80 Hector Temmerman Generatie 1 (proband) 1 Hector Temmerman, geboren op 23-11-1924 in Boom. Hector is overleden op 25-10-1985 in Edegem, 60 jaar oud. Hij is begraven in Boom ( Erepark ). Notitie bij Hector: Aangehouden op 27 oktober 1941 Bevrijd te Brandenburg op 27 april 1945 Gerepatrieerd 4 juni 1945. Notitie bij publiceren van Hector: Brandenburg / Havel N282/45 W.B. Eigen naoorlogse verklaring n°1353/4/44 Krantenartikel ’Twee vrienden zijn heengegaan’ Interview Hector Temmerman.
Adres: Brandstraat 69 / Fr. De Schutterlaan 9/3, Boom Beroep: Leerling / Gemeentebediende / Boomse Metaalwerker Gieterijarbeider / Brandweer. Onbekend: M6-P3-M5-R1-M5-R5-F3
Hector trouwde met Herremans Alida.
Generatie 2 (ouders) 2 Victoor Jozef Temmerman, geboren in Aalst. Victoor is overleden. Hij trouwde met 3 Maria Antonette Vinckx, geboren in Boom. Maria is overleden. Kind uit dit huwelijk: I. Hector Temmerman, geboren op 23-11-1924 in Boom (zie 1). Gegenereerd met Aldfaer versie 4.2 op 28-08-2015 17:57
82 Louis Uytfries , 35 Jules De Wachter , 80 Hector Temmerman , sprekers
en 41 Alfons Dinant Huldiging
Dit uitgetypt : De teruggekeerde politieke gevangenen vertellen !... Het was midden een overgroote belangstelling dat de heer Roggen Roger, voorzitter J.W.F. de vergadering opende. Het was zegde hij voor hem de moeilijkste, maar tevens de aangenaamste taak onze jongens te verwelkomen. Woorden zijn niet bij machte de vreugde te vertolken bij den terugkeer van deze trouwe jeugdverbonders. Bloemen en eerbewijzen alleen zijn niet genoeg, wij moeten hen meer dan dat geven. Wij moeten hun de bewijzen kunnen leveren dat wij hun strijd, dien ze met jeugdig idealisme aanvingen, voortgestreden hebben. En dat kunnen wij altijd niet. Vervolgens uitte hij nog den wensch, een wensch die tevens er een was van onze politieke gevangenen, niet teveel in te gaan op de gruweldaden, op de onmenschelijke martelingen onderstaan zoowel hier als in de Duitchse strafkampen. Onmiddellijk werd dan het woord verleend aan eersten spreker, heer LOUIS UYTFRIES Deze ving aan met een klein memoriam voor hen die bleven. Zij zijn vertrokken met in hun hart den weerstand, weerstand tegen alles en allen wat tegen hun land, wat tegen de vrijheid druischt. Spontaan hebben zij de roep van het hart gevolgd en den strijd ingezet, een strijd zoowel voor hun vrijheid als voor de onze. Het lot is dikwijls wreed. Velen onder hen werden er door aangeduid om te sterven, doch moesten ze terug kunnen komen, dan zouden ze trots alles opnieuw beginnen. Immer hebben ze de moreel, immer hun jong idealisme hoog gehouden zelfs de dood kon dien woesten wil niet breken. Alles was tegen hen, honger een wreed wapen, immer heeft hun dat diepere voelen recht gehouden. Uitgehongerd, uitgemergeld waren ze en trots alles hebben zij immer ’t zij door sabotage, ’t zij door hun hardnekkigheid de Duitschers het hoofd geboden. Zou het dan niet een schande zijn dat ik mijn kameraden nu vergat ? Zou het niet een schande zijn indien ik zei : voor mij is alles gedaan, ik ben thuis en ga mijn leven gemakkelijk verder slijten zoals vroeger ? Dat nooit ! Hun tegenstanders waren de onze, ze zijn het nog en zullen het ook altijd blijven ! Wanneer men sommige menschen inde concentratiekampen ontgoocheld hebben, dan zijn het wel de intelectueelen. Zij die in het normale leven een hoogstaande plaats bekleedden op gelijk welk gebied, dachten ook meer te zijn daar in de kampen dan de andere jongens, en de middelen die zij daartoe gebruikten, waren niet immer hoogstaand. Het geestelijk leven bij de makkers was dood, maar ik zou U kunnen vertellen, honderden staaltjes van ontroerende kameraadschap. Verschillende onder hen zijn samen den dood ingegaan. Zij offerden zichzelf, deelden van het eigen karige rantsoentje brood nog mede aan meer verzwakte kameraden. Zij hadden nochtans zelf alles nodig, zij wisten het dat hun uitgemergelde lichamen dat beetje voedsel noodig had om in leven te blijven, om verder te kunnen bestaan. Dat heeft hun niet beïnvloed, immer hebben zij meegedeeld, samen zijn zij, stille helden, den dood ingegaan. Vervolgens weidde hij uit over de transporten.
