ALGEMENE HUURVOORWAARDEN VOOR ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE
I
ALGEMEEN
3
II TERBESCHIKKINGSTELLING EN AANVAARDING
3
III HUURPRIJS EN BIJKOMENDE KOSTEN
4
IV VERPLICHTINGEN VERHUURDER
6
V VERPLICHTINGEN HUURDER
7
VI HUURDERSZELFWERKZAAMHEID
14
VII BEËINDIGING VAN DE OVEREENKOMST
15
VIII OPLEVERING VAN HET GEHUURDE
15
IX DE AANSPRAKELIJKHEID VAN VERHUURDER EN HUURDER
17
X HET IN VERZUIM ZIJN VAN HUURDER EN VERHUURDER
17
XI OVERIGE BEPALINGEN
18
XII INSPRAAK EN OVERLEG
18
1
2
I ALGEMEEN Artikel 1. 1. Deze algemene huurvoorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst waarin zij van toepassing zijn verklaard. 2. Wijzigingen van de huurovereenkomst of de algemene huurvoorwaarden kunnen slechts schriftelijk worden overeengekomen. Artikel 2. 1. De in de aanhef van de overeenkomst genoemde huurders hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur, dat zij gelijktijdig en met eerbiediging van elkaars rechten uitoefenen. 2. De huurprijs en de bijkomende kosten zijn slechts enkelvoudig verschuldigd voor de hierboven bedoelde huurrechten gezamenlijk. Indien de huurovereenkomst ten aanzien van een of een aantal huurders eindigt, blijft (blijven) de andere huurder(s) het volledige bedrag van de huurprijs en van de bijkomende kosten verschuldigd. 3. Elk van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en voor alle overige verplichtingen die voor hem en voor de andere huurder(s) uit deze overeenkomst en de wet voortvloeien. 4. Om de huurovereenkomst ten aanzien van beide (alle) huurders te doen eindigen, moet de opzegging aan of door elk van hen geschieden. Vindt de opzegging aan of door een of een aantal van hen plaats, dan duurt de overeenkomst ten aanzien van de andere huurder(s) ongewijzigd voort. II TERBESCHIKKINGSTELLING EN AANVAARDING Artikel 3. 1. De verhuurder zal op de daartoe overeengekomen datum het gehuurde aan huurder ter beschikking stellen. 2. Voor of bij de aanvang van de huur zullen huurder en verhuurder gezamenlijk het gehuurde inspecteren en in een beschrijving vastleggen: I. de staat van het gehuurde en de daartoe behorende voorzieningen; II. de termijn, waarbinnen geconstateerde gebreken, beschadigingen of andere tekortkomingen door verhuurder zullen worden verholpen. 3
3. Zowel huurder als verhuurder ontvangt een door beiden ondertekend exemplaar van de beschrijving. Artikel 4. Huurder verklaart het gehuurde te aanvaarden in overeenstemming met de in artikel 3 bedoelde beschrijving en dat het gehuurde zich in goede staat bevindt, behoudens eventuele op de beschrijving vermelde gebreken. III HUURPRIJS EN BIJKOMENDE KOSTEN Artikel 5. De huurprijs kan worden gewijzigd in overeenstemming met de daarvoor geldende regels. Artikel 6. 1. De voor de in verband met de bewoning geleverde zaken en diensten verschuldigde voorschotbedragen kunnen door verhuurder worden verhoogd met ingang van de maand, volgende op de maand waarin het laatste overzicht als bedoeld in het tweede lid van dit artikel aan huurder is verstrekt. 2. Verhuurder verstrekt huurder elk jaar een naar de soort uitgesplitst overzicht van alle in rekening gebrachte verrekenbare kosten voor de geleverde zaken en diensten, met vermelding van de wijze van berekening. Verschillen tussen de werkelijk gemaakte kosten en de door de huurder als voorschot betaalde bedragen zullen bij deze gelegenheid worden verrekend. 3. Indien verhuurder één of meer van de in dit artikel bedoelde zaken en diensten wil wijzigen (veranderen, uitbreiden of verminderen), verklaart huurder zich bij voorbaat daarmee akkoord, mits ten minste 70% van de huurders in het complex, of een gedeelte a. van een complex, met de voorgestelde wijziging heeft ingestemd, én b. de voorgestelde wijziging uitsluitend complexgewijs of per betreffend gedeelte kan worden gerealiseerd, én c. het belang van verhuurder bij het realiseren van de wijziging zodanig is, dat van hem in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, niet gevergd kan worden van de wijziging af te zien, én
