EUROPEES PARLEMENT
2014 - 2019
Commissie ontwikkelingssamenwerking
2014/2204(INI) 29.4.2015
ONTWERPVERSLAG inzake de ebolacrisis: lessen voor de lange termijn en manieren om de gezondheidszorgstelsels in de ontwikkelingslanden te verbeteren om toekomstige crises te voorkomen (2014/2204(INI)) Commissie ontwikkelingssamenwerking Rapporteur: Charles Goerens
PR\1055864NL.doc
NL
PE552.141v01-00 In verscheidenheid verenigd
NL
PR_INI INHOUD Blz. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT .........................................3 TOELICHTING .....................................................................................................................8
PE552.141v01-00
NL
2/10
PR\1055864NL.doc
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT inzake de ebolacrisis: lessen voor de lange termijn en manieren om de gezondheidszorgstelsels in de ontwikkelingslanden te verbeteren om toekomstige crises te voorkomen (2014/2204(INI)) Het Europees Parlement, –
gezien resolutie 2177(2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 18 september 2014 over vrede en veiligheid in Afrika,
–
gezien resolutie 69/1 van de Algemene vergadering van de Verenigde Naties van 19 september 2014 over maatregelen voor het indijken en bestrijden van de ebola-uitbraak die zich recentelijk in West-Afrika heeft voorgedaan,
–
gezien het besluit van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, om de eerste missie inzake gezondheidshulp in een noodsituatie in de geschiedenis van de VN in te stellen, namelijk de VN-missie voor noodrespons ter bestrijding van ebola (UN Mission for Ebola Emergency Response - UNMEER), na de aanneming van resolutie 69/1 van de Algemene Vergadering en resolutie 2177(2014) van de Veiligheidsraad over de ebola-uitbraak,
–
gezien de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 8 augustus 2014, waarin de ebola-uitbraak wordt beschreven als een volksgezondheidscrisis van internationale omvang,
–
gezien de door de WHO opgestelde routekaart "Reactie op de uitbraak van het ebolavirus" van 28 augustus 2014 en de updates daarop,
–
gezien het rapport van de directeur-generaal van de WHO voorgelegd op de buitengewone bijeenkomst van de uitvoerende raad inzake ebola in Genève (Zwitserland) op 25 januari 2015,
–
gezien de slotverklaring van de voorjaarsvergadering 2015 van de Wereldbankgroep en het IMF, die plaatsvond van 17 tot 19 april 2015 in Washington (VS),
–
gezien de internationale ebolaconferentie ""From Emergency to Recovery", die op 3 maart 2015 in Brussel werd gehouden,
–
gezien de op 21 augustus 2014 door de Afrikaanse Unie ingestelde missie "Voor steunverlening bij de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika" (ASEOWA),
–
gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 oktober 2014,
–
gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie van 15 augustus 2014, 20 oktober 2014, 17 november 2014, 12 december 2014 en 16 maart 2015, betreffende de ebolacrisis in West-Afrika,
PR\1055864NL.doc
3/10
PE552.141v01-00
NL
–
gezien de verslagen aan de Europese Raad die in november 2014 en maart 2015 zijn opgesteld door Christos Stylianides, Europees commissaris en ebolacoördinator voor de EU,
–
gezien het algemene reactiekader van de EU voor de ebola-uitbraak in West-Afrika, dat door de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie is opgezet,
–
gezien de resolutie over de uitbraak van ebola van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU die op 3 december 2014 in Straatsburg (Frankrijk) is aangenomen,
–
gezien zijn resolutie van 18 september 2014 over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus1,
–
gezien artikel 52 van zijn Reglement,
–
gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de adviezen van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0000/2015),
A.
overwegende dat de tekortkomingen op het gebied van gezondheid en onderwijs, en met name op het gebied van gezondheidseducatie, in de drie door de uitbraak getroffen landen (Sierra Leone, Liberia en Guinee) structureel zijn, dat deze landen bovendien onderaan staan in de UNDP-klassering voor wat betreft de menselijke ontwikkelingsindex en dat ongeveer 80% van hun burgers in extreme armoede leven;
B.
