Remeha Quinta 45/65
Technische informatie
Remeha Quinta 45/65
• Hoog Rendement gaswandtoestellen • Vermogens: 9
– 43 kW
13
– 65 kW
1
55418.indd
1
06/19/00, 4:35 PM
Remeha Quinta 45/65 INHOUDSOPGAVE Voorwoord
5
1
6
Algemene toestelomschrijving
2 Constructie 2.1 Toesteluitvoering. 2.2 Werkingsprincipe 3 3.1 3.2 3.3 3.4
6.1.4 Weergave van getallen met meer dan 2 cijfers 6.2 Stroomdiagram interne besturing 6.3 Bedrijfsmode (x[[) 6.4 Blokkeringsmode (bXX) 6.5 Instelmode gebruikersniveau (X[[) 6.5.1 Maximale aanvoertemperatuur (ketelthermostaat;!) 6.5.2 Pompnadraaitijd (@) 6.5.3 Boilertemperatuur (#) 6.5.4 Toestelregeling (A) 6.5.5 Voetpunt interne stooklijn (u) 6.6 Instelmode serviceniveau (X[[) 6.6.1 Startpunt modulatie op T (*) 6.6.2 Interface selectie (() 6.6.3 Diverse instellingen t.b.v. boilerbedrijf (Parameter # - B - I) 6.6.4 Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur c.v.-bedrijf ( N) 6.6.5 Maximale blokkeringstijd bij blijvende warmtevraag (U) 6.6.6 Analoge ingang 0-10 V, modulatie op aanvoertemperatuur Q en Y) 6.7 Uitleesmode (x[[) 6.8 Geforceerde mode ‘HOOG’ (h[[) 6.9 Geforceerde mode ‘LAAG’ (l[[) 6.10 Toerentalmode (<[[) 6.11 Storingsmode (X[[)
7 7 8
Technische gegevens Afmetingen Technische gegevens Leveringsomvang Accessoires
9 9 10 11 11
4 Rendementsgegevens 4.1 Jaarrendement overeenkomstig Gaskeur HR 4.2 Jaarrendement overeenkomstig DIN 4702 deel 8 4.3 Waterzijdig rendement
11
5 Toepassingsgegevens 5.1 Algemeen 5.2 Lucht- en rookgaszijdige toepassingsmogelijkheden 5.3 Hydraulische toepassingsmogelijkheden 5.4 Toepassingsmogelijkheden als cascade-toestel 5.5 Regeltechnische toepassingsmogelijkheden 5.6 Gaszijdige toepassingsmogelijkheden
12 12
6 Bediening 6.1 Het bedieningspaneel 6.1.1 Algemeen 6.1.2 Opbouw van het bedieningspaneel 6.1.3 Schakelaarfuncties in de bedrijfsmode
11 11 11
12 12 12 13 13 14 14 14 14
16 17 19 20 21
22 22 23 23 24 24 26 27
27
28
28
28 29 29 29 30 30
16 2
55418.indd
2
06/19/00, 4:35 PM
7 7.1 7.2 7.3
7.4
7.5
7.6
8
Installatievoorschrift voor de verwarmingsinstallateur 31 Voorschriften 31 Opstelling en bevestiging 31 Rookgasafvoer en luchttoevoer 31 7.3.1 Aansluitmogelijkheden 31 7.3.2 Type indeling in verband met afvoer rookgassen 32 7.3.3 Uitmonding 33 7.3.4 Overige eisen 33 7.3.5 Rookgasafvoertabel open situatie 34 7.3.6 Rookgasafvoertabel gesloten situatie 35 7.3.7 Uitmonding in verschillende drukgebieden 35 Installatiegegevens 36 7.4.1 Condenswaterafvoer 36 7.4.2 Waterkwaliteit 37 7.4.3 Overstortventiel 37 7.4.4 Circulatiepomp 37 7.4.5 Waterdoorstroming 38 Cascadetoepassing 38 7.5.1 Inleiding 38 7.5.2 Het Remeha Quinta cascadesysteem 38 7.5.3 De Remeha DUO en TRIO verdeler 39 7.5.4 Zelfbouw 40 Boilertoepassing 40 7.6.1 Inleiding 40 7.6.2 Hydraulische aansluiting van een boiler 40
8.1 8.2
8.3 8.4
8.5 8.6
Installatievoorschrift voor de elektrotechnische installateur 43 Algemeen 43 Elektrotechnische specifikaties 43 8.2.1 Netspanning 43 8.2.2 Beveiligingsautomaat 43 8.2.3 Zekeringwaarden 43 8.2.4 Watertemperatuurregeling 44 8.2.5 Watergebrekbeveiliging 44 8.2.6 Maximaalbeveiliging 44 Aansluitingen 45 Toestelregeling (c.v.) 45 8.4.1 Inleiding 45 8.4.2 Modulerende regelingen 46 8.4.3 Analoge regeling (0-10 Volt)48 8.4.4 Kamerthermostaat 48 8.4.5 Buitentemperatuursensor 48 8.4.6 Externe tweetraps regeling 49 Boilerregeling 49 Overige aansluitingen 50 8.6.1 Externe circulatiepomp 50 8.6.2 Vorstbeveiliging 50 8.6.3 Storingsmelding en bedrijfsmelding 50 8.6.4 Externe beveiliging 50
9
Installatievoorschrift voor de gastechnische installateur 9.1 Gasaansluiting 9.2 Gasdrukken 9.3 Propaanbedrijf
51 51 51 51
10 Inbedrijfstellingsvoorschrift 10.1 In bedrijf stellen 10.2 Uit bedrijf nemen
52 52 52
3
55418.indd
3
06/19/00, 4:35 PM
Remeha Quinta 45/65 11 11.1 11.2 11.3 11.4
Richtlijnen voor het lokaliseren en opheffen van storingen Algemeen Storingen bij toestellen met rematic® SR5240 / 2945 C3 Storingen bij toestellen met andere regelaars Storingscodes
Inspectie en onderhoudsvoorschrift 12.1 Algemeen 12.2 Inspectie 12.2.1 Verbrandingstechnische controle van het toestel 12.2.2 Reiniging van sifon 12.2.3 Controle van de ontstekingselektrode 12.2.4 Controle van de waterdruk 12.3 Afstelling O2/CO2-percentage 12.4 Onderhoud
53 53 53 54 55
12
57 57 57 57 57 57 57 57 59
4
55418.indd
4
06/19/00, 4:35 PM
VOORWOORD Marketing & Sales support op te nemen. De in deze technische informatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. Wij behouden ons het recht voor om op ongeacht welk moment de constructie en/of uitvoering van onze producten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane leveranties dienovereenkomstig aan te passen.
Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed functioneren en onderhouden van de Remeha Quinta 45/65. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vóór het in bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn een zo veilig en storingsvrij mogelijk functioneren van het toestel mogelijk te maken. Lees vóór het in werking stellen van het toestel deze handleiding goed door, maak u met de werking en de bediening van de ketel goed vertrouwd en volg de gegeven aanwijzingen stipt op. Indien u nog vragen heeft of verder overleg wenst aangaande specifieke onderwerpen die op dit toestel betrekking hebben, aarzelt u dan niet contact met onze afdeling
5
55418.indd
5
06/19/00, 4:35 PM
Remeha Quinta 45/65 1
ALGEMENE TOESTELOMSCHRIJVING Een gas-/luchtregeling in combinatie met een volledig voorgemengde brander zorgt er tevens voor dat lage NOx-en CO-emissies bereikt worden. Een gesloten luchtkast maakt plaatsing in vrijwel elke beschikbare ruimte mogelijk. Het toestel is geschikt voor het stoken van alle kwaliteiten aardgas en propaan. Het vermogen kan volmodulerend (100 18%) worden geregeld met behulp van verschillende modulerende regelaars. Elke Remeha Quinta 45/65 wordt voor aflevering uitgebreid gecontroleerd, zodat een goed functioneren gewaarborgd is. De Remeha Quinta 45/65 is standaard voorzien van een boilerregeling en kan in combinatie met één van de Remeha voorraadboilers een ruime hoeveelheid warm water leveren.
De Remeha Quinta 45 en Quinta 65 zijn condenserende c.v. toestellen voor wandmontage. De toestellen zijn gekeurd op de essentiële eisen van onderstaande richtlijnen: - Gastoestellenrichtlijn nr. 90/396/EEG - Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEG - EMC richtlijn nr. 89/336/EEG en voldoet aan de - Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG CE 45: CE 65:
identificatienummer Remeha Quinta 0063 BL 3253 identificatienummer Remeha Quinta 0063 BL 3253
De speciaal ontwikkelde gietaluminium warmtewisselaar is geschikt voor terugwinning van zowel voelbare als latente warmte uit de rookgassen. Door het hoge rendement voldoet het toestel ruimschoots aan de eisen van het label HR-TOP.
6
55418.indd
6
06/19/00, 4:35 PM
2
CONSTRUCTIE
2.1 Toesteluitvoering 14
15
1
2 13 12
3 4
11 5 6 7
code reset
8
3 2
10
1
4 5
9
Afb 01. Toesteluitvoering 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Automatische ontluchter Ventilator Gasblok Mengventuri Warmtewisselaar Retourtemperatuursensor Venturi inlaat Manometer
Bedieningspaneel Inbouwmogelijkeheid regelaars Inspectie deksel Kijkglas Ontstekingspen/ionisatie-elektrode Aanvoertemperatuursensor Brander
7
55418.indd
7
06/19/00, 4:35 PM
Remeha Quinta 45/65 De warmte die bij dit condensatieproces vrijkomt (de zogenaamde latente of condensatie warmte) wordt eveneens aan het c.v. water overgedragen. Het gevormde condensatiewater wordt via een sifon aan de onderzijde van de warmtewisselaar afgevoerd. De zeer geavanceerde besturing van de Remeha Quinta 45/65, de zogenaamde Comfort Master, zorgt voor een zeer betrouwbare warmtelevering. Dit houdt in dat het toestel zeer praktisch om weet te gaan met negatieve invloeden uit de omgeving (zoals bijvoorbeeld waterzijdige doorstromingsproblemen, luchttransportproblemen e.d.). Het toestel zal bij dergelijke invloeden niet op storing gaan (vergrendeling) maar in eerste instantie terug moduleren en eventueel, afhankelijk van de aard van de omstandigheden, tijdelijk uit gaan (blokkering of regelstop), om het na enige tijd gewoon opnieuw te proberen. Zolang zich geen gevaarlijke situatie voordoet, zal het toestel altijd proberen warmte te leveren.
2.2 Werkingsprincipe Het toestel is voorzien van een gesloten bemanteling die tevens als luchtkast dient. Met behulp van de ventilator wordt lucht naar binnen gezogen. Aan de inlaatzijde van de ventilator is een venturi geplaatst waar het gas wordt ingespoten. Afhankelijk van de instellingen en de heersende watertemperaturen, gemeten door de temperatuursensoren, wordt het toerental van de ventilator geregeld. De venturi zorgt vervolgens voor de gas/ luchtkoppeling, d.w.z. dat de hoeveelheid gas precies op de hoeveelheid lucht wordt afgestemd. Hierdoor ontstaat een optimale verbranding over het gehele belastingbereik. Het gas/luchtmengsel wordt in de ventilator gemengd en daarna naar de brander gebracht. Na de verbranding worden de hete rookgassen door de gietaluminium warmtewisselaar geleid. Hier zullen de rookgassen warmte afdragen aan het c.v. water. De waterdamp in de rookgassen condenseert in het onderste deel van de warmtewisselaar.
8
55418.indd
8
06/19/00, 4:36 PM
3
TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Afmetingen
*
Retour c.v. 11/4” buitendraad en 1” binnendraad Aanvoer c.v. 11/4” buitendraad en 1” binnendraad Gasaansluiting 3/4” buitendraad Condensafvoer 25 mm uitwendig Rookgasafvoer Ø 80 mm (Quinta 45), Ø 100 (Quinta 65) Verbrandingsluchttoevoer Ø 80 mm (Quinta 45), Ø 100 (Quinta 65) Plaats gaten t.b.v. bevestiging van de ophangbeugel 125 mm (Quinta 45) en 140 mm (Quinta 65)
Afb 02. Afmetingen Remeha Quinta 45/65
9
55418.indd
9
06/19/00, 4:36 PM
Remeha Quinta 45/65 3.2 Technische gegevens Toesteltype
Remeha Quinta 45
Algemeen Belastingsregeling: instelbaar Nominaal vermogen (80/60°C)
Remeha Quinta 65
modulerend, aan / uit of hoog / laag kW
8,0 – 40,0
12,0 – 61,0
(40/30°C) kW 3 3 Gasverbruik G20 (PCI = 9,45 kWh/m ) m /h 3 Gasverbruik G25 (PCI = 8,13 kWh/m ) m3/h
8,9 – 43,0 0,9 – 4,4 1,0 – 5,0
13,3 – 65,0 1,3 – 6,6 1,5 – 7,6
Gasverbuik propaan
0,3 – 1,7
0,5 – 2,5
m 3 /h
Gas- en rookgaszijdig Categorie Gasvoordruk propaan NOx uitstoot NOx uitstoot (02 = 0%, droog) Maximale tegendruk Rookgashoeveelheid
I2(E)SB en I3P mbar mg/kWh ppm Pa kg/h
Typeindeling i.v.m. rookgasafvoer
CV-zijdig Max. watertemperatuur c.v. Bereik bedrijfstemperatuur c.v. Minimale water bedrijfsdruk Maximale water bedrijfsdruk Waterinhoud Waterzijdige weerstand (∆T = 20°C)
37 – 50 < 45 < 25 150 14 - 69
100 21 - 104
B23, C13, C33, C43, C53 °C °C bar bar liter mbar (kPa)
110 20 – 90 0,8 3,5 5,5 90 (9)
6,5 130 (13)
Elektrisch Aansluitspanning Opgenomen vermogen (excl. pomp) Isolatieklasse
V/Hz VA IP
30 – 85
230/50
kg dB(A)
57 < 48
30 – 90 20
Overig Montagegewicht
Geluidsniveau op 1 m afstand van de ketel
Tabel 01.
