3748

n° 173 - december/décembre 2011 42e jrg/année - www.cubamigos.be

Belgie - Belgique P.B. 1730 Asse 2/3748

driemaandelijks tijdschrift van de vrienden van cuba vzw périodique trimestriel des amis de cuba asbl

›› ONU p5

›› Julio Casas p9

›› 50 jaar/années Mujeres p21

v.u./e.r. mark lamotte ›› hogeweg 9 B-1730 asse ›› afgiftekantoor 1730 asse 1 ›› P309090

›› La Comenita

(foto’s/photos Bill Hackwell)

Editorial

3

20 oktober, de dag van de Cubaanse cultuur is dit jaar niet onopgemerkt voorbij gegaan in ons land

La journée de la culture cubaine (20 octobre) ne sera pas restée inaperçue dans notre pays

In Brussel werd er een heel programma op touw gezet waar cultuur met een hoofdletter werd neergeschreven. Maar wat is ‘cultuur’ eigenlijk ? In brede zin wordt het gebruikt voor alles wat door de samenleving wordt voortgebracht; ‘cultuur’ wordt dan tegenover ‘natuur’ gesteld. In engere zin wordt het gebruikt voor kunstuitingen. In onze huidige samenleving bedoelt men meestal de tweede vorm wanneer het begrip ‘cultuur’ ergens opduikt. In dat opzicht kwamen heel veel aspecten van de Cubaanse cultuur aan bod : film, muziek, fotografie… De gemeente Evere zette dan ook haar beste beentje voor om er twee onvergetelijke weken van te maken.

Ainsi, à Bruxelles, un large programme était présenté. Mais finalement, c’est quoi la “culture” ? Au sens le plus large c’est tout ce que la société produit; on oppose alors “culture” à “nature”. Au sens plus strict le mot est utilisé pour les expressions artistiques et dans notre société contemporaine c’est ce deuxième sens qui est utilisé. Et, sous cette définition, beaucoup d’aspects de la culture cubaine ont été présentés : film, musique, photographie… Et la commune d’Evere a vraiment tout mis en œuvre pour en faire deux semaines inoubliables.

Ook in Antwerpen werd er door Art 20 een prachtige tentoonstelling ‘7ma y 60’ neergezet waar vier jonge Cubaanse artiesten op hun beurt hun impressies van hun land neerzetten, via foto’s, schilderijen en potloodtekeningen. Maar cultuur is veranderlijk en de smeltkroes van culturen maakt dat aspecten van de ene cultuur door de andere worden overgenomen en soms ook aangepast aan de eigen leefwereld. Een prachtig voorbeeld daarvan kregen we wanneer 12 kleuters uit het buurtschooltje De Pluim in Hoboken op bezoek gingen bij ‘7ma y 60’ en daar hun eigen impressies mochten neerzetten na zelf een aantal indrukken te hebben opgedaan van de werken. De opgedane inspiratie strookte niet altijd met de realiteit maar gaf wel een zeer goed beeld van de leefwereld waarin de kinderen leven. Zo werd het meteorologisch centrum omgetoverd tot een luchtballon. En een cruiseschip werd een botenrace in een zwembad. De kleuren en de landschappen maakten zeker indruk. Nadien creëerden de kinderen hun eigen verhaal via een tekening of een boetseerwerkje. Kinderhanden schiepen op die manier al snel een nieuwe portie “cultuur” : de Cubaanse maatschappij in al haar vormen en kleuren, gezien door West-Europese kleuterogen. Grote kunst door kleine handen. Wie zei ook alweer dat de multiculturele samenleving mislukt was ?

A Anvers Art 20 a présenté une magnifique exposition “7ma y 60”, au travers de laquelle quatre jeunes artistes Cubains ont présenté leur vision de leur pays par des photos, des tableaux et des dessins. Mais la culture évolue et le creuset de la culture fait reprendre les aspects d’une culture par d’autres ou les adapte à sa propre vision du monde. Un magnifique exemple nous a été offert lors de la visite de 12 bambins de l’école “De Pluim” (une école de quartier à Hoboken) à la “7ma y 60” et qu’ils ont pu exprimer leurs impressions des œuvres exposées. L’inspiration ne correspondait pas toujours à la réalité mais reproduisait plutôt l’imaginaire des enfants. Le centre météorologique s’y transformait en dirigeable et un navire de croisière devenait une course de bateaux dans une piscine et les couleurs et les paysages laissaient des impressions. Les enfants ont alors créé leur propre histoire et l’ont exprimé dans un dessin ou un modelage. Une nouvelle portion de “culture” a surgi des mains des enfants : la société cubaine dans toutes ses formes et toutes ses couleurs, vue par les yeux d’enfants européens. Du grand art par de petites mains. Qui a dit que la société multiculturelle était un échec ? (Trad. Freddy Tack)

Alexandra Dirckx

Inhoud – Sommaire 4 René González 5 Stemming UNO - Votation ONU 6 La Colmenita 9 Julio Casas 10 12 september 12 Bezoek familie van de “5” - Visite famille des “5” 13 Havana

17 18 19 20 24 25 26

Marc in Pinar Che Presente Juan Manuel Márquez Breves Culture cubaine Evere Kunst door kleine en grote handen - ICAP Regio’s

4

Actua R ené Gonzále z in René González voorw aar delijk e vrijheid oorwaar aardelijk delijke

Op 7 oktober werd René González, na 13 jaar opsluiting, vervroegd vrijgelaten uit de gevangenis van Marianna te Florida. Van een echte vrijlating kan men echter niet spreken. René is namelijk voorwaardelijk vrij en moet nog 3 jaar in de VS verblijven. Deze strafmaat werd uitgesproken bij zijn veroordeling en kan toegepast worden omdat René González de Amerikaanse nationaliteit heeft. De advocaat van René heeft al de nodige juridische stappen ondernomen om de uitlevering aan Cuba te vragen, maar dit werd door de rechter geweigerd daar, op het moment dat het verzoekschrift werd ingediend, de voorwaardelijke vrijheid nog niet begonnen was. Het verzoek zal zodoende opnieuw ingediend worden. Bij zijn vrijlating werd René opgewacht door zijn naaste familieleden, met name zijn dochters Ivette en Irmita, zijn vader en zijn broer Roberto. Zijn moeder en zijn echtgenote Olga Salanueva konden dit heuglijke moment René en Irmita evenwel niet meemaken. Irma Sehwerert, de moeder van René, wacht nog steeds op haar visum en zal afreizen zodra ze dit krijgt. Voor Olga ziet de situatie er niet anders uit dan tijdens de hechtenis : zij kreeg ook nu geen inreisvisum. René en Ivette

Dit neemt niet weg dat Olga in een interview de omstandigheden kan toelichten waarin haar echtgenoot zich nu bevindt sinds zijn vrijlating. Zij heeft namelijk heel nauw contact met hem via de telefoon. Hij zal de eerste dagen bij zijn advocaat, meester Phillip Horowitz, vertoeven. Dan is het wachten op een afspraak met de agent die het toezicht over René zal uitoefenen. Pas op dat ogenblik zal René weten wat de voorwaarden van zijn invrijheidstelling juist inhouden. Tot op dat moment moet René zich onthouden van elke actie in het openbaar. Olga hoopt evenwel dat de rechter zich positief uitspreekt op de aanvraag tot uitlevering naar Cuba. Maar ze is er zich van bewust dat de internationale druk ook hier opnieuw een belangrijke rol zal spelen. Het is immers dankzij deze druk dat de strafmaat van 3 van de vijf herzien werd. Tenslotte verklaart Olga dat René in goede gezondheid verkeert en dat hij duidelijk gelukkig is in het bijzijn van zijn dochters. Alexandra Dirckx

Message de René González au peuple de Cuba 14 Octobre 2011 Ces mots sont pour mon peuple, c’est à lui que je les dois depuis ce jour où je suis sorti et ils n’ont pas pu lui être envoyés à cause des circonstances qui entouraient la nécessité pour nous d’un voyage sûr avant de pouvoir les lui adresser. C’est difficile, vraiment, de s’adresser à un peuple tant aimé et dont on sent bien qu’on fait partie, à travers une caméra, mais j’avais besoin de communiquer avec vous et de vous dire combien nous vous avons de gratitude pour tout ce que vous avez fait, vous expliquer que nous nous sommes sentis très accompagnés à cause des milliers de messages, des lettres des enfants, de celles de tous les collectifs de travailleurs et d’étudiants qui de Cuba nous ont envoyé leurs messages, par le soutien qui ne nous a jamais manqué et qui nous a nourris dans ces années d’injustice, bien trop nombreuses. Pour moi, ce moment de bonheur que nous partageons est une simple parenthèse dans une histoire d’abus de pouvoir dans laquelle il n’y pas eu, pour l’instant, une once de justice. Le fait que moi je sois maintenant hors de la prison signifie simplement le bout d’un chemin fait d’abus auxquels j’avais été soumis; mais nous avons quatre frères que nous devons sauver et qui ont besoin d’être avec nous, avec leurs familles; d’être parmi vous pour vous donner le meilleur d’eux-mêmes et non dans ces lieux où ils se trouvent, se lèvent, s’éveillent chaque matin, vont dans un réfectoire dans lequel ils ne devraient pas manger, marchent parmi des gens au milieu desquels ils ne devraient pas marcher, et nous avons véritablement besoin de continuer cette lutte pour les sortir de là. Pour moi, c’est seulement un champ de bataille, un nouveau lieu dans lequel je vais continuer à lutter pour que justice se fasse et pour que les Cinq nous puissions revenir auprès de vous. Je veux saluer tout spécialement les familles de mes quatre autres frères, qui m’ont réellement ému par leur joie. Cela vous touche réellement tout au fond de vous de parler avec une personne dont vous savez que le fils est prisonnier, que l’époux est prisonnier et qui reçoit votre liberté comme si c’était la liberté d’un des leurs. Moi, c’est vrai, cela me touche et me motive, et nous devons continuer cette lutte, car ils ne méritent pas d’être là où ils sont. A tout mon peuple, à tous ceux qui au long de ces années nous ont accompagnés à travers le monde, et ils ont été des milliers, à travers qui nous avons pu peu à peu rompre ce blocus informatique, rompre le silence que les grandes corporations de la presse ont dressé dans cette affaire, j’adresse mes plus profonds remerciements, mon engagement à continuer de vous représenter, vous tous, comme vous le méritez, et en définitive c’est ce que nous faisons, nous les Cinq, car nous ne sommes pas seulement Cinq, c’est tout un peuple qui a résisté pendant cinquante ans, et c’est grâce à ça que nous continuons à résister encore, parce que nous nous inspirons de vous, parce que nous savons que nous vous représentons et jamais nous ne vous trahirons et nous serons, nous, toujours à la hauteur que vous, vous méritez. Un abrazo à vous tous. Nous vous aimons. Les 5, quel que soit le lieu où nous nous trouvons.

Actua

5

L’épouse de R ené donne René une inter vie w au jour nal La intervie view journal Repúb lica pública Olga Salanueva, la femme de René Gonzalez, l’un des 5 a accordé une interview au journal espagnol La Republica dans laquelle elle insiste sur le fait que si les Etats-Unis disent que René est un danger pour cette société, pourquoi veulent-ils le garder là-bas ? Après avoir purgé 13 ans de prison aux EtatsUnis, accusé d’être un espion cubain, René González devra vivre les trois prochaines années en liberté surveillée dans le District Sud de Floride. Lorsqu’on lui demande pourquoi c’est précisément en Floride que devra résider René, Olga Salanueva répond : “C’est une punition parce que les Cinq n’ont jamais regretté ce qu’ils ont fait, on a versé sur eux toute la haine d’un empire et maintenant ils veulent que cela serve de leçon pour que personne n’ose de nouveau déranger des terroristes, qui, de toute évidence, sont protégés par le gouvernement nord-américain”. L’épouse de René dit craindre pour la vie de son mari, étant donné que René devra résider dans une région où sont implantées des organisations terroristes qui ont tué des milliers de personnes dans notre pays. Olga Salanueva ajoute qu’elle s’est vue refuser sa demande de visa par les Etats-Unis et qu’elle est interdite d’entrée sur le territoire étasunien de façon permanente. Cependant, l’épouse de René dit ne garder aucune haine et rappelle que les Cinq ont agi avec les sentiments les plus nobles. Elle rêve d’effacer les moments difficiles de sa mémoire, de tourner la page et de vivre avec son époux. (Cubadebate-RHC)

Contundente victoria de Cuba en la vigésima pelea cubana contra el bloqueo en ONU El mundo no ha dejado de oponerse cada vez más al bloqueo genocida de Estados Unidos contra Cuba

A FAVOR 186 EN CONTRA 2 ABSTENCIÓN 3 Résultat du vote : - 186 pays sont contre le maintien des sanctions contre Cuba - 2 pays sont pour le maintien (Etats-Unis et Israël) - 3 pays se sont abstenus (Iles Marshall, Micronesia et Palau). Conclusion, malgré l’écrasante majorité des pays qui sont pour la levée des sanctions économiques contre Cuba, celles-ci vont continuer. Uitslag van de stemming : - 186 landen zijn tegen het behoud van de sancties tegen Cuba - 2 landen zijn voor het behoud (Verenigde Staten en Israël) - 3 landen hebben zich onthouden (De Marshall eilanden, Micronesië en Palau) Conclusie : ondanks de overweldigende meerderheid van landen die voor de opheffing van de economische sancties tegen Cuba zijn, zullen deze blijven bestaan.

Olga Salanueva

6

Cultura

Le message de paix de “La Colmenita”

Déclarée ambassadrice de bonne volonté en 2007 par les Fonds des Nations unies pour l’Enfance (UNICEF), compagnie de théâtre La Colmenita offrira également une représentation privée au siège de l’ONU, le 24 octobre.

