3-dimensionale reflexologie
door Thijs Versteegh
Een serie artikelen over een nieuwe somatotopie, een nieuwe kaart, ontwikkeld door de Zweed Henrik Hellberg. Dit eerste deel beschrijft het basisprincipe. In het tweede deel zal ik ingaan op de zones van het bewegingsapparaat en praktijk voorbeelden daarvan geven. Daarna zullen de projecties aan bod komen van de verdere lichaamsgebieden en systemen. Vroeg in de ontwikkeling van het embryo ontstaan eerst 2 en dan 3 kiembladen: het endoderm, mesoderm en ectoderm. Het zijn aanvankelijk bladen, die op elkaar liggen, maar - de op het Grieks gebaseerde woorden endo-, meso- en ekto- (= binnen, middenin en buiten), geven het al aan - deze bladen rollen zich op, waarbij het endoderm de binnenste koker gaat vormen (afb.1). Die binnenste koker wordt ons spijsverteringskanaal. De bij dit systeem horende organen ontwikkelen zich voor een groot deel uit dit endoderm. Uit de middelste kiemlaag ontstaan het skelet, het spiersysteem, het bloed- en het lymfesysteem, terwijl het ektoderm aan de basis staat van de huid en het zenuwstelsel. Het zal duidelijk zijn dat ik hier een uiterst Afb.1 Schematische voorstelling vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid geef. van de opgerolde kiembladen. De kiembladen worden niet werkelijk drie concentrisch liggende kokers en ze groeien al gauw in en door elkaar. Het gaat me echter om het principe. Al tijdens mijn opleiding aan het eind van de 80er jaren werd mij geleerd dat bij het zoeken naar de basisprincipes van de reflexologie gekeken moest worden naar de embryologie. Er werd uitgebreid aandacht besteed aan dat vak. We moesten er van alles over weten. Interessant vond ik het, dat wel, maar meer verband dan dat dat verband op zich een logische gedachte was heb ik indertijd nooit gezien. Al gauw na mijn studie kreeg ik het idee dat de somatotopie, de kaart, die ik geleerd had te gebruiken te wensen overliet. Ik ontdekte dat verschillende lichaamsdelen effectiever op andere plaatsen behandeld konden worden, dat er meer mogelijkheden waren. Ik ontwikkelde zo mijn eigen kaart, zoals veel therapeuten dat doen naar ik aanneem. . Op de 2de RiEN conferentie in 1996 in Apeldoorn hield ik een lezing met de titel: ‘Is één kaart de juiste?’1. Ik onderzocht toen verschillende kaarten en probeerde te achterhalen hoe de verschillen verklaard konden worden. Voor een deel slaagde ik daarin misschien, maar het riep voornamelijk nog meer vragen op. Ik was toen al in aanraking gekomen met Jan Dries en zijn Podosegmentale Reflexologie. Hij wijst naar de embryonale fase, waarin de somieten ontstaan. De voet zou op dezelfde 1
De lezing is te vinden op mijn website www.thijsversteegh.nl/publicaties.
I-1
Afb.2
De overeenkomst tussen de 9 weken oude foetus en de reflexzones op de voet volgens de Podosegmentale Reflexologie van Jan Dries.
wijze verdeeld zijn in segmenten (afb.2). Het interesseerde en intrigeerde me zeer, maar ik had niet het gevoel dat dit die éne kaart was waar ik naar zocht. Ook had ik kennis genomen van het werk van Froneberg2, wat voor een gedeelte verwoord is in zijn boek Manuelle Neurotherapie. Ik was me daardoor duidelijk gaan realiseren dat er reflexologisch heel andere effecten waren als ik op het periost werkte dan als ik dat deed op het direct onderhuids gelegen bindweefsel van de planta. Dat was voor mij de aanleiding weer aan dat embryologische verband te denken, hoewel nog steeds vaag.
