ACERTA INTERVIEWDE MINISTER LARUELLE Minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. Minister Sabine Laruelle heeft een rits ideeën over de stimulering van het ondernemerschap in ons land. In samenwerking met enkele collega-ministers werkte ze 40 voorstellen uit in een KMO-plan. Dat plan kreeg op 10 oktober de goedkeuring van de Ministerraad. Onze belangstelling was dus helemaal gewekt. En daarom trok de webredactie van Acerta naar Minister Laruelle. Zij gaf ons graag meer uitleg over enkele thema’s die ons bijzonder interesseren: het sociaal statuut van de zelfstandigen en de wetgeving voor beginnende zelfstandigen. Leest u mee?
kunnen reserveren in een financieringsfonds voor onverwachte uitdagingen in de toekomst. In 2003 was daar nog een put van 400 miljoen euro. In 5 jaar tijd hebben we dus 1 miljard euro goedgemaakt. Dat is gelukt door meer geld uit de Schatkist toe te wijzen aan het sociaal statuut. We hebben de sociale bijdragen niet moeten verhogen.
Verbetering sociaal statuut zelfstandigen Acerta. Mevrouw de Minister, u werd in 2003 bevoegd voor het sociaal statuut van de zelfstandigen. Sindsdien timmert u aan de weg om de sociale bescherming van de zelfstandigen te verbeteren. Minister Laruelle. Inderdaad. We hebben in de voorbije 5 jaren heel wat financiële middelen geïnvesteerd in het sociaal statuut. Het is onze ambitie om tegen 2011 de (minimum)uitkeringen van de zelfstandigen stapsgewijs te verhogen tot het niveau van de werknemers. Om u een idee te geven. In 2003 lag het minimumpensioen van een zelfstandige 300 euro lager dan dat van een werknemer of een uitkeringsgerechtigde werkloze. De kinderbijslag voor het eerste kind bedroeg 39 euro voor een zelfstandige tegenover 78 euro voor een werknemer. Ook de uitkering voor arbeidsongeschiktheid en invaliditeit lag onder het minimum voor de werknemers. Op verschillende punten zat het niveau van de sociale bescherming van de zelfstandigen onder de armoedegrens, zoals bepaald door de Europese Unie. Sinds 2003 hebben we de pensioenen en uitkeringen jaar na jaar verhoogd. Tegelijkertijd hebben we het sociaal statuut financieel gezond gemaakt: voor 2008 zullen we een overschot van meer dan 150 miljoen euro op de begroting hebben. Bovendien hebben we 600 miljoen euro
Acerta. Laat ons de evolutie per uitkering bekijken. Te beginnen bij de kinderbijslagen. Minister Laruelle. De kinderbijslag voor het eerste kind wordt per 1 januari 2009 verhoogd van 74,07 naar 78 euro per maand. Het verschil met de werknemers bedraagt dan nog 5,40 euro. De volledige gelijkschakeling is dus binnen handbereik. Ik hoop die te kunnen realiseren tegen 2011. Acerta. Op 1 januari 2008 maakte u de verzekering voor kleine risico’s verplicht. Een geslaagde operatie? Minister Laruelle. Naar mijn mening wel. Iedere zelfstandige is nu wettelijk verzekerd tegen grote én kleine risico’s. Voortaan krijgt
een zelfstandige van het ziekenfonds terugbetaling van al zijn medische kosten, aan dezelfde voorwaarden als een werknemer. Hier hebben we dus het eindstation bereikt. Daarvoor hebben we wel 20 % van de zelfstandigen, die geen vrijwillige verzekering tegen de kleine risico’s hadden, mee op de trein moeten zetten. Hun bijdragekost is dus verhoogd. Maar ze krijgen er ook iets voor in de plaats, zeker naarmate ze ouder worden. Voor gepensioneerde zelfstandigen hebben we de dekking tegen kleine risico’s trouwens gratis gemaakt … Acerta. De invaliditeitsuitkeringen dan. Die hebt u al in 2006 tot boven de minimumuitkeringen van de werknemers getild. Ziet u nog verder evoluties? Minister Laruelle. Niet op korte termijn. De kloof die nu nog bestaat, is te verklaren door het feit dat de uitkeringen van een werknemer berekend worden in verhouding tot zijn loon. De uitkeringen van de zelfstandigen zijn daarentegen forfaitair. Men