ALGEMEEN REGLEMENT OP GASINSTALLATIES
Uitgevoerd door AIB-Vinçotte Belgium vzw Editie 2016
1.
Doel van deze publicatie
Deze publicatie heeft tot doel u enige richtlijnen te geven bij het verwezenlijken van een aardgasinstallatie, en dit met als bedoeling om een zo veilig mogelijke installatie naar de meest recente norm te bouwen. Dit document heeft niet tot doel om de evolutie van de normen m.b.t. gasinstallaties weer te geven. Niettegenstaande wij de beste zorg aan dit document besteed hebben en trachten dit up to date te houden, moet het vooraf duidelijk gesteld worden dat deze publicatie op generlei wijze de van toepassing zijnde wetten en normen vervangt. Het is steeds op basis van deze wetten en normen dat een keuring wordt uitgevoerd, wij verbinden ons op generlei wijze aan een positieve keuring. Indien er verder handelsnamen worden gebruikt is dit louter informatief en bedoeld om u op de goede weg te zetten. Meestal gaat het om handelsnamen die in de loop der tijd als een product beschouwd gingen worden (cfr. Bic, “cola”, ...). Wij engageren ons op generlei wijze tot de kwaliteit, noch de conformiteit van eventuele verwijzingen en weet dat er meestal ook andere fabrikanten zijn die gelijkaardige/gelijkwaardige producten aanbieden. Voor sommige types van instellingen, zoals daar zijn: ziekenhuizen, voetbalstadia, rustoorden, logiesverstrekkende bedrijven, …, zijn specifieke wetgevingen van toepassing dewelke in dit document onmogelijk allemaal behandeld kunnen worden. In sommige gevallen kan de lokale brandweerdienst, stad, gemeente of zelfs uw gasverdeler bijzondere eisen opleggen. Het is dus raadzaam om u vooraf goed te informeren. We beperken ons dus tot aardgasbinneninstallaties (zie ook punt 2. Toepassingsgebied): ▪
het verbruikstoestel;
▪
de inrichting en de uitrusting van de opstellingsruimten, meer bepaald wat betreft de weerstand tegen hoge temperatuur van de binnenleiding en de onderdelen;
▪
de toevoer van verbrandingslucht;
▪
de afvoer van de verbrandingsproducten;
▪
de verbinding van het verbruikstoestel met de binnenleiding;
▪
de aansluiting van de installatie op de gasmeter;
▪
de dichtheidsproef van de installatie;
▪
het drukverlies in de leidingen.
Specifieke types van toestellen zoals bijvoorbeeld grootkeukens, stralingstoestellen, e.d. worden niet in detail behandeld. Informeer u hieromtrent bij de leverancier, fabrikant, of onze diensten.
3
Inhoudstafel 1.
Doel van deze publicatie
3
2
Toepassingsgebied
6
3
Veiligheidsaandachtspunten
7
4.
VOORSCHRIFTEN
8
4.1
MATERIALEN
8
4.1.0
Veiligheidsvoorschriften
8
4.1.1
Buizen
9
4.1.2
Verbindingen
13
4.1.3
Stopkraan en sectioneerkraan
20
4.2
Corrosiebescherming
28
4.3
Gevolgde weg en bereikbaarheid van de leidingen
33
4.4
Toevoer en afvoer van verbrandingslucht (ventilatie van de lokalen) waarin open gastoestellen zijn opgesteld. (Toestellen type A en B)
47
Toevoer van verbrandingslucht (luchttoevoer) (zie, voor CV ketels, ook bijkomend punt 5.2.)
47
4.4.1 4.4.2 4.4.3
Afvoer van verbrandingslucht (ventilatie)
48
Voorschriften om wisselwerkingen te vermijden tussen mechanische ventilatievoorzieningen en de opgestelde open verbruikstoestellen
51
4.5
Afvoer van de verbrandingsproducten (toestellen type B)
52
4.5.1
Afvoerkanalen
52
4.5.2
Afvoer van de verbrandingsproducten van toestellen type B door natuurlijke trek
58
4.6
Toevoer en afvoer van verbrandingslucht (ventilatie van de lokalen) en afvoer van de verbrandingsproducten van gesloten toestellen type C
62
4.6.1
Ventilatie van de lokalen
62
4.6.2
Toevoerkanaal, afvoerkanaal, aansluitstukken en eindstuk
62
4.6.3
Minimale afstanden tussen de doorvoer en hindernissen en openingen voor toestellen type C
63
Uitmonding van het eindstuk in hetzelfde gevelvlak als een wandopening
67
Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek
68
Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbrandingsproducten van individueel systeem- toestellen type C1, C3 ,C5, C8 en C9
69
Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbrandingsproducten van Gemeenschappelijk systeem – toestellen type C4
69
4.7
Gebruiksvoorwaarden van de toestellen
70
4.7.1
Algemeen
70
4.7.2
Toestel type A
70
4.7.3
Toestel type B
71
4.7.4
Toestel type C
71
4.8
Toestellen
72
4.8.1
Toegelaten types van verbruikstoestellen (mits respecteren van voorwaarden opgenomen in dit document).
72
4.8.2
Identificatie van de toestellen
77
4.9
Beproeving, nazicht, bepalen max. drukverlies, uitbreiding en identificatie van de leiding
78
4.6.4 4.6.5
4
5.
Bijkomende voorwaarden voor centrale verwarmings-ketels, al dan niet met productie van sanitair warm water en met een vermogen < 70 kW en
110
5.1
Opstellingsruimten voor CV ketels
110
5.1.1
Algemene eisen
110
5.1.2
Bescherming tegen vorst
110
5.1.3
Afmetingen van de opstellingsruimte
110
5.2
Ventilatie van opstellingsruimten voor CV ketels
111
5.2.1
Algemene eisen
111
5.2.2
Natuurlijke ventilatie van de opstellingsruimte
111
5.2.3
Mechanische ventilatie van de opstellingsruimte
114
5.3.
Afvoer van de verbrandingsproducten
115
5.3.1
Algemene eisen
115
5.3.2
Materiaaleisen voor aansluitkanalen en afvoerkanalen
117
5.3.3
Bijzondere bepalingen voor aansluitkanalen
120
5.4.
Berekening van de verdunningsfactor voor de uitmonding van de afvoerkanalen voor toestellen type B en C
121
5
2 ▪
Toepassingsgebied De volledige aardgasbinneninstallatie, d.w.z. na de teller tot en met de verbruikstoestellen. Binneninstallaties of nieuwe gedeelten waarvan de hoogst toelaatbare bedrijfsdruk 100 mbar bedraagt en waarvan: » de nominale diameter van de leidingen kleiner is dan of gelijk aan DN 50 en » de leidingen ingegraven zijn en niet ingegraven In dit ARGI beperken we ons tot een totaal opgesteld vermogen kleiner dan 70 kW.
▪
Indien uw installatie dat u voor ogen hebt, niet beantwoordt aan voorgaand punt: informeer u vooraleer de werkzaamheden aan te vatten. U riskeert dat de installatie afgekeurd zal worden.
▪
Het afregelen van de verbrandingsparameters behoort niet tot het toepassingsgebied van dit document. 1
Tijdens of na de indienststelling van centrale stooktoestellen , dient er een keuring: » vóór ingebruikname plaats te vinden, » periodieke controles en » verwarmingsaudits. Hiervoor kan u beroep doen op onze diensten.
1
Centraal stooktoestel : een stooktoestel met een centrale stookketel, en, optioneel, een aparte brander, waarbij de gegenereerde warmte via een geleid en gekanaliseerd transportsysteem gedistribueerd wordt naar meerdere, afzonderlijke ruimten en, optioneel, naar een voorziening voor de productie van warm verbruikswater.
6
3 ▪ ▪ ▪ ▪
Veiligheidsaandachtspunten Geen open vuur maken, noch roken of vonken veroorzaken, bij loskoppelen van een leiding. Indien u een ondichtheid vaststelt bij een dichtheidscontrole, de stopkraan van de gasteller sluiten. Spoor geen lekken op met een open vlam Breng leidingen NOOIT onder druk met zuurstof
RISICO’S »
Aardgas 1. Ontploffing : mengsel gas – lucht tussen de 4,5% en 13,5% (4,5% is LEL). 2. Brand : mengsel gas – lucht > 13,5% 3. Vergiftiging : verbrandingsgassen bevatten o.a. CO dat reukloos maar zeer giftig is. 4. Verstikking : bij ontsnapping van gas- en verbrandingsproducten, ontstaat zuurstofgebrek in een gesloten ruimte. 5. Aardgas is lichter dan lucht. Het zal dus stijgen naar plaatsen gelegen boven de ruimte waar een lek is.
»
Koolmonoxide intoxicatie (CO) : ▪
CO (koolmonoxide) is een gevaarlijk, want kleurloos en geurloos gas dat zich zeer snel verspreidt in lokalen. Er wordt koolmonoxide geproduceerd als een toestel een brandstof verbrandt zoals petroleum, olie, natuurlijk gas, propaan, hout of kerosine. Toestellen die slecht worden gebruikt of slecht worden onderhouden, kunnen een gevaarlijke hoeveelheid CO afgeven en een intoxicatie veroorzaken.
▪
Koolmonoxide bindt zich aan de hemoglobine van rode bloedcellen, waardoor het transport van zuurstof naar de cellen van het lichaam wordt verstoord.
▪
Koolmonoxide, een kleur- en geurloos gas, veroorzaakt: » »
ofwel een plotse, acute intoxicatie met hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en bewustzijnsverlies ; ofwel een chronische intoxicatie met hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid.
Welke zijn de mogelijke oorzaken ? »
» » » » »
Een vuil of slecht afgeregeld toestel. Koolmonoxide komt vrij bij onvolledige verbranding van koolstoffen (stookolie, gas, mazout, petroleum, benzine, steenkool, hout, enz…). Ongevallen zijn te wijten aan een slechte afstelling of een slecht onderhoud van de verwarmingsketel, het warmwatertoestel of boiler, de hulpverwarming, de schoorsteen of de steenkoolkachel. Slechte verluchting. Het overdreven dichtstoppen van kieren en gaten en isoleren verhinderen de evacuatie van het koolmonoxide dat dan in de woning blijft hangen. Verouderde toestellen. Verkeerd gebruik van de apparaten (hulpverwarmingstoestellen die continu worden gebruikt) of gebruik van toestellen die niet bestemd zijn voor gebruik in lokalen (stroomgenerator). Intoxicatie bij een brand. Uitlaatgassen van een auto.
Welke behandeling ? Essentieel bij de CO-intoxicatie zijn goede reflexen : » » » » »
Het slachtoffer evacueren en zichzelf niet in gevaar brengen ; Het toestel dat de vermoedelijke oorzaak van de CO-productie is, afzetten ; De vensters openen en de ruimte verluchten ; De plaats snel verlaten en de hulpdiensten verwittigen : brandweer of MUG ; De lokalen niet opnieuw betreden zonder de installaties te hebben laten nazien door gekwalificeerd personeel.
7
4.
VOORSCHRIFTEN
4.1
MATERIALEN
4.1.0
Veiligheidsvoorschriften
Weerstand tegen hoge temperaturen, mechanische en chemische weerstand Het geheel van de elementen van de binnenleiding (de leidingen, de hulpstukken en de verbindingen, de stopkraan inbegrepen) moet: ▪ een mechanische en chemische weerstand hebben die voldoende is en aangepast om te weerstaan aan de inwerkingen waaraan zij, bij normaal gebruik, kunnen worden blootgesteld. ▪ en binnen in een gebouw bestand zijn tegen hoge temperatuur (type RHT); Voor componenten die niet in RHT-uitvoering beschikbaar zijn, kan één van volgende oplossingen toegepast worden: ▪ de component wordt geplaatst in een kast met een maximum volume van 0,2 m³ (60 x 60 x 60 cm); de wanden hebben een brandweerstand EI 30. ▪ de component wordt geplaatst in een gecompartimenteerde ruimte met verhoogde brandveiligheid: » wanden met brandweerstand EI 120. » deuren met brandweerstand EI 60. NOOT: ruimten die aan deze eis voldoen zijn onder meer: » een stookplaats (volgens de norm NBN B 61-001) » een drukreduceerlokaal ▪
▪ ▪
Het component wordt beschermd door een thermische beveiligingsklep of RHT kraan met smeltveiligheidshandgreep en die stroomopwaarts vlakbij de niet-RHT-component geplaatst is.
de component wordt buiten het gebouw geplaatst. de component wordt stroomafwaarts van de stopkraan geplaatst vóór het toestel.
Bepaalde materialen hebben twee nominale drukken (PN): ▪ één nominale druk zonder dat voldaan is aan de RHT-eis ▪ één nominale druk waarbij wel voldaan is aan de RHT-eis Bv. een persfitting uit koper heeft een markering PN5 / GT1. PN5 is de nominale druk zonder dat voldaan is aan de RHT-eis. GT1 staat voor “Gas Temperatur” de Duitse benaming voor RHT. GT1 betekent dat de nominale druk waarbij wel voldaan is aan de RHT-eis 1 bar is. Bij gebruik van materialen binnen een gebouw, waar de RHT-eis van kracht is, wordt rekening gehouden met de nominale druk waarbij aan de RHT-eis voldaan is. In voorgaand vb is dat 1 bar.
8
4.1.1 »
Buizen Staal De koolstofstalen buizen (blauwe buis, zwarte buis) moeten overeenstemmen met de normen NBN EN 10255, NBN EN 10208-1, NBN EN ISO 3183 of NBN EN 10216-1. Verzinkte stalen buizen (ook wel gegalvaniseerde stalen buizen genoemd) beantwoorden aan bovenstaande normen en zijn vanuit de fabriek thermisch verzinkt in overeenstemming met NBN EN 10240.
De roestvast stalen buizen zijn conform NBN EN 10217-7, NBN EN 10312 of NBN EN 10216-5. Hulpstukken voor buizen in roestvast staal (inclusief flenzen en kranen) moeten conform zijn met de normen vermeld in tabel 4a.
9
De minimum wanddikte van de roestvast stalen buizen, in functie van de buitendiameter die moet gebruikt worden en afhankelijk van het type van verbinding, is weergegeven in tabellen 4b tot en met 4d. Het gebruik van buizen met een andere buitendiameter dan deze vermeld in deze tabellen is verboden.
»
Koper De koperen buizen voldoen aan de norm NBN EN 1057. Zij hebben een kwaliteit R 220 voor een uitgegloeide buis, R 250 voor een halfharde buis en R 290 voor een harde buis. Vanuit de fabriek geïsoleerde koperen buizen met een massieve kunststof bedekking beantwoorden aan de norm NBN EN 13349. Voor koper is de diameter bij conventie de reële buitendiameter van de buis. De buizen worden gemarkeerd. VOORBEELD Cu – EN 1057 – R 220 –12 x 1,0 De minimum wanddikte van de koperen buizen, in functie van de buitendiameter die moet gebruikt worden en afhankelijk van het type van verbinding, is weergegeven in tabel 3. Het gebruik van buizen met een andere buitendiameter dan deze vermeld in tabel 3 is verboden.
Opmerking : ▪ Verwijding d.m.v. doorn is niet toegestaan ▪ Plooien met een plooitang is toegestaan. Na de stopkraan van het toestel: maakt deel uit van de keuring van het toestel.
10
»
PE-buizen PE-buizen zijn conform NBN EN 1555-2. 2
Tabel 5 – Diameters, minimum wanddiktes en SDR-waarden van de PE-buizen volgens NBN EN 1555-2
»
PLT-buissysteem Het PLT-buissysteem moet voldoen aan de norm NBN EN 15266. PLT-buissysteem: roestvast stalen plooibare gegolfde buizen, gemakkelijk een beperkt aantal malen met de hand plooibaar, die tijdens de productie door de fabrikant met een buitenlaag zijn bekleed (= PLT-buizen) en altijd samen moeten toegepast worden met de fittingen, de collector, de klem voor equipotentiaalverbinding, de autovulkaniserende wikkelband of thermokrimpkous enz,.. gespecificeerd door de fabrikant (= systeem). Buizen en fittingen van verschillende fabrikanten zijn onderling niet omwisselbaar en mogen in geen geval samen verbonden worden.
NOOT: PLT = pliable tubing
2
De SDR-waarde van een PE-buis is de verhouding tussen de buitendiameter en de wanddikte. SDR = standard dimension ratio
11
»
Metalen slangen De metalen slangen zijn in roestvast staal. Metalen slangen met aansluiting ≤ DN 15 zijn in overeenstemming met NBN EN 14800. In afwachting van de publicatie van de norm betreffende metalen slangen waarvan de aansluiting DN 20 ≤ DN ≤ DN 50 kan de KVBG-specificatie 91/01 - "Metalen RHT-slangen voor brandbare gassen" gebruikt worden om de kwaliteit van de metalen slangen te bepalen.
Een metalen slang mag slechts uitzonderlijk in een binnenleiding worden geplaatst en dan op voorwaarde dat gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
»
het gebruik van een starre leiding blijkt moeilijk; koppelingen zijn conform met mechanische verbindingen : schroefdraad, knelfitting of persfitting; het geheel van de slang en de koppelingen is niet ingewerkt in een muur of ondervloer; de metalen slang mag niet door een muur/wand of vloer gaan; de metalen slang is zo geplaatst dat ze geen beschadigingen, rekking of torsie ondergaat; de buigstraal van de metalen slang is niet kleiner dan voorgeschreven door de fabrikant; het in serie plaatsen van slangen is verboden; metalen slang RHT – AGB/BGV, maximum lengte 2 meter.
Geveldoorvoerstuk Vanuit de fabriek gemonteerde en geïsoleerde buis eventueel voorzien van een afsluitkraan en/of een overgangsfitting metaal naar PE, bestemd om ondergronds in de buitenmuur te worden ingewerkt tussen de ondergrondse gasleiding buiten het gebouw en de gasleiding binnen het gebouw.
12
4.1.2
Verbindingen
ALGEMEEN
▪
dichtheid d.m.v. metaal op metaal, tenzij bestand tegen 650°C (NBN EN 1775) plaatsing zonder blijvende spanningen
▪
een minimum aan verbindingen plaatsen, gebruik van de handelslengtes van de buizen
▪ ▪ ▪
fittings (voldoende sterk) : koper, messing, smeedbaar gietijzer met versterkte rand (volgens NBN EN 10242) stalen fittingen hebben geen versterkte rand en zijn conform NBN EN 10241. dichtingsmateriaal voor de koppelingen met schroefdraad: »
hygroscopische vezels (hennep is verboden !!!)
» » »
anaëroob afdichtingsmiddel : NBN EN 751-1 (bv. loctite) niet-uithardend afdichtingsmiddel : NBN EN 751-2 eventueel in combinatie met acryl vezels (bv. kolmat) niet gesinterde PTFE banden van de klasse GRp : NBN EN 751-3 (bv. teflon, minimum 0,1 mm dikte)
Voor leidingen in koper
▪
schroefdraad : VERBODEN
▪
hardsolduur met smeltpunt 450°C (stroomopwaarts van het toestel). De soldeerder is best gevormd en heeft best 1) praktijkervaring verkregen in de verschillende technieken toegepast bij het verbinden van buisleidingen .
▪
verwijding d.m.v. doorn is niet toegestaan
▪ ▪
flenzen : indien binnenshuis geplaatst, pakking bestand tegen 650°C
▪
raccord union : metaal op metaal (d.w.z. conische sluiting, eventueel O-ring in gleuf is toegelaten) Enkel drieledige schroefkoppelingen in koper of koperlegering (messing, brons) mogen toegepast worden op koperen buizen. knelfitting : »
maximum diameter DN 28
»
geheel uit koper of koperlegering
»
niet gespleten knelring
»
2 aanslagkragen voor de knelring
»
buis ondersteunen over een lengte 0,7 x de buitendiameter
▪ voor kwaliteit van de buis R 220 (uitgegloeid) moet een steunbus gebruikt worden Bicone voor gasinstallatie Bicone voor waterinstallatie
1)
De bijlagen B1 en B3 van de NBN EN 1775 kunnen gebruikt worden voor het bepalen van de kwaliteiten van de soldeerder die de hardsoldeerverbindingen moeten uitvoeren op lage druk installaties.
13
»
persfitting :
▪ maximum diameter DN54 ▪ de dichtheid van de verbinding wordt bekomen door de samengevoegde werking van het persen, metaal op metaal, van de fitting op de buitenwand van de koperen buis en het samendrukken van de O-ring die zich in de gleuf van de persfitting bevindt.
▪ moet op de buitenwand voorzien zijn van onuitwisbaar, voldoende leesbaar en controleerbaar na montage van de volgende markering : » » » » » »
de naam van de fabrikant en/of het gedeponeerd merk; de nominale druk in bar voorafgegaan door de aanduiding PN van minimaal 0,2 bar; de buitendiameter, in mm, van de koperen buis waarvoor de verbinding geschikt is; de letters “GT” om aan te duiden dat zij van het type RHT zijn; de verdeelstreep “/” gevolgd door de druk (in bar) gebruikt tijdens de RHT-proef; bestemd voor gas, op de twee uiteinden voorzien van een gele rechthoek.
▪ mag geen abnormale pletting van de koperen buis veroorzaken ▪ moet voldoende mechanische weerstand hebben tegen buiging, wringing, rekking en trillingen ▪ de nominale diameter van de toebehoren moet identiek zijn met de leidingen ▪ het persen zelf moet: »
de gecontroleerde blijvende vervorming van de elementen verzekeren bij het persen;
»
conform zijn aan de voorschriften van de fabrikant van de persfitting.
▪ het verbinden van stalen buis met koperen buis met persfitting is verboden.
14
Voor leidingen in staal
▪ lassen (autogeen of vlamboog) :
▪
»
verzinkte stalen buizen (gegalvaniseerde leidingen) mogen niet gelast worden
» » » » »
enkel onderling lasbare materialen gebruiken aangepast toevoegmateriaal gebruiken stuiklassen de lasser moet voldoende kennis hebben betreffende het materiaal en de lastechnieken. de lasser is best gevormd en heeft praktijkervaring verkregen in de verschillende technieken toegepast bij 1) het verbinden van buisleidingen .
schroefdraadverbinding buitenschroefdraad conisch, binnenschroefdraad cilindrisch
1)
▪
flenzen : indien binnenshuis geplaatst, pakking bestand tegen 650°C : vraag een attest aan de leverancier
▪
raccord union : metaal op metaal (d.w.z. conische sluiting, eventueel O-ring in gleuf is toegelaten), smeedbaar gietijzer volgens NBN EN 10242.
▪
hardsolderen is verboden
De bijlagen B1 en B2 van de NBN EN 1775 kunnen gebruikt worden voor het bepalen van de kwaliteiten van de lassers die lasverbindingen moeten uitvoeren op lage druk installaties.
15
Voor leidingen in roestvast staal
▪ lassen: » » » » »
enkel onderling lasbare materialen gebruiken aangepast toevoegmateriaal gebruiken stuiklassen de lasser moet voldoende kennis hebben betreffende het materiaal en de lastechnieken. de lasser moet gevormd zijn en praktijkervaring verkregen hebben in de verschillende technieken toegepast 1) bij het verbinden van buisleidingen .
▪
schroefdraadverbinding buitenschroefdraad conisch, binnenschroefdraad cilindrisch
▪
flenzen : indien binnenshuis geplaatst, pakking bestand tegen 650°C
▪
raccord union : metaal op metaal (d.w.z. conische sluiting, eventueel O-ring in gleuf is toegelaten). Enkel drieledige schroefkoppelingen in roestvast staal worden toegepast op roestvast stalen buizen.
o
1)
▪
Knelfitting De knelfittings voor roestvast stalen buizen zijn volledig uit roestvast staal. 2 aanslagkragen voor de knelring en maximum diameter DN 28
▪
Persfitting De persfittings uit roestvast staal voldoen aan DVGW G5614 of een gelijkwaardige specificatie en worden uitsluitend geperst op roestvast stalen buizen volgens de norm NBN EN 10312. De andere voorschriften zijn dezelfde als deze voor de perskoppelingen voor koper. Maximum diameter DN 54
De bijlagen B1 en B2 van de NBN EN 1775 kunnen gebruikt worden voor het bepalen van de kwaliteiten van de lassers die lasverbindingen moeten uitvoeren op lage druk installaties.
16
Voor leidingen in PE
▪
lasverbindingen van buizen en onderdelen uit polyethyleen (PE) »
Lastoestellen Lastoestellen conform ISO 12176-2 (voor elektrolas) worden voor het lassen gebruikt. Bijkomend dienen de lasparameters, gespecificeerd in NBN T 42-010, geprogrammeerd te zijn in de PElastoestellen.
»
Lastechnieken Enkel elektrolassen wordt toegelaten als lastechniek voor het lassen van PE-buizen en onderdelen. NOOT: Spiegellassen en polyfusielassen worden niet toegelaten.
»
Kwalificatie van PE-lassers en lasprocedure De lasser moet een opleiding gevolgd hebben in overeenstemming met NBN T 42-011 en over een geldig laspaspoort beschikken. NOOT: Een PE-laspaspoort heeft een beperkte geldigheidsduur en moet periodiek vernieuwd worden.
»
Kwaliteitscontrole Er moet een visuele controle uitgevoerd worden op iedere verbinding (zie NBN T 42-010). In geval van twijfel of betwisting bij de visuele controle of indien gespecificeerd in de lasprocedure kan overgegaan worden tot destructieve controles.
▪
flenzen
▪
trekvaste mechanische verbindingen De trekvaste mechanische verbindingen voldoen aan ISO 10838-1, ISO 10838-3 of NBN EN 10284. De montage-instructies van de fabrikant moeten gevolgd worden. Elke trekvaste mechanische verbinding wordt altijd met de gepaste steunbus gebruikt om het langzaam plastisch vervormen van de PE-buis tegen te gaan. Het is verboden: ▪ het polyethyleen in contact te brengen met lijmen, vetten of oliën, zelfs niet om de montage te vergemakkelijken. ▪ bij het verbinden van PE een open vlam te gebruiken.
17
Voor leidingen met PLT buissysteem
▪
Configuratie van een PLT-buissysteem Het is aanbevolen om het PLT-buissysteem te configureren zodat net stroomafwaarts van de gasmeter of in de eerst bereikbare verluchte ruimte in het gebouw een collector wordt geplaatst vanwaar een PLT-buis zonder verbindingen vertrekt tot aan de stopkraan van elk gastoestel.
▪
Montage- en installatie-instructies voor een PLT-buissysteem Bij PLT-buissysteem installaties moeten de instructies van het PLT handboek, de instructies van de norm NBN EN 15266 en de “specifieke” instructies van de fabrikant van het systeem strikt gevolgd worden. Na het uitvoeren van de dichtheidstest moet elke fitting worden geïsoleerd met door de fabrikant aanbevolen autovulkaniserende wikkelband of thermokrimpkous. Dit is nodig om het indringen van vocht tussen de kunststof mantel en de roestvast stalen plooibare gegolfde buis te voorkomen en om het losmaken van de fitting door onbevoegden te vermijden. De fabrikant van het PLT-buissysteem moet de verbindingsprocedure leveren die minstens volgende elementen bevat: » de controle dat de verschillende componenten van het PLT-buissysteem aan elkaar zijn aangepast (buis, gasdichting, hulpstukken, enz.) volgens de aanbevelingen van de fabrikant. » een lijst en beschrijving van het PLT-buissysteem en zijn fittingen waaronder ook de overgangsfittingen naar andere uitrustingen en leidingen. » montage-instructies voor de samenstellende delen van het PLT- buissysteem: o gereedschap o stap voor stap instructies voor het monteren van de fittingen en overgangsfittingen naar andere uitrustingen en leidingen o minimale kromtestraal » de installatievoorschriften o de verschillende ruimtelijke schikkingen o de bevestiging en ondersteuning van horizontale en verticale PLT-buissystemen met beugels of strips op kabelbanen, kabelladders of in installatiekanalen o de equipotentiaalverbinding die steeds op de PLT-fitting moet worden aangebracht » procedure voor het uitvoeren van herstellingen » methode om het drukverlies in het PLT-buissysteem te bepalen. Bij het hardsolderen van een overgangsfitting PLT/koper moet men ervoor zorgen dat de flux voor het hardsolderen niet in contact komt met de PLT-buizen. De flux veroorzaakt immers een versnelde corrosie van het RVS. Indien het opnieuw monteren van een voordien gedemonteerd hulpstuk inhoudt dat één of meer onderdelen van het hulpstuk moeten vervangen worden, dan kan deze bewerking slechts toegelaten worden indien dat voorzien en beschreven is in de installatievoorschriften van de fabrikant.
18
Overgangskoppeling
▪ Algemeen De overgangskoppeling tussen buizen en/of hulpstukken, vervaardigd van verschillende materialen, moet: » »
vervaardigd zijn van een materiaal dat voor de twee te verbinden leidingtypen toegelaten is; aan weerszijden van het koppelstuk voorzien zijn van een verbindingswijze toegelaten voor de te verbinden leiding.
Er moeten voorzorgen genomen worden om het optreden van galvanische koppels bij de verbinding van twee verschillende metalen te voorkomen.
▪ Overgangskoppeling van koper naar een ander materiaal De buizen of onderdelen van koper of koperlegering mogen niet gelast worden op een buis of onderdeel van staal. De overgang naar een schroefdraad wordt uitgevoerd via een messing of bronzen knel-, pers- of hardsoldeerfitting.
▪ Overgangskoppeling PE/metaal De overgang PE/metaal wordt verwezenlijkt door middel van een trekvaste mechanische fitting, een elektrolasfitting of een vanuit de fabriek gemonteerde overgangsfitting. De trekvaste mechanische overgangsfitting voldoet aan ISO 10838-1, ISO 10838-3 of NBN EN 10284. De elektrolasfitting is conform NBN EN 1555-3. Elke trekvaste mechanische verbinding wordt altijd met de gepaste steunbus gebruikt om het langzaam plastisch vervormen van de PE-buis tegen te gaan.
19
1)
4.1.3
Stopkraan en sectioneerkraan
2)
Algemene eisen :
▪ De stop- en sectioneerkranen beantwoorden aan volgende voorschriften: » NBN EN 331: kranen uit koperlegering voor koolstofstalen, verzinkte stalen en koperen gasleidingen; » NBN EN 13774: stalen kranen voor ingegraven stalen gasleidingen; » NBN EN 1555-4: PE-kranen voor ingegraven PE-leidingen; » NBN EN 13774 of NBN EN 14141: roestvast stalen kranen voor roestvast stalen leidingen. ▪ ¼ toer, open/gesloten stand gemakkelijk te herkennen (hendel loodrecht op de leiding = gesloten, hendel evenwijdig met de leiding = open)
▪ afneembare bedieningssleutels zijn verboden ▪ vrije (stop)kranen moeten ALTIJD dicht staan en afgestopt zijn ▪ koperlegering, gietijzer en staal ▪ geschikt voor aardgas en de toegepaste druk ▪ binnen in een gebouw geplaatste kranen moeten: »
Hetzij bestand zijn tegen 670°C ○ KVBG keurmerk ○ Andere kranen: attest vragen van dichtheidsproef op 650°C.