Om kort te zijn. Ik wist dat er iets niet klopte in het concept van de traditionele somatotopie in de reflexologie, maar hoe het precies zat wist ik niet. Ik was zoekende. Een meer ideale situatie om open te staan voor elk nieuw goed idee is er natuurlijk niet en toen ik Henrik Hellberg ontmoette in Tampere Finland tijdens de 3de RiEN conferentie in 1998 was het alsof de stukjes van de puzzel, die ik nog maar niet had kunnen oplossen, in elkaar vielen. Zijn 3- dimensionale somatotopie op de voeten en de kiembladen! Voor de VNRT mocht ik Hellberg, die samen met zijn studenten inmiddels al jaren ondrzoek had gedaan naar de juistheid van zijn idee, 2 keer naar Nederland halen om een seminar te geven. Er namen totaal een 30 therapeuten aan de seminars deel en er verscheen een verslag in de Reflexzone3. Zelf heb ik inmiddels 9 jaar lang de tijd gehad de juistheid ervan te onderzoeken. Alle therapeuten die deelgenomen hebben aan mijn DROP seminars kennen de theorie en een deel van hen werkt er mee. Er zijn voor komend jaar bijscholingen door de VNRT gepland die geheel aan de 3-D reflexologie gewijd zijn4 en voor zover ik weet is er ook een opleidingsinstituut dat recentelijk de 3-D reflexologie in haar pakket heeft opgenomen5, maar het verdient mijns inziens veel meer aandacht. Ik denk, dat de 3-D reflexologie de toekomst heeft en met deze reeks artikelen wil ik graag die toekomst wat dichterbij halen. De reflexologische systemen De kenmerken van de traditionele kaart Wat wij tegenwoordig voet-reflexzonetherapie noemen, werd en wordt tegenwoordig ook nog wel voetzool- (reflex)massage of therapie genoemd. Op de verschillende 2 W.Froneberg/G.Fabian Manuelle Neurotherapie am Fuss (1992). De therapie is hier bekend als NRT neuroreflextherapie, aanvankelijk in Nederland onderwezen door Rosa Sudmeyer en Thea Schlebusch en nu wijd bekend ook door de Belgische leerling van Froneberg Nico Pauly. 3 In Reflexzone 1999/6 en 2000/1 door Titia Licht. 4 Deze bijscholingen worden door mij verzorgd. 5 Dit is de ANGNN te Meppel.
I-2
Afb.3 De Reflexzones op de plantae volgens Dwight Byers
benamingen wil ik hier niet ingaan; het gaat mij nu slechts om het woord ‘voetzool’. De meeste therapeuten werken allang niet meer alleen op de zool, de planta, en om die reden is het natuurlijk juist dat de benaming ook anders geworden is. Toch werken de meeste therapeuten met de kaart van Eunice Ingham. Dwight Byers heeft deze in zijn boek ‘Better Health with Footreflexology’ gepubliceerd6 (afb.3). Zoals de voorplaat van zijn eerste boek (afb.4) duidelijk aangeeft gaat hij uit van het idee dat alles in het direct onderhuidse bindweefsel op de voetzool gereflecteerd wordt en dat het stukje voet dat ‘boven’ een bepaald reflexgebied ligt tot de zelfde reflex behoort. De reflexgebieden zijn als het ware kokertjes die van de voetzool naar de rugzijde van de voet lopen 7. Deze kaart heeft dus wel diepte, waardoor het zinnig is om niet alleen op de Afb.4 Schematische voetzool te werken, vergelijking tussen romp maar in wezen is het en de zones op de voet een verdiept platvlak. volgens Dwight Byers Ondanks het feit dat voetzool therapie dus terecht niet meer een goede benaming is, is het wel zo dat algemeen gewerkt wordt met een kaart die geheel op die zool -dus 2-dimensionaal – weergegeven kan worden. De 3-dimensionale kaart van de voet
Afb.5 De voeten worden met de plantae tegen elkaar geplaatst om inzichtelijk te maken hoe de zones in de voeten liggen volgens de 3-D Reflexologie.
