Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA ‘s-Gravenhage
Uw brief
Ons kenmerk
AAM/BR/03/40205 Onderwerp
Datum
Jaarstukken 2001 en voortgang afwikkeling Arbeidsvoorziening
19 juni 2003
Met mijn brief van 4 december 2002 (Kamerstukken II, 2002-2003, 21 477, nr. 87) heb ik u mijn voorlopig oordeel bij de jaarrekening 2000 van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie doen toekomen. Hierin heb ik u gemeld dat ik mijn finale oordeel en opvatting eerst zou kunnen vormen na ontvangst van de jaarstukken 2001. Met zijn brief van 17 december 2002 heeft de bestuurder Arbeidsvoorziening de jaarrekening 2001 van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie aangeboden. Bij deze jaarrekening zijn afzonderlijk de financiële verantwoordingen en bestuursverslagen van de onderdelen van Arbeidsvoorziening gevoegd. De jaarrekening 2001 en de onderliggende verslagen van de bedrijfsonderdelen treft u als bijlagen bij deze brief aan. Eveneens treft u als bijlage aan de vierde kwartaalrapportage 2001 Arbeidsvoorziening; hiermee is voldaan aan de met Arbeidsvoorziening overeengekomen rapportagecyclus voor 2001. In het vervolg van deze brief ga ik nader in op de jaarstukken 2001en mijn oordeel bij de jaarstukken 2000 en 2001 van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Vervolgens ga ik nader in op de verantwoording van de transformatiekosten, de uitkomsten van het due diligence onderzoek naar de financiële positie per jaareinde 2001 en de afwikkeling van het onderhanden werk van NV KLIQ. Voorts ga ik in deze brief in op de rechtspositionele regelingen en de uitkomsten van het onderzoek naar de decharge aan de oud-bestuurders Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening. Eveneens meld ik u hierbij de uitkomsten van het onderzoek van de bestuurder CBA naar de rol van de externe accountant van Arbeidsvoorziening. Op verzoek van de Vaste Kamercommissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (brief van 19 december 2002, kenmerk 59-02-SZW) geef ik in deze brief de stand vereffening Arbeidsvoorziening per 1 april 2003 weer, voor zover deze afwijkt van de stand van de vereffening zoals gemeld in de brief van 4 december 2002.
2
1. Jaarstukken 2001 De jaarrekening 2001 van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie is evenals de jaarrekening 2000 voorzien van een afkeurende accountantsverklaring op getrouwheid en op rechtmatigheid. De departementale Accountantsdienst heeft inmiddels een review uitgevoerd op de controlewerkzaamheden van de externe accountant van Arbeidsvoorziening in het kader van de jaarrekening 2001. Het oordeel van de Accountantsdienst is dat de afkeurende verklaring over 2001 op toereikende wijze is onderbouwd. De externe accountant van Arbeidsvoorziening constateert in zijn oordeel bij de jaarrekening 2001 dat de opzet, het bestaan en de werking van het stelsel van administratieve organisatie en interne controle gedurende een belangrijk deel van het jaar 2001 op wezenlijke onderdelen niet aan de daaraan minimaal te stellen eisen heeft voldaan. Dit is volgens de accountant het gevolg van de in het jaar 2000 ingezette reorganisatie van Arbeidsvoorziening (gericht op de verzelfstandiging en overdracht van de bedrijfsonderdelen en de liquidatie van het concern), waardoor de volledigheid en juistheid van de bestuurlijke informatievoorziening gedurende het jaar 2001 als geheel niet was gewaarborgd. Uit de bevindingen van de accountant blijkt dat de inspanningen om de interne controle (AO/IC) op het gewenste niveau te krijgen tot resultaat hebben gehad dat bij de onderdelen Arbeidsbureau’s Nederland en Facent een goedkeurende accountantsverklaring kon worden afgegeven. Bij het Centrum Vakopleiding is door de accountant een oordeelsonthouding afgegeven, terwijl KLIQ is voorzien van een afkeurende accountantsverklaring. De accountant is tot deze oordelen gekomen, omdat de interne organisatie gedurende het jaar 2001 bij deze bedrijfsonderdelen niet zodanig ingericht is geweest dat door middel van