La compagnie de théâtre enfantin La Colmenita a entamé, le mercredi 13 octobre, une tournée dans plusieurs villes des États-Unis, qui s’achèvera le 30 octobre.

“Nous avons reçu de nombreux témoignages d’affection de la part du public nord-américain, a-t-il signalé. C’est là-bas que La Colmenita a le plus d’amis”, et il a cité les acteurs Danny Glover et Harry Belafonte, ainsi que le “médecin du rire”, Patch Adams, entre autres.

Invitée par la Fondation Brownstone, la troupe se présentera à Washington, à New York et à San Francisco avec La cucarachita Martina, un conte populaire cubain, et Abracadabra, sa plus récente pièce. Interviewé par Prensa Latina, le critique nord-américain Gilbert Brownstone, président de la Fondation Brownstone a qualifié ces représentations théâtrales de “beau projet d’amour”, et il s’est félicité “que les enfants apportent un message de paix, de justice et d’amitié au peuple des États-Unis”. “La culture sert à tendre des ponts, et dans ce cas précis, c’est une occasion pour ces enfants de transmettre ce genre de message”, a précisé Brownstone, qui est également muséologue et conservateur de musée, diplômé de l’Université de la Sorbonne à Paris. Ces 22 enfants, âgés de 5 à 15 ans vont “récréer sur scène des personnages d’histoires enfantines sortis de leur imagination, comme eux seuls savent le faire”, car “l’art leur permet d’acquérir de la maturité sur la scène”, a-t-il dit. Dans Abracadabra, La Colmenita se joint à la demande internationale de libération des cinq Cubains, arrêtés en 1998, alors qu’ils surveillaient les projets d’attentats contre Cuba, organisés par des groupes terroristes basés en Floride. “Au-delà de ce thème, cette pièce de théâtre tente de faire découvrir au spectateur l’essence des choses”, a déclaré Carlos Alberto Cremata, directeur et fondateur de la compagnie en février 1990. Cremata a souligné que le spectacle permettra d’apprécier “la façon dont les enfants analysent, de leur point de vue, les questions fondamentales qui traversent la Cuba d’aujourd’hui, et le plus intéressant, c’est qu’il s’agit de la première œuvre qu’ils ont réellement écrite”. Pour sa part, La cucarachita Martina, est une comédie musicale enfantine “à la cubaine”, où les enfants interprètent différents styles musicaux : le son, la rumba, la samba brésilienne, le cha cha cha, le bolero, le corrido mexicain, la guaracha, les chansons paysannes, le rock et même la zarzuela espagnole. Les représentations sont prévues à l’American University et à la Duke Ellington School of the Arts, à Washington (15 et 19 de octobre); à New York au Hostos Center for the Arts and Culture et au Harriet Tubman Learning Center, de Harlem (21 et 22). La Californie sera la dernière étape de la tournée, avec des représentations à l’East Bay Center for the Performing Arts, à Richmond, et au Fort Mason Center, Cowell Theater, à San Francisco, les 26, 28 et 29 octobre.

La troupe s’est déjà produite aux États-Unis en mars 2003 où “nous nous sommes produits dans plusieurs villes californiennes”, a rappelé Cremata.

Cette “ruche” sui generis a comme projet “de rassembler davantage de familles dans le monde, grâce à l’art”, a expliqué Cremata, en résumant que “cette expérience de 21 ans, ce chemin parcouru, est l’une des plus belles choses qui nous soit arrivée”. Environ 14 000 enfants font partie du projet de La Colmenita dans tout Cuba. La troupe a des filiales également en Espagne, en Colombie, au Venezuela, en Argentine, et en République dominicaine, entre autres pays. (cubasifranceprovence)

Compañeros, Je ne peux pas résister au plaisir de vous raconter ce qui s’est passé ce 15 octobre dans la Kay Chapel de l’Université Américaine de Washington, au cœur de la capitale des Etats-Unis. Une troupe de gamins présentait la première de leur pièce de théâtre, “Abracadabra”. Le fait par lui-même est surprenant. Il l’est encore plus quand on sait que ces gamins sont Cubains ! Vingt-deux acteurs hauts comme trois pommes, membres de la compagnie “La Colmenita”, créée dans les années ‘90 par Carlos Alberto Cremata, alors tout jeune étudiant à l’Université de La Havane, présentent avec cœur et talent une oeuvre qui raconte l’histoire des Cinq. La pièce a été un énorme succès à travers toute l’île, au point qu’ils ont été invités à faire une tournée aux Etats-Unis, malgré le blocus, malgré les gusanos, malgré la rancœur du gouvernement des USA. Comme à Cuba, le public a fait une ovation aux jeunes acteurs, qui ont salué comme des professionnels. Le téléphone portable de Carlos Alberto, que tout le monde appelle Tin, sonne. Encore un message de félicitation, probablement. Tin ouvre des yeux ronds et ne trouve plus ses mots. Son interlocuteur n’est autre que René Gonzàlez Shewerert, le premier des 5 à être sorti de prison, il y a huit jours à peine ! Bien que la communication ait duré une bonne heure, Tin n’aura pas pu échanger grand-chose avec René, car la nouvelle s’est propagée comme une traînée de poudre: “Corran, que Tin está hablando con René!!!” (Courez, Tin est en train de parler avec René!). Du coup, il a dû céder le téléphone aux gamins qui se sont relayés pour, expliquaient-ils, donner du courage à René et qui en sont ressortis excités comme des puces.

7 Le dernier à parler à René s’appelle Olito. Il sera l’un des acteurs principaux du prochain film cubain dans lequel tournera la Colmenita : “Y sin embargo”, un opéra de Rudy Mora dont la musique a été composée par rien moins que Silvio Rodriguez en personne. René a posé nombre de questions à Olito, auxquelles le môme a répondu avec le naturel de l’enfance. En tout dernier lieu, René s’est enquis de la date de la première représentation à Cuba. Olito, après avoir consulté Tin, lui a répondu : “Eh, René, Tin dit que ce sera en décembre ou en janvier, alors, en cas, je te garde une place au cinéma Chaplin, au premier rang !”

Ros-Lehtinen se réfère à Ramon Labañino, Antonio Guerrero, Fernando González, Gerardo Hernández et René González, internationalement connus comme Les Cinq, incarcérés aux Etats-Unis depuis 1998 pour avoir surveillé les agissements d’organisations terroristes installées à Miami.

René a sans doute noté la date et la proposition. Espérons que l’avenir donne raison à Olito, et que notre ami, de retour chez lui, puisse occuper le fauteuil qu’il lui garde et applaudir les petits acteurs de la Comenita comme il se doit.

L’un d’entre eux, René, vient de sortir de la prison de Marianna, mais il doit rester pendant trois ans encore sur le territoire des États-Unis, en liberté supervisée.

Et comme une image vaut mieux qu’un discours, regardez la photo ci-dessous. Vous aussi, vous avez des envies de bises ? Annie Arroyo

Au terme d’un procès truffé d’irrégularités qui ont été dénoncées par d’importants groupes d’avocats, des défenseurs des droits civils et des organisations internationales, les Cinq ont été condamnés à des peines allant de quinze ans de prison à une double condamnation à perpétuité plus quinze ans.

Ros Lehtinen a un lourd passé de défense du terrorisme. Elle a aidé Orlando Bosch, l’un des auteurs intellectuels du sabotage de l’avion cubain qui a causé la mort de 73 civils, à s’établir aux Etats-Unis et à échapper à la justice qui voulait qu’il réponde de ses actes criminels. Pour Luis Posada Carriles, l’autre organisateur de l’explosion en vol de l’avion cubain, elle a organisé des collectes afin de subventionner ses plans d’actions dirigées contre le peuple cubain.

Encore des émotions pour les petits acteurs de la Colmenita !

Federico

Le grand méchant loup a peur de la Colmenita La Havane, 18 octobre (ACN) La congressiste républicaine Ileana Ros-Lehtinen, bien connue comme étant la version féminine du grand méchant loup des contes pour enfants, a demandé à l’administration de Barack Obama des explications immédiates sur le fait que des visas ont été donnés aux enfants de la troupe de Théâtre “La colmenita” (La petite ruche), actuellement en tournée aux Etats-Unis. La lettre a été envoyée lundi dernier à la Secrétaire d’État étasunienne Hillary Clinton, a informé le site Web Cubadebate qui en a reproduit une partie, antérieurement publiée sur le blog “Café fuerte”. “Concéder des visas à une organisation qui fait de la propagande pour des espions condamnés pour ce fait, et qui les présente comme des héros, est une insulte à toutes les victimes de la dictature… Ces espions avaient été envoyés aux Etats-Unis pour y réaliser des actes illicites contre notre patrie”, a écrit la congressiste.

A peine remis des émotions causées par le coup de téléphone de René, samedi, voilà que ce lundi le portable de Tin sonne à nouveau ! Une nouvelle fois, Carlos Alberto Cremata, Tin, frôle la crise cardiaque en entendant son interlocuteur se présenter : rien moins que Fernando Gonzàlez qui appelle depuis la prison de Terre Haute, dans l’Indiana ! Comment Fernando a-t-il réussi l’exploit d’appeler sur un portable, mystère ! Mais il l’a fait ! Les miracles, ça arrive parfois. La preuve ! La nouvelle déclenche un brouhaha indescriptible. Tin réclame le silence et met son téléphone sur haut parleur. Fernando demande à parler le premier, car à tout moment la communication peut être coupée. Dans un silence religieux, la voix du héros de la République de Cuba s’adresse à la troupe figée. Il leur dit qu’il veut particulièrement les remercier pour ce qu’ils font, qu’il sait que leurs pièces de théâtre, leurs chansons et leurs danses seront bien reçues par le peuple nord-américain, et que tout ce qu’il entendait, lisait et savait de la Colmenita faisait qu’il se sentait fier d’être Cubain. La communication s’est arrêtée. Les enfants sont restés silencieux un long moment. Et puis la voix d’Ana Laura a murmuré : “Seigneur, quelle humilité ! C’est nous qui devons leur être reconnaissants, à eux qui souffrent pour avoir sauvé la vie de tant de Cubains, et ce sont eux qui nous remercient, nous qui sommes libres, parce que nous faisons ce que nous aimons faire !”… Comme quoi la vérité sort bien de la bouche des enfants ! A. Arroyo - 19 octobre 2011

8

Message urgent de La Colmenita depuis un gradin de l’Assemblée Générale de l’ONU

25 octobre 2011 Nous sommes en ce moment - nous, la délégation de la Colmenita - en train d’écouter Bruno* à l’intérieur de l’ONU !! en pleine Assemblée Générale et tous assis très prêt du siège de Cuba… Nous avons été spécialement invités à assister au vote contre le blocus, un geste généreux des Nations Unies pour le spectacle [que nous avons présenté] hier au soir … ça a été incroyable !!! la phrase qui revenait le plus souvent était : “C’est quelque chose sans précédent aux Nations Unies”… personne ne se souvient qu’un groupe de garçons et de filles aient amoureusement “pris d’assaut” cette institution… Com, la Orquesta Aragon et un peu plus tard, le Buenavista Social Club… et on arrête là le décompte… Ça a été super !!! Les gens dansaient comme s’ils étaient au Tropical, et surtout ils fraternisaient entre eux, ils souriaient, ils fraternisaient, je peux te dire que personne n’est resté de marbre… Il y avait là surtout des fonctionnaires de l’ONU, des diplomates et beaucoup de membres de leurs familles (et même une délégation de diplômés nord-américains de la ELAM et les Pasteurs pour la Paix)… La salle était pleine à craquer, plus de 500 personnes, et tout ça dans la joie et l’amour… Comme dirait Marti, ce qui s’est passé hier soir c’était tout simplement “l’Antichambre de la Concorde” !

“La Colmenita” in de Verenigde Staten

Van 13 tot 30 oktober had een rondrit plaats van de befaamde kindertheatergroep “La Colmenita” (de bijenkorf) in de VSA, met onder andere optredens in Washington, New York, San Francisco en de UNO. Zij presenteerden theaterstukken zoals “La cucarachita Martina”, een volksverhaal, en “Abracadabra” (over de Cuban 5), de meest recente productie van het team. Hun tournee in de VSA werd een overweldigend succes. Zij werden uitgenodigd door de “Stichting Brownstone”. Gilbert Brownstone, voorzitter van deze stichting en ook museoloog (hij studeerde o.a. aan de Sorbonne in Parijs) verklaarde : “...dit is een mooi liefdesproject...” en “Cultuur is er om bruggen te bouwen”. Carlos Alberto Cremata, directeur en stichter van “La Colmenita” (in februari 1990), verklaarde dat zij veel sympathiebetuigingen ontvingen in de VSA, waar zij veel vrienden tellen (o.a. Danny Glover en Harry Belafonte). Tussen 1990 en vandaag werden 14.000 kinderen uit gans Cuba betrokken in het project , en worden nu opgevolgd door groepen in Spanje, Colombia, Venezuela, Argentinië en de Dominikaanse Republiek. Ileana Ros-Lethinen (nogmaals zij) heeft een brief gericht aan Hillary Clinton om te protesteren tegen het verlenen van visas aan een organisatie die propagada maakt voor veroordeelde spionnen en ze als helden doet voorkomen, een belediging voor alle slachtoffers van de dictatuur. De bevestiging van het grote gevaar van een kindertheatergroep ??? Juventud Rebelde, 13/10/2011 ACN, 21/10/2011

(Vert. Freddy Tack)

Maintenant, nous allons assister en direct, fiers et heureux, au 20° vote contre le blocus! En aimant Cuba davantage à chaque fois. Tin et la Colmenita (Trad. A Arroyo) * Bruno : Bruno Rodriguez Parilla est le ministre des “Relaciones Exteriores” de Cuba, ce qui correspond au ministre des Affaires Etrangères. Il est actuellement à l’ONU pour le vote contre le blocus.

