STEYR MOTORS-SCHEEPSMOTOREN
4-CILINDER + 6-CILINDER
BEDIENINGS-, ONDERHOUDS- EN GARANTIEHANDLEIDING P/N Z001140-9
1. uitgave
Januari 2013
www.steyr-motors.com STEYR MOTORS GmbH Im Stadtgut B1, A-4407 Steyr-Gleink, OOSTENRIJK
WELKOM AAN BOORD
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een STEYR MOTORS-scheepsmotor voor uw boot. We hopen dat u er veel plezier aan zult hebben. Speciaal voor de scheepswereld heeft STEYR MOTORS GmbH een snellopende dieselmotor ontwikkeld met 2-traps hogedruk-brandstofinspuiting. STEYR MOTORS-scheepsmotoren kunnen worden gebruikt in combinatie met verschillende voortstuwingssystemen. We verzoeken u deze handleiding van uw nieuwe STEYR MOTORSscheepsmotor aandachtig door te lezen, zodat u op de hoogte bent van de werking en de bediening van de motor en u de diverse ingebouwde functies optimaal kunt benutten. Met vriendelijk groet, STEYR MOTORS GmbH
UW STEYR MOTORS-DEALER
STEYR MOTORS GmbH After Sales Service Im Stadtgut B1 4407 Steyr, Oostenrijk www.steyr-motors.com
1. uitgave, 2013 3
P/N Z001140-9
Hoe deze handleiding te gebruiken Inhoudsopgave ALGEMEEN DEEL
BLADZIJDE 5–18
In dit hoofdstuk vindt u algemene informatie en algemene veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot uw STEYR MOTORS-scheepsmotor.
MOTOR STARTEN EN BEDIENEN
BLADZIJDE 19–46
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies, de werking, het starten en de bediening van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor.
BRANDSTOF EN SMEERMIDDELEN
BLADZIJDE 47–50
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de brandstof en de smeermiddelen voor uw STEYR MOTORS-scheepsmotor. 100% 90% 80%
TECHNISCHE GEGEVENS
BLADZIJDE 51–60
In dit hoofdstuk vindt u de technische gegevens en de productbeschrijving van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor.
ONDERHOUD EN STORINGZOEKEN
BLADZIJDE 61–92
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het uit te voeren onderhoud en aanwijzingen voor het storingzoeken in uw STEYR MOTORS-scheepsmotor.
TAKEN VAN DE DEALER
BLADZIJDE 93–108
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de afleveringscontrole, over de schroefkeuze en over de handelingen die moeten worden verricht aan het einde en het begin van elk seizoen.
GARANTIE
BLADZIJDE 109–120
In dit hoofdstuk vindt u de garantiebepalingen evenals de rechten en verplichtingen van de eigenaar en de fabrikant van STEYR MOTORS-scheepsmotoren. 4
70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
ALGEMEEN DEEL Algemeen ....................................................................................................6 Scheepsmotor overzicht ..............................................................................7 Productverwijzingen, afbeeldingen en specificaties ................................. 13 Verzekering .............................................................................................. 13 Diefstal ..................................................................................................... 13 Eigendomsbewijs ..................................................................................... 13 Logboek afleveringscontrole .................................................................... 14 Dealeronderhoud ...................................................................................... 14 Symbolen in afbeeldingen ........................................................................ 14 Reparaties ................................................................................................ 15 Vervangingsonderdelen ............................................................................ 15 Vóór het vertrek ........................................................................................ 15 Onder water geraakte motor .................................................................... 16 Aanbrengen van een antifoulinglaag ........................................................ 16 Romp van de boot .................................................................................... 16 Verantwoordelijkheden ............................................................................. 17 Veiligheid .................................................................................................. 17 WAARSCHUWING ................................................................................... 17 Symbolen ................................................................................................. 18
5
Algemeen Deze HANDLEIDING is uitgegeven door STEYR MOTORS GmbH met als belangrijkste doel informatie te verschaffen in de vorm van technische gegevens en knowhow gebaseerd op onze ervaring op het gebied van scheepsdieselmotoren, waarmee u na zorgvuldige bestudering de motoren op uw boot kunt bedienen en controleren, zodat een veilige werking, een hoge betrouwbaarheid en een lange levensduur van de motoren gegarandeerd zijn. CE-conformiteit: Bij regelmatig onderhoud, zoals beschreven in het hoofdstuk “Onderhoud en storingzoeken”, voldoen de uitlaatgasemissiewaarden gedurende de gehele levensduur van de motor aan de voorgeschreven waarden zoals die gelden voor pleziervaartuigen. Voor garantieaanspraken moet u zich wenden tot uw plaatselijke STEYR MOTORS-dealer. Om de opbouw en de inhoud van deze handleiding steeds verder te verbeteren, hebben we uw hulp nodig. Uw antwoorden op de volgende vragen zijn dan ook zeer welkom: ––Welke beschrijvingen of begrippen zijn onduidelijk? ––Welke informatie zou u willen uitbreiden of toevoegen? ––Zijn u fouten opgevallen? Stuur uw op- en aanmerkingen en ideeën naar uw STEYR MOTORS-dealer. Aangezien deze handleiding voor alle STEYR MOTORS-scheepsmotoren geldt, wordt de volgende indeling gehanteerd:
1.) De informatie op de bladzijde heeft betrekking op alle motoren
2.)
MO144K33
De informatie op de bladzijde heeft alleen betrekking op het aangegeven motortype
3.)
ALGEMEEN MO114K33
<3700 omw/min De informatie op de bladzijde heeft in principe betrekking op alle motoren, maar afwijkende gegevens, bv. technische gegevens, worden aangegeven.
6
SCHEEPSMOTOR OVERZICHT MERK motortype
STEYR MOTORS M 14 TCAM cilinder inhoud [cm³]
nominaal vermogen [kW]
uitlaattegendruk [mbar]
uitlaattegendruk tolerantie ± [mbar]
luchtdruk drukvulling [mbar]*
luchtdruk drukvulling tolerantie ± [mbar]
max. inlaatvacuüm bij nominaal vermogen [mbar]
MO114K33
2100
81
100
±50
1900
±100
50
MO144V38
2100
106
100
±50
2280
±100
50
MO144M38
2100
106
100
±50
2250
±100
50
MO164M40
2100
120
100
±50
2740
±100
50
MO174V40
2100
125
150
+0/–50
3100
±50
50
MERK
STEYR MOTORS M 14 TCM
motortype
cilinder inhoud [cm³]
nominaal vermogen [kW]
uitlaattegendruk [mbar]
uitlaattegendruk tolerantie ± [mbar]
luchtdruk drukvulling [mbar]*
luchtdruk drukvulling tolerantie ± [mbar]
max. inlaatvacuüm bij nominaal vermogen [mbar]
MO84K32
2100
55
100
±50
1900
±100
50
MO94K33
2100
66
100
±50
1900
±100
50
MERK
STEYR MOTORS M 14 NAM
motortype
cilinder inhoud [cm³]
nominaal vermogen [kW]
uitlaattegendruk [mbar]
uitlaattegendruk tolerantie ± [mbar]
luchtdruk drukvulling [mbar]*
luchtdruk drukvulling tolerantie ± [mbar]
max. inlaatvacuüm bij nominaal vermogen [mbar]
MO54NA33
2100
40
80
+0/–50
–
–
50
* bij standaard referentieomstandigheden volgens ISO 15550
7
motorSE126E25 SE156E26 SE196E35 SE236E40 SE236S36 SE266E40 SE266S36 SE286E40 SE306J38 type Aantal cilinders
6
6
6
6
6
6
6
6
6
boring (mm)
85
85
85
85
85
85
85
85
85
slag (mm)
94
94
94
94
94
94
94
94
94
cilinderinhoud (cm³)
3200
3200
3200
3200
3200
3200
3200
3200
3200
nominaal vermogen (kW)
88
110
140
170
170
190
190
205
215
nominaal toerental (omw/min)
2500
2600
3500
4000
3600
4000
3600
4000
3800
vol vermogen toerengebied (omw/min)
2175–2550
2350–2650
3050–3550
3550–4100
3350–3650
3550–4050
3350–3650
3500–4100
3600–3850
max. koppel (Nm)
390
450
445
470
540
530
600
570
588
max. koppel (lb-ft)
288
360
328
347
398
391
443
420
434
Toerental bij max. koppel (omw/min)
1800
1800
2050
2550
1800
2300
1800
2550
3300
Max. testtoerental (omw/min)
2500
2600
3500
4000
3600
4000
3600
4000
3800
Koppel bij max. testtoerental (Nm)
336
404
382
406
451
454
504
489
540
Onderste tolerantie van maximum vermogen (%)
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Bovenste tolerantie van maximum vermogen (%)
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Brandstofverbruik bij nominaal toerental (mm³/slag)
54,5
65,9
65,2
71,3
75,9
81,1
86,4
86,3
93,4
Brandstofverbruik bij max. koppel (mm³/slag)
58
66,8
65
72
78,9
80,5
89,8
85,9
96,3
gemiddelde effectieve druk (bar)
13,2
15,9
15
15,9
17,7
17,8
19,8
19,2
21,2
specifiek vermogen (lbs/HP)
6,26
5,01
3,94
3,24
3,24
2,9
2,9
2,69
2,56
droog gewicht (kg)
340
340
340
340
340
340
340
340
340
specifiek vermogen (kg/PK)
2,84
2,27
1,79
1,47
1,47
1,32
1,32
1,22
1,16
8
motorSE126E25 SE156E26 SE196E35 SE236E40 SE236S36 SE266E40 SE266S36 SE286E40 SE306J38 type stationair toerental (omw/min)
630
630
630
630
630
630
630
630
630
aanzuiging
TCA
TCA
TCA
TCA
TCA
TCA
TCA
TCA
TCA
turbo systeem
WG
WG
WG
geom
VTG
WG
VTG
WG
WG
Brandstofverbr. bij stationair toerental (kg/u)
0,52
0,52
0,52
0,52
0,52
0,52
0,52
0,52
0,52
luchtmassastroom bij nominaal vermogen (kg/u)
490
520
710
965
808
980
860
1040
1020
Brandstofverbr. bij nominaal vermogen (kg/u)
20,1
25,4
33,7
42,5
40,9
47,3
46,1
51
52,2
uitlaatmassastroom bij nominaal vermogen (kg/u)
510,1
545,4
743,7
1007,5
848,9
1027,3
906,1
1091
1072,2
max. inlaatvacuüm bij nominaal vermogen (mbar)
30/50
30/50
30/50
30/50
30/50
30/50
30/50
30/50
30/50
spec. brandstofverbruik bij nominaal vermogen (g/kWh)
228
230
240
249
240
249
243
248
243
min spec. brandstofverbruik (g/kWh)
205
205
205
210
202
205
205
210
210
compressor uitgangstemperatuur bij nominaal vermogen (°C)
130
140
145
200
160
165
175
180
180
1920
elektronisch geregeld
2040
2040
2100
elektronisch geregeld
2240
2240
turbodruk afstelwaarde 1 mm afbuiging (mbar)
1680
1680
1880
geomeelektrotrische nisch turbocomgeregeld pressor
turbodruk afstelwaarde 3 mm afbuiging (mbar)
1880
1880
2020
geomeelektrotrische nisch turbocomgeregeld pressor
MAP bij nominaal vermogen (mbar)
2130
2200
2280
2790
2560
2840
2740
2990
3060
MAP tolerantie (+/–) [mbar]
75
75
75
100
50
75
50
75
75
9
motorSE126E25 SE156E26 SE196E35 SE236E40 SE236S36 SE266E40 SE266S36 SE286E40 SE306J38 type MAP (mbar)
2180
2240
2440
2900
2690
2840
2800
3000
3060
toerental bij max. MAP (omw/min)
2200
2350
2800
3550
3050
4000
3300
3800
3800
compressieverhouding
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
ε = 17,0
max. uitlaattegendruk (mbar)
150
150
150
150
150
150
150
150
150
tegendruk tolerantie (mbar)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
max. uitgaande koelwatertemp. (°C)
81
83
83
85
86
86
86
86
87
uitlaatgastemperatuur (°C)
375
445
480
415
506
510
535
510
525
oliecartertemperatuur (°C)
88
88
95
96
96
97
98
98
98
geregeld toerental (omw/min)
2550
2650
3550
4100
3650
4100
3650
4150
3850
min. druk in motorcompartiment (mbar)
10
10
10
10
10
10
10
10
10
min. brandstofdruk ingang blok [mbar] – rel.
3500
3500
3500
3500
3500
3500
3500
3500
3500
max. uitgaande koelvloeistoftemperatuur [°C]
105
105
105
105
105
105
105
105
105
koelwaterstroom (l/min)
105
105
135
150
150
150
150
150
140
koelwater aanvoerdruk (bar)
0,37
0,37
0,67
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
0,75
Spanning distributieriem [N]
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
600 +/– 30
pompverstuiver ope- 26000/36000 26001/36000 26002/36000 26003/36000 26004/36000 26005/36000 26006/36000 26007/36000 26008/36000 ningsdruk kPa kPa kPa kPa kPa kPa kPa kPa kPa (kPa) PV afstelling (mm)
9,2
9,1
8,85
8,85
8,74
8,65
8,74
8,7
8,65
PV afstelling tolerantie
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
±0,02
PV afstelling controlewaarde na inlopen van de motor
9,25
9,15
8,9
8,9
8,79
8,7
8,79
8,75
8,7
10
motorSE126E25 SE156E26 SE196E35 SE236E40 SE236S36 SE266E40 SE266S36 SE286E40 SE306J38 type PV basisafstelling waarde (mm)
9,3
9,2
8,95
8,95
8,84
8,75
8,84
8,8
8,75
distributie afstelling + tolerantie (mm)
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
3,59±0,02
klepspeling (mm)
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
0,25/0,25
RCD EU 94/25/EG (2003/44/EG) zonder integrale uitlaat
X
X
X
X
X
X
X
X
X
commercieel 97/68/EG (2004/26/EG)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Cert. nr. MED-B-5675
X
X
X
X
X
X
X
X
X
PR, HO
PR, INT
PR, HO
PR, INT
PR, INT
X
X
X
X
X
Straal-aandrijftrein
X
X
X
X
X
Z-aandrijftrein
X
X
X
X
X
Prestatieklasse Schroefas
PR, INT, MCD PR, INT, MCD PR, INT, MCD PR, INT, MCD X
X
X
X
RCD
85,36
106,7
135,8
164,9
164,9
184,3
184,3
198,85
208,55
RCD
86,68
108,35
137,9
167,45
167,45
187,15
187,15
201,925
211,775
Pomp verstuiver
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
2176554-0
Motorblok
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
2180996-0
Nokkenas
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
2177843-0 of 2177843-B
tussen koeler
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2180876-0
2181025-0
2181025-0
2181025-0
2181025-0
2181146-0
2181146-0
2181146-0
2181146-0
2181025-0 Zuiger
2181120-0
2181120-0
2181120-0
2181146-0
2181146-0
2181146-0
2181146-0
2181120-0
zuigerkom
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
2179531-3
Brandstofpomp
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
2173396-6
brandstoffilter
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
2180831-0
Waterpomp, ratio
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
2180867-1
Warmtewisselaar
2180883-0
2180883-1
2180883-2
2180883-3
2180883-0
2180883-3
2180883-0
2180883-3
2180883-3
Oliekoeler
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
2180824-0
smeeroliereservoir
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
2180643-0
tussenkoeler module
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2180768-0
2181146-0
11
motorSE126E25 SE156E26 SE196E35 SE236E40 SE236S36 SE266E40 SE266S36 SE286E40 SE306J38 type luchtfilter/ merk/type
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
2180286-0
elektrische systeemspanning (V)
12V/24V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
12 V/24 V
alternator
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
2180569-0
startmotor
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
2040077-1
vliegwiel/ beschrijving
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
2180676-0
vliegwiel traagheidskoppel (kgm²)
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
0,1446
koppeling
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
2179164-0
koppeling traagheidskoppel (kgm²)
0,032
0,032
0,032
0,032
0,032
0,032
0,032
0,032
0,032
transmissie beschrijving
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
ZF 45
transmissie traagheidskoppel (neutrale stand) (kgm²)
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
0,0427
schroef informatie
3–4, 17–19 Inch
3–4, 17–19 Inch
3–4, 17–19 Inch
3–4, 17–19 Inch
3–4, 17–19 Inch
3–4, 17–19 inch
3–4, 17–19 inch
3–4, 17–19 inch
3–4, 17–19 inch
Turbocompressor nr.
2203505-0
2203505-0
2205034-5
2173969-0
2201765-0
2181154-0
2201765-0
2179202-0
2179202-0
Uitlaatspruitstuk
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
2179798-0
Elektr. regelmodule nr.
2181056-0
2181057-0
2181058-0
2181059-0
2181060-0
2181061-0
2181062-0
2181063-0
2181007-0
12
Productverwijzingen, afbeeldingen en specificaties Als er in deze handleiding wordt verwezen naar een product of gereedschap van een bepaald merk, kan in plaats van dit product of gereedschap ook een vergelijkbaar product of gereedschap worden gebruikt, tenzij uitdrukkelijk wordt aangegeven dat dit niet is toegestaan. Vergelijkbare producten die worden gebruikt, moeten voldoen aan alle nationaal geldende veiligheidsvoorschriften en normen om gevaarlijke situaties te voorkomen. In andere landen kunnen aanvullende voorschriften van toepassing zijn. Houd daar a.u.b. rekening mee, bijvoorbeeld: Oostenrijk: Zweden: Finland: Noorwegen: USA: USA: USA: Engeland: Frankrijk: Duitsland: Italië:
Bundesamt für Schiffahrt Navigation Office Navigation Office Det Norske Veritas (DNV) United States Coast Guard (USCG) American Boat Yacht Council (ABYC) National Marine Manufacturers Association (NMMA) LR = Lloyds Register of Shipping Bureau Veritas (BV) Germanischer Lloyd (GL) Registro Italiano Navale (RINA)
Alle informatie, afbeeldingen en specificaties in deze handleiding zijn gebaseerd op de productinformatie die beschikbaar was op het moment van het ter perse gaan van deze handleiding. STEYR MOTORS GmbH behoudt zich het recht voor om te allen tijde, zonder voorafgaande aankondiging, specificaties en motoren te wijzigen en om motoren te laten vervallen. STEYR MOTORS GmbH behoudt zich tevens het recht voor om te allen tijde specificaties of onderdelen te wijzigen zonder verplicht te zijn om deze wijzigingen ook aan te brengen bij motoren die vervaardigd zijn vóór de datum van deze wijzigingen. Het kan niet worden gegarandeerd dat de inhoud van deze handleiding ook na verloop van tijd nog accuraat is. De in deze handleiding afgebeelde types en uitrustingen kunnen afwijken van de werkelijke types en uitrustingen. De afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als voorbeeld.
Verzekering Het verdient aanbeveling om uw STEYR MOTORS-scheepsmotor en boot zo snel mogelijk te verzekeren tegen brand, diefstal, enz. Neem hiervoor contact op met uw verzekeringsagent.
Diefstal Het typenummer en serienummer van uw motor zijn zeer belangrijk. Onder Typenummer en serienummer in het hoofdstuk “Technische gegevens” staat aangegeven waar deze nummers zich bevinden. Noteer deze nummers op de daarvoor bedoelde plekken achter in deze handleiding en op een apart blaadje. Bewaar dit blaadje op een veilige plaats (niet op uw boot!). Geef in geval van diefstal het typenummer en het serienummer door aan de politie en aan uw verzekeringsagent.
Eigendomsbewijs Bij de aankoop van een boot is de dealer verplicht u een eigendomsbewijs voor de STEYR MOTORS-scheepsmotor te verstrekken. Dit eigendomsbewijs is het bewijs dat u de rechtmatige eigenaar bent. Bij garantieaanspraken wordt u altijd gevraagd om het eigendomsbewijs te tonen. 13
Logboek afleveringscontrole Uw STEYR MOTORS-dealer is verplicht om het logboek van de afleveringscontrole in te vullen (zie het hoofdstuk “TAKEN VAN DE DEALER”). Hij is ook verplicht om de genoemde controles en metingen uit te voeren. Een kopie van het logboek van de afleveringscontrole en van de motorregistratiekaart moet naar STEYR MOTORS GmbH worden gestuurd.
Dealeronderhoud LET OP: Vergeet niet om in uw handleiding te laten noteren dat de afleveringscontrole en het onderhoud zijn uitgevoerd overeenkomstig de voorgeschreven richtlijnen. Dit is ook een uitstekende gelegenheid om bepaalde zaken die u tijdens uw eerste boottochten zijn opgevallen, aan uw STEYR MOTORS-dealer te melden, en om een onderhoudsschema af te spreken. Onderhoudswerkzaamheden zullen door STEYR MOTORS-dealers worden verricht tegen de plaatselijk geldende tarieven. Eventuele materiaalkosten komen voor rekening van de eigenaar.
Symbolen in afbeeldingen Verwijst naar de foto of de tekening op die bladzijde. Verwijst naar specifieke onderdelen of functies die in de tekst worden beschreven of in de afbeeldingen worden getoond. Verwijst naar het algemene onderwerp van de tekst. Verwijst naar een onderdeel of functie die niet goed zichtbaar is in de afbeelding.
14
Reparaties Alle reparatiewerkzaamheden aan uw STEYR MOTORS-scheepsmotor moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerde STEYR MOTORS-dealer. Deze beschikt over de vereiste kennis, speciaal opgeleid personeel en het juiste gereedschap om de problemen die zich voor kunnen doen op te lossen. Bij voorkeur moeten alle werkzaamheden aan uw STEYR MOTORS-scheepsmotor worden uitgevoerd door de STEYR MOTORS-dealer die de motor aan u heeft verkocht. Hij kent immers u en de motor. Mochten zich tijdens een tocht problemen voordoen met uw STEYR MOTORS-scheepsmotor, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer. Informatie over dealers en distributeurs is te vinden achter in deze handleiding.
Vervangingsonderdelen Uw STEYR MOTORS-scheepsmotor is bedoeld om te worden gebruikt in een boot. Aangezien scheepsmotoren vaak langdurig met hoge toerentallen draaien, is het van groot belang dat uitsluitend originele STEYR MOTORSvervangingsonderdelen worden gebruikt.
Vóór het vertrek Controleer het weerbericht en de wind- en wateromstandigheden. Geef aan iemand door waar u naar toe gaat, wanneer u denkt te arriveren en wanneer u denkt terug te keren.
Aanbevolen gereedschappen die zeker aan boord moeten zijn Schroevendraaierset Metrische doppenset Metrische inbussleutelset Metrische sleutelset Langbektang
Smeeroliespray 12V-signaallamp Zaklamp Isolatietape Scherp mes
Aanbevolen vervangingsonderdelen die zeker aan boord moeten zijn
Schroef inclusief bevestigingsmateriaal Brandstoffilter (voor- & fijnfilter) Rotor voor koelwaterpomp
Zekeringen Gloeilampen Afdichtmiddel
Bovengenoemde gereedschappen en vervangingsonderdelen moeten MINIMAAL aan boord zijn. Dat wil niet zeggen dat deze toereikend zijn voor alle boten en vaaromstandigheden.
15
Onder water geraakte motor Haal de motor zo snel mogelijk uit het water en neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer. De dealer moet al het water uit de motor verwijderen en alle inwendige onderdelen opnieuw smeren. Elektrische inrichtingen moet worden vervangen. Hoe langer hiermee wordt gewacht, des te groter is de kans op ernstige schade aan de motor. Controleer het motorcompartiment regelmatig op een te hoog waterpeil; het waterpeil in de bilge moet ruim onder het vliegwielhuis staan. Het motorcompartiment moet goed geventileerd kunnen worden zodat er geen condensvorming op de wanden kan plaatsvinden.
Aanbrengen van een antifoulinglaag Als uw boot in water ligt waar veel algengroei is, verdient het aanbeveling om een antifoulinglaag aan te brengen op de romp van de boot. * Tinhoudende antifoulingverf (TBTA of TBTF) wordt aanbevolen mits het gebruik daarvan is toegestaan. * Er kan ook koperhoudende antifoulingverf worden gebruikt, maar dan moet de romp van de boot vaker worden geïnspecteerd en moeten de opofferingsanodes vaker worden vervangen. Delen van de aandrijving mogen NIET WORDEN GEVERFD met koperhoudende antifoulingverf. LET OP: Als de aandrijving wordt geverfd met koperhoudende antifoulingverf bevordert dat galvanische corrosie.
* Als alternatief wordt vinylbutylhoudende antifoulingverf aanbevolen.
* GEBRUIK IN GEEN GEVAL grafiethoudende antifoulingverf. LET OP: Opofferingsanodes mogen nooit worden geverfd, anders verliezen ze hun werking. Uw STEYR MOTORS-dealer kan u vertellen welke antifoulingverf geschikt is voor uw regio.
Romp van de boot De conditie van de bootromp kan van invloed zijn op de prestaties van uw boot. Algengroei, die zowel voorkomt in zoet als in zout water, vermindert de snelheid van de boot. De topsnelheid van uw boot kan wel 20 % of meer afnemen. Maak daarom de onderkant van uw boot regelmatig schoon. Volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant.
16
Verantwoordelijkheden Als booteigenaar hebt u bepaalde verantwoordelijkheden jegens anderen. Zorg er daarom voor dat iedereen die gebruik maakt van uw boot deze handleiding heeft gelezen. U bent wettelijk verantwoordelijk voor alle opvarenden. Breng ten minste één van uw passagiers de basisbeginselen bij om uw boot te besturen voor het geval dat zich een noodgeval voordoet. Toon alle opvarenden waar zich de veiligheidsuitrusting bevindt en hoe deze moet worden gebruikt. U bent van rechtswege verplicht om voor iedere opvarende een goedgekeurd reddingsvest aan boord te hebben plus één goedgekeurd werpmiddel voor man-overboord-situaties. Bestudeer het scheepvaartreglement voor de wateren waar u met uw boot gaat varen. Op bevaarbare waterwegen is nationale regelgeving van toepassing, terwijl op binnenlandse meren plaatselijke regelgeving van toepassing is. Houdt u zich aan deze regelgeving om uzelf, uw passagiers en andere enthousiastelingen op het water te beschermen. Maak uzelf vertrouwd met de waarschuwingssignalen van weerstations en met de verkeersborden langs de waterweg. Neem contact op met de kustwacht en informeer naar de mogelijkheden om uw boot te laten inspecteren of een cursus te volgen.
Veiligheid Deze handleiding bevat informatie met betrekking tot de veiligheid van uzelf, uw passagiers en omstanders. Met het veiligheidssymbool letsel te beschermen.
q
ATTENTIE: wordt informatie aangegeven die u helpt om uzelf en anderen tegen
Met het symbool LET OP: wordt informatie aangegeven die u helpt om materiële schade te voorkomen. Alle informatie in deze handleiding die wordt aangegeven met ATTENTIE: of LET OP: moet in acht worden genomen.
WAARSCHUWING
q CALIFORNIË: PROPOSITION 65 WAARSCHUWING De staat Californië is bekend met het feit dat uitlaatgassen van dieselmotoren en sommige bestanddelen daarvan kanker, aangeboren afwijkingen en andere schade aan het nageslacht kunnen veroorzaken.
