ALGEMENE POLISVOORWAARDEN GLOBALE RECHTSBIJSTAND MOTORRIJTUIGEN Referte : 1/2003/05/006
WAT WORDT VERSTAAN ONDER ? Artikel 1. In deze polis gelden volgende begripsbepalingen : 1. De Maatschappij : De NV AUDI. 2. De verzekeringnemer : De persoon die het contract met de Maatschappij aangaat. 3. De verzekerden : a. De verzekeringnemer ; b. Zijn gezinsleden, namelijk : - zijn echtgenoot of partner die met hem samenwoont ; - hun bloed- en aanverwanten in rechte lijn die bij hem inwonen. c. De eigenaar van het verzekerde voertuig ; d. Ieder persoon die met toestemming van verzekeringnemer het verzekerde voertuig welke eigendom is van verzekeringnemer of zijn gezinsleden, bestuurt of er kosteloos in plaats neemt. 4. Een derde : ieder persoon die geen verzekerde is. 5. Het verzekerde voertuig : alle landmotorvoertuigen, met inbegrip van een aanhangwagen of caravan met een totaal gewicht van hoogstens 750 kg die eigendom zijn van verzekeringnemer of van één van zijn gezinsleden, evenals deze die geen eigendom zijn van deze personen, doch voor zover zij bestuurd worden door verzekering- nemer of één van zijn gezinsleden. Een als bedrijfsvoertuig ingericht voertuig, zoals een lichte vrachtwagen, een vrachtwagen, een taxi, een tractor, wordt niet beschouwd als een verzekerd voertuig. 6. Schadegeval : elke gebeurtenis die aanleiding kan geven tot het verlenen van één van de in huidige polis voorziene waarborgen.
WAAR IS DEZE POLIS GELDIG ? Artikel 2. De waarborg van deze polis is geldig in alle landen die vermeld zijn in de “modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen”, op het ogenblik van het schadegeval onderschreven voor het verzekerde voertuig.
DOEL VAN DE VERZEKERING Artikel 3. De waarborg van deze polis omvat : 1. De verdediging van de verzekerden op strafrechtelijk gebied, volgens de modaliteiten nader omschreven in de artikels 4 tot 6. 2. De terugvordering van de door de verzekerden of hun rechtverkrijgenden geleden schade, volgens de modaliteiten nader omschreven in de artikels 7 tot 10. 3. Het verlenen van waarborguitbreidingen, volgens de modaliteiten nader omschreven in de artikels 11 tot 16.
verzekerde voertuig een verzekerde vervolgd wordt ingevolge het veroorzaken van een verkeersongeval. Artikel 6. Voor alle duidelijkheid wordt gestipuleerd dat in deze waarborg niet begrepen zijn : - de boeten of de minnelijke schikkingen in strafzaken ; - de opzettelijk begane misdrijven, waaronder begrepen zijn het gebruik van een valse inschrijvingsplaat en de inbreuken op de reglementering inzake douane en accijnzen.