Alberto Cremata en enkele leden van de groep

Historia

9

Le général Julio Lazaro Barredo Medina Il y a des personnes que, même si on les connaît, on n’a pas la possibilité de les apprécier dans leur quotidien. Et, aussi nombreux et indiscutables que soient leurs mérites et les responsabilités qu’elles ont assumées, on ne parvient jamais à les voir dans toute leur dimension humaine, même si on leur accorde une large reconnaissance en tant que personnes publiques. Ceux qui ont connu de près le général de corps d’armée Julio Casas Regueiro ont pu découvrir la personnalité d’un chef militaire, d’un dirigeant politique qui, malgré ses hautes responsabilités au sein du Parti et à la direction de l’État, se distinguait par sa modestie, son acuité, son esprit ouvert. Un homme toujours disposé à écouter, reconnaître, réfuter ou critiquer ce qui doit l’être. Le général ne s’était jamais départi de ses origines populaires, de son accent de Guantanamo et de Santiago de Cuba, de son affabilité et de ses manières simples et naturelles accompagnées d’un fort sens de l’austérité qui lui venait peut-être de l’éducation qu’il reçut de son père, qui lui transmit depuis son jeune âge un principe de base pour aller de l’avant dans la gestion économique et financière : “C’est centime après centime qu’on fait des pesos, et peso après peso qu’on fait des millions”. À ceci s’ajoutait une avidité de tout questionner et de tout vérifier. Fais confiance, mais vérifie quand même. Ne te contente jamais de la première explication venue… Avec le général Julio, il fallait parler franchement, et appeler un chat un chat. Lors d’une récente réunion d’analyse des problèmes de la commercialisation dans l’agriculture, un dirigeant provincial a commencé à fournir des données, à mentionner des lieux et des situations, en omettant complètement la réalité de problèmes associés aux préjudices et aux inconvénients causés à la population. À la fin de son intervention, le général Julio fit pivoter son siège vers lui, le regarda droit dans les yeux et lui demanda : “Combien de fois es-tu allé sur place ?” L’homme pâlit et se perdit en justifications. “Tu nous as menti. Tu ne dis pas la vérité”, lui dit Julio Casas. “Tu n’es jamais allé dans ces endroits parce que tu es tout le temps assis derrière ton bureau et tu ne peux pas savoir comment on escroque la population là-bas. Moi, je peux te le dire parce que j’y suis allé et j’ai parlé aux gens. Ce que toi et ta délégation faites aux gens est un manque de respect envers le peuple. Il faut te destituer”. Le général Julio était un homme à la fois exigeant et sensible. Il ne manquait jamais d’encourager les camarades à rectifier les erreurs qu’ils avaient commises, mais qui réagissaient avec dignité pour les corriger. Un jour, au cours d’une réunion, un camarade a fait l’objet de critiques sévères, et pendant la pause il avait du mal à cacher sa honte devant le reste des participants. Le général de corps d’armée s’approcha de lui, lui mit les mains sur les épaules et lui dit : “Ecoute, je te comprends. Quand j’étais chef de logistique, on m’a fait des remontrances et j’étais comme toi aujourd’hui. Mais je me suis toujours dit qu’il me fallait prendre ces remarques comme un défi pour être meilleur. Donc, il ne faut pas te décourager, continue à te battre”. Les paroles du général d’armée Raul Castro lors de la présentation de Julio Casas comme le nouveau ministre des Forces armées révolutionnaires devant l’Assemblée nationale, le 24 février 2008, sont éloquentes et révélatrices de ses qualités, et nous aident à mieux comprendre que la Révolution a perdu un homme polyvalent, non seulement un organisateur militaire mais aussi un dirigeant doté d’un sens profond de la gestion de l’économie qui a profondément marqué la vie de nos Forces armées révolutionnaires, et qui a grandement contribué à leur autosuffisance et à leur consolidation pendant l’étape actuelle. Comme il est signalé dans le communiqué du Bureau politique du Parti, il faut aussi savoir que ce général, que nous avions l’habitude de voir silencieux et discret, l’air méditatif, aux réunions de l’Assemblée nationale, du Comité central et aux Conseils militaires, est un homme qui par ses idées profondes et révolutionnaires est considéré comme l’un des principaux architectes du processus des Orientations économiques et sociales du 6e Congrès du Parti et des mesures en cours. Le général Julio a laissé au système de direction cubain une méthode, une trace qui nous montrent comment faire les choses pour perfectionner le socialisme. (Source : Granma)

LA HAVANE – Le général Julio Casas Regueiro, ministre cubain de la Défense et collaborateur de longue date du président Raul Castro, est décédé samedi 3 septembre d’une crise cardiaque à l’âge de 75 ans, a annoncé le gouvernement. Une journée de deuil national est décrétée pour lundi à la mémoire du général Casas, ancien comptable devenu l’un des hommes les plus puissants de l’île communiste.

10

Los Cinco

10 MAAL “Free the FIVE” Er was een oproep gelanceerd om op 12 september 2011 rond 17 u voor de 10de keer aan de overkant van de Amerikaanse Ambassade post te vatten. De weersvoorspelling kondigde niet veel goeds aan. Toen ik in Gent Sint-Pieters op de trein stond te wachten viel de regen met bakken uit de hemel. Toch hoe dichter bij Brussel klaarde het uit. Op de trein zaten er nog mensen die naar de manifestatie gingen. Ik wist dus al dat ik er zeker niet alleen ging zijn. Eénmaal aangekomen in Brussel-Centraal waar de zon nu volop scheen, ging ik te voet richting de Amerikaanse Ambassade. Wie zeer goed was vertegenwoordigd, dat waren onze “blauwe vrienden” met daar bovenop nog een paar in burger, valt echt niet op ? De afspraak was verzamelen om 17 u, van alle kanten kwamen sympathisanten aangewandeld. Uiteindelijk gingen we van het voetpad naar de middenberm rechtover de Ambassade. Dat er nu echt uitziet als een versterkte burcht. Ze weten blijkbaar van zichzelf dat ze niet zo erg geliefd zijn door hun medemens. Er werden spandoeken bovengehaald, borden met de foto’s van de vijf, iemand had zijn gitaar mee. Marie-José Body hield me gezelschap en Monique Dits was onze fotografe. De sfeer zat er goed in, er werd een tekst rondgedeeld en iedereen begon deze te zingen. Daarna werden toespraken gehouden in het Frans, het Nederlands en het Spaans. Iedereen kreeg dan ook ruim de kans om te getuigen, om dit onrecht te doen stoppen. Natuurlijk was er ook veel bekijks van de automobilisten die voorbij reden op de binnenring van Brussel. Waarom mensen opsluiten die alleen maar wilden helpen met het ontmaskeren van terroristen, waarom hen het recht ontzeggen van bezoek, zoveel waaroms. Hopelijk ziet het gerecht in Amerika zijn fout in nu men zich ertegen begint te verzetten in gans de wereld. De politiekers hier zijn eindelijk tot actie overgegaan, natuurlijk niet enkel hier maar wereldwijd, zelfs in Amerika, ja zelfs daar, beginnen enkele zich toch af te vragen of ze niet mis waren. Ik hoop dat we hier volgend jaar niet terug moeten staan en dat DE VIJF terug thuis zijn bij hun familie en vrienden. Verbinnen Raymond

Les Amis de Cuba ont par ticipé le lundi 12 se ptembr e participé septembr ptembre à l’action de pr otesta tion pour les Cinq Cubains de vant protesta otestation dev l’ambassade US à Br ux elles Brux uxelles Inutile de rappeler que cela fait maintenant 13 ans qu’Antonio Guerrero, Fernando González, Gerardo Hernández, Ramón Labañino et René González ont été arrêtés et incarcérés aux Etats-Unis pour avoir lutté contre les machinations terroristes de la mafia cubaine de Miami. Bon nombre d’Amis de Cuba, membres de plusieurs régionales, ont spontanément répondu à l’appel du “Free the Five Committee Belgium” et ont marqué de leur présence l’action de protestation qui s’est tenue le lundi 12 septembre devant l’ambassade des Etats-Unis à Bruxelles. Durant dix années consécutives, les sympathisants belges se sont mobilisés pour protester contre ces incarcérations scandaleuses, contraires aux dispositions de la charte des droits de l’homme, et qui défient toutes les lois de la justice.

11

Contrairement à 2009 et 2010, il n’y a pas eu cette année de manifestation spectaculaire à la Place Poelaert, devant le Palais de Justice. Quelque quatre-vingts manifestants se sont toutefois réunis dès 17 h sur le terre-plein de l’Avenue des Arts, en face de la très protégée ambassade des Etats-Unis (Bd du Régent). Des calicots ont été rapidement déployés et des pancartes à l’effigie des cinq héros et de leurs épouses ont été brandies par les participants enthousiastes et déterminés. Chacun avait reçu le texte du ’Free the five song’ dont le refrain devait être repris en chœur par l’assistance, à la manière des protest songs des années ’70. Plusieurs personnalités étaient présentes parmi lesquelles Kurt De Loor (Sp.a) du parlement flamand et Zoé Genot (Ecolo) du parlement fédéral. Madame Sfia Bouarfa (PS), du parlement bruxellois, avait été empêchée au dernier moment et s’était excusée auprès des organisateurs. La sénatrice Fatiha Saidi (PS), qui a pris récemment l’initiative de la résolution sur les Cinq auprès de la Commission des Affaires étrangères du Sénat, s’est fait représenter.

Kurt De Loor

Plusieurs délégués des différents syndicats nationaux ont pris la parole pour appuyer leur soutien à l’action. On relève notamment un important groupe de la Centrale générale de la FGTB Limbourg, de même que John Dedecker et Tuur Van Empten du Mouvement ouvrier chrétien. Le comédien et réalisateur flamand Jonas Geirnaert, parrain des Cinq, s’est également adressé aux manifestants, demandant à le rejoindre - de manière ludique - dans une collecte de signatures en faveur de la libération des cinq patriotes cubains.

La présidente du Comité belge Free the Five, Madame Katrien Demuynck, a une fois de plus dénoncé l’incarcération injuste, dans des prisons US de haute sécurité, de ces hommes dont la mission consistait à défendre leur patrie contre des agissements terroristes. Elle a réclamé la libération immédiate des cinq prisonniers qui depuis 13 ans subissent les décisions scandaleuses d’une justice étatsunienne qui a pris fait et cause pour le Jonas Geirnaert lobby mafieux cubain qui terrorise Cuba depuis plus de 50 ans. Il faut continuer à surmultiplier nos efforts pour rendre efficace la mobilisation internationale en faveur de la libération des cinq héros. La presse et les médias n’ont malheureusement pas été de la partie et le rassemblement s’est terminé dans le calme, comme prévu vers 18 h. Monique Dits

Jonas Geirnaert

12

Los Cinco

Bezoek familieleden van de ‘Vijf’ Visite membres des familles des ‘Cinq’ Ontmoeting op de ACOD/ABVV Op 22 september werden Magali Llort, Adriana Pérez en Ana Mayra Rodríguez, begeleid door Jorge Hadad, consejero van de Ambassade van Cuba, ontvangen door Karel Stessens, voorzitter van de ACOD/ABVV (Algemene Centrale van de Openbare Diensten). De persverantwoordelijke en de verantwoordelijke buitenlandse betrekkingen van de Centrale namen tevens deel aan de ontmoeting. Chris Reniers, vicevoorzitster voegde zich bij de groep tijdens het gesprek. De familieleden van de 5 gaven info over de meest recente evolutie van het dossier en bedankten voor de steun verleend aan de campagne voor de vrijlating van de 5 door Karel Stessens en talrijke syndicalisten in België. Karel Stessens bevestigde zijn steun aan de campagne en engageerde zich om de eis voor de bevrijding van de 5 nog meer bekendheid te geven bij de leden van de ACOD. Daarnaast zal hij tevens het dossier pleiten bij de top van het ABVV en bij de Europese vakbondsinstanties. Tijdens dit warm en kameraadschappelijk onthaal werd tevens info uitgewisseld over de steun van verschillende vakbonden in de wereld en ook in de Verenigde Staten. Freddy Tack

Rencontre avec Françoise Dupuis Le vendredi 23 septembre, Magali Llort, maman de Fernando González, Ana Mayra Rodriguez, conseillère du Président de l’Assemblée National du Pouvoir Populaire ainsi que Jorge Hadad de l’ambassade de Cuba et deux membres des Amis de Cuba, ont été reçus par Françoise Dupuis, la Présidente du Parlement Bruxellois. Celle-ci connaissait déjà le sort réservé aux “5”. Aussi après quelques paroles d’introduction elle a posé des questions pertinentes quant à la situation actuelle des prisonniers; elle s’est informée du processus judiciaire en cours et sur les futures étapes encore envisageables. Manifestement elle reconnait l’absurdité de cet imbroglio judiciaire étasunien. Elle s’est aussi informée sur les contacts politiques qui avaient déjà été établis en Belgique. Nous lui avons expliqué que si lors des premières visites des membres des familles des “5” c’était surtout les mouvements de solidarité qui avaient été touchés, ces dernières années ils ont pu rencontrer des syndicalistes, des politiciens, des juristes,… Des motions ont déjà été votées au Sénat (récemment encore à l’initiative de Fatiha Saïdi et de Marie Arena du PS) et au Parlement Européen. Il ne s’agit pas d’être pour ou contre la politique du gouvernement cubain mais bien de faire respecter les droits élémentaires de la personne humaine, le droit à un procès juste et équitable et le rejet de conditions de détention cruelles pour le détenu et sa famille.