17
Symbolen Op uw STEYR MOTORS-scheepsmotor of op onderdelen van de scheepsmotor kunnen zich symbolen of combinaties van symbolen bevinden. Het is van groot belang dat u weet wat deze symbolen betekenen. Mocht de betekenis van een symbool niet duidelijk zijn, neem dan contact op met uw dealer. “Veiligheidsaanwijzingen” symbolen Dit symbool geeft aan dat er gevaar is voor ERNSTIG letsel. Houd u aan de aanwijzingen in de bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding voordat u de motor of accessoires gebruikt.
Dit symbool geeft aan dat u de bedieningshendel in de NEUTRALE STAND moet zetten voordat u de motor start. Houd u aan de aanwijzingen in de bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding voordat u de motor start.
Dit symbool geeft dat een ELEKTRISCHE spanning van meer dan 50 volts aanwezig is.
Dit symbool geeft aan dat de betreffende inhoud onder druk staat.
Dit symbool duidt op giftig materiaal.
Dit symbool duidt op potentieel brandgevaar.
“Richtingaanwijzingen” symbolen Dit symbool geeft een neerwaartse beweging aan. Voorbeeld: Als de boot op planeersnelheid vaart, gebruikt u de trimschakelaar om de boeg van de boot omhoog te drukken.
Dit symbool geeft een opwaartse beweging aan. Voorbeeld: Als de boot op planeersnelheid vaart, gebruikt u de trimschakelaar om de boeg van de boot omhoog te trekken.
Dit symbool geeft aan in welke stand de bedieningshendel moet staan: VOORUIT, NEUTRAAL en ACHTERUIT
“Toestandsaanwijzingen” symbolen Dit symbool geeft de meter aan die het totaal aantal draaiuren van de motor aangeeft.
Dit symbool geeft een accu of een meter aan die de status van het acculaadsysteem aangeeft.
Dit symbool geeft de meter aan die de temperatuur in het koelsysteem van de motor aangeeft.
of
Dit symbool geeft de meter aan die de accuspanning of stroomsterkte aangeeft.
Dit symbool geeft de meter aan die het motortoerental aangeeft, uitgedrukt in omwentelingen per minuut.
Dit symbool geeft de hoeveelheid vloeistof in de tank aan.
Dit symbool geeft de meter aan die de druk van het koelsysteem van de motor aangeeft.
FILTER: Dit symbool geeft een apparaat aan dat vuil verwijdert uit het smeerolie van de motor.
Dit symbool geeft de meter aan die de druk van het smeersysteem van de motor aangeeft.
“Functionele aanwijzingen” symbolen FILTER: Dit symbool geeft een apparaat aan dat vuil verwijdert uit de brandstof.
Dit symbool geeft de NOODSTOPSCHAKELAAR VAN DE ONTSTEKING aan. Als deze schakelaar wordt bediend, valt de motor meteen stil.
FUSE: Dit symbool geeft een apparaat aan dat het elektrische systeem beschermt tegen overbelasting.
Dit symbool geeft de aansluiting van de massa of de negatieve spanning aan.
Dit symbool geeft aftappluggen en aansluitingen van de motor aan.
Dit symbool geeft de bedieningsinrichting voor het starten van de motor aan.
Dit symbool geeft de STOP-schakelaar aan. Het kan ook de STOP-positie van de gasklepbediening aangeven.
“Instructies” symbolen Dit symbool geeft aan dat er BRANDSTOF moet worden getankt of BRANDSTOF aanwezig is.
Dit betekent dat u de bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding moet lezen voordat u het product gebruikt. Hierin staan informatie en aanwijzingen die belangrijk zijn voor het gebruik van het product.
Dit symbool geeft de smeerpunten aan.
Dit symbool geeft aan dat er OLIE moet worden gebruikt of OLIE aanwezig is.
ENGINE OIL FILL: Plaats voor het met olie vullen van de motor.
Dit symbool de smeerolie die in de overbrenging wordt gebruikt.
18
MOTOR STARTEN EN BEDIENEN Vóór het starten ........................................................................................ 21 Motor starten (uitvoering met contactsleutel)............................................ 22 Motor afzetten .......................................................................................... 22 Motor starten (uitvoering met drukknop) .................................................. 23 Motor afzetten .......................................................................................... 23 Inloopprocedure na grote revisie .............................................................. 24 Definities ................................................................................................... 24 Procedure, werkstappen .......................................................................... 24 Inloopprocedure ....................................................................................... 25 Eerste 10 uur ............................................................................................ 25 Laatste 10 uur van de inloopperiode ........................................................ 25 Na de inloopperiode ................................................................................. 26 Schakelmechanisme ................................................................................ 27 Gebruiksaanwijzing bedieningshendel ..................................................... 28 Schakelen en snelheid regelen ................................................................ 29 Brandstof besparen .................................................................................. 29 Transmissie – Informatie .......................................................................... 29 Varen op grote hoogte .............................................................................. 29 Instrumentenpaneel (uitvoering met contactsleutel) ................................. 30 Instrumentenpaneel, standaard ................................................................ 30 Weergave op instrumentenpaneel bij normale werking ............................ 31 Instrumentenpaneel (uitvoering met drukknop) ........................................ 32 Weergave op het instrumentenpaneel bij normale werking (uitvoering met drukknop) ......................................................................... 33 Noodstopschakelaar (koord) .................................................................... 34 Waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemer ................................. 35 Elektronische motorregeleenheid ............................................................. 36 19
MOTOR STARTEN EN BEDIENEN Diagnosesysteem ..................................................................................... 37 Twinmotorinstallaties ................................................................................ 38 Optionele schroeven ................................................................................ 38 Schroeven ................................................................................................ 38 Schroefkoppel .......................................................................................... 39 Beschadigde schroef ................................................................................ 39 Waterstraalaandrijving .............................................................................. 39 Hoe te handelen bij vorst .......................................................................... 39 Varen in zout water ................................................................................... 39 Varen op grote hoogte .............................................................................. 39 Brandstofpomp ......................................................................................... 40 Brandstofsysteem controleren .................................................................. 40 Brandstofverontreiniging .......................................................................... 40 Koelsysteem ............................................................................................. 41 Elektrische uitrusting ................................................................................ 43 Alternator .................................................................................................. 43 Accu ......................................................................................................... 43 Stroomonderbrekers en zekeringen, 4-cilinder scheepsmotoren ............. 44 Stroomonderbrekers en zekeringen, 6-cilinder scheepsmotoren...............44 Inversieschakelaar ................................................................................... 45 Onderbreken carterventilatie .................................................................... 45 Instrumentenpaneel .................................................................................. 45 Droog draaien ........................................................................................... 45
20
Vóór het starten Maak uzelf vertrouwd met de bediening van de boot, met name met de werking van de transmissie, en ga vervolgens als volgt te werk: 1.
ontroleer of het waterpeil in de bilge niet te hoog staat. Zorg ervoor dat de bilge schoon en droog is. Het C waterpeil in het motorcompartiment mag niet hoger staan dan de onderkant van de carterpan. Is het waterpeil hoger, installeer dan een lenspomp met een automatische schakelaar. LET OP:
2.
Open de koelwaterinlaatklep. LET OP:
3.
Gebruik de motor alleen wanneer de koelwaterinlaatklep geopend is of het koelsysteem is uitgerust met een spoelinrichting. Zonder koelwater wordt de koelwaterpomp beschadigd en/of raakt de motor oververhit.
Open de brandstoftoevoerklep. LET OP:
4.
oordat de planeersnelheid wordt bereikt, zorgt de hellingshoek van de boot ervoor dat het V waterpeil in het motorcompartiment stijgt. Een hoog waterpeil in het motorcompartiment kan leiden tot motorstoringen.
tart de motor alleen wanneer u er zeker van bent dat er geen luchtbellen in de toegevoerde S brandstof zitten. Ontlucht het brandstofsysteem door het contact zesmaal gedurende 10 seconden in te schakelen, voordat u de motor de eerste keer start (na inbouw, na opslag, enz.).
Controleer de volgende bedrijfsmiddelen: * koelvloeistof * olie * hydraulische olie * transmissieolie * brandstof
5.
Controle van het elektrische systeem: * Controleer de ladingstoestand van de accu en laad deze indien nodig op.
21
Motor starten (uitvoering met contactsleutel) De startprocedure voor STEYR MOTORS-scheepsmotoren is bij koude en warme motor hetzelfde. De motorregeleenheid regelt automatisch de brandstoftoevoer en het voorgloeien, ongeacht de buitentemperatuur. Laat daarom de bedieningshendel in de neutrale stand staan. 1.
et de bedieningshendel in de neutrale stand om Z de motor te starten.
2.
raai de contactsleutel in de stand “ON”. Er klinkt D een akoestisch waarschuwingssignaal en de waarschuwingslampjes lichten even op om aan te geven dat de visuele en akoestische waarschuwingssystemen goed werken. LET OP: Bij het starten van een koude motor moet u wachten totdat het gecombineerde lampje voorgloeien/oliedruk uit is voordat u verder gaat met de startprocedure.
OFF
raai de contactsleutel in de stand “START” en D houd deze in deze stand totdat de motor start, maar houd de sleutel nooit langer dan 10 seconden in deze stand. Als de motor niet start, laat dan de contactsleutel los en herhaal de startprocedure. 3.
4.
ON START
aat de contactsleutel los zodra de motor start. L Het akoestische waarschuwingssignaal stopt als de normale oliedruk is bereikt. ATTENTIE:
q
ls de motor niet binnen een minuut en/of na meerdere pogingen start, neem dan contact A op met uw STEYR MOTORS-dealer. Draai de contactsleutel nooit in de stand “START” als de motor draait.
Motor afzetten 1.
Zet de bedieningshendel in de neutrale stand.
2.
Laat de motor afkoelen.
3.
Draai de contactsleutel in de stand OFF. ATTENTIE:
q
e motor mag alleen worden afgezet als deze stationair draait. Tijdens het afzetten van de D motor mag het motortoerental niet worden verhoogd. Dit kan leiden tot motorstoringen.
22
Motor starten (uitvoering met drukknop) De startprocedure voor STEYR MOTORS-scheepsmotoren is bij koude en warme motor hetzelfde. De motorregeleenheid regelt automatisch de brandstoftoevoer en het voorgloeien, ongeacht de buitentemperatuur. Laat daarom de bedieningshendel in de neutrale stand staan. 1.
et de bedieningshendel in de neutrale stand Z om de motor te starten.
2.
ruk op de knop ON/OFF (zie F; rood) (de knop D blijft ingedrukt). Er klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal en de waarschuwingslampjes lichten even op om aan te geven dat de visuele en akoestische waarschuwingssystemen goed werken. LET OP:
F
ij het starten van een koude B motor moet u wachten totdat het gecombineerde lampje voorgloeien/oliedruk uit is voordat u verder gaat met de startprocedure.
G
ruk op de knop START (zie G; groen) en houd D deze ingedrukt totdat de motor start. Houd de knop nooit langer dan 10 seconden ingedrukt. Als de motor niet start, laat dan de knop START los en herhaal de startprocedure. 3.
4.
aat de startknop los zodra de motor start. Het L akoestische waarschuwingssignaal stopt als de normale oliedruk is bereikt. ATTENTIE:
q
ls de motor niet binnen een minuut en/of na meerdere pogingen start, neem dan contact A op met uw STEYR MOTORS-dealer. Druk nooit op de startknop als de motor draait.
Motor afzetten (uitvoering met drukknop) 1.
Zet de bedieningshendel in de neutrale stand.
2.
Laat de motor afkoelen.
3.
Druk op de knop ON/OFF (zie F) om de knop te ontgrendelen en om de motor af te zetten. ATTENTIE:
q
e motor mag alleen worden afgezet als deze stationair draait. Tijdens het afzetten van de D motor mag het motortoerental niet worden verhoogd. Dit kan leiden tot motorstoringen.
23
Inloopprocedure na grote revisie Na een grote revisie van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor moet de volgende inloopprocedure worden gevolgd. Er is sprake van een grote revisie wanneer een van de volgende onderdelen is vervangen of wanneer al deze onderdelen zijn vervangen: krukas, zuiger(s), drijfstang(en), monoblok
Definities * Nominaal toerental … Motortoerental met maximum vermogen * Helft van motortoerental … Helft van nominaal toerental
Procedure, werkstappen Voorbereiding * Het oliepeil en het koelvloeistofpeil moeten tegen de max.-markering staan. Vul indien nodig olie en koelvloeistof bij. * Olie: Shell RIMULA ULTRA 10 W 40. * Koelvloeistof: GLYCOSHELL – 50/50 % water/koelvloeistof. * STEYR MOTORS-diagnoseapparaat aangesloten op de motorregeleenheid. Testmethode * Verwijder de dop van het expansiereservoir om de druk in het systeem te verlagen. * Start de motor. * Laat de motor 20 minuten stationair draaien. * Zet de motor af. * Controleer het koelvloeistofpeil en het oliepeil. Vul indien nodig koelvloeistof en olie bij totdat de max.-markering wordt bereikt. * Draai de dop van het expansiereservoir vast. * Start de motor. * Laat de motor warmdraaien (ca. 15 minuten). * Laat de motor ten minste 4 uur draaien met maximaal 50 % van het maximale toerental. * Controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij totdat de max.-markering wordt bereikt. * Controleer met behulp van het diagnoseprogramma de lijst van storingen van de motorregeleenheid. Zijn er geen storingen, ga dan verder met de inloopprocedure. Zijn er storingen, neem dan contact op met de After Sales-afdeling van STEYR MOTORS. * Laat de motor warmdraaien (ca. 15 minuten). * Laat de motor ten minste 2 uur draaien met maximaal 75 % van het maximale toerental. * Controleer met behulp van het diagnoseprogramma de lijst van servicecodes van de motorregeleenheid. Zijn er geen storingen, ga dan verder met de inloopprocedure. Zijn er storingen, neem dan contact op met de After Sales-afdeling van STEYR MOTORS. * Laat de motor warmdraaien (ca. 15 minuten). * Start de datalogger van het STEYR MOTORS-diagnoseapparaat. * Laat de motor ten minste 20 minuten draaien met het nominale toerental. * Stop de datalogger en sla het bestand op (bestandsnaam: motornummer en datum bv. 68225765_20080910.dat) * Controleer de lijst van servicecodes van de motorregeleenheid. Zijn er storingen, neem dan contact op met de After Sales-afdeling van STEYR MOTORS. * Stuur het datalogger-bestand naar de After Sales-afdeling van STEYR MOTORS. * Controleer het koelvloeistofpeil en het oliepeil bij koude motor. Vul indien nodig koelvloeistof en olie bij totdat de max.-markering wordt bereikt. * Blijf de motor gebruiken volgens de STEYR MOTORS-bedieningshandleiding.
24
Inloopprocedure Alle STEYR MOTORS-scheepsmotoren hebben in de fabriek even gedraaid als laatste test. Voor optimale prestaties en een lange levensduur van de motor is het van groot belang dat gedurende de eerste 20 bedrijfsuren de aanwijzingen met betrekking tot het inlopen van de motor in acht worden genomen. LET OP: H et niet in acht nemen van deze inloopaanwijzingen kan ernstige motorschade tot gevolg hebben.
Eerste 10 uur Maximaal motortoerental: 75 % van nominaal toerental Maximale stand van de bedieningshendel: 75 % Laat de motor de eerste vijf tot tien minuten met een laag toerental draaien (toerental lager dan 1500 omw/min). Voer daarna het motortoerental op totdat de boot planeert. Neem vervolgens gas terug. De boot moet wel blijven planeren. Bij displacement of semi-displacement boten mag de bedieningshendel niet verder dan de 75 %-stand worden gezet. Laat het motortoerental af en toe terugvallen tot stationair toerental om de motor te laten afkoelen. ATTENTIE:
q
De motorregeleenheid waarschuwt als de motor tijdens het inlopen wordt overbelast. Gedurende de eerste 2 bedrijfsuren van de motor controleert de motorregeleenheid de belasting van de motor. Bij een te grote belasting van de motor (gedurende de eerste 2 bedrijfsuren) gaat automatisch het motorwaarschuwingslampje branden. Als het motorwaarschuwingslampje oplicht, moet de bedieningshendel worden teruggezet totdat het lampje uitgaat.
Laatste 10 uur van de inloopperiode Maximaal motortoerental gedurende korte tijd: 100 % van nominaal toerental Maximale stand van de bedieningshendel gedurende korte tijd: 100 % In de laatste 10 uur van de inloopperiode mag er met volgas worden gevaren gedurende max. 2 minuten. Daarna moet de bedieningshendel in de 75 %-stand worden gezet. Bij displacement of semi-displacement boten mag de bedieningshendel niet verder dan de 75 %-stand worden gezet. Verlaag het motortoerental af en toe om de motor te laten afkoelen. LET OP: Laat de motor tijdens de inloopperiode niet gedurende langere tijd met een hoog toerental draaien. Neem tijdens de inloopperiode het volgende in acht: A. Controleer dagelijks het motoroliepeil. Het oliepeil moet altijd tussen de minimum- en maximummarkering op de oliepeilstok staan. Zie “Motorsmering – Motorolie” (bladzijde 49) voor het bijvullen van motorolie. B. Houd het oliedrukwaarschuwingslampje in de gaten. Als het lampje gaat branden zodra de boot van richting verandert (tijdens het draaien, oprichten of planeren), moet het oliepeil in het carter met de oliepeilstok worden gecontroleerd. Vul zo nodig olie bij (NIET TE VEEL OLIE BIJVULLEN). Blijft het oliedrukwaarschuwingslampje branden terwijl het oliepeil in orde is, laat de motor dan controleren door uw STEYR MOTORS-dealer. Het kan zijn dat het waarschuwingslampje of de oliepomp defect is. LET OP: T ijdens de normale werking van de motor zal de oliedruk stijgen naarmate het motortoerental toeneemt en dalen naarmate het motortoerental afneemt. Doorgaans is de oliedruk bij een bepaald motortoerental hoger wanneer de motorolie koud is dan wanneer de motorolie heet is. C. Houd de koelvloeistoftemperatuurmeter in de gaten. Bij normale werking tussen 75°–95 °C (opwarming bij vollast, bij stationair toerental is de motortemperatuur tussen 68° en 80 °C afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de koelwater- temperatuur). Klinkt er een akoestisch waarschuwingssignaal, controleer dan het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir (dit moet bij koude motor gebeuren). D. Afwijkingen van normale bedrijfsomstandigheden worden aangeduid door oplichtende waarschuwingslampjes en een akoestisch waarschuwingssignaal. Zie “Storingsweergave op instrumentenpaneel” voor de betekenis. 25
ATTENTIE:
q
et niet in acht nemen van deze aanwijzingen heeft tot gevolg dat alle aanspraken op H garantie vervallen.
De motor mag uitsluitend worden gevuld met de aanbevolen oliesoort. Zie het hoofdstuk “Motorsmering”.
Na de inloopperiode De motoren die in deze handleiding worden genoemd, zijn berekend op diverse toerentallen en belastingen. De motoren mogen echter niet langer dan 1 uur per 12 bedrijfsuren maximaal worden belast. Voor een gunstig brandstofverbruik moeten de volgende toerentallen worden aangehouden:
4-cilinder scheepsmotoren: 6-cilinder SE-scheepsmotoren: MO54NA33
3000 omw/min SE126E25 2300 omw/min
MO84K32
3000 omw/min
SE126E25
2300 omw/min
MO94K33
3000 omw/min
SE196E35
3200 omw/min
MO114K33
3000 omw/min
SE236E40
3800 omw/min
MO144M38
3200 omw/min
SE236S36
3400 omw/min
MO164M40
3400 omw/min
SE266E40
3800 omw/min
MO174V40
3400 omw/min
SE266S36
3400 omw/min
SE286E40 3800 omw/min SE306J38 3600 omw/min
Wanneer deze toerentallen worden aangehouden, komt dat ook ten goede aan de levensduur en de geluidsemissie van de motor. Als u een koude motor start, laat de motor dan langzaam warm worden. Geef nooit volgas voordat de motor op bedrijfstemperatuur is. Controleer gedurende de eerste 50 bedrijfsuren regelmatig het oliepeil.
26
Schakelmechanisme Voorbeeld: schakelsysteem met enkele bedieningshendel 1.
et de bedieningshendel in de neutrale stand wanneer het schakelmechanisme ontkoppeld is. Het schakelmeZ chanisme zal dan automatisch inschakelen.
2.
m VOORUIT te varen – druk op de neutraalvergrendelingsknop, indien aanwezig, en zet de bedieningshenO del naar voren. Nadat de vooruitversnelling is ingeschakeld, kan het motortoerental worden verhoogd.
3.
m ACHTERUIT te varen – druk op de neutraalvergrendelingsknop, indien aanwezig, en zet de bedieningsO hendel naar achteren. Nadat de achteruitversnelling is ingeschakeld, kan het motortoerental worden verhoogd.
4.
aat bij het schakelen van VOORUIT naar ACHTERUIT of van ACHTERUIT naar VOORUIT de bedieningsL hendel altijd even in NEUTRAAL staan totdat de motor stationair draait en de snelheid van de boot minder dan 1 kn is.
5.
Druk na het inschakelen van de versnelling de bedieningshendel langzaam in de gewenste richting om het toerental op te voeren. LET OP: Moet er plotseling veel kracht worden aangewend om de bedieningshendel te verzetten, dan duidt dat op een probleem in het schakelmechanisme. Ga in dat geval zo snel mogelijk naar uw STEYR MOTORS-dealer om het probleem te laten verhelpen. Doet u niets, dan kan dat leiden tot schade aan het schakelmechanisme.
27
Gebruiksaanwijzing bedieningshendel
1
Uw boot kan zijn uitgerust met een van de volgende bedieningshendels: * Enkele bedieningshendel * Dubbele bedieningshendel voor twinmotoren LET OP: Is uw boot uitgerust met een bedieningshendel van een andere fabrikant dan STEYR MOTORS, volg dan de aanwijzingen van deze fabrikant op. Bedieningshendels hebben de volgende belangrijke eigenschappen:
1
* Met de hendel kan de vooruitversnelling of de achteruitversnelling worden gekozen, het motortoerental worden geregeld en ervoor worden gezorgd dat er bij een laag motortoerental wordt geschakeld. * De hendel is uitgerust met een voorziening die ervoor zorgt dat de motor alleen kan worden gestart wanneer de transmissie in de neutrale stand staat, waardoor uw STEYR MOTORS-scheepsmotor niet kan worden gestart wanneer het schakelmechanisme ingeschakeld is. De enkele bedieningshendel heeft een neutraalvergrendelingsknop (C), die moet worden ingedrukt om de hendel van NEUTRAAL naar VOORUIT of ACHTERUIT te kunnen zetten. De dubbele bedieningshendel heeft geen neutraalvergrendeling, maar er is een neutraalgrendelstand. Enkele bedieningshendel * Om het schakelmechanisme te ontkoppelen: 1. Zet de bedieningshendel in de neutrale stand (D). 2. Druk zowel de neutraalvergrendelingsknop (C) als de ontkoppelingsknop (E) in. 3. Zet de bedieningshendel naar voren om het motortoerental te verhogen. (F) (G)
Schakelmechanisme ingeschakeld Schakelmechanisme ontkoppeld
Het neutraalvergrendelingsmechanisme en schakelmechanisme worden weer ingeschakeld zodra de bedieningshendel wordt teruggezet in de neutrale stand. Dubbele bedieningshendel * Om het schakelmechanisme te ontkoppelen: 1. Grijp de naaf van de bedieningshendel vast en trek deze ongeveer voor een kwart (6 mm) naar buiten. 2. Zet de bedieningshendel naar voren om het motortoerental te verhogen. Het schakelmechanisme wordt automatisch ingeschakeld wanneer de bedieningshendel wordt teruggezet in de neutrale stand. Het is mogelijk dat uw boot is uitgerust met een andere bedieningshendel dan hierboven beschreven. Wanneer uw boot geen STEYR MOTORS-bedieningshendel heeft, dan moet u contact opnemen met de dealer van de betreffende bedieningshendel en vragen hoe de bedieningshendel werkt, aangezien de werking en de functie van de bedieningshendel kan afwijken van STEYR MOTORS-bedieningshendels. ATTENTIE:
q
Uw boot moet af fabriek worden geleverd met een bedieningshendel die is uitgerust met een voorziening die ervoor zorgt dat de motor alleen kan worden gestart wanneer de transmissie in de neutrale stand staat. Gebruik alleen een bedieningshendel die met een dergelijke voorziening is uitgerust. Hierdoor kunt u letsel voorkomen als gevolg van onverwachte draaibewegingen van de schroef en een plotselinge verplaatsing van de boot.
28
Schakelen en snelheid regelen LET OP: Zet de bedieningshendel alleen in VOORUIT of ACHTERUIT als de motor draait. Het schakelmechanisme kan beschadigen wanneer geprobeerd wordt te schakelen als de motor niet draait. de bedieningshendel in de neutrale stand (D). Het schakelmechanisme zal dan automatisch inschakelen. 2 Zet Druk bij sommige enkele bedieningshendels op de neutraalvergrendelingsknop (C) en zet de bedieningshendel in VOORUIT of ACHTERUIT. Nadat de versnelling is ingeschakeld, kan het motortoerental worden verhoogd. Druk de bedieningshendel langzaam in de gewenste richting om het motortoerental te verhogen.
(H) (I) (D) (J) (K)
Achteruitversnelling inschakelen Motortoerental regelen – achteruit Neutrale stand Vooruitversnelling inschakelen Motortoerental regelen – vooruit
2
Brandstof besparen
In gebied (M) van de bedieningshendel kan, afhankelijk van de belasting en het rompontwerp, brandstof worden bespaard. Verlaag het motortoerental iets zodra de boot op topsnelheid vaart. Let er wel op dat de boot blijft planeren. Blijf het motortoerental langzaam verlagen. De boot moet blijven planeren. Op deze manier kunt u comfortabel varen en bespaart u tegelijkertijd brandstof.
Transmissie – Informatie LET OP: Volg de aanwijzingen en aanbevelingen van de fabrikant van de transmissie op.
Varen op grote hoogte Uw STEYR MOTORS-scheepsmotor is uitgerust met een turbocompressor. Op grote hoogte zal er dus geen merkbaar prestatieverlies zijn.
29
Instrumentenpaneel (uitvoering met contactsleutel) A
E
D
G J F I
A1
B
H
A1
C
Instrumentenpaneel, standaard A
toerenteller
F
contactslot
A1 functieknoppen
G
blindplug – inbouwplaats voor sleutelschakelaar constant toerental
H
waarschuwingszoemer (gemonteerd aan de achterzijde van het paneel)
I
noodstopschakelaar (koord)
J
stroomonderbreker (10 A)
B
motorinformatiedisplay
C
waarschuwingslampje accu
D
gecombineerd lampje voorgloeien/ oliedruk
E
waarschuwingslampje motor
Neem voor extra instrumenten of accessoires contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
30
Weergave op het instrumentenpaneel bij normale werking 1. Contact AAN (… tot de motor start)
Systeemcontrole – zie status van de lampjes
AAN LET OP: (0,7 seconden) Bij lage temperaturen (koud weer) zal het AAN gecombineerde lampje voorgloeien/oliedruk blijven (0,7 seconden) AAN branden na 0,7 seconden (voorverwarmingsfase van
de motor). In dit geval start u de motor direct nadat het lampje is uitgegaan.