zou kunnen overwegen om ook de invaliditeitsuitkering van de zelfstandige te laten afhangen van zijn beroepsinkomen. Maar hier zitten we in een heel ander debat. Daarover zou ik eerst van gedachten willen wisselen met de beroepsorganisaties van de zelfstandigen. In 2009 zullen de uitkeringen voor arbeidongeschikte en invalide zelfstandigen verhoogd worden. Acerta. De moederschapsbescherming is in de voorbije jaren opvallend verbeterd. Minister Laruelle. Dat was inderdaad een belangrijke prioriteit. Vorig jaar hebben we de moederschapsuitkering verhoogd naar 2 210,16 euro voor een verplichte rust van 6 weken. De zelfstandige moeder kan ook 8 weken opnemen en krijgt dan een extra uitkering van 368,36 euro per week. Vanaf 2009 bouwen we nog meer soepelheid in. Voortaan moet de zelfstandige weliswaar 1 week moederschapsrust nemen vóór de bevalling en 2 weken erna. Maar de overige 5 weken kan ze vrij plannen. Ze kan bvb de prenatale rust uitbreiden tot 3 weken. Of ze kan de moederschapsrust opnemen in de periode van 21 weken na het einde van de verplichte rust.
Acerta. In 2006 werden de dienstencheques voor moederschapshulp ingevoerd. Dat sociaal voordeel is volgens u nog te weinig bekend ? Minister Laruelle. Dat klopt. Slechts een minderheid van de vrouwelijke zelfstandigen vraagt deze dienstencheques aan. Nochtans zijn ze helemaal gratis en bieden ze heel wat voordelen. De jonge moeder kan met deze cheques 105 uren huishoudhulp kopen bij een erkende dienst. Vanaf 2009 kan zij deze cheques gebruiken vanaf de eerste dag na de bevalling. In het verleden kon dat pas na de periode van bevallingsrust. Ik hoop dat de interesse voor de dienstencheques hierdoor zal toenemen. Acerta. Ook de faillissementsuitkering kent volgens u te weinig succes ? Minister Laruelle. Ik vrees inderdaad dat heel wat gefailleerde zelfstandigen recht hebben op deze uitkering, maar door onwetendheid geen aanvraag doen. Hier is een belangrijke informatieve rol weggelegd voor de sociale verzekeringsfondsen. Want het gaat hier over een vervangingsinkomen dat de failliete ondernemer doorheen het moeilijke eerste jaar na het faillissement kan helpen. Het is even hoog als het minimumpensioen. In de loop van 2009 zullen we trouwens starten met een werkgroep om deze uitkering uit te breiden naar andere situaties van gedwongen stopzetting van de beroepsactiviteit, bvb door brand, natuurramp of allergie. Ik denk pakweg aan de bakker die een allergie ontwikkelt voor bloem. Acerta. De pensioenen tenslotte. Die gaan de zelfstandigen nog altijd het meest ter harte. Welke verbeteringen hebt u gepland? Minister Laruelle. Op 1 mei 2009 wordt het minimumpensioen nogmaals verhoogd met 20 euro. Het zal dan 1 178,09 euro bedragen voor een gezinshoofd die een volledige loopbaan bewijst. Het verschil met het minimumpensioen van de werknemers zal dan nog amper 40 euro per maand bedragen. Bovendien zal het minimumpensioen op 1 augustus 2009 nogmaals met 3 % stijgen, waardoor het voor het eerst boven de
inkomensgarantie voor ouderen (IGO) zal liggen. Acerta. De meeste zelfstandigen en werknemers gaan vóór hun 65ste met pensioen zonder volledige loopbaan. Voor hen is het pensioenverschil groter omdat het vervroegd pensioen van een zelfstandige procentueel verminderd wordt en dat van een werknemer niet. Minister Laruelle. Inderdaad. Daarom zijn we de financiële vermindering voor vervroegd gepensioneerden in de voorbije jaren beginnen afbouwen. Ook dit jaar gaan we een stap verder. Wie in 2009 een loopbaan van 42/45 bewijst, kan vervroegd met pensioen gaan zonder procentuele aftrek. In 2011 zou ik die voorwaarde op 40/45 willen brengen, als er budgettaire ruimte is. Wie in 2011 60 jaar wordt en sinds zijn 20ste beroepsactief is geweest, zou met vervroegd pensioen moeten kunnen gaan zonder financiële vermindering.
