Kadernota 2016-2019
2015/87690
1
2
Voorwoord Na een langdurige crisis begint het herstel van de economie langzaam, maar gestaag door te zetten. De afgelopen jaren heeft de gemeente zo’n € 60 miljoen structureel bezuinigd én tegelijkertijd ingezet op het realiseren van de ambities uit Zaans Evenwicht, de stadsvisie van de gemeente. Het nieuwe stadshart van Zaandam, de transitie in het sociaal domein, Saendelft, de verzelfstandiging van de buurthuizen, de tweede Coentunnel, de komst van de gevangenis, het AZ-trainingscentrum en de uitbreiding van het ziekenhuis zijn voorbeelden van belangrijke ontwikkelingen. We hebben scherp aan de wind moeten zeilen. We plukken daar nu vruchten van: de basis is op orde en investeringen in mensen en stad zijn doorgegaan. Tegelijkertijd zorgt rijksbeleid voor financiële onzekerheid. Het is onduidelijk hoe de inkomsten vanuit het gemeentefonds, WWB en het sociale domein eruit zien de komende jaren én de ontwikkeling van de uitgaven binnen het sociaal domein laten zich moeilijk voorspellen. Dit vraagt om behoedzaamheid: we moeten rekening houden met zowel mee- als tegenvallers. Geld vrijmaken voor investeringen is zo een uitdaging. De staat van de stad laat zien dat verder investeren in de stad, en dan vooral in de bestaande woningvoorraad, de verbinding met Amsterdam, de economische structuur, de armoede, energie en het opleidingsniveau nodig zijn. De gemeente kiest daarom voor behoedzaam investeren. Dit doen we samen met inwoners, organisaties en partners. Door die krachten te bundelen zetten we de komende 10 jaar weer een grote stap richting Zaans Evenwicht.
3
1 Bestuurlijke hoofdlijnen Behoedzaam investeren in de toekomst Zaanstad beweegt in de goede richting. De afgelopen vijf jaar is veel bereikt. Tegelijkertijd is verder investeren in de stad nodig: de gemeente investeert in de participatie van inwoners, in de stad en in lastenverlichting. Investeren in ‘van transitie naar transformatie’ Het sociale domein verandert en dat raakt bijna alle mensen in de stad. Sinds 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor taken op het gebied van zorg en werk. Zaanstad begon al in 2011 met deze transitie en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De transitie, de overgang van Rijkstaken met de bijbehorende inrichting van systemen, organisatie van inkoop, regelen van huisvesting en communicatie richting betrokkenen, is voor een groot deel voltooid, maar de transformatie, het anders werken en organiseren, is pas net begonnen. De transformatie vraagt meer; een omslag naar een samenleving waarin iedereen naar vermogen meedoet en bijdraagt, en waar nodig op maat en efficiënt ondersteuning beschikbaar is voor mensen die daarbij een belemmering ervaren. Zaankanters laten zien dat de sociale cohesie relatief groot is. Op veel verschillende plekken zetten bewoners zich actief in. Inmiddels zijn er twintig verzelfstandigde buurthuizen in Zaanstad, meer dan 100 groenadoptieprojecten komen van de grond, inwoners houden zelf de openbare ruimte schoon en de sociale marktplaats BUUV heeft al meer dan 3000 matches tot stand gebracht. Via Sociale Wijkteams vinden mensen regelmatig oplossingen waarbij Zaankanters zich vrijwillig inzetten voor een ander. Tegelijkertijd kunnen we onze ogen niet sluiten voor ontwikkelingen die getuigen van verharding in de samenleving. De gemeente maakt zich zorgen over individuen die zich bewust keren tegen het ‘vreedzaam’ samenleven met elkaar en die eerder kiezen om zich buiten de samenleving te plaatsen. Het zij door nadrukkelijk te kiezen voor een extreme religieuze overtuiging, hetzij door het opzoeken van conflicten (denk aan jongeren op middelbare scholen) of het vermijden van (zorg)contact. De gemeente wil een solide netwerk in de stad opbouwen, om kennis over deze ontwikkelingen op te bouwen en geïnformeerd te zijn over wat er op deze vlakken leeft in de stad. Waar Zaankanters al de kracht van de stad laten zien, vergt juist het aanpassingsvermogen van instituties nog veel aandacht. Echt transformeren kost tijd en vraagt komende jaren een investering. Zaanstad verhoogt tijdelijk de uitvoeringskosten van 2% naar 4%, zodat er voldoende ruimte is om iedereen mee te nemen in de verandering. Het gaat dan om de samenwerking met verschillende hulpverleners, tijd nemen voor inwoners met hulpvraag en hun netwerk: de mantelzorgers en vrijwilligers die hen ondersteunen. Zo kan de gemeente de menselijke maat blijven hanteren en een duurzame transformatie tot stand te brengen. We zetten extra slagkracht in op het zoeken van nieuwe werkwijzen en onderzoeken welke nieuwe interventies effectief zijn. Daarnaast investeren we in het voorkomen van gezondheidsproblemen. Rijk en provincie trekken zich terug op dit terrein, terwijl preventie grotere problemen voor gezinnen kan voorkomen. De gemeente trekt extra middelen uit om initiatieven die overgewicht helpen voorkomen en sporten stimuleren te versterken en met elkaar te verbinden. Tot slot investeren we in ICT. Dat verlaagt straks de uitvoeringskosten.