» Hetzij doeltreffend beschermd zijn tegen temperatuursstijging (zie 4.1.0).
1)
Stopkraan : kraan van de installatie die onmiddellijk voor een verbruikstoestel is geplaatst.
2)
Sectioneerkraan : kraan die toelaat een gedeelte van de binnenleiding af te zonderen.
20
Stopkranen :
▪ Elk verbruikstoestel is onmiddellijk voorafgegaan door een gemakkelijk BEREIK- EN BEDIENBARE STOPKRAAN IN HET ZICHT van het toestel op de leiding. »
Bij keukenbloks kan men één gemeenschappelijke kraan aanvaarden die in het zicht van deze groep gastoestellen werd geplaatst, ieder toestel in dit keukenblok dient bijkomend voorafgegaan door een individuele stopkraan op de leiding.
»
Bij een ingebouwd kookfornuis of kookplaat: de stopkraan kan geplaatst zijn in een kast onder of naast het toestel.
»
Methode om de gastoevoer van een inbouwhaard aan te sluiten
▪ Om het toestel in alle veiligheid af te koppelen moet er een driedelig koppelstuk zijn (raccord union) (sommige kranen zijn voorzien van een raccord union).
▪ In afwachting van het aansluiten van een toestel, moet elke leiding eindigen op een stopkraan die ▪ degelijk wordt afgesloten met een metalen geschroefde stop of dop.
21
Sectioneerkranen : In volgende situaties moet een sectioneerkraan voorzien worden: a) Een sectioneerkraan wordt voorzien bij het uitbreiden van een installatie (zie figuur 3):
▪ Indien de uitbreiding plaatsvindt binnen één lokaal en een lengte heeft ≥ 3 m; ▪ Indien de uitbreiding plaatsvindt naar een ander lokaal. Bij een uitbreiding < 3 m binnen één lokaal is geen bijkomende sectioneerkraan vereist.
b) Een sectioneerkraan wordt voorzien net stroomopwaarts van iedere tussengasmeter.
22
c) Een sectioneerkraan wordt voorzien op oordeelkundig gekozen plaatsen van uitgebreide binneninstallaties, dit om de gastoevoer van belangrijke vertakkingen te kunnen onderbreken en op die manier het onderhoud, de interventie en het toezicht op de installatie te vergemakkelijken bv. aan de voet van een stijgkolom en aan de voet van een koker. d) Een sectioneerkraan wordt voorzien in de eerste ruimte waar de gasleiding ondergronds of bovengronds het gebouw binnenkomt (zie figuur 5). OPGELET: een leiding geplaatst in een valse wand of een vals plafond betekent dat men in de ruimte is binnengekomen!! Met andere woorden er dient een bereikbare sectioneerkraan geplaatst te worden in deze ruimte.
23
De stopkraan van het gastoestel doet dienst als sectioneerkraan indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden is voldaan: ▪ de aardgas binnen installatie is voorzien om slechts één aardgastoestel aan te sluiten.
▪ ▪
het gastoestel bevindt zich in deze eerst bereikbare ruimte. de zichtbare buislengte tussen de binnenkomende gasleiding en het gastoestel is < 3 m.
Er is geen sectioneerkraan vereist in de eerst bereikbare ruimte waar de gasleiding het gebouw binnenkomt indien de gasmeter(s) van de aardgasdistributienetbeheerder (DNB) in deze ruimte van het gebouw is (zijn) geplaatst (zie figuur 6).
e) Een sectioneerkraan wordt voorzien in de inkomende leiding van elke verblijfseenheid (bv. appartement) (zie figuur 7).
24
f) Een handmatig bediende sectioneerkraan wordt voorzien in de gastoevoer naar de stookplaats zodat de gastoevoer van buiten de stookplaats op een goed bereikbare plaats, op een afstand van maximum 20 m, zonder hulpmiddelen kan worden bediend in geval van nood. In deze context moet “goed bereikbaar” verstaan worden als een bereikbare plaats buiten het gebouw of ruimte binnen het gebouw waartoe men toegang heeft zonder sleutel. De kraan voor de gasmeter of tussengasmeter kan de functie van deze sectioneerkraan vervullen indien aan bovenstaande voorwaarden voldaan is. g) Indien één gasmeter, eigendom van de DNB, meerdere gebouwen voedt, moet de gastoevoer van elk gebouw afzonderlijk kunnen worden afgesloten d.m.v. een afsluiter geplaatst buiten het betrokken gebouw. Figuren 8, 9 en 10 illustreren deze situatie waarbij de gasmeter van de DNB zich respectievelijk bevindt in: ▪ een standaard buitenkast of gebouwtje (zie figuur 8) ▪ een buitenkast of gebouwtje waarin voor elk gebouw een afzonderlijke sectioneerkraan is voorzien (zie figuur 9). ▪ één van de gebouwen waarin er een sectioneerkraan is voorzien voor elke vertrekkende gasleiding naar de andere gebouwen (zie figuur 10).
25
Toepassen van een ingegraven buitenafsluiter Indien het risico bestaat dat onbevoegden de buitenafsluiters ongewenst zouden bedienen, wordt een ingegraven afsluiter vooropgesteld. Deze afsluiter wordt op enige afstand van elk gebouw in de ingegraven gasleiding ingevoegd. De bediening gebeurt door middel van een verlengspindel bereikbaar onder een straatpot. Deze straatpot moet altijd bereikbaar zijn voor de hulpdiensten en voor de bewoner(s). Een afneembare bedieningssleutel voor de ingegraven afsluiter moet toegankelijk en altijd ter beschikking zijn. NOOT: Men kan verwachten dat onbevoegden de gastoevoer ongewenst zouden bedienen in onder meer scholen, feestzalen, jeugdlokalen, psychiatrische instellingen en op plaatsen waar het publiek vrije toegang heeft tot de bovengronds geplaatste buitenafsluiter. De figuur geeft de stand van de bedieningskop van een ingegraven PEafsluiter weer tegenover de gevel van het gebouw dat gevoed wordt met de gasleiding. Bij de lange zijde van de bedieningskop haaks op de gevel is de kraan geopend, bij de lange zijde van de bedieningskop parallel met de gevel is de kraan gesloten. De plaats van iedere buitenafsluiter wordt aangegeven d.m.v. een kenplaatje zoals hierna beschreven. Dit kenplaatje wordt op de buitenmuur op circa 2 m hoogte bevestigd (zie figuur 13).
26
h) Een bijkomende sectioneerkraan wordt voorzien indien in een ruimte de gastoestellen en hun stopkranen niet bereikbaar zijn zonder hulpmiddelen zoals bv. ladder, hoogtewerker, …. In deze ruimte moet de gastoevoer naar deze gastoestellen d.m.v. de sectioneerkraan kunnen onderbroken worden vanop een gemakkelijk, zonder hulpmiddelen, bereikbare plaats in deze ruimte. Dit kan worden gerealiseerd door één van volgende oplossingen: ▪ een bijkomende sectioneerkraan geplaatst op een gemakkelijk, zonder hulpmiddelen, bereikbare plaats in de ruimte.
▪
een sectioneerkraan met een kettingwiel waarvan de ketting te bedienen is vanop een gemakkelijk, zonder hulpmiddelen, bereikbare plaats in de ruimte.
▪
een traagsluitende normaal gesloten magneetafsluiter met elektrische bediening van op een gemakkelijk, zonder hulpmiddelen bereikbare plaats in de ruimte. Net stroomopwaarts van de magneetafsluiter wordt een sectioneerkraan geplaatst. De nodige maatregelen worden genomen opdat de opstelling RHT is.
o
Een voorbeeld (zie figuur 11).
i)
Een sectioneerkraan of buitenafsluiter wordt voorzien aan de ingang van een horizontale leidinggoot.
27
4.2
CORROSIEBESCHERMING
Metallisch contact Leidingwerk mag geen metallisch contact maken met ander leidingwerk of kabels ter voorkoming van galvanische corrosie. Uitgezonderd verbindingen bij gastoestellen en de equipotentiaalverbinding van het gebouw in overeenstemming met het AREI. Opgelet voor corrosie bij buisondersteuningen. Equipotentiaalverbinding, isolatiekoppeling en elektrische continuïteit Een leiding boven de grond moet worden verbonden met de equipotentiaalverbinding van het gebouw in overeenstemming met het AREI. Een ondergrondse metalen leiding (koper, koolstofstaal, roestvast staal of PLT) moet galvanisch gescheiden zijn van de bovengrondse metalen leiding of van de leiding binnen het gebouw door isolatiekoppelingen of geïsoleerde isolatieflenzen. Deze scheiding behoort bovengronds te zijn aangebracht op ten hoogste 50 cm boven het maaiveld of bij binnenkomst in een gebouw. De elektrische continuïteit tussen het leidingwerk, het drukregelsysteem, de gasstraat, de gastoestellen en het rookgas aansluit-en afvoerkanaal moet verzekerd zijn. De leidingen mogen nooit dienst doen als aarding voor een elektrisch toestel of installatie. Bescherming van de leidingen In functie van de ruimtelijke schikkingen en de corrosiviteit van het milieu kunnen verschillende types van corrosiebescherming gebruikt worden:
▪ Bekleding aangebracht in de fabriek: »
Polyethyleen
»
Gepoedercoat
▪ Verfsysteem ▪ Wikkelband of thermokrimpbaar materiaal »
Butylwikkelband-systeem
28
»
Vetwikkelband-systeem
»
Thermokrimp-systeem
Synthetische bekleding, pijpwikkelband en thermokrimpbaar materiaal gebruikt voor het bekleden van bovengronds geplaatste buizen en hulpstukken moeten bestand zijn tegen de UV-straling.
In onderstaande tabel bevind zich de corrosiebescherming toe te passen in functie van het materiaal van de leiding en de verschillende ruimtelijke schikkingen.
29
30
Beproeving van de bekleding op ondergronds leidingwerk Nadat buisverbindingen en hulpstukken ter plaatse zijn bekleed en alle zichtbare beschadiging aan de bekleding is gerepareerd, moet de bekleding op fouten worden gecontroleerd met een afvonkapparaat met een spanning van minstens 10.000 VDC (= Volt Direct Current). Bescherming van hulpstukken, kranen en verbindingen Speciale aandacht moet worden besteed aan de bescherming van:
▪ onderdelen zoals klepspindels, waar een hechtende isolerende bekleding moet worden toegepast. Over de klepspindel moet een beschermbuis worden geplaatst.
▪ hulpstukken (bochten, reducties, T-stukken, holle bodems, …), kranen, apparatuur en verbindingen. Deze moeten bij voorkeur van tevoren door de fabrikant worden bekleed met epoxy, polyester of polyurethaan. Waar dit niet mogelijk is, moet wikkelband worden toegepast. Mantelbuis ▪ Bij elke doorgang van een gasleiding door een muur of vloer wordt de leiding beschermd door een afzonderlijke mantelbuis.
▪ De mantelbuis is vervaardigd uit koper, staal, RVS, polyethyleen (PE) polypropyleen (PP) of een andere geschikte kunststof.
▪ Een metalen mantelbuis moet zelf tegen corrosie beschermd worden d.m.v. synthetische bekleding. ▪ Aan de bovenzijde van de doorgang van een aan vochtigheid blootgestelde vloer (water voor de schoonmaak) steekt de mantelbuis minstens 5 cm boven de vloer uit.
▪ De mantelbuis wordt gas- en waterdicht verankerd in de muur of vloer met een niet-corrosief materiaal dat voldoende plastisch is om de dichtheid te verzekeren en dat tevens dient om de mantelbuis vast te zetten. (bv. siliconenpasta, dichtingspasta die opzwelt bij vocht, PUR-schuim met dichte cellen, krimpvrije mortel).
▪ De ruimte tussen de leiding en de mantelbuis wordt aan één zijde van de mantelbuis opgevuld met een niet-corrosief materiaal dat voldoende plastisch is om de gas- en waterdichtheid te verzekeren
▪ zoals siliconenpasta, dichtingspasta die opzwelt bij vocht of PUR-schuim met dichte cellen. NOOT: De ruimte tussen de leiding en de mantelbuis bij ingegraven leidingen onder gebouw wordt steeds aan de zijde van de binnenruimte opgevuld. » om bij een eventueel gaslek het gas te beletten de woning of ruimte binnen te dringen » zodat geen grondwater in het gebouw kan binnendringen » om de goede werking van de ventilatie niet te verstoren in gebouwen met balansventilatie » omwille van de geluidsisolatie
▪
De mantelbuis mag de brandwerendheid van de constructie niet nadelig beïnvloeden. Daar waar voor de ruimten brandwerendheidseisen gelden, moeten de mantelbuizen op een geschikte manier zijn afgedicht, zowel aan de zijde van de bouwconstructie als aan de zijde van de buis, om te voorkomen dat daar vuur of rook wordt doorgelaten.
▪ De mantelbuis moet zowel bovengronds als ondergronds zo zijn ontworpen dat de mantelbuis duurzaam elektrisch geïsoleerd is van geleidende elementen in de bouwconstructie zoals de betonwapening.
▪ Er zijn geen speciale voorzieningen vereist voor leidingdoorvoeringen door massieve binnenmuren, mits de buis niet is ingemetseld en een gat van ongeveer 3 cm rond de buis is overgelaten, tenzij de muur een brandbeschermingsfunctie heeft.
▪ In de mantelbuis mogen geen andere verbindingen dan lasverbindingen voorkomen.
31
Geveldoorvoerstuk Voor de ondergrondse doorgang van de leiding door de buitenmuur wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een geveldoorvoerstuk dat beantwoordt aan DVGW VP601 of een gelijkwaardige specificatie.
32
4.3
GEVOLGDE WEG EN BEREIKBAARHEID VAN DE LEIDINGEN
▪ Het is niet toegelaten leidingen te plaatsen in “zones met specifiek risico”, zoals daar zijn: » » » » » » » ▪
liftkokers; afvoerkanalen van verbrandingsproducten; ventilatie- of luchtbehandelingskanalen; leidingen of kanalen voor de afvoer van water; toezichtsputten van riolen; afvoerkokers (onder andere voor huisvuil, linnen en papier); holle bouwelementen (onder andere bouwstenen, holle welfsels, snelbouwstenen en elementen uit gebakken aarde).
De leidingen lopen volgens rechte lijnen : horizontaal, verticaal of de lijnen van de wanden volgend, met zo weinig mogelijk richtingsveranderingen. Bij richtingsveranderingen, bochten in plaats van kniestukken gebruiken.
▪
Het aantal fittings en lassen zo beperkt mogelijk houden, handelslengten gebruiken.
▪
Zichtbare horizontale leidingen, op minstens 5 cm boven het peil van de afgewerkte vloer.
▪
T-stuk Met het oog op het uitvoeren van de dichtheidsproef moet er een T-stuk, afgesloten met een metalen stop of dop, voorzien worden:
» Stroomafwaarts van de gasmeter geplaatst binnen een gebouw, vóór de eventuele eerste aftakking of toestel; » Stroomafwaarts van iedere tussengasmeter; » Stroomafwaarts van de gasmeter geplaatst buiten een gebouw, in de eerst bereikbare ruimte binnen het gebouw waar de binnenkomende gasleiding door loopt;
» Stroomafwaarts van iedere sectioneerkraan. De sectioneerkraan geplaatst vóór een tussengasmeter moet niet gevolgd worden door een T-stuk.
▪
Het bevestigen van vreemde leidingen of kabels aan gasleidingen is verboden.
▪
De leidingen zijn zo geplaatst dat de gevolgen van de uitzettingen en de door het gebouw uitgeoefende krachten geen ontoelaatbare mechanische belastingen of vervormingen veroorzaken. Expansievoorzieningen worden voorzien:
» in gebouwen, indien het leidingwerk onvoldoende flexibel is om uitzetting door temperatuurverschillen te kunnen opnemen.
» bij bovengrondse leidingen, buiten een gebouw die onderhevig zijn aan thermische uitzettingen. De thermische uitzettingen worden opgevangen door: » het plaatsen van een uitzettingslier of een compensator met een roestvast stalen balg op oordeelkundig bepaalde plaatsen. » het plaatsen van bevestigingsbeugels: voor elk recht stuk leiding moet één beugel een vaste punt beugel zijn en de andere moeten glijbeugels zijn, dit om axiale thermische uitzetting mogelijk te maken. Het gebruik van compensatoren in het leidingwerk moet tot een minimum worden beperkt in verband met hun kwetsbaarheid en het risico op lekkage.
33
Thermische uitzetting en flexibiliteit Uitzetting (mm) = thermische uitzettingscoëfficiënt (
Materiaal
)x lengte (m) x ∆ T (°C)
Thermische uitzettingscoëfficiënt (
koper
0,0168
staal
0,012
Roestvast staal
0,016
)
∆T = temperatuurverschil (°C)
Voorbeeld: Een dakstookplaats van een gebouw met 5 verdiepingen en hoogte 18m wordt gevoed via een stalen leiding tegen de zuidgevel. De temperatuur van de stalen buis schommelt tussen -10°C (winter) en 80°C (bezonning in de zomer). Bepaal de uitzetting? Uitzetting = 0,012 ( ) = 19,5 mm
34
▪ Bevestigingsbeugels: » » »
verplicht te gebruiken, indien de leiding wordt bevestigd aan een wand;
» »
minimum t.h.v. elke afsluitkraan, T-stuk, richtingsverandering en expansievoorziening;
aangepast aan de buitendiameter en gewicht van de buis; mogen de weerstand tegen hoge temperatuur van de leiding niet nadelig beïnvloeden (koper of koperlegering, koolstofstaal, verzinkt staal of roestvast staal); de maximale afstand tussen ondersteuningen van horizontaal gelegde koolstofstalen buizen, verzinkte stalen buizen, roestvast stalen buizen, koperen buizen en PLT-buizen is bepaald in onderstaande tabel:
» het gewicht van verticale leidingen moet door ondersteunings- en bevestigingsmateriaal worden opgevangen (onderaan een vaste puntbeugel bij bovengrondse leidingen buiten een gebouw).
» indien van een ander metaal als de buis: elektrische isolatie tussen beugel en buis. » de buiten een gebouw geplaatste kunststoffen en elastomeren onderdelen van beugels moeten bestand zijn tegen de UV straling.
▪ Bevestiging en ondersteuning van een PLT-buissysteem Het PLT-buissysteem, al dan niet geplaatst in een afzonderlijke gasdichte mantelbuis, wordt ondersteund door: » metalen beugels zoals hiervoor bepaald, OF » een kabelbaan, kabelladder of installatiekanaal aangepast aan het gewicht en de kromtestraal van de PLTbuizen. De PLT-buizen die op kabelbanen, kabelladders of in installatiekanalen zijn geplaatst, mogen bevestigd worden met kunststof beugels of strips en mogen bundels vormen zonder onderlinge afstand. Er moet wel een afstand zijn van minimum 4 cm tussen een PLT-buis en elke andere leiding, kabel of andere installatie.
35
▪ Afstand tussen de gasleidingen en andere leidingen of kabels Om latere herstellingen en onderhoudswerken mogelijk te maken dienen bij de aanleg van leidingen in ruimtelijke schikking 1 t.e.m. 4 en 7 volgende afstanden te worden aangehouden (zie figuur 1 & 2):
» »
De afstand tussen elke gasbuis of elke andere leiding of kabel moet minstens 4 cm zijn;
»
In een laag gasbuizen bevindt de verst verwijderde gasbuis zich op maximum 50 cm van de bereikbare rand van deze laag.
Er mag zich geen buis, kabel of andere hindernis bevinden in de ruimte tussen het vlak gevormd door de laag gasbuizen en een evenwijdig vlak op een afstand van minstens 20 cm van dit vlak;
36
Bij leidingen ingewerkt in de muur of ondervloer moet de afstand tussen elke gasbuis of elke andere leiding of kabel minstens 4 cm zijn.
Voor ingegraven leidingen gelden volgende tussenafstanden. De afstand tussen een ingegraven gasleiding en een leiding van welke aard ook (gas, water, elektriciteit, …), bedraagt minstens: » 10 cm op de kruispunten
»
20 cm bij evenwijdige loop
Overal waar mogelijk worden deze afstanden vergroot. Wanneer deze minimale afstanden niet kunnen worden nageleefd, wordt een scheidingsscherm uit duurzaam materiaal tussengeplaatst. Bijvoorbeeld dubbel gelegde elastomeren mat van 0,5 cm, op doeltreffende wijze op de buis bevestigt, ten einde verschuiving te voorkomen. In geval van kruising van twee leidingen wordt het scherm aangebracht ter hoogte van de kruising over minstens één van de twee ingegraven leidingen en over een minimale afstand van 50 cm.
De leiding wordt bij voorkeur buiten de rijweg geplaatst.
37
▪ Aanleg van leidingen ingegraven buiten een gebouw »
Ingraafdiepte De ingraafdiepte, gemeten tussen de bovenzijde van de buis en het maaiveld, is minstens 60 cm. Wanneer de leiding zich in een wachtbuis bevindt, wordt de ingraafdiepte gemeten vanaf de bovenzijde van de wachtbuis. Wanneer deze minimale diepte niet kan worden nageleefd, door (bv. rioleringsbuizen), worden bijkomende voorzorgsmaatregelen genomen: o De leiding wordt zo diep mogelijk gelegd; o Tussen de gasleiding en het obstakel wordt een scheidingsscherm uit duurzaam materiaal geplaatst. Bijvoorbeeld dubbel gelegde elastomeren mat van 0,5 cm dikte doeltreffend op de buis bevestigd ten einde verschuiving te voorkomen; o Boven de leiding worden over de hele lengte waarop de leiding onvoldoende diep ligt kunststof of metalen beschermingsplaten geplaatst.
Onder spoorwegrails bedraagt de minimale ingraafdiepte 120 cm.
»
Sleufbodem De sleufbodem wordt als volgt voorbereid: o Verwezenlijkt op een grondsoort die vrij is van steenslag, steenachtige lagen, rotsformaties, metselwerk, sintels of harde, corrosieve of snijdende materialen. o Als deze voorwaarde niet kan worden nageleefd, moet de sleufbodem uitgegraven worden tot 10 cm beneden de leggingsdiepte d.w.z. de onderzijde van de leidingen. o De sleuf wordt daarna aangevuld, in lagen van maximum 5 cm (telkens stevig aangedamd), met neutraal zand of goed verdichtbare, niet-corrosieve grondmaterialen, vrij van voorwerpen die de leidingen zouden kunnen beschadigen. o Eenmaal op de sleufbodem gelegd, moeten de leidingen en onderdelen zich op de vereiste diepte bevinden en gesteund zijn over hun ganse lengte, zonder onderbreking. o Op terreinen met vrij steile hoogten en laagten vertoont de sleufbodem, zuiver en vlak, overal een regelmatige helling.
38
»
Aanvullen van de sleuf Het aanvullen van de sleuf gebeurt met neutraal zand of neutrale grond vrij van sintels, stenen, grind of puin, waardoor de bekleding van de leiding kan beschadigd worden.
»
Signalisatie Op circa 20 cm boven de leiding moet een geel signalisatieband of -lint met aanduiding “gas-gaz” worden aangebracht.
»
Ingegraven wachtbuizen buiten het gebouw Gasleidingen mogen in ingegraven wachtbuizen geplaatst worden. De wachtbuis heeft een diameter aangepast aan de diameter van de gasleiding, moet rechtlijnig zijn en moet eindigen buiten het gebouw op 1 m van de buitenmuur. In eenzelfde wachtbuis mag naast de gasleiding geen andere leiding of kabel geplaatst worden.
»
Bijzondere bepalingen voor de toepassing van polyethyleen (PE) buizen De installaties met polyethyleen-buizen zijn slechts toegelaten voor de ingegraven gedeelten van een installatie buiten of onder het gebouw. Evenwel, in het bijzonder geval van een PE-leiding in een kast of in een cabine buiten het gebouw, mag een gedeelte van de PE-installatie bovengronds geplaatst zijn indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden is voldaan: o de ingraafdiepte van het horizontale ingegraven gedeelte van de leiding voldoet aan de eisen. o de polyethyleen-leiding komt verticaal uit de grond onder de cabine of de kast, stevig in de bodem verankerd. o het bovengrondse gedeelte van de PE-leiding is beschermd tegen licht en mechanisch beschadiging door een wachtbuis, de kast en/of de cabine. o de lengte van de bovengrondse PE-leiding is beperkt tot 70 cm.
39
o
Overzicht toegelaten leidingen en verbindingen voor de verschillende ruimtelijke schikkingen
40
Hieronder de verschillende ruimtelijke schikkingen met hun specifieke voorschriften. Voor de leidingtypes en de wijze van toegelaten koppelingen i.f.v. de verschillende ruimtelijke schikkingen, zie tabel hiervoor.
▪ Ruimtelijke schikking 1: Leidingen en verbindingen in het zicht. De leidingen en verbindingen zijn zichtbaar en bereikbaar over hun volledige lengte. Indien er een risico op mechanische beschadiging bestaat (bv. gasleiding in een werkplaats of een parkeerplaats voor wagens) moet een aangepaste mechanische bescherming worden voorzien opdat gasleidingen niet door voertuigen, vorkhefliften enz. kunnen beschadigd worden. NOOT: De mechanische bescherming kan onder meer bestaan uit een stalen profiel, een betonnen balk of palen of een vangrail.
▪ Ruimtelijke schikking 2: Bereikbare leidingen en verbindingen3 in een verluchte technische schacht of horizontale leidinggoot
»
De leiding bevindt zich in een verluchte technische schacht. o In dit geval worden de leidingen geplaatst in een doorlopende technische schacht die aan zijn bovenste uiteinde in verbinding gesteld wordt met de buitenlucht. o Het in verbinding stellen met de buitenlucht gebeurt door een op het hoogste punt van de schachtruimte aangebrachte niet-afsluitbare 2 opening van minimum 150 cm . De afstand tussen de bovenrand van de verluchtingsopening en het hoogste punt van de schachtruimte mag niet groter zijn dan 10 cm. De leidingen en verbindingen zijn via inspectieluiken bereikbaar voor onderhoud en herstellingen.
3
Bereikbare leidingen en verbindingen: leidingen en verbindingen die voldoende bereikbaar zijn om zonder breekwerken met handgereedschap aan gasbuizen en verbindingen te werken.
41
»
De leiding bevindt zich in een verluchte horizontale leidinggoot. o De leidinggoot is afgedekt met verwijderbare dekstenen of dekplaten zodat de leidingen bereikbaar zijn voor onderhoud en herstellingen. o Om de leidinggoot permanent goed te verluchten worden er niet-afsluitbare verluchtingsroosters met een nuttige oppervlakte van minimum 150 cm² voorzien die uitmonden in de buitenlucht of een verluchte ruimte: ▪ minstens één per leidinggoot ▪ minstens elke 10 m en op regelmatige tussenafstand o Er moet een afwatering voorzien worden op het laagste punt van de leidinggoot.
▪ Ruimtelijke schikking 3: Bereikbare leidingen en verbindingen4 in een verluchte holle ruimte De leidingen en verbindingen zijn bereikbaar en geplaatst in een holle ruimte tussen twee wanden, horizontaal (bv. vals plafond, toegankelijke kruipruimte) of verticaal (bv. omkasting), die rechtstreeks in verbinding staat met de buitenlucht of met een verluchte ruimte. 2
De verluchting wordt verzekerd door een niet-afsluitbare opening van minstens 150 cm . Voor een holle ruimte achter een verticale wand bevindt de bovenrand van de verluchtingsopening zich op maximum 10 cm van het hoogste punt van de holle ruimte.
1 : verwijderbare, volle of opengewerkte panelen 2 : rooster
4
Bereikbare leidingen en verbindingen: leidingen en verbindingen die voldoende bereikbaar zijn om zonder breekwerken met handgereedschap aan gasbuizen en verbindingen te werken.
42
▪ Ruimtelijke schikking 4: Al dan niet bereikbare leidingen en verbindingen in een niet verluchte holle ruimte of technische schacht of horizontale leidinggoot NOOT: Niet bereikbare leidingen en verbindingen in een verluchte schacht/horizontale leidinggoot/holle ruimte worden eveneens beschouwd als ruimtelijke schikking 4.
1 : Voeding aardgas stroomafwaarts van de gasmeter 2 : Gastoestel 3 : Gelaste stalen buis of hardgesoldeerde koperen buis 4 : Niet toegankelijke kruipruimte 5 : Niet geventileerde schacht 6 : Niet geventileerde omkasting 7 : Niet geventileerde holle ruimte 8 : Vals plafond uit plaasterplaat
▪ Ruimtelijke schikking 5: Leidingen en verbindingen ingewerkt in de muur of ondervloer De ingewerkte of in de ondervloer geplaatste koperen leidingen en PLT-buizen worden mechanisch beschermd tegen pletting en toevallige doorboring door middel van een stalen bescherming van minstens 0,2 cm dikte. Deze stalen bescherming is eveneens tegen corrosie beschermd. 1 : Grondplaat 2 : Betonnen ondervloer 3 : Stalen buis beschermd tegen corrosie door een synthetische bekleding 4 : Stalen profiel minimum 2 mm dik 5 : Koperen buis bekleed in de fabriek 6 : Isolatielaag
1 : Fundering 2 : Stalen buis met synthetische bekleding gelegd in de isolatielaag 3 : Isolatielaag 4 : Koperen buis bekleed in de fabriek 5 : Vlakke stalen strip minimum 2 mm dik 6 : Afwerkingslaag
43
▪ Ruimtelijke schikking 6: Ingegraven leidingen en verbindingen buiten het gebouw De overgang PE/metaal bevindt zich in volle grond buiten het gebouw op een afstand van 30 cm tot 1 m van dit gebouw. Daar waar de leiding door de buitenmuur gaat moet ze steeds in metaal zijn.
Ingegraven flensverbindingen moeten in de mate van het mogelijke vermeden worden. Flensverbindingen worden beperkt tot geflensde afsluiters en andere hulpstukken. Indien toch flenzen worden gebruikt moeten deze minstens van drukklasse PN10 zijn.
