Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA ‘s-Gravenhage
Uw brief
Ons kenmerk
AI/CK/Arbo-H/01/58336
./.
Onderwerp
Datum
Aanbieding inspectierapportages van de Arbeidsinspectie
28 september 2001
Hierbij bied ik u aan de eindrapportages en de bevindingen van de volgende inspectieprojecten van de Arbeidsinspectie: 1. Thuiswerk in de grafische - , textiel - en metaalproducten industrie. 2. Ketenproject Asbesthoudende afvalstromen Twente. Een project in samenwerking met de milieuhandhaving in ( Twentse gemeenten, Inspectie Milieuhygiëne Oost, Inspectie Volkshuisvesting, provincie Overijssel, politie en justitie) Overijssel. 3. Slopen en verwijderen van asbest in 2000. 4. Betonproducten 2000. Onderzoek naar de beoordeling van blootstelling aan kwartsstof in de Betonproductenindustrie. 5. Project Horeca - discotheken 2000. De rapportages zullen verder op de internetsite van de Arbeidsinspectie geplaatst worden en beschikbaar zijn voor iedere belangstellende. Uit de uitgevoerde de inspectieprojecten en de projectverslagen zijn de navolgende beleidsconclusies getrokken door de Arbeidsinspectie.
1. Inspectieproject ‘Thuiswerk in de grafische -, textiel - en metaalproducten industrie’ en ‘Vakantiewerk 2002’. Het inspectieproject volgt uit mijn toezegging (Kamerstuknr. 25.879 nr.44) van 22 december 1998 aan de Tweede Kamer met betrekking tot het plan van aanpak arbeidsomstandigheden kwetsbare groepen, zoals o.a. thuiswerkers en vakantiewerkers. Aanleiding was het onderzoek ‘Thuiswerkers onder de Arbowet dat mijn ambtsvoorganger op 17 juni 1998 aan het parlement heeft aangeboden. De doelstelling van het inspectieproject was het aanpakken van misstanden door te inspecteren op een aantal specifieke onderwerpen, de thuiswerkgevers te wijzen op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de arbeidsomstandigheden voor thuiswerkers.
2
Ten aanzien van het inspectieproject Vakantiewerk 2000 is het projectverslag u reeds in december 2000 toegezonden (SOZA-00-008). Het project Vakantiewerk is in 2001 herhaald. Er is daarbij extra aandacht besteed aan voorlichting en onderricht ten aanzien van 13-,14-, en 15 jarigen. Het projectverslag Vakantiewerk 2001 zal u uiterlijk januari 2002 worden toegezonden. Enige voorlopige bevindingen op grond van de 1e inspecties (de afsluitende controles zijn momenteel nog in volle gang) zijn : • Er zijn tot nu (27 juli 2001) 722 bedrijven geïnspecteerd in de horeca, detailhandel; agrarische sector; gezondheidszorg, natwasserijen en overige industrie. • In deze 722 bedrijven zijn tot nu toe 484 overtredingen geconstateerd.Dit heeft o.a. geresulteerd in de toepassing van de volgende handhavingsinstrumenten: • 9 processen-verbaal, voornamelijk vanwege het te lang werken of op onjuiste tijdstippen door kinderen van 13 t/m 15 jaar; • 41 boeterapporten, voornamelijk wegens het ontbreken van een door de Arbodienst getoetste risico-inventarisatie in de bedrijven; • 2 stilleggingen, waarbij het in een geval het ging om een onbeveiligde aardappelschilmachine bij een jeugdherberg, waaraan 16 jarige werkten; • 95 waarschuwingen ATW, hierbij gaat het om te lang werken, verboden arbeid door kinderen en het werken op onjuiste tijdstippen. • 170 waarschuwingen Arbowet, dit gaat over velerlei onderwerpen aangaande de veiligheid en gezondheid van het personeel; • 2 eisen, wegens het ontbreken van deskundig toezicht op de kinderen en jeugdige tijdens hun werk. Bevindingen Bij de inspecties zijn 132 thuiswerkgevers en meer dan 132 thuiswerkplekken geïnspecteerd. In een aantal gevallen werden meerdere thuiswerkplekken per thuiswerkgever bezocht. Het moeizaam kunnen achterhalen van de juiste adressen van de thuiswerkgevers heeft parten gespeeld