4
Investeren in de stad Zaanstad heeft de afgelopen jaren veel bereikt om meer een stad in evenwicht te zijn. De stad is aantoonbaar aantrekkelijker voor bewoners en bezoekers, mede door het nieuwe stadshart van Zaandam, de diversiteit aan comfortabele woningen in bijvoorbeeld Saendelft en de verbetering van de openbare ruimte in de hele stad. De detailhandel, horeca en hotels profiteren hier van. Met Hembrug en de Hemmes heeft Zaanstad nog een aantal mooie woon/werklocaties in het verschiet. De verbinding met Amsterdam is verbeterd. De bereikbaarheid van de groei van het aantal banen, goede opleidingen en grootstedelijke voorzieningen in Amsterdam groeit. En Zaankanters blijven zich veiliger voelen dan inwoners van andere grotere steden. De beweging richting Zaans Evenwicht vraagt een vervolg. De kwaliteit van de woningvoorraad is met lage energetische waarde en funderingsproblematiek een complex maatschappelijk vraagstuk voor Zaanstad die een directe relatie heeft met het armoedevraagstuk van de stad. Investeren in de energiezuinige woningen biedt comfort, is gezonder en scheelt per jaar per huishouden al gauw een aantal tientjes. Om klaar te zijn voor de arbeidsmarkt van de toekomst moet en kán het opleidingsniveau van Zaankanters omhoog. Het hebben van werk en een afgeronde opleiding dragen aantoonbaar bij aan langer gezond leven. De toename van het aantal inwoners dat niet actief is op de arbeidsmarkt verontrust vanuit dit oogpunt. De prognoses over werkgelegenheid laten zien dat de komende decennia veel banen verdwijnen door vergaande automatisering. De noodzaak van een sterke en diverse economische structuur groeit. Het vergroten van de innovatiekracht en versterken van de maakindustrie kunnen daarbij helpen. Bovendien kan Zaanstad met haar identiteit inspelen op de groei van het aantal bezoekers aan Amsterdam. Amsterdam kan die groei zelf niet aan en zoekt actief naar manieren om bezoekers meer over de regio te spreiden. We profiteren nu al en zien dat terug in het aantal bezoekers en inkomsten op toeristenbelasting. De grootste werkgelegenheid is de komende jaren te vinden in Amsterdam en Schiphol. Daarom blijven we lobbyen voor en investeren in hoogwaardige verbindingen met de metropool. De combinatie van een goede bereikbaarheid van de grootstedelijke voorzieningen in Amsterdam en de versterking van het typische Zaanse karakter in de stad, maken Zaanstad steeds aantrekkelijker om te wonen. De Metropoolregio verwacht door de trek naar de stad de komende decennia een woningbouwopgave van 300.000 woningen die de hoofdstad niet alleen kan realiseren. Dit heeft gevolgen voor Zaanstad. Een gezonde woningmarkt heeft een tekort van 1,5% woningen. In Zaanstad is dat nu al 5%. Zaanstad moet groeien om in eigen behoefte te voorzien en de vraag komt of we daarnaast in de behoefte van de rest van de regio kunnen en willen voorzien. Er is vooral behoefte aan centrum-stedelijke woningen (dicht bij voorzieningen, winkels en hoogwaardige infrastructuur en Amsterdam) en meer landelijk of dorps wonen. Zaanstad kan in potentie in nieuw aanbod voor beide soorten woningen een rol pakken. In gesprek met de stad wil de gemeente de strategie voor de komende jaren bepalen. Groei van de bevolking in de Metropool en in Zaanstad kan investeringsruimte bieden voor het verbeteren van de bestaande woningvoorraad en vergroot het draagvlak in verder investeren in verbindingen met Amsterdam. Tegelijkertijd leidt groei tot meer druk op knelpunten in de infrastructuur. De spoorse doorsnijdingen worden een grotere last als er meer treinen gaan rijden, en het Prins Bernhard- en Thorbeckeplein komen aan de grenzen van hun capaciteit. Dat laatste raakt bijna alle inwoners en bezoekers van Zaanstad. Oplossingen vragen om enorme investeringen, waarbij rijk en provincie een grote rol hebben. 5
Maar Zaanstad zal een flinke bijdrage moeten leveren, daar moeten we ons op voorbereiden. Andere keuze is om alleen te bouwen om de groei van de eigen bevolking op te vangen. De ruimte voor investeerders en het draagvlak voor verdere verbetering van de aansluiting (per auto, ov en fiets) op Amsterdam is dan kleiner. De druk op woningmarkt neemt in dit scenario verder toe, maar de infrastructurele knelpunten in de stad worden minder groot. Vraag is welke oplossingen we in beide scenario’s kunnen vinden voor het energieverbruik van in de woningvoorraad en de problematiek van inwoners die het opknappen van hun woning met slechte fundering niet kunnen financieren. Als hier geen beweging in komt, is de verwachting dat de betreffende woningeigenaren minder (kunnen) investeren in hun huis en omgeving en dat het geringe comfort van die woningen Zaanstad steeds minder aantrekkelijk maakt om te wonen. De aanpak van deze kwesties vraagt dialoog en initiatief van gemeente, inwoners, organisaties en partners. De gemeente wil met iedereen die kan bijdragen in gesprek en de krachten bundelen. Dat proces verdient de komende periode aandacht. Om mee te kunnen investeren stopt de gemeente een groot deel van het overschot van de jaarrekening 2014 in het investeringsfonds. Als duidelijker is hoe inkomsten en uitgaven van de gemeente er de komende jaren uitzien, willen we nog meer investeringsruimte vinden. Minder woonlasten Zaanstad heeft nu relatief hoge woonlasten ten opzichte van andere grote gemeenten. Ambitie van de gemeente is om de lasten voor de inwoners te verlagen. De strategie om de energetische waarde van de woningvoorraad te verbeteren is een eerste stap. De energierekening van relatief veel inwoners wordt daarmee structureel lager. Investeren in het warmtenet kan daar mogelijk nog verder aan bijdragen. Maar de gemeentelijke woonlasten zelf moeten ook lager. Op dit moment is het nog onzeker hoe de inkomsten van het rijk zich ontwikkelen. Als bij de meicirculaire inderdaad blijken dat de inkomsten stijgen, komt het college bij de uitwerking van de begroting met voorstellen om de woonlasten verder te verlagen.
6
2 Financieel perspectief 2.1 Financieel beeld nader toegelicht 1 Autonome ontwikkelingen 2 Beleidskeuzes Rijk 3 Beleidskeuzes 4 Technische bijstellingen Begrotingsopgave bij deze kadernota
2016 -4.096 1.095 1.891 346 -764
2017 -2.041 545 2.460 483 1.447
2018 -1.624 689 3.430 253 2.748
2019 -4.132 689 3.380 325 262
Tabel 1: Financieel perspectief
De kadernota 2016 komt tot stand in het licht van een weer stijgende economische groei. De minister van financiën heeft laten weten geen nieuwe rijksbezuinigingen te verwachten. Helaas leidt de rust op de rijksbegroting nog niet tot rust op de gemeentelijke begroting. Het grootste deel van de inkomsten van gemeente Zaanstad komt van de Rijksoverheid. Een verklaring van het grillig verloop van de begrotingsopgaven is een stijging van het accres van de algemene uitkering vanaf 2019. Een andere verklaring is dat het voordeel op de WWB in de latere jaren afneemt. Twee grote budgetten worden opnieuw verdeeld over alle gemeenten. De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is deels per 1 januari 2015 herverdeeld. Dit leidde voor Zaanstad tot een voordeel van circa € 2,5 mln. Inmiddels zijn de voorlopige resultaten van een tweede herverdeling naar de VNG gestuurd. Deze laat een nadeel zien van € 2,2 mln. en zal worden meegenomen in de meicirculaire als het kabinet hierover een besluit heeft genomen. Dit laatste effect is dus nog geen onderdeel van deze kadernota. Het budget BUIG (inkomensvoorzieningen) is per 1 januari 2015 herverdeeld over de gemeenten met een ingroeitraject naar een objectief verdeelmodel. Dit levert Zaanstad een fors voordeel op (€ 4,4 mln. in 2015), maar de gemeenten die nadeel ondervinden van de herverdeling hebben fel geprotesteerd. De staatssecretaris heeft daarom toegezegd naar wijzigingen te willen kijken van het verdeelmodel per 1 januari 2016. De uitkomsten hiervan zijn nog niet bekend. Ook over de budgetten voor de nieuwe taken zijn veel discussies. Zo is er veel onenigheid over de basis van de macrobudgetten tussen het ministerie van VWS en de VNG. Dit gaat om zeer grote bedragen. Wel kennen we de uitkomsten van de objectieve verdeelmodellen van WMO begeleiding en jeugdzorg. Dit levert Zaanstad ruim € 6 mln. meer op. Alleen is er nog onduidelijkheid over de lengte van de overgangsperiode (ingroei) omdat de afspraak is gemaakt dat in de cumulatie van herverdelingen een gemeente er niet meer op achteruit mag gaan dan € 15,- per inwoner. Er wordt nog gewerkt aan een objectief verdeelmodel voor beschermd wonen nadat een eerste voorstel door de gemeenten is afgewezen. Het is nog niet bekend wanneer deze resultaten bekend worden. Kleine afwijking in rijksbudgetten leiden tot materiële gevolgen voor de Zaanse begroting. Een afwijking van 1% van het accres van de algemene uitkering leidt tot een wijziging van circa € 1,3 mln. in de Zaanse begroting, terwijl een wijziging van 1% van de BUIG leidt tot aan aanpassing van € 0,6 mln. in de Zaanse begroting. Tegen deze geschetste onzekerheid is een financieel beeld opgesteld. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt nog op diverse onzekerheden ingegaan.