▪ Ruimtelijke schikking 7: Leidingen en verbindingen bovengronds buiten het gebouw Indien er een risico op mechanische beschadiging bestaat (bv. gasleiding langs een werkplaats of een parkeerplaats voor wagens) moet een aangepaste mechanische bescherming worden voorzien opdat gasleidingen niet door voertuigen, vorkhefliften enz. kunnen beschadigd worden. NOOT: De mechanische bescherming kan onder meer bestaan uit een stalen profiel, een betonnen balk of palen of een vangrail.
Bij koperen buizen en PLT-buizen moet steeds een mechanische bescherming voorzien zijn tot op minimum 2 m boven het maaiveld.
44
▪ Ruimtelijke schikking 8: Ingegraven leidingen en verbindingen onder een gebouw Voor de overgang van PE naar metaal moet een vanuit de fabriek gemonteerd overgangsstuk of een geveldoorvoerstuk toegepast worden.
De overgang PE/metaal bevindt zich in de mantelbuis op een afstand van 30 cm tot 1 m van het gebouw. Daar waar de leiding het gebouw binnengaat, moet ze steeds in metaal zijn. De onder een gebouw ingegraven leidingen worden in een afzonderlijke mantelbuis met gasdichte wand geplaatst. De mantelbuis is vervaardigd uit soepele of stijve kunststof of tegen corrosie beschermd koolstof-, verzinkt of roestvast staal.
De ruimte tussen de leiding en de mantelbuis wordt aan de zijde van de binnenruimte opgevuld met een niet-corrosief materiaal dat voldoende plastisch is om de gas- en waterdichtheid te verzekeren zoals siliconenpasta, dichtingspasta die opzwelt bij vocht of PUR-schuim met dichte cellen. De mantelbuis wordt gas- en waterdicht verankerd in de muur of vloer met een niet-corrosief materiaal dat voldoende plastisch is om de dichtheid te verzekeren en dat tevens dient om de mantelbuis vast te zetten. (bv. siliconenpasta, dichtingspasta die opzwelt bij vocht, PUR-schuim met dichte cellen, krimpvrije mortel).
45
NOOT 1: Een veranda of carport die volledig gesloten is wordt als een gebouw beschouwd. Een veranda of carport met minstens één volledig open wand in verbinding met de buitenlucht wordt niet als een gebouw beschouwd.
NOOT 2: Een open doorgang door een gebouw wordt ook als een gebouw beschouwd.
46
4.4
TOEVOER EN AFVOER VAN VERBRANDINGSLUCHT (VENTILATIE VAN DE LOKALEN) WAARIN OPEN GASTOESTELLEN ZIJN OPGESTELD. (TOESTELLEN TYPE A EN B)
▪ Van toepassing in : »
nieuw opgerichte gebouwen;
»
vernieuwde gebouwen met aanpassing van de gasinstallatie en/of afvoersysteem van verbrandingsproducten;
»
bestaande gebouwen bij plaatsing van bijkomend toestel of vervanging van bestaand toestel.
▪ Alle ruimten met een verbruikstoestel moeten geventileerd zijn, uitzondering voor:
4.4.1
1)
»
een gasfornuis ;
»
een inbouwkookplaat ;
»
een huishoudelijke of artisanale oven;
»
een komfoor of een artisanale brander, o.a. bunsenbrander;
»
een toestel type C met totaal vermogen < 70 kW dat geen centrale verwarmingsketel is.
1)
Toevoer van verbrandingslucht (luchttoevoer) (zie, voor CV ketels, ook bijkomend punt 5.2.)
▪
De luchttoevoer moet permanent, voldoende groot en niet afsluitbaar zijn. Indien d.m.v. een kanaal, moet de lucht steeds rechtstreeks van buiten worden genomen. De wand- en dakdoorvoeren mogen de brandweerstand van het gebouw niet nadelig beïnvloeden.
▪
De luchttoevoeropeningen moeten beneden in de opstellingsruimte uitmonden. Wanneer echter de verbrandingsproducten afgevoerd worden door een afvoerkanaal (toestel type B), mogen de luchttoevoeropeningen aan de bovenzijde uitmonden.
▪
Een zelfde opening mag niet tegelijk als toevoer en afvoer van de lucht worden gebruikt. Uitzondering voor keldergat indien:
» de diepte van de opstellingsruimte vanaf de buitenmuur met het keldergat 5 m is en; » de vrije oppervlakte van het keldergat minstens 5 maal de vereiste luchttoevoer bedraagt (zie verder).
1)
Hiermee worden geen industriële installaties (grootkeukens) bedoeld. Voor industriële installaties (grootkeukens) dient de ventilatie voorzien te worden i.f.v. het type aangeduid op de kenplaat.
47
▪ De doorlaat van de luchttoevoer- en doorstroomopeningen wordt bepaald in onderstaande tabel maar mag nooit kleiner 2
zijn dan 50 cm ( buis met Ø 80 mm).
Doorlaat van elke opening per type van ventilatie cm²/kW
Type toestel
In een gebouw van vóór 01/02/2005 zijn maximaal 2 1) doorstroomopeningen mogelijk indien geïnstalleerd nominaal vermogen 30 kW is en: - hetzij het een toestel type A betreft of; - hetzij het een toestel type B betreft of; - hetzij bij plaatsing van een bijkomend toestel, andere dan centrale verwarmingsketel, en niet in slaapkamer, badkamer, stortbadruimte of WC.
In een gebouw van na 01/02/2005 of andere opstelling dan hiernaast
Luchttoevoeropening direct naar buiten
Luchttoevoeropening en één doorstroom1) opening
Luchttoevoer-opening en twee doorstroom1) openingen
Luchttoevoer-opening direct naar buiten
A*
13
18
23
13
B1*
6
8
10
6
B2* / B3*
3
4
5
3
OPGELET: 2
»
▪
De luchttoevoeropening van bestaande toestellen geplaatst voor 1/09/2015 moet minimum 150 cm zijn in de volgende twee gevallen: o
Toestel type A1AS;
o
Toestel type B in een slaapkamer, badkamer, stortbadruimte of WC.
Luchttoevoer via een verticaal kanaal dient onderaan in het lokaal te worden toegevoerd.
»
Wanneer de opening voor luchtinname zich in een gevel bevindt dan moet dit gevelvlak aangrenzend zijn met het dakvlak waarin het bijhorend afvoerkanaal van de verbrandingsproducten uitmondt.
»
Wanneer de opening voor luchtinname zich op het dak bevindt dan wordt de opening voorzien van een kruiskap geplaatst in de statische overdrukzone (zone III).
»
De doorlaten worden bepaald derwijze dat het drukverlies in het kanaal beperkt blijft tot 3 Pa (0,03 mbar). o Voor de ketels met natuurlijke trek vindt u in onderstaande tabel de minimum oppervlakte en van het kanaal i.f.v. type toestel en vermogen.
1)
Doorstroomopening : niet afsluitbare opening waardoor de lucht vrij van de ene naar de andere ruimte kan stromen. Kan alleen voorkomen in binnenwanden, in binnendeuren of er rond.
48
TOESTELLEN
Vermogen
Opp. rond kanaal Max. snelheid 3600 m/h
Minimum diameter luchtkanaal
Min. opp. vierkant luchtkanaal 0,82 D²
Min. opp. balkvormig luchtkanaal 0,87 D²
10 kW
87 cm²
10,5 cm
90 cm²
96 cm²
15 kW
130 cm²
12,9 cm
136,5 cm²
144,8 cm²
20 kW
174 cm²
14,9 cm
182 cm²
193 cm²
B11,B12,B13,B14
25 kW
218 cm²
16,7 cm
229 cm²
242 cm²
B41
30 kW
261 cm²
18,2 cm
272 cm²
288 cm²
35 kW
304 cm²
19,7 cm
318 cm²
338 cm²
40 kW
348 cm²
21 cm
362 cm²
383 cm²
45 kW
392 cm²
22,3 cm
408 cm²
433 cm²
50 kW
435 cm²
23,5 cm
453 cm²
480 cm²
55 kW
478 cm²
24,7 cm
500 cm²
531 cm²
60 kW
522 cm²
25,8 cm
546 cm²
579 cm²
65 kW
566 cm²
26,9 cm
593 cm²
630 cm²
69 kW
600 cm²
27,6 cm
625 cm²
663 cm²
GASKETELS
10 kW
39 cm²
7 cm
40,2 cm²
42,6 cm²
ZONDER TOB
15 kW
58 cm²
8,6 cm
60,6 cm²
64,3 cm²
B22,B23,B32,B33
20 kW
78 cm²
10 cm
82 cm²
87 cm²
Specifiek
25 kW
98 cm²
11,2 cm
103 cm²
109 cm²
verbrandingsluchtdebiet:
30 kW
117 cm²
12,2 cm
122 cm²
129 cm²
35 kW
136 cm²
13,2 cm
143 cm²
152 cm²
40 kW
156 cm²
14,1 cm
163 cm²
173 cm²
45 kW
176 cm²
15 cm
185 cm²
196 cm²
50 kW
195 cm²
15,8 cm
205 cm²
217 cm²
55 kW
214 cm²
16,5 cm
223 cm²
237 cm²
60 kW
234 cm²
17,3 cm
245 cm²
260 cm²
65 kW
254 cm²
18 cm
266 cm²
282 cm²
69 kW
270 cm²
18,5 cm
281 cm²
298 cm²
GASKETELS
MET TOB
1)
Specifiek verbrandingsluchtdebiet 0,87 l/(s.kW)
0,39 l/(s.kW)
1)
TOB: trek onderbreker
49
4.4.2.
Afvoer van verbrandingslucht (ventilatie)
▪ Bovenventilatie voor toestellen type A1AS Een opening of een kanaal voor bovenventilatie, rechtstreeks naar buiten, is voorzien in elke opstellingsruimte met een 2 toestel van het type A1AS. De afvoeropening of het kanaal heeft een vrije doorlaat van minstens 150 cm . Geen enkele hindernis mag het zicht in rechte lijn belemmeren tussen de afvoeropening van het toestel en de afvoeropening of het kanaal voor bovenventilatie.
▪ Natuurlijke ventilatie De afvoer van de verontreinigde lucht moet voldoen aan de volgende eisen :
»
»
»
Indien door een opening : o
in het hoogste gedeelte van de opstellingsruimte;
o
steeds hoger dan de uitlaat van de toestellen type A;
o
uitmonden rechtstreeks in de open lucht.
Indien door een kanaal voor bovenventilatie : o
opening van dit kanaal steeds in het hoogste gedeelte van de opstellingsruimte;
o
steeds hoger dan de uitlaat van de toestellen type A;
o
zo verticaal en rechtlijnig mogelijk;
o
minimale doorlaat derwijze dat het ladingsverlies in het kanaal beperkt blijft tot 3 Pa (0,03 mbar). Indien twijfels vraag een certificaat/berekeningsattest aan de leverancier;
o
uitmonding van het kanaal mag niet in een statische overdrukzone (zie 4.5);
o
gebruikte materialen en verbindingen, dichtheid verzekeren en weerstaan aan corrosie.
Het afvoerkanaal voor verbrandingsproducten van type B1*BS mag dienst doen als bovenventilatie indien : o enkel gasverbruikstoestellen met atmosferische brander, voorzien van een trekonderbreker/valwindafleider geplaatst zijn en o het afvoerkanaal hiervoor ontworpen is. Indien in hetzelfde lokaal een gastoestel type A geplaatst is dient de onderzijde van de trekonderbreker/valwindafleider hoger te liggen dan de uitlaat van de verbrandingsproducten van het toestel dat niet aangesloten is op een afvoerkanaal. In voorkomend geval is er geen hoge verluchting noodzakelijk (de rookgassen van het toestel dat niet is aangesloten op een afvoerkanaal worden meegezogen via de trekonderbreker/valwindafleider van een toestel aangesloten op een afvoerkanaal).
▪ Mechanische ventilatie 3
Het ventilatiedebiet moet min. 7 l/s (25,2 m /h) zijn. Vraag een berekeningsattest aan de constructeur.
50
4.4.3
Voorschriften om wisselwerkingen te vermijden tussen mechanische ventilatievoorzieningen en de opgestelde open verbruikstoestellen
▪ Een toestel type B zonder ventilator mag in een stooklokaal opgesteld worden wanneer er geen rechtstreekse verbinding bestaat met het gedeelte van het gebouw dat mechanisch geventileerd is.
▪ Toestellen type A of B in een mechanisch geventileerd gebouw »
Mechanische toevoerventilatie Toestellen type A en B mogen geplaatst worden.
»
Mechanische afvoerventilatie of mechanische toe- en afvoerventilatie
Enkel de drie volgende toestellen zijn toegelaten:
» Toestellen type B14BS, B22P of B23P De toestellen van het type B14BS moeten worden aangesloten op een individueel afvoerkanaal dat gelijktijdig aan de volgende eisen voldoet: o het aansluitkanaal is van het luchtdichte type; o het individuele afvoerkanaal is van het luchtdichte type. Indien dit niet het geval is, dient een luchtdichte ingezette buis te worden aangebracht vanaf de uitlaat van het toestel tot de uitmonding op het dak. Het is verboden toestellen van het type B14BS aan te sluiten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal.
▪ Dampkap, droogkast en andere gelijksoortige apparaten uitgerust met afzuigsystemen naar buiten Indien opstellingsruimten mogelijk in onderdruk kunnen geplaatst worden door een dampkap, droogkast of ander gelijksoortig apparaat met afvoer naar buiten, mogen enkel de volgende toestellen geplaatst worden en dient een 2 3 luchttoevoeropening voorzien, direct van buiten, met een doorlaat van minimum 160 cm per 100 m /h afgezogen lucht: » Toestellen typeB14BS, B22P of B23P De toestellen van het type B14BS moeten worden aangesloten op een individueel afvoerkanaal dat gelijktijdig aan de volgende eisen voldoet: o het aansluitkanaal is van het luchtdichte type; o het individuele afvoerkanaal is van het luchtdichte type. Indien dit niet het geval is, dient een luchtdichte ingezette buis te worden aangebracht vanaf de uitlaat van het toestel tot de uitmonding op het dak. Het is verboden toestellen van het type B14BS aan te sluiten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal. 3
3
3
(ter info afzuigcapaciteit dampkap : 400 m /h voor breedte 60 cm, 800 m /h voor breedte 90 cm en 1000 m /h voor breedte 1,20 meter).
51
4.5
AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN (TOESTELLEN TYPE B)
Alle toestellen zijn verplicht aan te sluiten op een afvoerkanaal voor verbrandingsproducten, uitgezonderd :
▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
fornuis, inbouwkookplaat, huishoudelijke en artisanale oven, komfoor en artisanale brander o.a. Bunsenbrander huishoudelijke wasmachine en koelkast, type A1AS met een nominaal vermogen beperkt tot 10 kW toestellen type A3 opgesteld in open lucht buiten een gebouw zoals kooktoestellen en gastoestellen voor centrale verwarming en/of de bereiding van sanitair warm water. gasgestookte hete luchtblazers type A3 voor gebruik in serres en aanvullende ruimteverwarming. linnendrogers type B22D of B23D. type A heldere of donkere stralingsverwarmingstoestellen.
4.5.1
Afvoerkanalen
▪ Doorlaat voorzien zodanig dat de trek op natuurlijke wijze ontstaat (min. uitlaatsectie van toestel). ▪ Verticaal en recht. ▪ Indien regeninslag mogelijk is, het afvoerkanaal verbinden met de riolering via reukafsluiter. ▪ Vrije ruimte tussen regenbescherming en de uitmonding minstens gelijk aan twee maal de oppervlakte van het afvoerkanaal en zonder beweegbare delen.
▪ De uitmonding van het afvoerkanaal op natuurlijke trek mag zich niet bevinden in een statische overdrukzone en moet steeds minstens 2,50 m boven de afvoerstomp van het toestel zijn, met uitzondering voor de toestellen B 22P en B23P.
▪ Dichtheid van het afvoerkanaal. Afvoerkanalen drukklasse N1, lekdebiet 2,0 l/s.m² ▪ Reiniging afvoerkanaal : » Controleluik in onderste deel van afvoerkanaal; » Indien uitmonding niet of moeilijk bereikbaar is, veegluikje op toegankelijke plaats bovenaan. ▪
Plaats van de uitmonding van afvoerkanalen met natuurlijke trek :
»
Daken met helling > 23°, uitmonding zo dicht mogelijk bij de nok en minimum 1 m hoger.
»
In alle andere gevallen en indien aan bovenstaande regel niet voldaan wordt, moeten volgende drie windinvloedzones bepaalt worden.
o
ZONE I : zone zonder nadelige invloed, geen bijkomende voorziening;
o
ZONE II : valwinden, plaatsen van valwindafleider noodzakelijk (bv afvoerkap);
o
ZONE III : in deze zone mag er geen afvoerkanaal uitmonden.
52
▪ Dak met een helling van 23° of meer - Puntdak
▪ Dak met een helling kleiner dan 23° - Plat dak
▪ Voorzieningen te treffen t.g.v. de inwerking van de wind op naburige hindernissen voor toestellen < 70 kW. »
Onderzoek vanuit de plaats waar het afvoerkanaal uitmondt alle zichtbare hindernissen die vallen binnen een afstand van 15 m : o
o o
»
indien deze hindernissen gelegen zijn in een horizontaal vlak loodrecht op het afvoerkanaal binnen een hoek 30° en indien de bovenzijde van de hindernis zich bevindt onder een elevatiehoek > 10° ten opzichte van het horizontaal vlak, dan worden zij beschouwd als werkelijke hindernissen. Is de elevatiehoek < 10° dan worden zij verwaarloosbare hindernissen; is de horizontale hoekbreedte < 30°, dan worden zij verwaarloosbare hindernissen; indien de afstand > 15 m is dan worden zij verwaarloosbare hindernissen.
Voor elk van de werkelijke hindernissen bepaalt men de drie, hoger aangegeven, wind-invloedzones zoals bij daken met een helling kleiner dan 23°. De uitmondingsplaats kan behouden blijven indien zij buiten de zone III ligt van elk der werkelijke hindernissen. In het andere geval moet voor een andere uitmondingsplaats gekozen worden of een mechanische afvoer geïnstalleerd worden.
53
10 m NOOT :
-
10 m
Een hoek van 10° komt overeen met een lengte van 1,76 m op 10 m afstand. Een hoek van 15° komt overeen met een lengte van 2,68 m op 10 m afstand.
Invloed van een hindernis op een naastliggend gebouw
54
▪ Statische afvoerkap op het afvoerkanaal : » » »
moet de trek bevorderen; mag geen beweegbare delen noch regelbare openingen bevatten; indien meerdere kanalen, elk kanaal voorzien van afvoerkap.
▪ Isolatieproducten in bulk die aanleiding kunnen geven tot zetting zijn niet toegelaten. ▪ Elk afvoerkanaal dat voorheen gebruikt werd voor andere brandstoffen moet voorafgaand aan de indienstneming van de aardgasinstallatie, gereinigd worden.
▪ Collector voor opvang van eventuele verontreinigingen voorzien met een reinigingsopening. ▪ Materialen voor het afvoerkanaal: zie 5.3.2. ▪ Bij een condenserend gastoestel moet in het afvoerkanaal een corrosievaste buis zijn aangebracht. De buis bevat een stankafsluiter en de condensafvoer moet zichtbaar zijn.
▪ Bijzondere bepalingen voor het plaatsen van een ingezette buis (tubering) » » » »
Afvoerkanaal reinigen alvorens een ingezette buis aan te brengen De buis moet weerstaan aan de mechanische-, thermische- en chemische inwerkingen De doorlaat van de buis moet de correcte afvoer waarborgen (min. uitlaatsectie van toestel) De stabiliteit dient verzekerd door geschikte stutten
55
▪ Bijzondere bepalingen voor de uitvoering van een losstaand afvoerkanaal »
Ineenschuifbare elementen : geschikte stutten voorzien; mogen niet spontaan uit elkaar kunnen vallen; verwijde uiteinde steeds naar boven gericht; buizen met felsnaad, gepuntlaste- of geklonken naad, langsnaad niet onderaan.
o o o o
»
Geen brandbaar materiaal onbeschermd op minder dan 15 cm van het afvoerkanaal.
»
Richtingsveranderingen vermijden, indien onmogelijk, bochten gebruiken.
»
Niet verstoppen door verontreiniging.
»
Beschermen tegen afkoeling, aangeraden wordt, bij afvoerkanaal buiten : tot 1,5 m hoogte : enkelwandig over de ganse lengte; van 1,5 tot 3 m hoogte : dubbelwandig over de ganse lengte; meer dan 3 m hoogte : dubbelwandig geïsoleerd over de ganse lengte; isolatieproducten in bulk die aanleiding kunnen geven tot zetting zijn niet toegelaten.
o o o o
▪ Uitvoering van het aansluitkanaal »
Buizen met felsnaad, gepuntlaste- of geklonken naad, langsnaad niet aan de onderkant.
»
Verwijde uiteinde van de buizen steeds in de zin van de afvoer van de verbrandingsgassen.
»
Het aansluitkanaal moet thermisch geïsoleerd worden indien : er te sterke afkoeling van de rookgassen is of een ontoelaatbare condensatie optreedt; de gebruiksveiligheid in het gedrang komt door te hoge oppervlaktetemperatuur van de genaakbare delen (niet hoger dan 73°C).
o o
»
Geen brandbaar materiaal onbeschermd op minder dan 15 cm van het aansluitkanaal.
»
Materialen voor het aansluitkanaal: zie 5.3.2.
»
Aansluitkanaal : zo kort mogelijk; max. één bocht 90°; ineenschuiven over voldoende lengte; voldoende stabiel; niet in dalende lijn; indien langer dan 50 cm, oplopende helling naar afvoerkanaal; zo gering mogelijke weerstand; schuin afsnijden, 20 mm bovenaan en 5 mm onderaan uitsteken t.o.v. binnenwand van afvoerkanaal; geen andere dan de originele trekonderbreker op toestel; doorlaat uitlaat toestel. Bij natuurlijke trek mag de doorlaat niet worden gewijzigd door het aanbrengen van een vaste of beweegbare inrichting behalve in geval van trekstabiliseerklep bij toestel type B 22/B23. De trekstabiliseerklep moet zich in dezelfde opstellingsruimte als het toestel bevinden.
o o o o o o o o o o
56
*
Atmosferische toestellen (B11BS) < 70 kW met verticale afvoerstomp:
verticaal deel minstens 50 cm;
aansluiting met afvoerkanaal met bocht 90 °, een bochtstuk = 50 cm;
totale lengte van het aansluitkanaal één vierde van de trekhoogte van het afvoerkanaal. Indien deze trekhoogte kleiner dan 8 m is, mag de maximumlengte toch 2 m bedragen.
57
4.5.2
Afvoer van de verbrandingsproducten van toestellen type B door natuurlijke trek
▪ Ieder toestel wordt aangesloten op een individueel ingebouwd of losstaand afvoerkanaal Uitzonderingen : »
Een aardgastoestel en een toestel met een andere brandstof mogen aangesloten worden op eenzelfde afvoerkanaal als hun gelijktijdige werking onmogelijk is.
»
In batterij gemonteerde toestellen worden gelijkgesteld met 1 toestel indien : o ze één geheel vormen om samen te functioneren en; o uitgerust zijn met een door de fabrikant ontworpen collector of één enkele afvoer die een correcte evacuatie van de rookgassen verzekert; o met een certificaat afgeleverd door een onafhankelijk laboratorium en; o koud startvermogen min. ¼ van totale nuttige vermogen van het geheel der generatoren.
»
Toestellen met atmosferische brander met een totaal nominaal vermogen per opstellingsruimte < 70 kW mogen, indien de plaatselijke omstandigheden het niet toelaten, worden aangesloten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal.
Voorwaarden : »
Enkel de toestellen van het type B11BS mogen worden aangesloten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal, op voorwaarde dat : o de werking van één van de toestellen de werking van de andere niet stoort; o wanneer alle toestellen gelijktijdig in werking zijn, geen storingen optreden; o er geen terugslag van verbrandingsproducten is als een toestel niet in werking is. »
Indien de toestellen zich bevinden op dezelfde verdieping. Max. twee toestellen in dezelfde opstellingsruimte. Deze mogen worden aangesloten op een gemeenschappelijk afvoerkanaal : o ofwel rechtstreeks : hoogteverschil tussen aansluitmiddelpunten moet ten minste gelijk zijn aan het dubbel van de grootste diameter met een minimum van 50 cm;
o ofwel met behulp van een collector waarvan de doorlaat minstens gelijk is aan 80% van de som van de doorlaten; OPGELET: NIET VAN TOEPASSING VOOR 2 CV KETELS.
SC 0,8.(St1 + St2) of DC
0,8.( Dt21 Dt22 )
58
▪ Indien de toestellen zich bevinden op verschillende verdiepingen : »
Aansluiting op een gemeenschappelijk enkelvoudig, ingebouwd of losstaand afvoerkanaal : o maximum 3 verschillende niveaus en o maximum aantal toestellen: 3 en o hoogteverschil tussen hoogste toestel en uitmonding minimum 4 m.
Gemeenschappelijk enkelvoudig ingebouwd afvoerkanaal »
Gemeenschappelijk losstaand afvoerkanaal
Aansluiting op een gemeenschappelijk meervoudig ingebouwd afvoerkanaal of op een gecombineerd gemeenschappelijk afvoerkanaal : o
maximum aantal toestellen: 3
o o
elk individueel aansluitstuk minimale hoogte van 2,50 m en hoogteverschil tussen hoogste toestel en de uitmonding minimum 4 m.
Gemeenschappelijk meervoudig ingebouwd afvoerkanaal – shunt
Gecombineerd gemeenschappelijk losstaand afvoerkanaal
59
▪ Toestellen type B14BS moeten worden aangesloten op een individueel afvoerkanaal met: » »
1)
luchtdicht aansluitkanaal en; 2) luchtdicht afvoerkanaal . Indien dit niet het geval is, dient een luchtdichte ingezette buis geplaatst te worden. Aansluiting verboden op gemeenschappelijk afvoerkanaal.
▪ Toestellen type B22 en B23 moeten worden aangesloten op een individueel afvoerkanaal met: » »
1)
luchtdicht aansluitkanaal en; 2) luchtdicht afvoerkanaal . o Indien dit niet het geval is, dient een luchtdichte ingezette buis geplaatst te worden. o Aansluiting verboden op gemeenschappelijk afvoerkanaal, uitgezonderd indien collector van de fabrikant en terugslagkleppen zijn voorzien.
OPGEPAST ▪ Voor toestellen type B22P of B23P mag de afvoer van de verbrandingsgassen in de statische overdrukzone gebeuren. Het blijven type B toestellen, dus het afvoerkanaal dient zo verticaal mogelijk te zijn. De voorschriften van de fabrikant dienen nauwgezet gevolgd te worden. Indien dit type toestel uitmondt in de statische overdrukzone dienen de afstanden voor de type C toestellen gerespecteerd te worden (huisje).
▪ Linnendroger type B22D en B23D Voor een linnendroger van het type B22D en B23D mag de afvoer van de verbrandingsproducten en van vochtige lucht bestaan uit een kunststof kanaal dat minstens 50 cm boven het maaiveld uitmondt. Volgende bijkomende eisen zijn verplicht: » gekeurd volgens NBN EN 1458-1. »
beveiligd zodat de temperatuur van de verbrandingsproducten aan de uitgang ≤ 60°C.
»
het kunststof afvoerkanaal behoort tot de temperatuurklasse T120 volgens de norm NBN EN 1443 en draagt de CE-markering.
1)
»
het afvoerkanaal en de uitmonding hebben een drukklasse P of H volgens NBN EN 1443.
»
de luchttoevoer beantwoordt aan de norm NBN D 51-003.
- 2 l/s.m2 bij een proefdruk van 40 Pa voor een afvoerkanaal in onderdruk; - 0,006 l/s.m2 bij een proefdruk van 200 Pa voor een afvoerkanaal in overdruk. 2) Lekdebiet < 2 l/s.m2 bij een proefdruk van 40 Pa. Lekdebiet < :
60
▪ Toestellen type B32 en B33 moeten worden aangesloten op een individueel afvoerkanaal met: » »
1)
luchtdicht aansluitkanaal en; 2) luchtdicht afvoerkanaal . Indien dit niet het geval is, dient een luchtdichte ingezette buis geplaatst te worden. Aansluiting verboden op gemeenschappelijk afvoerkanaal.
▪ Toestellen type B41 AS, BS, CS moeten geïnstalleerd worden met behulp van afvoersysteem voor de verbrandingsproducten geleverd door de fabrikant.
61
4.6
TOEVOER EN AFVOER VAN VERBRANDINGSLUCHT (VENTILATIE VAN DE LOKALEN) EN AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN VAN GESLOTEN TOESTELLEN TYPE C
4.6.1
Ventilatie van de lokalen
▪ Alle ruimten met een verbruikstoestel moeten geventileerd zijn, uitzondering voor toestel type C totaal nominaal vermogen < 70 kW dat geen centrale verwarmingsketel is.
▪ De ruimten met één of meer toestellen (type C) met een totaal nominaal vermogen 70 kW moeten voorzien zijn van een:
» » 4.6.2
2
bovenventilatie met doorlaat min. ¼ van totale doorlaat van afvoerkanalen, min. 200 cm ; 2
lage ventilatie met doorlaat min. ½ van doorlaat van bovenventilatie, min. 200 cm . Toevoerkanaal, afvoerkanaal, aansluitstukken en eindstuk
▪ Let op de voorschriften van de fabrikant i.v.m. de maximum lengte van de afvoerleiding. ▪ Toevoerkanaal van verbrandingslucht, afvoerkanaal van verbrandingsproducten, aansluitstukken en eindstuk moeten uitgevoerd worden met materialen voorgeschreven door de fabrikant en geïnstalleerd volgens zijn instructies.
▪ Het systeem moet derwijze geïnstalleerd zijn dat de eventuele eisen inzake brandweerstand van het gebouw behouden blijven.
▪ Er wordt voldoende vrije ruimte voorzien rondom muurdoorvoer of dakdoorvoer van eindstuk zodat: » er geen hinder is voor personen; de verbrandingsgassen moeten voldoende verdund zijn voordat zij mogen » » »
toegevoerd worden als verse lucht naar verblijfsruimten; er geen risico is op recirculatie van de verbrandingsproducten; er geen risico is op het binnendringen van regen of sneeuw in de terminal; er geen risico is op het zich verbranden van personen.
▪ Voor de plaatsbepaling van de uitmonding moet bij het plaatsen of vervangen van gastoestellen de methode van het huisje in perspectief, zie punt 4.6.3 toegepast worden.
