Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Inhoudsopgave
0.
Installatie mevrouw A.G. van Kleef-Schrör als lid van Provinciale Staten in de vacature ontstaan door het ontslag van mevrouw Van der Tuin-Kuipers ............................................................3
1.
Ingekomen stukken ..........................................................................................................4
2.
Regeling van werkzaamheden ...........................................................................................5
3.
C-lijst ..............................................................................................................................6
B.1
Realisatie regionaal aandeel pakket 13 Mobiliteitsaanpak (nummer 15/2011) ..........................6
B.2
Financiële afspraken verdubbeling N33 (nummer 16 en 16A/2011) .......................................6
B.3
Stortplaats Woldjerspoor te Groningen (nummer 7/2011) ......................................................6
B.4
Wijziging van de Verordening Transitie en Pieken II (nummer 17/2011) ..................................6
B.5
Verstrekken achtergestelde lening aan Stichting de Hoven te Onderdendam (nummer 13/2011)6
A.1
Financiële situatie Groninger Museum ................................................................................6
A.2
REP-subsidie Grote Markt/Forum .....................................................................................20
1
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
2
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Voorzitter: de heer M.J. van den Berg, commissaris der Koningin Griffier: de heer J.M.C.A. Berkhout Aanwezig zijn 40 Statenleden, te weten: N. Bakker (VVD), B. Batterman (PvdA), J. Batting (PvdA), mevrouw S.M. Beckerman (SP), mevrouw A. Beenen (PvdA), mevrouw P.H. Benjamins-van Oudheusden (D66), C.M. Bezuijen (SP), R.H. van der Born (ChristenUnie), mevrouw L.K. Broekhuizen-Smit (PvdA), P.H.R. Brouns (CDA), mevrouw G. van Galen (GroenLinks), mevrouw P.W. Geerdink (VVD), mevrouw P. de Graaf-Drijvers (D66), mevrouw S.J.F. van der Graaf (ChristenUnie), mevrouw D. Gruben-Abbas (PvdA), mevrouw O.G. Hartman-Togtema (VVD), mevrouw K.A. Hazewinkel (PvdA), H.L. Hilarides (VVD), M.W.H. Jansen (PVV), A.J.M. van Kesteren (PVV), F.A.M. Keurentjes (CDA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), S.J. Krajenbrink (CDA), J.H. Mastenbroek (SP), H. Miedema (GroenLinks), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), M.H. Post (GroenLinks), R.D. Rijploeg (PvdA), R. Sangers (SP), R.J. Schoenmaker (PvdA), H. Staghouwer (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), mevrouw G. Uuldriks-Van der Wielen (PvdA), mevrouw L. Veenstra (SP), J.W.M. Veerenhuis-Lens (fractie Veerenhuis-Lens), R. Visser (PvdA), B.J. Vlonk (VVD), mevrouw K. Wolthof (PVV), mevrouw E.M. Wulfse (VVD), T. Zwertbroek (D66). Afwezig: mevrouw A.A.H. Hazekamp (PvdD), L.A. Dieters (PvdA), IJ.J. Rijzebol (CDA). Aanwezige leden Gedeputeerde Staten: mevrouw M. Besselink, M. Boumans, mevrouw W.J. Mansveld, W.J. Moorlag, W. van der Ploeg, P.G. de Vey Mestdagh Opening De VOORZITTER: Dan open ik de vergadering, ik heet u allen hartelijk welkom. Als u allen uw plaatsen wilt innemen. Een bijzonder welkom voor de gasten van de Staten, het is een volle tribune. Fijn dat u een deel van de vergadering wilt bijwonen, ik hoop dat u er een plezierige, leerzame ochtend aan zult beleven. Uw gastvrouw is mevrouw Lian Veenstra. Ik zie haar ook zwaaien vanaf de tribune. Zij zit temidden van u en zal u ongetwijfeld inwijden in de geheimen van dit huis – als die er nog zijn, want wij zijn een open boek. Ik heb de absentmeldingen ontvangen van de heer Dieters en de heer Rijzebol. Meneer Brouns komt later, maar is wel van plan te komen en Rinus Sangers heeft laten weten dat hij ook gaat proberen bij de stemmingen te zijn en met name die over het Forum. 0.
Installatie mevrouw A.G. van Kleef-Schrör als lid van Provinciale Staten in de vacature ontstaan door het ontslag van mevrouw Van der Tuin-Kuipers
De VOORZITTER: Dan gaan we nu over tot de installatie van mevrouw Van Kleef, natuurlijk voor ons hier geen onbekende, in de vacature die is ontstaan door het ontslag van mevrouw Van der Tuin. En zoals het allemaal hoort, beginnen we met de Commissie Onderzoek Geloofsbrieven en daarin benoem ik in de commissie mevrouw Beckerman, de heer Batterman en de heer Van der Born. En ik schors eventjes de vergadering, zodat de commissie haar werkzaamheden kan aanvangen. [Schorsing van vier minuten] De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de voorzitter van de commissie, mevrouw Beckerman. Mevrouw BECKERMAN (voorzitter Commissie Onderzoek Geloofsbrieven): Voorzitter, wij kunnen u melden dat de onderzochte geloofsbrieven in orde zijn en er geen beletselen zijn om tot toelating tot de Staten over te gaan. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan constateer ik daarmee dat er geen andere beletselen zijn en dat we daarmee kunnen zeggen dat ze benoemd kan worden en dus ook geïnstalleerd. Dan vraag ik u of u kunt instemmen met de benoeming van mevrouw Van Kleef. [Applaus.] Dat is het geval. Dan stel ik voor, mevrouw Van Kleef binnen te geleiden. [Mevrouw Van Kleef komt de Statenzaal binnen.] Dan beginnen we met de beëdiging. “Ik zweer dat ik om tot lid van de Provinciale
3
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Staten benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plicht als lid van de Provinciale Staten naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw VAN KLEEF-SCHRÖR: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De VOORZITTER: Dan mag ik u van harte feliciteren. U bent weer deel van onze Staten [applaus]. Er is gelegenheid om even te feliciteren. [Schorsing van twee minuten] De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. We zijn weer compleet als Staten. 1.
Ingekomen stukken
Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Brief van de griffier van Drenthe met een door de Staten aanvaarde motie over bezuiniging op het Investeringsbudget Landelijk Gebied; b. E-mail van de heer P.C.J. Muijzert, Oude Pekela van 29 mei 2011 betreffende N33; c. Afschrift brief van de Raad van Bestuur van 24 mei 2011 aan B&W Groningen betreffende inspraak voorlopig ontwerp voor (delen van de) tramlijn 1 en 2; d. E-mail van Natuurmonumenten van 7 juni 2011 met een brief over decentralisatie natuurbeleid; e. E-mail van Fractie 2014 met een afschrift van de brief gericht aan de Raad van het Bestuur OZG, Winschoten over de OZG en de toekomst van Noord- en Oost-Groningen, zorg moderne stijl; f. Brief Stichting De Faunabescherming van 7 juni 2011 betreffende alternatief advies voor het beheer van ganzen; g. Open brief van de Stadspartij Groningen van 15 juni 2011over verkwanseling van belastinggeld in Noord-Nederland; h. Brief van de voorzitter van de SER van 17 juni 2011 met een afschrift van een brief gericht aan GS over instandhouding van de provinciale SER; i. E-mail van de heer P.C.J. Muijzert betreffende verdubbeling van de N33, ged. Zuidbroek-Assen; j. E-mails van de heer P.J.C. Muijzert, Oude Pekela over de N33. Mevrouw MORTIERS (PvdA): Voorzitter, de Partij van de Arbeid zou graag de e-mail van Natuurmonumenten van 7 juni, dus punt d, willen betrekken bij de behandeling in de commissie van de stand van natuur en landschap. De VOORZITTER: Ja, en ik zag de heer Staghouwer ook met een wens. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, mijn fractie wil graag brief h, een brief van de voorzitter van de SER van 17 juni geagendeerd willen hebben op de agenda van de commissievergadering BFE. We willen daarbij graag een reactie van het College op de brief van de SER, als dat zou kunnen. De VOORZITTER: Ja, en waar wilt u die bij betrekken? De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Nee, die willen we graag in een commissievergadering bespreken. De VOORZITTER: Bij de Commissie Bestuur, Financiën en Economie, neem ik aan? De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ja. De VOORZITTER: Akkoord, dan neem ik aan dat we dit gewoon kunnen inwilligen. Akkoord met de rest van de voorstellen? Conform besloten.
