen g. De kaarthouder dient de Rabocard Extra en de bijbehorende pincode uitsluitend te gebruiken voor de doeleinden die de kredietgever heeft toegestaan en met inachtneming van de door de kredietgever ter zake gegeven aanwijzingen. h. De Rabocard Extra mag op geen enkele wijze geheel of ten dele veranderd of gekopieerd worden.
12 Toepassingsmogelijkheden Algemeen a. Gedurende de looptijd van de overeenkomst, mag de kaarthouder, behoudens het bepaalde in de artikelen 5, 6, 13 en 14, met behulp van zijn Rabocard Extra tot de kredietlimiet over het krediet beschikken door gebruik te maken van de toepassingsmogelijkheden. Betalen b. De kaarthouder kan met zijn Rabocard Extra, bij bedrijven herkenbaar aan het Mastercard-vignet, in binnen- en buitenland, betalen voor verkregen goederen en/of diensten. Bij een transactie moeten de gegevens van de Rabocard Extra worden geregistreerd. Deze registratie kan plaatsvinden: - door het overnemen van de gegevens op een rekeningformulier, dat gedateerd en ondertekend dient te worden onder vermelding van het in totaal verschuldigde bedrag, of - via de daartoe bestemde elektronische apparatuur en eventueel met gebruikmaking van de pincode en/of handtekening. Geld opnemen bij bankkantoren c. De kaarthouder kan met zijn Rabocard Extra bij bankkantoren herkenbaar aan het Mastercard-vignet in binnen- en buitenland contant geld opnemen tegen gelijktijdige overlegging van een geldig legitimatiebewijs dat voor het betreffende bankkantoor acceptabel is en/of door gebruikmaking van de bij de Rabocard Extra behorende pincode. Geld opnemen via geldautomaten d. De kaarthouder kan met zijn Rabocard Extra in combinatie met de bijbehorende pincode geld opnemen via geldautomaten die herkenbaar zijn aan het Mastercard-vignet.
Instructies e. Bij het het gebruik van een geld- of betaalautomaat moeten de daarbij afgegeven instructies stipt worden opgevolgd. Wijziging toepassingsmogelijkheden f. De toepassingsmogelijkheden van de Rabocard Extra -al dan niet in combinatie met de bijbehorende pincode- kunnen altijd om zwaarwegende redenen worden ingeperkt, opgeschort, gewijzigd, uitgebreid dan wel beëindigd, zonder dat daaraan jegens de kredietgever enig recht kan worden ontleend. De kredietgever zal de kredietnemer/kaarthouder hiervan zo tijdig mogelijk mededeling te doen. Indien en voor zover de kredietgever de toepassingsmogelijkheden van de Rabocard Extra in combinatie met de bijbehorende pincode uitbreidt, zal de kredietgever de kredietnemer/kaarthouder hiervan vooraf op de hoogte te stellen. Onherroepelijkheid geldopnamen en betalingen g. Indien alle verrichtingen zijn voltooid die in het kader van een geldopname of een betaling noodzakelijk zijn, kan de kredietnemer/kaarthouder deze geldopname of betaling niet meer herroepen.
13 Individuele limieten voor gebruik a. De kredietgever mag ten aanzien van het gebruik van de Rabocard Extra limieten stellen aan het aantal en/of de hoogte van met de Rabocard Extra te verrichten transacties. De kredietgever zal de kaarthouder daarvan vóór of uiterlijk bij het uitreiken van de pincode op de hoogte te stellen. b. De kredietgever mag de in het vorige lid bedoelde individuele limieten altijd om zwaarwegende redenen wijzigen. De kredietgever zal de kaarthouder hiervan zo spoedig mogelijk mededeling doen en desgevraagd de reden meedelen. De kredietgever mag weigeren aan deze mededelingsplicht te voldoen voor zover dit noodzakelijk is in het kader van fraudepreventie en/of -detectie dan wel de beveiliging of de bescherming van de belangen van andere klanten.
14 Individuele gebruiksrestricties De kredietgever mag altijd om zwaarwegende redenen de toestemming voor het gebruik van een Rabocard Extra voor een of meer toepassingsmogelijkheden opschorten of intrekken. De kredietgever zal de kaarthouder hiervan zo spoedig mogelijk mededeling te doen en desgevraagd de reden mee te delen. De kredietgever mag weigeren aan deze mededelingsplicht te voldoen voor zover dit noodzakelijk is in het kader van fraudepreventie en/of -detectie danwel de beveiliging of de bescherming van de belangen van andere klanten.