▪ Bij het plaatsen of vervangen van gastoestellen met 30 kW < Pn < 70 kW en bij het plaatsen van CV ketels in nieuwe gebouwen na 05/2008 moet bijkomend aan bovenstaand voorschrift de methode van de verdunningsfactor toegepast worden (zie punt 5.4). Voor de plaatsbepaling van de uitmonding moet in dit geval steeds met beide methodes rekening worden gehouden.
Type toestel
Bestaand gebouw
Nieuwbouw
Bijkomend toestel plaatsen
Toestel vervangen
Toestel plaatsen
Huisje 4.6.3
Huisje 4.6.3
Huisje 4.6.3
CV ketel 30 kW
Huisje 4.6.3
Huisje 4.6.3
huisje & verdunningsfactor 4.6.3 en 5.4
30 kW < Gastoestel < 70 kW (incl. CV ketel)
huisje & verdunningsfactor 4.6.3 en 5.4
huisje & verdunningsfactor 4.6.3 en 5.4
huisje & verdunningsfactor 4.6.3 en 5.4
Gastoestel 30 kW
(geen CV ketel)
62
4.6.3
1) 2)
Minimale afstanden tussen de doorvoer en hindernissen en openingen voor toestellen type C
1)2)
Opening : niet afsluitbare opening (ventilatie, deuren en ramen die geopend kunnen worden). Voor CV ketels met P < 70 kW, zie ook punt 5.
63
Overzicht van mogelijke uitmondingen en afstanden 1) Elk eindstuk uit concentrische kanalen dient zich in een vierkant van 0,60 m te bevinden, zonder hindernissen, bv. een regenpijp. 2) De uitmondingen van type C1 en C3 met afzonderlijke aansluitkanalen moeten in een vierkant van 0,50 m liggen en de afstand tussen de aslijnen van de eindstukken is < 0,50 m. De afvoeropening moet steeds minstens 0,3 m hoger zijn dan de toevoeropening. De luchttoevoeropening moet beschermd zijn met een regenkap.
3) De afstand tussen een eindstuk uitmondend op een dak en een naastliggende verticale wand waarin zich geen wandopeningen bevinden, bedraagt minstens 0,50 m.
4) Afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat hoger gelegen is: - indien H 0,50 m is dan is L 2 m; - indien 0,50 m H 1 m dan is L 1 m.
5) Afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat lager gelegen is met uitmonding in het dak of in een verticale wand: L + H 4 m.
64
21 0,6 m
6) Uitmonding minstens 0,50 m verwijderd van de hoek van het gebouw en minstens 0,50 m hoger dan de luifel. Minstens 0,5 m verwijderd van een aangrenzend zadeldak. Minstens 0,5 m hoger dan het maaiveld.
7) De uitmondingen van twee verticaal boven elkaar liggende eindstukken in een wand zijn minstens 2,50 m van elkaar verwijderd. 21) De uitmondingen van twee naast elkaar liggende eindstukken in een wand zijn minstens 60 cm van elkaar verwijderd. 8) Om geen nadelige invloed van regen of sneeuw te ondervinden ligt het uiteinde van een eindstuk uitmondend op een dak minstens 0,30 m boven dat dakvlak.
9) Afstand van eindstuk op een dak tot een wand die er een hoek mee maakt en waarin zich openingen bevinden minstens 2,5 m.
10) Afstand van een eindstuk dat uitmondt onder een dakrand of geveluitsprong. Wanneer D 2 m. is, moet C D zijn.
65
11)
Uitmondingen onder balkons en galerijen moeten een afstand L verwijderd zijn van de onderkant van een bovengelegen uitstekend balkon of uitstekende galerij: L = 0,6
Pn
L is de afstand, in meter; Pn is het nominaal vermogen van het toestel in kW. Voorbeeld : Pn = 60 kW L = 0,6
60
= 4,7 m
12) Het eindstuk bevindt zich op een horizontale afstand van minstens 1 m ten opzichte van de perceelgrens. Enkel de verticale muren en het dak dat lager gelegen is dan het dak van de buren is gearceerd en dus verboden zone voor een uitmonding. Voor een eindstuk op een zadeldak of plat dak op dezelfde hoogte of hoger dan de buren is de afstand van 1 meter niet van toepassing.
14
13) Het eindstuk geplaatst op een wand die evenwijdig loopt met de perceelsgrens, is minstens 2 m verwijderd van deze grens. 14) - Indien het eindstuk van een toestel type C11, vermogen < 11 kW, in de nabijheid van een venster gelegen is dat deel uitmaakt van het lokaal met het toestel en indien dit uitsluitend dit lokaal verwarmt, dienen er geen specifieke afstanden tot dit venster gerespecteerd te worden. 19) - Eindstuk in een gevel op minder dan 2,20 m boven de grond en op een toegankelijke plaats, dient voorzien van een doeltreffende bescherming tegen mogelijke verbranding. - Eindstuk in een gevel op 2,20 m of meer boven de grond, geen bescherming noodzakelijk.
66
Uitmonding van het eindstuk in hetzelfde gevelvlak als een wandopening ▪ Uitmonding van het eindstuk in een vlakke gevel
Afstanden tussen een eindstuk in een vlakke gevel en wandopeningen. In het grijs getinte deel mogen geen wandopeningen aanwezig zijn:
▪ is d 0,25 m dan moet de horizontale afstand b 1 m aangehouden worden;
▪ is d 0,25 m dan mag de horizontale afstand b beperkt worden tot 0,5 m.
▪ Uitmonding van het eindstuk in een gevel met uitsprong
Afstanden tussen het eindstuk in een gevel met uitsprong en wandopeningen. In het grijs getinte deel mogen geen wandopeningen aanwezig zijn:
▪ ▪ ▪
het eindstuk mag niet op deze plaats uitmonden als z 0,50 m of y 0,40 m is; is z 0,10 m of y 5 m dan gelden de waarden van de vlakke gevel. is 0,10 m < z 0,50 m en 0,4 m y 5 m dan : » moet bij d 0,25 m de horizontale afstand b 1 m aangehouden worden; » mag bij d 0,25 m de horizontale afstand b beperkt worden tot 0,75 m.
67
Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek ▪ Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek, aangrenzend gevelvlak zonder wandopeningen Afstanden tussen een eindstuk in een gevel nabij een hoek met een aangrenzend gevelvlak waarin zich geen wandopeningen bevinden. In het grijs getinte deel mogen geen wandopeningen aanwezig zijn: - is w 0,50 m of e 5 m dan gelden de waarden van vlakke gevels - is 0,50 m w 1m, dan zijn a en e 0,50 m; - is w 1 m, dan is a 0,75 m en e 1 m. c5m
▪ Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek, aangrenzend gevelvlak met wandopeningen
c5m
Afstanden tussen een eindstuk in een gevel nabij een hoek met een aangrenzend gevelvlak met wandopeningen. In het grijs getinte deel mogen geen wandopeningen aanwezig zijn:
▪ ▪ ▪
is w 0,50 m of f 5 m dan gelden de waarden van vlakke gevels; is 0,50 m w 1m, dan is a 0,50 m en f 2,50 m.; is w 1 m, dan is a 0,75 m en f 2,50 m.
68
4.6.4
Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbrandingsproducten van individueel systeemtoestellen type C1, C3 ,C5, C8 en C9
▪ De toestellen type C1, C3, C5 en C9 moeten als een volledig geheel CE gekeurd zijn (toestel, aan-en afvoerkanaal en uitmonding); Uitzondering: voor toestellen type C8 enkel CE voor toestel.
▪ Toevoer van verbrandingslucht en/of afvoer van de verbrandingsproducten horizontaal, de kanalen moeten haaks staan op de verticale wand die zij doorboren;
▪ Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbrandingsproducten van type C52 en C53 mogen uitmonden in verschillende drukzones.
▪ Toestellen type C9 voorheen C3*S De afvoerleiding van de verbrandingsproducten van een toestel type C9 wordt geplaatst in een afvoerkanaal dat deel uitmaakt van het gebouw. De verbrandingslucht wordt aangezogen via de ruimte rond de afvoerleiding.
▪ Toestellen type C8 » toestellen van het type C8 mogen aangesloten worden op een gemeenschappelijk luchtdicht afvoerkanaal.
» ieder toestel beschikt over zijn individueel toevoerkanaal van de verbrandingslucht;
» het aantal toestellen is NIET beperkt tot 3. De doorlaat van het gemeenschappelijk afvoerkanaal moet berekend worden in functie van het totaal vermogen. Vraag een berekeningsattest van de constructeur.
4.6.5
Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbrandingsproducten van Gemeenschappelijk systeem – toestellen type C4
▪ Enkel type C42 , C43 , C42P of C43P mogen aangesloten worden op een gemeenschappelijk verticaal systeem uitmondend boven het dak.
▪ Het systeem moet gekeurd zijn in België of in een lidstaat van de Europese Unie. Het attest dient voorgelegd bij de controle.
▪ Het systeem moet worden geïnstalleerd volgens de voorschriften van de fabrikant. ▪ Momenteel meest gangbare systemen: CLV, 3CE en LAS.
69
4.7
GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE TOESTELLEN
4.7.1
Algemeen
-
Bij de plaatsing of het vervangen van een toestel, met of zonder wijziging of uitbreiding van de binnenleiding, zijn de eisen betreffende de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van de verbrandingsproducten, die betrekking hebben op nieuwe installaties, van toepassing.
-
Indien een verbruikstoestel geïnstalleerd is in een kast, muurkast, bergruimte of gelijkwaardig, dient zowel de opstellingsruimte als de ruimte waarin ze uitmondt, te voldoen aan de toestelgebonden eisen. Indien deze kast, muurkast of dergelijke niet in verbinding staat met de ruimte waarin ze is aangebracht (bv. afgesloten kast met afvoer- en toevoerkanaal verzekerd door een kanaal van buitenaf), zijn er geen bijkomende voorzieningen te treffen voor deze ruimte.
4.7.2 -
Toestel type A 1)
Een keukengeiser van het type A1AS is bestemd voor onderbroken gebruik . Hij mag niet gebruikt worden voor : * een stortbad; * een bad; * een zitbad; * of een gelijkaardig tappunt, zelfs indien de keukengeiser is geïnstalleerd in een badkamer, stortbadruimte of opschikkamer. Keukengeisers type A1AS mogen niet meer geplaatst of vervangen worden na 1 september 2015. Bestaande keukengeisers mogen in bedrijf blijven voor zover de bovenstaande voorwaarden worden nageleefd en hun luchttoevoer en afvoer van de verbrandingsproducten voldoet aan de gestelde eisen.
1)
Gebruik gedurende een tijd, bij al dan niet continue werking, die 10 minuten per half uur niet overschrijdt.
70
4.7.3 ▪
Toestel type B
Toestellen type B mogen niet opgesteld worden in : »
een slaapkamer,
»
een badkamer,
»
een stortbadruimte,
»
een WC
Vanaf 1 september 2015 is ook het vervangen van een toestel type B opgesteld in een slaapkamer, badkamer, stortbadruimte of WC door een toestel van hetzelfde type verboden. Bestaande toestellen type B opgesteld in een slaapkamer, badkamer, stortbadruimte of WC mogen in bedrijf blijven voor zover hun luchttoevoer en afvoer van de verbrandingsproducten voldoet aan de gestelde eisen. Een open centrale verwarmingsketel (type B) mag zich nooit in een slaapkamer bevinden. OPGELET: voor CV ketels zie ook bijkomend punt 5. ▪
De toestellen van het type B11 moeten van het type B11AS, B11BS of B11CS zijn, uitgezonderd de toestellen in open lucht, deze mogen van het type B11 zijn.
4.7.4
Toestel type C
▪ Kan opgesteld worden in gelijk welk soort ruimte, ongeacht het volume; ▪ Mag opgesteld worden in een mechanisch geventileerd gebouw.
71
4.8
TOESTELLEN
4.8.1
Toegelaten types van verbruikstoestellen (mits respecteren van voorwaarden opgenomen in dit document).
▪
Type A
Toestel dat niet aangesloten is op een afvoer van de verbrandingsproducten (komfoor, keukenfornuis, keukengeiser, …)
Dit type mag enkel worden gebruikt in de versie A1AS. De benaming A1AS stemt overeen met de oude benaming AAS.
Type A3 ▪
Toestel type A met een ventilator vóór de verbrandingskamer / warmtewisselaar
▪
Gastoestellen opgesteld buiten een gebouw in open lucht (bv. open terras)
▪
Grootkeuken gastoestellen
▪
Met gas gestookte hete luchtblazers voor gebruik in serres volgens NBN EN 525 met bijkomende CO- of CO2-beveiliging
▪
Type B Toestel dat moet aangesloten worden op een kanaal voor de afvoer van de verbrandingsproducten.
De types B11 , B12 en B13 mogen enkel gebruikt worden in de versie met bijkomende beveiliging AS, BS of CS. Uitgezonderd B11 in open lucht.
Het type B14 moet de bijkomende beveiliging BS hebben en mag enkel gebruikt worden indien het aangesloten wordt op een individueel luchtdicht afvoerkanaal.
De types B22 en B23 (B22P en B23P) mogen enkel gebruikt worden indien ze aangesloten worden op een individueel luchtdicht afvoerkanaal.
72
Toestel type B22D en B23D: ▪ ▪
Met gas gestookte droogtrommels voor huishoudelijk gebruik met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 6 kW. Ontworpen om verbonden te worden met een soepel niet uit metaal vervaardigd kanaal voor de afvoer van vochtige lucht en verbrandingsproducten buiten de opstellingsplaats van het toestel.
De types B32 en B33 mogen enkel gebruikt worden indien ze aangesloten worden op een individueel luchtdicht afvoerkanaal.
Het type B41 mag enkel gebruikt worden in de versie met bijkomende beveiliging AS, BS of CS. Het afvoerkanaal wordt geleverd met het toestel.
73
▪
Type C : toestel dat zijn verbrandingslucht rechtstreeks van buitenaf neemt en zijn verbrandingsproducten ook rechtstreeks naar buiten afvoert.
C11
C12
C13
Parallel systeem (niet concentrisch – “niet luchtomspoeld”) enkel indien de afvoerleiding voor de verbrandingsproducten luchtdicht is
C31
C32
C33
Parallel systeem (niet concentrisch – “niet luchtomspoeld”) enkel indien de afvoerleiding voor de verbrandingsproducten luchtdicht is
Nieuwe benaming C9 Afvoerleiding van de verbrandingsproducten in het afvoerkanaal dat deel uitmaakt van het gebouw. De verbrandingslucht wordt aangezogen via de ruimte rond de afvoerleiding.
74
De figuur geeft het collectief kanaal aan met daarop aangesloten elk van de varianten van het type C42 en C43 , dit mag niet beschouwd worden als een toegelaten installatiemethode.
Deze toestellen C51BS, C52 en C53 mogen in verschillende drukzones uitmonden.
De plaatsing van een toestel type C51BS is toegestaan indien het toestel is uitgerust met een interne trekonderbreker en een thermische terugstroombeveiliging (TTB) in de verse luchttoevoer
Afvoerkanaal moet luchtdicht zijn en alle aangesloten toestellen moeten van het type C82 of van het type C83 zijn. Zij mogen worden aangesloten op een collectief afvoerkanaal. Meerdere toestellen: sectie van het afvoerkanaal moet berekend worden.
75
Samenvattingstabel van de toegelaten gebruikstoestellen in België, types A, B et C TYPE
Veiligheid
TO
A1
As
A3 B11
As,Bs,Cs
B12 B13
As,Bs,Cs As,Bs,Cs
B14
Bs
B22 (P) (D) B23 (P) (D) B32
C31 C32 C33 C42(P) C43(P) C51BS C52 C53 C82 C83 C91 C92 C93
As,Bs,Cs
Verbrandingslucht
Nihil
Nee
Nihil
Nihil
Verbrandingslucht genomen in lokaal
Ja
Ja Ja
Individueel of Collectief direct of met collector (zie 4.5.2) Individueel Individueel
Minimum 2,5 m boven het toestel en buiten de statische overdrukzones (zie 4.5)
Positie van ventilator zonder
(zie 4.4)
zonder
Voor de types A boven en onderventilatie minimum 150 cm²
na voor
Ja
Individueel en Dicht Individueel en Dicht
na
Nee
Individueel en Dicht
voor
Nee
Individueel en Dicht
na
Nee Ja
Individueel en Dicht Geleverd met toestel Parallel systeem, indien met luchtdichte afvoer of concentrisch systeem
TO : Trekonderbreker AS : Atmosfeerbeveiliging
Toestel B41 < 2,5 m boven toestel: CE attest nazien Horizontaal
Parallel systeem, indien met luchtdichte afvoer of concentrisch systeem Systeem CLV, LAS, 3CE
Verticaal
Aansluiting aan een gemeenschappelijk systeem
Mogen in verschillende drukzones uitmonden
Luchtaanvoer horizontaal Luchtafvoer verticaal
Afvoerkanaal en aansluitkanaal, luchtdicht Afvoerkanaal geplaatst in een afvoerkanaal van het gebouw
Aansluiting aan een gemeenschappelijk afvoerkanaal (zie 4.6.2) De verbrandingslucht wordt aangezogen via de ruimte rond het afvoerkanaal
Verbrandingslucht genomen buiten lokaal Indien vermogen > 70 kW, boven en onderventilatie voorzien minimum 200 cm² (zie 4.6.1)
OPMERKINGEN Intermitterend gebruik
voor
Nee
DICHT
B33 B41 C11 C12 C13
Uitmonding van afvoerkanaal
Nee
Afvoerkanaal en aansluitkanaal Nihil
na TO
voor zonder zonder na voor zonder na voor na voor
B11(buiten) en een type B mag niet geplaatst worden in slaapkamer, badkamer, douchekamer of opschikkamer zelfs niet bij vervanging. Een centraal verwarmingstoestel mag niet geplaatst noch vervangen worden in een slaapkamer.
Type C mag overal geplaatst worden, maar de minimum afstanden dienen gerespecteerd te worden t.o.v. openingen en obstakels (zie 4.6.3)
zonder na voor na voor zonder na voor
BS : Thermische afvoerbeveiliging (TTB) CS : Afvoerbeveiligingsinrichting (mechanische ventilatie)
76
4.8.2
Identificatie van de toestellen
▪
CE markering
▪
Toestel categorie I2E+ of I2E(S)B of I2E(S) of I2E(R)B of I2E(R) of I2N of II2E+3+ of II2E+3P of II2E+3B
▪
Ingeval van II2E+3+ of II2E+3P of II2E+3B : een indicatie dat het toestel is afgeregeld voor aardgas.
▪
Het type (A** of B** of C**).
Aansluiting van de toestellen op de gasleiding
▪
Algemeen De aansluiting van gastoestellen na de stopkraan gebeurt: » hetzij met behulp van materialen uit metaal (vaste leidingen uit staal of koper) » hetzij met behulp van een metalen RHT–slang (650°C) Metalen slangen met aansluiting ≤ DN 15 zijn in overeenstemming met NBN EN 14800. In afwachting van de publicatie van de norm betreffende metalen slangen waarvan de aansluiting DN 20 ≤ DN ≤ DN 50 kan de KVBG-specificatie 91/01 - "Metalen RHT-slangen voor brandbare gassen" gebruikt worden om de kwaliteit van de metalen slangen te bepalen.
Bemerking: dit is ook geldig voor een ingebouwd kookfornuis. Een PLT-buis kan maar een beperkt aantal keer geplooid worden, daarom is een PLT-buissysteem niet geschikt als alternatief om een flexibele slang voor het aansluiten van gastoestellen te vervangen. Bijgevolg mag een PLTbuissysteem niet toegepast worden stroomafwaarts van de stopkraan van een gastoestel.
▪
Bijzondere bepalingen voor het aansluiten van komforen
Een komfoor mag aangesloten worden d.m.v. een elastomeren slang met geïntegreerde niet-demonteerbare mechanische opzetstukken die beantwoorden aan de eisen van de norm NBN D 04-002. De elastomeren slang mag niet door een muur/wand of vloer gaan.
77
4.9
BEPROEVING, NAZICHT, BEPALEN MAX. DRUKVERLIES, UITBREIDING EN IDENTIFICATIE VAN DE LEIDING
▪ Uitbreiding : » »
te beschouwen als nieuwe installatie koppelstuk en sectioneerkraan tussen bestaande en nieuwe installatie : afzepen op werkdruk
▪ Identificatie van de leiding : Indien verwarring mogelijk is : gele kleur, ofwel stroken zelfklevende band ofwel opschrift “AARDGAS” over de volledige lengte, of in banden om de 1 à 2 meter en bij iedere wand of vloerdoorgang. Merken van de gasleiding onmiddellijk na de gasmeter bij appartementen Indien er een gasmeter per verblijfseenheid voorzien is en indien de verschillende gasmeters samen in een gemeenschappelijk lokaal zijn opgesteld moet op ondubbelzinnige wijze duidelijk zijn met welke gasmeterkraan men de gastoevoer van een bepaalde verblijfseenheid kan afsluiten. De aanduiding van de verdieping en de betrokken verblijfseenheid wordt aangebracht bij het verbinden van de gasmeter met de binnenleiding van die verblijfseenheid en dit op de gasbuis stroomafwaarts op maximum 50 cm na de gasmeter en op een duidelijke ondubbelzinnige en onuitwisbare wijze. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van het door de gemeente toegekende busnummer van de verblijfseenheid.
▪ Plan van de installatie en attest opgesteld door de installateur: Moet aanwezig zijn. Hiernaast vindt u een voorbeeld van attest. OPGELET: onze inspecteur bezorgt u bij aanvang van de keuring een dergelijk formulier dat u op dat moment kan vervolledigen en ondertekenen. Enkel attesten met het holografisch logo worden aanvaard. Dit attest dient ingevuld en ondertekend te worden door u in hoedanigheid van INSTALLATEUR. Om te vermijden dat er na een controle misverstanden zouden kunnen ontstaan, dient dit attest nauwgezet ingevuld te worden en voorgelegd te worden voor nazicht bij de keuring.
▪ Dichtheidsproef met open stopkranen op 150 mbar. ▪ Max. drukverlies tussen de uitlaatopening van de gasmeter en de stopkraan moet < 1 mbar. »
Verklaring van de tabellen ter bepaling van het drukverlies in uw installatie Aan de hand van de samenvattingstabellen kan u voor stalen-, koperen- en polyethyleenleidingen voor elke diameter en elk vermogen de maximale lengte van de leidingen bepalen om een maximum toegelaten drukverlies van 1 mbar te bekomen. Voor het PLT-buissysteem dient u voor de berekening van de maximum lengte voor een drukverlies van 1 mbar, de voorschriften na te zien van de fabrikant.
We hebben in deze tabellen rekening gehouden met de slechtste situatie, namelijk aardgas type L. Er is ook geen rekening gehouden met de eventuele winst of verlies ingeval van dalende of stijgende leidingen.
78
STALEN LEIDING – MAXIMALE LENGTE
p 2,28.10 4.
