Documentatie HiPath 3000/5000 V8 IP-Systeme Eerste stappen
A31003-H3580-G100-3-5431
Communication for the open minded
Siemens Enterprise Communications www.siemens.com/open
Copyright © Siemens Enterprise Communications GmbH & Co. KG 2009 Hofmannstr. 51, D-80200 München Bestel-Nr.: A31003-H3580-G100-3-5431
Communication for the open minded Siemens Enterprise Communications www.siemens.com/open
Dit document bevat slechts een algemene beschrijving resp. een beschrijving van de functies die in een concreet geval niet altijd in de beschreven vorm van toepassing zijn resp. die door verdere ontwikkeling van de producten kunnen wijzigen. De gewenste functies zijn alleen dan verplicht wanneer dit bij het afsluiten van het contract expliciet is vastgelegd. Levering zolang de voorraad strekt. Technische wijzigingen voorbehouden. De gebruikte merken zijn eigendom van Siemens Enterprise Communications GmbH & Co. KG of van de respectievelijke eigenaren.
GetstartedTOC.fm Nur für den internen Gebrauch
Inhoud
Inhoud
0
1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1 1.1 Belangrijkste nieuwe functies in versie 8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1 1.2 Belangrijkste functies uit vorige versies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2 2 Basisinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1 Doelgroep en gebruik van dit boek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 Varianten van het HiPath 3000/5000 IP-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.1 HiPath 3000 V8 IP-systeem (standalone) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.2 HiPath 3000 V8 IP-systemen in netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 Gebruikte markeringen en symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4 Meer gedetailleerde informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2-1 2-1 2-1 2-2 2-3 2-4 2-5
3 Voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1 4 HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1 4.1 Systeem stap voor stap in gebruik nemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1 4.2 Hardware aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1 4.3 Installeren van extra HiPath 3000-modules . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2 4.4 Eerste ingebruikname van de HiPath 3000 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3 4.5 Aansluiten van de HiPath 3000 op het LAN via HG 1500 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-4 4.6 Eerste configuratie van de HiPath 3000 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7 4.7 Variant HiPath 5000 (netwerkconfiguratie) - HiPath 3000 (knooppunten) samenvoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9 4.8 Licensering van de functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10 4.9 IP-clients configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12 4.10 Uitgebreide configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15 4.11 Aansluiting op het internet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15 Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Z-1
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
0-1
GetstartedTOC.fm
Inhoud
0-2
Nur für den internen Gebrauch
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
Nur für den internen Gebrauch
neues.fm Inleiding Belangrijkste nieuwe functies in versie 8
1
Inleiding
1.1
Belangrijkste nieuwe functies in versie 8
Unified Commmunications-applicaties "OpenScape Office" ●
myPortal: gebruikersportal voor toegang tot de Unified Communications-functies
●
myPortal for Outlook: in Microsoft Outlook geïntegreerd gebruikersportal voor toegang tot Unified Communications-functies
●
myAttendant: bedieningstoestel met aanwezigheidsweergave
●
myAgent: Call Center-oplossing
Uitbreidingen voor het telefoneren via vaste en mobiele telefoons ●
Ondersteuning voor dualmode mobiele telefoons: –
gsm en WLAN-SIP
–
SIP-standaardfuncties
–
Roaming
●
Xpressions Compact Mobility: gelijktijdige signalering van oproepen op de vaste en de mobiele telefoon
●
Mobility Entry: aantal mobiele gebruikers verhoogd tot 100
Functieverbeteringen ●
●
Gebruikersinterface: –
nummerherhalingslijst uitgebreid naar 10 nummers
–
Verbeterde gebruikersinterface voor OpenStage 40
–
Voor Gigaset-toestellen (CMI): weergave van de oproeplijst en Message Waiting Indication
SIP-uitbreidingen: –
ondersteuning voor SIP-eindpunten met video (optiClient 130 S)
–
Oproep doorschakelen
–
Message Waiting Indication
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
1-1
neues.fm
Inleiding Belangrijkste functies uit vorige versies
1.2
Nur für den internen Gebrauch
Belangrijkste functies uit vorige versies
In de volgende tabel staan de belangrijkste functies die al in eerdere versies van HiPath 3000/ 5000 beschikbaar waren, met een beknopte uitleg: Functie
Beschrijving
OpenStage
OpenStage is een nieuwe productserie, die innovatieve gebruikersoplossingen door intuïtief weergegeven functionaliteit en bedieningsmogelijkheden biedt. Touch-/ sensortoetsen met geïntegreerde kleurenLED’s, TouchSlider voor volumeregeling, TouchGuide Navigation alsmede het grote, draaibare grafische display met achtergrondverlichting maken een zeer comfortabele en doelmatige bediening mogelijk. Tot de productserie behoren: ● OpenStage TDM Het gaat om de modellen OpenStage 10, 20, 40, 60 en 80 TDM. ● OpenStage CorNet-IP (HFA) Het gaat om de modellen OpenStage 20, 40, 60 en 80 CorNet-IP (HFA). Door het toestel wordt het volgende ondersteund: – CorNet IP (HFA) op basisstation H.323 – Security and Encryption for H-Series Multimedia Terminals H.235 Annex D – spraakcodecs G.711, G.729, G.722 – DHCP, FTP, HTTP, HTTPS, SNMP – TLS (Transport Layer Security) – SRTP (Secure Real-Time Transport Protocol) volgens IETF RFC 3711 – Port Based Network Access Control 802.1x – QoS volgens DiffServ – VLAN IEEE 802.3af Power over Ethernet (PoE)
ISDN Numbering Plan (E.164)
Nieuw nummerplan voor de adressering van telefoonnetwerken, waarin is vastgelegd uit welke ’componenten’ een telefoonnummer bestaat en hoeveel cijfers het nummer mag bevatten. Betere integratie in netwerken met HiPath 4000, in applicaties en in de toekomst met Internet-Telefonie Service Providers (ITSP). Het nummerplan kan met de Manager E worden geconfigureerd.
Aantal key modules verhoogd tot 250
Key modules zijn uitbreidingsterminals die naast het telefoontoestel worden opgesteld en die het aantal vrij programmeerbare toetsen per telefoon vergroten. In plaats van 100 Key modules kunnen er nu 250 van deze terminals op HiPath 3800-systemen worden aangesloten.
1-2
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
neues.fm Nur für den internen Gebrauch
Functie
Inleiding Belangrijkste functies uit vorige versies
Beschrijving
Route-optimaliseBij een IP-netwerk van HiPath 3000/ 5000-systemen vindt er route-opring bij HiPath 3000/ timalisering plaats, dat wil zeggen transitverkeer met een identiek bron5000-systemen en doelsysteem (bijv. doorgeschakeld of omgeleid verkeer). Op die manier wordt geen kanaal meer geblokkeerd. Oproepomleiding naar de Voice Mailbox
Bij oproepomleiding van toestel A naar toestel B kan worden ingesteld of niet-beantwoorde oproepen door Voice Mailbox A of B moeten worden vastgelegd. De functie wordt bij toestel A met Manager E ingesteld (Toesteloverzicht | Flags | Vervangermailbox actief).