AAN (0,7 seconden)
2. Contact AAN (… tot de motor start)
Indicatie storing aanwezig
AAN (5 seconden) AAN (0,7 seconden) AAN
AAN (5 seconden)
3. Motor draait (na het starten)
Normale werking UIT UIT UIT
LET OP:
“Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel”
UIT Voor meer informatie, zie:
31
Instrumentenpaneel (uitvoering met drukknop) G
A
E
D
H
START
J
I
A1
B
A1
F
C
H
A
toerenteller
F
drukknop – contact AAN/UIT (rood)
A1 functieknoppen
G
drukknop START (groen)
B
motorinformatiedisplay
H
C
waarschuwingslampje accu
waarschuwingszoemer (gemonteerd aan de achterzijde van het paneel)
D
gecombineerd lampje voorgloeien/ oliedruk
I
noodstopschakelaar (koord)
J
stroomonderbreker (10 A)
E
waarschuwingslampje motor
LET OP: De instrumenten worden automatisch verlicht zodra het contact ingeschakeld is. LET OP: In geval van inversie wordt de motor automatisch afgezet om later weer normaal te kunnen werken. De drukknop AAN/UIT (F) moet tweemaal worden ingedrukt (eenmaal om de drukknop te ontgrendelen (UIT-stand) en eenmaal om de drukknop weer in de AAN-stand te drukken). Daarna kan de motor opnieuw worden gestart met de drukknop START (G).
32
Weergave op het instrumentenpaneel bij normale werking (uitvoering met drukknop) 1. Contact AAN (… tot de motor start)
Systeemcontrole – zie status van de lampjes
AAN LET OP: (0,7 seconden) Bij lage temperaturen (koud weer) zal het AAN gecombineerde lampje voorgloeien/oliedruk blijven (0,7 seconden) branden na 0,7 seconden (voorverwarmingsfase van AAN de motor). In dit geval start u de motor direct nadat het lampje is uitgegaan. START
AAN (0,7 seconden)
2. Contact AAN (… tot de motor start) START
Indicatie storing aanwezig
AAN (5 seconden) AAN (0,7 seconden) AAN
3. Motor draait (na het starten) START
Normale werking UIT UIT UIT
LET OP:
“Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel”
Voor meer informatie, zie:
33
Noodstopschakelaar (koord) Dit instrumentenpaneel is voorzien van een noodstopschakelaar. Het gebruik van deze schakelaar is ten zeerste aan te raden. Maak het koord goed vast aan uw kleding. Maak het koord niet vast aan kleding die makkelijk scheurt. Het gebruik van deze schakelaar is eenvoudig en vormt geen belemmering voor de normale handelingen op de boot. Let erop dat u niet per ongeluk aan het koord trekt. De boot zal onverwachts vertragen. Opvarenden zouden hierdoor naar voren kunnen worden geslingerd. Na activering van de noodstopschakelaar (er is aan het koord getrokken) kan de motor weer door een van de opvarenden worden gestart. Hiervoor moet de trekknop (1) van de noodstopschakelaar worden uitgetrokken en in uitgetrokken stand worden vastgehouden. Terwijl de trekknop in uitgetrokken stand wordt vastgehouden kan de normale startprocedure worden uitgevoerd en kan de motor worden gestart. Zodra de trekknop wordt losgelaten, slaat de motor af.
1
ATTENTIE:
q
e werking van de noodstopschakelaar is alleen gegarandeerd wanneer deze in goede D staat verkeert. Let op het volgende: * Het koord mag in geen geval verstrikt raken. * Controleer eenmaal per maand of de noodstopschakelaar goed werkt. Trek bij draaiende motor aan het koord. Als de motor niet afslaat, ga dan naar uw STEYR MOTORS-dealer om de schakelaar te laten vervangen.
34
Waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemer Boten met een STEYR MOTORS-scheepsmotor zijn uitgerust met 3 waarschuwingslampjes en 1 waarschuwingszoemer (aan de achterzijde van het instrumentenpaneel gemonteerd), die bij de volgende bedrijfsomstandigheden of storingen in werking treden. (De motorregeleenheid verlaagt ook het vermogen van de motor wanneer de grenswaarde van een belangrijke bedrijfsparameter is overschreden). * V oorgloeifase (gecombineerd lampje voorgloeien/oliedruk. Het lampje gaat branden wanneer de koelvloeistoftemperatuur lager is dan 20 °C/68 °F) * Tijdens de inloopperiode: waarschuwing overbelasting * Oliedruk te laag * Koelvloeistoftemperatuur te hoog * Sensoren of stroomkring van sensor defect Na het inschakelen van het contact lichten de waarschuwingslampjes even op en klinkt er een kort akoestisch waarschuwingssignaal (0,7 seconde), om aan te geven dat het visuele en akoestische waarschuwingssysteem in orde is. Als er een storing in een sensor of in een stroomkring van een sensor is herkend, blijft het motorwaarschuwingslampje na het inschakelen van het contact 5 seconden branden. Ook het akoestische waarschuwingssignaal stopt pas na 5 seconden. De storing wordt opgeslagen in de motorregeleenheid (zie de paragraaf Instrumentenpaneel). Neem contact op met de dichtstbijzijnde STEYR MOTORS-dealer om de storing te laten opsporen en verhelpen. Als de oliedruk te laag is, licht het waarschuwingslampje “oliedruk” op en klinkt er een akoestisch waarschuwingssignaal. Het vermogen van de motor wordt verlaagd. Ga in dat geval als volgt te werk: * Controleer het oliepeil van de motor en vul indien nodig olie bij (zie het hoofdstuk Brandstof en smeermiddelen). * S tart de motor opnieuw en houd het oliedrukwaarschuwingslampje in de gaten. Het lampje moet 3 à 4 seconden na het starten van de motor uitgaan. Gaat het lampje niet uit, dan moet de motor onmiddellijk worden afgezet. (contact “UIT”) Als het uitlaatgaskoelsysteem oververhit is, knippert het motorwaarschuwingslampje en klinkt het akoestische waarschuwingssignaal (2x per seconde); het motorvermogen wordt verlaagd. Ga in dat geval als volgt te werk: * Verlaag ONMIDDELLIJK het motortoerental tot stationair toerental. * Controleer het koelwaterfilter en maak dit indien nodig schoon. * C ontroleer op de koelvloeistoftemperatuurmeter of de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is. Als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is, zet de bedieningshendel dan even in ACHTERUIT om eventuele voorwerpen in de koelwaterinlaat, zoals grote stukken plastic, te verwijderen en dan weer terug in VOORUIT. Laat de motor enkele minuten stationair draaien. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter nog steeds een te hoge koelvloeistoftemperatuur aangeeft, moet de motor worden afgezet. Start de motor pas wanneer u de oorzaak van de te hoge koelvloeistoftemperatuur hebt gevonden en weggenomen. Zie “prestatieverlies” in de storingzoektabel in het hoofdstuk Onderhoud en storingzoeken. Controleer het koelvloeistofpeil en vul zo nodig koelvloeistof bij totdat het koelvloeistofpeil in orde is. Wanneer de oorzaak van de visuele/akoestische waarschuwing niet gevonden wordt, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
35
Elektronische motorregeleenheid STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met een elektronische motorregeleenheid. Deze eenheid: * regelt de motorfuncties zodanig dat een optimaal rendement wordt behaald; * voert een zelfdiagnose uit om de motor te beschermen in het geval dat grenswaarden van bedrijfsparameters worden overschreden; * slaat de diagnosegegevens op voor onderhouds- en servicedoeleinden; * slaat storingsgegevens op. In de volgende gevallen wordt het vermogen van de motor verlaagd: Bedrijfsparameter
Merkbaar effect
Weergave op instrumenten paneel
Weergave op tester
Actie of mogelijke oorzaak
Koelvloeistoftemperatuur te hoog
Motortoerental neemt af
Zoemer klinkt 2x/sec., temperatuurmeter > 107 °C
Steyr Diag Vermogensbegrenzing
Zie storingzoektabel: koelsysteem
Storing in koelvloeiMotortoerental stoftemperatuursensor neemt af of in sensorverbinding
Zoemer klinkt 2x/sec., Steyr Diag temperatuurmeter Servicecode > 120 °C
Uitlaatgastemperatuur te hoog
Motortoerental neemt af
Zie storingzoektabel: Zoemer en waarschu- Steyr Diag wingslampje “CEL” Vermogensbegrenzing koelwatersysteem AAN 2x/sec.
Storing in uitlaatgassensor of in sensorverbinding
Motortoerental neemt af
Zoemer en waarschu- Steyr Diag wingslampje “CEL” Servicecode AAN 2x/sec.
Oliedruk te laag
Motortoerental neemt af
Zoemer klinkt continu, Steyr Diag Zie storingzoektabel: waarschuwingslampje Vermogensbegrenzing oliecircuit oliedruk continu AAN
Storing in oliedruksensor of in sensorverbinding
Motortoerental neemt af
Oliedrukwaarschuwingslampje knippert 1x/sec.
Onvoldoende laaddruk Motortoerental of defecte sensor neemt af Motortoerentalsensor levert geen signaal
Hoger of instabiel stationair toerental, verminderd prestatievermogen
Motor blijft stationair draaien
Toerentalregeling
Steyr Diag Servicecode
Storing in sensor of connector; zie servicecodetabel
Storing in sensor of connector; zie servicecodetabel
Storing in sensor of connector; zie servicecodetabel
Steyr Diag Zie storingzoektabel: Vermogensbegrenzing compressiesysteem Geen weergave op toerenteller
Steyr Diag Servicecode
Zie storingzoektabel: motortoerentalsensor
Motortoerental neemt niet toe als de bedieningshendel volledig naar voren of naar achteren is gezet
Steyr Diag Servicecode
Zie storingzoektabel: storing in gaskleppotentiometer
Onregelmatig motortoerental of motor slaat af
Steyr Diag Servicecode
Zie storingzoektabel: toerentalregeling
36
Diagnosesysteem De elektronische motorregeleenheid controleert de volgende parameters: oliedruk, laaddruk, koelvloeistoftemperatuur, uitlaatgastemperatuur (Hi-riser), bedieningshendelstand, gasklepstand, toerentalsignaal. De elektronische motorregeleenheid voert zelfdiagnose- en/of aannemelijkheidstests uit voor alle ingangswaarden en sensorverbindingen. Bij afwijkingen wordt er een visuele of akoestische waarschuwing gegeven. (zie bladzijde 74). Opgeslagen servicecodes kunnen worden geselecteerd en na het verhelpen van de storing worden gewist met behulp van SCC onderdeelnr.: 2179497-0 Neem indien nodig contact op met een erkende STEYR MOTORS-servicepartner om te helpen bij het oplossen van de storing. Storingen worden ingedeeld in drie categorieën: sporadische storingen, kleine storingen en ernstige storingen.
37
Twinmotorinstallaties Alle STEYR MOTORS-binnenboordmotoren zijn geschikt voor een twinmotorinstallatie met counterrotatie. Om de schroef in tegengestelde richting te laten draaien wordt de richting van de kabels naar de bedieningshendel omgedraaid. De counterrotatie vindt plaats in de transmissie. De schroef, de schroefas en het uitgangstandwiel zijn de enige onderdelen die in tegengestelde richting draaien. De motor draait altijd in dezelfde richting. een twinmotor draaien de schroeven normaliter zoals op de 4 Bij afbeelding is weergegeven.
Sommige bootfabrikanten laten de schroeven bij een twinmotor andersom draaien. Als schroeven en/of kabels worden uitgebouwd, moet erop worden gelet dat ze weer op dezelfde plaats worden ingebouwd en dat de schroeven niet worden verwisseld.
4
Optionele schroeven Schroeven, zowel linksdraaiend als rechtsdraaiend, zijn leverbaar in alle gangbare maten. Roestvrij staal is sterker en duurzamer dan aluminium. Hierdoor kunnen de schroefbladen van roestvrijstalen schroeven dunner worden uitgevoerd dan die van aluminium schroeven en toch nog sterker zijn. Dit levert een efficiëntere schroef op met betere prestaties en een gunstiger brandstofverbruik.
Schroeven schroeven draaien rechtsom om een boot voort 5 Rechtsdraaiende te stuwen. Rechtsdraaiende schroeven worden beschouwd als
schroeven met een standaarddraairichting. Een rechtsdraaiende schroef herkent u aan de hoek (A) van het blad gezien vanaf bakboordzijde.
schroeven draaien linksom om een boot voort 6 Linksdraaiende te stuwen. Linksdraaiende schroeven worden beschouwd als schroeven met een tegengestelde draairichting. Een linksdraaiende schroef herkent u aan de hoek (B) van het blad gezien vanaf bakboordzijde. LET OP:
ervang een rechtsdraaiende schroef nooit V door een linksdraaiende schroef. De boot zou dan achteruitvaren als de vooruitversnelling wordt gekozen, en vooruitvaren als de achteruitversnelling wordt gekozen. Zie ook de afbeeldingen voor het verschil tussen linksdraaiende en rechtsdraaiende schroeven.
Zet na het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de schroeven altijd de bedieningshendel in VOORUIT of ACHTERUIT en laat de motor stationair draaien. Kijk vervolgens of de boot in de juiste richting wordt voortgestuwd. Als de boot in de VERKEERDE richting gaat, zijn de schroeven verkeerd gemonteerd. ATTENTIE:
q
5
Als deze test niet uitgevoerd wordt, dan kan de controle over het vaartuig verloren worden.
38
6
Schroefkoppel Het koppel van de schroef veroorzaakt krachten die op de boot worden overgebracht. Hierdoor kan de boot naar één kant overhellen (slagzij maken). De krachten die worden veroorzaakt door de in tegengestelde richting draaiende schroef zijn tegengesteld aan de krachten die worden veroorzaakt door de in standaardrichting draaiende schroef. Wanneer de verticale aandrijvingen getrimd zijn, heffen deze krachten elkaar op.
Beschadigde schroef Extreme trillingen en snelheidsverlies kunnen het gevolg zijn van een beschadigde schroef of van onbalans van de schroef. Zet in dat geval de motor af en controleer de schroef. Vermoedt u dat de schroef beschadigd is, laat deze dan controleren en repareren door uw STEYR MOTORS-dealer. Neem altijd een reserveschroef mee en vervang de beschadigde schroef zo snel mogelijk. LET OP: Vaar nooit met een beschadigde schroef. Wordt er met een beschadigde schroef gevaren, dan is het mogelijk dat de motor en onderdelen van de aandrijving beschadigd raken.
Waterstraalaandrijving Hebt u een boot met waterstraalaandrijving, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer. Voor informatie over de werking en de toepassing van de waterstraalaandrijving verwijzen we u naar de documentatie van de fabrikant van de waterstraalaandrijving.
Hoe te handelen bij vorst Is er vorst voorspeld en blijft de boot in het water liggen, dan moet de schroef onder water blijven, om te voorkomen dat het water in de verticale aandrijving bevriest. Later kan de motor worden afgetapt zoals beschreven in Motor gereedmaken voor opslag.
Varen in zout water Als u met de boot in zout, vervuild of brak water hebt gevaren, verdient het aanbeveling om het koelwatersysteem te spoelen met zoet water, om verstopping en corrosie van de koelkanalen te voorkomen. Vraag uw STEYR MOTORSdealer naar een motorspoelset waarmee u de motor in het water of aan wal kunt spoelen. LET OP:
Wanneer u in zout of brak water vaart, is het verstandig om een extra bescherming tegen corrosie toe te passen.
LET OP:
START en laat de dieselmotor DRAAIEN als u het koelwatercircuit doorspoelt met zoet water!
Varen op grote hoogte Uw STEYR MOTORS-scheepsmotor is gespecificeerd voor gebruik tot een hoogte van 1000 meter boven zeeniveau zonder verlies van prestaties. Gebruik boven 1000 meter wordt afgeraden.
39
Brandstofpomp Uw STEYR MOTORS-scheepsmotor is uitgerust met een elektrische brandstofpomp. Deze begint te draaien zodra het contact wordt ingeschakeld. Wordt het contact uitgeschakeld, dan wordt ook de pomp uitgeschakeld. Als de motor na het inschakelen van het contact niet binnen 10 seconden wordt gestart, wordt de brandstofpomp automatisch uitgeschakeld.
Brandstofsysteem controleren Vul de brandstoftank met de aanbevolen brandstof. Vaar altijd met een volle brandstoftank. Dit vermindert watercondensatie en de houdt de brandstof koel, wat de motorprestaties ten goede komt. Controleer of de brandstoftoevoerkleppen (indien aanwezig) openstaan en of de afdichtingen van de klepkraan goed afdichten (gasdicht). Om een vlotte start en betrouwbare werking van de motor te verzekeren, moet het brandstofsysteem worden ontlucht vóór de eerste keer dat de motor gestart wordt of na het vervangen van het brandstoffilter. Zet hiertoe het contact een paar keer aan gedurende 10 seconden om de elektrische brandstofpomp te laten draaien. Vul aan het einde van de dag na gebruik de brandstoftank weer om condensvorming in de tank te voorkomen. Condenswater in een gedeeltelijk gevulde brandstoftank vormt een verontreiniging van de brandstof bevordert de groei van micro-organismen. Hierdoor kunnen de brandstoffilters verstopt raken, wat tot een verslechterde brandstoftoevoer leidt. Als de motor is uitgerust met een brandstof-waterafscheider, tap dan het water af dat zich heeft verzameld. Water in de brandstof kan ernstige schade aan het inspuitsysteem tot gevolg hebben waardoor de prestaties en de levensduur van de motor nadelig beïnvloedt worden. STEYR MOTORS adviseert het installeren van een brandstofvoorfilter met een waterafscheider. De filtercapaciteit moet een doorstroming van 350 l/u mogelijk maken met een maximaal toelaatbaar drukverlies van 200 mbar.
Brandstofverontreiniging Bij boten bestaat de kans dat brandstof verontreinigd raakt met water en microben (zwart “slijm”). Dit type verontreiniging doet zich voor wanneer niet op de juiste wijze met de brandstof is omgegaan. Zwart “slijm” ontstaat alleen wanneer er water in de brandstof zit. De beste manier om dit te voorkomen is het wateraandeel in de brandstof zo klein mogelijk te houden. Om de microben uit de brandstof te verwijderen, moet een additief aan de brandstof worden toegevoegd. STEYR MOTORS GmbH beveelt het gebruik van brandstofadditieven, zoals Biobor JF of een vergelijkbaar middel, aan om microben uit de brandstof te verwijderen. Volg hierbij de aanwijzingen van de fabrikant. Totdat het brandstofsysteem zuiver is, moeten de brandstoffilters regelmatig worden vervangen. LET OP: Tanks van gegalvaniseerd staal mogen niet worden gebruikt als brandstoftank, omdat de brandstof met de zinklaag reageert, waarbij er poederachtige vlokken ontstaan. Deze kunnen leiden tot verstopping van de brandstoffilters en tot beschadiging van de brandstofpomp en de verstuivers. LET OP:
Laat de brandstofpomp niet droog draaien.
40
Koelsysteem (beschrijving van de werking, 4-cilinder scheepsmotor) STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met een gesloten (intern) en een open (extern) koelcircuit.
7
Gesloten koelcircuit
Het gesloten koelcircuit omvat het monoblok, het uitlaatspruitstuk, de warmtewisselaar en het expansiereservoir. De temperatuur in het gesloten koelcircuit wordt nauwkeurig geregeld door een thermostaat. De thermostaat bepaalt hoeveel koelvloeistof er door de warmtewisselaar stroomt en regelt op deze manier de temperatuur van de motor. Een temperatuursensor (7/A) bewaakt de koelvloeistoftemperatuur. Wordt de koelvloeistoftemperatuur te hoog, dan wordt er een visuele en akoestische waarschuwing gegeven (zie tabel “Storingsweergave op instrumentenpaneel”). In dat geval wordt het vermogen van de motor verlaagd.
8 7
06008
De temperatuur van de koelvloeistof van de motor kan worden afgelezen op de meter op het instrumentenpaneel.
8
Open koelcircuit (koelwatercircuit)
De thermische energie die ontstaat in de motor en die is opgenomen door de koelvloeistof van de motor, wordt afgevoerd via het (externe) koelwatercircuit. Het koelwater wordt aangezogen door de pomp via de koelwaterinlaat, constant door de tussenkoeler en de warmtewisselaar gepompt en samen met de uitlaatgassen afgevoerd in de uitlaatbocht. Via deze doorlaat stroomt het koelwater door het uitlaatbuissysteem naar buiten. Een temperatuursensor (8/A) bewaakt de temperatuur van het koelwater en van de uitlaatgassen. Is de temperatuur te hoog, dan wordt een visuele en akoestische waarschuwing gegeven (zie tabel “Storingsweergave op instrumentenpaneel”). In dat geval wordt het vermogen van de motor verlaagd.
9 8
LET OP: Mocht de motor bij hoge toerentallen oververhit raken, verlaag het motortoerental dan langzaam totdat de motor stationair draait, om schade aan de motor te voorkomen. Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer om het probleem te laten verhelpen.
41
06009
Koelsysteem (beschrijving van de werking, 6-cilinder scheepsmotor) STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met een gesloten (intern) en een open (extern) koelcircuit.
9
Gesloten koelcircuit
Het gesloten koelsysteem bestaat uit een circuit onder druk en een expansiereservoir dat niet onder druk staat. Het drukcircuit bestaat uit het koelvloeistofverdeelspruitstuk, de monoblok koelvloeistofmantel, het uitlaatspruitstuk met thermostaat en warmtewisselaar. De druk in het systeem wordt bewaakt door een drukdop achter op de bovenkant van het uitlaatspruitstuk. Een slang die is aangesloten op de nippel van de drukdop verbindt deze met het expansiereservoir, zodat er koelvloeistof kan worden uitgewisseld naargelang de bedrijfsomstandigheden van de motor. Het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir varieert met het opwarmen en afkoelen van de motor tussen de min.- en max.-markeringen. De temperatuur in het gesloten koelcircuit wordt geregeld door een thermostaat. De thermostaat bepaalt hoeveel koelvloeistof er door de warmtewisselaar stroomt en regelt op deze manier de temperatuur van de motor. Een temperatuursensor (9/A) bewaakt de koelvloeistoftemperatuur. Wordt de koelvloeistoftemperatuur te hoog, dan wordt er een visuele en akoestische waarschuwing gegeven (zie tabel “Storingsweergave op instrumentenpaneel”). In dat geval wordt het vermogen van de motor verlaagd. De temperatuur van de koelvloeistof van de motor kan worden afgelezen op de meter op het instrumentenpaneel.
0
Open koelcircuit (koelwatercircuit)
De thermische energie die ontstaat in de motor en die is opgenomen door de koelvloeistof van de motor, wordt afgevoerd via het (externe) koelwatercircuit. Het koelwater wordt aangezogen door de pomp via de koelwaterinlaat, constant door de tussenkoeler en de warmtewisselaar gepompt en samen met de uitlaatgassen afgevoerd in de uitlaatbocht. Via deze doorlaat stroomt het koelwater door het uitlaatbuissysteem naar buiten. Een temperatuursensor (10/A) bewaakt de temperatuur van het koelwater en van de uitlaatgassen. Is de temperatuur te hoog, dan wordt een visuele en akoestische waarschuwing gegeven (zie tabel “Storingsweergave op instrumentenpaneel”). In dat geval wordt het vermogen van de motor verlaagd. LET OP: Mocht de motor bij hoge toerentallen oververhit raken, verlaag het motortoerental dan langzaam totdat de motor stationair draait, om schade aan de motor te voorkomen. Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer om het probleem te laten verhelpen.
9
0 42
Elektrische uitrusting De elektrische uitrusting van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor bestaat in hoofdzaak uit een alternator met een getransistoriseerde spanningsregelaar, een accu en alle noodzakelijke verbindingskabels en leidingen. Let op:
en 24 V-boordsysteem vereist een speciale dc/dc-omvormer om het gehele E motormanagementsysteem (EMS) te voeden met 12 V. Raadpleeg voor gedetailleerde aanwijzingen uw erkende STEYR MOTORS-servicepartner.
Alternator De alternator, die wordt aangedreven via een multi-V-riem resp. aandrijfriem, laadt de accu op bij alle motortoerentallen. Het uitgangsvermogen bij stationair toerental is beperkt tot lage waarden van de stroomsterkte en spanning en neemt toe met het toerental van de motor tot een maximum vermogen boven 3000 omw/min. Optioneel: Alternatoren zijn leverbaar met verschillende uitgangsvermogens en spanningen.
Accu VOOR ALLE 4-CILINDER SCHEEPSMOTOREN
Om er zeker van te zijn dat de elektrische en elektronische onderdelen onder alle omstandigheden van spanning worden voorzien, moet een 12 V-accu worden gebruikt met een koudestartstroom van 450 A bij –18 °C en een capaciteit van minimaal 92 Ah bij 27 °C.
VOOR ALLE 6-CILINDER SCHEEPSMOTOREN
Om er zeker van te zijn dat de elektrische en elektronische onderdelen onder alle omstandigheden van spanning worden voorzien, moet een 12 V-accu worden gebruikt met een koudestartstroom van 650 A bij –18 °C en een capaciteit van minimaal 115 Ah bij 27 °C. ATTENTIE:
q
*Gebruik geen startkabels en een hulpaccu om de motor te starten. Bouw de accu uit en laad deze bij. – een verkeerde aansluiting leidt tot onherstelbare schade aan het elektrische systeem – * Laad de accu niet op in de boot. De gassen die ontstaan tijdens het laden van de accu kunnen een explosie veroorzaken. *Accuvloeistof is een bijtend zuur waarmee voorzichtig moet worden omgegaan. Als u in aanraking komt met accuvloeistof, spoel dan het betreffende lichaamsdeel grondig met veel water af en raadpleeg daarna zo snel mogelijk een arts.
Een hoge weerstand in het laadcircuit kan ernstige gevolgen hebben voor de werking van het elektrische systeem. Een hoge weerstand kan te wijten zijn aan een storing in het elektrische systeem. Maar ook gecorrodeerde of loszittende verbindingen kunnen een hoge weerstand veroorzaken. Waar mogelijk zijn de elektrische verbindingen van uw motor afgedicht. Desondanks verdient het aanbeveling om van tijd tot tijd te controleren of de elektrische verbindingen van de motor nog schoon zijn en nog goed vastzitten. LET OP: Het is belangrijk dat de accu correct wordt aangesloten. De minkabel moet worden aangesloten op de minpool (–) van de accu en de pluskabel moet worden aangesloten op de pluspool (+) van de accu. Als deze kabels worden verwisseld, gaat de spanningsregelaar kapot. Controleer de accu op gezette tijden. Controleer hierbij het soortelijk gewicht van het zuur (als maat voor de laadtoestand) en het vloeistofpeil in de cellen. Controleer ook of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten. Als de accu zonder aanwijsbare reden ontladen is, controleer dan de werking van alle onderdelen van het elektrische systeem. Controleer ook of niet vergeten is om alle verbruikers uit te schakelen vóór u de accu na het opladen weer inbouwt. 43
Stroomonderbrekers en zekeringen, 4-cilinder scheepsmotoren STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met stroomonderbrekers die de motor tegen overbelasting beschermen. de grondplaat van de elektronicabox zijn drie stroomonderbrekers van 50 A gemonteerd. (F2) beschermt het ß Op elektrische circuit van de gloeibougies van cilinder 1 en 2; (F3) beschermt het elektrische circuit van de gloeibougies van cilinder 3 en 4; (F3) beschermt het elektrische systeem en het elektronische managementsysteem. Het contactslot en de instrumenten worden beschermd door een 10 ampère. Zekering in de hoofdkabelbundel onder het instrumentenpaneel (bij het contactslot).