Au delà des convictions personnelles de Françoise Dupuis et sa sympathie pour la cause cubaine, elle a bien souligné qu’en tant que présidente du Parlement Bruxellois elle devait tenir compte des différentes opinions des différents partis. Elle a cependant promis de suivre ce dossier. L’entretien fut cordial, positif mais bien sûr… C’est à suivre !!! Margueritte Verhaeren

Erik De Bruyn Op een mooie nazomermiddag ontmoeten we elkaar op een terras in het hartje van Antwerpen. Het Brusselse verkeer probeert roet in het eten te gooien en zorgt ervoor dat Adriana, Magali, Ana Mayra, Michel en Yuri een half uurtje later komen dan voorzien. Dit zet echter geen domper op de bijeenkomst, integendeel. Het weerzien is hartelijk. Erik De Bruyn kent immers het verhaal van de Vijf en hun respectievelijke familieleden al enkele jaren. Hij woonde een van de eerste praatcafés in Antwerpen bij over dit thema. Toch werd het dit keer een ander gesprek. Een dialoog met veel interactie en een onderlinge verstandhouding die je terugvindt tussen strijdmakkers. Adriana legt eerst de laatste verwikkelingen uit en vertelt over de vrijlating van René die voor de deur staat. Een zeer dubbel gegeven. Erik stelt veel vragen en ondanks de taalbarrière komt het gesprek vlot op gang. Het gevoel zit goed. Erik situeert de positie van Rood binnen het Vlaamse politieke landschap. Rood groepeert een nieuwe groep mensen waarvan niet iedereen op de hoogte is van het verhaal van de Vijf. Daar wil Erik zeker verandering in brengen. Hij engageert zich ertoe om de nodige informatie op de site van Rood te zetten en eveneens een permanente campagne te voeren voor de rechten van de Vijf. Na de bijeenkomst zakken we af om samen iets te eten. Toch even ontspannen na een goedgevulde dag. Erik heeft nog een andere afspraak. Tijdens de maaltijd valt het me telkens opnieuw op hoe intens het persoonlijke drama is dat zich afspeelt achter de mensenrechtenzaak. Magali vertelt met gebroken stem hoe ze haar zoon bezoekt in de gevangenis. Welke kledij ze mag dragen en welke niet toegestaan is. Het feit dat ze hem niet mag aanraken tijdens het gesprek, enkel in het begin en op het einde voor de foto. Een foto of misschien wel twee of drie. Genomen in eenzelfde decor met dezelfde kledij aan,… een magere troost tot het volgende visum toegestaan wordt. Alexandra Dirckx

Turismo

13

Dwars door Cuba deel 5 :

Havana (2)

Youri Blieck

Het Oude Havana voorbij Het bezoek aan het Oude Havana is zeker niet het einde van een kennismaking met deze boeiende stad. Ook wie wat verder wil kijken en eveneens het nieuwere Havana wil leren kennen, zal nog heel wat tijd nodig hebben. Parque de la fraternidad - Ceiba

Bij het verlaten van het Capitool slaan we rechts af, we komen terecht op het Plein van de Broederlijkheid, vandaag de dag een immens kruispunt en een snijpunt van buslijnen, vaste routes voor collectieve taxi’s en standplaatsen voor individuele taxi’s. Een transport-hub voor het centrale Havana dus. Ooit was dit een militair paradeplein van de Spanjaarden en in 1892 legde men er voor het eerst een echt plein aan ter gelegenheid van de 400ste verjaardag van de ontdekking van Amerika. Ergens op het plein ziet de bezoeker een grote omheinde boom staan, een ceiba of kapokboom (heilige boom voor de aanhangers van het santeria-geloof). De boom werd er geplant in gemengde aarde van alle Amerikaanse landen naar aanleiding van een Panamerikaans congres in 1928. Bustes van belangrijke Latijns-Amerikaanse en NoordAmerikaanse helden en politici omringen het plein.

Wie op dit plein naar rechts afslaat gaat enerzijds richting het Chinatown van Havana, een wijk waar een groot deel van de kleine Chinese minderheid die zich op Cuba vestigde nog altijd onderdak vindt, anderzijds brengt de hoofdstraat Simon Bolivar u naar dat gedeelte van de stad dat gekend is onder de naam Vedado, wat betekent “verboden”. We zitten hier immers al lang buiten de oude stadsmuren en ooit was dit gebied bedekt met bos. De bomen mochten niet geveld worden en overal hingen bordjes waarop stond dat dit verboden was. Dat woord “vedado” werd later de naam van het nieuw ontstane stadsgedeelte, ten tijde van de Noord-Amerikaanse inmenging na de onafhankelijkheid van Spanje in 1898. Het gebied werd heel snel vol gebouwd met hoge gebouwen, kantoren, restaurants en nachtclubs en het werd de favoriete stek van vele Noord-Amerikanen die in de eerste helft van de 20ste eeuw in Cuba Barrio Chino een oord van vertier vonden. Goedkope alcohol, sex en gokparadijzen waren een goed alternatief voor de op dat moment puriteinse Verenigde Staten waar de Droogleggingswet van kracht was (alcohol was volledig illegaal). Maffiabonzen als Lucky Luciano, Meyer Lansky en Al Capone vonden allemaal een stek in Havana en bouwden er hun hotels (bijvoorbeeld Hotel Riviera en Hotel Capri, beiden nog steeds in gebruik), hun casino’s en hun opslagplaatsen voor whisky en andere dranken. Iets verderop komt u bij één van de meest befaamde plaatsen van het moderne Havana uit de recente geschiedenis : het plein van de revolutie. De plaats is sinds de jaren ‘60 het decor geweest van talrijke massabijeenkomsten, urenlange speeches van Fidel Castro, 1-mei-vieringen, herdenkingen (bijvoorbeeld elk jaar op 8 oktober de dood van Che Guevara) en sinds kort ook massaconcerten (bijvoorbeeld van de uiterst populaire Cubaanse singer-songwriter Silvio Rodriguez of van het enorme Peace without Borders concert in 2009 op initiatief van de Colombiaanse popzanger Juanes). Op het eerste zicht ziet het plein er Che Guevara nogal sovjet uit maar desondanks dateren de meeste gebouwen van vóór de communistische periode. Twee gebouwen vechten om de meeste aandacht. Aan één kant staat een gigantische obelisk (142 m hoog) waarvoor een 17 meter hoog marmeren beeld staat van de nationale held José Marti. Hier bevindt zich ook altijd het spreekgestoelte of het podium bij alle genoemde activiteiten. Aan de overzijde van het plein echter staat een blokkig gebouw (het ministerie van Binnenlandse Zaken) waarop een reusachtig stalen portret van Che Guevara werd aangebracht en zodoende ook heel veel aandacht krijgt. Memorial José Martí

14 Camilo Cienfuegos

Sinds een tweetal jaar werd een derde figuur op het plein afgebeeld : op de gevel van het gebouw van het ministerie van communicatie prijkt nu eveneens een stalen portret van nationale held Camilo Cienfuegos. Nog langs het plein vinden we de nationale bibliotheek en het ministerie van de strijdkrachten. Achter de obelisk bevindt zich het hoofdkwartier van de Cubaanse communistische partij en het bureau van de Cubaanse president (lange tijd dus Fidel Castro, momenteel Raul Castro).

We rijden nog iets verder in Entrada cementerio Colón de Vedado-wijk en komen bij de necropolis Cristobal Colon, één van de grootste kerkhoven ter wereld en uiteraard het belangrijkste kerkhof van het land. Bijna een miljoen mensen werden er sinds 1868 begraven op dit 80 ha grote ommuurde terrein. Vele rijke families proberen er sinds het prille begin elkaar de loef af te steken en er ontstond een echte dodenstad waarbij immense kapellen, kerkjes, beelden, monumenten, obelisken, granieten en marmeren medaillons om de meeste aandacht smeken. Talrijke bekende figuren uit Cuba’s geschiedenis vonden hier een plaats voor de eeuwigheid : onafhankelijkheidsgeneraal Maximo Gomez, Cubaans schaakkampioen Capablanca, Eduardo Chibas, oppositiefiguur ten tijde van Batista, enzovoort. We vinden er ook het graf van Amelia Goyri de la Hoz, bijgenaamd La Milagrosa (de wonderbaarlijke), een vrouw die samen met haar baby stierf bij de bevalling (1901) en dan ook werd begraven met de baby aan haar voeten. Wanneer jaren later een familielid zou bijgezet worden vond men het lichaam van de vrouw terug met de baby in de armen. De “wonderbaarlijke” wordt vandaag de dag dan ook sterk vereerd en vele vrouwen met een kinderwens komen hier bloemen op haar graf achterlaten (het graf is dan ook gemakkelijk te herkennen en terug te vinden). Van bij het kerkhof dalen we via de 23ste straat (in het nieuwe gedeelte kregen de straten nummers gezien de Amerikanen zich hier veelal vestigden), beter gekend als La Rampa, een belangrijke ader in modern Havana met restaurants, ijssalons, cinema’s en winkels, verder af naar de kust, waarbij we terechtkomen op de Malecon, de 7 km lange dijkweg die langs Havana loopt. Hotel Nacional

Waar La Rampa en de Malecon samenkomen verrijst het statige hotel Nacional, hét symbool van Malecon luxehotels in Havana en plaats waar reeds decennialang grote namen uit de politieke en de showbizz-wereld overnachten bij een bezoek aan de Cubaanse hoofdstad (foto’s en namen van al deze personaliteiten zijn terug te vinden in de bar van het hotel). Vlak voor het hotel op de Malecon staat een zuil ter nagedachtenis van de slachtoffers die vielen bij de explosie van het Amerikaanse schip Maine in 1898 in de haven van Havana. Deze explosie was de reden Monumento a Antonio Maceo voor de Amerikanen om zich te mengen in de onafhankelijkheidsstrijd tussen Cubanen en Spanjaarden en er wordt dan ook beweerd dat de Amerikanen dit schip zelf de lucht lieten invliegen om een reden te hebben voor de inmenging (geen enkele officier was immers aanwezig op het moment van de explosie).

Interior Hotel Nacional Als we nu de Malecon volgen terug richting de ingang van de vaargeul van de haven van Havana komen we onderweg voorbij het ruiterstandbeeld van onafhankelijkheidsgeneraal Antonio Maceo, bijgenaamd de Bronzen Titaan. Zijn beeld staat tegenover het grote gebouw van het internationale ziekenhuis Hermanos Ameijeiras, waar men buitenlandse patiënten placht te verzorgen (onder meer Maradona bracht hier een tijdje door tijdens zijn afkickperiode).

15 Wanneer we de Malecon echter in de andere richting volgen, komen we voorbij het glazen en sterk bewaakte gebouw van de Amerikaanse Belangensectie. Geen echte ambassade dus. Sinds de Amerikanen er een lichtbord op de gevel aanbrachten om anti-propaganda te spuien, plaatste Cuba er een bos van vlaggenmasten waaraan zwarte vaandels wapperen die op die manier het zicht op het lichtbord belemmeren. De Koude Oorlog woedt hier nog altijd voort. Tussen het bos met vlaggenmasten staat een beeld van nationale held José Martí met een kind op de arm. Dit kwam er na de episode met getouwtrek omtrent het hoederecht over het kind Elián González in 2000. Wat verder nog langs de dijkweg zien we het ruiterstandbeeld van een andere generaal, Calixto Garcia. Vlakbij torent het Las Vegas-achtige Riviera-hotel, ooit de favoriete stek van maffiabaas Meyer Lansky, die het reilen en zeilen in Havana stevig onder zijn controle had in de jaren 1930 en 1940. Hotel Habana Libre

We keren terug naar La Rampa, de 23ste straat, en rijden tot bij het gigantische Habana Libre hotel, het voormalige Hilton-hotel van de stad. Na de overwinning van de Cubaanse revolutie nam Fidel Castro met zijn bebaarde kompanen zijn intrek in een paar verdiepingen van het hotel en herdoopte het tot Habana Libre.

We rijden langs het hotel weg tot bij de universiteit (de 1ste universiteit dateerde van 1728 maar bevond zich in het oude centrum, de huidige universiteit werd in het e tweede kwartaal van de 20 eeuw verplaatst naar het nieuwe stadsgedeelte). Hier studeerde Fidel Castro rechten en liet hij zich met een aantal korte redevoeringen voor de eerste keer opmerken als student. Vlak voor de imposante trappen van het universiteitsgebouw staat een klein monumentje ter ere van Antonio Mella, de stichter van de Cubaanse Communistische partij. Callejón de Hamél

Monumento a Calixto Garcia

Universidad

Iets verderop vindt de aandachtige bezoeker in een klein zijstraatje de bizarre straatkunstwerken van Salvador González Escalona. Het zogenaamde straatje van Hamelen (callejón de Hamél), zoals het steegje gekend is, is door toedoen van de beste man een openluchtmuseum geworden waarbij heel wat elementen uit het Cubaanse santeria-geloof verwerkt zitten. Frivoliteit, tot nadenken stemmende leuzes en teksten, surrealisme, humor en street credit, alles in- en dooreen, dát is het steegje van Hamelen. Een bezoekje waard off the beaten track.

Terug in de buurt van het Estación de trenes oude stadsgedeelte kunnen nog een paar zaken kort vermeld worden : wie van bij de Floridita-bar (waar Amerikaans schrijver Ernest Hemingway zijn daiquiri ging drinken) van het oude stadsgedeelte wegrijdt, komt bij het hoofdstation van Havana uit, een vrij indrukwekkend neobarok gebouw dat als beginpunt diende voor de eerste spoorlijn van Havana naar Matanzas die al in 1843 werd aangelegd (hiermee was Cuba één van de eerste landen ter wereld die een spoorlijn had). Die vroege spoorlijnen kwamen er vaak (meestal) om de oogst van de suikerrietvelden tot bij de suikerfabrieken te transporteren. In het station is La Junta te bewonderen, de stoomlocomotief die de lijn naar Matanzas mocht inhuldigen. Vlak naast het station is nog een stuk van de oude stadsomwalling van Havana te zien. De weg verder volgend komen we uit bij de haven van de stad en terug bij de douanegebouwen waar onze La Junta wandeling in het oude stadsgedeelte begonnen was.