LDAP-diagnose
Als een zoekaanvraag aan een LDAP-server niet of slechts incorrect wordt beantwoord, geeft het display van het vragende toestel (optiPoint, OpenStage TDM) een van de volgende foutmeldingen weer: ● "Server niet bereikbaar" ● "Server bezet" ● "Serverfout" Als een zoekaanvraag niet tot resultaat heeft geleid, wordt de foutmelding "Geen resultaat" weergegeven. HG 1500 biedt een foutenrapport via Eventlog/Bedrijfs-Trace en SNMP Trap (configureerbaar).
Remote Upgrade Concept
Upgrading van systeemsoftware van HiPath-systemen is op afstand mogelijk. Die klantgegevens worden daarbij aan de nieuwe software aangepast. De functie, in het bijzonder het upgraden van HiPath 5000, staat beschreven in de servicehandleiding.
analoge netlijn CLIP Wanneer een oproep via een analoge netlijn binnenkomt, wordt het telefoonnummer van de beller op het display van het analoge toestel weergegeven (geldt ook voor optiPoint-toestellen). De modulen TMANI en TLANI registreren de benodigde gegevens en sturen deze door. EFC (Extended Fast In HiPath 3000/5000 V7 is het CorNet-IP-protocol uitgebreid met protoConnect) colvariant EFC (Extended Fast Connect). EFC is absoluut vereist voor een volledig gebruik van alle functies. De volgende functies kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt: ● Versleuteling van signalerings- en spraakgegevens in het vaste netwerk (LAN) ● IP/IP E2E payload via enterprise proxy voor DSL-telefonie Alle IP-Workpoints (HFA) van een systeem en alle IP-Workpoints (HFA) binnen een netwerk moeten het EFC-protocol ondersteunen.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
1-3
neues.fm
Inleiding Belangrijkste functies uit vorige versies
Functie
Nur für den internen Gebrauch
Beschrijving
Direct Payload naar Direct Payload is gebaseerd op EFC: De gesprekken worden via het de Internet-Telefonie LAN van de klant en de router rechtstreeks naar de Internet-Telefonie Service Provider Service Provider doorgeschakeld. Er worden dus van een IP-telefoon naar de Internet-Telefonie Service Provider geen B-kanalen op de HG 1500-module gebruikt. TDM-toestellen gebruiken telkens één DSP-kanaal. Signaling & Payload Maakt gecodeerde VoIP-communicatie mogelijk. Het display van het Encryption (SPE) toestel geeft aan het begin van de oproep kort de status van het gesprek weer: "Secure Call" of "Standard Call". Voor Signaling & Payload Encryption (SPE) zijn geen licenties nodig. Er worden automatisch altijd ComScendo-licenties + B-kanaallicenties (Security-licenties) door de Central License Server (CLS) gegenereerd (per B-kanaal is één ComScendo Security-licentie nodig). T.38 via DSL
Faxcommunicatie via DSL Door gebruik van het protocol T.38 wordt bij HiPath 3000/5000 vanaf V7 R4 het beveiligd verzenden van faxsignalen naar de Internet-Telefonie Service Provider (ITSP) mogelijk. Deze functie kan met WMB worden ingeschakeld. Standaard is deze functie ingeschakeld.
CSTA-monitoring van Internet-Telefonie Service Provider (ITSP)-lijnen
Dit maakt de integratie mogelijk van Internet-Telefonie Service Provider (ITSP)-lijnen in applicaties die via de CSTA-interface met het HiPathsysteem verbonden zijn. Er bestaan dus geen CSTA-verschillen meer tussen TDM- en ITSP-lijnen.
Mobility Entry (niet voor VS)
Met deze functie kunnen mobiele toestellen in het HiPath 3000-system worden geïntegreerd. Mobiele toestellen zijn gsm-toestellen en thuiswerkplekken. Het toestel heeft toegang tot functies van het systeem. Deze functie wordt gerealiseerd via de DISA-toegang. Een mobiel toestel wordt in het systeem aan een virtueel toestel toegewezen. In het HiPath 3000-systeem worden daarom alle functies op het virtuele toestel afgebeeld. Opmerking: Voorwaarde voor een comfortabel gebruik van Mobility Entry via een gsm-toestel is de installatie van de HiPath Mobility Clientsoftware. De HiPath Mobility Client-software wordt ontwikkeld en beschikbaar gesteld door de firma Speech Design. Informatie over welke gsm-toestellen voor Mobility Entry zijn vrijgegeven, kunt u vinden op internet: http://www.speech-design.com/de/ produkte/hipath-mobility-client-software/ Daarnaast is het downloaden van de meest recente HiPath Mobility Client-software mogelijk. Opmerking: Het oproepen van de genoemde informatie kan pas na registratie.
1-4
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
neues.fm Nur für den internen Gebrauch
Inleiding Belangrijkste functies uit vorige versies
Functie
Beschrijving
Verdeelstekker met bliksembeveiliging (bestelnummer C39334-Z7052-C31)
Deze verdeelstekker met bliksembeveiliging is een extra beveiliging tegen blikseminslag voor HiPath 3000 en wordt alleen gebruikt voor Brazilië. Deze biedt beveiliging tot ongeveer 4 kV. De netwerkaansluitkabel van de HiPath 3000 moet in de verdeelstekker met bliksembeveiliging worden gestoken. De verdeelstekker met bliksembeveiliging wordt aangesloten op het elektriciteitsnet.
Power Box PB3000
De Power Box PB3000 wordt in een systeem gebruikt als noodstroomvoorziening bij stroomuitval; dat wil zeggen, wanneer een ononderbroken stroomvoorziening vereist is. ● wanneer de interne stroomvoorziening van de HiPath 3000 niet voldoende is, om alle aangesloten toestellen (draadgebonden en draadloos) van spanning te voorzien. ●
Internet-Telefonie Service Provider in IP-netwerk
Een HiPath-systeem kan tegelijkertijd bij een Internet-Telefonie Service Provider geregistreerd en in een IP-netwerk geïntegreerd zijn. De systemen van de netwerkconfiguratie kunnen zowel inkomend als uitgaand de SIP-telefoonnummers meegebruiken. Elke aansluiting (TDM-, HFA-, SIP- en H.323-toestellen) van de netwerksystemen kan een MSN/DDI van de Internet-Telefonie Service Provider krijgen of meldt zich met een standaard telefoonnummer.
Vier Internet-Telefonie Service Providers tegelijkertijd
Meerdere aanbieders helpen om kosten te besparen. Er kunnen maximaal vier ITSP’s (Internet-Telefonie Service Providers) parallel op een HiPath-systeem worden aangesloten. Aan de hand van het gekozen telefoonnummer en het tijdstip kunnen de ITSP met behulp van LCR worden geprioriseerd.
STUN Support
De HiPath stelt voor NAT Traversal één STUN-client ter beschikking, die met één STUN-server bij de ITSP samenwerkt. De ITSP-toegang wordt met een externe router gerealiseerd, die op de HiPath is aangesloten.