De 3-D reflexologie plaatst de voeten8 niet naast elkaar maar met de zolen tegen elkaar (afb.5). Het 3 dimensionale systeem wat hierdoor ontstaat is direct te vergelijken met de schematische voorstelling van de kiembladen. In beide platen heb ik een assenstelsel getekend waardoor een en ander duidelijk zal zijn.
6 Een geheel herziene uitgave hiervan is verschenen in 2001. De oudere versie is verschenen in het Nederlands met de titel ‘Voetreflexologie, een werkboek’ (1998) 7 De Engelse Lynne Booth, die de verticale reflexzonetherapie ontwikkelde, gebruikt daarvoor o.a. een kaart van de rugzijde van de voet die geheel op dit principe gebaseerd is. Zie haar boek Vertical reflexology (2000) blz 71. 8 Aangenomen mag worden dat het systeem van de handen vergelijkbaar is met dat van de voeten.
I-3
In de XZ-doorsnede van de voeten (afb.6) wordt de XZ-doorsnede van de kiembladen gereflecteerd. Het spijsverteringssysteem, het endoderm, geel, wordt gereflecteerd in de binnenste cirkel, de beide plantae, de huid en het direct daar onderliggende weefsel. Het dieper gelegen bindweefsel, de spieren en de botten zijn de reflexen van respectievelijk het lymfe- en bloedsysteem, de lichaamsspieren en het skelet, het mesoderm, rood. De dorsale zijde van de voeten vormt de huid, het ektoderm, blauw. Oog en oor Wat niet altijd beseft wordt is dat Afb.6 Dwarsdoorsnede va de voeten op de hoogte van het midden van de metatarsalia van de iriscopie een zuivere vorm is van doorsnede van de kiembladen er op geprojecteerd. reflexologie. Het behoort tot ons vakgebied als het ware. De iris geeft de bovengenoemde doorsnede door de opgerolde kiembladen van het embryo, de XZ-doorsnede, weer. In de iris worden 6 ringen onderscheiden (afb.7). Op de binnenste twee wordt het spijsverteringsysteem gereflecteerd, het endoderm. Ring 3, 4 en 5 reflecteren het lymfe- en bloedsysteem, de spieren en het skelet, het mesoderm, terwijl de reflexen van de huid in de buitenste ring liggen, het ektoderm. Als we naar de situering kijken van de verschillende organen is een en ander minder duidelijk (afb.8)9, maar dat is de werkelijkheid natuurlijk ook. Heel weinig organen zijn ontstaan uit slechts één van de kiemlagen. In de voet is dat hetzelfde. Vaak ligt een orgaan niet zuiver in één laag. Ik kom daar in een volgend artikel op terug. Afb.7
De irisringen = de XZ/dwarsdoorsnede van de kiembladen.
De somatotopie van het oor is in wezen vergelijkbaar met die van de iris. Ook deze is een doorsnede door de opgekrulde kiemlagen (afb.9). Het middelpunt van de doorsnede van de concentrisch gelegen kiembladen is het zogenaamde nulpunt, het kuiltje in de 9
I-4
Afb.8 is uit J. Korthuis, Oog in oog, 1986. Afb.7 is op basis van een afb. uit dezelfde publicatie.
Afb.8
De oogzones volgens J Korthuis, 1986.
Afb. 9 De XZ/dwarsdoorsnede van de kiembladen geprojecteerd op het oor helixwortel. Daaromheen ligt het endoderm, het spijsverteringssysteem in de concha. De antihelixrand is de spina-reflex, het vlakkere deel van de antihelix de reflex van de rest van het skelet en van het humorale systeem, samen het mesoderm, terwijl de helix het hersengebied reflecteert, dat alles te maken heeft met het zenuwstelsel, het ektoderm.10
Afb.10 Schematische voorstelling van
de manier waarop de dwars- en de lengtedoorsneden van de kiembladen samenvallen in de projecties in oog en oor.