TERUGVORDERING VAN SCHADE Artikel 7. De Maatschappij zal de schadeloosstelling opvorderen voor alle soorten schade aan goederen en personen geleden door de verzekerden of hun rechtverkrijgenden : a. ingevolge een verkeersongeval dat zich voordeed bij het gebruik van het verzekerde voertuig ; b. ingevolge ongeval bij het in- of uitstappen van het verzekerde voertuig en tijdens het uitvoeren van herstellingen aan dit voertuig, noodzakelijk voor het vervolgen van de weg ; c. bij beschadiging of vernieling van het verzekerde voertuig, ingevolge een ongeval, een opzettelijke daad of een brand door derden veroorzaakt of ingevolge diefstal, poging tot diefstal en inbraak ; d. ingevolge geschillen met betrekking tot de staat van het verzekerde voertuig dat eigendom is van verzekeringnemer of van één van zijn gezinsleden, gerezen naar aanleiding van de aankoop, de herstelling of het onderhoud van dit voertuig, tegenover de verkoper, de invoerder in België of de garagist die tot de contractuele of wettelijke waarborg gehouden is. Voorwat de geschillen naar aanleiding van de aankoop van het voertuig betreft, is de waarborg enkel verworven wanneer dit voertuig in nieuwe staat werd aangekocht door verzekeringnemer of door één van zijn gezinsleden. Artikel 8. Onder het opvorderen van schadeloosstelling wordt begrepen de waarneming, in der minne of gerechtelijk, van de rechtmatige belangen van de verzekerden of hun rechtverkrijgenden, de kosten voor onderzoek, expertise, consultatie of gerechtelijke bijstand, evenals de burgerlijke gerechtskosten. Artikel 9. Bovendien verleent de Maatschappij de in vorig artikel voorziene rechtsbijstand, ingeval van betwisting, wanneer door de verzekerden of hun rechtverkrijgenden een vergoeding moet worden bekomen van een verzekeringsorganisme, uit hoofde van een ongeval dat zich voordeed bij het gebruik van het verzekerde voertuig. Artikel 10. De als onrechtstreeks aanziene nadelen op het gebied van te betalen verzekeringspremies, zoals het verliezen van een premie-bonus of het ten laste nemen van een schadevrijstelling, vallen buiten de terugvorderingsplicht van de Maatschappij.
STRAFRECHTELIJKE VERDEDIGING Artikel 4. De Maatschappij neemt de strafrechtelijke verdediging van de verzekerden op zich met inbegrip van een genadeverzoek bij veroordeling tot vrijheidsberoving, in volgende gevallen : a. wanneer bij het gebruik van het verzekerde voertuig een verzekerde strafrechtelijk vervolgd wordt ingevolge het veroorzaken van een verkeersongeval ; b. bij loutere verkeersovertredingen, begaan op Belgisch grondgebied met het verzekerde voertuig, maar alleen in eerste rechterlijke instantie. Indien evenwel het openbaar ministerie beroep aantekent tegen het eerste vonnis, neemt de Maatschappij de strafrechtelijke verdediging van verzekerde ook waar in graad van beroep. c. wanneer de verzekerde beticht wordt, bij het gebruik van het verzekerde voertuig, wegens het zich bevinden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken, of het zich bevinden in staat van strafbare alcoholintoxicatie, of wegens vluchtmisdrijf. Artikel 5. Bovendien neemt de Maatschappij de betaling van de strafrechtelijke gerechtskosten op zich, wanneer bij het gebruik van het
WAARBORGUITBREIDINGEN Verdediging bij het uitoefenen van verhaal Artikel 11. De Maatschappij verleent haar rechtsbijstand, zoals omschreven in artikel 8 van huidige Algemene Polisvoorwaarden, wanneer de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid van het verzekerde voertuig een regresvordering instelt tegen haar verzekerde. Voorschieten van de vergoeding voor voertuigschade Artikel 12. Mits daarvan melding wordt gemaakt in de Bijzondere Voorwaarden en mits betaling van de hiervoor voorziene premie zal, indien op enige wijze vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor schade in België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Italië, Oostenrijk of Zwitserland toegebracht aan het verzekerde voertuig, de Maatschappij de later te recupereren vergoeding voor het nietbetwiste bedrag van die schade voorschieten aan de verzekerde. Nochtans is deze waarborg “voorschieten van de vergoeding voor voertuigschade” niet verworven voor de schade aan het verzekerde voertuig ingevolge diefstal of poging tot diefstal en inbraak.