>
Vanaf HiPath 3000/5000 V7 wordt het knooppunttelefoonnummer van systemen in netwerken ingevoerd via: Instellingen | Systeemparameters | Flags. Het pad "Instellingen | Lijnen/Networking | Richtingen | Systeemnummer, inkomend: Nummer van de aansluiting“ is niet meer mogelijk. Bij een upgrade naar HiPath 3000/5000 V8 dient erop te worden gelet, dat na de KDS-conversie het knooppunttelefoonnummer via Instellingen | Systeemparameters | Flags wordt ingevoerd. Anders kunnen satellietsystemen in een IP-netwerk niet meer extern kiezen.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
1-5
neues.fm
Inleiding Belangrijkste functies uit vorige versies
1-6
Nur für den internen Gebrauch
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
Nur für den internen Gebrauch
2
Basisinformatie
2.1
Doelgroep en gebruik van dit boek
intro.fm Basisinformatie Doelgroep en gebruik van dit boek
Dit boek geeft beknopte aanwijzingen met betrekking tot de montage en ingebruikname van een HiPath-systeem of -netwerkconfiguratie. Het is bedoeld voor technisch geschoolde klanten, die hun HiPath 3000/5000 IP-systeem zelf in gebruik kunnen nemen en de standaardfuncties van de IP-telefonie kunnen instellen. Daarnaast is de informatie bedoeld als handig hulpmiddel voor medewerkers met de juiste opleiding en ervaring die snel willen nalezen in welke volgorde de stappen voor de ingebruikname van het systeem moeten worden uitgevoerd.
2.2
Varianten van het HiPath 3000/5000 IP-systeem
HiPath 3000/5000 V8 is een geavanceerd, schaalbaar communicatiesysteem, dat niet alleen geschikt is voor kleine en middelgrote ondernemingen, maar ook voor grote bedrijfsnetwerken. HiPath 3000/5000 V8 is in diverse configuraties en uitvoeringen beschikbaar – van een eenvoudig standalone-systeem met een klein aantal toestellen tot een centraal beheerbaar netwerk met 64 knooppunten en tot 2000 Workpoint Clients (d.w.z. IP- en TDM-telefoons alsmede IP-clients). De systeemarchitectuur maakt gebruik van de voordelen van verspreid opgestelde systemen om de last te verdelen over de afzonderlijke componenten en om de prestaties te optimaliseren. HiPath 3000/5000 V8 is in de volgende drie varianten verkrijgbaar: ●
HiPath 3000 V8 IP-systeem (standalone)
●
HiPath 3000 V8 IP-systemen in netwerk
>
Algemene informatie over de HiPath 3000/5000 V8-serie kunt u vinden: ● in de systeembeschrijving ● in de servicehandleiding Hier vindt u ook uitvoerige informatie over de aansluiting en de ingebruikname van het systeem.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
2-1
intro.fm
Basisinformatie Varianten van het HiPath 3000/5000 IP-systeem
2.2.1
Nur für den internen Gebrauch
HiPath 3000 V8 IP-systeem (standalone)
Deze variant is gebaseerd op Euro-ISDN-technologie en is geschikt voor gecombineerd gebruik met analoge Workpoint Clients, digitale Workpoint Clients (bijv. OpenStage TDM) en IPgebaseerde Workpoint Clients (bijv. optiPoint 420, optiPoint 420 S, OpenStage SIP en optiClient 130). LAN/IP
optiClient 130 V5
IP-toestellen, bijv. optiPoint 420, optiPoint 420 S HiPath 3000 V8 incl. HG 1500
HiPath Beheer-PC incl. applicaties, bijv. HiPath Xpressions, HiPath ProCenter, SimplyPhone,...
HiPath Wireless:
UP0/E-toestellen, bijv. optiPoint 500, OpenStage TDM HiPath Cordless integrated
optiPoint WL2 professional
Fax, analoge telefoons
PSTN/ISDN
2-2
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
intro.fm Nur für den internen Gebrauch
2.2.2
Basisinformatie Varianten van het HiPath 3000/5000 IP-systeem
HiPath 3000 V8 IP-systemen in netwerk
Deze variant bestaat uit een netwerkconfiguratie van meerdere via een IP-netwerk met elkaar verbonden HiPath 3000’s V8 (knooppunten) en maakt gecombineerd bedrijf mogelijk met analoge Workpoint Clients, digitale Workpoint Clients (bijv. optiPoint 500) en IP-gebaseerde Workpoint Clients (bijv. optiPoint 420 en optiClient 130 V5). Bovendien wordt de netwerkintegratie van meerdere centrales via IP ondersteund. LAN/IP optiClient 130 V5 IP-toestellen, bijv. optiPoint 420, optiPoint 420 S HiPath 3000 V8 incl. HG 1500 HiPath Beheer-PC incl. applicaties, bijv. HiPath Xpressions, HiPath ProCenter, SimplyPhone,... HiPath Wireless:
UP0/E-toestellen, bijv. optiPoint 500, OpenStage TDM HiPath Cordless integrated
optiPoint WL2 professional Fax, analoge telefoons HiPath 3000V8 incl. HG 1500 UP0/E-toestellen, bijv. optiPoint 500, OpenStage TDM
PSTN/ISDN
PSTN/ISDN
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
2-3
intro.fm
Basisinformatie Gebruikte markeringen en symbolen
2.3
Nur für den internen Gebrauch
Gebruikte markeringen en symbolen
... Knop OK ...
Knoppen en menu’s zijn vet weergegeven. Gewone tekst die bijzonder belangrijk is of waarmee anderszins rekening moet worden gehouden, wordt eveneens vet weergegeven.
... Bestand global.cfg ... Bestanden en directories worden in het lettertype Courier weergegeven. <Tijdelijke aanduiding>
> 7
2-4
Invoer of uitvoer die al naar gelang de situatie kan verschillen, staat tussen spitse haken.
Aanwijzingen of aanbevelingen gaan vergezeld van dit symbool.
Waarschuwingen gaan vergezeld van dit symbool.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
intro.fm Nur für den internen Gebrauch
2.4
Basisinformatie Meer gedetailleerde informatie
Meer gedetailleerde informatie
Nadere informatie over de HiPath 3000/5000 V8 vindt u in de volgende documentatie: ●
Systeembeschrijving De systeembeschrijving biedt u een uitgebreid overzicht van de binnen de HiPath 3000/ 5000 V8 voorkomende systemen en modulen. Uitvoeriger dan in de sales release wordt hier ingegaan op nieuwe en bestaande highlights. Verder worden alle aansluitbare Workpoint Clients en applicaties genoemd.
●
Functiebeschrijving In de functiebeschrijving worden alle features van de HiPath 3000 en HiPath 5000 op onderwerp geordend genoemd en uitvoerig toegelicht. Ook relaties met andere functies en eventuele beperkingen komen aan de orde.
●
Servicehandleiding De servicehandleiding geeft informatie over de bij de Hipath 3000/5000 behorende systemen. Opgenomen zijn onder meer de beschrijvingen van alle bij HiPath 3000 toegepaste modules, de procedure bij de standaardmontage en inbedrijfstelling van de diverse HiPath 3000-systemen, de inbedrijfstelling en het beheer van de HiPath 5000-RSM, informatie over het HiPath License Management en informatie over de ondersteunde Workpoint Clients.
