Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl
[email protected]
*.,"' Pb/a0o<5/<95«-f
RABO Zwoile 39 73 41 121 a.d.
Provinciate Staten
Dat, ontv.
30
Routing
Bijl.:
Inlichtlngen bij dhr. E.F. Hagoort telefoon 038 499 81 97
[email protected]
Netwerkanalyse Vaarwegen en Binnenhavens.
Datum
07.10.2008 Kenmerk
2008/0144953 Pagina
1
Uw brief
Uw kenmerk
Hierbij sturen wij u ter kennisname de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel en het deelrapport (Overijsselse deel) van de Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland. De netwerkanalyses zijn, onder voorzitterschap van de provincie, in het afgelopen half jaar tot stand gekomen met onder andere de medewerking van Rijkswaterstaat Directie OostNederland en betrokken gemeenten in Overijssel. In de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel is aangegeven of het huidige vaarwegennet (zowel rijks- als provinciale vaarwegen) de toekomstige druk/het gebruik kan verwerken. Hiervoor is een streefbeeld opgesteld waarin de rijks- en provinciale ambities over een "toekomstvast/duurzaam" vaarwegennet zijn aangegeven. In de netwerkanalyse Binnenhavens is op basis van de Netwerkanalyse Vaarwegen en de toekomstige functie van de binnenhavens een streefbeeld opgesteld. Hierin is aangegeven welke binnenhavens de provincie wil behouden en welke binnenhavens zich verder kunnen ontwikkelen. In de netwerkanalyses zijn gemeentelijke en provinciale ambities over een "toekomstvast/ duurzaam" netwerk van binnenhavens geformuleerd. De analyses uit de netwerkanalyses Vaarwegen en Binnenhavens hebben als input gediend voor het Beeld Omgevingsvisie 2008. Om een vervolg te kunnen geven aan de netwerkanalyses wordt een plan van aanpak opgesteld voor oplossingsrichtingen en uitvoering van de maatregelen. Met de Netwerkanalyses Vaarwegen en Binnenhavens is een goede fundering gelegd voor het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de bereikbaarheid over water en het go^derenvervoer over water in Overijssel. Wij vertrouwen erop dat wij daarmee op de goede weg zijn. De netwerkanalyses hebben als basis gediend voor quick wins Binnenhavens. Gedeo
van Overijssel
Bijlagen
ending
30. OK:. 201
provincie
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Opdrachtgever: Provincie Overijssel
ECORYS Nederland BV Arwen Korteweg Eline Devillers
Rotterdam, september 2008
TR18273r07
Provincie Overijssel Contactpersoon: E.F. Hagoort Postbus 10078 8000 GB Zwolle
ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam
T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] W www.ecorys.nl K.v.K. nr. 24316726
ECORYS Transport T 010 453 87 60 F 010 452 36 80
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Inhoudsopgave
Samenvatting
7
1 Aanleiding en doel 1.1 Aanleiding 1.2 Doel van de nota 1.3 Leeswijzer
15 15 15 16
2 Beleid 2.1 EU-beleid 2.2 Rijksbeleid 2.3 Provinciaal beleid 2.4 Regionaal beleid 2.5 Overige relevante beleidsdocumenten
17 17 18 21 23 24
3 Ontwikkelingen 3.1 Infrastructuur 3.2 Goederenvervoer 3.3 Recreatietoervaart 3.4 Relevante trends scheepvaart en goederenvervoer 3.5 Veiligheid 3.6 Wachttijden 3.7 Kansen voor goederenvervoer over water en recreatietoervaart
25 25 27 33 34 37 37 38
4 Streefbeeld 4.1 Ambities 4.2 Streefbeeld 4.3 Beoordelingskader 4.3.1 Ongehinderde doorvaart 4.3.2 Bereikbaarheid economische kerngebieden 4.3.3 Ongehinderde aan- en afmeermogelijkheid
41 41 42 44 45 45 48
5 Maatregelen en aandachtspunten
51
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Samenvatting
In de netwerkanalyse vaarwegen Overijssel wordt een visie gegeven op het toekomstige gebruik van de vaarwegen in Overijssel, de toekomstige bereikbaarheid van en naar economische kerngebieden (zoals binnenhavens/overslagcentra) en de gewenste binnenvaartfunctie van de vaarwegen in Overijssel. Hierbij wordt aangegeven of het huidige vaarwegennet (zowel rijks- als provinciale vaarwegen) nog kan voldoen aan de gewenste kwaliteitseisen met betrekking tot het toekomstige gebruik door de binnenvaart. In dit kader wordt ook aandacht besteed aan de recreatietoervaart. Het gebruik wordt voor een groot deel bepaald door de aanwezigheid van overslagvoorzieningen in binnenhavens, jachthavens en het aantal aanlegplaatsen. In de netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland wordt een netwerk beschreven van havens gebaseerd op ontwikkelingen en gewenst toekomstig functioneren in kader van het stimuleren van het goederenvervoer over water. In de nota zijn ambities aangegeven voor het vaarwegennet in Overijssel in de toekomst (2020). In een streefbeeld zijn de provinciale ambities over een “toekomstvast en duurzaam” vaarwegennet aangegeven, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen. Het streefbeeld is ook opgezet om het netwerk van binnenhavens op te stellen. Toekomstvaste bereikbaarheid van binnenhavens is van vitaal belang. De netwerkanalyse binnenhavens wordt in een aparte rapportage beschreven. Aanleiding Aanleidingen van deze nota zijn het verschijnen van het coalitieakkoord 2008-2011, de in voorbereiding zijnde omgevingsvisie, het verschijnen van de Nota Mobiliteit, de uitkomsten van de netwerkanalyses, de beleidsbrief “Varen voor een vitale economie”, de landelijke markt- en capaciteitsanalyse vaarwegen (LMCA) en het nieuwe MIRTprojectenboek. Met name de LMCA vaarwegen en de beleidsbrief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben geleid tot deze netwerkanalyse. In december 2003 verscheen in het kader van de voorbereidingen op het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) de provinciale vaarwegenvisie 2020. In deze nota werd een visie gegeven op de scheepvaart in de toekomst en de daaruit te verwachten nautische knelpunten op de vaarwegen. De data uit 2003 zijn geactualiseerd en maken onderdeel uit van deze netwerkanalyse. Verbindingen en centra Belangrijk onderdeel van de netwerkanalyse vaarwegen is het (stimuleren van) goederenvervoer over water. Goederenvervoer over water heeft een eigen ruimtelijke structuur met herkomsten- en bestemmingsrelaties. Er worden voor het vervoer van goederen over water eisen gesteld aan de kwaliteit van de vaarwegen. Belangrijke Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
7
uitgangspunten voor de kwaliteit van vaarwegen zijn de nautische aspecten zoals de doorvaartbreedte en diepgang, de bediening van bruggen en sluizen en de mogelijkheden van overslag- en afmeermogelijkheden. Goederenvervoer over water vereist een veilige, vlotte en ongehinderde doorvaart (zo min mogelijke vertragingen/stremmingen) van en naar de stedelijke (streek)centra en er moet voldoende (ruimtelijke) kwaliteit (b.v. capaciteit) zijn voor het overslaan en de opslag van containers/goederen. De IJssel, de Twentekanalen (Eefde-Enschede en Zijkanaal naar Almelo), het Zwarte Water, de vaargeulen in het IJsselmeer en het Ketelmeer, het Zwolle IJsselkanaal, kanaal Beukers-Steenwijk en de vaarweg Almelo-Coevorden zijn de belangrijke verbindingen voor het goederenvervoer over water. Aan deze verbindingen liggen ook de belangrijkste havens van Overijssel en die in Twente. In de afzonderlijke netwerkanalyses Binnenhavens van Overijssel en die van Twente is een netwerk van binnenhavens benoemd. Het gaat om de havens in Zwolle, Kampen, Deventer, Hasselt, Zwartsluis, Genemuiden, Hardenberg, Steenwijk, Hengelo, Almelo, Enschede, Goor en Markelo. In Hengelo en Kampen wordt de containeroverslag verder ontwikkeld, grote ontwikkelingen op gebied van uitbreiding van natte bedrijventerrein vinden plaats in Kampen. Hardenberg en Deventer ontwikkelen zich verder in relatie tot respectievelijk Coevorden en Zutphen. Geconstateerd is dat de toegang tot de meeste binnenhavens beperkt is. Diepgang, interne wegontsluiting en het ontbreken van voldoende kadefaciliteiten zijn veel voorkomende knelpunten. In de provincie Overijssel is het gebied Noordwest van belang voor de recreatievaart. Aan de recreatievaarwegen worden steeds meer (nationale) eisen gesteld (RVW-richtlijnen). Voldoende diepgang en voldoende aanlegmogelijkheden zijn belangrijke eisen. In principe voldoen de meeste vaarwegen aan deze richtlijnen, alleen op enkele plaatsen is er een beperking in de diepgang. Alle vaarwegen in Overijssel zijn onderdeel van het landelijke recreatietoervaartnet zoals opgesteld in de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN). Ontwikkelingen in het goederenvervoer over water De binnenvaart vervoert op jaarbasis gemiddeld 325 miljoen ton lading. Dat is ca. 30 % van het totale vervoerde gewicht van goederen in/via Nederland. Het marktaandeel van de nationale binnenvaart in het binnenlandse vervoer is ca. 20% en internationaal ca. 65%. Ongeveer 10% van de vervoerde goederen over water worden vervoerd in containers en ongeveer 23% van de vervoerde goederen over water zijn gevaarlijke stoffen. Het totale goederenaanbod zal tussen 2000 en 2020 tussen de 60% en 75% toenemen. Het aandeel voor de binnenvaart in 2020 wordt geschat op 10%. Vooral het containervervoer zal flink toenemen. Op basis van de nieuwe lange termijn scenario’s van de planbureaus en een trendanalyse van de afgelopen 10 jaar, is de verwachting dat de binnenvaart verder zal groeien in omvang van 328 miljoen ton in 2004 naar ca. 406 miljoen ton in 20401. Dit komt overeen met een gemiddelde jaarlijkse groei van ca. 0,25% per jaar voor het bulkvervoer en 2,5% 1
In de verschillende lange termijn scenario’s is een bandbreedte voor 2040 weergegeven van 267 tot 599 miljoen.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
8
per jaar voor containervervoer via de binnenvaart. Dit heeft gevolgen voor de samenstelling van het totale binnenvaartvervoer. Het aandeel containers neemt toe van 10% in 2004 naar 20% in 2040. De containervaart groeit sterker dan waarmee rekening is gehouden in de bovenstaande groeiverwachtingen. Recent zijn de cijfers voor containervervoer aangepast, mede op basis van nieuwe inzichten over de handel met China in de nabije toekomst. De overslag in de Nederlandse zeehavens groeit harder, wat ook consequenties heeft voor het achterlandvervoer. In de scenario’s van de planbureaus en trendanalyse komt naar voren dat in landsdeel Oost ook het totale goederenaanbod zal toenemen. Dit houdt in dat voor Overijssel rekening moet worden gehouden in 2040 met tenminste een toename van 65% in vervoerde tonnen over het water. Vanuit de verladers in Overijssel is aangegeven dat zij een groei van het containervervoer verwachten van ca. 80%. Doorgerekend naar intensiteiten op Overijsselse vaarwegen is te verwachten dat er tussen de 10% en 30% meer scheepvaartbewegingen zijn. Volgens de gemeenten is er in 2020 behoefte aan circa 200 hectare natte bedrijventerrein (inclusief revitalisaties). De landelijke trend is dat er aan de ene kant schaalvergroting plaatsvindt en aan de andere kant de vraag naar kleinere schepen toeneemt. Ook in Overijssel vindt schaalvergroting plaats. Daarnaast neemt de vraag naar specifieke kleinere schepen (< 800 ton) toe. Hierdoor ontstaan er steeds meer verschillende scheepstypen met afwijkende afmetingen (ten aanzien van de normen/classificatie). In de recreatievaart is ook een algemene trend waar te nemen van grotere boten die dieper steken of vragen om een grotere doorvaarhoogte. De recreatietoervaart In Overijssel groeit gemiddeld met 1% per jaar. Vanuit het beheer zal rekening moeten worden gehouden met deze trends, hetzij via aanpassing van de vaarwegen hetzij via de vaststelling dat er grenzen zijn aan het gebruik van regionale vaarwegen. Kwaliteit van de vaarweginfrastructuur voor de binnenvaart De kwaliteit van de vaarweginfrastructuur heeft impact op de concurrentiepositie van de binnenvaart en de bereikbaarheid van economische centra. Beperkingen die de concurrentie en bereikbaarheid beïnvloeden zijn: • Afwijking in vaarwegdimensies: Vaarwegen zijn geclassificeerd naar standaard klasse-indeling volgens de richtlijnen Vaarwegen RVW 2005. Door schaalvergroting kunnen andere scheepstypen worden toegelaten. Ontheffingen op rijksvaarwegen worden onder uitzonderlijke situaties afgegeven en op provinciale vaarwegen maar mondjesmaat. • Capaciteitsproblemen van sluizen en beweegbare bruggen: de toenemende wachttijden worden veroorzaakt door grotere scheeptypen (minder schuttingen) en de toename van zowel het scheepverkeer als het wegverkeer. • Hoogtebeperkingen van vaste bruggen: doorvaart van de containervaart. • Onderhoudstoestand van de vaarweg: diepgangbeperkingen op en langs een vaarweg door achterstallig onderhoud kan inhouden dat de beladingsgraad van een schip niet optimaal kan zijn. • Ondiepten binnenhavens: moeilijk te bereiken overslag- en aanlegmogelijkheden.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
9
•
Overslag- en opslagruimte voor goederen: veel havens hebben geen uitbreidingsmogelijkheden voor natte overslag van goederen en opslag.
Het wegverkeer bij bruggen en sluizen neemt in Overijssel tot 2020 zeker toe. Op dit moment ontstaan in het (recreatie)hoogseizoen en tijdens spitstijden bij een aantal bruggen en sluizen wachttijden voor zowel het weg- als waterverkeer. Dit leidt tot een toenemende druk op de bediening van de kunstwerken en zeker in spitsuren tot een toename van voertuigverliesuren op de weg. Door de toename van het aantal schepen en de schaalvergroting in scheepstypen neemt de capaciteit bij de bruggen en sluizen af. Stagnatie in de doorvaart (langere wachttijden) bij Overijsselse bruggen en sluizen komt dus steeds vaker voor. De bereikbaarheid van en naar overslagfaciliteiten/recreatieve centra via water neemt af. Voor de beroepsvaart is dit een economische schadepost en voor de recreatietoervaart wordt het minder aantrekkelijk om een gebied te bezoeken (in 2001 werd het recreatietoervaartbelang in Noordwest-Overijssel geschat op ca. € 600 miljoen). Daarnaast neemt, door toenemende wachtende schepen, de onveiligheid (relatie binnenschepen en recreatievaartuigen) bij kunstwerken toe. Kansen In Overijssel zijn er door kwaliteitsverbetering kansen voor de binnenvaart en het goederenvervoer over water. De verbindingen met relevante bestemmingen zoals de Randstad en Duitsland zijn goed. Deze moeten in stand worden gehouden. Zo worden de belangrijkste vaargeulen in het IJsselmeer en Ketelmeer geschikt gemaakt voor schepen van max. 3.000 ton (klasse Va). Kansen liggen er op het gebied van de kustvaart (> 3.000 ton) naar de Zuiderzeehaven. Hiertoe dient wel de Lorentzsluis in de Afsluitdijk en de vaargeulen in IJsselmeer en Ketelmeer te worden aangepast. Ook het versterken van de relatie Randstad-Duitsland via Hengelo biedt kansen. Het Twentekanaal naar Hengelo biedt kansen voor toename van vervoer van meer containers naar Duitsland. Het goederenvervoer over water kan verder gestimuleerd worden door een kwaliteitsverbetering op deze verbindingen door ondermeer het uitbreiden van lig- en overnachtingsplaatsen en betere regelgeving op het gebied van de afhandeling van schepen en wegverkeer bij bruggen en sluizen. Andere bedieningsregimes (bijvoorbeeld “bediening op maat”/blokbediening) kunnen mogelijk bijdragen aan een betere doorstroming. Ook een betere samenwerking tussen de overslagvoorzieningen en terminals zal bijdragen aan het stimuleren van goederenvervoer over water. Het principe van containerlijndiensten kan hier aan bijdragen. Voor de recreatietoervaart zijn mogelijkheden op het gebied van aantrekkelijke vaarroutes met mogelijkheden van overstap naar onder andere fiets en het creëren van aantrekkelijke verblijfsgebieden door het plaatsen van aanlegmogelijkheden en bijvoorbeeld informatieborden. Ambities Op basis van een analyse van de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van het goederenvervoer, trends in de beroeps- en recreatievaart en kansen voor het stimuleren van het goederenvervoer over water zijn ambities voor 2020 geformuleerd. De belangrijkste ambities zijn:
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
10
•
•
•
•
•
•
Minimaal “houden wat je hebt” en “kansrijke initiatieven ondersteunen en, samen met (overheid)partners, initiatieven ontplooien”. De vaarwegen in Overijssel worden beschouwd als één netwerk en zijn onderdeel van het landelijke vaarwegennet (zowel ten aanzien van de beroepsvaart als de recreatietoervaart). De bereikbaarheid van havens (incl. jachthavens) en overslagvoorzieningen is voor de toekomst gewaarborgd en waar mogelijk verbeterd. Het vaarwegennet in Overijssel voldoet in 2020 aan de reële wensen van de gebruiker en ontsluit economische centra/overslagvoorzieningen. De doorgaande nationale hoofdvaarwegen in Overijssel zijn tenminste geschikt voor vaarklasse Va-schepen met tenminste twee laagscontainervaart. De regionale vaarwegen (Beukers-Steenwijk en de vaarweg Almelo-Coevorden) zijn tenminste geschikt voor vaarklasse III-schepen met maximaal twee laagscontainervaart. De bediening van de kunstwerken is zo veel mogelijk afgestemd op de wensen vanuit de markt. Zowel op de hoofdvaarwegen als ook op het onderliggende vaarwegennet is, voor de beroepsvaart, een gemiddelde totale wachttijd bij sluizen van maximaal dertig minuten in de maatgevende maand. Bediening voor de beroepsvaart gaat boven die van de recreatievaart. Bij lange brug-/sluisopeningen (wachttijden) wordt het bedieningsregime aangepast aan de beroepsvaart en/of het wegverkeer. De vaarwegen zijn ook in de toekomst goed bevaarbaar voor de recreatietoervaart. Er gelden op alle vaarwegen minimale eisen over diepgang en doorvaarthoogte in relatie tot de BRTN-richtlijnen (RVW 2005).
Streefbeeld De ambities zijn “vertaald” in een streefbeeld en laat een kwalitatief goed Overijssels vaarwegennet zien van hoofd- en onderliggende vaarwegen, die voldoen aan minimale eisen ten aanzien van de bereikbaarheid van economische centra en een veilige en vlotte doorvaart voor het goederenvervoer en recreatietoervaart. De containerterminals zijn bereikbaar voor tenminste klasse Va schepen (3.000 ton) met tenminste twee laagscontainersvaart en zijn alle overslagvoorzieningen voor bulk- en stukgoed te bereiken voor schepen van maximaal 1.000 ton met maximaal twee laagscontainervaart. Het streefbeeld geeft dus een samenhangend vaarwegennet in 2020 aan van de belangrijke verbindingen voor het goederenvervoer met een minimale vaarklasse en containervaart. Voor de doorgaande vaarroutes voor de recreatietoervaart is de kwaliteit gericht op veiligheid. Het geschetste streefbeeld dient als leidraad voor het duurzaam oplossen van de huidige en reëel te verwachten knelpunten. Hiervoor zijn maatregelenpakketten opgesteld. De belangrijkste conclusie is:
Om het goederenvervoer over water te faciliteren en de recreatietoervaart verder te ontwikkelen zullen nu maatregelen moeten worden genomen om het streefbeeld van een samenhangend en betrouwbaar vaarwegennet te realiseren. De maatregelen hebben betrekking op zowel de huidige situatie als op het realiseren van de ambities.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
11
Maatregelen en aandachtspunten Uit de toetsing van het streefbeeld aan de huidige situatie komt naar voren dat enkele vaarwegen en kunstwerken nu een knelpunt vormen ten aanzien van de huidige classificatie. Het maatregelenpakket voor de huidige situatie heeft betrekking op: • De route Twentekanaal-Almelo/Enschede: − Vergroten capaciteit sluis Eefde (een planstudie is gestart); − Verdiepen en verbreden Twentekanalen tussen Delden-Enschede en Zijkanaal naar Almelo (een planstudie is gestart); − Almelo-Zijkanaal naar klasse Va (een planstudie is gestart). • De route IJssel-Kampen: − Verdiepen en verbreden vaargeul Boven IJssel (planstudie gestart); − Verbinding IJssel via de sluis naar Deventer. Om de ambities te realiseren zijn ook maatregelen noodzakelijk. Het maatregelenpakket voor het realiseren van de ambities heeft betrekking op: • Het opwaarderen van de vaarweg Almelo-Coevorden; • Het oplossen van wachttijden (voor weg- en/of waterverkeer) bij de bruggen in Zwartsluis, Deventer, bij Blauwe Hand en de sluis Beukers; • Oplossen van de beperkte doorvaart spoorbrug Zutphen en vaargeul in de IJssel bij Olst/Wijhe). Naast de maatregelen zijn aandachtspunten aangegeven. Deze hebben betrekking op mogelijk te verwachten knelpunten. De belangrijkste aandachtspunten zijn: • Bereikbaarheid: mogelijke kustvaart naar Zuiderzeehaven en klasse III schepen naar Steenwijk; • Veiligheid: ondiepten bij bruggen en sluizen; • Doorstroming: toename weg en waterverkeer bij bruggen en sluizen. Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
12
Het is op dit moment niet mogelijk om een betrouwbaar en goed financieel overzicht te maken van de maatregelen en aandachtspunten. In het MIRT zijn wel de rijksmaatregelen opgenomen maar niet allemaal met de geraamde kosten. De kosten van de provinciale maatregelen en aandachtspunten zijn grof ingeschat op ca. € 100 mln. Hierin zit de opwaardering van de vaarweg Almelo-Coevorden, oplossen/verkenning naar wachttijden en verkenningen naar de mogelijkheden van kustvaart van en naar de Zuiderzeehaven, naar de (toekomstige) behoefte aan een klasse III vaarweg naar Steenwijk (BeukersSteenwijk), ondiepten bij bruggen en sluizen en de doorstroming waar weg en water elkaar kruisen. Relatie met andere nota’s op gebied van goederenvervoer Kwaliteitsnet Goederenvervoer Oost-Nederland en die van Twente In het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Oost-Nederland en het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Twente wordt een samenhangend netwerk van verbindingen tussen economische centra gepresenteerd waarover goederenvervoer via de weg, het water en het spoor op een verantwoorde wijze kan worden afgewikkeld. Het kwaliteitsnet is een momentopname (2005). De kwaliteit van een vaarweg is bepaald door het huidige vaarwegprofiel en bedieningstijden. In het kwaliteitsnet zijn wel alle vaarwegen opgenomen (ook vaarwegen die niet voldoen aan de landelijke vastgestelde minimale eisen ten aanzien van intensiteiten), maar niet van allemaal is de kwaliteit bepaald. De kwaliteit is niet bepaald voor de vaarwegen in beheer van de provincie en enkele rijksvaarwegen. •
Netwerkanalyse binnenhavens in Oost-Nederland De Netwerkanalyse binnenhavens in Oost-Nederland brengt het huidige en toekomstige netwerk van binnenhavens in Overijssel en Gelderland in beeld. De netwerkanalyse geeft inzicht in de functie van (het netwerk van) de binnenhavens. Op basis van de netwerkanalyse vaarwegen en de huidige en toekomstige functie van de binnenhavens wordt een streefbeeld opgesteld. Hierin wordt aangegeven welke binnenhavens potentie hebben om zich verder te (kunnen) ontwikkelen voor de bestaande en nieuwe watergebonden bedrijven. Uiteindelijk worden concrete uitvoeringsprojecten (quick wins) geformuleerd voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de binnenhavens. Er is één Netwerkanalyse binnenhavens voor Oost-Nederland opgesteld, omdat de binnenhavens in de Stedendriehoek en langs de Randmeren/IJssel een provinciegrens overstijgende relatie hebben. •
Binnenhavenvisie Twente, netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen Regio Twente heeft in samenwerking met gemeenten en bedrijven een regionale binnenhavenvisie opgesteld. In de Binnenhavenvisie Twente is het functioneren van de regionale binnenhavens en de kansen voor de toekomst van de binnenhavens en vaarwegen in beeld gebracht. Regio Twente heeft een maatregelenpakket samengesteld waarmee de regio nu en in de komende jaren concreet aan de slag gaat om het streefbeeld voor de binnenhavens en vaarwegen in Twente te kunnen realiseren. •
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
13
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
14
1 Aanleiding en doel
1.1
Aanleiding Aanleidingen voor deze netwerkanalyse zijn het verschijnen van het coalitieakkoord 2008-2011, het verschijnen van de Nota Mobiliteit, de uitkomsten van de netwerkanalyses uit 2006, de beleidsbrief “Varen voor een vitale economie”, de landelijke markt- en capaciteitsanalyse vaarwegen (LMCA) en het nieuwe MIRTprojectenboek. In al deze nota’s is een belangrijk onderdeel het goederenvervoer: de te verwachten groei van het goederenvervoer en de gevolgen voor de infrastructuur. Ook de omgevingsvisie Overijssel heeft als thema goederenvervoer. In de beleidsbrief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat “Varen voor een vitale economie” is aangegeven dat de provincies dienen te beschikken over een netwerkanalyse voor vaarwegen en binnenhavens. De provincies moeten een streefbeeld opstellen voor verdere versterking en ontwikkeling van binnenhavens, en aangeven welke keuzes daarbij worden gemaakt. Aan de streefbeelden worden maatregelen verbonden die vervolgens worden vertaald in quick wins. In december 2003 verscheen in het kader van de voorbereidingen op het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) de nota ‘Het Overijssels vaarwegennet in de toekomst; streefbeeld Overijssels vaarwegennet in 2020’. In de nota werd een visie gegeven op de scheepvaart in de toekomst en de daaruit te verwachten nautische knelpunten op de vaarwegen. De gegevens uit 2003 worden geactualiseerd en opgenomen in deze netwerkanalyse.
1.2
Doel van de nota Een netwerkanalyse brengt de ruimtelijke ontwikkeling en de mobiliteitsontwikkeling van een modaliteit en daaruit voortvloeiende potentiële problemen en opgaven in een gebied voor de periode 2010 en 2020 in kaart. Uitgangspunt bij een netwerkanalyse is dat geen onderscheid wordt gemaakt naar beheersgrenzen; er wordt gekeken naar de bereikbaarheid van deur tot deur. Bij het opstellen van de netwerkanalyse wordt een pakket met maatregelen ontwikkeld om de bereikbaarheid te verbeteren. Het doel van deze netwerkanalyse vaarwegen is aan de ene kant om na te gaan of het vaarwegennet in Overijssel in 2020 nog voldoet aan de eisen omtrent bereikbaarheid van economische centra en aan de andere kant om na te gaan wat de mogelijkheden zijn van
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
15
het stimuleren van het goederenvervoer over water in Overijssel. Deze netwerkanalyse gaat dus in op het huidige en toekomstig (2020) gebruik van de vaarwegen in Overijssel en de toekomstige bereikbaarheid van en naar economische centra/binnenhavens. Afstemming tussen het hoofdvaarwegennet en het onderliggende vaarwegennet is hierbij belangrijk met name op het gebied van vaarklasses en bedieningstijden. Daarom is deze nota in overleg met Rijkswaterstaat, als beheerder van het hoofdvaarwegennet, opgesteld. Er is een streefbeeld opgesteld waarin de provinciale ambities staan voor een “toekomstvast/duurzaam” vaarwegennet, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen. In een overzicht worden knelpunten aangegeven die reeds aanwezig zijn (de reële knelpunten), die voor 2020 ontstaan (de aandachtspunten) en die na 2020 kunnen optreden. In een tabel worden maatregelen voor de knelpunten aangegeven en aandachtspunten benoemd die op langere termijn mogelijk om een oplossing vragen. Het streefbeeld is ook opgezet om het netwerk van binnenhavens op te kunnen stellen. Een duurzame, toekomstvaste bereikbaarheid van binnenhavens is van levensbelang.
1.3
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de relevante beleidsdoelstellingen- en uitgangspunten. Ook wordt aandacht geschonken aan het vaarwegennet in relatie tot de netwerkanalyses in Overijssel. In hoofdstuk 3 wordt inzicht gegeven in de huidige intensiteiten en overslaggegevens op de vaarroutes en bij voorzieningen in Overijssel, de ontwikkelingen op het gebied van goederenvervoer over water en de ontwikkelingen in de beroeps- en recreatievaart. In hoofdstuk 4 wordt een streefbeeld geschetst van het vaarwegennet in Overijssel. Dit streefbeeld is vertaald in een beoordelingskader. In hoofdstuk 5 zijn maatregelen beschreven en zijn aandachtspunten aangegeven die mogelijk op langere termijn gaan spelen.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
16
2 Beleid
Vaarwegen strekken zich over de provincie grenzen heen. Daarom wordt in deze nota aangesloten bij Europese, landelijke en regionale beleidsnota’s en -plannen. Zonder dat de inhoud van al deze nota’s en plannen uitgebreid wordt herhaald volgt hieronder een korte opsomming van belangrijke doelen en uitgangspunten.