De somatotopie van oog en het oor ligt in een plat 2 dimensionaal vlak, toch is het te vergelijken met het 3- dimensionale systeem dat in de voeten te zien is. Zoals gezegd zijn beide de xz-doorsnede. Tegelijk is in beide echter ook de segmentale verdeling van hoofd tot stuitje, de Y-as, te zien. Het systeem is plat geklapt zou je kunnen zeggen, het XY-vlak is om de X-as draaiend op het XZvlak geprojecteerd. De Y-as ligt op de Z-as gedraad. In de iris is het hoofd bovenin, terwijl dat in het oor onderin ligt (afb.10).
10 Een artikel dat ook het oor met voeten en handen vergelijkt in het 3-D systeem, hoewel vanuit een geheel ander gezichtsveld, is van Titia Licht ‘Bijstelling van de Antenne’ in Reflexzone 2006/1
I-5
De systemen van oor, oog en voeten zijn vergelijkbaar, maar het systeem in de voeten is het zuiverst 3 dimensionaal. Voor mijzelf hebben de voeten waarschijnlijk daarom de voorkeur als het om de eerste reflexologische diagnose gaat. Het feit dat de systemen van oog, oor én voeten veel meer hetzelfde blijken dan vroeger werd gedacht geeft natuurlijk een goed gevoel; het begrijpen, de logica van iets is niet het belangrijkste, maar het helpt wel bij de aanvaarding van een theorie. Geen bewijs, maar wel een sterke prikkel om in die richting te denken. Het bewijs zal voorlopig experimenteel blijven en vooral liggen in de ervaringen die therapeuten en cliënten met de methode opdoen, zoals ik dat gedaan heb. Dit is overigens een heel goede bewijsvorm, laat dat duidelijk zijn. Veel therapeuten werken al op de voetbotjes of beter gezegd het periost, vooral als ze de spina bewerken op de meest mediaal gelegen botjesrij, aan de mediale zijde van de voet. We kunnen echter nu ieder deel van het skelet precies terug vinden op de voet op het periost van alle botjes. We kunnen daar op veel plaatsen goed bij komen, vooral aan de mediale zijde, de dorsale en de laterale kant van de voet. In het eerst volgende deel van deze artikelen reeks zal ik daarop ingaan. We werken allemaal op de planta. Eunice Ingham, de grondlegster van de moderne reflexologie, leert ons door Dwight Byers dat de steunhand daarbij het beste voor een lichte voorspanning van die planta kan zorgen (afb.11). De meeste scholen volgen hen daarin. Het effect op de zones zou daardoor groter zijn. Het is niet verwonderlijk dat de allergrootste effecten die gemeld worden van de reflexzonetherapie die op het
Afb.11 De steunhand van de thera-
peut oefent een lichte druk uit op de koppen van de metatarsalia, waardoor er een voorspanning ontstaat in het meest oppervlakkige weefsel van de planta. Op deze manier kunnen de organen die in het endoderm liggen optimaal behandeld worden.
I-6
Afb.12 De steunhand houdt de voet
zo vast dat de planta ontspannen blijft. Allen de beweging naar links/rechts wordt tegengegaan. Dit is de de uitgangspositie om de eerste lagen van het mesoderm te behandelen, waaronder bijv. het lymfesysteem.
spijsverteringssysteem zijn. Want juist om dat systeem te bewerken is die voorspanning noodzakelijk. Om op organen te werken die voortgekomen zijn uit het mesoderm en dus in diepere weefsellagen liggen is het echter zaak die voorspanning weg te laten (afb.12). Om bij het spiersysteem te komen kan het zelfs belangrijk zijn de voet in plantair-flexie te brengen (afb.13). .
Sommige therapeuten werken voornamelijk met de lopende duim, andere met een druk-techniek. Het blijkt nu dat ze in alle gevallen allebei nodig zijn. De verschillende weefsellagen vragen om verschillende technieken. De cliënten om veelzijdige therapeuten. De mogelijkheden en de toekomst van de reflexzonetherapie is nog groter dan we dachten.
Afb.13 Het gewicht van de hand rust op de voet waardoor de planta extra in flectie komt en ontspannen wordt. Nu kunnen de dieper gelegen lagen van het mesoderm behandeld worden, zoals de spieren.