●
Manager E beheerdersdocumentatie Met de HiPath 3000 Manager kunnen de HiPath 3000 en HiPath 5000 communicatiesystemen worden beheerd en geconfigureerd. U kunt zowel een standalone-communicatiesysteem als een netwerk van meerdere HiPath 3000- en HiPath 5000-systemen beheren door de betreffende KDS te configureren. Bij netwerkwijd beheer hebt u toegang tot de centrale klantgegevens (KDS), die u vanaf één centrale plaats in het netwerk kunt wijzigen (bijv. gebruikers definiëren, wijzigen of verhuizen).
●
HG 1500 beheerdersdocumentatie In deze handleiding wordt een volledige beschrijving gegeven van de beheermogelijkheden van een HG 1500. Het beheer en de configuratie van de gateway en de Web-Based Management (WBM)-interface worden systematisch behandeld.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
2-5
intro.fm
Basisinformatie Meer gedetailleerde informatie
●
Nur für den internen Gebrauch
Inventory Manager bedieningshandleiding Met de Inventory Manager ontvangt u via een webbrowser snel een compleet overzicht van alle in het HiPath 3000/5000 V8-netwerk geïntegreerde componenten en geïnstalleerde toepassingen. Voor een servicetechnicus is het bijv. van belang om snel en overzichtelijk de versienummers van alle communicatieservers (HiPath 3000, HiPath 5000) in het netwerk te kunnen vinden. De toegang tot de informatie is vanaf elke PC in het netwerk mogelijk. De volgende informatie kan worden opgevraagd:
●
–
informatie over alle HiPath 3000- en HiPath 5000-systemen in het netwerk en de bijbehorende modules (bijv. HG 1500),
–
informatie over alle toepassingen en besturingssystemen die op de PC’s in het netwerk geïnstalleerd zijn,
–
weergave van de hiërarchische structuur van de hardware-componenten en hun softwareversies,
Software Manager bedieningshandleiding De Software Manager biedt u de mogelijkheid om via een webbrowser de actuele systeemsoftware van de afzonderlijke HiPath-componenten op te vragen, te actualiseren en op te slaan. U kunt in een oogwenk vaststellen welke HiPath-componenten bij de individuele HiPath-knooppunten horen. De functies zijn als volgt verdeeld:
2-6
–
met de geïntegreerde Upgrade Manager kunt u de systeemsoftware van alle HiPathcomponenten opvragen en actualiseren,
–
met de geïntegreerde Backup Manager kunt u van de systeemsoftware backups maken en deze bij uitval van de systeemsoftware gebruiken om de systemen in bedrijf te houden.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
Nur für den internen Gebrauch
3
allg_Hinweise.fm Voorbereidingen
Voorbereidingen
De hieronder genoemde punten dienen te zijn afgehandeld resp. duidelijk te zijn, alvorens tot montage en inbedrijfstelling wordt overgegaan. In de documentatie waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. Als u over een elektronische versie van dit document beschikt, kunt u rechtstreeks naar de gewenste informatie gaan door op de betreffende blauw gemarkeerde link te klikken. Onderwerp
Beschrijving
Uitvoerige informatie
Veiligheidsvoorschriften
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften inzake montage, upgrading en inbedrijfstelling in acht.
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften"
Pakbon
Controleer of u de onderdelen die op de pakbon worden vermeld, ook daadwerkelijk hebt ontvangen.
Volledige leve- Controleer of de onderdelen onbeschadigd zijn. ring zonder be- Zijn er onderdelen beschadigd geraakt tijdens het transport? schadigingen Locatievereisten
Voldoet de locatie waar het systeem wordt geïnstalleerd, aan HiPath 3000 SHB, alle vereisten met betrekking tot de omgeving en de netvoe- hoofdstuk "Montage ding? HiPath 3000"
Licenties regis- Zijn voor eventuele HiPath 3000-netwerksystemen alle gegetreren vens voor de licensering beschikbaar, zoals de autorisatiecode en de MAC-adressen (MAC-ID) van alle HiPath 3000 Control Boards (CB)? Zijn voor een HiPath 3000/5000-netwerkconfiguratie alle gegevens voor de licensering beschikbaar, zoals de autorisatiecode en het MAC-adres (MAC-ID) van het eerste HiPath 3000 Control Board (CB) met de laagste node-ID? Hebt u toegang tot internet om de licensering te kunnen uitvoeren? Is er per HiPath 3000-systeem een licentiebestand aanwezig en zijn deze bestanden correct in de CLA (Customer License Agent) geïnstalleerd? Bij een netwerk van HiPath 3000-systemen met HiPath 5000 hebt u slechts één licentiebestand nodig. De licentiebestanden en de toegang tot de licentieserver ontvangt u via het licentie-management. Opmerking: De licentietermijn bedraagt 30 dagen. Binnen deze termijn dienen de betreffende functies gelicenseerd te zijn.
Technische specificaties, Licentiedocument,
Technische specificaties
zie technische specificaties
Zijn de technische specificaties die samen met de klant zijn opgesteld, beschikbaar en bevat deze alle benodigde gegevens? Hebt u nog informatie nodig?
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Licensering" URL van de licentieserver: //https:// www.siemens.com/ license-management
3-1
allg_Hinweise.fm
Voorbereidingen
Onderwerp
Nur für den internen Gebrauch
Beschrijving
Uitvoerige informatie
Nummerplan
Is er een volledig uitgewerkt nummerplan beschikbaar dat door de klant is goedgekeurd?
zie eventueel ook Technische specificaties
Eisen aan het LAN
Voldoet het LAN aan de eisen voor Voice over IP? Is er een netwerkanalyse uitgevoerd? Zijn de resultaten hiervan beschikbaar? Is er een lijst van reeds gedefinieerde en nog te definiëren IP-adressen? Zijn de IP-adressen van de IP-clients al gedefinieerd en zijn er al telefoonnummers aan toegewezen?
zie technische specificaties,
Beheer
3-2
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Algemene informatie over IP"
De configuratie vindt plaats met de servicetool HiPath 3000 Manager C/E. Voor het configureren van HG 1500-module(s) hebt u Internet Explorer vanaf V5.5 en Java nodig. Afhankelijk van wat is afgesproken, moet de HiPath 3000 Manager beschikbaar zijn op de service-laptop van de technicus of op een stationaire PC (beheer-PC) bij de klant. Bij wijze van alternatief kan bij een HiPath 3000/5000-netwerkconfiguratie de Manager worden geïnstalleerd voor het centrale beheer op de HiPath 5000 RSM-server (beheer-PC). U kunt beide programma’s installeren via de Setup van CD 1. Is er geen cd beschikbaar? ● Als u klant bent: vraag uw contactpersoon bij \_Siemens. ● Als u \_Siemens-technicus bent: Download de programma’s van de softwareserver (SWS). De verbinding met het systeem komt de eerste keer via de V.24-interface en vervolgens via het LAN tot stand.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
Nur für den internen Gebrauch
IP_Network.fm HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Systeem stap voor stap in gebruik nemen
4
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen
4.1
Systeem stap voor stap in gebruik nemen
Voer de hieronder beschreven stappen in chronologische volgorde uit om meerdere HiPath 3000-systemen met een HG 1500-modules of met HiPath 5000-servers in gebruik te nemen. Bij elk onderwerp vindt u een verwijzing naar de documentatie die u kunt raadplegen voor meer informatie. Als u over een elektronische versie van dit document beschikt, kunt u rechtstreeks naar de gewenste informatie gaan door op de betreffende blauw gemarkeerde link te klikken.