16 La Lancha

La Virgen de Regla

Wie heel lokaal wil gaan, kan hier nu voor een paar cent de ferry nemen (een roestig vaartuig dat de hele dag op en af vaart) naar de overkant van de baai van Havana om uit te komen in het oostelijke deel van de stad, Habana del Este, meer bepaald in Regla. Geen toerist waagt zich op deze ferry maar hier krijg je tenminste echte couleur locale. In Regla kan de geïnteresIglesia seerde bezoeker zich een stukje verdiepen in de santeria-religie van Cuba. Op een paar honderd meter van de pier waar de ferry aanlegt staat immers een klein kerkje waarin de beeltenis van de Maagd van Regla terug te vinden is. Deze maagd wordt niet alleen aanbeden door katholieken, maar evenzeer door aanhangers van het syncretistische santeriageloof (vermenging van katholicisme en Afrikaans yoruba-geloof). Voor deze laatsten is zij immers de godin Yemaya, de godin van de zee (haar kleur is blauw en het kerkje is dan ook volledig in wit en blauw geschilderd). Wat verder in de straat bevindt zich het Museo Municipal de Regla waar een kundige (maar niet te stuiten) lokale gids aan de hand van allerhande in het museum tentoongestelde voorwerpen en afbeeldingen heel wat uitleg kan verschaffen over de Afrikaanse religies op Cuba : santeria, palo monte en het (enkel voor mannen toegankelijke) broederschap van Abakúa.

Een bezoek aan groot Havana kan tot slot afgerond worden met een kijkje bij Finca Vigia, de villa in San Francisco de Paula die in 1940 door Ernest Hemingway werd gekocht en waar hij 20 jaar woonde. Bij zijn vertrek in 1960 schonk hij de villa aan de Cubaanse staat en sinds 1962 en tot op de dag van vandaag is er een museum in gehuisvest. Het huis is gelaten zoals Hemingway het achterliet en bezoekers kunnen het interieur zien met de talrijke boeken, zijn jachttrofeeën, de tuin, alsook zijn vissersboot El Pilar waarmee hij op marlijn ging vissen (samen met zijn kapitein Gregorio Fuentes, de figuur die wellicht model stond voor zijn boek The Old Man and the Sea). Finca Vigia

El Pilar

Asociación

17

Wer kbe zoek Mar c Wuytac k aan Pinar del Río erkbe kbez Marc uytack Dag Vrienden, Mijn recent bezoek aan Cuba heeft, tegen alle verwachtingen in, bijna al mijn vragen opgelost. In tegenstelling tot de weinige respons die ik kreeg op mijn mails, was men heel goed voorbereid om mij te ontvangen en in te lichten. Bij ICAP - Havana werd ik door Julieta op de gebruikelijke hartelijke manier ontvangen, wat geen garantie is op resultaat. Maar ze kwam bijna onmiddellijk “to the point”, namelijk het goed terecht komen van onze container met werkmateriaal. In mijn bijzijn belde ze naar EMED (organisatie bevoegd voor de afhandeling) en naar donaties (verantwoordelijken voor de verzending) om mede te delen dat ik in het land was en te benadrukken dat deze keer alles vlot diende te verlopen. Er zijn al verschillende vergaderingen geweest, tot op zeer hoog niveau, over onze vorige container en iedereen is er zich van bewust dat een herhaling het einde van onze solidariteit betekent. Ditmaal zal onze container heel goed opgevolgd worden. Ondertussen verneem ik dat de twee containers met bedden uit Oostduinkerke nog bij de douane staan in Havana. De lading is geen probleem, de container heeft groen licht, maar twee organisaties in Pinar del Río komen er niet uit wie nu de factuur van het transport (3000 moneda nacional per container) zal betalen. Bij ICAP - Pinar del Río vliegt Sergio Abreu me om de hals. Hij heeft een volledig afgewerkt dossier en de vergadering met alle verantwoordelijken is tot in de puntjes voorbereid. Samen gaan we naar het hospitaal Leon Justo Padilla waar ik opgewacht word door Moraima - Minsap, Pablo - Technisch verantwoordelijke en vier dokters die elk voor een afdeling verantwoordelijk zijn. Later voegt zich nog Jorge López Rodríguez - Provinciaal Vice-directeur van Minsap bij ons gezelschap. Jammer dat het niet lukt om de powerpointpresentaties van onze vorige projecten te tonen om hen een duidelijk beeld te geven van onze mogelijkheden en bedoelingen, maar als de Vice-directeur vertelt over wat hij in de bejaardenhome Marina Azquy heeft gezien dan staan de Cubanen met open mond te luisteren. Het was niet enkel lof op het resultaat, maar ook vooral op de manier dat wij het werk - letterlijk - aanpakken. Je zag het enthousiasme bij de aanwezigen zo groeien. Hij vertelde dat hij in eerste instantie dacht dat ons project iets politiek, symbolisch was. Tot hij ons bezig heeft gezien. Hij staat nog steeds versteld van wat wij op twee weken realiseerden. Als hij iets meer details geeft voel ik toch een zekere trots opborrelen : het best geïsoleerde dak van de Provincie, het gebouw volledig opgefrist in een kwaliteitsverf die goed onderhoudt en nog jaren zal mee gaan, een functionerende watervoorziening. Sanitair dat werkt, een nieuwe, hygiënische afdeling die voorheen als totaal verloren stond geboekt. Nog straffer : een bejaardenhome met 90 bewoners, daar waar er vroeger slechts 50 waren en als afsluiter iets wat mij toch heeft gepakt. Door de verbeterde levensomstandigheden en de verhoging van het comfort van de bewoners is er een daling in het sterftecijfer vastgesteld. De tevredenheid is zowel bij bewoners als het personeel voelbaar. Dat wij hier ons steentje toe hebben bijgedragen, dat doet toch deugd. Het enige nadeel is dat men de verwachtingen voor ons volgende project hoog stelt. Op alle vragen krijg ik een positief antwoord : hun deel van het werk (slopen van enkele muren en de toiletten) zal gedaan zijn voor onze aankomst, de lijst met het benodigd medisch materiaal hebben ze, het materiaal waar zij dienen voor te zorgen zal er zijn, er is een keuken en een magazijn voorzien, er zal een Cubaanse brigade met ons samenwerken. Mayelin mag opnieuw mee werken in de keuken. Bij de rondleiding schrik ik wel dat men reeds is begonnen met de renovatie van de blauwe zaal (zij het op Cubaans tempo en planning). De uitleg is dat de Vice-President van Cuba (José Ramón Machado), nadat hij van ons succesverhaal had gehoord, zelf maandelijks informeert hoe het zit met de renovatie. Om hem ter wille te zijn, zijn ze al zelf begonnen. Maar geen schrik, er blijft nog voldoende over voor ons. Een voordeel is dat ze de patiënten van de bezette afdeling naar deze gerestaureerde zaal kunnen overbrengen tegen dat wij daar zijn. Dan kunnen wij in alle rust en zonder hinder werken. Na onze passage is het de bedoeling om in dit hospitaal jaarlijks 7000 zwangere vrouwen te volgen en te behandelen. Vele aanstaande moeders die nu ambulant verzorgd worden zullen dan in het hospitaal zelf kunnen gevolgd worden. Elke moeilijke zwangerschap (met complicaties) van de provincie zal hier aangepakt worden. Het bezoek aan de bejaardenhome Marina Azcuy bracht dan weer een golf aan herinneringen. Directeur André verwelkomde me en gaf me een rondleiding. Het was duidelijk merkbaar dat er meer bewoners waren, alles lag er netjes bij (mijn bezoek was niet aangekondigd). Maar de Cubanen hebben na ons vertrek ook niet stilgezeten. Ons “magazijn” was omgetoverd in een volledig functionele slaapzaal. Van ons materiaal was daar niets meer terug te vinden, maar ik zag in de keuken een nieuwe vloer, alle buitenmuren zaten in ons mooie beige, er was nog een extra terras aangelegd en het restant van de roofing lag op het magazijn van de psychiatrische afdeling gebrand. Ik zag enkel tevreden en lachende gezichten, en daar doen we het toch voor. Vele groeten, Marc Wuytack

18

Solidaridad

Che Presente 2011 Maanden keken we er naar uit, de zomer van 2011, met CHE PRESENTE. Lang geleden moesten ze in Cuba ook wachten, tot “Che” kwam en er voor vele mensen weer een zonnetje begon te schijnen. Dit jaar was het voor ons “Che presente - de zomer”. Weervrouw Sabine voorspelde een prachtige dag met veel zon, mojitos en een goede Cubaanse sfeer. Yola kwam me om 8.30h zoals afgesproken, en stipt op tijd, afhalen. Als verrassing had ze een Koreaanse vriendin meegebracht. Ming trok Europa rond op zoek naar de geschiedenis van ons continent. Tijdens haar verblijf in Gent mocht ze gebruik maken van Yola’s gastvrijheid. We vreesden dat het voor haar een lange eentonige dag zou worden, maar niets was minder waar. Tijdens de rit van Gent naar Bredene genoot ze al van het Vlaamse landschap. Het was niet nodig om Jacques Brel of andere liefhebbers van ons vlakke land te citeren om te zien hoe ze het naar haar zin had. In Bredene aangekomen was het even zoeken naar dat tentje in de hoek van het Staf Versluyscentrum. Velen moesten ons zoeken, anderen hebben ons zelfs niet gevonden, mocht ik achteraf tot mijn grote spijt vernemen. Jean-Paul arriveerde mooi op tijd om ons team te versterken en onze stand op te zetten. De Che-tent binnengekomen kwamen we tot de vaststelling dat alleen het tafeltje in de hoek nog vrij was, achteraf gezien het mooiste plekje in de tent. Dicht bij de ingang, mojito-bar en de broodjesstand. Met de zon erbij kon de dag niet meer stuk, tot Yola verzocht werd een lid van de Cubaanse ambassade in Rotterdam te helpen. De man stond met autopech op de parking en schakelde Yola in om te onderhandelen met het verhuurbedrijf van zijn voertuig. Vrouw voor alle werk: mijn chauffeur, onze standhoudster, tolk en mechanieker voor de Cubaanse ambassade en last but not least, gastvrouw voor de Koreaanse Ming. Ondertussen was Jean-Paul onze sympatisanten op de stand aan het vermaken met zijn verhalen over Cuba. Hoe hij daar bij 35°c op het dak van een bejaardentehuis in Pinar del Río stond te zweten van het harde labeur en te dromen van de welverdiende mojito die daar zou op volgen. Tussendoor toonden we het fotoboek over ons project aan eenieder die zich naar onze stand begaf. Hier en daar mochten we een schenking ontvangen of verkochten we een t-shirt. Toen Yola me vroeg om eens met Ming het strand van Bredene te verkennen kwam dit als een welgekome rustpauze. Beleefd, zoals ik ben opgevoed, trok ik met haar door de duinen naar het water. Ik kon het niet laten haar te vertellen dat dit eigenlijk het enige Belgische naaktstrand is, hierbij namen haar Aziatische oogjes een totaal andere vorm aan en kwamen er alleen nog oooohh en aaaahhh ’s uit haar mond. Het was lachen geblazen, maar we hielden toch maar onze kleren aan. Ik had trouwens een taak te vervullen in de tent. Als ik daar terug kwam waren Gracienne en Luc, twee compañeros die ook steeds van de partij zijn, leden aan het werven op de stand. Op dat ogenblik was ook de delegatie van de Cubaanse Ambassade uit Brussel op onze stand aangekomen, samen met Adriana Pérez en Magali Llort, respectievelijk echtgenote van Gerardo Magali en Adriana Hernández en moeder van Fernando González. Adriana herkende ons van op de vlucht Parijs-Havana, toen we met onze groep uit Gent naar ons Cubaans project vertrokken. Daar haar vader de buurman is van mijn Cubaanse schoonvader en mijn vriendin in haar buurt woont kwam er een spontaan gesprek op gang waaruit mocht blijken hoeveel sympathie ze heeft voor wat VVC-Gent in Cuba bereikt heeft. Kort daarop ging de zon onder en was het tijd voor Raymond (nee, niet die van VVC) maar deze van het Groenewoud. Het was bakske vol voor “The best of Raimundo del Bosque Verde”. Als afsluiter hebben we in de Che-tent nog een dansje geplaatst en een laatste pintje gedronken. Moe maar tevreden terug naar Gent, de stad met de drie torens waar Schelde en Leie samen vloeien en de Legendario gekoeld staat. Hasta el año que viene compañeros

Geert Steyaert, VVC-Gent

Historia

19

Juan Man uel Már que zR odrigue z Manuel Márque quez Rodrigue odriguez

Commandant en second du débar quement du Gr anma débarquement Granma Juan Manuel Márquez Rodriguez est, malgré son parcours révolutionnaire, une figure peu connue de la lutte du peuple cubain, certainement en dehors de Cuba. L’anniversaire de son assassinat par les troupes de Batista, quelques jours après le débarquement du Granma (2 décembre 1956), nous amène à raviver son souvenir. Juan Manuel est né le 3 juillet 1915 à Marianao, une commune à l’ouest de La Havane. C’est d’ailleurs dans son quartier natal qu’il va développer une grande part de son action politique.

Etudiant engagé Déjà à 16 ans il participe à une insurrection armée contre la dictature de Machado. Après l’échec de cette action il est emprisonné une première fois, avec son père. Fin 1931 on crée à Marianao le “Sector Radical Estudiantil”, composé de jeunes et dont Juan Manuel est un des membres les plus actifs. Il crée et dirige le périodique “Radical”, d’une vie éphémère, car rapidement occupé par la police. Le 8 avril 1932 il est incarcéré au Presidio à l’Ile des Pins. Avec ses 17 ans il y est le plus jeune des prisonniers politiques. Sa conscience rebelle et sa maturité politique s’y renforce. Il est libéré quand la chute de Machado est imminente et participe à la lutte pour le renverser. En juillet 1933, dans une déclaration du Sector Radical Estudiantil, il s’oppose fermement à la médiation de Summer Welles, dénonçant l’intervention dans les affaires internes de Cuba. A 18 ans il devient le secrétaire général du Sector Radical Estudiantil et crée un autre journal “Catapulta”, dont le premier numéro paraît en novembre 1933 et dans lequel il s’oppose à Fulgencio Batista dès décembre 1933. Il écrit aussi dans “El Sol”, périodique de Marianao, dans lequel il dénonce la transformation de Cuba d’une colonie espagnole en une dépendance de l’impérialisme yankee.