4
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Voorgesteld wordt de volgende stukken in handen te stellen van Gedeputeerde Staten: k. E-mail van Jan van der Kuur betreffende trein Groningen-Heerenveen; innovatief concept; l. Brief A.J.W. Kamminga, Groningen over sneltrein Groningen-Leer. Conform besloten. Voorgesteld wordt het volgende stuk in handen te stellen van de stellen van de commissie BFE en deze te betrekken bij de bespreking van het onderwerp (is spoedshalve al gebeurd): m. Brief van Derk Huizinga van 28 mei 2011 betreffende discussie Forum. Conform besloten. Voorgesteld wordt de volgende stukken (reacties advies Kunstraad Groningen) in handen te stellen van de commissie WCWL en deze te betrekken bij de behandeling van de Cultuurnota: n. Brief van Theater De Steeg van 26 mei 2011; o. Brief van Museum Wierdenland van 7 juni 2011; p. Brief van het Nationaal Rijtuigmuseum van 10 juni 2011; q. Brief van de directeur van de Stichting Jungle Warriors Productions van 14 juni 2011. Conform besloten. Voorgesteld wordt het volgende stuk in handen te stellen van de stellen van de commissie OM en deze te betrekken bij de bespreking van het onderwerp (is spoedshalve al gebeurd): r. E-mail van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren met brief en Zomerganzenvisie. Conform besloten. Voorgesteld wordt het volgende stuk te betrekken bij de behandeling van A.2: s. Reactie van VNO-NCW Noord van 29 juni 2011 over de financiering Groninger Forum. Conform besloten. Voorgesteld wordt het volgende stuk te betrekken bij de behandeling van de Voorjaarsnota: m. Brief van de voorzitter van de gemeenteraad van Pekela van 28 april 2011 met de tekst van een aanvaarde motie tot verhoging van de jaarlijkse bijdrage voor krimpgebieden. Conform besloten. Zonder beraadslaging of stemming wordt met de voorstellen ingestemd. 2.
Regeling van werkzaamheden
a.
Behandelvoorstellen (bekrachtiging)
De VOORZITTER: Als u mij wilt machtigen om nog nakomende GS-stukken bij te voegen, dan kunnen we alles in route naar de commissie brengen. Akkoord? Zonder beraadslaging of stemming bekrachtigd. b.
Vaststelling agenda
Zonder beraadslaging of stemming ongewijzigd vastgesteld. c.
Vergaderschema Provinciale Staten(commissies) 2012
Zonder beraadslaging of stemming ongewijzigd vastgesteld.
5
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
3.
C-lijst
Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Brief van 12 mei 2011, nr. 2011-22217/19/A.13, VV, betreffende Plan van Aanpak Tweede fase RegioTram; b. Brief van 25 mei 2011, nr. 2011-21.851/21/A.14, VV, betreffende Ontwerpbegroting OV-bureau Groningen - Drenthe; c. Brief van 25 mei 2011, nr. 2011-22.331/21/A.13, VV, betreffende motie verzoek naar onderzoek mogelijke alternatieven aanbesteden van Openbaar Vervoer; d. Brief van 17 mei 2011, nr. 2011-21.887/20/A.14, VV, betreffende de uitkomsten verkenning stopbusverbinding Groningen - Eemshaven; e. Brief van 17 mei 2011, nr. 2011-19.938/20/A.12, CW, betreffende stand van zaken BEPP 2010 f. Brief van 25 mei 2011, nr. 2011-23.644/21/A.17, CW, betreffende doorlopende leerlijn Cultuureducatie en Cultuuronderwijs IVAK en KunstStationC; g. Brief van 18 maart 2011, 2011-09772/11/A.9, MB, onderzoek beleving lichtuitstoot melkveestallen; h. Brief van 7 juni 2011, nr. 201125.082/22A/.6, GMO, betreffende eindrapport onderzoek bevoegd gezag Wabo m.b.t. dossier North Refinery, Delfzijl; brief van 10 juni 2011, nr. 2011-27-163/23, GMO, betreffende onderzoek luchtkwaliteit industrieterrein Oosterhorn, Delfzijl; i. Brief van 14 juni 2011, nr. 2011-27.219/24/A.12, CK, betreffende laagfrequent geluid; j. Brief van het presidium van 16 mei 2011 betreffende ontwerpbegroting 2012 Noordelijke k. Rekenkamer en jaarstukken 2010; l. Brief van 25 mei 2011, nr. 2011-23.699/21/A.20, ABJ, betreffende jaarstukken IPO; brief van 1 juni 2011, nr. 2011-25.024/22/A.16, ABJ, betreffende Voortgangsverslag IPO en jaarplan 2011 deel 1; m. Brief van 7 juni 2011 over borgstelling aan RWE inzake General Escrow fonds. Zonder beraadslaging of stemming wordt de C-lijst voor kennisgeving aangenomen. B-stukken B.1 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 17 mei 2011, nr. 2011-06969, VV, betreffende realisatie van het regionaal aandeel in pakket 13 Mobiliteitsaanpak (nummer 15/2011) Zonder beraadslaging of stemming vastgesteld B.2 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 31 mei 2011, nr. 2011-24.946, VV, betreffende financiële afspraken over de verdubbeling van de N33 (nummer 16/2011) en de aanvullende voordracht van 23 juni 2011(nummer 16A) Zonder beraadslaging of stemming vastgesteld B.3 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 29 maart 2011 nr. 2011-13.144, MB, tot vaststelling van het definitieve doelvermogen voor de eeuwigdurende nazorg van de gesloten stortplaats Woldjerspoor te Groningen (nummer 7/2011) Zonder beraadslaging of stemming vastgesteld B.4 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 7 juni 2011, nr. 2011-25.842, EZP, tot wijziging van de Verordening Transitie en Pieken II (nummer 17/2011) Zonder beraadslaging of stemming vastgesteld B.5 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 10 mei 2011, nr. 2011-18.747, FC, betreffende het verstrekken van een achtergestelde lening aan Stichting de Hoven te Onderdendam (nummer 13/2011) Zonder beraadslaging of stemming vastgesteld De VOORZITTER: De spreektijd volgens het presidium, die wij als het ware met elkaar u allen hebben toegedeeld en onszelf, is 15 minuten maximaal per fractie en voor GS 50 minuten. A-stukken A.1 Brief van Gedeputeerde Staten van 12 mei 2011, nr. 2011-22.231/19, CW, betreffende financiële situatie Groninger Museum; plan van aanpak, de brief van 16 juni 2011, nr. 2011-
6
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
27.140/24/V2, VV, betreffende toezending plan van aanpak en de brief van 5 juli 2011, met de aangepaste cijfers bij het plan van aanpak De VOORZITTER: Aan de orde zijn de brief van GS over de financiële situatie van het Groninger Museum, het plan van aanpak en de brief van 16 juni betreffende toezending plan van aanpak en de brief van 5 juli 2011 met aangepaste cijfers bij het plan van aanpak. De laatste is gisteren per mail naar u toegekomen zoals is toegezegd bij de laatste behandeling van uw commissievergadering en waarom u nog verzocht had. Ik heb begrepen dat de ChristenUnie heeft gevraagd om dit onderwerp te agenderen. De fracties van de VVD en het CDA hebben zich daarbij aangesloten. En daarom zal ik deze fracties eerst het woord geven en dan zie ik wel of andere fracties ook deelnemen aan dit debat. Voorlopig ga ik uit van één termijn, we zien vanzelf wel of dat voldoende is; dat hangt ook af van de gewisselde argumentatie en beantwoording. Mevrouw Van der Graaf als eerste, voor de ChristenUnie. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Voorzitter, dank u wel voor het woord. De fractie van de ChristenUnie heeft in de commissievergadering de behoefte uitgesproken om de brief van het College over de financiële situatie van het Groninger Museum in de Staten te bespreken teneinde een politieke uitspraak te doen over de ontstane situatie en de keuzes die worden gemaakt met het oog op de toekomst. Het is onze fractie in eerste instantie niet te doen om de personele invulling van de leidinggevende functies en de Raad van Toezicht aan de orde te stellen, maar om de inhoud van de zaak die nu aan de orde is. De voorlopige jaarcijfers 2010 van het Groninger Museum hebben heel wat stof doen opwaaien. En geheel niet onterecht: de cijfers zijn zorgwekkend. Er zijn overschrijdingen van het project voor revitalisatie met 642.000 euro, terwijl er al tekorten bestonden bij het Museum, en een urgent liquiditeitsprobleem. De cijfers die worden voorgelegd, worden betiteld als ambitieus, de exploitatie- en liquiditeitspositie blijven zeer kwetsbaar en daarnaast tonen de nieuw ontvangen cijfers en het plan van aanpak een slechter meerjarenperspectief. Al met al is dit nogal wat. Het is een understatement om te zeggen dat de financiële positie van het Museum zeer kwetsbaar is en zorgelijk. Wij vragen ons af hoe dit alles heeft kunnen gebeuren. Hoe opereren de directie en de Raad van Toezicht van het Groninger Museum? En vanuit onze subsidierelatie met het Groninger Museum hebben ook wij als provincie een controlerende taak. Het College heeft aangegeven dat de informatie vanuit het Groninger Museum ook pas eind 2010 voortekenen liet zien van een verslechterend perspectief. Had dit niet eerder gemoeten? En had het Museum dit werkelijk niet eerder zien aankomen? Dat kunnen wij maar moeilijk geloven. Heeft de provincie echt niet eerder kunnen doorhebben wat er aan de hand was? Wij willen van het College weten hoe het de rol van de Raad van Toezicht beoordeelt en of het vertrouwen heeft in haar functioneren. Gisteren hebben wij een brief ontvangen van het College met daarin de laatste stand van zaken en de aanpak van de gemeente Groningen. Daarbij moeten we eerst onze verbazing uitspreken over het feit dat in de brief melding wordt gemaakt van het feit dat de directeur van het Groninger Museum de Statenfractie van de VVD onlangs allerlei documenten heeft doen toekomen en een toelichting daarbij heeft gegeven. Wat moeten wij als Staten afleiden uit deze informatie? Dat de directeur van het Groninger Museum de banden met de VVD probeert aan te halen en iedereen hiervan getuige mag zijn? Maar waarom moet het College dit dan aan ons meedelen? Een beetje vreemd, op zijn minst opmerkelijk en dit vraagt om een toelichting. Terug naar de inhoud van de brief. Deze stelt over de opvattingen van de gemeente het volgende. Over de top van de organisatie moet een controller worden aangesteld. Hiermee worden de vrijheidsgraden van de bestuurder beperkt. Hoe interpreteert het College deze stellingname van het College van B&W? Welke boodschap ligt hierin volgens u besloten? En uit welke geledingen komt deze controller? Is dat ook bovenop wat ook wij al doen? Het College van Burgemeester en Wethouders heeft gisteren de keuze gemaakt voor de oplossing van het urgente liquiditeitsprobleem dat is ontstaan. Echter, wel met het gevolg dat dit nadelig werkt voor de exploitatie vanaf 2017. Dat is een beslissing die aan de gemeente is en de raad zal zich hierover nog moeten uitspreken. Hoe dan ook, de financiële positie van het Groninger Museum blijft kwetsbaar. Er hoeft maar iets tegen te zitten en het zal heel moeilijk zijn het liquiditeitsprobleem op te lossen. ‘Scherp aan de wind’, zo noemde Deloitte de gemaakte keuzes. Deze gevleugelde woorden hoorden we overigens in de afgelopen maanden vaker in dit huis, maar in onze interpretatie van de stukken van Deloitte krijgen deze woorden niet altijd een positieve lading mee. Deloitte constateerde ook dat het Groninger Museum op dit moment in haar plan van aanpak geen rekening houdt met minder inkomsten vanuit overheidssubsidies. Ook is er geen indexering toegepast. Provinciale Staten echter, hebben ook voor cultuur bezuinigingen vastgesteld en de fractie van de ChristenUnie is van mening dat het Groninger
7
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Museum hierbij niet moet worden ontzien. Het College geeft aan, van belang te vinden dat het Groninger Museum hiervoor een scenario opstelt. Wij vinden dit niet alleen maar van belang, maar ook hoogstnoodzakelijk. Er zal dus een plan van aanpak-versie 3 moeten komen inclusief dit scenario. In de brief van het College lezen wij niets meer over een eventuele lening bij de provincie. Mogen wij hieruit afleiden dat dit niet meer aan de orde is, bezien vanuit de positie van het Museum? De brief van het College kent ook een cryptische afsluiting. Ik citeer: “Verder dienen wij als provincie het voorstel van de gemeente en de extra structurele kapitaallast van het project revitalisatie te bezien in de relatie tot onze subsidieverlening aan het Museum.” De boodschap in deze tekst is voor de gewone lezer op het eerste gezicht echt niet te begrijpen. Daarom vragen wij het College duidelijk te zijn. Wat wilt u hiermee eigenlijk zeggen? In de commissievergadering werd al geconcludeerd dat de rekening naar de toekomst wordt doorgeschoven. Het tekort aan investeringen wordt gedekt door onder andere de toekomstige subsidie van de provincie en hierdoor betaalt de provincie indirect toch mee aan het project revitalisatie. Wij constateren dat we voor een voldongen feit worden gesteld. En dat, voorzitter, kunnen wij niet zo waarderen. De fractie van de ChristenUnie wil tot slot nog wijzen op het volgende. In het provinciehuis hebben we afspraken met elkaar over het professionaliseren van subsidierelaties. De ontvanger van de subsidie moet zich houden aan de afspraken en de voorwaarden die de provincie als subsidieverstrekker stelt. Als men dat niet doet, dan kunnen daar gevolgtrekkingen aan worden verbonden. Het Groninger Museum ontvangt heel veel subsidie, binnen de cultuursector de meeste subsidie. En het zou hiermee ook een voorbeeldfunctie moeten vervullen in onze ogen. Het Groninger Museum houdt zich echter niet aan de afspraken en het kan en mag niet zo zijn dat de gesubsidieerde instellingen zomaar tekorten laten bestaan en overschrijdingen toestaan zonder dat dit gevolgen heeft voor de subsidierelatie. Dit vraagt om daadkracht vanuit de provincie en vanuit dit College. Wij willen van het College horen hoe het van plan is op te treden en of er iets in zijn houding en optreden ten aanzien van het Groninger Museum zal veranderen. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Voor de fractie van de VVD: de heer Hilarides. De heer HILARIDES (VVD): Dank u wel, voorzitter. Het Groninger Museum zou scherp aan de wind zeilen. Om in zeiltermen te blijven: volgens mij zeilt het echt pal vóór de wind. En op het moment dat jij pal voor de wind vaart, dan weet degene die zeiler is, dat plotseling die giek over kan komen en dan heet dat een klapgijp. En dan heb je dat niet door. Dat is hier het geval, dames en heren. Cultureel gaat het voor de wind, maar financieel krijgen we een klapgijp. Voorzitter, de oude Grieken zijn trots op hun cultuur – let op: de óúde Grieken. Cultuur in Groningen is een groot en groots goed. We moeten daar trots op zijn als Groningers. Het Groninger Museum speelt dan ook een cruciale rol in cultureel Groningen. Echter, u weet dat de VVD graag ziet dat orde op zaken is. We hebben het plan van 6 mei dan ook gelezen en hieruit blijkt, dames en heren en voorzitter, klip en klaar dat de financiële zaken niet op orde zijn. Zelfs het stuk dat aangeleverd was, was in onze optiek niet juist. Dus vandaar dat wij op de thee zijn gegaan bij de heer Van Twist. We waren overigens van harte welkom. Ik denk ook dat de Raad van Toezicht zich aan moet trekken dat het financiële beleid niet op orde is, want tegenwoordig hebben we een Wet aansprakelijkheid bestuurders en ik zou ze willen adviseren die toch een keer te lezen, want die gaat tegenwoordig verder dan een jaar of tien geleden. Dus u bent ook verantwoordelijk. Overigens hebben wij als VVD wel gezien dat ze daarin ook daadwerkelijk enigszins orde op zaken hebben