2.1
EU-beleid De belangrijkste verbindingsassen tussen de lidstaten in Europa zijn weergegeven in het Transeuropese Transport Network (TEN). Deze assen hebben vanuit de Europese Commissie de hoogste prioriteit gekregen. Opvallend is dat de verbindingsassen naar het Oost-Europese achterland geen onderdeel zijn van het TEN. In het ‘Witboek: Het Europees Vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen (2001)’ komt naar voren dat in de huidige situatie de binnenvaart in Europa te weinig benut wordt. Speerpunten in het beleid zijn het verschuiven van het goederentransport van het wegvervoer naar de binnenvaart, het creëren van betere aansluitingen voor de verschillende modaliteiten zodat binnenvaart eenvoudiger inzetbaar wordt en het oplossen van knelpunten in het vaarwegennet (verbreden vaarwegen, verhogen en verbreden van bruggen en sluizen). De Nota Mobiliteit (zie hieronder) sluit in grote lijnen hierbij aan met uitzondering van de verschuiving (modal shift) van weg naar water. Wat verder relevant is, is de Europese RIS-richtlijn (River Information Services). RIS is een Europees traject dat zich ten doel stelt de efficiency en de veiligheid van de binnenvaart te verbeteren door de introductie van informatie dienstverlening. Uitgangspunt is het verbeteren van de concurrentiepositie van deze modaliteit door de professionaliteit van binnenvaartbedrijven te helpen verhogen én door de vaarwegbeheerder meer overzicht te geven. Het doel van de voorgestelde richtlijn is River Information Services op alle communautaire binnenwateren van klasse IV of hoger tot stand te brengen, teneinde de veiligheid en doeltreffendheid van verkeers- en vervoersoperaties te verbeteren. Tenslotte is het actieplan NAIADES voor de bevordering van de binnenvaart in Europa van belang2. Dit programma loopt van 2006 tot 2013 en omvat vijf strategische werkterreinen: verbetering van de marktomstandigheden, modernisering van de vloot, ontwikkeling van het menselijk kapitaal, versterking van het imago en verbetering van de infrastructuur. 2
Zie voor meer informatie: COM(2007) 770 final.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
17
2.2
Rijksbeleid Nota Mobiliteit In de nota mobiliteit wordt veel aandacht gegeven aan het goederenvervoer. Het goederenvervoer speelt een cruciale rol in de bevoorrading van onze samenleving en is essentieel voor de ondersteuning van nationale en internationale bedrijvigheid. Vanwege het grote maatschappelijke en economische belang is de inzet van de Nota Mobiliteit het vervoer snel, betrouwbaar, veilig en binnen de randvoorwaarden van leefomgeving te accommoderen. Dit vereist goed functionerende netwerken voor alle modaliteiten. Daarbij wordt prioriteit gelegd bij de bereikbaarheid van de economische kerngebieden. De inzet van de Nota Mobiliteit richt zich de komende periode op betrouwbaar goederenvervoer van deur tot deur (o.a. prioriteit bij economische centra, multimodaal ontsluiten van bedrijventerreinen, aanpak ter verbetering van stedelijke distributie), schoon goederenvervoer (o.a. verbeteren milieuprestaties van alle modaliteiten, Transport efficiënte Economie) en veilig goederenvervoer (veilige infrastructuur, ontwikkelen van een Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen, aandacht voor security). In de beleidsbrief ‘Logistiek en supply chains’ wordt de ambitie om het maatschappelijke rendement van het goederenvervoer te vergroten binnen de randvoorwaarden van veilig, schoon en zuinig, uitgewerkt. Het (logistieke) bedrijfsleven moet het maatschappelijke rendement van het goederenvervoer verhogen door nieuwe aanvullende diensten te ontwikkelen: supply chain management (SCM). De overheid wil dit ondersteunen door de fysiek sterke positie van Nederland te behouden, door innovatie te bevorderen, door samenwerking tussen de betrokken partijen te faciliteren, door de bureaucratisering terug te dringen en door ervoor te zorgen dat milieu, veiligheid en ruimte niet in het gedrang komen. Ook wordt het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijker. De beleidsbrief bevat acties om het gestelde doel te bereiken; een deel daarvan is al opgenomen in de Nota Mobiliteit. Om de doelstellingen uit de Nota Mobiliteit en de beleidsbrief ‘Logistiek en supply chains’ te realiseren, worden in de komende periode onder meer de volgende acties ondernomen: • Ontwikkelen basisnet vervoer gevaarlijke stoffen; • Uitwerken project ‘ruimte langs de vaarweg’; • Voorlichting verkeersveiligheid goederenwegvervoer; • Uitbouwen van het Kwaliteitsnet goederenvervoer. Het kabinet wil de groei van mobiliteit, binnen de wettelijke kaders van ondermeer veiligheid en leefomgeving, geen beperkingen opleggen en de bereikbaarheid verbeteren. De betrouwbaarheid, snelheid en veiligheid van een reis moeten toenemen. Het Rijk bevordert een gebiedsgerichte aanpak met inachtneming van de bestuurlijke verantwoordelijkheidsverdeling. De hoofdverbindingsassen verbinden de economische kerngebieden en stedelijke netwerken intern en onderling, en verbinden deze tevens met de belangrijkste grootstedelijke gebieden in het buitenland. De knelpunten op de hoofdverbindingsassen weg, water en spoor worden in samenhang bezien en krijgen prioriteit. De ambitie is het
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
18
realiseren van betrouwbare reistijden voor de binnenvaart in 2020 met prioriteit voor de hoofdverbindingsassen. Het Rijk werkt de onderhoudsachterstanden op de hoofdvaarwegen weg. In Overijssel gaat het daarbij om de IJssel en Twentekanalen. Het Rijksstreefbeeld voor 2020 is dat de doorgaande nationale hoofdvaarwegen (IJssel) tenminste voor Klasse Va-schepen en vierlaagscontainervaart en de overige hoofdvaarwegen (Twentekanalen) ten minste geschikt zijn voor Klasse IV en drielaagscontainervaart. Op de hoofdvaarwegen wordt gestreefd naar een gemiddelde totale wachttijd bij sluizen van maximaal dertig minuten in de maatgevende maand (RVW 2005). Verder moeten er op de hoofdvaarwegen – ook voor schepen met gevaarlijke stoffen – voldoende ligplaatsen zijn en de bediening van de kunstwerken moet zo veel mogelijk afgestemd worden op de wensen vanuit de markt. Ook moet rekening gehouden worden met de richtlijnen uit het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. In het MIRT 2008 zijn de bovenstaande projecten opgenomen. De vaarwegbeherende overheden formuleren op basis van de streefbeelden voor de hoofdverbindingsassen gebiedsgerichte doelen voor onderhoud, bediening en ontwikkeling van hun eigen vaarwegen en zorgen voor afstemming met het hoofdvaarwegennet. Provincies en WGR-plusregio’s dragen er zorg voor dat op strategische punten binnen de economisch kerngebieden voldoende ruimte wordt gereserveerd voor overslag van bulkgoederen en containers op binnenvaartschepen. Het aantal ongevallen met significante gevolgen is in 2010 en 2020 door permanente verbetering op de Nederlandse binnenwateren verminderd tot onder de 275 per jaar. De Rijksoverheid bevordert het veiligheidsbewustzijn onder overheidsdiensten, bedrijven en burgers en stimuleert het gebruik van informatie en communicatietechnologie. Het Rijk streeft naar zo veel mogelijk scheiding van beroepsvaart en recreatievaart. Als dat niet mogelijk is wordt waar nodig maatregelen genomen/aangepast om veilig samengaan mogelijk te maken. De betrokken decentrale overheden houden bij het opstellen van streekplannen, provinciale verkeers- en vervoersplannen en bij het beoordelen van bouwen bestemmingsplannen onder meer rekening met de voor de veiligheid en vaarfunctie benodigde ruimte langs de vaarweg. Verder faciliteren zij alternatieve routes voor de recreatievaart, zoals is aangegeven in de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland. Ook realiseert Rijkswaterstaat het River Information Services (RIS) op vaarwegen en aanliggende havens in decentraal beheer, conform de Europese RIS-richtlijn. De ministeries van Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken zijn gezamenlijk hiervoor verantwoordelijk en Rijkswaterstaat is belast met de introductie van RIS. Tot slot dient te worden gezorgd voor adequate capaciteit, geoefendheid en inzetbaarheid van hulpverlening en rampenbestrijding op gemeentelijk ingedeelde wateren. Het laatste wat uit de Nota Mobiliteit aan de orde dient te komen, is dat er voorbereidingen worden getroffen om de invoering van beprijzen mogelijk te maken, zonder dat er nu al gekozen wordt voor een bepaalde vorm. Deze beprijzing van mobiliteit kan ook invloed hebben op het gebruik van de vaarwegen, echter deze invloed is nu nog niet in te schatten. De mogelijkheden van beprijzing wordt in EU-verband verder onderzocht.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
19
Beleidsbrief Varen voor een vitale economie Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord aangekondigd dat goederenvervoer over water en de innovatie van de binnenvaart zullen worden gestimuleerd. In de beleidsbrief ‘Varen voor een vitale economie: een veilige en duurzame binnenvaart’ (DGTL, november 2007) geeft het kabinet aan welke maatregelen getroffen worden om aan deze intentie invulling te geven. In de nota is gekozen voor vijf speerpunten in het beleid: • Een toekomstvast netwerk van vaarwegen en havens (waaronder investeringsimpuls voor binnenhavens en wegwerken onderhoudsachterstand rijksvaarwegen); • De schoonste vorm van vervoer (waaronder programma Voortvarend Besparen); • Versterken van de concurrentiepositie; • Permanente aandacht voor de veiligheid; • Een goed klimaat voor vernieuwingen in de binnenvaart. Landelijke markt- en capaciteitsanalyse vaarwegen (LMCA) Een belangrijke bouwsteen voor de beleidsbrief is de landelijke markt- en capaciteitsanalyse vaarwegen (DGTL, mei 2007). In deze LMCA is de beleidsstrategie verwoord voor de verdere ontwikkeling van de binnenvaart, op basis van het belang van de verschillende marktsegmenten in de binnenvaart. De potentiële beleidsmaatregelen zijn ingedeeld en beoordeeld in drie clusters, namelijk maatregelen die een positief effect kunnen hebben op de beladingsgraad van binnenvaartschepen, op de omloopsnelheid van de binnenvaartschepen en op de toepassing van nieuwe logistieke concepten(om de afhandelingstijd in de zeehavens in te korten). In de beleidsstrategie wordt het belang van regionaal ruimtelijk beleid onderkend. Het is namelijk belangrijk dat er voldoende ruimte beschikbaar blijft voor (regionale) natte bedrijventerreinen en laad- en losplaatsen om te voorkomen dat bedrijven gaan transporteren over de weg of in sommige gevallen activiteiten verplaatsen naar het buitenland. Verder wordt aangegeven dat de focus moet liggen op betrouwbare reistijden en aflaaddieptes en niet zozeer op verruiming van de vaarwegen. Ook moet er meer vanuit een corridorgedachte gewerkt worden; het heeft geen zin om vaarwegen te verdiepen als de aanliggende binnenhavens niet verdiept worden. Nota Binnenhavens: kansen voor de regio’s Het rapport ‘Binnenhavens: kansen voor de regio’s’ (DGTL, 10 maart 2006) gaat in op de problematiek rondom binnenhavens in Nederland. Volgens DGTL moeten – conform de lijn die is uitgezet in de Nota Mobiliteit - de volgende verantwoordelijkheden worden aangehouden: de provincies ontwikkelen een binnenhavenvisie, de gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor de binnenhavens, de Rijksoverheid vormt een “steun in de rug” wanneer de provincie of de gemeente tegen een probleem aanloopt. Nota Ruimte voor de Rivier In de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier worden maatregelen voorgesteld om de veiligheid in de toekomst te kunnen garanderen. Voor de IJsseldelta wordt tot nu toe gekozen voor zomerbedverdieping van de IJssel voor de korte termijn (2015), met de bypass als mogelijk alternatief. In de PKB is een gebied ruimtelijk gereserveerd waar grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen zullen worden geweerd om de aanleg van de bypass open te houden. De resultaten van het project IJsseldelta zullen worden opgenomen in de PKB.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
20
Een bypass (bij Kampen) wordt bevaarbaar voor recreatievaart. Bij de nieuwe wijk van Kampen is alle aanleiding om een recreatiehaven op te nemen. Voor de recreatievaart wordt een schutsluis gemaakt tussen IJssel en bypass, zodat de bypass altijd doorvaarbaar is. De bypass houdt ook in dat om en nabij de Hanzestad Kampen een rondvaart gemaakt kan worden. Netwerkanalyses In de Nota Mobiliteit is aangegeven dat de verschillende beheerders gezamenlijk netwerkanalyses maken voor een gebiedsgerichte aanpak. Een netwerkanalyse brengt de ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteitsontwikkeling van alle modaliteiten en daaruit voortvloeiende potentiële problemen en opgaven in een gebied in kaart. In de provincie Overijssel is in 2006 voor drie stedelijke regio’s een netwerkanalyse opgesteld, te weten de regio Noord-Overijssel, Regio Twente en de Stedendriehoek. In de netwerkanalyses is aangegeven dat de regio’s via het water vanuit de zeehavens in Nederland en het IJsselmeergebied zijn te bereiken en dat dit een belangrijke schakel is in de bereikbaarheid van de economische kerncentra. Voor Noord-Overijssel is dit de IJssel en het IJsselmeer, voor Regio Twente is dit het Twentekanaal en voor de Stedendriehoek is dit de IJssel. Deze verbindingen vormen een belangrijk onderdeel van het binnenvaartnetwerk in Nederland. In 2006 is in de regio Kampen-Zwolle circa 3,4 miljoen ton goederen en 6.000 TEU containers overgeslagen, in de regio Twente circa 5,6 miljoen ton goederen en 50.000 TEU containers overgeslagen en in Deventer (deel van de regio Stedendriehoek) circa 1,3 miljoen ton goederen overgeslagen.
2.3
Provinciaal beleid Coalitieakkoord 2007-2011 In april 2007 is het nieuwe coalitieakkoord verschenen. Daarin staat de ambitie van Overijssel om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi landschap. Eén van de onderdelen om een sterke regionale economie te behouden, is het bieden van ruimte aan bedrijven door zowel herstructurering als nieuwbouw. Voor het verbeteren van de mobiliteit wordt onder andere ingezet op het verbeteren van de waterverbinding Kampen-Harlingen en Twentekanaal. Voor het behouden van de waterkwaliteit en waterveiligheid wordt ingezet op het programma Ruimte voor de IJssel en Ruimte voor de Vecht/Regge. Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP): Vlot en Veilig Verder De provincie streeft naar een kwalitatief goed hoofdsysteem van verbindingen voor het wegverkeer inclusief het vrachtverkeer, de scheepvaart, het openbaar vervoer en de fiets. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de verbindingen gericht op de stedelijke netwerken in Overijssel, te weten Zwolle-Kampen Netwerkstad, Stedendriehoek en Regio Twente. Voor de scheepvaart gaat het om een goed toegankelijk en bereikbaar beroepsvaarwegennet. Voor de recreatietoervaart in met name Noordwest-Overijssel gaat het om regionale vaarverbindingen in het kader van de landelijke ‘Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland’ (BRTN).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
21
Het PVVP constateert dat, uitgaande van de situatie in 2005, vooralsnog de capaciteit van het Overijsselse vaarwegennet voldoende is om de verwachte groei op te vangen, maar dat er sprake is van specifieke knelpunten en aandachtspunten. Het PVVP geeft aan dat de ontwikkelingen op het gebied van de scheepvaart (zoals de grootte en andere scheepstypen) in de toekomst tot nieuwe knelpunten op het vaarwegennet leiden. Voor de Rijksvaarwegen zijn de huidige knelpunten de vaargeul naar de IJssel, de keersluis in het Meppelerdiep en de bevaarbaarheid op de IJssel en de Twentekanalen (ondermeer de sluiscapaciteit bij Eefde). Voor de recreatietoervaart in Overijssel zijn de afmetingen/capaciteit van de sluizen bij Blokzijl en Beukers en de diepgang van een aantal recreatieve vaarroutes een knelpunt. In het nog op te stellen beleidsplan beheer vaarwegen wordt dit meegenomen. In het kader van de Beleidsvisie recreatietoervaart Nederland (BRTN) wordt, parallel met het reguliere onderhoud, een aantal provinciale vaarroutes uitgediept. De BRTN wordt als leidraad beschouwd voor het provinciale beleid ten aanzien van de recreatietoervaart in Overijssel. In het PVVP is verder aangegeven dat naar verwachting het goederenvervoer in de periode tot 2020 toe zal nemen. Het PVVP ziet de provinciale rol ten aanzien van het bevorderen van het gebruik van goederenvervoer over water beperkt en de inzet zal navenant beperkt zijn. De acties van de provincie liggen op het vlak van medewerking verlenen aan kansrijke initiatieven uit de markt ter verbetering van de bereikbaarheid van economische centra voor het goederenvervoer en samen met gemeenten in een vroegtijdig stadium de gevolgen nagaan van de locatie en ontsluiting van natte bedrijventerreinen. In het PVVP wordt al geconstateerd dat vanwege de toename van zowel het wegverkeer als de scheepvaart de verwachting is dat er in de nabije toekomst lange(re) wachttijden en onveilige situaties ontstaan bij bruggen en sluizen. De provincie houdt deze ontwikkelingen in de gaten. Bij het zoeken naar oplossingen zal voor de bereikbaarheid van de economische centra in eerste instantie prioriteit worden gegeven aan de doorstroming van het wegverkeer en de beroepsvaart ten nadele van de recreatieve scheepvaart. Voor het toeristische-economische centrum Noordwest-Overijssel zal meer maatwerk in de brugbediening (mate van openstaan) worden toegepast. Naast bovengenoemde knelpunten wordt in de gebieduitwerkingen van het PVVP nog ingegaan op de volgende aspecten: • De ontwikkeling van de Zuiderzeehaven bij Kampen is belangrijk voor het goederenvervoer over water. Dit geldt ook voor de herstructurering van Haatland 1-6, dat als topproject is opgenomen in het Actieprogramma bedrijventerreinen van het ministerie van Economische Zaken. Voor de recreatietoervaart is de verbetering van enkele provinciale vaarroutes in Noordwest-Overijssel wenselijk. • Op het gebied van de binnenvaart is de revitalisering van voornamelijk “natte” bedrijventerreinen in de gemeente Deventer een punt van aandacht. Specifieke aandacht is nodig voor de havenfaciliteiten/overslag. • Voor wat betreft het stimuleren van het gebruik van vervoer van goederen over water is de Regio Twente in belangrijke mate aangewezen op de Twentekanalen. In dit verband wordt gewerkt aan de herstructurering van de “natte” bedrijventerreinen langs de Twentekanalen. Het Havengebied Enschede, Industrieterrein Twentekanaal
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
22
in Hengelo en het havengebied Almelo zijn topprojecten en onderdeel van het “Actieprogramma bedrijventerreinen” van het ministerie van Economische Zaken. Om optimaal van de bedrijventerreinen/overslagfaciliteiten gebruik te kunnen maken, moet het Twentekanaal (gefaseerd) geschikt worden gemaakt voor schepen van Klasse Va. Rijkswaterstaat is gestart met een planstudie, waarbij duidelijk moet worden welke klasse vaarweg noodzakelijk is. Omgevingsvisie Overijssel De omgevingsvisie Overijssel schetst het provinciaal beleid ten aanzien van de fysieke leefomgeving. Eén van de thema’s is mobiliteit. Voor mobiliteit en bereikbaarheid ligt de inzet in het verlengde van het recent vastgestelde Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan “Vlot en veilig verder”. Het gaat om een duurzaam verkeers- en vervoerssysteem met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder verkeersveilige omstandigheden. De opgaven liggen vooral in het accommoderen van een groeiende mobiliteitsbehoefte (kwalitatief en kwantitatief) en het verminderen van de effecten op de omgeving (geluid, risico, uitstoot). Om toeristen aan de provincie te blijven binden, wil de omgevingsvisie een versterking van het toerisme door bijvoorbeeld het versterken van basiskwaliteiten zoals routeinfrastructuur in onder andere kop van Overijssel. De omgevingsvisie wil onder meer tot wervende alternatieven komen voor goederenvervoer over water en spoor. Ten aanzien van de provinciale vaarwegen is recent de vaarweg Almelo-Coevorden naar 600 ton uitgebouwd. Na 2010 zou er een herijking plaatsvinden over het nut en de noodzaak van een uitbouw naar 800/1000 ton. In het kader van het stimuleren van goederenvervoer over water en ontwikkelingen in het goederenvervoer (ook over de weg) is een opwaardering van de vaarweg naar 1.000 ton noodzakelijk.
2.4
Regionaal beleid In het Regionaal Mobiliteitsplan (RMP) Twente 2007-2011 wordt aangegeven dat de binnenvaart, na het wegvervoer, de belangrijkste modaliteit is voor goederenvervoer van en naar Twente (Regio Twente, 27 juni 2007). Eén van de hoofdpunten van het beleid is dan ook om de kansen van de binnenvaart te benutten. In de ‘Binnenhavenvisie Twente, netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen’ wordt dit verder uitgewerkt. Daartoe worden de infrastructurele knelpunten aangepakt, waaronder het vaarwegprofiel van het Twentekanaal en het Zijkanaal naar Almelo, de breedte van de vaarweg AlmeloCoevorden en de capaciteit van de sluis bij Eefde. Rijkswaterstaat is ook hier gestart met een planstudie om na te gaan wat voor een sluis wenselijk is en naar de mogelijkheden voor verdieping en verbreding van de Twentekanalen vanaf Delden. In de structuurvisie van Regio Stedendriehoek is aangegeven dat de IJssel en de Twentekanalen een belangrijke rol spelen in met name de aanvoer van goederen over water. Stimuleren ervan kan de druk op het wegennet (A1 en A50) mogelijk verminderen. In Deventer, Lochem en Zutphen vindt overslag van goederen via water plaats.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
23
2.5
Overige relevante beleidsdocumenten Kwaliteitsnet Goederenvervoer Oost-Nederland en die van Twente Het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Oost-Nederland en het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Twente is een samenhangend netwerk van verbindingen tussen economische centra waarover goederenvervoer via de weg, het water en het spoor op een verantwoorde wijze kan worden afgewikkeld. Het kwaliteitsnet is een momentopname. Met behulp van CROW-criteria zijn de verbindingen aangegeven die voldoen aan een bepaalde minimale intensiteit. Van deze verbindingen is, door middel van landelijke vastgestelde CROW-indicatoren, de huidige kwaliteit vastgesteld en in kaart gebracht. Vaarwegen die niet voldoen aan de minimale intensiteit (overwegend in beheer van de provincie) zijn wel opgenomen in het kwaliteitsnet, maar is de kwaliteit niet bepaald. De kwaliteitsindicatoren hebben alleen betrekking op de huidige diepgang, de hoogte van vaste bruggen en de wachttijden bij sluizen. Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland De Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland brengt het huidige en toekomstige netwerk van binnenhavens in Overijssel en Gelderland in beeld. De netwerkanalyse geeft inzicht in de functie van (het netwerk van) de binnenhavens. Op basis van de netwerkanalyse vaarwegenvisie en de huidige en toekomstige functie van de binnenhavens wordt een streefbeeld opgesteld. Hierin wordt aangegeven welke binnenhavens potenties hebben om zich verder te ontwikkeld voor huidige en nieuwe watergebonden bedrijven. Uiteindelijk worden concrete uitvoeringsprojecten (quick wins) geformuleerd voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de binnenhavens. Er wordt één Netwerkanalyse binnenhavens voor Oost-Nederland opgesteld, omdat de binnenhavens in de Stedendriehoek en langs de Randmeren/IJssel een relatie hebben. Binnenhavenvisie Twente, netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen Regio Twente heeft in samenwerking met gemeenten en bedrijven een regionale binnenhavenvisie opgesteld. In de Binnenhavenvisie Twente is het functioneren van de regionale binnenhavens en de kansen voor de toekomst van de binnenhavens en vaarwegen in beeld gebracht. Regio Twente heeft een maatregelenpakket samengesteld waarmee de regio nu en in de komende jaren concreet aan de slag gaat om het streefbeeld voor de binnenhavens en vaarwegen in Twente te kunnen realiseren.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
24
3 Ontwikkelingen
3.1
Infrastructuur Vaarwegen De totale lengte van het vaarwegennet in Overijssel is circa 300 km, waarvan circa 220 km geschikt is voor de beroepsvaart. Circa 145 km van het vaarwegennet is in beheer van het Rijk en 155 km in beheer van de provincie waarvan 25 km niet geschikt is voor de scheepvaart (zowel voor de beroeps- als recreatietoervaart). De verbinding van het IJsselmeer via de IJssel met het Zwolle-IJsselkanaal, het Zwarte Water en het Meppelerdiep en de verbinding via de IJssel naar het Twentekanaal zijn voor de beroepsvaart belangrijk. Ook de verbinding met de IJssel (noord-zuid verkeer) Duitsland-Rotterdam is belangrijk. Voor de recreatietoervaart is de route over het Zwarte Meer, het Meppelerdiep en het kanaal Beukers-Steenwijk door Noordwest-Overijssel richting de Friese meren belangrijk. Hier loopt een hoofdtoervaartroute als onderdeel van de landelijke recreatietoervaartnet (BRTN). Overigens maken in het kader van het landelijke recreatietoervaartnet alle vaarwegen in Overijssel hier onderdeel van uit. Het IJsselmeer en Ketelmeer zijn belangrijke wateren voor de aan en afvoer van goederen in Overijssel en Drenthe. Kampen en Meppel zijn sterk afhankelijk van de aan- en afvoer via de vaargeulen in Ketelmeer, het IJsselmeer, het Markermeer, het IJsselmeer en Waddenzee (via Lorentzsluizen bij Kornwerderzand). De Rijn en Boven IJssel zijn voor Deventer en de regio Twente belangrijk. Overslagvoorzieningen De beroepsvaart is gebaat bij een goede bereikbaarheid van voorzieningen voor overslag en van laad- en loskades. Openbaarheid, diepgang en kadelengtes zijn belangrijk. Daarnaast bepaalt de soort voorzieningen in havens de aantrekkelijkheid om goederen over te slaan. Hierbij valt te denken aan (mede)gebruik van overslagfaciliteiten zoals (mobiele) kranen en de aan- en afvoermogelijkheden/-capaciteit van goederen over de weg. In Overijssel zijn veertien havens waar bedrijven gebruik maken van overslag van goederen via de laad-loskades. De bedrijven die gevestigd zijn aan het water hebben veelal eigen laad-losvoorzieningen (vaste of mobiele kranen). De bedrijven die niet aan het water zijn gevestigd, kunnen gebruik maken van de openbare laad-loskades in de havens maar dienen wel zelf mobiele kranen in te huren voor de overslag. Bedrijven kunnen ook gebruik maken van faciliteiten voor containeroverslag die via de Combi
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
25
Terminal Twente in Hengelo en ROC Kampen worden aan-en/of afgevoerd via de zeehavens en het achterland. Ruimtelijk economische ontwikkelingen havens Tabel 3.1 laat gegevens zien van de havenlocaties in de belangrijke economische gebieden met betrekking tot de bereikbaarheid via het water, mogelijkheden van (nieuwe) bedrijfslocaties, ontwikkelingen die reeds in gang zijn gezet en nieuwe plannen en de toegankelijkheid van de overslagvoorziening (openbaarheid). Tabel 3.1
Bereikbaarheid en ontwikkelingen belangrijke havenlocaties Plaats
Bereikbaar /
Nat terrein
vaardiepte
beschikbaar
Klasse Va
2,5 ha nat
Ontwikkelingen
Toegankelijkheid
Herstructurering Voorst
Particulier/ openbaar
Zwolle Haven Voorst
topproject Kampen - Zuiderzeehaven
Klasse Va
70 ha bruto ZZH (nat)
- Haatlandhaven
Uitgifte ZZH sinds 2007
Particulier/ openbaar
Herstructurering HLH
Hengelo Twentekanaal
Klasse IV
Noord + Zuid
30 ha nat
Revitalisering Twentekanalen
Noord (15) + Zuid (15)
Uitbreiding kade CTT
Particulier/ openbaar
topproject Almelo Havengebied
Klasse IV
2-5 ha nat
Revitalisering Dollegoor
Particulier/ openbaar
topproject XL Businesspark
Klasse IV
Twente
180 ha bruto
Uitgifte XL Businesspark
waarvan 10 ha nat
Twente in 2008 gestart
Aanleg openbare kade
2-5 ha nat
Revitalisering Havengebied
Particulier/ semi-
topproject
openbaar 300 m
Revitalisering Bergweide
Particulier/ openbaar
Enschede Havengebied
Klasse IV
Deventer Havengebied
Klasse Va
1-2 ha nat
Bron: gemeenten
Uit de tabel valt af te lezen dat bijna alle belangrijke Overijsselse overslaglocaties c.q. havens bereikbaar zijn voor Klasse Va binnenvaartschepen. De binnenhavens in Twente, zoals in Hengelo, Almelo en Enschede, zijn niet bereikbaar voor de Klasse Va schepen (alleen met ontheffing). Dit komt door de beperkingen in diepgang en breedte van de Twentekanalen vanaf Delden. In Twente wordt een nieuw regionaal bedrijventerrein XL Businesspark Twente in Almelo ontwikkeld (180 ha bruto) waarvan een deel aan de zijtak naar Almelo geschikt is voor watergebonden bedrijvigheid. De ontwikkeling van Kampen is mede afhankelijk van de nieuwe Zuiderzeehaven (70 ha bruto). Een verdere ontwikkeling is afhankelijk van de toegankelijkheid via de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
26
De ontwikkeling van de binnenhavens is ook afhankelijk van de aansluitingen op het vaarwegennet. Zo ligt de ontwikkeling van de overslagfunctie in Deventer onder druk. Naast de revitalisering van het havengebied is een goede en vlotte doorvaart naar de IJssel (brug en sluis) een toenemend knelpunt. Het lokale wegverkeer neemt hier sterk toe, zodat de afstemming van de brugbediening voor water en weg onder druk komt te staan.
3.2
Goederenvervoer De binnenvaart vervoert op jaarbasis gemiddeld 325 miljoen ton lading. Dat is ca. 30% van het totale vervoerde gewicht van goederen in/via Nederland). Het marktaandeel van de nationale binnenvaart in het binnenlandse vervoer is ca. 20% en internationaal ca. 65%. Ongeveer 10% van de vervoerde goederen over water worden vervoerd in containers en ongeveer 23% van de vervoerde goederen over water zijn gevaarlijke stoffen. Het totale goederenaanbod zal tussen 2000 en 2020 tussen de 60% en 75% toenemen. Het aandeel voor de binnenvaart is (nog) niet bekend. Het containervervoer via het water is de afgelopen sterk gegroeid en zal naar verwachting verder flink toenemen (met een jaarlijkse groei tussen 4% en 6% tot 2020).
Jaarlijks vervoert de binnenvaart ongeveer 2,5 miljoen TEU3 over de Nederlandse binnenwateren. Ongeveer 60% van de vervoerde containers zijn 40-voets containers (2 TEU). Het containervervoer over de binnenwateren maakt een zeer snelle groeiontwikkeling door. In 1980 werd zo'n 60.000 TEU vervoerd. In 1985 was dat zo'n 200.000 TEU en in 1995 werd de mijlpaal van 1 miljoen TEU bereikt. 3
Een TEU (Twenty feet Equivalent Unit) staat gelijk met een 20-voets container (ca. 6 meter).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
27
De binnenvaart vervoert jaarlijks rond 70 miljoen ton gevaarlijke stoffen. Dat is 23% van de totaal vervoerde lading per binnenschip. Het wegvervoer heeft 15% en het spoor 5%. Het grootste deel van de vervoerde goederen zijn bulk- en stukgoederen. Het gaat voornamelijk om erts, zand en grind. Verdeling over de vaarwegen De IJssel is de belangrijkste vaarweg van Overijssel voor de beroepsvaart met in 2005 naar schatting ruim 12 miljoen ton goederen waarvan een deel doorvoer is4. Het Twentekanaal sluit aan op de IJssel en via deze vaarweg (vanaf Sluis Eefde) is ongeveer 7 miljoen ton goederen vervoerd in 2005. Hiervan is 5,3 miljoen ton bestemd voor de regio Twente (Twentekanaal inclusief Zijkanaal naar Almelo). Het deel dat verder via de vaarweg Almelo-Coevorden wordt vervoerd is ongeveer 0,2 miljoen ton in 2005. Via het Zwolsche Diep en het Meppelerdiep is ongeveer 2,0 miljoen ton in 2005 goederen vervoerd. Via het Zwolle-IJsselkanaal en het Zwarte Water is ongeveer 2,5 miljoen ton vervoerd in 2005. Over het kanaal Beukers-Steenwijk is ongeveer 0,2 miljoen ton aan goederen vervoerd in 2005. In onderstaande tabel zijn voor deze vaarroutes de volumes weergegeven voor de jaren 2000 en 2005 en voor 2020 geschat. Tabel 3.2
Goederenvolumes belangrijkste vaarroutes in Overijssel (bronnen: provinciale vaarwegenvisie Overijssel, 2003, Overzicht van de Scheepvaart, RWS, 2006) Tonnen goederen (miljoen) Vaarroute
2000
2005
2020
Overijssel totaal
13,3
14,6
20,5
6,5
6,8
9,5
1,9
2,0
3,7
2,4
2,5
3,4
5,2
5,6
8,7
1,0
1,0
1,5
0,2
0,2
0,4
0,1
0,2
0,3
Doorvoer over IJssel Zwolsche diep en Meppelerdiep (Meppelerdiepsluis) Zwolle IJsselkanaal en Zwarte Water (Spooldersluis) Twentekanalen (sluis Eefde) waarvan Zijkanaal naar Almelo (haven Almelo + sluis Aadorp) Vaarroute Almelo-Coevorden (sluis Aadorp) Kanaal Beukers-Steenwijk (sluis Beukersschutsluis)
In 2005 is een beperkte groei opgetreden ten opzichte van de situatie in 2000. Op de Twentekanalen is het vervoer over water iets toegenomen.
4
In 1998 is naar schatting 12,7 mln ton via de Boven-IJssel vervoerd (IJsselkop-Zutphen) en 6,8 miljoen ton via de BenedenIJssel (Zutphen-Grens Overijssel); Bron Goederenvervoer Boven-IJssel ECORYS, 2002.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
28
Verdeling over de binnenhavens In de Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland van de provincie Overijssel en de Binnenhavenvisie Twente, een netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen van Regio Twente, worden de binnenhavens beschreven op het gebied van ruimtelijkeconomische structuur, de (toekomstige) bereikbaarheid en toekomstige ontwikkelingen op gebied van goederenvervoer over water. Het betreft in totaal veertien binnenhavens in Overijssel te weten: Zwolle, Kampen, Deventer, Hardenberg, Steenwijk, Zwartsluis, Hasselt, Genemuiden, Hengelo, Almelo, Enschede, Delden, Goor en Markelo. In Hengelo en Kampen worden containers overgeslagen. De andere binnenhavens zijn belangrijke vestigingsplaatsen voor de zand- en grindbedrijven en betoncentrales, veevoederindustrie, houtproducenten en aardolieproducenten. Tevens zijn de binnenhavens vestigingsplaats voor watergebonden activiteiten als scheepsbouw en reparatie. In het netwerk van binnenhavens wordt momenteel ruim 11,4 miljoen ton bulken stukgoederen overgeslagen (waarvan 5,6 miljoen ton in Twente) en ca. 50.000 TEU containers in Hengelo en ca. 6.000 TEU containers in Kampen overgeslagen. Voorspellingen geven aan dat de containeroverslag blijft groeien. In totaal kan ca. 700 ha als “natte” bedrijventerrein worden aangemerkt en is ca. 200 ha nieuw uit te geven. Er wordt in de netwerkanalyses een gewenst toekomstig netwerk van binnenhavens beschreven. Om het netwerk te realiseren zijn streefbeelden voor Oost-Nederland (incl. Twente) opgesteld.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
29
Figuur 3.1
Overzicht Streefbeeld: Toekomstig netwerk van binnenhavens in Oost-Nederland
Steenwijk Meppel Coevorden
Genemuiden Zwartsluis Kampen
Hasselt
Hardenberg
Zwolle
Elburg
■ Almelo
Harderwijk Deventer
Goor Markelo ■
Nijkerk
Delden Hengelo ■ ■ Enschede
■
Zutphen
Rheden Culemborg
Geldermalsen Lingewaal Neerijnen Zaltbommel
Wageningen
Buren
NederBetuwe
■
■
■
Ubbergen Rijnwaarden Druten Nijmegen ■ ■ ■Westervoort ■ West Maas en Waal Tiel
Maasdriel Ontwikkeling natte kavels Activeren laad- en losfaciliteiten
Lochem
■ Doesburg
Arnhem
Overbetuwe
■
Doetinchem
Binnenhavens met overslag bulkgoederen Overijssel Kleine binnenhavens met vnl. zand en grind Binnenhavens met overslag bulkgoederen Gelderland Binnenhavens met overslag containers
■ Binnenhavens Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen Binnenhavens Drenthe
De belangrijkste conclusies zijn: • De containeroverslag in Kampen en Hengelo zal verder worden gestimuleerd; • De binnenhavenactiviteiten in Hardenberg ontwikkelen zich in relatie tot Coevorden. met name ten aanzien van containeroverslag; • Grote ontwikkelingen op het gebied van uitbreiding van natte bedrijventerreinen vinden plaats in Kampen en XL Businesspark Twente; • De binnenhavenactiviteiten in Deventer worden in samenhang met Zutphen ontwikkeld; • De toegang tot de meeste binnenhavens is beperkt. Diepgang, interne wegontsluiting en het ontbreken van voldoende kadefaciliteiten zijn veel voorkomende knelpunten. In de onderstaande figuur zijn de ontwikkelingen in de goederenoverslag in de Overijsselse binnenhavens weergegeven (Bron: Vaarwegenvisie Overijssel).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
30
Figuur 3.2
Ontwikkelingen goederenoverslag in Overijssel, 2005 (Bron: Vaarwegenvisie Overijssel)
In onderstaande tabel is per locatie de overslag in tonnen aangegeven. Coevorden (via de vaarweg Almelo-Coevorden) en Meppel (via het Zwarte Water/Ramsdiep en Meppelerdiep) zijn in de tabel opgenomen gezien de relevantie voor het gebruik van het Overijsselse vaarwegennet. Tabel 3.3
Locaties in Overijssel met overslag van goederen via water (in tonnen) (Bron CBS) Locatie
Overslag goederen via water
Overslag goederen via water
2000
2005
Hengelo
2.500.000
3.400.000
Kampen
2.300.000
1.700.000
Zwolle
1.500.000
1.650.000
Almelo
800.000
850.000
Deventer
950.000
800.000
Enschede
300.000
400.000
Hasselt
410.000
400.000
Genemuiden
220.000
200.000
Zwartsluis
170.000
160.000
Hardenberg
120.000
60.000
50.000
180.000
Goor
130.000
130.000
Delden
180.000
330.000
Markelo
100.000
130.000
Coevorden
130.000
100.000
1.600.000
1.600.000
Steenwijk
Meppel
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
31
De belangrijkste havens liggen in de regio’s Noord-Overijssel (Zwolle en Kampen), de regio Twente (Hengelo en Almelo) en de regio Stedendriehoek (Deventer). In de meeste havens is de overslag van goederen redelijk stabiel gebleven. Met name in Hengelo is de overslag van goederen (inclusief de sterke groei van containeroverslag) toegenomen. In Kampen is de overslag van goederen volgens de cijfers van CBS gedaald. In totaal is de goederenoverslag in de havens van economische centra in Overijssel tussen 2000 en 2005 gelijk gebleven met ongeveer 10 tot ca. 11 miljoen ton per jaar. De haven van Hengelo en Meppel beschikken ook over faciliteiten voor de overslag van containers via de binnenvaart. De Combi Terminal Twente in Hengelo is in 2001 gestart met 6.000 containers (10.000 TEU) en gegroeid naar ruim 32.000 containers (50.000 TEU) in 2008. De overslag van containers in Kampen is in 2008 ongeveer 4.500 containers (6.000 TEU). De terminal in Meppel (MCS Meppel) is operationeel sinds eind jaren negentig. De overslag van containers per binnenvaart is gegroeid van 26.000 containers (40.000 TEU) in 2000 naar 42.000 containers (60.000 TEU) in 2006. Autonome ontwikkelingen Recent hebben de planbureaus (CPB, NMP, RPB) nieuwe lange termijn scenario’s ontwikkeld. Deze WLO scenario’s geven toekomstbeelden voor de ontwikkeling van de mobiliteit in Nederland richting 2040. De volgende ontwikkelingen in het goederenvervoer komen in alle scenario’s terug: • Het goederenvervoer groeit en kan zelfs verdubbelen (internationale ontwikkeling); • Doorzetting trend naar schaalvergroting in het vervoer; • Sterke groei van containervervoer. Dit wordt mede veroorzaakt door een verschuiving van import van grondstoffen naar import van laagwaardige half- en eindfabrikaten. De grootste groei zit in het binnenlands vervoer, met name modal shift. Het containervervoer over de binnenwateren zal naar verwachting in 2020 zo'n 6 miljoen tot 7,5 miljoen TEU zijn volgens Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV); • Beperkte groei / daling bulkvervoer (o.a. ertsen, agribulk, aardolie- en -producten); • Marktaandeel van wegvervoer en spoor in het totale goederenvervoer neemt toe (met name containers); • Marktaandeel binnenvaart in het totale goederenvervoer neemt af door beperkte groei/daling van vervoer van bulkgoederen. Op basis van de nieuwe lange termijn scenario’s van de planbureaus en een trendanalyse van de afgelopen 10 jaar is de verwachting dat de binnenvaart verder zal groeien in omvang van 328 miljoen ton in 2004 naar ca. 406 miljoen ton in 2040 (bandbreedte WLO 2040: 267 - 599 miljoen). Dit komt overeen met een gemiddelde jaarlijkse groei van ca. 0,25% per jaar voor het bulkvervoer en 2,5% per jaar voor containervervoer via de binnenvaart. Dit heeft gevolgen voor de samenstelling van het totale binnenvaartvervoer. Het aandeel containers neemt toe van 10% in 2004 naar 20% in 2040. Recent zijn de cijfers voor containervervoer aangepast, mede op basis van nieuwe inzichten over de handel met China in de nabije toekomst. De overslag in de Nederlandse zeehavens groeit ca. 1,5% sterker dan voorzien. Dit heeft ook consequenties voor het achterlandvervoer. De containervaart groeit sterker (ruim 3% per jaar) dan waarmee rekening is gehouden in bovenstaande groeiverwachtingen.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
32
3.3
Recreatietoervaart Het gebruik van het vaarwegennet in met name het Noordwesten van Overijssel wordt bepaald door de recreatietoervaart. Deze bedrijfstak is, naast een goede en veilige doorvaart, gebaat bij een goede bereikbaarheid van watersportvoorzieningen op en langs het water en de verbinding met andere belangrijke watersportgebieden. Het gaat dan om voldoende lengte en vaardiepte van havens (havenkommen) en het gebruik van de faciliteiten zoals vulpunten en afval alsmede aanlegmogelijkheden/aanlegsteigers (voor veiligheid bij bruggen en sluizen). In Overijssel zijn 24 locaties met één of meerdere jachthavens/aanlegvoorzieningen met faciliteiten. In de onderstaande tabel zijn de voorzieningen per regio aangegeven.