overwegende dat de crisis nog steeds virulent is in Guinee en in Sierra Leone in talrijke districten, terwijl daarentegen in Liberia, waar zich de laatste maand geen nieuwe infecties hebben voorgedaan, met gepaste omzichtigheid kan worden gesteld dat het eind van de tunnel in zicht is;
C.
overwegende dat de ebolacrisis systemisch is op lokaal en regionaal niveau, maar ook op het niveau van mondiaal bestuur;
D.
overwegende dat de uitbraak per 14 april 2015 al 10.699 doden geëist heeft in de drie betrokken landen en zware gevolgen heeft gehad voor hun economische groei;
E.
overwegende dat de aanpak van de ebolacrisis een ander fenomeen aan het licht heeft gebracht, door Artsen zonder grenzen "de crisis in de crisis" genoemd, waarvan het gevolg was dat mensen die een andere ziekte onder de leden hadden niet meer naar het ziekenhuis gingen uit angst om daar door het virus te worden besmet;
F.
overwegende dat in de allereerste maanden van de ebolacrisis de humanitaire ngo's, en met name Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis, het efficiëntst hebben gereageerd, het best geïnformeerd waren, de meeste ervaring hadden en zodoende het best in staat waren een prominente rol te spelen in dit stadium van de bestrijding van het virus,
G.
overwegende dat de humanitaire organisaties met hun kennis van zaken en zeker met
1
Aangenomen teksten, P8_TA(2014)0026.
PE552.141v01-00
NL
4/10
PR\1055864NL.doc
hun vermogen om breed op te treden hebben aangetoond dat zij, in dit geval, aan het begin van de crisis efficiënter en relevanter kunnen zijn dan de "institutionele" organisaties; H.
overwegende dat het wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties heeft aangetoond dat het een efficiënte logistiek kan ontplooien die in de toekomst ook nuttig kan zijn op het gebied van waarschuwing en respons;
I.
overwegende dat de Europese Raad een ebolacoördinator heeft aangesteld;
J.
overwegende dat de Verenigde Naties, de WHO en de Europese Commissie procedures hebben opgezet voor de evaluatie van de aanpak van de uitbraak;
K.
overwegende dat de WHO in een verklaring in april 2015 heeft toegegeven dat de wereld en de WHO slecht voorbereid zijn om een langdurige epidemie het hoofd te bieden;
L.
overwegende dat het internationaal bestuur inzake de aanpak van crisissituaties op het gebied van de volksgezondheid absoluut moet worden verbeterd;
M.
overwegende dat de toegang tot medicijnen alsook onderzoek en ontwikkeling ter zake uitsluitend moeten beantwoorden aan de behoeften van de zieken, ongeacht of zij hier wonen of in de ontwikkelingslanden;
N.
overwegende dat het noodzakelijk is in alle ontwikkelingslanden een gedegen stelsel van volksgezondheid op te zetten;
O.
overwegende dat de ebolacrisis de landen in de door het virus getroffen zone in de recessie heeft gestort,
P.
overwegende dat de drie landen bij het IMF en de Wereldbank een "Marshallplan" van 7.500 miljoen euro hebben gevraagd om hen te helpen uit de economische crisis te geraken;
Q.
overwegende dat een aantal ngo´s de Wereldbank hebben gevraagd ongeveer 1,7 miljard dollar uit te trekken om de landen te helpen hun gezondheidsinfrastructuur duurzaam te verbeteren;
R.
overwegende dat de internationale gemeenschap waakzaam moet blijven en dat moet worden gestreefd naar het stadium na ebola, waarbij er gedurende een lange periode geen nieuwe besmettingen meer zijn;
1.
betreurt het dat de internationale gemeenschap in de allereerste maanden van de crisis weinig of niet heeft gereageerd;
2.
vraagt de verantwoordelijken van de internationale organisaties om daaruit lessen te trekken en methodes te ontwikkelen voor de efficiënte bestrijding van internationale gezondheidscrisissen;
3.
meent dat de Europese Unie, naast de noodhulp, eerst en vooral moet reageren op het
PR\1055864NL.doc
5/10
PE552.141v01-00
NL
niveau van ontwikkelingssamenwerking, namelijk met investeringen op het gebied van de gezondheidszorg, en vervolgens met de noodzakelijk steun voor het economisch herstel in de drie landen; 4.