64 < 48
Technische gegevens Remeha Quinta 45/65
10
55418.indd
10
06/19/00, 4:36 PM
3.4 Accessoires - cascade sets voor twee t/m vijf ketels - boiler aansluitset (230 Volt wisselklep) - Duo-verdeler t.b.v. cascade 2 ketels - Trio-verdeler t.b.v. cascade 3 ketels - modulerende weersafhankelijke rematic® regelaars, ook voor cascade - Interface voor 0-10 Volt-aansturing - buitentemperatuursensor - boilersensor - rookgassensor - gevel- en dakdoorvoersets - ombouwset voor concentrische RGA/ LTV-aansluiting - communicatiesoftware
3.3 Leveringsomvang - gietaluminium monoblok warmtewisselaar - RVS premix-brander met metaalvezeldek - luchttoevoerventilator - manometer - automatische ontluchter. - elektronische regel en beveiligingsapparatuur - ketelwatertemperatuurregeling - boilerregeling - watergebrekbeveiliging d.m.v. temperatuursensoren - pompschakeling - vorstbeveiliging (beveiliging van het toestel) - overzichtelijk bedieningspaneel met display - sifon - ophangbeugel - OpenTherm interface - PC-aansluiting - reservezekeringen 4
RENDEMENTSGEGEVENS 4.2 Jaarrendement overeenkomstig DIN 4702 deel 8 110% ten opzicht van Hi bij een aanvoertemperatuur van 40°C en een retourtemperatuur van 30°C.
4.1 Jaarrendement overeenkomstig Gaskeur HR Tot 109% ten opzichte van Hi (tot 98 % t.o.v. Hs) bij een belasting van 30% en een retourwatertemperatuur van 30°C. Hierdoor voldoet het toestel ruimschoots aan het kwaliteitslabel Gaskeur HR 107.
4.3 Waterzijdig rendement Tot 99% ten opzichte van Hi (89% t.o.v. Hs) bij een gemiddelde watertemperatuur van 70°C (80/60°C). Tot 110% ten opzichte van Hi (99% t.o.v. Hs), bij een gemiddelde watertemperatuur van 35°C (40/30°C).
11
55418.indd
11
06/19/00, 4:36 PM
Remeha Quinta 45/65 5
TOEPASSINGSGEGEVENS 5.3 Hydraulische toepassingsmogelijkheden De zeer geavanceerde Comfort Master van de Remeha Quinta 45/65 en de relatief lage waterzijdige weerstand zorgen ervoor dat het toestel in nagenoeg elk hydraulisch systeem kan worden toegepast. Zie voor verdere gegevens par. 7.4 (CV-zijdig) en par. 7.6 (boilertoepassing).
5.1 Algemeen De Remeha Quinta 45/65 is zeer breed inzetbaar. Zowel rookgaszijdig, hydraulisch, gaszijdig als regeltechnisch heeft het toestel grote toepassingsmogelijkheden zonder uitgebreide installatie-technische eisen. Dit, gekoppeld aan de geringe afmetingen, het lage geluidsniveau en de mogelijkheden voor cascade, zorgt er voor dat het toestel praktisch overal kan worden ge‹nstalleerd (zie voor de algemene voorschriften par. 7.1).
5.4 Toepassingsmogelijkheden als cascade-toestel Het toestel is bij uitstek geschikt voor opstelling in cascade. Door de breedte van slechts 50 cm kan aan een wand van ca. 3 meter een vermogen van maar liefst meer dan 300 kW (5 x Quinta 65) worden geïnstalleerd! Voor de installatie van 2 tot 5 ketels in cascade heeft Remeha zeer installatievriendelijke sets in het programma (zie hiervoor par. 7.5).
5.2 Lucht- en rookgaszijdige toepassingsmogelijkheden. De Remeha Quinta 45/65 is standaard zo uitgevoerd dat tijdens installatie nog kan worden gekozen voor ‘open’ of ‘gesloten’ uitvoering. Door middel van een wisselstuk kan de standaard excentrische aansluiting eenvoudig worden gewijzigd in een concentrische aansluiting. Luchtzijdige en rookgaszijdige koppeling (bij cascade-systemen) en luchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukgebieden behoren ook tot de mogelijkheden. Direkte aansluiting op bouwkundige kanalen is niet toegestaan i.v.m. condensatie. (Raadpleeg par.7.3 voor de voorschriften en de rookgasafvoertabellen).
12
55418.indd
12
06/19/00, 4:36 PM
5.6 Gaszijdige toepassingsmogelijkheden De Remeha Quinta 45/65 is geschikt voor het verstoken van alle kwaliteiten aardgas en propaan, categorie I2(E)SB en I3P. Voor stoken op propaan kan worden volstaan met een nieuwe CO2afstelling en een aanpassing van het ventilatortoerental; een ombouwset is niet nodig (zie voor verdere gegevens Hoofdstuk 9).
5.5 Regeltechnische toepassingsmogelijkheden De Remeha Quinta 45/65 kan op de volgende manieren worden aangestuurd: - Als enkele ketel of in cascadeopstelling d.m.v. regelaars die moduleren op basis van ruimte- en/of buitentemperatuur - Aan/uit-thermostaten, eventueel gebruik makend van de interne stooklijn van de ketel (in combinatie met buitentemperatuursensor). - Hoog/laag-regelaars - Analoge signalen (0-10 Volt) van bijvoorbeeld gebouwbeheerssystemen Zie voor verdere gegevens par. 8.4.
13
55418.indd
13
06/19/00, 4:36 PM
Remeha Quinta 45/65 6
BEDIENING 6.1.2 Opbouw van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel is opgebouwd uit de volgende componenten (zie afb 03 en tabel 02).
6.1 Het bedieningspaneel 6.1.1 Algemeen De Remeha Quinta 45/65 is voorzien van een vooruitstrevende toestelbesturing, die is opgebouwd uit o.a. een besturingsautomaat met microprocessor, communicatiemogelijkheden met verschillende regelaars en een uitgebreid bedieningspaneel, inclusief PC aansluiting. De instel- en uitleesmogelijkheden op het bedieningspaneel zijn verdeeld in drie niveaus: - Gebruikersniveau (vrij toegankelijk) - Installateursniveau (met servicecode toegankelijk) - Fabrieksniveau (via PC met fabriekscode toegankelijk uitsluitend voor Remeha personeel)
Afb 03. Bedieningspaneel
14
55418.indd
14
06/19/00, 4:37 PM
a. code-venster weergave op gebruikersniveau: bedrijfsmode
1
alleen een cijfer
instelmode
!
cijfer met continu brandende stip
uitleesmode
!
cijfer en knipperende stip
blokkeringsmode
letter b
geforceerde mode 'HOOG'
letter h
geforceerde mode 'LAAG'
letter l
extra weergave serviceniveau: , toerentalmode storingsmode
beurteling half cijfer
!
knipperend cijfer
b. t-venster weergave van: temperaturen, instellingen, storingen, beveiligingen c. reset-toets herstel / ontgrendeltoets d. m-toets programmafunctie: keuzetoets voor de gewenste mode e. s-toets programmafunctie: keuzetoets voor het gewenste programma binnen een gekozen mode e. s-toets + r-symbool schakelaarfunctie: c.v. bedrijf aan/uit f. e-toets programmafunctie: opslagtoets voor ingestelde gegevens f. e-toets + k-symbool schakelaarfunctie: warmwaterbedrijf aan/uit g. [+]-toets programmafunctie: verhogen van de instelling g. [+]-toets + p-symbool schakelaarfunctie: pompregeling of pomp continu h. [-]-toets programmafunctie: verlagen van de instelling h. [-]-toets + h-symbool schakelaarfunctie: handbedrijf of automatisch bedrijf
Tabel 02.
Bedieningspaneelfuncties
15
55418.indd
15
06/19/00, 4:37 PM
Remeha Quinta 45/65 e-toets met k-symbool: Branderschakelaar warmwaterbedrijf - rode lamp aan: warmwaterbedrijf uitgeschakeld - rode lamp uit: warmwaterbedrijf automatisch
6.1.3 Schakelaarfuncties in de bedrijfsmode De toetsen op het bedieningspaneel hebben een dubbele functie. Enerzijds zijn ze bedoeld om instellingen te lezen of te programmeren (programmafunctie, zie par. 6.2), anderzijds bestaat de mogelijkheid met de s, e, [+] en [-] toetsen basisfuncties van het toestel in of uit te schakelen (schakelaarfunctie). De in- of uitschakeling wordt weergegeven door het al dan niet branden van het bij de toets behorende rood of groen verlichte symbool. Bediening van deze schakelaars vindt plaats door in de bedrijfsmode (alleen cijfer in het codevenster) de betreffende toets 2 seconden in te drukken. Ter bevestiging zal het bijbehorende lampje aan of uit gaan.
[+]-toets met p-symbool: Pompregeling - groene lamp aan: pomp draait continu. - groene lamp uit: pomp draait volgens de interne regeling van het toestel. [-]-toets met h-symbool: Handbedrijf/automatisch bedrijf - groene lamp aan: het toestel werkt op handbedrijf. - groene lamp uit: het toestel reageert op warmtevraag (b.v. van een kamerthermostaat). 6.1.4 Weergave van getallen met meer dan 2 cijfers In het twee-cijferige t-venster worden getallen met meer dan twee cijfers als volgt weergegeven: - Getallen boven de 99 worden weergegeven met een brandende punt tussen de twee cijfers. Bijvoorbeeld: )8 betekent 108; - Getallen boven de 199 worden weergegeven met twee brandende punten. - Bijvoorbeeld #* betekent 238; - Negatieve getallen (bijvoorbeeld bij gebruik van een buitenvoeler of bij niet aangesloten sensoren) worden weergegeven met een brandende punt na het laatste cijfer. - Bijvoorbeeld: 1% betekent -15.
Afb 04. Display De volgende basisfuncties zijn in- of uitschakelbaar: s-toets met r-symbool: Branderschakelaar c.v.-bedrijf - rode lamp aan: c.v. bedrijf uitgeschakeld - rode lamp uit: c.v. bedrijf automatisch
16
55418.indd
16
06/19/00, 4:37 PM
6.2 Stroomdiagram interne besturing Bladeren door op de m-toets te drukken
Bladeren door op de s-toets te drukken
Weergave in code-venster Weergave in t-venster
Bedrijfsmode zie par. 6.3
alleen een cijfer
0-9 Instelmode zie par. 6.5 en 6.6
Aanvoertemperatuur of blokkeringscode
cijfer met continu brandende stip
! @ # A u
Maximale aanvoertemperatuur (= ketelthermostaat) Pompnadraaitijd c.v.-bedrijf Boilertemperatuur Toestelregeling Voetpunt interne stooklijn Alleen toegankelijk met installateurscode c12 $ Maximale aanvoertemperatuur tijdens gedwongen deellast % Maximaalthermostaat ^ Ventilatortoerental vollast c.v. & Ventilatortoerental deellast c.v. en warmwater
* ( B C D E F G H I J L N O P T U Q
Startpunt terugmoduleren op ∆T Interface selectie Inschakeldifferentie warmwaterbedrijf Ventilatortoerental vollast warmwaterbedrijf Intern Intern Intern Gedwongen deellasttijd na start c.v.-bedrijf Start toerental Overtemperatuur c.v.-water bij warmwaterbereiding Warmwater aansturing PWM-pomp aansturing Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur c.v.-bedrijf N.v.t. Keteluitvoering Intern Maximale blokkeringstijd bij blijvende warmtevraag
17
55418.indd
17
06/19/00, 4:37 PM
Remeha Quinta 45/65 Q Y _ Uitleesmode zie Par. 6.7
Gewenste aanvoertemperatuur bij 0 Volt Gewenste aanvoertemperatuur bij 10 Volt Intern
cijfer en knipperende stip
! @ # $ % ^ & * ( A
Gemeten aanvoertemperatuur Gemeten retourtemperatuur Gemeten boilertemperatuur Gemeten buitentemperatuur Intern Modulatiepunt aanvoertemperatuur Status inschakelcommando Berekende inschakeltemperatuur aanvoer Gemeten stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur N.v.t.