4
d. verhuurder tijdig huurder en (indien aanwezig) de huurdersorganisatie in het betreffende complex daarover heeft geïnformeerd en met huurder respectievelijk die huurders organisatie heeft overlegd. 4. Indien huurder één of meer van de in dit artikel bedoelde zaken en diensten wil wijzigen verklaart verhuurder zich bij voorbaat daarmee akkoord, mits: a. ten minste 70 % van de huurders binnen het complex, of een gedeelte van een complex, met de voorgestelde wijziging heeft ingestemd, én b. de voorgestelde wijziging uitsluitend complexgewijs of per betreffend gedeelte kan worden gerealiseerd, én c. het belang van huurder bij het realiseren van de wijziging zodanig is, dat van verhuurder in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, gevergd kan worden aan de wijziging mee te werken. 5. In de gevallen bedoeld in het derde en vierde lid van dit artikel verklaart huurder zich bovendien bij voorbaat akkoord met de daaruit voortvloeiende verhoging van de kosten en met de verhoging van het maandelijkse voorschotbedrag, voorzover deze verhoging redelijk is en in overeenstemming met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De verhoging van het voorschotbedrag zal ingaan op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de veranderingen zijn ingegaan. 6. Voor rekening van de huurder komen voorts de beheer- en administratiekosten die de verhuurder maakt voor de administratie en afrekening van de hier bedoelde zaken en diensten, voor zover de toerekening van deze kosten in overeenstemming is met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.
5
IV VERPLICHTINGEN VERHUURDER Artikel 7. 1. Verhuurder is verplicht huurder het rustig genot van het gehuurde te verschaffen. Verhuurder is echter niet verplicht huurder te vrijwaren voor feitelijke stoornissen in zijn genot, door derden veroorzaakt. Evenmin is verhuurder aansprakelijk voor de schade, die huurder als gevolg van deze stoornissen lijdt. 2. Verhuurder is verplicht op verlangen van de huurder gebreken aan het gehuurde te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen, dan wel voor zover deze ingevolge de wet, deze huurovereenkomst of het gebruik, voor rekening van huurder komen. V VERPLICHTINGEN HUURDER Artikel 8. 1. Huurder zal de verschuldigde huurprijs en bijkomende vergoedingen voor de eerste van de maand waarop die huur en bijkomende vergoedingen betrekking hebben voldoen door storting / overschrijving op bankrekening nummer 3677.02.339 bij de Rabobank Teylingen ten name van de Woningstichting Warmunda te Warmond. Huurder is bij het uitblijven van betaling vanaf de eerste dag van de maand voor die maand in verzuim en is hierover wettelijke rente verschuldigd. 2. Huurder zal zich bij het voldoen van zijn betalingsverplichting niet beroepen op verrekening, uitgezonderd in het geval van artikel 7:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 9. 1. Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt. Hieronder wordt onder meer verstaan dat huurder: I. de eventuele tot het gehuurde behorende tuin als sier- of moestuin dient te gebruiken en deze niet mag gebruiken voor opslag en/of stalling van caravans, auto’s, handelswaren, afval, gevaarlijke of milieubelastende zaken en andere zaken van welke aard dan ook;
6