vraagt dat een Europees team voor snel optreden wordt opgericht, bestaande uit deskundigen, ondersteuningsteams in labo's, epidemiologen en een logistieke infrastructuur die uiterst snel kan worden ingezet; onderstreept met name de toegevoegde waarde die de Unie zou kunnen bieden op het gebied van "opsporing aan de grenzen" op het land en in de zee, terwijl de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten voorop lopen op het gebied van opsporing in luchthavens - een voorbeeld dat de Unie zou kunnen volgen en waarvan ze profijt zou kunnen trekken;
5.
verzoekt de Commissie met klem de drie landen te helpen bij het ontwikkelen van hun eigen gezondheidsstelsel, zodat een antwoord wordt gegeven op hun elementaire gezondheidsbehoeften en zij de infrastructuur kunnen opzetten om al hun burgers toegang tot zorg te verschaffen;
6.
wijst er in het algemeen op dat voor de ontwikkelingslanden eerst en vooral begrotingslijnen moeten worden gecreëerd om degelijke socialezekerheids- en gezondheidsstelsels op te zetten, duurzame gezondheidsinfrastructuur (met name laboratoria) te bouwen en basisdiensten en kwaliteitszorg te verstrekken;
7.
herhaalt dat de onderzoekscapaciteit in de wereldwijde bestrijding van epidemieën moet worden versterkt, dat "snelle tests" moeten worden ontwikkeld en de toegang tot vaccins moet worden gewaarborgd;
8.
dringt aan op versterking van de onderzoeksinfrastructuur door de oprichting van een "regionaal centrum voor onderzoek naar infectieziekten" in West-Afrika;
9.
is voorstander van de instelling van een universele dekking van de gezondheidszorg, door middel van partnerschappen waardoor permanente gezondheidszorgsystemen kunnen worden gecreëerd;
10.
steunt het idee van een donorconferentie onder auspiciën van de Verenigde Naties en de Europese Unie om met spoed in te gaan op de behoeften van de getroffen landen;
11.
steunt het idee van een "Marshallplan" voor het economisch herstel van deze landen;
12.
is ingenomen met de internationale inspanningen om de internationale schuldverplichtingen van de door het ebolavirus getroffen landen te verlichten;
13.
meent dat de partnerschappen tussen de Europese Unie en de landen in het crisisgebied slechts doeltreffend zullen zijn indien Liberia, Guinee en Sierra Leone in staat zijn om hun eigen ontwikkeling zo snel mogelijk weer op te pakken;
14.
meent dat het programma van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) ten behoeve van deze drie landen moet worden herzien in het licht van de talrijke uitdagingen die door de ebolacrisis duidelijk zijn geworden;
PE552.141v01-00
NL
6/10
PR\1055864NL.doc
15.
is van mening dat bij de tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader (MFK) het risico van structurele onderfinanciering van humanitaire hulp van de Europese Unie niet langer over het hoofd kan worden gezien;
16.
is bijzonder ingenomen met het optreden van de humanitaire organisaties, die zich op gevaar van eigen leven hebben ingezet om deze zware gezondheidscrisis binnen de perken te houden;
17.
meent dat de toegang tot medicijnen in beginsel niet langer afhankelijk mag zijn van de koopkracht van de patiënten maar moet beantwoorden aan de behoeften van de zieke, net zoals de markt niet alleen zou mogen beslissen over welke medicijnen moeten worden geproduceerd;
18.
verzoekt daarom de Commissie het debat hierover aan te zwengelen en te zorgen voor een omvangrijke publiek-private samenwerking;
19.
vraagt zijn bevoegde commissie om de aanpak van de crisis op te volgen in nauwe samenwerking met de ebolacoördinator voor de EU vooraleer een definitieve evaluatie voor te leggen;
20.
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regeringen en parlementen van de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de VN en de Wereldgezondheidsorganisatie.