d .L.Q1,8 D 4 ,8
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
0.13
0.00079
1266.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
16
2.08
0.11613
8.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
1.5
0.20
0.00164
610.2
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
16.5
2.15
0.12275
8.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
2
0.26
0.00275
363.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
17
2.21
0.12953
7.7
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
2.5
0.33
0.00411
243.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
17.5
2.28
0.13646
7.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
3
0.39
0.00571
175.2
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
18
2.34
0.14356
7.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
3.5
0.46
0.00753
132.8
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
18.5
2.41
0.15082
6.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
4
0.52
0.00958
104.4
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
19
2.47
0.15823
6.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
4.5
0.59
0.01184
84.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
19.5
2.54
0.16581
6.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
5
0.65
0.01431
69.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
20
2.60
0.17354
5.8
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
5.5
0.72
0.01699
58.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
20.5
2.67
0.18143
5.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
6
0.78
0.01987
50.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
21
2.73
0.18947
5.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
6.5
0.85
0.02295
43.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
21.5
2.80
0.19767
5.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
7
0.91
0.02623
38.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
22
2.86
0.20602
4.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
7.5
0.98
0.02969
33.7
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
22.5
2.93
0.21452
4.7
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
8
1.04
0.03335
30.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
23
2.99
0.22318
4.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
8.5
1.11
0.03720
26.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
23.5
3.06
0.23199
4.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
9
1.17
0.04123
24.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
24
3.12
0.24095
4.2
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
9.5
1.24
0.04544
22.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
24.5
3.19
0.25006
4.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
10
1.30
0.04984
20.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
25
3.25
0.25932
3.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
10.5
1.37
0.05441
18.4
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
26
3.38
0.27829
3.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
11
1.43
0.05916
16.9
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
27
3.51
0.29785
3.4
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
11.5
1.50
0.06409
15.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
28
3.64
0.31800
3.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
12
1.56
0.06919
14.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
29
3.77
0.33874
3.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
12.5
1.63
0.07447
13.4
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
30
3.90
0.36005
2.8
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
13
1.69
0.07992
12.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
31
4.03
0.38194
2.6
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
13.5
1.76
0.08554
11.7
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
32
4.16
0.40440
2.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
14
1.82
0.09132
11.0
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
33
4.29
0.42744
2.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
14.5
1.89
0.09728
10.3
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
34
4.42
0.45103
2.2
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
15
1.95
0.10340
9.7
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
35
4.55
0.47519
2.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
15.5
2.02
0.10968
9.1
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
40
5.20
0.60430
1.7
DEBIET (m3/h)
DEBIET (m3/h)
1
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW )
15.8
Staal
DIAMETER int. (mm)
21.3
DIAMETER DN
DN 15 (1/2")
Staal
DIAMETER ext. (mm)
Fictieve lengte = reële lengte x 1,2 Nominaal debietsvolume = 0,13 m3/h (Gas L)
79
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm) 15.8
45
5.85
0.74701
1.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
32
4.16
0.10488
9.5
DN 15 (1/2")
21.3
15.8
50
6.50
0.90301
1.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
33
4.29
0.11085
9.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
1
0.13
0.00020
4881.9
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
34
4.42
0.11697
8.5
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
2
0.26
0.00071
1402.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
35
4.55
0.12323
8.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
3
0.39
0.00148
675.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
36
4.68
0.12964
7.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
4
0.52
0.00248
402.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
37
4.81
0.13620
7.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
5
0.65
0.00371
269.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
38
4.94
0.14290
7.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
6
0.78
0.00515
194.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
39
5.07
0.14974
6.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
7
0.91
0.00680
147.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
40
5.20
0.15672
6.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
8
1.04
0.00865
115.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
41
5.33
0.16384
6.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
9
1.17
0.01069
93.5
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
42
5.46
0.17110
5.8
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
10
1.30
0.01292
77.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
43
5.59
0.17851
5.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
11
1.43
0.01534
65.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
44
5.72
0.18605
5.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
12
1.56
0.01794
55.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
45
5.85
0.19373
5.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
13
1.69
0.02073
48.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
46
5.98
0.20154
5.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
14
1.82
0.02368
42.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
47
6.11
0.20950
4.8
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
15
1.95
0.02681
37.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
48
6.24
0.21759
4.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
16
2.08
0.03012
33.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
49
6.37
0.22582
4.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
17
2.21
0.03359
29.8
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
50
6.50
0.23418
4.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
18
2.34
0.03723
26.9
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
55
7.15
0.27801
3.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
19
2.47
0.04104
24.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
60
7.80
0.32515
3.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
20
2.60
0.04501
22.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
65
8.45
0.37554
2.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
21
2.73
0.04914
20.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
70
9.10
0.42913
2.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
22
2.86
0.05343
18.7
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
75
9.75
0.48587
2.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
23
2.99
0.05788
17.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
80
10.40
0.54572
1.8
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
24
3.12
0.06249
16.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
85
11.05
0.60864
1.6
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
25
3.25
0.06725
14.9
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
90
11.70
0.67460
1.5
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
26
3.38
0.07217
13.9
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
95
12.35
0.74355
1.3
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
27
3.51
0.07724
12.9
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
100
13.00
0.81547
1.2
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
28
3.64
0.08247
12.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
105
13.65
0.89032
1.1
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
29
3.77
0.08785
11.4
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
110
14.30
0.96809
1.0
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
30
3.90
0.09337
10.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
1
0.13
0.00006
15540.5
DN 20 (3/4")
26.9
20.9
31
4.03
0.09905
10.1
DN 25 (1")
33.7
26.6
2
0.26
0.00022
4462.8
Staal
DIAMETER ext. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER DN
21.3
Staal
DN 15 (1/2")
80
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
VERMOGEN ( kW )
0.39
0.00046
2151. 0
DN 25 (1")
33.7
26.6
36
4.68
0.04073
24.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
4
0.52
0.00078
1281. 6
DN 25 (1")
33.7
26.6
37
4.81
0.04279
23.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
5
0.65
0.00117
857.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
38
4.94
0.04489
22.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
6
0.78
0.00162
617.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
39
5.07
0.04704
21.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
7
0.91
0.00214
468.0
DN 25 (1")
33.7
26.6
40
5.20
0.04923
20.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
8
1.04
0.00272
368.0
DN 25 (1")
33.7
26.6
45
5.85
0.06086
16.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
9
1.17
0.00336
297.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
50
6.50
0.07357
13.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
10
1.30
0.00406
246.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
55
7.15
0.08734
11.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
11
1.43
0.00482
207.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
60
7.80
0.10214
9.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
12
1.56
0.00564
177.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
65
8.45
0.11797
8.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
13
1.69
0.00651
153.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
70
9.10
0.13481
7.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
14
1.82
0.00744
134.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
75
9.75
0.15263
6.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
15
1.95
0.00842
118.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
80
10.40
0.17143
5.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
16
2.08
0.00946
105.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
85
11.05
0.19120
5.2
DN 25 (1")
33.7
26.6
17
2.21
0.01055
94.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
90
11.70
0.21192
4.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
18
2.34
0.01170
85.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
95
12.35
0.23358
4.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
19
2.47
0.01289
77.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
100
13.00
0.25617
3.9
DN 25 (1")
33.7
26.6
20
2.60
0.01414
70.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
110
14.30
0.30412
3.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
21
2.73
0.01544
64.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
120
15.60
0.35568
2.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
22
2.86
0.01678
59.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
130
16.90
0.41080
2.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
23
2.99
0.01818
55.0
DN 25 (1")
33.7
26.6
140
18.20
0.46942
2.1
DN 25 (1")
33.7
26.6
24
3.12
0.01963
50.9
DN 25 (1")
33.7
26.6
150
19.50
0.53150
1.9
DN 25 (1")
33.7
26.6
25
3.25
0.02113
47.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
160
20.80
0.59697
1.7
DN 25 (1")
33.7
26.6
26
3.38
0.02267
44.1
DN 25 (1")
33.7
26.6
170
22.10
0.66580
1.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
27
3.51
0.02427
41.2
DN 25 (1")
33.7
26.6
180
23.40
0.73795
1.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
28
3.64
0.02591
38.6
DN 25 (1")
33.7
26.6
190
24.70
0.81338
1.2
DN 25 (1")
33.7
26.6
29
3.77
0.02760
36.2
DN 25 (1")
33.7
26.6
200
26.00
0.89205
1.1
DN 25 (1")
33.7
26.6
30
3.90
0.02933
34.1
DN 25 (1")
33.7
26.6
210
27.30
0.97394
1.0
DN 25 (1")
33.7
26.6
31
4.03
0.03112
32.1
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
1
0.13
0.00002
57600.5
DN 25 (1")
33.7
26.6
32
4.16
0.03295
30.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
2
0.26
0.00006
16541.4
DN 25 (1")
33.7
26.6
33
4.29
0.03482
28.7
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
3
0.39
0.00013
7972.8
DN 25 (1")
33.7
26.6
34
4.42
0.03674
27.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
4
0.52
0.00021
4750.3
DN 25 (1")
33.7
26.6
35
4.55
0.03871
25.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
5
0.65
0.00031
3178.9
mbar/m + 20 %
DIAMETER int. (mm)
3
DEBIET (m3/h)
DIAMETER ext. (mm)
26.6
DIAMETER DN
33.7
Staal
DN 25 (1")
81
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
2289.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
39
5.07
0.01269
78.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
7
0.91
0.00058
1734.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
40
5.20
0.01328
75.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
8
1.04
0.00073
1364.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
41
5.33
0.01389
72.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
9
1.17
0.00091
1103.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
42
5.46
0.01450
69.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
10
1.30
0.00110
912.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
43
5.59
0.01513
66.1
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
11
1.43
0.00130
769.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
44
5.72
0.01577
63.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
12
1.56
0.00152
657.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
45
5.85
0.01642
60.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
13
1.69
0.00176
569.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
50
6.50
0.01985
50.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
14
1.82
0.00201
498.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
55
7.15
0.02356
42.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
15
1.95
0.00227
440.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
60
7.80
0.02756
36.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
16
2.08
0.00255
391.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
65
8.45
0.03183
31.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
17
2.21
0.00285
351.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
70
9.10
0.03637
27.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
18
2.34
0.00316
316.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
75
9.75
0.04118
24.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
19
2.47
0.00348
287.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
80
10.40
0.04625
21.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
20
2.60
0.00381
262.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
85
11.05
0.05159
19.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
21
2.73
0.00416
240.1
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
90
11.70
0.05718
17.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
22
2.86
0.00453
220.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
95
12.35
0.06302
15.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
23
2.99
0.00491
203.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
100
13.00
0.06912
14.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
24
3.12
0.00530
188.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
110
14.30
0.08205
12.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
25
3.25
0.00570
175.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
120
15.60
0.09596
10.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
26
3.38
0.00612
163.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
130
16.90
0.11083
9.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
27
3.51
0.00655
152.7
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
140
18.20
0.12665
7.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
28
3.64
0.00699
143.1
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
150
19.50
0.14340
7.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
29
3.77
0.00745
134.3
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
160
20.80
0.16106
6.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
30
3.90
0.00791
126.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
170
22.10
0.17963
5.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
31
4.03
0.00840
119.1
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
180
23.40
0.19910
5.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
32
4.16
0.00889
112.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
190
24.70
0.21945
4.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
33
4.29
0.00940
106.4
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
200
26.00
0.24067
4.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
34
4.42
0.00991
100.9
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
250
32.50
0.35964
2.8
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
35
4.55
0.01044
95.7
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
300
39.00
0.49933
2.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
36
4.68
0.01099
91.0
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
350
45.50
0.65902
1.5
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
37
4.81
0.01154
86.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
400
52.00
0.83807
1.2
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
38
4.94
0.01211
82.6
DN 32 (1"1/4)
42.4
35.0
450
58.50
1.03599
1.0
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 % 0.00044
VERMOGEN ( kW )
VERMOGEN ( kW ) DEBIET (m3/h) 0.78
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
6
Staal
DIAMETER ext. (mm)
35.0
DIAMETER DN
42.4
Staal
DN 32 (1"1/4)
82
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
0.00001
121666.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
34
4.42
0.00469
213.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
2
0.26
0.00003
34939.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
35
4.55
0.00494
202.2
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
3
0.39
0.00006
16840.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
36
4.68
0.00520
192.2
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
4
0.52
0.00010
10033.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
37
4.81
0.00547
183.0
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
5
0.65
0.00015
6714.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
38
4.94
0.00573
174.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
6
0.78
0.00021
4836.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
39
5.07
0.00601
166.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
7
0.91
0.00027
3664.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
40
5.20
0.00629
159.0
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
8
1.04
0.00035
2881.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
45
5.85
0.00777
128.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
9
1.17
0.00043
2331.0
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
50
6.50
0.00940
106.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
10
1.30
0.00052
1928.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
55
7.15
0.01116
89.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
11
1.43
0.00062
1624.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
60
7.80
0.01305
76.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
12
1.56
0.00072
1388.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
65
8.45
0.01507
66.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
13
1.69
0.00083
1202.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
70
9.10
0.01722
58.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
14
1.82
0.00095
1052.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
75
9.75
0.01950
51.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
15
1.95
0.00108
929.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
80
10.40
0.02190
45.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
16
2.08
0.00121
827.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
85
11.05
0.02442
40.9
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
17
2.21
0.00135
741.9
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
90
11.70
0.02707
36.9
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
18
2.34
0.00149
669.4
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
95
12.35
0.02984
33.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
19
2.47
0.00165
607.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
100
13.00
0.03272
30.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
20
2.60
0.00181
553.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
105
13.65
0.03572
28.0
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
21
2.73
0.00197
507.2
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
110
14.30
0.03884
25.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
22
2.86
0.00214
466.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
115
14.95
0.04208
23.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
23
2.99
0.00232
430.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
120
15.60
0.04543
22.0
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
24
3.12
0.00251
398.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
125
16.25
0.04890
20.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
25
3.25
0.00270
370.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
130
16.90
0.05247
19.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
26
3.38
0.00290
345.3
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
135
17.55
0.05616
17.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
27
3.51
0.00310
322.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
140
18.20
0.05996
16.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
28
3.64
0.00331
302.2
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
145
18.85
0.06387
15.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
29
3.77
0.00352
283.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
150
19.50
0.06789
14.7
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
30
3.90
0.00375
266.9
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
160
20.80
0.07625
13.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
31
4.03
0.00397
251.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
170
22.10
0.08504
11.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
32
4.16
0.00421
237.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
180
23.40
0.09426
10.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
33
4.29
0.00445
224.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
190
24.70
0.10389
9.6
DEBIET (m3/h)
VERMOGEN ( kW ) DEBIET (m3/h) 0.13
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
1
Staal
DIAMETER ext. (mm)
40.9
DIAMETER DN
48.3
Staal
DN 40 (1"1/2)
83
VERMOGEN ( kW ) DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
0.11394
8.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
24
3.12
0.00076
1322.2
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
250
32.50
0.17026
5.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
25
3.25
0.00081
1228.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
300
39.00
0.23640
4.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
26
3.38
0.00087
1144.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
350
45.50
0.31200
3.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
27
3.51
0.00093
1069.6
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
400
52.00
0.39677
2.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
28
3.64
0.00100
1001.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
450
58.50
0.49047
2.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
29
3.77
0.00106
940.5
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
500
65.00
0.59289
1.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
30
3.90
0.00113
884.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
550
71.50
0.70385
1.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
31
4.03
0.00120
834.1
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
600
78.00
0.82319
1.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
32
4.16
0.00127
787.8
DN 40 (1"1/2)
48.3
40.9
650
84.50
0.95076
1.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
33
4.29
0.00134
745.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
1
0.13
0.00000
403333.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
34
4.42
0.00142
706.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
2
0.26
0.00001
115827.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
35
4.55
0.00149
670.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
3
0.39
0.00002
55827.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
36
4.68
0.00157
637.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
4
0.52
0.00003
33262.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
37
4.81
0.00165
606.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
5
0.65
0.00004
22259.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
38
4.94
0.00173
578.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
6
0.78
0.00006
16032.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
39
5.07
0.00181
551.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
7
0.91
0.00008
12147.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
40
5.20
0.00190
527.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
8
1.04
0.00010
9552.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
41
5.33
0.00198
504.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
9
1.17
0.00013
7727.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
42
5.46
0.00207
482.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
10
1.30
0.00016
6392.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
43
5.59
0.00216
462.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
11
1.43
0.00019
5384.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
44
5.72
0.00225
444.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
12
1.56
0.00022
4604.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
45
5.85
0.00234
426.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
13
1.69
0.00025
3986.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
46
5.98
0.00244
409.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
14
1.82
0.00029
3488.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
47
6.11
0.00254
394.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
15
1.95
0.00032
3081.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
48
6.24
0.00263
379.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
16
2.08
0.00036
2743.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
49
6.37
0.00273
365.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
17
2.21
0.00041
2459.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
50
6.50
0.00283
352.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
18
2.34
0.00045
2219.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
51
6.63
0.00294
340.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
19
2.47
0.00050
2013.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
52
6.76
0.00304
328.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
20
2.60
0.00054
1835.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
53
6.89
0.00315
317.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
21
2.73
0.00059
1681.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
54
7.02
0.00326
307.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
22
2.86
0.00065
1546.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
55
7.15
0.00337
297.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
23
2.99
0.00070
1427.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
56
7.28
0.00348
287.7
(mm)
DIAMETER int. DIAMETER DN
mbar/m + 20 %
26.00
DIAMETER ext. (mm)
DEBIET (m3/h)
200
Staal
VERMOGEN ( kW )
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
(mm)
40.9
DIAMETER DN int. DIAMETER
DIAMETER ext. (mm) 48.3
Staal DN 40 (1"1/2)
84
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
mbar/m + 20 %
7.41
0.00359
278.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
90
11.70
0.00817
122.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
58
7.54
0.00370
270.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
91
11.83
0.00833
120.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
59
7.67
0.00382
261.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
92
11.96
0.00849
117.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
60
7.80
0.00394
254.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
93
12.09
0.00866
115.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
61
7.93
0.00405
246.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
94
12.22
0.00883
113.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
62
8.06
0.00417
239.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
95
12.35
0.00900
111.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
63
8.19
0.00430
232.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
96
12.48
0.00917
109.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
64
8.32
0.00442
226.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
97
12.61
0.00934
107.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
65
8.45
0.00455
220.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
98
12.74
0.00952
105.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
66
8.58
0.00467
214.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
99
12.87
0.00969
103.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
67
8.71
0.00480
208.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
100
13.00
0.00987
101.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
68
8.84
0.00493
202.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
110
14.30
0.01172
85.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
69
8.97
0.00506
197.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
120
15.60
0.01370
73.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
70
9.10
0.00519
192.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
130
16.90
0.01583
63.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
71
9.23
0.00533
187.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
140
18.20
0.01809
55.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
72
9.36
0.00546
183.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
150
19.50
0.02048
48.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
73
9.49
0.00560
178.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
160
20.80
0.02300
43.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
74
9.62
0.00574
174.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
170
22.10
0.02565
39.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
75
9.75
0.00588
170.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
180
23.40
0.02843
35.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
76
9.88
0.00602
166.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
190
24.70
0.03134
31.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
77
10.01
0.00617
162.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
200
26.00
0.03437
29.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
78
10.14
0.00631
158.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
210
27.30
0.03753
26.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
79
10.27
0.00646
154.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
220
28.60
0.04080
24.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
80
10.40
0.00661
151.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
230
29.90
0.04420
22.6
DN 50 (2")
60.3
52.5
81
10.53
0.00675
148.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
240
31.20
0.04772
21.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
82
10.66
0.00691
144.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
250
32.50
0.05136
19.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
83
10.79
0.00706
141.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
260
33.80
0.05512
18.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
84
10.92
0.00721
138.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
270
35.10
0.05899
17.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
85
11.05
0.00737
135.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
280
36.40
0.06298
15.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
86
11.18
0.00752
132.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
290
37.70
0.06709
14.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
87
11.31
0.00768
130.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
300
39.00
0.07131
14.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
88
11.44
0.00784
127.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
310
40.30
0.07565
13.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
89
11.57
0.00800
125.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
320
41.60
0.08009
12.5
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW ) DEBIET (m3/h) 57
Staal
DIAMETER int. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
52.5
DIAMETER DN
60.3
Staal
DN 50 (2")
85
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
VERMOGEN ( kW )
42.90
0.08466
11.8
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
140
18.20
0.00553
180.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
340
44.20
0.08933
11.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
160
20.80
0.00703
142.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
350
45.50
0.09411
10.6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
180
23.40
0.00869
115.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
360
46.80
0.09901
10.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
200
26.00
0.01051
95.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
370
48.10
0.10402
9.6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
250
32.50
0.01570
63.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
380
49.40
0.10913
9.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
300
39.00
0.02180
45.9
DN 50 (2")
60.3
52.5
390
50.70
0.11435
8.7
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
350
45.50
0.02878
34.7
DN 50 (2")
60.3
52.5
400
52.00
0.11969
8.4
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
400
52.00
0.03660
27.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
450
58.50
0.14795
6.8
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
450
58.50
0.04524
22.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
500
65.00
0.17885
5.6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
500
65.00
0.05469
18.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
550
71.50
0.21232
4.7
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
550
71.50
0.06492
15.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
600
78.00
0.24832
4.0
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
600
78.00
0.07593
13.2
DN 50 (2")
60.3
52.5
650
84.50
0.28680
3.5
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
650
84.50
0.08769
11.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
700
91.00
0.32773
3.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
700
91.00
0.10021
10.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
750
97.50
0.37106
2.7
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
750
97.50
0.11346
8.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
800
104.00
0.41677
2.4
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
800
104.00
0.12744
7.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
850
110.50
0.46482
2.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
850
110.50
0.14213
7.0
DN 50 (2")
60.3
52.5
900
117.00
0.51520
1.9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
900
117.00
0.15753
6.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
950
123.50
0.56786
1.8
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
950
123.50
0.17363
5.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
1000
130.00
0.62278
1.6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1000
130.00
0.19043
5.3
DN 50 (2")
60.3
52.5
1050
136.50
0.67995
1.5
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1050
136.50
0.20791
4.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
1100
143.00
0.73934
1.4
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1100
143.00
0.22607
4.4
DN 50 (2")
60.3
52.5
1150
149.50
0.80092
1.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1150
149.50
0.24490
4.1
DN 50 (2")
60.3
52.5
1200
156.00
0.86469
1.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1200
156.00
0.26440
3.8
DN 50 (2")
60.3
52.5
1250
162.50
0.93062
1.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1250
162.50
0.28455
3.5
DN 50 (2")
60.3
52.5
1300
169.00
0.99870
1.0
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1300
169.00
0.30537
3.3
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
50
6.50
0.00087
1153
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1350
175.50
0.32683
3.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
75
9.75
0.00180
556. 1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1400
182.00
0.34895
2.9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
80
10.40
0.00202
495. 1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1450
188.50
0.37170
2.7
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
85
11.05
0.00225
443. 9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1500
195.00
0.39509
2.5
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
90
11.70
0.00250
400. 5
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1550
201.50
0.41911
2.4
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
100
13.00
0.00302
331. 3
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1600
208.00
0.44376
2.3
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
120
15.60
0.00419
238. 6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1650
214.50
0.46903
2.1
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
330
Staal
DIAMETER ext. (mm)
52.5
DIAMETER DN
60.3
Staal
DN 50 (2")
86
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
221.00
0.49492
2.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
400
52.00
0.01367
73.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1750
227.50
0.52143
1.9
DN 80 (3")
88.9
82.5
450
58.50
0.01690
59.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1800
234.00
0.54855
1.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
500
65.00
0.02043
48.9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1850
240.50
0.57628
1.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
550
71.50
0.02425
41.2
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1900
247.00
0.60462
1.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
600
78.00
0.02837
35.3
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
1950
253.50
0.63356
1.6
DN 80 (3")
88.9
82.5
650
84.50
0.03276
30.5
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2000
260.00
0.66310
1.5
DN 80 (3")
88.9
82.5
700
91.00
0.03744
26.7
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2050
266.50
0.69324
1.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
750
97.50
0.04239
23.6
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2100
273.00
0.72397
1.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
800
104.00
0.04761
21.0
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2150
279.50
0.75530
1.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
850
110.50
0.05310
18.8
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2200
286.00
0.78721
1.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
900
117.00
0.05885
17.0
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2250
292.50
0.81970
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
950
123.50
0.06487
15.4
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2300
299.00
0.85278
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
1000
130.00
0.07114
14.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2350
305.50
0.88644
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
1050
136.50
0.07767
12.9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2400
312.00
0.92068
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
1100
143.00
0.08446
11.8
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2450
318.50
0.95549
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1150
149.50
0.09149
10.9
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2500
325.00
0.99088
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1200
156.00
0.09878
10.1
DN 65 (2" 1/2)
73.03
67.2
2550
331.50
1.02683
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1250
162.50
0.10631
9.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
100
13.00
0.00113
886. 9
DN 80 (3")
88.9
82.5
1300
169.00
0.11408
8.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
120
15.60
0.00157
638. 8
DN 80 (3")
88.9
82.5
1350
175.50
0.12210
8.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
140
18.20
0.00207
484. 0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1400
182.00
0.13036
7.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
160
20.80
0.00263
380. 6
DN 80 (3")
88.9
82.5
1450
188.50
0.13886
7.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
180
23.40
0.00325
307. 9
DN 80 (3")
88.9
82.5
1500
195.00
0.14760
6.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
200
26.00
0.00393
254. 7
DN 80 (3")
88.9
82.5
1550
201.50
0.15657
6.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
220
28.60
0.00466
214. 5
DN 80 (3")
88.9
82.5
1600
208.00
0.16578
6.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
240
31.20
0.00545
183. 4
DN 80 (3")
88.9
82.5
1650
214.50
0.17522
5.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
260
33.80
0.00630
158. 8
DN 80 (3")
88.9
82.5
1700
221.00
0.18490
5.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
280
36.40
0.00719
139. 0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1750
227.50
0.19480
5.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
300
39.00
0.00815
122. 8
DN 80 (3")
88.9
82.5
1800
234.00
0.20493
4.9
DN 80 (3")
88.9
82.5
320
41.60
0.00915
109. 3
DN 80 (3")
88.9
82.5
1850
240.50
0.21529
4.6
DN 80 (3")
88.9
82.5
340
44.20
0.01020
98.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
1900
247.00
0.22588
4.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
360
46.80
0.01131
88.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
1950
253.50
0.23669
4.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
380
49.40
0.01247
80.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
2000
260.00
0.24773
4.0
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW ) 1700
Staal
DIAMETER int. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
67.2
DIAMETER DN
73.03
Staal
DN 65 (2" 1/2)
87
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm)
3.9
DN 80 (3")
88.9
82.5
3700
481.00
0.74969
1.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
2100
273.00
0.27047
3.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
3750
487.50
0.76803
1.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
2150
279.50
0.28217
3.5
DN 80 (3")
88.9
82.5
3800
494.00
0.78656
1.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
2200
286.00
0.29409
3.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
3850
500.50
0.80529
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
2250
292.50
0.30623
3.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
3900
507.00
0.82421
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
2300
299.00
0.31859
3.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
3950
513.50
0.84333
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
2350
305.50
0.33116
3.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
4000
520.00
0.86264
1.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
2400
312.00
0.34395
2.9
DN 80 (3")
88.9
82.5
4050
526.50
0.88215
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
2450
318.50
0.35696
2.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
4100
533.00
0.90185
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
2500
325.00
0.37018
2.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
4150
539.50
0.92174
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
2550
331.50
0.38361
2.6
DN 80 (3")
88.9
82.5
4200
546.00
0.94182
1.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
2600
338.00
0.39726
2.5
DN 80 (3")
88.9
82.5
4250
552.50
0.96210
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
2650
344.50
0.41112
2.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
4300
559.00
0.98257
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
2700
351.00
0.42518
2.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
4350
565.50
1.00323
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
2750
357.50
0.43946
2.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
4400
572.00
1.02408
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
2800
364.00
0.45395
2.2
DN 80 (3")
88.9
82.5
4450
578.50
1.04513
1.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
2850
370.50
0.46864
2.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
200
26.00
0.00112
891.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
2900
377.00
0.48355
2.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
220
28.60
0.00133
750.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
2950
383.50
0.49866
2.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
240
31.20
0.00156
642.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
3000
390.00
0.51397
1.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
260
33.80
0.00180
555.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
3050
396.50
0.52949
1.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
280
36.40
0.00206
486.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
3100
403.00
0.54522
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
300
39.00
0.00233
429.6
DN 80 (3")
88.9
82.5
3150
409.50
0.56115
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
320
41.60
0.00261
382.5
DN 80 (3")
88.9
82.5
3200
416.00
0.57729
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
340
44.20
0.00292
342.9
DN 80 (3")
88.9
82.5
3250
422.50
0.59362
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
360
46.80
0.00323
309.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
3300
429.00
0.61016
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
380
49.40
0.00356
280.7
DN 80 (3")
88.9
82.5
3350
435.50
0.62690
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
400
52.00
0.00391
256.0
DN 80 (3")
88.9
82.5
3400
442.00
0.64385
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
450
58.50
0.00483
207.1
DN 80 (3")
88.9
82.5
3450
448.50
0.66099
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
500
65.00
0.00584
171.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
3500
455.00
0.67833
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
550
71.50
0.00693
144.3
DN 80 (3")
88.9
82.5
3550
461.50
0.69588
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
600
78.00
0.00811
123.4
DN 80 (3")
88.9
82.5
3600
468.00
0.71362
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
650
84.50
0.00936
106.8
DN 80 (3")
88.9
82.5
3650
474.50
0.73156
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
700
91.00
0.01070
93.5
VERMOGEN ( kW )
DIAMETER ext. (mm)
0.25899
DIAMETER DN
DEBIET (m3/h) 266.50
Staal
VERMOGEN ( kW )
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm)
2050
mbar/m + 20 %
DIAMETER ext. (mm)
82.5
DIAMETER DN
88.9
Staal
DN 80 (3")
88
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
97.50
0.01211
82.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
2400
312.00
0.09829
10.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
800
104.00
0.01360
73.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
2450
318.50
0.10200
9.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
850
110.50
0.01517
65.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
2500
325.00
0.10578
9.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
900
117.00
0.01682
59.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
2550
331.50
0.10962
9.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
950
123.50
0.01854
53.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
2600
338.00
0.11352
8.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
1000
130.00
0.02033
49.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
2650
344.50
0.11748
8.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
1050
136.50
0.02219
45.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
2700
351.00
0.12150
8.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
1100
143.00
0.02413
41.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
2750
357.50
0.12558
8.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
1150
149.50
0.02614
38.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
2800
364.00
0.12972
7.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
1200
156.00
0.02823
35.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
2850
370.50
0.13392
7.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
1250
162.50
0.03038
32.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
2900
377.00
0.13817
7.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
1300
175.50
0.03489
28.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
2950
383.50
0.14249
7.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
1350
169.00
0.03260
30.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
3000
390.00
0.14687
6.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
1400
182.00
0.03725
26.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
3050
396.50
0.15130
6.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
1450
188.50
0.03968
25.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
3100
403.00
0.15580
6.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
1500
195.00
0.04218
23.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
3150
409.50
0.16035
6.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
1550
201.50
0.04474
22.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
3200
416.00
0.16496
6.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
1600
208.00
0.04737
21.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
3250
422.50
0.16963
5.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
1650
214.50
0.05007
20.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
3300
429.00
0.17436
5.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
1700
221.00
0.05283
18.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
3350
435.50
0.17914
5.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
1750
227.50
0.05566
18.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
3400
442.00
0.18398
5.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
1800
234.00
0.05856
17.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
3450
448.50
0.18888
5.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
1850
240.50
0.06152
16.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
3500
455.00
0.19384
5.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
1900
247.00
0.06455
15.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
3550
461.50
0.19885
5.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
1950
253.50
0.06764
14.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
3600
468.00
0.20392
4.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
2000
260.00
0.07079
14.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
3650
474.50
0.20904
4.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
2050
266.50
0.07401
13.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
3700
481.00
0.21423
4.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
2100
273.00
0.07729
12.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
3750
487.50
0.21947
4.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
2150
279.50
0.08063
12.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
3800
494.00
0.22476
4.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
2200
286.00
0.08404
11.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
3850
500.50
0.23011
4.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
2250
292.50
0.08751
11.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
3900
507.00
0.23552
4.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
2300
299.00
0.09104
11.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
3950
513.50
0.24098
4.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
2350
305.50
0.09463
10.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
4000
520.00
0.24650
4.1
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
750
Staal
DIAMETER ext. (mm)
107.1
DIAMETER DN
114.3
Staal
DN 100 (4")
89
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
VERMOGEN ( kW )
526.50
0.25207
4.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
5700
741.00
0.46632
2.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
4100
533.00
0.25770
3.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
5750
747.50
0.47371
2.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
4150
539.50
0.26339
3.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
5800
754.00
0.48115
2.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
4200
546.00
0.26913
3.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
5850
760.50
0.48864
2.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
4250
552.50
0.27492
3.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5900
767.00
0.49619
2.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
4300
559.00
0.28077
3.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5950
773.50
0.50378
2.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
4350
565.50
0.28668
3.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
6000
780.00
0.51143
2.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
4400
572.00
0.29263
3.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
6050
786.50
0.51912
1.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
4450
578.50
0.29865
3.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
6100
793.00
0.52687
1.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
4500
585.00
0.30471
3.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
6150
799.50
0.53467
1.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
4550
591.50
0.31084
3.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
6200
806.00
0.54252
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
4600
598.00
0.31701
3.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
6250
812.50
0.55042
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
4650
604.50
0.32324
3.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
6300
819.00
0.55837
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
4700
611.00
0.32952
3.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
6350
825.50
0.56637
1.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
4750
617.50
0.33586
3.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
6400
832.00
0.57443
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
4800
624.00
0.34225
2.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
6450
838.50
0.58253
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
4850
630.50
0.34869
2.9
DN 100 (4")
114.3
107.1
6500
845.00
0.59068
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
4900
637.00
0.35519
2.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
6550
851.50
0.59889
1.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
4950
643.50
0.36174
2.8
DN 100 (4")
114.3
107.1
6600
858.00
0.60714
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5000
650.00
0.36835
2.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
6650
864.50
0.61545
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5050
656.50
0.37500
2.7
DN 100 (4")
114.3
107.1
6700
871.00
0.62380
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5100
663.00
0.38171
2.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
6750
877.50
0.63220
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5150
669.50
0.38848
2.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
6800
884.00
0.64066
1.6
DN 100 (4")
114.3
107.1
5200
676.00
0.39529
2.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
6850
890.50
0.64916
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
5250
682.50
0.40216
2.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
6900
897.00
0.65772
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
5300
689.00
0.40908
2.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
6950
903.50
0.66632
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
5350
695.50
0.41605
2.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
7000
910.00
0.67497
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
5400
702.00
0.42308
2.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
7050
916.50
0.68368
1.5
DN 100 (4")
114.3
107.1
5450
708.50
0.43015
2.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7100
923.00
0.69243
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
5500
715.00
0.43728
2.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7150
929.50
0.70123
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
5550
721.50
0.44447
2.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7200
936.00
0.71008
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
5600
728.00
0.45170
2.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7250
942.50
0.71898
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
5650
734.50
0.45898
2.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7300
949.00
0.72793
1.4
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
4050
Staal
DIAMETER ext. (mm)
107.1
DIAMETER DN
114.3
Staal
DN 100 (4")
90
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
107.1
7350
955.50
0.73693
1.4
DN 100 (4")
114.3
107.1
7400
962.00
0.74598
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7450
968.50
0.75508
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7500
975.00
0.76422
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7550
981.50
0.77342
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7600
988.00
0.78266
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7650
994.50
0.79196
1.3
DN 100 (4")
114.3
107.1
7700
1001.00
0.80130
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7750
1007.50
0.81069
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7800
1014.00
0.82013
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7850
1020.50
0.82961
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7900
1027.00
0.83915
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
7950
1033.50
0.84873
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
8000
1040.00
0.85837
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
8050
1046.50
0.86805
1.2
DN 100 (4")
114.3
107.1
8100
1053.00
0.87778
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8150
1059.50
0.88755
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8200
1066.00
0.89738
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8250
1072.50
0.90725
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8300
1079.00
0.91717
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8350
1085.50
0.92714
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8400
1092.00
0.93716
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8450
1098.50
0.94722
1.1
DN 100 (4")
114.3
107.1
8500
1105.00
0.95734
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8550
1111.50
0.96750
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8600
1118.00
0.97770
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8650
1124.50
0.98796
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8700
1131.00
0.99826
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8750
1137.50
1.00861
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8800
1144.00
1.01901
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8850
1150.50
1.02946
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8900
1157.00
1.03995
1.0
DN 100 (4")
114.3
107.1
8950
1163.50
1.05049
1.0
DIAMETE R DN
114.3
Staal
DN 100 (4")
91
d .L.Q1,8 D 4 ,8
Fictieve lengte = reële lengte x 1,2 (Gas L)
Nominaal debietsvolume = 0,13 m3/h
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
10
1
0.13
0.00710
140.9
15
13
1
0.13
0.00201
496.4
12
10
1.5
0.20
0.01473
67.9
15
13
1.5
0.20
0.00418
239.3
12
10
2
0.26
0.02471
40.5
15
13
2
0.26
0.00701
142.6
12
10
2.5
0.33
0.03693
27.1
15
13
2.5
0.33
0.01048
95.4
12
10
3
0.39
0.05128
19.5
15
13
3
0.39
0.01455
68.7
12
10
3.5
0.46
0.06767
14.8
15
13
3.5
0.46
0.01921
52.1
12
10
4
0.52
0.08606
11.6
15
13
4
0.52
0.02443
40.9
12
10
4.5
0.59
0.10639
9.4
15
13
4.5
0.59
0.03020
33.1
12
10
5
0.65
0.12860
7.8
15
13
5
0.65
0.03650
27.4
12
10
5.5
0.72
0.15267
6.6
15
13
5.5
0.72
0.04333
23.1
12
10
6
0.78
0.17856
5.6
15
13
6
0.78
0.05068
19.7
12
10
6.5
0.85
0.20623
4.8
15
13
6.5
0.85
0.05854
17.1
12
10
7
0.91
0.23565
4.2
15
13
7
0.91
0.06689
15.0
12
10
7.5
0.98
0.26682
3.7
15
13
7.5
0.98
0.07573
13.2
12
10
8
1.04
0.29968
3.3
15
13
8
1.04
0.08506
11.8
12
10
8.5
1.11
0.33424
3.0
15
13
8.5
1.11
0.09487
10.5
12
10
9
1.17
0.37046
2.7
15
13
9
1.17
0.10515
9.5
12
10
9.5
1.24
0.40832
2.4
15
13
9.5
1.24
0.11590
8.6
12
10
10
1.30
0.44782
2.2
15
13
10
1.30
0.12711
7.9
12
10
10.5
1.37
0.48892
2.0
15
13
10.5
1.37
0.13878
7.2
12
10
11
1.43
0.53163
1.9
15
13
11
1.43
0.15090
6.6
12
10
11.5
1.50
0.57591
1.7
15
13
11.5
1.50
0.16347
6.1
12
10
12
1.56
0.62176
1.6
15
13
12
1.56
0.17648
5.7
12
10
12.5
1.63
0.66917
1.5
15
13
12.5
1.63
0.18994
5.3
12
10
13
1.69
0.71812
1.4
15
13
13
1.69
0.20383
4.9
12
10
13.5
1.76
0.76860
1.3
15
13
13.5
1.76
0.21816
4.6
12
10
14
1.82
0.82060
1.2
15
13
14
1.82
0.23292
4.3
12
10
14.5
1.89
0.87410
1.1
15
13
14.5
1.89
0.24810
4.0
12
10
15
1.95
0.92910
1.1
15
13
15
1.95
0.26372
3.8
12
10
15.5
2.02
0.98559
1.0
15
13
15.5
2.02
0.27975
3.6
Koper DIAMETER ext.(mm)
VERMOGEN ( kW )
12
Koper DIAMETER ext.(mm)
DIAMETER int. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
p 2,28.10 4.