De maximale tussenkomst van de Maatschappij bij het voorschieten van de voertuigschade is beperkt tot € 7.500. Voorschot van letselschade Artikel 13. Mits daarvan melding wordt gemaakt in de Bijzondere Voorwaarden en mits betaling van de hiervoor voorziene premie zal, indien op enige wijze vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor letselschade toegebracht aan de verzekeringnemer of aan diens echtgenote (echtgenoot) in België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en NoordIerland, Italië, Oostenrijk of Zwitserland, ingevolge een verkeersongeval dat zich voordeed bij het gebruik van het verzekerde voertuig of bij het in- of uitstappen van het verzekerde voertuig of bij het uitvoeren aan dit voertuig van herstellingen die noodzakelijk zijn om de begonnen weg te vervolgen, en op voorwaarde dat het niet gaat om een arbeidsongeval of een arbeidswegongeval, de Maatschappij aan verzekeringnemer of aan diens hiernavermelde rechtverkrijgenden maandelijks een terugvorderbaar voorschot uitkeren tot behoud van de levensstandaard, op voorwaarde dat die letselschade ofwel het overlijden met zich brengt, ofwel een tijdelijke of bestendige totale werkonbekwaamheid, die als gevolg heeft dat het slachtoffer zijn inkomsten uit arbeid moet derven, die het vóór het verkeersongeval genoot gedurende minstens reeds drie maanden. Dit maandelijks voorschot tot behoud van de levensstandaard wordt berekend tegen 90 % van het gederfde maandelijks netto-inkomen, met dien verstande dat het aldus berekende bedrag beperkt wordt tot € 1.500 per maand verminderd met de mutualiteitstussenkomst. De maandelijkse voorschotten zijn pas verschuldigd wanneer het slachtoffer minstens een volledige maand totale werkonbekwaamheid heeft opgelopen en wordt gedurende hoogstens drie jaar uitgekeerd. Bij het overlijden van het slachtoffer zijn de maandelijkse voorschotten alleen verschuldigd voor zover het ofwel een echtgenote (echtgenoot) nalaat ofwel ongehuwde kinderen die ten zijnen laste zijn, waarbij eveneens rekening dient gehouden met de gebruikelijk in mindering te brengen kosten voor eigen levensonderhoud van het slachtoffer. Het slachtoffer of de begunstigde rechtverkrijgenden moeten de omvang van het gederfde inkomen afdoende bewijzen door een loonbriefje, een belastingaanslag of enig ander bewijskrachtig document. Zij moeten eveneens de omvang aantonen van de maandelijkse mutualiteitstussenkomst. De aldus uitgekeerde voorschotten tot behoud van de levensstandaard zijn door de Maatschappij bij voorrang terugvorderbaar op alle provisionele of definitieve vergoedingen verschuldigd door de aansprakelijke derde, diens verzekeraar of door enige andere persoon of instantie. Onvermogen van derden Artikel 14. Mits daarvan melding wordt gemaakt in de Bijzondere Voorwaarden en mits betaling van de hiervoor voorziene premie vergoedt de Maatschappij de schade aan het verzekerde voertuig en/of de letselschade door de verzekerden geleden bij het gebruik van het verzekerde voertuig, tot beloop van € 7.500 per schadegeval, wanneer het schadegeval veroorzaakt werd door een geïdentificeerde derde waarvan het bewezen is dat deze onvermogend is en de vergoeding van die schade door geen enkele andere instelling ten laste dient genomen te worden. Nochtans is deze waarborg “onvermogen van derden” niet verworven voor de schade aan het verzekerde voertuig ingevolge diefstal of poging tot diefstal en inbraak. Deze tussenkomst dient aanzien te worden als een eerste-risicoverzekering, wat betekent dat de Maatschappij slechts zal tussenkomen voor de eerste schadeschijf van € 7.500. Indien dit bedrag niet zou volstaan om de gehele schade te vergoeden, hebben de verzekeringnemer en zijn gezinsleden de voorrang. Reis- en verblijfkosten Artikel 15. De Maatschappij vergoedt eveneens de noodzakelijke en niet-recupereerbare reis- en verblijfkosten, wanneer een verzekerde verplicht is persoonlijk te verschijnen voor een buitenlandse rechtbank ingevolge een door deze polis gewaarborgd schadegeval, hetzij als betichte, hetzij voor het opvorderen van schadeloosstelling.
Rijbewijs Artikel 16. De Maatschappij verdedigt de belangen van de verzekerde in geschillen betreffende rijverbod en beperking, intrekking of teruggave van het rijbewijs.
BELANGEN VAN VERZEKERINGNEMER PRIMEREN Artikel 17. Wanneer de verzekerde een ander persoon is dan de verzekeringnemer, zal de Maatschappij alleen dan en in die mate waarborg verlenen ten gunste van die verzekerde, wanneer en in zover de verzekeringnemer zich daartegen niet verzet.