F4 F5 F6 F7 F9
Zekering voedingseenheid Zekering voeding hoofdstroomkring Zekering stroomkring brandstofpomp Zekering stroomkring gloeibougies Zekering stroomkring contactschakelaar (instrumentenpaneel)
6 1
LET OP: Zekeringen voor brandstof, voeding van elektronische motorregeleenheid, gloeibougierelais zitten in het deksel van de elektronicabox.
ß
10
06011
Stroomonderbrekers en zekeringen, 6-cilinder scheepsmotoren STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met stroomonderbrekers die de motor tegen overbelasting beschermen.
“ Op de grondplaat van de elektronicabox zijn 6 verschillende thermische stroomonderbrekers gemonteerd. F1
Zekering Stroomsterkte en Functie F1 F2 F3 F4 F5 F6
F2
20 A Zekering Vaccu hoofdrelais 25 A Zekering stroomkring brandstofpomp 20 A Zekering stroomkringen elektronische motorregeleenheid 50 A Zekering stroomkring gloeibougies 50 A Zekering stroomkring gloeibougies 12,5 A Zekering D+ alternatoraansluiting
F3
F4 F5 F6
“ LET OP: Voorkom vonkvorming omdat dit kan leiden tot schade aan de alternator of de motorregeleenheid. Sluit onderdelen van het elektrische systeem niet aan of koppel ze niet los terwijl de motor draait. LET OP:
ls naderhand elektrische accessoires worden ingebouwd, dan moeten deze apart worden A gezekerd. Stroom moet direct van de accu worden afgetakt. 44
Inversieschakelaar De inversieschakelaar is een kwikschakelaar (A) die in werking „ treedt wanneer de boot meer dan 70° in een richting overhelt. Via het relais van de hoofdstroomkring wordt de motor afgezet. Om veiligheidsredenen moet de inversieschakelaar elke 50 bedrijfsuren of elke 6 maanden worden gecontroleerd. (Zie onderhoudstabel op bladzijde 64). ATTENTIE:
q
”
Na een dergelijke situatie, moet de elektronische motorregeleenheid worden gereset door het contact uit te schakelen. Zonder deze reset kan de motor niet opnieuw worden gestart.
„11
06012
LET OP: Bij 6-cilinder SE-motoren is de inversieschakelaar in de E-box opgenomen.
”
Onderbreken van carterventilatie Als de boot omslaat, wordt ook de bypassklep (B) van de carterventilatie gesloten. ¿ Hierdoor wordt voorkomen dat er olie via het luchtfilter vrijkomt.
Instrumentenpaneel De motoren worden geleverd met het standaardinstrumentenpaneel. U kunt ook kiezen voor een aangepast STEYR MOTORS-instrumentenpaneel. Kiest u voor een instrumentenpaneel van een andere fabrikant, let er dan op dat dit voldoet aan onze voorschriften. ATTENTIE:
q
Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor motorschade die het gevolg is van wijzigingen waarvoor wij geen toestemming hebben verleend.
¿12
Droog draaien
06010
Als de motor enige tijd “droog” heeft gedraaid (zonder koelwaterkoeling), controleer dan de rotor van de koelwaterpomp op beschadiging. Vervang deze zo nodig. Smeer de rotor met vet in. Gebruik hiervoor het vet uit de rotorset Z011753/2.
45
46
BRANDSTOF EN SMEERMIDDELEN Brandstofeigenschappen .......................................................................... 48 De juiste brandstof kiezen ........................................................................ 48 Filteronderhoud ........................................................................................ 48 Motorsmering ........................................................................................... 49 Motorolie ................................................................................................... 49 Aanduiding van de motoroliekwaliteit ....................................................... 49 Afvoeren van afvalproducten .................................................................... 50
47
Brandstofeigenschappen STEYR MOTORS-scheepsmotoren hebben een gunstig brandstofverbruik. Gebruik, om de opgegeven prestaties te behouden, uitsluitend dieselbrandstof die voldoet aan EN590 of gelijkwaardig.
De juiste brandstof kiezen De prestaties, de levensduur en de uitlaatgasemissie van de motor worden voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de brandstof. Voor onze direct ingespoten dieselmotoren kunnen de meeste dieselbrandstoffen die tegenwoordig op de markt zijn worden gebruikt.
Raadpleeg voor meer bijzonderheden onze download link: http://www.steyr-motors.com/marine-diesel-engines/2-4-and-6-cylinder Klik op “here” in de zin: “Click here to learn more about the STEYR MOTORS M1 multi fuel capability”
Filteronderhoud Controleer de onderhoudsintervallen voor het voor- en fijnfilter die zijn aangegeven in de onderhoudstabel of voer onderhoud eerder uit indien nodig als gevolg van verontreinigde brandstof. Voorfilter specificaties: Stroomsnelheid: 350 l/u Aanzuigleiding: min.16 mm Min. waterscheiding effectiviteit: 93 % (volgens ISO 4020, uit geëmulgeerd water bij maximale stroomsnelheid) Min. effectieve partikelfiltratie: 10 % (volgens ISO TR13353:1994 3-5 μm bij maximale pompstroomsnelheid) max. drukverlies bij het filter (nieuw): 50 mbar max. drukverlies bij het filter (gebruikt): 200 mbar
48
Motorsmering Kiest u ervoor om de olie van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor zelf te verversen, raadpleeg dan de Onderhouds- en smeertabel voor de smeerpunten en de aanbevolen smeermiddelen. Gebruik uitsluitend door STEYR MOTORS aanbevolen smeermiddelen of smeermiddelen met een vergelijkbare kwaliteit en viscositeit. De aanbevolen smeermiddelen zijn te verkrijgen bij uw STEYR MOTORS-dealer. Kiest u ervoor om de olie van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor te laten verversen, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer. Deze is op de hoogte van de verversingsintervallen en zal de olie graag voor u verversen.
Motorolie Voor optimale motorprestaties en een lange levensduur van de motor wordt STEYR MOTORS TURBO Diesel Engine Oil SAE 10 W-40 (Z010058/0) aanbevolen. De kwaliteit van de motorolie wordt aangeduid met een ACEA-code, een API-code en een SAEviscositeitsklasse. Als er geen STEYR TURBO Diesel Engine Oil beschikbaar is, moet u motorolie van een bekend merk gebruiken met de specificaties ACEA E7 of E4, API CF en viscositeitsklasse SAE 10 W-40. Zie de gegevens op de verpakking.
VOOR ZWARE DIESELMOTOREN
Af fabriek is de motor gevuld met een hoogwaardige synthetische inloopolie (ACEA E7, E4, API CF, SAE 10 W-40). Controleer gedurende de inloopperiode (de eerste 20 bedrijfsuren) regelmatig het oliepeil. In het begin kan het olieverbruik iets hoger zijn, omdat de zuigerveren zich nog moeten zetten. Het oliepeil moet tussen de minimum- en maximummarkering op de oliepeilstok staan. De afstand tussen de twee markeringen komt overeen met ca. 3,5 liter. Vraag de plaats van de oliepeilstok, aan uw erkende STEYR MOTORS-dealer. LET OP: U kan de oliepeilstok aan de linker- of aan de rechterzijde van de motor plaatsen. Afhankelijk van de helling van de motor zijn er twee verschillende oliepeilstokken leverbaar.
„
ACEA E7 of E4
Na de eerste 50 bedrijfsuren van de motor moet u de motorolie verversen en het oliefilter vervangen. Raadpleeg de service- en onderhoudstabel.
SAE 10 W-40
Aanduiding van motoroliekwaliteit De kwaliteit van de motorolie wordt aangeduid met een ACEAcode, een API-code en een SAE-viscositeitsklasse. Deze vindt u op het etiket, boven op het blik of op het identificatiesymbool. LET OP: Bij sommige oliesoorten staan meerdere ACEAof API-codes op de verpakking vermeld. De aanbevolen ACEA- of API-code moet dan een van deze codes zijn.
„ Boven op het blik ” Aanduiding van motoroliekwaliteit 49
ACEA E7 of E4 API CF
”
API SERVICECODE CF
Afvoeren van afvalproducten Gebruikte brandstof en afgewerkte olie moeten worden opgevangen in aparte bakken.
q
Aan het als afval afvoeren van motorbrandstof en motorolie gelden speciale eisen. In Oostenrijk bv. staan de afvaleisen in de “speciale afvalcatalogus” önorm s2100. Houd u aan de nationale voorschriften die in uw land gelden.
Brandstof, olie en andere materialen die als speciaal afval worden beschouwd, moeten door het bedienings- en onderhoudspersoneel worden ingeleverd bij de betreffende inzamelpunten. Codenr.
Omschrijving
31 423 54 102 54 104 54 202 54 207 54 917 54 927 54 928 55 510
Met olie verontreinigde aarde of oliebindmiddelen Afgewerkte olie Brandstof Vet Vaseline Afdichtmateriaal Met olie verontreinigde schuurdoeken Gebruikte olie- en luchtfilters Afval dat verf of lak bevat
50
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
TECHNISCHE GEGEVENS Typenummer en serienummer ................................................................. 52 Technische gegevens en overzicht van MO54NA33 ............................................................................................... 53 Technische gegevens en overzicht van MO84K32, MO94K33, MO114K33 ........................................................... 55 Technische gegevens en overzicht van MO144M38, MO164M40, MO174V40 ...................................................... 57 Technische gegevens en overzicht van de SE-serie..................................................................................................... 59
51
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Typenummer en serienummer
Het typenummer en het serienummer (zie afb. 15/16) bevinden zich op de motor zoals aangegeven op de afbeelding. Deze nummers hebt u nodig indien u aanspraak wilt maken op garantie of onderdelen wilt bestellen.
VOOR ALLE 4-CIL. SCHEEPSMOTOREN
VOOR ALLE 6-CIL. SCHEEPSMOTOREN
¸ et typenummer en het serienummer van de transq Hmissie bevinden zich op de transmissie zoals aangegeven op de afbeelding.
Zie de gebruikershandleiding van de transmissie voor de bediening van de transmissie.
17
52
06014
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Technische gegevens en overzicht van MO54NA33 MERK
STEYR MOTORS M 14 TCM, TCAM MO54NA33
type cilinderinhoud
2133 cm³
zuigerverplaatsing
85,0 x 94,0 mm
nominaal vermogen volgens EN ISO 8665:2006 (rotor*) kW/pk Straal – Aandrijving/Inboard Z – Aandrijving
39/52 38/52
aantal cilinders
4-cilinder lijnmotor (positie van cil. 1 aan de kant van de trillingsdemper)
ontstekingsvolgorde
1–3–4–2
draairichting, van voren gezien
rechts
compressieverhouding
17,0:1
vollast toerengebied (omw/min)
3300 omw/min (+0/–200)
stationair toerental
700 omw/min (afstelbaar)
inspuiting
Met behulp van plunjer, 2-traps, hoge druk met elektronisch geregelde inspuithoeveelheid
brandstof
volgens CEC RF-03-A-84 (DIN 51601), cetaangetal >45; dieselbrandstof nr. 2-D, temperatuur boven –7 °C; nr. 1-D, temperatuur onder –7 °C
brandstoffilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het brandstoffilter
aan inlaatzijde
luchtfilter
zie de onderdelencatalogus
oliedruk boven 2000 omw/min
400–700 kPa (58–101 PSI) door microprocessor geregeld
vulinhoud motorolie
ca. 8,0 l motorbehuizing (incl. ca. 1 l voor het oliefilter)
motorolie specificatie
SAE 5W-50/ACEA B4-02/API CF of 10W-40/ACEA E4, E5, E7/API CF P/N0. Z010058/0
olie en oliefilter vervangingsintervallen**)
iedere 150 bedrijfsuren en/of eens per seizoen
oliefilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het oliefilter
aan drukzijde
elektrisch laadsysteem
14 V/90 A alternator met getransistoriseerde spanningsregelaar
koelsysteem
dubbel koelcircuit; thermostatisch geregeld overdrukkoelcircuit; circulatiepomp met warmtewisselaar op motor; voedingspomp, extern koelwatercircuit naar warmtewisselaar
inhoud koelvloeistof
11,5 liter
koelvloeistof
STEYR MOTORS motorkoelvloeistof –36 °C P/N Z011785/0
*) Efficiëntie van transmissie = 97,0 %, efficiëntie van Z-drive = 95,5 %. **) Verlengde intervallen zijn mogelijk afhankelijk van het type en gebruik van de motor. STEYR MOTORS GmbH. Behoudt zich het recht voor op het aanbrengen van veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting. 53
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Overzicht voor alle STEYR MOTORS 4-cil. scheepsmotoren Nr. Omschrijving 1 Zinkanode (2 stuks) 2 Typenummer en serienummer 3 Inlaatspruitstuk 5 Brandstofpomp 6 Olieafscheider 7 Koelwateraftapplug 8 Bypassklep carterventilatie (alleen SOLAS-boten) 9 Olieaftapplug 10 Brandstoffilter 1 11 Oliefilter 12 Hydraulische pomp 13 Koelwaterinlaat 14 Koelwaterpomp 15 Aftapplug koelvloeistof (2 stuks) 16 Motoroliekoeler 17 Olieaanzuigleiding 18 Oliepeilstok 19 Reservoir hydraulische olie 20 Radiateurdop 21 Gaskleppotentiometer 22 Olievuldop 24 Sensor bedieningshendelstand*) 25 Aandrijfriem 26 Onderste afdekkap distributieriem 27 Motorsteun 28 Riemspanner 29 Trillingsdemper 30 Bovenste afdekkap distributieriem 31 Motortakeloog 32 Motortoerentalsensor 33 Kleppendeksel 34 Warmtewisselaar 35 Koelvloeistofexpansiereservoir 36 Diagnoseaansluiting 37 Inversieschakelaar (alleen SOLAS-boten) 38 Stekker instrumentenpaneel 39 Koelvloeistoftemperatuursensor 40 Thermostaathuis 41 Alternator 42 Stroomonderbrekers 43 Motormanagementsysteem/zekeringen 44 Uitlaatgastemperatuursensor 45 Luchtfilter 47 Bochtstuk uitlaatsysteem 48 Startrelais (achterzijde elektronicabox op grondplaat) 49 Startmotor 50 Vliegwiel 51 Vliegwielhuis 52 Oliedruksensor
2 3
5
6 45
19 18 17
7
14 13 8
12 11 16
10 9 22
20 31
21
30
24
29 28
25 26 27
32 33 34 35 36 37 38 39 1
1 15
44
40 41
43
42
52
47 48
51 50
49
*) Deze sensor is gevoelig voor magnetisme. Magneten moeten uit de buurt van de sensor worden gehouden. 54
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Technische gegevens en overzicht van MO84K32, MO94K33, MO114K33 MERK type
STEYR MOTORS M 14 TCM, TCAM MO84K32
cilinderinhoud
2133 cm³
zuigerverplaatsing
85,0 x 94,0 mm
nominaal vermogen volgens EN ISO 8665:2006 (rotor*) kW/pk Straal – Aandrijving/Inboard Z – Aandrijving
53/71 52/70
MO94K33
MO114K33
64/86 63/84
78/105 77/104
aantal cilinders
4-cilinder lijnmotor (positie van cil. 1 aan de kant van de trillingsdemper)
ontstekingsvolgorde
1–3–4–2
draairichting, van voren gezien
rechts
compressieverhouding
17,5:1
vollast toerengebied (omw/min)
3200 omw/min (+0/–200)
3300 omw/min (+0/–200)
3800 omw/min (+0/–200)
stationair toerental
700 omw/min (afstelbaar)
inspuiting
Met behulp van plunjer, 2-traps, hoge druk met elektronisch geregelde inspuithoeveelheid
brandstof
volgens CEC RF-03-A-84 (DIN EN 590), cetaangetal >49; dieselbrandstof nr. 2-D, temperatuur boven –7 °C; nr. 1-D, temperatuur onder –7 °C
brandstoffilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het brandstoffilter
aan inlaatzijde
luchtfilter
zie de onderdelencatalogus
oliedruk boven 2000 omw/min
400–700 kPa (58–101 PSI) door microprocessor geregeld
vulinhoud motorolie
ca. 8,0 l motorbehuizing (incl. ca. 1 l voor het oliefilter)
motorolie specificatie
SAE 5W-50/ACEA B4-02/API CF of 10W-40/ACEA E4, E5, E7/API CF P/N0. Z010058/0
olie en oliefilter vervangingsintervallen**)
iedere 150 bedrijfsuren en/of eens per seizoen
oliefilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het oliefilter
aan drukzijde
elektrisch laadsysteem
14 V/90 A alternator met getransistoriseerde spanningsregelaar
systeem
dubbel koelcircuit; thermostatisch geregeld overdrukkoelcircuit; circulatiepomp met warmtewisselaar op motor; voedingspomp, extern koelwatercircuit naar warmtewisselaar
inhoud koelvloeistof
11,5 liter
koelvloeistof
STEYR MOTORS motorkoelvloeistof –36 °C P/N Z011785/0
*) Efficiëntie van transmissie = 97,0 %, efficiëntie van Z-drive = 95,5 %. **) Verlengde intervallen zijn mogelijk afhankelijk van het type en gebruik van de motor. STEYR MOTORS GmbH. Behoudt zich het recht voor op het aanbrengen van veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting.
55
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Overzicht voor alle STEYR MOTORS 4-cil. scheepsmotoren Nr. Omschrijving 1 Zinkanode (4 stuks) 2 Typenummer en serienummer 3 Tussenkoeler 4 Brandstof-/oliekoeler met koelwateraftapplug 5 Brandstofpomp 6 Olieafscheider 7 Koelwateraftapplug 8 Bypassklep carterventilatie (alleen SOLAS-boten) 9 Olieaftapplug 10 Brandstoffilter 11 Oliefilter 12 Hydraulische pomp 13 Koelwaterinlaat 14 Koelwaterpomp 15 Aftapplug koelvloeistof (2 stuks) 16 Motoroliekoeler 17 Olieaanzuigleiding 18 Oliepeilstok 19 Reservoir hydraulische olie 20 Radiateurdop 21 Gaskleppotentiometer 22 Olievuldop 23 Laaddruksensor 24 Sensor bedieningshendelstand*) 25 Aandrijfriem 26 Onderste afdekkap distributieriem 27 Motorsteun 28 Riemspanner 29 Trillingsdemper 30 Bovenste afdekkap distributieriem 31 Motortakeloog 32 Motortoerentalsensor 33 Kleppendeksel 34 Warmtewisselaar 35 Koelvloeistofexpansiereservoir 36 Diagnoseaansluiting 37 Inversieschakelaar (alleen SOLAS-boten) 38 Stekker instrumentenpaneel 39 Koelvloeistoftemperatuursensor 40 Thermostaathuis 41 Alternator 42 Stroomonderbrekers 43 Motormanagementsysteem/zekeringen 44 Uitlaatgastemperatuursensor 45 Luchtfilter 46 Turbocompressor 47 Bochtstuk uitlaatsysteem 48 Startrelais (achterzijde elektronicabox op grondplaat) 49 Startmotor 50 Vliegwiel 51 Vliegwielhuis 52 Oliedruksensor
19
1
2
3
4
5
6
18 17
1
16 15
7 8
14 13 12 11
10
9
06001
20
2 22 2
0
2
2
2
2
26 2
06002
3
33 3 3
3 3
38
3
3
3
4
46 4
0
*) Deze sensor is gevoelig voor magnetisme. Magneten moeten uit de buurt van de sensor worden gehouden. 56
4 4
06004
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Technische gegevens en overzicht van MO144M38, MO164M40, MO174V40 MERK type
STEYR MOTORS M 14 TCM, TCAM MO144m38
cilinderinhoud
2133 cm³
zuigerverplaatsing
85,0 x 94,0 mm
nominaal vermogen volgens EN ISO 8665:2006 (rotor*) kW/pk Straal – Aandrijving/Inboard Z – Aandrijving
103/138 101/136
MO164M40
MO174V40
116/156 114/154
121/165 119/162
aantal cilinders
4-cilinder lijnmotor (positie van cil. 1 aan de kant van de trillingsdemper)
ontstekingsvolgorde
1–3–4–2
draairichting, van voren gezien
rechts
compressieverhouding vollast toerengebied (omw/min)
17,5:1 3800 omw/min (+0/–300)
17,0:1 4000 omw/min (+0/–300)
4000 omw/min (+0/–300)
stationair toerental
700 omw/min (afstelbaar)
inspuiting
Met behulp van plunjer, 2-traps, hoge druk met elektronisch geregelde inspuithoeveelheid
brandstof
volgens CEC RF-03-A-84 (DIN EN 590), cetaangetal >49; dieselbrandstof nr. 2-D, temperatuur boven –7 °C; nr. 1-D, temperatuur onder –7 °C
brandstoffilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het brandstoffilter
aan inlaatzijde
luchtfilter
zie de onderdelencatalogus
oliedruk boven 2000 omw/min
400–700 kPa (58–101 PSI) door microprocessor geregeld
vulinhoud motorolie
ca. 8,0 l motorbehuizing (incl. ca. 1 l voor het oliefilter)
motorolie specificatie
SAE 5W-50/ACEA B4-02/API CF of 10W-40/ACEA E4, E5, E7/API CF P/N0. Z010058/0
olie en oliefilter vervangingsintervallen**)
iedere 150 bedrijfsuren en/of eens per seizoen
oliefilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het oliefilter
aan drukzijde
elektrisch laadsysteem
14 V/90 A alternator met getransistoriseerde spanningsregelaar
systeem
dubbel koelcircuit; thermostatisch geregeld overdrukkoelcircuit; circulatiepomp met warmtewisselaar op motor; voedingspomp, extern koelwatercircuit naar warmtewisselaar
inhoud koelvloeistof
11,5 liter
koelvloeistof
STEYR MOTORS motorkoelvloeistof –36 °C P/N Z011785/0
*) Efficiëntie van transmissie = 97,0 %, efficiëntie van Z-drive = 95,5 %. **) Verlengde intervallen zijn mogelijk afhankelijk van het type en gebruik van de motor. STEYR MOTORS GmbH. Behoudt zich het recht voor op het aanbrengen van veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting.
57
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Overzicht voor alle STEYR MOTORS 4-cil. scheepsmotoren Nr. Omschrijving 1 Zinkanode (4 stuks) 2 Typenummer en serienummer 3 Tussenkoeler 4 Brandstof-/oliekoeler met koelwateraftapplug 5 Brandstofpomp 6 Olieafscheider 7 Koelwateraftapplug 8 Bypassklep carterventilatie (alleen SOLAS-boten) 9 Olieaftapplug 10 Brandstoffilter 11 Oliefilter 12 Hydraulische pomp 13 Koelwaterinlaat 14 Koelwaterpomp 15 Aftapplug koelvloeistof (2 stuks) 16 Motoroliekoeler 17 Olieaanzuigleiding 18 Oliepeilstok 19 Reservoir hydraulische olie 20 Radiateurdop 21 Gaskleppotentiometer 22 Olievuldop 23 Laaddruksensor 24 Sensor bedieningshendelstand*) 25 Aandrijfriem 26 Onderste afdekkap distributieriem 27 Motorsteun 28 Riemspanner 29 Trillingsdemper 30 Bovenste afdekkap distributieriem 31 Motortakeloog 32 Motortoerentalsensor 33 Kleppendeksel 34 Warmtewisselaar 35 Koelvloeistofexpansiereservoir 36 Diagnoseaansluiting 37 Inversieschakelaar (alleen SOLAS-boten) 38 Stekker instrumentenpaneel 39 Koelvloeistoftemperatuursensor 40 Thermostaathuis 41 Alternator 42 Stroomonderbrekers 43 Motormanagementsysteem/zekeringen 44 Uitlaatgastemperatuursensor 45 Luchtfilter 46 Turbocompressor 47 Bochtstuk uitlaatsysteem 48 Startrelais (achterzijde elektronicabox op grondplaat) 49 Startmotor 50 Vliegwiel 51 Vliegwielhuis 52 Oliedruksensor
19
1
2
3
4
5
6
18 17
1
16 15
7 8
14 13 12 11
10
9
06001
0 3
3
30
6
06036
3
33 3 3
3 3
38
3
3
3
4
46 4
0
*) Deze sensor is gevoelig voor magnetisme. Magneten moeten uit de buurt van de sensor worden gehouden. 58
4 4
06004
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Technische gegevens en overzicht van de SE-serie MERK
STEYR MOTORS M 16 TCM, TCAM SE-motoren
type cilinderinhoud
3200 cm³
zuigerverplaatsing
85,0 x 94,0 mm
aantal cilinders
6-cilinder lijnmotor (positie van cil. 1 aan de kant van de trillingsdemper)
ontstekingsvolgorde
1–5–3–6–2–4
draairichting, van voren gezien
rechts
compressieverhouding
17:1
vollast toerengebied (omw/min)
zie hoofdstuk 1 – scheepsmotor overzicht
stationair toerental
630 omw/min (afstelbaar)
inspuiting
Met behulp van plunjer, 2-traps, hoge druk met elektronisch geregelde inspuithoeveelheid
brandstof
volgens CEC RF-03-A-84 (DIN EN 590), cetaangetal >49; dieselbrandstof nr. 2-D, temperatuur boven –7 °C; nr. 1-D, temperatuur onder –7 °C
voor- en hoofdbrandstoffilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het brandstoffilter
aan aanzuigzijde
luchtfilter
zie de onderdelencatalogus
vulinhoud motorolie
ca. 16,0 l motorbehuizing (incl. ca. 1 l voor het oliefilter)
motorolie specificatie
SAE 5W-50/ACEA B4-02/API CF of 10W-40/ACEA, E7/API CF P/N0. Z010058/0
olie en oliefilter vervangingsintervallen**)
iedere 300 bedrijfsuren en/of eens per seizoen
oliefilter
zie de onderdelencatalogus
plaats van het oliefilter
aan aanzuigzijde
systeem
dubbel koelcircuit; thermostatisch geregeld overdrukkoelcircuit; circulatiepomp met warmtewisselaar op motor; voedingspomp, extern koelwatercircuit naar warmtewisselaar
inhoud koelvloeistof
13,2 liter
koelvloeistof
STEYR MOTORS motorkoelvloeistof –36 °C P/N Z011785/0
*) Efficiëntie van transmissie = 97,0 %, efficiëntie van Z-drive = 95,5 %. **) Verlengde intervallen zijn mogelijk afhankelijk van het type en gebruik van de motor. STEYR MOTORS GmbH. Behoudt zich het recht voor op het aanbrengen van veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting.
59
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
full load speedrange
Overzicht STEYR MOTORS SE-serie Nr.