15 Incidenten met de Rabocard Extra Algemeen a. De kredietnemer/kaarthouder dient de aanwijzingen van de kredietgever te volgen onder meer in de volgende gevallen: - (een vermoeden) van verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van zijn Rabocard Extra;
- (een vermoeden) dat derden bekend zijn met de pincode; - indien de Rabocard Extra door de voor het gebruik van een of meer toepassingsmogelijkheden bestemde elektronische apparatuur wordt geweigerd, ingenomen of ongeldig gemaakt, hetgeen ondermeer kan gebeuren indien; - de autorisatie voor het gebruik van de Rabocard Extra door de kredietgever is ingetrokken; - foutieve pincodes worden gebruikt; - de Rabocard Extra is beschadigd; - de voor het gebruik van een of meer toepassingsmogelijkheden bestemde elektronische apparatuur is beschadigd; - de Rabocard Extra niet tijdig na het gebruik van de elektronische apparatuur daaruit wordt teruggenomen; - indien de Rabocard Extra (op enige andere wijze) onbruikbaar is geworden. Verlies, diefstal, misbruik of vervalsing Rabocard Extra b. Indien de kredietnemer/kaarthouder weet of vermoedt dat er sprake is of zal zijn van verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van de Rabocard Extra: - dient hij dit onverwijld (na ontdekking) te melden bij een door de kredietgever aangegeven meldpunt; - dient hij de melding terstond schriftelijk aan de kredietgever te bevestigen. De bevestiging dient datum, tijdstip en locatie van verlies, diefstal, misbruik of vervalsing te bevatten; - mag hij de Rabocard Extra, indien hij deze na melding (nog) in zijn bezit heeft of (weer) in bezit verkrijgt, niet (meer) gebruiken en dient hij deze onmiddellijk in tweeën geknipt aan de kredietgever af te geven of -indien en voor zover dit door de kredietgever is bepaald- op een andere wijze aan de kredietgever ter beschikking te stellen of te vernietigen; - dient hij ingeval van diefstal, misbruik of vervalsing van de Rabocard Extra naast een melding aan de kredietgever, onverwijld aangifte te doen bij de politie. De kredietnemer/kaarthouder dient van diefstal, misbruik of vervalsing in het buitenland geen aangifte te doen bij de politie in Nederland, maar bij de politie in het buitenland. c. Na een melding door de kredietnemer/kaarthouder overeenkomstig het bepaalde in het voorgaande lid, zal de kredietgever na kennisneming daarvan onmiddellijk geëigende maatregelen te nemen ter voorkoming van (verdergaand) misbruik en een nieuwe Rabocard Extra ter beschikking te stellen. Bekendheid pincode bij derden d. Indien een kredietnemer/kaarthouder weet of vermoedt dat de pincode aan derden bekend is, dient hij dit onverwijld aan de kredietgever te melden bij een door de kredietgever aangegeven meldpunt. De kredietgever kan na kennisneming van deze melding geëigende maatregelen te nemen ter voorkoming van misbruik. Daarnaast zal de kredietgever zo spoedig mogelijk nadat de Rabocard Extra in tweeën geknipt aan de kredietgever is afgegeven, een nieuwe Rabocard Extra met bijbehorende pincode ter beschikking te stellen. Inname Rabocard Extra e. Indien een Rabocard Extra door de voor het gebruik van een of meer toepassingsmogelijkheden bestemde elektronische apparatuur is ingenomen, dient de kaarthouder dit onverwijld aan de kredietgever te melden. Na melding van een inname, zal door de kredietgever zo spoedig mogelijk de oorspronkelijke of een nieuwe Rabocard Extra ter beschikking worden gesteld. Ongeldig gemaakte Rabocard Extra
f. Indien een Rabocard Extra ongeldig is gemaakt door de voor het gebruik van een of meer toepassingsmogelijkheden bestemde elektronische apparatuur, dient de kaarthouder dit onverwijld aan de kredietgever te melden. De kredietgever zal na melding zo spoedig mogelijk een nieuwe Rabocard Extra en/of een nieuwe pincode ter beschikking stellen nadat de ongeldig gemaakte Rabocard Extra aan de kredietgever is afgegeven of -indien en voor zover dit door de kredietgever is bepaald- op een andere wijze aan de kredietgever ter beschikking is gesteld. Mededelingsplicht kredietgever bij weigering, inname of ongeldigmaking Rabocard Extra g. Indien de Rabocard Extra door de voor het gebruik van een of meer toepassingsmogelijkheden bestemde elektronische apparatuur is geweigerd, ingenomen of ongeldig gemaakt, zal de kredietgever de kredietnemer/ kaarthouder desgevraagd de reden daarvan mee te delen. De kredietgever mag weigeren aan deze mededelingsplicht te voldoen voor zover dit noodzakelijk is in het kader van fraudepreventie en/of detectie danwel de beveiliging of de bescherming van de belangen van andere klanten.