GELDIGHEIDSDUUR VAN DE WAARBORG Artikel 18. De waarborg geldt voor schadegevallen die zich hebben voorgedaan tijdens de duur van huidige polis. De waarborg is niet verworven voor schadegevallen waarvan wordt aangetoond dat de verzekerde bij het in werking treden van huidige polis wist of redelijkerwijze diende te weten dat een geschil dreigde te ontstaan.
MODALITEITEN VAN DE WAARBORG Vrije keuze van advocaat en deskundige Artikel 19. a. De Maatschappij heeft het recht, vooraleer een advocaat of deskundige aangesteld wordt, de belangen van de verzekerden waar te nemen door zelf eerst te streven naar een minnelijke regeling van het schadegeval. Wanneer die minnelijke regeling niet kan worden bekomen en wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure, of wanneer de aanstelling van een advocaat vereist is voor de strafrechterlijke verdediging, dan is de verzekerde vrij in de keuze van een advocaat of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen. Kiest de verzekerde geen advocaat of andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, dan zal de Maatschappij de aanstelling ervan in zijn naam doen. b. Telkens er zich een belangenconflict met de Maatschappij voordoet, is de verzekerde vrij in de keuze van een advocaat of zo hij er de voorkeur aan geeft, van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen. De verzekerde dient bij de aanstelling van de door hem gekozen advocaat of deskundige onmiddellijk de naam en het adres van deze advocaat of deskundige aan de Maatschappij mede te delen. Wanneer de verzekerde verandert van advocaat of deskundige, zal de Maatschappij slechts gehouden zijn de kosten op zich te nemen die voortvloeien uit de tussenkomst van de aanvankelijk gekozen advocaat of deskundige. Deze bepaling geldt niet in de gevallen waarin de verzekerde buiten zijn wil om gedwongen wordt een andere advocaat of deskundige te nemen. Arbitrageregeling Artikel 20. De Maatschappij zal geen waarborg moeten verlenen wanneer zij na onderzoek van de feiten en van de dossiers, van oordeel is dat de aanspraken van verzekerde noch in rechte noch in feite gegrond zijn en/of niet te verdedigen zijn, evenmin wanneer zij oordeelt dat het minnelijk regelingsvoorstel van de tegenpartij rechtmatig en bevredigend is, of wanneer zij oordeelt dat na een rechterlijke uitspraak geen beter resultaat kan bekomen worden in een hogere aanleg, of nog wanneer bevonden wordt dat de aansprakelijke derde klaarblijkelijk niet solvabel is, onverminderd in dit geval de door de Maatschappij voorziene uitkering wegens onvermogen, nader omschreven in artikel 14 van huidige Algemene Polisvoorwaarden. Referte : 1/2003/05/006
Ingeval de verzekerde omtrent de in de vorige alinea voorziene gevallen, of in het algemeen omtrent de te volgen gedragslijn voor de regeling van het schadegeval, van mening verschilt met de Maatschappij, en na kennisgeving door de Maatschappij van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, dan heeft de verzekerde het recht een advocaat van zijn keuze te raadplegen, onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen. Zo de advocaat het standpunt van de Maatschappij bevestigt, dan is de Maatschappij van iedere verdere tussenkomst ontlast en wordt aan de verzekerde de helft terugbetaald van de kosten en honoraria van deze raadpleging. Indien tegen het advies van deze advocaat de verzekerde op zijn kosten een procedure begint of voortzet en een beter resultaat bekomt dan hetgeen hij zou hebben bekomen indien hij het standpunt van de Maatschappij zou hebben gevolgd, is de Maatschappij die de stelling van de verzekerde niet heeft willen volgen gehouden haar waarborg te verlenen en de kosten en honoraria van de raadpleging terug te betalen die ten laste van de verzekerde zouden zijn gebleven. Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de Maatschappij, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden haar waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en honoraria van de raadpleging. Subrogatie Artikel 21. Tot beloop van alle aan de verzekerde uitgekeerde vergoedingen en kosten, is de Maatschappij in de plaats gesteld in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegenover iedere aansprakelijke derde, diens verzekeraar of enige andere persoon of instantie en dit overeenkomstig de bepalingen van artikel 41 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Bij terugvordering van de door de verzekerde geleden schade, komt de gebeurlijk gerecupereerde rechtsplegingsvergoeding toe aan de Maatschappij.