In 1944 werden we van Sachsen naar Ober-Schlesien gevoerd, verder naar Wolfenbuttel ; 4 mei verder naar Leipzig ; verder naar Dresden waar men ons in een enge cel stopte. De reis had 5 dagen geduurd zonder verzorging. Tot we in Breslau aankwamen. Daar stak men ons in kelders, alles potdicht afgesloten. In den muur was er slechts een kleine opening, daardoor stak men ons het eten toe. Onder meer werden wij daar ook ontluisd ,t.t.z. een ijskoud bad van een half uur. Dan weer een kelder in, met 120 man in een plaats van 5 op 8 meter en dit gedurende vijf dagen. Velen zijn daar bezweken, plaats voor de dooden kon er niet gemaakt worden, daarom bleven ze liggen en werden vaak door de levenden als matras gebruikt ! Ik kan niet ten volle uitspreken, maar ik zeg wat ik denk. Er zullen er ook van onze jongens achterblijven. Ik vond het geen pretje te lezen dat er zoveel over de kampen geschreven werd, dat men er zelfs films over vertoonde. Maar ik begrijp dat het moest gedaan worden, anders had men ons wellicht niet geloofd. Als laatste punt vertelde hij nog wat over de manier van processen uitspraak, om onze menschen het verschil tusschen de uitspraken daar en hier aan te toonen. De eerste 25 jongens kwamen te Wuppertal voor het volksgerecht, hetzelfde dat de daders van den Hitler-aanslag vonniste. Voor 19 werd er de doodstraf geeischt. De verdediging was nochtans goed opgesteld, de bewijzen waren echter, volgens hun standpunt , verpletterend. Voor vijf man was slechts één verdediger. Die heer heeft niets anders gezegd dan : “ Aangezien de feiten daar zijn, vermits de bewijzen daar zijn, leggen wij ons neer bij de meening van den heer Oberreichsanwalt !!!” ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Vervolgens werd het woord verleend aan den Heer JULES DE WACHTER. Deze verhaalde eerst in ’t kort het onstaan van “ De Zwarte Hand “ Reeds in 1940 werd er te Tisselt aan gevangen met het drukken van vlugschriften onder leiding van De Coster. T’ was het bekende “ Hallo !” Na een mislukte ontsnappingspoging naar Engeland kwamen ze in aanraking met “ La Libre Belgique” met als opdracht een groep te stichten voor spionnage, sabotage, verzamelen van wapens, teekenen van plannen, enz. Er werden twee zwart-zenders gebouwd, berichten uit Engeland opgevangen en zelfs uitgezonden ! Eén dezer berichten werd zelfs onderschept door de Duitschers. Te Puurs werd er een drukker gevonden, den Heer Frans Callaert, die gansch kosteloos 17 verschillende vlugschriften drukte, dit van 1000 tot zelfs 20000 exemplaren, waaronder het bekende : “De 10 vaderlandse geboden” Dan kwam den 27 ste oktober 1941. Op dezen dag werden er hier, Puurs en omstreken 109 jongens aangehouden. Wij werden naar Antwerpen gevoerd, een paleis tegenover de kampen in Duitschland. Verder werden we naar Vorst gebracht, dan naar Wuppertalenz tot Gross-Rosen en Nordhausen. In Gross-Rosen stak men ons met 1500 man in een blok die er normaal 200 bevatten kon. Als slaapgelegenheid kregen wij een matras van 80 cm op 1.80 meter en dit voor vijf man.