Tabel 3.4
Jachthavens en aanlegvoorzieningen in Overijssel (Bron: vaarwegenvisie Overijssel) Regio NW-Overijssel
Aantal locaties 9
Passante ligplaatsen 686
Vaste ligplaatsen 2.914
Totaal 3.600
Twente
2
50
200
250
Zwolle-Kampen
6
456
2.771
3.227
NO-Overijssel
5
84
35
119
Deventer
2
61
183
244
Totaal
24
1.337
6.103
7.440
Er zijn circa 60 jachthavens met in totaal een capaciteit van circa 6.100 vaste ligplaatsen. De meeste jachthavens liggen in het noordwesten van Overijssel. Dit watersportgebied is te bereiken via de IJssel, het Friese merengebied en het IJsselmeer. In het gebied Noordwest–Overijssel zijn twee projecten in de plannen opgenomen die mogelijk meer vaarbewegingen genereren. Het gaat om het aanleggen van circa 90 ligplaatsen in de Beulakerpolder en circa 125 ligplaatsen bij Scheerwolde (de gele vlekken).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
33
Figuur 3.1
3.4
Ontwikkelingen recreatietoervaart 2020 (Bron: vaarwegenvisie Overijssel)
Relevante trends scheepvaart en goederenvervoer Er vindt in de beroepsvaart een verdere schaalvergroting plaats. Schepen van 110 m bij 11,40 m zijn in tegenstelling tot enkele jaren geleden geen uitzondering meer op het vaarwegennet in Overijssel. Dit is het gevolg van de algemene schaalvergroting in de containervaart, maar ook van ontwikkelingen bij terminals (zoals Hengelo en Meppel) en bedrijven in de regio (zoals bij AKZO zoutafvoer). De schaalvergroting is aan de ene kant gunstig voor de sector, maar geeft ook problemen. Hoewel vanuit de gebruiker de druk aanwezig is om (snel) aanpassingen te realiseren, spelen financiële en politieke aspecten een belangrijke rol. De helft van het totale laadvermogen van de vloot zal in de nabije toekomst te vinden zijn bij schepen van de klassen IV en Va (1500 - 3000 ton). Dit kan leiden tot een krapte aan “kleinere” schepen op de Overijsselse regionale vaarwegen. In delen van Nederland is deze krapte reeds voelbaar. Daarom worden nieuwe scheepstypen zoals “Neokemp” schepen (600-800 ton) ontwikkeld en bestaande scheepstypen aangepast aan de specifieke lading (tank-/silovaart). De containervaart zal blijven groeien. Het gaat niet alleen om internationaal vervoer maar ook om binnenlands vervoer. De vraag naar kleinere containerschepen neemt toe. De ontwikkelingen op gebied van koppelverbanden (twee schepen met elkaar verbonden) gaan steeds verder. Nieuwe technieken maken het aantrekkelijk om op de kleinere vaarwegen te varen. Een groeimarkt is ook het vervoer van afvalstoffen. Het ontwikkelen van andersoortige lading (gestandaardiseerde eenheden/minicontainervervoer) en de wens
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
34
en noodzaak om goederen dicht bij economische centra over te slaan (kosten aspect), leidt tot nieuwe scheepstypen voor het vervoer van huisvuil en/of containers. Gevolg van deze ontwikkeling is dat er steeds meer verschillende scheepstypen ontstaan met afwijkende afmetingen (ten aanzien van de normen/classificatie). Vanuit het beheer zal hiermee rekening moeten worden gehouden, hetzij via aanpassing van de vaarweg of via een bepaling dat er ook grenzen zijn aan het gebruik van regionale vaarwegen c.q. dat verruiming niet (meer) mogelijk is. De bruine vloot en recreatieve rondvaart behoren ook tot de beroepsvaart. Deze categorie breidt zich nog steeds uit. Zo is het aantal bruine vlootschepen in tien jaar met 10% toegenomen en is het vaargebied uitgebreid. Noordwest-Overijssel is en wordt een steeds belangrijker vaargebied voor deze categorie schepen. Dit kan leiden tot een grotere vraag naar aanlegmogelijkheden en een uitbreiding van de bedieningstijden (zowel ’s avonds in het hoogseizoen als buiten het zomerseizoen). In december 2007 is het ontwerp ligplaatsenbeleid voor de binnenvaart verschenen van Rijkswaterstaat, directie Oost-Nederland. In dit beleidsplan is geconstateerd dat er met name voor de beroepsvaart een gebrek aan ligplaatsen is doordat de bestaande ligplaatsen regelmatig worden gebruikt om oude en niet meer voor de actieve vaart gebruikte schepen af te meren, de gemeentelijke kaden voor andere doeleinden worden gebruikt en schepen steeds groter worden (schaalvergroting). Op een aantal locaties worden de ligplaatsen daarnaast gebruikt door recreatievaartuigen. Behalve dat er mogelijke nieuwe ligplaatslocaties zijn geïnventariseerd, wordt in het ligplaatsenbeleid geconstateerd dat het toezien op het juiste gebruik, naar functie en duur van het ligplaats nemen een goed middel is om de ligplaatscapaciteit efficiënt te gebruiken. Voor de recreatievaart is al geconstateerd dat er een jaarlijkse groeiverwachting van 1% is tot aan 2020. Verder speelt voor de recreatievaart de algemene trend dat boten wat dieper steken of vragen om een grotere doorvaarhoogte. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de capaciteit (bijvoorbeeld de afmeting, de doorvaarthoogte en –breedte en openstelling) van bruggen, sluizen en voorzieningen. Wat dat betreft kan ook worden afgevraagd in hoeverre de normen ten aanzien van diepgang en doorvaarhoogtes uit het BRTN nog aansluiten bij de realiteit. De normen in de BRTN hebben PKB-status, maar daarnaast hanteren RWS, de EU en bijvoorbeeld de provincie Friesland eigen normen. De vraag is of de BRTN-normen niet moeten worden aangepast aan reële toekomstige situaties. In deze nota wordt echter uitgegaan van de huidige normen. In het beleidsplan beheer en onderhoud van de provincie Overijssel zal hier meer aandacht aan worden geschonken, hetzij via aanpassing van de vaarwegen hetzij via de vaststelling dat er grenzen zijn aan het gebruik van regionale vaarwegen. Intensiteiten De onderstaande tabel geeft een indicatie van het gebruik van de vaarwegen door de scheepvaart in 2000, 2005, 2010 en 2020. De IJssel en het Twentekanaal hebben de grootste intensiteiten met betrekking tot de beroepsvaart en zijn ook de belangrijkste verbindingen in en van/naar Overijssel/Twente. De vaarroutes via Ossenzijl-Tjeukemeer, Keteldiep-Meppelerdiep (richting Noordwest-Overijssel) hebben de grootste intensiteiten
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
35
van recreatievaartuigen. Alle vaarwegen in Overijssel maken onderdeel uit van het landelijke net in kader van de BRTN (Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland). Tabel 3.5
Intensiteiten op belangrijke vaarroutes in Overijssel (Bron: Vaarwegenvisie Overijssel) 2000 Vaarroute:
recr
Beukers–Steenwijk–
20.000
2005 ber
recr
2010 ber
21.800
recr
2020 ber
22.900
recr
ber
25.300
Ossenzijl Beukers-Steenwijk
700
1.110
1.220
1.490
Ossenzijl – Tjeukemeer
34.000
440
32.100
330
33.700
360
37.220
440
Kalenbergergracht-
14.800
540
14.600
580
15.350
640
16.960
780
Blokzijl-Vollenhove
19.000
150
17.900
400
18.800
440
20.770
540
Ketelmeer-
38.200
7.120
26.000
6.000
27.300
6.620
30.150
8.070
10.300
140
12.750
120
13.400
130
14.800
160
7.600
5.900
10.050
6.380
10.560
7.040
11.660
8.580
RonduiteArembergergracht
Meppelerdiep Ganzendiep Zwarte Water IJssel
12.000
!
8.000
29.000
8.400
32.000
9.280
39.000
Twentekanaal
2.500
12.200
1.950
12.800
2.050
12.680
2.260
15.450
Twentezijkanaal-
1.500
1.600
1.650
940
1.730
1.040
1.910
1.270
Zwolle-IJsselkanaal
10.400
6.400
10.000
6.300
11.450
6.960
12.650
8.480
Meppelerdiep
38.000
7.000
32.000
6.200
33.630
6.850
37.150
8.340
Almelo-Coevorden
Uit de tabel valt af te lezen dat over alle vaarroutes tussen de jaren 2000 en 2005 geen groei van de intensiteiten is opgetreden. Dit komt overigens overeen met het landelijke beeld en heeft ongetwijfeld te maken met de zeer beperkte groei van de economie in die periode. Dit geldt zowel voor de recreatievaart als de beroepsvaart. Ondanks dat er geen groei is opgetreden de afgelopen vijf jaren is er wel sprake van een aantal knelpunten. Voor de beroepsvaart gaat het onder meer om capaciteitsproblemen bij de sluis Eefde en het sluiten van de keersluis Meppelerdiep. De problemen zijn veroorzaakt door toename van de scheepsgrootte en natuurverschijnselen (in dit geval hoog water). Verder zijn er nog beperkingen op het Twentekanaal (afmeting en bruggen) en de IJsselmonding (diepgang). Voor de recreatievaart spelen capaciteitsproblemen bij de sluizen Beukers en Blokzijl een rol en in sommige vaarwegen de vaardiepte in Noordwest-Overijssel. In de afgelopen jaren zijn steeds vaker knelpunten ontstaan bij de beweegbare bruggen als gevolg van de groei in scheepsgrootte en van het wegverkeer. Voor de jaren 2010 en 2020 zijn in de bovenstaande tabel prognoses opgesteld van de intensiteiten op de belangrijkste vaarroutes in Overijssel. Deze prognoses zijn gebaseerd
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
36
op groeiverwachtingen die voortkomen uit de Nota Mobiliteit5, prognoses van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer en een aantal regionale studies (Gebruikersanalyse Twentekanalen en Goederenvervoeronderzoek Meppelerdiepkeersluis). Voor de recreatievaart is uitgegaan van een groei van 1% per jaar6. Voor de beroepsvaart is gerekend met 2% groei per jaar, met uitzondering van het Twentekanaal waar tot aan 2010 is uitgegaan van 3% per jaar. Bij deze groeiverwachtingen is rekening gehouden met toenemende schaalvergroting van schepen (zie bovenstaande paragraaf over relevante trends beroepsvaart en recreatievaart).
3.5
Veiligheid Door de aantrekkelijkheid van een aantal vaarwegen en het missen van alternatieve routes, is de intensiteit op een aantal (delen van) vaarwegen zo hoog dat de veiligheid onder druk staat. Een belangrijk item is de veiligheid bij kunstwerken. Zo is bij de sluis Beukers in het hoogseizoen het aantal wachtende schepen zo hoog dat onveilige situaties ontstaan op het Meppelerdiep. Op de Kalenbergergracht in Noordwest-Overijssel zijn in het hoogseizoen de intensiteiten van de recreatievaart ook erg hoog. Zowel de recreatietoervaart als de kleine watersport (kano’s en dergelijke) maken gebruik van dit water. Dit leidt steeds meer tot gevaarlijke situaties en aandacht hiervoor is wenselijk.
3.6
Wachttijden Bij bruggen en sluizen ontmoeten water- en wegverkeer elkaar. Op een aantal plaatsen (o.a. Beukers en Ossenzijl) zijn de intensiteiten dermate hoog dat er lange wachttijden ontstaan op zowel het water als de weg. Ter indicatie zijn in onderstaande tabel van een aantal belangrijke weg-waterkruisingen de huidige intensiteiten aangegeven met prognoses in 2010 en 2020.
5 6
Het goederenvervoer groeit in Nederland van 1999 tot 2020 in tonkilometers met ca. 75% op de weg en 50% op het water. Bron ANWB en AVV.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
37
Tabel 3.2
Intensiteiten kruisend weg/waterverkeer (Bron: Vaarwegenvisie Overijssel) Vaarroute/ kruisend verkeer
Intensiteiten 2005
2010
2020
26.000
27.500
30.000
10.500
11.500
13.000
21.500
23.000
25.500
Brug Beukers
6.000
6.500
7.000
Brug Blauwe Hand
4.000
4.500
5.000
14.500
15.500
17.000
3.500
4.000
4.500
Vaarroute: Ketelmeer-Meppelerdiep Kruisend verkeer: Brug over Meppelerdiepsluis Vaarroute: Beukers- Steenwijk-Ossenzijl Kruisend verkeer:
Vaarroute: Kalenberg.-Ronduite-Aremberg. Kruisend verkeer: Brug bij Ronduite
Het wegverkeer in Overijssel is de laatste jaren met gemiddeld 2% toegenomen. In Overijssel zijn vier bruggen (zie bovenstaande tabel) waar dagelijks grote stromen wegverkeer (woon-werk, vrachtverkeer gemengd met recreatieverkeer) passeren. Bij de drie belangrijkste kunstwerken (brug Meppelerdiepsluis, brug/sluis Beukers en brug Blauwe Hand) zijn zowel de wachttijden voor het water als wegverkeer in met name het hoogseizoen lang. Bruggen die in of dicht bij kernen liggen, hebben te maken met meer lokaal wegverkeer. In Ossenzijl is de afwikkeling van het water- en wegverkeer een knelpunt omdat, naast de smalle brug, het wegverkeer door een nauwe kern moet. Er is hier sprake van een leefbaarheidsprobleem. Hierdoor komt de doorvaart van de recreatietoervaart in gevaar. In Blokzijl is het probleem dat de sluis een capaciteitstekort heeft. Verondersteld wordt dat, gezien de toename van intensiteiten, de situatie bij de huidige knelpunten alleen maar groter wordt indien er geen maatregelen worden getroffen. Er zullen mogelijk nog meer knelpunten bijkomen of er moeten maatregelen getroffen worden in bijvoorbeeld het bedieningsregime (bloktijden, konvooivaart) of het vergroten van de recreatiedoorvaart (vergroten van de doorvaarthoogte van beweegbare bruggen).
3.7
Kansen voor goederenvervoer over water en recreatietoervaart In Overijssel zijn er door kwaliteitsverbetering kansen voor het goederenvervoer over water en de recreatietoervaart. Het goederenvervoer over water kan worden gestimuleerd door overslagvoorzieningen goed bereikbaar te maken en/of te houden. Op tijd inspelen op ontwikkelingen is belangrijk gezien de, veelal lange, realisatietijd van maatregelen. De verbindingen met de Randstad en Duitsland zijn goed. Zo wordt een aantal vaargeulen in het IJsselmeer en Ketelmeer geschikt gemaakt voor schepen van max. 3.000 ton (klasse Va).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
38
Kansen liggen er bij duwcombinaties van max. 7.000 ton (klasse Vb). De vaargeulen zijn geschikt voor deze combinaties en biedt kansen voor het netwerk van binnenhavens in Noordwest-Overijssel. Zo kan de aanvoer van goederen door duwcombinaties in Kampen worden verdeeld over kleinere schepen naar Zwolle, Hasselt, Zwartsluis, Genemuiden, Meppel en Harderwijk. Rijkswaterstaat laat tweebaksduwvaart/koppelverbanden naar Hasselt en Kampen al toe. Kansen liggen er ook op het gebied van kustvaart > 3.000 ton van en naar de Zuiderzeehaven. Hiertoe dient wel de Lorentzsluis bij Kornwerderzand in de Afsluitdijk en een aantal vaargeulen in IJsselmeer en Ketelmeer te worden aangepast. De verruiming van rivieren, voor Overijssel de IJssel, kan mogelijkheden bieden voor zowel de beroeps- als recreatievaart. Verruiming door uitbaggeren en verbreden van vaargeulen en het aanleggen van bypasses geven nieuwe mogelijkheden. Het goederenvervoer over water kan gestimuleerd worden door een kwaliteitsverbetering op verbindingen door ondermeer het uitbreiden van lig- en overnachtingsplaatsen en betere regelgeving op het gebied van de afhandeling van schepen en wegverkeer bij brugen sluisopeningen. Overslag kan niet altijd 24 uur lang plaatsvinden (geluid/milieuregels). Ruimte om voor anker te gaan om aan land te kunnen (met name in weekeinde) verhoogt de aantrekkelijkheid om goederen in een regio aan-/af te voeren. De vaarweg AlmeloCoevorden is hiervan een goed voorbeeld. Na het lossen/laden van de lading moet het schip op tijd een ligplaats (nu in Zutphen) kunnen bereiken. Een betere samenwerking tussen de overslagvoorzieningen en terminals kan bijdragen aan het stimuleren van goederenvervoer over water. Zo zullen geregelde containerlijndiensten tussen verschillende terminals (bijvoorbeeld tussen Kampen en Harderwijk) kunnen bijdragen aan een toename van het vervoer van goederen over het water. De provincie kan hierin een interregionale rol spelen. Voor de recreatietoervaart zijn mogelijkheden op het gebied van aantrekkelijke vaarroutes met mogelijkheden van overstap naar onder andere fiets en creëren van aantrekkelijke verblijfsgebieden door plaatsen van aanlegsteigers en bijvoorbeeld informatieborden.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
39
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
40
4 Streefbeeld
4.1
Ambities De geschetste nationale en regionale beleidsdoelstellingen, het huidige beeld van de vaarwegen en de relevante ontwikkelingen op het gebied van goederenvervoer, van de beroepsvaart en van de recreatietoervaart geven aanleiding tot een bezinning over hoe het vaarwegennet er in de toekomst uit moet zien. Vanuit het geschetste beleid en genoemde reële mogelijke ontwikkelingen zijn ambities geformuleerd waaraan een vaarwegennet in 2020 minimaal zou moeten voldoen. Uitgangspunt is “minimaal houden wat je hebt” en “kansrijke initiatieven ondersteunen en, samen met (overheid)partners, zelf initiatieven ontplooien”. De volgende ambities zijn geformuleerd: 1. De vaarwegen in Overijssel worden beschouwd als één netwerk en zijn onderdeel van het landelijke vaarwegennet (zowel ten aanzien van de beroepsvaart als de recreatietoervaart). 2. De bereikbaarheid van havens (incl. jachthavens) en overslagvoorzieningen is voor de toekomst gewaarborgd en waar mogelijk verbeterd. Het vaarwegennet in Overijssel voldoet in 2020 aan de reële wensen van de gebruiker en ontsluit economische centra/overslagvoorzieningen. 3. De doorgaande nationale hoofdvaarwegen in Overijssel zijn tenminste geschikt voor vaarklasse Va-schepen en tenminste twee laagscontainervaart. De regionale vaarwegen (Beukers-Steenwijk en de vaarweg Almelo-Coevorden) zijn tenminste geschikt voor vaarklasse III-schepen en maximaal twee laagscontainervaart. De bediening van de kunstwerken is zo veel mogelijk afgestemd op de wensen vanuit de markt. Zowel op de hoofdvaarwegen als ook op het onderliggende vaarwegennet is, voor de beroepsvaart, een gemiddelde totale wachttijd bij sluizen van maximaal dertig minuten in de maatgevende maand (RVW 2005). Bediening voor de beroepsvaart gaat boven die van de recreatievaart. Bij lange brug-/sluisopeningen (wachttijden) moet nog een keuze worden gemaakt over een (gewenste) mogelijke aanpassing van het bedieningsregime voor de beroepsvaart en/of het wegverkeer (bv. bediening “op maat/blokbediening). 4. Op de hoofdvaarwegen en regionale vaarwegen zijn, ook voor schepen met gevaarlijke stoffen, voldoende ligplaatsen aanwezig. 5. Er zijn voldoende openbare overslagvoorzieningen en -faciliteiten die aansluiten bij de ontwikkelingen in de markt. De uitkomsten van de netwerkanalyse binnenhavens zullen leidend zijn voor wat betreft de locatie(s) van overslagvoorzieningen. 6. De vaarwegen zijn ook in de toekomst goed bevaarbaar voor de recreatietoervaart. Er gelden op alle vaarwegen minimale eisen over diepgang en doorvaarthoogte in relatie tot de BRTN-richtlijnen (RVW 2005).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
41
7. De maximale wachttijd van de recreatietoervaart bij bruggen en sluizen is één uur. Ten aanzien van punt 3 het volgende: • Het kanaal Beukers-Steenwijk is op dit moment geschikt voor binnenvaartschepen van klasse IIa (800 ton). Gezien de(verwachte) kleine groei van de binnenvaart over dit kanaal en de ontwikkelingsmogelijkheden van overslag in Steenwijk is het nu niet reëel om deze vaarweg voor 2020 naar klasse III uit te bouwen. • Uit analyse van de bereikbaarheid van Twente voor de containervaart is gebleken dat de drie laagscontainervaart in de toekomst een mogelijke toename van het aantal containers met zich meebrengt maar op dit moment niet reëel is. De kosten voor het verhogen van de bruggen wegen op dit moment niet op tegen de baten van drie laagscontainervaart. Voor de delen in de Twentekanalen tussen Delden-Enschede en het Zijkanaal naar Almelo betekent dit een verdieping en verbreding.
4.2
Streefbeeld Om de bovenstaande ambities te realiseren is een streefbeeld opgesteld. Het streefbeeld ‘Overijsselse Vaarwegennet 2020’ geeft een visie over een samenhangend vaarwegennet in Overijssel waarbij wordt gestreefd naar een goede en veilige bereikbaarheid van economische centra en waarin het goederenvervoer over water en de recreatietoervaart worden gestimuleerd. Dit streefbeeld is mede tot stand gekomen door consultatie van vaarweggebruikers en experts van ministerie van Verkeer en Waterstaat en de provincies.
Figuur 4.1
Streefbeeld Overijssels vaarwegennet 2020
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
42
In de onderstaande tabel zijn, per vaarweg, de gewenste vaarwegclassificaties aangegeven. De classificatie (zowel voor de beroeps- als recreatietoervaart) is volgens de Richtlijnen Vaarwegen (RVW) 2005 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en heeft betrekking op scheepstype (lengte, breedte en diepgang van schepen) en het vaarwegprofiel (breedte en bodemdiepte). Aan de richtlijnen zijn de afmetingen van kunstwerken (breedte, drempeldiepte en hoogte) gekoppeld. Tabel 4.1
Gewenste classificatie van gebruikers voor vaarwegen in 2020 Classificatie vaarwegen 2020 Naam vaarwegen
Beroepsvaart
Recreatievaart
Huidig
Gewenst
Huidig
DM
DM
II**)
II
BZM
BZM
Linde, Nieuwe Kanaal, Tusschenlinde Linde - (Jonkers- of Helomavaart)
Gewenst
I
III
BM
BM
Twentekanaal (Eefde-Delden Va/ Delden-Enschede IV)
IV
Va
BM
BM
Twente Zijkanaal naar Almelo
IV
Va
CM
CM
IJssel
Va
Va
AM
AM
BM
BM
Va
BZM
BZM
Almelo - De Haandrik
Ganzendiep, Goot, Scheepvaartgoot Zwolle-IJsselkanaal, Zwarte Water, Zwolsche Diep *)
Va I
I
BM
BM
IV/Va***)
Va
BM
BM
Beukers-Steenwijk
IIa
IIa
AZM/BM
AZM/BZM
Steenwijk-Ossenzijl, Ossenzijlersloot
II*
II
BZM
BZM
I
O
BM
BM
BM
BM
I
O
BZM
BZM
BM
BM
Overijsselsche Vecht (tot en met Ommen) Meppelerdiep
Steenwijkerdiep Riete, Wetering, Heuvengracht, Kalenbergergracht Beulakerwijde, Walengracht, Giethoornsche Meer, Valsche Trog, Noorderdiep (richting Blokzijl) Arembergergracht *) enige beperking in diepgang **) beperking diepgang tot 1.80 m ***) Tot Meppel klasse Va Opwaardering ten opzichte van de huidige classificatie vaarwegen
oplossen van knelpunten op gebied van afmeting van kunstwerken en/of breedte/diepte van vaargeulen afwaardering vaarweg voor de beroepsvaart Afwijking van richtlijn CVB/BRTN (vaardiepte: het gaat voornamelijk om de “onderhoudsdiepte”) BEROEPSVAART: klasse I (400 ton) = schepen max. 38.50L, 5.05B, 1.80/2.20D. klasse II/IIa (600/800 ton) = schepen max. 50/55L, 6.60B, 2.50D klasse III (1000 ton)= schepen max. 67/80L, 8.20B, 2.50D klasse IV( 1500 ton) = schepen max. 80/85L, 9.50B, 2.50D klasse Va (3000 ton) = schepen max. 95/110L, 11.40B, 2.50/2.80D
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
RECREATIETOERVAART: AZM = verbindingswater voor Zeil- en Motorbootroute (masthoogte 30m diepgang 2.10m) BZM = ontsluitingswater voor Zeil- en Motorbootroute (masthoogte 30m diepgang 1.90m) AM = verbindingswater voor Motorbootroute (hoogte 3.40m diepgang 1.50m) BM = ontsluitingswater voor Motorbootroute (hoogte 2.75m diepgang 1.50m) DM = ontsluitingswater voor Motorbootroute (hoogte 2.40m diepgang 1.10m)
43
4.3
Beoordelingskader In de netwerkanalyse vaarwegen gaat het om de (deur-tot-deur) bereikbaarheid van economische gebieden (binnenhavens). Goederenvervoer over water heeft een “eigen” ruimtelijke structuur met herkomsten- en bestemmingsrelaties. Het heeft een mobiliteitspatroon dat gericht is op het vervoer van een grote massa, het vervoer over lange afstanden, de overslag en veel (noodzakelijke) voor- en natransport. Dit patroon stelt specifieke eisen aan verbindingen en de kwaliteit van de infrastructuur. Zo is de intensiteit op de verbindingen relatief laag maar zijn de volumes (hoeveelheden vervoerde goederen) groot. Daarnaast vergt het overslaan van grote massa’s goederen ruimte, tijd en logistiek. Hierdoor moeten (extra) voorzieningen worden getroffen om de grote hoeveelheden goederen over te slaan en op te slaan. Belangrijk onderdeel hiervan is de locatie (en soms de uitbreidingsmogelijkheden) van de overslagvoorziening en de bereikbaarheid van het wegverkeer van en naar de locatie. De kwaliteit van de vaarweginfrastructuur heeft impact op de concurrentiepositie van de binnenvaart en de bereikbaarheid van economische centra. Beperkingen die de concurrentie en bereikbaarheid kunnen schaden, zijn: • Vaarwegdimensies: de wettelijk toegestane scheeptypen en de (gewenste) schaalgrootte in de binnenvaart. • Sluizen en bruggen: wachttijden en hoogtebeperkingen voor o.a. het aantal lagen waarmee een containerschip kan varen. • Onderhoudstoestand van de vaarweg: eventuele diepgangbeperkingen op een vaarweg door achterstallig onderhoud (beladingsgraad van een schip). • Toegankelijkheid van binnenhavens: ondiepten, overslag- en aanlegmogelijkheden. Voor de vaarwegeninfrastructuur zijn hiervoor kwaliteitseisen geformuleerd en zijn gerelateerd aan de landelijke richtlijnen (RVW 2005). De eisen hebben betrekking op: • De doorvaart van de scheepvaart: de afmetingen van vaarwegprofiel, de afmetingen van bruggen en sluizen. • De veiligheid op de vaarwegen: (het liefst) gescheiden systemen tussen beroeps- en recreatievaart. • Een vlotte overslag: goed bereikbare overslagfaciliteiten met voldoende ruimte. • De brug-sluisbediening: afstemming op de behoefte van de vaarweggebruikers. • De mogelijkheid van rustplaatsen c.q. aanlegplaatsen/wachtplaatsen. De bovengenoemde kwaliteitseisen zijn vertaald in een beoordelingskader. Zowel voor de beroepsvaart als de recreatievaart kan hiermee de bereikbaarheid van de locaties en de effecten van de bereikbaarheid integraal worden beoordeeld. De streefwaarden voor de deur-tot-deur filosofie voor de scheepvaart op de verbindingen die de economische regio’s verbinden met de rest van Nederland zijn: • Een vlotte en veilige doorvaart voor toegestane vaarklasse op het vaarwegennet: = geen diepte, hoogte en breedte beperkingen; • Een goede bereikbaarheid van de economische centra = vrij/mogelijkheid van passeren op alle vaarwegen; = maximaal half uur wachttijd bij sluizen en bruggen voor de beroepsvaart = maximaal één uur wachttijd bij bruggen en sluizen voor de recreatietoervaart
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
44
•
4.3.1
= beroepsvaart gaat boven recreatietoervaart bij kunstwerken Een ongehinderde aan-/afmeermogelijkheid in economische centra c.q. bedrijventerreinen. = voldoende diepgang van de havens, voldoende lengte havenkade en (openbare) overslagfaciliteiten
Ongehinderde doorvaart In dit kader is het moeilijk om reistijden aan te geven. De verschillende soorten schepen hebben een maximale vaarsnelheid. In het algemeen kan gesteld worden dat een schip gemiddeld een snelheid van 12-15 km per uur moet halen op vaarwegen groter dan Klasse V. De vaarsnelheid is echter sterk afhankelijk van een aantal omgevingsfactoren, zoals beladingsgraad, waterdiepte (hoog/laag water), wind en ijs. Voor de recreatievaart is gemiddeld snelheid op routes 6-9 km per uur.
Tabel 4.2
Beoordelingskader ongehinderde doorvaart: Vaarwegennet
Min. Vaarklasse
Containervaart
Recreatievaart
De hoofdvaarwegen
Klasse Va
Max. 3 lagen
Richtlijnen RVW 2005
De regionale vaarwegen
Klasse III
Max. 2 lagen
Richtlijnen RVW 2005
Alle kunstwerken
Resp. Klasse III of IV
Resp. 2/3 lagen
Richtlijnen RVW 2005
Het investeren in het verruimen van vaarwegen in Nederland is veelal maatschappelijk niet rendabel. Dit geldt voor kleine en grote vaarwegen, drukke en rustige vaarwegen en vaarwegen met en zonder veel containervervoer. Het niet meer verruimen van vaarwegen, betekent duidelijkheid: kleine vaarwegen blijven in gebruik. Er vindt dus geen schaalverruiming van vaarwegen plaats. Uit de analyse van de transportkosten van binnenvaart en weg is gebleken dat kleine schepen kunnen concurreren met het wegvervoer. Er is daarmee dus een toekomst voor kleine schepen. Het optreden van onverwacht lange wachttijden bij sluizen of in de zeehaven kan betekenen dat een schip minder beladen uitvaart en daardoor hogere transportkosten heeft. Een betrouwbare reistijd en aflaaddiepte zijn essentieel voor de (verdere) ontwikkeling van het goederenvervoer over water. De containervaart heeft nog te maken met lange wachttijden door problemen met de afhandelingscondities. Containervervoer is de meest kansrijke markt voor de binnenvaart.
4.3.2
Bereikbaarheid economische kerngebieden Bij de bereikbaarheid van de economische centra gaat het om zo min mogelijk vertraging op het vaarwegennet. Vertragingen bepalen de bereikbaarheid in termen van kosten, tijd en beleving. In deze Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel staat de bereikbaarheid via het water centraal. In de Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland komt de bereikbaarheid van de binnenhavens via de weg aan bod. Bereikbaarheid wordt gedefinieerd als vertraging ontstaat doordat er geen optimaal gebruik kan worden gemaakt van een vaarweg door bijvoorbeeld stremmingen (door achterstallig onderhoud),
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
45
(lange) wachttijden (bij bruggen en sluizen) en schepen elkaar niet of moeilijk kunnen passeren. Voor de beroepsvaart gaat het om vervoer van goederen en inkomen en voor de recreatietoervaart om beleving en besteding in recreatiegebieden. Om veiligheidsredenen, gaat bij wachttijden de beroepsvaart voor. Bij wachttijden in het hoogseizoen (met name de recreatietoervaart) zal de verkeersregelaar in overleg met de beheerder voor een bepaald bedieningsregime kiezen. Het regime is afhankelijk van de lokale situatie. Tabel 4.3
Beoordelingskader bereikbaarheid Vaarwegennet
Min. Afmetingen
Wachttijden
Voorrang
Hoofdvaarwegen
Klasse Va volledig profiel
Beroepsvaart
Regionale vaarwegen
Klasse III beperkt profiel
Beroepsvaart
met uitwijk Kunstwerken
Resp. Klasse III of Va
Max. ½ uur beroepsvaart
Beroepsvaart
Max. 1 uur recreatievaart
Twente De verruiming (verbreding en verdieping) van de vaargeul Twentekanaal is in 2008 gereed gekomen voor het traject tussen Zutphen en Delden. Voor verbreding en verdieping van het Twentekanaal op het traject tussen Delden en Enschede en de zijtak naar Almelo is in 2008 een planstudie opgestart waarin ook de uitbreiding van sluis Eefde wordt meegenomen. Als alle plannen doorgaan, kan de verruiming van het traject Delden–Enschede en het Zijkanaal naar Almelo waarschijnlijk starten na 2011. Zwolle/Kampen Kampen (de Haatlandhaven en de Zuiderzeehaven) is bereikbaar via het IJsselmeer/Ketelmeer en de IJssel. De belangrijkste scheepvaartverbinding voor de beroepsvaart op het IJsselmeer is de hoofdvaarweg Amsterdam-Lemmer via de Houtribsluizen bij Lelystad en richting de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand. Er is een aansluiting op de IJssel via de vaarweg Ketelmeer. Deze laatste vaarweg heeft weer een aftakking, de vaarweg naar Zwartsluis en Meppel via het Zwartemeer. De vaarweg Amsterdam-Lemmer zal geschikt worden gemaakt voor Klasse Va schepen (max. 3.000 ton) en kleine kustvaart (< 3.000 ton/kruiplijncoaster). In 1997 startte Rijkswaterstaat, directie IJsselmeergebied, met het project Vaarweg Amsterdam-Lemmer. De uitvoering gebeurt in verschillende etappes; het laatste traject - de aanlooproute tot de Prinses Margrietsluizen bij Lemmer - wordt na 2010 aangepakt. De vaarroute Ketelmeer bestaat uit het Hanzerak (tussen Ketelbrug en Keteldiep), een noordelijke tak, het Schokkerrak, dit is de aanloopgeul naar het Ramsdiep, en de nieuwe invaaropening naar dit Ramsdiep (onderdeel van de vaarweg naar Meppel). Verder horen ook de toegangsgeulen in het IJsselmeer naar het Ketelmeer tot de vaarwegen Ketelmeer. De vaarroute Ketelmeer wordt geschikt gemaakt voor schepen van Klasse Va en de kleine kustvaart. Ook de vaargeul Beneden IJssel wordt gebaggerd om een goede verbinding te verkrijgen tussen Ketelmeer en Kampen.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
46
Door de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand kunnen schepen met een diepgang van 3,50 meter en is daarom geschikt voor Klasse Va schepen. In 2005 passeerden naast 5.090 binnenschepen ca. 150 kleine kustvaarders (kruiplijncoasters). Incidenteel komen wachttijden voor bij de sluis. Vooralsnog ziet het ministerie van Verkeer en Waterstaat een aanleiding om de Lorentzsluis te vergroten. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied heeft wel een startnotitie “Toekomstverkenning Afsluitdijk” laten opstellen. Dit naar aanleiding van het 75 jarige bestaan van de afsluitdijk en de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van klimaatsverandering, bodemdaling en maatschappelijke ontwikkelingen. In de startnotitie worden toekomstbeelden gegeven van onder andere de sluizen in de afsluitdijk. Hierbij is aangegeven dat voor het verkrijgen van voldoende veiligheid (verhogen dijklichaam) een nieuwbouw van een schutsluis met naviduct bij Kornwerderzand een oplossingsrichting is. De verkenning heeft geresulteerd in een “Uitvraag Marktverkenning Afsluitdijk”. Hierin wordt het bedrijfsleven uitgenodigd om op innovatieve manier oplossingen aan te dragen. De uitvraag is uitgeschreven door Rijkswaterstaat namens het rijk en de provincies Noord-Holland en Friesland en in nauwe samenwerking met betrokken gemeenten. In november 2008 zal een eindrapport gereed zijn. Op dit moment voldoet de capaciteit van de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand. De sluis is gedimensioneerd op Klasse Va (max. 3.000 ton). De Zuiderzeehaven is op dit moment (met mogelijkheden naar dieper) op Klasse Va gedimensioneerd. In de toekomst is de mogelijk wenselijk dat de Zuiderzeehaven bereikbaarheid is voor kustvaart van > 3.000 ton. Ontwikkelingen hiertoe wijzen hierop. Op het IJsselmeer is in de laatste jaren de “kleine”kustvaart (< 3.000 ton; de kruiplijncoaster) toegenomen. Steenwijk Steenwijk is te bereiken via het Mepperdiep en het kanaal Beukers-Steenwijk. Het kanaal is geschikt voor schepen van 800 ton (Klasse IIa). De Beukerssluis is in de zomermaanden voor de beroepsvaart regelmatig een knelpunt. Het aantal recreatievaartuigen is dan groot. Er ontstaan lange wachttijden en onveilige situaties (aan de kant van het Mepperdiep). De capaciteit van de sluis zal op den duur te klein zijn. Deventer/Stedendriehoek Deventer is te bereiken (schepen van Klasse Va) via de IJssel en de sluis (Bernardsluis) bij Deventer. Op dit moment zijn er plannen om de sluis te renoveren. In eerste instantie vindt er hoogstnoodzakelijke onderhoud plaats. De bereikbaarheid van de binnenhavens van Deventer staat onder druk doordat het verkeer over de bruggen bij de sluis sterk toeneemt. Hardenberg In 2006 is de vaarweg Almelo-Coevorden geschikt gemaakt voor schepen van 600 ton. Vanaf 2007 is de vraag naar vervoer met grotere schepen richting Coevorden toegenomen. Bedrijven informeren of containervervoer over het kanaal in de toekomst mogelijk wordt. Concreet gaat het hier om een bedrijf uit Twente. Een verkenning naar een opwaardering naar1.000 ton past in het streven om het goederenvervoer over water te stimuleren. Een verkenning (parallel met een vervroegde herijking) is op korte termijn noodzakelijk.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
47
Meppel De vaarweg van het IJsselmeer naar Meppel (via Ketelmeer, Zwarte Meer, Zwarte Water en Meppelerdiep), is een hoofdvaarweg en belangrijk voor het goederenvervoer van en naar Drenthe en Overijssel. Op de vaarweg Meppel-Ramspol is de keersluis Meppelerdiep bij Zwartsluis gemiddeld 16 dagen per jaar gesloten vanwege hoge/lage waterstanden, waardoor er op die dagen geen scheepvaart mogelijk is. Dit leidt tot oponthoud en/of extra overslagkosten. Hiermee is de bereikbaarheid tussen WestNederland en Noord- en Oost-Nederland voor vaarklasse Va schepen onvoldoende gegarandeerd. Meppel is te bereiken met klasse Va schepen. De Minister heeft het besluit genomen tot de bouw van een nieuwe schutsluis bij Zwartsluis. De nieuwbouw start waarschijnlijk in 2010 en de sluis moet in 2012 klaar zijn voor gebruik.