VERHINDERENDE OMSTANDIGHEDEN Artikel 22. De Maatschappij is niet verplicht haar verdere tussenkomst te verlenen voor geschillen die dienen voorgelegd te worden aan het Hof van Cassatie wanneer het terug te vorderen schadebedrag in hoofdsom minder bedraagt dan € 1.250 en ingeval van strafrechtelijke verdediging bij loutere verkeersovertredingen. Artikel 23. De waarborg van huidige polis is niet verworven : - wanneer het verzekerde voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de wettelijke voorschriften tot het besturen van dit voertuig, ondermeer omdat hij de wettelijk vereiste leeftijd niet heeft bereikt of omdat hij niet in het bezit is van het vereiste rijbewijs of omdat hij vervallen is van het recht om een voertuig te besturen. Wanneer naar aanleiding van een verkeersongeval, wordt vastgesteld dat verzekerde niet voldoet aan de wettelijke voorschriften tot het besturen van het verzekerde voertuig, dan is de waarborg van huidige polis niet verworven, tenzij uit de omstandigheden van het ongeval duidelijk blijkt dat er geen oorzakelijk verband is tussen het ongeval en deze omstandigheid. De Maatschappij neemt - onverminderd de bepalingen die gelden ingeval van ongeval - wel de strafrechtelijke verdediging van verzekerde waar conform de bepalingen van artikel 4 b, indien verzekerde bij gebruik van het verzekerde voertuig beticht wordt van het rijden met een opgefokte bromfiets of het rijden met een bromfiets met duozitter, zonder de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt. Deze uitsluiting is niet van toepassing tegenover de verzekerde die aantoont dat hij, zonder klaarblijkelijke nalatigheid van zijnentwege, onwetend was van deze omstandigheid ; - wanneer bewezen is dat het schadegeval veroorzaakt werd door oorlog, burgertwisten, oproer, betogingen of elke gewelddaad van collectieve inspiratie ; - voor de terugvordering van schade veroorzaakt door wapens, ontploffingstuigen of door de uitwerking van kernenergie.
VERPLICHTINGEN NA SCHADEGEVAL Artikel 24. Ieder schadegeval moet door de verzekerde onmiddellijk en
ten laatste binnen de acht dagen nadat hij ervan in kennis is gesteld, schriftelijk worden aangegeven aan de Maatschappij. De verzekerde moet bovendien aan de Maatschappij alle nuttige inlichtingen en documenten verschaffen en de vragen beantwoorden die hem worden gesteld, teneinde de omstandigheden en de omvang van de schade te kunnen vaststellen. Artikel 25. De verzekerde dient de Maatschappij op de hoogte te houden van de stand van de procedure teneinde tijdig alle nuttige maat-regelen te kunnen treffen. Hij moet aldus alle dagvaardingen, betekeningen en stukken die betrekking hebben op het schadegeval onmiddellijk bij ontvangst daarvan overmaken aan de Maatschappij. Hij dient de richtlijnen van de Maatschappij of van de aangestelde advocaat op te volgen.
NIET-NALEVING VAN VERPLICHTINGEN Artikel 26. Onverminderd de bepalingen van artikel 33 van huidige Algemene Polisvoorwaarden, is de waarborg van de Maatschappij niet verworven wanneer door de verzekeringnemer en/of de verzekerde een in de polis bepaalde handeling niet of niet binnen een door de polis vastgestelde termijn werd verricht, tenzij de verzekeringnemer en/of de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. De waarborg is niet verworven indien de Maatschappij door het verzuim schade heeft geleden. Bij niet-naleving van de informatieplicht in hoofde van de verzekerde voorzien in artikel 25 van huidige Algemene Polisvoorwaarden, zijn de bepalingen van huidig artikel enkel van toepassing voor zover de Maatschappij de aangestelde advocaat van deze informatieplicht op de hoogte heeft gebracht.