La Ala Izqierda Estudiantil Avant d’atteindre ses 20 ans Juan Manuel rejoint la Ala Izqierda Estudiantil pour, écrit-il dans El Sol “lutter pour la Révolution Agraire Anti-Impérialiste”. En mars 1935 il est, une fois de plus, emprisonné pour six mois. A la recherche d’autres fronts de lutte il intègre la “hermanidad de los Jóvenes Cubanos”, organisation qui lutte pour l’union des jeunes et leur éducation dans un esprit révolutionnaire. Dans sa commune on le considère de plus en plus comme un combattant de première ligne. Il est surveillé en permanence par la police qui lui reproche toutes les activités civiques et révolutionnaires contre le gouvernement en place. Le 13 mars 1936 il est une fois de plus arrêté et condamné à 8 ans de prison. Grâce à une loi d’amnistie il sera libéré fin décembre 1937. Après avoir terminé ses études secondaires il s’inscrit à la Faculté de Droit de l’Université de La Havane.

Le Parti Révolutionnaire Cubain (Auténtico) Se retrouvant dans les objectifs du Parti Révolutionnaire Cubain (PRC) il s’affilie à ce dernier. En 1941 il en fonde la section “Jeunes Auténtica”, et en 1943 il est élu délégué à l’Assemblée Municipale du PRC. En juin 1944 il est élu au Conseil Communal de Marianao et devient le dirigeant de l’opposition dans ce conseil. Lorsque, en octobre 1945, le Conseil propose d’appeler une avenue du nom de “Presidente Batista”, Juan Manuel s’y oppose et propose de nommer l’avenue “Mayor General Ignacio Agramonte”. En juin 1946 il est réélu au Conseil Communal. Pour tenter de freiner son action on essaie de le corrompre en lui proposant de l’argent et un terrain pour construire une maison. Finalement, devant la trahison des dirigeants du PRC par rapport à leurs promesses, il quitte ce parti.

Le Parti du Peuple Cubain (Ortodoxo) Impressionné par les discours et les dénonciations d’Eduardo Chibás, Juan Manuel, dans une lettre ouverte du 21 octobre 1946, déclare adhérer pleinement à ses idées. A partir du 15 mai 1947, avec la constitution du Parti du Peuple Cubain (Ortodoxo), il en devient un des militants les plus actifs et est désigné comme président de l’Assemblée Municipale du Parti Ortodoxo à Marianao. Le 7 mai 1948 il inaugure une émission de radio “La hora de la Ortodoxia Revolucionaria” et en 1950 il est proposé comme candidat aux élections à la Chambre. Survient le coup d’état de Batista que Juan Manuel dénonce et auquel il s’oppose, entre autres par des émissions radio clandestine, “La Voz de la Libertad”, émises de différents endroits, ainsi que dans le périodique “El Sol”.

Le Mouvement National Révolutionnaire Juan Manuel appuie les projets du Mouvement National Révolutionnaire du professeur Rafael García Bárcenas : attaquer le camp militaire de Columbia, action prévue pour le 15 avril 1953, et il disposait de 250 combattants, prêts à l’action. Ces projets ayant échoué il confirme sa détermination de recourir à la lutte armée contre la dictature de Batista. Après l’assaut de la Moncada, le 26 juillet 1953, il est persécuté par la police, alors qu’il ne faisait pas partie des assaillants. Le 15 mai 1955, les attaquants de la Moncada sont libérés grâce à la pression populaire. Le 5 juin, tard le soir, Juan Manuel est attaqué par la police du régime et brutalement frappé, au point de nécessiter une hospitalisation. Fidel Castro dénonce les brutalités dans le journal “La Calle”.

Le Mouvement Révolutionnaire du 26 juillet (M26-7) Le 7 juin Fidel rend visite à Juan Manuel à l’hôpital et les deux révolutionnaires partagent une même vision pour les luttes à mener. Le 12 juin, lors de la formation de la Direction Nationale du M-26-7, Juan Manuel est nommé dirigeant en second de l’organisation. Selon les plans du mouvement, Juan Manuel part au Etats-Unis et Fidel au Mexique. Sa tâche est d’organiser les émigrés et de récolter des fonds pour le financement de la lutte. Il se rend partout

20 où se trouvent des émigrés cubains et il organise la visite de Fidel Castro aux Etats-Unis du 22 octobre jusqu’au début novembre 1955. Quand, en novembre 1955, la dictature convoque à des élections partielles, grâce à Juan Manuel le M-26-7 peut dénoncer la mascarade dans “El Sol” du 21 novembre, par les déclarations de Fidel, devenues célèbre depuis, “Nous serons libres ou martyrs”. Juan Manuel, second responsable, est pleinement accaparé par la récolte de fonds et l’organisation du logement et de l’entraînement des rebelles, ce qui lui laisse à peine le temps pour son propre entraînement militaire. Entre le 21 et le 23 juillet, suite à une dénonciation, la police mexicaine arrête Fidel et ses compagnons de lutte. Uniquement Juan Manuel, Raúl Castro et Héctor Almada échappent à la rafle, et ils poursuivent la préparation de l’opération tout en agissant pour la libération de leurs camarades. Libéré en octobre Fidel réaffirme son engagement de combattre sur le sol cubain avant la fin de 1956. Les évènements s’accélèrent et Juan Manuel déclare “C’est difficile d’aller mourir à Cuba”. Le 2 décembre le Granma arrive à Cuba et les 82 expéditionnaires débarquent, fatigués et malades après une traversée compliquée par le mauvais temps. Ils arrivent dans des mangliers où la marche est pénible. Au moment de compter les combattants, Jose Manuel et sept autres rebelles manquent à l’appel. Ils réussiront à rejoindre le groupe deux jours plus tard. Sur le chemin vers la Sierra Maestra Juan Manuel prend du retard sur l’ensemble du groupe et Fidel envoie un compagnon vers l’arrière, sans succès. Le commandant en second du débarquement erre dans cette région inhospitalière, souffrant de la faim et de la soif, sans trouver le moyen de rejoindre la Sierra Maestra. Juan Manuel Márquez Rodriguez est fait prisonnier par les sbires de Batista et assassiné le 15 décembre 1956. Lors de sa première visite à New York, peu après la victoire, le 24 avril 1959, Fidel déclare : “Quand je vois cette foule, en parlant ici aujourd’hui, ma pensée va à celui qui a été mon compañero dans l’organisation du M-26-7 en exil, à mon compañero de cette époque, ce formidable orateur, ce compañero qui faisait se lever la foule par ses paroles vibrantes : Juan Manuel Márquez. Il n’est pas présent aujourd’hui, mais l’œuvre qu’il a entamée est présente ici. Il n’est pas présent mais son souvenir l’est”. Sources : -Hugh Thomas. Cuba. The Pursuit of Freedom. New York, Harper and Row, 1971. -Dr. Eugenio Suárez Pérez et M. Cs. Acela Caner Román. El segundo jefe de la expedición del Granma. In : Cuba Socialista. Revista téorica y política. No. 41, 09/06.2007. Freddy Tack

Breves BREVES DE LA PRENSA CUBANA F. Tack

CDR – prijzen De CDR (Comité’s ter Verdediging van de Revolutie) hebben de “Prijs van de wijk” toegekend aan Silvio Rodriguez en aan de kindertheatergroep “La Colmenita” (De Bijenkorf). De CDR’s groeperen meer dan acht miljoen Cubanen ouder dan 14 jaar, en spelen een belangrijke rol in de waakzaamheid en in het wijkleven (veiligheid, netheid, sanitaire organisatie, recuperatie van materialen, enz.). Silvio en “La Colmenita” kregen de prijs voor hun band met de bevolking en hun optredens in de wijken van verschillende steden van het land. Juventud Rebelde 31/08/2011

Restauratiewerken in het Cubaans Muziekmuseum Jesús Gomez Cairo, directeur van het Cubaans Muziekmuseum, deelde mee dat waardevolle stukken, die deel uitmaken van het cultureel patrimonium van Cuba, gerestaureerd werden. Het gaat om ongeveer 400 instrumenten, waaronder de verzameling Afro-Cubaanse instrumenten (van de Arará-, yoruba- en congacultuur) van de antropoloog Fernando Ortíz. Ook orgels, draaioorgels, fonografen, piano’s met een grote historische waarde werden hersteld. Rollen voor mechanische piano’s werden gerestaureerd, waaronder werken waarvoor geen geschreven partituren bestonden. e In het kader van de 40 verjaardag van het museum werden ook 500 originele partituren uit de XVIIIe, XIXe en XXe eeuw gedigitaliseerd, waardoor de originele documenten gevrijwaard blijven van elke manipulatie en risico van beschadiging. Daarnaast werden nog partituren van Nicolás Ruiz Esperado (1832 – 1890) en Ignacio Cervantes (1847 – 1905) opnieuw gepubliceerd. De restauratiewerken kregen financiële hulp van de Europese Unie en de technische steun van het Instituut voor de Conservatie van Culturele Goederen van Valencia. Prensa Latina, 13/09/2011

Bedreigingen tegen Repsol Het Spaanse bedrijf Repsol doet momenteel boorproeven in Cubaanse wateren, waar hoogstwaarschijnlijk belangrijke petroleumreserves te vinden zijn. Een groep Noordamerikaanse politiekers van Cubaanse oorsprong schreef een dreigbrief om de opzoekingswerken stil te leggen. Antonio Brufau, voorzitter van het bedrijf, kreeg de brief vanwege o.a. de ons welbekende Ileana Ros-Lethinen en Debbie Wasserman Schultz, die het bedrijf verwittigen dat klachten zullen neergelegd worden bij de burgerlijke en de criminele rechtbanken, met de sancties voorzien in de wetgevingen rond de economische, commerciële en financiële blokkade. Elke buitenlandse investering die een financieel voordeel voor de economische ontwikkeling van Cuba mogelijk maakt moet met alle middelen gestopt worden. Granma, 30/09/2011

21 Meer dan 600.000 oogoperaties in Bolivia

Een “Huis van de Guayabera” in Sancti Spiritus

Over vijf jaar tijd hebben Cubaanse artsen in Bolivia 600.105 oogoperaties uitgevoerd in het kader van de “Operación Milagro” (Actie Mirakel). Ook patiënten van de buurlanden werden behandeld : Argentijnen (35.245), Peruvianen (22.280), Paraguayanen (312) en Brazilianen (48.255). Nila Heredia, Boliviaans minister voor Gezondheidszorg, vermelde tevens de behandeling van gehandicapten door de medische brigades. De solidariteitsmissie “Moto Méndez” stond in voor meer dan 20.000 mentaal gehandicapten en 85.000 motorisch gehandicapten. De brigade was samengesteld uit specialisten neuropediatrie, genetica, neus- en oorheelkundigen, psychologen uit Bolivia, Cuba en Venezuela.

De guayabera was een typisch kledingsstuk uit Sancti Spiritus alvorens het ganse eiland in te palmen. Volgens de legende werd de eerste guayabera, het hemd met de grote zakken, genaaid door een Spaanse kleermaker in de omstreken van Yayabo. In 2007 werd het sociocultureel project “La Guayabera” gestart. Meer dan een honderdtal hemden, gedragen door bekende personaliteiten, maken nu deel uit van de verzameling in Sancti Spiritus. Het centrum wordt multifunctioneel, met een museumzaal met de verzameling guayaberas, maar tevens een conferentiezaal, een documentatiecentrum en een cafetaria. Er worden ook dans- en kooklessen voorzien en het aanbieden van de cuju, typisch drankje van het huis, op basis van hierba buena, honing en aguardiente. Het “Huis van de Guayabera” krijgt de naam van Vilma Espín die, volgens Carlo Figueroa, directeur van het Provinciaal Museum van Sancti Spiritus, het gebruik van de guayabera bij de vrouwen heeft gepopulariseerd en verschillende modellen uit de collectie inspireerde.