Alleen toegankelijk met installateurscode c12 Toerentalmode zie Beurtelings half Uitlezing ventilatortoerental par. 6.10 cijfer Storingsmode zie Knipperend par. 6.11 cijfer ! Storingscode @ Bedrijfscode op moment van storingsingreep # Aanvoertemperatuur op moment van storingsingreep $ Retourtemperatuur op moment van storingsingreep % Boilertemperatuur op moment van storingsingreep ^ N.v.t.
Tabel 03.
Stroomdiagram microprocessor
18
55418.indd
18
06/19/00, 4:37 PM
6.3 Bedrijfsmode (x[[) Tijdens bedrijf geeft het code-venster de status (bedrijfsverloop) van het toestel weer, terwijl het t-venster de gemeten aanvoerwatertemperatuur aangeeft. Code 0 1
2 3 4 5 6 7 8 9 B h l
Tabel 04.
Omschrijving Stand-by; er is geen warmtevraag van de kamerthermostaat, externe regeling of boiler. Voorspoelen of naventileren: Voorspoeltijd: 0,3 seconden Naspoeltijd: 10 seconden; na einde warmtevraag blijft de ventilator nog 10 seconden doordraaien. Ontsteken; gedurende 2,4 seconden is de ontsteking actief en de gasklep geopend. C.v. bedrijf; het toestel brandt voor de c.v. Boilerbedrijf; het toestel brandt voor de warmwatervoorziening. De driewegklep staat in de stand ‘warmwaterbedrijf’ c.q. de boilerpomp is bekrachtigd. Wachtstand; de ventilator gaat draaien en het toestel wacht tot het juiste toerental is bereikt. Aanvoertemperatuur > gewenste temperatuur + 5°C (= normale regelstop tijdens c.v.-bedrijf) Nadraaien pomp c.v.; na het branden blijft de pomp de ingestelde tijd doordraaien. Nadraaien pomp over de boiler; na het branden blijft de driewegklep bekrachtigd en/of loopt de (boiler)pomp door, totdat het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur kleiner is dan 4°C (max. 5 minuten) Aanvoertemperatuur > 95°C tijdens branden op c.v.. Aanvoertemperatuur > ingestelde boilertemperatuur + overtemperatuur + 5°C tijdens branden boiler (= normale regelstop tijdens warmwaterbedrijf) Blokkeringsmode Gedwongen vollast (HOOG) Gedwongen deellast (LAAG)
Bedrijfscodes
19
55418.indd
19
06/19/00, 4:37 PM
Remeha Quinta 45/65 6.4 Blokkeringsmode (bXX) Tijdens de blokkeringsmode geeft het code-venster een b aan, terwijl het t-venster de blokkeringscode weergeeft. Tijdens de blokkeringsmode knipperen beide punten van het t-venster. De betekenissen van de cijfers in het code-venster en het t-venster zijn: Code
Omschrijving
b@%
Maximaal toelaatbare stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur is overschreden. De ketel gaat 10 minuten in blokkering. Na 5 opeenvolgende blokkeringen worden de blokkeringscode en de bijbehorende gegevens opgeslagen in het storingsregister. De ketel gaat echter niet op storing. Maximaal toelaatbaar verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur is overschreden. De ketel gaat 150 seconden in blokkering. Na 10 opeenvolgende blokkeringen worden de blokkeringscode en de bijbehorende gegevens opgeslagen in het storingsregister. De ketel gaat echter niet op storing. Er is een verkeerde parameterinstelling gedaan of het geheugen is defect. Controleer de parameterinstellingen of ga op de volgende wijze terug naar fabrieksinstellingen:
B#)
B$#
- Druk op de m-toets en tegelijkertijd op de reset-toets, houdt de m-toets vast (ca. 5 sec.), totdat de letter P in het code-venster verschijnt. - Stel met de [+]- en/of [-]-toets de juiste code in (zie par. 6.6, Quinta 45: P = 40, Quinta 65: P = 60). - Met de e-toets de ingestelde waarde bevestigingen
Tabel 05.
Blokkeringscodes
Let op: De blokkeringsmode is een normale bedrijfsmode en geeft dus geen storing, maar een normale bedrijfstoestand van de ketel weer. Een blokkeringscode kan duiden op een installatietechnisch probleem of een verkeerde instelling.
20
55418.indd
20
06/19/00, 4:37 PM
code. Door vervolgens op de [+]-toets te drukken kan een instelling verhoogd worden, door op de [-]-toets te drukken kan een instelling verlaagd worden. De nieuwe instelling wordt opgeslagen door op de e-toets te drukken, de instelling knippert tweemaal als
6.5 Instelmode gebruikersniveau (X[[) In de instelmode kunnen diverse instellingen naar behoefte gewijzigd worden. De gewenste mode kan gekozen worden door de m-toets in te drukken totdat op het code-venster ! verschijnt. Kies nu met de s-toets de gewenste bevestiging. Druk op de reset-toets om terug te keren naar de bedrijfsmode. Code
!
Omschrijving
Instelbereik en eventuele toelichting
Maximale aanvoertemperatuur Zie ook par. 6.5.1
20 t/m 90°C
@
Pompnadraaitijd c.v.-bedrijf. Zie ook par. 6.5.2
#
Boilertemperatuur boiler. Zie ook par. 6.5.3 Toestelregeling. Zie ook par. 6.5.4
A u
Voetpunt interne stooklijn, zie par. 6.5.5
Tabel 06.
Fabr. Instelling
(= instelling ketelthermostaat, tevens instelling top stooklijn bij toepassing van buitenvoeler). 00 nadraaitijd 10 seconden 01 t/m 15 nadraaitijd in minuten
90
20 t/m 70°C (met
65
boilertemperatuursensor). Instelling regelmethode
15 t/m 60°C (alleen van
3
31 20
toepassing als een buitenvoeler is aangesloten)
Instelmode gebruikersniveau
21
55418.indd
21
06/19/00, 4:37 PM
Remeha Quinta 45/65 6.5.1 Maximale aanvoertemperatuur (ketelthermostaat;!)
Code
Code
Reset
Reset
Gewenste temperatuur instellen met ‘ ' en ‘ '
Zoek de Code 1. op (continu brandende stip)
(instelling is gekoppeld aan Code 5. , zie pag. 30)
1x Code
Reset
Code
Reset
1x
Opslaan van de nieuwe temperatuur in het geheugen
Terugkeren naar de bedrijfssituatie
Afb 05. Instellen maximale aanvoertemperatuur Het instellen van de maximale aanvoertemperatuur dient als voorbeeld voor de overige instellingen. De maximale aanvoertemperatuur is instelbaar van 20 tot 90°C (fabrieksinstelling: 90°C).
6.5.2 Pompnadraaitijd (@) De nadraaitijd van de pomp is instelbaar op 10 seconden of op 1 t/m 15 minuten (fabrieksinstelling: nadraaitijd 3 minuten). - Druk op de m-toets totdat op het code-venster het cijfer ! (met stip) verschijnt. - Druk op de s-toets totdat op het code-venster het cijfer @ (met stip) verschijnt. - Stel met [+] en/of [-]-toets de gewenste instelling in.
Opmerking: Bij toepassing van een kamerthermostaat in combinatie met een buitentemperatuursensor wordt hier de top van de interne stooklijn ingesteld (aanvoertemperatuur bij een buitentemperatuur van –10°C). Zie voor toe-lichting m.b.t. de interne stooklijn par. 8.4.5.
22
55418.indd
22
06/19/00, 4:38 PM
- Druk op de e-toets voor het vastleggen van de nieuwe instelling (instelling knippert 2 x). - Druk op de reset-toets om terug te keren naar de bedrijfsmode.
Code
@ @
t 00 Xx
Omschrijving
Nadraaitijd 10 seconden Nadraaitijd in minuten (XX = 01 t/m 15)
Opmerking: Continu-bedrijf kan worden ingesteld met één van de schakelaarfuncties (zie par. 6.1.3).
Opmerking 2: Indien een rematic®regelaar of Honeywell Chronotherm Modulation wordt toegepast, vindt de warmwatertemperatuurinstelling plaats op de betreffende regelaar.
6.5.3 Boilertemperatuur (#) Deze waarde is alleen van toepassing als een Remeha boilersensor is aangesloten en is instelbaar tussen 20 en 75°C (fabrieksinstelling: 65°C). - Druk op de m-toets totdat op het code-venster het cijfer ! (met stip) verschijnt. - Druk op de s-toets totdat op het code-venster het cijfer # (met stip) verschijnt. - Stel met [+] en/of [-]-toets de gewenste waarde in. - Druk op de e-toets voor het vastleggen van de nieuwe waarde (instelling knippert 2 x). - Druk op de reset-toets om terug te keren naar de bedrijfsmode.
6.5.4 Toestelregeling (A) Fabrieksinstelling: 31 (c.v. en boiler aan, c.v. modulerend, boosterfunctie uit). Om de ketelregeling te wijzigen, dient u de volgende handelingen te verrichten. - Druk op de m-toets, totdat op het codevenster het cijfer ! (met stip) verschijnt. - Druk op de s-toets totdat op het code-venster de letter A (met stip) verschijnt. - Stel met [+] en/of [-]-toets de gewenste waarde in. - Druk op de e-toets voor het vastleggen van de nieuwe waarde (instelling knippert 2 x). - Druk op de reset-toets om terug te keren naar de bedrijfsmode.
Opmerking 1: Op serviceniveau zijn nog meer instellingen mogelijk die van invloed zijn op de boilertemperatuur, zie par. 6.6.3. Dit is slechts in zeer specifieke gevallen nodig.
23
55418.indd
23
06/19/00, 4:38 PM
Remeha Quinta 45/65 Code
XY
A
x0 x1 x2 x3 1y 2y 3y 4y 5y
Tabel 07.
Omschrijving
C.V. uit, warmwater uit C.V. aan, warmwater aan C.V. aan, warmwater uit C.V. uit, warmwater aan C.V. modulerend, boosterfunctie* op buitentemperatuur C.V. hoog / laag C.V. modulerend, boosterfunctie* uit C.V. modulerend, externe ingang 0 –10 V* op aanvoertemperatuur C.V. modulerend, externe ingang 0 –10 V* op belastingpercentage
x = 1, 2, 3, 4 of 5
y = 0, 1, 2 of 3
Toestelregeling - Druk op de e-toets voor het vastleggen van de nieuwe waarde (instelling knippert 2 x). - Druk op de reset-toets om terug te keren naar de bedrijfsmode.
*Opmerking: Zie voor toelichting ‘boosterfunctie’ par. 8.4.5 en ‘externe ingang 0 - 10 Volt’ par. 8.4.3. Voorbeeld: ketelregeling 41 betekent dat de c.v. met behulp van 0-10 Volt signaal modulerend op aanvoertemperatuur (x = 4) wordt aangestuurd. C.v. en warmwater zijn beide actief (y= 1).
Opmerking: Zie voor toelichting m.b.t. de interne stooklijn par. 8.4.5. 6.6 Instelmode serviceniveau (X[[) Om ongewenste instellingen te voorkomen zijn diverse bedieningsniveaus voorzien van een beveiligingscode. Voor servicegebruik kunt u code c12 programmeren. - Druk de m-toets en s-toets gelijktijdig in. Er verschijnt een c op het code-venster. Terwijl de beide toetsen ingedrukt zijn, stelt u met de [+] en/of [-]-toets het t-venster in op 12. Blijf de m en s-toets ingedrukt houden en druk op de e-toets. Na het loslaten van de e-toets knippert het t-venster als toegangsbevestiging tot de serviceinstelling.
6.5.5 Voetpunt interne stooklijn (u) Deze waarde is alleen van toepassing als een Remeha buitensensor is aangesloten en is instelbaar tussen 15 en 60°C (fabrieksinstelling: 20°C). De hier ingestelde aanvoertemperatuur geldt bij een buitentemperatuur van 20°C. Om de instelling te wijzigen, dient u de volgende handelingen te verrichten. - Druk op de m-toets, totdat op het code-venster het cijfer ! (met stip) verschijnt. - Druk op de s-toets totdat op het code-venster de letter u (met stip) verschijnt. - Stel met [+] en/of [-]-toets de gewenste waarde in. 24
55418.indd
24
06/19/00, 4:38 PM
- Laat de m en s-toets los. U keert nu automatisch terug naar de bedrijfsmode. De aanduiding c12 verdwijnt van het display. Na gebruik dient u de servicecode te verwijderen. - Druk hiervoor 1 x op de reset-toets (als gedurende 15 minuten geen wijzigingen worden aangebracht wordt de servicecode automatisch verwijderd.
Code
$ % ^ & * (
Omschrijving
Let op: Het veranderen van fabrieksinstellingen zonder raadpleging van de in deze documentatie opgenomen tabelllen kan resulteren in onjuiste werking van het toestel.
