2014 no. 57
AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA
LANDSVERORDENING van 27 november 2014 houdende regeling van een bijzondere heffing ten behoeve van de Centrale Bank van Aruba (Landsverordening koersmargevergoeding Centrale Bank van Aruba)
Uitgegeven, 2 december 2014
De minister van Justitie, A.L. Dowers
Pagina 2 Afkondigingsblad van Aruba 2014 no. 57 ___________________________________________________________________ IN NAAM VAN DE KONING!
DE GOUVERNEUR van Aruba,
In overweging genomen hebbende: -
-
-
dat de Centrale Bank van Aruba een aanzienlijke verzwaring en uitbreiding van haar taken in de afgelopen jaren heeft gekend, die gerelateerd zijn aan het bewaken en bevorderen van de financiële en monetaire stabiliteit, alsmede van de integriteit van financiële en bepaalde niet-financiële dienstverleners; dat het bovenstaande geleid heeft tot significante hogere operationele kosten voor de Centrale Bank van Aruba; dat hiertegenover staat dat de inkomsten uit de belegde deviezenvoorraad van de Centrale Bank van Aruba, die voor deze instelling de voornaamste inkomstenbron vormen, structureel onder druk zijn komen te staan als gevolg van de aanhoudende kwetsbare situatie van de wereldeconomie; dat het hierdoor en ter diversificatie van de inkomsten van de Centrale Bank van Aruba wenselijk is om een nieuwe inkomstenbron voor de Centrale Bank van Aruba in de vorm van een koersmargevergoeding die door kredietinstellingen, die een machtiging van de Centrale Bank van Aruba hebben verkregen om als deviezenbank op te treden, verschuldigd zal zijn;
Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: § 1. Definities Artikel 1 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Bank : de Centrale Bank van Aruba; deviezenbank : een kredietinstelling die van de Bank een machtiging als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Centrale Bankverordening (AB 1991 no. GT 32) heeft verkregen; koersmargevergoeding : de maandelijkse netto-vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid; aankooptransacties : alle door een deviezenbank gekochte vreemde valuta van het publiek, zowel giraal als chartaal;
Pagina 3 Afkondigingsblad van Aruba 2014 no. 57 ___________________________________________________________________ verkooptransacties deviezenrapportage
: alle door een deviezenbank verkochte vreemde valuta aan het publiek, zowel giraal als chartaal; : de krachtens artikel 8 van de Landsverordening deviezenverkeer (AB 1990 no. GT 6) door een deviezenbank bij de Bank in te dienen maandelijkse rapportage waarin alle via haar afgewikkelde betalingen aan en ontvangsten uit het buitenland, zowel giraal als chartaal, zijn opgenomen ten behoeve van de samenstelling van de betalingsbalans. §2. De koersmargevergoeding Artikel 2
1. De deviezenbanken zijn een koersmargevergoeding verschuldigd aan de Bank. 2. De koersmargevergoeding is per kalendermaand verschuldigd. Artikel 3 1. De koersmargevergoeding bedraagt 3/8 procent van de in rekening gebrachte tegenwaarde in Arubaanse florin uit hoofde van de verkooptransacties, verminderd met 1/8 procent van de betaalde tegenwaarde in Arubaanse florin uit hoofde van de aankooptransacties. 2. De percentages, bedoeld in het eerste lid, kunnen, de Bank gehoord, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gewijzigd. § 3. Voldoening en inning Artikel 4 1. De verschuldigde koersmargevergoeding wordt binnen 15 kalenderdagen na afloop van elke kalendermaand op aangifte voldaan. 2. De Bank stelt de wijze van aangifte vast. 3. Indien een deviezenbank niet of niet tijdig aan het eerste lid voldoet, kan de Bank ambtshalve de hoogte van de verschuldigde koersmargevergoeding vaststellen aan de hand van het voor de desbetreffende maand ingediende deviezenrapportage, en deze in rekening brengen. 4. Indien de Bank onjuistheden in de aangifte, bedoeld in het eerste lid, constateert, kan zij deze ambtshalve aanpassen en de koersmargevergoeding herberekenen aan de hand van het voor de desbetreffende maand ingediende deviezenrapportage. 5. De Bank brengt de ingevolge het derde en het vierde lid herberekende koersmargevergoeding aan de deviezenbank in rekening door middel van een aanslag.