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
KOPEREN LEIDING – MAXIMALE LENGTE
92
mbar/m + 20 %
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DEBIET (m3/h)
16
2.08
0.29620
3.4
18
16
2
0.26
0.00259
386.2
15
13
16.5
2.15
0.31307
3.2
18
16
3
0.39
0.00537
186.1
15
13
17
2.21
0.33035
3.0
18
16
4
0.52
0.00902
110.9
15
13
17.5
2.28
0.34805
2.9
18
16
5
0.65
0.01347
74.2
15
13
18
2.34
0.36615
2.7
18
16
6
0.78
0.01871
53.5
15
13
18.5
2.41
0.38466
2.6
18
16
7
0.91
0.02469
40.5
15
13
19
2.47
0.40358
2.5
18
16
8
1.04
0.03140
31.9
15
13
19.5
2.54
0.42290
2.4
18
16
9
1.17
0.03881
25.8
15
13
20
2.60
0.44261
2.3
18
16
10
1.30
0.04692
21.3
15
13
20.5
2.67
0.46273
2.2
18
16
11
1.43
0.05570
18.0
15
13
21
2.73
0.48324
2.1
18
16
12
1.56
0.06514
15.4
15
13
21.5
2.80
0.50415
2.0
18
16
13
1.69
0.07524
13.3
15
13
22
2.86
0.52545
1.9
18
16
14
1.82
0.08597
11.6
15
13
22.5
2.93
0.54714
1.8
18
16
15
1.95
0.09734
10.3
15
13
23
2.99
0.56922
1.8
18
16
16
2.08
0.10933
9.1
15
13
23.5
3.06
0.59169
1.7
18
16
17
2.21
0.12194
8.2
15
13
24
3.12
0.61454
1.6
18
16
18
2.34
0.13515
7.4
15
13
24.5
3.19
0.63778
1.6
18
16
19
2.47
0.14896
6.7
15
13
25
3.25
0.66140
1.5
18
16
20
2.60
0.16337
6.1
15
13
25.5
3.32
0.68540
1.5
18
16
21
2.73
0.17837
5.6
15
13
26
3.38
0.70978
1.4
18
16
22
2.86
0.19395
5.2
15
13
26.5
3.45
0.73454
1.4
18
16
23
2.99
0.21010
4.8
15
13
27
3.51
0.75967
1.3
18
16
24
3.12
0.22683
4.4
15
13
27.5
3.58
0.78518
1.3
18
16
25
3.25
0.24413
4.1
15
13
28
3.64
0.81107
1.2
18
16
26
3.38
0.26198
3.8
15
13
28.5
3.71
0.83732
1.2
18
16
27
3.51
0.28040
3.6
15
13
29
3.77
0.86395
1.2
18
16
28
3.64
0.29937
3.3
15
13
29.5
3.84
0.89095
1.1
18
16
29
3.77
0.31889
3.1
15
13
30
3.90
0.91831
1.1
18
16
30
3.90
0.33896
3.0
15
13
30.5
3.97
0.94604
1.1
18
16
31
4.03
0.35956
2.8
15
13
31
4.03
0.97414
1.0
18
16
32
4.16
0.38071
2.6
15
13
31.5
4.10
1.00261
1.0
18
16
33
4.29
0.40239
2.5
18
16
1
0.13
0.00074
1344.9
18
16
34
4.42
0.42461
2.4
Koper DIAMETER ext. (mm)
VERMOGEN ( kW )
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm) 13
Koper DIAMETER ext. (mm) 15
93
mbar/m + 20 %
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DEBIET (m3/h)
35
4.55
0.44735
2.2
22
20
25
3.25
0.08365
12.0
18
16
36
4.68
0.47062
2.1
22
20
27
3.51
0.09608
10.4
18
16
37
4.81
0.49441
2.0
22
20
29
3.77
0.10926
9.2
18
16
38
4.94
0.51872
1.9
22
20
31
4.03
0.12320
8.1
18
16
39
5.07
0.54355
1.8
22
20
33
4.29
0.13787
7.3
18
16
40
5.20
0.56889
1.8
22
20
35
4.55
0.15328
6.5
18
16
41
5.33
0.59475
1.7
22
20
37
4.81
0.16940
5.9
18
16
42
5.46
0.62112
1.6
22
20
39
5.07
0.18624
5.4
18
16
43
5.59
0.64799
1.5
22
20
41
5.33
0.20378
4.9
18
16
44
5.72
0.67537
1.5
22
20
43
5.59
0.22202
4.5
18
16
45
5.85
0.70324
1.4
22
20
45
5.85
0.24096
4.2
18
16
46
5.98
0.73162
1.4
22
20
47
6.11
0.26057
3.8
18
16
47
6.11
0.76050
1.3
22
20
49
6.37
0.28087
3.6
18
16
48
6.24
0.78987
1.3
22
20
51
6.63
0.30184
3.3
18
16
49
6.37
0.81974
1.2
22
20
53
6.89
0.32348
3.1
18
16
50
6.50
0.85010
1.2
22
20
55
7.15
0.34579
2.9
18
16
51
6.63
0.88095
1.1
22
20
57
7.41
0.36875
2.7
18
16
52
6.76
0.91228
1.1
22
20
59
7.67
0.39236
2.5
18
16
53
6.89
0.94411
1.1
22
20
61
7.93
0.41663
2.4
18
16
54
7.02
0.97641
1.0
22
20
63
8.19
0.44154
2.3
18
16
55
7.15
1.00920
1.0
22
20
65
8.45
0.46709
2.1
22
20
1
0.13
0.00025
3925.0
22
20
67
8.71
0.49328
2.0
22
20
3
0.39
0.00184
543.3
22
20
69
8.97
0.52010
1.9
22
20
5
0.65
0.00462
216.6
22
20
71
9.23
0.54755
1.8
22
20
7
0.91
0.00846
118.2
22
20
73
9.49
0.57562
1.7
22
20
9
1.17
0.01330
75.2
22
20
75
9.75
0.60432
1.7
22
20
11
1.43
0.01908
52.4
22
20
77
10.01
0.63364
1.6
22
20
13
1.69
0.02578
38.8
22
20
79
10.27
0.66357
1.5
22
20
15
1.95
0.03335
30.0
22
20
81
10.53
0.69411
1.4
22
20
17
2.21
0.04178
23.9
22
20
83
10.79
0.72526
1.4
22
20
19
2.47
0.05104
19.6
22
20
85
11.05
0.75702
1.3
22
20
21
2.73
0.06112
16.4
22
20
87
11.31
0.78939
1.3
22
20
23
2.99
0.07199
13.9
22
20
89
11.57
0.82235
1.2
Koper DIAMETER ext. (mm)
VERMOGEN ( kW )
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm) 16
Koper DIAMETER ext. (mm) 18
94
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Koper DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
11.83
0.85591
1.2
28
25
140
18.20
0.63682
1.6
22
20
93
12.09
0.89007
1.1
28
25
145
18.85
0.67834
1.5
22
20
95
12.35
0.92482
1.1
28
25
150
19.50
0.72103
1.4
22
20
97
12.61
0.96016
1.0
28
25
155
20.15
0.76487
1.3
22
20
99
12.87
0.99609
1.0
28
25
160
20.80
0.80985
1.2
28
25
1
0.13
0.00009
11455.4
28
25
165
21.45
0.85597
1.2
28
25
5
0.65
0.00158
632.2
28
25
170
22.10
0.90323
1.1
28
25
10
1.30
0.00551
181.6
28
25
175
22.75
0.95160
1.1
28
25
15
1.95
0.01143
87.5
28
25
180
23.40
1.00110
1.0
28
25
20
2.60
0.01918
52.1
28
25
185
24.05
1.05171
1.0
28
25
25
3.25
0.02866
34.9
35
32
1
0.13
0.00003
37464.5
28
25
30
3.90
0.03979
25.1
35
32
5
0.65
0.00048
2067.6
28
25
35
4.55
0.05252
19.0
35
32
10
1.30
0.00168
593.8
28
25
40
5.20
0.06679
15.0
35
32
15
1.95
0.00349
286.2
28
25
45
5.85
0.08256
12.1
35
32
20
2.60
0.00586
170.5
28
25
50
6.50
0.09980
10.0
35
32
25
3.25
0.00876
114.1
28
25
55
7.15
0.11848
8.4
35
32
30
3.90
0.01217
82.2
28
25
60
7.80
0.13857
7.2
35
32
35
4.55
0.01606
62.3
28
25
65
8.45
0.16004
6.2
35
32
40
5.20
0.02042
49.0
28
25
70
9.10
0.18288
5.5
35
32
45
5.85
0.02524
39.6
28
25
75
9.75
0.20706
4.8
35
32
50
6.50
0.03052
32.8
28
25
80
10.40
0.23257
4.3
35
32
55
7.15
0.03623
27.6
28
25
85
11.05
0.25938
3.9
35
32
60
7.80
0.04237
23.6
28
25
90
11.70
0.28749
3.5
35
32
65
8.45
0.04894
20.4
28
25
95
12.35
0.31688
3.2
35
32
70
9.10
0.05592
17.9
28
25
100
13.00
0.34753
2.9
35
32
75
9.75
0.06331
15.8
28
25
105
13.65
0.37943
2.6
35
32
80
10.40
0.07111
14.1
28
25
110
14.30
0.41257
2.4
35
32
85
11.05
0.07931
12.6
28
25
115
14.95
0.44693
2.2
35
32
90
11.70
0.08791
11.4
28
25
120
15.60
0.48252
2.1
35
32
95
12.35
0.09689
10.3
28
25
125
16.25
0.51931
1.9
35
32
100
13.00
0.10626
9.4
28
25
130
16.90
0.55730
1.8
35
32
110
14.30
0.12615
7.9
28
25
135
17.55
0.59647
1.7
35
32
120
15.60
0.14754
6.8
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
VERMOGEN ( kW ) 91
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm) 20
Koper DIAMETER ext. (mm) 22
95
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Koper DIAMETER ext.(mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
Koper DIAMETER ext. (mm) 35
32
130
16.90
0.17040
5.9
42
39
55
7.15
0.01402
71.3
35
32
140
18.20
0.19472
5.1
42
39
60
7.80
0.01639
61.0
35
32
150
19.50
0.22047
4.5
42
39
65
8.45
0.01893
52.8
35
32
160
20.80
0.24763
4.0
42
39
70
9.10
0.02164
46.2
35
32
170
22.10
0.27618
3.6
42
39
75
9.75
0.02450
40.8
35
32
180
23.40
0.30611
3.3
42
39
80
10.40
0.02751
36.3
35
32
190
24.70
0.33739
3.0
42
39
85
11.05
0.03069
32.6
35
32
200
26.00
0.37003
2.7
42
39
90
11.70
0.03401
29.4
35
32
210
27.30
0.40399
2.5
42
39
95
12.35
0.03749
26.7
35
32
220
28.60
0.43928
2.3
42
39
100
13.00
0.04111
24.3
35
32
230
29.90
0.47587
2.1
42
39
110
14.30
0.04881
20.5
35
32
240
31.20
0.51376
1.9
42
39
120
15.60
0.05708
17.5
35
32
250
32.50
0.55293
1.8
42
39
130
16.90
0.06593
15.2
35
32
260
33.80
0.59338
1.7
42
39
140
18.20
0.07534
13.3
35
32
270
35.10
0.63509
1.6
42
39
150
19.50
0.08530
11.7
35
32
280
36.40
0.67805
1.5
42
39
160
20.80
0.09581
10.4
35
32
290
37.70
0.72226
1.4
42
39
170
22.10
0.10686
9.4
35
32
300
39.00
0.76771
1.3
42
39
180
23.40
0.11844
8.4
35
32
310
40.30
0.81439
1.2
42
39
190
24.70
0.13054
7.7
35
32
320
41.60
0.86228
1.2
42
39
200
26.00
0.14317
7.0
35
32
330
42.90
0.91139
1.1
42
39
210
27.30
0.15631
6.4
35
32
340
44.20
0.96171
1.0
42
39
220
28.60
0.16996
5.9
42
39
1
0.13
0.00001
96830.0
42
39
230
29.90
0.18412
5.4
42
39
5
0.65
0.00019
5344.0
42
39
240
31.20
0.19878
5.0
42
39
10
1.30
0.00065
1534.7
42
39
250
32.50
0.21394
4.7
42
39
15
1.95
0.00135
739.7
42
39
260
33.80
0.22958
4.4
42
39
20
2.60
0.00227
440.7
42
39
270
35.10
0.24572
4.1
42
39
25
3.25
0.00339
294.9
42
39
280
36.40
0.26235
3.8
42
39
30
3.90
0.00471
212.4
42
39
290
37.70
0.27945
3.6
42
39
35
4.55
0.00621
160.9
42
39
300
39.00
0.29704
3.4
42
39
40
5.20
0.00790
126.6
42
39
310
40.30
0.31509
3.2
42
39
45
5.85
0.00977
102.4
42
39
320
41.60
0.33363
3.0
42
39
50
6.50
0.01181
84.7
42
39
330
42.90
0.35263
2.8
96
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Koper DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
Koper DIAMETER ext. (mm) 42
39
340
44.20
0.37209
2.7
54
51
30
3.90
0.00130
769.9
42
39
350
45.50
0.39202
2.6
54
51
35
4.55
0.00171
583.3
42
39
360
46.80
0.41241
2.4
54
51
40
5.20
0.00218
458.7
42
39
370
48.10
0.43326
2.3
54
51
45
5.85
0.00269
371.1
42
39
380
49.40
0.45457
2.2
54
51
50
6.50
0.00326
307.0
42
39
390
50.70
0.47633
2.1
54
51
55
7.15
0.00387
258.6
42
39
400
52.00
0.49854
2.0
54
51
60
7.80
0.00452
221.1
42
39
410
53.30
0.52120
1.9
54
51
65
8.45
0.00522
191.4
42
39
420
54.60
0.54430
1.8
54
51
70
9.10
0.00597
167.5
42
39
430
55.90
0.56785
1.8
54
51
75
9.75
0.00676
148.0
42
39
440
57.20
0.59184
1.7
54
51
80
10.40
0.00759
131.7
42
39
450
58.50
0.61627
1.6
54
51
85
11.05
0.00847
118.1
42
39
460
59.80
0.64114
1.6
54
51
90
11.70
0.00938
106.6
42
39
470
61.10
0.66645
1.5
54
51
95
12.35
0.01034
96.7
42
39
480
62.40
0.69219
1.4
54
51
100
13.00
0.01134
88.2
42
39
490
63.70
0.71836
1.4
54
51
110
14.30
0.01347
74.3
42
39
500
65.00
0.74497
1.3
54
51
120
15.60
0.01575
63.5
42
39
510
66.30
0.77200
1.3
54
51
130
16.90
0.01819
55.0
42
39
520
67.60
0.79946
1.3
54
51
140
18.20
0.02079
48.1
42
39
530
68.90
0.82734
1.2
54
51
150
19.50
0.02354
42.5
42
39
540
70.20
0.85565
1.2
54
51
160
20.80
0.02643
37.8
42
39
550
71.50
0.88439
1.1
54
51
170
22.10
0.02948
33.9
42
39
560
72.80
0.91354
1.1
54
51
180
23.40
0.03268
30.6
42
39
570
74.10
0.94311
1.1
54
51
190
24.70
0.03602
27.8
42
39
580
75.40
0.97311
1.0
54
51
200
26.00
0.03950
25.3
42
39
590
76.70
1.00351
1.0
54
51
210
27.30
0.04313
23.2
42
39
600
78.00
1.03434
1.0
54
51
220
28.60
0.04689
21.3
54
51
1
0.13
0.00000
350943.2
54
51
230
29.90
0.05080
19.7
54
51
5
0.65
0.00005
19368.3
54
51
240
31.20
0.05485
18.2
54
51
10
1.30
0.00018
5562.1
54
51
250
32.50
0.05903
16.9
54
51
15
1.95
0.00037
2680.9
54
51
260
33.80
0.06335
15.8
54
51
20
2.60
0.00063
1597.3
54
51
270
35.10
0.06780
14.7
54
51
25
3.25
0.00094
1068.9
54
51
280
36.40
0.07238
13.8
97
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Koper DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
290
37.70
0.07710
13.0
54
51
740
96.20
0.41627
2.4
54
51
300
39.00
0.08196
12.2
54
51
760
98.80
0.43674
2.3
54
51
310
40.30
0.08694
11.5
54
51
780
101.40
0.45765
2.2
54
51
320
41.60
0.09205
10.9
54
51
800
104.00
0.47899
2.1
54
51
330
42.90
0.09729
10.3
54
51
820
106.60
0.50076
2.0
54
51
340
44.20
0.10267
9.7
54
51
840
109.20
0.52296
1.9
54
51
350
45.50
0.10816
9.2
54
51
860
111.80
0.54558
1.8
54
51
360
46.80
0.11379
8.8
54
51
880
114.40
0.56863
1.8
54
51
370
48.10
0.11954
8.4
54
51
900
117.00
0.59211
1.7
54
51
380
49.40
0.12542
8.0
54
51
920
119.60
0.61600
1.6
54
51
390
50.70
0.13143
7.6
54
51
940
122.20
0.64031
1.6
54
51
400
52.00
0.13755
7.3
54
51
960
124.80
0.66505
1.5
54
51
410
53.30
0.14381
7.0
54
51
980
127.40
0.69019
1.4
54
51
420
54.60
0.15018
6.7
54
51
1000
130.00
0.71575
1.4
54
51
430
55.90
0.15668
6.4
54
51
1020
132.60
0.74173
1.3
54
51
440
57.20
0.16330
6.1
54
51
1040
135.20
0.76811
1.3
54
51
450
58.50
0.17004
5.9
54
51
1060
137.80
0.79490
1.3
54
51
460
59.80
0.17690
5.7
54
51
1080
140.40
0.82210
1.2
54
51
470
61.10
0.18388
5.4
54
51
1100
143.00
0.84971
1.2
54
51
480
62.40
0.19098
5.2
54
51
1120
145.60
0.87772
1.1
54
51
490
63.70
0.19821
5.0
54
51
1140
148.20
0.90613
1.1
54
51
500
65.00
0.20555
4.9
54
51
1160
150.80
0.93495
1.1
54
51
520
67.60
0.22058
4.5
54
51
1180
153.40
0.96416
1.0
54
51
540
70.20
0.23609
4.2
54
51
1200
156.00
0.99378
1.0
54
51
560
72.80
0.25206
4.0
54
51
1220
158.60
1.02379
1.0
54
51
580
75.40
0.26849
3.7
54
51
600
78.00
0.28539
3.5
54
51
620
80.60
0.30274
3.3
54
51
640
83.20
0.32054
3.1
54
51
660
85.80
0.33880
3.0
54
51
680
88.40
0.35750
2.8
54
51
700
91.00
0.37665
2.7
54
51
720
93.60
0.39624
2.5
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm) 51
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
Koper DIAMETER ext. (mm) 54
98
POLYETHYLEEN LEIDING – MAXIMALE LENGTE
p 2,28.10 4.
d .L.Q1,8 D 4 ,8
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
Nominaal debietsvolume = 0,13
PE DIAMETER DN
Fictieve lengte = reële lengte x 1,2 m3/h (Gas L)
DN 25
25
19.0
1
0.13
0.00033
3068.4
DN 25
25
19.0
31
4.03
0.15759
6.3
DN 25
25
19.0
2
0.26
0.00113
881.2
DN 25
25
19.0
32
4.16
0.16686
6.0
DN 25
25
19.0
3
0.39
0.00235
424.7
DN 25
25
19.0
33
4.29
0.17636
5.7
DN 25
25
19.0
4
0.52
0.00395
253.1
DN 25
25
19.0
34
4.42
0.18610
5.4
DN 25
25
19.0
5
0.65
0.00591
169.3
DN 25
25
19.0
35
4.55
0.19607
5.1
DN 25
25
19.0
6
0.78
0.00820
122.0
DN 25
25
19.0
40
5.20
0.24934
4.0
DN 25
25
19.0
7
0.91
0.01082
92.4
DN 25
25
19.0
45
5.85
0.30822
3.2
DN 25
25
19.0
8
1.04
0.01376
72.7
DN 25
25
19.0
50
6.50
0.37259
2.7
DN 25
25
19.0
9
1.17
0.01701
58.8
DN 25
25
19.0
55
7.15
0.44232
2.3
DN 25
25
19.0
10
1.30
0.02056
48.6
DN 25
25
19.0
60
7.80
0.51731
1.9
DN 25
25
19.0
11
1.43
0.02441
41.0
DN 25
25
19.0
65
8.45
0.59748
1.7
DN 25
25
19.0
12
1.56
0.02855
35.0
DN 25
25
19.0
70
9.10
0.68275
1.5
DN 25
25
19.0
13
1.69
0.03297
30.3
DN 25
25
19.0
75
9.75
0.77302
1.3
DN 25
25
19.0
14
1.82
0.03768
26.5
DN 25
25
19.0
80
10.40
0.86825
1.2
DN 25
25
19.0
15
1.95
0.04266
23.4
DN 25
25
19.0
85
11.05
0.96836
1.0
DN 25
25
19.0
16
2.08
0.04792
20.9
DN 32
32
26.0
1
0.13
0.00007
13828.4
DN 25
25
19.0
17
2.21
0.05344
18.7
DN 32
32
26.0
2
0.26
0.00025
3971.2
DN 25
25
19.0
18
2.34
0.05923
16.9
DN 32
32
26.0
3
0.39
0.00052
1914.1
DN 25
25
19.0
19
2.47
0.06529
15.3
DN 32
32
26.0
4
0.52
0.00088
1140.4
DN 25
25
19.0
20
2.60
0.07160
14.0
DN 32
32
26.0
5
0.65
0.00131
763.2
DN 25
25
19.0
21
2.73
0.07818
12.8
DN 32
32
26.0
6
0.78
0.00182
549.7
DN 25
25
19.0
22
2.86
0.08500
11.8
DN 32
32
26.0
7
0.91
0.00240
416.5
DN 25
25
19.0
23
2.99
0.09209
10.9
DN 32
32
26.0
8
1.04
0.00305
327.5
DN 25
25
19.0
24
3.12
0.09942
10.1
DN 32
32
26.0
9
1.17
0.00377
264.9
DN 25
25
19.0
25
3.25
0.10700
9.3
DN 32
32
26.0
10
1.30
0.00456
219.2
DN 25
25
19.0
26
3.38
0.11482
8.7
DN 32
32
26.0
11
1.43
0.00542
184.6
DN 25
25
19.0
27
3.51
0.12290
8.1
DN 32
32
26.0
12
1.56
0.00634
157.9
DN 25
25
19.0
28
3.64
0.13121
7.6
DN 32
32
26.0
13
1.69
0.00732
136.7
DN 25
25
19.0
29
3.77
0.13977
7.2
DN 32
32
26.0
14
1.82
0.00836
119.6
DN 25
25
19.0
30
3.90
0.14856
6.7
DN 32
32
26.0
15
1.95
0.00947
105.6
99
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
32
26.0
16
2.08
0.01063
94.0
DN 32
32
26.0
85
11.05
0.21487
4.7
DN 32
32
26.0
17
2.21
0.01186
84.3
DN 32
32
26.0
90
11.70
0.23816
4.2
DN 32
32
26.0
18
2.34
0.01314
76.1
DN 32
32
26.0
95
12.35
0.26250
3.8
DN 32
32
26.0
19
2.47
0.01449
69.0
DN 32
32
26.0
100
13.00
0.28789
3.5
DN 32
32
26.0
20
2.60
0.01589
62.9
DN 32
32
26.0
105
13.65
0.31432
3.2
DN 32
32
26.0
21
2.73
0.01735
57.6
DN 32
32
26.0
110
14.30
0.34177
2.9
DN 32
32
26.0
22
2.86
0.01886
53.0
DN 32
32
26.0
115
14.95
0.37024
2.7
DN 32
32
26.0
23
2.99
0.02043
48.9
DN 32
32
26.0
120
15.60
0.39972
2.5
DN 32
32
26.0
24
3.12
0.02206
45.3
DN 32
32
26.0
130
16.90
0.46166
2.2
DN 32
32
26.0
25
3.25
0.02374
42.1
DN 32
32
26.0
150
19.50
0.59730
1.7
DN 32
32
26.0
26
3.38
0.02548
39.2
DN 32
32
26.0
170
22.10
0.74823
1.3
DN 32
32
26.0
27
3.51
0.02727
36.7
DN 32
32
26.0
200
26.00
1.00249
1.0
DN 32
32
26.0
28
3.64
0.02911
34.3
DN 40
40
32.6
1
0.13
0.00002
40958.5
DN 32
32
26.0
29
3.77
0.03101
32.2
DN 40
40
32.6
2
0.26
0.00009
11762.3
DN 32
32
26.0
30
3.90
0.03296
30.3
DN 40
40
32.6
3
0.39
0.00018
5669.3
DN 32
32
26.0
31
4.03
0.03497
28.6
DN 40
40
32.6
4
0.52
0.00030
3377.8
DN 32
32
26.0
32
4.16
0.03703
27.0
DN 40
40
32.6
5
0.65
0.00044
2260.5
DN 32
32
26.0
33
4.29
0.03913
25.6
DN 40
40
32.6
6
0.78
0.00061
1628.1
DN 32
32
26.0
34
4.42
0.04129
24.2
DN 40
40
32.6
7
0.91
0.00081
1233.6
DN 32
32
26.0
35
4.55
0.04351
23.0
DN 40
40
32.6
8
1.04
0.00103
970.0
DN 32
32
26.0
36
4.68
0.04577
21.8
DN 40
40
32.6
9
1.17
0.00127
784.7
DN 32
32
26.0
37
4.81
0.04808
20.8
DN 40
40
32.6
10
1.30
0.00154
649.1
DN 32
32
26.0
38
4.94
0.05045
19.8
DN 40
40
32.6
11
1.43
0.00183
546.8
DN 32
32
26.0
39
5.07
0.05286
18.9
DN 40
40
32.6
12
1.56
0.00214
467.5
DN 32
32
26.0
40
5.20
0.05533
18.1
DN 40
40
32.6
13
1.69
0.00247
404.8
DN 32
32
26.0
45
5.85
0.06839
14.6
DN 40
40
32.6
14
1.82
0.00282
354.3
DN 32
32
26.0
50
6.50
0.08267
12.1
DN 40
40
32.6
15
1.95
0.00320
312.9
DN 32
32
26.0
55
7.15
0.09815
10.2
DN 40
40
32.6
16
2.08
0.00359
278.6
DN 32
32
26.0
60
7.80
0.11479
8.7
DN 40
40
32.6
17
2.21
0.00400
249.8
DN 32
32
26.0
65
8.45
0.13258
7.5
DN 40
40
32.6
18
2.34
0.00444
225.3
DN 32
32
26.0
70
9.10
0.15150
6.6
DN 40
40
32.6
19
2.47
0.00489
204.5
DN 32
32
26.0
75
9.75
0.17153
5.8
DN 40
40
32.6
20
2.60
0.00536
186.4
DN 32
32
26.0
80
10.40
0.19266
5.2
DN 40
40
32.6
21
2.73
0.00586
170.7
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN DN 32
100
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
PE DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
32.6
22
2.86
0.00637
157.0
DN 40
40
32.6
80
10.40
0.06505
15.4
DN 40
40
32.6
23
2.99
0.00690
145.0
DN 40
40
32.6
90
11.70
0.08041
12.4
DN 40
40
32.6
24
3.12
0.00745
134.3
DN 40
40
32.6
100
13.00
0.09720
10.3
DN 40
40
32.6
25
3.25
0.00802
124.8
DN 40
40
32.6
110
14.30
0.11539
8.7
DN 40
40
32.6
26
3.38
0.00860
116.2
DN 40
40
32.6
120
15.60
0.13495
7.4
DN 40
40
32.6
27
3.51
0.00921
108.6
DN 40
40
32.6
130
16.90
0.15587
6.4
DN 40
40
32.6
28
3.64
0.00983
101.7
DN 40
40
32.6
140
18.20
0.17811
5.6
DN 40
40
32.6
29
3.77
0.01047
95.5
DN 40
40
32.6
150
19.50
0.20166
5.0
DN 40
40
32.6
30
3.90
0.01113
89.9
DN 40
40
32.6
160
20.80
0.22650
4.4
DN 40
40
32.6
31
4.03
0.01181
84.7
DN 40
40
32.6
170
22.10
0.25262
4.0
DN 40
40
32.6
32
4.16
0.01250
80.0
DN 40
40
32.6
180
23.40
0.27999
3.6
DN 40
40
32.6
33
4.29
0.01321
75.7
DN 40
40
32.6
190
24.70
0.30861
3.2
DN 40
40
32.6
34
4.42
0.01394
71.7
DN 40
40
32.6
200
26.00
0.33846
3.0
DN 40
40
32.6
35
4.55
0.01469
68.1
DN 40
40
32.6
220
28.60
0.40181
2.5
DN 40
40
32.6
36
4.68
0.01545
64.7
DN 40
40
32.6
240
31.20
0.46993
2.1
DN 40
40
32.6
37
4.81
0.01623
61.6
DN 40
40
32.6
260
33.80
0.54276
1.8
DN 40
40
32.6
38
4.94
0.01703
58.7
DN 40
40
32.6
280
36.40
0.62021
1.6
DN 40
40
32.6
39
5.07
0.01785
56.0
DN 40
40
32.6
300
39.00
0.70222
1.4
DN 40
40
32.6
40
5.20
0.01868
53.5
DN 40
40
32.6
320
41.60
0.78872
1.3
DN 40
40
32.6
41
5.33
0.01953
51.2
DN 40
40
32.6
340
44.20
0.87967
1.1
DN 40
40
32.6
42
5.46
0.02039
49.0
DN 40
40
32.6
360
46.80
0.97499
1.0
DN 40
40
32.6
43
5.59
0.02128
47.0
DN 50
50
40.8
1
0.13
0.00001
120245.5
DN 40
40
32.6
44
5.72
0.02218
45.1
DN 50
50
40.8
2
0.26
0.00003
34531.4
DN 40
40
32.6
45
5.85
0.02309
43.3
DN 50
50
40.8
3
0.39
0.00006
16643.7
DN 40
40
32.6
46
5.98
0.02402
41.6
DN 50
50
40.8
4
0.52
0.00010
9916.6
DN 40
40
32.6
47
6.11
0.02497
40.0
DN 50
50
40.8
5
0.65
0.00015
6636.3
DN 40
40
32.6
48
6.24
0.02594
38.6
DN 50
50
40.8
6
0.78
0.00021
4779.7
DN 40
40
32.6
49
6.37
0.02692
37.2
DN 50
50
40.8
7
0.91
0.00028
3621.5
DN 40
40
32.6
50
6.50
0.02791
35.8
DN 50
50
40.8
8
1.04
0.00035
2847.8
DN 40
40
32.6
55
7.15
0.03314
30.2
DN 50
50
40.8
9
1.17
0.00043
2303.7
DN 40
40
32.6
60
7.80
0.03876
25.8
DN 50
50
40.8
10
1.30
0.00052
1905.8
DN 40
40
32.6
65
8.45
0.04476
22.3
DN 50
50
40.8
11
1.43
0.00062
1605.3
DN 40
40
32.6
70
9.10
0.05115
19.6
DN 50
50
40.8
12
1.56
0.00073
1372.6
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm) 40
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN DN 40
101
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER int. (mm)
50
40.8
13
1.69
0.00084
1188.4
DN 50
50
40.8
46
5.98
0.00818
122.2
DN 50
50
40.8
14
1.82
0.00096
1040.0
DN 50
50
40.8
47
6.11
0.00851
117.6
DN 50
50
40.8
15
1.95
0.00109
918.6
DN 50
50
40.8
48
6.24
0.00883
113.2
DN 50
50