Instelbereik en eventuele toelichting
Max. aanvoertemperatuur tijdens gedwongen deellast Maximaalthermostaat Ventilatortoerental vollast tijdens c.v. Ventilatortoerental deellast (c.v. en ww) Startpunt terugmoduleren op ∆T. Zie ook par. 6.6.1 Interface selectie. Zie ook par. 6.6.2
20 t/m 90 90 t/m !0 10 t/m 60 honderdtallen 10 t/m 60 honderdtallen 05 t/m 30 (verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur)
Fabr. instelling Q45
Q65
75 !0 (=110) 52 11
12
25
00 interne OpenTherm interface 01 Externe interface 00
B
C D E F G H I
Inschakeldifferentie warmwaterbedrijf. Zie ook par. 6.6.3.
01 t/m 05°C 06 = 10 °C 07 = 15 °C 08 = 20 °C
Ventilatortoerental vollast tijdens warmwaterbedrijf Intern Intern Intern Gedwongen deellasttijd na start c.v.-bedrijf. Start toerental
10 t/m 60 honderdtallen Niet wijzigen Niet wijzigen Niet wijzigen
00 t/m 15 minuten Niet wijzigen
00
30
05
52 00 )0 (=100) 25 03 25
25
55418.indd
25
06/19/00, 4:38 PM
Remeha Quinta 45/65 j g
I
J
L
N
Overtemperatuur c.v.-water bij warmwaterbedrijf t.o.v. boilertemperatuur (parameter #). Zie ook par. 6.6.3 Warmwater aansturing
P
Keteluitvoering
T
Intern
Y
00 wisselklep (poort A = c.v.), poort B = boiler ) 01 boilerpomp 02 wisselklep (poort A = boiler, poort B = c.v.) 1 cijfer: pompstand bij cv e 2 cijfer: pompstand tijdens nadraaien
1) (= -10°C) t/m 20°C Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur c.v.-bedrijf. Zie ook par. 6.6.4 N.v.t.
Q
15
00
e
PWM-pomp aansturing (optie)
O
U
00 t/m 30°C
Niet wijzigen Niet wijzigen
Maximale blokkeringstijd bij blijvende warmtevraag. Zie ook par. 6.6.5 Gewenste aanvoertemperatuur bij 0 Volt. Zie ook par. 6.6.6. Gewenste aanvoertemperatuur bij 10 Volt. Zie ook par. 6.6.6.
00 t/m 99 minuten 5) (= -50) t/m 50°C Let op: optie 50 t/m (( (= 299)°C
03
03
40
60
01 15 00 )0 (=100)
Let op: optie
Tabel 08.
Instelmode serviceniveau
6.6.1 Startpunt modulatie op ∆T (*) Instelbaar van 5 tot 30°C, fabrieksinstelling 25. Bij een verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur van 25°C begint het toestel terug te moduleren. Bij een ∆T van 40°C is het toestel tot de minimale belasting terug gemoduleerd en bij de ∆T van 45°C schakelt het toestel uit (blokkeringscode b@%). In installaties waar kleine volumestromen voor kunnen komen (b.v. een appartementengebouw
waar tijdelijk slechts één appartement bewoond is) kan het startpunt van de modulatie worden vervroegd. Het toestel kan dan beter anticiperen op deze geringe warmtevraag. De fabrieksinstelling zal in verreweg de meeste gevallen voldoen. Wijzig het startpunt alleen als het echt noodzakelijk is.
26
55418.indd
26
06/19/00, 4:38 PM
De werking (met fabrieksinstellingen) is als volgt: bij boilerwarmtevraag d.m.v. boilersensor: - uitschakelpunt: de boilertemperatuur is gelijk aan de ingestelde waarde (65) + een vaste waarde van 5°C. Dus: 65 + 5 = 70°C - inschakelpunt: het toestel komt in bedrijf bij een boilertemperatuur die gelijk is aan het uitschakelpunt - de inschakeldifferentie. Dus: 70 - 5 = 65°C. De boilertemperatuur beweegt zich dus tussen 65° en 70°C.
6.6.2 Interface selectie (() Instelbaar op 00 of 01, fabrieksinstelling is 00. Dit betekent dat standaard de in de ketelautomaat geïntegreerde OpenTherm-interface is geselecteerd voor communicatie met de modulerende OpenTherm-regelaars (b.v. Honeywell Chronotherm Modulation en BasicStatt Modulation). Worden andere modulerende regelaars toegepast (rematic® SR5240 of rematic® 2945 C3) of een extern 0-10 Volt-signaal, dan dient de bijbehorende interface in de ketel te worden geplaatst en de interface-selectie ‘extern’ te worden geprogrammeerd (instelling 01). Zie voor meer informatie over de regelmogelijkheden par. 8.4.
bij boilerwarmtevraag d.m.v. boilerthermostaat of rematic®-regelaar: - de thermostaat of regelaar bepaalt het moment van inschakelen (dus boilertemperatuur en inschakeldifferentie)
6.6.3 Diverse instellingen t.b.v. boilerbedrijf (Parameter # - B - I) Voor een optimale samenwerking tussen ketel en boiler kunnen diverse instellingen worden gedaan: - de boilertemperatuur (parameter #). Instelling op gebruikersniveau; fabrieksinstelling 65°C (alleen bij toepassing van boilersensor). Bij rematic®-regelaar of Honeywell Chronotherm Modulation: instelling op de regelaar. - de inschakeldifferentie (parameter B). Hiermee wordt afhankelijk van de manier van regelen het moment van inschakelen voor boilerbedrijf bepaald. Fabrieksinstelling: 5°C. - de overtemperatuur (parameter I). Dit is het verschil tussen de ingestelde boilertemperatuur en de ketelaanvoertemperatuur tijdens boilerbedrijf. Fabrieksinstelling: 20°C.
modulatiegedrag bij blijvende warmtevraag (onafhankelijk van regeling): - Het toestel zal gaan moduleren op een ketelaanvoertemperatuur gelijk aan de ingestelde boilertemperatuur + de overtemperatuur. Dus: 65 + 20 = 85°C. - Het toestel blokkeert (regelstop) bij een ketelaanvoertemperatuur gelijk aan het genoemde modulatiepunt + een vaste waarde van 5°C. Dus: 85 + 5 = 90°C. - Het toestel komt bij blijvende warmtevraag weer in bedrijf bij een ketelaanvoertemperatuur gelijk aan het uitschakelpunt - de inschakeldifferentie. Dus: 90 - 5 = 85°C.
27
55418.indd
27
06/19/00, 4:38 PM
Remeha Quinta 45/65 6.6.4 Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur c.v.-bedrijf ( N) Instelmode, parameter N, instelbaar tussen -10 en 20°C, fabrieksinstelling: 03. Deze instelling bepaalt het moment van inschakelen tijdens c.v.-bedrijf (bij blijvende warmtevraag) gebaseerd op de retourtemperatuur bij de voorafgaande uitschakeling (regelstop). De regelstop duurt minimaal de vaste anti-pendeltijd van 2,5 min., echter niet langer dan de bij parameter U. (maximale blokkeringstijd) ingestelde waarde, zie par. 6.6.5 (tenzij de aanvoertemperatuur hoger is dan de gewenste aanvoertemperatuur.
6.6.6 Analoge ingang 0-10 V, modulatie op aanvoertemperatuur Q en Y) Fabrieksinstelling Q = 0 en Y = 100. De fabrieksinstelling is zo gekozen dat bij een extern signaal van 0 Volt de gewenste aanvoertemperatuur 0°C is. Bij 10 volt is de gewenste aanvoertemperatuur 100°C. Tussen 0 en 10 Volt moduleert de ketel op een waarde die lineair ligt tussen 0 en 100°C (met andere woorden 3,6 volt is 36°C). De interne begrenzing van de automaat blokt vervolgens de aanvoertemperauur af bij 90°C (Parameter !). Opmerking: - Deze parameter hoeft alleen ingesteld te worden bij modulatie op aanvoertemperatuur - (Parameter A, instelling 4y) en dus niet bij belastingsregeling (Parameter A, instelling 5y), zie par. 6.5.4. - 0 - 10 Volt aansturing is alleen mogelijk met een speciale interface (optie).
6.6.5 Maximale blokkeringstijd bij blijvende warmtevraag (U) Instelmode, parameter U, instelbaar tussen 0 en 99 minuten, fabrieksinstelling: 15. Een normale regelstop duurt nooit langer dan de hier ingestelde waarde (tenzij de aanvoertemperatuur hoger is dan de gewenste aanvoertemperatuur).
28
55418.indd
28
06/19/00, 4:38 PM
6.7 Uitleesmode (x[[) In de uitleesmode kunnen diverse waarden uitgelezen worden. Druk op de m-toets totdat in het code-venster ! verschijnt (stip knippert). Kies nu met de s-toets de gewenste code. Code
Omschrijving
Uitlezing (bijvoorbeeld)
! @ # $ % ^ &
Gemeten aanvoertemperatuur Gemeten retourtemperatuur Gemeten boilertemperatuur Gemeten buitentemperatuur N.v.t. Berekend setpunt aanvoertemperatuur Status warmtevraag
* (
Berekende inschakeltemperatuur aanvoer Gemeten stijgsnelheid aanvoertemperatuur [0,1 °C/sec] N.v.t.
- 80 - 70 - 65 (alleen met boilersensor) - 05 (allen met buitensensor) - 3^ - 84 - 1x (= warmtevraag) 0x (= geen warmtevraag) - 67 - 02
A Tabel 09.
Uitleesmode gebruikersniveau 6.9 Geforceerde mode ‘LAAG’ (l[[) Door in de bedrijfsmode de m en de [-]-toets tegelijkertijd in te drukken, gaat het toestel branden op het minimale vermogen. De aanvoertemperatuur kan echter niet boven het ingestelde maximum komen. Dit om het toestel en de installatie te beveiligen. Door tegelijkertijd de [+] en [-]-toets in te drukken, gaat het toestel terug naar de bedrijfsmode, of anders automatisch na 15 minuten.
6.8 Geforceerde mode ‘HOOG’ (h[[) Door in de bedrijfsmode de m en de [+]-toets tegelijkertijd in te drukken, gaat het toestel branden op het maximale vermogen. De aanvoertemperatuur kan echter niet boven het ingestelde maximum komen. Dit om het toestel en de installatie te beveiligen. Door tegelijkertijd de [+] en [-]-toets in te drukken, gaat het toestel terug naar de bedrijfsmode, of anders automatisch na 15 minuten.
29
55418.indd
29
06/19/00, 4:39 PM
Remeha Quinta 45/65 6.10 Toerentalmode (<[[) (service niveau) In de toerentalmode kan het toerental van de ventilator in delen uitgelezen worden. - Stel eerst de servicecode c12 in (zie par. 6.6). Druk op de m-toets totdat in het code-venster < verschijnt (beurtelings half cijfer).
Code
, .
Tabel 10.
Omschrijving
V.b. 5200 omw./min.
Toerental ventilator honderdtallen Toerental ventilator eenheden
- 52 - 00
Toerentalmode - Stel de servicecode c12 in (zie par. 6.6). - Druk de m-toets in totdat op het codevenster 1 verschijnt (cijfer knippert). - Kies nu met de s-toets de gewenste code.
6.11 Storingsmode (X[[) (service niveau) Een actuele storing is herkenbaar aan een knipperend code en t-venster (zie storingstabel in hoofdstuk 11). De laatst opgetreden storing, de daarbij behorende bedrijfscode en de heersende temperaturen worden opgeslagen in het geheugen van de microprocessor en kunnen in de storingsmode als volgt uitgelezen worden: Code
1 2 3 4 5 6
Tabel 11.
t 37 03 53 40 60 3&
Omschrijving
Storingscode (hoofdstuk 11) Bedrijfscode op moment van storingsingreep (par. 6.3) Aanvoertemperatuur op moment van storingsingreep Retourtemperatuur op moment van storingsingreep Boilertemperatuur op moment van storingsingreep (alleen met boilersensor) n.v.t.
Storingsmode op service niveau In dit voorbeeld: Retourtemperatuursensor is defect geraakt (storingscode 3&) tijdens branden op c.v. (03) bij een aanvoertemperatuur van 53°C, een retourtemperatuur van 40°C en een boilertemperatuur van 66°C. 30
55418.indd
30
06/19/00, 4:39 PM
7
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR
7.1 Voorschriften De installatie van de ketel is verplicht uit te voeren door een erkend C.V.installateur. Dit volgens de regels van goed vakmanschap en overeenkomstig de veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties, vervat in de normen NBN B 61-001, NBN D 51-003 en NBN D 51-004 en het AREI. De voorschriften van de plaatselijke energiebedrijven dienen eveneens te worden nageleefd. 7.2 Opstelling en bevestiging Voor het toestel wordt een vrije ruimte van minimaal 60 cm aanbevolen. Boven het toestel adviseren wij een vrije ruimte van minimaal 40 cm, onder het toestel is in principe een vrije ruimte van 25 cm voldoende. Daar alle delen van de voorzijde zijn te bereiken, is aan de linker- en rechterzijde geen minimale afstand vereist. Wij adviseren echter een minimale afstand van 2,5 cm, voor het eenvoudig kunnen openen van de klep. Monteer direct onder het toestel een gaskraan.
Afb 06. Opstellingsruimte Remeha Quinta 45/65 7.3 Rookgasafvoer en luchttoevoer
Hang de Remeha Quinta 45/65 waterpas aan een voldoende stevige wand d.m.v. de meegeleverde ophangbeugel. In de verpakkingsdoos bevindt zich een aftekenmal waarop de posities van de bevestigingsgaten zijn aangegeven.