Werken moesten we 12 uur per dag in de steengroeven waar we geholpen door stok - en zweepslagen , blokken van ongeveer 80 kg moesten versjouwen. Eenmaal ontsnapte er een Rus, hij werd terug gesnapt en met muziek, opgehangen ! Op 8 oktober 1944 ging het verder naar Nordhausen met een transport van 5 à 6000 man. Onderwege bezweken een 800 man. Na vier dagen rijden kwamen we eindelijk aan. Onmiddellijk ’t was 11 uur ’s avonds, moesten we op de appelplaats aantreden, in houding, in koude en stortregen, tot 6 uur ’s morgens. Als bed vonden we daar een hoop houtwol. ’s Morgens werd die bijeengeveegd, ’s avonds terug uit elkaar ! Niet éénmaal werd deze houtwol ververscht. Spreker eindigde met een geestdriftige oproep voor recht. Als laatste spreker kwam dan Heer HECTOR TEMMERMAN Allereerst vertelde hij over zijn aanhouding. Om 8.30 ’s morgens ontwaardde ik aan den ingang der fabriej Duitsche SS vergezeld van heer Claessen van Antwerpen. Ze kwamen naar de gieterij en verwittigden Heer Schoenmaeckers, deze kwam mij zeggen dat men mij kwam aanhouden. In de kleedkamer werd ik eerst gansch ontkleed, schijnbaar dachten ze wapens of vlugschriften te vinden, die laatste had ik, blijkbaar een voorgevoel, den vorigen avond verbrand. Vervolgens moest ik mee. Op mijn vraag of ik mijn middagboterham mocht meenemen, kreeg ik van een Duitscher, een zekeren Parkman, als antwoord : “Bei uns gibt es essen !” Heb ik ook aan den lijve gevoeld ! In den auto trof ik Hendrik De Bondt, die wist blijkbaar ook van niets. Bij mij thuis werd alles onderzocht en omgekeerd, maar niets gevonden. Dan ging het voort naar het Fort Van Breendonck. Reeds bij den ingang maakte ik kennis met een Duitsche geweerkolf. Anderen stonden daar reeds, in houding, met het gelaat dicht tegen een witgekalkten muur. Van 10 tot 3 uur moest ik hen gezelschap houden. Dit was een zeer zware straf, zoo zwaar zelfs dat, men mij op den auto moest sleuren ! Tot vrijdag’s zaten we in de Begijnenstraat, dan werden we verhoord in de Della Faillelaan waar men ons tergde om een bekentenis af te dwingen, dit door een Duitcher, pistool in de eene, matrak in de andere hand. De zwarthemden die ons later ondervroegen waren zelfs nog slechter voor ons dan de Duitschers. Daar heb ik met de eerste maar tevens de grootste folterkamer hier in Belgïe kennis gemaakt. Op 25 maart trokken we naar Vorst, de raapkoolsoep was daar nog slechter dan in Duitschland. Na 3 maand begon eerst ’t lijden, Wuppertal, Esterwegen, Wolfenbuttel, Gross-Strehlitz, terug Wolfenbuttel : Amerikanen ! Maagdenburg : Amerikanen ! Tot we in Brandenburg kwamen waar we, op 27 april, na 3 jaar en 6 maanden, door de Russen verlost werden. NN 354 ! Zoo leefden wij. Immer diezelfde letters voor ogen, NN … We leefden met één hoop … Helaas zoo klein !... We hoopten nog éénmaal naar moedertje en vadertje weer te keren… NN , geschrapt uit boeken en registers .. NN , Geen naam meer en kreveerend in de donkerte en vochtigheid van een enge gevangeniscel… NN, Veroordeeld om gehangen te worden of later als proefkonijn de kampen van Auswich of Buchenwald te mogen bezoeken. In ons binnenste groeide dat wat we onze stervende makkers met tranen in de oogen, de vuisten met een ongekende kracht gebald, beloofden en verzekerden. In ons binnenste groeide de lust tot vergelding ! Makkers gevallen voor het vaderland, gij vervuldet uw plicht, wij zijn fier op U. Wij vergeten U niet ! Wij blijven te saam ! Dag in dag uit verschijnt uw aller bleek gelaat ons voor den geest. In uw oogen lezen we die diepe smart, in uw blikken bestatigen wij dat bidden en smeeken.