40.8
16
2.08
0.00122
817.8
DN 50
50
40.8
49
6.37
0.00917
109.1
DN 50
50
40.8
17
2.21
0.00136
733.3
DN 50
50
40.8
50
6.50
0.00951
105.2
DN 50
50
40.8
18
2.34
0.00151
661.6
DN 50
50
40.8
51
6.63
0.00985
101.5
DN 50
50
40.8
19
2.47
0.00167
600.2
DN 50
50
40.8
52
6.76
0.01020
98.0
DN 50
50
40.8
20
2.60
0.00183
547.3
DN 50
50
40.8
53
6.89
0.01056
94.7
DN 50
50
40.8
21
2.73
0.00199
501.3
DN 50
50
40.8
54
7.02
0.01092
91.6
DN 50
50
40.8
22
2.86
0.00217
461.0
DN 50
50
40.8
55
7.15
0.01129
88.6
DN 50
50
40.8
23
2.99
0.00235
425.6
DN 50
50
40.8
56
7.28
0.01166
85.8
DN 50
50
40.8
24
3.12
0.00254
394.2
DN 50
50
40.8
57
7.41
0.01204
83.1
DN 50
50
40.8
25
3.25
0.00273
366.2
DN 50
50
40.8
58
7.54
0.01242
80.5
DN 50
50
40.8
26
3.38
0.00293
341.3
DN 50
50
40.8
59
7.67
0.01281
78.1
DN 50
50
40.8
27
3.51
0.00314
318.9
DN 50
50
40.8
60
7.80
0.01320
75.8
DN 50
50
40.8
28
3.64
0.00335
298.7
DN 50
50
40.8
65
8.45
0.01525
65.6
DN 50
50
40.8
29
3.77
0.00357
280.4
DN 50
50
40.8
70
9.10
0.01742
57.4
DN 50
50
40.8
30
3.90
0.00379
263.8
DN 50
50
40.8
75
9.75
0.01973
50.7
DN 50
50
40.8
31
4.03
0.00402
248.7
DN 50
50
40.8
80
10.40
0.02216
45.1
DN 50
50
40.8
32
4.16
0.00426
234.9
DN 50
50
40.8
85
11.05
0.02471
40.5
DN 50
50
40.8
33
4.29
0.00450
222.2
DN 50
50
40.8
90
11.70
0.02739
36.5
DN 50
50
40.8
34
4.42
0.00475
210.6
DN 50
50
40.8
95
12.35
0.03019
33.1
DN 50
50
40.8
35
4.55
0.00500
199.9
DN 50
50
40.8
100
13.00
0.03311
30.2
DN 50
50
40.8
36
4.68
0.00526
190.0
DN 50
50
40.8
105
13.65
0.03615
27.7
DN 50
50
40.8
37
4.81
0.00553
180.8
DN 50
50
40.8
110
14.30
0.03930
25.4
DN 50
50
40.8
38
4.94
0.00580
172.4
DN 50
50
40.8
115
14.95
0.04258
23.5
DN 50
50
40.8
39
5.07
0.00608
164.5
DN 50
50
40.8
120
15.60
0.04597
21.8
DN 50
50
40.8
40
5.20
0.00636
157.2
DN 50
50
40.8
125
16.25
0.04947
20.2
DN 50
50
40.8
41
5.33
0.00665
150.3
DN 50
50
40.8
130
16.90
0.05309
18.8
DN 50
50
40.8
42
5.46
0.00695
144.0
DN 50
50
40.8
135
17.55
0.05682
17.6
DN 50
50
40.8
43
5.59
0.00725
138.0
DN 50
50
40.8
140
18.20
0.06067
16.5
DN 50
50
40.8
44
5.72
0.00755
132.4
DN 50
50
40.8
145
18.85
0.06462
15.5
DN 50
50
40.8
45
5.85
0.00787
127.1
DN 50
50
40.8
150
19.50
0.06869
14.6
PE DIAMETER DN DIAMETER ext. (mm) DN 50
102
DIAMETER ext. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN
0.07287
13.7
DN 50
50
40.8
390
50.70
0.38357
2.6
DN 50
50
40.8
160
20.80
0.07715
13.0
DN 50
50
40.8
400
52.00
0.40146
2.5
DN 50
50
40.8
165
21.45
0.08155
12.3
DN 50
50
40.8
420
54.60
0.43831
2.3
DN 50
50
40.8
170
22.10
0.08605
11.6
DN 50
50
40.8
440
57.20
0.47659
2.1
DN 50
50
40.8
175
22.75
0.09066
11.0
DN 50
50
40.8
460
59.80
0.51629
1.9
DN 50
50
40.8
180
23.40
0.09537
10.5
DN 50
50
40.8
480
62.40
0.55740
1.8
DN 50
50
40.8
185
24.05
0.10019
10.0
DN 50
50
40.8
500
65.00
0.59990
1.7
DN 50
50
40.8
190
24.70
0.10512
9.5
DN 50
50
40.8
520
67.60
0.64378
1.6
DN 50
50
40.8
195
25.35
0.11015
9.1
DN 50
50
40.8
540
70.20
0.68903
1.5
DN 50
50
40.8
200
26.00
0.11529
8.7
DN 50
50
40.8
560
72.80
0.73565
1.4
DN 50
50
40.8
205
26.65
0.12053
8.3
DN 50
50
40.8
580
75.40
0.78361
1.3
DN 50
50
40.8
210
27.30
0.12587
7.9
DN 50
50
40.8
600
78.00
0.83292
1.2
DN 50
50
40.8
215
27.95
0.13132
7.6
DN 50
50
40.8
650
84.50
0.96200
1.0
DN 50
50
40.8
220
28.60
0.13686
7.3
DN 63
63
51.5
10
1.30
0.00017
5850.5
DN 50
50
40.8
225
29.25
0.14251
7.0
DN 63
63
51.5
15
1.95
0.00035
2819.9
DN 50
50
40.8
230
29.90
0.14827
6.7
DN 63
63
51.5
20
2.60
0.00060
1680.1
DN 50
50
40.8
235
30.55
0.15412
6.5
DN 63
63
51.5
25
3.25
0.00089
1124.3
DN 50
50
40.8
240
31.20
0.16007
6.2
DN 63
63
51.5
30
3.90
0.00123
809.8
DN 50
50
40.8
245
31.85
0.16612
6.0
DN 63
63
51.5
35
4.55
0.00163
613.6
DN 50
50
40.8
250
32.50
0.17228
5.8
DN 63
63
51.5
40
5.20
0.00207
482.5
DN 50
50
40.8
260
33.80
0.18488
5.4
DN 63
63
51.5
45
5.85
0.00256
390.3
DN 50
50
40.8
270
35.10
0.19787
5.1
DN 63
63
51.5
50
6.50
0.00310
322.9
DN 50
50
40.8
280
36.40
0.21126
4.7
DN 63
63
51.5
55
7.15
0.00368
272.0
DN 50
50
40.8
290
37.70
0.22503
4.4
DN 63
63
51.5
60
7.80
0.00430
232.6
DN 50
50
40.8
300
39.00
0.23919
4.2
DN 63
63
51.5
65
8.45
0.00497
201.3
DN 50
50
40.8
310
40.30
0.25374
3.9
DN 63
63
51.5
70
9.10
0.00568
176.2
DN 50
50
40.8
320
41.60
0.26866
3.7
DN 63
63
51.5
75
9.75
0.00643
155.6
DN 50
50
40.8
330
42.90
0.28396
3.5
DN 63
63
51.5
80
10.40
0.00722
138.6
DN 50
50
40.8
340
44.20
0.29964
3.3
DN 63
63
51.5
85
11.05
0.00805
124.2
DN 50
50
40.8
350
45.50
0.31568
3.2
DN 63
63
51.5
90
11.70
0.00892
112.1
DN 50
50
40.8
360
46.80
0.33211
3.0
DN 63
63
51.5
95
12.35
0.00983
101.7
DN 50
50
40.8
370
48.10
0.34889
2.9
DN 63
63
51.5
100
13.00
0.01078
92.7
DN 50
50
40.8
380
49.40
0.36605
2.7
DN 63
63
51.5
105
13.65
0.01177
84.9
mbar/m + 20 %
mbar/m + 20 %
20.15
DEBIET (m3/h)
DEBIET (m3/h)
155
VERMOGEN ( kW )
VERMOGEN ( kW )
40.8
DIAMETER int. (mm)
DIAMETER int. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm) 50
PE DIAMETER DN DN 50
103
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
PE DIAMETER DN
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN DN 63
63
51.5
110
14.30
0.01280
78.1
DN 63
63
51.5
300
39.00
0.07792
12.8
DN 63
63
51.5
115
14.95
0.01387
72.1
DN 63
63
51.5
310
40.30
0.08265
12.1
DN 63
63
51.5
120
15.60
0.01497
66.8
DN 63
63
51.5
320
41.60
0.08751
11.4
DN 63
63
51.5
125
16.25
0.01612
62.1
DN 63
63
51.5
330
42.90
0.09250
10.8
DN 63
63
51.5
130
16.90
0.01729
57.8
DN 63
63
51.5
340
44.20
0.09760
10.2
DN 63
63
51.5
135
17.55
0.01851
54.0
DN 63
63
51.5
350
45.50
0.10283
9.7
DN 63
63
51.5
140
18.20
0.01976
50.6
DN 63
63
51.5
360
46.80
0.10818
9.2
DN 63
63
51.5
145
18.85
0.02105
47.5
DN 63
63
51.5
370
48.10
0.11365
8.8
DN 63
63
51.5
150
19.50
0.02238
44.7
DN 63
63
51.5
380
49.40
0.11924
8.4
DN 63
63
51.5
155
20.15
0.02374
42.1
DN 63
63
51.5
390
50.70
0.12495
8.0
DN 63
63
51.5
160
20.80
0.02513
39.8
DN 63
63
51.5
400
52.00
0.13077
7.6
DN 63
63
51.5
165
21.45
0.02656
37.6
DN 63
63
51.5
420
54.60
0.14278
7.0
DN 63
63
51.5
170
22.10
0.02803
35.7
DN 63
63
51.5
440
57.20
0.15525
6.4
DN 63
63
51.5
175
22.75
0.02953
33.9
DN 63
63
51.5
460
59.80
0.16818
5.9
DN 63
63
51.5
180
23.40
0.03107
32.2
DN 63
63
51.5
480
62.40
0.18157
5.5
DN 63
63
51.5
185
24.05
0.03264
30.6
DN 63
63
51.5
500
65.00
0.19541
5.1
DN 63
63
51.5
190
24.70
0.03424
29.2
DN 63
63
51.5
520
67.60
0.20971
4.8
DN 63
63
51.5
195
25.35
0.03588
27.9
DN 63
63
51.5
540
70.20
0.22445
4.5
DN 63
63
51.5
200
26.00
0.03755
26.6
DN 63
63
51.5
560
72.80
0.23963
4.2
DN 63
63
51.5
205
26.65
0.03926
25.5
DN 63
63
51.5
580
75.40
0.25526
3.9
DN 63
63
51.5
210
27.30
0.04100
24.4
DN 63
63
51.5
600
78.00
0.27132
3.7
DN 63
63
51.5
215
27.95
0.04278
23.4
DN 63
63
51.5
650
84.50
0.31337
3.2
DN 63
63
51.5
220
28.60
0.04458
22.4
DN 63
63
51.5
700
91.00
0.35808
2.8
DN 63
63
51.5
225
29.25
0.04642
21.5
DN 63
63
51.5
750
97.50
0.40543
2.5
DN 63
63
51.5
230
29.90
0.04830
20.7
DN 63
63
51.5
800
104.00
0.45537
2.2
DN 63
63
51.5
235
30.55
0.05020
19.9
DN 63
63
51.5
850
110.50
0.50788
2.0
DN 63
63
51.5
240
31.20
0.05214
19.2
DN 63
63
51.5
900
117.00
0.56292
1.8
DN 63
63
51.5
245
31.85
0.05411
18.5
DN 63
63
51.5
950
123.50
0.62045
1.6
DN 63
63
51.5
250
32.50
0.05612
17.8
DN 63
63
51.5
1000
130.00
0.68047
1.5
DN 63
63
51.5
260
33.80
0.06022
16.6
DN 63
63
51.5
1050
136.50
0.74293
1.3
DN 63
63
51.5
270
35.10
0.06446
15.5
DN 63
63
51.5
1100
143.00
0.80782
1.2
DN 63
63
51.5
280
36.40
0.06882
14.5
DN 63
63
51.5
1150
149.50
0.87511
1.1
DN 63
63
51.5
290
37.70
0.07330
13.6
DN 63
63
51.5
1250
162.50
1.01682
1.0
104
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
VERMOGEN ( kW )
6.50
0.00038
2627.7
DN 90
90
79.8
370
48.10
0.01396
71.6
DN 90
90
79.8
55
7.15
0.00045
2213.5
DN 90
90
79.8
380
49.40
0.01465
68.3
DN 90
90
79.8
60
7.80
0.00053
1892.6
DN 90
90
79.8
390
50.70
0.01535
65.1
DN 90
90
79.8
70
9.10
0.00070
1434.0
DN 90
90
79.8
400
52.00
0.01607
62.2
DN 90
90
79.8
80
10.40
0.00089
1127.6
DN 90
90
79.8
420
54.60
0.01754
57.0
DN 90
90
79.8
90
11.70
0.00110
912.2
DN 90
90
79.8
440
57.20
0.01908
52.4
DN 90
90
79.8
100
13.00
0.00133
754.6
DN 90
90
79.8
460
59.80
0.02066
48.4
DN 90
90
79.8
110
14.30
0.00157
635.7
DN 90
90
79.8
480
62.40
0.02231
44.8
DN 90
90
79.8
120
15.60
0.00184
543.5
DN 90
90
79.8
500
65.00
0.02401
41.6
DN 90
90
79.8
130
16.90
0.00213
470.6
DN 90
90
79.8
520
67.60
0.02577
38.8
DN 90
90
79.8
140
18.20
0.00243
411.8
DN 90
90
79.8
540
70.20
0.02758
36.3
DN 90
90
79.8
150
19.50
0.00275
363.7
DN 90
90
79.8
560
72.80
0.02944
34.0
DN 90
90
79.8
160
20.80
0.00309
323.8
DN 90
90
79.8
580
75.40
0.03136
31.9
DN 90
90
79.8
170
22.10
0.00344
290.4
DN 90
90
79.8
600
78.00
0.03334
30.0
DN 90
90
79.8
180
23.40
0.00382
262.0
DN 90
90
79.8
650
84.50
0.03850
26.0
DN 90
90
79.8
190
24.70
0.00421
237.7
DN 90
90
79.8
700
91.00
0.04400
22.7
DN 90
90
79.8
200
26.00
0.00461
216.7
DN 90
90
79.8
750
97.50
0.04982
20.1
DN 90
90
79.8
210
27.30
0.00504
198.5
DN 90
90
79.8
800
104.00
0.05595
17.9
DN 90
90
79.8
220
28.60
0.00548
182.5
DN 90
90
79.8
850
110.50
0.06241
16.0
DN 90
90
79.8
230
29.90
0.00593
168.5
DN 90
90
79.8
900
117.00
0.06917
14.5
DN 90
90
79.8
240
31.20
0.00641
156.1
DN 90
90
79.8
950
123.50
0.07624
13.1
DN 90
90
79.8
250
32.50
0.00690
145.0
DN 90
90
79.8
1000
130.00
0.08361
12.0
DN 90
90
79.8
260
33.80
0.00740
135.1
DN 90
90
79.8
1050
136.50
0.09129
11.0
DN 90
90
79.8
270
35.10
0.00792
126.3
DN 90
90
79.8
1100
143.00
0.09926
10.1
DN 90
90
79.8
280
36.40
0.00846
118.3
DN 90
90
79.8
1150
149.50
0.10753
9.3
DN 90
90
79.8
290
37.70
0.00901
111.0
DN 90
90
79.8
1200
156.00
0.11609
8.6
DN 90
90
79.8
300
39.00
0.00957
104.5
DN 90
90
79.8
1250
162.50
0.12494
8.0
DN 90
90
79.8
310
40.30
0.01016
98.5
DN 90
90
79.8
1300
169.00
0.13408
7.5
DN 90
90
79.8
320
41.60
0.01075
93.0
DN 90
90
79.8
1350
175.50
0.14351
7.0
DN 90
90
79.8
330
42.90
0.01137
88.0
DN 90
90
79.8
1400
182.00
0.15321
6.5
DN 90
90
79.8
340
44.20
0.01199
83.4
DN 90
90
79.8
1450
188.50
0.16320
6.1
DN 90
90
79.8
350
45.50
0.01264
79.1
DN 90
90
79.8
1500
195.00
0.17347
5.8
DN 90
90
79.8
360
46.80
0.01329
75.2
DN 90
90
79.8
1550
201.50
0.18402
5.4
DIAMETER DN
DIAMETER int. (mm)
50
PE
DIAMETER ext. (mm)
79.8
DIAMETER DN
90
PE
DN 90
105
mbar/m + 20 %
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
5.1
DN 90
90
79.8
3250
422.50
0.69769
1.4
DN 90
90
79.8
1650
214.50
0.20594
4.9
DN 90
90
79.8
3300
429.00
0.71713
1.4
DN 90
90
79.8
1700
221.00
0.21731
4.6
DN 90
90
79.8
3350
435.50
0.73680
1.4
DN 90
90
79.8
1750
227.50
0.22895
4.4
DN 90
90
79.8
3400
442.00
0.75671
1.3
DN 90
90
79.8
1800
234.00
0.24086
4.2
DN 90
90
79.8
3450
448.50
0.77686
1.3
DN 90
90
79.8
1850
240.50
0.25303
4.0
DN 90
90
79.8
3500
455.00
0.79725
1.3
DN 90
90
79.8
1900
247.00
0.26548
3.8
DN 90
90
79.8
3550
461.50
0.81786
1.2
DN 90
90
79.8
1950
253.50
0.27818
3.6
DN 90
90
79.8
3600
468.00
0.83872
1.2
DN 90
90
79.8
2000
260.00
0.29115
3.4
DN 90
90
79.8
3650
474.50
0.85980
1.2
DN 90
90
79.8
2050
266.50
0.30439
3.3
DN 90
90
79.8
3700
481.00
0.88112
1.1
DN 90
90
79.8
2100
273.00
0.31788
3.1
DN 90
90
79.8
3750
487.50
0.90266
1.1
DN 90
90
79.8
2150
279.50
0.33163
3.0
DN 90
90
79.8
3800
494.00
0.92444
1.1
DN 90
90
79.8
2200
286.00
0.34565
2.9
DN 90
90
79.8
3850
500.50
0.94645
1.1
DN 90
90
79.8
2250
292.50
0.35991
2.8
DN 90
90
79.8
3900
507.00
0.96869
1.0
DN 90
90
79.8
2300
299.00
0.37444
2.7
DN 90
90
79.8
3950
513.50
0.99116
1.0
DN 90
90
79.8
2350
305.50
0.38922
2.6
DN 90
90
79.8
4000
520.00
1.01386
1.0
DN 90
90
79.8
2400
312.00
0.40425
2.5
DN 90
90
79.8
4050
526.50
1.03679
1.0
DN 90
90
79.8
2450
318.50
0.41954
2.4
DN 110
110
97.5
100
13.00
0.00051
1977.5
DN 90
90
79.8
2500
325.00
0.43507
2.3
DN 110
110
97.5
110
14.30
0.00060
1665.8
DN 90
90
79.8
2550
331.50
0.45086
2.2
DN 110
110
97.5
120
15.60
0.00070
1424.3
DN 90
90
79.8
2600
338.00
0.46690
2.1
DN 110
110
97.5
130
16.90
0.00081
1233.2
DN 90
90
79.8
2650
344.50
0.48318
2.1
DN 110
110
97.5
140
18.20
0.00093
1079.2
DN 90
90
79.8
2700
351.00
0.49972
2.0
DN 110
110
97.5
150
19.50
0.00105
953.1
DN 90
90
79.8
2750
357.50
0.51650
1.9
DN 110
110
97.5
160
20.80
0.00118
848.6
DN 90
90
79.8
2800
364.00
0.53352
1.9
DN 110
110
97.5
170
22.10
0.00131
760.9
DN 90
90
79.8
2850
370.50
0.55080
1.8
DN 110
110
97.5
180
23.40
0.00146
686.5
DN 90
90
79.8
2900
377.00
0.56831
1.8
DN 110
110
97.5
190
24.70
0.00161
622.8
DN 90
90
79.8
2950
383.50
0.58607
1.7
DN 110
110
97.5
200
26.00
0.00176
567.9
DN 90
90
79.8
3000
390.00
0.60407
1.7
DN 110
110
97.5
210
27.30
0.00192
520.1
DN 90
90
79.8
3050
396.50
0.62231
1.6
DN 110
110
97.5
220
28.60
0.00209
478.4
DN 90
90
79.8
3100
403.00
0.64080
1.6
DN 110
110
97.5
230
29.90
0.00226
441.6
DN 90
90
79.8
3150
409.50
0.65952
1.5
DN 110
110
97.5
240
31.20
0.00244
409.0
DN 90
90
79.8
3200
416.00
0.67848
1.5
DN 110
110
97.5
250
32.50
0.00263
380.0
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DEBIET (m3/h)
0.19484
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW )
208.00
PE
DIAMETER int. (mm)
1600
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
79.8
DIAMETER DN
90
PE
DN 90
106
mbar/m + 20 %
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
354.1
DN 110
110
97.5
1050
136.50
0.03484
28.7
DN 110
110
97.5
270
35.10
0.00302
330.9
DN 110
110
97.5
1100
143.00
0.03788
26.4
DN 110
110
97.5
280
36.40
0.00323
309.9
DN 110
110
97.5
1150
149.50
0.04103
24.4
DN 110
110
97.5
290
37.70
0.00344
290.9
DN 110
110
97.5
1200
156.00
0.04430
22.6
DN 110
110
97.5
300
39.00
0.00365
273.7
DN 110
110
97.5
1250
162.50
0.04768
21.0
DN 110
110
97.5
310
40.30
0.00388
258.0
DN 110
110
97.5
1300
169.00
0.05117
19.5
DN 110
110
97.5
320
41.60
0.00410
243.7
DN 110
110
97.5
1350
175.50
0.05476
18.3
DN 110
110
97.5
330
42.90
0.00434
230.6
DN 110
110
97.5
1400
182.00
0.05847
17.1
DN 110
110
97.5
340
44.20
0.00458
218.5
DN 110
110
97.5
1450
188.50
0.06228
16.1
DN 110
110
97.5
350
45.50
0.00482
207.4
DN 110
110
97.5
1500
195.00
0.06620
15.1
DN 110
110
97.5
360
46.80
0.00507
197.1
DN 110
110
97.5
1550
201.50
0.07022
14.2
DN 110
110
97.5
370
48.10
0.00533
187.7
DN 110
110
97.5
1600
208.00
0.07435
13.4
DN 110
110
97.5
380
49.40
0.00559
178.9
DN 110
110
97.5
1650
214.50
0.07859
12.7
DN 110
110
97.5
390
50.70
0.00586
170.7
DN 110
110
97.5
1700
221.00
0.08293
12.1
DN 110
110
97.5
400
52.00
0.00613
163.1
DN 110
110
97.5
1750
227.50
0.08737
11.4
DN 110
110
97.5
420
54.60
0.00669
149.4
DN 110
110
97.5
1800
234.00
0.09191
10.9
DN 110
110
97.5
440
57.20
0.00728
137.4
DN 110
110
97.5
1850
240.50
0.09656
10.4
DN 110
110
97.5
460
59.80
0.00789
126.8
DN 110
110
97.5
1900
247.00
0.10131
9.9
DN 110
110
97.5
480
62.40
0.00851
117.5
DN 110
110
97.5
1950
253.50
0.10615
9.4
DN 110
110
97.5
500
65.00
0.00916
109.1
DN 110
110
97.5
2000
260.00
0.11110
9.0
DN 110
110
97.5
520
67.60
0.00983
101.7
DN 110
110
97.5
2050
266.50
0.11615
8.6
DN 110
110
97.5
540
70.20
0.01052
95.0
DN 110
110
97.5
2100
273.00
0.12130
8.2
DN 110
110
97.5
560
72.80
0.01124
89.0
DN 110
110
97.5
2150
279.50
0.12655
7.9
DN 110
110
97.5
580
75.40
0.01197
83.6
DN 110
110
97.5
2200
286.00
0.13190
7.6
DN 110
110
97.5
600
78.00
0.01272
78.6
DN 110
110
97.5
2250
292.50
0.13734
7.3
DN 110
110
97.5
650
84.50
0.01469
68.1
DN 110
110
97.5
2300
299.00
0.14289
7.0
DN 110
110
97.5
700
91.00
0.01679
59.6
DN 110
110
97.5
2350
305.50
0.14853
6.7
DN 110
110
97.5
750
97.50
0.01901
52.6
DN 110
110
97.5
2400
312.00
0.15426
6.5
DN 110
110
97.5
800
104.00
0.02135
46.8
DN 110
110
97.5
2450
318.50
0.16009
6.2
DN 110
110
97.5
850
110.50
0.02381
42.0
DN 110
110
97.5
2500
325.00
0.16602
6.0
DN 110
110
97.5
900
117.00
0.02639
37.9
DN 110
110
97.5
2550
331.50
0.17205
5.8
DN 110
110
97.5
950
123.50
0.02909
34.4
DN 110
110
97.5
2600
338.00
0.17817
5.6
DN 110
110
97.5
1000
130.00
0.03191
31.3
DN 110
110
97.5
2650
344.50
0.18438
5.4
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DEBIET (m3/h)
0.00282
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW )
33.80
PE
DIAMETER int. (mm)
260
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
97.5
DIAMETER DN
110
PE
DN 110
107
mbar/m + 20 %
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
5.2
DN 110
110
97.5
4350
565.50
0.44994
2.2
DN 110
110
97.5
2750
357.50
0.19710
5.1
DN 110
110
97.5
4400
572.00
0.45930
2.2
DN 110
110
97.5
2800
364.00
0.20359
4.9
DN 110
110
97.5
4450
578.50
0.46873
2.1
DN 110
110
97.5
2850
370.50
0.21018
4.8
DN 110
110
97.5
4500
585.00
0.47826
2.1
DN 110
110
97.5
2900
377.00
0.21687
4.6
DN 110
110
97.5
4550
591.50
0.48786
2.0
DN 110
110
97.5
2950
383.50
0.22364
4.5
DN 110
110
97.5
4600
598.00
0.49756
2.0
DN 110
110
97.5
3000
390.00
0.23051
4.3
DN 110
110
97.5
4650
604.50
0.50733
2.0
DN 110
110
97.5
3050
396.50
0.23747
4.2
DN 110
110
97.5
4700
611.00
0.51719
1.9
DN 110
110
97.5
3100
403.00
0.24453
4.1
DN 110
110
97.5
4750
617.50
0.52714
1.9
DN 110
110
97.5
3150
409.50
0.25167
4.0
DN 110
110
97.5
4800
624.00
0.53717
1.9
DN 110
110
97.5
3200
416.00
0.25891
3.9
DN 110
110
97.5
4850
630.50
0.54728
1.8
DN 110
110
97.5
3250
422.50
0.26624
3.8
DN 110
110
97.5
4900
637.00
0.55748
1.8
DN 110
110
97.5
3300
429.00
0.27365
3.7
DN 110
110
97.5
4950
643.50
0.56776
1.8
DN 110
110
97.5
3350
435.50
0.28116
3.6
DN 110
110
97.5
5000
650.00
0.57813
1.7
DN 110
110
97.5
3400
442.00
0.28876
3.5
DN 110
110
97.5
5050
656.50
0.58858
1.7
DN 110
110
97.5
3450
448.50
0.29645
3.4
DN 110
110
97.5
5100
663.00
0.59911
1.7
DN 110
110
97.5
3500
455.00
0.30423
3.3
DN 110
110
97.5
5150
669.50
0.60972
1.6
DN 110
110
97.5
3550
461.50
0.31210
3.2
DN 110
110
97.5
5200
676.00
0.62042
1.6
DN 110
110
97.5
3600
468.00
0.32005
3.1
DN 110
110
97.5
5250
682.50
0.63120
1.6
DN 110
110
97.5
3650
474.50
0.32810
3.0
DN 110
110
97.5
5300
689.00
0.64206
1.6
DN 110
110
97.5
3700
481.00
0.33623
3.0
DN 110
110
97.5
5350
695.50
0.65300
1.5
DN 110
110
97.5
3750
487.50
0.34446
2.9
DN 110
110
97.5
5400
702.00
0.66403
1.5
DN 110
110
97.5
3800
494.00
0.35277
2.8
DN 110
110
97.5
5450
708.50
0.67514
1.5
DN 110
110
97.5
3850
500.50
0.36117
2.8
DN 110
110
97.5
5500
715.00
0.68633
1.5
DN 110
110
97.5
3900
507.00
0.36965
2.7
DN 110
110
97.5
5550
721.50
0.69760
1.4
DN 110
110
97.5
3950
513.50
0.37823
2.6
DN 110
110
97.5
5600
728.00
0.70895
1.4
DN 110
110
97.5
4000
520.00
0.38689
2.6
DN 110
110
97.5
5650
734.50
0.72039
1.4
DN 110
110
97.5
4050
526.50
0.39564
2.5
DN 110
110
97.5
5700
741.00
0.73190
1.4
DN 110
110
97.5
4100
533.00
0.40447
2.5
DN 110
110
97.5
5750
747.50
0.74350
1.3
DN 110
110
97.5
4150
539.50
0.41339
2.4
DN 110
110
97.5
5800
754.00
0.75518
1.3
DN 110
110
97.5
4200
546.00
0.42240
2.4
DN 110
110
97.5
5850
760.50
0.76693
1.3
DN 110
110
97.5
4250
552.50
0.43150
2.3
DN 110
110
97.5
5900
767.00
0.77877
1.3
DN 110
110
97.5
4300
559.00
0.44068
2.3
DN 110
110
97.5
5950
773.50
0.79069
1.3
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DEBIET (m3/h)
0.19069
DIAMETER DN
VERMOGEN ( kW )
351.00
PE
DIAMETER int. (mm)
2700
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
DIAMETER ext. (mm)
97.5
DIAMETER DN
110
PE
DN 110
108
DIAMETER ext. (mm)
DIAMETER int. (mm)
VERMOGEN ( kW )
DEBIET (m3/h)
mbar/m + 20 %
Fictieve lengte (m) voor 1 mbar
PE DIAMETER DN DN 110
110
97.5
6000
780.00
0.80269
1.2
DN 110
110
97.5
6050
786.50
0.81477
1.2
DN 110
110
97.5
6100
793.00
0.82694
1.2
DN 110
110
97.5
6150
799.50
0.83918
1.2
DN 110
110
97.5
6200
806.00
0.85150
1.2
DN 110
110
97.5
6250
812.50
0.86390
1.2
DN 110
110
97.5
6300
819.00
0.87638
1.1
DN 110
110
97.5
6350
825.50
0.88894
1.1
DN 110
110
97.5
6400
832.00
0.90157
1.1
DN 110
110
97.5
6450
838.50
0.91429
1.1
DN 110
110
97.5
6500
845.00
0.92709
1.1
DN 110
110
97.5
6550
851.50
0.93997
1.1
DN 110
110
97.5
6600
858.00
0.95292
1.0
DN 110
110
97.5
6650
864.50
0.96595
1.0
DN 110
110
97.5
6700
871.00
0.97907
1.0
DN 110
110
97.5
6750
877.50
0.99226
1.0
DN 110
110
97.5
6800
884.00
1.00553
1.0
DN 110
110
97.5
6850
890.50
1.01887
1.0
DN 110
110
97.5
6900
897.00
1.03230
1.0
DN 110
110
97.5
6950
903.50
1.04580
1.0
109
5.