Acerta. Ook als de minimumbedragen gelijk zullen zijn, zullen er grote verschillen blijven bestaan tussen de pensioenen die de zelfstandigen en de werknemers maandelijks op hun rekening gestort krijgen. Dat komt omdat de pensioenen berekend worden op basis van de beroepsinkomsten. Het pensioen van een zelfstandige ligt ongeveer 33 % lager dan het pensioen dat een werknemer met eenzelfde inkomen krijgt. Bovendien wordt het pensioen van de zelfstandige alleen voor de loopbaan vanaf 1984 aan zijn beroepsinkomen gekoppeld. Minister Laruelle. Hier spreken we over het proportioneel pensioen. Het is juist dat daar nog verschillen blijven bestaan. Dat komt omdat ook de pensioenbijdragen van een
zelfstandige 33 % lager liggen dan de pensioenbijdragen voor een werknemer. En de jaren vóór 1984 vallen inderdaad nog veel lager uit. Om het proportioneel pensioen van de zelfstandige te verbeteren, hebben we dus veel meer geld nodig. Ik vrees dat deze verhoging niet zal kunnen zonder bijdrageverhoging voor de zelfstandigen. De zelfstandigen zullen dan wel keuzes moeten maken, want er bestaan nog andere ideeën over de uitbouw van het sociaal statuut. Ik ben in 2003 gestart met rondetafelgesprekken met de beroepsorganisaties. Het lijkt met een goed idee om dat in 2011 opnieuw te doen. We kunnen dan de financiële mogelijkheden bekijken en beleidskeuzes maken. Acerta. Eind 2007 organiseerde Acerta een enquête bij 5 400 zelfstandigen in hoofdberoep. 60 % van de respondenten vindt dat de verdere uitbouw van het pensioenstelsel moet gebeuren via kapitalisatie. In zo’n systeem spaart ieder voor zijn eigen pensioen. Dat is iets heel anders dan het repartitiesysteem dat we nu kennen en waarin de actieve zelfstandigen betalen voor het pensioen van de gepensioneerden. Is kapitalisatie ook voor u de juiste richting voor de toekomst ? Minister Laruelle. Ik ben dat idee inderdaad genegen. Er zijn immers grenzen aan de repartitie. Te veel solidariteit tussen de hoge en de lage inkomsten is dodelijk voor die solidariteit. Bovendien is er het probleem van de vergrijzing. Die uitdagingen dwingen ons om na te denken over alternatieve systemen om het pensioen te verbeteren. Er bestaat nu reeds een vorm van kapitalisatiepensioen voor de zelfstandigen, nl. het “vrij aanvullend pensioen” of “VAP”. Dat is een wettelijk georganiseerde aanvullende pensioenverzekering met een zeer hoog fiscaal rendement. Maar het is volledig vrijwillig. Misschien moeten we alle zelfstandigen verplichten om toe te treden tot het VAP en voor zichzelf een minimumpercentage te sparen voor hun oude dag. In dat verband spreekt men van een nieuwe verplichte “pensioenpijler 1bis”. Daarnaast moeten we zeker ook de mogelijkheden uitbreiden om vrijwillige pensioenstortingen te doen. Momenteel kan de zelfstandige 8,17 % van zijn beroepsinkomen sparen voor een gewoon
aanvullend pensioen. Dat percentage moet omhoog. Acerta. In zomer van 2009 worden alle uitkeringen van de zelfstandigen ook aangepast aan de stijging van de welvaart. Dat is iets anders dan een gewone indexering? Minister Laruelle. Ja, we hebben vastgesteld dat het welvaartsniveau in de voorbije jaren gestegen is. Er waren loonsverhogingen boven de index en de economie is gegroeid. We willen ook de mensen met een uitkering laten meegenieten van de algemene welvaart. Daarom verhogen we in augustus alle uitkeringen met een bedrag tussen 0,8 en 2,5 %. Voor de minimumpensioenen doen we er nog een schepje bovenop, zij stijgen met 3 %.