Omschrijving
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
Laaddruksensor Zinkanode (3 stuks) Tussenkoeler Brandstofkoeler Motoroliekoeler Typenummer en serienummer Olieafscheider Koelwateraftapplug Carterventilatieklep Brandstoffilter Brandstofpomp Oliefilter Koelwaterinlaat Koelwaterpomp Aftapplug koelvloeistof (2 stuks) Olieaanzuigleiding Oliepeilstok Sensor bedieningshendelstand*) Motortakeloog Olievuldop Gaskleppotentiometer Aandrijfriem koelwaterpomp Motorsteun Riemspanner Onderste afdekkap distributieriem Trillingsdemper Toerentalsensor Bovenste afdekkap distributieriem Achterste deksel Kleppendeksel Warmtewisselaar Koelvloeistofexpansiereservoir Radiateurdop Diagnoseaansluiting Inversieschakelaar Stekker instrumentenpaneel Koelvloeistoftemperatuursensor Thermostaathuis Reservoir hydraulische olie Stroomonderbrekers Alternator Hydraulische pomp Olieaftapplug Startmotor Motormanagementsysteem/zekeringen Uitlaatgastemperatuursensor Luchtfilter Turbocompressor Bochtstuk uitlaatsysteem Startrelais (achterzijde elektronicabox op grondplaat) Vliegwiel Vliegwielhuis Oliedruksensor Hydraulische oliekoeler
*) Deze sensor is gevoelig voor magnetisme. Magneten moeten uit de buurt van de sensor worden gehouden. 60
ONDERHOUD EN STORINGZOEKEN Onderhoudslogboek eigenaar ........................................................................... 63 VOORWOORD .................................................................................................. 63 BELANGRIJKE OPMERKING ........................................................................... 63 Service- en onderhoudstabel ............................................................................ 64 ONDERHOUDSSTEMPELS ............................................................................. 67 Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel ........................................... 69 Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel (alleen SOLAS-boten) ....... 71 Opgeslagen storingen van sensoren en stroomkringen weergeven en wissen .......................................................................................................... 73 Opgeslagen sevicecodes selecteren en wissen ................................................ 73 Lijst van de belangrijkste servicecodes ............................................................. 74 Storingzoektabel ................................................................................................ 79 Bedrading 4-cilindermotor ................................................................................. 81 BEDRADINGSSCHEMA/BASIS SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 12 V ........................................................................................... 82 BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 2-POLIG – 12 V (OPTIE) ................................................................................... 83 BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4/6-CILINDER – 24 V (OPTIE) ..................................................................................................... 84 BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 2-POLIG – 24 V – Compleet systeem ......................................................................... 85 Beschrijving – bedrading van instrumentenpanelen van 4-cil. scheepsmotoren (huidige versie) ....................................................... 86 BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL – 4/6-CILINDER – 12 V ........................................................................................ 87 BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL – 4/6-CILINDER – 24 V (OPTIE) .......................................................................... 88 BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL – 4/6-CILINDER – Solas – 12 V (OPTIE) ............................................................. 89
61
62
Onderhoudslogboek eigenaar VOORWOORD Als u uw nieuwe STEYR MOTORS-scheepsmotor krijgt, moet de “Afleveringscontrole” zijn afgestempeld door de dealer, als bewijs dat de afleveringscontrole is uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant. Dit ONDERHOUDSLOGBOEK EIGENAAR stelt u in staat om de onderhoudsgeschiedenis van uw STEYR MOTORS-scheepsmotor vast te leggen. Na het uitvoeren van een onderhoudsbeurt zet de STEYR MOTORS-dealer een stempel in het betreffende vakje. Door de onderhoudsbeurten te laten uitvoeren behoudt uw STEYR MOTORS-scheepsmotor zijn waarde en kunt u er zeker zijn dat de motor goede prestaties levert. Om er zeker van te zijn dat uw garantie niet vervalt en dat uw STEYR MOTORS-scheepsmotor optimaal presteert, dient u erop te staan dat uitsluitend originele STEYR MOTORS-vervangingsonderdelen, STEYR MOTORS-bedrijfsmiddelen en STEYR MOTORS-smeermiddelen worden gebruikt en dat de door STEYR MOTORS voorgeschreven procedures worden gevolgd! Het is belangrijk dat u dit onderhoudslogboek zorgvuldig doorleest, zodat u weet wanneer welke onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd aan uw STEYR MOTORS scheepsmotor. Wanneer ONDERHOUD ONDER GARANTIE moet worden verricht, bent u VERPLICHT dit onderhoudslogboek aan de STEYR MOTORS-dealer te tonen. Bewaar het daarom altijd in uw boot.
BELANGRIJKE OPMERKING In deze handleiding staan alle onderhoudswerkzaamheden voor uw motor beschreven. De controles en het onderhoud van andere onderdelen van het aandrijfsysteem moeten nog worden uitgevoerd. Voor informatie over de controles en het onderhoud van andere onderdelen van het aandrijfsysteem moet de documentatie van de fabrikanten van deze onderdelen worden geraadpleegd. Wanneer in deze handleiding wordt verwezen naar specifieke componenten, zoals Handbediening, Hydraulische pomp enz., dan geldt dat alleen voor motoren waarin deze componenten zijn ingebouwd.
63
Service- en onderhoudstabel
Motor smering
Controleren Vervangen
Dagelijks
Na de eerste 50 uur of 6 maanden
Elke 300 uur of 12 maanden
Elke 600 uur of 24 maanden
Opmerkingen
– op lekkage – oliepeil – oliefilter – motorolie
Controle- – op lekkage Motor ren koelsysteem – vloeistofpeil – slangen, slangklemmen – vorstbeveiligingstemperatuur conditie Vervangen
Koelwatersysteem
Controleren
Elke 24 maanden
– antivries – slangen, slangklemmen
regelmatig
– zinkanodes – rotor
Vervangen
– rotor
indien nodig
– zinkanodes
als de voortgang van de opoffering een materiaalcorrosie van 50 % heeft bereikt
Beschermen
– koelwatercircuit
Na het seizoen
Koelwaterkoeler (olie-brandstof-hulp smeer middel)
Controleren
– koelwaterkanalen
Afzettingen uit buizen verwijderen
– zinkanodes
als de voortgang van de opoffering een materiaalcorrosie van 50 % heeft bereikt
Luchtfilter
Controleren
Brandstofsysteem
Vervangen
– vervuiling
Vervangen
– luchtfilterelement
Beschermen
–
Controleren
– op lekkage
Na het seizoen
– slangen – voorfilter
Vervangen
– brandstoffilters
Controleren
– brandstoffilter
Beschermen
– voorfilter Na het seizoen
– brandstofsysteem
64
Service- en onderhoudstabel
Accu
Accu
Dagelijks
Na de eerste 50 uur of 6 maanden
Elke 300 uur of 12 maanden
Elke 600 uur of 24 maanden
Opmerkingen
– accuvloeistofpeil – soortelijk gewicht
Elektronica
Controleren
– aansluitingen
Na het seizoen
Elektrische uitrusting
Controleren
– aansluitingen
Losse aansluitingen vastzetten. Kabels vernieuwen, indien nodig
Inversieschakelaar
Controleren
– schakelaar
Aandrijf systeem
Opnieuw centreren
– aandrijfunit
Turbo compressor
Controleren
– bediening
Waarschuwingssysteem
Controleren
– werking
Veiligheidsrelevant
Bouten motorsteun
Controleren
– aanhaalkoppel
Elke 900 uur
Veiligheidsuitrusting
Controleren
– bedieningshendel
Lokale voorschriften en uw STEYR Marine-dealer raadplegen
smeren
– isolatie
Zie de voorschriften van de fabrikant
–
– noodstop – compleetheid – conditie
Multi-V-riem
Controleren Vervangen
– riem, poelies en spanners op slijtage – multi-V-riem
Elke 1500 uur of elke 48 maanden
Multi-V-riem- Controle- – ren spanner Smeren
–
Gloeibougies
Vervangen
– bougies
Distributieriem
Controleren
– riemspanning
Vervangen
– distributieriem
Kleppen
Distributie
Controleren
Controleren
Elke 1500 uur of elke 48 maanden
Elke 1800 uur of elke 48 maanden
– geleiderol – waterpmp, spanner
Elke 3600 uur of elke 48 maanden
– klepspeling
Elke 900 uur
Alleen voor zakelijk gebruik
Klepseling controleren na 300 uur
– distributie afstellen
Elke 900 uur
65
Service- en onderhoudstabel
Pomp verstuiver
Hydraulische pomp
Controleren
Controleren Vervangen
Transmissie – hekaandrijving
Controleren Vervangen
Torsie koppeling
Controleren
Voorste trillingsdemper
Controleren
Vervangen
Dagelijks
Na de eerste 50 uur of 6 maanden
Elke 300 uur of 12 maanden
Elke 600 uur of 24 maanden
Opmerkingen
– hendels instellen
Elke 900 uur
– punt instellen
Elke 900 uur
– aanhaalkoppels vastzetten
Elke 900 uur
Alleen voor zakelijk gebruik
pompverstuiver afstelling 300 uur.
– oliepeil – op lekkage – hydraulische olie (ATF)
Elke 900 uur of 24 maanden
– oliepeil – op lekkage – transmissieolie (ATF)
Zie specificatie van de fabrikant
– oliefilter – Vastzitten van de bouten
Elke 48 maanden
– bouten
Indien nodig, bouten vervangen en borgen met Loctite 243
– aanhaalkoppel
Motorcom- Controle- – lekkage van water ren partiment en – lekkage van brandstof bilge
Repareren of uw STEYR Marinedealer raadplegen
Schakelmechanisme
Controleren
– soepele werking
Indien nodig laten vervangen door uw STEYR Marine-dealer
Stuurinrichting
Controleren
– smering
Aslagerblok
Controleren
– smering
– lekkage van uitlaatgassen
– afstelling
Zie specificatie van de fabrikant
– oliepeil
STEYR Marinedealer raadplegen
– afdichting
66
ONDERHOUDSSTEMPELS Sticker van 1e bescherming
Sticker van 2e bescherming
(zie Installatiehandleiding P/N Z001007-0/ hoofdstuk 18/Afleveringscontrolerapport)
Datum:
Datum:
Sticker van 3e bescherming
Afleveringscontrole
Datum:
Datum:
50 uur-onderhoudsbeurt
150 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Datum:
300 uur-onderhoudsbeurt
450 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
750 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Uitgevoerd door:
Datum:
900 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
600 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
1050 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Uitgevoerd door:
Datum: 67
1200 uur-onderhoudsbeurt
1350 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Datum:
1500 uur-onderhoudsbeurt
1650 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
1950 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
2250 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
2550 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Uitgevoerd door:
Datum:
2700 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
2400 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
2100 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
1800 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
2850 uur-onderhoudsbeurt
Uitgevoerd door:
Datum:
Uitgevoerd door:
Datum: 68
Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel
D C B
A A Waarschuwingszoemer
C
Gecombineerd lampje voorgloeien/oliedruk
B
D
Waarschuwingslampje motor
Waarschuwingslampje accu
Voorwaarden:
Weergave bij draaiende motor, of in geval van defecte sensor bij ingeschakeld contact.
Gevolg:
Toerental- resp. prestatieverlies tijdens het varen.
Status 80°–90 °C
AAN
UIT
Storing
Opmerkingen
oliedruk te laag
Controleer het oliepeil, ga naar een geautoriseerde werkplaats
storing in oliedruksensor of in sensorverbinding
Controleer het oliepeil, ga naar een geautoriseerde werkplaats
overbelasting motor tijdens inloopperiode
Verlaag het motortoerental totdat het lampje uitgaat (deze waarschuwing wordt gegeven gedurende de eerste 2 bedrijfsuren), zie “Inloopprocedure”.
AAN UIT
80°–90 °C
UIT
UIT KNIPPEREND (1x per sec.) UIT
AAN
AAN
69
Status 80°–90 °C AAN
(2x per sec.) hoog, ca. 108 °C AAN
(2x per sec.) 120 °C AAN
(2x per sec.) 80°–90 °C
UIT
KNIPPEREND (2x per sec.) UIT UIT UIT
Storing
Opmerkingen
hoge uitlaattemperatuur (hoger dan 80 °C) of storing in uitlaatgastemperatuursensor of slechte verbinding
Controleer koelwatersysteem, gaasfilter, rotorpomp. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
koelvloeistoftemperatuur te hoog
Controleer na het afkoelen van de motor het koelvloeistofpeil. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
storing in koelvloeistoftemperatuursensor of slechte verbinding
Controleer na het afkoelen van de motor het koelvloeistofpeil. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
onstabiel stationair toerental, geen weergave op toerenteller
Storing in motortoerentalsensor of in sensorverbinding. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
Storing in regelcomponenten: regelsolenoïde, bedieningshendel, regelinrichting pompverstuiver, sensor bedieningshendel
Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
UIT UIT UIT UIT UIT UIT UIT UIT
80°–90 °C AAN
(2x per sec.)
AAN UIT UIT
70
Tabel – Storingsweergave op instrumentenpaneel (alleen SOLAS-boten)
D
START
C B
A A Waarschuwingszoemer
C
Gecombineerd lampje voorgloeien/oliedruk
B
D
Waarschuwingslampje motor
Waarschuwingslampje accu
Voorwaarden: Gevolg:
Weergave bij draaiende motor, of in geval van defecte sensor bij ingeschakeld contact. Toerental- resp. prestatieverlies tijdens het varen.
q
Status 80°–90 °C
AAN
UIT
Storing
Opmerkingen
oliedruk te laag
Controleer het oliepeil, ga naar een geautoriseerde werkplaats
storing in oliedruksensor of in sensorverbinding
Controleer het oliepeil, ga naar een geautoriseerde werkplaats
overbelasting motor tijdens inloopperiode
Verlaag het motortoerental totdat het lampje uitgaat (deze waarschuwing wordt gegeven gedurende de eerste 2 bedrijfsuren), zie “Inloopprocedure”.
AAN UIT
80°–90 °C UIT
UIT KNIPPEREND (1x per sec.) UIT
AAN
AAN
71
Status 80°–90 °C AAN
(2x per sec.) hoog, ca. 105 °C AAN
(2x per sec.) 120 °C AAN
(2x per sec.) 80°–90 °C
AAN
KNIPPEREND (2x per sec.) UIT UIT UIT
Storing
Opmerkingen
hoge uitlaattemperatuur (hoger dan 80 °C) of storing in uitlaatgastemperatuursensor of slechte verbinding
Controleer koelwatersysteem, gaasfilter, rotorpomp. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
koelvloeistoftemperatuur te hoog
Controleer na het afkoelen van de motor het koelvloeistofpeil. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
storing in koelvloeistoftemperatuursensor of slechte verbinding
Controleer na het afkoelen van de motor het koelvloeistofpeil. Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
Storing in regelcomponenten: regelsolenoïde, bedieningshendel, regelinrichting pompverstuiver, sensor bedieningshendel
Ga naar een geautoriseerde werkplaats.
UIT UIT UIT UIT UIT AAN UIT UIT
72
Opgeslagen storingen van sensoren en stroomkringen weergeven en wissen Opgeslagen sevicecodes selecteren en wissen Handelwijze: * Contact – UIT * Sluit gereedschap VR00135/1 aan op de diagnoseaansluiting (X23). * Contact – AAN LET OP: De servicecode-weergavemodus wordt automatisch geactiveerd. Wanneer er geen servicecodes zijn opgeslagen, dan wordt alleen controlecode “code 12” weergegeven. Zijn er codes opgeslagen, dan worden deze weergegeven op de manier zoals is beschreven in het bovenstaande voorbeeld (knipperen 3x code 12, 3x servicecode 14, enz.). Wanneer er meerdere servicecodes zijn opgeslagen, dan worden deze na elkaar weergegeven. Zie de servicecodelijst voor een beschrijving van de servicecodes. * Om een servicecode uit het motormanagementsysteem te wissen, moet worden gewacht totdat de betreffende servicecode voor de 3e keer wordt weergegeven. Op het moment dat de servicecode voor de derde keer wordt weergegeven, moet de knop (gereedschap VR00135/1) worden ingedrukt en ingedrukt worden gehouden (contact open). * Het motorwaarschuwingslampje begint snel te knipperen (ca. 4 keer per seconde). Tijdens dit snel knipperen van het lampje moet de knop worden losgelaten (contact gesloten na ca. 2 seconden) om deze servicecode te wissen. LET OP: Voor het kiezen en wissen van een andere servicecode moeten de hierboven beschreven handelingen opnieuw worden uitgevoerd voor de betreffende servicecode. LET OP: Een servicecode kan alleen worden gewist, wanneer de betreffende storing is verholpen. Doet de storing zich nog voor, dan blijft de servicecode terugkeren totdat het probleem is verholpen en de stroomkring weer goed werkt. * Koppel gereedschap VR00135/1 los van de diagnoseaansluiting (X23) om de servicecode-weergavemodus te verlaten. LET OP: Houd het motorwaarschuwingslampje en de waarschuwingszoemer na het inschakelen van het contact in de gaten. Als alle servicecodes uit het motormanagementsysteem zijn gewist moeten het motorwaarschuwingslampje en de zoemer na 0,7 seconde uitgaan na afloop van de functietest van het systeem. Voor meer informatie, zie “Storingsweergave op instrumentenpaneel”.
73
ISO-code (hex)
4
5
6
17
46
47
48
107
108
113
114
117
118
122
123
177
178
179
18B
18C
18D
219
222
ISO-code (dec)
4
5
6
23
70
71
72
263
264
275
276
279
280
74
290
291
375
376
377
395
396
397
537
546
PED2_E-MIN
OVRSPD_E-FER
PF20_E-MAX
PF20_E-MIN
PF20_RANGE_E-FER
FUEL_DENSITY_E-MAX
FUEL_DENSITY_E-MIN
FUEL_DENSITY_E-FER
PED1_E-MAX
PED1_E-MIN
ECT_E-MAX
ECT_E-MIN
ACT_E-MIN
ACT_E-MAX
BARO_FP_E-MAX
BARO_FP_E-MIN
VTGHBRIDGE_E-MAX
VTGHBRIDGE_E-MIN
VTGHBRIDGE_E-FER
EXT_E-SIG
STP_BAD_E-MAX
RPM_E-MAX
RPM_E-MIN
AFK.
Gaskleppotentiometer 2
Werking van de motor
PF20 – Brandstofdruksensor
PF20 – Brandstofdruksensor
PF20 – Brandstofdruksensor
Brandstofdichtheidssensor
Brandstofdichtheidssensor
Brandstofdichtheidssensor
Gaskleppotentiometer 1
Gaskleppotentiometer 1
Koelvloeistoftemperatuursensor van de motor
Koelvloeistoftemperatuursensor van de motor
Omgevingsluchttemperatuursensor
Omgevingsluchttemperatuursensor
Atmosferische druksensor
Atmosferische druksensor
Turbocompressor uitgangsregeling
Turbocompressor uitgangsregeling
VTG H-brug
Uitlaatgastemperatuursensor
Motorstart
Motortoerentalsensor
Motortoerentalsensor
BETREFFEND ONDERDEEL
MOGELIJKE OORZAAK
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Motor overtoeren gedetecteerd
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Brandstofdruk te laag
Brandstofdichtheid te hoog – controleer sensoren
Brandstofdichtheid te laag – controleer sensoren
Time-out brandstofdichtheidssensor – controleer verbinding en sensor
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Functiestoring op ECU- H-brug
Signaalstoring op uitlaatgassensor
Motor startte niet correct
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Tabel – Foutcodes V50000_5_x (uitgave 08.03.2012)
Lijst van de belangrijkste servicecodes
LET OP: Sommige codes gelden niet voor alle motortypes!
75
513
514
515
522
523
545
546
560
1299
1300
1301
1314
1315
1349
1350
1376
504
1284
512
406
1030
1298
405
1029
510
384
900
1296
383
899
509
259
601
1289
258
600
506
254
596
1286
253
595
505
252
594
1285
223
547
VPROT_E-FER
T30_E-MAX
T30_E-MIN
LPS_E-MAX
LPS_E-MIN
FPR_E-SIG
VLOAD_E-MAX
IGN_E-MAX
TPCB_E-MAX
SOLAS_E-MAX
T30FB_E-MAX
VREF3_E-SIG
VREF2_E-SIG
VREF1_E-SIG
EXT_E-MAX
EXT_E-MIN
TLE_OUTL2_GPR_E-MAX
TLE_OUTL2_GPR_E-MIN
RPOS_E-MIN
RPOS_E-MAX
FMS_E-MAX
FMS_E-MIN
FMS_MALF_E-SIG
PED2_E-MAX
Voedingsspanning
T30- Uitlaatgastemperatuursensor
T30- Uitlaatgastemperatuursensor
Oliedruksensor
Oliedruksensor
Brandstofpomprelais uitgang
Voedingsspanning
Contactschakelaar
PCB-temperatuursensor
Solas-schakelaar
T30- Uitlaatgastemperatuursensor
Referentiespanning 3
Referentiespanning 2
Referentiespanning 1
Uitlaatgastemperatuursensor
Uitlaatgastemperatuursensor
Gloeibougierelais
Gloeibougierelais
Bedieningshendelstand sensor
Bedieningshendelstand sensor
Brandstofmeter spoel
Brandstofmeter spoel
Brandstofmeter spoel
Gaskleppotentiometer 2
Ongeldige voedingsspanning
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Brandstofpomprelais functiestoring
Ongeldige voedingsspanning
Contactschakelaar niveau te hoog
Sensorstoring voor PCB-temperatuur – vervang ECU
Ongeldig signaalniveau
Ongeldig signaalniveau
Signaalstoring van de referentiespanning
Signaalstoring van de referentiespanning
Signaalstoring van de referentiespanning
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Kalibratiepositie hendel is boven de maximum SRPOSwaarde
Kalibratiepositie hendel is onder de minimum SRPOSwaarde
Brandstofmeterfout gedetecteerd
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Tabel – Foutcodes V50000_5_x (uitgave 08.03.2012)
76
561
562
563
604
615
616
617
628
629
62D
638
642
643
653
653
698
699
704
725
727
7FF
A1A
A71
A7C
1001
1377
1378
1379
1540
1557
1558
1559
1576
1577
1581
1592
1602
1603
1619
1619
1688
1689
1796
1829
1831
2047
2586
2673
2684
4097
ITP_E-MIN
HCU_OVERTEMP_E-FER
HCU_OVERLOAD_E-FER
HCU_ERROR_E-FER
ECT_E-FER
RPM_E-SIG
RPM_E-FER
HYB_CLUTCH_E-FER
VREF3_E-MAX
VREF3_E-MIN
VREF2_E-MIN
VREF2_E-MAX
VREF1_E-MAX
VREF1_E-MIN
PED_E-NPL
FMS_E-FER
TLE_RL1_FPR_E-MAX
TLE_RL1_FPR_E-MIN
START_BAD_E-MAX
START_BAD_E-MIN
START_BAD_E-SIG
RAMECC_E-FER
VBATTIN_E-MAX
VBATTIN_E-MIN
VPROT_E-NPL
Onstekingstimerpositiesensor
Hybride regeleenheid
Hybride regeleenheid
Hybride regeleenheid
Koelvloeistoftemperatuursensor van de motor
Motortoerentalsensor
Motortoerentalsensor
Hybride transmissie koppeling
VREF3-sensor
VREF3-sensor
VREF2-sensor
VREF2-sensor
VREF1-sensor
VREF1-sensor
Gaskleppotentiometer 1 en 2
Brandstofmeter spoel
Brandstofpomprelais uitgang
Brandstofpomprelais uitgang
Motorstart
Motorstart
Motorstart
ECU
Accuspanning detectiesensor
Accuspanning detectiesensor
Voedingsspanning
Accuspanning te hoog
Accuspanning te laag
Ongeldige voedingsspanning
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Te hoge temperatuur op hybride regeleenheid
Te hoge spanning op hybride regeleenheid
Functiestoring op hybride regeleenheid
Functiestoring op koelvloeistoftemperatuursensor
Signaalstoring op motortoerentalsensor
Functiestoring op motortoerentalsensor
Koppeling grijpt niet goed in
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Mogelijk verkeerd pedaal gebruikt
Hendel is nog niet gekalibreerd
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Motor startte niet correct – probleem
Motor startte niet correct – probleem
Motor startte niet correct – probleem
Fout in ECU-RAM, vervang de ECU door een nieuwe
Tabel – Foutcodes V50000_5_x (uitgave 08.03.2012)
77
1002
1010
1011
1020
1021
1022
1023
1024
1025
1026
1027
1028
1029
1030
1031
1032
1033
1100
1101
1102
1105
1FFF
2228
4098
4112
4113
4128
4129
4130
4131
4132
4133
4134
4135
4136
4137
4144
4145
4146
4147
4352
4353
4354
4357
8191
8744
MAP_E-MIN
FAULPATH- FER
TLELPTST_E-FER
T2_E-MAX
T2_E-MIN
WAR_E-FER
TLE_OUT3_CF3_E-MAX
TLE_OUT3_CF3_E-MIN
TLE_OUT2_CF2_E-MAX
TLE_OUT2_CF2_E-MIN
TLE_OUT1_CF1_E-MAX
TLE_OUT1_CF1_E-MIN
TLE_OUTL4_HORN_E-MAX
TLE_OUTL4_HORN_E-MIN
TLE_OUTL3_TEMP_E-MAX
TLE_OUTL3_TEMP_E-MIN
TLE_RL3_CELMIL_E-MAX
TLE_RL3_CELMIL_E-MIN
TLE_RL2_GPL_E-MAX
TLE_RL2_GPL_E-MIN
ITD_FP_E-FER
ITD_INVCALIB_E-FER
ITP_E-MAX
Spruitstukdruksensor (turbodruksensor)
ECU-storingen
ECU
T2-temperatuursensor
T2-temperatuursensor
Werking van de motor
Uitgang CF3
Uitgang CF3
Uitgang CF2
Uitgang CF2
Uitgang CF1
Uitgang CF1
Zoemersignaal
Zoemersignaal
Uitlaattemperatuurmeter
Uitlaattemperatuurmeter
CEL/MIL-lampje
CEL/MIL-lampje
Voorgloeilampje
Voorgloeilampje
Onstekingstimer (ITD)
Onstekingstimer (ITD)
Onstekingstimerpositiesensor
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Onverwachte fout gedetecteerd, neem contact op met softwareafdeling
Interne hardwarefout – vervang de ECU
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Functiestoring van WAR-knop
Onderdeel heeft kortsluiting naar VBAT
Onderdeel heeft kortsluiting naar massa of een onderbreking in de stroomkring
Onderdeel heeft kortsluiting naar VBAT
Onderdeel heeft kortsluiting naar massa of een onderbreking in de stroomkring
Onderdeel heeft kortsluiting naar VBAT
Onderdeel heeft kortsluiting naar massa of een onderbreking in de stroomkring
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Onderdeel heeft kortsluiting naar VBAT
Onderdeel heeft kortsluiting naar massa of een onderbreking in de stroomkring
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
ITD beweegt mogelijk niet
Ongeldige kalibratiewaarde, kalibreer de ITD opnieuw
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Tabel – Foutcodes V50000_5_x (uitgave 08.03.2012)
78
2266
2267
2564
2565
3063
C001
C032
C046
8806
8807
9572
9573
12387
49153
49202
49222
C293
2265
8805
49811
2229
8745
HCU_OFFLINE_E-FER
CANPSVERR_C_E-FER
CANPSVERR_A_E-FER
CANBOFERR_A_E-FER
PF20_RANGE_E-MAX
VTGPOSFB_E-MAX
VTGPOSFB_E-MIN
WIF_E-MAX
WIF_E-MIN
WIF_E-FER
MAP_E-MAX
Hybride regeleenheid
J1939 CAN BUS
Diagnose CAN BUS
Diagnose CAN BUS
PF20 – Brandstofdruksensor
Turbocompressor positiefeedback
Turbocompressor positiefeedback
Water in brandstof sensor
Water in brandstof sensor
Water in brandstof sensor
Spruitstukdruksensor (turbodruksensor)
Hybride regeleenheid is offline, of verbinding is verbroken
CAN-interface overgegaan naar passieve status – zet de ECU uit en weer aan
CAN-interface overgegaan naar passieve status – zet de ECU uit en weer aan
Storing in CAN-interface – zet de ECU uit en weer aan
Brandstofdruk te hoog
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Signaalspanning te laag, mogelijk kortsluiting naar massa
Te veel water in de waterafscheider. Onderhoud vereist
Signaalspanning te hoog, mogelijk kortsluiting naar accu
Tabel – Foutcodes V50000_5_x (uitgave 08.03.2012)
Storingzoektabel ATTENTIE:
q
Controleer na het uitvoeren van de handelingen die onder “Oplossing” staan beschreven en vóór het starten van de motor of alle brandstofverbindingen goed vastzitten. Verder moet u zich ervan overtuigen dat er geen brandstofdampen aanwezig zijn in het motorcompartiment. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan.