7
Autonome ontwikkelingen Onderstaande tabel geeft weer welke autonome ontwikkelingen het uitgangspunt hebben gevormd voor de financiële paragraaf. De ontwikkelingen worden kort toegelicht.
Algemene Uitkering Prijs, loon- en subsidie indexatie Wet Werk en Bijstand Ontwikkeling kapitaallasten MIP2016 Meer en langer beroep op werkloosheidwet (ww) Verlagen Eigen risicodrager ziektewet vangnet Toeristenbelasting Lager treasuryresultaat Dividend BNG Basiskaart grootschalige topografie Rentelasten terreinen Saendelft en Oostzijderveld Verschuiving budget verkiezingen Indexering regiobijdragen VRZW Areaaluitbreiding OZB Autonome ontwikkelingen
2016 -2.299 1.572 -4.300 400 200 -100 -258 679 300 95 99 -259 245 -470 -4.096
2017 -2.090 1.558 -2.580 100 0 -100 -288 705 300 95 224 259 245 -470 -2.041
2018 -1.913 1.558 -1.580 50 0 -100 -288 734 0 95 125 0 245 -550 -1.624
2019 -4.053 1.561 -1.330 -600 0 -100 -288 763 0 95 125 0 245 -550 -4.132
Tabel 2:Autonome ontwikkelingen
Algemene uitkering / Ontwikkelingen in gemeentefonds Op basis van de september1- en decembercirculaire 20142 is de omvang van de algemene uitkering berekend. In de meicirculaire wordt het definitieve beeld gegeven voor de programmabegroting 2016-2019. Het college zal de gemeenteraad hierover informeren voor het zomerreces. De middelen die zijn toegevoegd voor intensivering van bestaande taken of nieuwe taken zijn gereserveerd voor de uitvoering van deze taken. In de berekening van de decembercirculaire is nog uitgegaan van een schatting van de maatstaf aantal bijstandsgerechtigden. Dit is in de kadernota aangepast aan de werkelijke aantallen. Daarnaast is er een beschikking ontvangen inzake de decentralisatie uitkering Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT).
1
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/2014/09/16/septembercirculairegemeentefonds-2014.html 2
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/2014/12/11/decembercirculairegemeentefonds-2014.html
8
Accres en overige bijstellingen Aanpassing suppletie uitkering Decentralisatie Uitkeringen Integratie-uitkering sociaal domein Totaal Bijstelling lasten n.a.v. decentralisatie Bijstelling lasten n.a.v. integratie uitkeringen Financiële consequenties, netto effect Ontwikkelingen na raadsinformatiebrief Bijstelling lasten n.a.v. decentralisatie uitkering Algemene uitkering
2016 -5.464 -130 3.584 -550 -2.560 92 550 -1.918 -1.881 1.500 -2.299
2017 -5.449 -64 4.166 -917 -2.264 -341 917 -1.688 -402 0 -2.090
2018 -5.324 0 3.324 -619 -2.619 501 619 1.499 -414 0 -1.913
2019 -7.445 0 3.324 -619 -4.740 501 619 -3.620 -433 0 -4.053
Tabel 3: Specificatie algemene uitkering
Prijs, loon- en subsidie indexatie Op basis van de beschikbare CPB ramingen, die in maart 20153 zijn afgegeven, is het budget voor loon, prijzen en subsidie geïndexeerd. Het CPB verwacht in 2016 een prijsstijging van 1% en een toename van de loonkosten met 2,3%. Op basis van de stijging van prijzen en lonen worden subsidies met 1,50% geïndexeerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de prijs- en loonbijstellingen in het lopende jaar. In de paragraaf grondslagen wordt hier een nadere toelichting op gegeven. Wet Werk en Bijstand Met ingang van 1 januari 2015 is het nieuwe verdeelmodel voor de WWB ingevoerd4, waar nog veel discussie over is. De discussie gaat zowel over termijn van invoering van het model (ingroeipad) als de parameters van het model. De uitkomsten van het verdeelmodel voor Zaanstad zijn gunstig. Wijziging van parameters of het ingroeipad leiden waarschijnlijk tot een lager voordeel voor Zaanstad. In deze kadernota is een voorzichtig scenario opgenomen ten aanzien van het mogelijke voordeel als gevolg van de herverdeling. Deze gaat uit van een historische verdeling van 50% en een objectieve verdeling van 50% op basis van het huidige verdeelmodel. Ten opzichte van 2015 ontstaat er een groot voordeel. Door een lagere raming van het stijgingspercentage van het aantal uitkeringsgerechtigden dan in 2015, is de raming van uitgaven lager. Door het nieuwe verdeelmodel zijn de inkomsten hoger. Het voordeel neemt in de meerjarenbegroting af omdat er al rekening was gehouden met een gunstiger meerjarenbeeld in de begroting 2015. Ontwikkeling kapitaallasten MIP2016 De volgende technische wijzigingen doen zicht voor in het MIP: het aanpassen van afschrijvingstermijn cultuurhuis, kunstgrasvelden en fietsenstalling stadhuis. Daarnaast de verwerking van het effect uit de versnelde afschrijving uit het investeringsfonds en verschuivingen in jaarschijven. Meer en langer beroep op werkloosheidwet (ww) Zaanstad is eigen risicodrager voor de werkloosheidwet (ww). Meer medewerkers doen een beroep op de ww en dit beroep is vaak ook langer. De kosten zijn tot en met 2016 doorgerekend. De verwachting is een tekort in 2016 van € 0,2 mln. 3
http://www.cpb.nl/publicatie/centraal-economisch-plan-2015
4
http://www.gemeenteloket.minszw.nl/dossiers/financieel/financiering/nieuwsberichten/nieuwebijstandsbudgetten-voor-gemeenten-bekend.html
9
Verlagen Eigen risicodrager ziektewet vangnet Zaanstad heeft gekozen om per 1 juli 2014 eigen risicodrager te zijn voor de ziektewet van vangnetters. Dit zijn medewerkers die ziek uit dienst gaan en kort daarna ziek worden (nog voor zij een ww uitkering hebben aangevraagd). Op basis van het huidige aantal gevallen pakt de keuze voor het eigenrisicodragerschap voordelig uit voor Zaanstad. Indien Zaanstad meer gevallen krijgt, zal hier via reguliere P&C momenten over worden gerapporteerd. Toeristenbelasting Door een stijging van het aantal overnachtingen door de opening van nieuwe hotels, stijgen de inkomsten van toeristenbelasting. Lager treasuryresultaat Bij de jaarrekening 2014 is het negatief resultaat van € 16,3 miljoen van Inverdan ten laste gebracht van de daartoe getroffen voorziening. Doordat nu minder rente wordt toegerekend aan de grondexploitatie Inverdan betekent dit lagere rentebaten voor treasury. De lagere rentebaten komen ten laste van de exploitatie terwijl de lagere rentelasten Inverdan binnen de grondexploitatie blijven. Per saldo een lager treasuryresultaat van circa € 0,7 mln. Dividend BNG De winst van de Bank Nederlandse Gemeenten neemt af, waardoor er minder dividend wordt uitbetaald. De belangrijkste reden achter de daling van de winst ten opzichte van 2013 is de aanhoudende daling van de marktrente. Behalve door een structurele daling van het renteresultaat wordt de forse daling van de nettowinst vooral veroorzaakt door ongerealiseerde negatieve marktwaardeveranderingen in het resultaat financiële transacties. Deze resultaten vinden hun oorsprong ten dele in conservatievere waarderingen naar aanleiding van de uitkomsten van de balanstest door de Europese Centrale Bank. Basiskaart grootschalige topografie Als gevolg van de inwerkingtreding van de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT) vervalt met ingang van 2016 de bijdrage van stichting GBKN. Een bijdrage voor de BGT wordt vanaf 2016 verkregen door een verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds met € 95.000. Rentelasten terreinen Saendelft en Oostzijderveld Betreft de rentekosten over nog in exploitatie te nemen gronden. Verschuiving budget verkiezingen Omdat er in 2016 geen verkiezingen zijn, maar in 2017 wel, verschuift het budget van 2016 naar 2017. Indexering regiobijdragen VRZW In de kaderbrief 2016 van de VRZW is grondslag voor de indexering op de lonen en prijzen vastgesteld. Hiermee komt de indexatie voor 2016 en verder op 1,88%. Het bedrag van de bijdrage wordt verhoogd met € 245.000. Areaaluitbreiding OZB Dit betreft de hogere opbrengsten van de OZB door uitbreiding van het areaal. Het grootste deel van deze opbrengst komt door de nieuwbouw van de penitentiaire inrichting en de vervangende nieuwbouw van het Zaans Medisch Centrum.