Makkers, wij vergeten U niet ! Heer Roggen dankt vervolgens de sprekers en overhandigt hen in naam van het W.F.het jaarboek van het W.F.” Historische verhalen van Paul Kenis” Wij hopen dat we kortelings weer andere jongens in ons midden kunnen begroeten. Huldiging HEER ALFONS DINANT Polititiek Gevangene In den voormiddag van Zondag laatstleden klonk het blijde nieuws rond: Fonske Dinant is te Brussel, ze zijn hem gaan halen !... Dat was genoeg om het vuur aan de lont te steken ! ’t Duurde niet lang of de driekleur wapperte in het centrum der gemeente aan menigen huisgevel, eene erepoort werd vliegend voor de deur van de Heer Urbain Dinant opgetimmerd, en toen Fonske, na bijna vier jaren ballingschap, terug den drempel van het ouderlijk huis betrad, was dit tusschen loof en wimpel en het gejuich van geburen en vrienden ! s’Middags mocht de teruggekeerde politiek gevangene reeds eene serenade in ontvangst nemen ! s’Namiddags was er een feestcomité gevormd, een half uur later werden de inteekeningslijsten voor een geschenk reeds bij buur en vriend aangeboden en de wagen was aan ’t rollen. Maandagavond te 9 uur zoude teruggekeerde gevierd worden ! Van vroeg in den morgen van Maandag was er bedrijvigheid rond de Groote Markt. De Kerkstraat, Hoogstraat, Vrijheidsstraat, en Groenhofstraat werden het tooneel van een koortsachtige bedrijvigheid, vlaggen werden over de straten gespannen, huizen versierd, terwijl het personeel van het huis Fr. Possemiers aanstalten maakte om het huis van den weergekomende ’s avonds in lichte laaie te kunnen zetten…-er werd schoon werk geleverd- en tegen den aévond was alles klaar en prijkte de vriend alfons, in meer dan leevensgroote teekening, doos kunstenaar Deyaert vervaardigd, aan den gevel van het ouderlijke huis, en scheen met zijn vriendelijk gezicht te zeggen : Kom maar af, ‘k ben klaar ! Kort na negen weerklonken de blijde tonen der Harmonie onder de leiding van den h. Louis De Laet en samengesteld uit muzikanten van goeden wil welke allen belangloos hunne medewerking verleenden en daarom juist meer dan een prijske verdienen ! Onder de steunende kracht van flinke stapmarchen werd een korte optocht door het centrum der gemeente gedaan. Er zullen weinig huisgezinnen van de Markt, Hoog, Vrijheid, Kerk en Groenhofstraten geweest zijn, welke geene vertegenwoordiging in den stoet hadden. ’t Was een echte groote familie geworden ! Eene duizendkoppige menigte stond voor het huis Dinant in afwachting voor wat gebeuren zou, en tevens om een blijk van genegenheid en hulde te brengen aan den goeden vriend Alfons, die van de galei teruggekeerd was. Het goede hart der bevolking was te meer overstelpt, daar het geweten was, dat Fonske zwak was teruggekeerd en het wel een tijdje duren zou vooraleer algehel herstel zou volgen en hij weer die knappe, lustige en vinnige jongen van vroeger zou worden. Wij hopen het vurig ! Nu, het regiem dat de jongens in Duitschland te verduren hadden was alles behalve van dien aard om sterk te worden ! - Eene hel ! Onmenselijk en beestachtig ! Geraffineerd bestudeerd om langzaam maar zeker te doen verkwijnen… in één woord : echte Duitsche kultuur !!! De ontvangst van het feestcomité had plaats in de ziekenkamer, waar , buiten de Heer en Mevrouw Urbain Dinant, familieleden, vrienden en kenissen, ook de Heeren Jules De