Giron, 06/09/2011

50 jaar Mujeres Op 15 november viert het tijdschrift “Mujeres” zijn 50jarig bestaan. Het tijdschrift is de spreekbuis van de FMC (Federatie van de Cubaanse Vrouwen), gesticht door Vilma Espín. Een ontmoetingdebat, met directrices, journalistes, drukkers, administratieve medewerkers, die op één of andere manier hebben bijgedragen tot het reilen en zeilen, begroette de verjaardag. Mujeres speelde zeker een belangrijke rol in het omverwerpen van talrijke taboes levend in de machistische Cubaanse samenleving, en bij de incorporatie van de vrouwen in alle activiteiten van het revolutionair proces. Arelis Santana, tweede secretaris van de FMC, benadrukte dat ook vandaag Mujeres een fundamentele schakel is en blijft in de politieke en ideologische werking van de vereniging. Tribuna de La Habana, 26/10/2011

Eerste prijs van het Internationaal Symposium van Terracota gaat naar Cubaanse kunstenares Marta Jiménez, schilder en beeldhouwster uit Camagüey won in Turkije de eerste prijs van het Symposium van Terracota. Het beeld “La Gineta”, 1m90 hoog, werd gekozen om tentoongesteld te worden in de straten van de Turkse stad Eskisehir, evenals “La cuarta parte del cuerpo humano”, 2m90 hoog. De kunstenares deelde mee dat zij in beide werken de rol van de vrouw wil uitdrukken in de ontwikkeling en vooruitgang van de maatschappij, samen met gewoontes en humor eigen aan de Cubaanse idiosyncrasie. Zij won reeds verschillende prijzen, waaronder één van de Nationale Cultuur, één van de UNESCO, één van de Internationale tentoonstelling van Kleinkunst in Havana, één van de Bienale van Hedendaagse Kunst in Shangaï. Het is wel de eerste keer dat ze deelneemt aan een competitie met beelden van dit formaat. Adelante, 20/10/2011

Escambray, 27/09/2011

Stranden kuisen, de wereld kuisen De jaarlijkse campagne “Laat ons de wereld kuisen” had plaats van 16 tot 18 september in de Ciénaga de Zapata. Ze ging gepaard met een sensibiliseringscampagne “Laat ons onze stranden kuisen”, gesteund door de CITMA, het Parque nacional Ciénaga de Zapata en het Bureau voor het Beheer van de Stranden van Varadero. De campagne werd gevoerd in bedrijven, scholen, administraties en wijken. Specialisten van de SITMA hadden uitwisselingen met gemeentelijke diensten over de netheid van de stranden in de Varkensbaai en tevens met het personeel van de toeristische sector van Playa Larga. Naast het reinigen van de stranden stond ook de herbebossing over 3 km strand op het programma, met de medewerking van inwoners van Buenaventura, specialisten in herbebossing en zelfs vakantiegangers. In de scholen liep een wedstrijd in literatuur en plastische kunsten met als tema : “De kust, de stranden en de mens”. Giron, 30/09/2011

Delfín Sen Cedré, slachtoffer van de CIA Delfín Sen Cedré, alfabetisator in de brigades “Patria o Muerte”, werd de nacht van 3 oktober 1961 eerst versmacht en daarna opgehangen aan een boom door contrarevolutionairen. Zij pikten hem op in de finca La Luisa, in de wijk Paso Cavado in Novo (Villa Clara). 50 jaar later wekt deze laffe moord van een jonge “alfabetizador”, vrijwilliger om zijn land en zijn medeburgers te bevrijden van het analfabetisme, nog steeds woede en verontwaardiging op. Een herdenkingsplechtigheid had plaats waarbij een jonge pionierster de rol herdacht van deze jonge man die de landbouwers kwam leren lezen en schrijven en hielp aan de verbetering van de gezondheidszorg in deze streek. Juventud Rebelde, 04/10/2011

22

Breves

BREVES DE LA PRENSA CUBANA F. Tack

La Coppelia, la Cathédrale des crèmes glacées Aucun visiteur de La Havane n’échappe à La Coppelia avec ses crèmes glacées renommées. En plein centre de La Havane, à une centaine de mètres de l’hôtel Habana Libre, au coin de 23 y L, au centre d’un magnifique parc, on se bouscule tous les jours pour déguster une des nombreuses saveurs de l’établissement. L’endroit est immortalisé par Senel Paz dans son conte “El lobo, el bosque y el hombre nuevo”, conte qui sera la base du film mondialement connu “Fresa y chocolate” de Tomás Gutiérrez Alea. Le film commence par une rencontre à La Coppelia. C’est le personnage du ballet qui a inspiré le nom de l’établissement. Une visite à la Cathédrale des crèmes glacées est obligatoire et inoubliable et chacun gardera le souvenir des goûts variés, plus savoureux les uns que les autres, comme la noix de coco, la mangue ou la goyave. Trabajadores, 19/08/2011

Les intérêts de la famille Bush à Cuba George Herbert Walker, arrière grand père maternel de George W. Bush, était le directeur de sept compagnies présentes à Cuba depuis 1920 : The Cuba Company, The Cuban Railroad, Cuban Dominican Sugar, Barahona Sugar, Cuba Distilling, Sugar Estates of Oriente et Atlantis Fruit and Sugar. Comme les noms l’indiquent, elles opéraient dans le sucre, le rhum et les chemins de fer. En 1942 ces compagnies se regroupent dans la West Indies Sugar Company, nationalisée en 1960 par le gouvernement révolutionnaire. Le fils Walker, et oncle de George W. Bush, reprend les affaires après le décès de son père en 1953. La même année George Bush père, fonde la compagnie pétrolière Zapata Oil, à Houston, avec la Zapata Offshore comme filiale. Celle-ci signe, en 1958, un contrat pour l’exploitation de nappes de pétrole à 40 milles au nord de Isabela de Sagua (Las Villas), dont les activités seront stoppées par le triomphe de la révolution. Les liens de ces firmes avec la CIA, reconnus dans des documents déclassifiés, sont difficiles à reconstituer. Les archives de Zapata Offshore ont été partiellement détruites après 1960, quand George Bush entame sa carrière politique, et ont été totalement détruites entre 1981 et 1983, quand il devient vice-président. Fletcher Prouty, ex officier de la CIA, confirme dans son livre “L’équipe secrète”, publié en 1973, que deux des navires utilisés pour le débarquement dans la Baie des Cochons (le Barbara J et le Houston) ont été remis en état et peint dans la base navale de Elizabeth City (Caroline du Nord) avec la firme Zapata Offshore comme façade officielle. Quelques liens qui expliquent une hargne permanente ? Max Lesnick, Cubadebate, 23/08/2011

Silvio Rodriguez, citoyen d’honneur de Buenos Aires Les autorités de la ville de Buenos Aires (Argentine) ont nommé citoyen d’honneur Silvio Rodriguez, a qui la distinction est remise en novembre. Silvio, co-créateur de la Nueva Trova, le mouvement musical reconnu mondialement, “continue a toucher le cœur et la conscience de milliers de personnes” a déclaré le député Julio Ruffo. Rappelons que Silvio est l’auteur de plus de 500 chansons, de musique de films et téléfilms, de pièces de théâtre et qu’il a reçu de nombreux prix et décorations. Ses chansons ont été traduites en français, en italien, en anglais, en portugais, en guaraní, en russe, en chinois, en japonais, en coréen, en suédois et en catalán. La proposition de Julio Ruffo a été approuvée à l’unanimité par les autorités de la ville de Buenos Aires. Juventud Rebelde, 03/09/2011

Programme d’alphabétisation cubain au Paraguay Le 30 août, en présence de Fernando Lugo, Président du Paraguay, a été présenté la Campagne Nationale d’Alphabétisation, basée sur la méthode cubaine “Yo, sí puedo”. Le lancement de la campagne a eu lieu au Centre Communautaire “Cristo Solidario del Bañado Sur” à Asunción, en présence des autorités du Ministère de l’Education et de la Culture et de Rolando Gómez, ambassadeur de Cuba. Marta Ramos, responsable du projet, a déclaré qu’après un mois de lancement, des milliers de personnes se présentent pour apprendre à lire et écrire. Selon elle, la méthode est très bien acceptée par tous et les groupes de formateurs sont bien préparés. Elle a également remercié les spécialistes cubains qui ont participé à la formation des enseignants et à l’application de la méthodologie. L’objectif est d’alphabétiser 30.000 personnes d’ici à la fin de l’année; et d’étendre ce chiffre à 70.000 l’année prochaine. Selon les statistiques le Paraguay totalise près de 250.000 illettrés de plus de 15 ans. Vanguardia, 30/08/2011

Le procureur qui séquestre René González à Miami est la veuve d’un ex-officier du renseignement militaire qui a baptisé l’opération Peter Pan de la CIA Caroline Heck-Miller, le procureur qui refuse à René González le droit de rentrer à Cuba et qui refuse de poursuivre Luis Posada Carilles pour terrorisme, est la veuve de Gene Miller, un anti communiste notoire, exofficier du renseignement militaire pendant la guerre de Corée. En 1962 il a donné le nom de Peter Pan à l’opération de la CIA qui visait à inciter les parents cubains à faire partir leurs enfants aux Etats-Unis. Plus de 14.000 enfants sont ainsi partis après une campagne de

23 désinformation et de propagande, faisant croire que les enfants seraient envoyés dans des camps de travail en Union Soviétique et ne reviendraient jamais. Il épouse Caroline Heck en 1998 et décède le 17 juin 2005, à 76 ans. C’est Caroline Heck qui a refusé le transfert du procès des 5 ailleurs qu’à Miami. C’est elle qui, en avril 2005, décide de ne pas poursuivre Posada Carriles, qui avait avoué ne sentir aucun regret ni remord pour ses crimes terroristes. C’est toujours elle qui, aujourd’hui, refuse à René, pourtant libéré de prison, de retourner dans son pays et qui veut le maintenir encore trois ans à Miami, sous contrôle judiciaire. Granma, 30/09/2011

Boca de Samá, 12 octobre 1971 Il y a 40 ans, le paisible petit village de pêcheurs de Boca de Samá (sur la côte nord-est de Holguin) est attaqué par des mercenaires au service de la CIA. Quatorze hommes débarquent, de nuit, et commettent plusieurs méfaits. Surpris, ils tirent en rafale, tuent Ramón Siam Portelles et Lidio Rivaflecha Galán, et blessent Carlos Escalante, le responsable des quelques membres de la troupe des gardes-frontières dans la région. La ferme résistance de ces derniers repousse l’attaque des mercenaires. Ils prennent la fuite, rejoignent leurs vedettes rapides et, de leur embarcations, ouvrent le feu à l’arme de gros calibre, blessant deux petites filles, avant de s’éloigner à toute vitesse. L’opération était patronnée par Alpha 66 et Frente Cubano, organisations contre révolutionnaires bien connues, avec leur siège aux Etats-Unis. Les deux vedettes rapides rejoignent alors leur base de départ, Key Biscayne, en Floride. Trabajadores, 10 et 13/10/2011

Le 6 octobre son ami Leo Brouwer, guitariste et compositeur, a organisé en son honneur un concert hommage durant le Festival de Musique de Chambre. Grâce à Chucho Valdés le jazz cubain a quitté le cercle des initiés pour devenir un genre musical populaire, accessible à tous, et de nombreux jeunes musiciens ont suivi ses traces dans ce genre musical. On se souvient certainement de sa Missa Negra (1969) et du succès mondial obtenu avec le groupe Irakere et son inoubliable “Bacalao con pan”. Que ce soit avec un orchestre ou en pianiste solo, le jazz de Chucho ne laisse jamais indifférent, et ses interprétations et improvisations autour des grands classiques de la musique cubaine sont des exemples à ne pas manquer. Ses interprétations sont également imprégnées de l’héritage africain de la culture cubaine, ce que l’on retrouve dans son plus récent disque “Chucho’s steps”. Bon anniversaire à ce grand maître de la musique cubaine. Trabajadores, 11/10/2011

Fiesta del Tinajón Toute visite de la province de Camagüey à Cuba passe par les “Tinajones”, ces grandes jarres de terre cuite, typiques de la région. Le 13 novembre se célèbre la “Fiesta del Tinajón”, qui a lieu chaque année depuis 2007. Cette fête est une grande célébration culturelle ou la musique, la danse, la littérature, l’artisanat, trouvent leur place, au travers de la participation de nombreux groupes d’artistes amateurs. Des conférences sur l’art, sur l’architecture de la ville, avec la participation d’écrivains originaires de la région sont prévues. La partie musicale est, entre autres, confiée à Adalberto Alvarez y su Son, au pianiste Frank Fernández accompagné par l’Orchestre Symphonique de Camagüey. Adelante, 24/10/2011

10/10/1868 : début de la lutte C’est le 10 octobre 1868 que Carlos Manuel de Cespedes entame la guerre de libération de Cuba. C’est le début des luttes successives qui mèneront à la victoire finale er de la révolution, le 1 janvier 1959. Le premier fait d’armes de la “Grande Guerre” fut l’attaque de la caserne de Yara, aux cris de “Viva Cuba Libre”. La lutte initiée le 10 octobre allait rapidement s’étendre dans toute la zone centrale de l’île et dans tout le pays des groupes de soutien se forment. Le 10 octobre se commémore à Cuba en tant que fête nationale qui marque le début du mouvement de libération. Giron, 10/10/2011

Chucho Valdés Chucho Valdés, le grand pianiste de jazz cubain, Prix National de la Musique, tenant de 8 prix Grammy, a fêté ses 70 ans le 9 octobre.

Palante fête ses 50 ans Le 16 octobre 1961 parait à Cuba la revue humoristique “Palante”. C’est le plus ancien des journaux satiriques édités à Cuba et un des plus anciens d’Amérique Latine. Après 1959 les humoristes cubains ont développé un humour différent, engagé dans les luttes révolutionnaires, aux côtés des humbles, des pauvres, des opprimés. Une équipe de dessinateurs et d’écrivains d’avant-garde s’est constituée dans l’effervescence des nouvelles conditions offertes par la jeune révolution. Palante commence sa longue carrière qui arrive maintenant à 50 ans. Des collaborateurs de tout le pays et des artistes étrangers ont publié dans Palante qui est aussi devenu une école de formation de plusieurs générations de jeunes humoristes. Palante, 17/10/2011

24

Semanas culturales cubanas

CUB A ET SA CUL TURE A LA FÊTE A CUBA CULTURE EVERE ! Comme annoncé dans le précédent Cuba Sí, le 20 octobre dernier, jour de la culture cubaine, étaient inaugurées dans le prestigieux cadre de la maison communale d’Evere (Bruxelles), deux semaines d’activités permettant de découvrir la plus grande île des caraïbes au travers de sa culture. Dans le cadre de la salle Brel, pour l’occasion décorée par l’exposition de notre collection exceptionnelle de 37 affiches de cinéma cubain, avait pris place un public nombreux constitué de citoyens everois curieux mais également d’amis de Cuba et de personnalités, dont entre autres l’ambassadeur du Vénezuela , des représentants diplomatiques des pays de l’Alba (1), ainsi qu’une délégation de l’Icap(2) présidée par son Directeur pour l’Europe, Holmedo Pérez. Mirtha Hormilla

Stéphane, Marka et Dominique Clajot

L’Echevine de la Culture, Dominique Clajot, en tant qu’hôte souhaita la bienvenue à tous tout en soulignant l’importance de la culture comme vecteur d’amélioration des relations entre les peuples et rappela avec émotion combien Cuba avait toujours été présente dans son cœur. Ensuite l’ambassadrice de Cuba Mirtha Hormilla remercia la commune et les Amis de Cuba de Bruxelles pour cette initiative ô combien importante pour mieux faire connaître les richesses de son pays.