geprobeerd te stellen, maar daarover straks meer. Alvorens op het rapport in te gaan, begrijpen we niet dat de directie van het Groninger Museum al niet in december bij het opmaken van de balans wist dat zij liquiditeitsproblemen had. We hadden toch een limiet van drie ton bij de bank en we stonden vierenhalf ton in het rood? Dan kun je toch op je bankafschriften kijken, dan moet je het ons niet verwijten als we zeggen dat je op je bankafschrift moet kijken. Daarnaast weet je ook dat je ongeveer 4 miljoen euro aan crediteuren hebt. Dat betekent dat je langer dan een half jaar moet wachten op de rekening die betaald wordt als je haar instuurt aan het Groninger Museum. Dat moet je toch gemerkt hebben als directie? Maar als je dat niet merkt, vinden wij het op zijn zachtst gezegd een beetje vreemd. Ik heb hier geschreven: “Blijkbaar is die rooie lamp niet gaan branden. Men ziet die rooie lamp pas maanden later. Financieel een blind paard?” Voorzitter, zo kan dit niet doorgaan. We hadden zoveel vragen over het oude plan dat we op de koffie – sorry, de thee – zijn geweest bij de heer Van Twist. We hadden vragen over de verbouwing: eens in de 15 jaar verbouwen en in het oude plan stond doodleuk dat we dat in 30 jaar afschrijven, terwijl we eens in de 15 jaar gaan verbouwen. Van de aflossingsvrije leningen hoef ik u niets te zeggen: de zaak is in de pers geweest in relatie tot de woningen dat die problemen geven, bij het Groninger Museum idem dito. De revolving funds die op dit moment leeg zijn, het opgepoetste
8
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
vermogen enzovoort. En tot slot vragen we ons af hoe het Groninger Museum ruim 65 procent over zijn investeringsbudget kan gaan. Daarom zijn wij op de thee gegaan bij de heer Van Twist. We zijn keurig ontvangen, hij heeft ook openheid gegeven, geen enkel probleem. Echter, tot onze verbazing was er een ander plan dan dat wij voor hadden liggen. Nou, dat heeft de ChristenUnie net al aan gerefereerd en u hebt gisteren dat plan per mail inmiddels gekregen. Overigens, over dat plan niets dan goeds want dit zit gedegen in elkaar. Het vorige plan dat we hadden, zat veel minder gedegen in elkaar. Vandaar dat ik al die vragen over dat vorige plan voor de commissie hier niet opnieuw stel. We hebben inmiddels dat plan ontvangen en we zijn benieuwd wat de gedeputeerde vindt van dergelijke forse overschrijdingen van 65 procent door aanschaf van spullen die je graag wilt, maar die niet op de begroting staan. Het is niet duidelijk geweest waarom dat zomaar kan. Het culturele paradepaard van Groningen mag best wat kosten. Maar dit paard doet meer denken aan het Paard van Troje. Vinden wij als subsidiërende instantie, goed voor ongeveer eenzesde deel van de inkomsten van het Groninger Museum, dat ook bij culturele activiteiten gevraagd mag worden dat er degelijk financieel beleid gevoerd wordt? Dat er orde op zaken is? Ons culturele paradepaardje heeft een roze bril op. Of, als ik naar het plan kijk dat wij als eerste kregen, dan is dat paard gewoon blind. Nog vier jaar met verlies draaien en dan verwacht het Groninger Museum eindelijk een positief resultaat. En dat nog zonder enige rekening te houden met een mogelijke korting door ons van drie ton. En hoe gaat het als het Groninger Museum straks participeren in het Forum? Gaat men dan dezelfde weg? Voorzitter, dat moeten we hier niet willen. De VVD wil dat zeker niet. Wij vrezen voor het voortbestaan van het Groninger Museum als het op deze weg doorgaat. Ik heb een aantal vragen voor u. Wat vindt u ervan dat er nu een ander plan opduikt als de VVD daarnaar informeert? Wat betekent dat voor het vertrouwen in de leiding van het Groninger Museum? Vindt u het nog steeds verstandig dat u het Groninger Museum participant laat zijn in het Forum? Is de lening van Triodos Bank, die al een paar keer is toegezegd, inmiddels daadwerkelijk toegezegd? Wat vindt u van de zeven ton die de gemeente gaat verstrekken en die zij via een verkapte constructie van een huurverhoging gaat innen? Dat betekent voor de boekhouders onder ons dat feitelijk het vermogen wordt opgekrikt. Dus u zult volgend jaar zien – en ik zie de financiële deskundigen knikken – dat volgend jaar een godsvermogen wordt opgekrikt. Ja, er is gewoon een schuld afgeboekt. Dat soort zaken, voorzitter, moeten we niet willen. Nergens en zeker in de culturele wereld niet. Bent u ervan op de hoogte dat het Fonds voor Culturele Ontwikkeling, waaruit het Groninger Museum put, leeg is? Weet u dat de Stichting Fonds Culturele Relatie Evenementen Gasunie en GasTerra ook leeg is op dit moment? Hebt u het plan inmiddels door laten rekenen op de consequenties, mede gelet op de mogelijke bezuinigingen van die drie ton? Dit zou het kaartje ongeveer 19 procent duurder kunnen maken. Voorzitter, ik realiseer me dat dit soort vragen eigenlijk in de commissie horen. Maar we hadden de stukken pas sinds gisteren. Dus ik kan me ook voorstellen dat ook de andere fracties zich hier onvoldoende hebben kunnen voorbereiden. Daarom verzoek ik de gedeputeerde het Groninger Museum met de juiste cijfers en toelichting van GS te agenderen voor de eerstvolgende commissievergadering van WCSW. Afrondend. Wij als VVD vinden dat budgettaire overschrijdingen van deze orde van grootte, meer dan 50 procent, niet kunnen. Bellen vanaf een eilandje en vragen om het tekort aan te zuiveren kan al helemaal niet. Het is tijd voor orde op zaken. Wat doen GS hieraan? De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan ga ik naar de fractie van het CDA, de heer Krajenbrink. De heer KRAJENBRINK (CDA): Dank u wel, voorzitter. We hebben de afgelopen commissievergadering gesproken over de financiële situatie rondom het Groninger Museum. Daarbij is de afgelopen week en gisteren het nieuwe plan van aanpak naar ons toe gezonden. Voordat ik inga op het plan van aanpak, willen wij als CDA-fractie toch ook het maatschappelijke ongenoegen verwoorden over de gang van zaken wat bij ons naar boven komt over de handelswijze zoals die heeft plaatsgevonden bij het Groninger Museum. De provincie gaat niet direct over de bedrijfsvoering van onze subsidiënten, maar wat er hier heeft plaatsgevonden, vinden wij echter van dusdanige proportie dat het de samenleving en ook onze fractie tegen de borst stuit. Een instelling als het Groninger Museum, die voor meer dan 75 procent afhankelijk is van subsidie, die geen enkele vet op de botten heeft en die vervolgens tot riante overschrijdingen komt terwijl de inkomsten die men verwacht, hoogst onzeker zijn. Daarbij komt tevens aan de orde de toezichthoudende rol en is het de vraag of er niemand in het Groninger Museum is die met enig gezond verstand kijkt naar inkomsten en uitgaven. Is er niemand die zich dan afvraagt dat uitgaven doen met de verwachting dat je een prijs gaat pakken bij een Bankgiroloterij, niet zo heel verstandig is? En dan het gemak waarmee er direct naar de
9
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