accountantscontrole de vereiste zekerheid kon worden verkregen over de volledigheid en juistheid van de opbrengsten. Voor wat betreft de rechtmatigheid stelt de accountant dat niet is voldaan aan artikel 67 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996. Op grond van dit artikel moet een administratie worden gevoerd, die voldoet aan eisen van doelmatig beheer en controle en die in elk geval haar vermogenstoestand zodanig weergeeft, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen kunnen worden ontleend. De bevindingen bij de bedrijfsonderdelen hebben er toe geleid dat door de accountant bij de geconsolideerde jaarrekening 2001 van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een afkeurende accountantsverklaring op getrouwheid en op rechtmatigheid is afgegeven. 2. Oordeel jaarstukken 2000 en 2001 Ik constateer dat de bevindingen van de externe accountant bij de jaarrekening 2001 grotendeels en op belangrijke punten overeenkomen met die bij de jaarrekening 2000. Dit heeft er toe geleid dat ook de jaarrekening 2001 van Arbeidsvoorziening is voorzien van een afkeurende verklaring op getrouwheid en rechtmatigheid. Gebleken is dat de inspanningen om in 2001 de AO/IC op het vereiste niveau te brengen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid omdat de meeste gebreken hierin niet meer met terugwerkende kracht kunnen worden hersteld. Zoals aangegeven is dit volgens de accountant van Arbeidsvoorziening nog het gevolg van de in 2000 ingezette reorganisatie. Op onderdelen is er een bescheiden vooruitgang geboekt. Voor enkele bedrijfsonderdelen betekende dit dat een goedkeurende verklaring kon worden afgegeven.
3
Met ingang van april 2001 is de heer Koopmans benoemd als bestuurder CBA met als taak de externe verzelfstandiging van de bedrijfsonderdelen voor te bereiden en de liquidatie van het restant van Arbeidsvoorziening uit te voeren. Inmiddels zijn per 1 januari 2002 de onderdelen verzelfstandigd, is per die datum Arbeidsvoorziening in liquidatie en is een budget voor de decompositie getroffen. Gelet hierop is terugvordering en/of verrekening van de rijksbijdragen over 2000 en 2001 niet meer opportuun. Derhalve heb ik de rijksbijdragen over 2000 en 2001 vastgesteld conform de voor die jaren toegezegde bedragen. 3. Transformatiekosten Zoals de externe accountant in de accountantsverklaring bij de jaarrekening 2001 meldt, zal voor de transformatiekosten nog een separate verantwoording worden opgesteld. Deze verantwoording betreft de voor 2000 tot en met 2002 toegezegde transformatiekosten (in totaal een budget van € 122,7 miljoen). Ik heb Arbeidsvoorziening opdracht gegeven over de aanwending van deze gelden verantwoording af te leggen. In de verantwoording door Arbeidsvoorziening zal een rapport van bevindingen worden opgenomen opgesteld door een externe accountant. De verantwoording van de transformatiekosten zal ultimo september 2003 gereed zijn. Voor wat betreft de verantwoording over het jaar 2002 merk ik op dat die beperkt blijft tot de onderdelen Facent en Centrum Vakopleiding. CWI heeft in 2002 geen transformatiekosten meer gemaakt. Het restant budget transformatiekosten 2002 van KLIQ is via de openingsbalans van KLIQ afgewikkeld. 4. Due diligence onderzoek In mijn brief van 4 december 2002 heb ik u gemeld dat door een extern bureau een due diligence onderzoek zou worden uitgevoerd, dat zich zou richten op de financiële positie per jaareinde 2001. Het onderzoek had betrekking op financiële risico’s met betrekking tot de ontvlechting van Arbeidsvoorziening. Deze risico’s betroffen eventuele waardeverliezen van het publieke naar het private domein. Object van onderzoek was de jaarrekening 2001 van de bedrijfsonderdelen Facent, Centrum Vakopleiding, Arbeidsbureau Nederland, KLIQ en relevante aspecten van de jaarrekening van concern, waarbij de volledigheid van de verantwoorde activa en de juistheid van de opgenomen verplichtingen centraal stond. In een going concern situatie zou de jaarrekening 2001 van Arbeidsvoorziening zijn