10
Rekeningresultaat Het rekeningresultaat is € 12,2 mln. positief. In het coalitie-akkoord is afgesproken dat een positief rekening resultaat wordt toegevoegd aan het weerstandsvermogen, wordt gebruikt voor versneld afschrijven of wordt toegevoegd aan het investeringsfonds. De algemene reserve sociaal wordt ingezet om tot een transformatie te komen in het maatschappelijk domein. Er hoeft geen nadere aanvulling gedaan te worden op de algemene reserve sociaal om de risico’s in voldoende mate af te dekken. Het weerstandsvermogen blijft op voldoende niveau. Het proces voor het plan voor de stad wordt opgestart (zie hoofdstuk 1). Dit is een open planproces met en voor de stad. Om plannen te kunnen steunen die hieruit voortkomen, wordt voorgesteld € 12,2 mln. te storten in het investeringsfonds. Dit betreft een reservering. Als de plannen verder zijn uitgewerkt, komt het college met een bestedingsvoorstel. Beleidskeuzes Rijk Beëindiging vergoedingsregeling proces verbaal Verbod op chemische onkruidbestrijding Beschermd wonen Beleidskeuzes Rijk
2016 189 356 550 1.095
2017 189 356 0 545
2018 189 500 0 689
2019 189 500 0 689
Tabel 4: Beleidskeuzes Rijk
Dit jaar wordt Zaanstad geconfronteerd met kortingen of wetswijzigingen die een effect kunnen hebben op het vastgestelde beleid. Indien Zaanstad ervoor kiest om deze taken onverkort te blijven uitvoeren, zal dit leiden tot een financieel nadeel. Beëindiging vergoedingsregeling proces verbaal Met ingang van 2015 heeft het Rijk de vergoedingsregeling proces verbaal beëindigd5. Daardoor ontvangt de gemeente de structurele vergoeding van € 189.000 niet meer. De regeling zorgde ervoor dat wanneer buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa's) van gemeenten handhavend optraden, een (niet kostendekkende) vergoeding vanuit het Rijk richting gemeente ging. Verbod op chemische onkruidbestrijding Door een verbod op het gebruik van chemische middelen op verhardingen per november 2015 en in openbaar groen per november 20176 stijgen de kosten voor het onderhoud op basis van kwaliteitsniveau C (CROW-norm) met € 356.0000 vanaf 2016 en met € 500.000 per 2018 structureel. Beschermd wonen Beschermd wonen is vanaf 2015 een onderdeel van de Wmo en valt daarmee onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Vanuit het Rijk is er voor de centrumgemeenten, waaronder Zaanstad, een budget beschikbaar gesteld voor deze taak. Voor de levering van Beschermd wonen gaat de gemeente instellingen subsidiëren. Door een aantal centrumgemeenten, waaronder Zaanstad, is aangegeven bij het Rijk dat het budget niet
5
http://www.vng.nl/onderwerpenindex/veiligheid/openbare-ordebevoegdheden/nieuws/pvvergoeding-afgeschaft 6
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27858-227.html
11
toereikend is. Het is inmiddels duidelijk dat het budget voor 2015 niet meer vanuit het Rijk zal worden bijgesteld. Om de zorg continuïteit voor bestaande cliënten te waarborgen en om te voorkomen dat bestaande en nieuwe cliënten door een tekort aan middelen het risico lopen geen zorg en ondersteuning te krijgen is er een korting op de subsidieaanvraag met de leveranciers afgesproken en staat de gemeente garant voor het resterende tekort. Alhoewel het tekort naar verwachting structureel is wordt het op dit moment voor slechts voor 1 jaar opgenomen en gedekt uit de algemene reserve sociaal. Hiervoor is gekozen omdat er op dit moment nog veel onzekerheden zijn rondom de budgetontwikkeling vanuit het Rijk van de taken binnen het sociaal domein. Beleidskeuzes college Verlagen rekenrente van 4,0% naar 3,5% Uitvoeringskosten nieuwe taken Uitvoeringskosten oude taken Taakstelling Maatschappelijk domein Transformatiebudget Onttrekking ARS Extra capaciteit voor sociale veiligheid Exploitatietekort cultuurcluster Nieuwe Omgevingswet Beheerskosten fietsenstalling Ophogen opleidingsbudget Beleid bijstellen MIP Actualisatie investeringsfonds Gezondheidszorg Terugdraaien extra stijging OZB met 2% Beleidskeuzes
2016 0 1.000 960 991 1.200 -3.700 100 0 50 0 300 250 0 100 640 1.891
2017 0 0 960 0 0 0 50 100 50 0 300 300 0 60 640 2.460
2018 0 0 960 0 0 0 0 570 50 200 300 650 0 60 640 3.430
2019 0 0 960 0 0 0 0 470 50 200 300 700 0 60 640 3.380
Tabel 5: Beleidskeuzes college
Verlagen rekenrente van 4,0% naar 3,5% De rente van de leningenportefeuille daalt al meerdere jaren. Eens per drie jaar wordt beoordeeld of de rekenrente aangepast dienst te worden. Om dichter bij de gemiddelde rente van de lening portefeuille te komen, wordt voorgesteld de rekenrente te verlagen naar 3,5%. In aanloop naar de begroting wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een deel van het rentevoordeel (900) in te zetten voor lastenverlichting. Er zal worden onderzocht in hoeverre tarieven (riolen, afvalstoffen en begraafplaatsen) verlaagd kunnen worden. Tegelijkertijd wordt er onderzocht welke effecten optreden als de lasten van gebruiker naar eigenaar verschuiven en welke mogelijkheden er zijn om lastenverlichting te dekken uit de algemene middelen. Een en ander is afhankelijk van het financiële beeld bij de begroting. Een deel (300) van de lagere rente leidt tot financiële ruimte in de grondexploitaties. Het “weglek-effect” naar leges en grondcomplexen kan worden opgevangen binnen treasury door de huidige lage rentestanden. Uitvoeringskosten sociaal domein Bij het contracteren van de ondersteuning is per 2015 een forse bezuiniging doorgevoerd, gezien de taakstelling die door het Rijk is opgelegd. De bezuiniging is voor een deel gevonden in de ‘prijs’, oftewel de tarieven van de ondersteuning. Voor de AWBZ is er circa 12
