ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
i^^d=PW=fkco^pqor`qrro= UK
dbtbkpqb=ifgkfkco^pqor`qrro=
UKNK
`çåÅÉéíÉå=
Een hiërarchisch wegennet De verfijning van het wegennet dient te gebeuren in functie van de selectie van het hoger wegennet. Dit houdt in dat de selectie van de lokale wegen wordt afgestemd op de selectie van de hogere wegen. Zo zal het lokaal wegennet voorzien in een ontsluiting naar het hoger wegennet. Daar waar het hoger wegennet instaat voor verbindingen op bovenlokaal niveau (vb. stedelijke gebieden, economische knooppunten…) zal het lokaal wegennet instaan voor lokale verbindingen tussen de dorpskernen binnen en buiten de gemeente. Optimaliseren van het openbaar vervoer Om de bovenlokale woon-werk verplaatsingen zo veel mogelijk te richten op het openbaar vervoer dient er in de stationsomgevingen voldoende accommodatie voorzien te worden om het pendelen aangenamer te maken. Dit wil zeggen dat er voldoende parkeerruimte voor auto’s en fietsen moet worden voorzien om het voor- en natransport zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Ter hoogte van de halteplaatsen voor de bussen dienen voldoende schuilmogelijkheden en fietsenstallingen te worden voorzien. Uitbouwen van een fijnmazig fietsroute- en wandelnetwerk Om de lokale autoverbindingen zo laag mogelijk te houden en het verkeer met de fiets of te voet te bevorderen dient er binnen de gemeente een fijnmazig fietsroute- en wandelnetwerk te worden uitgewerkt dat de voornaamste plekken (vb. scholen, bedrijventerreinen, recreatiepolen, voorzieningencentra…) binnen de gemeente met elkaar verbindt.
UKOK
dÉïÉåëíÉ=êìáãíÉäáàâÉ=äáàåáåÑê~ëíêìÅíììê=
Het Vlaams gewest is bevoegd voor de selectie van de hoofdwegen en de primaire wegen. De provincie behandelt de secundaire wegen en duidt de openbaar vervoersknooppunten van provinciaal niveau aan. De gemeente spreekt zich uit over de lokale wegen en de lokale knooppunten voor het openbaar vervoer. De gewenste lijninfrastructuur in de gemeente Essen bestaat uit volgende elementen: - De spoorweg Antwerpen – Roosendaal als bovenlokale verbinding - De N117 als regionale verbinding (secundaire weg type II) - Lokale verbindingen - De lokale verbindingswegen (lokale weg type I) - De gebiedsontsluitingswegen (lokale weg type I) - Fietsassen (buiten de geselecteerde wegen voor het autoverkeer) en wandelwegen - Openbaar vervoersknooppunt van provinciaal belang - Openbaar vervoersknooppunt van lokaal belang Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 175/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
Kaart 40: Gewenste ruimtelijke lijninfrastructuur Spoorweg Antwerpen Roosendaal als bovenlokale verbinding Onderdeel van het hoofdspoorwegenstelsel op Vlaams niveau zowel wat betreft goederenverkeer als personenverkeer (als internationale verbinding tussen België en Nederland) en door de provincie geselecteerd als een treinverbinding op provinciaal niveau (voornamelijk als voorstedelijk openbaar vervoerslijn naar Antwerpen en als openbaar vervoersverbinding tussen de steden Roosendaal en Antwerpen). De provincie selecteert de spoorlijn ook als een hoofdroute binnen het provinciaal fietsroutenetwerk. (Non-stop) hoofdroutes, zijn hoogwaardige snelle routes voor lange afstanden, gericht op dagelijkse functionele verplaatsingen of doelgerichte verplaatsingen in de vrije tijd. De routes maken zoveel mogelijk gebruik van het bestaand netwerk, van oude spoorzaten of van de omgeving van nog functionerende spoorwegen. De non-stop hoofdroutes minimaliseren de reistijd en verlagen het risico voor de fietser. Comfort en veiligheid zijn belangrijke aspecten. N117 als regionale verbinding (Secundaire wegen type I) De hoofdfunctie van de weg is verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten op provinciaal niveau. De N117 verzorgt op provinciaal niveau een verbindende functie tussen Nederland (Roosendaal) en Antwerpen. Daarnaast heeft de N117 ook een belangrijke verbindende en ontsluitende functie op lokaal niveau (verbinding van Essen met kernen in de regio (o.a. Roosendaal, Wildert, Achterbroek) en ontsluiting richting Antwerpen), en dit zowel voor het auto- als het fietsverkeer. De Provincie heeft de N117 (tot aan de ringweg) opgenomen als een functionele fietsroute binnen het provinciaal fietsroutenetwerk. Lokale verbindingen Lokale verbindingswegen (lokale weg type I) Deze wegen zorgen voor een maasverkleining van de primaire en secundaire wegen. Ze geven geen verbinding op Vlaams niveau. De lokale verbindingswegen verbinden de kernen onderling en verzorgen de verbinding met een centrum, een (klein)stedelijk gebied en het hogere wegennet. De hoofdfunctie is verbinden op lokaal en interlokaal niveau. De aanvullende functies zijn ontsluiten en toegang geven. De kwaliteit van de doorstroming is echter ondergeschikt aan de verkeersleefbaarheid. Toegang geven moet niet worden afgebouwd of gescheiden. Volgende straten worden op gemeentelijk niveau geselecteerd als lokale verbindingswegen: - Nieuwstraat (tot aan Stationstraat), N133 (Nieuwmoersesteenweg) - Over d’Aa - Stationsstraat, N125 (Moerkantsebaan) - N122 (Kalmthoutsesteenweg) - St.-Jansstraat, Zilverhoeksesteenweg (grondgebied Kalmthout) Om het autoverkeer tussen Nieuwmoer en Wildert te ontmoedigen wordt de selectie van de lokale verbindingsweg langs Mertensdreef verlegd naar de Zilverhoeksesteenweg. Op termijn zal de selectie van de lokale verbindingswegen, zoals voorzien in het Mobiliteitsplan, dienen bijgestuurd te worden zodat bij een herinrichting van deze wegen rekening kan worden gehouden met de selectie van deze wegen. Met uitzondering van Over d’Aa, de N122 en zuiden van de Sint-Jansstraat en de Zilverhoeksesteenweg worden de lokale verbindingswegen geselecteerd als functionele fietsroutes binnen het provinciaal fietsroutenetwerk. Mertensdreef wordt binnen het provinciaal fietsroutenetwerk wel aangeduid als onderdeel van het functioneel fietsroutenetwerk. Vanwege het verbindend karakter van deze wegen (zowel voor auto- als fietsverkeer) worden fietspaden langs deze wegen bij voorkeur vrijliggend aangelegd. Gebiedsontsluitingswegen (lokale weg type II) De hoofdfunctie van de gebiedsontsluitingswegen is verzamelen en ontsluiten op lokaal en interlokaal niveau. De weg ontsluit een lokaal gebied (bijv. stad, dorpskern, wijk, industrie- of dienstenzone) naar Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 176/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