opgesteld op basis van een bestendige gedragslijn. In verband met de ontvlechting en verzelfstandiging van de bedrijfsonderdelen is Arbeidsvoorziening echter per 1 januari 2002 in liquidatie getreden. Dit heeft geleid tot zowel (resultaten uit) transacties met derden als interne transacties en waarderingen die kunnen afwijken van de daarvoor gehanteerde gedragslijn. Door middel van het due diligence onderzoek is aanvullend inzicht verkregen over de aard en de omvang van de afwijkingen van de bestendige gedragslijn. In de rapportage is voor de afwijkingen een onderscheid gemaakt in een aantal categorieën. Onderscheiden worden, liquidatieverlies 2001, liquidatieresultaat 2002, waardeverliezen en risico’s van waardeverlies. De uitkomsten van de due diligence zijn per bedrijfsonderdeel bezien op mogelijke gevolgen voor de Staat. De inzichten uit het due diligence onderzoek leiden er niet toe dat het totaalbeeld van de financiële consequenties van de ontvlechtingoperatie wijziging ondergaat. Onderstaand ga ik per bedrijfsonderdeel hierop in het kort in.
4
De bevindingen betreffende Facent geven mij geen aanleiding om de openingsbalans van dit bedrijfsonderdeel anders vast te stellen dan de slotbalans zoals die blijkt uit de jaarrekening 2001. Inmiddels zijn alle bedrijfsonderdelen van Facent doorverkocht. De Staat heeft met haar deelname in de Joint Working Group de verkoopovereenkomsten goedgekeurd en impliciet daarmee ook eventuele afwaarderingen. Deze afwaarderingen zijn als tegenhanger en verklaring van de verkregen goodwill te beschouwen. De bevindingen uit de due diligence voor het onderdeel ABNL geven mij eveneens geen aanleiding om de openingsbalans van CWI anders vast te stellen dan de slotbalans zoals die blijkt uit de jaarrekening ABNL 2001. Dit mede gelet op het feit dat ook CWI tot het publieke domein behoort. De openingsbalans van CV is bij brief van 31 oktober 2002 voorlopig vastgesteld onder de voorwaarde dat de definitieve jaarrekening niet meer dan € 1 miljoen zou afwijken. De in de due diligence geconstateerde (risico’s op) waardeverliezen moeten echter bezien worden in het licht van de overeenkomsten die gesloten zijn met de ROC’s. In het kader van de overgang van de activiteiten van de Centrum Vakopleiding naar de ROC’s is de waarde van materiele activa getaxeerd en is deze betrokken bij de verkooptransacties met de ROC’s. Voorts is in de statuten van de Stichting Centrum Vakopleiding opgenomen dat het batig saldo na vereffening van de stichting toe komt aan de Staat. Ik zie dan ook geen aanleiding om de voorlopig vastgestelde openingsbalans aan te passen. De afkeurende accountantsverklaring bij KLIQ leidt ertoe dat er onzekerheid bestaat over de volledigheid van de activa en de juistheid van de passiva. Deze onzekerheid betreft ook de openingsbalans. Voor wat betreft de openingsbalans van KLIQ merk ik nog op dat het Rijk bij brief van 12 september 2002 de openingsbalans van KLIQ definitief heeft vastgesteld, met daarin de afspraak dat het eigen vermogen slechts nog op basis van de definitieve inbreng van Arbeidsvoorziening licht zou kunnen afwijken. Op 19 december 2002 heeft het Rijk aan de hand van de definitieve inbreng van Arbeidsvoorziening in KLIQ uitvoering gegeven aan deze afspraak. Gelet op de uitkomsten van de due diligence zie ik geen aanleiding tot wijziging van de openingsbalans van KLIQ, zoals die in de brieven van 12 september en 19 december 2002 definitief zijn vastgesteld. Samengevat kom ik tot de conclusie dat er voor geen der bedrijfsonderdelen aanleiding is om de openingsbalansen per 1 januari 2002 te heroverwegen dan wel aan te passen. Hierbij heb ik in aanmerking genomen dat Centrale Organisatie Werk en Inkomen binnen het publieke domein is gebleven, dat de baten van de Stichting Centrum Vakopleiding vervallen aan de Staat en dat de Staat vooralsnog enig aandeelhouder is van de NV KLIQ. Facent Holding valt eveneens, als onderdeel van Arbeidsvoorziening in liquidatie binnen het publieke domein. Enkele in de due diligence genoemde specifieke posten bieden nog wel aanknopingspunten voor vervolgacties. Het betreft hier posten die betrekking hebben op transformatiekosten, beleidsverplichtingen en terugvordering BTW. Voor deze posten is inmiddels richting Arbeidsvoorziening respectievelijk de betreffende bedrijfsonderdelen actie ondernomen. 5. Afwikkeling onderhanden werk KLIQ In de brief aan de Tweede Kamer van 13 maart 2001 (27 549/27 296, nr. 6) werd al aangekondigd dat KLIQ belast blijft met de afhandeling van reïntegratietrajecten die voortvloeien uit eerdere afspraken tussen het Rijk en Arbeidsvoorziening.