17% op zorg in natura bezuinigd, voor jeugdzorg 4% - 6%. De totale ombuiging bedraagt voor de oude AWBZ taken circa 22% en voor de Jeugdzorg circa 17%. Daarnaast is de inzet dat door de nieuwe manier van werken ook een besparing wordt gerealiseerd op het ‘volume’, dat wil zeggen de aard en omvang van de ondersteuning die nodig is. Het is nog te vroeg om te kunnen concluderen of dat ook daadwerkelijk lukt. Wel is duidelijk dat in 2015 en 2016 nog veel werk moet worden verzet om de doelen te bereiken: nog meer naar de voorkant, nog integraler, nog simpeler en effectiever, slimmer gebruik van ICT etc. Het kost onvermijdelijk capaciteit om dat voor elkaar te krijgen. Voor de nieuwe taken is gerekend met uitvoeringscapaciteit van ongeveer 2%. Tijdens de uitvoering is nu al merkbaar dat het uitvoeringsbudget dat begroot is, te krap is om de taken uit te voeren. In vergelijking met andere gemeenten is dit een laag percentage. Daarom wordt er voorgesteld om de uitvoeringskosten tijdelijk te verhogen naar 4%. Als er meer duidelijkheid is over de noodzakelijke structurele capaciteit en het rijksbudget, volgt een definitieve inschatting. De eerste uitkomsten van de objectieve verdeelmodellen Wmo en Jeugd pakken voor Zaanstad gunstig uit. Op basis van objectieve maatstaven krijgt Zaanstad meer budget om deze taken uit te voeren. Het ligt daarom niet voor de hand om nu de druk op te laten lopen waardoor mogelijk wachtlijsten gaan ontstaan. Uitvoeringskosten oude taken Het aantal aanvragen en verstrekkingen op bijstand, bijzondere bijstand, minimaregelingen groeit door en vraagt om personele capaciteit. Vanaf 2011 steeg het aantal beschikkingen van circa 26.000 beschikkingen per jaar naar 32.000 beschikkingen in 2014. Dit is een productiviteitsstijging van 23%. Hier is geen extra formatie ter beschikking gesteld omdat de verwachting was dat het aantal zou afnemen. Nu het aantal aanvragen nog blijft stijgen, is een capaciteitsuitbreiding noodzakelijk. Door de groei van het aantal bijstandsgerechtigden heeft Zaanstad ook positieve herverdeeleffecten in de algemene uitkering waar de uitvoeringskosten worden vergoed . De hogere groei van de uitkeringen in Zaanstad heeft te maken met de economische structuur in de stad. Zaanstad heeft relatief weinig groeisectoren zoals ICT en zakelijke dienstverlening. Sectoren die in Zaanstad wel sterk vertegenwoordigd zijn, kennen óf weinig groei als gevolg van continue verbetering van het productieproces (zoals food) óf hebben een moeilijke tijd achter de rug (bouwsector). Taakstelling Maatschappelijk domein Er ligt een taakstelling op de capaciteit binnen het maatschappelijk domein. Doel is om zo min mogelijk apparaatskosten te hebben, om zoveel mogelijk middelen beschikbaar te hebben voor noodzakelijk zorg aan de inwoners. Het realiseren van de taakstelling binnen maatschappelijk domein was aan enkele voorwaarden gebonden zoals procesverbetering, prioritering en digitalisering. Door de omvang en impact van de invoering van nieuwe taken heeft deze verbeterslag nog niet kunnen plaatsvinden. Dit betekent dat de taakstelling nog niet volledig gerealiseerd kan worden. Transformatiebudget Het CPB heeft onderzoek gedaan naar de transitiekosten van stelselwijzigingen. De inschatting van het CPB is dat normaliter bij grote transities als de drie decentralisaties, gedurende 8 jaar zeker 1,5% van het totaal budget nodig is voor transitiekosten. Vanuit het Rijk is een heel beperkt invoeringsbudget meegegeven. Zaanstad heeft uit eigen middelen (vooral reserves) afgelopen jaren flink geïnvesteerd om de transitie goed voor te bereiden. Relatief succesvol. Maar de transitie is nog niet afgerond. 13
De taakstelling vanuit het rijk loopt na 2015 verder op: bij ongewijzigd beleid moeten de uitgaven in 2016 en latere jaren nog verder dalen. Naast de innovatie langs de reeds ingezette lijnen moet ook de transformatie op andere terreinen ingezet worden. Dit geldt voor zowel de armoede-opgave, wonen en zorg, als de intensieve samenwerking tussen de domeinen kinderopvang/onderwijs en jeugdhulp. Nu zijn dat nog aparte ‘systemen’ waarbinnen vaak aan hetzelfde kind extra zorg wordt besteed. Dat op elkaar aansluiten levert op termijn betere kwaliteit en waarschijnlijk efficiency op, maar vereist in eerste instantie een impuls. Het college stelt hiervoor in samenspraak met de raad een Transformatie-agenda op in het voorjaar van 2015. Deze agenda geeft richting aan de wijze waarop de gemeente samen met maatschappelijke partners en marktpartijen gestalte geeft aan de vernieuwing in de komende jaren. Er zijn de komende jaren nog middelen nodig voor, het leerproces van de JT en Sociale Wijkteams (o.a. advies Rekenkamerrapport, ICT (beperken transactiekosten, eigenaarschap en regie cliënt) en ontwikkeling effectievere interventie aan de voorkant (preventie en vroeg signalering). Onttrekking Algemene Reserve Sociaal In de afgelopen jaren is de algemene reserve sociaal gevormd uit bestemmingsreserves Wmo en een dotatie vanuit het rekeningresultaat 2013 om risico’s in het maatschappelijk domein op te vangen. Na de invoering van de nieuwe taken wordt de gemeente nog steeds geconfronteerd met diverse onzekerheden, zoals onduidelijkheid over aantallen als ook over het Rijksbudget (verdeelmodellen). Daarom is het nodig om ook in de komende jaren te blijven investeren in de transformatie. Ter dekking van het voorstel beschermd wonen, taakstelling maatschappelijk domein, transformatiebudget en verhogen uitvoeringskosten sociaal domein wordt er een onttrekking gedaan aan de algemene reserve sociaal. De verwachting is dat er vanaf 2017 meer duidelijkheid is over Rijksbudget en de ontwikkeling van de zorgvraag. Extra capaciteit voor sociale veiligheid Het thema multicultureel samenleven staat in de belangstelling door internationale ontwikkelingen. Deze geven het belang weer van een solide netwerk waardoor we goed geïnformeerd worden over wat er leeft in de stad. Het thema is in het collegeprogramma niet expliciet benoemd. Het ontwikkelen van kennis en opbouwen van een netwerk hierin is essentieel en kan niet worden gerealiseerd binnen de bestaande formatie. Exploitatietekort cultuurcluster Het verwachte exploitatietekort van het Cultuurcluster bestaat uit de volgende onderdelen:
€ 100.000 structureel door het niet kunnen invullen van een taakstelling cultuurcluster vanaf 2017; € 215.000 structurele beheer- en onderhoudskosten vanaf 2018; € 42.000 structurele subsidiekosten Zaanradio en Babel vanaf 2018; € 113.000 structurele subsidiekosten voor poppodium Flux vanaf 2018; € 100.000 incidentele tegemoetkoming om onvoorziene kosten op te kunnen vangen bij de start van de nieuwe beheerconstructie in 2018.