een weg van hogere categorie en heeft pas in tweede instantie een verbindende functie. Toegang geven neemt een belangrijke plaats in. Als gebiedsontsluitingsweg worden geselecteerd: - Velodreef, Beukendreef - Handelsstraat - Kloosterstraat - Oude Baan - Nieuwstraat (tussen grensovergang en Stationsstraat) - Steenpaal - Postbaan - Horendonk - Dreveneind, Scham en Kleine Horendonk - Nolsebaan-Velodreef - Huybergsebaan (tot aan Collegelaan) Om de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruikers in de Maststraat te verbeteren (belangrijke fiets en voetgangersverbinding naar de school) wordt de selectie van de gebiedsontsluitingswegen uit het mobiliteitsplan voor de wijk Heikant bijgestuurd. De ontsluiting Velodreef, Maststraat werd vervangen door Velodreef, Beukendreef. Op termijn zal het Mobiliteitsplan op deze selectie dienen bijgestuurd te worden zodat bij een herinrichting van deze wegen rekening kan worden gehouden met de selectie van deze wegen. Een groot deel van deze gebiedsontsluitingswegen werden eveneens geselecteerd als onderdeel van het verbindend fietsroutenetwerk op gemeentelijk niveau. Fietsassen (buiten de geselecteerde wegen van het autoverkeer) en wandelwegen De langzaam verkeersassen buiten de geselecteerde wegen van het autoverkeer kunnen afhankelijk van hun functie verder worden opgesplitst in verbindende, ontsluitende en aanvullend recreatieve links. Verbindende link De verbindende links hebben de belangrijkste taak in het lokaal fietsnetwerk. De verbindende links moeten zorgen voor directe verbindingen tussen belangrijke bestemmingspunten binnen de gemeente zoals scholen, winkels, bedrijventerreinen, recreatiepolen… De verbindende links vallen grotendeels samen met de bovenlokale functionele fietsroutes. Bijkomend kan nog worden geselecteerd: - Kerkstraat, Beliestraat, Over d’Aa, Horendonk - Huybergsebaan, Nolsebaan, Steenovenstraat - Nolsbaan, Velodreef - Velodreef, Maststraat - Schelpheuvelstraat, Bergenvenstraat, Wildertse Duintjes, Kalmthoutsesteenweg - Oude Baan - Zandstraat, Rose Gronopad - Schoolstraat, Vissenheuvel, Postbaan - Grensstraat Vanwege de ligging van een aantal scholen in de Hofstraat en vanwege de verkeersveiligheid (Beliestraat is ook een belangrijke openbaar vervoersas en zal bijgevolg ook een belangrijke ontsluitende functie hebben) kan worden overwogen om de fietsverbinding van Kerkstraat, Beliestraat te verleggen als volgt: Kerkstraat, Sint-Antoniusplein, Statieboske, Molenakkerstraat en Hofstraat. Ontsluitende links De ontsluitende links ontsluiten specifieke gebieden (woonwijken, recreatiegebieden, bedrijventerreinen…) naar het verbindend, functioneel en/of non-stop hoofdnetwerk. - Spillebeekweg, Vleetweg - Verbindingstraat - Rouwmoer, Pater Godtslaan Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 177/237
ARCADIS Gedas NV
-
Projectnummer:
07/2363
Heikantstraat Rinkvenstraat, Donkweg Schelpheuvelstraat Hemelrijk Kloosterstraat Nollekensstraat
Aanvullend recreatief Dit zijn verbindingen die in minder mate worden gebruikt voor de woon-werk, woon-school of woonwinkel verplaatsingen, maar wel een belangrijke rol vervullen in het recreatief netwerk. - Roosendaalse vaart - Verbindingstraat, Bergsebaan - Spillebeek, tussen Nederlandse grens en Moerkantsebaan Aanvullend op deze hoofdroutes zullen ook de bestaande en het opwaarderen van verdwenen buurt- en landbouwwegen een belangrijke rol spelen in het fiets- en voetgangersnetwerk. Het behoud van deze wegen als alternatieve verbinding voor fietsers en voetgangers, zowel binnen als buiten de dorpskernen, wordt vooropgesteld. Openbaarvervoersknooppunt van provinciaal belang Het Station van Essen wordt door de provincie geselecteerd als een ingebed knooppunt van provinciaal niveau. Het zijn transfertpunten van voetgangers-, fiets-, bus- en treinverkeer. Rond dergelijke knooppunten wordt de verkeersfunctie belangrijker. Zij zijn eventueel gelegen in een stationswijk waar de verblijfsfunctie prominent aanwezig is. In dat geval benadert een stationsknooppunt de kwaliteiten van een centraal knooppunt. Deze knooppunten dragen bij tot de centrumambiance, het zijn niet enkel transfertpunten, maar ook bestemmingsknooppunten. De gemeente wenst volgende beleidselementen voor dit bovenlokaal knooppunt te hanteren: • Het voorzien in voldoende halteaccommodatie (schuilgelegenheid, fietsenstalling, verhoogde opstapmogelijkheden, sanitair…) • Het voorzien in voldoende parkeerplaatsen om de overstap tussen auto, busverkeer en trein mogelijk te maken. • Het voorzien van een ruimtelijke ontwikkeling op de braakliggende terreinen van het voormalige rangeerstation zodat het station vlot bereikbaar is voor de inwoners van de Wijk Heikant en waardoor de stationsomgeving een meer centralere ligging krijgt binnen de dorpskern van Essen. Openbaar vervoersknooppunten van lokaal niveau De gemeente is bevoegd voor de ontwikkeling van de lokale knooppunten. In dit opzet heeft de gemeente tot doel om openbaar vervoersknooppunten af te stemmen met de voet- en fietsnetwerken en met de verkeersaantrekkende functies binnen de gemeente (vb. bedrijventerreinen, scholen, bibliotheek, recreatiegebied…). Als algemene norm wordt er geopteerd om binnen de bebouwde gebieden in een straal van min. 750 m een halte voor het openbaar vervoer te voorzien. Als structurele openbaar vervoersknooppunten op gemeentelijk niveau worden geselecteerd: - Stationsomgeving van Wildert - Dorpskern van Horendonk (ter hoogte van Oude Baan) - Bedrijventerrein De Rijkmaker Langs deze knooppunten dient voldoende halteaccommodatie voorzien te worden om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren (vb. schuilmogelijkheden, fietsstalling, parking, sanitair…).
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 178/237
ARCADIS Gedas NV
DEEL 4:
07/2363
GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN VOOR DE DEELRUIMTEN
NK
tllk_^ka=bppbkJtfiaboq=
NKNK
açÉäëíÉääáåÖÉå=
-
Projectnummer:
Opwaarderen van de dorpskernen van Essen en Wildert. Versterken van de bestaande recreatieve knopen. Voorzien in een divers aanbod van verblijfsmogelijkheden. Versterken van het bosgebied van de Wildertse Duintjes. Vrijwaren van de open ruimte tussen Essen en Wildert.
NKOK
ráíÖ~åÖëÜçìÇáåÖ=
De woonband wordt beschouwd als een polaire woonband. Dit wil zeggen dat de groei wordt geconcentreerd in de dorpen Essen en Wildert en dat de overige delen zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de omliggende open ruimte. Complementariteit staat centraal in een polaire woonband. Complementariteit wordt bekomen door voldoende aandacht te schenken aan de eigen identiteit van de dorpen. De dorpen en de andere deelruimten vervullen elk hun eigen specifieke rol binnen de woonband Essen-Wildert. Ook de open ruimte kan als complementair worden gezien van de sterker bebouwde gebieden van de woonband. De open ruimte vervult een eigen functie en heeft een eigen identiteit binnen de woonband.