PR\1055864NL.doc
7/10
PE552.141v01-00
NL
TOELICHTING Sinds maart 2014 zijn Sierra Leone, Liberia en Guinee getroffen door de zwaarste ebolauitbraak die de mensheid tot nog toe gekend heeft. Omdat de grenzen diffuus zijn, heeft het virus zeer snel van het ene land naar het andere land kunnen overslaan. De drie landen in kwestie staan onderaan in de UNDP-klassering voor wat betreft de menselijke ontwikkelingsindex . De gemiddelde levensverwachting ligt op 60 jaar of lager, de schoolcarrière overstijgt zelden de drie jaar, en ongeveer 80 % van de bevolking in deze landen leeft in extreme armoede. Uit deze cijfers blijkt een situatie van zeer grote kwetsbaarheid van deze bevolkingen. Het is duidelijk dat de drie landen hier niet alleen uit kunnen komen. De reikwijdte en de complexiteit van de huidige ebola-uitbraak vormt een ware uitdaging voor de drie landen waar de tekortkomingen op het gebied van gezondheid en scholing vrijwel structureel zijn. Op lokaal, regionaal en nationaal niveau is de ebolacrisis dan ook systemisch. En ook op het niveau van de mondiale aansturing is de ebolacrisis systemisch. Zo heeft de internationale gemeenschap te veel tijd laten passeren alvorens de ernst van de situatie te beseffen en te reageren. Pas vanaf september 2014 is men werkelijk tot actie over gegaan. Met de beslissing om de heer Stylianides, nieuwe commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, ebolacoördinator voor de Europese Unie te maken, geeft de Europese Raad aan zowel de lidstaten als aan de Commissie een krachtig signaal af. Improviseren volstaat niet langer. Er zij terloops aan herinnerd dat de wettelijke basis voor een dergelijk opdracht al is opgenomen in het Verdrag van Lissabon. Het mandaat van de commissaris voor Humanitaire hulp en Crisisbeheersing is zeer breed en vormt een ware uitdaging voor alle Europese actoren op het gebied van onderzoek, innovatie, begeleiding van de noodgevallen, het sturen van medisch personeel naar de plaatsen zelf, de opzet van een evacuatiesysteem en de inspanningen voor de langere termijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Het Europees Parlement is trouw aan zijn traditie en herinnert eraan dat in het onderhavige geval zijn missie erin bestaat de uitvoerende organen te controleren, zijn taak als wetgevend orgaan op te nemen en tot slot politieke impulsen te geven. Voor de Commissie ontwikkelingssamenwerking van het Europees Parlement heeft de Europese Unie, belangrijkste wereldspeler op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, een bijzondere verantwoordelijkheid op het gebied van de bevordering van het recht op universele toegang tot de gezondheidszorg. Van de Europese Unie mag in deze kwestie een meer dan gewone betrokkenheid verwacht worden. De stem van de EU moet worden gehoord, met name in de loop van dit jaar, een jaar dat is gewijd aan ontwikkelingssamenwerking onder het motto "Onze wereld, onze toekomst, onze waardigheid". Zo moet, waar het de strijd tegen ebola betreft, de Europese Unie een antwoord bieden op de volgende centrale uitdagingen en vragen:
PE552.141v01-00
NL
8/10
PR\1055864NL.doc
Wat is de positie van de EU ten aanzien van de WHO, die geacht wordt informatie te geven over de ontwikkeling van een epidemie in een zeer vroeg stadium? Daarnaast is het de WHO die aanwijzingen geeft aan de wereld van de wetenschap die in actie moet komen en op zoek moet gaan naar een vaccin en medicijnen tegen de ebolaziekte. Is zij in staat tot de transportcapaciteit en de logistieke ondersteuning die noodzakelijk zijn om de uitbraak in te dijken? De Verenigde Staten bij voorbeeld zijn in staat geweest om zeer snel duizenden soldaten te mobiliseren en om in recordtijd een aanzienlijke hoeveelheid materieel in de ebola-besmettingszone te krijgen. Daarnaast heeft de aanpak van de ebolacrisis een ander fenomeen aan het licht gebracht: "de crisis in de crisis", zoals Artsen zonder grenzen het noemt in een van haar oproepen. Veel mensen die een andere ziekte dan ebola onder de leden hebben, gaan niet meer naar het ziekenhuis uit angst om in een ziekenhuis door het virus te worden besmet. Van de