II. de gemeenschappelijke ruimten dient schoon te houden en deze niet mag gebruiken voor opslag of stalling van tweewielers, kinderwagens, handelswaren, gevaarlijke- of milieubelastende zaken en andere zaken van welke aard dan ook; III. gemeenschappelijke achterpaden geheel vrij dient te houden, geen poorten of andere obstakels te plaatsen en de achterpaden uitsluitend als voetpad te gebruiken; IV. recht van overpad zal verlenen respectievelijk zal gedogen van en naar woningen van hetzelfde bouwblok op de door verhuurder te bepalen wijze; V. niet is toegestaan waar dan ook in het gehuurde hennep te kweken in geen enkele hoeveelheid, of andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld; VI. niet is toegestaan bedrijfsmatige activiteiten in (delen van) het gehuurde te ontplooien; een en ander behoudens voorafgaande toestemming van verhuurder. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk door huurder te worden ingediend. Verhuurder is gerechtigd zaken uit de gemeenschappelijke ruimten en achterpaden te verwijderen op kosten van huurder. 2. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming gebruiken en deze bestemming niet wijzigen. Hij zal het gehuurde voldoende meubileren en stofferen ter voorkoming van geluidsoverlast. 3. Het is huurder zonder schriftelijke toestemming van verhuurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. Het “in gebruik geven aan derden” wordt in de ruimste zin van het woord gelijk gesteld aan onderverhuur. 4. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk te worden gedaan, onder vermelding van de naam van de onderhuurder, de onderhuurprijs en de ingangsdatum van de onderhuurovereenkomst. Indien huurder het gehuurde zonder toestemming van verhuurder geheel of gedeeltelijk heeft onderverhuurd, in huur heeft afgestaan of aan derden in gebruik heeft gegeven, rust de bewijslast dat huurder onafgebroken het hoofdverblijf in het gehuurde heeft behouden op huurder. Voor ongeoorloofde onderhuur geldt voorts dat huurder alle door onderhuur 7
verkregen inkomsten aan verhuurder dient af te dragen. 5. Huurder zal de voorschriften, respectievelijk de instructies, van verhuurder in acht nemen ten aanzien van: a. het gebruik van het gehuurde; b. het gebruik van de in het gehuurde aanwezige installaties en voorzieningen; c. het aanbrengen van veranderingen aan het gehuurde. 6. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. Hieronder wordt onder meer verstaan: iedere vorm van overlast in of nabij het gehuurde, zoals geluidsoverlast, overlast als gevolg van bijvoorbeeld alcoholgebruik, drugsgebruik, drugshandel, prostitutie, (huis)dieren die overlast veroorzaken. In verband met het bepaalde in dit lid is het huurder van een etagewoning die niet behoort tot de benedenverdieping van het complex waarvan deze deel uit maakt, met name niet toegestaan harde vloerbedekking (plavuizen, parket e.d.) te gebruiken. 7. Huurder is verplicht de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water en vorst en dergelijke calamiteiten. Huurder dient door welke oorzaak dan ook ontstane dan wel dreigende schade, evenals gebreken aan het gehuurde onmiddellijk aan verhuurder te melden. Bij nalatigheid van huurder in deze zal de daardoor ontstane schade zowel aan het gehuurde als aan de eigendommen van derden voor rekening van huurder komen. 8. Met het oog op controle door verhuurder van de naleving van de verplichtingen van huurder op grond van deze Algemene Voorwaarden zal huurder verhuurder, voor zover daartoe dringende gronden bestaan, in de gelegenheid stellen het gehuurde te betreden. Onder verhuurder wordt mede verstaan: de door of namens verhuurder aangewezen personen. 9. Indien het huurrecht van huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding of scheiding van tafel en bed, is huurder verplicht van de beëindiging van zijn huurrecht schriftelijk mededeling te doen aan verhuurder, onmiddellijk nadat de rechterlijke beschikking waarbij dit is bepaald, onherroepelijk is geworden. Zolang huurder deze mededeling 8
niet heeft gedaan, blijft hij tegenover verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit deze huurovereenkomst. Het vorenstaande is eveneens van toepassing op de beëindiging van geregistreerd partnerschap. Indien de medehuurder de huurovereenkomst voortzet als huurder, is deze verplicht verhuurder hiervan onverwijld schriftelijk mededeling te doen.