NKPK
oçä=î~å=ÇÉ=ïççåÄ~åÇ=îççê=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bëëÉå=
De woonband krijgt in de gemeente Essen de specifieke taak voor het opvangen van de groei in de gemeente. Dit wil zeggen dat de kernfuncties51 zoveel mogelijk verweven worden in de woonband Essen-Wildert. Een selectieve uitbouw van de woonband is nodig. Nieuwe ontwikkelingen richten zich in eerste instantie tot de dorpskern van Essen en in mindere mate tot deze van Wildert. Een selectieve uitbouw van de woonband betekent eveneens dat niet alle functies perse op de woonband moeten worden geënt. Naast het opvangen van de bijkomende woonbehoefte dient ook rekening gehouden te worden met andere dorpsfuncties zoals winkelen, sporten, begraafplaatsen, speelbos… Hierbij is het niet de bedoeling om nieuwe functies aan te trekken, die een zekere aantrekkingskracht uitoefenen op de ruime regio, deze functies horen thuis in stedelijke gebieden en zijn veelal niet op schaal van de dorpskernen. Er wordt niet geopteerd om in de woonband ruimte te voorzien voor de inplanting van een nieuw lokaal bedrijventerrein. Er wordt gekozen om nieuw of te herlokaliseren bedrijven op te vangen aan het bestaande bedrijventerrein de Rijkmaker. Hiervoor zal er eventueel een uitbreiding nodig zijn van het bestaande bedrijventerrein. De ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein de Rijkmaker wordt verder besproken in de deelruimte open gebied Horendonk-Kleine Aa. De woonband ontwikkelt zich als een polaire woonband. Dit houdt in dat verdere verdichting in de dorpskernen wordt voorzien. Om de kwaliteit van de dorpen te bewaren is het van belang dat deze niet aan elkaar groeien. Daarom moet de tussenliggende ruimte gevrijwaard worden van nieuwe 51
Onder kernfuncties worden ‘stedelijke functies’ op niveau van de kernen van het buitengebied verstaan. Het gaat hier over een bundeling van wonen, werken (gemeenschaps-)voorzieningen, infrastructuren… Deze bundeling van functies moet in het bijzonder rekening houden met de draagkracht van het landschap waarin ze zijn gelegen.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 179/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
bebouwing. Waar mogelijk worden bouwvrije zones via een RUP afgebakend. Gebouwen gelegen binnen de bouwvrije zones kunnen er onder hun huidige verschijningsvorm blijven bestaan. Buiten de afgebakende bouwvrije zones kunnen zonevreemde gebouwen onder strikte voorwaarden en in overeenstemming met de omgeving, beperkt uitgebreid worden. Nieuwe landbouwbedrijven kunnen zich vestigen buiten de bouwvrije zones. Een beleid van dorpskernverdichting wordt voorop gesteld om de leefbaarheid van de dorpskernen te verhogen. Door bundeling in de dorpskernen kunnen sterkere plaatselijke winkelcentra worden uitgebouwd, kent het autoverkeer een betere afwikkeling, kan het openbaar vervoer beter functioneren… Bundeling in de kernen houdt in dat eerst de vrijliggende binnengebieden worden ontwikkeld. Pas als al deze gebieden zijn volgebouwd, wordt aan woon- of woonuitbreidingsgebieden aan de rand begonnen. Door bundeling en een herinrichting van het openbaar domein kunnen autoverplaatsingen worden herleid tot voet- en fietsverplaatsingen. Hierdoor wordt de verkeersleefbaarheid in de dorpskernen verhoogd. In leefbare kernen moet voldoende ruimte worden voorzien voor ontspanning en rust. Daarom moet bij de verdere uitbouw van de kernen extra aandacht worden gegeven aan de uitbouw van een groen netwerk met voldoende mogelijkheden voor sport- en recreatie. De gemeente Essen wenst ten aanzien van de omliggende steden een belangrijk toeristischrecreatieve rol te spelen. Om deze rol te vervullen moet het bestaande aanbod van toeristisch recreatieve elementen worden behouden en waar mogelijk, in relatie tot de schaal van de omgeving waarin ze zijn gelegen, worden uitgebouwd. De woonband van Essen richt zich in eerste instantie naar de dagrecreatie. Dit veronderstelt dat bestaande recreatieve knopen kunnen worden versterkt of dat nieuwe knopen kunnen worden geïntegreerd. Deze recreatieve knopen mogen het niveau van de gemeente niet overschrijden. Uitgangsbasis voor het ontwikkelen van de knopen is de combinatie van een museumbezoek met een recreatieve route (wandelen, fietsen, huifkar, ruiter…). Daarnaast richt de woonband zich eveneens naar de verblijfsrecreatie. Om een breed publiek te kunnen bedienen is een divers aanbod aan verblijfsmogelijkheden nodig. Het bestaande aanbod van campings, tweede verblijven, jeugdverblijfscentra… wordt op de huidige locaties versterkt en kan worden aangevuld met kleinschalige verblijfsaccommodatie in de open ruimte (hoevetoerisme, kamer met ontbijt…). De recreatieve belevingswaarde ligt in de woonband voornamelijk in de dorpskernen, de park- en bosgebieden en het tussenliggende open agrarisch landschap. Het is van belang dat bij de verdere uitbouw van de woonband voldoende aandacht wordt besteed aan deze drie kenmerken. Dit houdt onder meer een opwaardering van het openbaar domein in de dorpskernen in, een versterking van de bosstructuur van de Wildertse Duintjes en de relatie ervan met het Grenspark Zoom-Kalmthoutse heide, het vrijwaren van het tussenliggende open ruimtegebied voor verdere bebouwing. 1.3.1.
Concepten voor de woonband Essen-Wildert
Versterken van de drie deelruimten De woonband Essen-Wildert kan globaal ingedeeld worden in drie grotere deelruimten. Elke deelruimte heeft zijn eigen karakter en zijn eigen kenmerken. De drie deelruimten vormen duidelijk drie aparte entiteiten binnen de woonband Essen-Wildert. In de toekomst is het de bedoeling om de eigenheid van deze drie deelruimten verder te versterken. Dit houdt het versterken van de woon- en handelsfunctie in voor de dorpskern van Essen, het laten samengaan van wonen, natuur en landschap in de deelruimte Wildert en het behouden en versterken van de open ruimte als scheidend element tussen deze twee dorpskernen.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 180/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
Het verkeer afleiden naar bovenlokale verkeersstructuren De gemeente Essen wordt gekenmerkt door twee sterke noord-zuid georiënteerde verkeersstructuren. Het zijn de N117 en de spoorlijn 12, die beide Antwerpen verbinden met Roosendaal. Dwars op deze noord-zuid assen zijn er in de gemeente een aantal oost-west gerichte straten. Deze straten vormen de hoofdstraten binnen de dorpskernen. Het is de bedoeling om deze hoofdstraten te behouden en deze met duidelijke knooppunten af te stemmen op de twee noord-zuid assen. Dit houdt onder meer in dat, om een overstap op het openbaar vervoer mogelijk te maken, er rond de stationsomgevingen voldoende ruime parkeervoorzieningen dienen voorzien te worden. Ook een verdere categorisering van het wegennet is noodzakelijk. Woonstraten zullen via gebiedsontsluitingswegen aangesloten worden op de hoofdstraten binnen de dorpskernen. Een categorisering van het wegennet functioneert het best als dit door de gebruiker visueel leesbaar is. Daarom wordt er voor elke categorie het best een typeprofiel uitgewerkt. Een categorisering van het verkeerswegennet werd uitgewerkt binnen het mobiliteitsplan en overgenomen binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Beekvalleien als natuurlijke begrenzing van de woonband De woonband is een deelruimte die door de natuurlijke en fysische structuur in de gemeente duidelijk wordt begrensd. De woonband heeft zich ontwikkeld op een zandrug die duidelijk wordt begrensd door twee lager gelegen beekvalleien. Nieuwe ontwikkelingen in de woonband moeten zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande dorpskernen. Inbreidingen krijgen de voorkeur op aansnijdingen aan de rand van de dorpskernen. Sommige delen van de kernen worden begrensd door harde grenzen (vb. spoorweg, N117). Andere delen lopen over in het landschap. De begrenzing in het landschap is hier niet altijd even duidelijk. Daarom worden de beekvalleien als natuurlijke begrenzing vooropgesteld voor de verdere ontwikkeling van de woonband. Dit wil niet zeggen dat de woonband op alle plaatsen moet groeien tot tegen de beekvalleien. Er wordt geopteerd om deze begrenzing zo ruim mogelijk te houden zodat er nog voldoende ruimte overblijft om de landschappelijke kwaliteit van de beekvalleien te versterken. Een woonband met een open en gesloten landschappelijk karakter De woonband wordt op het moment gekenmerkt door twee landschappelijke karakters. Het deel ten westen van de spoorweg wordt gekenmerkt door een overwegend bebost karakter. Het gebied ten oosten van de spoorweg heeft overwegend een open, agrarisch karakter. Deze diversiteit van het landschap versterkt de (woon)kwaliteiten van de gemeente Essen. Inwoners hebben op hetzelfde moment de keuze om zich te ontspannen in een beboste of in een landelijke omgeving. Het westelijk bebost gedeelte bestaat nu reeds uit een opeenvolging van groenstructuren die bijna één aaneengesloten geheel vormen. Het zijn volgende groenstructuren: - Grenspark Zoom-Kalmthoutse Heide (met o.a. De Nol en Wildven) - weekendzone Wildert (met o.a. Wildertse Duintjes en Boterpot) - Woonpark van Wijk Heikant - Domein Hemelrijk Aan de rand van dit gebied ligt het Moerven, een meer open gebied met verspreide bosstructuren en kleine landschapselementen (hoogstambomen, hagen of houtkanten). Het ganse gebied sluit in het noorden aan op De Zoom, een oude turfvaart met een structuurbepalende bomenrij, die het ganse gebied verbindt met het bosgebied Wouwse Plantage op Nederlands grondgebied. Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 181/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
In de toekomst kan deze groene westelijke gordel verder worden versterkt. Dit wil niet zeggen dat dit een volledige gesloten bosgordel moet worden. Bepaalde plekken kunnen worden bebost, op andere plekken is het meer aangewezen om verbindingen te realiseren door het inbrengen van kleine landschapselementen (hoogstambomen, hagen of houtkanten). Het oostelijk agrarisch gedeelte wordt gekenmerkt door een sterke versnippering. Deze versnippering wordt grotendeels veroorzaakt door het verder bebouwen van woonlinten en het opvullen van, de in het verleden gegroeide, woonclusters. Hierdoor worden doorzichten naar het achterliggende landschap systematisch van het oog ontsloten. Een toenemende bebouwing zorgt er eveneens voor dat de twee dorpskernen steeds meer naar elkaar toe groeien. In de toekomst moet dit gebied zoveel mogelijk worden gevrijwaard van een verdere bebouwing. Tegelijkertijd moet er over gewaakt worden dat bestaande zichten naar de open ruimte niet worden dichtgebouwd. Door het inbrengen van kleine landschapselementen in de nabije omgeving van woonclusters, kunnen deze landschappelijk beter worden geïntegreerd. Bewaren van de openheid tussen de twee dorpskernen De woonband kan, zoals reeds hoger vermeld, in drie grotere deelruimten ingedeeld worden. De twee uiterste delen worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een dorpskern. Het wonen speelt in deze deelruimten een belangrijke rol. Het middelste deel is nog een open gebied. In dit gebied wordt de laatste jaren een verdere ontwikkeling waargenomen van linten en woonclusters. Hierdoor slibt deze ruimte geleidelijk aan dicht en groeien de twee dorpskernen meer naar elkaar toe. Om de eigenheid van de twee dorpen (Essen en Wildert) en hun aangrenzende woonwijken te bewaren is het belangrijk dat dit centrale, open ruimtegebied open blijft. Dit impliceert dat een verdere bebouwing van het gebied in de toekomst zoveel mogelijk moet worden vermeden. In de bestaande bebouwing moet landschap worden geïntegreerd. Openhouden van deze open ruimte veronderstelt niet dat er een volledig doorzicht moet bestaan. Zoals hoger werd aangehaald wordt de woonband gekenmerkt door een bebost en agrarisch karakter. Dit betekent dat de open ruimte corridor tussen de twee dorpen zowel een gesloten karakter (bos) als een meer open (agrarisch) zal hebben. Dorpskernen met een groene woonlob In de dorpskernen kunnen verschillende bebouwingsvormen worden herkend. Typerend voor de dorpskern van Essen is dat de wijken Centrum en Statie eerder gekenmerkt worden door een sterk gesloten weefsel met hier en daar een structuurbepalende groenstructuur en dat de wijk Heikant wordt gekenmerkt door een sterk groen karakter (woonpark). Een gelijkaardige opdeling kan teruggevonden worden aan de dorpskern van Wildert. De dorpskern zelf wordt gekenmerkt door een sterk gesloten weefsel. Naast de dorpskern ligt de weekendzone, waar het groene karakter dominant is. De laatste jaren wordt er in deze weekendzone een stijgende tendens naar permanente bewoning waargenomen. In de toekomst wordt deze typerende opdeling van dorpskernen, met een overwegend gesloten bebouwingsstructuur, en een groene wijk, met een meer open bebouwingsstructuur, verder gestimuleerd. Dit houdt in dat het opvangen van de woonbehoefte prioritair wordt toebedeeld aan de dorpskernen. Slechts in een latere instantie zal gebruik gemaakt worden van de nog resterende bouwmogelijkheden (in binnengebieden en woonuitbreidingsgebieden) in de groene wijken. Daarnaast zal een verdere vergroening van de Wijk Heikant worden gestimuleerd, zodat de volledige wijk het karakter van een woonpark krijgt. In de weekendzone zal permanente bewoning, onder beperkte voorwaarden, worden aanvaard. Het opstellen van een RUP waarin de voorwaarden voor het Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 182/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
beperkt wonen worden geregeld zal nodig zijn. In bepaalde delen van dit gebied, waar het natuurlijk karakter nog overheerst, kan worden geopteerd om geen verdere bebouwing toe te laten. Versterken van bestaande toeristisch-recreatieve knopen en uitwerken van een netwerk De woonband wordt gekenmerkt door een aantal toeristisch-recreatieve knopen. De ene knoop heeft een sterkere regionale invloed dan de andere. Sommige knopen worden slechts sporadisch opengesteld voor het publiek. Volgende knopen worden verder ontwikkeld: - Karrenmuseum en Kiekenhoeve - Domein Hemelrijk - Wildertse Duintjes met bosmuseum - Bakkersmolen en Stoomtreinmuseum Daarnaast zijn er in de gemeente nog een aantal gebouwen en sites aanwezig die in de toekomst een belangrijke rol kunnen spelen in het toeristisch-recreatief circuit (o.a. Quarantainestallen, Rangeerloods…). In de gemeente is er heel wat infrastructuur aanwezig die het toeristisch-recreatief circuit ondersteunt. Hierbij wordt vooral gewezen op de horecabedrijven, de campings, de verblijfshuizen en (de laatste jaren in mindere mate) de weekendzone. Deze infrastructuur kan in het centrale open gebied verbreed worden door mogelijkheden te voorzien voor hoeve-, plattelands- en jeugdtoerisme. In de toekomst is het de bedoeling om de knopen te behouden, waar mogelijk te versterken en ze beter te integreren in een recreatief netwerk binnen de gemeente. De stationsbuurten worden uitgebouwd als vertrekbasis voor het recreatief netwerk. In de nabijheid van de stations kan er een VVV-kantoor ondergebracht worden of een informatiepaneel opgericht worden. Gekoppeld hieraan kan ondersteunende infrastructuur voorzien worden: zoals het huren van fietsen, parkeren van de wagen, toilet… Vanuit de twee stationsomgevingen kunnen recreatieve routes (wandel, fiets, ruiter, huifkar…) opgebouwd worden, die de verschillende knopen onderling met elkaar verbinden en eveneens de mogelijkheid bieden om andere delen van de gemeente te verkennen. Hiertoe kunnen eveneens bestaande en verdwenen buurtwegen worden ingeschakeld. Indien er nieuwe locaties moeten worden gezocht voor het integreren van toeristisch-recreatieve elementen binnen de gemeente, dan gebeurt dit het best aansluitend of in de onmiddellijke omgeving van bestaande knopen. Hierdoor kunnen de bestaande knopen, met de nodige aandacht voor het omliggende landschap (o.a. aandacht voor KLE’s), versterkt worden. Dreefstructuren langs grote invalswegen Het landschap van de Noordelijke Kempen wordt gekenmerkt door beeldbepalende dreefstructuren langs de grote invalswegen. Ook in de gemeente Essen worden langs de belangrijkste invalswegen (N117, Kalmthoutsesteenweg, Moerkantsebaan, Nieuwmoersesteenweg, Spijker) deze dreefstructuren aangetroffen. In de toekomst wensen we deze dreefstructuren te behouden. Daar waar er gaten zijn ontstaan of daar waar de dreven volledig zijn verdwenen, worden de dreven terug hersteld door nieuwe bomen aan te planten. Ook in de centrale open ruimte komen verspreid beeldbepalende groene linten voor (hoogstammen, hagen, houtkanten). Deze linten worden waar mogelijk bewaard en indien nodig versterkt of verder uitgebouwd. 1.3.2.