4.3.3
Ongehinderde aan- en afmeermogelijkheid De huidige inzichten op de binnenvaart, de ontwikkelingen in goederenstromen en – soorten en de analyse van de maatschappelijke rentabiliteit van maatregelen geven het volgende beeld: De belangrijkste succesfactor voor de binnenvaart is, naast het hebben van goede verbindingen, het hebben van natte vervoersrelaties. Daarom is het belangrijk dat er voldoende ruimte beschikbaar blijft voor natte bedrijventerreinen en laad- en losplaatsen. Binnenhavens spelen hierin een belangrijke rol. In de huidige situatie is het beheer van binnenhavens versnipperd over een groot aantal gemeenten. Niet al deze gemeenten hebben het belang van de bedrijven die gebruik maken van de binnenhavens hoog op hun agenda staan. In de Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland zal hierop verder worden ingegaan. Naast de natte vervoersrelaties is voor het goederenvervoer over water het van belang dat er voldoende vervoerstonnages (scheepsvolume) voor handen zijn. Het goed (laten) functioneren van “natte” overslag nu en in de toekomst is niet alleen gebaat bij een goede ontsluiting van bedrijventerreinen via het water maar ook via de weg. In de Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland wordt meer aandacht geschonken aan het gebruik van “natte” bedrijventerreinen en de bereikbaarheid via de weg.
Tabel 4.4
Beoordelingskader aan- en afmeermogelijkheden Overslagvoorziening:
Min. Diepgang havens
Overslagfaciliteit
Kadelengte*
Hoofdvaarwegen
Klasse Va schepen
Openbaar,
Min. 150 meter
Min. Mobiele hijsinstallatie Regionale vaarwegen
Klasse III schepen
Openbaar,
Min. 100 meter
Mogelijkheid voor mobiele hijsinstallatie *) Wordt in Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland behandeld
Binnen het beoordelingskader aan- en afmeermogelijkheden is de containeroverslag van grote betekenis. Hieraan worden ook speciale eisen gesteld. De overslagcapaciteit (tijd om containers over te slaan/hijscapaciteit + grootte van containerschip) van terminals is
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
48
bepalend voor het succes van de terminal. Niet alleen de hoeveelheid aan- en afvoer van containers is belangrijk maar ook de verwerking ervan. Kansen voor verbetering van de positie van de binnenvaart in het containervervoer zijn er op afstanden groter dan 60 kilometer. Innovatiebeleid zou zich moeten richten op het verbeteren van de concurrentiepositie en de maatschappelijke positie van de binnenvaart. Uit de analyse van de transportkosten is gebleken dat beladingsgraad, omlooptijd, betrouwbaarheid en de kosten van overslag en voor- en natransport vooral bepalend zijn. Nieuwe overslagtechnieken kunnen bijdragen aan kostenbesparing. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het ook van belang de milieu- en veiligheidsprestaties van de binnenvaart te verbeteren.
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
49
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
50
5 Maatregelen en aandachtspunten
Het streefbeeld is getoetst aan de bestaande situatie en de ambities. Dit levert een lijst op met maatregelen en aandachtspunten. De maatregelen moeten genomen worden om het streefbeeld te realiseren en hebben betrekking op de huidige situatie en de realisatie van de ambities. De aandachtpunten hebben betrekking op mogelijk te verwachten knelpunten en in de toekomst om maatregelen vragen. De maatregelen en aandachtpunten komen niet alleen voort uit een analyse van intensiteit/capaciteitverhouding. De maximale capaciteit van vaarwegen is moeilijk vast te stellen. Opstoppingen of files op het water komen nog niet voor. Mede daarom is ook gekeken naar passeer- en uitwijkmogelijkheden op een vaarweg, de capaciteit van de kunstwerken en de toekomstige omvang van schepen/scheepstype. Bij de recreatievaart is gekeken naar de gevolgen van de toename van de omvang van jachten en de toegestane diepgang. De maatregelen voor de huidige situatie zijn (zie tabel): • Voor de IJssel: − Verbreden en verdiepen vaargeul in Boven IJssel. Met name bij laag water is doorvaart moeilijk/niet mogelijk. Een planstudie zal uitwijzen welke klasse haalbaar is. − Uitbaggeren toevoergeul en renovatie van de sluis bij Deventer is noodzakelijk. De verbinding tussen de vaargeul in de IJssel en de binnenhavens van Deventer is moeilijk. • Voor de Twentekanalen: − Verbreden/verdiepen deel Delden-Enschede en Zijkanaal naar Almelo. De afmetingen van het vaarwegprofiel van deze delen van het Twentekanaal zijn te klein. Klasse Va is gewenst. Een planstudie zal uitwijzen welke klasse voor de vaarweg haalbaar is. − Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde (heeft onvoldoende capaciteit). Regelmatig komen wachttijden voor van meer dan 2 uur. Een planstudie zal uitwijzen welke klasse (sluisafmeting) haalbaar is. De maatregelen voor het realiseren van de ambities zijn (zie tabel): • Opwaarderen vaarweg Almelo-Coevorden naar 1.000 ton: De huidige afmetingen van de vaarweg is volgens de gebruikers niet voldoende. De vraag naar vervoer met grotere schepen richting Coevorden is toegenomen. Een verkenning (een vervroegde herijking) naar de mogelijkheden voor opwaardering van de vaarweg is op korte termijn noodzakelijk, • Oplossen wachttijden bij bruggen en sluizen: Bij de brug over de sluizen in de verbinding IJssel en haven van Deventer en het Meppelerdiep bij Zwartsluis gaat het voornamelijk om wachttijden van het verkeer in Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
51
•
de spits en het recreatiehoogseizoen. Een verdere toename van zowel het beroeps- als recreatieverkeer zal leiden tot meer vertraging. Ook de wachttijden bij de sluis en de brug bij Beukers nemen toe. De recreatietoervaart ondervindt hiervan hinder. Oorzaak is de capaciteit van de sluis. Bij Blauwe Hand nemen de wachttijden ook toe. Oorzaak is de toename van het recreatiewegverkeer en de recreatietoervaart. Verbeteren vlotte en veilige doorvaart IJssel: Een aantal vaargeulen in de IJssel zijn, met name bij laag water, moeilijk te bevaren. Bochten zijn te krap en vaargeulen te ondiep. Daarnaast is, voor een vlotte doorvaart van en naar de Overijsselse binnenhavens, de spoorbrug in Zutphen te laag.
Aandachtspunten zijn: • Bereikbaarheid Zuiderzeehaven Kampen: Naar verwachting zal het goederenvervoer van en naar Kampen nog verder toenemen Op dit moment is de Zuiderzeehaven te bereiken met schepen van Klasse Va en “kleine”kustvaart (kruiplijncoasters). Als de vraag naar grotere kustvaart (> 3.000 ton) toeneemt, zal niet alleen de doorvaart van de Lorentzsluizen (bij Kornwerderzand) een probleem worden maar ook de diepte van de vaargeulen in IJsselmeer en Ketelmeer. Door allerlei infrastructurele ontwikkelingen rond de netwerkstad Zwolle-Kampen is voortdurende aandacht over bereikbaarheid gewenst. Naar verwachting is de bereikbaarheid van Steenwijk over het kanaal BeukersSteenwijk voorlopig voldoende. In de Netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland wordt wel een (grotere) groei van de overslag verwacht. Het is niet duidelijk of de capaciteit van het kanaal voor de beroepsvaart ook in de nabije toekomst (2020/2040) voldoende is. • Veiligheid: De capaciteit van de sluis Beukers is gericht op de binnenvaart (klasse IIa). Voor de recreatietoervaart is de capaciteit te laag. In het hoogseizoen komen lange wachttijden voor en (veel)wachtende schepen voor de sluis. Aan de kant van het Meppelerdiep ontstaan onveilige situaties (o.a. door de grote scheepvaart op het Meppelerdiep). Ook de onveiligheid bij Blauwe Hand en Blokzijl neemt toe. Een eerste verkenning naar vergroten van de capaciteit en veiligheid van de Beukersluis en de veiligheid bij Blauwe Hand en Blokzijl is nu wenselijk. • Doorstroming: Zowel het weg- als waterverkeer bij bruggen en sluizen neemt toe. De wachttijden zullen in de toekomst toenemen. Hierdoor kan schade worden geleden aan het vrachtverkeer en hulpdiensten komen mogelijk niet meer op tijd. Gezien de snelle ontwikkelingen is een verkenning op korte termijn noodzakelijk. Een algemeen punt van zorg is de onderlinge afstemming tussen hoofd- en onderliggende vaarwegen en dan met name over het verschil van vaarwegprofielen en afwijkende bedieningstijden. Vertraging in de doorvaart is hiervan meestal het gevolg. Intensief overleg tussen de verschillende beheerders blijft noodzakelijk. In de tabel zijn de maatregelen aangegeven. Voor de maatregelen om de “ambitie te realiseren” zijn mogelijke oplossingsrichtingen aangegeven. Voor de kosten is een indicatie gegeven door middel van een classificatie tussen hoog (H) en laag (L).
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
52
De lijst geeft ook een indicatie van het effect van de maatregel. A wil zeggen dat het effect groot is, B betekent een minder groot verwacht effect. De effectiviteit van de maatregelen is mede gebaseerd op het (direct) effect op de bereikbaarheid van voorzieningen/stedelijke kerngebieden en toeristische centra en het effect op het bevorderen van het goederenvervoer over water. Voor de projecten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat geldt het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) als uitvoeringsprogramma. Leidraad voor de provinciale projecten is het uitvoeringsprogramma’s van het Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP) en de Dynamische Beleids Agenda (DBA).
Tabel 5.1
Overzicht maatregelen huidige situatie Maatregel
Oplossing
Verantw.
Kosten
Effect
Betrokkenen
Doorvaart op
Uitbaggeren deel Delden-
V&W
H
A
RWS
delen van
Enschede en Almelo-Zijkanaal
Gemeenten
Twentekanalen Sluis Eefde Doorvaart IJssel
Vergroten capaciteit
V&W
H
A
RWS
Uitbaggeren vaargeul Boven
V&W
M
B
RWS
Gemeente
M
B
IJssel
Tabel 5.2
Bereikbaarheid
Renoveren sluis en verbreden
Deventer
toegang naar haven
Gemeente RWS
Overzicht maatregelen te realiseren ambities Maatregel
Oplossingsrichting
Mogelijke
Verbeteren
Opwaarderen huidige
Vaarweg geschikt maken
bereikbaarheid
vaarweg Almelo-
voor 1.000 ton schepen
Hardenberg/
Coevorden
Verantw.
Kosten
Effect
Betrokkenen
Provincie
H
A
Drenthe,
oplossingsrichtingen
Coevorden en
Coevorden
Hardenberg
Oplossen
Aanpassen
- Bloktijden voor de
wachttijden
bedieningsregime en
recreatievaart
betere afwikkeling
- Betere
weg/waterverkeer bij
opstelmogelijkheden te
brugopening in
schutten jachten
Provincie
L
B
RWS
V&W
H
B
Prorail
Zwartsluis, Deventer, Blauwe Hand, Blokzijl en Beukers Doorvaart IJssel
Verhogen spoorbrug
Uitbreiden vaargeulen in
Zutphen en uitbreiden
relatie tot verruimen rivier
vaargeulen bij Olst/Wijhe/Zalk
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
53
Tabel 5.3
Overzicht aandachtspunten Project
Doel
Mogelijke oplossing
Verantw.
Te nemen
Betrokkenen
actie Kustvaart naar
Bereikbaarheid
Zuiderzeehaven
Mogelijk Klasse III
Aanpassen Lorentzsluizen
V&W
en aantal vaargeulen
Bereikbaarheid
schepen naar
Mogelijke uitbouw kanaal
Starten
Gemeenten
verkenning
Provincie
RWS en
Beukers-Steenwijk
gemeente
Steenwijk Toename
- Capaciteit
Provincie/
Starten
recreatievaart naar
Veiligheid
Beukers/wachtende schepen
V&W
verkenning
en in NW Overijssel
- Doorstroming Blauwe Hand
Gemeenten
Provincie Verminderen langere
Doorstroming
wachttijden bij
Aanpassen
Provincie/
starten
TLN, KvK,
bedieningsregime
V&W/
verkenning
EVO,
bruggen en sluizen
Gemeente
hulpdiensten
Afstemming
Algemene
- Vaarprofielen en
Provincie/
doorlopend
Andere
vaarwegen
afstemming
bedieningstijdenoverleg
RWS
beheerders
- Zelfde bedieningsregime
Waterschapp
voor de beroepsvaart op
en
zowel hoofd- als
gebruikers.
provincies,
onderliggende vaarwegen - 24 uurs regime en/of op afroep
Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
54
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland Visie op de binnenhavenactiviteiten in 2020 Deelrapportage Overijssel
Opdrachtgever: Provincie Overijssel
ECORYS Nederland BV Arwen Korteweg Eline Devillers
Rotterdam, september 2008
Provincie Overijssel Contactpersoon: E.F. Hagoort Postbus 10078 8000 GB Zwolle
ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam
T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] W www.ecorys.nl K.v.K. nr. 24316726
ECORYS Transport T 010 453 87 60 F 010 452 36 80
TR17874r03
TR17874r03
Inhoudsopgave
Samenvatting
7
1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Leeswijzer
15 15 16 17
2 Ruimtelijk-economische structuur 2.1 Ruimtelijk-economische structuur 2.2 Bereikbaarheid 2.2.1 Vaarweg 2.2.2 Spoor 2.2.3 Weg 2.2.4 Bereikbaarheid binnenhavens
19 19 20 21 22 22 22
3 Binnenhavens Overijssel 3.1 Binnenhavens Nederland 3.1.1 Definitie binnenhaven 3.1.2 Omvang Nederlandse binnenhavens 3.2 Binnenhavens Overijssel 3.2.1 Aantal en omvang 3.2.2 Functie havens 3.3 Binnenhavens Overijssel 3.3.1 Binnenhavens Kampen 3.3.2 Binnenhavens Zwolle 3.3.3 Binnenhaven Deventer 3.3.4 Binnenhavens Zwartewaterland 3.3.5 Binnenhaven Steenwijkerland 3.3.6 Binnenhaven Hardenberg 3.4 Ruimte voor watergebonden activiteiten 3.5 Economisch en logistiek belang binnenhavens
25 25 25 25 26 26 27 29 29 30 31 32 33 33 33 37
4 Streefbeeld binnenhavens Overijssel 4.1 Inleiding 4.2 Ruimtelijke ontwikkeling 4.3 Economische ontwikkeling 4.4 Infrastructurele ontwikkeling 4.5 Ontwikkeling goederenvervoer over water 4.6 Ontwikkeling binnenhavens
39 39 39 41 42 45 48
TR17874r03
4.7 Ambities 4.8 Streefbeeld kaart
48 49
5 Knelpunten binnenhavens 5.1 Inleiding 5.2 Knelpunten binnenhavens 5.3 Overzicht knelpunten
53 53 53 55
6 Maatregelenpakket 6.1 Inleiding 6.2 Maatregelen binnenhavens 6.3 Overzicht maatregelen
57 57 57 59
7 Vervolgacties 7.1 Uitvoering maatregelen 7.2 Draagvlak en urgentie
61 61 62
Bijlage A: Factsheets Binnenhavens Overijssel
63
Bijlage B: Streefbeeld Overijsselse vaarwegennet 2020
81
Bijlage C: Kaart MIRT en bestuurlijk overleg
83
TR17874r03
Samenvatting
1. Achtergrond en aanleiding De provincies Overijssel en Gelderland hebben besloten om gezamenlijk een netwerkanalyse voor de binnenhavens in Oost-Nederland op te stellen. De reden hiervoor is dat er in Oost-Nederland een aantal waterverbindingen is dat grensoverschrijdend is, waarbij de aanliggende binnenhavens onderlinge relaties hebben of krijgen. De binnenhavens hebben daarnaast een gezamenlijk belang in de bereikbaarheid over diezelfde vaarweg. Door de netwerkanalyse gezamenlijk op te stellen wordt afstemming gerealiseerd tussen beide provincies. Wel is per provincie een deelrapport voor de binnenhavens opgesteld. Door Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen is een aparte binnenhavenvisie opgesteld. Deze regio’s zijn geen onderdeel van dit rapport, maar de verschillende netwerkanalyses zijn wel op elkaar afgestemd. Deze netwerkanalyse beschrijft een netwerk van binnenhavens en heeft betrekking op de binnenhavens in de gemeenten Zwolle, Kampen, Hardenberg, Deventer, Steenwijkerland (Steenwijk) en Zwartewaterland (Zwartsluis, Hasselt en Genemuiden). Er wordt een visie gegeven op het toekomstige gebruik van de binnenhavens in Overijssel, de toekomstige bereikbaarheid en de gewenste ontwikkeling en functie van de binnenhavens in het netwerk binnen Oost-Nederland. Daarnaast wordt een ambitie aangegeven voor het netwerk van binnenhavens in Overijssel in de toekomst (2020). Hiervoor is een streefbeeld opgesteld waarin de regionale ambities voor een “toekomstvast en duurzaam” netwerk van binnenhavens zijn aangegeven, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen. Het streefbeeld sluit aan bij de netwerkanalyse vaarwegen die door de provincie Overijssel in een aparte rapportage is beschreven. Aanleiding Aanleiding van de netwerkanalyse binnenhavens Overijssel is de beleidsbrief “Varen voor een vitale economie”en de landelijke markt- en capaciteitsanalyse vaarwegen (LMCA). Met name de LMCA vaarwegen en de beleidsbrief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben geleid tot deze netwerkanalyse. 2. Huidig netwerk van binnenhavens en vaarwegen Het vervoer van goederen in Overijssel vereist een goede bereikbaarheid via water, weg en spoor van en naar de economische kerngebieden en voldoende (ruimtelijke) capaciteit voor overslag en opslag van goederen door de bedrijven. De economische ontwikkeling in Overijssel concentreert zich primair op de drie stedelijke netwerken: Twente, Stedendriehoek (met Deventer) en Zwolle-Kampen. Naast concentratie in deze netwerken kiest de provincie voor een doorontwikkeling van de kernen met een streekfunctie Hardenberg en Steenwijk.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
7
Elf gemeenten in Overijssel beschikken over in totaal veertien binnenhavens. De binnenhavens in Kampen, Zwolle, Deventer, Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden zijn via de vaargeulen in het IJsselmeer en het Ketelmeer, de IJssel, het Zwarte Water en het Zwolle IJsselkanaal bereikbaar voor Klasse Va schepen. De binnenhaven van Hardenberg (via kanaal Almelo-De Haandrik) is bereikbaar voor Klasse II schepen tot 600 ton en de binnenhaven van Steenwijk (via kanaal Beukers-Steenwijk) is bereikbaar voor Klasse IIa schepen tot 800 ton. De Twentekanalen (sluis Eefde-Enschede en Zijkanaal naar Almelo) zijn voor de binnenhavens in Enschede, Hengelo, Almelo, Goor en Markelo belangrijke verbindingen. Functie binnenhavens De binnenhavens in Kampen, Zwolle, Deventer, Hasselt, Zwartsluis, Genemuiden, Steenwijk en Hardenberg zijn belangrijke vestigingsplaatsen voor de zand- en grindbedrijven en betoncentrales, veevoederindustrie, houtproducenten en aardolieproducenten. Tevens zijn de binnenhavens vestigingsplaats voor binnenhaven gebonden activiteiten als scheepsbouw en -reparatie. Vervoer over water is essentieel voor al deze watergebonden bedrijven. Kampen vervult met de Zuiderzeehaven en het Regionaal Overslagcentrum Kampen een logistieke functie voor met name OostNederland die verder ontwikkeld kan worden. De andere binnenhavens hebben meer een lokale functie. Het netwerk van binnenhavens verwerkt momenteel ruim 5 miljoen ton bulk- en stukgoederen en 6.000 TEU containers via de binnenvaart en dit volume blijft groeien. Tabel 0.1
Functie en ontsluiting binnenhavens Overijssel Haven
Overslag
Functie
Water
Weg
Spoor
1,4 mln ton +
Bulk (zand en grind, hout,
Klasse Va
N50
nee
6.000 TEU
veevoeder) en containers
1,9 mln ton
Bulk (aardolie, veevoeder,
Klasse Va
A28, N331
Ja, Voorst
in 2006 Kampen
Zwolle
zand) en stukgoed (motoren) Deventer
1,1 mln ton
Bulk (zand en grind, veevoeder) Klasse Va
A1, N344
Ja, Bergweide
Hasselt
0,3 mln ton
Bulk (zand en grind, veevoeder) Klasse Va
N331
nee
Zwartsluis
0,1 mln ton
Bulk (zand en grind)
Klasse Va
N337
nee
Genemuiden
0,3 mln ton
Bulk (zand en grind, metalen)
Klasse Va
N759
nee
Hardenberg
0,2 mln ton
Bulk (zand en grind)
Klasse II
N36, N34
nee
Steenwijk
0,2 mln ton
Bulk (zand en grind)
Klasse IIa
N334, N333
nee
Binnenhavens van belang voor economie, bereikbaarheid en leefbaarheid De binnenhavens in Overijssel bieden toegang tot het nationale en Europese vervoersnetwerk via water, weg en spoor. De stedelijke netwerken Zwolle-Kampen en Stedendriehoek (met Deventer) zijn belangrijke vestigingsgebieden voor bedrijven en daarmee ook voor watergebonden bedrijven. Ruim veertig aan het water gelegen bedrijven maken direct gebruik van de binnenhavens in Overijssel. Daarnaast maken een groot aantal bedrijven, die niet aan het water zijn gelegen, gebruik van de binnenhavens en openbare kades langs de vaarwegen.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
8
De binnenhavengerelateerde activiteiten van de bedrijven in Overijssel betekenen voor de regio een directe werkgelegenheid van ongeveer 1.500 arbeidsplaatsen en een directe toegevoegde waarde van ongeveer 100 miljoen Euro. Daarnaast zijn de binnenhavens van belang voor de bereikbaarheid en leefbaarheid van Overijssel. Indien via de binnenhavens in Overijssel geen goederen meer via het water kunnen vervoeren, dan zou het aantal vrachtwagenbewegingen in de regio met ongeveer 200.000 per jaar toenemen; dit zijn 800 volle vrachtwagens per dag. Een dergelijke toename van het vrachtverkeer via de weg zou bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit en leefbaarheid van de steden en kernen in Overijssel. 3. Streefbeeld: toekomstig netwerk van binnenhavens Er wordt een gewenst toekomstig netwerk van binnenhavens beschreven op basis van toekomstige ontwikkelingen op het gebied van (haven) ruimte, (haven) economie, (haven) bereikbaarheid en vervoer over water. Om het netwerk te realiseren is een streefbeeld opgesteld. Basis voor dit streefbeeld zijn de gezamenlijke ambities van de provincie en gemeentes ten aanzien van het stimuleren van het goederenvervoer over water en de binnenhavens. Ruimtelijk-economische ontwikkelingen Overijssel streeft naar behoud van de binnenhavens en waar mogelijk versterken van de functie van de binnenhavens in Overijssel (in relatie tot het netwerk in Oost-Nederland). Overijssel wil bedrijven stimuleren meer goederen over water te vervoeren via de binnenhavens. Het functioneren van binnenhavens wordt bepaald door de mate waarin de haven bereikbaar is, de capaciteit van een haven in termen van ruimte en inbedding in de omgeving. In kader van herstructurering/revitalisering van bedrijventerreinen wordt in Overijssel rekening gehouden met de functie “natte”overslag. Met de ontwikkeling van Zuiderzeehaven in Kampen wordt ingezet op vestiging van nieuwe watergebonden bedrijven. Kampen richt zich met het nieuwe natte terrein van ongeveer 70 ha bruto op de verdere ontwikkeling van de binnenhaven. Het natte terrein is gelegen langs de N50 en beschikt over een insteekhaven, toegankelijk voor Klasse Va schepen. Bij het ontwerp van de Zuiderzeehaven is rekening gehouden met schepen van max. 4.000 ton. De Zuiderzeehaven is een publiek-private samenwerking waarin naast Kampen en provincie Overijssel ook Zwolle investeert samen met drie private partijen. In kader van deze netwerkanalyse is aan de gemeenten gevraagd om een toekomstig beeld te schetsen van de binnenhavens waarbij rekening wordt gehouden met ontwikkelingen. In tabel 0.2 is een overzicht gegeven van (bestaande en gewenste) ontwikkelingen die noodzakelijk zijn om ook in de toekomst de toename van watergebonden activiteiten in de havens te kunnen uitvoeren.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
9
Tabel 0.2
Ontwikkeling binnenhavens Overijssel en ontwikkelingen ruimte en kade Plaats
Bereikbaarheid
Ontwikkeling
Ontwikkeling ruimte
Kade
Netwerk
binnenhaven
water / weg
nat terrein
Herstructurering / nieuw
faciliteiten
relatie regio
Zwolle
Klasse Va
2,5 ha
Herstructurering Voorst
Particulier/
Kampen
Verbeteren wegontsluiting
openbaar
Nieuw: Zuiderzeehaven
Particulier/
Zwolle
Herstructurering Haatland
openbaar
Meppel
A28 / N331 Kampen
Klasse Va
70 ha nieuw
N50/ A50
Harderwijk Deventer
Klasse Va
1-2 ha
Herstructurering Bergweide
A1 / N344 Hardenberg
Klasse III (1000 ton)
-
N36, N34 Hasselt
Klasse Va
1-2 ha
N331 Zwartsluis
Klasse Va
-
N337 Genemuiden
Klasse Va
2-5 ha
N759 Steenwijk
Klasse IIa (800 ton)
-
Particulier/
Steden3hoek;
openbaar
Zutphen Coevorden
Herstructurering
Particulier/
Nieuwe Haven
openbaar
Herstructurering
Particulier/
Zwartewater-
Zwarte Water
openbaar
land / regio
Verlenging kade
Particulier/
Zwartewater-
Havendijk
openbaar
land / regio
Uitbreiding terrein + kade
Particulier/
Zwartewater-
Industriehaven
openbaar
land / regio
-
Particulier/
Noord-
openbaar
Overijssel
N334, N333
Door de gemeenten, regio en Rijk wordt geïnvesteerd in de herstructurering van de bestaande bedrijventerreinen in Overijssel. Zwolle (Voorst), Kampen (Haatlandhaven) en Deventer (Bergweide) werken aan een duurzame versterking van de natte terreinen in samenhang met wonen en werken aan het water. De herstructurering van deze terreinen is gericht op behoud van watergebonden activiteiten, het verbeteren van de ontsluiting van de havengebieden via de weg en via het water (diepgang havens en kadefaciliteiten) en beperken van de geluidhinder. Daarnaast is er aandacht vanuit de kleinere kernen voor herstructurering van terreinen gericht op inbreiding en uitbreiding van ruimte voor watergebonden activiteiten. Zowel in Zwartewaterland (Hasselt en Genemuiden) als Hardenberg is het streven via herstructurering en verbetering van kadefaciliteiten de bedrijven meer gebruik te laten maken van vervoer over water. Ontwikkelingen bereikbaarheid en vervoer over water In de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel is het streefbeeld voor het netwerk van hoofd- en onderliggende vaarwegen in Overijssel opgesteld. Het streefbeeld geeft een samenhangend vaarwegennet in 2020 aan van de belangrijke verbindingen voor het goederenvervoer met minimale vaarklasse. Zo zijn in de toekomst de containerterminals (in Kampen en Hengelo) bereikbaar voor minimaal klasse Va schepen (3000 ton) en tenminste twee laagscontainersvaart. De binnenhavens met overslagvoorzieningen voor bulk- en stukgoed zijn bereikbaar voor schepen van minimaal 1000 ton en maximaal twee laagscontainersvaart.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
10
Voor de verdere ontwikkeling van de Zuiderzeehaven in Kampen is verdieping van de vaargeulen in het IJsselmeer/ Ketelmeer en de verbinding via de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand belangrijk zodat op termijn grotere kustvaartschepen (> 3000 ton) goederen kunnen vervoeren van en naar Kampen, onder andere bestemd voor het achterland. Voor de haven van Hardenberg (en Coevorden) is opwaardering van kanaal Almelo-De Haandrik voor schepen tot 1000 ton gewenst. Zwolle, Kampen en Deventer streven naar een betere interne ontsluiting via de weg voor de havengebieden, mede door de druk van het verkeer op de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. Kampen geeft aan te streven naar een (directe) aansluiting (oprit) van de Zuiderzeehaven op de N50. Op basis van de groeiscenario’s van het Centraal Planbureau en de ontwikkeling van Zuiderzeehaven in Kampen voor nieuwe bedrijven, wordt voor de binnenhavens in Overijssel (exclusief Twente) een overslag verwacht van het vervoer per binnenvaart van ruim 5 naar mogelijk 7 miljoen ton in 2020. Deze groei past bij het streven van Overijssel in het stimuleren van meer vervoer via water, door investeringen in Zuiderzeehaven en de herstructurering van natte terreinen door gemeenten. Ambities Om het streefbeeld op te zetten, zijn door de regio ambities geformuleerd ten aanzien van binnenhavens. In onderstaand kader zijn de ambities weergegeven en in figuur 0.1 (streefbeeld) gevisualiseerd. De volgende ambities zijn geformuleerd: •
De bestaande binnenhavenactiviteiten worden behouden en waar mogelijk uitgebreid.
•
De binnenhavens in Overijssel worden beschouwd als één netwerk en zijn onderdeel van het netwerk in Oost-Nederland en het landelijke binnenhavennetwerk: −
Verder ontwikkelen van Kampen als logistiek knooppunt voor regionaal en landelijk netwerk (Zwolle-Kampen), mogelijk in samenhang met Meppel
−
Verder ontwikkelen van Deventer (in samenhang met Zutphen) als overslagpunt voor de Stedendriehoek
−
Stimuleren lokale ontwikkeling van Hardenberg in samenhang met Coevorden
−
Stimuleren lokale ontwikkeling van Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden met mogelijk regionale watergebonden bedrijvigheid
− •
Behoud van de binnenhaven van Steenwijk voor Noord-Overijssel
De nieuwe watergebonden bedrijven voldoende ruimte bieden. Grote bedrijven faciliteren in de Zuiderzeehaven in Kampen.
•
De huidige watergebonden bedrijven ruimte bieden via herstructurering van terreinen.
•
Containeractiviteiten, -bedrijvigheid en -faciliteiten concentreren in Kampen.
•
Huidige en nieuwe watergebonden bedrijven geluidruimte bieden voor activiteiten.
•
De binnenhavens hebben voldoende openbare overslagvoorzieningen en kadefaciliteiten.
•
In de binnenhavens de bestaande openbare kadefaciliteit behouden en verder te ontwikkelen.