overheid gekeken gaat worden om die problemen op te lossen die zijn ontstaan. Problemen die men zelf heeft veroorzaakt en dan mag de overheid die tekorten gaan oplossen en op de lange termijn uiteindelijk gaan financieren. Dit soort gedrag mag wat het CDA betreft op geen enkele manier worden beloond. Met deze handelswijze wordt niet alleen het Groninger Museum in een bepaald daglicht geplaatst, maar de gehele cultuursector. En dat mag men als directie en als Raad van Toezicht zich aanrekenen. En dan het plan van aanpak en de oplossingen voor de toekomst. Daarmee kunnen wij als fractie redelijk kort zijn. Kijkend naar de structurele oplossingen die geboden worden en die men voorstelt, vragen wij ons terdege af deze voldoende soelaas bieden. De manager Financiën wordt naast de directeur geschoven en die moet meebeslissen? Was die er ook niet al toen deze beslissingen werden genomen, deze manager Financiën? Ten tweede lijkt het ons volkomen irreëel wanneer het Museum nog steeds uitgaat, ook in het jongste plan, van een gelijkblijvende subsidiestroom vanuit de provincie. Dat is een gedachtegang die wij uit collegialiteit naar andere instellingen van een bedenkelijk niveau vinden. Daarnaast vinden wij het omslaan van de liquiditeitsproblemen van de korte termijn naar opbrengsten op de lange termijn een onbegrijpelijk uitgangspunt. En daar zullen wij ook niet mee instemmen. Opmerkelijk vinden wij ook de opmerking van de accountant. Ik citeer: “Dat uit niets is gebleken dat wij zouden moeten concluderen dat de veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de prognose.” Met andere woorden: zij vinden de cijfers een redelijke basis voor de prognose. En dat roept bij ons wel een vraag op. Want hoe kan een accountant, in de wetenschap dat er enorme bezuinigingen op ons afkomen en in de wetenschap dat er allerlei fondsen leegraken, aangeven dat er een redelijke basis is voor de prognose? Terwijl in die prognose wordt uitgegaan van gelijkblijvende provinciale financiering. Daarom vragen wij ook het College: zijn er toezeggingen of andere opmerkingen geplaatst richting het Groninger Museum, de gemeente of de accountant over de subsidieverstrekking van de provincie aan het Groninger Museum waaruit eventueel dit geconcludeerd zou kunnen worden? Want hoe kan een accountant anders dit met dergelijke bewoordingen aanduiden, wanneer eenieder met redelijk gezond verstand kan aanvoelen dat het Groninger Museum moet gaan inleveren qua subsidie? Conclusie die we kunnen trekken uit dit alles, is dat er gefaald is. En dat er een plan van aanpak ligt dat totaal geen oplossing biedt voor de problematiek die te wachten staat. Dit baart ons grote zorgen, omdat we vrezen dat de Groninger belastingbetaler hier naar alle waarschijnlijkheid weer de dupe van gaat worden. De VOORZITTER: Dank u. Ik moet nog melden dat mevrouw Hazekamp vandaag ook afwezig is. En dan ben ik bij de fractie van de Partij van de Arbeid. Mevrouw Uuldriks gaat het woord voeren. Het is haar maidenspeech. Gaat uw gang. Mevrouw UULDRIKS (PvdA): Dank u, voorzitter. Het Groninger Museum staat jaarlijks garant voor vele bezoekers. Het Museum trekt van heinde en verre bezoekers naar Groningen, wat een positieve invloed op de stad en de provincie. Het Groninger Museum trekt jaarlijks 150.000 tot 250.000 bezoekers en is in de provincie Groningen de vierde publiekstrekker na Sportcentrum Kardinge, het Holland Casino en Park Nienoord. Het Groninger Museum staat sinds de opening in de Zwaaikom garant voor veel belangstelling zowel in het Museum als aan de buitenkant. In het plan van aanpak van 6 mei gaat het Groninger Museum ervan uit dat de financiële problemen tijdelijk zijn en dat men qua bezoekersaantallen weer een positieve ontwikkeling kan bewerkstelligen. Echter, in deze tijden van bezuinigingen waarin veel mensen het moeilijk hebben, kan je je afvragen of dat wel reëel is. Volgens het plan van aanpak van het Groninger Museum zijn sinds de nieuwe opening op 19 december 2010 tot 1 mei 2011 al 100.000 bezoekers geweest. En het Museum ging in het plan van aanpak uit van een noch positief, noch negatief resultaat. Echter, tot onze verbazing ontvingen we na twee maanden – gisteren, dus – aangepaste cijfers en daaruit blijkt dat er een tekort ontstaat van 250.000 euro. De nieuwe cijfers zijn onderzocht door Deloitte en van een aantal conclusies voorzien. Wij waren als PvdA-fractie hooglijk verbaasd dat de directie van het Groninger Museum de nieuwe cijfers wel verstrekt heeft aan één fractie en niet aan alle andere fracties. Wij zouden graag van u horen wanneer u deze cijfers hebt ontvangen van het Groninger Museum. Wij kunnen ons namelijk niet voorstellen dat één fractie eerder geïnformeerd wordt dan het College. Voorzitter, ook wij hebben net als u nog veel vragen en twijfels. Een hogere opbrengst bij een verlaging van toegangskaartjes. Door aflossingen een stijging van de exploitatiekosten met 170.000 euro. Geen rekening houden met bezuinigingen op cultuur, terwijl heel cultureel Nederland op de barricaden staat. Een verdubbeling van de rekening-courant bij de Rabobank in een tijd van zeer voorzichtige banken. Daarnaast wil het Museum kwaliteit blijven uitstralen, maar de tentoonstellingen
10
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
wat beperken. Minder tot geen A-tentoonstellingen. In het nieuwe plan van aanpak gaat men er plotseling vanuit dat men sponsoren vindt voor A-tentoonstellingen. Welke harde afspraken liggen hieraan ten grondslag? We zullen hier niet ingaan op alle cijfertjes, omdat ook hierin nog veel veronderstellingen zijn die niet getoetst zijn. We zijn echter van mening dat dit deels lapmiddelen zijn en er problemen vooruitgeschoven worden. Op 6 mei geeft het Museum ook aan dat het wil bezuinigen door een nieuw organisatiemodel te gaan hanteren dat efficiënter moet werken en met een aangepaste begrotingssystematiek. In het plan van aanpak gaat de museumdirectie ervan uit dat de provincie Groningen in haar bezuinigingen op cultuur het Museum zal ontzien. De directie loopt daar wel ver voor de troepen uit. Uiteindelijk beslissen de Staten bij het vaststellen van de nieuwe cultuurnota eind dit jaar of en waar er bezuinigd gaat worden en we vinden het voorschot dat het Museum neemt in het plan van aanpak dan ook wel erg voorbarig en onterecht. In het Dagblad van het Noorden van 29 april geeft de museumdirectie aan dat er een tekort is van 1,1 miljoen euro. In hetzelfde artikel zegt de directie dat zij vindt dat de gemeente Groningen en ook de provincie maar moeten bijspringen. Is het naïef om het zo te spelen of getuigt het van arrogantie danwel slimheid? De overheden waar je van afhankelijk bent, voor het blok zetten, omdat je denkt dat die je zomaar niet kunnen laten vallen. Gezien de positie die het Museum inneemt in de provincie en stad vindt de Partij van de Arbeid-fractie dit op zijn zachtst gezegd geen slimme actie, mede gezien de feiten dat de cultuurnota nog behandeld moet worden in dit huis en het Groninger Museum geen alleenrecht heeft. Er zijn per slot van rekening meer waardevolle cultuurinstellingen en –evenementen in onze provincie. Tot slot, voorzitter. In de brief van 12 mei spreekt het College zijn ongenoegen uit over de gang van zaken. Het College geeft in dezelfde brief aan dat men een gesprek wil met de algemeen directeur van het Museum en de Raad van Toezicht. Heeft dit gesprek al plaatsgevonden en wat is de uitkomst van dit gesprek? Deloitte geeft aan dat er een betere bewaking van het management moet komen. Hoe denkt u dit te realiseren en welke kwalificatie-eisen gaat u daarbij hanteren? De VOORZITTER: Nog gefeliciteerd met uw maidenspeech. [Applaus.] Eens kijken, dan zijn we bij de fractie van de SP. Wie gaat daar het woord voeren? De heer Mastenbroek. Ook voor de heer Mastenbroek geldt de maidenspeech. De heer MASTENBROEK (SP): Ja voorzitter, dat is helemaal juist want tot nu toe heb ik in deze zaal alleen nog maar gezegd ‘dat verklaar en beloof ik’ en daarmee heb ik onder meer belofte dat ik mijn plichten als lid van de Provinciale Staten naar eer en geweten zal gaan vervullen. En daar horen wat mij betreft begrippen als eerlijkheid, openheid