I-7
3D Reflexologie deel 2
In de vorige Reflexzone heb ik het basisprincipe van de 3D reflexologie volgens Henrik Hellberg uiteengezet. Nu we toe zijn aan de plaatsing van de reflexzones op de voet in dit principe, wil ik eerst refereren aan mijn steeds terugkerende vraag: ’Is één kaart de juiste?’ Theoretisch zou dat zo moeten zijn. Hoe dat bewezen zou moeten worden is echter een andere vraag. Tot nog toe in elk geval is elke somatotopie een hypothese. Het is belangrijk dat steeds in gedachte te houden. Ik heb in dit leven gekozen om therapeut te zijn en geen wetenschapper. Dat houdt in dat ik kan werken met een hypothese, een kaart waar ik me goed bij ‘voel’, zonder te beweren dat het die éne juiste somatotopie is. Zo werkt iedere therapeut met zijn eigen kaart en we weten met ons allen dat het werkt. Tegelijk ben ik ervan overtuigd dat we met het 3D principe dichterbij gekomen zijn. Ik zelf heb daarmee veel vaker het idee dat ik weet wat ik reflexologisch aanraak bij mijn cliënten. En dat is wat ik delen wil. Ik beschrijf de somatotopie volgens Henrik Hellberg voornamelijk omdat hij zelf maar niet de tijd neemt om het te publiceren en het prima vindt als ik dat doe. De ruimte in deze artikelen is te beperkt om dat integraal te doen1, dat zal duidelijk zijn. De geschiedenis van de spina De geschiedenis van de zones waar de spina gereflecteerd is geweest op de voet is een interessante, omdat daaruit blijkt dat Henrik Hellberg niet de enige en eerste is geweest die anders dacht dan de kaart van Dwight Byers aangeeft. Het is altijd vertrouwenwekkend te merken dat meer mensen dezelfde twijfels hebben over iets wat onomstotelijk lijkt vast te staan. Het onderwerp is een heel artikel waard, maar Ik wil ik er hier iets van aanstippen. Dwight Byers situeert de wervelkolom op de overgang van
Afb.1 De spina volgens Dwight Byers, vanaf de nagelriem tot aan de hak gereflecteerd in het bindweefsel.
Het bewegingsapparaat
de planta naar de mediale zijde van de voet over praktisch de hele lengte (afb.1)2. Hanne Marquardt gaat hier in haar eerste boek, dat uit 1975 stamt, voor het grootste gedeelte in mee, maar in haar latere boek plaatst ze de spina hoger op de Voet3. Tony Porter en Walter Froneberg gingen haar hierin voor4. Vooral de ideeën van Froneberg wil ik hier naar voren halen. Hij is de eerste die expliciet van mening is dat de Spina gereflecteerd wordt in het periost van de meest mediaal gelegen botjeslijn. Hij is het ook die de nekwervels niet meer bij de nagelriem maar precies op de kop van het 1ste grote teenkootje laat beginnen5. (afb.2). Veel opleidingsinstituten leren dit laatste idee tegenwoordig ook aan hun studenten, hoewel ze als basis vaak nog het 1ste boek van Hanne Marquardt gebruiken of dat van Dwight Byers. Ik noem dit omdat het aangeeft dat een dergelijke ‘verhuizing’ meestal heel langzaam en onopgemerkt plaats vindt, terwijl het in wezen heel fundamenteel is wat er gebeurt. Door op het periost te gaan werken, verliet Froneberg - en genoemde instituten met hem – namelijk al het 2 dimensionale somatotopie-idee. De botten van de wervelkolom worden nu gereflecteerd in de botjes van de voet en niet meer in het bindweefsel. Henrik Hellberg plaatst de wervels heel precies allemaal op de verschillende ossa van de voet. Tot het LS gewricht ( het promontorium) komt het overeen met de somatotopie van Marquardt en Froneberg, maar de reflexen van het sacrum en de staart zijn essentieel verschillend. Deze liggen beide namelijk op het sprongbeen (afb.3). Het hele systeem Het revolutionaire van het uitgewerkte 3D systeem is dat niet alleen de meest mediaal gelegen botjesrij in de voet reflexzones zijn, maar alle botjes van de voet. De reflexzones
Afb.2 Froneberg plaatst de spina in het periost van de mediale botjesrij. Het sacrum blijft onduidelijk.
