BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Bronnenonderzoek Namen Begeleiders
Informatie verzamelen : inleiding Om informatie te verzamelen zul je verschillende bronnen moeten raadplegen. Al zoekende zul je merken dat er bronnen zijn waarvan je in eerste instantie dacht dat ze bruikbaar waren en waarvan later bleek dat je er niet veel aan had. Daarom is het verstandig om meer bronnen te onderzoeken dan je uiteindelijk in je verslag zult verwerken. Bij het literatuuronderzoek voor het profielwerkstuk gelden de volgende eisen:
Boeken: Minimaal 5 titels en daarbij dan ook de locatie aangeven waar het boek te vinden/ te leen is en of het beschikbaar is (een uitgeleend werk betekent dat het niet op korte termijn te gebruiken is).
Tijdschriftartikelen: Minimaal 10 titels van artikelen, inclusief de vermelding of het te traceren is. Dus aangeven waar het artikel gevonden kan worden, ongeacht of dat dan digitaal dan wel op papier is.
Krantenartikelen: Minimaal 10 artikelen (dit is vrij eenvoudig door de beschikbaarheid van de Krantenbank).
Internetbronnen: Minimaal 5 internetbronnen (niet te veel i.v.m. ook met de complicatie van betrouwbaarheid en citeren). Deze handleiding geeft aan hoe je systematisch je zoekvraag formuleert, tot een onderwerpsbepaling voor je scriptie komt en bovendien (p. 9 en p. 10) de zoekresultaten in één keer juist vastlegt.
1
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Wat wil je weten? Oriëntatie. Om een globaal beeld te krijgen van je onderwerp ga je je oriënteren in diverse bronnen, denk bijvoorbeeld aan het gebruik van encyclopedieën, tijdschriften, kranten en Internet. Noteer hier de bronnen die je hebt gebruikt. Encyclopedie Krantenartikelen Tijdschriften Overige bronnen
Afbakening: Wat zijn de afbakeningen waaraan de informatie moet voldoen? In welke taal wil je publicaties? Uit welke periode wil je publicaties? Publicaties over welke plaats/streek/land?
Bepaal welke invalshoek of welke aspecten je van je onderwerp wilt belichten. Denk bijvoorbeeld aan: Technische ontwikkelingen bij je onderwerp, sociale of maatschappelijke gevolgen, ontstaansgeschiedenis, etc.
Tip: Maak een mindmap. Zet in het midden je centrale idee en zet daaromheen woorden die ermee in verband staan. Tussen het centrale thema en de woorden geef je het verband aan met verschillende lijnen en kleuren. Maak je niet te druk over hoe en wat je tekent, het gaat om de begrippen en de onderlinge relaties. Je kunt hiervoor online tools gebruiken zoals Mindmeister. Waarom? Dit helpt je om de relaties te zien tussen termen die met je onderwerp te maken hebben en informatie te onthouden. Je kunt er zoekwoorden uit halen en het kan je helpen bij het formuleren van je hoofd- en deelvragen.
2
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Welke (zoek)vraag heb je opgesteld? (wat ga je behandelen in je werkstuk!!!) Met de zoektermen, de afbakening, en de invalshoek bepaal je de uiteindelijke zoekvraag. Met die vraag ga je publicaties zoeken die over je onderwerp gaan. Zorg dat de zoekvraag zo open mogelijk geformuleerd is.
Een goede (zoek)vraag herken je aan de volgende vier punten: 1. De vraag is voor jou relevant. 2. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk en het antwoord voegt iets toe aan je kennis. 3. Het antwoord op de vraag is mogelijk, ook binnen de beschikbare tijd en met de beschikbare middelen. 4. De vraag is specifiek. Hij moet voldoende inhoud en richting geven, zodat je weet wat je zoekt. Gevonden zoekwoorden: Welke zoekwoorden heb je gevonden? Selecteer termen waarmee je verder kunt zoeken. Met die termen kun je informatie over je onderwerp vinden die geschikter zijn, of je kunt meer treffers vinden als je te weinig informatie hebt gevonden. 1
5
2
6
3
7
4
8
3
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Zoeken Hieronder volgt een aantal aanwijzingen waar je verschillende soorten informatie moet zoeken. Je hoeft deze velden dus niet allemaal in te vullen. Waar zoek je? a. Achtergronden b. Actuele informatie c. Feiten a. Achtergronden Je kunt je met achtergrondinformatie verdiepen in een onderwerp. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld: studieboeken rapporten en verslagen over onderzoeken achtergrondartikelen in (vak)tijdschriften handboeken Je kunt deze bronnen vinden in de bibliotheek en op internet. In het laatste geval gebruik je dan vaak zoekmachines, onderwerpsgidsen en portaalpagina’s. - Noteer welke (internet) bronnen jij hebt gebruikt. Soort bron Naam bron Titel / Url etc.
Soort bron Naam bron Uitgever / Url etc.
4
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
b. Actuele informatie Bij veel onderwerpen wil je voor een onderzoek ook de nieuwste ontwikkelingen op dat terrein betrekken. Daarvoor kun je bijvoorbeeld zoeken in kranten en tijdschriften. Veel bladen hebben ook een internetversie. Op het web kun je actuele informatie vinden in nieuwssites. Het snelst werkt: direct zoeken in de Krantenbank! - Noteer welke bronnen met actuele informatie je hebt gebruikt. Soort bron Naam bron Uitgever / Url etc.