•
De ontwikkeling van de havens voor watergebonden bedrijvigheid, woningbouw en recreatie vindt in
•
De maatregelen in de Netwerkanalyse vaarwegen Overijssel tot uitvoering te brengen/te faciliteren om
samenhang binnen de regio plaats.
het netwerk van binnenhavens te behouden en verder te ontwikkelen.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
11
Figuur 0.1
Toekomstig netwerk van binnenhavens in Overijssel en Oost-Nederland
Steenwijk Meppel Coevorden
Genemuiden Zwartsluis Kampen
Hasselt
Hardenberg
Zwolle
Elburg
■ Almelo
Harderwijk Deventer
Goor Markelo ■
Nijkerk
Delden Hengelo ■ ■ Enschede
■
Zutphen
Rheden Culemborg
Geldermalsen Lingewaal Neerijnen Zaltbommel
Wageningen
Buren
NederBetuwe
■
■
■
Ubbergen Rijnwaarden Tiel Druten Nijmegen ■ ■ ■Westervoort ■ West Maas en Waal Maasdriel Ontwikkeling natte kavels Activeren laad- en losfaciliteiten
Lochem
■ Doesburg
Arnhem
Overbetuwe
■
Doetinchem
Binnenhavens met overslag bulkgoederen Overijssel Kleine binnenhavens met vnl. zand en grind Binnenhavens met overslag bulkgoederen Gelderland Binnenhavens met overslag containers
■ Binnenhavens Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen Binnenhavens Drenthe
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
12
4. Knelpunten bij het streefbeeld Het streefbeeld voor het toekomstig netwerk van binnenhavens in 2020 geeft de ambitie aan van de gemeenten en provincie. Om het streefbeeld te realiseren, zullen de belangrijkste knelpunten moeten worden aangepakt, onderscheiden naar bereikbaarheid van binnenhavens via weg en water, haven- en kadefaciliteiten en (milieu)ruimte voor groei en ontwikkeling van watergebonden activiteiten. De volgende knelpunten zijn geïdentificeerd: • Onvoldoende diepgang in de havens van Zwolle, Genemuiden en Hardenberg. • Beperkte diepgang van de vaargeulen naar Kampen voor toekomstige kustvaartschepen en beperkte toegang van Hardenberg voor schepen via kanaal Almelo-De Haandrik. • De natte terreinen zijn verouderd zoals in Kampen, Zwolle en Deventer. • De kadefaciliteiten zijn verouderd en beperkt in Zwolle, Deventer, Hasselt en Genemuiden. • De interne wegontsluiting van havens staat onder druk in Kampen, Zwolle, Deventer. • Huidige en nieuwe watergebonden bedrijven hebben geen fysieke ruimte en geluidruimte om te groeien en watergebonden activiteiten uit te breiden. Daarnaast hebben gemeenten onvoldoende financiële middelen voor onderhoud, beheer en exploitatie van de haven. Bovendien ontbreekt het binnen gemeenten en bedrijven aan voldoende urgentie voor het stimuleren van meer vervoer via het water en het ontwikkelen van de binnenhavens. 5. Maatregelen bij het streefbeeld Het maatregelenpakket voor het realiseren van het streefbeeld van het toekomstig netwerk van binnenhavens in Overijssel bestaat uit oplossingen voor de korte en lange termijn. De belangrijkste maatregelen zijn: • Het versterken van het netwerk van binnenhavens in Overijssel in samenhang met de binnenhavens in Oost-Nederland: − Kampen in relatie tot Meppel en Harderwijk voor containervervoer; − Deventer in relatie tot Zutphen (Stedendriehoek) voor ontwikkeling natte terreinen; − Hardenberg in relatie tot Coevorden voor ontwikkeling watergebonden bedrijvigheid; − Hasselt, Zwartsluis, Genemuiden en Steenwijk voor meer vervoer regio via water. • Het uitbaggeren van de binnenhavens en waar nodig verbeteren van de kades in Zwolle, Hardenberg en Genemuiden. • Ontwikkeling van Zuiderzeehaven in Kampen voor grotere watergebonden bedrijven. • Herstructurering van havens in Zwartsluis, Genemuiden en Hardenberg voor het creëren van meer ruimte voor watergebonden bedrijven. • Duurzame versterking van de havengebieden Kampen, Zwolle, Deventer voor werken en wonen. • Verbeteren van de bereikbaarheid via het water door maatregelen zoals geformuleerd in Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel. • Verbeteren van de interne ontsluiting via de weg in Kampen, Zwolle en Deventer.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
13
Voor de uitvoering van de maatregelen zal de provincie Overijssel samen met de gemeenten en bedrijven en de provincie Gelderland en Rijkswaterstaat Oost-Nederland werken aan het realiseren van de ambities voor Oost-Nederland. Het toekomstig netwerk van binnenhavens en vaarwegen draagt bij aan een betere bereikbaarheid en leefbaarheid van Overijssel en meer vervoer van goederen via het water door bedrijven in de regio. Tabel 0.3
Maatregelen voor streefbeeld netwerk van binnenhavens in Overijssel Maatregelen
Plaats/
Betrokken partijen
haven Ruimte en herstructurering Herontwikkeling Voorst A voor watergebonden activiteiten
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Herstructurering Bruchterweg Nieuwe Haven
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Uitbreiding (percelen) en opwaardering industriehaven
Genemuiden
Bedrijven, gemeente Zwartewaterland
Herstructurering terrein Zwarte Water
Hasselt
Gemeente Zwartewaterland
Herstructurering Haatlandhaven
Kampen
Gemeente Kampen
Verbeteren diepgang haven en uitbreiding ligplaatsen
Zwolle
Gemeente Zwolle
Vernieuwen kade/ loswal Voorsterhaven/ Katwolderhaven/
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Uitdiepen huidige insteekhaven
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Verdiepen haven
Genemuiden
Gemeente Zwartewaterland
Verlengen kade terrein Zwarte Water
Zwartsluis
Gemeente Zwartewaterland
Aanpassing kades
Deventer
Gemeente Deventer
Kampen
Gemeente Kampen,
Haven- en kadefaciliteiten
Margriethaven
Ontsluiting via de weg Aanleg afrit van haven op N50 + verbeteren interne ontsluiting
Rijkswaterstaat
Verbeteren wegprofielen haventerreinen
Zwolle
Gemeente Zwolle
Verbeteren interne bereikbaarheid haven via de weg
Deventer
Gemeente Deventer
Milieu / leefbaarheid Aanpassen milieuvergunning voor uitbreiding activiteiten
Kampen
Duurzame versterking Voorst ruimte/ geluid, bereikbaarheid Zwolle
Gemeente Kampen, bedrijven Gemeente Zwolle, bedrijven
Vaarweg en sluizen zie hiervoor Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel 2008
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
14
1 Inleiding
1.1
Aanleiding Binnenhavens waarborgen de bereikbaarheid van economische centra Het Coalitieakkoord 2007-2011 ‘vertrouwen, verbinden, versnellen’ drukt de ambitie van Overijssel uit om samen met al haar partners te investeren in een vitale samenleving in een mooi landschap. In de hoofdlijnen van het akkoord geeft Overijssel ambities aan voor onder andere een impuls voor werken en mobiliteit. Belangrijke aandachtspunten zijn het behoud van een sterke regionale economie door het bieden van ruimte aan bedrijven en het bevorderen van de bereikbaarheid van economische centra in Overijssel via het water. Deze ambities sluiten aan op de rol die het Rijk voor de regio’s ziet in het verbeteren van de bereikbaarheid van de economische centra in de regio’s. In de Nota Mobiliteit en de beleidsbrief “Varen voor een vitale economie: een veilige en duurzame binnenvaart” geeft het kabinet aan dat de ontwikkeling van binnenhavens een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio. Meer vervoer over water via de binnenhavens kan bijdragen aan het opvangen van de groei in het goederenvervoer en het verbeteren van de vragen rond milieu, geluid en veiligheid. Uit de Landelijke Markt en Capaciteits Analyse Vaarwegen (LMCA Vaarwegen) blijkt dat de binnenhavens een kritische succesfactor zijn voor de binnenvaart en de bereikbaarheid van de economische centra in de regio. Binnenhavens zijn een aandachtspunt van meerdere partijen In de Nota Mobiliteit staat dat regionale overheden zorg dragen dat er op strategische punten binnen de economisch kerngebieden voldoende ruimte wordt gereserveerd voor overslag van bulkgoederen en containers op binnenvaartschepen. Naast de provincie spelen gemeenten ook een belangrijke rol in het regionale binnenhavenbeleid. In de Nota Mobiliteit staat verder dat gemeenten bij hun ruimtelijkeordeningsbeleid expliciet rekening houden met multimodale ontsluiting en ontwikkeling van natte bedrijventerreinen. Tenslotte hebben de verladende en logistieke bedrijven in de regio, die wel of niet gevestigd zijn in de binnenhavens, een belangrijke rol als investeerder en gebruiker van vervoer over water en een betere benutting van de faciliteiten van de binnenhavens en de vaarwegen. Bij het opstellen van de netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland zijn daarom naast de Provincies ook de gemeenten en Rijkswaterstaat Oost-Nederland betrokken. Het bedrijfsleven is geconsulteerd in een informerende bijeenkomst.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
15
1.2
Doelstelling Het goed functioneren van binnenhavens is een belangrijke factor voor de concurrentiepositie van de binnenvaart wat betreft het goederenvervoer. Tevens kan het intensiever gebruiken van de vaarwegen bijdragen aan het oplossen van bereikbaarheidsproblemen over de weg en leefbaarheidsproblemen in de provincie. De netwerkanalyse binnenhavens Overijssel geeft inzicht in het huidige en toekomstige netwerk van binnenhavens in Overijssel en Gelderland. Om het toekomstig netwerk te kunnen opstellen is een streefbeeld opgesteld. Hierin zijn met name de ontwikkelingen op gebied van bedrijventerreinen, goederenvervoer (over water) en ambities in verwerkt. De visie op het netwerk van binnenhavens is input voor indienen van concrete quick wins. Het doel van het project is als volgt geformuleerd: Het opstellen van een toekomstige netwerk van binnenhavens in Overijssel waarbij de bereikbaarheid gewaarborgd is, aan de hand van het in beeld brengen van de huidige functie van de binnenhavens rekening houdend met het netwerk in Oost-Nederland.. Het formuleren van concrete uitvoeringsprojecten (quick wins) voor het verbeteren van de huidige bereikbaarheid van de binnenhavens.
De netwerkanalyse binnenhavens heeft meerdere subdoelstellingen: Deze zijn als volgt geformuleerd: 1. Analyseren van het economische en logistieke belang van binnenhavens; 2. Opstellen van een streefbeeld; 3. Uitvoeren van een knelpuntenanalyse; 4. Opstellen van een maatregelenpakket met concrete maatregelen; 5. Formuleren van concrete uitvoeringsprojecten. Binnenhavenvisie op niveau van Oost-Nederland De provincies Overijssel en Gelderland hebben besloten om gezamenlijk een netwerkanalyse voor de binnenhavens op te stellen. De reden hiervoor is dat er in OostNederland een aantal waterverbindingen is dat grensoverschrijdend is, waarbij de aanliggende binnenhavens veelal onderlinge relaties hebben of krijgen. De binnenhavens hebben daarnaast een gezamenlijk belang in de bereikbaarheid over diezelfde vaarweg. Voor de IJssel gaat het dan om de binnenhavens van Zutphen en Deventer, voor de Randmeren om de binnenhavens van Harderwijk en Kampen en voor het Twentekanaal om de binnenhavens van Lochem en die in Twente. Door een visie gezamenlijk op te stellen wordt maximale afstemming gerealiseerd tussen beide provincies. Overigens wordt door Stadsregio Arnhem Nijmegen en Regio Twente een aparte binnenhavenvisie opgesteld en deze regio’s maken dus geen onderdeel uit van deze visie. Ondanks de gezamenlijke aanpak van beide provincies is wel besloten om twee aparte rapportages op te stellen. Deze rapportage beschrijft het deel voor Overijssel en betreft de binnenhavens van de gemeenten Zwolle, Kampen, Hardenberg, Deventer, Steenwijkerland (Steenwijk) en Zwartewaterland (Zwartsluis, Hasselt en Genemuiden).
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
16
1.3
Leeswijzer Deze rapportage geeft inzicht in het huidige en toekomstige netwerk van binnenhavens. In hoofdstuk twee wordt de ruimtelijk-economische structuur van Overijssel op hoofdlijnen beschreven. In hoofdstuk drie worden de belangen van de huidige binnenhavens als logistieke functie en als economische activiteit in de regio in kaart gebracht. In hoofdstuk vier zijn regionale ambities geformuleerd om het (gewenst) functioneren van de binnenhavens in Overijssel te waarborgen. Er is een streefbeeld van het gewenste netwerk van binnenhavens opgesteld om (toekomstige) keuzes te maken voor de ontwikkeling van de binnenhavens. Bovendien geeft het streefbeeld inzicht in de gewenste bereikbaarheidskwaliteit van de economische centra en belangen voor de regio te waarborgen. In hoofdstuk vijf worden de knelpunten geïnventariseerd door het huidige netwerk van binnenhavens te confronteren met het toekomstige binnenhavennetwerk (streefbeeld). In hoofdstuk zes worden de oplossingen voor de knelpunten in maatregelenpakketten uitgewerkt. In hoofdstuk zeven worden mogelijke stappen aangegeven van vervolgacties voor de binnenhavens. In de bijlage is per binnenhaven een factsheet opgenomen met daarin kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen van de binnenhaven.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
17
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
18
2 Ruimtelijk-economische structuur
2.1
Ruimtelijk-economische structuur In april 2007 is het nieuwe coalitieakkoord verschenen. Daarin staat de ambitie van Overijssel om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi landschap. Eén van de onderdelen om een sterke regionale economie te behouden, is het bieden van ruimte aan bedrijven door zowel herstructurering als nieuwbouw. In het Streekplan Overijssel kiest de provincie voor een sterk en leefbaar Overijssel. Het bieden van ontwikkelingsruimte voor economische groei en het behouden en versterken van de kroonjuwelen van de provincie spelen daarin een belangrijke rol. De economische ontwikkeling concentreert zich primair op de drie stedelijke netwerken: Twente, Stedendriehoek en Zwolle-Kampen Netwerkstad. Naast concentratie in deze drie netwerken is in het streekplan gekozen voor een doorontwikkeling van de kernen met een streekfunctie Hardenberg en Steenwijk. In het economische plan In actie voor Werkgelegenheid is aangegeven dat de economische ontwikkelingen van enkele jaren geleden de werkgelegenheid verder heeft laten afnemen. Er zijn verschillende acties gedefinieerd om deze ontwikkeling tegen te gaan. Eén van de maatregelen is het geven van een kwaliteitsimpuls aan recreatie en toerisme, waarbij de recreatievaart een belangrijke rol speelt in deze “natte” provincie. In het Beeld Omgevingsvisie Overijssel schetst de provincie een visie ten aanzien van de fysieke leefomgeving. Eén van de thema’s is mobiliteit. Voor mobiliteit en bereikbaarheid ligt de inzet in het verlengde van het recent vastgestelde Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan “Vlot en veilig verder”. Het gaat om een duurzaam verkeersen vervoerssysteem met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder verkeersveilige omstandigheden. De opgaven liggen vooral in het accommoderen van een groeiende mobiliteitsbehoefte (kwalitatief en kwantitatief) en het verminderen van de effecten op de omgeving (geluid, risico, uitstoot). De omgevingsvisie wil onder meer tot wervende alternatieven komen voor goederenvervoer over water en spoor. Ook wil de provincie het toerisme versterken door verbetering van de vaarroutes voor de recreatievaart onder andere in de Kop van Overijssel. Voor de economische ontwikkeling van Overijssel is de bereikbaarheid van groot belang. Verbetering van de ontsluiting van de weg, het spoor en over water heeft daarom voor de provincie Overijssel een hoge prioriteit.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
19
2.2
Bereikbaarheid In het Coalitieakkoord geeft de provincie aan dat de bereikbaarheid van economische centra via water te bevorderen door onder andere in te zetten op het vergroten van de bereikbaarheid van de Zuiderzeehaven door het vergroten van de capaciteit van de vaargeulen in het IJsselmeer en het goed bevaarbaar maken van de Twentekanalen voor containervaart. In het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) staat dat de provincie streeft naar een kwalitatief goed hoofdsysteem van verbindingen voor het wegverkeer inclusief het vrachtverkeer, de scheepvaart, het openbaar vervoer en de fiets. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de verbindingen gericht op de stedelijke netwerken in Overijssel, te weten Zwolle-Kampen, Stedendriehoek en Regio Twente. Voor de scheepvaart gaat het om een goed toegankelijk en bereikbaar beroepsvaarwegennet en voor de recreatietoervaart in met name Noordwest-Overijssel gaat het om regionale vaarverbindingen in het kader van de landelijke ‘Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland’ (BRTN). Het PVVP ziet de provinciale rol ten aanzien van het bevorderen van het gebruik van goederenvervoer over water beperkt en de inzet zal navenant beperkt zijn. De acties van de provincie liggen op het vlak van medewerking verlenen aan kansrijke initiatieven uit de markt ter verbetering van de bereikbaarheid van economische centra voor het goederenvervoer en samen met gemeenten in een vroegtijdig stadium de gevolgen nagaan van de locatie en ontsluiting van natte bedrijventerreinen. Juist op dit laatste aspect is deze binnenhavenvisie gericht. In de volgende paragrafen gaan we in op de bereikbaarheid van Overijssel per spoor, weg en binnenvaart.
Figuur 2.1
Infrastructuur Overijssel (Bron: Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Overijssel)
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
20
2.2.1
Vaarweg Overijssel heeft een uitgebreid netwerk van hoofd- en overige vaarwegen. De belangrijkste toegang via het water voor de provincie Overijssel is de bereikbaarheid via het IJsselmeer/Ketelmeer en de Boven IJssel /Rijn. Het netwerk van vaarwegen in Overijssel verbindt alle belangrijke economische centra en bestaat uit: • De IJssel • De Twentekanalen (Eefde-Enschede en Zijkanaal naar Almelo) • Het Zwarte Water • Het Zwolle IJsselkanaal • Kanaal Beukers-Steenwijk • Kanaal Almelo-De Haandrik
Figuur 2.2
Netwerk vaarwegen Overijssel, bron vaarwegenkaart Nederland
De IJssel, het Zwarte Water en het Zwolle IJsselkanaal zijn klasse Va vaarwegen. De Twentekanalen zijn tot Delden toegankelijk voor klasse Va schepen en vanaf Delden naar Hengelo, Enschede en Almelo voor klasse IV schepen. Het kanaal Beukers-Steenwijk is toegankelijk voor klasse IIa schepen tot 800 ton en kanaal Almelo-De Haandrik voor klasse II schepen tot 600 ton.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
21
In de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel, die parallel aan deze binnenhavenvisie is opgesteld, is het huidige netwerk van vaarwegen in kaart gebracht en wordt een gewenst vaarwegennet door middel van een streefbeeld aangegeven. Het gewenste vaarwegennet geeft, voor de toekomst, een minimale bereikbaarheid van de binnenhavens aan.
2.2.2
Spoor Overijssel is per spoor goed ontsloten voor goederenvervoer en personenvervoer. De provincie wordt doorsneden in oost-west richting en noord-zuid richting. Zwolle is een nationaal spoorknooppunt met rechtstreekse verbindingen met de Randstad (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag), het noorden (Emmen, Leeuwarden en Groningen), het oosten (Enschede) en het zuiden (Arnhem en Nijmegen). Zwolle heeft een stamlijn op het bedrijventerrein Voorst voor vervoer van goederen via het spoor waar ook gebruik van wordt gemaakt. Ook Deventer heeft op het terrein Bergweide een stamlijn voor spoor. Met de komst van de Hanzelijn (tussen Lelystad en Zwolle) komt er nog een extra verbinding bij. Dit biedt een nieuwe snelle verbinding met de Randstad en geeft tegelijkertijd enige ontlasting op de Veluwelijn (Amersfoort-Zwolle). De Hanzelijn biedt wellicht kansen voor een spoorontsluiting van bedrijventerreinen in met name Kampen.
2.2.3
Weg Overijssel heeft in de A28, A32, A1 en de N50 belangrijke poorten naar de rest van Nederland en Europa. De A28 is in de Nota Ruimte aangewezen als belangrijke internationale transportas. In het kader van het Bereikbaarheidsoffensief worden er ZSM2-maatregelen doorgevoerd op de A28. De recente ontwikkelingen op de A1 laten zien dat dit een belangrijke corridor is voor het vervoer tussen de beide mainports (Amsterdam en Rotterdam) en het achterland in Twente, Duitsland (Berlijn en Hannover) en de nieuwe EU-lidstaten als Polen en de Baltische Republiek. Juist op deze relaties zijn er weinig alternatieven beschikbaar, waardoor het goederenvervoer op de A1 sterk zal groeien.
2.2.4
Bereikbaarheid binnenhavens De meeste binnenhavens in Overijssel zijn gelegen aan Klasse Va vaarwegen ofwel toegankelijk voor schepen tot 3000 ton. De haven van Steenwijk is te bereiken met schepen van 800 ton en de haven van Hardenberg voor schepen tot 600 ton. Kampen streeft in de toekomst naar een bereikbaarheid van de haven voor kustvaart. Een aanpassing van de vaargeulen in het Ketelmeer en IJsselmeer en de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand is dan noodzakelijk. De havens van Deventer en Zwolle zijn direct aangesloten op de belangrijke hoofdtransportasssen A1 en A28. De haven van Kampen is gelegen naast de N50 maar heeft geen directe aansluiting op deze transportas.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
22
De havens in de kleinere kernen hebben een goede aansluiting op de provinciale wegen. De gemeenten geven aan dat de interne ontsluiting van de haventerreinen verbeterd kan worden en veelal onderdeel is van de herstructureringsplannen. De haven van Zwolle, op het terrein Voorst, heeft op dit moment nog een trimodale ontsluiting en is daarmee samen met Hengelo en Almelo een bedrijventerrein waar bedrijven gebruik maken van vervoer over water, via spoor en weg. De bedrijven in de binnenhavens beschikken veelal over eigen kades en overslagvoorzieningen. De meeste gemeenten beschikken over een openbare laadloskade. Bedrijven (die niet aan het water liggen) maken hier nauwelijks gebruik van. In de onderstaande tabel 2.1 is de bereikbaarheid van de binnenhavens samengevat. Tabel 2.1
Infrastructuur binnenhavens Overijssel Haven
Water
Kampen
IJssel
Zwolle
Zwolle-IJsselkanaal, Zwarte Water
Vaarweg
Weg
Spoor
Klasse Va
N50
Nee
Klasse Va
A28, N331
Ja, Voorst
klasse
Deventer
IJssel
Klasse Va
A1, N344
Ja, Bergweide
Hasselt
Zwarte Water
Klasse Va
N331
Nee
Zwartsluis
Zwarte Water
Klasse Va
N337
Nee
Genemuiden
Zwarte Water
Klasse Va
N759
Nee
Hardenberg
Kanaal Almelo-De Haandrik
Klasse II
N36
Nee
Steenwijk
Kanaal Beukers-Steenwijk
Klasse IIa
N334, N333
Nee
De bereikbaarheid van de binnenhavens in Overijssel is voor verbetering vatbaar. Echter gezien de ambities van gemeenten en regio zal dit in de toekomst moeten worden verbeterd. Met name de toegang via het water is door de verdere schaalvergroting in de binnenvaart voor gemeenten aan kleinere vaarwegen een knelpunt voor stimuleren van meer vervoer via water.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
23
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
24
3 Binnenhavens Overijssel
3.1 3.1.1
Binnenhavens Nederland Definitie binnenhaven Een binnenhaven voorziet bedrijven in een wateraansluiting, zodat goederen via binnenschepen kunnen worden aan- en/of afgevoerd. In het rapport Blue Ports; knooppunten voor de regionale economie (TNO, 2004) wordt een binnenhaven gedefinieerd als: een goederenoverslagpunt of terminal alsmede de aan deze overslagfaciliteit verbonden bedrijventerreinen en bedrijvigheid. Een binnenhaven wordt vereenzelvigd met een vestiging in een gemeente en heeft drie functies: 1. Een knooppunt in transportketens; 2. Een vestigingsplaats voor industrie, dienstverlening en onderdeel van clusters; 3. Een onderdeel van (internationale) productienetwerken. Deze definitie onderstreept dat een binnenhaven meer is dan een alleen een goederenoverslagpunt of terminal (inclusief overslag voorzieningen). Een goederenoverslagpunt maakt onderdeel uit van een binnenhaven. Naast overslag is ook veel productie aan de binnenhaven gerelateerd. Deze productiebedrijven hoeven niet direct in de binnenhaven te zijn gevestigd, maar kunnen wel gebruik maken van de overslagfaciliteiten. De binnenhaven heeft dan ook een belangrijke regionale economische uitstraling.
3.1.2
Omvang Nederlandse binnenhavens Nederland heeft een fijnmazig vaarwegennet waardoor in ruim tweehonderd gemeenten goederen via het water worden overgeslagen. Om het belang van binnenhavens te bepalen, is de hoeveelheid overgeslagen goederen via de binnenvaart als uitgangspunt genomen. Overslag wordt gemeten door de tonnages van laden en lossen te sommeren. In 2006 is in totaal ongeveer 385 miljoen ton goederen overgeslagen vanuit de binnenvaart (Bron: CBS). Daarvan wordt ongeveer 250 miljoen ton per binnenvaartschip van en naar de Nederlandse zeehavens vervoerd. In 2006 zijn er ongeveer 50 binnenhavens die meer dan 1 miljoen ton per jaar goederen hebben overgeslagen via de binnenvaart. De provincie Overijssel heeft vijf omvangrijke binnenhavens met meer dan 1 miljoen ton goederen overslag per binnenvaart. Dit zijn de havens van Zwolle, Kampen, Deventer, Hengelo en Almelo. Hiermee staan er vijf Overijsselse havens in de top 50 qua overslag.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
25
In totaal wordt 10,5 miljoen ton overgeslagen in de binnenhavens in Overijssel (bron: CBS 2006). Figuur 3.1
Classificatie binnenhavens totale overslag goederen per binnenvaart, gemeten in tonnen (Bron: TNO, 2004)
Top 10
Provincie
Binnenhavens
3.2 3.2.1
Overslag in mln ton (CBS: 2006)
Cuijk
Noord-Brabant
6,2
Utrecht
Utrecht
4,1
Oss
Noord-Brabant
3,8
Hengelo
Overijssel
3,5
Gennep
Limburg
3,1
‘s-Hertogenbosch
Noord-Brabant
2,8
Nijmegen
Gelderland
2,8
Sluis
Zeeland
2,7
Stein
Limburg
2,5
Maasdriel
Gelderland
2,4
Binnenhavens Overijssel Aantal en omvang In Overijssel beschikken elf gemeenten over binnenhavens. Vier gemeenten (Zwolle, Kampen, Deventer en Zwartewaterland) met overslag van goederen via binnenhavens zijn gelegen langs de IJssel en het Zwarte Water, één gemeente (Steenwijkerland) aan het kanaal Beukers-Steenwijk, één gemeente (Hardenberg) aan het kanaal Almelo-De Haandrik en vijf gemeenten (regio Twente) liggen aan Twentekanalen. In totaal zijn er veertien kernen met een binnenhaven in Overijssel. In totaal is in 2006 via de binnenhavens in Overijssel 11 miljoen ton overslag van allerlei soorten goederen per binnenvaart aan- en afgevoerd (Bronnen: CBS en gemeenten). Naast de Twentse havens (5,6 miljoen ton overslag) zijn de belangrijkste havens in Overijssel (de Overijsselse binnenhavens) de havens van Zwolle, Kampen en Deventer met ieder meer dan 1 miljoen ton goederen. De drie binnenhavens in Zwartewaterland zijn in totaal goed voor ruim 0,8 miljoen ton goederen. De havens van Steenwijk en Hardenberg hebben ongeveer elk 0,2 miljoen ton overgeslagen. De belangrijkste goederen die overgeslagen worden zijn zand en grind in alle havens (met name Kampen), aardolieproducten in Zwolle en voedingsproducten in Deventer, Zwolle, Zwartewaterland en Kampen. Bovendien worden de binnenhavens gebruikt voor stukgoederen zoals zware en grote constructies via water. In Kampen wordt naar schatting door ROC Kampen ongeveer 6.000 TEU containers overgeslagen.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
26
In de Overijsselse binnenhavens (exclusief Twente) wordt in totaal ongeveer 5,4 miljoen ton goederen overgeslagen. In tabel 3.1 wordt een overzicht gegeven van de overslag van goederensoorten via de binnenvaart van en naar gemeenten in de provincie Overijssel. Tabel 3.1
Overslag goederen via water onderscheiden naar goederensoort (Overijsselse binnenhavens en Twentse binnenhavens) Overslag goederen via water gemeenten Overijssel
Zand en grind Zout Aardolieproducten
3.2.2
Overslag water
Overslag water
mln ton (Overijsselse
mln ton
binnenhavens)
(Twentse binnenhavens)
2,2
1,3
-
1,7
1,0
0,6
Voedingsproducten
1,1
0,5
Containers en stukgoed
0,3
0,6
Landbouwproducten
0,5
0,1
Metalen
0,2
0,7
Overig
0,1
0,1
Totaal
5,4
5,6
Functie havens De binnenhavens in Overijssel hebben een belangrijke functie voor de bedrijven die gevestigd zijn in de regio (wel en niet aan het water). De verschillende type bedrijven die gevestigd zijn in de binnenhavens en gebruik maken van vervoer over water leidt tot de volgende functies van binnenhavens in Overijssel: • Overslag- en opslagfunctie De binnenhavens zijn belangrijke locaties met overslag- en opslagfaciliteiten voor bulkgoederen zoals zand en grind, aardolieproducten (depotfunctie), veevoeder en landbouwproducten; de binnenhavens zijn tevens onmisbaar voor vervoer van zware constructies via het water (die niet via de weg kunnen worden vervoerd). • Industriële functie De binnenhavens in Overijssel zijn belangrijke vestigingsplaatsen voor industriële bedrijven die gebruik maken van vervoer over water zoals betoncentrales, veevoederproducenten, staalproducenten en houtproducenten. Ook zijn de havens belangrijke vestigingsplaatsen voor scheepswerven. • Logistieke functie ROC Kampen heeft een regionale functie voor logistieke en verladende bedrijven in de regio door de containers met import- en exportgoederen te vervoeren via het water en de weg tussen regio en de zeehavens. De logistieke functie van Kampen is beperkt (6.000 TEU) maar kan verder uitgroeien. In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de verschillende binnenhavens (natte bedrijventerreinen) per gemeente, overslag en type haven (bulk, stukgoed, containers).
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
27
Tabel 3.2
Overzicht binnenhavens (natte terreinen) per gemeente en overslag in 2006 (Bron: CBS en gemeenten) Gemeente
Binnenhavens
Overslag water
Type haven
mln ton (CBS) Zwolle
Voorsterhaven, Katwolderhaven
1,8
Bulkgoed en stukgoed
1,4
Containers en bulk
en Zwarte Water Kampen
Haatlandhaven, Zuiderzeehaven en Haven (privaat)
Deventer
Bergweide en Westfalenstraat
1,1
Bulkgoederen
Zwartewaterland
Genemuiden, Zwartsluis en Hasselt
0,7
Bulkgoed, bouw en reparatie schepen
Steenwijkerland
Groot Verlaat
0,2
Bulkgoederen
Hardenberg
Insteekhaven Nieuwe Haven
0,2
Bulkgoederen
Regio Twente
Hengelo, Almelo, Enschede,
5,6
Containers (Hengelo),
Hof van Twente, Twenterand
Bulkgoed en stukgoed
Overijssel totaal
Figuur 3.2
11,0
Type binnenhavens Oost-Nederland, onderscheiden naar bulk en containers
Steenwijk Meppel Coevorden
Genemuiden Zwartsluis Kampen
Hasselt
Hardenberg
Zwolle
Elburg
■ Almelo
Harderwijk Deventer
Goor Markelo ■
Nijkerk
Delden Hengelo ■ ■ Enschede
■
Zutphen
Rheden Culemborg
Buren
Geldermalsen Lingewaal Neerijnen Zaltbommel
Wageningen NederBetuwe
■
■
■
Ubbergen Rijnwaarden Tiel Druten Nijmegen ■ ■Westervoort ■ ■ West Maas en Waal Maasdriel
Lochem
■ Doesburg
Arnhem
Overbetuwe
■
Doetinchem
Binnenhavens met overslag bulkgoederen Overijssel Kleine binnenhavens met vnl. zand en grind Binnenhavens met overslag bulkgoederen Gelderland Binnenhavens met overslag containers
■ Binnenhavens Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen Binnenhavens Drenthe
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
28
In figuur 3.2 is weergegeven welke type goederen (bulkgoed, stukgoed, containers) in de verschillende binnenhavens wordt overgeslagen in Overijssel als Gelderland. Tevens zijn de binnenhavens in Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen weergegeven in de kaart. Ook de havens van Meppel en Coevorden zijn belangrijk vanwege de bereikbaarheid via het water dat deels via vaarwegen in Overijssel plaatsvindt. De meeste binnenhavens in Overijssel hebben een overslagfunctie voor bulkgoederen. Tevens geven de gemeenten aan dat de haven ook een recreatieve functie heeft. Deze functie is veelal gescheiden van de beroepsvaart qua voorzieningen (jachthaven/ ligplaatsen). In de gemeente Zwartewaterland hebben de havens van Zwartsluis en Hasselt tevens een belangrijke functie als vestigingsplaats voor de bouw en reparatie van schepen (vestiging van drie scheepswerven en een tiental scheepsreparatiebedrijven).
3.3
Binnenhavens Overijssel In Overijssel (inclusief Twente) beschikken de elf gemeenten (met veertien kernen) over ongeveer twintig natte bedrijventerreinen waar bedrijven zijn gevestigd die gebruik maken van vervoer over water. Voor de Overijsselse binnenhavens (exclusief Twente) zijn de ongeveer dertien natte bedrijventerreinen gelegen in: • Kampen Haatlandhaven, Zuiderzeehaven en Haven (privaat) • Zwolle Voorsterhaven, Katwolderhaven, Margriethaven en Zwarte Water • Deventer Terreinen Bergweide en Westfalenstraat • Zwartsluis Industriehaven Kranerweerd (Het Bosch en Zomerdijk) • Hasselt Terrein Zwarte Water • Genemuiden Terrein Industriehaven • Steenwijk Terrein Groot Verlaat • Hardenberg Terrein Nieuwe Haven De vijf gemeenten met binnenhavens in Twente zijn door Regio Twente beschreven in de Binnenhavenvisie Twente, een netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen. De kenmerken van de andere Overijsselse binnenhavens in de zes gemeenten worden in de volgende paragrafen kort beschreven.
3.3.1
Binnenhavens Kampen Binnen het netwerk Zwolle-Kampen liggen een zestal omvangrijke natte bedrijventerreinen waar bedrijven gebruik maken van vervoer over water. Zowel Zwolle als Kampen beschikken over binnenhavens met goede voorzieningen (kade, waterontsluiting en overslagfaciliteiten) voor de bedrijven. Kampen heeft door haar ligging aan het Keteldiep / Ketelmeer met een directe aansluiting op het IJsselmeer en de IJssel uitstekende verbindingen met de havens en het achterland voor vervoer via de binnenvaart en ook kustvaart (kruiplijncoasters). Kampen beschikt over drie havens: • Zuiderzeehaven van ongeveer 50 ha netto • Haatlandhaven van ongeveer 40 ha netto • Haven privé van BetonSon van ongeveer 12 ha
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
29
De Haatlandhaven is onderdeel van een groot bedrijventerrein van 180 ha netto en geheel uitgegeven aan private ondernemingen. Het terrein beschikt over een insteekhaven waar bedrijven aan beide kanten van de haven gevestigd zijn. Een tiental bedrijven maakt gebruik van de haven en beschikt over eigen kade- en overslagvoorzieningen. Het zijn twee betoncentrales, twee recyclingbedrijven, twee houtbedrijven, twee bedrijven voor de aanvoer van voedingsproducten (granen en vetten), een scheepswerf en een regionaal overslagcentrum voor containers en stukgoed. Tevens heeft betonbedrijf BetonSon de beschikking over een eigen haven. De gemeente geeft aan dat de binnenhaven ongeveer 1,5 miljoen ton over- en opslaat waarvan ruim de helft zand en grind maar ook hout, recycling / schroot, granen, vetten, stukgoederen en containers. Kampen richt zich met het nieuwe natte terrein Zuiderzeehaven van ongeveer 70 ha op verdere ontwikkeling van de binnenhaven en watergebonden bedrijvigheid. Het terrein beschikt over een insteekhaven en is gelegen langs de N50. De uitgifte van kavels op de Zuiderzeehaven is in 2007 gestart. Zes bedrijven hebben aangegeven zich te vestigen in de Zuiderzeehaven waarmee bijna de helft van het terrein is uitgegeven. Het zijn bedrijven uit de regio (Hasselt, Dronten, Zwolle, Kampen) en een bedrijf uit Doetinchem. Deze bedrijven kunnen in Kampen wel groeien en gebruik maken van mogelijkheden voor short sea. De gemeente geeft aan dat de belangstelling groot is en dat gedacht wordt aan de ontwikkeling van Zuiderzeehaven 2. Bij de ontwikkeling van de Zuiderzeehaven in Kampen wordt samengewerkt met de gemeente Zwolle, provincie Overijssel en het bedrijfsleven. De Zuiderzeehaven is de locatie voor nieuwe watergebonden bedrijvigheid voor de regio. Kampen streeft naar een volwaardige aansluiting voor het short sea schepen tot 4.000 ton om de aantrekkelijkheid van de locatie als (zee)haven te verbeteren. Volgens de gemeente biedt de binnenhaven via de vestiging van bedrijven met binnenhavengerelateerde activiteiten een directe werkgelegenheid van ongeveer 500 arbeidsplaatsen. Met de vestiging van bedrijven in de Zuiderzeehaven zijn in de toekomst naar schatting in totaal 1000 arbeidsplaatsen direct gerelateerd aan watergebonden activiteiten in Kampen. Bovendien biedt het bedrijventerrein Bedrijvenpark Rijksweg 50 ruimte voor logistieke bedrijven die gebruik kunnen maken van de openbare overslagfaciliteiten van ROC Kampen. Op het terrein De Haatlanden zijn in totaal ongeveer driehonderd bedrijven gevestigd en werken 5.500 mensen.