5
Inmiddels zijn door de Staat afspraken gemaakt met NV KLIQ over de waarde van het onderhanden werk én de werkvoorraad en is hiervoor een vast bedrag vastgesteld. De uitkomsten hiervan voldoen aan de in december 2001 vastgestelde spelregels met betrekking tot doelgroepen, soorten trajecten, prijzen en termijnen. Na de datum van verzelfstandiging per 1 januari 2002 zijn en worden door KLIQ in dit kader nog de activiteiten afgerond voor in totaal circa 31000 reintegratie-kandidaten. Hiermee is een met Kliq overeengekomen bedrag gemoeid van in totaal € 156,1 miljoen (incl. BTW). Hiervan is in 2002 reeds voor een bedrag van € 70 miljoen door KLIQ afgerond en aan KLIQ betaalbaar gesteld. Dit jaar zal een bedrag van € 69,9 miljoen worden besteed. De verwachting is dat uit de voortgangsrapportage van KLIQ in januari 2004 zal blijken dat meer dan 80% van de werkvoorraad zal zijn afgerond, onder welke voorwaarde het resterende bedrag van € 16,2 miljoen zal worden uitbetaald. 6. Rechtspositionele regelingen In de brief van 4 december 2002 (Kamerstukken II, 2002-2003, 21477, nr. 87) is meegedeeld dat de bestuurder in overleg met de Landsadvocaat een aantal dossiers over de ontslagregeling van werknemers behorend tot het hoger management Arbeidsvoorzieningsorganisatie heeft onderzocht en beoordeeld. De bestuurder is daarbij tot de conclusie gekomen dat er een aantal regelingen is getroffen die hetgeen gebruikelijk en redelijk is te boven gaan. De bestuurder heeft op mijn verzoek onderzocht op welke wijze deze regelingen in overeenstemming kunnen worden gebracht met wat maatschappelijk gebruikelijk is. In de brief van 4 december 2002 is aangeven, dat de Tweede Kamer bij de aanbieding van het oordeel bij de jaarrekening Arbeidsvoorziening 2001 nader zal worden geïnformeerd. De bestuurder heeft inmiddels over de als buitensporig aangemerkte regelingen overleg met betrokkenen gevoerd, waarbij in het merendeel van de gevallen de regeling neerwaarts is bijgesteld. Met enkele voormalige leden van het hoger management is nog overleg gaande. Ik zal u informeren, zodra ik de uitkomsten van het overleg heb ontvangen. 7. Dechargeverlening In mijn brief aan u van 4 december 2002 (Kamerstukken II, 2002-2003, 21 477, nr. 87) meldde ik u dat het onderzoek van de Landsadvocaat naar de mogelijkheden om decharge te verlenen aan de oud-bestuurders van het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening, nog niet is afgerond. Dit is inmiddels wel het geval. De Landsadvocaat heeft bij dit onderzoek een drietal omstandigheden betrokken: het (toezicht) op de behandeling van subsidieaanvragen door RBA’s op grond van de ESF-regeling, de rechtspositionele regelingen die met het hoger management van het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening in 2000 en 2001 zijn gesloten en de algemene taakvervulling door het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening. Uitkomst van het onderzoek van de Landsadvocaat is dat voormelde omstandigheden, bezien in het licht van de aanzienlijke tekorten van Arbeidsvoorziening in 2000 en 2001, tot de conclusie leiden dat het verlenen van decharge aan de oud-bestuurders van het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening die per 1 april 2001 zijn teruggetreden, niet in de rede ligt. Alles afwegende heb ik besloten het verzoek van de oud-bestuurders van Arbeidsvoorziening om hen decharge te verlenen, niet te honoreren.