Soort bron Naam bron Uitgever / Url etc.
c. Feiten In feitelijke bronnen zoek je onder andere korte beschrijvingen, biografische informatie of cijfermateriaal. Denk bijvoorbeeld aan: encyclopedieën statistisch jaarboek. biografisch woordenboek Je kunt deze bronnen in de bibliotheek vinden en op internet. - Noteer de bronnen die je hebt gebruikt. Soort bron Naam bron Uitgever / Url etc.
Soort bron Naam bron Titel / Url etc.
5
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Vinden Je hebt nu omschreven wat je zoekt, met welke termen en waar je zoekt. Nu ga je op zoek naar publicaties. Je kunt publicaties vinden in een catalogus, in databases en op internet. Trefwoorden Noteer hier welke zoektermen je hebt gecombineerd voor het vinden van de informatie in catalogi, databases of via zoekmachines en op welke manier. Je kunt gaan zoeken met behulp van Booleaanse operatoren. Hiermee kan je de relatie aangeven tussen je zoektermen met behulp van AND en OR, bijvoorbeeld: Hiphop OR Breakdance AND 1998Een derde mogelijkheid is het zoeken met NOT, bijvoorbeeld als je documenten zoekt over ‘paarden’ maar dan geen documenten wilt vinden over ‘schaken’. Zoekset 1
AND / OR
AND / OR
Zoekset 2
AND / OR
AND / OR
Zoekset 3
AND / OR
AND / OR
Zoekset 4
AND / OR
AND / OR
In welke catalogus heb je publicaties gevonden? 1 2
In welke databases (Picarta, Krantenbank) heb je informatie gevonden? 1 2
Met welke zoekmachines of portaalpagina’s heb je informatie gevonden? 1 2 Tip: Zet bij elke gevonden informatiebron de zoektermen waar je de bron op gevonden hebt en trefwoorden waar de bron over gaat. Zo kun je later gemakkelijker bepalen of de bron relevant is.
6
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Kiezen Welke publicaties kies je? Bij het bestuderen van de bronnen kom je erachter wat wel en wat niet geschikt is. De geschikte bronnen kun je nu gebruiken voor je literatuurverslag. Vergeet niet om de bronnen in je verslag te vermelden zo als het ook is aangegeven op de zoeken/vinden/kiezen –kaart, op de achterkant. Boeken: minimaal 5 titels en daarbij dan ook aangeven waar het boek te vinden/ te leen is en of het beschikbaar is (een uitgeleend werk betekent dat het niet op korte termijn te gebruiken is).
5 Boeken 1 2 3 4 5 Tijdschriftartikelen: minimaal 10 titels van artikelen, inclusief de vermelding of het beschikbaar is. Dus aangeven waar het artikel gevonden kan worden opdat het gelezen kan worden.
10 tijdschriftartikelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
7
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Krantenartikelen: minimaal 10 titels van artikelen. Het hele artikel moet wel beschikbaar zijn!
10 krantenartikelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Internetbronnen: Minimaal 5 internetbronnen (zie de tips op de zoeken/ vinden/ kiezen -kaart om te beoordelen of een internetbron waardevol is).
5 internetbronnen 1 2 3 4 5
8
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Bibliografische beschrijving Van verschillende informatiebronnen leg je de volgende gegevens vast: Boeken Volgens de International Standard Bibliographic Description (ISBD): - Titel (en indien van toepassing de ondertitel, gescheiden door ‘:’ ) - Auteur(s) of redacteur(s) (kan een persoon zijn maar ook een corporatieve auteur zoals bedrijf, genootschap of belangenvereniging) - Plaats van uitgave, uitgever, jaar van uitgave (bijvoorbeeld: Utrecht: Lemma, 2000) - ISBN-nummer (boeken) - Vindplaats (bijvoorbeeld bibliotheek + plaatsingsnummer)
Boeken Titel Auteur Uitgave ISBN Vindplaats Trefwoorden (extra)
Tijdschriftartikelen - Titel en ondertitel van het artikel (gescheiden door ‘:’) - Auteur(s) - Titel van het tijdschrift, de jaargang, het jaartal tussen haakjes, het nummer en de paginanummers. De verschillende elementen scheiden met komma’s (bijvoorbeeld: Informatieprofessional, jrg 6 (2002), nr. 7/8, 25-27)
Tijdschriftartikelen Titel Auteur Tijdschrift
Titel
Jaargang
Nummer
Paginanummer Trefwoorden (extra)
9
BRONNENONDERZOEK
2010/2011
Internetsites - Titel - Auteur of corporatieve auteur zoals bedrijf, genootschap of belangenvereniging - (indien bekend) - Volledige URL - Taal waar de site in is gesteld - Datum: o oorsprong (indien bekend) o laatste update (Indien deze niet bekend is, dat uitdrukkelijk vermelden) o laatste bezoek
Internetsites URL Titel Auteur Taal Datum
Oorsprong
Laatste update
Laatste bezoek
Trefwoorden (extra)
Afbeeldingen Ook van afbeeldingen noteer je de bron. Evenals van ander audio-of beeldmateriaal (filmpjes, interviews) dat inhoudelijk voor je van belang is.
10