Afb.3 De spina wordt volgens Hellberg gereflecteerd in de botjes, oftewel in het periost rondom het bot. Het sprongbeen is het sacrum.
Afb.4 De reflectie van het skelet van de mens op de voet. De benen liggen naar boven gestrekt voor het lichaam. Het hoofd is achterover gebogen. De getekende lijn loopt door de bovenkaak, de gestrekte arm en het stuitje. In de rechter tekening is de voorvoet in supinatie. De tekeningen zijn samengesteld uit de originele van Hellberg zelf. liggen ook niet aan één kant van het bot, maar de botjes zelf zijn de reflexzones. Die zijn rondom de botjes in het periost te toucheren. Er is dus een reflexologische één op één verbinding tussen lichaamskelet en dat van de voet zou je kunnen zeggen. Ook de voet zelf is weer gereflecteerd in de voet. Een theorie bouwen op logica is gevaarlijk, want het nodigt uit tot het ontwikkelen van tunnelvisies, maar toch…… We kunnen van mening verschillen over hoe die 1 op 1 verbinding eruit ziet, maar het gegeven op zich kan toch eigenlijk niet anders meer dan waar zijn. De meeste therapeuten immers verlieten al, zoals we zagen, het 2D systeem door de spina in het periost van de mediale botjesrij te reflecteren. Afb.4 laat zien hoe het hele skelet van de mens op de voet gereflecteerd wordt. Het linker deel van de afbeelding laat de mens van de rechter zij zien, de benen gestrekt omhoog voor het lichaam en het hoofd achterover gebogen met de neus en de kaken naar boven gericht. Daarnaast de botjes van de rechter voet van de laterale kant gezien met de voorvoet in supinatie, waarbij de 5de middenvoetsbeentjes en de 5de tenen naar elkaar toe gedraaid zijn. Het gestippelde deel stelt het plantaire aanzicht van de linker voet voor. De mediale zijde van de voeten is dus niet het midden van het systeem met de spina, maar de achterzijde met de spina. Met afb. 5, de XZ-doorsnede door de metatarsalia, is dit goed voor te
Afb.5 De XZ- doorsnede door de metatarsalia. I de halve thorcale wervels; II - de ribben; III - de bovenarm; IV - het kuitbeen en/of het borstbeen; V - het scheenbeen.
stellen. Op de 2de metatarsale zijn de ribben gereflecteerd. Het cervicale deel van de spina kent geen ribben, maar bewerking van het proximale kootje van de 2de teen heeft effect op de nekwervels. We nemen daarom aan dat het de zones van de dwarsuitsteeksels zijn. Hetzelfde geldt voor de lumbale wervels 1, 2 en 3 en het 2de wigvormige beentje. Het schoudergewricht is tussen de koppen van de metatarsalia 2 en 3 en de arm wordt gereflecteerd in het 3de middenvoets- en wigvormige beentje. Leuk is dat op dit wigvormige beentje twee ribbels te zien zijn, het spaakbeen en de ellepijp (Afb.6). Zoals op afb. 4 te zien is zijn de calcanei de reflexzones van de darmbeenderen. Het been ligt, zoals we zagen, gestrekt voor het lichaam. Het cuboïd is de reflex van het femur, de 5de metatarsale is het onderbeen en de 5de teen de voet. Tot zover ben ik geheel zeker. Keer op keer vind ik blessures, breuken en kneuzingen direct in de genoemde reflexzones terug. De knie werd allang behandeld in het gewricht tussen cuboïd en 4de/5de middenvoetsbeentjes; volgens de kaart van Ingham omdat het behandelen van de elleboog effect heeft op de knie, maar volgens deze somatotopie omdat het gewoon de kniezone is. Juist omdat de kniezone zich duidelijk uitstrekt langs de basis van het 4de middenvoetsbeentje is het aantrekkelijk
Afb.7 Overzicht van alle reflexzones van de rechter helft van het skelet.