bij de planning van dit inspectieproject. Een deugdelijke registratie van thuiswerkgevers is niet voorhanden. Bij de 132 uitgevoerde inspecties is 37 % direct in orde bevonden; bij de overige inspecties zijn waarschuwingen gegeven op een onvolledige RI&E (65 keer), onvolledige en onvoldoende instructie beschikbaar voor de thuiswerkers (24 keer), ondoelmatige inrichting van de thuiswerkplek (22 keer), onveilige aansluiting van elektriciteit (14 keer), administratieve gegevens niet beschikbaar ( 12x) en het ontbreken van afscherming en knelgevaar bij de gebruikte machines (10 x) . Bij een tweetal situaties is het werk preventief stilgelegd vanwege onveilige machines en zijn er een drietal boetes aangezegd voor het ontbreken van een RI&E. Het werken met gevaarlijke stoffen is in de thuiswerksituatie nagenoeg geheel verdwenen. Verder is tijdens de inspecties gebleken dat het aanbod van thuiswerk sterk gedaald is, eenvoudige werkzaamheden worden steeds meer naar de lage lonen landen overgeheveld. Het animo om thuiswerk te verrichten is verder sterk gedaald. Gezien de aangetroffen feitelijke situatie is er voor de Arbeidsinspectie op grond van dit inspectieproject vooralsnog geen noodzaak een hoge prioriteit toekennen aan inspecties bij thuiswerkers met betrekking tot industrieel werk.
3
2. Inspectieproject Ketenproject Asbesthoudende afvalstromen Twente (2000) Het inspectieproject volgt uit een toezegging van mij (Kamerstuknr. 25.834 nr.17) en de Minister van VROM in 1999 aan de Tweede Kamer. Aanleiding was het veelvuldig voorkomen van asbest in puin en puingranulaat uit bouw- en sloopafval. Op initiatief van de Arbeidsinspectie is in Twente een inspectieproject gestart met het bevoegde gezag en inspectiediensten, om gezamenlijk meer inzicht te krijgen in de verwijderingsketen (sloop, transport, bewerken, opslaan en toepassing van granulaten), en de handhavingstaken te bundelen, af te stemmen en te intensiveren. De Arbeidsinspectie heeft zich vooral geconcentreerd op inspectiebezoeken aan sorteerbedrijven, puinbrekers en (gemeentelijke) inzamelstations. Bevindingen Uit het inspectieproject is gebleken dat in de sloopfase onvoldoende selectief wordt gesloopt en de controle door de gemeenten niet toereikend is. Dit leidt er toe dat asbest wordt aangetroffen in 60% van de partijen sloopafval die bij (gemeentelijke) afvalopslag- en afvalinzamelstations terechtkomt, en in 40% van de inkomende vrachten bij be- en verwerkers (breek- en sorteerinstallaties). Asbesthoudende afvalstromen worden onvoldoende gescheiden gehouden. Werknemers herkennen asbesthoudend materiaal onvoldoende en zijn zich niet bewust van de risico’s van asbest. Enkele van de meest voorkomende tekortkomingen die werden aangetroffen waren het ontbreken van de beoordeling van de mogelijke blootstelling aan asbest in de risicoinventarisatie en -evaluatie, de voorlichting en het onderricht over asbest aan de werknemers, en het verzamelen, verpakken en afvoeren van asbesthoudende afvalstoffen. In de beantwoording van Kamervragen van het lid De Wit (SP) over dit inspectieproject (Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, Aanhangsel van de Handelingen, 1156) heb ik, mede namens de Minister van VROM, mijn bezorgdheid geuit over de resultaten van dit onderzoek en reeds een aantal maatregelen aangekondigd, die grotendeels zullen voortvloeien uit het Asbestverwijderingsbesluit 2001 dat in 2002 in werking zal treden. Het inspectieproject is voor de Arbeidsinspectie aanleiding om soortgelijke projecten gericht op het behandelen van asbesthoudende afvalstromen in de gehele asbestverwijderingsketen, op te starten in andere delen van het land. 3. Inspectieproject Slopen en verwijderen van asbest (2000) De doelstelling van het project was toe te zien op de naleving van voorschriften bij het slopen en verwijderen van asbest uit gebouwen en constructies. Het project betreft een herhaling van inspectieprojecten in voorgaande jaren en volgt uit een toezegging ( Kamerstuknr. 