en oprechtheid bij. En vandaag is de vraag aan de orde of de directie van het Groninger Museum de laatste tijd ook eerlijk, open en oprecht is geweest. De bespreking vandaag is in feite nogal vroeg. Het probleem lijkt enigszins in beeld, maar de oplossing nog niet, evenmin als de rol van de provincie daarin. En in zoverre steun ik wel het verzoek van de fractie van de VVD op dat punt. Toch heb ik ook nu een aantal vragen aan de gedeputeerde en heb ik alvast een aantal opmerkingen over het standpunt van mijn fractie. Eerst de vragen. En de vraag die als eerste opkomt, is: wanneer heeft het Groninger Museum de provincie – en ik denk dan GS – nu precies geïnformeerd over het probleem met de liquiditeit en de overschrijding van het budget? In de brief die wij nu bespreken, staat ‘maart 2011’, maar tijdens de commissievergadering WCWL heeft gedeputeerde ‘het laatste kwartaal van 2010’ genoemd. Welke van die twee is het nu? Het lijkt er in ieder geval op dat GS erg laat zijn geïnformeerd, maar wellicht hebben GS de Staten ook wel wat langer laten wachten dan nodig was. Wie heeft verder wanneer precies besloten tot die grote aanschaffingen? Ik noem met name de Groninger museumcollector. Uit het plan van aanpak blijkt dat alleen al die aanschaf verantwoordelijk is voor het grootste deel van de overschrijding. Er wordt aangegeven dat er op de Goed Geld Gala-loterij 270.000 euro voor dat project zou kunnen komen, maar die kwam er niet. Men heeft met andere woorden een lot gekocht voor die loterij en nog vóór de trekking is de hoofdprijs alvast uitgegeven. Is die beslissing afgestemd of in ieder geval gecommuniceerd met de provincie en de gemeente? En hoe zit het met de andere beslissingen? De nieuwe verlichting wordt genoemd en allerlei andere kleinere posten zoals de aanpassing van de expeditiedeuren. Ook dat zijn allemaal technische vragen maar goed, het is ook allemaal wat op het laatste moment. Waarom zijn die niet meebegroot en wie heeft wanneer besloten om dat toch maar uit te geven? Is dat ook weer overlegd met de provincie en de gemeente? Wat ook al eerder is genoemd: de sectorbrede bezuinigingen. U wilt als GS daar vast wel iets over zeggen. Zijn GS van mening dat het Museum buiten die bezuinigingen moet blijven zoals het Groninger Museum zelf gemakshalve maar aanneemt? En verder meer algemeen: is het reëel om te verwachten dat er in de komende jaren meer provinciaal en gemeentelijk geld bij moet komen en zijn GS ook bereid daar in principe aan mee te werken?
11
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De laatste vraag is denk ik de hamvraag en daar wil ik graag als inleiding een citaatje van de website van RTV Noord van enige tijd terug bij gebruiken: ‘Van Twist is een belangrijke pion voor het Groninger Museum, dat lijdt geen twijfel. Een man van naam en faam in het artistieke wereldje met veel verdiensten voor een van de grootste trekpleisters voor Stad en Ommeland, maar dan vooral op artistiek gebied. Er zit echter in zijn functie een niet-onbelangrijke zakelijke kant. Op dat gebied heeft Van Twist nu wat steekjes laten vallen.’ Ik denk dat dit citaat een breed gedeeld gevoel verwoordt. De belangrijkste vraag lijkt dan ook te zijn of GS er vertrouwen in hebben dat de bedrijfsvoering en de communicatie in de toekomst met de huidige directie beter zal gaan dan in het recente verleden. Misschien is het goed om vooruitlopend op de beantwoording van die vragen alvast aan te geven en wat piketpaaltjes te slaan hoe mijn fractie hierin staat. Wij vinden niet dat er bezuinigd moet worden op cultuur. Wij hebben vorige week ook een amendement met die strekking ingediend. Dat heeft het helaas niet gehaald. Daarmee geconfronteerd vinden wij in beginsel dat alle gesubsidieerde instellingen, dus ook de grote, gelijk behandeld moeten worden. Wij vinden verder dat je als gesubsidieerde instelling niet straffeloos je begroting kunt overschrijden. Nu maar gemakshalve aannemen dat de overheid de gaten wel zal dichten vinden wij echt geen pas. Door dat vervolgens ook nog eens te communiceren vanuit je vakantiehuis geef je er blijk van, geen gevoel voor verhoudingen te hebben. We hebben er verder, anders dan blijkbaar de VVD, wel grote vraagtekens bij de nieuwe meerjarenramingen. De inkomsten van het museumcafé zijn nog hoger dan die al waren en gaan van 110.000 naar 160.000 euro. Waarom weet niemand. De afschrijvingen worden zonder toelichting in de laatste jaren flink lager dan in mei begroot. De kosten voor de presentaties worden nog eens flink teruggeschroefd. Ook de rentekosten lopen na 2012 ineens heel hard terug. Al met al een erg rooskleurige planning waar GS terecht de nodige vraagtekens bij hebben geplaatst. Mijn fractie is vóór het Groninger Museum en erkent zijn belang. Het nu oplossen van de door het Groninger Museum gecreëerde problemen zonder daarbij ook voor de directie van het Groninger Museum duidelijke signalen af te geven, is niet te verkopen aan de overige instellingen in onze provincie. Daar zullen wij dan ook niet voor zijn. Voorzitter, ik rond de voor mij bijzondere speech af. Ik heb een paar maanden geleden al beloofd dat ik mij naar eer en geweten zal inzetten. Ik heb in het begin gememoreerd dat het mij gaat om eerlijkheid, openheid en oprechtheid. Dat zal voor een deel mijn politieke naïviteit wel zijn, het geeft mij echter wel de ruimte ook het Groninger Museum aan die waarden te houden en dat zal mijn fractie de komende tijd dan ook doen. De VOORZITTER: Hartelijk dank en houdt u die waarden vooral vast. D66, mevrouw Benjamins. Mevrouw BENJAMINS (D66): Dank u wel, voorzitter. D66 beseft dat het een doorlopend proces is waar we nu in zitten bij het Groningen Forum. We danken de gedeputeerde dan ook voor het extra leeswerk van gisteravond. Dat de gedeputeerde hierin de aangepaste cijfers nog steeds als ambitieus schetst, baart ons zorgen. D66 weet met u allen dat de bezuinigingen op cultuur fors zijn – zeer fors – en dat dat ons spijt. Op dat punt lijkt ons een blik naar de toekomst van belang. Dit wat betreft de bezuinigingen, maar ook andere wijzigingen van beleid. De Kunstraad heeft geadviseerd om drie ton te bezuinigen op het Groninger Museum. Het plan van aanpak gaat ervan uit dat er niet bezuinigd wordt op het Groninger Museum door de provincie. D66 vindt dit niet vanzelfsprekend en vindt die stellingname dan ook voorbarig. Wij zijn fel tegen de botte bezuinigingsbijl, maar kunnen niet uitsluiten dat het Groninger Museum helemaal vrij van bezuinigingen blijft. Ondanks dat het pas bij de bespreking van de cultuurnota over de inhoud gaat, zien we wel graag een plan van aanpak met meerdere scenario’s. Vindt de gedeputeerde dit een compleet plan van aanpak en deelt de gedeputeerde onze mening dat er rekening moet worden gehouden met meer scenario’s, bijvoorbeeld over de mogelijke bezuinigingen van onze kant? Hoe verhouden zich de daarin gestelde plannen voor een Atentoonstellingen met de berichtgeving van 28 juni jongstleden bij OOG-tv dat de Gasunie mogelijk minder geld gaat besteden aan de kunsten en dus aan het Groningen Museum? We beginnen met een positief beeld. D66 onderschrijft de enorme toeristische potentie, de economische spin-off en ook het zeer grote belang van het Groninger Museum als deel van de culturele basisinfrastructuur in Noord-Nederland. Maar we blijven kritisch kijken. De weg naar een gezonde toekomst voor het Groninger Museum is ingeslagen, maar die weg moet nog bewandeld worden en is voorlopig nog niet ten einde. De VOORZITTER: Dan zijn we bij de fractie van de PVV, mevrouw Wolthof.