> 4.2
Hierna wordt de ingebruikname van een standalone HiPath 3000-systeem beschreven. Om nog meer HiPath 3000-systemen in gebruik te nemen, dient u de hierna beschreven stappen nogmaals uit te voeren.
Hardware aansluiten Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
1.
Opstellen/aansluiten van het HiPath 3000-systeem.
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Montage HiPath 3000"
2.
Opstelling en aansluiting van de client-pc’s, de beheer-pc en eventueel van de switches en de routers.
3.
Opstelling, aansluiting en systeemspecifieke bekabeling van de Work- HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Workpoint Clients. point Clients"
Status: Het HiPath 3000-systeem/de HiPath 3000-systemen en de gebruikte Workpoint Clients staan op hun plaats en zijn fysiek met het LAN verbonden.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-1
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Installeren van extra HiPath 3000-modules
4.3
Nur für den internen Gebrauch
Installeren van extra HiPath 3000-modules Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
1.
Schakel de netvoeding uit voordat u nieuwe kaarten in het systeem inbouwt (bij HiPath 35x0 en HiPath 33x0).
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Modules voor HiPath 3000"
2.
Controleer hoeveel poorten (master/slave) er beschikbaar zijn per slot HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Confi(HDLC). guratie-instructies"
Status: Nieuwe modules zijn correct in het systeem ingebouwd.
4-2
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
4.4
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Eerste ingebruikname van de HiPath 3000
Eerste ingebruikname van de HiPath 3000
De eerste ingebruikname dient voor elk HiPath 3000-systeem afzonderlijk te worden uitgevoerd.
7
Voorzichtig (alleen voor Brazilië) Als beveiliging tegen overspanning door blikseminslag moet gebruik worden gemaakt van de verdeelstekker met overspanningsbeveiliging, bestelnummer C39334Z7052-C31. Voer de stappen voor de spanningsvoorziening uit die in HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Inbedrijfstelling HiPath 3000" beschreven staan.
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
1.
Verbind de V.24-interface van de HG 1500-module en de seriële poort van de beheer-PC (bijv. COM1) met een nulmodemkabel. Opmerking: Hierna wordt de eerste aansluiting van het systeem op het LAN met een directe verbinding (nulmodemkabel) beschreven.
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Modules", betreffende module selecteren (bijv. HXGM3, HXGR3, HXGS3, ...)
2.
Schakel de netvoeding van het systeem in en voer een reload uit. Er wordt een standaard KDS (KlantenDataBase) geladen met landinstelling "Duitsland". Opmerking: Voer bij gebruik van de verdeelstekker met overspanningsbeveiliging (bestelnummer C39334-Z7052-C31), de stappen voor spanningsvoorziening uit die in de Servicehandleiding beschreven staan.
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Inbedrijfstelling HiPath 3000"
3.
Voer zonodig de landinitialisatie uit met de Assistant T. Standaard is HiPath 3000 SHB, "Duitsland" ingesteld. Indien u de landinitialisatie hebt veranderd, wordt hoofdstuk "Inbedrijfstelling de HiPath 3000 opnieuw gestart. HiPath 3000"
Status: De HiPath 3000 is opgestart, de aangesloten systeemtoestellen zijn herkend en de ISDN-lijnen voor het protocol EDSS1 zijn geconfigureerd.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-3
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Aansluiten van de HiPath 3000 op het LAN via HG 1500
4.5
Nur für den internen Gebrauch
Aansluiten van de HiPath 3000 op het LAN via HG 1500
De aansluiting van de HiPath 3000 op het LAN verloopt via HG 1500. Hiertoe dient u aan de LAN1-interface van de HG 1500 een IP-adres toe te wijzen, en aan de gateway een default router. Voor de aansluiting van de andere HiPath 3000-systemen (knooppunten) dient u de hierna genoemde stappen te herhalen. Voor de eerste configuratie van de HG 1500 hebt u de volgende mogelijkheden: ●
de Command Line Interpreter (CLI) gebruiken
●
de eerste configuratie via een remote toegang uitvoeren
Hieronder wordt de eerste configuratie met de CLI beschreven: Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
HyperTerminal-verbinding starten en definiëren 1.
Start op de beheer-PC de HyperTerminal via Start | Programs | Accessories | Communications. Voer de volgende instellingen uit:
2.
Geef een naam aan voor de verbinding, bijvoorbeeld HG 1500.
3.
Selecteer de COM-poort waarop de HG 1500 is aangesloten, bijvoorbeeld COM1.
4.
Stel het volgende in: ● voor HG 1500 – 19200 bps ● voor STMI – 38400 bps Beheer met de Command Line Interface (CLI)
1.
Nadat met de HyperTerminal een verbinding is opgebouwd, hebt u toe- HG 1500 Beheerdershandleiding, gang tot de HG 1500, zodra u de Enter-toets hebt ingedrukt. hoofdstuk "Configuratie via CLI-interface"
2.
4-4
Meld u aan met uw gebruikersnaam (user name) en password. De standaard gebruikersnaam en het standaard password krijgt u van de systeembeheerder. Opmerking: Gebruikersnaam en password kunnen met behulp van de HiPath 3000 Manager E in het HiPath-3000-systeem worden aangepast.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Aansluiten van de HiPath 3000 op het LAN via HG 1500
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
Voer in de CLI na de prompt vxTarget> de volgende commando’s in: 3.
get write access Schrijffunctie inschakelen
4.
set ip address xxx.xxx.xxx.xxx jokerteken voor IP-adres van de LAN1-interface van de HG 1500, bijv. 1.150.1.232 Opmerking: Voordat u een IP-adres toewijst, moet u met Ping controleren of het IPadres niet reeds is toegekend.
5.
set ip subnet yyy.yyy.yyy.yyy Jokerteken voor subnetmasker van de LAN1-interface van de HG 1500, bijv. 255.0.0.0
6.
set default gateway zzz.zzz.zzz.zzz Jokerteken voor de standaardrouter van de gateway, bijv. 1.150.6.10
7.
add wbm client aaa.aaa.aaa.aaa Jokerteken voor PC, die de HG 1500 via Web-Based Management mag configureren, bijv. 1.150.1.10.
8.
save configuration Instellingen opslaan
9.
reset HG 1500 wordt opnieuw gestart. Zodra u in de CLI de ingevoerde gegevens van de IP-adressen 1 en 2 ziet, is de reset beëindigd. Klik eenmaal op de Enter-toets en u krijgt weer de login-prompt. HyperTerminal-verbinding beëindigen
1.
Sluit het programma "HyperTerminal", zodat de COM-interface voor het aansluitende beheer met de HiPath 3000 Manager weer vrij is. Beheer met de HiPath 3000 Manager
1.