Wachter, Louis Uytfries en Hector Temmerman, onlangs ook uit gevangenschap teruggekeerd, aanwezig waren. In naam van het feestcomité sprak de Heer Voorzitter als volgt den gevierde toe : Waarde Heer Dinant, Mevrouwen, Mijnheeren, Vrienden, In opdracht van het comité, gisteren bij Uw aankomst te Boom gevormd, met het doel de buren en de vrienden gelegenheid te bieden, U bij uw wederkomen hun gevoelens van genegenheid, vriendschap en bijzonder van hoogschatting uit te drukken, is het voor mij een eer de tolk van dit comité te kunnen zijn, en U te kunnen zeggen hoe ze met de Uwen, hoopvol den dag Uwen wederkomst hebben verbeid. Van harte bieden wij U, en Uwe zoo gewaardeerde ouders onze beste gelukwenschen. Hoe menige traan vloeide niet ; hoe menig stil gebed werd niet gepreveld sinds dien noodlottigen 27 oktober 1941, toen hardvochtige en eerlooze Duitsche knechten, leden der gehate gestapo U en Uwe medemakkers uit de ouderlijke woning of van de schoolbanken sleurden, onder betichting dat gij jonge snaken van toen, het Duitsche Reich in gevaar bracht. Waren de gevolgen van deze aanhoudingen niet zoo verschrikkelijk geweest, een verstandig mensch zou met minachting en met spot geglimlacht hebben. Doch de nasleep van wee en ellende duurde bijna vijf lange jaren ! Jaren vol verschrikking, van lijden, van ontbeering en geestelijke marteling, knaagden langzaam aan ieder vezel van lijf en geest. De knapenstreek werd van dien 27 oktober 1941 omgezet in mannenmoed. Mannelijke vastberadenheid maakte plaats voor de onbezonnen jeugd en jongens van 17, 18 en 19 jaar werden voor den Duitschen Rechter, mannen van rijpen ouderdom, die jongens van gisteren waren helden geworden ! Niemand , die het niet mede beleefde, zal de geestelijke foltering kunnen beseffen welke elke nieuwe ondervraging medebracht, ondervraging zoo sluw en aartslistig geleid ! Zij die het niet beleefden, kunnen zich de pijn niet indenken die het lichaam doorsneed en die beestig werd veroorzaakt om tot spreken te dwingen. Zij aléén, die bezwijkend van den dorst, brandend van koorts en half bedwelmd geslagen werden, zullen weten te beseffen wat het is, in zulken meewaardigen toestand met vragen besprongen te worden, om ’t geheim te ontwringen en nieuwe namen te vernemen om andere slachtoffers naar de slachtbank te kunnen sleuren ! Doch, moedige jongens, uwe lippen vergingen niet ! Geen woord van Uw stilzwijgen was het behoud van velen, helaas ten prijze van een nieuwen stijgenden lijdensweg ! Van Vorts uit, werd ge van kamp tot kamp geheel Duitschland doorgesleurd. Van West naar Oost, langs alle kanten omringd van miserie, wee, geschrei, doodsgekreun en dood, tot ge uitgeput van krachten bijtijds nog, God zij dank, door de vereenigde krachten onzer Bondgenooten in de armen Uwer schreiende ouders werd terug gebracht ! Eere zij U ! Uwe namen en dezer uwer geëerde makkers, waarvan er helaas reeds hun helden moed met den dood betaalden, en de andere welke wij allen met ongeduld verbeiden, staan met gouden letteren in de geschiedenis onzer gemeente geschreven. Het Boomse volk is fier over zijne politieke gevangenen ! Het gaat groot op de daden welke zij stelden en huldigt en dankt U voor het ondergrondsche werk dat deel heeft uitgemaakt van het plan der bevrijding. Waarde heer Dinant, gelieve als blijk van waardering Uwer geburen der Groote Markt, Hoog, Kerk, Groenhof en Vreiheidsstraten dit geschenk te aanvaarden.