3.3.2
Binnenhavens Zwolle Zwolle heeft de beschikking over het nat bedrijven terrein Voorst met een omvang van ongeveer 140 ha netto. Het bedrijventerrein Voorst ligt aan het Zwolle-IJsselkanaal en Zwarte Water en is als een van de weinige terreinen in Overijssel trimodaal ontsloten via water, weg en spoor. Het terrein ligt ten westen van de A28 en is bereikbaar via twee aansluitingen (afslag Zwolle Zuid en afslag Zwolle Centrum). De bereikbaarheid over de weg is met de ligging van terrein Voorst langs de A28 uitstekend, het terrein heeft tevens een spoorlijn en is de enige watergebonden bedrijfslocatie van Zwolle. Het terrein heeft een logistiek en veelzijdig karakter.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
30
Het terrein ligt achter de Spooldersluis en de Voorsterhaven en Katwolderhaven zijn onderdeel van het terrein. Deze havens zijn gescheiden van de havens voor recreatie (Scaniahaven), passanten (Margriethaven) en tijdelijke ligplaatsen (Schuttevaerhaven). Twee grote bedrijven, een betoncentrale en veevoederbedrijf, maken gebruik van de Voorsterhaven en lossen ongeveer 0,9 miljoen ton goederen, waarvan 0,7 miljoen ton veevoeder. Drie bedrijven maken gebruik van de Katwolderhaven waaronder een staalproducent en betoncentrale voor het lossen van 0,2 miljoen ton goederen. Tevens wordt de haven gebruikt voor de overslag van zware motoren die alleen via het water kunnen worden vervoerd. Twee bedrijven hebben een vestiging en kade aan het Zwarte Water voor de overslag en opslag van aardolie (0,9 miljoen ton) en kunstmest. In totaal maken zeven bedrijven gebruik van vervoer van 1,9 miljoen ton goederen over water in 2006 (en 2,6 miljoen ton in 2007). Water en havens zijn belangrijk voor de Zwolse economie en water is een van de ruimtelijke dragers van bedrijventerrein Voorst. Volgens de gemeente bieden de bedrijven in de binnenhaven met binnenhavengerelateerde activiteiten een directe werkgelegenheid van ongeveer 100 en indirect ongeveer 150 arbeidsplaatsen. Op het terrein zijn in totaal 200 bedrijven gevestigd met 6500 werknemers.
3.3.3
Binnenhaven Deventer De gemeente Deventer is met haar ligging aan de IJssel nauw verbonden met water. Het havengebied van Deventer ligt op het grootschalige bedrijventerrein Bergweide (150 ha netto) en heeft de beschikking over drie havenarmen waar bedrijven gevestigd zijn die gebruik maken van het vervoer over water. In totaal is ongeveer 50 ha nat terrein beschikbaar voor de bedrijven. De haven van Deventer ligt aan de IJssel en is toegankelijk via de Prins Bernhardsluis. Via de weg is de haven ook intern (Hanzebrug en Prins Bernhardbrug) en exern (A1 en N344) goed bereikbaar. De belangrijkste gebruikers van de binnenhaven zijn gevestigd ‘achterin’ de haven zoals betoncentrales en veevoederbedrijven. Deventer beschikt over een openbare loswal van ongeveer 200 meter die in beheer is van de gemeente. De gemeente geeft aan dat de binnenhaven ongeveer 1,4 miljoen ton over- en opslaat, waarvan ongeveer 0,7 miljoen ton zand en grind maar ook veevoeder (0,5 miljoen ton) en recycling / schroot en andere bouwmaterialen. De haven van Deventer heeft dan ook het karakter van een industriehaven met vestiging van enkele producenten waarvoor het belang van vervoer over water groot is. Volgens de gemeente biedt de binnenhaven via de vestiging van bedrijven met binnenhavengerelateerde activiteiten een directe werkgelegenheid van ongeveer 250 arbeidsplaatsen. Het bedrijventerrein Bergweide heeft een werkgelegenheid van in totaal ongeveer 15.000 arbeidsplaatsen.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
31
3.3.4
Binnenhavens Zwartewaterland De gemeente Zwartewaterland bestaat uit drie kernen Zwartsluis, Hasselt en Genemuiden met elk eigen havens en laad-loskades. De havens zijn ontsloten door het Zwarte Water, waarbij de industriehaven van Zwartsluis aan het Meppelerdiep ligt, toegankelijk via de Meppelerdiepkeersluis. De grootste natte terreinen zijn gelegen in Hasselt (industrieterrein Zwarte water van 80 ha bruto) en in Genemuiden (industrieterrein BT 1982 van 35 ha bruto). De havens hebben verschillende functies voor binnenvaart en recreatievaart waarbij naast overslag van goederen ook schepen worden gebouwd en gerepareerd (werkhaven) en een wachtfunctie voor schepen. De drie kernen hebben de beschikking over meerdere havens (laad-loskades). • Genemuiden De haven van Genemuiden biedt ruimte voor aan de haven gevestigde bedrijven en overslag van zand en grind. • Zwartsluis De haven van Zwartsluis bestaat uit verschillende locaties: - Industriehaven Kranerweerd: ter plaatse gevestigde bedrijven met aan de haven grenzende kades gebruiken de Industriehaven voor overslag van goederen en materialen, zoals de aan- en afvoer van productiemateriaal voor de aan de haven gevestigde metaalshredder, andere aan de haven gevestigde bedrijven gebruiken de haven en de kades t.b.v. het afmeren van (binnenvaart)-schepen voor reparatie en werkzaamheden aan de schepen. - Locaties Zomerdijk en Het Bosch: twee scheepswerven met capaciteit voor het droogzetten van schepen tot 100 meter lengte gericht op vnl. reparatie, met mogelijkheden voor nieuwbouw van schepen. - Havendijk: door Rijkswaterstaat beheerde wachtkade t.b.v. de binnenvaart • Hasselt - Julianakade / Grindwal: openbare kade (wachtkade) in beheer van gemeente - Industrieterrein Zwarte Water: ter plaatse gevestigde bedrijven met aan de haven grenzende kades gebruiken de insteekhavens voor overslag van goederen en materialen, zoals zand en grind t.b.v. een ter plaatse gevestigd bedrijf, andere aan de haven gevestigde bedrijven gebruiken de haven en de kades t.b.v. het afmeren van (binnenvaart)-schepen voor reparatie en werkzaamheden aan de schepen. Nabij de brug over het Zwarte Water is aan beide zijden van het vaarwater een scheepswerf en een scheepsreparatiebedrijf gevestigd. Volgens de gemeente wordt ongeveer 0,8 miljoen ton goederen via het water overgeslagen. De havens in Zwartewaterland vervullen in de scheepvaart en in de binnenvaart een belangrijke functie door de overslag en opslag van goederen via water en door de mogelijkheden voor reparatie en/of nieuwbouw van vaartuigen voor de binnenvaart. Volgens de gemeente bieden de havens via de vestiging van bedrijven met binnenhavengerelateerde activiteiten een directe werkgelegenheid van ongeveer 500 arbeidsplaatsen (inclusief drie werven). De natte bedrijventerreinen in Zwartewaterland bieden een werkgelegenheid van in totaal ongeveer 2.500 arbeidsplaatsen. De gemeente is druk bezig met de herstructurering van de terreinen en verbetering van de binnenhavenfaciliteiten voor huidige en nieuwe watergebonden bedrijven.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
32
3.3.5
Binnenhaven Steenwijkerland De gemeente Steenwijkerland heeft met bedrijventerrein Groot Verlaat in Steenwijk de beschikking over een terrein van ruim 70 ha bruto met natte kavels. De haven is ontsloten via Kanaal Beukers-Steenwijk. Van de faciliteiten van de binnenhaven in Steenwijk wordt beperkt gebruik gemaakt door een betoncentrale voor aanvoer van zand (ongeveer 0,2 miljoen ton). Daarnaast is op het terrein veel watergebonden bedrijvigheid gevestigd (jachtenbouw, reparatiebedrijven, verf en lakken voor boten en masten, onderhoud enz., met name gericht op de recreatievaart). De vestiging van deze bedrijven is voor de gemeente en regio van groot economisch belang (werkgelegenheid). Tevens zijn er een groot aantal recreatieve jachthavens in de gemeente. In het herstructureringsplan voor bedrijventerrein Groot Verlaat is verder geen actie dan wel beleid opgenomen om het gebruik van de binnenhaven te stimuleren.
3.3.6
Binnenhaven Hardenberg De gemeente Hardenberg heeft met bedrijventerrein Nieuwe Haven de beschikking over een terrein van ruim 115 ha bruto met natte kavels. De Insteekhaven is ontsloten via Kanaal Almelo-De Haandrik (klasse tot 600 ton schepen). Dit is de enige en beperkte toegang tot de havens van Hardenberg en Coevorden. Van de faciliteiten van de binnenhaven in Hardenberg wordt beperkt gebruik gemaakt door een betoncentrale op bedrijventerrein Diamant voor de overslag van zand en grind (ongeveer 0,1 miljoen ton). Door de bedrijven in de nieuwe haven wordt naar schatting voor 0,1 miljoen ton goederen overgeslagen. Tevens wordt door een meelproducent en een arkenbouwer gebruik gemaakt van de haven en waterontsluiting. De gemeente heeft een openbare loswal van 70 meter waar beperkt gebruik van wordt gemaakt. De binnenhaven is geheel eigendom van de gemeente. De gemeente heeft dus de beschikking over een insteekhaven en watergebonden ruimte maar de bedrijven maken beperkt gebruik van vervoer over water. De gemeente streeft naar en verbetering van het beperkte gebruik van de haven door samen met bedrijven de watergebonden activiteiten te blijven stimuleren.
3.4
Ruimte voor watergebonden activiteiten Overijssel beschikt over ongeveer twintig natte bedrijventerreinen met een aansluiting op het water. De grootste bedrijventerreinen met in totaal meer dan 100 hectare zijn Haatland in Kampen, Voorst in Zwolle, Bergweide in Deventer en Nieuwe Haven in Hardenberg. Op een deel van deze terreinen zijn watergebonden bedrijven gevestigd. Ook de gemeenten Zwartewaterland met Zwarte Water in Hasselt en Steenwijkerland met Groot Verlaat in Steenwijk beschikken over terreinen met een grote omvang (groter dan 70 ha). In tabel 3.3 wordt aangegeven welke bedrijventerreinen aan het water zijn gelegen en een kade aansluiting hebben. Er is slechts op een beperkt aantal terreinen nog grond uitgeefbaar.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
33
Tabel 3.3
Overzicht bedrijventerreinen met ontsluiting aan het water in Overijssel, bron IBIS 2007
Gemeente
Kern
Bedrijventerrein
Hardenberg
Hardenberg
Nieuwe Haven/ Bruchterweg
Steenwijkerland
Steenwijk
Steenwijkerland
Steenwijk
Zwartewaterland
Genemuiden
Zwartewaterland Zwartewaterland
Omvang
Uitgeefbaar
netto (ha.)
(ha.)
115
0
Groot Verlaat
75
2,1
Dolderkanaal
52
0,6
BT 1982
36
0
Genemuiden
Zevenhont IV
26
0
Hasselt
Zwarte Water
80
0
Zwolle
Zwolle
Voorst
141
2,5
Deventer
Deventer
Bergweide
153
0
Deventer
Deventer
Kloosterland
99
0,3
Kampen
Kampen
Zuiderzeehaven
47
0
Kampen
Kampen
Haatland
183
0,6
In de afgelopen jaren is in Overijssel op verschillende plaatsen geïnvesteerd in de revitalisering van diverse natte bedrijventerreinen. Ook zijn er op verschillende plekken nog plannen voor het verder herstructureren of uitbreiden van natte bedrijventerreinen. De belangrijkste herstructureringsopgaven zijn: Zwolle: Bedrijventerrein Voorst Het terrein vormt sinds de jaren zestig de kern van de Zwolse industrie en bestaat uit circa 175 ha bruto. Door de mix van grote en kleine bedrijven, in verschillende branches, staat Voorst voor veel afwisseling en bedrijvigheid. De watergebonden bedrijvigheid is een belangrijk onderdeel van het terrein. In 2005 is het Masterplan Duurzame Versterking Voorst vastgesteld. Hierin is aangegeven de toekomst van Voorst te waarborgen en op de onderdelen geluid/ ruimte, bereikbaarheid en beheer te verbeteren en duurzaam te versterken. De visie is erop gericht Voorst te behouden en te ontwikkelen als een inbreidingslocatie voor bedrijvigheid. Tevens zijn er plannen voor verbetering van de bereikbaarheid. Een nieuwe weg leidt de grote doorgaande verkeersstroom om het bedrijventerrein heen, zodat het een stuk veiliger en rustiger wordt. •
De gemeente Zwolle ziet veel kansen in de herontwikkeling van Voorst A, gelegen aan het Zwarte Water voor vernieuwende watergerelateerde bedrijfsactiviteiten. Op Voorst A worden enkele terreinen onvoldoende benut en liggen er derhalve kansen om in een aantal fasen locaties te ontwikkelen voor bedrijvigheid. Het betreft bedrijfsterrein gelegen aan het water waar voorheen olieopslagtanks van Shell en BP stonden. De opslagtanks zijn verwijderd en de gronden worden gesaneerd. De gemeente heeft de visie op de herontwikkeling naar vernieuwende watergerelateerde bedrijvigheid vastgesteld. De initiatieven om dit te realiseren worden ontwikkeld met de eigenaren/bedrijfsleven. Vanuit een gezamenlijk convenant voeren de bedrijven via de ondernemersvereniging Voorst samen met de gemeente, provincie, Kamer van Koophandel en Oost NV het project Duurzame Versterking uit.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
34
Kampen: De Haatlanden Het terrein is het oudste en grootste industrieterrein van Kampen en bestaat uit 230 hectare bruto. Project Revitalisering Haatland is opgezet om industrieterrein Haatlanden duurzaam te versterken. In het Masterplan Haatland is de toekomstvisie op de duurzame versterking van Haatland gegeven en zijn concrete projecten geformuleerd. De visie geeft het streefbeeld voor Haatland tot 2015-2020. Belangrijke onderdelen zijn: beheer en parkmanagement, verbetering bereikbaarheid en aanpak verkeersknelpunten, huisvesting bedrijven en calamiteitenbeheer. Vanuit het oosten naar het westen neemt de kavelmaat toe en neemt het industriële en grootschalige accent toe. Het meest westelijke (uitbreidingsdeel) van het terrein is ingericht voor grootschalig watergebonden bedrijventerrein. De insteekhavens en de watergebonden kavels worden benut door bedrijven met watergebonden bedrijfsactiviteiten. Er wordt een duidelijke overgangszone van wonen naar werken gecreëerd tussen Kampen en Haatland ten einde te voorkomen dat in de toekomst bedrijven als gevolg van milieuhinder zich genoodzaakt zien tot verplaatsen. De Industriële Club Kampen, de gemeente Kampen, het ministerie van Economische zaken, de Kamer van Koophandel voor de regio Zwolle en de provincie Overijssel gaan dit samen realiseren. De aanleg van de Zuiderzeehaven en het Bedrijvenpark Rijksweg 50 creëren samen naar verwachting circa 3.000 nieuwe arbeidsplaatsen. •
Deventer: Bergweide Bergweide is het oudste naoorlogse bedrijventerrein in Deventer. De ontwikkeling van dit industrieterrein met haven begon in de jaren twintig. Op het terrein zijn vooral grootschalige bedrijven gevestigd in de metaal, chemie, voedings- en genotmiddelenindustrie en bouwmaterialen. Het bedrijventerrein is toe aan revitalisering vanwege de veroudering van het terrein en leegstand. De gemeente Deventer wil de kwaliteit van het terrein een impuls geven, zodat de bedrijven die er zijn gevestigd er ook blijven. Ook moet er ruimte komen voor nieuwe ondernemingen. Concreet betekent dit het ontwikkelen van nieuwe hectares, het opnieuw uitgeven van verouderd bedrijventerrein en het zorgen voor een goede infrastructuur. De herstructurering wordt fasegewijs en per deelgebied uitgevoerd. •
Tevens maakt de gemeente Deventer een totaalplan Masterplan Havenkwartier Deventer voor het gebied rond de eerste en tweede havenarm op het bedrijventerrein Bergweide. De herontwikkeling van het Havenkwartier, dat dicht bij de binnenstad, de A1 en de IJssel ligt, biedt kansen om een bijzondere stadswijk te ontwikkelen. In tegenstelling tot bij de revitalisering van Bergweide krijgt het Havenkwartier naast de werkfunctie ook een woonfunctie. Dit zal met name in de eerste en tweede havenarm het geval zijn. Het gebied aan de N348 zal de vestigingsplaats voor bedrijven blijven. Zwartewaterland: Industriehaven in Genemuiden en terrein Zwarte Water in Hasselt De gemeente Zwartewaterland werkt aan een uitbreiding en verbetering van de bestaande industriehaven in de kern Genemuiden. Toevoeging van een naastgelegen perceel aan weerszijden van de haven aan de oppervlakte van de haven met de realisering van uitbreiding van kaderuimte. Hierdoor ontstaat tevens ruimte voor watergebonden bedrijven aan de haven en uitbreidingsruimte voor op- en overslag van goederen. In het kader van de revitalisering van het bedrijventerrein Zwarte Water in Hasselt kan binnen bestaande bedrijvigheid ruimte worden gerealiseerd voor de binnenvaartfuncties. •
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
35
Hardenberg: Nieuwe Haven De huidige binnenhaven Nieuwe Haven valt binnen het gebied Bruchterweg/ Nieuwe Haven en wordt geherstructureerd. De gemeente streeft naar een extra impuls voor de verdere ontwikkeling van de watergebonden activiteiten op het terrein. Samen met de huidige bedrijven wordt gewerkt aan logistieke oplossingen voor meer vervoer over het water en verbetering van de bereikbaarheid via het water en de weg. Tevens wordt samen met de gemeente Coevorden bij de provincie Overijssel het belang aangegeven van opwaardering van Kanaal Almelo – De Haandrik voor 1000 ton schepen. •
Naast de herstructurering van natte terreinen worden in Overijssel ook twee nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld voor bedrijven met watergebonden activiteiten. De Zuiderzeehaven in Kampen (70 ha bruto) is in 2007 gestart met de uitgifte van kavels voor alleen watergebonden bedrijven. XL Businesspark Twente in Almelo (180 ha bruto) is in 2008 gestart met de uitgifte voor met name logistieke en industriële bedrijven met op termijn ruimte voor watergebonden bedrijven op termijn aan het Zijkanaal naar Almelo (natte kavels De Kade) en een openbare kade. In figuur 3.3 wordt een overzicht gegeven de herstructurering en ontwikkeling van natte terreinen in Overijssel. Figuur 3.3
Herstructurering en ontwikkeling natte terreinen Overijssel
Steenwijk Meppel Coevorden
Genemuiden Zwartsluis Kampen
Hasselt
Hardenberg
Zwolle
Elburg
■ Almelo
Harderwijk Deventer
Goor Markelo ■
Nijkerk
Delden Hengelo ■ ■ Enschede
■
Zutphen
Rheden Culemborg
Geldermalsen Lingewaal Neerijnen Zaltbommel
Wageningen
Buren
NederBetuwe
■
■
■
Ubbergen Rijnwaarden Tiel Druten Nijmegen ■ ■Westervoort ■ ■ West Maas en Waal Maasdriel Herstructurering terrein (kade en kavels) Ontwikkeling natte kavels Activeren laad- en losfaciliteiten
Lochem
■ Doesburg
Arnhem
Overbetuwe
■
Doetinchem
Binnenhavens met overslag bulkgoederen Overijssel Kleine binnenhavens met vnl. zand en grind Binnenhavens met overslag bulkgoederen Gelderland Binnenhavens met overslag containers
■ Binnenhavens Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen Binnenhavens Drenthe
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
36
In de directe omgeving van Overijssel wordt in Harderwijk gewerkt aan de uitbreiding van de Lorentzhaven voor nieuwe watergebonden bedrijven. Tevens vindt herstructurering van de bedrijventerreinen plaats langs de Randmeren in Harderwijk en Nijkerk en van de bedrijventerreinen in de Stedendriehoek (Zutphen en Lochem). In Coevorden wordt gestreefd naar de verdere revitalisering van de natte industrietreinen en de verdere versterking van het Regionaal Overslag Centrum Coevorden op Europark. ROC Coevorden bestaat uit een haven, een bijbehorend nat bedrijventerrein en een trimodaal overslagcentrum. Het regionale overslagcentrum is geschikt voor de overslag van alle soorten goederen via 'modal-shift': het wisselen van transportmodaliteiten tussen weg, water en spoor. Coevorden streeft naar verbetering van de bereikbaarheid via het water voor grotere schepen. In Meppel zijn plannen voor revitalisering van de traditionele natte bedrijventerreinen en versterking van de functie van de containerterminal mede door verbetering van de bereikbaarheid voor grotere schepen via het water.
3.5
Economisch en logistiek belang binnenhavens De binnenhavens in Overijssel hebben een belangrijke regionale en nationale functie voor de ontwikkeling van clusters van economische centra van industrie en logistiek. De grootschalige bedrijventerreinen langs de IJssel en het Zwarte Water bieden plaats aan een diversiteit van productie- en distributiebedrijven, transport, groothandel en zakelijke dienstverlening maar ook scheepswerven en scheepsreparatiebedrijven. Het stedelijk netwerk Zwolle – Kampen is samen met Twente en de Stedendriehoek een belangrijk concentratiegebied van werken. De binnenhavens zijn de logistieke knooppunten van Overijssel en zijn de toegang tot het nationale en Europese vervoersnetwerk via water, weg en spoor. De Zuiderzeehaven in Kampen is de toegangspoort via water voor Overijssel en de regio streeft naar het verder versterken van de short sea functie (kustvaartschepen) door Europese verbindingen via zee. ROC Kampen heeft een belangrijke economische functie voor de (niet-watergebonden) industriële, logistieke en transportbedrijven in de regio die nog verder versterkt kan worden. Op basis van de ongeveer veertig bedrijven die gevestigd zijn in de binnenhavens aan het water en ook daadwerkelijk gebruik maken van vervoer over water, is een inschatting gemaakt van het economische belang van de binnenhavens. De binnenhavens in Overijssel (exclusief Twente) met alleen de binnenhavengerelateerde activiteiten hebben volgens een ‘strenge’ bepaling een directe werkgelegenheid van ongeveer 1.500 arbeidsplaatsen en een directe toegevoegde waarde van ongeveer 100 miljoen Euro. De verwachting van de gemeente Kampen is dat in 2020 de havens van Kampen 1.500 tot 2.000 directe en indirecte arbeidsplaatsen leveren en een 50% hogere toegevoegde waarde heeft dan in 2005. De belangrijkste bijdrage aan het economisch belang van de binnenhavens in Overijssel leveren de betoncentrales, de veevoederbedrijven, de houtbedrijven en de scheepswerven. De binnenhavens zijn essentieel voor de bouwsector (zand en grind overslag en betoncentrales), veevoederindustrie, aardolieproducten (depot) en metaalsector (vervoer grote constructies en recycling).
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
37
Naast het economisch belang uitgedrukt in werkgelegenheid en toegevoegde waarde zijn de binnenhavens ook van belang voor de bereikbaarheid van de regio. Indien de binnenhavens in Overijssel niet meer naar schatting 10.000 (beladen en lege) schepen kunnen ontvangen per jaar, dan zal het aantal vrachtwagenbewegingen in de regio per jaar met ongeveer 200.000 ofwel 800 volle vrachtwagens per dag toenemen. De binnenhavens spelen dan ook een belangrijke rol in het opvangen van de groei in het goederenvervoer. Het streven is een aanzienlijke verhoging van het aandeel vervoer over water. Hierdoor wordt de CO2 uitstoot teruggedrongen. De binnenhavens leveren zo haar bijdragen aan de gemeentelijke/provinciale doelstellingen op dit gebied.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
38
4 Streefbeeld binnenhavens Overijssel
4.1
Inleiding Voor het vormgeven van een visie op de Overijsselse binnenhavens is het belangrijk dat betrokken partijen ambities aangeven in de ontwikkeling van binnenhavens. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van ruimtelijke, economische en infrastructurele ontwikkelingen een streefbeeld van het gewenste netwerk van binnenhavens voor de provincie Overijssel opgesteld. Dit streefbeeld van de binnenhavens geeft een beeld van de toekomstige wenselijke havenactiviteiten in de regio’s gekoppeld aan onderlinge relaties. Daarnaast geeft het inzicht in het belang van binnenhavens voor de regio en deze activiteiten te waarborgen. Het streefbeeld geeft dus de gezamenlijke ambitie weer van de zes gemeenten met binnenhavens en de provincie over een toekomstig Overijsselse netwerk van binnenhavens.
4.2
Ruimtelijke ontwikkeling Het kabinet beschouwt de nationaal stedelijke netwerken, waaronder die in Overijssel, als wezenlijk onderdeel van de nationale ruimtelijke en economische hoofdstructuur. Deze structuur bestaat uit een samenhangend netwerk van steden, mainports, overige economische centra en knooppunten met de belangrijkste weg-, vaar- en spoorverbindingen plus de aansluiting op internationale verbindingen en de daaraan gekoppelde economische ontwikkelingszones. Voor het behouden en ontwikkelen van binnenhavens geeft het Rijk aan dat “Provincies en stadsregio’s er zorg voor dragen dat op strategische punten binnen de economisch kerngebieden voldoende ruimte wordt gereserveerd voor overslag van bulkgoederen en containers op binnenvaartschepen”. De gemeenten spelen hierbij een belangrijke rol. Het Rijk geeft aan dat “Gemeenten expliciet rekening houden bij hun ruimtelijke ordeningsbeleid met multimodale ontsluiting en ontwikkeling van natte bedrijventerreinen.” De regio kiest voor een sterke bundeling van de ruimtelijk-economische groei in ZwolleKampen Netwerkstad, Stedendriehoek (Deventer) en Twente en versterking van de groen-blauwe kwaliteiten van het landelijk gebied. Naast concentratie in deze netwerken kiest de provincie voor een doorontwikkeling van de kernen met een streekfunctie zoals Hardenberg en Steenwijk. In het sociaal-economisch beleid van de provincie Overijssel wordt met betrekking tot bedrijfsomgeving uitgegaan van de volgende doelstelling: het verbeteren en benutten van de potenties van het vestigingsklimaat van Overijssel voor industrie en zakelijke dienstverlening.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
39
Dit doel dient met de volgende actielijnen gerealiseerd te worden: • Zorgen voor voldoende marktgerichte locaties van goede kwaliteit • Revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen • Stimuleren van duurzame bedrijventerreinen • Oplossen van bereikbaarheidsknelpunten • Werven van nieuwe bedrijven • Opstelling van gemeentelijke bedrijvigheidsplannen Tevens geeft de provincie aan ondernemers een zo goed mogelijk vestigingsklimaat te bieden. In Overijssel zijn veel verouderde bedrijventerreinen, die opgeknapt moeten worden om een goed alternatief te blijven voor uitbreiding met nieuwe bedrijventerreinen. Dit geldt ook voor de “natte”bedrijventerreinen. De aanpak van verouderde bedrijventerreinen is primair een taak van gemeenten en bedrijven. Echter, veel projecten overstijgen de schaal van de gemeente, zowel wat betreft omvang als complexiteit. Vanwege de verschillende provinciale beleidsdoelen die hiermee gemoeid zijn investeert de provincie in het stimuleren van herstructurering. De uitdaging is om te zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van infrastructuur en bovendien zo min mogelijk schade aan milieu en luchtkwaliteit. De huidige watergebonden bedrijven op de terreinen in Overijssel worden veelal beperkt in overslag van goederen en uitbreiding van activiteiten door beperkte geluidruimte op het terrein. Conform het ruimtelijk-economisch beleid van de provincie Overijssel worden bedrijventerreinen in Overijssel aangelegd om de regionale groeitaak van werkgelegenheid in de grote steden Zwolle, Kampen en Deventer en de kernen met een streekfunctie Steenwijk en Hardenberg te kunnen uitvoeren. De gemeenten buiten het stedelijk netwerk ontwikkelen bedrijventerreinen voor de lokale of subregionale vraag. In Overijssel is in de afgelopen jaren met o.a. financiële ondersteuning van Rijk, provincie en EU een programma voor herstructurering van bedrijventerreinen opgesteld. Voor de komende jaren is het van belang dit beleid te vervolgen. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende grote terreinen die aan het water liggen: • Zwolle, Voorst • Kampen, De Haatlanden • Deventer, Bergweide Daarnaast is er aandacht vanuit de kleinere gemeenten voor herstructurering van terreinen gericht op inbreiding en uitbreiding van ruimte voor watergebonden activiteiten. Zowel in Zwartewaterland (Hasselt en Genemuiden) als Hardenberg is het streven via herstructurering en verbetering van kadefaciliteiten de bedrijven meer gebruik te laten maken van vervoer over water. Het herstructureren van oude bedrijventerreinen levert niet in alle gevallen meer ruimte voor nieuw bedrijventerrein op, het biedt ook mogelijkheden voor andere ruimteclaims op gebied van woningbouw, kantoren en (grootstedelijke) voorzieningen te effectueren. Zo wordt in Deventer met het plan Havenkwartier het gebied rond de eerste en tweede havenarm voor woningbouw geschikt gemaakt. In Zwolle zijn plannen voor een
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
40
duurzame inrichting van Voorst waarbij voor deelgebied Voorst A een nieuwe visie op watergebonden bedrijvigheid wordt opgesteld. In Kampen wordt een strikte scheiding aangebracht tussen wonen en werken waardoor bedrijven in de toekomst niet beperkt worden in (geluid)ruimte om te groeien. De Zuiderzeehaven in Kampen is toegangspoort voor de scheepvaart naar OostNederland en is vooral op de watergebonden bedrijvigheid gericht. Het is een “nat “ terrein met een bruto omvang van 70 hectaren, en een netto uitgeefbare omvang van circa 50 hectaren. Er zijn ‘natte’ kavels vanaf ongeveer één hectare beschikbaar waarmee het terrein ruimte beidt voor watergebonden bedrijven. Met de toevoeging van Zuiderzeehaven aan het areaal industrieterreinen ten noordwesten van Kampen, ontstaat een aaneengesloten nat/droog bedrijventerrein van circa 400 hectaren bruto. De haven heeft een vaardiepte van 3,5 meter en is onder andere toegankelijk voor kleine coasters tot 3000 ton (kruiplijncoasters). De Zuiderzeehaven is ontworpen voor schepen van maximaal 4000 ton met een maximale diepgang van 4,7 meter. De Zuiderzeehaven is te bereiken via de weg en daarom interessant als vestigingslocatie voor de logistieke en transportbedrijven. Het project draagt bij aan provinciale doelstellingen op terreinen als werkgelegenheid en ruimte voor ondernemen. De Zuiderzeehaven is een bijzondere publiek private samenwerking met de gemeenten Kampen en Zwolle en de provincie Overijssel als publieke aandeelhouders en drie private aandeelhouders. Uniek binnen Nederland is dat de gemeente Zwolle en Kampen gezamenlijk in de Zuiderzeehaven investeren. Voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Overijssel is het dus van belang dat: • Nieuwe watergebonden bedrijven zich vestigen in de Zuiderzeehaven in Kampen • Creëren van ruimte voor huidige en nieuwe watergebonden bedrijven op bestaande natte terreinen in Overijssel • Herstructurering van terreinen in steden en kernen zoals Hasselt, Genemuiden en Hardenberg kansen biedt voor de inbreiding en het vrijkomen van ruimte voor watergebonden activiteiten • Bij de herstructurering in Zwolle, Kampen en Deventer rekening wordt gehouden met strikter scheiden van wonen en watergebonden activiteiten, waarbij de watergebonden bedrijven blijven behouden voor de regio
4.3
Economische ontwikkeling De economische ontwikkeling van de Overijssel richt zich op het concentreren van de industriële en logistieke bedrijvigheid in de stedelijke netwerken Zwolle-Kampen en Stedendriehoek en Regio Twente. Op de huidige industrieterreinen is een grote verscheidenheid aan bedrijven gevestigd waaronder watergebonden bedrijvigheid. De ligging van de stedelijke netwerken tussen Randstad, Noord-Nederland en Duitsland en de economische dynamiek leidt tot knelpunten in de bereikbaarheid. Tevens wordt gestreefd naar het behouden van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. Binnen de stedelijke netwerken worden de deelgebieden geconfronteerd met ruimteclaims voor water, wonen en werken. De kernen met een regionale functie zoals Steenwijk en Hardenberg bieden lokale bedrijven ruimte om te groeien. Herstructurering van bestaande
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
41
terreinen en aanleg van nieuwe regionale terreinen dienen ondernemers een vestigingsklimaat te bieden voor industriële en logistieke activiteiten in de toekomst. De ontwikkeling van de Zuiderzeehaven in Kampen (in samenwerking met Zwolle) is dan ook gericht op de vestiging van tien tot vijftien nieuwe bedrijven met watergebonden activiteiten die gebruik willen maken van vervoer van goederen over water met grote binnenvaart- en kustvaartschepen. Deze nieuwe bedrijven en logistieke bedrijven die zich vestigen op Bedrijvenpark Rijksweg 50 kunnen voor de distributie van containers gebruik maken van de faciliteiten van de ROC Kampen. Ook bij de herstructurering van de havengebieden komt ruimte vrij voor watergebonden bedrijvigheid. Gemeenten geven aan dat huidige bedrijven interesse hebben in deze locaties met een aansluiting op het water. In totaal maken ongeveer veertig bedrijven gebruik van vervoer over water met eigen kadefaciliteiten en tevens maken bedrijven (niet aan water gelegen) gebruik van de containerterminal of van de openbare kades. De gemeenten willen graag nog meer bedrijven gebruik laten maken van de binnenhavens en de ruimte voor watergebonden activiteiten optimaal benutten. Voor de verdere economische ontwikkeling van Overijssel is het van belang dat: • Nieuwe watergebonden bedrijven zich vestigen in de Zuiderzeehaven in Kampen • Via herstructurering van terreinen ruimte creëren voor nieuwe watergebonden bedrijven in de binnenhavens waardoor overslag en werkgelegenheid structureel toeneemt • Via herstructurering groei van huidige watergebonden bedrijven faciliteren • Huidige en nieuwe bedrijven meer gebruik maken van ROC Kampen (voor containervervoer) waardoor het economisch belang voor de regio toeneemt • Bedrijven in Overijssel stimuleren de laad-losfaciliteiten daadwerkelijk te gebruiken De economische ontwikkeling van de binnenhavens dient dus gericht te zijn op én het behouden van de huidige bedrijvigheid én het bieden van ruimte voor de huidige en nieuwe bedrijvigheid én het stimuleren van bedrijven die nog geen gebruik maken van vervoer over water.