10. Indien het, voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de één of meer buren van huurder, noodzakelijk is van de tuin of erf van huurder tijdelijk gebruik te maken, is huurder verplicht dit na behoorlijke kennisgeving en tegen eventuele schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor huurder gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen. 11. Voor rekening van huurder komen, ook al wordt verhuurder daarvoor aangeslagen, of worden de aanslagen of vorderingen op haar naam gesteld: a. Het huurdersdeel van rioolrechten, afvalstoffenheffing en waterschapslasten betreffende het gehuurde en gemeenschappelijke ruimten; b. overige bestaande of toekomstige belastingen, precariorechten, lasten, heffingen, retributies betreffende het gehuurde en/of ten aanzien van zaken van huurder; c. milieuheffingen, waaronder de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren en de bijdrage zuiveringskosten afvalwater en aanslagen of heffingen op grond van enige andere miileuwet; een en ander voor zover de bovengenoemde kosten voor rekening van huurder komen op grond van het in de desbetreffende wet bepaalde. Artikel 10. 1. Voor rekening van huurder komen de kleine herstellingen. Hiertoe worden in ieder geval gerekend: a. het witten van binnenmuren en plafonds en het schilderen van binnenhoutwerk en zonodig het behangen van de binnenmuren; b. de voorbereidende werkzaamheden voor de onder a omschreven werkzaamheden, zoals het plamuren, schuren en opvullen van gaatjes, butsen en geringe (krimp-)scheuren;
9
c. het vastzetten en vastschroeven van loszittende onderdelen van de woonruimte, zoals loszittende: I. trapleuningen, deurknoppen en drempels; II. elektrische schakelaars, wandcontactdozen en deurbellen; d. het vervangen en vernieuwen van bestanddelen en onderdelen van de woonruimte welke zich binnen het woonruimtegedeelte van het gehuurde bevinden, die gemakkelijk zijn te vervangen en die geen noemenswaardige kosten met zich meebrengen, zoals: I. kraanleertjes en andere eenvoudig te vervangen onderdelen van kranen; II. deurknoppen en sloten, hang- en sluitwerk van de deuren en ramen; III. vloer- en plafondroosters; IV. sleutels van binnen- en buitensloten; V. garnituur voor douche- en toiletruimte, zoals doucheslangen, zeepbakjes en glasplaten; VI. garnituur voor de wc., zoals de wc.-houder en de wc.-bril; VII. elektrische schakelaars, wandcontactdozen, deurbellen, kabel-, telefoon- en computeraansluitingen en vergelijkbare onderdelen van datanetwerken; e. het gangbaar houden en regelmatig controleren van de beweegbaarheid van beweegbare onderdelen, zoals: I. scharnieren van deuren, luiken en ramen en deze zonodig oliën en smeren; II. sloten; III. kranen, en deze zonodig ontkalken, evenals het treffen van voorzieningen ter voorkoming van (reparatie van) bevroren kranen: f. het vervangen van lampen aan de buitenzijde van het woonruimte gedeelte van het gehuurde en in de gemeenschappelijke (buiten) ruimten; g. het vervangen van beschadigde ruiten en ingebouwde spiegels, voor zover de vervanging geen noemenswaardige kosten met zich meebrengt; h. het onderhoud en het vervangen van onderdelen aan binnen het woonruimtegedeelte van het gehuurde deel uitmakende technische installaties, die geen noemenswaardige kosten met zich meebrengen, voor zover deze werkzaamheden onderhoudtechnisch eenvoudig zijn en geen specialistische kennis vereisen en voor zover de 10
technische installatie binnen de woonruimte is gelegen, zoals: I. het ontluchten en bijvullen van het water van de verwarmingsinstallatie; II. het opnieuw opstarten van de verwarmingsinstallatie na uitval; III. het vervangen van filters van de (mechanische) ventilatie en het schoonhouden van de roosters; i. het aanbrengen en onderhouden van tochtwerende voorzieningen, indien noodzakelijk en voor zover aan deze werkzaamheden geen noemenswaardige kosten verbonden zijn; j. het vervangen en vernieuwen van bestanddelen en onderdelen van de woonruimte welke zich buiten het woonruimtegedeelte van het gehuurde bevinden, die gemakkelijk zijn te vervangen en die geen noemenswaardige kosten met zich meebrengen, zoals: I. onderdelen van de brievenbus; II. onderdelen van de buitenlamp; III. onderdelen van de carport; IV. onderdelen van de vlaggenstokhouder; k. het onderhoud aan tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen, zodanig dat deze onroerende aanhorigheden een verzorgde indruk maken, zoals: I. bij eerste bewoning van een