SYMPTOOM Motor start niet
MOGELIJKE OORZAAK
HANDELING
1. Geen brandstof in de tank of brandstofkraan dicht
Vul de tank of open de kraan.
2. Valse lucht in aanzuigleidingen
Ontlucht het brandstofsysteem en controleer het op lekkage.
3. Brandstofleiding verstopt of pomp defect
De brandstofpomp kan defect zijn. Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
4. Slechte brandstofkwaliteit
Vervang de brandstof.
5. Water in brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter of tap het water af. Controleer het brandstofsysteem op waterverontreiniging. Als water aanwezig is, tap de brandstoftank dan af en spoel deze met schone brandstof.
6. Systeemfout of storing
Controleer het display van het motormanagementsysteem op servicecodes.
7. Onvoldoende vermogen van de accu Laad de accu op of vervang de accu. Alleen SOLAS-boten ==>
8. Inversieschakelaar geactiveerd
Startmotor draait de motor niet 1. Accukabels los of gecorrodeerd rond
Motor draait niet mooi rond
Annuleer door contact “UIT – AAN” Controleer of losse verbindingen en corrosie. Maak de accukabels schoon en zet ze vast.
2. Accu is ontladen
Controleer het accuvloeistofpeil en laad de accu op.
3. Startmotorkabels los
Controleer de verbindingen en zet ze vast. Als de spoel klikt als u probeert de motor te starten, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
4. Contactschakelaar
Als deze niet goed werkt, neem dan contact op met uw STEYR MOTORSdealer.
5. Zekering doorgebrand op paneel
Controleer en vervang deze indien defect.
6. Startmotor hulprelais
Controleer de aansluiting en de werking van het relais.
1. Water, lucht en/of vuil in brandstoffilter
Vervang het filter. Controleer de brandstoftoevoerleiding.
2. Antisifonklep zit vast
Schoonmaken, inspecteren of vervangen. (Tank).
3. Brandstofpomp
Controleer de werking van de pomp. Vervang de brandstofpomp. Neem contact op met uw STEYR MOTORSdealer. 79
Storingzoektabel – vervolg SYMPTOOM Motor trilt
Motor draait maar de boot maakt weinig of geen vooruitgang
MOGELIJKE OORZAAK
HANDELING
Staat van de schroef
Controleer of de schroef is verbogen, gebroken, of beschadigd. Controleer of er wier om de schroef zit of de transmissie van de hekaandrijving. Controleer of de schroefas verbogen is.
Pompverstuiver
Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
Aangroei enz. op de schroef.
Controleer 1. Schroef op wier, verwijder dit indien nodig. 2. Schroef op meedraaiende naaf, repareer of vervang. 3. Romp op excessieve aangroei, reinig indien nodig.
Prestatieverlies
1. Systeemfout of storing
Controleer met behulp van het diagnoseprogramma of er storingen zijn. Controleer de koelvloeistoftemperatuur en of er akoestische en/of visuele waarschuwingssignalen worden gegeven.
2. Boot overbelast
Verminder de belasting.
3. Trim van de boot
Verdeel de belasting van de boot gelijkmatig. Pas de trim aan.
4. Te veel water in de bilge
Tap de bilge af.
5. Staat van de romp
Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
6. Verkeerde keuze van de schroef
Kies een schroef met de juiste spoed en diameter.
7. Verkeerde brandstof
Vul de tank met de juiste brandstof. Controleer het brandstoffilter en de brandstoftoevoer.
8. Gasklep niet geheel open
Controleer de volledige slag van de gasklepbedieningshendel.
9. Oververhitting
Controleer het koelsysteem. Verwijder vuil uit de waterinlaat. Controleer de riemspanning. Controleer de toestand van de rotor. Controleer de buizen van de warmtewisselaar op verstopping (in koelwatercircuit).
10. Problemen met de luchttoevoer
Controleer het inlaatluchtfilter. Controleer de ventilatie van het motorcompartiment.
Te veel speling in het stuurwiel
Stuurkabel los
Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
Schakelen gaat stroef
1. Kabel van bedieningshendel of transom schakelkabel
Vervangen en afstellen. Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
2. Bedieningshendel zit vast
Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
3. Motor/aandrijfmechanisme zit vast
Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
80
Bedrading 4-cilindermotor Omschrijving A5 F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 G1 G2 J1 K24 K26-1 K26-2 K27 K28 M1 M2 R10 X2 (S2) X3 (S3) X5 (A5) X12 (B12) X13 (B13) X14 (B14) X15 (B15) X16 (B16) X17 (B17) X18 (B18) X19 (B19) X20 (Y20) X22 (B22) X23 X26 (Y26) Z1 Z2 Z3 Z4 Z6
Component E-Box Zekering 50 A Zekering 50 A Zekering 50 A Zekering 5 A Zekering 10 A Zekering 10 A Zekering 10 A Alternator Accu Stekker 23-polig Relais Relais Relais Relais Relais Startmotor Brandstofpomp Gloeistiften Stekker 2-polig Stekker 2-polig Stekker 35-polig Stekker 3-polig Stekker 5-polig Stekker 3-polig Stekker 3-polig Stekker 2-polig Stekker 2-polig Stekker 3-polig Stekker 1-polig Stekker 2-polig Zonder stop Stekker 6-polig Stekker 2-polig Scheidingplaats Scheidingplaats Scheidingplaats Scheidingplaats Scheidingplaats
Beschrijving Regeleenheid Hoofdzekering Gloeibougies Gloeibougies Permanente stroom module en K27 Geschakelde stroom voor module (K27) Brandstofpomp (K24) Voorverwarming – regelcircuit Door de klant te verzorgen Verbinding motorkabel – instrumentenkabel Brandstofpomp Voorverwarming – regelcircuit Voorverwarming – belastingcircuit Hoofdstroomkring Start
Transmissieschakelaar Inversieschakelaar (alleen SOLAS-boten) Module Turbodruksensor Gaskleppotentiometer Sensor bedieningshendelstand Motortoerentalsensor Motortemperatuursensor Uitlaatgastemperatuursensor Oliedruksensor Oliedrukmeter (optioneel) Regelsolenoïde Trim sensor (optioneel) Diagnose Ontkoppeling blow-by (alleen SOLAS-boten) Massaverbinding sensor Massverbinding (31) op motor Sensorvoeding +5 V Massverbinding (31) op E-box plaat Afscherming leiding toerentalsensor
Draadnummers/functie: 15000-xx Contact – positief (van contactslot) 15012-xx +12 volt via hoofdrelais en modulatoreenheid A5 15100-xx +5 volt voedingsspanning voor sensoren 30000-xx 30012-xx 31000-xx
31100-xx 601xx-01 606xx-01
Accu positief (onbeveiligd) Accu positief (beveiligd) Accu negatief (GND) 81
Verbind de massa voor sensoren nooit met de negatieve accupool! Sensorsignaal naar modulatoreenheid A5 en/of instrumenten. Uitgang van modulatoreenheid A5 naar displaysysteem (toerenteller, temperatuurdisplay, enz.)
UITZONDERINGEN
ALLEENGINE ALL MOTORTYTYPES WITH PES MET DE FOLLOWING VOLGENDE EXCEPTIONS
31100-10
60117-01
60110-01
UITZONDERINGEN: EXCEPTIONS: ALLEEN VOOR ONLY FOR TYP: TYPE: MO 164M40 MO 174V40 MO 246K41 MO 256H45 MO 256K43 MO 266K43
60110-01
Accu –
Accu +
Bedrading MAP/Alle motoren vóór 2007 2007 Wiring MAP / All engines before
15100-05
A
15100-07
Bedrading motoren vóór 2007 2007 Wiring LPSLPS/Alle / All engines before
31100-08
Brandstof
A
K24 BRANDST
15100-05
Accu Batt ++ Accu Batt - – Contact Ign 15 15 Geleverd door Relais Supplied by Relais Sens ECU Sens ECU Control ECU Control ECU DIAG DIAG Start Start Laad D+D+ Charge Sens 5V Sens 5V Sens Sens -– B+ 24 V B+ 24V CAN CAN
LPS
Gloei
Gloei Actuator
Vrij
Y50
VTG
Vrij
Vrij
Kvl
EXT EXT Bed.hend.
Map
60808-01 ISO
Versnellingsschakelaar
Optionele oliesensor
60 60900-01 CAN-H 123 -01 60901-01 CAN-L WS
Opt. trimsensor B22
+ACCU
Toerental
www.steyr-motors.com
Cmd
Vrij
STARTER
STARTMOTOR
Startrelais
CONNECTOR CONNECTOR“A5” "A5" (MOTORREGELEENHEID) (ENGINE-CONTROL-UNIT)
Hoofd
BEDRADINGSSCHEMA/BASIS SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 12 V WIRING DIAGRAM / MARINE BASE - 4/6 CYLINDER - 12V
31100-08
82
D+
Naar zekering F4
R10/6
R10/4
R10/3
R10/2
R10/1
R10/5
J1 / V
J1 / U
(Kl. 31)
(Kl. 30 over F4)
CAN “L” 4 CAN "L"
CAN “H” 5 CAN "H"
66-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
66-CILINDER CYL.
B+
Optioneel Optional 24 DC 24VV DC
Accu +
X3/S3 Invers Invers 31000-11 X3/S3 Solas Solas
60123-01
Z6 60901-02
60900-02
Z5
60900-03
60901-03
61001-02
Geen/groen
6 5 4
1 2 3
4
5
6
3
2
1
K X
W B J H V N C A G U O D E F T P Q R S
L M
2179349_0-03-100222
X3
X23
J1
Accu –
Accu +
ALLE
UITZONDERINGEN
ALL ENGINE MOTORTYTYPES WITH PES MET DE FOLLOWING VOLGENDE EXCEPTIONS
60117-01
A
60110-01
MO 164M40 MO 174V40 MO 246K41 MO 256H45 MO 256K43 MO 266K43
UITZONDERINEXCEPTIONS: GEN: ALLEEN ONLYTYPE: FOR TYP: VOOR
Bedrading motoren vóór2007 2007 Wiring MAPMAP/Alle / All engines before
15100-05
31100-10
Bedrading LPS/Alle motoren vóór 2007 2007 Wiring LPS / All engines before
31100-08
15100-07
Brandstof
60110-01
A
K24 BRANDST
15100-05
Accu Batt ++ Accu Batt - – Contact Ign 15 15 Geleverd door Relais Supplied by Relais Sens ECU Sens ECU Control ECU Control ECU DIAG DIAG Start Laad D+D+ Charge Sens 5V Sens 5V Sens Sens -– B+ 24 V B+ 24V CAN CAN -
LPS
Gloei Gloei
Gloei -
Actuator
Vrij
Y50
VTG VTG
Vrij
Vrij
Kvl
EXT
Bed. hend.
Versnellingsschakelaar
Optionele oliesensor
60 60900-01 CAN-H 123 -01 60901-01 CAN-L WS
60808-01 ISO
Opt. trimsensor B22
+ACCU
Toerental
www.steyr-motors.com
Cmd
Map
Vrij
STARTMOTOR
Startrelais
CONNECTOR “A5” (MOTORREGELEENHEID)
Hoofd
Start
BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 2-POLIG – 12(OPTION) V (OPTIE) WIRING DIAGRAM / MARINE - 4/6 CYLINDER - 2-POLE - 12V
31100-08
83
Optioneel 24 V
Naar zekering F4
Z6 60901-02
60900-02
Z5
Geen/groen
Solas
Invers
(Kl. 31)
(Kl. 30 over F4)
CAN “L”
CAN “H”
66-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
66-CILINDER CYL.
Accu –
Accu +
R10/6
R10/4
R10/3
R10/2
R10/1
R10/5
2179350_0-03-100222
ALLE ALL ENGINE MOTORTYTYPES WITH PES MET DE FOLLOWING VOLGENDE EXCEPTIONS UITZONDERINGEN
60117-01
A
BATT -
Accu –
BATT + 24 V
Accu +
BrandstofFuel pomp Pump
60110-01
MO 164M40 MO 174V40 MO 246K41 MO 256H45 MO 256K43 MO 266K43
UITZONDERINEXCEPTIONS: GEN: ALLEEN ONLYTYPE: FOR TYP: VOOR
Bedrading MAP/Alle motoren vóór2007 2007 Wiring MAP / All engines before
15100-05
31100-10
Bedrading LPS/Alle motoren vóór 2007 Wiring LPS / All engines before 2007
G2
F8 - 5 A
31100-08
15100-07
M2
60110-01
=
Accu Batt ++ Accu Batt - – Contact Ign 15 15 Geleverd door Relais Supplied by Relais Sens Sens ECU Control ECU Control ECU DIAG DIAG Start Start Laad D+D+ Charge Sure SurevoedingPower Sens omvormer 12/24 V Sens 5 5VV Converter 12/24V = Sens Sens – B+ B+ 24 24VV
A
15100-05
K24
AUX
BrandstofFuel Pump pomprelais Relay K26/1
VoorgloeiregelPreheating relaisRelay Control K26/2
VoorgloeivermoPreheating Loadgensrelais Relay
Y20
RegelsoleControl noïde Solenoid
Vrij
Y50
VTG VTG
LPS
B18
LPS LPS
ECT
EXT EXT B17
Kvl ECT B16
EXT
Vrij
B14
RPOS RPOS
B12
B15
RPM RPM
Vrij
Vrij
www.steyr-motors.com
B13
PED PED
Map Map
K28
Relay
StartStart relais
STARTMOTOR STARTER
CONNECTOR “A5” CONNECTOR "A5"(MOTORREGELEENHEID) (ELECTRONIC-CONTROL-UNIT)
K27
HoofdreMain lais Relay
60808-01 ISO
Sensor Sensor Oil oliedrukmePressure ter (optie) Gauge (Option) B19
S2
60 60900-01 CAN-H 123 -01 60901-01 CAN-L WS
VersnellingsschaGear kelaar Switch
+ACCU
B22 B22
Trimsensor
Trim-Sensor (optie) (Option)
BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER 24 V (OPTIE) WIRING DIAGRAM / MARINE - 4/6 CYLINDER - 24 V–(OPTION)
31100-08
84
D+
J1 / V
J1 / U
(Kl. 31)
(Kl. 30 over F4)
4 CAN CAN“L”"L"
5 CAN CAN“H”"H"
6-CILINDER 6 CYL.
44-CILINDER CYL.
60120-01
44-CILINDER CYL.
66-CILINDER CYL.
B-
B+
61001-01
Accu Batt ++/24 / 24VV
X3/1 Invers Invers 31000-11 X3/2 Solas Solas 60123-01
F8
Naar zekering F4
Z6 60901-02
60900-02
Z5
60900-03
60901-03
61001-02
60120-01
6 5 4
1 2 3
4
5
6
3
2
1
K X
W B J H V N C A G U O D E F T P Q R S
L M
2180808-0_00_110329
G1
S3
X23
R10
J1
ALLE
UITZONDERINGEN
ALL ENGINE MOTORTYPES TYPES WITH MET DE FOLLOWING VOLGENDE EXCEPTIONS
60117-01
31100-10
Brandstof
Accu –
Accu +
60110-01
UITZONDERIN-
EXCEPTIONS: GEN: ALLEEN ONLY FOR TYP: VOOR TYPE: MO 164M40 MO 174V40 MO 246K41 MO 256H45 MO 256K43 MO 266K43
Bedrading MAP/Alle motoren vóór2007 2007 Wiring MAP / All engines before
15100-05
A
15100-07
Bedrading motoren vóór 2007 2007 Wiring LPSLPS/Alle / All engines before
31100-08
=
60110-01
Accu+ + Batt Accu- – Batt Contact Ign 15 15 Geleverdby door Relais Supplied Relais Sens ECU ECU Sens ControlECU ECU Control DIAG DIAG Start Start Laad D+ Charge D+ Sens 5V 5V Sens Sens -– Omvormer 12/24 V Sens Converter 12/24V B+ 24V 24 V = B+ CAN CAN
A
K24 BRANDST
15100-05
LPS
Actuator
Vrij
STARTMOTOR Starter
Vrij
Startrelais
Vrij
Kvl EXT
Bed. hend.
Map
Toerental
Vrij
Y50
VTG VTG
www.steyr-motors.com
Cmd
CONNECTOR “A5” (MOTORREGELEENHEID)
Gloei
Hoofd
Gloei
Gloei -
-
Start
60808-01 ISO
Versnellingsschakelaar
sender
MotoroliedrukEngine oil sensor pressure
60 60900-01 CAN-H 123 -01 60901-01 CAN-L WS
sender B22
pressure druksensor
Transmissie Gearbox
WIRING DIAGRAM / MARINE - 4/6 CYLINDER - 2-POLE - 24V COMPLETE SYSTEM
BEDRADINGSSCHEMA/SCHEEPSMOTOREN – 4-CILINDER – 2-POLIG – 24 V – Compleet systeem
31100-08
85
Naar zekering F4
Z6 60901-02
60900-02
Z5
Geen/groen
30024-01
31024-01
Solas
Invers
(Kl. 31)
(Kl. 30 over F4)
CAN “L”
CAN “H”
66-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
44-CILINDER CYL.
66-CILINDER CYL.
Accu –
Accu +
R10/6
R10/4
R10/3
R10/2
R10/1
R10/5
J1 / W
J1 / X
2179729_D-01-100222
Beschrijving – bedrading van instrumentenpanelen van 4-cil. scheepsmotoren (huidige versie) Omschrijving F9 J1 S1 S2 S3 S7 L1 L2 L3 P1 P2 P3 H22 E10 E11 E12 X8 X24 Z1 Z2 Z3 Z4 24 V
Component Beschrijving Zekering 10 A Stekker 23-pennen Verbinding motorkabel – instrumentenkabel Schakelaar Contact (rood) Schakelaar Start (groen) Schakelaar Noodstop (oranje) Schakelaar Sleutelschakelaar constant toerental (optioneel) Lampje Acculaadstroom Lampje Cel – motorwaarschuwingslampje Lampje Oliedruk/voorgloeien Meter Koelvloeistoftemperatuur Meter Oliedruk (optioneel) Meter Toerenteller met draaiurenmeter Waarschuwingszoemer Verlichting Koelvloeistoftemperatuurmeter Verlichting Oliedrukmeter (optioneel) Verlichting Toerenteller Stekker 1-pen Connector verlichtingsschakelaar Stekker 8-pennen Connector STEYR MOTORS – display Scheiding Accu + Scheiding Accu – Scheiding Contact (+) Scheiding Sleutelschakelaar constant toerental Tussenkabel Laadindicator
86
87
J1 / V
J1 / U
J1 / T
J1 / S
J1 / Q
J1 / P
J1 / M
J1 / L
J1 / J
J1 / H
J1 / G
J1 / E
J1 / C
J1 / A
J1
1
2
“H” 60900-03 CAN CAN “H”
“L” 60901-03 CAN CAN “L”
V 61001-01 B+/24 B+ / 24V
M
M
Circuit Emergency Stroomonderbreaker 10A NoodstopCUT OFF breker 10 A schakelaar Switch F9 S3
Massa-afscherming Ground shield
60120-01 TRIM TRIM
50000-03
60810-01
31000-16
61000-02
60706-01
31615-01
60616-01
31000-01
30012-07
15000-01
K X L W M B J H V N C A G U O D E F T P Q R S
1
5
4
ContactIgnition schakelaar Switch S1
2 M
M
2
1
2
1
2
Lamp L3
OLIEOILPreheating Voorgloeicontrol lampje
14
Z1
22
Z3
13
S7
21
Opt. SleutelOpt. Key schakelaar conSwitch-Constant Revolution stant toerental
www.steyr-motors.com
7 W
SHUNT SHUNT 8,2 8,2 Ω 7W
–- Start
Z2
1
Opt. Transmissie Waarschu- WaarschuCheck Charge Opt. Gear wingslampwingslampneutraal Engine Control Neutral je accu je motor veiligheidsschaLamp Lamp Safety-Switch kelaar L2 L1 P3
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Accu Batt ++ Accu Batt - – Sens ECU Sens ECU Control ECU Control ECU 61 +24 +24VV 61
3
Toerenteller CAN meter RPM CAN gauge
BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL 6-CILINDER- –12 12VV WIRING DIAGRAM / INSTRUMENT CAN PANEL –- 44/6enCYLINDER
Optionele brandstofOptional fuel sensor sensor
_
Z5
34
0
2
SPEED/KN
X 24
73
TEMP
RPM
120
1500
1 2 3 4
OIL
2,8
85
50
117 14:05
°C 8
5
4
4
2 3 rpm x 1000
bar
6
0
1
48.08.56N 014.27.47W
Z4
2179756-D_00_090213
Start Start Laad Charge Verlichting Illumination Option Optie 15 15 60 CAN 60
+
H22
WaarschuwingsWarning Horn zoemer
SCC SCC STEYR-CONTROL-CENTER
88
J1 / V
J1 / U
J1 / T
J1 / S
J1 / Q
J1 / P
J1 / M
J1 / L
J1 / J
J1 / H
J1 / G
J1 / E
J1 / C
J1 / A
J1
1
2
F9
Circuit Stroomonderbreaker 10A breker 10 A
Ground shield Massa-afscherming
“H” 60900-03 CAN CAN “H”
“L” 60901-03 CAN CAN “L”
61001-01 B+/24 B+ / 24VV
60120-01 TRIM TRIM
50000-03
60810-01
31000-16
61000-02
60706-01
31615-01
60616-01
31000-01
30012-07
15000-01
K X L W M B J H V N C A G U O D E F T P Q R S
M
M
Emergency NoodstopCUT OFF schakelaar Switch S3
1
5
S1
4
2 M
M
Start -– Start
85 86 87a 87
24 V
30
Opt. Transmissie Tussenkabel Intermediate Opt. Gear neutraal laadindicator ContactCable Charge Neutral Ignition veiligheidsschaschakelaar Safety-Switch Switch Indicator kelaar
2
7 W
SHUNT SHUNT 828,2 Ω 7W
1
L2
2
1
2
Lamp L3
OLIEOILPreheating Voorgloeicontrol lampje
www.steyr-motors.com
Z2
1
L1
Waarschu- WaarschuCheck Charge wingslampwingslampEngine Control je Lamp accu je Lamp motor
14
Z1
22
21
1
2
3
4
5
6
7
P3
8
9
10
11
12
Toerenteller RPM CANCAN gaugemeter
Accu Batt ++ Accu Batt - – Sens ECU Sens ECU Control ECU Control ECU 61 +24V 61 +24 V
Z3
13
S7
Opt. Opt.SleutelKey schakelaar conSwitch-Constant Revolution stant toerental
BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL en 6-CILINDER (OPTIE) WIRING DIAGRAM / INSTRUMENT CAN PANEL– -4-4/6 CYLINDER– -2424V V (Opt.)
Optionele brandstofOptional fuel sensor sensor
_
Z5
0 1
1 0
2 3 rpm x 1000
73 77.8
°C
3 85 4
RPM
120 6
5
1500 2650
TEMP TEMP/°C
50 1
2
5
4
X 24
8 6
65
1 2 3 4
2,8 6.3
4
bar
3 4
OIL OIL/BAR
22
34 10.0
SPEED/KN
48.08.56N 102.41.11W 014.27.47W 57,4 117 14:05 49.16.45N 22:57
STEYR-CONTROL-CENTER
MAIN
SWITCH
Z4
2180809-0_00_110329
Start Start Laad Charge Illumination Verlichting Option Optie 15 15 60 CAN CAN 60
+
H22
WaarschuwingsWarning zoemer Horn
SCC SCC
89
J1 / V
J1 / U
J1 / T
J1 / S
J1 / Q
J1 / P
J1 / M
J1 / L
J1 / J
J1 / H
J1 / G
J1 / E
J1 / C
J1 / A
J1
1
2
“H” 60900-03 CAN CAN “H”
“L” 60901-03 CAN CAN “L”
V 61001-01 B+/24 B+ / 24V
3
4
CONTACT Stroomon(rood) AAN/ Circuit IGN (red) derbreker breaker 10A UIT-schaON/OFF 10 A kelaar Switch F9 S1
Ground shield Massa-afscherming
60120-01 TRIM TRIM
50000-03
60810-01
31000-16
61000-02
60706-01
31615-01
60616-01
31000-01
30012-07
15000-01
K X L W M B J H V N C A G U O D E F T P Q R S
OFF
ON
3
4
ContactSTART schakelaar (green) S2
START
M
M
M
M
Z2
1
L1
2
7 W
SHUNT SHUNT 8,2 8,2 Ω 7W
1
L2
2
Waarschu- WaarschuCheck Charge wingslampje wingslampEngine Control accu je motor Lamp Lamp
1
2
Lamp L3
OLIEOILPreheating Voorgloeicontrol lampje
www.steyr-motors.com
NoodstopEmergency schakelaar CUT OFF Switch S3
–- Start Start
Opt. Transmissie Opt. Gear neutraal Neutral veiligheidsschaSafety-Switch kelaar 14
Z1
22
Z3
13
S7
1
2
3
4
5
6
7
P3
8
9
10
11
12
Toerenteller RPM CANCAN gaugemeter
Accu Batt ++ Accu Batt - – Sens ECU ECU Control ECU Control ECU 61 +24V +24 V
21
Opt. SleutelOpt. Key schakelaar conSwitch-Constant stant toerental Revolution
BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL 4/6-CIL. – Solas – 12 VV(OPTIE) BEDRADINGSSCHEMA/CAN-INSTRUMENTENPANEEL – –4-CYL. en 6-CIL. – Solas – 12 V(OPT.) (OPTIE) WIRING DIAGRAM / INSTR. CAN PANEL - 4/6 SOLAS - 12
Optionele brandstofOptional fuel sensor sensor
_
Z5
0 1
1 0
2 3 rpm x 1000
73 77.8
°C
3 85 4
RPM
120 6
5
1500 2650
TEMP TEMP/°C
50 1
2
5
4
X 24
8 6
65
1 2 3 4
2,8 6.3
4
bar
3 4
OIL OIL/BAR
22
34 10.0
SPEED/KN
48.08.56N 102.41.11W 014.27.47W 57,4 117 14:05 49.16.45N 22:57 MAIN
SWITCH
Z4
2179755-D_01_091110
Start Laad Charge Illumination Verlichting Option Optie 15 60 CAN 60 CAN
+
H22
WaarschuwingsWarning zoemer Horn
SCC SCC STEYR-CONTROL-CENTER
90
91
92
TAKEN VAN DE DEALER Motoroliepeil controleren .......................................................................... 94 Motorolie bijvullen ..................................................................................... 94 Oliepeil stuurbekrachtiging ....................................................................... 94 Oliepeil transmissie .................................................................................. 94 Koelvloeistofpeil controleren (gesloten koelcircuit) .................................. 95 Koelwatercircuit van de motor aftappen ................................................... 96 Koelwatercircuit controleren (open koelcircuit met pomp) ........................ 96 Anodes van het koelsysteem ................................................................... 97 Anticorrosiemaatregelen .......................................................................... 97 Luchtfilter................................................................................................... 98 Onderhoud van multi-V-riem resp. aandrijfriem ........................................ 98 Motor uitlijnen ........................................................................................... 98 Keuze van de schroef ............................................................................. 100 Checklist van STEYR MOTORS-dealer ................................................. 101 Afleveringsrapport ..................................................................... 103 Motor gereedmaken voor opslag ............................................................ 105 Motor na opslag weer in gebruik nemen ................................................ 105 MOTORLOGBOEK ................................................................................. 106
93
Motoroliepeil controleren ATTENTIE:
q
Controleer het oliepeil altijd bij koude motor. Heeft de motor gedraaid, wacht dan ca. 3 tot 5 minuten.