AANVANG - DUUR EN EINDE VAN DE POLIS Artikel 27. Huidige polis krijgt uitwerking bij het begin van de dag die als aanvangsdatum vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden of in de brief ter bevestiging van de waarborg. Artikel 28. De duur van de polis is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de polis stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door één van de partijen tenminste drie maanden vóór het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd. Artikel 29. De Maatschappij kan de polis opzeggen : 1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 28 ; 2. ingeval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 33 ; 3. ingeval van schorsing van de polis waarvan sprake in artikel 36 ; 4. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding ; 5. ingeval van overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig artikel 35 ; 6. wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan, een termijn van meer dan één jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend uiterlijk drie maanden vóór de inwerkingtreding van de polis. De betekende opzeg geldt steeds voor de geheelheid van de polis. Artikel 30. De verzekeringnemer kan de polis opzeggen : 1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 28 ; 2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding door de Maatschappij ; 3. ingeval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of van het tarief, overeenkomstig artikel 34 ; 4. wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan, een termijn van meer dan één jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend uiterlijk drie maanden vóór de inwerkingtreding van de polis. De betekende opzeg geldt steeds voor de geheelheid van de polis. Artikel 31. De opzegging van de polis geschiedt bij deurwaardersexploot, per ter post aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Referte : 1/2003/05/006
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 28, 29.4, 30.2, 33 en 34, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post. De opzegging van de polis na aangifte van een schadegeval, heeft uitwerking na het verstrijken van drie maanden. Deze opzeg kan evenwel van kracht worden na één maand, wanneer de verzekerde of de begunstigde één van de verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de Maatschappij te misleiden, op voorwaarde dat de Maatschappij een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij de onderzoeksrechter of tot dagvaarding voor een vonnisgerecht is overgegaan, op basis van de artikelen 193,196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de Maatschappij terugbetaald.
BETALING VAN DE PREMIES Artikel 32. De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de Maatschappij. Artikel 33. De Maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de waarborg van de polis schorsen of de polis opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief. De schorsing van de waarborg of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief. Als de waarborg geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing. Wanneer de Maatschappij haar verplichting tot het verlenen van waarborg geschorst heeft, kan zij de polis nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het eerste lid ; in dat geval wordt de opzegging, ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de Maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig lid 1 en 2. De schorsing van de waarborg doet geen afbreuk aan het recht van de Maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de Maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies van twee opeenvolgende jaren.
WIJZIGINGEN VAN DE VERZEKERINGSVOORWAARDEN EN VAN HET TARIEF Artikel 34. Indien de Maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en/of haar tarief wijzigt, is zij gerechtigd deze polis aan te passen vanaf de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis minstens vier maanden vóór die jaarlijkse vervaldag. De verzekeringnemer mag evenwel de polis opzeggen tegen de eerstkomende jaarlijkse vervaldag, binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Indien de Maatschappij de wijziging minder dan vier maanden voor de jaarlijkse vervaldag aankondigt, mag de verzekeringsnemer de polis opzeggen binnen de drie maanden. Deze opzeg heeft uitwerking na één maand.
OVERDRACHT NA OVERLIJDEN Artikel 35. Ingeval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de polis voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de Maatschappij om de polis op te zeggen, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden, op één van de wijzen bepaald in artikel 31, eerste lid. De erfgenamen kunnen de polis opzeggen bij een ter post aangetekende brief, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
SCHORSING VAN DE POLIS Artikel 36. Wanneer verzekeringnemer en geen enkele van zijn gezinsleden nog eigenaar is van een landmotorrijtuig, dan wordt huidige polis geschorst. De verzekeringnemer is verplicht dit feit aan de Maatschappij per ter post aangetekende brief ter kennis te brengen binnen een termijn van acht dagen. Wanneer hij zou nalaten deze kennisgeving te doen, dan zal de Maatschappij de schorsing pas akteren vanaf het ogenblik dat dit feit haar ter kennis zal zijn gebracht. Artikel 37. De verzekeringnemer dient de terug invoegestelling van de geschorste polis aan te vragen voor ieder landmotorrijtuig dat door verzekeringnemer of door één van zijn gezinsleden binnen het jaar na de schorsing van de polis wordt aangeschaft. De polis zal dan terug invoege worden gesteld overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden en het tarief die bij de Maatschappij van toepassing zijn op het ogenblik van de terug invoegestelling en de duurtijd van de polis zal verlengd worden met de duurtijd van de schorsing. Artikel 38. Na afloop van een schorsingstermijn van één jaar neemt de polis een einde en het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald.