Gewenste ruimtelijke structuur voor de woonband Essen-Wildert
Kaart 41: Gewenste ruimtelijke structuur voor de woonband Essen-Wildert De woonband Essen Wildert wordt verder opgebouwd rond drie deelruimten. In het noorden wordt de dorpskern van Essen, met de wijk Heikant, de groene recreatieve knoop rond het Domein Hemelrijk en het bedrijfslint Spijker uitgebouwd. In het zuiden wordt de kern van Wildert, met de weekendzone en de (groene) recreatieve knopen Wildertse duintjes en bakkersmolen versterkt. In het centrale open Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 183/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
ruimtegebied wordt een verdere bebouwing geweerd. Bestaande bebouwing wordt waar nodig beter geïntegreerd in het landschap. Het tweeledige karakter van de woonband, bos in het westen en agrarisch in het oosten, wordt behouden en waar nodig verder versterkt. De beekvalleien van Kleine Aa - Wildertse beek en Spillebeek - Oude Moervaart vormen een natuurlijke en landschappelijke begrenzing van deze woonband. Het autoverkeer wordt door middel van enkele oost-west georiënteerde hoofdstraten ontsloten naar de N117 en de spoorlijn. Tussen de verschillende toeristisch-recreatieve knopen wordt er een recreatief netwerk opgespannen. De typische dreefstructuren langsheen de voornaamste invalswegen en beeldbepalende groene linten in het landschap worden behouden, versterkt en waar nodig terug aangeplant.
NKQK
açêéëâÉêå=bëëÉå=Ó=ÜççÑÇÇçêé=
De dorpskern van Essen zal verder ontwikkeld worden als hoofddorp van de gemeente. Dit wil zeggen dat nieuwe woongebieden in eerste instantie in of aan de dorpskern van Essen moeten aansluiten. Hierbij wordt eerst de voorkeur gegeven aan een verdere ontwikkeling van de wijken Centrum en Statie en in een latere fase Heikant. Dit houdt ook een versterking in van het voorzieningencentrum (winkels, diensten, horeca, sport…). Dit voorzieningencentrum moet gericht worden op gans de gemeente. Het versterken van de voorzieningen houdt niet enkel in dat er de nodige mogelijkheden moeten bestaan binnen de uitvoeringsplannen voor het ontwikkelen van winkels binnen de bestaande bebouwing. Een versterking van het voorzieningencentrum houdt ook een aangepast openbaar domein in met straten om in te kuieren en pleinen als ontmoetings- of rustplek. De dorpskom van Essen (Centrum en Statie) wordt ruimtelijk en functioneel afgesneden van de Wijk Heikant door de spoorweg. Een belangrijke taak op lange termijn is het optimaliseren van de bestaande verbindingen tussen deze twee dorpsdelen. Het braakliggende rangeerstation kan hierin een belangrijke rol vervullen. De stationsomgeving fungeert als schakel tussen de dorpskom van Essen en de wijk Heikant, maar moet ook in de toekomst uitgewerkt worden als recreatief knooppunt. Dit veronderstelt een versterking van de toeristisch-recreatieve structuur in en rond de stationsomgeving (met o.a. VVVkantoor, fietsverhuur, informatiepaneel, parkeermogelijkheid, vertrek van routes, horeca…). 1.4.1.
Concepten voor de dorpskom Essen (Essen centrum en statie)
Versterken van de dorpskom door strategische projecten Voor het versterken van de woonkern wordt de voorkeur gegeven aan inbreidingsprojecten in plaats van het aansnijden van nieuwe gebieden aan de rand van de dorpskern. Strategische projecten kunnen verschillende elementen tot doel hebben. Ze worden voornamelijk opgestart om de woonfunctie binnen de gemeente te versterken, maar er kunnen ook strategische projecten worden opgestart ter ondersteuning van de woonfunctie. Deze projecten richten zich op het werken (bedrijven, handel, horeca, diensten) of op ontspanning (recreatie, sport, cultuur…). Strategische projecten zijn niet zomaar bouwprojecten binnen de gemeente. Het zijn voorbeeldprojecten of het zijn projecten die een bepaalde buurt in de gemeente doen heropleven. Ruimte voor kwaliteitsvolle woonprojecten Het opvangen van de woonvraag binnen de gemeente is de belangrijkste taak voor de dorpskern van Essen. In de dorpskern van Essen zijn er nog verschillende mogelijkheden om deze woonvraag op te vangen. Hierbij worden bij voorkeur eerst die gebieden ontwikkeld die het best aansluiten bij het Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 184/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
centrum (nabijheid van voorzieningen) van de dorpskern. Deze inbreidingsgebieden lenen zich goed voor het ontwikkelen van nieuwe woningtypes of woonvormen afgestemd op specifieke doelgroepen. Bij voorkeur wordt in deze gebieden een dichtheid gehanteerd van min. 15 woningen per ha. Volgende gebieden komen in aanmerking als projecten voor het versterken van de woonfunctie in de dorpskern van Essen: - Rodenbachlaan; - Hondsberg; - Molenheiken; - Statievelden; - Rangeerstation. - Voormalige bedrijfsgebouwen Lonka Andere gebieden zijn verder van het dorpscentrum gelegen. Deze gebieden krijgen een lagere prioriteit. Ze worden bij voorkeur in reserve gehouden om toekomstige woonbehoeften op te vangen. Ruimte voor kleinhandel Een dorpskern die enkel gericht is op wonen is niet leefbaar. Daarom wordt er extra aandacht gegeven aan de ontwikkeling van de kleinhandel binnen de dorpskom van Essen. Essen kiest expliciet voor een gedifferentieerde ontwikkeling van de kleinhandel binnen haar dorpskern. Deze ontwikkeling situeert zich op drie niveaus. Het eerste niveau beslaat de kleinste winkels of de buurtvoorzieningen. Deze winkels moeten instaan om de dagelijkse behoefte van de omwonenden op te vangen (bakker, slager, krantenwinkel…). Volgende plekken worden binnen de dorpskern van Essen aangeduid: - omgeving St.-Antoniuskerk; - omgeving Hemelrijkweg. Het tweede niveau beslaat de grotere winkels, of de dorps-, gemeentelijke en/of voorzieningen voor de onmiddellijke regio. Deze winkels staan in voor specifieke behoefte van de inwoners in de dorpskern en de omliggende dorpen (fotowinkel, kledingwinkel, meubelwinkel, horeca…). In deze winkels is de bezoekersfrequentie lager dan in deze van het eerste niveau. Voor deze winkels worden in de centrumstraten van de dorpskern voldoende ontwikkelingsmogelijkheden voorzien. Het betreft: - Stationsstraat; - Nieuwstraat, Kapelstraat; - Spoorwegstraat. Het derde niveau beslaat de grotere kleinhandel. Deze winkels staan eveneens in voor de behoefte van de inwoners van de dorpskern en de omliggende dorpen. Het gaat hier over winkels die door de consument bij voorkeur met de auto worden bezocht en daardoor een grotere parkeerbehoefte vragen (supermarkt, Doe-het-zelf markt…). Door deze in het centrum in te passen wordt de kans op het leegzuigen van het centrum beperkt en wordt het centrum behoed voor verval en leegstand. Vanuit dit standpunt is het gewenst dat de mogelijkheden