Pagina 4 Afkondigingsblad van Aruba 2014 no. 57 ___________________________________________________________________ §4. Bijzondere maatregelen Artikel 5 1. Onverminderd artikel 4, derde lid, kan de Bank een deviezenbank een last onder dwangsom opleggen van Afl. 1000,- voor elke dag die deviezenbank in overtreding is van artikel 4, eerste lid. 2. De Bank legt de last onder dwangsom schriftelijk op onder vermelding van het overtreden voorschrift. 3. Verbeurde dwangsommen komen toe aan de Bank. 4. De Bank kan op verzoek van de overtreder een last onder dwangsom opheffen, de looptijd ervan voor een bepaalde termijn opschorten of de dwangsom verminderen, ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen. 5. De Bank kan voorts op verzoek van een overtreder een last onder dwangsom opheffen, indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd. Artikel 6 1. Indien een verbeurde dwangsom niet is betaald binnen de door Bank bepaalde termijn, wordt de overtreder schriftelijk aangemaand om binnen twee weken alsnog het bedrag van de dwangsom, verhoogd met de kosten van de aanmaning, te betalen. 2. Bij gebreke van betaling worden het bedrag en de kosten, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met de invorderingskosten, door de Bank bij dwangbevel ingevorderd. 3. De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van betekening van een exploot als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (AB 2005 no. 34) en levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van dit Wetboek kan worden tenuitvoergelegd. 4. Het dwangbevel vermeldt in ieder geval: a. aan het hoofd het woord “dwangbevel”; b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom, vermeerderd met de verschuldigde wettelijke rente; c. de beschikking of het wettelijk voorschrift waaruit de verschuldigde geldsom voortvloeit; d. de kosten van de aanmaning en van het dwangbevel; e. dat het op kosten van de schuldenaar ten uitvoer kan worden gebracht. 5. Gedurende zes weken na de dag van betekening van het exploot staat tegen het dwangbevel verzet open. Verzet wordt aanhangig gemaakt tegen de Bank bij het gerecht in eerste aanleg en op de voor het indienen van vorderingen bepaalde wijze. Het verzet, mits tijdig en op de voorgeschreven wijze gedaan, schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel.
Pagina 5 Afkondigingsblad van Aruba 2014 no. 57 ___________________________________________________________________ § 5. Het toezicht Artikel 7 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de President van de Bank, alsmede door de daartoe door de President van de Bank aangewezen personen, werkzaam bij de Bank. Van een zodanige aanwijzing wordt mededeling gedaan in de Landscourant van Aruba. 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen rapporteren ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in het derde lid, aan de President van de Bank of aan de door deze schriftelijk aan te wijzen leidinggevenden binnen de Bank. 3. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd: a. alle inlichtingen te vragen; b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of kopie te maken; c. alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden. 4. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, verschaft met behulp van de sterke arm. 5. Op de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen is het Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening (AB 1998 no. 70) of het landsbesluit dat dit vervangt, van toepassing. 6. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen, die op grond van het derde lid wordt gevorderd. § 6. Strafbepaling Artikel 8 1. Handelen in strijd met de artikelen 2, eerste lid, of 7, zesde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of een geldboete van ten hoogste Afl. 250.000,-. 2. De strafbare feiten, bedoeld in het eerste lid, zijn overtredingen. § 7. Slot Artikel 9 1. Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening koersmargevergoeding Centrale Bank van Aruba.
Pagina 6 Afkondigingsblad van Aruba 2014 no. 57 ___________________________________________________________________ 3. Geen koersmargevergoeding is verschuldigd ten aanzien van transacties die vóór het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, door een deviezenbank zijn verricht.
Gegeven te Oranjestad, 27 november 2014 F.J. Refunjol
De minister van Financiën en Overheidsorganisatie, A.R. Bermudez De minister van Justitie, A.L. Dowers