25.834 nr.1) uit 1998 aan de Tweede Kamer. Ongeveer 4% van de 36.000 meldingen van voorgenomen asbestsloop en -verwijdering is in 2000 door de Arbeidsinspectie geïnspecteerd op locatie. Bevindingen Bij de inspectiebezoeken bleek 31% van de bezochte werkzaamheden niet in orde. Dit is een daling ten opzichte van 1999, toen nog 40% niet in orde bleek. De meest voorkomende
4
tekortkomingen blijken te zijn het werkplan, dat inhoudelijk onvoldoende is, en het niet, of te laat melden van de asbestsloop- en -verwijderingswerkzaamheden. De inspectieresultaten van 2000 geven aan dat de gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven zich beter aan de voorschriften houden. In de inspectieprojecten is steeds uitgegaan van de meldingen van voorgenomen asbestsloop- en -verwijderingswerkzaamheden door gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven. Deze bedrijfstak lijkt steeds beter in te spelen op de complexe regelgeving rond asbest. De Arbeidsinspectie zal in overleg treden met de brancheorganisaties om te stimuleren dat de geconstateerde tekortkomingen nog verder worden teruggebracht. De inspectieresultaten geven de Arbeidsinspectie aanleiding om het accent van haar inspecties van asbestsloop en -verwijdering te gaan verleggen naar andere onderdelen van de asbestverwijderingsketen, en meer te gaan inzetten op de behandeling van asbestafvalstromen. 4. Inspectieproject Betonproducten (2000) Het project betreft de invulling van een toezegging (Aanhangsel van de handelingen 1308) aan de Tweede Kamer uit 1999, om in de betonindustrie te inspecteren op kankerverwekkende stoffen. In dit inspectieproject is gecontroleerd op de beoordeling van de blootstelling aan kwartsstof in de betonproductenindustrie, en het zo nodig treffen van beheersmaatregelen om de blootstelling aan kwartsstof te reduceren tot onder de wettelijke grenswaarde voor kwarts in de lucht. Bevindingen In het inspectieproject zijn ruim 100 bedrijven in de betonproductenindustrie geïnspecteerd. 68% van de bedrijven had bij het eerste bezoek nog geen beoordeling naar de kwartsblootstelling laten uitvoeren. Bij hercontrole bleek dat nagenoeg alle bedrijven de beoordelingsrapporten hadden gemaakt, danwel opdracht hadden gegeven tot het laten uitvoeren daarvan. Uit de blootstellingsbeoordeling van de bedrijven die daar wel over beschikten bleek, dat in 11% van de onderzochte arbeidsplaatsen de kwartsblootstelling de wettelijke grenswaarde voor kwarts in de lucht overschrijdt. Met name tijdens schoonmaakwerkzaamheden van apparatuur en bedrijfsruimten; verder treden bij het hakken, slijpen en breken van betonproducten overschrijdingen van de grenswaarde op. Met betrekking tot het treffen van arbeidshygiënische maatregelen (gebruik van adembeschermingsmiddelen, beschikbaar stellen en opbergen van de werkkleding, aanwezigheid van was- en kleedgelegenheid, inrichten van zones voor eten en drinken zonder kans op blootstelling aan kwartsstof) werden in totaal 110 tekortkomingen geconstateerd. De Arbeidsinspectie heeft voorafgaande aan het inspectieproject nauw gecommuniceerd met de branchevereniging en vakbonden. Door de branchevereniging zijn initiatieven genomen om de blootstelling aan kwarts in kaart te brengen bij verschillende functies. Verder zal de stand der techniek beschreven worden voor het nemen van maatregelen om de blootstelling te reduceren. De bedrijven in de branche zijn hier uitvoerig over voorgelicht.