woonruimte de tot het woonruimtegedeelte van het gehuurde behorende tuin en/of erf: de aanleg van de tuin en/of erf met uitzondering van de aanleg van opritten en toegangspaden en het aanbrengen van een eenvoudige erfafscheiding; II. het egaliseren van de tuin, het opbrengen van teelaarde; III. het regelmatig maaien van het gras, IV. het regelmatig verwijderen van onkruid in de tuin en tussen tegels van opritten, toegangspaden en terrassen; V. het vervangen van gebroken tegels; VI. het regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen; VII. het vervangen van beplanting die is doodgegaan; VIII. het vervangen van kapotte planken of segmenten van houten erfafscheidingen, het rechtzetten en recht houden van houten erfafscheidingen; IX. indien de erfafscheidingen zijn geverfd of gebeitst: erfafscheidingen regelmatig verven of beitsen 11
l. indien nodig het vegen van schoorstenen, afvoer- en ventilatiekanalen, voor zover deze voor de huurder bereikbaar zijn; m. het schoonhouden en zonodig ontstoppen van het binnenriool tot aan het aansluitpunt vanuit het woonruimtegedeelte van het gehuurde op het gemeenteriool dan wel op het hoofdriool, voor zover deze riolering voor de huurder berekibaar is; n. het schoonhouden en zonodig ontstoppen van de vuilstortkoker en het schoonhouden van de vuilniscontainerruimte, voor zover deze voorziening en ruimte voor de huurder bereikbaar zijn; o. het schoonhouden van het woonruimtegedeelte van het gehuurde en van de gemeenschappelijke ruimten; p. het wassen en schoonhouden van de binnen- en buitenzijde van de ruiten, kozijnen, deurposten, al het geverfde houtwerk en andere geverfde onderdelen, voor zover deze voor de huurder bereikbaar zijn; q. het bestrijden van ongedierte, voor zover aan deze werkzaamheden geen noemenswaardige kosten verbonden zijn, en voor zover de aanwezigheid van dit ongedierte geen gevolg is van de bouwkundige situatie van de woonruimte; r. het regelmatig schoonhouden van goten en regenafvoeren, voor zover deze voor de huurder bereikbaar zijn; s. het regelmatig verwijderen van zwerfvuil; t. het verwijderen van graffiti, voor zover deze graffiti voor de huurder bereikbaar is en voor zover hieraan geen noemenswaardige kosten verbonden zijn; u. het legen van zink- en beerputten en septic tanks. 2. Indien ten aanzien van één of meer van de hierboven genoemde werkzaamheden door verhuurder een gemeenschappelijke regeling is getroffen, wordt deze tussen partijen in een nadere overeenkomst overeengekomen. Artikel 11 1. Huurder zal verhuurder in de gelegenheid stellen het gehuurde op gebreken te controleren. 2. Huurder zal alle dringende werkzaamheden aan het gehuurde of aan direct aangrenzende woningen, als ook aan de centrale voorzieningen daarvan toestaan. Huurder heeft geen recht op vermindering van de huurprijs of schadevergoeding als gevolg van het uitvoeren van de dringende werkzaamheden. 12
3. Huurder zal personen die door verhuurder zijn belast met het afleggen van controlebezoeken of het uitvoeren van werkzaamheden, na legitimatie van hun kant, in het gehuurde toelaten. 4. Onvoorzien omstandigheden voorbehouden, zullen deze bezoeken respectievelijk werkzaamheden slechts plaatsvinden op werkdagen tussen 08.00 en 18.00 uur en van tevoren worden aangekondigd. 5. Indien het gehuurde behoort tot een complex van woningen, dat door een verwarmingsinstallatie van warmte wordt voorzien, en het warmteverbruik in het gehuurde gemeten wordt door middel van warmteverbruiksmeters, zal huurder personen die namens verhuurder de stand van die meters komen opnemen, na legitimatie daarvoor in het gehuurde toegelaten. Artikel 12. 1. Indien verhuurder het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, geheel of gedeeltelijk wil renoveren, zal hij huurder daartoe een schriftelijk voorstel doen. Dit voorstel wordt vermoed redelijk te zijn, wanneer 70 % van de huurders van het complex daarmee heeft ingestemd. Indien huurder met het voorstel niet heeft ingestemd en ook niet binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder, dat een aanzienlijke meerderheid of meer van de huurders met het voorstel heeft ingestemd bij de rechter een beslissing heeft gevorderd over de redelijkheid van het voorstel, is hij hieraan gebonden. Huurder is dan verplicht alle medewerking te verlenen bij de uitvoering van de werkzaamheden. 2. Bedoelde werkzaamheden vinden, na voorafgaande aankondiging van het tijdstip, plaats op werkdagen, dringende gevallen uitgezonderd.