Vanaf 2018 bedraagt het tekort structureel € 470.000 ten behoeve van beheer, onderhoud, huisvesting en programmering. Hierin is structureel € 100.000 verwerkt als gevolg van het vanaf 2017 niet kunnen realiseren van de bezuiniging Eén Cultuurcluster. Het verstrekken van een eenmalige extra bijdrage in 2018 aan de nog op te richten beheerconstructie, ten behoeve van het benodigde werkkapitaal, bedraagt € 100.000.
14
Nieuwe Omgevingswet De huidige Wro en delen van 46 andere wetten worden vervangen door een integrale Omgevingswet. Op dit moment ligt de concept wettekst in de Tweede Kamer voor debat en wordt aan de uitvoeringsregelgeving gewerkt. Gemeenten worden wettelijk verplicht om de nieuwe wetgeving tot uitvoering te brengen. Volgens planning treedt de wet in 2018 in werking. De gemeentelijke voorbereidingen en aanpassingen moeten dan gereed zijn. Ter voorbereiding en implementatie wordt voorgesteld om jaarlijks € 50.000 beschikbaar te stellen van 2015 t/m 2019 (2015 wordt betaald vanuit het Hervormingsbudget) voor het aanpassen van de technische infrastructuur en het opleiden van medewerkers (kennis en expertise). Organisatorische maatregelen voor de integrale aanpak van de nieuwe omgevingswet zijn hierin niet opgenomen, omdat deze nog niet te voorspellen zijn. Onduidelijk is nog wat het effect is voor de gemeenten van een verwachte bezuiniging van circa € 600 miljoen Beheerskosten fietsenstalling Van de vier fietsenstallingen in het centrum van Zaandam, dienen er nog drie gebouwd te worden. Voor twee hiervan zijn er nog geen beheerskosten in de begroting opgenomen. Deze bedragen € 200.000 vanaf 2018. Ophogen opleidingsbudget In aansluiting op de ingezette organisatieontwikkeling is investeren in ontwikkeling van medewerkers essentieel om als toekomstbestendige (en dus wendbare) organisatie te opereren. De inzetbaarheid van medewerkers wordt vergroot door te investeren in nieuwe rollen en competenties en door mobiliteit te faciliteren. Het huidige opleidingsbudget is onvoldoende om hier invulling aan te geven. Zo kunnen jonge medewerkers worden vastgehouden, ervaren medewerkers beter doorstromen en kan er nog beter opgavegericht worden gewerkt. Onze organisatie ontwikkelt zich meer en meer naar een continue lerende organisatie. In een lerende organisatie voeren medewerkers zelf de regie over hun eigen ontwikkeling en faciliteert de organisatie hen daar optimaal in. MIP Onderwijshuisvesting Goede schoolgebouwen kunnen een belangrijke rol spelen op meerdere niveaus. De functionele kwaliteit van het gebouw bepaalt in hoeverre het gebouw geschikt is voor modern onderwijs. Een aantrekkelijk gebouw kan een vliegwiel voor wijkontwikkeling zijn (Inverdan) en goede scholen zijn een van de voorwaarde voor mensen om zich ergens te vestigen. Frisse en duurzame scholen die goed bereikbaar zijn en bij voorkeur met kinderopvang onder één dak is de ambitie van het college. Nadat eerst fors is geïnvesteerd in het voortgezet onderwijs is gestart met een inhaalslag voor het primair onderwijs. De ambities, prioritering en het financieel kader is door de raad in het IHP vastgelegd. Sinds de besluitvorming van het IHP in 2011 is de gemeente geconfronteerd met rijks bezuinigingen die zich hebben vertaald in een bezuiniging van €37 mln op de onderwijs investeringen. Hierdoor is de 2e fase van het IHP komen te vervallen en moesten er daarnaast prioriteiten worden gesteld in het huidige IHP. Naar nu blijkt is deze bezuiniging te fors en kan deze niet worden ingevuld zonder in te boeten aan onderwijskwaliteit. De verschuiving van taken die voorheen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vielen en nu onder die van de schoolbesturen zorgt voor discussie over levensverlengend onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Deze discussie moet geslecht worden om na het huidige IHP, samen met schoolbesturen afspraken te maken opdat een volgende kwaliteit slag wordt behaald. Gezondheidszorg Een van de uitgangspunten bij de transformatie in het maatschappelijk domein is preventie: gerichte interventies om te voorkomen dat mensen een beroep op (zwaardere) ondersteuning nodig hebben. Een belangrijke vorm van preventie is het verbeteren van de gezondheid. Uit diverse monitorgegevens blijkt dat we hier in Zaanstad sterker op in moeten zetten. 15
Op grond van cijfers verzameld door de GGD Zaanstreek-Waterland, het CBS en het SCP, lijkt het er op dat het met de gezondheid van de bewoners van Zaanstad op een aantal aspecten minder positief gesteld is dan in de rest van de regio en in vergelijking met de rest van Nederland. Dit geldt zowel voor volwassenen als voor jongeren. Voornamelijk op overgewicht, bewegen en roken scoren inwoners van de Gemeente Zaanstad minder goed. Jongeren vallen in negatieve zin op. Overgewicht in combinatie met beweeggedrag is bij hen een probleem vergeleken met landelijk niveau. Andere probleemgebieden zijn roken en drugsgebruik. Er zijn redenen om meer aandacht aan gezondheid te besteden want de lichamelijke gevolgen van een ongezonde leefstijl belemmeren gedurende meer jaren van het leven het volwaardig participeren, men leeft meer jaren met beperkingen en dat is van invloed op de behoefte aan ondersteuning op het gebied van mobiliteit en het voeren van een huishouding. Daarnaast wordt de kwaliteit van leven van inwoners verminderd door verminderde gezondheid, wat op zichzelf weer leidt tot andere (gezondheids-)problematiek. De extra middelen zetten we met name in op het vergroten van de effectiviteit van de gezondheidspreventie, waarbij niet alleen de GGD maar ook het onderwijs, de Sociaal Wijkteams en Jeugdteams een belangrijke rol vervullen. Ook wordt een deel ingezet als beleidscapaciteit binnen de eigen organisatie, om op strategisch niveau kwalitatief goede beleidskeuzes te maken en daarin ook de interventies en uitvoerende partijen scherper te kunnen richten. Terugdraaien extra stijging OZB met 2% Bij de begroting 2013 – 2016 is besloten tot een extra stijging van de OZB met 2% vanaf 2016. Met deze maatregel wordt deze extra stijging teruggedraaid. Voor 2016 resteert daarmee alleen een stijging met inflatie (1%). Technische bijstellingen Stelpost kapitaallasten Correctie jaarschijf 2019 Technische bijstellingen
2016 346 0 346
2017 483 0 483
2018 253 0 253
2019 24 301 325
Tabel 6: Technische bijstellingen
Stelpost kapitaallasten De stelpost kapitaallasten vindt zijn oorsprong in het niet juist verwerken van de kapitaallasten. De correctie van het jaar 2019 s het saldo dat ontstaat door het toevoegen van een nieuwe jaarschijf in de meerjarenbegroting.