12
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Mevrouw WOLTHOF (PVV): Dank u wel, voorzitter. Wij hebben ook kennis genomen van het plan van aanpak bij het Groninger Museum. Het plan van aanpak begint met een deel waarin staat hoe geweldig het Museum bezig was en dat de inkomsten en uitgaven goed in balans waren. Nu blijken er ineens dat er allerlei onvoorziene zaken zijn opgetreden die ervoor gezorgd hebben dat het Museum in zwaar weer is beland. De volgende zaken zou men hebben bewerkstelligd: dure projecten die moesten worden voorgefinancierd, een schenking die op zich laat wachten, projecten die minder bezoekers hebben getrokken dan verwacht, overschrijding van het budget voor de revitalisatie van ruim 600.000 euro, verliezen bij het museumcafé waardoor er een tijdelijke sluiting was van het Museum. We gingen ervan uit dat er een positief saldo zou zijn van 75.000 euro en nu blijkt er een negatief saldo van ruim 170.000 euro te zijn. Deze zaken maken dat het Museum met een groot probleem zit. De PVV vindt dat het Museum zich van tevoren rijk rekent en onvoldoende rekening heeft gehouden met tegenvallers en vermindering van inkomsten. Dit getuigt van mismanagement. Nu heeft het Groninger Museum een lening gevraagd bij de Triodos Bank, maar als deze niet wordt toegezegd, dan wil het Groninger Museum geld lenen bij de gemeente of bij de provincie of in overleg met RO/EZ de bijdragen voor de revitalisatie in termijnen gaan betalen. Daarom nu onze vraag: stel dat de bank geen lening verstrekt, zijn GS dan wel bereid om geld te lenen aan het Groninger Museum? Indien dit het geval blijkt te zijn, dan zullen wij uiteraard hierover onze afkeuring laten blijken. De Groninger burgers hoeven niet op te draaien voor het wanbeleid van het Groninger Museum, de burgers zijn het zat om voor al die geldverslindende projecten geld te moeten betalen. Het Groninger Museum dient zelf orde op zaken te stellen zonder de hand op te houden bij de gemeente of de provincie. Want het is nog altijd zo: wie de billen brandt, moet op de blaren zitten. Dit heb ik geschreven naar aanleiding van de brief plus plan van aanpak van 12 mei. Tot mijn verbazing ontvingen wij gistermiddag om 16.15 uur nog wat aanvullende informatie. Naar mijn mening betrekkelijk laat en mijn vraag is dan ook: waarom heeft deze informatie ons nog zo laat bereikt? Dan een excuus van mijn kant. Helaas heb ik deze brief pas tien uur ’s avonds gezien door privé-omstandigheden. Ik heb drie uur op de Spoedeisende Hulp doorgebracht bij het Ommelander Ziekenhuis in Delfzijl. Er was te weinig personeel en daarom riep de wachttijd op tot voor sommige patiënten bijna vier uur. De verpleegsters vertelden ons dat dit geen uitzondering was en dat dit door de ophanden zijnde bezuinigingen, veranderingen en verschuivingen nog erger kan worden. Maar goed, dit was even een zijsprongetje. Ik heb de informatie even vluchtig doorgelezen en wat mij opviel als eerste was dat in allerlei bochten moet worden gewrongen om het Groninger Museum draaiende te houden. Er wordt zelfs gesproken van extra toezicht en controles. Onze vraag is dan ook: wie gaat deze extra fte’s betalen en waarom zijn er nu pas controles? Onzes inziens mosterd na de maaltijd. Wat ons helemaal opviel is dat er met geen woord gerept werd over het functioneren van de directeur van het Museum. Is het niet zo, net als in de voetbalwereld, dat als het team verliest, de trainer toch ook wordt ontslagen? Aan het eind van de brief stond nog dat nog wordt bekeken welke subsidies de provincie het Museum gaat verstrekken. Is dit niet alweer geld stoppen in een bodemloze put? De PVV is en blijft van mening dat er binnen het Groninger Museum moet worden gekeken hoe de problemen opgelost moeten worden en dat er niet meteen met de portemonnee moet worden klaargestaan. En tot slot een tip voor het Groninger Museum. Schenk ook eens aandacht voor de Groningse regionale kunst en cultuur in de breedste zin van het woord. Vele Groningse kunstenaars op wie we trots zijn en Groningse cultuur. Ik noem maar wat voorbeelden: Abel Tasman, Berend Botje, het Peerd van Ome Loeks, de familie Scholtens, Rabenhaupt, Ede Staal, Jopie Huisman tot Jan de Roos. Dat zou pas recht doen aan de Groningse belastingbetaler. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan zijn we bij de fractie van GroenLinks, de heer Post. De heer POST (GroenLinks): Voorzitter, toen wij dit agendapunt voor hadden liggen in de commissievergadering, wist mijn fractie zich niet zo goed raad met dit agendapunt. Dat had aanvankelijk het karakter van een tussenrapportage, er was sprake van nog niet-getoetste cijfers – om met de VVD te spreken: het plan van aanpak was nog niet op orde – en aanvullende cijfers zouden ons worden verstrekt. De strekking van die cijfers is in mijn geval in elk geval erg laat geweest en dat heeft de voorbereiding van dit onderwerp danig geschaad. Het is even niet anders, maar we hebben wel kunnen constateren dat het feit om het te agenderen voor deze Statenvergadering, een juiste is geweest voor de fracties die hierop hebben aangedrongen, omdat de zaak natuurlijk behoorlijk zorgelijk is; veel zorgelijker dan we ons op dat moment in de commissie ook konden bevroeden. Afgezien van het dreigende liquiditeitstekort is er voor de komende jaren een meerjarenperspectief dat ernstig is verslechterd. Wij maken ons als GroenLinks-fractie dan ook grote zorgen over die financiële situatie, mede ook in het licht van de teruglopende bijdragen van onze sponsoren, en dan hebben we
13
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
het nog niet over de mogelijke bezuinigingen op kunst door gemeente en provincie. En de directie van het Museum gaat er tot onze verbazing vanuit dat die bezuinigingen haar niet zullen treffen, een vooraanname die wat ons betreft volkomen onterecht is. De vraag is dan ook gerechtvaardigd of de directie van het Groninger Museum de zaak nog wel in de hand heeft. Onze fractie is van mening dat het financiële toezicht verbeterd moet worden en is het met GS eens dat er een controller moet worden aangesteld, wat – en dat hebben de andere fracties ook wel gedaan – onmiddellijk de vraag oproept wie de kosten van die controller dan moet gaan betalen. Het primaat voor het Museum ligt bij de gemeente Groningen. Maar als provincie zullen we de zaak zeer goed en nauwlettend moeten blijven volgen. De kwaliteit die het Groninger Museum heeft geleverd, is voor ons heel belangrijk en die kwaliteit willen wij ook graag vasthouden, maar niet tot elke prijs. Wij wachten met spanning de voorstellen van het College af en we kunnen ons voorstellen – en ook dat hebben andere fracties al gevraagd – dat we de eerstvolgende commissie hier nader op in zullen gaan. En dan wil ik nog even terugkomen op het feit dat de directie in elk geval een vooraanname doet dat er niet bezuinigd zal gaan worden. We hebben vorige week een discussie gehad, waarbij we er in elk geval in zijn geslaagd om de bezuinigingen op cultuur met de