Trek de oliepeilstok (19/A) uit de geleidingspijp, veeg hem af e en steek hem weer in de geleidingspijp (19/A). Trek de oliepeilstok daarna weer uit de geleidingspijp en controleer het oliepeil op de merktekens.
Motorolie bijvullen
A
19
06005
Verwijder de olievuldop van de motor (19/B) en vul bij met STEYR MOTORS TURBO DIESEL ENGINE OIL 10 W-40 of een gelijkwaardige olie met code ACEA E7, E4 of met API-code CF tot aan de maximummarkering op de oliepeilstok. ATTENTIE:
q
Plaats de olievuldop.
Het motoroliepeil mag niet boven de maximummarkering staan. Wordt te veel olie bijgevuld, dan kan dat leiden tot hoge bedrijfstemperaturen, schuimvorming (lucht in olie), rendementsverlies en een verkorte levensduur van de motor.
LET OP: Verwijder eventueel gemorste olie. Bij gebruik van andere motorolie dan voorgeschreven kan de garantie komen te vervallen.
Oliepeil stuurbekrachtiging als u het motoroliepeil controleert, moet u ook het oliet Altijd peil van de stuurbekrachtiging controleren. Vul zo nodig ATF bij (te verkrijgen bij uw STEYR MOTORS-dealer). U kunt ook andere goedgekeurde olie gebruiken, zoals GM Servo of Dexron II. Vul niet te veel ATF bij.
06006
Oliepeil transmissie als u het motoroliepeil controleert, moet u ook het oliez Altijd peil van de transmissie controleren. Vul zo nodig ATF bij (te verkrijgen bij uw STEYR MOTORS-dealer). U kunt ook andere goedgekeurde olie gebruiken, zoals GM Servo of Dexron II. Vul niet te veel ATF bij. LET OP: Neem de specificaties van de fabrikant van de transmissie in acht.
22
94
06007
Koelvloeistofpeil controleren (gesloten koelcircuit) ATTENTIE:
q
Als de motor op bedrijfstemperatuur is, staat het gesloten koelcircuit onder druk. Probeer de radiateurdop of de aftappluggen niet te openen als de motor heet is. U kunt ernstige brandwonden oplopen door de hete koelvloeistof. Zodra de motor is afgekoeld, mag de dop worden verwijderd.
A
Verwijder de radiateurdop (23/A). Het koelvloeistofpeil u moet tegen de maximummarkering (23/B) in het expan-
06020
siereservoir staan. Vul koelvloeistof uitsluitend bij in het expansiereservoir. ATTENTIE:
q
LET OP:
Vul uitsluitend STEYR MOTORSkoelvloeistof bij. Vul niet bij via de drukdop.
B
anneer u geen originele W STEYR MOTORS-koelvloeistof gebruikt, kan er ernstige schade aan het koelsysteem van uw motor ontstaan.
Aftappunten van het koelvloeistofcircuit: 1) Motorblok 2) Oliekoeler 3) Warmtewisselaar
Koelvloeistof controleren SE-serie Open de drukdop niet als de motor heet is. Vul koelvloeistof bij tot het zichtbaar is in het bovenste kijkglas
95
u
Koelwatercircuit van de motor aftappen ATTENTIE:
q
Vóór aanvang van het winterseizoen moet het koelwatercircuit worden afgetapt. Wordt de motor gedurende het winterseizoen gebruikt, dan moet het koelwatercircuit dagelijks worden afgetapt. Wordt dit niet gedaan, dan kan de motor bevriezen.
de aftapplug (24/A). De motor loopt vanzelf leeg i Verwijder via het uitlaatsysteem. LET OP:
o
A
24
ftapplug (24/A) is niet aanwezig bij alle A motortypes. Verwijder in dat geval de slangen.
06015
aak de 2 slangklemmen (25/A) los en verwijder de koelwaterslangen. Start de motor snel zodat de koel M waterpomp zichzelf leegpompt. LET OP:
oor het aftappen van de overige uitrusting op uw boot, moet u contact opnemen met uw V STEYR MOTORS-dealer.
Koelwatercircuit controleren (open koelcircuit met pomp) Het koelwatercircuit wordt automatisch gevuld via de koelwaterpomp na het starten van de motor.
A
25
96
06016
Anodes van het koelsysteem
2
p/ü VOOR ALLE 4-CILINDER SCHEEPSMOTOREN
1
»/« VOOR ALLE 6-CILINDER SCHEEPSMOTOREN Normaliter zitten er 4 zinkanodes in het koelwatercircuit. Wordt gebruikgemaakt van een uitlaatbochtstuk, dan is er nog een vijfde anode aangebracht. Voor de inbouwplaatsen, zie afbeelding 26 en 27. De zinkanodes moeten overeenkomstig het onderhoudsschema worden uitgebouwd en op galvanische corrosie worden gecontroleerd. Wanneer 50–75 % van de anode verbruikt is, moet deze worden vervangen.
26
06017
4
Anticorrosiemaatregelen Wanneer naderhand elektronische installaties wordt ingebouwd, moet elke installatie een eigen anode of een eigen aardingsinrichting hebben en moeten alle aardingsinrichtingen met elkaar verbonden zijn. Volg de aanbevelingen van de fabrikanten van de installaties. LET OP: Controleer de anodes elke 30 dagen of vaker wanneer in zeer zout water wordt gevaren. Vervang de anodes overeenkomstig het onderhoudsschema.
27
06018
1
Bij boten die zijn aangesloten op een wisselstroombron aan wal is er een grotere kans op galvanische corrosie en spatstroomcorrosie. Om de boot hiertegen te beschermen, kan een galvanische isolator worden aangebracht in de groene aarddraad in de kabel tussen de boot en het stopcontact aan wal. De isolator blokkeert gelijkstroom (DC), maar laat wisselstroom (AC) door, waardoor een pad voor lekstroom ontstaat. LET OP: Als een boot is aangesloten op een wisselstroombron aan wal en niet is uitgerust met een galvanische isolator, is het mogelijk dat de zinkanodes onvoldoende bescherming bieden tegen het verhoogde corrosiegevaar.
97
1
3
Luchtfilter Alle STEYR MOTORS-scheepsmotoren zijn uitgerust met een luchtfilter op de inlaat van de turbocompressor; Zie Technische gegevens voor specificaties.
ˇ
aak de klem los om het luchtfilter te vervangen. Verwijder M het luchtfilter. Plaats een klem op de kraag van het filter en zet het luchtfilter op de flens. Maak de klem vast. (3 Nm). 31
3
Onderhoud van multi-V-riem resp. aandrijfriem VOOR 4-CIL. SCHEEPSMOTOREN
˜
ontroleer de onderdelen van tijd tot tijd op overmatige slijtage C en/of speling. LET OP*): Het verdient aanbeveling om regelmatig anticorrosiespray in het veerhuis van de riemspanner te spuiten.
*)
TA 0505 DRIVE BELTS, PULLEYS, TENSIONER
VOOR 6-CIL. SCHEEPSMOTOREN
32a
32a
Controleer de onderdelen van tijd tot tijd op overmatige slijtage en/of speling.
LET OP: Het verdient aanbeveling om regelmatig anticorrosiespray in het veerhuis van de riemspanner te spuiten. 64
Z011840-0_01
Motor uitlijnen Voor het uitlijnen van de motor is speciaal gereedschap nodig. De uitgangskoppeling moet worden losgekoppeld van de aftakas. Dit moet nog eens worden gecontroleerd wanneer de motor gereed wordt gemaakt om te worden opgeslagen. Omdat speciaal gereedschap nodig is, moet de motor worden uitgelijnd door een STEYR MOTORS-dealer. LET OP: Wordt de motoruitlijning niet gecontroleerd, dan kan dat leiden tot beschadiging van de motorkoppeling of universeelkoppelingen. 98
VOOR 6-CIL. SCHEEPSMOTOREN MET AC-Compressor (optioneel)
a/s Multi-V-riem spannen: Zet de bout (33/F) los. Draai de klembout (34/G) rechtsom om te riemspanning te vergroten tot 200 ± 25 Nm. Zet de bout (35/F) vast met een koppel van 23 Nm ± 2 om de steun van geleidrol vast te zetten. Controleer de riemspanning.
F
a
s G
99
Keuze van de schroef STEYR MOTORS-dealer heeft een schroef gekozen waarmee onder de meeste omstandigheden optimale d Uw prestaties en een gunstig brandstofverbruik mogelijk zijn. Om het beschikbare vermogen ( A ) optimaal te kunnen benutten, moet het motortoerental bij volgas in het aangegeven vollasttoerentalbereik ( Zie Technische gegevens voor specificaties.
) liggen.
B
Als het motortoerental bij volgas met normale belasting onder het aangegeven toerentalbereik ligt, moet een schroef met een kleinere spoed worden gebruikt om het toerental te verhogen. Ligt het motortoerental bij volgas boven het aangegeven toerentalbereik, dan worden het motortoerental en het motorvermogen door het motormanagement systeem begrensd. In dat geval moet een schroef met een grotere spoed worden gebruikt om het toerental te verlagen ( B ). LET OP:
Er kan schade aan de motor ontstaan wanneer een verkeerde schroef wordt gekozen en
• het motortoerental niet in het aangegeven “vollasttoerentalbereik” ligt. Het motortoerental ligt dan in het bereik ( C ). Gebruik daarom een schroef met een kleinere spoed. • het motortoerental boven het aangegeven “vollasttoerentalbereik” ligt. Het motortoerental ligt dan boven het bereik ( D ).
6-cilinder
4-cilinder
Motortype
Vollasttoerentalbereik “B” nominaal toerental (tolerantie)
MO54NA33
3300 omw/min (+0/–200)
MO84K32
3200 omw/min (+0/–200)
MO94K33
3300 omw/min (+0/–200)
MO114K33
3300 omw/min (+0/–200)
MO144V38
3800 omw/min (+0/–300)
MO144M38
3800 omw/min (+0/–300)
MO164M40
4000 omw/min (+0/–300)
MO174V40
4000 omw/min (+0/–300)
SE126E25
2500 omw/min (+50/–200)
SE156E26
2600 omw/min (+50/–200)
SE196E35
3500 omw/min (+50/–200)
SE236E40
4000 omw/min (+50/–200)
SE236S36
3600 omw/min (+50/–200)
SE266E40
4000 omw/min (+50/–300)
SE266S36
3600 omw/min (+50/–300)
SE286E40
4000 omw/min (+50/–300)
SE306J38
3800 omw/min (+50/–300)
100
OUTPUT POWER
Gebruik daarom een schroef met een grotere spoed.
100%
A
D
C
90% 80% 70% 60% 50%
B
40% 30%
35
Full Load Speed Range
RPM
Checklist van STEYR MOTORS-dealer LET OP: Wanneer het STEYR MOTORS HYBRIDE SYSTEEM gebruikt wordt, moet u niet alleen de onderstaande punten controleren, maar ook het OPSTARTEN van het HYBRIDE SYSTEEM (zie HYBRIDE INSTALLATIEHANDLEIDING P/N Z001044-0/hoofdstuk 5) voordat het contact wordt aangezet of de motor wordt gestart! 1.
Neem de doos van de pallet en controleer of de apart verpakte onderdelen compleet en onbeschadigd zijn.
2.
Controleer de motor visueel op transportschade.
3.
ontroleer het koelvloeistofpeil en het oliepeil. Vul zo nodig koelvloeistof resp. olie bij zoals aangegeven in C de bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding en in de servicehandleiding.
4.
Informeer de klant over belangrijke richtlijnen in de inbouwhandleidingen en breng hem op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften.
5.
Informeer de klant over de inloopprocedure in deze bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding.
6.
ertel de klant wat hij moet doen als het motormanagementsysteem het vermogen van de motor verlaagt. V Zie “Elektronische motorregeleenheid” in het hoofdstuk “Motor starten en bedienen” van de bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding.
7.
Controleer of de klemmen van de koelvloeistofslangen goed vastzitten.
8.
Controleer of de brandstofslangen de juiste maat hebben en of ze correct naar en van de motor lopen.
9.
Controleer of de polariteit van de accu in orde is en of de accu de juiste laadcapaciteit heeft.
10. Controleer alle elektrische aansluitingen (bedrading van de motor, hoofdconnector, accessoires, instrumentenpaneel). 11. Controleer het peil van alle vloeistoffen: motorolie koelvloeistof stuurbekrachtigingsolie transmissieolie reservoir van trimpomp 12.
Vul de brandstoftank voor een testvaart.
13.
Controleer de werking van de lampjes en de meters op het instrumentenpaneel.
14.
Controleer de werking van de lenspomp en de ventilator.
15.
Controleer het brandstofsysteem op lekkage en controleer of de brandstoftoevoer in orde is.
16.
Controleer de werking van de triminstallatie.
17.
Controleer de werking van de ankerverlichting, navigatieverlichting en instrumentenpaneelverlichting.
18.
Plaats de aftapplug in de bilge.
101
19.
Smeer de stuurinrichting.
20.
Controleer de conditie en de spanning van alle aandrijfriemen.
21.
Controleer of de motorbevestigingsbouten goed vastzitten.
22.
Controleer de motor op lekkage, defecten en tekenen van verkeerd gebruik, enz.
23.
Controleer de werking van alle geïnstalleerde waarschuwingsinrichtingen.
24.
Lees de opgeslagen servicecodes uit en voer de vereiste reparatiewerkzaamheden uit.
25.
Start de motor en controleer of de lampjes en de meters op het instrumentenpaneel normaal werken. Luister ook of de motor een normaal geluid maakt.
26.
Bepaal de schroefbelasting.
27. Controleer de installatie en vul het afleveringsrapport in (Installatiehandleiding P/N Z001007-0, hoofdstuk 9 Bijlage). 28.
meer de rotor van de koelwaterpomp bij een BUKH STEYR MOTORS SOLAS-motor met origineel vet S P/N Z011753/2.
29.
ontroleer of de motor goed start en goed stationair draait. Controleer hoe de boot zich gedraagt wanneer de C motor stationair draait. Trilt de boot, pas dan het motortoerental zodanig aan dat er geen trillingen meer zijn (zie servicehandleiding).
30.
Controleer of het schakelmechanisme goed werkt.
31.
et de motor af en controleer opnieuw het peil van alle vloeistoffen. Tijdens de testvaart kan het peil van de Z vloeistoffen iets zijn gezakt.
(Handtekening van de technicus)
(Handtekening van de dealer)
DEALER:....................................................................................................................................................................... ADRES EN DATUM: ..................................................................................................................................................... TYPENUMMER/SERIENUMMER VAN MOTOR:......................................................................................................... AANTAL BEDRIJFSUREN MOTOR:............................................................................................................................. HANDTEKENING:......................................................................................................................................................... Een kopie van het “logboek afleveringscontrole” moet worden gestuurd naar STEYR MOTORS GmbH, After Sales Service!
102
AFLEVERINGSRAPPORT Serienummer motor:
Type motor:
*) Serienummer hybride:
Eigenaar boot: Bedrijf/naam: Adres/telefoon: Dealer: Bedrijf: Adres/telefoon: Type boot: Typenummer: Lengte boot:
m
Gewicht boot:
kg
Maat van schroeven: Speciale uitrusting van STEYR MOTORS (SCC, IFG, hutverwarming enz.):
Aandrijfsysteem:
*) Hybride accuspecificatie:
Overbrengingsverhouding: Uitgebreide beschermingsprocedure voor opslag (zie SERVICE HANDLEIDING/ALGEMEEN/D3) Datum van bescherming: nr. 1
nr. 2
CONTROLEPUNTEN VAN DE MOTOR: Installatie gecontroleerd volgens de installatiegids. De volgende punten zijn in orde:
1
2 3 Opmerkingen:
4
5
6
7
8
9
10
*) HYBRIDE
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN in overeenstemming met het schema “AANSLUITSCHEMA – HYBRIDE” (zie Hybride installatiehandleiding – schema met art.nr. 2180526-0) Opmerkingen (bv.: verlengkabels enz.):
SYSTEEMMASSA’S aangesloten (zie Hybride installatiehandleiding – schema met art.nr. 2180526-0) BESCHEMKAPPEN gemonteerd op: HCU (U, V, W en B+, B-) generator (U, V, W) hybride accu (+/-) EINDPOSITIE/VRIJE BEWEGING van de koppelingsservo (D-modus, E-modus) gegarandeerd HOOFDSCHAKELAAR capaciteit (tussen hybride accu+ en HCU+): A (min. 400 A) VERBRUIKERS gemonteerd op hybride accu (alleen op 48 V, max. 100 A):
Hybride koeling:
Koelwater koeling
Dubbel circuit koeling Kiel koeling
103
AFLEVERINGSRAPPORT VOORAFGAAND AAN HET METEN VAN GEGEVENS: Correct peil van vloeistoffen (motorolie, transmissieolie, hydraulische olie, koelvloeistof) in orde Motor op lekkage (olie, brandstof, koelvloeistof) gecontroleerd: ok
ja
Zo niet, toelichten:
*) HYBRIDE
Volledig ingevulde checklist voor de STEYR MOTORS-dealer (opgenomen in de Hybride gebruiks-,
onderhouds- en garantiehandleiding) ondertekenen en opsturen naar de hoofdvertegenwooriger van STEYR MOTORS
Max. voedingsspanning van hybride accubatterij naar HCU (≤57 V):
V
Gebruik Plezier Zakelijk Overheid Scheepsbelasting nominaal: HO (zware belasting)
INT (middelzwaar)
MCD (middelzwaar continu)
[1 van 8 <300 u]
[2 van 8 <1500 u]
[3 van 12 <3000 u]
MEETGEGEVENS: Max. bootsnelheid:
Brandstofstroom in retourleiding bij stationair toerental:
knopen
l/min
Max. motortoerental bij WOT (CMD=5)
omw/min
Motoroliedruk (SMO-EDT):
Stationair toerental:
omw/min
Motorkoelvloeistoftemp. (SMO-EDT):
°C
Uitlaat koelwatertemp. (SMO-EDT):
°C
Temperatuur motorcompartiment: Uitlaatgastegendruk:
°C mbar
bar
Turbodruk bij max. toerental (SMO-EDT):
Actieve motorwaarschuwingen: JA Instrumenten afgesteld: JA LOGBESTAND (stationair – vollast – stationair) naam:
NEE
mbar
indien JA, welke:
*) HYBRIDE Max. snelheid boot in E-modus: knopen – met toerentalmodus: laag midden 1 midden 2 hoog – max. motortoerental bereikt in E-modus: omw/min D-modus status op SCC E-modus klaar-rood, D-modus klaar- groen, HCU-modus klaar-groen, GENERATOR
JA
(zie SCC Gebruikershandleiding Z001071-0; hoofdstuk Hybridemenu)
Opmerkingen:
E-modus status op SCC E-modus klaar-groen, D-modus klaar- rood, HCU-modus klaar-groen, E-aandrijving
JA
(zie SCC Gebruikershandleiding Z001071-0; hoofdstuk Hybridemenu)
Opmerkingen:
Stroomsnelheid door hybride koelsysteem:
l/min (zie bovengenoemd Hybride koelschema)
Max. HCU-temperatuur op SCC:
°C (zie SCC Gebruikershandleiding Z001071-0; hoofdstuk Hybridemenu)
Max. E-MOTOR -temperatuur op SCC:
°C (zie SCC Gebruikershandleiding Z001071-0; hoofdstuk Hybridemenu)
104
Motor gereedmaken voor opslag Voordat de boot aan het einde van het seizoen wordt gestald, moeten verschillende handelingen worden verricht, zodat de motor ook in het nieuwe seizoen weer goed functioneert. Hebt u hierbij hulp nodig, neem dan contact op met uw STEYR MOTORS-dealer. LET OP: Als de motor voor langer dan 1 jaar wordt gestald, vraag dan uw STEYR MOTORS-dealer naar de Uitgebreide beschermingsprocedure (Servicehandleiding P/N Z001019/0, hoofdstuk ALGEMEEN D3). 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter. Vervang het brandstoffilter. Controleer het luchtfilter. Controleer het koelvloeistofpeil (gesloten koelcircuit). Voeg een brandstofstabilisatiemiddel toe aan de brandstof. Tap het koelwatercircuit af. LET OP: Wanneer er nog koelwater in de motor zit, kan dat ernstige vorstschade aan de motor veroorzaken.
7. 8. 9. 10. 11.
Tap het koelwatersysteem van de boot en het aandrijfsysteem af (volg de aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot de stalling van de boot). Ververs de transmissieolie. Koppel de accu los en berg deze op. Spuit de buitenzijde van de motor in met een corrosiewerende olie. Ventileer het motorcompartiment en de bilge.
Motor na opslag weer in gebruik nemen Voordat de motor aan het begin van het nieuwe seizoen in gebruik wordt genomen, moeten verschillende handelingen worden verricht. Uw STEYR MOTORS-dealer is u hierbij graag van dienst. 1. 2.
Controleer de conditie van de slangen en slangklemmen. Maak de accupolen schoon. ATTENTIE:
q
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Smeer de buitenzijde van de accupolen met vet in. Open de brandstoftoevoerklep en controleer alle brandstofleidingen op lekkage. Controleer de boot en de motor of alle bouten en moeren aanwezig zijn en goed vastzitten. Pomp de bilge droog en maak het motorcompartiment schoon. Vul het koelwatercircuit. Open de koelwaterinlaat. ATTENTIE:
q
9. 10.
Sluit de RODE kabel aan op de pluspool van de accu en de ZWARTE kabel op de minpool. Als de kabels verkeerd worden aangesloten, kan dat schade aan het elektronische systeem veroorzaken.
Als er onvoldoende koelwater in het koelwatercircuit zit, kunnen de motor en de koelwaterpomp beschadigd raken.
aak een testvaart. Start de motor. Controleer de voltmeter, de oliedrukmeter en de koelvloeistoftemperatuurM meter. (Overtuig u ervan dat alle systemen goed werken.) Controleer alle onderdelen op olie-, brandstof of koelvloeistoflekkage. LET OP: Raadpleeg voor aanvullende Informatie over de langetermijnbescherming van de motor uw STEYR MOTORS-servicepartner. 105
Datum
Bestemming
Aantal aan boord
Motor gestart
Motor gestopt
106
Onderhoudsgegevens Inspectie
Afstelling
Smering
Datum
Bestemming
Aantal aan boord
Motor gestart
Motor gestopt
107
Onderhoudsgegevens Inspectie
Afstelling
Smering
Datum
Bestemming
Aantal aan boord
Motor gestart
Motor gestopt
108
Onderhoudsgegevens Inspectie
Afstelling
Smering
GARANTIE STEYR MOTORS – SCHEEPSMOTOREN – BEPERKTE GARANTIE VAN DE MOTOR ............................................ 110 Wat u moet doen om de garantie te activeren..........................................110 Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen................................................. 112 Samenvatting van de garantiedekking.................................................... 113 Aanvullende dekking voor onder garantie vervangen of gerepareerde onderdelen.................................................................... 113 Garantiedekking voor Originele Reserveonderdelen...............................113 Garantiebepalingen................................................................................. 113 Beperkingen en uitsluitingen................................................................... 114 Procedure voor het indienen van een garantieclaim............................... 115 Rechtsgebied en toepasselijk recht......................................................... 116 Diversen.................................................................................................. 116 Klachten over de garantieservice............................................................ 117 Identificatienummers van motor, transmissie, boot en romp .................. 118 STEYR EIGENDOMSBEWIJS ............................................................... 119 SERVICENETWERK .............................................................................. 120
109
STEYR MOTORS – SCHEEPSMOTOREN – BEPERKTE GARANTIE VAN DE MOTOR STEYR MOTORS, GmbH (“STEYR MOTORS”) garandeert aan de eerste eigenaar van een product dat is gedekt onder deze Garantie (“het Product”), en aan ieder ander aan wie het Product is overgedragen tijdens de duur van deze Garantie, dat in geval van een falen van het Product dat optreedt gedurende de toepasselijke garantieperiode als gevolg van en materiaal- of fabricagefout, STEYR MOTORS, naar eigen keuze, het defecte Product zal herstellen of vervangen in overeenstemming met de hierna volgende bepalingen en voorwaarden.
Producten waarop de garantie van toepassing is Deze Beperkte Garantie is van toepassing op alle nieuwe scheepsmotoren die zijn gefabriceerd door STEYR MOTORS, GmbH en zijn verkocht door STEYR MOTORS of door een door STEYR MOTORS goedgekeurde distributeur of dealer tot het moment dat deze Garantie wordt bijgewerkt of herzien. Deze Garantie is ook van toepassing op de volgende accessoires van de motor wanneer deze zijn goedgekeurd en geleverd door STEYR MOTORS en wanneer deze zijn geïnstalleerd door STEYR MOTORS of door een door STEYR MOTORS goedgekeurde distributeur of dealer: • o pgenomen als distributeur zoals vermeld in het servicenetwerk van STEYR MOTORS (raadpleeg de website op www.steyr-motors.com) Deze Garantie is niet van toepassing op enige component die is gefabriceerde door derden en is geleverd door STEYR MOTORS als onderdeel van een pakket. Dergelijke niet-gedekte componenten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, MerCruiser Bravo-serie hekaandrijvingen, ZF Marine- transmissies, zeilen, waterstraalaandrijvingen, bedieningshendel- en commandosystemen, enz., die verkocht kunnen zijn tezamen met een Steyr-motor. Kopers van een pakket waarin een MerCruiser Bravo-serie hekaandrijving is opgenomen moeten de documenten raadplegen van de hekaandrijving voor de bijzonderheden over de garantie van de fabrikant ervan, Mercury Marine. De bij het Mercury Marine/MerCruiser product gevoegde garantieregistratiekaart moet worden opgestuurd naar STEYR MOTORS voor registratie in het systeem van STEYR MOTORS.