Verbeteringen sociaal statuut 2009 De Ministerraad van 23 oktober 2008 keurde de volgende verbeteringen goed. 1 januari 2009 Verhoging kinderbijslag eerste kind van 74,07 naar 78,00 euro per maand. Zelfstandigen met een loopbaan van 42 jaren kunnen vervroegd met pensioen gaan zonder vermindering. Versoepeling van de moederschapsrust en de dienstencheques voor moederschapshulp 1 mei 2009 Verhoging van het minimumpensioen met 20 euro per maand. Verhoogde kinderbijslag voor gehandicapte kinderen wordt bepaald op basis van de nieuwe evaluatiemethode. 1 augustus 2009 Verhoging invaliditeits- en faillissementsuitkering met 2,5 % Verhoging moederschapsuitkering met 2% Verhoging minimumpensioen met 3 %. Verhoging andere pensioenen 1,5 % Verhoging pensioenen ingegaan vanaf 2004 met 2 %. Invoering schoolpremie voor kinderen tot 5 jaar (25 euro per kind). Verdubbeling van de schoolpremie voor kinderen tussen 18 en 24 jaar naar 50 euro. 1 september 2009 Verhoging invaliditeitsuitkering van zelfstandigen die hun activiteit stopgezet hebben met 2 % In de loop van het jaar Uitbreiding faillissementsverzekering naar bepaalde gevallen van stopzetting door overmacht.
Starten als zelfstandige – stimuleren van het ondernemerschap. Acerta. Het sociaal statuut is een belangrijke factor in het beslissingsproces om zelfstandige te worden en te blijven. Daarom geniet het uw prioriteit. Maar u wilt het ondernemersschap ook bevorderen met een aantal andere maatregelen. U denkt bijvoorbeeld aan een nieuwe vennootschapsvorm, speciaal voor de startende zelfstandigen. Vanwaar deze idee ? Minister Laruelle. We hebben nood aan een vennootschapsvorm die toelaat om met een onderneming te starten met een beperkt eigen kapitaal. Het minimumkapitaal in de vennootschappen die we nu kennen (BVBA, NV, …) is te hoog. Het zou spijtig zijn dat de ondernemingszin van jonge mensen wordt gefnuikt omdat ze te weinig centen hebben om te investeren. Vandaar een specifieke vennootschapsvorm voor starters. Dat wordt een tijdelijke vennootschap. Na bijvoorbeeld 3 jaar zal de starter moeten overstappen naar een klassieke vennootschapsvorm. Een dergelijke vennootschap bestaat al langer in Groot-Brittannië en is daar erg succesvol. Omdat een vennootschap met een laag eigen kapitaal minder waarborgen biedt voor banken, leveranciers en consumenten, zullen we initiatieven nemen om hen toch vertrouwen te geven in de jonge onderneming. We denken bijvoorbeeld aan verplichte begeleiding van de startersvennootschap door een expert uit de cijferberoepen. Dat kan bijvoorbeeld een accountant, boekhouder of fiscalist zijn. Acerta. U wilt het starten met een zelfstandig beroep vergemakkelijken via enkele andere begeleidende maatregelen. Zo wilt u de globale prijs van de notariële akten verlagen en de kost voor het neerleggen van de jaarrekening afschaffen. De financiering van de KMO’s moet verbeterd worden en het patentenrecht gemoderniseerd. Al deze voorstellen vinden we terug in uw KMO-plan. U wilt ook werknemers aanmoedigen om een onderneming te starten. Een heel nieuw idee is het “uitzwermen” in de onderneming van de