Verbind de V.24-interface van de HiPath 3000 en de seriële poort van de beheer-PC met een nulmodemkabel. Opmerking: U kunt de nulmodemkabel van de HG 1500 losmaken en deze in de V.24-aansluiting van de HiPath 3000 stoppen. Dit kan gewoon in bedrijf gebeuren.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Modules voor HiPath 3000"
4-5
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Aansluiten van de HiPath 3000 op het LAN via HG 1500
Nur für den internen Gebrauch
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
2.
Start de HiPath 3000 Manager via Start | Programs | HiPath 3000 Manager | HiPath 3000 Manager en meld u aan met uw gebruikersnaam en password. De standaard gebruikersnaam en het standaard password krijgt u van de systeembeheerder. Opmerking: Gebruikersnaam en password kunnen met behulp van de HiPath 3000 Manager E in het HiPath-3000-systeem worden aangepast.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Starten en aanmelden"
3.
Laad de klantendatabase uit de HiPath 3000 met behulp van de directe verbinding via Bestand | Teleservice | systeem -> PC Daarbij dienen de opties Direct en KDS lezen/schrijven geselecteerd te zijn.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
4.
Stel via Instellingen | Netwerk... | Basisinstellingen het IP-Access- HiPath 3000 Manager, hoofdstuk protocol op HIP in. "Basisinstellingen"
5.
Voer via Instellingen | Netwerk... | Basisinstellingen in het veld HiPath 3000 MaLAN-interface het IP-adres van de HiPath 3000 (bijv. 1.150.1.231) en nager, hoofdstuk "Basisinstellingen" het subnetmasker van de HiPath 3000 (255.0.0.0) in.
6.
Leg waar nodig via Instellingen | Netwerk... | Routing vast, welke IP- HiPath 3000 MaPC’s via welke gateway te bereiken zijn. Voer daartoe het IP-adres van nager, hoofdstuk de IP-PC in (bijv. 1.150.1.112), het subnetmasker (bijv. 255.0.0.0) en "Routing" de gateway (bijv. 1.150.1.10).
7.
Schrijf de gegevens via de directe verbinding terug naar het systeem via Bestand | Teleservice | PC -> systeem
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
8.
Sla de klantendatabase op. Bestand | KDS opslaan als...
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "KDS opslaan als..."
Status: De HiPath 3000 kan met de HiPath 3000 Manager per direct via het LAN geconfigureerd worden. De nulmodemkabel kan van de HiPath 3000 worden losgekoppeld.
4-6
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
4.6
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Eerste configuratie van de HiPath 3000
Eerste configuratie van de HiPath 3000
De procedure voor de eerste configuratie dient voor elke afzonderlijke HiPath 3000 te worden uitgevoerd. Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
1.
Sluit de HG 1500 van de HiPath 3000 aan op het LAN. Opmerking: De beheer-PC dient zich eveneens in het LAN te bevinden.
HiPath 3000 SHB, hoofdstuk "Modules", betreffende module selecteren (bijv. HXGM3, HXGR3, HXGS3, ...)
2.
Controleer de LAN-verbinding met de HG 1500 en met de HiPath 3000 door een PING-commando te geven, (bijv. ping 1.150.1.231). Laad vervolgens met HiPath 3000 Manager de klantendatabase van de HiPath 3000 via Bestand | Teleservice | Systeem - PC. Daartoe dient u de opties KDS lezen/schrijven en IP-HiPath te selecteren. Als IP-adres kiest u het IP-adres van de HiPath 3000, in ons voorbeeld is dit 1.150.1.231.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
3.
Ga onder Instellingen | Toestel definiëren... | Deelnemers na, of de systeemtoestellen correct herkend zijn. Wijs de namen van de gebruikers toe aan de telefoonnummers van de systeemtoestellen (zie nummerplan van de klant of de technische specificaties). Opmerking: U kunt hier de betreffende namen van de gebruikers al aan de telefoonnummers van de IP-clients toewijzen (zie nummerplan van de klant of de technische specificaties).
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Toestel definiëren | Deelnemers"
4.
De parameters van de gebruikers kunt u desgewenst veranderen via de knop Toesteloverzicht boven het navigatiegedeelte.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Toesteloverzicht"
5.
Voer onder Instellingen | Systeemparameters... | Systeeminstellingen in het veld Systeemnaam een naam voor het systeem in. De naam wordt in het display van de systeemtoestellen weergegeven (momenteel niet bij OpenStage 40, 60, 80).
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Systeeminstellingen".
6.
Voer onder Instellingen | Lijn/Networking | Richtingen in het veld HiPath 3000 MaRichtingsnaam een richtingsnaam in (bijv. ISDN) en in het veld Abon- nager, hoofdstuk nee nr. - inkomend het landnummer (bijv. 49), het netnummer (bijv. "Richtingen". 89) en het telefoonnummer van het systeem zonder code voor de bedienpost (bijv. 722).
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-7
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Eerste configuratie van de HiPath 3000
Nur für den internen Gebrauch
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
7.
Controleer via Instellingen | Lijn/Networking... | Lijnen het protocol HiPath 3000 Mavan de netlijnen. Selecteer daartoe een lijn en klik in het bijbehorende nager, hoofdstuk "Lijnen". Param-veld.
8.
Eventuele extra systeemtalen kunt u via Systeemstatus | Gehele systeem | Systeemteksten laden. In totaal zijn er 8 systeemtalen mogelijk. Daarvan zijn er 4 standaard gedefinieerd. De vier andere kunnen volgens de definitie van de gebruiker worden geladen. Opmerking: Wanneer u systeemtalen laadt, dient u vooraf de KDS naar het systeem te exporteren en op te slaan en vervolgens de systeemtalen te wijzigen. Na aanpassing van de systeemtalen wordt het systeem automatisch opnieuw gestart.
HiPath 3000/5000 Configuratievoorbeelden, Talen uitwisselen/overbrengen
9.
Schrijf de gegevens via de directe verbinding terug naar het systeem via Bestand | Teleservice | PC -> systeem
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
10. Sla de klantendatabase op. Bestand | KDS opslaan als...
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "KDS opslaan als..."
Datum en tijd worden automatisch na de eerste externe verbindingsopbouw geactualiseerd. Status: De systeemtoestellen zijn correct geconfigureerd, het systeem is vanuit extern bereikbaar en kan via het LAN worden beheerd.
4-8
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Variant HiPath 5000 (netwerkconfiguratie) - HiPath 3000 (knooppunten) samenvoegen
Nur für den internen Gebrauch
4.7
Variant HiPath 5000 (netwerkconfiguratie) - HiPath 3000 (knooppunten) samenvoegen Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
1.
Laad de standaard gegevens uit de HiPath 5000-server in de HiPath 3000 Manager via Bestand | HiPath 5000 | Teleservice | HiPath 5000 Server. Selecteer daartoe met de knop Zoeken de betreffende HiPath 5000-server en klik vervolgens op de knop Server -> Manager.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Bestand" | HiPath 5000-server
2.