voor het vestigen van handelszaken in de voormalige site van Lonka verder dient verfijnd te worden. Er zal worden gestreefd naar een gemengde ontwikkeling van wonen en handel. Bij de ontwikkeling van de zone zal rekening worden gehouden met volgende criteria: - het betreft een zone voor grotere handelszaken, maar met een maximale bruto oppervlakte van 600 m² om het lokaal karakter te behouden - de ontwikkeling van de winkelzone mag geen afzonderlijke entiteit zijn: de ontwikkeling dient op schaal van de dorpskern van Essen te zijn en in relatie tot het weefsel van de dorpskern ontwikkeld te worden. - om de winkelzone maximaal te integreren in de dorpskern wordt er gestreefd naar het bouwen van woonruimten boven de winkelcomplexen. - er dient een goed verkeers- en parkeerplan te worden opgemaakt. Ruimte voor bedrijven in het centrum van Essen Belangrijk voor de levendigheid van een dorpskern is de verweving van functies. Ook verweving met bedrijfsfuncties past binnen dit concept. Bedrijvigheid in de dorpskernen moet mogelijk zijn indien Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 185/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
deze geen overlast bezorgen aan andere functies binnen de dorpskern. Het is gewenst dat er binnen de dorpskern welbepaalde locaties worden afgebakend waar bedrijvigheid mogelijk is of waar bedrijvigheid in de toekomst kan blijven bestaan. Tegelijkertijd moeten de toegelaten activiteiten duidelijk worden omschreven. Buiten deze zones moeten de bestaande bedrijfsactiviteiten uitdoven en zijn geen nieuwe bedrijven toegelaten. De omgeving van de grensovergang tussen Essen en Nederland met de voormalige terreinen van Van Gils (ca. 8.500m²) worden aangeduid als mogelijke plekken voor het oprichten van een bedrijvencentrum. Dit bedrijvencentrum richt zich voornamelijk tot startende bedrijven. Ruimte voor sport-, recreatie- en jeugdinfrastructuur Naast het optimaliseren van de bestaande recreatieve locaties in de dorpskern van Essen, is men op zoek naar een locatie voor het inplanten van een nieuwe sporthal. De Site van het Rangeerstation wordt aangeduid als de locatie met de meeste slaagkansen voor de realisatie van deze nieuwe sporthal. De bouw van de sporthal kan gekoppeld worden aan een ontwikkeling in de oude rangeerloods. De rangeerloods kan zowel tot een commercieel sportcomplex (tenniscentrum, squash, fitnesscentrum, binnenspeeltuin, bowling…) als tot een niet-commercieel multifunctionele ruimte, die zowel bestemd zijn voor het beoefenen van sporten (vb. karate, judo, turnen, dans…) als culturele activiteiten (vb. amateurtoneel, dans, film, voordrachten, repetitielokaal…), ontwikkeld worden. Van belang hierbij is dat de activiteiten op schaal van de gemeente Essen blijven functioneren, en bijgevolg dus een laagdynamisch karakter moeten hebben. Hoogdynamische recreatieve activiteiten met een uitstraling tot ver buiten de gemeente kunnen niet in deze site geïntegreerd worden. Omdat er op de huidige recreatieve locaties weinig ruimte aanwezig is om nieuwe behoefte op te vangen wenst de gemeente aansluitend aan de dorpskern een locatie aan te duiden waar ze op termijn deze behoefte kan opvangen. Om dit te kunnen realiseren zullen een aantal minder goed gelegen gebieden voor dagrecreatie worden geschrapt. In het bijzonder gaat het hier over de gebieden voor dagrecreatie die gelegen zijn in de weekendzone van Wildert (ca. 5,50 ha). Omdat de functie van het huidige rangeerstation achterhaald is, omdat deze locatie op het moment een verwaarloosde plek is in het centrum van Essen, omdat in de gemeente Essen geen aantoonbare behoefte is naar een grootschalige zone voor gemeenschapsvoorzieningen en omdat de zone in de onmiddellijke omgeving ligt van het gemeentelijk sportpark wordt er geopteerd om een deel van het rangeerstation voor te behouden om de lokale recreatieve behoefte in de toekomst op te vangen. Focuspunten en assen als draagstructuren voor het centrum Kernversterkende activiteiten en functies dienen hun plaats te krijgen of te behouden in het centrum van het dorp. Het is wenselijk om de ruimtelijk-functionele dragers van het gebied (centrumstraten) te versterken. Door een evenwichtige verweving van het soort functies (wonen, openbare voorzieningen, winkels…), en de typologie van de bebouwing (hoofdzakelijk gesloten bebouwing met twee bouwlagen, mogelijkheid tot meergezinswoningen) kan dit gebied zich onderscheiden van de rest van de kern. Deze functies zijn belangrijk voor het levendig houden van het gehele dorp. De schaal van de voorzieningen moet in verhouding staan tot de reële behoefte van de dorpskern van Essen en voor het omliggende verzorgingsgebied. Niet enkel het aanbod aan functies is van belang, maar ook de inrichting van het openbaar domein speelt een belangrijke rol bij de beleving van het dorpscentrum. Essentieel hierbij zijn enkele levendige en aantrekkelijke centrale dorpspleinen. Dorpspleinen kunnen worden ingepast in de buurt van focuspunten of op belangrijke kruispunten van voet- en fietsverbindingen. De op te waarderen centrumstraten zijn: - Stationsstraat; - Nieuwstraat-Kapelstraat. Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 186/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
Focuspunten of op te waarderen omgevingen zijn: - omgeving grensovergang; - omgeving Onze-Lieve-Vrouwkerk; - omgeving Heuvelplein; - omgeving Sint-Antoniuskerk; - omgeving Stationsplein. Een groen raster als kenmerk voor de dorpskom van Essen Het nastreven van een beperkte inbreiding en verdichting moet omzichtig afgewogen worden tegenover het behoud van waardevolle open ruimten binnen de dorpskern. Verdichting is wenselijk vanwege de algemene schaarse ruimte. Hierbij is het te verkiezen om een kern beperkt te verdichten, in plaats van open ruimte aan de rand van de kern te moeten opofferen. Het behouden en indien nodig het versterken van waardevolle open ruimte binnen het woongebied is wenselijk, zeker wanneer deze in directe verbinding staan met de open ruimte, een zekere sociale rol te vervullen hebben of een belangrijke meerwaarde geven aan het woonklimaat in de dorpskern. De aanwezigheid van de groene ruimte in de vorm van particuliere parken en tuinen, pleinen en schooldomeinen is een beeldbepalend kenmerk binnen de dorpskom van Essen. Deze groene ruimte dient versterkt te worden door het realiseren van bijkomende, liefst publieke groene ruimten. Zij ondersteunen het specifiek karakter van het centrum van Essen en versterken de relatie van de nieuwe wijken met de historische kern. Deze groene ruimten worden hoofdzakelijk in de noord-zuid richting uitgewerkt. Groengebieden worden er zoveel mogelijk met elkaar verbonden om uit te lopen in het open gebied. Deze noord-zuid georiënteerde groenstructuren worden onderling verbonden door lineaire groenstructuren. Dit kan tot stand komen door het gericht inbrengen van straatbeplanting in de vorm van straatbomen. Zo ontstaan er ook in de oost-west richting sterke groenstructuren. Beide vormen op deze wijze een groen raster in de dorpskern van Essen. Volgende groenassen kunnen worden uitgewerkt: - Don Bosco-Mariaberg; Rodenbach; Erasmus atheneum, Domein De Wispelaere, Magerbeek…; - Hondsberg: omgeving boerderij en inbreidingsproject; - Statievelden, privé-tuinen, Statiebos, St.