Europese Unie wordt verwacht dat zij in nauwe samenwerking met haar Afrikaanse partners voor dit verschijnsel een oplossing gaat vinden. Moeten de Afrikaanse landen daarnaast niet geholpen worden om geleidelijk aan meer eigen onderzoekscapaciteiten te ontwikkelen? Laten we het ook hebben over de rol van de politiek bij het onderzoek. Het is niet de markt die moet bepalen wat de onderzoeksprioriteiten zijn, horen we terecht uit de mond van de verdedigers van het recht op een universele gezondheidszorg. Wat zijn dus de stappen die de Europese Unie moet nemen op dit gebied, op EU-niveau maar ook binnen de internationale forums? Uw rapporteur is ervan overtuigd dat in de allereerste maanden van de ebolacrisis de humanitaire ngo's en met name Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis de meest efficiënte reactie boden, het best geïnformeerd waren, het best in staat bleken een rol te spelen op het eerste plan in de voortgaande strijd tegen het virus waarvan men weet in hoeverre het gevolgen kan hebben. Met hun onbetwistbare ervaring en kennis van zaken, hun capaciteit om tot de juiste actie over te gaan en informatie te verspreiden, om niet te spreken van hun vermogen om breed op te treden, hebben de humanitaire organisaties aangetoond in dit geval aan het begin van de crisis dat zij relevanter en efficiënter kunnen zijn dan de institutionele organisaties, omdat zij beter voorbereid zijn. Het is dan ook aan de orde om na te denken over manieren om de capaciteiten van de humanitaire organisaties in de toekomst beter te benutten. Het gaat er hier voor de duidelijkheid niet om de status en de fundamentele beginselen van deze organisaties ter discussie te stellen. Het kan niet zo zijn dat een kwestie niet aan de orde wordt gesteld omdat deze te gevoelig ligt. Ook moet vanaf nu al gedacht worden over de periode ná ebola. Dit stadium is bereikt als er gedurende 42 dagen geen sprake meer is van nieuwe besmettingen. Als het zover is moet de Europese Unie op twee niveaus reageren: er moet een antwoord komen ten eerste in de vorm van ontwikkelingssamenwerking, onder meer investeringen op het gebied van de gezondheidszorg, en ten tweede in de vorm van de broodnodige hulp voor het economisch herstel in de drie landen. Vóór de crisis was de jaarlijkse groei van het bbp van de drie landen geraamd op een gemiddelde van ruim boven de 5 %. Ebola heeft de economische activiteit echter grotendeels verlamd en de drie landen bevinden zich nu in een recessie. Hoe sneller PR\1055864NL.doc
9/10
PE552.141v01-00
NL
deze drie economieën in staat zijn om voldoende middelen vrij te maken, hoe beter dat zal zijn voor de autonomie van deze landen en voor hun vermogen om te voorzien in de financiering van onmisbare behoeften op het gebied van de gezondheidszorg. De partnerschappen tussen de Europese Unie en de landen in het crisisgebied zullen slechts doeltreffend zijn indien Liberia, Guinee en Sierra Leone in staat zijn om hun eigen ontwikkeling zo snel mogelijk weer op te pakken. Het programma van het Europees Ontwikkelingsfonds ten behoeve van deze drie landen moet worden herzien in het licht van de talrijke uitdagingen die door de ebolacrisis duidelijk zijn geworden. Daarnaast is het van belang om vanaf nu vast te stellen dat bij de tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader (MFK) het risico van structurele onderfinanciering van humanitaire hulp van de Europese Unie niet langer over het hoofd kan worden gezien. Laat ons ter afsluiting de hoop uitdrukken dat alle betrokkenen blijk geven van een visie die iedereen in staat stelt om in de komende periode de eigen verantwoordelijkheid op te nemen, ook al is ebola alweer een tijdje uit het achtuurjournaal verdwenen, alvast in onze landen. De huidige ebolacrisis tot slot legt de structurele tekortkomingen in een groot aantal landen bloot en is tegelijk een herhaalde oproep aan de verantwoordelijken van de Europese Unie om hun wil door te zetten om ten minste 20% van de overheidshulp te besteden aan de ontwikkeling van de sociale basisvoorzieningen, in de eerste plaats te gezondheidszorg
PE552.141v01-00
NL
10/10
PR\1055864NL.doc