13
VI HUURDERSZELFWERKZAAMHEID Artikel 13. 1. Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren. Voor overige veranderingen en toevoegingen, waaronder die aan de buitenzijde van de woning, heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig. 2. De verhuurder kan aan zijn toestemming voorwaarden verbinden, die onder meer betrekking hebben op: I. aard en kwaliteit van te gebruiken materialen; II. het voorkomen van schade aan de constructie van het gehuurde of het gebouw; III. (bouwtechnische) voorschriften van de overheid; IV. het onderhoud van de verandering; V. aanvullende voorzieningen om overlast voor derden te voorkomen; VI. verzekering, belasting en aansprakelijkheid. 3. Verhuurder zal bij het verlenen van toestemming aangeven of de verandering of toevoeging aan het einde van de huur door huurder ongedaan moet worden gemaakt. 4. Alle veranderingen die in strijd met de voorwaarden van verhuurder zijn aangebracht zullen op eerste aanzegging van verhuurder ongedaan worden gemaakt door huurder. 5. Huurder is verplicht tot het onderhouden, het verhelpen van gebreken en het uitvoeren van herstellingen aan de veranderingen of toevoegingen die door huurder zijn aangebracht. 6. Huurder is aansprakelijk voor de schade die wordt veroorzaakt door een verandering of toevoeging die door huurder is aangebracht. Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden voor schade veroorzaakt door huurder zelf aangebrachte veranderingen aan het gehuurde. 7. De verhuurder heeft op het gebied van de voorwaarden zoals bedoeld in lid 2,3 en 4 een eigen ZAV-beleid opgesteld. 14
VII BEËINDIGING VAN DE OVEREENKOMST Artikel 14. 1. Huurder kan de huurovereenkomst door opzegging beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. De opzegging geschiedt bij aangetekende brief of deurwaardersexploot. 2. Verhuurder kan de huurovereenkomst tegen de eerste van de maand bij aangetekende brief op deurwaardersexploot opzeggen. Hij geeft daarbij de gronden aan die tot de opzegging geleid hebben. De door verhuurder in acht te nemen opzeggingstermijn bedraagt drie maanden, welke termijn voor ieder jaar dat de overeenkomst heeft geduurd met een maand wordt verlengd tot maximaal zes maanden. 3. De huurovereenkomst wordt door opzegging door verhuurder niet beëindigd, tenzij huurder binnen zes weken schriftelijk verklaart in de beëindiging toe te stemmen, dan wel de rechter op vordering van verhuurder de datum heeft vastgesteld waarop de overeenkomst zal eindigen. 4. Huurder en verhuurder kunnen te allen tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen op een door hen daartoe te bepalen datum. VIII OPLEVERING VAN HET GEHUURDE Artikel 15. 1. Bij het einde van de huurovereenkomst is huurder verplicht het gehuurde onder afgifte van alle sleutels geheel ontruimd en schoon aan verhuurder op te leveren in de staat, waarin hij het gehuurde conform de beschrijving bij aanvang van de huurovereenkomst heeft ontvangen, behoudens voor zover er sprake is van normale slijtage, die voor rekening en risico van verhuurder komt. Voor door huurder in het gehuurde aangebrachte veranderingen en toevoegingen geldt het bepaalde in het derde lid van dit artikel. 2. Vóór het einde van de huurovereenkomst zullen huurder en verhuurder gezamenlijk het gehuurde inspecteren. Huurder zal verhuurder daartoe in de gelegenheid stellen. Bij die gelegenheid respectievelijk die gelegenheden zal een opnamerapport worden gemaakt, waarin zal worden vastgelegd, welke herstellingen voor het einde van de huurovereenkomst door en ten laste van huurder verricht moeten 15
worden, evenals de geschatte kosten van herstel. Beide partijen ontvangen een exemplaar van het opnamerapport. 3. Ten aanzien van door de huurder tijdens de huurtijd met of zonder toestemming aangebrachte veranderingen en toevoegingen zullen bij het einde van de huur de volgende regels gelden: I. verhuurder kan vorderen dat aangebrachte veranderingen en toevoegingen die zonder toestemming zijn aangebracht, of niet voldoen aan het bepaalde in artikel 13.2, door huurder ongedaan worden gemaakt. II. huurder is verplicht om veranderingen en toevoegingen bij het einde van de huur weg te nemen, wanneer verhuurder dit bij het verlenen van toestemming schriftelijk heeft bedongen. III. onverminderd het in dit lid bepaalde, is huurder te allen tijde gerechtigd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken, mits hij het gehuurde terugbrengt in de staat waarin het zich overeenkomstig artikel 3 bij de aanvang van de huur bevond, behoudens die gevallen waarin verhuurder aan huurder voor die verandering of toevoeging een vergoeding heeft verstrekt. 