Voeg in de HiPath 3000 Manager een nieuw knooppunt toe via Bestand | HiPath 5000 | Nieuw | HiPath 3000 en lees de klantendatabase van het knooppunt uit via Bestand | Teleservice | systeem -> PC. Begin met het knooppunt die de laagste knooppunt-ID heeft en herhaal deze procedure voor alle knooppunten in het netwerk.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Nieuw" | HiPath 3000
3.
Zet de klantendatabase over naar de centrale database. HiPath 3000 MaBestand | HiPath 5000 | Teleservice | HiPath 5000 Server | Knoop- nager, hoofdstuk "Bestand" | punt toevoegen. HiPath 5000-server
4.
Voer - als de HG 1500 niet door de Feature Server wordt herkend - met het WebBased Management een reset uit van alle kaarten die als gateway zijn geselecteerd (alternatief: systeem resetten). Opmerking: Als u nog meer knooppunten wilt toevoegen, voert u de bovengenoemde stappen nogmaals uit.
HG 1500 Installatiehandleiding, zie hoofdstuk over symbolen in het werkgebied van het WBM-venster
5.
Schrijf de gegevens terug naar de HiPath 5000-server via Bestand | HiPath 5000 | HiPath 5000 Server | Manager -> Server.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Bestand" | HiPath 5000-server
6.
Sla de klantendatabase op. Bestand | KDS opslaan als...
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "KDS opslaan als..."
Status: alle HiPath 3000-systemen zijn op de HiPath 5000-server aangemeld en kunnen centraal via de HiPath 3000 Manager worden beheerd.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-9
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Licensering van de functies
4.8
Nur für den internen Gebrauch
Licensering van de functies
Voordat u functies kunt gebruiken, dient u ze eerste te licenseren. Daaronder valt bijvoorbeeld ook het gebruik van meer dan 2 B-kanalen. Daartoe dient u het License Management incl. licentie-agent (CLA) op een netwerk-PC te installeren. De software voor het License Management bevindt zich op de software-CD die met de HiPath 3000/5000 V8 wordt meegeleverd, of op een separate CD. Na de installatie kunt u via het Licentie Management met behulp van de autorisatiecode resp. het MAC-adres van de HiPath 3000 Control Boards (CB) een licentiebestand aanvragen. Meer bijzonderheden daarover vindt u in de online help van het Licentie Management. Zodra de licensering afgesloten is, ontvangt u een licentiebestand, dat automatisch in een subdirectory van de CLA (Customer License Agent) wordt geïnstalleerd. De licensering dient voor elk afzonderlijk HiPath 3000-systeem in het netwerk opnieuw te worden uitgevoerd. Deze bestanden bevatten alle gegevens die nodig zijn voor de aansluitende verdeling van de licenties bij de functies. Deze licentieverdeling vindt dan plaats via de HiPath 3000 Manager.
>
Wanneer CLA en HiPath 3000 Manager zich niet op dezelfde PC bevinden, dan kan in een configuratiebestand in de map van de HiPath 3000 Manager het IP-adres worden ingevoerd van de PC waarop de CLA is geïnstalleerd. Het configuratiebestand (ass_150e.ini - Cla_Host) bevindt zich in de map C:\Documents and Settings\User name\Application Data\Siemens\Manager E.
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
Functies licenseren met de HiPath 3000 Manager Voer voor elk afzonderlijk HiPath 3000-systeem de navolgende stappen uit. Voorwaarde: HiPath 3000 SHB, U hebt het Licentie Management incl. één licentie-agent op een netwerk- hoofdstuk "LicenPC geïnstalleerd, de benodigde licentiebestanden (xml-bestanden) aan- sering" gevraagd en ontvangen. Via het Licentie Management kunt u controleren of de licentiebestanden goed naar de licentie-agent zijn verstuurd. 1.
4-10
Laad met HiPath 3000 Manager de klantendatabase van de gewenste HiPath 3000 via Bestand | Teleservice | Systeem -> PC. Daartoe dient u de opties KDS lezen/schrijven en IP-HiPath te selecteren. Als IP-adres kiest u het IP-adres van de HiPath 3000, in ons voorbeeld is dit 1.150.1.231.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Licensering van de functies
Activiteit/Beschrijving 2.
Uitvoerige informatie
Kies onder Instellingen | Licenties registreren... het tabblad HXG. HiPath 3000 MaDe License Agent (CLA) opent het bij de MAC-ID (van het HiPath 3000- nager, hoofdstuk "Licenties registresysteem) behorende licentiebestand. ren"
3.
Controleer of wijzig het aantal gelicenseerde B-kanalen (standaard: 2 B-kanalen) en het aantal gelicenseerde systeemclients (standaard: 0 systeemclients). Opmerking: Ga na hoe u bij meerdere HiPath 3000-systemen de licenties over de afzonderlijke systemen wilt verdelen.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Licenties registreren"
4.
Schrijf de gegevens via de directe verbinding terug naar het systeem via Bestand | Teleservice | PC -> systeem
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice" HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Bestand" | HiPath 5000-server
5.
Sla de klantendatabase op. Bestand | KDS opslaan als...
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "KDS opslaan als..."
Status: De features zijn gelicenseerd en de actuele KDS is in het systeem geladen.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-11
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen IP-clients configureren
4.9
Nur für den internen Gebrauch
IP-clients configureren
IP-clients zijn enerzijds systeem-clients zoals het IP-systeemtoestel optiPoint 420 of de software IP-client optiClient 130 en anderzijds S0-/vCAPI-toestellen, zoals H.323-clients of vCAPIclients. De IP-clients moeten in de HiPath 3000 worden ingesteld en vervolgens in de clientsoftware worden beheerd. Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
Definiëren met de HiPath 3000 Manager 1.
Laad met HiPath 3000 Manager de klantendatabase van de HiPath 3000 via Bestand | Teleservice | systeem -> PC. Daartoe dient u de opties KDS lezen/schrijven en IP-HiPath te selecteren. Als IP-adres kiest u het IP-adres van de HiPath 3000, in ons voorbeeld is dit 1.150.1.231.
2.
Kies in het Toesteloverzicht in de toestelselectie het toestel (IPclient).
3.
Klik op de pijl onder de invoer Telefoonnummer om naar het dialoogvenster Toestellen | Toestel te gaan.
4.
Voer voor het toestel het telefoonnummer (Tel.-nr.), het doorkiesnummer en de naam in. Klik voor het opslaan van de wijzigingen op Update.
5.
Ga naar het menu Instellingen | Toestellen naar Gatekeeper: HiPath 3000 MaKies op het tabblad Gatekeeper de slot van de HG 1500-module. nager, hoofdstuk "Gatekeeper" ● Kies in de lijst Toestel het IP-toestel. ● Kies onder "Gemarkeerde tst..." of een systeem-client, een H.323client of een SIP-client moet worden geconfigureerd. Klik vervolgens op de knop Definieren. Klik voor het opslaan van de wijzigingen op Update. Opmerking 1: Wanneer u al namen hebt toegewezen aan de telefoonnummers van de IP-clients (zie 2.2.5), worden deze namen hier weergegeven. Opmerking 2: Wanneer op de gatekeeper ook S0-toestellen moeten worden gedefinieerd, dient de optie Resource gebruik te worden geactiveerd. Pas dan kunnen via het tabblad Gateway de S0-toestellen worden gedefinieerd.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
●
6.