inderdaad zo is, wat zou pleiten voor de hypothese van het achterovergebogen hoofd. Dat de kaken en vooral alle tanden gereflecteerd worden op teen 3 en 4 is voor mij ook zeker, maar meer dan eens heb ik bij een heftige ontsteking in de onderkaak een extreem gevoelige 3de teen getoucheerd en een minder gevoelige 4de . Betekent dat dat de hypothese van het achterovergebogen hoofd niet juist is of is er een andere verklaring voor? Ik weet het nog niet en heb daar tijdens mijn behandelingen zoals al gezegd ook geen last van. Ik behandel de gevoeligheden, de verhardingen op teen 3 én/of 4 in zo’n geval en vaak met effect.
Afb.6 Op het 3de os cuneiforme zijn duidelijk 2 ribbels te zien. de zones van de ellepijp en het spaakbeen in de onderarm.
Gewrichten en spieren te veronderstellen dat deze metarsale het kuitbeen is, zoals Hellberg ook doet. Voor mij is dit wel een logische gedachtegang, maar zoals gezegd, daarmee niet zeker. Ook het sternum wordt door Hellberg op deze zelfde 4de metatarsale geprojecteerd, wat ook een logische reflectie is. Het moet ergens zijn, maar ik heb bijvoorbeeld het zo veel voorkomende pijnlijke xiphoïd daar nog niet overtuigend teruggevonden. Hellberg heeft het hoofd achterovergebogen getekend. Het 2de kootje van teen 1 is de schedel, het 2de en 3de kootje van teen 2 de neus, teen 3 de bovenkaak en teen 4 de onderkaak, beide met de kiezen op het proximale kootje en de snijtanden op het distale. Het is niet een logische houding, maar de botten van het hoofd zijn wel op een logische manier te reflecteren in de tenen op deze manier. Volgens Hellberg ligt de voorhoofdsholte op teen 1, de neusholte op teen 2 en de kaakholte op teen 3. Praktijkervaring brengt me ertoe te denken dat dit
Afb.8 Het gebied waar de zone van het LS gewricht te toucheren is. Om het te behandelen is het nodig met de steunhand de voet zo te buigen dat het weefsel boven het talonavicularale gewricht ontspannen is.
Niet alle gewrichten kunnen teruggevonden worden op de voet, dat zal duidelijk zijn. Met name de wervels zijn geen afzonderlijke botjes op de voet, maar samengegroeid tot een paar delen, zoals dat met het sacrum in het lichaam zelf gebeurd is. Dit zal een kwestie van functionaliteit zijn geweest van de natuur. Alle belangrijke gewrichten kunnen echter wel terug gevonden worden. De locaties zijn duidelijk zodra je de botten zelf weet te lokaliseren. Deze gewrichten zijn niet een klein gebiedje, een kleine zone op de voet zoals in de traditionele 2D kaarten, maar de zones komen overeen met het hele gebied van het gewricht op de voet. De botten worden gereflecteerd in de botten, zoals gezegd, en zo ook de gewrichten in de gewrichten. Het LS gewricht / het promontorium kan bijvoorbeeld behandeld worden over het hele gebied waar we de articulatie van talus en os naviculare kunnen toucheren. De behandeling wordt er vele malen effectiever door. Afb.7 laat de zone zien. Afb. 8 en 9 geven weer waar de zone van het SI gewricht
Afb.9 en 10 De zone van het SI gewricht is te behandelen aan de mediale én laterale zijde. Bij bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap is dit één van de belangrijke zones.