7.3.1 Aansluitmogelijkheden Tijdens de installatie kan nog worden gekozen voor een ‘gesloten’ of ‘open’ uitvoering. Door middel van een wisselstuk (optioneel leverbaar) kan de standaard excentrische aansluiting eenvoudig worden gewijzigd in een concentrische aansluiting.
31
55418.indd
31
06/19/00, 4:39 PM
Remeha Quinta 45/65 Type C13: Gesloten toestel, aangesloten op gecombineerde geveldoorvoer. Type C33: Gesloten toestel, aangesloten op gecombineerde dakdoorvoer. Type C43: Gesloten toestel in cascade, aangesloten op een gemeenschappelijk luchttoevoeren rookgasafvoerkanaal (CLV systeem).
Standaard exentrische uitvoering
Type C53: Gesloten toestel, aangesloten op separate luchttoevoer en rookgasafvoerkanaal, uitmondend in verschillende drukvlakken. Open uitvoering Open toestellen betrekken de benodigde verbrandingslucht uit hun omgeving. Zie voor de tabel met maximaal te overbruggen weerstandslengten par. 7.3.5.
Optioneel concentrische uitvoering
Afb 07. Bovenaanzicht Remeha Quinta 45/65
Gesloten uitvoering Door toepassing van een luchttoevoerleiding verkrijgt men een gesloten systeem. Indien een gecombineerde terminal wordt toegepast dient deze volgens de installatienorm D 51-003 door de ketelleverancier meegeleverd te worden. Bij toepassing van een geveldoorvoer direct boven de ketel dient de Remeha geveldoorvoerset te worden toegepast (als accessoire leverbaar).
Na het ophangen en voor het aansluiten c.q. plaatsen van het luchttoevoeren rookgasafvoersysteem dient de stofdop uit de rookgasafvoer te worden verwijderd. 7.3.2 Type indeling in verband met afvoer rookgassen Indeling volgens CE: Type B23: Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks.
32
55418.indd
32
06/19/00, 4:39 PM
Afb 08. Remeha geveldoorvoerset Rookgasafvoer constructie: De toe te passen rookgasafvoerleiding dient qua constructie op naden en verbindingen lucht en waterdicht te worden uitgevoerd of naadloos (type P en W volgens prEN 1856-1). Horizontale gedeelten in de rookgasafvoer moeten op afschot liggen richting toestel (minimaal 5 cm per meter).
Een rookgasafvoertabel voor de Remeha Quinta 45/65 in gesloten uitvoering vindt u in par. 7.3.6. Zie voor uitmonding in twee verschillende drukgebieden par. 7.3.7 7.3.3 Uitmonding Zie voor uitmondingen de NBN D 51-003 en NBN B 61-001 en de aanbevelingsdocumenten van de KVBG.
Voeringkanalen: Als voeringkanalen worden toegepast, dienen deze vervaardigd te worden uit een luchtdichte, dikwandige starre aluminium of roestvaststalen constructie (ook buigbare kunststof en roestvaststalen voeringpijpen zijn toegestaan). Aluminium is toegestaan, mits er geen contact is met het bouwkundige gedeelte van het rookgasafvoerkanaal.
7.3.4 Overige eisen Rookgasafvoer materiaal: Enkelwandig, star: roestvaststaal, dikwandig aluminium of kunststof met Gaskeur. Flexibel: roestvaststaal of kunststof met Gaskeur.
33
55418.indd
33
06/19/00, 4:39 PM
Remeha Quinta 45/65 Luchttoevoer materiaal: Enkelwandig, star of flexibel: aluminium, roestvaststaal of kunststof. Luchttoevoer constructie: Bij toepassing van de gesloten toesteluitvoering dient ook de luchttoevoerleiding luchtdicht te worden uitgevoerd. Dit ter voorkoming van aanzuiging van ‘valse’ lucht. Horizontale gedeelten in de luchttoevoer moeten op afschot liggen richting toevoeropening. 7.3.5 Rookgasafvoertabel open situatie (type B23 volgens CE) Zie onderstaande tabel voor de maximaal toepasbare lengte L van rookgasafvoermateriaal Ø 80 (Quinta 45) en Ø 100 (Quinta 65).
Maximale lengte Equivalente lengte bocht 45° Equivalente lengte bocht 90° Equivalente lengte T-stuk 90°
Tabel 12.
m m m m
Quinta 45 80mm 33 1,2 4 4
Quinta 65 100mm 27 1,4 4,9 4,9
Rookgasafvoertabel ‘open uitvoering’ Voorbeeld: Een schoorsteen voor een Remeha Quinta 45 met 6 lengtes van 1 m en 3 bochten van 90°. Totale weerstand komt overeen met: 6 m + 3 x 4 m = 18 meter --> 18 < 33 dus voorgesteld tracee is toepasbaar.
Opmerking: - Voor afwijkende lengtes en schoorsteentracees, gelieve ons te consulteren. - Voor elke bocht van 45 of 90° dient men hoger vermelde schoorsteenlengte in mindering te brengen.
34
55418.indd
34
06/19/00, 4:39 PM
7.3.6 Rookgasafvoertabel gesloten situatie (horizontaal of verticaal, type C13 en C33 volgens CE) Zie onderstaande tabel voor de maximaal toepasbare lengte L van rookgasafvoermateriaal Ø 80 (Quinta 45) en Ø 100 (Quinta 65).
maximale lengte (horizontaal of verticaal), inclusief terminal. Equivalente lengte bocht 45° Equivalente lengte bocht 90° standaard (R = 1,5 D)
Tabel 13.
Quinta 45 80 mm
Quinta 65 100 mm
m
13
9
m m
1,2 4
1,4 4,9
Rookgasafvoertabel ‘gesloten uitvoering’ 7.3.7 Uitmonding in verschillende drukgebieden Verbrandingsluchttoevoer (horizontaal) en rookgasafvoer (verticaal bovendaks) in verschillende drukgebieden (zgn. vereenvoudigde CLV systemen, zie afb. 9) is mogelijk, m.u.v. het ‘kustgebied’. Het maximaal toegestane hoogteverschil tussen verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer bedraagt 36 meter en de maximaal toegestane lengte van luchttoevoer en rookgasafvoer samen bedraagt 40 meter. Voor meer informatie, gelieve ons te consulteren.
Opmerking: - Voor afwijkende lengtes en schoorsteentracees, gelieve ons te consulteren. - Voor elke bocht van 45 of 90° dient men hoger vermelde schoorsteenlengte in mindering te brengen. - L = de enkele afstand tussen ketel en terminal - De waarden in de tabel zijn inclusief de weerstand van de terminal. Voorbeeld: Een schoorsteen voor een Remeha Quinta 45 met 2 x 2 lengtes van 1 m en 2 x 1 bocht van 90°. Totale weerstand komt overeen met: 4 m + 2 x 1 x 4 m = 12 meter --> 12 < 13 = dus voorgesteld tracee is toepasbaar.
35
55418.indd
35
06/19/00, 4:39 PM
Remeha Quinta 45/65
Afb 09. Uitmonding in verschillende drukgebieden
maximale lengte L (horizontaal + verticaal), inclusief uitmonding. Equivalente lengte bocht 45° Equivalente lengte bocht 90°
Tabel 14.
m
Quinta 45 80 mm 20
Quinta 65 100 mm 8
m m
1,2 4
1,4 4,9
Uitmonding in verschillende drukgebieden
Opmerking: - Voor afwijkende lengtes en schoorsteentracees, gelieve ons te consulteren. - Voor elke bocht van 45 of 90° dient men hoger vermelde schoorsteenlengte in mindering te brengen.
7.4 Installatiegegevens 7.4.1 Condenswaterafvoer Voer het condenswater direct af naar het riool. Pas, gezien de zuurgraad (pH 2 tot 5), alleen kunststofmateriaal toe als afvoerleiding. Vul de sifon na montage met water. Maak de aansluiting op de riolering met een open verbinding. De afvoerende leiding dient een afschot te hebben van minimaal 30 mm/m. Afvoeren van condenswater in een dakgoot is niet toegestaan, dit met oog op bevriezingsgevaar en aantasting van de normaal toegepaste materiaalsoorten voor dakgoten. 36
55418.indd
36
06/19/00, 4:40 PM
7.4.4 Circulatiepomp De Remeha Quinta 45/65 wordt standaard zonder circulatiepomp geleverd. Een circulatiepomp (Wilo, type RS 25/7-3) is optioneel verkrijgbaar en kan in het toestel worden gemonteerd. De opvoerhoogte kan worden ingesteld met een schakelaar voor 3 toerentallen. In afb 10 is de ketelweerstand en de restopvoerhoogte weergegeven. Dit is de voor de installatie beschikbare opvoerhoogte, na aftrek van de ketelweerstand.
7.4.2 Waterkwaliteit Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist (zie onze publicatie ‘Waterbehandelingsvoorschrift’). Het ongecontroleerd toevoegen van chemische middelen wordt dringend ontraden. De installatie dient te worden gevuld met genormaliseerd drinkwater. De PH-waarde van het installatiewater dient te liggen tussen 7 en 9. 7.4.3 Overstortventiel Monteer overeenkomstig de geldende voorschriften een overstortventiel tussen eventuele afsluiters en het toestel, in de aanvoerleiding binnen 0,5 m vanaf het toestel. Dit overstortventiel moet tenminste 1/2” zijn (wordt niet meegeleverd).
800
700 600
III
I Pompstand 1 II Pompstand 2 III Pompstand 3 u Ketelweerstand
600
III
500
500
II
400
II
400 300
300
I
200 100
I
200
U
I Pompstand 1 II Pompstand 2 III Pompstand 3 u Ketelweerstand
700
restopvoerhoogte [mbar]
restopvoerhoogte [mbar]
800
U
100
dT 20°C
dT 20¡C
0
0 0
500
1000
1500
2000
2500
debiet [l/h]
0
500
1000
1500
2000
debiet [l/h]
2500
3000
3500
Afb 10. Ketelweerstand en restopvoerhoogte (met optionele Wilo RS 25/7 - 3) Remeha Quinta 45/65 Opmerking: De standaard nadraaitijd van de pomp is 3 minuten. Naar wens kan deze op een andere waarde worden ingesteld (zie par. 6.5.2).
Het opgenomen vermogen van de pomp bedraagt: - 132 W bij 2450 t/mn (stand III) - 92 W bij 2250 t/mn (stand II).
37
55418.indd
37
06/19/00, 4:40 PM
Remeha Quinta 45/65 7.5.2 Het Remeha Quinta cascadesysteem Voor de installatie van 2 tot en met 5 ketels in lijn heeft Remeha zeer installatievriendelijke sets in het programma. Door gebruik te maken van deze sets wordt aanzienlijk op montagekosten bespaard en kan per saldo de totale installatie voordeliger worden uitgevoerd.
7.4.5 Waterdoorstroming Het maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en retour wordt door de modulerende regeling van het toestel begrensd (zie par. 6.6.1), evenals de maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur. Hierdoor is het toestel nagenoeg ongevoelig voor te kleine waterdoorstroming. Indien het toestel aangestuurd wordt door een modulerende en communicerende regelaar (zie par. 8.4), zijn geen maatregelen voor een minimale waterdoorstroming vereist. In andere gevallen is een minimale waterdoorstroming vereist van 0,16 m3/h voor de Quinta 45 en 0,24 m3/h voor de Quinta 65.
De sets bestaan uit (zie afb. 11): - ophanging voor ketels en leidingwerk (1) - open verdeler (2) - aanvoer- en retourverzamelleiding (3) - hoofdgasleiding (4) - voorgemonteerde ketelaansluitsets met de benodigde appendages (5) - gezamenlijke condensafvoer
7.5 Cascadetoepassing Verder is optioneel leverbaar: - ketelpomp - weersafhankelijke cascaderegelaar - boileraansluitset - isolatie voor het hydraulische deel
7.5.1 Inleiding De Remeha Quinta 45/65 is bij uitstek geschikt voor opstelling in cascade. Door de breedte van slechts 50 cm kan aan een wand van ca. 3 meter een vermogen van maar liefst meer dan 300 kW (5 x Quinta 65) worden geïnstalleerd. Doordat de Quinta 45 en de Quinta 65 qua afmetingen en aansluitingen identiek zijn, is ook een mix van toestellen geen probleem. Geen cascade-installatie is gelijk. Remeha biedt dan ook verschillende standaard-oplossingen aan, zie par. 7.5.2 en 7.5.3. Daarnaast bestaat natuurlijk de mogelijkheid om uw eigen cascade-installatie te ontwerpen. Ook hierbij kan ondersteuning worden verleend, zie par. 7.5.4. Voor gedetailleerde informatie over cascade verwijzen wij u naar de Remeha cascade-documentatie. 38
55418.indd
38
06/19/00, 4:40 PM
Afb 11. Remeha Quinta cascadesysteem ook open verdelers in haar programma, waarop de aanvoer en de retour van elke ketel rechtstreeks kan worden aangesloten.