-Antoniusplein, Kerkhof…; - Guido Gezellestraat-Hemelrijkweg; - Beliestraat-Kerkstraat; - Magerbeek. Uitbouwen van sterke langzaam verkeersroutes In het dorpscentrum worden de verschillende voorzieningen (winkelstraat, scholen, sportvoorzieningen, parken…) zoveel mogelijk verbonden door veilige fiets- en wandelpaden. Fietsen en wandelen wordt zo een aanvaardbaar alternatief voor autoverplaatsingen. Hierbij moet ook aandacht worden geschonken aan de nodige fietsenstallingen nabij de belangrijke voorzieningen. Vanuit het dorpscentrum vertrekken eveneens allerlei fiets- en wandelroutes naar de omliggende dorpen en groenstructuren. Het voet- en fietsnetwerk werd binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan uitgewerkt. Binnen de dorpskom van Essen worden de lokale voet- en fietsverbindingen geënt op dit fietsnetwerk. Het mobiliteitsplan voorziet binnen de dorpskom van Essen een doorgaande fietsverbinding in Kerkstraat – Beliestraat (als alternatief kan ook de verbinding Kerkstraat – Statieboske – Hofstraat ingevuld worden). Deze fietsverbinding ontsluit voornamelijk het zuidelijk deel van de dorpskern en verbindt een aantal belangrijke recreatieve functies (sportpark, zwembad, chiro, multifunctionele sportzaal aan Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 187/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
het gemeentehuis). Deze route vormt ook een veilige alternatieve fietsroute (ten opzichte van de drukke Stationsstraat) naar een aantal scholen. Ook in het noorden van de dorpskom liggen een aantal belangrijke functies en zal er in de toekomst nog een belangrijke woonverdichting plaatsvinden. Daarom wordt in dit deel van de dorpskern voorgesteld om een fietsverbinding uit te werken langs bestaande buurtwegen zodat conflicten met het autoverkeer zoveel mogelijk worden vermeden. Deze tweede fietsroute kan worden aangelegd langsheen Hemelrijkweg - Guido Gezellestraat en zo verder via Nollekensstraat. Door het aanleggen van een nieuwe volwaardige langzame verkeersverbinding boven of onder de spoorwegbundel kan deze noordelijke route verbonden worden met nieuwe ontwikkelingen in het voormalig rangeerstation en het sportpark en de Kiekenhoeve. Een derde route kan worden aangelegd in het meest zuidelijke deel van de gemeente. Deze route ontsluit de wijk Heikant naar het centrum via Heikanstraat en Magerbeek. Op langere termijn kan deze verbinding worden doorgetrokken in het woonuitbreidingsgebied de Werf om zo naar het kruispunt van de N117 en de N133 te gaan. Deze routes zijn voornamelijk oost-west georiënteerd. Tussen deze drie routes kunnen ook een aantal noord-zuid routes worden uitgewerkt. Het zijn: - Inbreidingsgebied Hemelrijk, voetweg Hemelrijklaan, Statiebos, St.Antoniusplein, Kerkhof, Magerbeek - Kloosterstraat, Oude baan - Rodenbach, Burg. Kenisstraat, Magerbeek… Creëren van mogelijkheden voor het oprichten van gegroepeerde autobergplaatsen of aanleggen van (ondergrondse) parkeerplaatsen voor bewoners Door het toenemend autobezit, en het verdichten van het wonen in de kern, ontstaat de behoefte aan bijkomende ruimte voor het stallen van wagens. Veelal belandt de auto op de openbare weg. Dit doet afbreuk aan de belevingswaarde van en de veiligheid op het openbaar domein. Mogelijke oplossingen kunnen worden geboden door het zoeken naar mogelijkheden voor het inrichten van zones voor gegroepeerde autobergplaatsen. Hiervoor zullen er in de bouwblokken binnen de dorpskern verschillende mogelijkheden moeten worden onderzocht. De eigendomsstructuren laten immers niet altijd toe dat dergelijke zones worden ontwikkeld of worden ontsloten naar de openbare weg. Om tot een goede oplossing te komen zal er een gemeentelijk initiatief nodig zijn Dit kan gebeuren door de wegenis, die de zones voor gegroepeerde autobergplaatsen ontsluit (zoals aangeduid binnen een bestemmingsplan) te onteigenen. Bewoners krijgen op deze manier de mogelijkheid om in de tuinzone een autobergplaats op te trekken die goed ontsloten wordt naar de openbare weg. In bepaalde woonprojecten kan de bouw van een ondergrondse parkeergarage worden opgelegd om het parkeerprobleem in deze zone op te lossen. Deze oplossing is veelal duurder, maar geeft meer mogelijkheden om binnengebieden kwalitatief in te richten.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 188/237
ARCADIS Gedas NV
1.4.2.
Projectnummer:
07/2363
Concepten voor de Wijk Heikant
Een groene omkadering van de Wijk Heikant De wijk Heikant is op het gewestplan gedeeltelijk ingetekend als woonpark. Hierdoor heeft de wijk in het westen een overwegend groen karakter. De wijk sluit nauw aan bij andere groenstructuren in de gemeente. In het noorden ligt het parkgebied van De Belder, in het zuiden een tip van de bosstructuur van de Wildertse weekendzone. Het westelijke deel van de woonband wordt gekenmerkt door een doorlopende groenstructuur, welke in de toekomst nog verder kan worden versterkt. De wijk Heikant vormt een belangrijk onderdeel van deze doorlopende groenstructuur. Het bewaren en versterken van het groene karakter in deze wijk is hierbij een pluspunt. Door deze wijk verder te vergroenen versterkt men de eigen identiteit van de wijk en onderscheidt men ze van de dorpskern van Essen. Het versterken van groen kan gebeuren door het inbrengen van hoogstammige streekeigen beplanting in het straatbeeld. Het gebruik van streekeigen beplanting in de tuinzone kan worden gestimuleerd. Bij de ontwikkeling van nieuwe woonprojecten op binnengebieden of oude bedrijfsterreinen (vb. houtzagerij) kunnen voorwaarden worden opgelegd inzake de aanplanting van streekeigen groen. Een hart voor de Wijk Heikant In de wijk Heikant is geen echt centrum terug te vinden. Wel wordt er centraal in de wijk (omgeving Heikantstraat - Maststraat) een plek aangetroffen waar een aantal functies (supermarkt, kleuterschool, parochiecentrum…) gegroepeerd voorkomen. Een opwaardering van deze omgeving door een heraanleg van het openbaar domein, voorzien van mogelijkheden voor het opvangen van nieuwe functies, eventueel beperkte verdichting (meer draagkracht voor functies) kan aan de wijk Heikant een duidelijk centrum geven.