16
Investeringen Het verloop van het investeringsfonds is als volgt:
30.000
(x € 1.000)
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 ultimo 2014
ultimo 2015
ultimo 2016
ultimo 2017
ultimo 2018
Saldo Investeringsfonds 15.1
ultimo 2019
ultimo 2020
ultimo 2021
ultimo 2022
ultimo 2023
ultimo 2024
Saldo Investeringsfonds 14.2
Daarbij wordt rekening gehouden met een risicobuffer van 10% in het investeringsfonds. Voor de kadernota 2016 zijn de volgende nieuwe projecten opgenomen: Dynamica XL, areaal uitbreiding REC-4 en MG-leerlingen 2016: € 3,8 mln. Aanleg wachtplaatsvoorzieningen Oude Haven en Wim Thomassenhaven 2015: € 0,2 mln. Reconstructie kruising S153 – Zuiderweg 2015: € 0,25 mln. Sluiswachtershuisje Groote sluis 2015: € 0,1 mln. Aanlegvoorzieningen riviercruisevaart Bodecentrumkade 2016: € 0,35 mln. Dynamica XL De gemeente is verantwoordelijk voor goede jeugdzorg en passend onderwijs voor ieder kind, dichtbij huis.Voor de scholen voor speciaal basisonderwijs (De Boei en Het Dok) is vervangende nieuwbouw gepland in Zaanstad Noord. Aanvullend komt er voor leerlingen met een indicatie Cluster- 4 en meervoudig gehandicapte leerlingen een SO-voorziening, met het doel deze leerlingen binnen de eigen regio onderwijs te kunnen bieden. Deze uitbreiding van leerlingen is een areaaluitbreiding en geen vervangingsopgave. De verwachting is dat in 2017 gestart kan worden met de realisatie van dit project. Binnen het project Brede school is een voordeel van bijna €2,0mln omdat uit de praktijk blijkt dat huurovereenkomsten kostendekkend kunnen worden afgesloten. Er wordt voorgesteld om het voordeel aan te wenden ter dekking van de areaaluitbreiding van Dynamica XL. Per saldo is er daarom een aanvraag voor van €1,8mln. Aanleg wachtplaatsvoorzieningen Oude Haven en Wim Thomassenhaven De aanleg van de wachtplaatsvoorzieningen past in de gemeentelijke visie om het aantal wachtplaatsvoorzieningen voor de beroepsbinnenvaart in de Oude Haven en de Wim Thomassenhaven te vergroten. Naast een tekort aan wachtplaatsvoorzieningen speelt ook mee, dat in de toekomst meer ruimte zal worden gegeven aan het afmeren van riviercruiseschepen aan de Pr. Hendrikkade te Zaandam. Ook zullen, in het kader van de
17
vervanging van de Wilhelminasluis, ligplaatsen langs de Pr. Hendrikkade verdwijnen in verband met het aanleggen van remmingwerk aan de zuidkant van de nieuwe sluis conform de Richtlijn vaarwegen 2011. Door beide ontwikkelingen zullen de aanlegmogelijkheden voor de beroepsbinnenvaartschepen langs de Pr. Hendrikkade worden beperkt. Als alternatief kan de beroepsbinnenvaart straks gebruik maken van de extra wachtplaatsvoorzieningen in genoemde haven. Reconstructie kruising S153 – Zuiderweg De S153 (Leeghwaterweg) is een gebiedsontsluitingsweg A buiten de bebouwde kom. De Zuiderweg is een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom. Beide wegen (inclusief kruispunt) liggen in Wormerland en deels in Zaanstad. Beide wegen vervullen echter een belangrijke ontsluitende functie voor Zaanstad (Zaandam-Noord, Zaandijk). Op de Zuiderweg rijdt een vergelijkbaar aantal motorvoertuigen per etmaal als op de S153. Deze motorvoertuigen zijn vooral afkomstig uit Zaandam-Noord (Kalf, Kogerveld). De Zuiderweg fungeert als ontsluitingsweg voor het wegverkeer, afkomstig uit dit deel van Zaanstad richting de Leeghwaterweg. De totale kosten worden geraamd op € 5,35 mln. Ambtelijk is gesproken over de volgende kostenverdeling: Partij Bijdrage Provincie Noord-Holland 900 Hoogheemraadschap 700 Stadsregio Amsterdam 3.500 Zaanstad 250 (maximum) Totaal € 5.350 Tabel 7: Kostenverdeling reconstructie kruising S153-Zuiderweg
Bouw Sluiswachtershuis Groote Sluis Met de heropening van de Groote Sluis voor de recreatievaart en de aanlegde passantenplaats aan weerszijde van de sluis kunnen watersporters het stadscentrum van Zaandam makkelijker bezoeken. Gedurende het vaarseizoen wordt de sluis door vrijwilligers bediend. Een belangrijke wens van deze vrijwilligers is de beschikking willen hebben over een sluiswachtershuis of bedieningsgebouw. Het is wenselijk, dat dit gebouw direct naast de sluis wordt geplaatst. Aanlegvoorzieningen riviercruisevaart Bodecentrumkade Uit het rapport ‘Onderzoek economische impact riviercruise- en motorchartervaart in NoordHolland (2012)’ ligt het aanlopen van riviercruiseschepen en motorchartervaart in NoordHollandse havensteden de afgelopen jaren op een gemiddeld aantal van 4.220. Zaanstad deelt daarbij in de groei van het aantal aanlopen in Amsterdam. Dit effect wordt versterkt doordat de Amsterdam Cruise Port riviercruise- en motorchartervaartschepen met de bestemming Amsterdam ook doorverwijst naar Zaanstad, ingeval in Amsterdam geen plaats voor deze schepen heeft. Daarnaast heeft de Raad recent een motie aangenomen, waarin onderzoek wordt gevraagd naar meer mogelijkheden voor aanmeervoorzieningen voor de riviercruisevaart in Zaanstad.
18
Waar is niet voor gekozen? Het college heeft niet gekozen voor het volgende:
Het verlagen van de handhavingscapaciteit door het vervallen van de rijksbijdrage voor processen verbaal Het verlagen van het kwaliteitsniveau van het onderhoud openbare ruimte door de hogere kosten voor niet chemisch bestrijden van verharding en beplanting. Verlagen of afschaffen van kwijtschelding om de lokale lasten te verlagen. Grote druk op organisatie door de capaciteit bij werk & inkomen niet uit te breiden. Precariobelasting afschaffen om lastenverlichting voor ondernemers te realiseren Motie toeristenbelasting niet uitvoeren en daarmee de extra verhoging van €0,25 niet in te voeren.