Marka introduisit ensuite la projection de Señor Marka, le film qui raconte avec émotion et humour son coup de foudre pour la musique cubaine et en particulier la tournée qu’il fit là-bas en 2008. La soirée se termina par un cocktail festif offert par la commune où chacun eu l’occasion de partager ses impressions avec enthousiasme. Le ton était donné et c’est avec autant de succès qu’eurent lieu les autres événements prévus. Le mardi 25 au même endroit, la conférence de Sara Alonso, historienne de l’art spécialisée de la Fondation Ludwig de Cuba, suivie de la projection du film : Le Soleil, Nouveau pétrole de Cuba ? de Anne Delstanche furent également très applaudies. Le lendemain, à l’académie de musique le concert du jeune pianiste cubain Jorge González Buajasán qui présenta des œuvres du répertoire classique cubain fut suivi par un public de jeunes mélomanes qui eurent ainsi l’occasion de voir de très près un concertiste de talent. Jorge González Buajasán

Ce vendredi 4 novembre on a renoué avec l’ambiance festive devant un public très nombreux venu pour le concert du groupe cubano belge La Sonora Cubana et de son invité exceptionnel le chanteur Marka. Est-il utile de vous dire que les cocktails cubains offerts connurent un succès phénoménal … sans doute aussi une très agréable manière de découvrir la culture cubaine. Je terminerai en remerciant une fois de plus, au nom des Amis de Cuba : l’Echevine Dominique Clajot et l’équipe de la commune d’Evere, ainsi que l’ambassadrice de Cuba, Mirtha Hormilla et son équipe pour leur collaboration à la réussite de ces deux semaines qui laisseront beaucoup de bons souvenirs. Stéphane Sergeant

(1) Alba = Alliance Bolivarienne pour les Amériques (2) ICAP = Institut Cubain d’Amitié avec les Peuples

Cultura

25

Kunst door kleine en grote handen Antwerpen, 7 november 2011, 4 jonge Cubaanse kunstenaars organiseren een workshop met kleuters en jonge kinderen van 6 verschillende nationaliteiten te midden van hun eigen werk. De vier Cubaanse kunstenaars - Alex Hernández, Adrián Fernández, Frank Mujica and María Cienfuegos – zijn in België in het kader van het Art12 project van Paul Verbeeck en Bruno Devos. Beide mannen sloegen in oktober 2010 de handen in elkaar voor de organisatie van een retrospectieve over de Belgische kunstenaar Bruno Vekemans in Havana. De samenwerking verliep heel succesvol en mondde dit jaar uit in het project Art12. Dit project wil in Antwerpen (op ‘T Eilandje) een galerij opzetten voor hedendaagse kunst en tegelijk uitgroeien tot een platform voor documentatie en promotie voor zowel gevestigde namen in de hedendaagse kunstwereld alsook voor nieuwkomers en zelfs studenten. De vier genoemde Cubaanse kunstenaars zijn elk voor zich gegroeid in hun creatieve ontwikkeling en vormen vandaag een succesvolle vertegenwoordiging van verschillende nieuwe kunststromingen in het evoluerende Cuba anno 2011. Hun samenwerking met Art12 begon op 21 oktober ll. met de opening van de tentoonstelling ‘7ma y 60’ in de Lange Nieuwstraat 17 te Antwerpen naar aanleiding van de Cubaanse dag van de Cultuur. Een uitgebreide vertegenwoordiging van de Cubaanse ambassade was aanwezig op de vernissage. Om hun werk, hun visie en hun culturele eigenheid nog breder kenbaar te maken, organiseerden ze een workshop waarbij de kinderen eerst een rondleiding kregen bij de verschillende werken. Er werd gevraagd wat ze zagen en waar de dingen hen deden aan denken. Heel boeiend, vonden de kinderen, vooral al die tropische vruchten die als muziek in de oren klinken: anón, papaya en guanábana. Het leken wel woordspelletjes voor de allerkleinsten.

Persmededeling van het ICAP na een bezoek aan de Gentse Vrienden van Cuba Zondag 23 oktober 2011 brachten Holmedo Pérez, directeur van het ICAP sectie Europa, en Julia Cabrera, verantwoordelijke van het ICAP voor België, een bezoek aan Gent om een aantal deelnemers van de Brigade Carlos Habré te ontmoeten. Deze brigade wordt volledig op poten gezet door de Vrienden van Cuba in België. De deelnemers van de brigade Carlos Habré staken al twee keer de handen uit de mouwen op Cuba waar ze tot nu toe bejaardentehuizen renoveerden. De eerste maal gebeurde dit in 2010 in La Lisa, Havana en in 2011 trokken ze naar Pinar del Río. In 2012 zullen ze het moederhuis van Pinar del Río in een vernieuwd kleedje steken. De deelnemers nemen alle kosten voor transport, logement en maaltijden voor eigen rekening. Maar dat is niet alles ! Alle materialen die gebruikt worden tijdens de werken worden ook door de brigadisten aangeleverd en dit door middel van inzamelingen en giften van zowel officiële instellingen als bedrijven. Om onvoorziene omstandigheden te vermijden zitten er tussen de deelnemers telkens een aantal stielmannen zoals een elektricien, een schrijnwerker, een metser en een loodgieter. Deze mensen maken de andere deelnemers wegwijs tijdens de werken. Op deze manier brengen de betrokkenen ode aan de naam Carlos Habré, een Gentse immigrant en de drukker die in de 18 eeuw in Cuba verbleef en die aanzien wordt als de grondlegger van het drukwerk op het eiland.

Julia, Geert en Holmedo

De Vrienden van Cuba danken hierbij dan ook de directie en leerkrachten van de Freinetschool ‘De Pluim’ te Hoboken, Sara Alonso de organisatrice van de tentoonstelling, de kunstenaars Alex, Adrián en Frank, en natuurlijk de Cubaanse ambassade voor hun meewerking en steun.

Het bezoek van de mensen van het ICAP was een ware eer voor de brigadisten. Er werd natuurlijk uitvoerig over het project gesproken, maar daarnaast werden de gasten rondgeleid in het oude centrum van de stad Gent die veel gemeen heeft met Spanje. In 1500 tijdens de Spaanse bezetting werd Keizer Karel namelijk geboren in Gent. De Gentenaren, die bekend waren voor hun rebellie, werden hiervoor in 1540 gestraft door Keizer Karel die hen vernederde door een stoet van notabele Gentse burgers met een strop om de hals te verplichten om uit het stadhuis te komen en tot aan het Prinsenhof te gaan waar ze publiekelijk vergiffenis moesten vragen aan de Keizer en Maria van Hongarije. Sindsdien worden de Gentenaren stroppendragers genoemd. Na een kennismaking met het oude centrum namen de gasten een kijkje bij de tentoonstelling : “Cuba mi amor” van de fotograaf Regi Rotty die veel naar Cuba reisde. Ze zagen er uitstekende foto’s die het dagelijks leven weergeeft en meer bepaald de gevoelens die de muziek en dans opwekken. Na dit bezoek vertrokken de vertegenwoordigers van het ICAP opnieuw naar Brussel waar ze andere delegaties ontmoetten in de Cubaanse Ambassade.

Alexandra Dirckx

Yola Ooms

Daarna mochten ze zelf de handen uit de mouwen steken: er was plasticine voorzien om mee te boetseren, potloden om een fijne tekening mee te maken of vetkrijtjes en viltstiften om het zwaardere schilderwerk te evenaren. De opdracht was om iets te tekenen dat ze gezien hadden tijdens de rondleiding. De resultaten waren zeer uiteenlopend. Sommigen tekenden hele taferelen met heel felle kleuren, anderen gingen met de plasticine aan de slag en nog anderen tekenden echt thematische dingen. Zo had Thor een tekening gemaakt van een huis waarvan het dak wegvloog door de wind. Dit was duidelijk een compilatie van verschillende waarnemingen. Na het kunstmoment kregen de kinderen nog een versnapering aangeboden door de mensen van de Cubaanse ambassade. Dit was zeer welgekomen en werd met veel smaak verorberd. Om de kunstenaars en de ambassade te bedanken zongen de kinderen het schoollied. Een fijne namiddag vol met kleine verrassingen.

26 MARKA RELANCE INSTR UMENTS POUR CUB A INSTRUMENTS CUBA 2011 (du 20/10 au 20/12/2011) A l’initiative du chanteur Marka, les Amis de Cuba de la Région de Bruxelles relancent à partir du 20 octobre une 3ème édition de l’action Instruments pour Cuba. Cette année les partenaires sont La Loterie Nationale, l’Echevinat de la Solidarité entre les Peuples de la Commune d’Evere (Bruxelles), et Marka et ses musiciens qui cèderont un pourcentage des cachets de leur tournée de Noël à l’action. Les Amis de Cuba Bruxelles tiendront aussi un stand au Marché de Noël d’Ixelles du 9 au 11 décembre à la place Flagey, dont les bénéfices seront consacrés à l’action. Des instruments neufs de qualité seront achetés et envoyés à notre partenaire sur place à La Havane, l’Institut Cubain de la Musique. Ils seront ensuite diffusés dans les écoles de musiques et mis à disposition d’élèves ayant entre 12 et 18 ans. Si vous souhaitez participer, vous pouvez passer faire un achat au stand du marché de Noël à Ixelles ou vous pouvez faire un don même minime (pour les dons la clôture sera le 10/01/2012 compte tenu de la parution fin décembre du Cuba Sí) en mentionnant Instruments pour Cuba 2011 au n° de compte IBAN BE 90 523 0801 177 32 - Banque Triodos - Amis Cuba asbl - Avenue Neptune 24 bte 10, 1190 Bruxelles.

Asociación Pour toute question contactez-nous à : [email protected] D’avance merci Stéphane Sergeant Président Amis de Cuba Bruxelles Bruxelles le 20 octobre 2011

Wenskaartenactie Stuur je wensen of boodschap voor het nieuwe jaar met de kaarten van V.V.C. Regio Aalst Dender. Een pakje van 4 dubbele wenskaarten met omslag kost 6 Euro, exclusief verzendingskosten. Er zijn twee reeksen van 4 kaarten te bekomen. Zo steun je onze projecten in Cuba ! Ook grote bestellingen zijn welkom. Bestellen kan via het mailadres : [email protected] of na storting op rekeningnummer: 850–8120244–81. Gelieve te vermelden of je reeks 1 of 2 wenst. U vindt onze wenskaarten reeks 1 en reeks 2 afgedrukt in deze Cuba Sí ! (zie pagina hiernaast) Welbedankt !

De Vrienden van Cuba vzw - Les Amis de Cuba asbl Avenue Neptune 24 bte 10 - B-1190 Vorst - Forest Tel : 03/290 49 10 • E-mail : [email protected] Lidgeld (jaarlijks) 12 euro-6 euro (2e en volgend lid van het gezin) Contribution (an) 12 euro-6 euro (2ième et membre suivant de la famille) Rekening - Compte : De Vrienden van Cuba vzw – Les Amis de Cuba asbl 523-0801177-32 IBAN nr : BE90 523080117732 ON – NE : 412063027

De vzw “De vrienden van Cuba” is een vereniging die tot doel heeft de toenadering tussen het Belgische en het Cubaanse volk te bevorderen en aan haar leden en het publiek middelen ter beschikking te stellen om tot een betere kennis te komen van de Cubaanse realiteit. Zij heeft geen enkel partijpolitiek karakter. Onze eigen artikels mogen geheel of gedeeltelijk overgenomen worden mits bronvermelding. Graag een presentexemplaar. ISSN 0771 4491 L’asbl “Les Amis de Cuba” est une association qui a pour but d’oeuvrer au rapprochement entre le peuple belge et le peuple cubain et de mettre à disposition de ses adhérents et du public des moyens d’accéder à une meilleure connaissance de la réalité cubaine. Elle n’a aucun caractère de parti politique. Les articles de nos membres peuvent être repris entièrement ou partiellement, avec mention de l’origine. Prière de nous faire parvenir un exemplaire témoin.

Voorzitter/Président : Alexandra Dirckx - 03/290.49.10 Ondervoorzitter/Vice-président : Mark Lamotte Schatbewaarder/Trésorier : Mark Lamotte – 02/453.17.42 CONTACT Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 0485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 Antwerpen : Erwin Wils – 0475/85.84.55 Leuven : Roger Liekens - 0475/23.26.24 Liège : Patrick Jeurissen - 04/337.88.87 Charleroi : Luigi Raône - 071/43.65.87 Gent : Marc Wuytack – 0476/65.22.40 Kempen : Hubert Celen - 014/31.34.87 Prijs per nummer/prix par numéro : 1,25 Euro Leden gratis - membres gratuit Hoofdredacteur/Rédacteur en chef > Raymond Verbinnen 0484/58.50.77 – E-mail : [email protected] Redactie/rédaction > Mark Lamotte, Anne Delstanche, Freddy Tack, Alexandra Dirckx, Youri Blieck, Yola Ooms, Liliane Stadler, Monique Dits, Stephane Sergeant. Eindredactie/rédaction finale > Sylvie Vanhoegaerden Lay-out/mise en page > Sylvie Vanhoegaerden en Eva Van Malderen (kleurenpagina’s) Druk/impression > drukkerij A. Beullens – Holsbeek website : www.cubamigos.be

›› Wenskaarten ›› Cartes de vœux

›› Cuba et sa culture à la fête à Evere ‹‹

›› Kunst door kleine en grote handen ‹‹