7.5.3 De Remeha DUO en TRIO verdeler Voor cascadeopstellingen van 2 of 3 ketels heeft Remeha naast de cascadeset
4. Veiligheidsventiel 6. Terugslagklep 8. Handafsluiter 9. Automatische ontluchter 10. Remeha DUO-verdeler 11. Aftapkraan 12. Installatiepomp 13. Installatie expansievat 14. Aanvoertemperatuurvoeler
Afb 12. Opstellingstekening met Remeha DUO verdeler 39
55418.indd
39
06/19/00, 4:40 PM
Remeha Quinta 45/65 7.6.2 Hydraulische aansluiting van een boiler In principe kan een boiler op twee manieren op de Quinta ketels worden aangesloten. D.m.v. een driewegklep of d.m.v. een boilerpomp.
7.5.4 Zelfbouw Voor specifieke situaties kan natuurlijk altijd een passende cascade-installatie, bestaande uit meerdere Remeha Quinta 45/65-toestellen, worden ontworpen. Zie voor principeschema’s en dimensionering de Remeha cascade-documentatie of gelieve ons te consulteren.
230 Volt veerbelaste driewegklep Het principeschema is te zien in afb.13. Bij het ontwerp van de installatie is uiteraard de waterzijdige weerstand van belang. De weerstand van de driewegklep is weergegeven in afb.15.
7.6 Boilertoepassing 7.6.1 Inleiding Verschillende boilers kunnen worden aangesloten op de Remeha Quinta 45/65 overeenkomstig de principe aansluitschema’s in afb 13 en 14.
Bij een te hoge weerstand dient voor de optie ‘boilerpomp’ te worden gekozen. Na einde warmtevraag van de boiler zal de ingebouwde circulatiepomp maximaal 5 minuten in boilerstand nadraaien als er geen c.v.-vraag is.
Opmerking 1: Ter voorkoming van ongecontroleerde stromingen in het c.v.-net moet de retourleiding van de boiler altijd rechtstreeks op de retourleiding naar de Remeha Quinta 45/65 worden aangesloten en dus nooit rechtstreeks op het c.v. net. Monteer in de koudwatertoevoer van de boiler een inlaatcombinatie tegen terugstromen en overdruk. Deze inlaatcombinatie wordt niet meegeleverd.
Boilerpomp De situatie met boilerpomp is weergegeven in afb. 14. Tijdens boilerbedrijf staat de installatiepomp stil. Na einde warmtevraag van de boiler zal de boilerpomp maximaal 5 minuten nadraaien als er geen c.v.-vraag is.
Opmerking 2: Het vermogen van de Remeha Quinta 45/65 kan eventueel worden aangepast op de boiler door instelling van parameter C, zie par. 6.6.
40
55418.indd
40
06/19/00, 4:40 PM
Afb 13. Aansluiting boiler m.b.v. wisselklep
41
55418.indd
41
06/19/00, 4:40 PM
Remeha Quinta 45/65
Afb 14. Aansluiting boiler m.b.v. boilerpomp.
120
3000
dP (mBar)
2500
Flow (l/h)
80
2000
60
1500
40
1000
20
500
0
Volumestroom (l/h)
dP (mBar)
100
0 10
20
30
40
50
60
Vermogen (kW)
Afb 15. Weerstand wisselklep Honeywell (1”, ∆T = 20°C) 42
55418.indd
42
06/19/00, 4:40 PM
8
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR Nadraaitijd pomp c.v. stand: instelbaar Nadraaitijd pomp boilerstand: maximaal 5 min. Maximaal opgenomen vermogen externe pomp: 220 VA
8.1 Algemeen De Remeha Quinta 45/65 is uitgevoerd met elektronische regel- en beveiligingsapparatuur en ionisatievlambeveiliging. Het hart van de toestelbesturing de Comfort Master is een microprocessor, die het toestel beveiligt en bestuurt. Het toestel is geheel voorbedraad, alle externe aansluitingen kunnen op twee klemmenstroken (24 Volt en 230 Volt) worden uitgevoerd. De aansluiting op het elektriciteitsnet dient te worden uitgevoerd volgens de voorschriften van het plaatselijk elektriciteitsbedrijf en het AREI.
8.2.3 Zekeringwaarden Op de automaat bevinden zich zekeringen van 2 AF (F1; 230 Volt) en 4AT (F2; 24 Volt), reservezekeringen zijn meegeleverd en bevinden zich op de automaat beschermkap. De hoofdzekering (incl. reserve) bevindt zich in de euroconnector van de voeding (6,3 AT).
8.2 Elektrotechnische specifikaties 8.2.1 Netspanning Het toestel is geschikt voor een 230V/50Hz voeding met fase/nul/aarde systeem en voorzien van een steker met randaarde (snoerlengte ca. 2 m.). Andere aansluitwaarden zijn alleen toegestaan m.b.v. een scheidingstransformator. Het toetstel is niet fasegevoelig. Het maximaal opgenomen vermogen is 222 VA (incl. pomp). 8.2.2 Beveiligingsautomaat Fabrikaat: Gasmodul Type: MCBA 1461 D Aansluitspanning: 230 V/50 Hz Opgenomen vermogen: 10 VA (rusttoestand) Naspoeltijd: 10 sec Veiligheidstijd: 3 sec Antipendeltijd: 150 sec
Afb 16. Beveiligingsautomaat Gasmodul met reservezekeringen
43
55418.indd
43
06/19/00, 4:40 PM
Remeha Quinta 45/65 te worden, blijft het toestel zo lang mogelijk in bedrijf. Bij een te geringe doorstroming (∆T=45°C) gaat het toestel in de blokkeringsmode (geen storing).
8.2.4 Watertemperatuurregeling De Remeha Quinta 45/65 is voorzien van een elektronische temperatuurregeling op basis van een aanvoer- en een retourtemperatuursensor. De aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 20 en 90°C (fabrieksinstelling 80°C).
8.2.6 Maximaalbeveiliging De maximaalbeveiliging schakelt bij een te hoge watertemperatuur (110°C of lager, zie par. 6.6., parameter %) het toestel uit en vergrendelt deze op de beveiligingsautomaat. Na het opheffen van de storing kan het toestel ontgrendeld worden met de reset-toets.
8.2.5 Watergebrekbeveiliging De Remeha Quinta 45/65 is voorzien van een watergebrekbeveiliging op basis van temperatuurmetingen. Door terug te moduleren op het moment dat de waterdoorstroming te weinig dreigt
Afb 17. Klemmenstrook *) Doorverbinding t.b.v. externe beveiliging zie par. 8.6.4. 44
55418.indd
44
06/19/00, 4:41 PM
Legende 1 Schroeven instrumentenkast 2 Klemmenstroken 3 Beveiligingsautomaat 4 Trekontlastingen 5 Display
6 Interface tbv rematic® SR5240/2945 C3K en 0-10 volt (optie) 7 Print t.b.v. boilerpomp/bedrijfs- en storingsmelding 8 230 Volt voeding
1 5
7 2
4
8
6
1
3
5
Afb 18. Gesloten en geopende instrumentenkast door de modulerende regelaar bepaalde aanvoertemperatuur. Dit geldt voor zowel enkele ketelopstellingen als voor cascade-installaties, op basis van ruimte- en/of buitentemperatuur - Analoge regeling (0-10 Volt), waarbij de belasting tussen de minimale en de maximale waarde moduleert op basis van de door de analoge ingang aangeboden spanning. - Aan/uit regeling, waarbij de belasting tussen de minimale en de maximale waarde moduleert op basis van de op het toestel ingestelde aanvoertemperatuur. Eventueel te combineren met een buitenvoeler, waardoor de interne stooklijn wordt benut. - Hoog/laag regeling, waarbij het toestel tussen deellast (18% of hoger in te stellen) of vollast geregeld wordt, d.m.v. een tweetraps regelaar.
8.3 Aansluitingen Alle externe aansluitingen (behalve rematic® 2945 C3) kunnen op de standaard klemmenstrook van de ketel worden gemaakt, (zie afb 17). Deze klemmenstrook bevindt zich in de elektronicakast van het toestel en is te bereiken door de twee schroeven van het instrumentenpaneel los te draaien (zie afb 18). De externe aansluitmogelijkheden worden in de volgende paragrafen toegelicht. 8.4 Toestelregeling (c.v.) 8.4.1 Inleiding De belasting van de Remeha Quinta 45/65 kan op de volgende manieren worden geregeld: - Modulerend, waarbij de belasting tussen de minimale en de maximale waarde moduleert op basis van de 45
55418.indd
45
06/19/00, 4:41 PM
Remeha Quinta 45/65 8.4.2 Modulerende regelingen Met behulp van een modulerende regelaar wordt het modulerende karakter van de ketel optimaal benut. De regelaar communiceert met de ketel via een digitale tweedraads busverbinding. De regelaar vraagt op basis van ruimte en/of buitentemperatuur continu een aanvoertemperatuur (of een vermogen) van de ketel die vervolgens op deze waarde gaat moduleren. Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe en wordt het aantal starts drastisch gereduceerd. In combinatie met de gas-/luchtkoppeling betekent dit per saldo een hoger rendement en lagere onderhoudskosten. Er kunnen verschillende soorten modulerende regelingen worden aangesloten:
Modulerende weersafhankelijke regeling rematic® Remeha heeft hiervoor twee regelaars als accessoire leverbaar. Bij de regelaars wordt een interface geleverd die in de ketel wordt gebouwd, zie afb 19. De aansluitingen hiervoor zijn geheel voorbedraad. Om deze interface actief te maken moet de interface-selectie op ‘extern’ worden geprogrammeerd (zie par. 6.6, parameter ().
Modulerende ruimteregeling De Remeha Quinta 45/65 is voorbereid voor communicatie via het OpenTherm protocol. Dit betekent dat zonder verdere aanpassingen de modulerende ruimteregelaars van Honeywell (Chronotherm Modulation en BasicStatt Modulation) kunnen worden aangesloten. De regelaars worden gemonteerd in een referentieruimte. Aansluiting vindt plaats met behulp van een twee-aderige kabel op de klemmen 1 en 2 van de 24-polige klemmenstrook (zie afb 17).
Afb 19. Interface inbouw
46
55418.indd
46
06/19/00, 4:41 PM
rematic® SR 5240 C1 Deze regelaar is bedoeld voor het weersafhankelijk voorregelen van de ketel, zonder naregeling van verwarmingsgroepen. De regelaar kan in de ketel worden gemonteerd. Aansluiting vindt plaats met behulp van de voorbedrade tweeaderige kabel op steker K2 in de instrumentenkast. Ook montage in de een referentieruimte is mogelijk. In dat geval kan ook ruimtetemperatuur-compensatie worden toegepast. Aansluiting vindt dan plaats met behulp van een tweeaderige kabel op klemmen 1 en 2 van de 24-polige klemmenstrook (zie afb 17).
rematic® 2945 C3 Deze regelaar kan, naast het weersafhankelijk voorregelen van de ketel, ook de aansturing van twee gemengde groepen verzorgen. De regelaar wordt in de ketel gemonteerd. Aansluiting vindt plaats met behulp van de meegeleverde rematic® adapter. Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van de betreffende regelaar.
1 rematic® 2934 C3K 2 Ketelklemmenstrook (verplaatst) 3 rematic® adapter 4 Aardrail 5 Trekontlastingen
3
4
2
1
5 Afb 20. Geopende instrumentenkast met gemonteerd rematic® 2945 C3K en adapter
47
55418.indd
47
06/19/00, 4:41 PM
Remeha Quinta 45/65 Analoog regelen op belasting De interne regeling van het toestel dient op ‘externe ingang, moduleren op belastingspercentage’ te worden ingesteld (zie par.6.5.4, parameter A). Voor het verband tussen de spanning en de belasting, zie grafiek in afb. 22. gewenste belasting (%)
8.4.3 Analoge regeling (0-10 Volt) Met behulp van een speciale interface (als accessoire leverbaar) die in de ketel kan worden geplaatst (zie afb 19) is modulerende aansturing door middel van een 0-10 Volt signaal mogelijk. Om deze interface actief te maken moet de interface-selectie op ‘extern’ worden geprogrammeerd (zie par. 6.6, parameter (). Er kan worden gekozen voor het regelen op temperatuur of op belasting. Analoog regelen op temperatuur Het 0-10 Volt signaal regelt de ketelaanvoertemperatuur tussen 20 en 90°C. De interne regeling van het toestel dient op ‘externe ingang, moduleren op aanvoertemperatuur’ te worden ingesteld (zie par. 6.5.4, parameter A). Voor instelling van de verhouding tussen spanning en gewenste aanvoertemperatuur, zie grafiek in afb. 21.
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1
uit
aan
2
3
4
5
6
7
8
ingangsspanning
9 [V
10 ]
o
gewenste aanvoertemperatuur ( C)
Afb 22. Grafiek spanning - belasting 100
8.4.4 Kamerthermostaat De Remeha Quinta 45/65 is geschikt voor het aansluiten van ééntraps kamerthermostaat met potentiaalvrij contact, aan te sluiten op de klemmen 3 en 4 van de 24-polige klemmenstrook (zie afb 17). Bij toepassing van een ééntraps regelaar moduleert het toestel op de ingestelde maximale aanvoertemperatuur (ketelthermostaat). Deze is instelbaar op gebruikersniveau (zie par. 6.5.1, parameter !).