16 Inleveren of vernietigen Rabocard Extra Algemeen a. Een kaarthouder dient de Rabocard Extra onmiddellijk in tweeën geknipt aan de kredietgever af te geven of - indien en voor zover dit door de kredietgever is bepaald- op een andere wijze aan de kredietgever ter beschikking te stellen of te vernietigen, indien: - de kredietovereenkomst eindigt; - de kredietgever hierom verzoekt; - er ten laste van (een van) de kredietnemer(s) onder de kredietgever beslag is gelegd; - de geldigheidsduur van de Rabocard Extra is verstreken; - de kredietnemer/kaarthouder de Rabocard Extra na een melding van (een vermoeden van) verlies, diefstal, misbruik of vervalsing (nog) in zijn bezit heeft of (weer) in zijn bezit verkrijgt; - de kredietnemer/kaarthouder weet of vermoedt dat de bij de Rabocard Extra behorende pincode bij derden bekend is; - de Rabocard Extra ongeldig is gemaakt. Verbod tot verder gebruik b. De kaarthouder mag de Rabocard Extra niet meer gebruiken vanaf het moment dat hij deze op een van de in het vorige lid vermelde gronden had moeten inleveren of vernietigen. Vrijwillige teruggave c. De kaarthouder mag de Rabocard Extra altijd in tweeën geknipt aan de kredietgever afgeven of op een andere door de kredietgever te bepalen wijze aan de kredietgever ter beschikking stellen.
17 Aankoopverzekering a. Bij het aangaan van de kredietovereenkomst, kan een aankoopverzekering worden gesloten. Deze biedt dekking tegen de risico’s van verlies, diefstal en beschadiging van bepaalde zaken welke zijn betaald met de Rabocard Extra, mits het verlies, de diefstal of schade zich heeft voorgedaan binnen 90 dagen na aankoop van de zaak en de zaak uitsluitend is bedoeld voor privé gebruik. Een en ander met in achtneming van het bepaalde in de algemene voorwaarden verzekeringen en services Rabocard Extra 2006. Voor de aankoopverze-
kering worden geen kosten in rekening gebracht.
b. De kredietgever bemiddelt bij de totstandkoming van de overeenkomst voor de onder a genoemde aankoopverzekering. c. Ter zake van de aankoopverzekering treedt op als verzekeraar: Ace European Group Limited en als verzekerde: degene op wiens naam de Rabocard Extra is gesteld (de kaarthouder). Indien verzekerde een beroep op deze verzekering wil doen, dient hij zich rechtstreeks te wenden tot de verzekeraar. d. De kredietnemer/kaarthouder is niet verplicht gebruik te maken van een aankoopverzekering. Het is kredietnemer/kaarthouder (ook) toegestaan een soortgelijke overeenkomst te sluiten met een andere wederpartij.
B. Verplichtingen en aansprakelijkheden 18 Verplichtingen van de kredietgever a. De kredietgever zal streven naar een zoveel als mogelijk ongestoord functioneren van de onder zijn beheer staande apparatuur, programmatuur en infrastructuur. Dit betekent dat de kredietgever streeft naar een optimale service. De kredietgever zal zich naar vermogen inspannen om bij te dragen aan de kwaliteit van de niet onder zijn beheer staande apparatuur, programmatuur en infrastructuur. b. De kredietgever draagt er zorg voor dat de kredietnemer/kaarthouder bij een door de kredietgever bekendgemaakt meldpunt vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week melding kan maken van (een vermoeden van) verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van de Rabocard Extra of van de wetenschap of het vermoeden dat de bij de Rabocard Extra behorende pincode aan derden bekend is.