6
8. Het functioneren van de externe accountant van Arbeidsvoorzieningsorganisatie In het algemeen overleg van 19 juni 2002 betreffende de rapportage Afwikkeling Arbeidsvoorziening, heeft mijn ambtsvoorganger medegedeeld dat het functioneren van de externe accountant van Arbeidsvoorzieningsorganisatie door de bestuurder Arbeidsvoorzieningsorganisatie zal worden onderzocht. De bestuurder heeft op 7 mei 2003 de resultaten van zijn onderzoek aan de minister van SZW aangeboden. Het rapport is ter vertrouwelijke inzage aan de leden van de Kamer toegezonden. De bestuurder Arbeidsvoorzieningsorganisatie heeft naar aanleiding van zijn onderzoek geconcludeerd dat, het geheel overziende en kennisgenomen hebbend van de uitgebrachte rapportages, de externe accountant van Arbeidsvoorziening, met uitzondering van hetgeen over 1999 wordt gesteld, op verantwoorde wijze en in overeenstemming met de geldende eisen heeft gefunctioneerd als accountant belast met de controle van de jaarrekening van Arbeidsvoorziening. De bestuurder is wel van oordeel dat de controlerende accountant verwijten kunnen worden gemaakt over de wijze waarop over ESF in 1999 is gerapporteerd. Ten eerste betreft deze “het onvoldoende afstand houden van de te controleren organisatie, waarmee de onafhankelijkheid in gevaar kon worden gebracht “. De externe accountant heeft daarbij naast de controlewerkzaamheden van de jaarrekening van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie ook andere specifieke werkzaamheden terzake ESF verricht, zonder dat deze werkzaamheden contractueel goed waren vastgelegd. Bovendien waren deze specifieke werkzaamheden materieel onvoldoende gescheiden van de controle werkzaamheden, doordat bij beide opdrachten dezelfde accountants betrokken waren. Met deze vormen van betrokkenheid verleende de externe accountant diensten aan en onderhield relaties met de Arbeidsvoorzieningsorganisatie die volgens de bestuurder een risico inhielden voor de onafhankelijkheid van de accountant als controleur van de jaarrekening. Ten tweede had naar het oordeel van de bestuurder achteraf bezien de controlerende accountant indringender over de problemen met ESF moeten rapporteren dan is gebeurd in de rapporten van bevindingen en in de managementletters. De bestuurder concludeert dat, ondanks de kritische kanttekeningen die op dit onderdeel te maken zijn bij het functioneren van de externe accountant, deze niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor (een deel van) de ten onrechte uitgekeerde ESF-subsidie. Alles afwegende heeft de bestuurder besloten geen vervolgacties tegen de externe accountant te ondernemen. Op grond van het onderzoek heeft de bestuurder nog een drietal algemene uitspraken ter overweging in het rapport opgenomen. Deze betreffen: • de noodzaak van een schriftelijke vastlegging van de controleopdracht en wijzigingen in de controleopdracht aan de accountant; • de vraag – in relatie tot het buiten iedere twijfel moeten staan van de onafhankelijkheid van de accountant belast met de controle van de jaarrekening welke diensten de organisatie van de accountant naast de controleopdracht al dan niet kan verrichten. De Bestuurder Arbeidsvoorziening doet in dat kader de suggestie om van de controlerende accountant te verlangen dat in het rapport van bevindingen gerapporteerd wordt welke andere activiteiten door de met hem verbonden organisaties zijn verricht voor de opdrachtgever.