2.2 Onzekerheden die het financieel beeld kunnen beïnvloeden Wlz indiceerbaren Besluitvorming in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft tot gevolg dat sommige cliënten niet onder de Wmo 2015 Jeugdwet, maar onder de Wlz zullen vallen. In verband hiermee zal de integratie uitkering Sociaal domein vanaf het jaar 2015 worden verlaagd. Het gaat om een bedrag van maximaal € 134 mln. (€ 25 mln. Wmo 2015 en € 109 mln. Jeugd). In de decembercirculaire is opgenomen dat de omvang van de correctie per gemeente in januari kan worden bepaald. Op het moment van opstellen van deze brief zijn deze bedragen per gemeente echter nog niet bekend. Het aandeel van Zaanstad in het totale macrobudget Algemene uitkering bedraagt circa 0,88%. Als we deze grove rekenregel toepassen kan dit neer komen op een korting van € 1,2 mln. voor Zaanstad. Sportbesluit Door interpretatie van Europese jurisprudentie wil de staatssecretaris van financiën een BTWvrijstelling voor het gebruik van sportaccommodaties instellen. Het gevold hiervan zou zijn dat de BTW op investeringen in sportaccommodaties niet meer aftrekbaar of compensabel zijn. Daarmee zouden de geplande investeringen fors hoger uitvallen. Ontwikkelingen rijksbudgetten Veel rijksbudgetten worden op dit moment opnieuw verdeeld. Het gaat om de volgende budgetten: 1. De tweede fase herijking algemene uitkering, waarbij de clusters openbare orde & veiligheid, werk & inkomen en Volkshuisvesting & ruimtelijke ordening opnieuw worden verdeeld. Medio maart is de constatatie gestart. Het resultaat moet worden opgenomen in de meicirculaire en gaat in per 1 januari 2016. 2. Per 1 januari 2015 is er een nieuw objectief verdeelmodel vastgesteld voor de budgetten BUIG. Dat heeft geleid tot forse herverdeeleffecten tussen gemeenten, zelf bij een verdeling die in 2015 nog 50% historisch is. Zaanstad kwam heel positief uit deze verdeling. Daarom heeft de staatssecretaris toegezegd dat nog wordt gekeken naar verbeteringen van het verdeelmodel voor 2016. De uitkomsten hiervan worden in de loop van 2015 bekend. 3. Er is een objectief verdeelmodel jeugdzorg ontwikkeld. Ook deze pakt voordeling uit voor Zaanstad. Vooralsnog wordt een verdeling gehanteerd van 50% historisch en 50% objectief. Gelijktijdig wordt nog gewerkt aan een verdere betrouwbaarheid van het verdeelmodel. 4. Ook is een objectief verdeelmodel ontwikkeld voor de voormalige begeleidingstaken AWBZ die overgaan naar de WMO. Ook deze pakt goed uit
19
5.
6.
voor Zaanstad. Er is relatief weinig discussie over dit verdeelmodel. Wel is een ingroeimodel afgesproken. Wel was er veel discussie over het verdeelmodel WMO beschermd wonen. Daar bleek geen duidelijke beleidsuitgangspunten onder te liggen. Dit verdeelmodel wordt opnieuw ontwikkeld en moet er 1 januari 2016 ingaan. Door het Rijk is aangegeven dat het huidige budget voor het sociaal domein berekend is met verkeerde informatie over aantallen. Dit heeft mogelijk een effect op het budget dat Zaanstad vanuit het Rijk ontvangt. Zeker weten we nu al dat er onvoldoende compensatie lijkt te komen voor Zaanstad voor de overgenomen taak van het beschermd wonen (€ 0,5 mln), ook is Zaanstad door VWS geïnformeerd dat er te weinig geld voor JGGZ (€ 0,5 mln) is overgeheveld. Hierbij is onduidelijk of en hoe dit door het Rijk wordt gecompenseerd. Knelpunt is dat Rijk de solidariteit tussen gemeenten als uitgangspunt neem. Degene die teveel hebben gehad worden gekort, degene die te weinig hebben gehad opgeplust. Hier is geen draagvlak voor bij de meerderheid van gemeenten.
Het toewerken naar objectieve verdeelmodellen leidt tot forse financiële verschuivingen tussen gemeenten. Om gemeenten die hier veel nadeel van ondervinden, gelegenheid te geven om te anticiperen wordt er nog een macro-ingroeivariant ontwikkeld binnen de VNG. De basisafspraak is dat het herverdeelnadeel voor een gemeente niet groter mag zijn dan € 15,- per inwoner per jaar. Consequentie is dat de voordeelgemeenten, waaronder Zaanstad, er langer over doen om het toegekende budget daadwerkelijk te ontvangen. Invoering vennootschapsbelasting overheidsbedrijven Eind december heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel vennootschapsbelasting op overheidsbedrijven. Op dit moment vindt de behandeling nog plaats in de Eerste Kamer. Wel dient de wet al per 1 januari 2016 in werking te treden. De wet kent veel open normen en daardoor is er nog veel onduidelijkheid. Er zijn daarom landelijke werkgroepen ingesteld met het ministerie van financiën, ministerie van binnenlandse zaken, de Belastingdienst en de koepelorganisaties van de lokale overheden om richtlijnen te ontwikkelen. Tot nu toe zijn er nog geen inhoudelijke richtlijnen afgegeven. Daardoor staat enerzijds de implementatie van de wetgeving onder druk en is anderzijds geen inschatting te maken voor de begroting 2016 – 2019. Opschalingskorting In het coalitieakkoord van het kabinet Rutte-Asscher is een korting opgenomen van de algemene uitkering die oploopt tot € 975 mln. in 2025. De redenering hierbij is dat een verplichte opschaling van gemeenten leidt tot lagere apparaatslasten. De verplichte opschaling is door het kabinet direct weer losgelaten. Tot en met het jaar 2019 is een korting in de algemene uitkering verwerkt van € 300 mln. Dat betekent dat in de jaren 2020 t/m 2025 nog een bezuiniging van € 675 mln. gerealiseerd dient te worden. Voor de Zaanse begroting betekent dit dat de algemene uitkering t/m 2025 ieder jaar met € 1 mln. wordt gekort.
20
3 Grondslagen en kaders In dit hoofdstuk zijn de grondslagen en kaders uiteengezet waarlangs de begroting 20162019 wordt uitgewerkt. Hierbij gaat het onder andere om de te hanteren indexpercentages, prognoses over woningbouwontwikkeling en belastingen en tarieven. Omschrijving Lonen (incl. sociale lasten) Prijzen
Grondslag 2,30% ten opzichte van de vorige begroting 1,00% ten opzichte van de vorige begroting
Subsidies Onroerende zaakbelastingen Overige belastingen Leges en Tarieven
1,91% 1,00% 1,00% Kostendekkend
Rekenrente Algemene uitkering Financiële regels
3,50% Decembercirculaire Coalitieakkoord 2014-2018 en budgetregels
Omschrijving Woningen* Inwoners*
2016 68.690 152.692
2017 68.877 153.294
2018 69.132 153.735
2019 69.344 -
*Meer recente gegevens zijn nog niet beschikbaar. Dit wordt bij de begroting 2016–2019 aangevuld.
Tabel 8:Grondslagen en kaders
Lonen, prijzen en subsidies Uitgangspunt bij de lonen is de cao. Als deze nog niet bekend is, wordt de ‘loonvoet sector overheid’ uit het Centraal Economische Plan 2015 als uitgangspunt gehanteerd. Voor 2013 – 2016 zijn cao-afspraken gemaakt tussen de VNG en het Rijk. Uitgangspunt bij de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2015. De verhoging van de subsidies is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Bij de begroting wordt een hercalculatie gemaakt op basis van de feitelijke ontwikkeling 2015 en prospectie 2016. Ontwikkeling inwoners en woningen De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering en dus ook voor het aandeel van de gemeente Zaanstad. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de voorlopige berekening van de algemene uitkering, opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges. Onroerendezaakbelastingen en overige belastingen Ten aanzien van de onroerendezaakbelasting (ozb) en overige belastingen zijn geen nieuwe afspraken gemaakt. De opbrengsten worden verhoogd met de prijsindex (1,00%). Leges en tarieven Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt.
21
Rekenrente De rekenrente is 4,0%. Eens per drie jaar wordt beoordeeld of deze aanpast moet worden. Voorstel is om de rekenrente te verlagen naar 3,5%.
22
23