werkgever om zich beter te kunnen voorbereiden op de start als zelfstandige. Minister Laruelle. Dat idee hebben we meegebracht uit Frankrijk. We willen een gunstig kader creëren zodat een werknemer een eigen onderneming kan beginnen met steun van zijn werkgever. In Frankrijk is gebleken dat deze ondernemingen meer slaagkans hebben. De werkgever kan zijn werknemer bijvoorbeeld helpen door hem een aantal knepen van het vak te leren, opleidingen te laten volgen of logistieke of financiële steun te verlenen aan de nieuwe onderneming. Natuurlijk zal de overheid de werkgevers daartoe moeten aanmoedigen via fiscale of andere incentives. Acerta. In 2007 werd de vestigingswet vereenvoudigd. Alleen voor de horeca moet deze modernisering nog gebeuren. Blijkbaar is dat een moeilijke bevalling ? Minister Laruelle. Er bestaan in de horecasector tal van reglementeringen. Er zitten niet alleen voorwaarden in de vestigingswet maar bijvoorbeeld ook in de wetgeving over de voedselveiligheid. Die moeten gecoördineerd en vereenvoudigd worden. Maar dat vereist een grondigere analyse, inderdaad. Ik hoop dat we zo spoedig mogelijk tot een harmonisering kunnen komen. Acerta. De ondernemingsloketten spelen een centrale rol in de administratieve begeleiding van startende zelfstandigen. U wilt de ondernemingsloketten verder uitbouwen en versterken in hun opdracht. Minister Laruelle. Een belangrijke uitdaging voor de toekomst is de uitvoering van de Europese dienstenrichtlijn. In 2010 moet het vrij verkeer van diensten in de Europese Unie veel vlotter verlopen dan nu. De lidstaten hebben zich geëngageerd om de wettelijke rompslomp, die nodig is om een onderneming te starten, te verminderen. Inwoners van de Europese Unie moeten vlot een zelfstandige beroepsactiviteit kunnen ontplooien in eender welke andere lidstaat. Bijvoorbeeld. Een Portugees die in België een restaurant wilt openen, zal al zijn wettelijke verplichtingen volledig en snel kunnen afhandelen via een “éénloket” en daarbij ook kunnen rekenen op
goede informatie. Die rol willen we toevertrouwen aan de ondernemingsloketten, die nu reeds over heel wat expertise beschikken. Zij staan voor de belangrijke opdracht om een eenheidsloket te ontwikkelen via dewelke de Europese zelfstandigen (ook onze eigen landgenoten) alle formaliteiten kunnen vervullen en informatie kunnen krijgen. Acerta. Goede informatie is belangrijk voor iedere zelfstandige. Het kost aan de ondernemers heel wat inspanningen om op de hoogte te blijven van alle wettelijke evoluties. Hoe kan een Minister van KMO’s en Zelfstandigen daartoe bijdragen ? Minister Laruelle. Idealiter zouden we één informatiekanaal moeten hebben over alles wat te maken heeft met zelfstandige worden en blijven. Maar dat is niet haalbaar. De verschillende instanties die gespecialiseerd zijn in hun materie, zijn nog altijd het best geplaatst om de zelfstandigen volledig en klantgericht te informeren. Ook de sociale verzekeringsfondsen en de ondernemingloketten hebben hier een belangrijke rol te vervullen, ieder op hun terrein. Om deze rol te waarborgen voor de toekomst, hebben we een charter opgesteld over de service en de informatie die ieder sociaal verzekeringsfonds aan haar klanten moet verstrekken om erkend te blijven. Zo krijgt de zelfstandige meer garanties dat hij, voor de prijs die hij betaalt, ook een kwaliteitsvolle dienstverlening krijgt. Dat charter zou sinds kort moeten te vinden zijn op de websites van de sociale verzekeringsfondsen. Acerta. Voor Acerta Sociaal Verzekeringsfonds klopt dat helemaal ! Het charter zal een toetssteen zijn voor onze dienstverlening. Wij danken u van harte voor deze toelichting en wensen u nog veel ondernemerschap om het beroepsleven voor de zelfstandigen te vergemakkelijken !
Bert Hens, manager juridische dienst Paul Roosen, algemeen directeur
U vindt het volledige KMO-plan op de website www.sabinelaruelle.be > werk (bericht van 15.10.2008).