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1
uit
aan
2
3
4
8
9
10
ingangsspanning
5
6
7
[V
]
8.4.5 Buitentemperatuursensor Om gedurende het hele stookseizoen gebruik te maken van het modulerende bedrijf van het toestel kan een Remeha buitentemperatuursensor (als accessoire leverbaar) worden toegepast.
Afb 21. Grafiek spanning - temperatuur
48
55418.indd
48
06/19/00, 4:41 PM
8.4.6 Externe tweetraps regeling U kunt een tweetraps kamerthermostaat of een tweetraps externe weersafhankelijke regeling aansluiten. Het toestel wordt dan hoog / laag bestuurd. Voer bij aansluiten de volgende handelingen uit: a. Sluit de 1e trap (aan / uit) aan op de klemmen 3 en 4 van de 24-polige klemmenstrook. Sluit de tweede trap (laag / hoog) aan op de klemmen 5 en 6. b. De interne regeling van het toestel dient op hoog / laag regeling ingesteld te worden (zie par. 6.5.4, parameter A).
Zet een draadbrug op de klemmen 3 en 4 en sluit de buitentemperatuursensor aan op de klemmen 5 en 6 van de 24-polige kroonsteen, zie afb. 17. Het toestel zal nu gaan moduleren op een aanvoertemperatuur behorende bij de buitentemperatuur (zie stooklijngrafiek in afb. 23).
8.5 Boilerregeling De Remeha Quinta 45/65 is standaard voorzien van een boilerregeling, geschikt voor het aansturen van een 230 Volt wisselklep of boilerpomp. De regeling is uitgevoerd met een zgn. boilervoorkeurschakeling. Dit houdt in dat bij gelijktijdige warmtevraag van de boiler en de c.v., de boiler de voorkeur krijgt. Afhankelijk van de keuze ‘wisselklep’ of ‘boilerpomp’ dient parameter J te worden ingesteld op 00 (fabrieksinstelling) of 01 (zie par. 6.6).
Afb 23. Interne stooklijn Instelling van de stooklijn De instelling van de maximale aanvoertemperatuur is tevens de instelling van de ‘top’ van de stooklijn, d.w.z. de gewenste aanvoertemperatuur bij een buitentemperatuur van –10°C. De ‘voet’ van de stooklijn is ook instelbaar. Beide waarden kunnen op gebruikersniveau worden aangepast (zie par. 6.5, parameter ! en u).
Aansluiten van een 230 Volt boilerpomp of wisselklep Sluit de boilerpomp of de veerbelaste wisselklep aan op de klemmen 17 en 18 van de 24-polige klemmenstrook en de aarde op de aardrail.
Montage van de buitentemperatuursensor Monteer de buitenvoeler, beschermd tegen direct zonlicht, aan de noord- of noordwestzijde van de woning, op een hoogte van min. 2,5 meter vanaf het maaiveld. De buitentemperatuursensor niet monteren in de nabijheid van vensters, deuren, ontluchtingsroosters of afzuigkap, etc.
Boilertemperatuurregeling De boilertemperatuur kan op twee manieren worden geregeld. Met behulp van een boilerthermostaat of met behulp van een Remeha temperatuursensor (als 49
55418.indd
49
06/19/00, 4:41 PM
Remeha Quinta 45/65 In vorstgevaarlijke ruimtes is het aan te bevelen een vorstthermostaat te plaatsen en aan te sluiten op de klemmen 3 en 4 van de 24-polige klemmenstrook (op dezelfde klemmen waar ook de eventuele aan/uit-kamerthermostaat wordt aangesloten). Wanneer de vorstthermostaat inschakelt zal het toestel in bedrijf komen met als begrenzing de geprogrammeerde maximale aanvoertemperatuur. Dit gebeurt ook als een modulerende regelaar is aangesloten.
optie leverbaar). Aansluiting van zowel de thermostaat als van de sensor op de klemmen 7 en 8 van de 24-polige klemmenstrook. De aansluitingen mogen onderling verwisseld worden (zie voor instellingen par. 6.6.3). 8.6 Overige aansluitingen 8.6.1 Externe circulatiepomp Een externe circulatiepomp kan worden aangesloten op de klemmen 19 en 20 van de 24-polige klemmenstrook en de aardrail. Het maximum opgenomen vermogen bedraagt 200 W.
8.6.3 Storingsmelding en bedrijfsmelding De ketel is standaard voorzien van een storingsmelding en een bedrijfsmelding. Dit zijn potentiaalvrije contacten. Sluit de storingsmelding aan op de klemmen 21 en 22, de bedrijfsmelding op de klemmen 23 en 24 van de 24-polige klemmenstrook.
8.6.2 Vorstbeveiliging Het toestel moet in een vorstvrije ruimte worden opgehangen i.v.m. mogelijke bevriezing van de condensafvoerleiding. Als het c.v.-water te ver in temperatuur daalt, treedt de ingebouwde toestelbeveiliging in werking. Als de watertemperatuur: - Lager is dan 7°C wordt de circulatiepomp ingeschakeld (bij een externe pomp geldt dit alleen wanneer de pomp op de automaat is aangesloten) - Lager is dan 3°C wordt de ketel ingeschakeld - Hoger is dan 10C worden ketel en circulatiepomp weer uitgeschakeld.
8.6.4 Externe beveiliging Op de 24-polige klemmenstrook zijn de klemmen 10 en 14 aan de ketelzijde doorverbonden (zie afb. 17). Deze doorverbinding kan worden verwijderd, waarna een externe beveiliging kan worden aangesloten (bijvoorbeeld externe maximaalthermostaat). Bij het openen van het externe contact gaat het toestel in vergrendeling (storingscode 12).
Let op: Dit is dus alleen een beveiliging voor de ketel en niet voor de installatie.
50
55418.indd
50
06/19/00, 4:41 PM
9
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR 9.3 Propaanbedrijf Voor propaanbedrijf is geen ombouw van het toestel nodig. Volstaan kan worden met het opnieuw inregelen van het CO2-percentage (zie par. 12.3) en het aanpassen van het ventilatortoerental. De gebruikelijke voordruk van handelspropaan (37/50 mbar) kan worden toegepast.
9.1 Gasaansluiting Het toestel is geschikt voor het verstoken van alle kwaliteiten aardgas en propaan categorie I2E(S)B en I3P . Het toestel moet op de gasleiding worden aangesloten overeenkomstig de in de NBN D 51-003 (voor huishoudelijke gasleidinginstallaties) of NBN D 51-004 (voor industriële gasinstallaties) gestelde eisen. In de nabijheid van het toestel dient een gashoofdkraan te worden opgenomen. De gasaansluiting bevindt zich aan de onderzijde van het toestel (zie afb 2). In de gastoevoerleiding dient een gasfilter te worden geïnstalleerd om vervuiling van het gasblok te voorkomen.
Let op: Het toetsel is ingesteld op aardgas G20. Om de inbedrijfstelling op propaan mogelijk te maken dient allereerst instelschroef ‘vollast’ 3 resp. 4 slagen (Quinta 45 resp. 65) rechtsom te worden gedraaid (zie afb. 26). Verder dient het ventilatortoerental te worden aangepast (parameter ^ en parameter C instellen op 46, zie par. 6.6)
9.2 Gasdrukken De vereiste gasvoordruk bedraagt 17 tot 25 mbar (overeenkomstig keuringseisen). De juiste branderdruk instelling voor aardgas G20 is, overeenkomstig categorie I2E(S)B, op de fabriek uitgevoerd. Zie voor het stoken op propaan par. 9.3.
51
55418.indd
51
06/19/00, 4:42 PM
Remeha Quinta 45/65 10 INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT 16. Het toestel komt nu in bedrijf. Het bedrijfsverloop is via het code-venster zichtbaar (zie par. 6.3). 17. De installatie opwarmen tot ongeveer 80°C en het toestel uitschakelen. 18. De installatie ontluchten en de waterdruk controleren. 19. Het toestel is nu bedrijfsklaar. 20. De ruimtethermostaat of de toestelregeling op de gewenste waarden instellen.
10.1 In bedrijf stellen 1. Schakel de elektrische voeding van het toestel uit. 2. Verwijder de voormantel. 3. Controleer de gasaansluiting op dichtheid. 4. Controleer of de elektrische aansluiting inclusief aarding juist is uitgevoerd. 5. Draai het dopje van de automatische ontluchter open (Par 2.1, pos. 2). 6. Vul het toestel en de installatie met water (advies 1,5 bar, minimale druk 0,8 bar, maximale druk 3 bar). 7. Open de elektonicakast door het los draaien van de twee schroeven. 8. Ontlucht de installatie. 9. Vul de sifon met water. 10. Controleer de rookgasafvoeraansluiting en de luchttoevoeraansluiting. 11. Sluit de elektronicakast en draai de twee schroeven weer vast.
Opmerking: De Remeha Quinta 45/65 wordt met een aantal basisinstellingen geleverd. Indien andere regelwaarden worden gewenst: zie par. 6.5 en 6.6. 10.2 Uit bedrijf nemen Tijdelijk uit bedrijf nemen met vorstbeveiliging: - Met behulp van de schakelaar r en/of k, zie par. 6.1.3. - Gaskraan niet sluiten - Elektrische voeding niet uitschakelen.
Let op bij propaan bedrijf: Om verdere inbedrijfstelling op propaan mogelijk te maken, dient allereerst instelschroef ‘vollast’ 3 resp. 4 slagen (Quinta 45 resp. 65) rechtsom te worden gedraaid, zie afb. 26. Verder dient het ventilatortoerental te worden aangepast. Parameter ^ en Parameter C op 46, zie par. 6.6.
Volledig uit bedrijf nemen zonder vorstbeveiling: - De elektrische voeding van het toestel uitschakelen. Hierdoor wordt ook de eventuele regelaar spanningsloos - Gaskraan sluiten.
12. Gasleiding ontluchten. 13. Open de gaskraan in de gasleiding naar het toestel. 14. Schakel de elektrische voeding van het toestel in. 15. Stel de kamerthermostaat of de ketelregeling in op warmtevraag. 52
55418.indd
52
06/19/00, 4:42 PM
11 RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN 11.1 Algemeen De wijze waarop een eventuele storing kan worden gelokaliseerd is afhankelijk van de toegepaste regelaar. Is dit een rematic® SR5240 of een rematic® 2945 C3, volg dan par. 11.2. Zie voor alle andere gevallen tabel 15. stap 1
waarneming Er verschijnen geen cijfers op het toesteldisplay.
2
Wordt op het toesteldisplay een storingscode weergegeven ? Controleer de bedrijfstoestand van het toestel (zie par. 6.3).
3
4
Controleer de regeling
5
Controleer de werking van het toestel door een draadbrug aan te sluiten op de 24-polige klemmenstrook tussen de klemmen 3 en 4 (aan/uit-thermostaat) Controleer de communicatie tussen regelaar en ketel m.b.v. de LED’s op de ingebouwde interface, zichtbaar door het transparante deel van het instrumentenpaneel, zie afb. 24.
6
11.2 Storingen bij toestellen met rematic® SR5240 / 2945 C3 Voer de onderstaande stappen in de gegeven volgorde uit:
controleer de voedingsspanning 230 V de zekering in de euroconnector verbinding onder het toestel de zekeringen op de automaat. Cijfers knipperen?
0 (geen warmtevraag) 1 t/m 9, h, l, b:
Is deze juist aangesloten Is deze juist ingesteld Is deze defect Komt het toestel in bedrijf? Komt het toestel niet in bedrijf? Controleer de parameter instellingen van regelaar en automaat Knippert LED 1 niet? Knippert LED 2 niet? Knipperen beide LED’s? Controleer dan de bekabeling van de klemmenstrook en automaat
actie Indien zekering defect, deze vervangen door de meegeleverde reservezekering Ja, ga dan verder bij par. 11.4 Ga verder bij punt 4 Probeer m.b.v. de gegeven bedrijfstoestand de oorzaak van de storing te achterhalen Zie de documentatie van de regelaar Vervang de regeling Ja, ga verder met punt 6 Herhaal eerst punt 3.
Interface of automaat is defect Interface of regelaar is defect Is deze goed vervang dan de automaat
Tabel 15.
53
55418.indd
53
06/19/00, 4:42 PM
Remeha Quinta 45/65 Afb 24. Interface voor regelaars rematic® SR5240 en rematic® 2945 C3 K
11.3 Storingen bij toestellen met andere regelaars Voer de onderstaande stappen in de gegeven volgorde uit: stap Waarneming 1 Er verschijnen geen cijfers op het toesteldisplay.
2
3
4
controleer De voedingsspanning 230 V De zekering in de euroconnector aansluiting onder het toestel De zekeringen op de automaat. Cijfers knipperen?
Wordt op het toesteldisplay een storingscode weergegeven ? Controleer de bedrijfstoestand 0 (geen warmtevraag) 1 t/m 9, h, l, b: van het toestel (zie par. 6.3).