Bijkomende voorwaarden voor centrale verwarmingsketels, al dan niet met productie van sanitair warm water en met een vermogen < 70 kW en indien nieuw gebouw of vernieuwd gebouw met bouwaanvraag van na 19/05/2008 OPGELET: niet van toepassing bij plaatsing of vervanging van een centrale verwarmingsketel in een bestaand gebouw
5.1
OPSTELLINGSRUIMTEN VOOR CV KETELS
5.1.1
1)
Algemene eisen
▪
▪
Totaal geïnstalleerd nominaal vermogen CV ketels type B 30 kW : 2)
»
Plaatsing VERBODEN in slaapkamer, badkamer of stortbadruimte.
»
Plaatsing bij voorkeur in een ruimte die niet bediend wordt door het ventilatiesysteem van het gebouw.
Totaal geïnstalleerd nominaal vermogen > 30 kW maar < 70 kW :
»
Toestellen type B
o
2)
Eéngezinswoningen Plaatsing is niet toegelaten in een ruimte die een woonfunctie heeft (woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer, studeerkamer, speelkamer) of een toiletruimte / WC. Aanbevolen is een ruimte enkel voor opstelling van CV ketels. Opstelling mag wel in een garage, een berging of dergelijke.
o
Andere gebouwen In andere gebouwen (bv. appartementsgebouwen met zowel centrale stookplaats als met individuele centrale verwarmingsinstallaties, kantoorgebouwen en winkelruimten) moeten de centrale verwarmingsketels met open verbrandingskamer worden opgesteld in een technische ruimte. De bouwkundige voorschriften van de technische ruimte maken geen deel uit van deze publicatie.
5.1.2
Bescherming tegen vorst
De opstellingsruimte moet zo geconstrueerd en ingericht zijn dat er geen bevriezingsgevaar is voor de opgestelde centrale verwarmingsketel en toebehoren. 5.1.3
Afmetingen van de opstellingsruimte
Rond de ketels dient men de nodige vrije ruimte te voorzien voor het uit elkaar nemen en verwijderen van de onderdelen. De door de fabrikant voorziene tussenruimten moeten gerespecteerd worden.
1) 2)
CV ketels : Centrale verwarmingsketels. Type B : toestellen met open verbrandingskring.
110
5.2
VENTILATIE VAN OPSTELLINGSRUIMTEN VOOR CV KETELS
5.2.1
Algemene eisen
Opstellingsruimten voor CV ketels moeten geventileerd worden, om de warmte afgegeven door de ketels en de leidingen af te voeren. De omgevingstemperatuur moet beperkt blijven tot 40°C. Het ventilatiesysteem moet ervoor zorgen dat er een minimaal ventilatiedebiet gerealiseerd wordt (Ter info : 0,2 liter/s per kW nominaal vermogen, met een minimum van 7 liter/s (25,2 m³/h)). Indien de opstellingsruimte reeds geventileerd is (woonkamer, keuken) en indien deze ventilatie :
▪
mechanisch is : moeten er geen bijkomende specifieke ventilatievoorzieningen getroffen worden, voor zover aan de eisen in verband met het minimale ventilatiedebiet voldaan is ;
▪
natuurlijk is : moet de luchtafvoeropening voldoen aan de voorschriften van 5.2.2.
5.2.2
Natuurlijke ventilatie van de opstellingsruimte
▪
Toestellen Type C
*
nominaal vermogen van de toestellen (kW) inhoud opstellingsruimte (m³)
*
nominaal vermogen van de toestellen (kW) inhoud opstellingsruimte (m³)
35: geen ventilatieopeningen verplicht
> 35: ventilatieopeningen verplicht
»
de doorlaat moet 1 cm²/kW geïnstalleerd nominaal vermogen bedragen, zowel voor de toevoeropening (onderaan) als voor de afvoeropening (bovenaan), met een minimum van 50 cm² ( 80 mm);
»
deze permanente, niet afsluitbare openingen moeten uitmonden in een goed geventileerde ruimte of rechtstreeks in open lucht;
»
een spleet onder en boven een deur kan dienst doen als ventilatieopening.
111
▪
Toestellen Type B Een CV ketel zonder ventilator voor de afvoer van de verbrandingsproducten of verbrandingsluchttoevoer mag opgesteld worden in een opstellingsruimte die op natuurlijke wijze geventileerd wordt, voor zover er geen wisselwerking is tussen deze ruimte en het gedeelte van het gebouw dat wel mechanisch geventileerd wordt. Aan de eis in verband met de minimale ventilatiedebieten is voldaan indien volgende voorwaarden vervult zijn :
»
De doorlaat van het luchtafvoerkanaal of van de luchtafvoeropening bedraagt minimaal 1/3 van de doorlaat van de luchttoevoer met een minimum van 50 cm² ( 80 mm).
»
De afvoer van de verontreinigde lucht gebeurt :
a) Hetzij via een afvoeropening in het bovenste gedeelte van de ruimte rechtstreeks uitgevend in de open lucht. De toevoeropening voor verbrandingslucht en de uitmonding van het afvoerkanaal van de 1) verbrandingsproducten dienen zich te bevinden in aangrenzende dak- en gevelvlakken ;
1)
Aangrenzend dak- en gevelvlak : dakvlak dat grenst aan een gevelvlak met dezelfde oriëntatie – bv. beide naar het noorden gericht.
112
b) Hetzij via een kanaal voor bovenventilatie : ▪ beginnend hoger dan 1,80 m boven de vloer van de opstellingsruimte en uitmondend boven het dak buiten de statische overdrukzone. De uitmondingen boven het dak van het ventilatiekanaal en het kanaal voor afvoer van de verbrandingsproducten en de toevoeropening voor verbrandingslucht dienen zich te bevinden in aangrenzende dak- en 1) gevelvlakken ; ▪ dat uitmondt lager dan de uitmonding van het afvoerkanaal van de verbrandingsproducten; ▪ dat stijgend is over zijn gehele lengte en verticaal zonder omweg; ▪ niet dienend als verluchting van andere ruimten; ▪ opgebouwd uit materialen die weerstaan aan de thermische, mechanische en chemische inwerkingen.
c) Hetzij via het afvoerkanaal voor verbrandingsproducten op voorwaarde dat :
▪ er slechts één centrale gasverwarmingsketel op aangesloten is, voorzien van een trekonderbreker-valwindafleider;
▪ de instroomopening (onderste rand) van de trekonderbreker-valwindafleider ▪
zich op minstens 2/3 van de hoogte van de opstellingsruimte boven de vloer bevindt; de toevoeropening voor verbrandingslucht en de uitmonding van het afvoerkanaal van de verbrandingsproducten zich in aangrenzende dak- en 1) gevelvlakken bevinden .
113
5.2.3
Mechanische ventilatie van de opstellingsruimte
▪
Mechanische toevoer en natuurlijke afvoer Er mag enkel een CV ketel van het type B22 of B23 opgesteld worden.
▪
Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer of mechanische toe- en afvoer
1)
In deze ruimten mag men slechts een CV ketel opstellen indien aan één van de volgende voorwaarden voldaan is : a) Voor CV ketels van het type B22 of B23 moet : » de CV ketel aangesloten zijn op een individueel afvoerkanaal; » het aansluitkanaal, stroomafwaarts van de ventilator, van het luchtdichte type zijn. D.w.z. voldoen aan de drukklasse P1 (lekdebiet < 0,006 l/s.m²). b) Voor CV ketels van het type B11CS is de afvoer van de verbrandingsproducten gecombineerd met de luchtafvoer van de mechanische ventilatie. Deze combinatie is enkel toegelaten bij een gestuurde mechanische ventilatie (VMC). »
Het VMC-systeem moet opgevat zijn (doorsneden, debieten, drukken, toevoer van lucht) om ook de verbrandingsproducten af te voeren (VMC-gas). De aansluiting van de toestellen moet direct op het gemeenschappelijk afvoerkanaal gebeuren. Het maximaal aantal toestellen op hetzelfde afvoerkanaal is afhankelijk van de berekening;
»
Het VMC-gassysteem moet uitgerust zijn met een beveiligingsinrichting voor onderdruk die de toestellen buiten werking kan stellen d.m.v. een elektrisch contact;
»
Het materiaal van het afvoerkanaal van het VMC-gassysteem moet aan dezelfde eisen voldoen als voor de afvoer van verbrandingsproducten;
Indien in uitzonderlijke, plaatselijke omstandigheden, het niet mogelijk is de onderdruk in het afvoerkanaal te waarborgen, moet dit kanaal van het luchtdichte type zijn; Indien het gemeenschappelijk afvoerkanaal uitgerust is met een mechanisch afzuigsysteem buiten, mogen de verbruikstoestellen op dit afvoerkanaal worden aangesloten, op voorwaarde dat aan dezelfde eisen wordt voldaan als voor het VMC-gassysteem.
1)
Na installatie van het toestel en aansluiting van de brandstof moet de goede werking nagegaan worden terwijl het mechanisch ventilatiesysteem op maximaal vermogen werkt.
114
5.3.
AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN
5.3.1
Algemene eisen
▪
▪
Flexibele metalen buizen mogen enkel gebruikt worden : » als tubering voor een bestaand afvoerkanaal; » als aansluitkanaal. » Afvoerkanalen waarin condensaten kunnen ontstaan moeten op het laagste punt verbonden worden met de riool via een stankafsluiter. Materialen die in contact komen met condensaten zijn bestand tegen corrosie.
▪
De afvoerkanalen moeten onafhankelijk zijn van de structuur en de wanden van het gebouw.
▪
Afvoerkanaal geplaatst in een afgescheiden deel van een technische koker : »
Enkel indien alle zijden rond het afvoerkanaal worden afgeschermd door wanden met brandweerstand EI 1) 30 . 1 : technische koker met inspectieluik 2 : afvoerkanaal voor verbrandingsproducten 3 : luchtspouw tussen 2 en 4 4 : ommanteling (de 4 wanden) : EI30 5 : toestellen en leidingen – andere dan deze voor de afvoer van de verbrandingsproducten 6 : lucht
»
De technische koker moet verlucht worden zodat de temperatuur erin 40°C blijft. De verluchting gebeurt door niet afsluitbare openingen 50 cm².
»
Indien de technische koker een verticaal brandcompartiment vormt, dan worden de luchtspouw tussen het afvoerkanaal en de ommanteling (3) en de technische koker (6) elk afzonderlijk verlucht.
o De luchtspouw tussen het afvoerkanaal en de ommanteling (3), wordt verlucht door niet afsluitbare openingen, onderaan uitmondend binnen het gebouw en bovenaan uitmondend in de buitenlucht.
o De technische koker (6), wordt verlucht door niet afsluitbare openingen onder- en bovenaan. Deze verluchtingsopeningen komen uit hetzij binnen het gebouw in een verluchte ruimte, hetzij buiten het gebouw.
1)
EI : Europese aanduiding voor brandweerstand (voorheen Rf)
115
▪
Technische koker uitsluitend voor afvoerkanaal : » » »
de koker dient een brandweerstand van tenminste 60 minuten te hebben; er mogen zich geen andere leidingen of kanalen in deze koker bevinden; de koker dient verlucht te worden door een boven- en benedenverluchting, derwijze dat de temperatuur in de koker 40°C blijft.
Indien bij de concentrische kanalen voor C3* of C4*-ketels het buitenste kanaal uit metaal vervaardigd is, worden er geen bijzondere eisen gesteld voor wat betreft de verluchting van de ruimten waar deze kanalen 1) doorlopen .
▪
Afvoerkanaal in kunststof : »
Algemene eisen :
o de CV ketel is beveiligd zodat de verbrandingsproducten aan de uitgang max. 80°C zijn; o het afvoerkanaal behoort tot de temperatuurklasse T120 2) en draagt een CE-markering. »
Aansluit- en afvoerkanalen in kunststof dienen steeds tegen brand beschermd te zijn door een brandwerend omhulsel.
»
Een afvoerkanaal in kunststof mag in een koker worden geplaatst indien :
o dit kanaal zich over zijn volledige lengte in deze koker bevindt; o deze koker een brandweerstand EI 303) heeft; o zich in de koker geen andere kanalen of leidingen bevinden. Afwijking voor gasketels type C die als één geheel gekeurd zijn met hun afvoersysteem. Het afvoerkanaal in kunststof mag concentrisch worden aangebracht binnenin een metalen kanaal. Toevoer van de verbrandingslucht geschiedt langs de vrije ruimte tussen afvoerkanaal en metalen omhullende buis. »
Aanbrengen van een aansluitkanaal op een kunststof afvoerkanaal dat zich in een koker met brandweerstand bevindt mag als volgt :
o bij een metalen aansluitkanaal : de overgang metaal naar kunststof moet binnen de kokerruimte gebeuren;
o bij een kunststof aansluitkanaal : dit kanaal moet concentrisch omhuld worden door een metalen kanaal tot binnen in de koker.
1)
Noot : het K.B. van 12/1997 betreffende de brandveiligheid blijft van kracht, voor de compartimentering van een gebouw en de maatregelen bij de overgang tussen twee brandcompartimenten, zoals het plaatsen van brandmoffen.
2)
T120 : Temperatuur max. 120°C van verbrandingsproducten
3)
EI : Europese aanduiding voor brandweerstand (voorheen Rf)
116
5.3.2
Materiaaleisen voor aansluitkanalen en afvoerkanalen
Andere materialen kunnen eveneens in aanmerking komen indien zij beantwoorden aan een Europese productnorm voor schouwen (CE markering)
▪
Kanalen uit beton of gebakken aarde moeten als volgt gemarkeerd zijn: nummer van de betrokken norm temperatuurklasse drukklasse weerstandsklasse tegen condensaten weerstandsklasse tegen corrosie weerstandsklasse tegen schouwbrand gevolgd door de afstand waarop brandbare materialen moeten verwijderd blijven van het afvoerkanaal
EN13063-2
▪
–
T200
–
P1
–
W
–
1
-
Gxx
Metalen kanalen moeten als volgt gemarkeerd zijn: norm EN 1856-1 : “Schoorstenen – Eisen voor metalen schoorstenen – Deel 1 : producten voor systeemschoorstenen deze norm betreft starre metalen aansluit- en afvoerkanalen temperatuurklasse (T600 : geschikt voor alle gastoepassingen) drukklasse (N1 : voor afvoerkanalen in onderdruk) weerstandsklasse tegen condensaten (W : geschikt voor condensatietoepassingen) weerstandsklasse tegen corrosie (V2 : geschikt voor alle gastoepassingen) materiaalsoort van het binnenkanaal (50 : = inox 1.4571 = 316Ti) (a) wanddikte materiaal (050 : = 0,50 mm in dit geval) (b) weerstandsklasse tegen schouwbrand (G : weerstaat aan de proef voor weerstand tegen schouwbrand geschikt voor gastoepassingen) afstand waarop brandbare materialen moeten verwijderd blijven van het afvoerkanaal (50 : = 50 mm)
117
-
Tabel 1 - Welke materialen zijn toegelaten / verboden i.f.v. het type centrale verwarmingsketel?
Materiaalaanduiding METALEN KANALEN Materiaalsoort Aluminium Roestvrij staal conform EN nummer conform nummer Conform 1856-1 (7) EN 573-3 conform EN ANSI 10088-1 10 EN AW-4047A 11 EN AW-1200A 13 EN AW-6060 20 1.4301 304 30 1.4307 304L 40 1.4401 316 50 1.4404 316L 1.4571 316Ti 60 1.4432 316L* 70 1.4539 904L KANALEN UIT ANDERE MATERIALEN Beton (4) Gebakken aarde (5) Kunststof (3) (1) (2) (3) (4) (5)
Type centrale verwarmingsketel Gas Gas condensatie
toegelaten toegelaten toegelaten toegelaten toegelaten toegelaten
toegelaten toegelaten toegelaten verboden verboden toegelaten
toegelaten toegelaten toegelaten
toegelaten toegelaten toegelaten
toegelaten (2) toegelaten (2) verboden
verboden (1) verboden (1) toegelaten (3)
tenzij het systeem kan aantonen dat het ingedeeld werd bij de weerstandsklasse tegen condensaten W en de weerstandsklasse tegen corrosie 1; voor zover een berekening aan de hand van de norm NBN EN 13384-1 aantoont dat er geen condensatie kan optreden; afvoerkanalen in kunststof kunnen enkel toegelaten worden indien voldaan is aan de eisen van 5.3.1; afvoerkanalen uit beton dienen te voldoen aan de normen NBN EN 1857; NBN EN 1858; NBN EN 12446 en prEN 13359; afvoerkanalen uit gebakken aarde dienen te voldoen aan de normen NBN EN 1457; NBN EN 1806; prEN 13063-1/-2; prEN13069.
118
Tabel 2 – Classificatie van de aansluit –en afvoerkanalen i.f.v. het type verwarmingsketel Type centrale verwarmingsketel
Temperatuurklasse
Drukklasse (1) N
Gas open ketel T250 (atmosferisch) Gas open ketel met T200 – T300 N/P geblazen brander Gas gesloten ketel T200 P Gas condenserende ketel T80 – T160 N/P D Niet bestand tegen condensaten G Bestand tegen schouwbrand N Onderdruk (1) : (2) :
Weerstandsklasse tegen schouwbrand O
Weerstandsklasse tegen condensaten D
Weerstandsklasse tegen corrosie (2) V1 of 1
O
D
V1 of 1
O O W O P
D V1 of 1 W V1 of 1 Bestand tegen condensaten Niet bestand tegen schouwbrand Overdruk
de juiste drukklasse dient bepaald door de fabrikant van de centrale verwarmingsketel. V1 voor metalen aansluit- en afvoerkanalen; 1 voor kanalen in beton of gebakken aarde.
Wat is de minimum wanddikte van een metalen aansluit- of afvoerkanaal?
Condensatieklasse D Gas W D : geen condensatie ▪
Minimale wanddikte (mm) Roestvrij staal Aluminium 0,4 0,7 0,6 1,5 W : condensatie
De verschillende eigenschappen (parameters) die het aansluit- en afvoerkanaal moeten hebben worden bepaald door : » hetzij de fabrikant van de centrale verwarmingsketel : dan dient de markering op de gebruikte buis conform te zijn met de opgegeven parameters; » hetzij het gebruik van de tabellen 1 en 2 : dan dient de markering conform te zijn met de verschillende parameters van deze tabellen. Voorbeeld : een metalen afvoerkanaal voor een condenserende gasketel moet als parameters hebben : temperatuurklasse T80 – T160, drukklasse N/P (bepaalt door de fabrikant van de CV ketel), weerstand tegen schouwbrand O, weerstand tegen condensaten W en een weerstandsklasse tegen corrosie V1; de wanddikte in roestvrij staal (kwaliteiten 40, 50, 60 of 70) is 0,6 mm en in aluminium (kwaliteiten 10, 11 of 13) 1,5 mm.
119
5.3.3
Bijzondere bepalingen voor aansluitkanalen
▪
Aansluitkanaal in aluminium of roestvrij staal (zie 5.3.2). Andere materialen conform een Europese norm voor schouwen met CE-markering zijn ook toegelaten.
▪
Flexibele metalen buizen zijn toegelaten indien gelijktijdig is voldaan aan : » De CV ketel is van het type B11, B12, B13, B14 en is geen condenserende ketel; » De lengte is niet groter dan 1 m; » De verbinding bestaat uit één stuk; » De verbinding volgt een strakke opgaande helling die een hoek 30° vormt tegenover de verticale as; » Het materiaal moet aan punt 5.3.2 beantwoorden; » De overlangse doorlopende rillen zijn schroefvormig opgerold met een wanddikte, hetzij : o voor aluminium van één laag, minstens 0,15 mm of minstens 2 lagen van elk 0,07 mm; o voor roestvrij staal, minstens één laag van 0,1 mm. » De buis voldoet aan de norm NBN EN 1856-2. ▪
Thermische isolatie van het aansluitkanaal indien : » Te hoge oppervlakte temperatuur van de genaakbare delen. De maximaal toegelaten temperaturen zijn : o voor naakte metalen : 65°C; o voor keramisch materiaal : 80°C. » Er te sterke afkoeling van de verbrandingsproducten is of een ontoelaatbare condensatie optreedt.
▪
Trekstabiliseerklep : » Steeds aan te bevelen bij geblazen gasbranders; » Een trekstabiliseerklep met luchtinlaat in het aansluitkanaal is slechts toegelaten voor een ketel van het type B22/B23 of B32/B33 en een afvoerkanaal in onderdruk. In dit geval is de klep in dezelfde opstellingsruimte als de ketel geplaatst; » Verboden bij gasketels met trekonderbreker-valwindafleider.
▪
Meetopening : » Indien dit niet voorzien is op de verwarmingsketel dient in elk aansluitkanaal minstens één afsluitbare meetopening aangebracht te worden, conform de instructies van de fabrikant van de verwarmingsketel; » De meetopening dient zich op een goed toegankelijke en zichtbare plaats te bevinden; » Indien de fabrikant geen instructies geeft over de plaats van de opening, plaatsing op een afstand van 2 tot 3 maal de buisdiameter, gemeten vanaf de afvoerstomp.
120
5.4.
-
BEREKENING VAN DE VERDUNNINGSFACTOR VOOR DE UITMONDING VAN DE AFVOERKANALEN VOOR TOESTELLEN TYPE B EN C De mond van het afvoerkanaal moet op voldoende afstand gelegen zijn van iedere opening die lucht toelaat in een gebouw (ramen, deuren, opening voor ventilatie, …). Deze afstand moet zo bepaald worden dat de factor f (verdunningsfactor) < aangegeven in onderstaande tabel. Type centrale verwarmingsketel Gas
-
Maximale waarde van f 0.01
Algemene berekeningsmethode *
*
f wordt bepaald met de formule :
Pn :
nominaal vermogen van de aangesloten CV-ketel (kW);
l:
de lengte van de verbindingslijn tussen de schouwmond en de instroomopening (m) (de omtrek van eventuele hindernissen volgend);
h :
het verticaal hoogteverschil tussen de rand van de schouwmond en de rand van de instroomopening (m); deze afstand is steeds een positief getal;
S1, S2 :
de verdunningscoëfficiënten. De waarde hangt af van de onderlinge ligging van de uitmonding en de opening. Voor deze onderlinge ligging identificeert men 17 verschillende mogelijkheden die samen aanleiding geven tot 8 verschillende waarden van S 1 en S2.
Waarden van de verdunningscoëfficiënten S1 en S2 i.f.v. de 17 mogelijkheden (zie hierna)
Brands tof
Situaties 1, 6, 8 en 9
Gas
S1 163
S2 325
2 S1 60
3 en 15 S2 60
S1 500
S2 0
4 en 16 S1 500
S2 -325
5, 7 en 10 S1 80
S2 80
11, 13 en 17 S1 S2 110 325
12 S1 163
14 S2 60
S1 163
S2 80
121
17 verschillende mogelijkheden G : de gevel; D : het dak; T : de toevoeropening; A : de afvoeropening; h : het verticaal hoogteverschil tussen de afvoer- en de toevoeropening.
Situaties: 1, 6, 8 en 9
Situatie: 2
Situatie: 3 en 15
Situatie 4 en 16
122
Situaties: 5, 7 en 10
Situaties: 11, 13 en 17
Situatie: 12
Situatie: 14
123
- Voorbeeld van een berekening
De afstand h is 2 m. De lengte van de lijn tussen de uitmonding van het afvoerkanaal A en de instroomopening T, gemeten volgens de omtrek van de gevel en het dak is 4,5 m. Het gastoestel heeft een nominaal vermogen van 60 kW. De situatietekening is één van de figuren van de situatie 1, 6, 8 en 9. De waarde van de verdunningsfactor is dus : S1 = 163 en S2 = 325.
= 0,0056. De waarde van f is kleiner dan 0,01 geen hinder
124
- Praktische werkingsmethode voor gastoestellen Door de verdunningscoëfficiënten in te vullen in de algemene formule en de verdunningsfactor max. 0,01 te nemen, bekomt men de volgende rechtstreeks toe te passen uitdrukkingen voor aardgas. Klik hier voor onze handige berekeningstool.
2 h 0,613 Pn
h 1,667 Pn
0,2 Pn
1,54 h 0,308 Pn
125
h 1,250 Pn
2,954 h 0,909 Pn
2,717 h 1,667 Pn
2,038 h 1,25 Pn
126
- Voorbeelden van berekeningen
127
128
Contact Maatschappelijke zetel Diamant Building Boulevard A. Reyerslaan 80 B-1030 Brussel
[email protected]
Exploitatiezetel Jan Olieslagerslaan 35 B-1800 Vilvoorde Tel: +32 (0)2 674 57 11 Fax: +32 (0)2 674 59 59
[email protected]
Labo Everest Leuvensesteenweg 248 H B-1800 Vilvoorde Tel: +32 (0)2 674 57 50 Fax: +32 (0)2 674 57 85
[email protected]
Regionale kantoren Brabant - Brussel Jan Olieslagerslaan 35 B-1800 Vilvoorde Tel: +32 (0)2 674 57 11 Fax: +32 (0)2 674 59 59
[email protected]
Oost- en West-Vlaanderen Bollebergen 2a bus 12 B-9052 Gent (Zwijnaarde) Tel: +32 (0)9 244 77 11 Fax: +32 (0)9 244 77 15
[email protected] Wallonië Parc Scientifique Créalys Rue Phocas Lejeune 11 B-5032 Isnes (Gembloux) Tel: +32 (0)81 43 26 11 Fax: +32 (0)81 43 26 15
[email protected]
Technische antennes Hasselt Walenstraat 59b B-3500 Hasselt Tel: +32 (0)11 26 44 40 Fax: +32 (0)11 26 44 49
[email protected] Roeselare Kleine Weg 239 A B-8800 Roeselare Tel: +32 (0)51 23 32 70 Fax: +32 (0)51 23 32 79
[email protected]
WORD JIJ STRAKS ONZE NIEUWE COLLEGA ? Bekijk ons jobaanbod op vincotte.be/jobs
Verantwoordelijke uitgever: Ronald Coomans • Jan Olieslagerslaan 35 • 1800 Vilvoorde
Antwerpen - Limburg Noordersingel 23 B-2140 Antwerpen Tel: +32 (0)3 221 86 11 Fax: +32 (0)3 221 86 12
[email protected]