19 Verplichtingen van de kredietnemer/kaarthouder a. De kaarthouder dient met de Rabocard Extra en de bijbehorende pincode zorgvuldig om te gaan. De kaarthouder is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de Rabocard Extra en de bijbehorende pincode vanaf het moment dat hij daarover de beschikking heeft gekregen. De kredietgever zal de kaarthouder zo goed mogelijk informeren omtrent de te nemen voorzorgen. b. De kaarthouder is ten aanzien van de toegekende pincode verplicht geheimhouding te betrachten ten opzichte van een ieder -daaronder mede begrepen familieleden, huisgenoten- en hij mag deze pincode niet op de Rabocard Extra vermelden. Indien hij enige aantekening van de pincode maakt, dient hij dat in zodanige vorm te doen dat de pincode niet voor derden herkenbaar is. Niet-naleving van het in dit lid bepaalde leidt tot aansprakelijkheid van de kredietnemer en/of kaarthouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.
20 Aansprakelijkheid van de kredietgever a. De kredietgever is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het -door welke oorzaak ook- niet of niet meer gebruik kunnen maken van de Rabocard Extra en/of van een toepassingsmogelijkheid.
b. De kredietgever is niet aansprakelijk indien het gebruik van de Rabocard Extra -bijvoorbeeld door een bedrijf, een bankkantoor of een geautomatiseerd systeem in het betalingsverkeer- om welke reden dan ook wordt geweigerd.
21 Aansprakelijkheid van de kredietnemer en/of kaarthouder Een kredietnemer en/of kaarthouder is in de onderstaande gevallen - aansprakelijk voor (de gevolgen van) ieder gebruik van een Rabocard Extra, ook na het ontstaan van een verplichting tot inlevering of vernietiging van de betreffende Rabocard Extra. a. Een kredietnemer en/of kaarthouder is/zijn (hoofdelijk) volledig aansprakelijk in geval van opzet, grove schuld of grove nalatigheid aan de zijde van de kaarthouder, een en ander onverminderd de verplichting van de kredietgever om schade te beperken of te voorkomen. b. Een kredietnemer en/of kaarthouder is/zijn daarnaast (hoofdelijk) aansprakelijk voor de gevolgen van ieder onbevoegd gebruik vóór het moment van melding van (een vermoeden van) verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van de Rabocard Extra of van de wetenschap of het vermoeden dat de bij de Rabocard Extra behorende pincode aan derden bekend is, en wel tot een bedrag van vijfenveertig euro (€ 45) per schadegeval indien de betreffende Rabocard Extra zonder de pincode is gebruikt en tot een totaalbedrag van honderdvijftig euro (€ 150) indien de betreffende Rabocard Extra in combinatie met de bijbehorende pincode is gebruikt. c. De in lid b bedoelde aansprakelijkheid wordt verhoogd: - indien de kredietgever kan aantonen dat de kredietnemer/kaarthouder een dergelijk incident niet onverwijld na het constateren daarvan heeft gemeld bij het door de kredietgever aangegeven meldpunt, en wel met het bedrag van de onbevoegde transactie(s) die plaatsvindt/plaatsvinden vanaf dat tijdstip tot het moment van melding; - indien de kredietgever kan aantonen dat de onbevoegde transactie(s) heeft/hebben kunnen plaatsvinden doordat de kaarthouder zijn verplichting tot geheimhouding van de hem toegekende pincode niet heeft nageleefd, en wel met het bedrag van de onbevoegde transactie(s) die plaatsvindt/plaatsvinden tot het moment van melding; - met het bedrag van de onbevoegde transactie(s) die plaatsvindt/plaatsvinden vanaf het tijdstip gelegen drie werkdagen na de productiedatum bij de kredietgever van het rekeningoverzicht of ander overzicht waarop voor het eerst een onbevoegde transactie wordt vermeld, tot het moment van melding en wel met het bedrag van de onbevoegde transacties die in die periode hebben plaatsgevonden. Het bedrag waarvoor een kredietnemer en/of kaarthouder aansprakelijk is op grond van lid b of lid c, is niet hoger dan de voor de betreffende kredietnemer geldende kredietlimiet.
IV. Slotbepalingen 22 Wijziging gegevens a. De kredietnemer dient adreswijzigingen alsmede substantiële wijzigingen in zijn persoonlijke financiële omstandigheden schriftelijk mee te delen aan de kredietgever onder opgave van het kaartnummer. b. De kaarthouder dient adreswijzigingen schriftelijk mee te delen aan de kredietgever onder opgave van het kaartnummer.