Moge het steeds een herrinnering blijven aan de grootste dagen van uw leven, en U zeggen dat uw opoffering en uw lijden niet nutteloos zijn geweest - Moge het voor de Uwen en de toekomst een sprekende getuigenis blijven van een edele trouw, Uwe standvastigheid, Uwen ijzeren wil en Uwe liefde voor ’t duurbaar vaderland. Geachte Heeren De Wachter, Temmerman en Uytfries, gelieve deze bloemen in ontvangst te nemen als uiting onzer diepgaande dankbaarheid, waardeering en hulde. Geve God U allen, na de geleden smart, een stevige en flinke gezongheid in gelukkige en zonnige dagen. Nadat het geschenk, een prachtig Brons “De Gevangene” door beeldhouwer Jef lambeaux, aan den held van dezen avond overhandigd was, en de drie andere teruggekeerde politieke gevangenen in de bloempjes waren gezet, antwoordde de Heer Dinant, blijkbaar ontroerd ………………. onleesbaar, ( door deze huldiging ? ) : Duurbare Geburen , Medeburgers, Met diepgaande ontroering dank ik U allen voor de hulde welke gij ons heden brengt. - Het is waarlijk te veel. De eer welke gij mij, samen met mijne makkers van de Zwarte Hand aandoet, gaat ons, weest er overtuigd van, recht naar het hart. Het is voor ons, politieke gevangenen, een ware troost te kunnen vaststellen dat, ondanks vijf jaren bezetting, de nazihonden er geenerlei in gelukt zijn, het Belg zijn in U te smoren. Meer dan drie en half jaar hebben ze ons van gevang naar gevang gesleurd, van kamp naar commando. Zij hebben ons getergd en uitgehongerd, velen helaas onzer makkers werden tot den dood gemarteld, doch spijts dit alles kregen zij er ons niet onder ! Steeds zullen wij U, duurbare makkers, indachtig zijn, die gefolterd werden en gepijnigd door de nazi-beulen - U makkers die door gebrek aan zorgen voor uw ideaal den dood ingegaan zijt ! U duurbaren , die voor het executie-peleton zijt gevallen - U makkers die als vee afgeslacht werdendoor de honden der Duitsche Kultuur. U allen, en dit zweren wij, zullen we immer gedenken ! Geachte Boomse Medeburgers, nogmaals onzen hartelijken dank. De dagen onzer behouden thuiskomst zullen we nooit vergeten. Leve onze Bondgenooten. Leve Belgïe. Leve de Zwarte Hand !!! Na hem sprak de Heer Jules De Wachter en dankte mede de huldebetooners in naam zijner kameraden. Toen daarna de Heer Dinant, omringd van zijne ouders en zijne makkers uit den ballingschap, aan het venster verschenen, stegen luide en hartelijke kreten op ! Er werd geroepen en gejuigd en tranen vloeiden … Men leefde mee ! De menigte voelde ! Zoo eindigde deze eenvoudige, doch indrukwekkende plechtigheid, die voor immer in ’t harte van velen zal gegrift blijven ! Zij die de handen aan ’t werk hebben geslagen om het feest te doen gelukken, zijn meer dan in hun pogingen gelukt en verdienen allen zonder uitzondering een pluimke ! De geldinzameling was een succes, een buitengewoon succes - zelfs onze Amerikaansche vrienden van de Groote Markt hebben blijk van genegenheid willen geven en het gebaar dat Luitenant- Kolonel O.G.Picand en zijne officieren heeft gedaan, werd naar waarde geschat ! Boom centrum haalde eer van zijn werk !
En nu … volgaarne sluit de “Aankondiger” zich aan bij de wenschen die de Heer Voorzitter van ’t feestcomité, de jonge politieke gevangenen toestuurde, herhaalt met hem : “God geve U allen, beste jongens, nog lange en gelukkige zonnige dagen in stevige gezondheid !
Aanklacht Essen S 32 klS 1/44g Eigen verklaring onder dwang / foltering. ( Vertaald uit Duits )
Gblz189
Kampen
Wuppertal M6 Esterwegen P3 Wolfenbuttel M5 Gross-Strehlitz R1 Wolfenbuttel M5 Maagdenburg R5 Brandenburg F3