Controleer de werking van het Komt het toestel in bedrijf? toestel door een draadbrug aan te sluiten op de 24-polige klemmenstrook tussen de klemmen 3 en 4 (aan/uitKomt het toestel niet in bedrijf? thermostaat) Controleer de parameter instellingen van regelaar en automaat Controleer de bekabeling van de klemmenstrook en automaat
actie Indien zekering defect, deze vervangen door de meegeleverde reservezekering Ja, ga dan verder bij par. 11.4. Ga verder bij punt 4 Probeer m.b.v. de gegeven bedrijfs-toestand de oorzaak van de storing te achterhalen Ja, controleer dan de aansluiting en de werking van de regelaar. Herhaal eerst punt 3.
Is deze goed vervang dan de automaat
Tabel 16. 54
55418.indd
54
06/19/00, 4:42 PM
Een blokkeringscode kan duiden op een installatie-technisch probleem of een verkeerde instelling.
11.4 Storingscodes Bij een storingsmelding knippert zowel het code-venster als het t-venster. (Zie voor een verklaring van de verschillende storingscodes en de eventuele oorzaken, tabel 17).
Belangrijk: Noteer alvorens te resetten de storingscode nauwkeurig (cijfers, inclusief knipperen en punten) en geef deze altijd door bij vraag om ondersteuning. De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door Remeha.
Opmerking 1: Voor het uitlezen van de laatst opgetreden storingen, zie par. 6.11. Opmerking 2: Naast storingscodes bestaan ook blokkeringscodes (zie par. 6.4.). In dit geval knipperen alleen de twee punten in het t-venster en verschijnt in het code-venster een b. Code
Omschrijving
0) Onterrecht 0! 0@
vlamsignaal Kortsluiting 24V Geen vlamvorming of geen ionisatie (na 5 startpogingen)
Oorzaak / controlepunten
- Brander gloeit na t.g.v. te hoog CO2 - Gasklep lekt of blijft in geopende positie staan Controleer de bedrading. a. Geen ontstekingsvonk, controleer:
b.
-
0$
Opmerking: Meting ionisatie in Volts tussen klem 4 van de klemmenstrook en aarde (1 V ≡ 1 µA)
c.
-
de aansluiting van ontstekingskabel en bougiedop de ontstekingskabel en de elektrode op ‘doorslag’ de elektrodeafstand, deze moet 3 à 4 mm zijn de aarding Wel ontstekingsvonk, maar geen vlam, controleer of:
de gaskraan is geopend de gasvoordruk voldoende is de gasleiding is ontlucht (denk aan evt. propaantank) de gasklep bekrachtigd wordt tijdens ontsteken en open gaat de elektrode juist is gemonteerd en schoon is de gas-/lucht verhouding juist is afgesteld er geen verstopping / montagefout in de gasleiding zit er geen verstopping in de luchttoevoer of rookgasafvoer zit (bv. door verstopte sifon) er geen recirculatie van rookgassen optreedt (intern/extern) Wel vlam maar geen of onvoldoende (<5 µA) ionisatie, controleer: de aarding één van de temperatuursensoren defect (lekstroom)
55
55418.indd
55
06/19/00, 4:42 PM
Remeha Quinta 45/65 ( µ ) 0$ 0% Externe invloeden 0* Programmeer-fout 1! Storing interne communicatiebus
1@ Externe beveiliging
1* Te hoge aanvoer1(
temperatuur Te hoge retourtemperatuur
2$ Aanvoer- en retourwisseling
2* Ventilator draait niet
2( Ventilator blijft draaien of signaal niet correct Temperatuursensor fout
3! 3@ 3$ 3^ 3& 4) Temperatuur7&
Overig e Codes
sensorfout of programmeerfout Ionisatiewegval tijdens bedrijf (na 4 herstarts tijdens 1 warmtevraag) Automaatstoring
Tabel 17.
Spanningswegval tijdens storingsvergrendeling Eventuele externe EMC-invloeden wegnemen Controleer parameter D (tweede cijfer moet 0 zijn)
De vlakbandkabel is beschadigd / maakt kortsluiting Er zit vocht op het display Evt. externe EMC-invloeden De externe beveiliging (op klemmen 10 en 14 van de klemmenstrook), is in werking getreden of de draadbrug is verwijderd. - Zekering F2 is defect
-
Controleer:
-
de doorstroming, zie par. 7.4.5 of de installatie goed ontlucht is aanvoer- en retourtemperatuursensoren op afwijkingen de waterdruk (min. 0,8 bar) Aanvoertemperatuursensor niet goed gemonteerd Doorstroomrichting van de pomp is verkeerd of externe pomp is verkeerd ingebouwd Ventilator zit vast of rotor draait niet. Geen spanning of PWM-signaal door corrosie van kabel of connector Controle van de connector op ventilator en automaat Ventilator defect Natuurlijke trek
Kortsluiting aanvoertemperatuursensor Kortsluiting retourtemperatuursensor Kortsluiting buitentemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor niet aangesloten of defect Retourtemperatuursensor niet aangesloten of defect Controleer rookgastemperatuursensor (optie) of ga terug naar fabrieksinstellingen, zie par. 6.4, code b43
- Recirculatie rookgassen (interne lekkage of uitmondingsconstructie niet juist) - Onvoldoende luchttransport door verstopping - Afstelling van het toestel is niet juist Storingscodes: 3, 6, 7, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 41, 42, 44 en 60: - Druk eerst op reset - Komt de storing terug, controleer dan de bekabeling op eventuele kortsluiting - Blijft de storing optreden, wissel dan de automaat uit Blokkeringscodes: b@% / b#) / b$#: zie par. 6.4.
Storingscodes 56
55418.indd
56
06/19/00, 4:42 PM
12 INSPECTIE EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT 12.1 Algemeen De Remeha Quinta 45/65 is nagenoeg onderhoudsvrij. Eenmaal per jaar dient het toestel gecontroleerd en zonodig gereinigd te worden.
12.2.2 Reiniging van sifon - Maak het toestel spanningsvrij. - Verwijder de sifon onder het toestel en reinig deze. Vul de sifon met schoon water en monteer de sifon.
12.2 Inspectie De jaarlijkse inspectie van de Remeha Quinta 45/65 kan beperkt blijven tot: 1. Verbrandingstechnische controle van het toestel 2. Reiniging van de sifon 3. Controle van de afstelling van de ontstekingselektrode 4. Controle van het verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerkanaal in geval dat de ketel als gesloten toestel wordt toegepast. 5. Controle van de waterdruk. 6. Controle op lekkage (waterzijdig, rookgaszijdig, gaszijdig)
12.2.3 Controle van de ontstekingselektrode Controleer de afstelling van de ontstekingselektrode (tussen 3 en 4 mm) en de kwaliteit van de pakking en het porselein. 12.2.4 Controle van de waterdruk De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Geadviseerd wordt de installatie te vullen tot ca. 1,5 bar. 12.3 Afstelling O2/CO2-percentage Controleer en corrigeer, indien noodzakelijk, de juiste afstelling van de gas/luchtverhoudingsregeling. Dit moet in deellast en vollast gebeuren met behulp van een elektronische O2-meter of CO2-meter op basis van O2 (zie afb 25).
12.2.1 Verbrandingstechnische controle van het toestel Deze kan geschieden door middel van meting van het O2/CO2-percentage (zie afb. 25 en tabel 18). Stook hiervoor het toestel op tot een watertemperatuur van ca. 70°C. De rookgastemperatuur kan ook op het rookgasmeetpunt gemeten worden. Deze rookgastemperatuur mag niet meer dan 30°C boven de retourtemperatuur liggen. Blijkt uit deze controle dat de verbranding van het toestel niet optimaal meer is, reinig dan volgens de aanwijzingen in par. 12.4.
Let op: De opening rond de meetsonde tijdens de meting goed afdichten!!!
57
55418.indd
57
06/19/00, 4:43 PM
Remeha Quinta 45/65 Laaglast
Vollast Afb 25. Rookgasmeetpunt Afb 26. Instelpunten
Een eventuele bijstelling kan worden uitgevoerd d.m.v. de instelpunten op het gasblok (laaglast) en de venturi (vollast, zie afb 26). In tabel 18 zijn de instelgegevens voor aardgas (G20 en G25) en propaan weergegeven.
Keteltype
Toerental ventilator
aardgas G25 O2 CO2
aardgas G20 O2 CO2 %
propaan
Omw/min O2 CO2 Vollast Deellast Aardgas Propaan Quinta 45 5200 4600 1000 6,4 8,0 3,8 9,5 4,8 10,6 ± 0,1 ± 0,1 ± 0,1 ± 0,1 ± 0,1 ± 0,1 Quinta 65 5200 4600 1200 Tabel 18. Instelgegevens O2/CO2 c. Toestel op deellast laten werken door tegelijkertijd op de m en [-]-toetsen te drukken. d. Meet, na het bereiken van het deellast toerental, het O2/CO2-percentage en vergelijk met de waarde in de tabel. Corrigeer, indien nodig, met behulp van de laaglast stelschroef op het gasblok de gas/luchtverhouding (zie afb 26). Controleer de vlam via het kijkgat: de vlam mag niet afblazen en het branderoppervlak dient een gelijkmatige, oranje gloed te vertonen.
a. Toestel op vollast laten werken door tegelijkertijd op de m en [+]-toetsen te drukken. b. Meet, na het bereiken van het vollast toerental, het O2/CO2-percentage en vergelijk met de waarde in de tabel. Corrigeer, indien nodig, met behulp van de vollast stelschroef op de venturi de gas/luchtverhouding (zie afb 26). Controleer de vlam via het kijkgat: de vlam mag niet afbla-zen, het branderoppervlak vertoont gloeiende (oranje) puntjes. 58
55418.indd
58
06/19/00, 4:43 PM
8. Draai de wartelmoer van de gasleiding aan het gasblok los. 9. Verwijder de 13 moeren aan de voorzijde van de warmtewisselaar. 10. Neem de voorplaat van de warmtewisselaar met ventilator, gasblok en brander recht naar voren toe weg.
e. Na een eventuele inregeling in deellast dient een controle op vollast te worden uitgevoerd. Indien nodig corrigeren en deze handeling, vanaf punt a, zo vaak als nodig herhalen tot het gewenste resultaat is bereikt. f. Verwijder de meetapparatuur en dicht het meetpunt af. g. Vervolgens kan de frontmantel weer aangebracht worden en het toestel weer op ‘gebruikersniveau’ teruggebracht worden door de [+] en de [-]-toets tegelijkertijd in te drukken.
Let op: Aan de achterzijde van de ventilator zit een 230V aansluiting die los genomen moet worden. Attentie De pakking tussen de voorplaat en de warmtewisselaar kan kleven. Zorg ervoor dat de pakking niet scheurt bij het wegnemen van de voorplaat. Een beschadigde pakking moet vervangen worden.
12.4 Onderhoud Indien uit de verbrandingstechnische controle van het toestel blijkt dat de verbranding of warmtewisseling niet optimaal meer is, dient onderhoud uitgevoerd te worden. Dit onderhoud bestaat uit: - de warmtewisselaar reinigen met een speciaal reinigingsgereedschap of met perslucht, evt. doorspoelen met water. - de ventilator reinigen. - de sifon reinigen.
Om de ventilator te inspecteren/reinigen, dient de venturi losgenomen te worden van de ventilator. 11. Verwijder de schroeven aan de inlaatzijde van de ventilator. Gebruik voor het reinigen een kunststof borstel; verwijder losse stofdelen uit de ventilator alvorens deze weer samen te bouwen. 12. Monteer alle losgenomen delen in omgekeerde volgorde. 13. Neem het toestel weer in bedrijf.
Volgorde van handelen: 1. De elektrische voeding van het toestel uitschakelen. 2. Sluit de toestelkraan in de gasleiding naar het toestel. 3. Open de klep van de instrumentenkast. 4. Verwijder de voormantel d.m.v. het losdraaien van de 2 schroeven. 5. Neem de dop van de ontstekingselektrode los. 6. Verwijder de aardedraad van de ontstekingspen. 7. Verwijder de elektrische aansluiting van de ventilator. 59
55418.indd
59
06/19/00, 4:43 PM
Remeha Quinta 45/65 Vertegenwoordiger voor Vlaanderen en Brussel Représentant pour la Flandre et Bruxelles: J.L. Mampaey BVBA Uitbreidingstraat 54 B - 2600 Antwerpen Tél: (03) 230 71 06 Fax: (03) 230 11 53 E-mail:
[email protected] Internet: http://www.mampaey.be
Représentant pour la Wallonie Vertegenwoordiger voor Wallonië: Thema S.A. Av. de l’Expension, 6 B - 4460 Grace-Hollogne © Auteursrechten Alle in deze uitgave vervatte technische en technologische informatie alsmede
Tél: (04) 246 95 75 Fax: (04) 246 95 76
eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze toestemming niet
E-mail:
[email protected]
worden vermenigvuldigd.
ISO 9001 sinds 1988
Wijzigingen voorbehouden Art.nr. 55.418/40/19.06.00/Ap
60
55418.indd
60
06/19/00, 4:43 PM