4.4
Infrastructurele ontwikkeling In het Coalitieakkoord vertrouwen, verbinden, versnellen 2007-2011 geeft de provincie Overijssel aan de bereikbaarheid van economische centra in Overijssel via het water te bevorderen. De provincie zet in op: • IJsselmeer, Ketelmeer en IJssel, goed bevaarbare vaarroutes voor de toekomstige "shortsea"-vaart • Goede ontsluiting van de Zuiderzeehaven bij Kampen • Het Twentekanaal, goed bevaarbaar voor 3 laags containervaart In het Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP) en de Dynamische Beleids Agenda (DBA) is dit verder uitgewerkt.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
42
Een aantal belangrijke hoogwaardige verkeer- en vervoerassen tussen de Randstad, Noord-Nederland en Duitsland/Oost-Europa doorkruisen Overijssel. De provincie Overijssel maakt steeds meer (strategisch) gebruik van deze scharnierfunctie. De infrastructuur, zowel ten aanzien van weg, water als spoor, moet dan wel voldoende capaciteit te bezitten en goed op elkaar aan sluiten en worden afgestemd. In de Nota Ruimte zijn Zwolle – Kampen en Stedendriehoek (Deventer), naast Regio Twente, stedelijke netwerken vanwege hun belang als economisch centra in de provincie Overijssel. De grootste vervoerstromen en de belangrijkste ruimtelijk-economische ontwikkelingen vinden in Overijssel plaats rond en naar/vanuit deze stedelijke netwerken. De provincie heeft als doelstelling tot 2020 het behoud en de verbetering van de bereikbaarheid en de economische dynamiek van de stedelijke netwerken. Voor de regio is een kwaliteitsnet goederenvervoer gemaakt. Hierin wordt een samenhangend en selectief netwerk van verbindingen beschreven tussen economische centra waarover goederenvervoer op verantwoorde wijze kan worden afgewikkeld. Veilige en goede doorstroming van het vrachtverkeer (van alle modaliteiten) is hierbij het speerpunt. Hierdoor worden enerzijds die wegen ontzien waar vrachtverkeer onwenselijk is, anderzijds kunnen op die wegen waar vrachtverkeer wel gewenst is gerichte investeringen worden gedaan om het goederenverkeer te faciliteren en knelpunten op te lossen. Het project is gereed. Conclusie is dat met name over de weg niet alle binnenhavens in Overijssel goed bereikbaar zijn voor vrachtverkeer. Weg De automobiliteit blijft naar verwachting tot 2020 sterk stijgen. Het Provinciaal Verkeersen Vervoerplan verwacht een stijging tot 2020 van ongeveer 40% ten opzichte van 2006. Hierbij vindt grootste groei van de verplaatsingen plaats van en naar de netwerksteden Zwolle-Kampen, Twente, en de Stedendriehoek. Tot 2020 wordt bovendien verwacht dat het vrachtverkeer over de weg sterk groeit. Dit komt mede door ontwikkelingen binnen Europa, zoals de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie en de toename van de internationale handel. Hierdoor is de verwachting dat het (vracht) verkeer op de A1 en A28 sterk zal toenemen. De consequentie van de groei van het wegverkeer is dat de capaciteit van de snelwegen op termijn wordt bereikt, wat tot steeds sterkere filevorming zal leiden. Hierdoor komt de bereikbaarheid van de provincie Overijssel onder druk te staan. Het Provinciaal Verkeersen Vervoersplan voorspelt dat in 2020 het aantal congestiepunten verdubbelt ten opzichte van de huidige situatie. De grootste groei in congestiepunten zit echter op het onderliggend wegennet en op de provinciale wegennet. Om de ontwikkeling van de mobiliteit te kunnen faciliteren, zijn er infrastructurele aanpassingen nodig. De provincie hanteert hierbij het principe van selectieve bereikbaarheid, wat betekent dat de provincie inzet op nadruk ligt op de hoofdverbindingen naar de economische en toeristische centra. Hierbij richt de provincie zich op het oplossen van knelpunten op provinciale wegen en wordt daarnaast prioriteit gegeven aan de verbetering van de A1 en A28.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
43
De netwerksteden Zwolle-Kampen en de gemeenten Steenwijkerland en Zwartewaterland vormen samen het deelgebied Noord-Overijssel. Tot 2020 wil Noord-Overijssel vooral de problematiek op het regionale wegennet, de buitenring Zwolle en de doorstroming op de A28 aanpakken. In Kampen zijn er plannen de ontsluiting van de Haatlandhaven te verbeteren door het opwaarderen van interne ontsluitingswegen en is een directe aansluiting van de Zuiderzeehaven op de N50 gewenst. Ook Zwolle streeft naar een betere ontsluiting van haar haventerreinen door het opwaarderen van de infrastructuur. In Zuid-West Overijssel (Raalte, Olst-Wijhe, Deventer en Bathmen) wordt tot 2020 vooral gewerkt aan de verbetering van de doorstroming op de Rijkswegen A1, N35 en de N348. Ook de interne ontsluiting van Deventer kent een congestieprobleem wat in de komende jaren aangepakt moet worden. De bereikbaarheid van de binnenhaven van Deventer staat onder druk doordat het verkeer over de bruggen bij de sluis sterk toeneemt. De steden in Noord-Oost Overijssel (Staphorst, Dalfsen, Hardenberg en Ommen) zijn meer perifeer gelegen en kennen dientengevolge ook geen knelpunten die primair met goederenvervoer van doen hebben. De N340 tussen Zwolle en Ommen kent problemen voor wat betreft de doorstroming. Water Het vervoer over water is een belangrijke modaliteit voor het goederenvervoer van en naar de provincie Overijssel. De provincie zet samen met het Rijk in op het wegnemen van de belangrijkste bestaande knelpunten in het Overijsselse vaarwegennet. In de netwerkanalyse zijn, voor het goed functioneren van de vaarwegen in de toekomst, de volgende maatregelen opgenomen: • De route Twentekanaal-Almelo/Enschede: − vergroten capaciteit sluis Eefde (een planstudie is gestart) − verdiepen en verbreden Twentekanalen naar klasse Va op het traject DeldenEnschede en Zijkanaal naar Almelo (een planstudie is gestart) • De route IJssel-Kampen: − verdiepen en verbreden vaargeul Boven IJssel (planstudie gestart) − verbinding IJssel sluis Deventer • Het opwaarderen van de vaarweg Almelo-Coevorden, • Het oplossen van wachttijden (voor weg- en/of waterverkeer) bij de bruggen in Zwartsluis, Deventer, bij Blauwe Hand en de sluis Beukers, • Oplossen van de beperkte doorvaart spoorbrug Zutphen en vaargeul in de IJssel bij Olst/Wijhe). Naast de maatregelen zijn aandachtspunten aangegeven. Deze hebben betrekking op mogelijk te verwachten knelpunten. De belangrijkste aandachtspunten zijn: • Bereikbaarheid: mogelijke kustvaart naar Zuiderzeehaven en klasse III-schepen naar Steenwijk • Veiligheid: ondiepten bij bruggen en sluizen • Doorstroming: toename weg en waterverkeer bij bruggen en sluizen Wat betreft de binnenhavens hebben de gemeenten van Hardenberg, Zwartewaterland en Zwolle te maken met ondiepten in hun havengebieden. Veel vervuild slib en/of bagger zorgen ervoor dat de diepgang beperkt is en dat grotere schepen niet meer kunnen afmeren. Alle gemeenten dienen daarom in samenspraak met Rijkswaterstaat
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
44
baggerwerkzaamheden in te plannen en uit te voeren. De gemeente Zwolle en Zwartewaterland willen daarnaast meer wachtplaatsen creëren in de haven, zodat schepen kunnen afmeren wanneer zij moeten wachten. Spoor Naast weg en binnenvaart is de spoorinfrastructuur voor zowel goederen als personen een belangrijk onderdeel van de bereikbaarheid van de provincie Overijssel. Bedrijventerreinen Voorst (Zwolle) en Bergweide (Deventer) hebben beide de beschikking over een stamlijn per spoor. Het is voor het stimuleren van goederenvervoer over water van belang de stamlijnen open te houden om in de toekomst een trimodale overslagfaciliteit aan te kunnen blijven bieden aan klanten die hier behoefte aan hebben. De in aanleg zijnde Hanzespoorlijn doet Kampen aan; hiervoor wordt aan de zuidzijde van Kampen een nieuw station aangelegd. Een stamlijn naar de Kamper havens lijkt nu letterlijk nog een brug te ver, maar indien Kampen haar toekomstige haven ambities weet te realiseren (aanleg 4e industriehaven aan de ‘spoorzijde’ van de rijksweg) dan ligt een stamlijn in het verschiet. De verwachting is dat het binnenlandse spoorvervoer sterk blijft groeien de komende jaren, omdat multimodaal vervoer door de overheid gestimuleerd wordt. De aanwezigheid van een trimodale ontsluiting geeft een bedrijventerrein daarom een kans voor verdere ontwikkeling en groei in de toekomst.
4.5
Ontwikkeling goederenvervoer over water Het vervoer over water van en naar de binnenhavens in Overijssel is de afgelopen tien jaren redelijk stabiel gebleven met tussen de 10 en 11 miljoen ton (Bron CBS en gemeenten). Opvallend is dat het aandeel van de binnenhavens in Noord- en Zuidwest Overijssel de afgelopen jaren is gedaald van 55% naar 45% in 2006 en de Twentse havens in overslag zijn gegroeid. Prognoses vervoer over water In de Nota Mobiliteit is uitgegaan van een groei van 40-80% van het goederenvervoer in de periode tot 2020. Recent hebben de planbureaus (CPB, NMP, RPB) nieuwe lange termijn scenario’s ontwikkeld onder de naam Welvaart en Leefomgeving (WLO). Deze scenario’s geven toekomstbeelden voor de ontwikkeling van de mobiliteit in Nederland richting 2040. Op grond van de nieuwe WLO-scenario’s van de planbureaus zijn de groeiverwachtingen uit de Nota Mobiliteit iets naar beneden bijgesteld. De volgende ontwikkelingen in het goederenvervoer komen in de WLO scenario’s terug: • Het goederenvervoer groeit en kan zelfs verdubbelen (internationale ontwikkeling); • Doorzetting trend naar schaalvergroting in het vervoer; • Sterke groei van containervervoer; • Beperkte groei/daling bulkvervoer; • Het marktaandeel van wegvervoer en spoor in het totale goederenvervoer neemt toe en het marktaandeel binnenvaart neemt af door beperkte groei van vervoer bulkgoederen.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
45
Op basis van de scenario’s van CPB wordt verondersteld dat tussen 2004 en 2040 de verwachte groei van binnenvaart in Nederland ongeveer 27% bedraagt van 328 miljoen naar 406 miljoen ton (bandbreedte WLO 2040: 267 - 599 miljoen). Op grond van de nieuwe WLO-scenario’s en de trends uit het verleden wordt volgens LMCA vaarwegen een groei van de binnenvaart van 0,6% per jaar verwacht, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen bulktransport (0,25%) en de containervaart (2,5%). Deze landelijke WLO scenario’s zijn ook vertaald naar prognoses voor het goederenvervoer van en naar Overijssel. Op basis van het laagste (Regional Community) en hoogste scenario (Global Economy) wordt een groei van het goederenvervoer van en naar Overijssel per binnenvaart van tussen 0,1% (RC) en 1,8% (GE) verwacht tussen 2010 en 2020. Op basis van beide scenario’s (RC en GE) wordt een ontwikkeling van het vervoer per binnenvaart van en naar Overijssel verwacht van tussen de 10 en 14 miljoen ton in 2020. Voor de verschillende regio’s in Overijssel zijn de groeifactoren verschillend met onderscheid in bulk en containervervoer. Tabel 4.1
Groeifactoren vervoer binnenvaart regio’s Overijssel voor GE en RC (Bron, AVV) GE
Noord-Overijssel
Zuidwest-Overijssel
Twente
Overijssel
Bulk
RC
00-10
10-20
00-10
10-20
1,0%
1,2%
-0,8%
-0,4%
Container
6,8%
6,2%
4,1%
3,4%
Bulk
0,2%
1,1%
-1,5%
-0,5%
Container
-
-
-
-
Bulk
2,5%
2,4%
0,5%
0,6%
Container
7,0%
6,5%
4,5%
3,8%
Bulk
1,6%
1,8%
-0,3%
0,1%
Container
6,8%
6,2%
4,2%
3,5%
Op basis van bovenstaande groeicijfers en de huidige overslaggegevens van de havens in Noord- en Zuidwest-Overijssel wordt een prognose gegeven in tabel 4.2 van de overslag via de binnenhavens in 2020. In totaal wordt naar verwachting door de huidige gebruikers en nieuwe gebruikers via de binnenhavens in Overijssel (exclusief Twente) in 2020 ongeveer tussen de 4,7 miljoen ton in het laagste scenario en 6,1 miljoen ton in het hoogste scenario vervoerd. Gezien de ontwikkeling van het nieuwe natte terrein de Zuiderzeehaven in Kampen en de herstructurering van terreinen in Overijssel is 6,1 miljoen ton in 2020 een ambitie die mogelijk al in 2010 kan worden gerealiseerd.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
46
Tabel 4.2
Prognose overslag binnenhavens Noord- en Zuidwest Overijssel per binnenvaart in tonnen 2020 (bron: CBS, CPB, AVV) Overslag binnenvaart
Overslag
WLO GE
WLO RC
Prognose 2020 Prognose 2020 Prognose 2020
binnenhavens Overijssel
in tonnen
scenario
scenario
in tonnen
in tonnen
in tonnen
(excl Twente)
2006
% groei
% groei
GE scenario
RC scenario
tien nieuwe
per jaar
per jaar
Landbouwproducten
bedrijven
500.000
2,3%
0,2%
550.000
400.000
Voedingsproducten
1.100.000
-0,8%
-2,2%
950.000
700.000
Aardolieproducten
1.000.000
1,6%
-0,4%
1.250.000
950.000
200.000
-0,4%
-0,7%
200.000
190.000
Ertsen en metaalresiduen Zand en grind/ bouwmaterialen
2.200.000
1,5%
-0,3%
2.700.000
2.100.000
Meststoffen
150.000
-0,8%
-1,9%
140.000
120.000
Overige (stuk) goederen
200.000
3,1%
0,8%
250.000
210.000
50.000
6,5%
3,7%
70.000
60.000
5.400.000
1,1%
-0,5%
6.110.000
4.730.000
Containers Totaal
1.000.000
De landelijke ontwikkeling en stimulering van kleine schepen kan een impuls zijn voor meer vervoer over water ter verbetering van het gebruik van het kanaal Almelo-De Haandrik. Bedrijven kunnen worden gestimuleerd kleine schepen in te zetten en efficiënt goederen over water te vervoeren. Naast de prognose voor de huidige bedrijven heeft Overijssel ook de ambitie om nieuwe watergebonden bedrijven te vestigen of nieuwe gebruikers van de openbare kadefaciliteiten gebruik laten maken. Een voorbeeld van nieuwe gebruikers in de toekomst zijn de watergebonden bedrijven die worden gevestigd op met de Zuiderzeehaven in Kampen. Met de ontwikkeling van de terreinuitgifte van Zuiderzeehaven in Kampen zal volgens de partijen de Zuiderzeehaven een potentieel bieden voor een overslagvolume van 3 miljoen in de komende jaren en 5 miljoen ton per jaar in 2020 (nu 1,5 miljoen ton per jaar). Verondersteld wordt dat in 2020 minimaal tien nieuwe bedrijven in Overijssel gebruik gaan maken van het vervoer over water. Per bedrijf zal gemiddeld 100.000 ton per jaar worden vervoerd (ofwel gemiddeld twee schepen laten varen per week met 1.000 ton). Dit betekent dat in 2020 van en naar Overijssel in totaal 1 miljoen ton goederen via het water door nieuwe gebruikers wordt vervoerd. In totaal wordt naar verwachting door de huidige gebruikers en nieuwe gebruikers via de binnenhavens in Overijssel (exclusief Twente) in 2020 ongeveer 6 tot 7 miljoen ton vervoerd per binnenvaart.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
47
4.6
Ontwikkeling binnenhavens Op grond van het bestaande provinciale beleid, ontwikkelingen op gebied van ruimte, economie, infrastructuur en goederenvervoer over water, hebben de gemeenten een visie opgesteld over het toekomstig functioneren van de binnenhavens. Tabel 4.3 geeft hiervan een overzicht. De tabel geeft inzicht in het gewenste “voorzieningenniveau” van de toekomstige haven en het functioneren ervan.
Tabel 4.3
Ontwikkelingsniveau binnenhavens Overijssel en ontwikkelingen ruimte en kade Plaats
Bereikbaarheid
Ontwikkeling
Ontwikkeling ruimte
haven
water / weg
nat terrein
Zwolle
Klasse Va
2,5 ha
A28 / N331 Kampen
Klasse Va
50 ha nieuw
N50/ A50
Kade
Netwerk
Herstructurering / nieuw
faciliteiten
relatie regio
Herstructurering Voorst
Particulier/
Kampen
Verbeteren wegontsluiting
openbaar
Nieuw: Zuiderzeehaven
Particulier/
Zwolle
Herstructurering Haatland
openbaar
Meppel Harderwijk
Deventer
Klasse Va
1-2 ha
Herstructurering Bergweide
-
Herstructurering Nieuwe Haven
openbaar
A1 / N344 Hardenberg
Klasse III (1000 ton) N36, N34
Hasselt
Klasse Va
1-2 ha
N331 Zwartsluis
Klasse Va
-
N337 Genemuiden
Klasse Va
2-5 ha
N759 Steenwijk
Klasse IIa (800 ton)
-
Steden3hoek;
openbaar
Zutphen
Particulier/
Coevorden
Herstructurering
Particulier/
Zwartewater-
Zwarte Water
openbaar
land / regio
Verlenging kade
Particulier/
Zwartewater-
Havendijk
openbaar
land / regio
Uitbreiding terrein + kade
Particulier/
Zwartewater-
Industriehaven
openbaar
land / regio
-
Particulier/
Noord-
openbaar
Overijssel
N334, N333
4.7
Particulier/
Ambities Het huidige netwerk van binnenhavens, de relevante ontwikkelingen op het gebied van goederenvervoer, infrastructuur en ruimte voor watergebonden bedrijvigheid geven aanleiding voor een totale visie op het toekomstige netwerk van binnenhavens voor Overijssel. Vanuit het geschetste beleid en mogelijke ruimtelijk-economische ontwikkelingen zijn ambities geformuleerd waaraan het netwerk van binnenhavens in 2020 minimaal zou moeten voldoen. Uitgangspunt is het behouden en waar mogelijk versterken van de binnenhavens in Overijssel (in relatie tot het netwerk van Twente en Oost-Nederland), samen met de overheden en het bedrijfsleven. De volgende ambities zijn geformuleerd:
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
48
De volgende ambities zijn geformuleerd: •
De bestaande binnenhavenactiviteiten worden behouden en waar mogelijk uitgebreid.
•
De binnenhavens in Overijssel worden beschouwd als één netwerk en zijn onderdeel van het netwerk in Oost-Nederland en het landelijke binnenhavennetwerk: −
Verder ontwikkelen van Kampen als logistiek knooppunt voor regionaal en landelijk netwerk (Zwolle-Kampen), mogelijk in samenhang met Meppel
−
Verder ontwikkelen van Deventer (in samenhang met Zutphen) als overslagpunt voor de Stedendriehoek
−
Stimuleren lokale ontwikkeling van Hardenberg in samenhang met Coevorden
−
Stimuleren lokale ontwikkeling van Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden met mogelijk regionale watergebonden bedrijvigheid
−
Behoud van de binnenhaven van Steenwijk voor Noord-Overijssel
•
De nieuwe watergebonden bedrijven voldoende ruimte bieden. Grote bedrijven faciliteren in de
•
De huidige watergebonden bedrijven ruimte bieden via herstructurering van terreinen.
•
Containeractiviteiten, -bedrijvigheid en -faciliteiten concentreren in Kampen.
•
Huidige en nieuwe watergebonden bedrijven geluidruimte bieden voor activiteiten.
•
De binnenhavens hebben voldoende openbare overslagvoorzieningen en kadefaciliteiten.
•
In de binnenhavens de bestaande openbare kadefaciliteit behouden en verder te ontwikkelen.
•
De ontwikkeling van de havens voor watergebonden bedrijvigheid, woningbouw en recreatie vindt in
Zuiderzeehaven in Kampen.
samenhang binnen de regio plaats. •
De maatregelen in de netwerkanalyse vaarwegen Overijssel tot uitvoering te brengen/te faciliteren om het netwerk van binnenhavens te behouden en verder te ontwikkelen.
Deze ambities voor de binnenhavens kunnen alleen worden gerealiseerd als de maatregelen uit de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel voor 2020 worden/zijn gerealiseerd.
4.8
Streefbeeld kaart In figuur 4.1 is het toekomstige netwerk van binnenhavens voor 2020 afgebeeld waarbij de ambitie is om de huidige binnenhavens beter te faciliteren en bedrijven te stimuleren meer gebruik te maken van vervoer over water. De ontwikkeling van natte kavels zoals het regionale bedrijventerrein Zuiderzeehaven in Kampen voor watergebonden bedrijven en XL Businesspark Twente in Almelo, de herstructurering van terreinen en het activeren van laad-losfaciliteiten, samen met het streefbeeld van het vaarwegennet, zijn belangrijke ontwikkelingen voor het realiseren van de ambities voor de binnenhavens in Overijssel en Oost-Nederland.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
49
Figuur 4.1
Streefbeeld binnenhavens Overijssel en Oost-Nederland
Steenwijk Meppel Coevorden
Genemuiden Zwartsluis Kampen
Hasselt
Hardenberg
Zwolle
Elburg
■ Almelo
Harderwijk Deventer
Goor Markelo ■
Nijkerk
Delden Hengelo ■ ■ Enschede
■
Zutphen
Rheden Culemborg
Geldermalsen Lingewaal Neerijnen Zaltbommel
Wageningen
Buren
NederBetuwe
■
■
■
Ubbergen Rijnwaarden Tiel Druten Nijmegen ■ ■ ■Westervoort ■ West Maas en Waal Maasdriel Ontwikkeling natte kavels Activeren laad- en losfaciliteiten
Lochem
■ Doesburg
Arnhem
Overbetuwe
■
Doetinchem
Binnenhavens met overslag bulkgoederen Overijssel Kleine binnenhavens met vnl. zand en grind Binnenhavens met overslag bulkgoederen Gelderland Binnenhavens met overslag containers
■ Binnenhavens Regio Twente en Stadsregio Arnhem Nijmegen Binnenhavens Drenthe
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
50
Het streefbeeld geeft een beeld van een netwerk van binnenhavens waarbij toekomstige activiteiten regionaal en grensoverschrijdend zijn afgestemd. Het (Overijsselse) netwerk bestaat uit: • De Zuiderzeehaven in Kampen (netwerk Zwolle-Kampen) als het logistieke knooppunt in Overijssel voor de aan-/afvoer van goederen via mogelijk kustvaart. De Zuiderzeehaven is een bedrijventerrein voor de vestiging van nieuwe regionale en lokale watergebonden bedrijven. De binnenhavens in Kampen hebben faciliteiten voor de overslag van containers, bulk- en stukgoed. • Behoud van havenactiviteiten in Zwolle en via herstructurering van terrein Voorst de faciliteiten voor watergebonden bedrijvigheid verbeteren en in samenwerking met Kampen de Zuiderzeehaven verder ontwikkelen voor de regio. • Behoud van havenactiviteiten in Deventer en waar mogelijk in samenhang met Zutphen de havenfunctie verder versterken door de herstructurering van huidige en ontwikkeling van nieuwe (watergebonden) terreinen in de Stedendriehoek. • Ontwikkeling van de haven van Hardenberg voor meer vervoer via water in samenhang met de ontwikkeling van watergebonden bedrijvigheid in Coevorden. • Ontwikkeling van de havens van Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden voor huidige en nieuwe watergebonden bedrijvigheid in de regio en versterking van het cluster van binnenhavengerelateerde activiteiten (scheepsbouw en reparatie). • Behoud van de binnenhaven van Steenwijk met een functie voor de bedrijven in Noord-Overijssel, in samenhang met de ontwikkeling van de recreatiefunctie.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
51
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
52
5 Knelpunten binnenhavens
5.1
Inleiding In dit hoofdstuk staat de inventarisatie van knelpunten centraal waarin het huidige netwerk van binnenhavens wordt geconfronteerd met het toekomstige binnenhavennetwerk (streefbeeld). Uit de confrontatie wordt een maatregelpakket opgesteld voor het oplossen van de huidige knelpunten en de ambities van de gemeenten en de provincie Overijssel. De ambities van de Overijsselse partners zijn dus vertaald in het streefbeeld voor het toekomstig netwerk van binnenhavens in 2020. Het huidige netwerk van binnenhavens biedt kansen voor verdere ontwikkeling en overheden en bedrijven geven aan deze kansen te willen benutten. Op basis van informatie van gemeenten en werksessies met gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat zijn de knelpunten geïnventariseerd. De knelpunten zijn zoveel mogelijk benoemd op basis van praktijkvoorbeelden waar gemeenten en bedrijven nu en in de toekomst mee geconfronteerd kunnen worden. Tevens wordt inzicht gegeven in betrokken partij(en) bij de aanpak van de knelpunten.
5.2
Knelpunten binnenhavens Voor het realiseren van het gewenste netwerk van binnenhavens in Overijssel zijn knelpunten geïnventariseerd. Deze zijn tot stand gekomen door een confrontatie tussen de huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen. In de bijlage zijn de knelpunten per gemeente in de factsheets weergegeven. Uit de inventarisatie van knelpunten kan een algemeen beeld worden gegeven die een optimale benutting van het toekomstig netwerk van binnenhavens in Overijssel kunnen belemmeren. De volgende knelpunten kunnen worden onderscheiden: • Gebrek aan ruimte voor groei van huidige en nieuwe watergebonden bedrijven Uitbreiding van activiteiten voor huidige bedrijven is een lastige opgave vanwege gebrek aan ruimte aan het water bijvoorbeeld in de gemeente Zwartewaterland. •
Veroudering van industrieterreinen aan het water gelegen Een groot aantal terreinen zijn verouderd en zijn deel van een herstructureringsprogramma dat veelal gericht is op de kwaliteit en bereikbaarheid van de droge bedrijvigheid. Herstructurering van de havenactiviteiten betekent veelal hoge kosten vanwege verbetering kadefaciliteiten en baggeren van havens. Het terrein Voorst in Zwolle is een voorbeeld van een duurzame versterking van een watergebonden terrein waarin de ruimte, geluid, bereikbaarheid en beheer van het terrein in samenhang met de omgeving (wonen en werken) duurzaam wordt ingepast.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
53
•
Beperkte diepgang van de haven De meeste binnenhavens in Overijssel zoals Zwolle en Genemuiden zijn met klasse Va schepen bereikbaar maar kunnen door de beperkte diepgang van de havens niet maximaal worden beladen. De haven van Hardenberg kan ook geen maximaal beladen klasse II schepen ontvangen vanwege beperking in diepgang. Tevens kunnen onveilige situaties ontstaan door de beperkte manoeuvreerruimte van schepen en gebruik van kades.
•
Verouderde kade en beperkte lengte van de kade De kadefaciliteiten zijn in de havens van Zwolle, Deventer en de gemeente Zwartewaterland verouderd en dienen te worden vernieuwd. Het vervangen van damwanden in combinatie met het uitdiepen van de haven zijn kostbare ingrepen.
•
Onvoldoende toegang via water voor de binnenhavens De knelpunten voor het gewenste vaarwegennetwerk in Overijssel zijn in de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel beschreven. De binnenhaven van Kampen streeft naar een toegang voor ‘kleine’ kustvaartschepen tot 4000 ton. Hiervoor dient de vaarweg en sluis via de Lorentzsluizen (Kornwerderzand) opgewaardeerd te worden. De binnenhaven van Hardenberg streeft naar meer vervoer over water en zou graag samen met Coevorden de toegang via het kanaal Almelo-De Haandrik opwaarderen voor schepen tot 1000 ton.
•
Interne en externe ontsluiting van havens beperkt en onder druk De bereikbaarheid van de binnenhavens via de weg staat onder druk met name in Deventer, Kampen en Zwolle. De regionale functie van de Zuiderzeehaven in Kampen vraagt om een toekomstgerichte ontsluiting via het water en via de weg.
•
Beperkte geluidruimte terreinen De uitbreiding en ontwikkeling van havenactiviteiten in de nabijheid van woningbouw kan niet plaatsvinden vanwege onvoldoende geluidruimte op gezoneerde terreinen. Met name in Kampen en Zwolle zijn dit knelpunten waar in de herstructurering van Voorst in Zwolle en Haatlandhaven in Kampen aan wordt gewerkt via onder andere scheiding van functies wonen en werken. Ook bij de ontwikkeling van de Zuiderzeehaven is het optimaal benutten van de geluidruimte een belangrijk aandachtspunt.
•
Gebrek aan financiële middelen voor onderhoud en beheer en exploitatie haven Achterstand in onderhoud en beheer van kadefaciliteiten en diepgang van de havens is mede het gevolg van onvoldoende gereserveerd (jaarlijks) budget bij gemeenten. Ook de ontwikkeling van nieuwe havenactiviteiten is door de grote investeringen voor gemeenten alleen financieel niet haalbaar.
•
Binnenhavens onvoldoende op bestuurlijke agenda en in beleid De binnenhaven met watergebonden bedrijven en vervoer via water zijn onvoldoende deel van lokaal beleid gericht op een bereikbare en leefbare kern.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
54
5.3
Overzicht knelpunten In de onderstaande tabel zijn de hierboven beschreven knelpunten samengevat. De knelpunten zijn onderscheiden naar type knelpunt, plaats en haven en betrokken partijen.
Tabel 5.1
Overzicht van knelpunten onderscheiden naar type, plaats en betrokken partijen Knelpunt
Plaats/haven
Betrokken partijen
Geen ruimte voor watergebonden bedrijven
Zwolle
Gemeente Zwolle
Geen ruimte voor uitbreiding watergebonden bedrijven
Genemuiden
Gemeente Zwartewaterland, bedrijven
Herstructurering terreinen Industriehaven en Zwarte Water
Genemuiden
Gemeente Zwartewaterland
Ruimte en herstructurering
en Hasselt Herstructurering Bruchterweg Nieuwe Haven
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Herstructurering Groot Verlaat
Steenwijk
Gemeente Steenwijkerland
Herstructurering Haatlandhaven
Kampen
Gemeente Kampen
Onvoldoende diepgang haven Zwolle
Zwolle
Gemeente Zwolle
Kades/ loswallen havens Zwolle zijn verouderd
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Haven is te ondiep en vervuild met slib
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Onvoldoende diepgang haven
Genemuiden
Gemeente Zwartewaterland
Verouderde haven en kade tekort
Zwartsluis
Gemeente Zwartewaterland
Verouderde kades in haven
Deventer
Gemeente Deventer
Onvoldoende afmeergelegenheid voor wachtende schepen
Zwolle
Gemeente Zwolle, Tankterminal
Haven- en kade faciliteiten
Vaarweg en sluizen Achterstand in onderhoud Bernhardsluis
Deventer
Gemeente Deventer
Kornwerderzandsluis niet toegankelijk voor kustvaartschepen Kampen
Rijkswaterstaat, Gemeente Kampen,
tot 4.000 ton
Overijssel
Vaargeul vaarweg Boontjes (Kornwerderzand) te ondiep
Kampen
Friesland, Overijssel, Rijkswaterstaat, Gemeenten Harlingen, Kampen
Beperkte toegang schepen via Kanaal Almelo – De Haandrik
Hardenberg
Gemeenten Hardenberg, Almelo Coevorden, Twenterand, Overijssel
Ontsluiting via de weg Geen directe aansluiting (afrit) haven op N50 + krappe
Kampen
Gemeente Kampen, Rijkswaterstaat
interne ontsluiting Wegprofielen van de haventerreinen zijn onvoldoende
Zwolle
Gemeente Zwolle
Toenemende druk op bereikbaarheid haven via de weg
Deventer
Gemeente Deventer
Geluidruimte beperkt op terreinen
Kampen
Gemeente Kampen, bedrijven
Geluidruimte beperkt op gezoneerd Voorst
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Druk op verkeer, geluid en ruimte Voorst (wonen / werken)
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven, bewoners
Kosten onderhoud en beheer haven hoog
Kampen
Gemeente Kampen, Zuiderzeehaven
Financiering ontwikkeling haven (baggeren en kadeaanleg)
Gemeenten
Alle gemeenten
Overheden
Bijna alle gemeenten
Milieu / leefbaarheid
Financieel-economisch
Beleid/ communicatie Binnenhaven onvoldoende op agenda en in beleid regio
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
55
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
56
6 Maatregelenpakket
6.1
Inleiding De knelpuntenanalyse vormt de basis voor het samenstellen van een maatregelpakket voor het aanpakken van de knelpunten in het netwerk van binnenhavens in Overijssel. Het maatregelpakket geeft een overzicht van mogelijke oplossingen voor de knelpunten. Daarbij wordt eerst gekeken naar bestaande oplossingen, waar gemeenten en regio aan werken nu en in de nabije toekomst. Deze projecten zijn veelal onderdeel van de herstructurering van de havengebieden en onderdeel van de topperprojecten. Per oplossingsrichting wordt aangegeven welke partijen kunnen bijdragen aan het wegwerken van knelpunten en wordt een indicatie gegeven van de termijn van uitvoering. De korte termijn maatregelen zijn basis voor het benoemen van de zogenaamde ‘quick wins’. De quick wins zijn maatregelen, die op korte termijn (uiterlijk in 2012) kunnen worden uitgevoerd en die kunnen rekenen op draagvlak bij de betrokken partijen. Tevens hebben de maatregelen de voorkeur waarbij ook duidelijkheid is over de kosten en financiële bijdrage van de partijen. Op basis van de inventarisatie door betrokken partijen, aangevuld met informatie uit beleidsvisies, ontwikkelingsplannen en topperprojecten zijn de maatregelen benoemd. De maatregelen zijn zoveel mogelijk geconcretiseerd en sluiten aan bij oplossingen waar gemeenten en bedrijven nu en in de toekomst aan (willen) werken.
6.2
Maatregelen binnenhavens Voor het oplossen van de knelpunten en realiseren van het gewenste netwerk van binnenhavens in Overijssel zijn de volgende maatregelen voorgesteld. In de bijlagen zijn de maatregelen per gemeente in de factsheets weergegeven. De lijst met maatregelen is gericht op de volgende aandachtspunten: 1. Versterken van netwerk van binnenhavens Het netwerk van binnenhavens in Overijssel bestaat uit de logistieke knooppunten in Kampen-Zwolle met Kampen (en de Zuiderzeehaven en ROC Kampen) en Twente met Hengelo (en de containerterminal CTT en XL Businesspark Twente in Almelo) met een regionale en (inter)nationale functie. Deze knooppunten functioneren binnen een netwerk van binnenhavens met openbare laad-loskades in elke gemeente voor de overslag van containers en van bulkgoed en stukgoed. Deze binnenhavens hebben een functie als vestigings- en overslaglocatie voor de bedrijven in de gemeente en regio.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
57
In Deventer wordt waar mogelijk in samenhang met Zutphen de havenfunctie (o.a. voedingsproducten) verder versterkt door de herstructurering van huidige en ontwikkeling van nieuwe (watergebonden) terreinen in de Stedendriehoek. De ontwikkeling van de haven van Hardenberg is gericht op het stimuleren van meer vervoer via water in samenhang met de ontwikkeling van watergebonden bedrijvigheid in Coevorden. Opwaardering van Kanaal Almelo-De Haandrik is hierbij een gezamenlijk streven voor een betere bereikbaarheid via het water van de havens. De binnenhavens van Zwartewaterland in Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden hebben een belangrijke functie voor watergebonden bedrijvigheid in de regio en het cluster van binnenhavengerelateerde activiteiten zoals scheepsbouw en reparatie. De binnenhaven van Steenwijk heeft een belangrijke functie voor de bedrijven in de Noord-Overijssel, in samenhang met de ontwikkeling van de recreatiefunctie. De provincie Overijssel streeft naar afstemming in de ontwikkeling van binnenhavens in Oost-Nederland: • Deventer en Zutphen (ontwikkeling nieuwe (watergebonden) terrein) in Stedendriehoek • Kampen in relatie tot Meppel en Harderwijk (regionale overslagcentra met containeroverslag) • Hardenberg en Coevorden (watergebonden bedrijvigheid/ opwaardering kanaal) 2. Verbeteren kadefaciliteiten binnenhavens Het vernieuwen en verlengen van kadefaciliteiten zal bedrijven stimuleren meer gebruik te maken van vervoer over water. Tevens kan dit bijdragen aan het ontwikkelen van een watergebonden kavel voor vestiging van een bedrijf. 3. Baggeren van de havens De beperking in de diepgang van de havens kan door een gezamenlijke aanpak van het baggeren door gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat mogelijk leiden tot kosten- en schaalvoordelen. 4. Duurzame versterking haventerreinen In de herstructurering van watergebonden terreinen worden maatregelen genomen die de geluidhinder beperken, de functies van wonen en werken beter scheidt en de ontsluiting verbeterd. 5. Verbeteren bereikbaarheid via het water De maatregelen voor het gewenste vaarwegennetwerk in Overijssel zijn in de Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel beschreven. Het gaat met name om verbeteringen niet alleen voor het netwerk van Oost-Nederland maar voor het nationale netwerk die provincie en regio overstijgend zijn. Voorbeeld hiervan is het verdiepen van de vaargeul via sluis Kornwerderzand. Afstemming en prioritering van maatregelen via Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) en regionale programma’s door Rijk en regio’s zijn daarbij van belang.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
58
6. Verbeteren bereikbaarheid via de weg De ontsluiting van de binnenhavens via de weg moet worden verbeterd om het vooren natransport via de weg voldoende te kunnen afwikkelen. De haven van Kampen streeft naar een directe aansluiting (via op/afrit) op de N50. Tevens is het belangrijk dat de (interne) ontsluiting wordt verbeterd in de steden Zwolle en Deventer voor betere scheiding van woon- en werkverkeer.
6.3
Overzicht maatregelen In de onderstaande tabel zijn de maatregelen per haven/ plaats beschreven. Per maatregel is aangegeven welke partijen betrokken zijn.