5
Op grond van de resultaten van dit inspectieproject is de Arbeidsinspectie voornemens het project in de toekomst te herhalen, waarbij de nadruk zal liggen op de implementatie in de bedrijven van arbeidshygiënische maatregelen om de blootstelling aan kwarts zoveel mogelijk te reduceren. Thans worden in andere onderdelen van de betonindustrie en de bouw door de Arbeidsinspectie eveneens inspectieprojecten uitgevoerd naar de beheersing van de kwartsblootstelling. 5. Inspectieproject ‘Horeca-discotheken 2000’ Het inspectieproject volgt uit mijn toezegging (Aanhangsel van de handelingen 102) op 9 oktober 1999. Aanleiding waren berichten in de pers over mogelijke gehoorschade bij jongeren die regelmatig dansfeesten bezoeken in discotheken en de daarover gestelde Kamervragen aan de minister van VWS. Het doel van het project was om in de discotheken het negeren van de risico’s van de blootstelling aan schadelijk geluid tegen te gaan en een structurele aanpak om het geluid te reduceren tot een aanvaardbaar niveau in gang te zetten. Een aantal van de hercontroles in de discotheken vond plaats na de ramp in Volendam. Besloten is om daarbij aanvullende inspectiepunten ten aanzien van vluchtwegen en nooduitgangen mee te nemen. Op die punten en bij die hercontroles werden geen overtredingen geconstateerd. Beleidsconclusies In totaal zijn 30 discotheken bezocht, verspreid over het land. Bij geen van de discotheken was bij de eerste inspectie alles in orde. Structurele arbozorg was minimaal, vaak stond het beleid nauwelijks op papier, voorlichting en onderricht was minimaal. De verstrekking van persoonlijke beschermingsmiddelen was niet geborgd en toezicht op het dragen ervan was vaak geen gewoonte. Er ontbrak veelal een sanctiebeleid van de werkgever jegens de werknemers op het punt van dragen van verstrekte gehoorbescherming. Indien de resultaten als maatgevend voor de arbeidsomstandigheden van alle naar schatting ruim 600 discotheken worden beschouwd dan is de situatie ronduit zorgwekkend te noemen. De sector zelf, geconfronteerd met de uitkomsten, heeft aangegeven op korte termijn de arboproblematiek algemeen én specifiek op het onderdeel geluid -naast allerlei andere actuele aspecten van veiligheid- onder de aandacht van de leden te zullen brengen, onder meer op het Nationaal Discothekenweekend (2 tot 4 november a.s.) en bij de uitvoering van het arboconvenant horeca. Ook de Nationale Hoorstichting heeft zich bereid getoond, op uitnodiging van de branche, een bijdrage te leveren. Deze stichting heeft belangrijke expertise in huis en maakt deel uit van de noodzakelijke netwerken. Verder heeft deze stichting gemeld dat steeds meer DJ’s met gehoorklachten zich wenden tot audiologische centra en KNO-artsen en dat steeds meer DJ’s –ook enkele zeer bekende- hebben laten weten een bijdrage te willen leveren aan het voorkomen van gehoorschade door harde muziek. Het ministerie van VWS heeft onlangs opdracht verleend aan ZorgOnderzoek Nederland (ZON-MW), voor een totaal van 1,5 miljoen, voor het ontwikkelen van een campagne ter voorkoming van gehoorschade door harde muziek bij jongeren. De campagne is gericht op een gedragsverandering bij met name de discobezoeker. Een andere activiteit van de Nationale Hoorstichting is de uitgave van de Hoorkrant Jongeren. De krant is bestemd voor jongeren in het voortgezet onderwijs en geeft informatie over het gehoor en gehoorbescherming. Bekende DJ’s verlenen hun medewerking aan deze krant.
6
Ook organiseert de Nationale Hoorstichting een ‘Week van het Oor’ (5 t/m 10 november). De AVRO besteedt in de programma’s ‘Vinger aan de pols’ en ‘Gezondheidsplein’ ruime aandacht aan deze week. De Arbeidsinspectie zal via steekproefinspecties de vinger aan de pols houden. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(J.F. Hoogervorst)