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN Artikel 39. De woonplaats van de partijen is als volgt in rechte gekozen : voor de Maatschappij op de maatschappelijke zetel ; voor de verzekeringnemer op het adres vermeld in de polis of later aan de Maatschappij betekend. Elke kennisgeving geschiedt geldig aan die adressen, zelfs ten overstaan van erfgenamen of rechtverkrijgenden van de verzekeringnemer en zolang deze geen adresverandering aan de Maatschappij hebben bekend gemaakt. Artikel 40. Alle mededelingen dienen schriftelijk aan de Maatschappij door verzekerde te worden gedaan. Artikel 41. De bijzondere voorwaarden, bedongen tussen de verzekeringnemer en een tussenpersoon, zijn alleen geldig wanneer zij door de Maatschappij zijn goedgekeurd. Artikel 42. De verzekeringnemer kan zijn verzekeringstussenpersoon contacteren teneinde inlichtingen te bekomen over het contract en de prestaties die er uit voortvloeien. De verzekeringstussenpersoon zal de verzekeringnemer bij de uitvoering van het contract steeds terzijde staan. Daarnaast kan de verzekeringnemer of de verzekerde steeds contact opnemen met onze verantwoordelijke kwaliteitsbeheer. Wanneer verzekeringnemer of verzekerde niet akkoord gaat met de manier waarop de Maatschappij dit contract uitvoert, dan kunnen zij zich richten tot de Ombudsman van de Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen (BVVO), De Meeûsplantsoen 35 te 1000 Brussel of nog tot de Controledienst voor de Verzekeringen, Kortenberglaan 61 te 1000 Brussel. Artikel 43. Bescherming persoonlijke levenssfeer De verzekeringnemer en de verzekerde hierna ‘u’ genoemd, verklaren akkoord te gaan met de verwerking van uw persoonsgegevens door de NV Audi, Frankrijklei 79 te 2000 Antwerpen hierna ‘wij’ genoemd, zijnde de verantwoordelijke van de verwerking in de zin van de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, en het KB van 13 februari 2001 ter uitvoering van voornoemde wet. De persoonsgegevens die u aan ons heeft medegedeeld zullen wij registreren en verwerken met het oog op het beheer van de relaties die uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien, het beheer van de contracten en schadegevallen, het voorkomen van misbruiken en fraude en het opmaken van statistieken. U gaat akkoord met de uitwisseling van die gegevens met de verzekeringsbemiddelaars waarmee wij werken, alsook met de mededeling ervan aan andere derden wanneer de uitvoering van het verzekeringscontract dit vereist of in geval van een wettig belang. Zo stemt u er meer bepaald mee in dat wij deze persoonsReferte : 1/2003/05/006
gegevens kunnen mededelen aan ESV Datassur, wanneer deze relevant zijn voor de beoordeling van de risico’s en het beheer van de contracten en de schadegevallen. U heeft het recht om de gegevens die op u betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Hiertoe moet een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van de identiteitskaart, verstuurd worden naar Datassur, Dienst Bestanden, de Meeûsplantsoen 29, te 1000 Brussel.
U geeft tevens uw uitdrukkelijke en bijzondere toestemming voor de verwerking van de persoonsgegevens die de gezondheid betreffen onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Indien zulks noodzakelijk is voor de doeleinden van de verwerking of voor de doeleinden van het verzekeringscontract mogen dergelijke gegevens bij andere personen worden ingezameld. U beschikt ten alle tijde over een individueel en kosteloos recht op toegang en op verbetering van onjuiste gegevens. Bijkomende inlichtingen kunt u steeds bekomen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Referte : 1/2003/05/006