4-12
Selecteer in het tabblad Gatekeeper de "System Client" voor IP-systeemtoestellen (bijv. optiPoint 420) en optiClient 130.
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen IP-clients configureren
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
7.
Selecteer in het tabblad Gatekeeper de "H.323 Client" voor H.323clients en VCAPI-aansluitingen.
8.
Kies in het tabblad Gatekeeper de "SIP Client" voor SIP-toestellen. Opmerking: SIP-toestellen moeten een vast IP-adres hebben.
9.
Extra bij het configureren van H.323-clients: Selecteer via Toesteloverzicht de betreffende H.323-client en klik op het tabblad Werklocatie klant. Activeer in het veld "IP-adres" de optie Vast IP-adres gebruiken en voer het IP-adres van de H.323-client aan. Wanneer op de Gatekeeper een H.323-client is aangesloten, voert de Gatekeeper de toewijzing van telefoonnummers en IP-adres uit. In dat geval dient het IP-adres 0.0.0.0 te worden geconfigureerd. Opmerkingen: ● Voordat u een IP-adres toewijst, moet u met Ping controleren of het IP-adres niet reeds is toegekend. ● De parameter Analoog met adapter verbonden zorgt ervoor dat gesprekken van de H.323 via een DSP lopen en op die manier functies in het systeem worden geactiveerd.
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Toesteloverzicht | WorkpointClients"
10. Schrijf de gegevens via de directe verbinding terug naar het systeem via Bestand | Teleservice | PC -> systeem
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "Exporteren | Teleservice"
11. Sla de klantendatabase op. Bestand | KDS opslaan als...
HiPath 3000 Manager, hoofdstuk "KDS opslaan als..."
Status: De IP-clients zijn geconfigureerd in de HiPath 3000 en kunnen via de software worden beheerd. IP-toestellen beheren (voorbeeld optiPoint) 420 op HiPath 3000 V8 1.
Roep op het telefoontoestel het configuratiemenu op. -- bij de optiPoint 420: Toetsen 1, 0 en 3 tegelijkertijd indrukken -Op het display van de telefoon verschijnt: Beheer: 01=Configuration?
2.
Voer het password (standaard bij "Standalone": 123456) in via 01=Configuration? - Enter admin password
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-13
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen IP-clients configureren
Nur für den internen Gebrauch
Activiteit/Beschrijving
Uitvoerige informatie
3.
Wanneer er geen DHCP-server wordt gebruikt, deactiveert u de DHCP IP-toewijzing via 01=Network? - 01=DHCP IP assign? - OFF
4.
Voer het IP-adres van de IP-client (bijv. 1.150.1.112) in via 02=Terminal IP addr.?
5.
Voer het Subnet Mask van de IP-client (bijv. 255.0.0.0) in via 03=Terminal mask?
6.
Voer het IP-adres van de gateway (bijv. 1.150.1.10) in via 04=Default route?
7.
Ga terug naar het hoofdmenu en start de telefoon opnieuw via 03=Start phone?
8.
Start vervolgens uw webbrowser en verbind deze met het toestel: Voorbeeld: https://1.150.1.112 Het Web Based Management wordt gestart,
9.
Klik op Administrator en voer het password in. Klik vervolgens op System en dan op Gateway Settings. Configureer het gateway-adres (Gatekeeper-module) en het Subscriber Number (tel.nr. van de IPclient).
10. Druk ten slotte op Submit. Het toestel meldt zich nu automatisch aan bij het systeem. Beheer van een IP-software-client (H.323-Client) 1.
Geef bij het configureren van de IP-client het IP-adres van de HG 1500 als Gatekeeper aan! Status: De IP-clients zijn nu gebruiksklaar.
4-14
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
IP_Network.fm Nur für den internen Gebrauch
4.10
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Uitgebreide configuratie
Uitgebreide configuratie
Overige instellingen zoals Least Cost Routing (LCR), oproepovernamegroepen of autorisaties kunnen met de HiPath 3000 Manager worden uitgevoerd. Deze instellingen mogen echter alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
4.11
Aansluiting op het internet
Het is mogelijk, via de in de HiPath 3000 ingebouwde HG 1500-module verbinding met het internet op te bouwen. Welke verschillende mogelijkheden er zijn en hoe deze moeten worden geconfigureerd, leest u aan de hand van voorbeelden in de documentatie "HiPath 3000/5000 Configuratievoorbeelden, hoofdstuk Praktijkvoorbeelden HG 1500".
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
4-15
IP_Network.fm
HiPath 3000/5000 V8 IP-systemen Aansluiting op het internet
4-16
Nur für den internen Gebrauch
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
GetstartedSIX.fm
Trefwoordenregister
Nur für den internen Gebrauch
Trefwoordenregister A analoge netlijn CLIP 1-3
B Backup Manager 2-6 Beheer 3-2
Z Inleiding 2-1 Internetaansluiting 4-15 Internet-Telefonie Service Provider 1-5 Inventory Manager 2-6 ISDN Numbering Plan 1-2
K
C
Key module 1-2
CLIP, analoge netlijn 1-3 CSTA-monitoring 1-4
L
Direct Payload naar de Internet-Telefonie Service Provider 1-4
LAN 3-2 LDAP-diagnose 1-3 License Management 4-10 Licenties registreren 4-10
E
M
EFC 1-3 Euro-ISDN-technologie 2-2 Extended Fast Connect 1-3
Manager E 2-5 Markeringen 2-4 Mobility Entry 1-4 Montage en ingebruikname 3-1
D
F Functiebeschrijving 2-5
N
H
Numbering Plan 1-2 Nummerplan 1-2
HG 1500 2-5 HiPath 3000 IP-systeem licensering 3-1 nummerplan 3-2 pakbon 3-1 technische specificaties 3-1 veiligheidsvoorschriften 3-1 HiPath 3000 IP-systeem in netwerk Hardware-montage 4-1 IP-adressen toewijzen 4-4 IP-functies configureren 4-12 HiPath 5000-server Knooppunten samenvoegen 4-9 HiPath Mobility Client 1-4
I Ingebruikname 4-1 A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen
O OpenStage 1-2 Oproepomleiding 1-3
P Power Box PB3000 1-5
R Remote Upgrade Concept 1-3 Route-optimalisatie 1-3
S Servicehandleiding 2-5 Signaling & Payload Encryption 1-4 Software Manager 2-6 SPE 1-4
Z-1
GetstartedSIX.fm
Trefwoordenregister
Nur für den internen Gebrauch
STUN Support 1-5 Symbolen 2-4 Systeembeschrijving 2-5
T T.38 via DSL 1-4
U Upgrade Manager 2-6
V Varianten van de HiPath 3000/5000 IP-systeem (standalone) 2-1 IP-systemen in netwerk 2-1 Verdeelstekker met bliksembeveiliging 1-5 Voice Mailbox 1-3
W Workpoint Clients 2-2
Z-2
A31003-H3580-G100-3-5431, 03-2009 HiPath 3000/5000 V8, Eerste stappen