23 Onregelmatigheden Indien zich ten aanzien van de (uitvoering van) de overeenkomst en/of het bepaalde in deze algemene voorwaarden een onregelmatigheid voordoet, dreigt voor te doen of heeft voorgedaan, is de kredietnemer/ kaarthouder verplicht op verzoek van de kredietgever al hetgeen te doen of na te laten wat de kredietgever redelijkerwijs noodzakelijk acht in verband met die (dreigende) onregelmatigheid.
24 Bewijs Bij gebruik van een geautomatiseerd systeem in het betalingsverkeer leveren de door of ten behoeve van de kredietgever vastgelegde gegevens volledig bewijs op, behoudens tegenbewijs. Een door een automaat verstrekte transactiebon strekt slechts ter informatie, maar kan wel mede tot bewijs strekken voor zover er over de hoogte van de afrekening een geschil bestaat. Deze regeling laat de bewijsregeling in de Algemene Bankvoorwaarden onverlet.
25 Wijziging algemene voorwaarden De kredietgever is bevoegd deze algemene voorwaarden aan te vullen, te wijzigen en/of te vervangen. Hij zal de kredietnemer/kaarthouder ten minste dertig dagen voor de inwerkingtreding van een aanvulling, wijziging en/of vervanging hieromtrent informeren dan wel in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen. Indien kredietnemer niet akkoord gaat met een aanvulling, wijziging en/of vervanging dient hij dit, onder opzegging van de overeenkomst, binnen dertig dagen schriftelijk aan de kredietgever mee te delen.
26 Fusie/overdracht a. Alle bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de kredietgever kunnen na juridische fusie c.q. na juridische splitsing van de kredietgever (ook) zelfstandig –en hoofdelijk- worden uitgeoefend respectievelijk nagekomen door diens rechtsopvolger(s). b. De kredietgever is bevoegd ingeval van bedrijfsfusie (waaronder mede wordt verstaan overdracht van (een gedeelte van) zijn activiteiten –direct of indirect- aan (een) andere instelling(en)) de rechtsverhouding(en), waarin de kredietgever tot de kredietnemer staat, over te dragen aan de instelling(en) die (een gedeelte van) het bedrijf van de kredietgever –direct of indirect- voortzet(ten). Door ondertekening van de overeenkomst verleent de kredietnemer bij voorbaat toestemming hiervoor. Alle bevoegdheden en rechten van de kredietgever kunnen na zo’n bedrijfsfusie (ook) zelfstandig –en hoofdelijk- worden uitgeoefend door diens rechtsopvolger(s). c. Indien de kredietgever zijn rechten (waaronder begrepen zijn vorderingen) uit hoofde van het krediet overdraagt –direct of indirect- aan één of meer derden, kunnen (ook) al diens bevoegdheden en rechten, voor zover deze betrekking hebben op de overgedragen rechten, zelfstandig –en hoofdelijk- worden uitgeoefend door diens rechtsopvolger(s). d. Overal waar in deze algemene voorwaarden en in de overeenkomst het woord ‘kredietgever’ is vermeld dient na (bedrijfs)fusie c.q. splitsing c.q. overdracht van rechten uit hoofde van de kredietovereenkomst, (ook) begrepen te worden de rechtsopvolger(s) van de kredietgever .
27 Toepasselijk recht a. Op de kredietovereenkomst en op in en buiten Nederland verrichte handelingen met een Rabocard Extra (en de bijbehorende pincode), is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Onverminderd het bepaalde in artikel 28, is in geschillen uitsluitend de Nederlandse rechter bevoegd. b. Op de kredietovereenkomst en op in en buiten Nederland verrichte handelingen met een Rabocard Extra (en de bijbehorende pincode) zijn de Algemene Bankvoorwaarden die gelden tussen de kredietgever en zijn klanten van toepassing.
28 Geschillenregeling a. In geval van problemen met de Rabocard Extra en/of de pincode dient de kaarthouder/kredietnemer zich tot de kredietgever te wenden. De kredietgever is verantwoordelijk voor een geëigende afhandeling van de problemen overeenkomstig de door de kredietgever opgestelde interne klachtenregeling. b. Conform het bepaalde in de Algemene Bankvoorwaarden kan de kredietnemer geschillen ten aanzien van de kredietovereenkomst en/of deze algemene voorwaarden voorleggen aan de Geschillencommissie Bankzaken of een gelijksoortige buitengerechtelijke geschillencommissie, met inachtneming van het voor deze commissie geldende reglement
29 Citeertitel Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als: “Algemene voorwaarden Rabocard Extra 2006”.