4. Indien huurder bij het einde van de huurovereenkomst aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en eventueel ongedaanmaking van aangebrachte veranderingen of toevoegingen niet heeft voldaan, is verhuurder gerechtigd alle ten gevolge daarvan noodzakelijke werkzaamheden op kosten van huurder zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij huurder zich al nu voor dan verplicht deze kosten te voldoen. Ook overige schade ontstaan door nalatigheid van huurder, komt voor zijn rekening. 5. In het geval huurder bij het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde zaken heeft achtergelaten, is verhuurder bevoegd die zaken te verwijderen, zonder dat op verhuurder een bewaarplicht komt te rusten. Alle kosten van verwijdering van de zaken zijn voor rekening van de huurder. Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op roerende zaken die huurder heeft overgedragen aan de opvolgende huurder, mits van deze overdracht schriftelijk aan verhuurder is kennis gegeven.
16
IX DE AANSPRAKELIJKHEID VAN VERHUURDER EN HUURDER Artikel 16. 1. Verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade aan de persoon of aan zaken van de huurder en/of diens huisgenoten, veroorzaakt door storm, vorst, blikseminslag, ernstige sneeuwval, overstromingen, stijging of daling van het grondwaterpeil, atoomreacties, gewapende conflicten, burgeroorlogen, opstanden, onlusten, molest en andere calamiteiten. 2. Huurder is aansprakelijk voor de schade die tijdens de huurtijd aan het gehuurde is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst. Alle schade, behalve brandschade, wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan. Huurder is ten opzichte van de verhuurder op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen die vanwege huurder het gehuurde gebruiken of zich vanwege huurder daarop bevinden. X HET IN VERZUIM ZIJN VAN HUURDER EN VERHUURDER Artikel 17. 1. Indien één der partijen in verzuim is met de nakoming van enige verplichting, welke als gevolg van de wet en/of de huurovereenkomst op hem rust en daardoor door de andere partij gerechtelijke en/of buitengerechtelijke maatregelen moeten worden genomen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van die ene partij. 2. De als gevolg van dit artikel door de ene partij aan de andere partij te betalen buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd op het moment dat de ene partij zijn vordering op de ander uit handen geeft en bedragen ten minste 15% van de uit handen gegeven vordering, met een minimum van € 25,00 vermeerderd met het geldend BTW-percentage.
17
XI OVERIGE BEPALINGEN Artikel 18. 1. Indien een deel van de overeenkomst of van deze algemene voorwaarden vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van de overige artikelen onverlet. In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt dan als overeengekomen wat op wettelijk toelaatbare wijze het dichtst komt bij wat partijen overeengekomen zouden zijn, indien zij de nietigheid of vernietigbaarheid gekend zouden hebben. 2. Indien het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel utimaakt, is of wordt gesplitst in appartementsrechten, is huurder verplicht de uit de splitsingsakte, statuten en reglementen voortvloeiende voor schriften over het gebruik in acht te nemen. 3. Verhuurder is verplicht om huurder zo spoedig mogelijk in het bezit te stellen van de hiervoor bedoelde voorschriften over het gebruik. 4. Wijzigingen op deze algemene voorwaarden kunnen slechts schrfitelijk worden overeengekomen. XII INSPRAAK EN OVERLEG Artikel 19. 1. Verhuurder stelt huurder in de gelegenheid zich uit te spreken over alle beleids- en beheerszaken die voor huurder van wezenlijk belang zijn. 2. De wijze van inspraak en overleg is vastgelegd in de vigerende samenwerkingsovereenkomst tussen de Woningstichting Warmunda en de Huurdersvereniging Warmondig. Aldus door het bestuur van de Woningstichting Warmunda vastgesteld op 24 februari 2004
18
AANTEKENINGEN
19
20