Veilige langzame verkeersverbindingen met de dorpskom van Essen De wijk Heikant wordt ruimtelijk en functioneel afgesneden van de dorpskom van Essen door de spoorlijn Antwerpen-Roosendaal. Voor de meeste voorzieningen zijn de bewoners van de wijk afhankelijk van de dorpskom van Essen. Een goede en veilige bereikbaarheid, bij voorkeur door langzame verkeersverbindingen, wordt voorop gesteld. Op deze manier kan het centrum van Essen vlot worden bereikt. Volgende verbindingen kunnen worden uitgewerkt: - Heikantstraat, Magerbeek; - Hart wijk Heikant – rangeerstation.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 189/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
Herinrichting Moerkantsebaan De wijk Heikant wordt in het noorden ruimtelijk afgebakend door Moerkantsebaan. Op deze baan wordt voornamelijk de verkeersfunctie benadrukt. Ten noorden ervan liggen nog een aantal functies (sportpark, karrenmuseum, verkaveling Vossenbos, rangeerstation) die een belangrijke rol hebben voor de bewoners van Heikant. Langs Moerkantsebaan liggen ook heel wat functies met een hoge bereikbaarheidsgraad (school, rusthuis, enkele winkels). Doordat de nadruk van deze weg te veel op de verkeersfunctie ligt, is er geen veilige en vlotte bereikbaarheid van de functies in het noorden. Andere functies schermen zich bewust af van de drukke verkeersweg om de veiligheid te verhogen (vb. school wordt ontsloten via Maststraat). Een gedeeltelijke herinrichting van Moerkantsebaan met de nadruk op het verblijfskarakter en de aanleg van een duidelijke poort die de snelheid van het autoverkeer moet afremmen, moet de leefbaarheid in deze omgeving verhogen. Deze inrichting moet tot het resultaat leiden dat door een herinrichting van Moerkantsebaan de wijk Heikant meer tot het centrum van Essen betrokken wordt. De dorpskern van Essen begint niet aan het viaduct, maar begint reeds ter hoogte van Nolsebaan. 1.4.3.
Concept voor de site van het rangeerstation
De stationsomgeving als schakel tussen de dorpskom van Essen en Wijk Heikant De site van het rangeerstation ligt er verlaten bij. Deze site kan een belangrijke rol spelen in de verdere ontwikkeling van de dorpskern van Essen. De wijk Heikant wordt door de spoorweg ruimtelijk en functioneel afgesneden van het centrum van Essen. De voornaamste verbinding tussen beide dorpsdelen wordt nu gerealiseerd door het viaduct en een lagergelegen voet- en fietstunnel. Door een ontwikkeling op de gronden van het rangeerstation mogelijk te maken, kan er een betere ruimtelijke binding worden gemaakt tussen de wijk en het centrum. De optie impliceert een gemengde invulling die, door inbreiding, beide dorpsdelen verbindt en door invullingen van gemeenschapsvoorzieningen (sport, cultuur, toerisme, recreatie…) en groen, een overgang maakt naar het open landschap.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 190/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
Figuur 26: Gewenste ontwikkeling van de site van het rangeerstation
1.4.4.
Concept voor Hemelrijk
Uitbouwen van de recreatieve knoop Karrenmuseum Het Karrenmuseum vormt de belangrijkste recreatieve aantrekkingsknoop voor de dorpskern van Essen. In de toekomst wordt deze knoop behouden en verder versterkt. Dit kan door het inpassen van nieuwe elementen op de bestaande locatie, maar ook door het inschakelen van andere waardevolle elementen in de onmiddellijke omgeving. Hierbij wordt gedacht aan het Domein Hemelrijk, de Quarantainestallen en de oude rangeerloods. Een goede afstemming van de verschillende activiteiten in deze gebouwen en het verhogen van de ruimtelijke samenhang zorgt voor een meerwaarde van deze recreatieve omgeving.
1.4.5.
Concept voor Spijker
Uitbouwen van een kwaliteitsvol gemeentelijk bedrijvenlint Voor de bestaande bedrijven moeten er voldoende mogelijkheden bestaan om onmiddellijk of in de toekomst te kunnen uitbreiden. Om het lokaal (gemeentelijk) karakter te behouden kunnen er beperkingen inzake de oppervlakte worden opgelegd. Deze uitbreiding houdt geen uitbreiding van het lint naar de open ruimte in. Het slaat enkel op de uitbreiding van de bestaande bedrijven in het lint. Tevens moet op basis van dit uitgangspunt een veiligere verkeersontsluiting worden gerealiseerd. De zone is gelegen langs een secundaire weg type I, die een verbindend karakter heeft. Het aantal aansluitingen op deze weg dient te worden beperkt. Dit is op het moment niet het geval. Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 191/237
ARCADIS Gedas NV
Projectnummer:
07/2363
De zone dient voor elke inwoner op een veilige manier bereikbaar te zijn. Op het moment is deze zone zeer autogericht. Het bedrijvenlint moet hoofdzakelijk in functie van de gemeente worden uitgebouwd. Dit veronderstelt dat de zone ook op een veilige manier door fietsers en voetgangers bereikbaar dient te zijn. Daarnaast is het belangrijk dat het kleinhandelslint voldoende geïntegreerd wordt in het landschap. Het lint is een lang gestrekte eenheid met weinig doorzichten naar het landschap. Vanuit het landschap is dit lint een beeldbepalend element. Het inbrengen van buffers en lijnvormige landschapselementen in de open ruimte verhoogt de integratie van het lint in het landschap. Om de effectieve realisatie van de buffers te kunnen garanderen, zal de gemeente het vergunningenbeleid hierop afstemmen (indienen beplantingsplan, geldelijke waarborg voor realisatie groenbuffer). Figuur 27: Gewenste ruimtelijke structuur voor Spijker
1.4.6.
Gewenste ruimtelijke structuur voor de dorpskern van Essen
Kaart 42: Gewenste ruimtelijke structuur voor de dorpskern van Essen De dorpskern van Essen wordt op twee niveaus ontwikkeld. De grootste inspanning wordt gericht op de dorpskom van Essen. Hier wordt de bijkomende behoefte aan woningen opgevangen, de kleinhandel wordt er versterkt, er wordt ruimte gecreëerd voor startende bedrijven, de groene structuur wordt er bewaard en verder uitgebouwd en een netwerk van langzame verkeersverbindingen vormt de infrastructurele basis voor verplaatsingen binnen de dorpskern. Een herinrichting van de voornaamste dorpsstraten en focuspunten moet de dorpskern in de toekomst versterken. De wijk Heikant wordt op een lager niveau ontwikkeld. Hier wordt de ontwikkeling van een centrumgebied aangemoedigd. Maar daarnaast wordt het versterken van de groenstructuur vooropgesteld. Door de heraanleg van de Moerkantsebaan ontstaat er een veiligere verbinding met de functies in het noorden en wordt de wijk beter bij de dorpskern van Essen betrokken. Een ontwikkeling op het rangeerstation van Essen wordt als belangrijk schakelpunt gezien tussen deze twee dorpsdelen. De bedrijvenconcentratie rond Spijker wordt behouden. Het bestaande bedrijfslint wordt er geoptimaliseerd. Bestaande handelszaken kunnen er blijven bestaan, nieuwe handelszaken kunnen zich hier niet vestigen.
Bestand: s:\structuurplanning\rsp-essen-2363\rapporten\4 - ontwerp\2363-rap-307d.doc Dossier: Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Essen Ontwerp – versie D
mei 2006 Pagina 192/237