( de articulatie van talus en calcaneus lateraal en mediaal) behandeld kan worden. De cervicale wervels kunnen rondom en zelfs van binnen uit behandeld worden, wat in de nek zelf niet kan. Om de reflexzones te kunnen lokaliseren is precieze kennis van de anatomie van de voet vereist en dit niet alleen op papier, maar ook in situ, bij een voet van vlees en bloed6. Voor de spieren geldt hetzelfde als voor de gewrichten. De lichaamsspieren worden gereflecteerd in de korte voetspieren. Met kennis van de locatie van de botten kunnen origo en insertie van de verschillende spieren gevonden worden. De zone van de spieren zijn veel minder gedetailleerd dan die van de botten, dat zal duidelijk zijn. Het voert te ver hier op alle spieren, die te behandelen zijn op de voet in te gaan, maar een paar wil ik toch noemen. De erector spina wordt gereflecteerd in de abductor en flexor brevis halucis, met zijn origo aan het hielbeen (darmbeen) en de insertie aan het distale kootje van de hallux (schedel)7. Dit is de zone die Dwight Byers ziet als de spina zelf. Hij behandelt dus eigenlijk de lange rugspier i.p.v. de spina. Het is niet moeilijk te zien dat ontspanning van deze spier effect heeft op de rug van de eigenaar. De zones van de beenspieren zijn te vinden in de abductor en flexor van de kleine teen en de monnikskapspier in een gedeelte van de adductor halucis (zowel caput obliquum als transversum) Het kan heel nuttig zijn deze voetspieren te masseren. Geschikte technieken voor behandeling In principe kan iedere druktechniek, zoals die van Froneberg/ Nico Pauly toegepast worden. Ook glij-technieken, zoals die van Tony Porter, zijn goed te gebruiken, maar deze zal wel afgewisseld moeten worden met stilstaande druk of frictioneren. De lopende duim en vinger, zoals ontwikkeld door Eunice Ingham en Dwight Byers, die nogal eens door gaat voor de reflexzonetherapeutische techniek pur sang is niet geëigend. Er zal zeker effect mee bereikt worden, maar de mogelijkheden die de bewerking van het periost op basis van de 3D kaart biedt, zullen niet ten volle benut kunnen worden. De touch is niet precies genoeg en blijft te oppervlakkig. De pinpoint-techniek van Dwight Byers zou gebruikt kunnen worden, maar dit is bij veelvuldige toepassing ergonomisch nauwelijks verantwoord. De ontwikkeling van de DROP techniek is begonnen om het mijzelf mogelijk te maken om speciaal de reflexzones op het periost te bewerken zonder mijn artrotische gewrichten te belasten, maar blijkt ook voor veel therapeuten met ‘normale’ handen de moeite van het leren waard. Het is een druktechniek waarbij tussendoor ‘gelopen’ wordt. Door de minimale benodigde spanning in de handspieren kan het periostweefsel van de voet bovendien optimaal beoordeeld worden,
waardoor deze techniek hiervoor bijzonder effectief is8.
noten:
1 Op mijn website www.thijsversteegh.nl zal de beschrijving steeds uitgebreider worden. 2 Dwight Byers, Better Health with Foot Reflexology, Saint Petersburg 2001;vert. Reflexologie, een werkboek, Heemstede, 1998 3 Hanne Marquardt, Voetzonemassage als therapie, Amsterdam 1986, 19/7de druk; Hanne Marquardt Reflexotherapy of the Feet, 1997 4 Tony Porter, ART manual, the Practice and Philosophy, 1996; 5 W. Froneberg/G. Fabian, Manuelle Neurotherapie, Heidelberg, 1992. Alleen wat het sacrum betreft heeft hij geen duidelijkheid kunnen krijgen. Waar hij het sacrum situeert is geen bot te toucheren. 6 Dit is bij het werken op basis van de Ingham kaart veel minder nodig, omdat daar alle zones in het bindweefsel liggen. Een groot deel van mijn bijscholingen over de 3D wordt dan ook aan deze anatomie en het precieze plaatsen van de zones op de voet zelf gewijd. 7 Zie bijv. Sesam Atlas van de Anatomie I pag. 267 ev. 8 zie mijn artikel in Reflexzone 2007-2, pag.28-31 en verschillende artikelen op mijn website.