7
•
nadere aandacht voor het feit dat de bewoordingen van het rechtmatigheidoordeel in de accountantsverklaring onbedoeld de suggestie wekken dat dit oordeel een ruimere betekenis zou hebben dan de financieel georiënteerde, kwantitatieve benadering waarover de accountant rapporteert.
De rapportage van de bestuurder overziende, deel ik diens oordeel over het functioneren van de externe accountant bij Arbeidsvoorziening. Desgevraagd heb ik dit ook aan de betrokken accountant medegedeeld. Tevens zal ik ervoor zorgdragen dat de algemene uitspraken van de bestuurder naar aanleiding van het onderzoek, worden betrokken bij rijksbrede maatregelen ter verbetering van de werkzaamheden van de externe accountants ten behoeve van de overheidssector. 9. Stand vereffening Arbeidsvoorziening per 1 april 2003 Naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Kamercommissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doe ik u hierbij de stand vereffening Arbeidsvoorziening per 1 april 2003 toekomen. Voor die onderdelen waarvan de stand van zaken afwijkt van de stand zoals genoemd in de brief van 4 december 2002 vind u onderstaand een actualisatie aan. Archief Het archief van Arbeidsvoorziening (hard-copy) zou oorspronkelijk per 1 januari 2003 zijn overgedragen aan de Centrale organisatie werk en inkomen. Daarna zou het digitale archief worden overgedragen. De Centrale organisatie werk en inkomen heeft er echter de voorkeur aan gegeven de overdracht van beide archieven tegelijkertijd te doen plaatsvinden. Er is bij de overdracht vertraging opgetreden. Naar verwachting van Arbeidsvoorziening zal de overdracht per 1-1-2004 plaatsvinden. Het ESF-archief wordt naar verwachting medio 2003 overgedragen aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Werkgeversrol Oud-medewerkers van Arbeidsvoorziening Arbeidsvoorziening is als oud-werkgever eigen risicodrager en formeel aanspreekpunt voor UWV-USZO voor voormalige medewerkers van Arbeidsvoorziening. Ten opzichte van de stand ultimo oktober 2002 is het aantal wachtgelders teruggelopen van 250 naar 190. Met het ontslag van boventallige medewerkers voor wie geen nieuwe werkkring is gevonden, zal dit aantal in de loop van 2003 weer toenemen. De kosten die hiermee gemoeid zijn, zijn voorzien in het beschikbare decompositiebudget. Concernmedewerkers Er zijn momenteel nog 7 medewerkers in dienst van Arbeidsvoorziening. Dit aantal zal in de kome nde maanden geleidelijk afnemen, naar mate de afwikkeling van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie i.l. wordt gerealiseerd. Boventallige medewerkers Er zijn per ultimo maart 2003 nog 521 boventallige medewerkers in dienst van Arbeidsvoorziening (ultimo oktober 2002: 787). Ter intensivering van de uitstroom heeft Arbeidsvoorziening naast Mobilans (een samenwerkingsverband van KLIQ Employability en Manpower) nog een drietal externe outplacementbureaus ingeschakeld.
8
Voor 86 boventallige medewerkers, van wie de mobiliteitstermijn is verstreken dan wel die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn, is inmiddels een ontslagvergunning aangevraagd.
Tabel: Stand van zaken herplaatsers naar bedrijfsonderdeel ultimo maart 2003 Arbvo KLIQ Centrum Facent Overige Vakopleiding Totaal ingestroomd van 01-10609 607 252 5 2000 tot 01-10-2002 Totaal nog te herplaatsen 116 294 101 5 5 Totaal aantal uitgestroomd 493 313 151 0 5 bron: Arbeidsvoorziening, rapportage april 2003 Jaarrekening 2002 Naar verwachting zal de Bestuurder Arbeidsvoorziening in de zomer van 2003 de jaarrekening 2002 aanbieden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Totaal 1473 521 952