Wat u moet doen om de garantie te activeren Registratie van de eigenaar BELANGRIJK: Om optimaal te kunnen profiteren van deze garantie, moet u uw nieuwe Steyr-motor tijdig registreren bij de fabriek, op zijn laatst binnen 3 jaar na de datum van het verkoopdocument. Bij de door u gekochte motor heeft de fabriek een Garantieregistratiekaart gevoegd, waarvan een kopie is opgenomen in uw Bedienings-, onderhouds- en garantiehandleiding. Het is uw verantwoording om ervoor te zorgen dat de distributeur of dealer van wie u de motor hebt gekocht, de Garantieregistratiekaart in zijn geheel invult en dat deze direct wordt doorstuurt naar STEYR MOTORS. Op de Registratiekaart moeten staan: uw naam en adres, het productnummer en serienummer(s), verkoopdatum en type van het gebruik, alsmede naam, adres en codenummer van de verkoper en een correct ingevuld afleveringsrapport. Ook moet er de verklaring op staan van de verkopende distributeur/dealer dat u de koper en gebruiker van het product bent. In geval een motor niet in gebruik wordt genomen binnen het eerste jaar na de productie, moet de langetermijn beschermings- en conserveringsprocedure van STEYR MOTORS worden uitgevoerd en gedocumenteerd zoals is beschreven in deze procedure om een correcte behandeling bij het opslaan en weer in gebruik nemen van het product te waarborgen. Meteen nadat de Garantieregistratiekaart volledig door de distributeur/dealer is ingevuld, MOET u een kopie van de kaart krijgen. Deze kopie moet zijn aangeduid met “Kopie voor koper”. U moet uw kopie van de Garantieregistratiekaart tezamen met uw eigendomsbewijs goed bewaren op een veilige plaats. Indien u aanspraak wilt maken op onze garantieservice, moet u uw kopie van de Garantieregistratiekaart tezamen met uw eigendomsbewijs overleggen zodat de aankoop- en afleverdatum kan worden gecontroleerd en zodat het garantieclaimformulier correct kan worden ingevuld. Indien het product niet binnen 60 dagen na de datum van aflevering van het product bij de fabriek is geregistreerd, zal de garantieperiode ingaan op de datum waarop het product de fabriek van STEYR MOTORS in Oostenrijk heeft verlaten, in plaats van op de datum van aflevering aan u. Het is in uw eigen belang dat u alle Producten tijdig registreert bij de fabriek, zodat u kunt profiteren van de maximale garantiedekking en zodat STEYR MOTORS u kent en contact met u kan opnemen in geval van productverbeteringen of servicemeldingen. 110
Afleveringsrapport Bij uw nieuwe Steyr-motor hoort een formulier genaamd “Afleveringsrapport”. Een kopie hiervan is opgenomen in de Installatiehandleiding van uw motor. Het is uw verantwoording om ervoor te zorgen dat de verkoper van wie u de motor hebt gekocht (distributeur, dealer of botenbouwer) dit formulier invult tijdens de installatie en dat het direct wordt teruggestuurd naar STEYR MOTORS. Bewaar en kopie van het ingevulde formulier bij uw administratie, want er zal om gevraagd worden wanneer u aanspraak maakt op onze garantieservice. Door het niet invullen en direct terugsturen van het Afleveringsrapport naar STEYR MOTORS vervalt uw garantie.
Basisgarantie van de motor De Basisgarantie Motor dekt enig gebrek van het Product onder normaal gebruik en normale staat van onderhoud dat optreedt gedurende de toepassingsperiode van de dekking en dat het gevolg is van een defect in STEYR MOTORS materiaal of fabricage (een “Defect onder garantie”).
Verantwoordelijkheid van STEYR MOTORS onder de Basisgarantie Motor Gedurende de toepassingsperiode van de dekking van de Basisgarantie Motor, en onderworpen aan alle voorwaarden, beperkingen en uitsluitingen die hierin zijn opgenomen, zal STEYR MOTORS, naar eigen keuze, het defecte Product herstellen of vervangen. Indien STEYR MOTORS kiest voor het repareren van het Product, zal STEYR MOTORS het volgende doen: • S TEYR MOTORS vergoedt alle onderdelen de arbeidskosten die redelijkerwijs vereist zijn voor het repareren van het onderdeel dat verantwoordelijk is voor het defect onder garantie. • S TEYR MOTORS vergoedt de kosten voor het vervangen van smeerolie, antivries, filterelementen en andere verbruiksmiddelen die zijn vervangen tijdens een garantiereparatie indien deze als gevolg van het herstellen van een defect onder garantie niet opnieuw kunnen worden gebruikt. • S TEYR MOTORS vergoedt de arbeidskosten die redelijkerwijs voortvloeien uit- en inbouwen van de motor wanneer dit noodzakelijk is voor herstellen van een defect onder garantie. STEYR MOTORS zal alleen arbeidskosten vergoeden van werkzaamheden waarvoor vooraf toestemming is verleend door STEYR MOTORS en die zijn uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats gedurende normale werktijden. Arbeidskosten worden vergoed overeenkomstig de door STEYR MOTORS gepubliceerde richtlijnen ten aanzien van standaardreparatietijden. Onderdelen die bij garantiereparaties worden gebruikt, kunnen nieuwe STEYR MOTORSonderdelen, door STEYR MOTORS goedgekeurde ruilonderdelen of gerepareerde onderdelen zijn.
Duur van de dekking De duur van de dekking van de Basisgarantie Motor is afhankelijk van het doel waarvoor uw motor wordt gebruikt, te weten voor “Pleziervaart” of voor “Commercieel gebruik”. • M otoren voor “Pleziervaart,” hebben een Basisgarantie Motor die zich uitstrekt over een periode van 24 maanden of tot de motoren 1000 bedrijfsuren hebben gedraaid, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. • M otoren voor “Commercieel gebruik of Overheidsgebruik,” hebben een Basisgarantie Motor die zich uitstrekt over een periode van 12 maanden of tot de motoren 1000 bedrijfsuren hebben gedraaid, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. De dekkingsperiode begint op de datum waarop het Product is afgeleverd aan de eerste consument, of de datum waarop de eenheid voor het eerst is geleast, gehuurd of geleend, of wanneer het Product 30 uur heeft gedraaid, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is.
111
Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen De Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen dekt enig gebrek onder normaal gebruik en normale staat van onderhoud van enig van de onderstaande onderdelen of behuizingen dat optreedt gedurende de uitgebreide garantieperiode en dat is veroorzaakt door een materiaal- of fabricagefout: gegoten monoblok nokkenas krukas drijfstangen krukastandwiel nokkenastandwiel carter vliegwielhuis
Verantwoordelijkheid van STEYR MOTORS onder de Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen Gedurende de toepassingsperiode van de dekking van de Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen, en onderworpen aan alle voorwaarden, beperkingen en uitsluitingen die hierin zijn opgenomen, zal STEYR MOTORS, naar eigen keuze, het defecte onderdeel herstellen of vervangen. De verantwoordelijkheid van STEYR MOTORS in het geval van een reparatie is dezelfde als ten aanzien van de Basisgarantie Motor, met uitzondering dat de arbeidskosten die redelijkerwijs voortvloeien uit- en inbouwen niet zijn gedekt onder de Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen.
Duur van de dekking De Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen strekt zich uit over een periode van 60 maanden of tot de motor 1800 bedrijfsuren heeft gedraaid, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. Net als bij de Basisgarantie Motor begint de dekkingsperiode op de datum waarop het Product is afgeleverd aan de eerste consument, of de datum waarop de eenheid voor het eerst is geleast, gehuurd of geleend, of wanneer het Product 30 uur heeft gedraaid, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is.
1
Defecten van bussen en lagers vallen niet onder de garantie. 112
Samenvatting van de garantiedekking Reparatiekosten gebaseerd op standaard reparatietarieven worden vergoed door STEYR MOTORS Dekkingstype
Duur (maanden)*
Duur (uren)*
Materiaalkosten
Arbeidskosten
Arbeidskosten voor uit- en inbouwen
Basisgarantie Motor – PLEZIERVAARTUIGEN
24
1000
Ja
Ja
Ja
Basisgarantie Motor – COMMER CIËLE VAARTUIGEN
12
1000
Ja
Ja
Ja
Uitgebreide Garantie Grote Onderdelen
60
1800
Ja
Ja
Nee
*afhankelijk van wat het eerst van toepassing is
Aanvullende dekking voor onder garantie vervangen of gerepareerde onderdelen Ieder STEYR MOTORS product of onderdeel dat is vervangen of gerepareerd onder de Basisgarantie Motor wordt gedekt onder de Basisgarantie Motor gedurende de resterende duur van de garantieperiode.
Garantiedekking voor Originele Reserveonderdelen STEYR MOTORS garandeert originele reserveonderdelen gedurende 6 maanden gerekend vanaf de verkoopdatum.
Garantiebepalingen Deze Garantie is nadrukkelijk op voorwaarde van een juiste toepassing, installatie, aflevering, bediening en onderhoud van het Product in overeenstemming met de specificaties en richtlijnen die zijn uiteengezet door STEYR MOTORS in de Bedienings-, Onderhouds- en Garantiehandleiding en in de installatie- en servicehandleidingen. Een juist gebruik en een juiste bediening van het Product vereist, onder andere, een gebruik van het Product in strikte overeenstemming met de volgende vermogensklassen: Pleziervaartuigen. Deze vermogensklasse geldt voor gebruik bij variabele belastingsomstandigheden waarbij vollast wordt beperkt tot één (1) uur per acht (8) bedrijfsuren. Wanneer met verlaagd vermogen wordt gevaren, moet het motortoerental 200 omw/min of meer onder het maximumtoerental liggen. Deze vermogensklasse (ISO3046 brandstofstop nominaal vermogen) is voor toepassingen van minder dan 300 uur per jaar en is uitsluitende bedoeld voor pleziervaartuigen/geen inkomsten genererende toepassingen. Motoren voor “Pleziervaartuigen” mogen niet worden gebruikt voor enige commerciële toepassing op straffe van het vervallen van de productgarantie. Onder “commerciële of overheidstoepassing” wordt verstaan elk gebruik of werkgerelateerd gebruik van het product waarbij inkomsten worden gegenereerd, zelfs als het product slechts af en toe wordt ingezet voor zulke doeleinden. Er is ook sprake van een commerciële toepassing wanneer het vaartuig wordt gebruikt als chartervaartuig, marinevaartuig, politievaartuig, enz. Commerciële of overheidstoepassing. Indien een motor bedoeld is om te worden gebruikt voor een commerciële toepassing moet de toepassing in overeenstemming zijn met onderstaande vermogensklassevoorwaarden. De vermogensklassen zijn gedefinieerd in drie verschillende gebruikspatronen van de motor en volgens het jaarlijks gebruik van de eenheid. Het gebruikspatroon definieert een verhouding tussen gebruik op vol vermogen en gebruik op kruissnelheid, waarbij de kruissnelheid moet worden gehandhaafd op een gespecificeerd verlaagd toerental onder de werkelijk ingestelde schroefsnelheid. De gespecificeerde verlaagde toerentallen staan vermeld in de scheepsvermogensklassen hieronder. Hoog vermogen (HO): Deze vermogensklasse geldt voor niet-continu gebruik bij variabele belastingsomstandigheden waarbij vollast wordt beperkt tot één (1) uur per acht (8) bedrijfsuren. Het verlaagde toerental voor de kruissnelheid moet 300 of meer omw/min onder de werkelijk ingestelde schroefsnelheid zijn. Het gedefinieerde brandstofvermogen toerentalbereik voor ieder motortype is gespecificeerd in het hoofdstuk Algemeen, tabel overzicht scheepsmotoren. Deze vermogensklasse (ISO3046 brandstofstop nominaal vermogen) is voor toepassingen van minder dan 300 uur per jaar.
113
Niet-continu vermogen (INT): Deze vermogensklasse geldt voor niet-continu gebruik bij variabele belastingsomstandigheden waarbij vollast wordt beperkt tot twee (2) uur per acht (8) bedrijfsuren. Het verlaagde toerental voor de kruissnelheid moet 200 of meer omw/min onder de werkelijk ingestelde schroefsnelheid zijn. Het gedefinieerde brandstofvermogen toerentalbereik voor ieder motortype is gespecificeerd in het hoofdstuk Algemeen, tabel overzicht scheepsmotoren. Deze vermogensklasse (ISO3046 brandstofstop nominaal vermogen) is voor toepassingen van minder dan 1500 uur per jaar. Middelzwaar continu vermogen (MCD): Deze vermogensklasse geldt voor niet-continu gebruik bij variabele belastingsomstandigheden waarbij vollast wordt beperkt tot drie (3) uur per twaalf (12) bedrijfsuren. Het verlaagde toerental voor de kruissnelheid moet 400 of meer omw/min onder de werkelijk ingestelde schroefsnelheid zijn. Het gedefinieerde brandstofvermogen toerentalbereik voor ieder motortype is gespecificeerd in het hoofdstuk Algemeen, tabel overzicht scheepsmotoren. Deze vermogensklasse (ISO3046 brandstofstop nominaal vermogen) is voor toepassingen van minder dan 3000 uur per jaar. De verantwoordelijkheid van STEYR MOTORS onder deze Garantie is nadrukkelijk afhankelijk van het onderhouden door de koper van de volgende documentatie en registraties die beschikbaar moeten zijn voor STEYR MOTORS in het geval dat een beroep op de garantieservice wordt gedaan: • U bent verantwoordelijk voor het compleet en accuraat bijhouden van alle op de motoren uitgevoerde werkzaamheden en voor het bijhouden van alle regelmatig geplande onderhoudswerkzaamheden in het Onderhoudslogboek eigenaar dat is opgenomen in uw Bedienings-, Onderhouds- en Garantiehandleiding. • U bent ervoor verantwoordelijk dat te allen tijde de draaiurenmeter op uw Steyr-motoren in goede staat verkeert en een accuraat het totaal aantal uren dat de motoren hebben gedraaid aangeeft. • U bent verantwoordelijk voor het bewaren van kopieën van het ingevulde Garantieregistratieformulier en van het Afleveringsrapport.
Beperkingen en uitsluitingen STEYR MOTORS is niet aansprakelijk voor enige storing in de motor of enig ander probleem dat in zijn geheel of gedeeltelijk te wijten is aan het volgende: • E nige toepassing of installatie die niet past binnen de door STEYR MOTORS gepubliceerde richtlijnen voor de toepassing en de installatie. • Misbruik of nalatigheid, inclusief maar niet beperkt tot gebruik zonder geschikte koelvloeistoffen of smeermiddelen, overvullen van de brandstoftank, overtoeren, onvoldoende onderhoud van het koel-, smeer- of inlaatsysteem, verkeerde opslag, bescherming, roest of corrosie, onjuist starten, opwarmen, inlopen of stopzetten, of storingen die zijn veroorzaakt door incorrecte olie of door water, vuil of andere verontreinigingen in de brandstof of de olie. • Niet toegelaten modificaties van de motor. • Gebruik van een niet door STEYR MOTORS erkende servicewerkplaats, of gebruik van niet door STEYR MOTORS geleverde of goedgekeurde onderdelen. Voor informatie over erkende servicepartners in uw omgeving, kunt contact opnemen met STEYR MOTORS of de lijst van erkende servicewerkplaatsen raadplegen op de website van STEYR MOTORS: www.steyr-motors.com. • Langdurige of incorrecte opslag. Onder langdurige opslag wordt voor de Garantie verstaan opslag gedurende een periode van meer dan een (1) jaar vanaf de datum van verzending van de fabriek van STEYR MOTORS. • Normale slijtage of veroudering van onderdelen. • Montagefouten, ongeacht of de montage heeft plaatsgevonden bij een erkende dealer of distributeur van STEYR MOTORS, en ongeacht of deze optreedt in verband met een garantiereparatie. STEYR MOTORS vergoedt geen van de volgende kosten, die geheel voor rekening van de Eigenaar zijn: • D e kosten voor het vervoer van een STEYR MOTORS motor of product naar of van de plaats waar de garantieservice plaatsvindt. • De kosten voor slepen, te water laten, dokken, of kranen. • De kosten van smeerolie, antivries, filterelementen en andere verbruiksmiddelen die tijdens garantiereparaties worden vervangen, tenzij dergelijke middelen niet opnieuw kunnen worden gebruikt vanwege het defect dat onder de garantie valt. 114
• De kosten voor enig onderdeel dat is geleverd, of arbeid die is uitgevoerd door een niet door STEYR MOTORS erkende servicewerkplaats. • De kosten voor enig onderdeel dat is geleverd, of arbeid die is uitgevoerd door een servicewerkplaats zonder de voorafgaande toestemming van STEYR MOTORS. STEYR MOTORS garandeert geen enkel product of component dat niet specifiek genoemd wordt in de paragraaf “Producten waarop de garantie van toepassing is” in dit document. Let met name op het volgende: • S TEYR MOTORS garandeert geen enkel product of component dat niet gefabriceerd is door STEYR MOTORS, uitgezonderd de accessoires die specifiek genoemd worden in de paragraaf “Producten waarop de garantie van toepassing is” in dit document die zijn geleverd door STEYR MOTORS en geïnstalleerd door STEYR MOTORS of door een door STEYR MOTORS erkende distributeur of dealer. Voorbeelden van componenten die niet onder de garantie vallen zijn: hekaandrijvingen, zeilaandrijvingen, transmissies en waterstaalaandrijvingen, bedieningshendels, enz. • STEYR MOTORS garandeert geen onderhoudscomponenten die zijn geleverd door STEYR MOTORS na 90 dagen vanaf de datum waarop de garantiedekking ingaat. Onderhoudscomponenten zijn, maar niet beperkt tot, zeewaterpomprotors, zinken pluggen, oliefilters, brandstoffilters, luchtfilters, waterfilters, brandstof/waterscheidingsfilters, riemen, automatische riemspanner, distributieriem en geleiderol, pakkingen, slangen, zekeringen, borstels en accommodator, brandstofverstuivernozzlekleppen, drukdoppen van expansiereservoirs en thermostaten. • STEYR MOTORS garandeert het product niet met de beperkte motorgarantie indien de bij het product geleverde garantieregistratiekaart niet is teruggestuurd en ontvangen door STEYR MOTORS binnen 3 jaar gerekend vanaf de datum van fabricage van het product. STEYR MOTORS IS NOOIT EN TE NIMMER AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE. Dergelijke uitgesloten schades zijn onder andere, maar niet beperkt tot, gebruiksverlies (met inbegrip “uitval”), verlies van inkomsten of omzet, reiskosten, transportkosten, extra kosten gemaakt voor het toegankelijk maken van het Product vanwege een speciaal ontwerp van het vaartuig en/of installaties (met inbegrip van het verwijderen en/of vervangen van delen of materiaal), persoonlijk letsel, verlies van eigendom, ladingschade, boetes, belastingen, schade aan onderdelen of goederen anders dan specifiek door deze garantie gedekte Garantie, en enig ander indirect verlies of gevolgverlies als gevolg van een defect dat onder de garantie valt. In sommige landen is een beperking van de duur van een impliciete garantie niet toegestaan, zodat bovenstaande beperking mogelijkerwijs niet op u van toepassing is. DE HIERIN UITEENGEZETTE GARANTIES ZIJN DE ENIGE GARANTIES DIE STEYR MOTORS VERLEENT TEN AANZIEN VAN HET PRODUCT. GEEN DEALER OF DISTRIBUTEUR VAN STEYR MOTORS IS BEVOEGD TOT HET VERLENEN VAN ENIGE AANVULLENDE GARANTIE, TOEZEGGING, OF VERTEGENWOORDIGING NAMENS STEYR MOTORS OF TOET HET WIJZIGEN OF UITBREIDEN VAN DE VOORWAARDEN OF DUUR VAN DEZE GARANTIE. IEDERE WETTELIJKE GARANTIE, INCLUSIEF DE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, IS IN DUUR BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DEZE GARANTIE.
Procedure voor het indienen van een garantieclaim Garantieservice kan worden verkregen bij iedere distributeur of dealer van STEYR MOTORS. Voor een lijst van erkende servicelocaties, kijkt u op de website van STEYR MOTORS op www.steyr-motors.com of neemt u contact op met de aftersales afdeling van STEYR MOTORS. Zie de contactinformatie op de laatste bladzijde van dit document. In het geval van een defect dat onder de garantie valt gedurende de toepasselijke garantieperiode, moet direct een SCHRIFTELIJKE garantieclaim worden ingediend. Een garantieclaim moet direct worden ingediend na de ontdekking van feiten die ertoe leiden dat een redelijk voorzichtige eigenaar kan aannemen dat het Product is een materiaal- of fabricagefout heeft, maar in geen geval langer dan 30 dagen na een dergelijke ontdekking. Om een garantieclaim in te dienen, moet u contact opnemen met een erkende distributeur of dealer van STEYR MOTORS en uw STEYR MOTORS Eigendomsbewijs, uw kopie van het Garantieregistratieformulier en het Onderhoudslogboek eigenaar overleggen. Ook kan u gevraagd worden uw kopie van het Afleveringsrapport en alle bewijzen van uitgevoerd onderhoud en service te overleggen.
115
Een STEYR MOTORS Garantieclaimformulier (waarvan een voorbeeldexemplaar beschikbaar is op de website van STEYR MOTORS op www.steyr-motors.com) moet worden ingevuld door de dealer of distributeur en teruggestuurd naar STEYR MOTORS in Oostenrijk. Het is uw verantwoording om ervoor te zorgen dat het Garantieformulier correct is ingevuld en dat een kopie bewaart van uw bescheiden als bewijs van het tijdig indienen van een garantieclaim. Alle garantieclaims moeten worden goedgekeurd door STEYR MOTORS voordat enig garantiewerk wordt uitgevoerd. Geen enkele distributeur of dealer van STEYR MOTORS is bevoegd om een garantieclaim goed te keuren of om goedkeuring ervan te garanderen. Werk dat wordt uitgevoerd voordat toestemming van STEYR MOTORS is verkregen is voor risico van de eigenaar en/of de servicewerkplaats die het werk uitvoert. Na de goedkeuring van een garantieclaim, bent u verantwoordelijk voor het binnen een redelijke termijn bereikbaar maken van het Product voor reparatie op de door STEYR MOTORS aangewezen plaats. Belangrijk: Bovenstaande procedures voor indiening van een garantieclaim zijn verplicht. Het niet naleven van de vereisten voor indiening van een garantieclaim zal worden opgevat als het onthouden aan STEYR MOTORS van een passende en tijdige melding van een defect en zal STEYR MOTORS ontheffen van enige uitvoeringsverplichting op grond van deze Garantie.
Rechtsgebied en toepasselijk recht Deze Beperkte Garantie en de rechten en plichten van STEYR MOTORS en van de Eigenaar in hun relatie tot enig product geleverd door STEYR MOTORS worden geregeerd door en opgesteld in overeenstemming met de Oostenrijkse wet, en enige juridische actie ingesteld tegen STEYR MOTORS naar aanleiding van deze Garantie zal worden ingebracht in Wenen, Oostenrijk. In het geval dat een juridische actie wordt begonnen tegen STEYR MOTORS in de Verenigde Staten, zal STEYR MOTORS de optie hebben om toe te stemmen in de jurisdictie en om te eisen dat de actie wordt onderworpen aan een bindende arbitrage in overeenstemming met de commerciële regels van de American Arbitration Association.
Diversen Dit garantiedocument vormt de complete en finale uitdrukking van de intentie van de partijen ten aanzien van de garantieverplichtingen van STEYR MOTORS. De voorwaarden van deze Garantie kunnen niet worden gewijzigd, tenzij schriftelijk en ondertekend door een bevoegde vertegenwoordiger van STEYR MOTORS. Dealers en distributeurs van STEYR MOTORS-motoren (erkend of niet door STEYR MOTORS) handelen niet namens STEYR MOTORS en zijn niet bevoegd de voorwaarden van deze Garantie te wijzigen of om enige hierin opgenomen conditie of vereiste te herroepen. Mocht enig deel van deze Garantie als onafdwingbaar worden beoordeeld in een rechtszaak, blijven de geldigheid en juridische waarde van de rest van het document onveranderd van kracht. STEYR MOTORS kan in bepaalde omstandigheden, en geheel naar eigen oordeel, diensten verlenen buiten deze Garantie om voor het verbeteren, aanpassen of repareren van een product. In dat geval, zal STEYR MOTORS niet geacht worden enige aanvullende verplichting jegens de eigenaar te hebben aangenomen of enige van de bepalingen van deze Garantie te hebben herroepen. De eigenaar is verantwoordelijk voor de onderzoekskosten in geval klachten niet te wijten zijn aan een materiaal- of fabricagefout van STEYR MOTORS. Alle producten en/of onderdelen van STEYR MOTORS die onder garantie zijn vervangen, worden automatisch eigendom van STEYR MOTORS. Deze garantie geeft u specifieke wettelijke rechten en afhankelijk van uw land kunt u ook andere hebben.
116
Klachten over de garantieservice STEYR MOTORS streeft ernaar, via een uitgebreid netwerk van onafhankelijke distributeurs en dealers, om snelle, hoffelijke en competente garantieservice te verlenen aan de eigenaars van Steyr-motoren. Indien u ontevreden bent over de garantieservice van een distributeur of dealer van STEYR MOTORS, neemt u dan rechtstreeks contact op met de aftersales afdeling van STEYR MOTORS. Hier volgt de contactinformatie: STEYR MOTORS, GmbH Im Stadtgut B1, 4407 Steyr, Oostenrijk Telefoon: +43 7252 222-52 Fax: +43 7252 222-29 E-mail:
[email protected] Uitgave: 04.02.2011 After Sales Service
Goedgekeurd: 04.02.2011/Ing. Rudolf Mandorfer
117
Identificatienummers van motor, transmissie, boot en romp Noteer na aankoop meteen het typenummer en het serienummer van motor en transmissie. Deze hebt u nodig bij het bestellen van onderdelen of documentatie.
Typenummer motor: –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Serienummer motor: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Typenummer transmissie of hekaandrijving: ––––––––––––––––––––––––––––––––– Serienummer transmissie of hekaandrijving: ––––––––––––––––––––––––––––––––– Nummer contactsleutel: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Typenummer boot: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Rompidentificatienummer (HIN): –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Aanbevolen schroefmaat: –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vervangingsonderdelen Gebruik voor uw STEYR MOTORS-scheepsmotor nooit onderdelen waarvan de kwaliteit onbekend is. Gebruik uitsluitend originele STEYR MOTORS-onderdelen. Neem contact op met uw STEYR MOTORS-dealer.
STEYR MOTORS GMBH 2007 Alle rechten voorbehouden.
118
STEYR EIGENDOMSBEWIJS Naam eigenaar Adres Postcode
Plaats
Land
Datum ingebruikname MODELNR.
SERIENR.
DEALERREGISTRATIEKAART REGISTRATIE MOTOR
MODEL
SERIENR.
REGISTRATIE (HEK)AANDRIJVING
MODEL
SERIENR.
REGISTRATIE HEKBEVESTIGING
MODEL
SERIENR.
Postcode
Plaats
Land
Datum ingebruikname
Nr. contactsleutel
Bootfabrikant
Nr. romp
Bootmodel
Bootlengte
Naam eigenaar Adres
Handtekening eigenaar
Belangrijk: Volgens de wet inzake de bootveiligheid moet elke verkoop van een product door de fabrikant en de DEALER worden geregistreerd. Dit gebeurt door middel van een standaardregistratiekaart, die door de dealer wordt ingevuld. Naam Adres Postcode
Plaats
Land
Datum ingebruikname Gebruiksdoel: Plezier Commercieel Gebruik volgens Scheepsbelastingklasse HO (zware belasting) INT (middelzwaar) [1 van 8 <300 u] [2 van 8 <1500 u]
Overheid MCD (middelzwaar continu) [3 van 12 <3000 u]
Uitgebreide beschermingsprocedure voor opslag (zie Installatihandleiding Z001007/0, afleveringsrapport)
1e bescherming
2e bescherming
Naam dealer Adres Postcode
Plaats
E-mail eigenaar
Dealercode
Registratie motor
Land
Modelnr.
Bootfabrikant
Model
Nr. romp
Lengte
Serienr.
Trailer VIN nr. Toestand van boot Goed
Acceptabel
Slecht
motor
119
SERVICENETWERK OOSTENRIJK STEYR MOTORS GmbH Im Stadtgut B1, 4407 STEYR, OOSTENRIJK
Telefoon +43 7252 222-52 Fax +43 7252 222-29 E-mail:
[email protected] http://www.steyr-motors.com
Een uitgebreid overzicht van ons servicenetwerk kunt u vinden op onze website onder: http://www.steyr-motors.com/network
120