Tabel 6.1
Overzicht van maatregelen naar type, plaats en betrokken partijen Maatregelen
Plaats/
Betrokken partijen
haven Ruimte en herstructurering Herontwikkeling Voorst A voor watergebonden activiteiten
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Herstructurering Bruchterweg Nieuwe Haven
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Uitbreiding (percelen) en opwaardering industriehaven
Genemuiden
Bedrijven, gemeente Zwartewaterland
Herstructurering terrein Zwarte Water
Hasselt
Gemeente Zwartewaterland
Herstructurering Haatlandhaven
Kampen
Gemeente Kampen
Verbeteren diepgang haven en uitbreiding ligplaatsen
Zwolle
Gemeente Zwolle
Vernieuwen kade/ loswal Voorsterhaven/ Katwolderhaven/
Zwolle
Gemeente Zwolle, bedrijven
Uitdiepen huidige insteekhaven
Hardenberg
Gemeente Hardenberg
Verdiepen haven
Genemuiden
Gemeente Zwartewaterland
Verlengen kade terrein Zwarte Water
Zwartsluis
Gemeente Zwartewaterland
Aanpassingen kades Deventer
Deventer
Gemeente Deventer
Kampen
Gemeente Kampen,
Haven- en kadefaciliteiten
Margriethaven
Ontsluiting via de weg Aanleg afrit van haven op N50 + verbeteren interne ontsluiting
Rijkswaterstaat
Verbeteren wegprofielen haventerreinen
Zwolle
Gemeente Zwolle
Verbeteren (interne) bereikbaarheid haven via de weg
Deventer
Gemeente Deventer
Milieu / leefbaarheid Aanpassen milieuvergunning voor uitbreiding activiteiten
Kampen
Duurzame versterking Voorst ruimte/ geluid, bereikbaarheid Zwolle
Gemeente Kampen, bedrijven Gemeente Zwolle, bedrijven
Vaarweg en sluizen zie hiervoor Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel 2008
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
59
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
60
7 Vervolgacties
7.1
Uitvoering maatregelen De visie op het netwerk van binnenhavens in Overijssel geeft de gezamenlijke ambities weer van de regio voor een betere bereikbaarheid en leefbaarheid van de binnenhavens en de regio door het stimuleren van meer vervoer over water. De visie moet bijdragen aan het realiseren van een streefbeeld voor de binnenhavens in Oost-Nederland door maatregelen op verschillend niveau (lokaal, regionaal en landelijk) uit te voeren. De lijst met maatregelen voor de korte en lange termijn geeft aan dat voor het realiseren van de ambities omtrent het netwerk van de binnenhavens Overijssel in 2020 de betrokken partijen aan de slag moeten. De provincie Overijssel heeft samen met de provincie Gelderland het streefbeeld voor de binnenhavens in Oost-Nederland aangegeven. Dit streefbeeld is de basis voor de verdere versterking van het netwerk van binnenhavens waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsperspectieven van de binnenhavens. Beide provincies zullen samen met gemeenten, bedrijven en Rijk het netwerk van binnenhavens verder vormgegeven door keuzes te maken in beleid en uitvoering van maatregelen. Het realiseren van het streefbeeld van binnenhavens voor Oost-Nederland in 2020 vraagt dan ook om een gezamenlijke agenda en uitvoering van alle partijen. Geadviseerd wordt om een plan van aanpak/uitvoeringsprogramma op te stellen voor de quick wins na 2010 en van de maatregelen op lange termijn. Quick wins In de netwerkanalyse voor binnenhavens in Oost-Nederland geeft de regio een streefbeeld waar aan gewerkt moet worden. De gemeenten, bedrijven en regionale overheden investeren al volop in de havens maar hebben voor de ontwikkeling van het netwerk van binnenhavens meer steun nodig. De netwerkanalyse geeft inzicht in de uitvoering van maatregelen en de betrokken partijen. Deze lijst met aandachtspunten is de basis voor het uitvoeren van mogelijke maatregelen op korte termijn (quick wins) die het netwerk van binnenhavens versterken. Gemeenten kunnen quick win projecten, die bijdragen aan het verbeteren van het netwerk van binnenhavens in Oost-Nederland, via de provincies indienen bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Uiteindelijk zal de provincie met de gemeenten het proces afstemmen voor het indienen van de quick wins. Provincie Overijssel zal voor 1 oktober de lijst met quick wins indienen bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Naast deze maatregelen dienen ook op het gebied van proces, organisatie en communicatie vervolgacties op korte termijn te worden ingezet. Belangrijk is dat het streefbeeld breed wordt gecommuniceerd in Oost-Nederland en dat betrokken gemeenten
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
61
het belang van vervoer over water en de binnenhavenfaciliteiten op de beleidsagenda zetten en houden. Het is belangrijk dat bij de partijen in Oost-Nederland draagvlak en overeenstemming is voor de afstemming en uitvoering van de maatregelen op korte en lange termijn gericht op het realiseren van het streefbeeld van binnenhavens. Geadviseerd wordt om een plan van aanpak op te stellen over de communicatie van binnenhavens in het algemeen en specifiek voor de maatregelen richting belanghebbenden.
7.2
Draagvlak en urgentie De visie en het uitvoeringsprogramma moeten natuurlijk worden ondersteund door een effectieve uitvoering van het binnenhavenbeleid in Overijssel. Steun vanuit de bestuurders in Overijssel is onontbeerlijk voor de beleidsambtenaren die draagvlak en financiering nodig hebben om de ambities van de binnenhavens te realiseren. De netwerkanalyse binnenhavens Overijssel zet de binnenhavens op de politieke agenda zowel in het lokaal, regionaal als landsdelig overleg. Deze netwerkanalyse binnenhavens levert, samen met de netwerkanalyse vaarwegen Overijssel en het kwaliteitsnet goederenvervoer, een bijdrage aan het op de agenda zetten van de kansen voor een betere bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio en kan bijdragen aan het versnellen van oplossingen voor deze knelpunten. Onderbouwing van het netwerk van binnenhavens in termen van kosten en baten en financiering is nodig om de nut en noodzaak van de maatregelen te kunnen beoordelen. Uiteindelijk gaat het om een aantal concrete maatregelen en initiatieven voor verbetering van de bereikbaarheid van de binnenhavens vanuit de betrokken partijen in Overijssel. De netwerkanalyse binnenhavens Overijssel als onderdeel van de netwerkanalyse binnenhavens Oost-Nederland is het gezamenlijke vertrekpunt voor de ambitie en daadkracht van de regio. Het streefbeeld van binnenhavens in Oost-Nederland geeft invulling aan de visies van Overijssel en Gelderland voor het waarborgen van de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
62
Bijlage A: Factsheets Binnenhavens Overijssel
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
63
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
64
A1. Binnenhaven Kampen Kenmerken Omvang binnenhaven
Indicatoren Belangrijkste natte terreinen en binnenhavens (inclusief omvang in hectare)? •
Binnenhavens: 2 industriehavens: 1) Haatlandhaven, geheel uitgegeven aan private ondernemingen, ca 40 hectaren netto, en 50 hectaren bruto 2) Zuiderzeehaven, ca 50 hectaren netto (70 hectaren bruto) in uitgifte.
*
3) industriehaven privé eigendom van Beton Son b.v.
•
Recreatie/ jachthaven: 12 recreatie/jachthavens. Ligplaatsen: 1200 (ca 100 per jachthaven)
Functie binnenhaven
Functie per binnenhaven (loshaven, laadhaven, containers, …) •
Functie met name los havens, maar ook op en overslag van stukgoed, en containers, alsmede scheepswerf.
Overslag binnenhaven
Overslag per binnenvaart onderscheiden naar goederensoorten? •
Economisch belang
•
Overslag container (in TEU): vertrouwelijk alleen beschikbaar voor intern gebruik
•
Overslag spoor: n.v.t.p. (nader onderzoek stamlijn Havens/ Hanzelijn gewenst)
Wie zijn de gebruikers per binnenhaven? •
Werkgelegenheid
Toegevoegde waarde
Overslag binnenvaart totaal (ton): ca 1,5 miljoen ton per jaar.
Overwegend private ondernemingen
Hoeveel arbeidsplaatsen zijn direct en indirect gerelateerd aan de waterontsluiting? •
Jachthavens:5/5 passanten indirect 5 (schatting)
•
Binnenhavens 500 direct 500 indirect
Heeft u een inschatting van de toegevoegde waarde (in Euro) •
Nee
Logistiek belang
•
Groot. Logistieke gerelateerde werkgelegen aanzienlijk; aantrekken logistieke
Beheer binnenhaven
Hoe is het beheer van de binnenhaven georganiseerd?
bedrijven regionaal speerpunt.
Haatlandhaven: water is van gemeente, wordt openbaar beheerd. Kavels en kader zijn in privé eigendom en beheer van ondernemers, collectief parkmanagement in de toekomst voorzien. Zuiderzeehaven: water is van gemeente, wordt openbaar beheerd. Kavels en kade zijn/komen in prive eigendom van ondernemers. Beheer: collectief parkmanagement is/wordt ingevoerd.
Infrastructuur
Via welke infrastructuur (weg, water en spoor) wordt de binnenhaven ontsloten? De binnenhaven zijn ontsloten via •
weg (N-50)
•
water (IJssel/IJsselmeer)
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
65
Watergebonden bedrijven Kampen Bedrijf watergebonden
Haven /
Goederen soort
Overslag
Aantal
Aantal
Lengte
(met overslag)
Plaats
overslag
in tonnen
werknemers
ha
kade
Brink + van Dijk+ Protech
Haatland
Schroot/ alu
Onbekend *2
Ca 40
Ca 1,2
Ca 115 m
aluminium B.V.
haven
recycling
Mebin Betoncentrale
HLH
Aanvoer
Onbekend *2
5
Ca 1,0
Ca 70 m
Kampen
grondstoffen
Recycling Kampen
HLH
Recyclingsbedrijf
Onbekend *2
10
Ca. 1,2
Ca. 100 m
Vierhout vetten+ Kampen
HLH
Aanvoer
Onbekend *2
50
Ca 1,2
Ca 100 m
Onbekend *2
5
Ca 1,5
Ca 130 m
Onbekend *2
140
Ca. 7,5
Ca. 450 m
Onbekend *2
35
Ca. 4
Ca. 140 m
Vertrouwelijk
3
Ca. 1,5
Ca. 115 m
Onbekend *2
90
Ca. 12
Ca.350 m
Bio diesel Millenium B.V. (vh
grondstoffen HLH
Graansloot) Wijma hardhout
Aanvoer grondstoffen
HLH
Op-en overslag Hardhout
Oldeboom zachthout
HLH
Op- en overslag Zachthout
ROC
HLH
Containers en vastgoed
Beton Son
Scheepswerf Peters
HLH
Voorgespannen
Privehaven
industrievloeren
HLH
Scheepswerf
Onbekend *2
140
Ca. 8
Ca. 750 m
HLH
Aanvoer
Onbekend *2
60
Ca 12
Ca 400 m
(Minat Holding BV) MBI beton
grondstoffen *2) Alleen totaal overslag tonnage HLH is bekend.
N.B. het aan HLH liggende voormalige perceel van Leijs en Bos brandstoffenopslag is momenteel in de verkoop. Zuiderzeehaven: De uitgifte van kavels op de Zuiderzeehaven is in 2007 van start gegaan. Per januari 2008 zijn 4 verkopen geregistreerd: Hoeben Metalen 4 hectaren, Graansloot 1,75 hectaren, Van Wijk en Olthuis 4 hectaren en Salland Olie 2,5 hectaren. Aanvullende gegevens zijn nog niet bekend.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
66
Toekomstige ontwikkelingen Kampen
1. Ontwikkeling nieuwe natte terreinen
Naam of locatie
Indicatoren Aantal ha
Nieuw terrein: Zuiderzeehaven 2
Aansluitend aan ZZH 1
50
Kaart Visie Haatlandhaven en Zuiderzeehaven
Knelpunten en uitvoeringsprojecten Kampen 2. Knelpunten binnenhaven
Knelpunt
Indicator/ grootte
- bereikbaarheid via het water:
Ja
- bereikbaarheid via de weg:
Ja
- diepgang vaarweg of diepgang binnenhaven
Ja
- kade verouderd of te kort:
Neen
- ruimte voor huidige watergebonden bedrijven
Neen
- ruimte voor nieuwe watergebonden bedrijven
Neen
- beperkte geluidruimte bedrijventerrein
Gedeeltelijk
- andere knelpunten t.a.v. leefbaarheid / milieu
n.v.t.p.
- kosten onder en beheer haven
Ja
- draagvlak bestuur/ beleid
Neen
- draagvlak bedrijven
Neen
3. Voorstel uitvoeringsprojecten
Omschrijving mogelijk project voor uw
(quick wins) mbt de binnenhaven
gemeente voor de korte termijn
Weg ontsluiting
ontsluiting N-50 naar havens + interne ontsluiting
Bereikbaarheid over het water
Diepte vaargeulen naar IJsselmeer + Ramspolbrug
Beheer/parkmanagement
Met name actueel op HLH
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
Kostenindicatie
67
A2. Binnenhaven Zwolle Kenmerken Omvang binnenhaven
Indicatoren Belangrijkste natte terreinen en binnenhavens (inclusief omvang in hectare)? •
Binnenhavens
Het natte terrein in Zwolle ligt aan het Zwolle-IJsselkanaal en Zwarte Water en is met de Voorsterhaven en Katwolderhaven onderdeel van bedrijventerrein Voorst, dat is ontsloten via water, weg en spoor. In totaal heeft Voorst een oppervlakte van 175 hectare.
•
Recreatie/ jachthaven
Passantenhaven Margriethaven Scaniahaven (recreatie) Schuttevaarhaven: tijdelijke ligplaatsen; passagiersschepen Functie binnenhaven
Overslag binnenhaven
Economisch belang
Werkgelegenheid
Toegevoegde waarde
Functie per binnenhaven (loshaven, laadhaven, containers, …) •
Voorsterhaven: loshaven
•
Katwolderhaven: los- en laadhaven
Overslag per binnenvaart onderscheiden naar goederensoorten? •
Overslag binnenvaart totaal (ton): ca. 1,9 mln. ton
•
Overslag container in TEU: n.v.t.
•
Overslag spoor:
Wie zijn de gebruikers per binnenhaven? •
Voorsterhaven: ca. 150.000 ton bouwmaterialen; 700.000 ton veevoeder.
•
Katwolderhaven: 15.000 ton staalmateriaal; 50 motoren van ieder 160 ton.
•
Zwarte Water: 900.000 ton aardolie
Hoeveel arbeidsplaatsen zijn direct en indirect gerelateerd aan de waterontsluiting? •
Directe arbeidsplaatsen: ca. 100 FTE
•
Indirecte arbeidsplaatsen: ca. 150 FTE
Heeft u een inschatting van de toegevoegde waarde (in Euro) •
Logistiek belang
•
Water en havens zijn belangrijk voor de Zwolse economie en water is één van de ruimtelijke dragers van Voorst. Door de directe ontsluiting van het bedrijventerrein Voorst op de snelweg A28 en de ontsluiting voor transport over water en spoor geeft het terrein een sterk logistiek accent.
Beheer binnenhaven
Hoe is het beheer van de binnenhaven georganiseerd? (geheel of gedeeltelijk particulier eigendom, …..) Het water is in eigendom en beheer van de gemeente Zwolle. De betreffende kades zijn in eigendom van de aanliggende bedrijven.
Infrastructuur
Via welke infrastructuur (weg en water) wordt de binnenhaven ontsloten? •
Weg, water en spoor
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
68
Watergebonden Bedrijven Zwolle Bedrijf watergebonden
Haven / Plaats
(met overslag)
Goederen soort
Aantal
Aantal
Lengte
Overslag
Werkn.
ha
kade
50
0,8 ha
142 m
Betoncentrale De IJssel
Voorsterhaven
o.a bouwmaterialen
Hendrix Voeders
Voorsterhaven
o.a. Veevoeder
80
2,5 ha
133 m
Fa. Zwagerman
Katwolderhaven
Motoren en
3
0,8 ha
265 m
Van der Kamp
Katwolderhaven
5
0,8 ha
88 m
bouwmaterialen o.a. bouwmaterialen
betoncentrale IJzerleeuw BV
Katwolderhaven
Staalproducten
50
1,5 ha
115 m
Tankterminal Zwolle BV
Zwarte Water
Aardolie
50
2,6 ha
122 m
Triferto
Zwarte Water Nrd
Kunstmest
20
Toekomstige ontwikkelingen, knelpunten en uitvoeringsprojecten 1. Ontwikkeling nieuwe natte
Naam of locatie
terreinen Nieuw terrein:
Indicatoren Aantal ha
n.v.t. (zie samenwerking Zuiderzeehaven Kampen)
2. Ontwikkeling binnenhaven
Naam bedrijf of naam locatie
Aantal ha
Herstructurering terrein:
Voorst
175 hectare
Verplaatsing watergebonden
n.v.t.
bedrijven: Woningbouw:
Overzijde Zwarte Water
Jachthaven:
Maagjesbolwerk 40 ligplaatsen (deels gereed/ aanleg resterende pier) en Schuttevaarkade (gereed) 8 ligplaatsen.
3. Ruimte voor bestaande en
zo ja:
Aantal
nieuwe watergebonden bedrijven
naam locatie en voor welke bedrijven en
(ha of bedrijven)
type bedrijvigheid Ruimte voor bestaande bedrijven:
Huidige bedrijven die gelegen zijn aan de
6
Voorsterhaven, Katwolderhaven en Zwarte Water Ruimte voor nieuwe bedrijven:
Nee
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
69
4. Knelpunten binnenhaven
Knelpunt
Indicator/ grootte
- Bereikbaarheid via het water:
Onvoldoende afmeergelegenheid voor wachtende schepen (grote tankers met brandstoffen); er moet regelmatiger worden gebaggerd.
- Bereikbaarheid via de weg:
In afstand en kwaliteit vanaf A28 en ringweg prima, maar de wegprofielen ter hoogte van de haventerreinen zelf zijn onvoldoende.
- Diepgang vaarweg of diepgang binnenhaven
Onvoldoende
- Kade verouderd of te kort:
Kade/loswal Voorsterhaven is verouderd.
- Ruimte voor huidige watergebonden
Maximaal ingevuld; geen nieuwe ontwikkelingen of
bedrijven
uitbreidingen mogelijk.
- Ruimte voor nieuwe watergebonden
Op dit moment niet.
bedrijven - Beperkte geluidruimte bedrijventerrein
Gezoneerd bedrijventerrein; onvoldoende geluidruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Is onderwerp van studie i.h.k.v. project Duurzame Versterking Voorst.
- Andere knelpunten t.a.v. Leefbaarheid /
Verbetering openbare ruimte/groen
milieuwetgeving
Het bedrijventerrein is omsloten door woonwijken, toename druk op verkeer, geluid en ruimte/kwaliteit.
- Kosten onder en beheer haven - Draagvlak bestuur/ beleid
Bedrijventerrein Voorst, waarvan de natte bedrijvigheid een belangrijk onderdeel is, vormt de kern van de Zwolse industrie. Gemeenteraad heeft Masterplan Duurzame Versterking Voorst vastgesteld (2005) en daarmee besloten de toekomst van Voorst te waarborgen en op de onderdelen ruimte/geluid, bereikbaarheid en beheer te verbeteren/ duurzaam te versterken.
- Draagvlak bedrijven
Vanuit een gezamenlijk convenant voeren de bedrijven via de ondernemersvereniging Voorst samen met de gemeente, provincie, KvK en Oost NV het project Duurzame Versterking uit.
5. Voorstel uitvoeringsprojecten
Omschrijving mogelijk project voor uw
(quick wins) mbt de binnenhaven
gemeente voor de korte termijn
Kostenindicatie
Verbetering Voorsterhaven/ onderzoek economische potentie.
De gemeente Zwolle ziet veel kansen in de herontwikkeling van Voorst A, gelegen aan het Zwarte Water voor vernieuwende watergerelateerde bedrijfsactiviteiten. Het betreft bedrijfsterrein gelegen aan het water waar voorheen olieopslagtanks van Shell en BP stonden. De opslagtanks zijn verwijderd en de gronden worden gesaneerd. De gemeente heeft de visie op de herontwikkeling naar vernieuwende watergerelateerde bedrijvigheid vastgesteld. De initiatieven om dit te realiseren worden ontwikkeld met de eigenaren/bedrijfsleven.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
70
Kaart bedrijventerrein Voorst in Zwolle
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
71
A3. Binnenhaven Deventer Kenmerken
Indicatoren
Omvang binnenhaven
Belangrijkste natte terreinen en binnenhavens (inclusief omvang in hectare)?
Functie binnenhaven
•
Het havengebied ligt in het bedrijventerrein Bergweide
•
Binnenhavens 20 ha
•
Recreatie/ jachthaven nvt
Functie per binnenhaven (loshaven, laadhaven, containers, …) •
Overslag binnenhaven
• Economisch belang
Beroeps vaart
Hoeveel arbeidsplaatsen zijn direct en indirect gerelateerd aan de waterontsluiting? •
Toegevoegde waarde
Overslag binnenvaart totaal (ton) 1,4 miljoen ton
Wie zijn de gebruikers per binnenhaven? •
Werkgelegenheid
Industriehaven
Overslag per binnenvaart onderscheiden naar goederensoorten?
+/- 15.000
Heeft u een inschatting van de toegevoegde waarde (in Euro) •
Logistiek belang Beheer binnenhaven
•
Groot (veevoer/beton)
Hoe is het beheer van de binnenhaven georganiseerd? (geheel of gedeeltelijk particulier eigendom, …..) Het beheer is in gemeentelijke hand mn loswal, verder zijn er bedrijven welke een eigen loswal hebben.
Infrastructuur
Via welke infrastructuur (weg en water) wordt de binnenhaven ontsloten? •
A1 via weg
•
IJssel via water
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
72
Toekomstige ontwikkelingen, knelpunten en uitvoeringsprojecten 1. Ontwikkeling nieuwe natte terreinen
Naam of locatie:
Indicatoren Aantal ha
Nieuw terrein:
Westfalenstraat
2 ha
2. Ontwikkeling binnenhaven
Naam bedrijf of naam locatie
Aantal ha
3. Ruimte voor bestaande en
zo ja:
Aantal
nieuwe watergebonden bedrijven
naam locatie en voor welke bedrijven en
(ha of bedrijven)
Herstructurering terrein: Verplaatsing watergebonden bedrijven: Woningbouw: Jachthaven:
type bedrijvigheid Ruimte voor bestaande bedrijven: Ruimte voor nieuwe bedrijven:
Beperkt
4. Knelpunten binnenhaven
Knelpunt
- bereikbaarheid via het water:
Kleine sluis 100 mtr bij 11,40
Indicator/ grootte
In de Prins Bernhardsluis kunnen schepen van maximaal 100 meter geschut worden.
- bereikbaarheid via de weg
Toename druk op verkeer haven (interne ontsluiting)
- kades voldoen niet aan de gestelde eisen
Alle binnenhavens
250 meter
5. Voorstel uitvoeringsprojecten
Omschrijving mogelijk project voor uw
Kostenindicatie
(quick wins) mbt de binnenhaven
gemeente voor de korte termijn
Vervanging damwand & meerpalen
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
3,5 mjl
73
A4. Binnenhaven Harderberg Kenmerken
Indicatoren
Omvang binnenhaven
Belangrijkste natte terreinen en binnenhavens (inclusief omvang in hectare)? Binnenhavens: Insteekhaven Nieuwe Haven.
•
Functie binnenhaven
Functie per binnenhaven (loshaven, laadhaven, containers, …) Los- en laadfunctie, productie van arkenbouwers.
• Overslag binnenhaven
Economisch belang
Overslag per binnenvaart onderscheiden naar goederensoorten? •
Overslag binnenvaart totaal (ton): is bij de gemeente niet bekend
•
Overslag container in TEU (ZCT): niet bekend, waarschijnlijk marginaal
•
Overslag spoor: geen
Wie zijn de gebruikers per binnenhaven? Insteekhaven Nieuwe Haven
•
-arkenbouw -betonfabriek -meelfabriek (w.s. marginaal)
Werkgelegenheid
Hoeveel arbeidsplaatsen zijn direct en indirect gerelateerd aan de waterontsluiting? •
Toegevoegde waarde
Heeft u een inschatting van de toegevoegde waarde (in Euro) •
nee
Logistiek belang
•
bepaalde bedrijven hebben zonder het kanaal geen bestaansrecht.
Beheer binnenhaven
Hoe is het beheer van de binnenhaven georganiseerd? (geheel of gedeeltelijk particulier eigendom, …..) Geheel eigendom van de gemeente
Infrastructuur
Via welke infrastructuur (weg en water) wordt de binnenhaven ontsloten? •
Kanaal Almelo De Haandrik
Watergebonden bedrijven Harderberg Bedrijf watergebonden
Haven
Goederen soort
Overslag
Aantal
(met overslag)
/ Plaats
overslag
in tonnen
werknemers
Overslag van zand en
?
Aantal ha
Lengte kade
50
grind Betonfabriek
?
220
arkenbouwer
10
100
?
70
Openbare loswal
divers
marginaal
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
74
Toekomstige ontwikkelingen, knelpunten en uitvoeringsprojecten 1. Ontwikkeling nieuwe natte terreinen
Naam of locatie:
Nieuw terrein:
Broeklanden Zuid: in aansluiting op nieuw
Indicatoren Aantal ha
grootschalig bedrijventerrein. 2. Ontwikkeling binnenhaven Herstructurering terrein:
Naam bedrijf of naam locatie
Aantal ha
De huidige binnenhaven Nieuwe Haven valt binnen het gebied Bruchterw eg Nieuwe Haven, dat wordt geherstructureerd. Dit kan extra impuls betekenen voor bestaande binnenhaven.
Verplaatsing watergebonden bedrijven:
nvt
Woningbouw:
nvt
Jachthaven:
In Gramsbergen is een bestaande kleinschalige binnenhaven, tevens succesvol in gebruik als binnenhaven.
3. Ruimte voor bestaande en
zo ja:
Aantal
nieuwe watergebonden bedrijven
naam locatie en voor welke bedrijven en type
(ha of bedrijven)
bedrijvigheid Ruimte voor bestaande bedrijven: Ruimte voor nieuwe bedrijven: 4. Knelpunten binnenhaven
Knelpunt
Indicator/ grootte
- Bereikbaarheid via het water: - Bereikbaarheid via de weg: - Diepgang vaarweg of diepgang
De haven is te ondiep en of vervuild met slib.
binnenhaven - Kade verouderd of te kort: - Ruimte voor huidige watergebonden bedrijven - Ruimte voor nieuwe watergebonden bedrijven 5. Voorstel uitvoeringsprojecten
Omschrijving mogelijk project voor uw
(quick wins) mbt de binnenhaven
gemeente voor de korte termijn
Kostenindicatie
Uitdieping van de huidige insteekhaven: in overeenstemming brengen met de nieuwe kanaaldiepte
Kansen De betekenis van het kanaal kan in de toekomst toenemen als het vervoer over de weg steeds moeilijker / duurder wordt. Bedacht moet worden, dat het Kanaal Almelo De Haandrik de enige toegang is tot de ontwikkeling zijnde havens in de gemeente Coevorden. De doorontwikkeling van het kanaal met kanaalgebonden activiteiten is een economisch belang voor de aanliggende gemeenten. Het is gewenst de sector transport en logistiek te betrekken bij deze doorontwikkeling. Ook de gemeente Coevorden is hierin geïnteresseerd.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
75
A5. Binnenhavens Zwartewaterland Kenmerken Omvang binnenhaven
Functie binnenhaven
Indicatoren Belangrijkste natte terreinen en binnenhavens (inclusief omvang in hectare)? •
Binnenhavens:
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Genemuiden
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Zwartsluis
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Hasselt
•
Recreatie/ jachthaven:
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Genemuiden
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Zwartsluis
•
Gemeente Zwartewaterland, kern Hasselt
Functie per binnenhaven (loshaven, laadhaven, containers, …) •
Kern Genemuiden: los- en laadhaven t.b.v. veevoeder en zand en grind
•
Kern Zwartsluis: Industriehaven: werkhaven en afmeermogelijkheid t.b.v. aan de haven gevestigde bedrijven
•
Kern Zwartsluis: aan de Havendijk wachthaven
•
Kern Hasselt: los- en laadhaven en wachtkades alsmede werkhaven en afmeermogelijkheid t.b.v. aan de haven gevestigde bedrijven
Overslag binnenhaven
Overslag per binnenvaart onderscheiden naar goederensoorten? •
Economisch belang
Overslag binnenvaart totaal (ton): 140.000 ton
Wie zijn de gebruikers per binnenhaven? •
Kern Genemuiden: Industriehaven: aan de haven gevestigde bedrijven en overslag van zand en grind
•
Kern Zwartsluis: Industriehaven Kranerweerd: ter plaatse gevestigde bedrijven met aan de haven grenzende kades gebruiken de Industriehaven voor overslag van goederen en materialen, zoals de aan- en afvoer van productiemateriaal voor de aan de haven gevestigde metaalshredder, andere aan de haven gevestigde bedrijven gebruiken de haven en de kades t.b.v. het afmeren van (binnenvaart)schepen voor reparatie en werkzaamheden aan de schepen.
•
Kern Zwartsluis: locaties Zomerdijk en Het Bosch: twee scheepswerven met capaciteit voor het droogzetten van schepen tot 100 meter lengte gericht op vnl. reparatie, met mogelijkheden voor nieuwbouw van schepen.
•
Kern Zwartsluis: Havendijk: door Rijkswaterstaat beheerde wachtkade t.b.v. de
•
Kern Hasselt: Julianakade/Grindwal: wachtkade.
•
Kern Hasselt: Industrieterrein Zwartewater: ter plaatse gevestigde bedrijven met aan
binnenvaart, in de toekomst waarschijnlijk uit te breiden.
de haven grenzende kades gebruiken de insteekhavens voor overslag van goederen en materialen, zoals zand en grind t.b.v. een ter plaatse gevestigd bedrijf, andere aan de haven gevestigde bedrijven gebruiken de haven en de kades t.b.v. het afmeren van (binnenvaart)-schepen voor reparatie en werkzaamheden aan de schepen. Nabij de brug over het Zwarte Water is aan beide zijden van het vaarwater een scheepswerf en een scheepsreparatiebedrijf gevestigd. Werkgelegenheid
Hoeveel arbeidsplaatsen zijn direct en indirect gerelateerd aan de waterontsluiting? •
Toegevoegde waarde
± 2500
Heeft u een inschatting van de toegevoegde waarde (in Euro) •
€ ??
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
76
Kenmerken
Indicatoren
Logistiek belang
•
De havens in de drie kernen zijn, behalve de Industriehaven van Zwartsluis, gelegen en ontsloten door het Zwarte Water. De Industriehaven van Zwartsluis ligt aan het Meppelerdiep, op het Zwarte Water ontsloten door de Meppelerdiepsluis, een keersluis. De havens vervullen in de scheep- en in de binnenvaart een belangrijke functie door het volume van het goederenvervoer en door de mogelijkheden voor reparatie en/of nieuwbouw van vaartuigen voor de binnenvaart.
•
In de uitbreiding van de functie voor de binnenvaart kunnen de verschillende havens een rol spelen in de verdere uitbouw van de capaciteit voor de facilitaire functies en voor de logistieke functies van op- en overslag van water naar weg en omgekeerd.
•
Al of niet met de inzet van particuliere bedrijfsterreinen kunnen posities ten behoeve van het containervervoer worden gerealiseerd. Deze posities worden niet gehinderd door de eventuele stremmende werking van een (keer-)sluis.
Beheer binnenhaven
Hoe is het beheer van de binnenhaven georganiseerd? (geheel of gedeeltelijk particulier eigendom, …..) • •
Kern Genemuiden: gemeentelijk beheer Kern Zwartsluis: in de Industriehaven voor het overgrote deel zijn de kaden particulier eigendom
•
Kern Hasselt: Julianakade en Grindwal: gemeentelijk beheer
•
Kern Hasselt: Industrieterrein Zwarte Water: de insteekhavens zijn gerelateerd aan particuliere bedrijven
Infrastructuur
Via welke infrastructuur (weg en water) wordt de binnenhaven ontsloten? •
Over water: door het Zwarte water richting Zwolle naar IJssel en richting Ramspol naar het IJsselmeer
•
Over de weg: via de N 331 en de N 377 (provinciale wegen) naar de A28 en de A 50
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
77
Toekomstige ontwikkelingen, knelpunten en uitvoeringsprojecten 1. Ontwikkeling nieuwe natte terreinen
Naam of locatie:
Indicatoren Aantal ha
Nieuw terrein: 2. Ontwikkeling binnenhaven
Naam bedrijf of naam locatie
Aantal ha
Herstructurering terrein:
Kern Genemuiden, Industriehaven
± 6 ha
Kern Zwartsluis, Havendijk verlenging
± 1 ha
aanlegkade Verplaatsing watergebonden bedrijven: Woningbouw: Jachthaven: 3. Ruimte voor bestaande en
zo ja:
Aantal
nieuwe watergebonden bedrijven
naam locatie en voor welke bedrijven en
(ha of bedrijven)
type bedrijvigheid Ruimte voor bestaande bedrijven:
Kern Hasselt: Industrieterrein Zwarte Water:
± 20 ha
revitalisering Ruimte voor nieuwe bedrijven:
Kern Genemuiden, Industriehaven
± 6 ha
4. Knelpunten binnenhaven
Knelpunt
Indicator/ grootte
- bereikbaarheid via het water: - bereikbaarheid via de weg: - diepgang vaarweg of diepgang binnenhaven
Diepgang binnenhaven
- kade verouderd of te kort:
Verouderde haven en kade te kort
- ruimte voor huidige watergebonden bedrijven
Uitbreidingscapaciteit te weinig
- ruimte voor nieuwe watergebonden bedrijven
Uitbreidingscapaciteit te weinig
- beperkte geluidruimte bedrijventerrein - andere knelpunten t.a.v. leefbaarheid / milieuwetgeving - kosten onder en beheer haven - draagvlak bestuur/ beleid - draagvlak bedrijven Overig: 5. Voorstel uitvoeringsprojecten
Omschrijving mogelijk project voor uw
(quick wins) mbt de binnenhaven
gemeente voor de korte termijn
Kern Genemuiden
Uitbreiding en opwaardering van de
Kostenindicatie
€ 5 miljoen
bestaande industriehaven in de kern Genemuiden. Toevoeging van een naastgelegen perceel aan weerszijden van de haven aan de oppervlakte van de haven met de realisering van uitbreiding van kaderuimte. Hierdoor ontstaat tevens ruimte voor watergebonden bedrijven aan de haven en uitbreidingsruimte voor op- en overslag van goederen. Binnen deze uitbreiding kan worden gekozen voor benutting van de capaciteit voor containerafhandeling.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
78
Kern Hasselt
In het kader van de revitalisering van het
€ 3 miljoen
bedrijventerrein Zwarte Water kan binnen bestaande bedrijvigheid facilitair ruimte worden gerealiseerd voor de binnenvaartfuncties. Daartoe kunnen locaties worden gezocht voor uitbreiding van op- en overslag, en voor containerafhandeling
A6. Binnenhavens Steenwijkerland Navraag in Steenwijkerland leert dat er - zoals reeds eerder gemeld - slechts in zeer geringe mate gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten van de binnenhaven op het bedrijventerrein Groot Verlaat. Alleen de betoncentrale gebruikt de haven voor aanvoer zand. De gemeente heeft geen kwantitatieve informatie. In het herstructureringsplan voor dit terrein is verder geen actie dan wel beleid opgenomen om het gebruik van de binnenhaven te stimuleren. Het belang van het water moet op grond van bovenstaande echter niet worden onderschat. Op het bedrijventerrein zit wel veel watergebonden bedrijvigheid (jachtenbouw, reparatiebedrijven, verf en lakken voor boten en masten, onderhoud enz., met name gericht op de recreatievaart). Tevens zijn er een groot aantal recreatieve jachthavens in de gemeente, die naar ik aanneem buiten het onderzoek vallen, maar die vanuit toeristisch recreatief oogpunt van bijzonder belang zijn.
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
79
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
80
Bijlage B: Streefbeeld Overijsselse vaarwegennet 2020
Bron: Netwerkanalyse Vaarwegen Overijssel
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
81
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
82
Bijlage C: Kaart MIRT en bestuurlijk overleg
Netwerkanalyse Binnenhavens Oost-Nederland, deelrapport Overijssel
83