reparatiemotie wat te kunnen verzachten. En GroenLinks hecht daar bijzonder aan, omdat wij de culturele sector als geheel in onze provincie een warm hart toedragen. GroenLinks draagt ook het Groninger Museum een warm hart toe vanwege de rol en de positie die het heeft in het culturele veld. Maar – en dat is met name ook door de ChristenUnie en het CDA gezegd – de handelswijze, de houding, het gedrag en het gebrek aan sense of courtesy bij de directie en de Raad van Toezicht hebben geleid tot wat ons betreft een onverantwoorde opstelling die haar weerslag heeft op de hele culturele sector. Dat is ook voor de publieke opinie een slechte zaak, want dit is toch een van de voorlopers ervan om op deze manier om te gaan met overheidsgeld. Ik vind dat we daar een krachtig tegensignaal moeten laten horen, omdat we juist in dit huis buitengewoon begaan zijn met die culturele sector. De VOORZITTER: Tot slot de Partij van het Noorden. Maar die bestaat niet meer, althans niet meer hier in de Staten, de heer Veerenhuis-Lens voor de Fractie Veerenhuis-Lens. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Voorzitter, ik sta hier niet als vertegenwoordiger van de Partij van het Noorden. In 1995 werd er een profielschets gemaakt voor de nieuwe directeur van het Groninger Museum voor stad en lande. Er werd gevraagd om iemand die de controverse koestert als bron van inspiratie. Zo iemand hebben we gekregen met de heer Van Twist. Laat ik vooropstellen dat ik wel houd van iemand die het aandurft de controverse te zoeken. Maar zo’n iemand vertellen dat de voorraden kantoorartikelen voortaan de toegestane voorraad niet mogen overtreffen, is vragen om moeilijkheden. Meneer Van Twist heeft op de schouders van wijlen Frans Haks, die de visie had om het Groninger Museum te realiseren, dat Museum op een fantastische manier gepromoot. Het Groninger Museum staat als een huis in binnen- en buitenland. Hij is een geweldige promotor maar hij is geen pennenlikker. Hij heeft ideeën, hij heeft durf en hij heeft eigenwijsheid en ik waardeer dat. Maar iemand die de controverse proeft als bron van inspiratie, heeft toezicht nodig. En als dat toezicht niet van binnenuit komt, dan moet dat van buiten komen. Dat toezicht, voorzitter, is tekort geschoten. In het Dagblad van het Noorden liet de heer Van Twist optekenen: ‘Als de Gasunie en GasTerra hun sponsorship gaan heroverwegen, dan is dat een ramp voor het Museum. Grote internationale exposities zijn dan niet meer mogelijk. Grote internationale exposities heb je nog om flink veel publiek te trekken en te blijven trekken.’ Je kunt de vraag stellen of de heer Van Twist alleen in staat is om het Groninger Museum in de benen kan houden als hij het breed kan laten hangen. Zo ja, dan is zijn toegevoegde waarde als bron van inspiratie uitgeput. Want het zal de komende jaren alleen maar minder worden. In de brief van 5 juli schrijft Gedeputeerde Staten tot drie keer toe dat de exploitatie van het Groninger Museum in onze ogen kwetsbaar blijft. Ja, zover is het gekomen. De heer Van Twist heeft het Groninger Museum kwetsbaar gemaakt. Dat krijg je wanneer je één man verantwoordelijk maakt voor alles. Wanneer je één man aan alle touwtjes laat trekken. Dan komt ook alles wat verkeerd gaat, op één hoofd terecht. Ik vind dat niet terecht. Anderen zijn ook verantwoordelijk geweest: de subsidiegevers zijn in de afgelopen elf jaar ernstig tekortgeschoten in het gezamenlijk optrekken met de heer Van Twist in het beteugelen van zijn controverse. En nu krijgen ze precies wat ze verdienen: ze vroegen een man die de controverse koestert als bron van inspiratie en dat is de heer Van Twist. Ik wens hem heel veel sterkte in deze dagen en ik hoop dat hij stand weet te houden en blijft. Want wij hebben controverse nodig omdat de spanning die daaruit voortvloeit, tot creativiteit leidt. En creativiteit is het enige dat het Groninger Museum kan redden.
14
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZITTER: Hartelijk dank. Daarmee zijn we aan de beantwoording door het College gekomen. Ik heb genoteerd dat een aantal van u heeft aangegeven dat doordat zij gisteravond laat stukken kregen, enigszins beperkt werden voor vandaag en dat een aantal van u heeft gesuggereerd om in de volgende commissievergadering op een reeks van zaken in detail door te gaan. Maar ik stel voor dat de gedeputeerde zijn antwoord bepaalt en dat dan we vervolgens even met elkaar kijken wat dat ons brengt in relatie tot uw procedurele voorstellen. De gedeputeerde heeft het woord, de heer De Vey Mesdagh. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, voorzitter, voordat ik op alle vragen inga, is het denk ik handig om even in de algemeenheid wat woorden te wijden aan het proces waar we in zitten met het Groninger Museum, de gemeente Groningen en de Raad van Toezicht van het Groninger Museum. Het College onderschrijft heel veel van de zorgen die u hebt uitgesproken in uw vragen hier vandaag en we delen ook het grootste gedeelte van de analyses die u daarbij maakt. En u hebt ook zowel in onze eerste brief als in onze tweede brief van gisteren kunnen lezen dat wij eenzelfde soort zorgen hebben ten aanzien van de continuïteit, maar ook ten aanzien van de liquiditeit en ten aanzien van de belangrijke positie die het Groninger Museum voor ons in Groningen heeft. Het Groninger Museum, terecht werd gezegd voor stad en lande, is een museum dat heel belangrijk is voor Groningen, een icoon voor Groningen en dat dat qua uitstraling zal moeten blijven. En dat mag eigenlijk niet op deze wijze door financiële problemen op het spel gezet worden. Ten aanzien van de procedure waar we in zitten; nog even schetsen wat er gebeurd is. Eind 2010 werd bij de provincie duidelijk dat de prognoses die er waren naar aanleiding van de jaarrekening over 2010, wel eens heel anders konden uitkomen dan zij tot dan toe bekend waren bij de provincie. Maar pas in maart 2011 kwamen de eerste signalen dat er tegelijkertijd ook een groot liquiditeitsprobleem bij het Museum was. Dat hoeft overigens niet parallel te lopen met elkaar. Aan de hand daarvan is uiteindelijk er een verzoek gekomen van het Groninger Museum aan de provincie en de gemeente om te helpen, mee te denken over oplossingsrichtingen, waarbij het natuurlijk zo is dat het Museum in eerste instantie aan de bal is. Want een aantal partijen van u heeft hier ook betoogd dat in beginsel de bedrijfseconomische bedrijfsvoering van een instelling waar wij subsidie aan geven, aan die instelling zelf is. En wij gaan als subsidiegever, tenzij sprake is van bad governance of niet-besteden van subsidiegelden daar waarvoor zij bedoeld zijn, ons niet in eerste instantie ons met de bedrijfsvoering zelf bezighouden. Natuurlijk hebben we wel wat kwaliteitseisen aan de bedrijfsvoering en u kent de sterrensystematiek ook dat op het moment dat instellingen waarbij het wat ‘gevaarlijker’ wordt en de subsidie wegloopt, wij uiteindelijk ook nadere controle kunnen uitoefenen. In ieder geval is het zo dat dit uiteindelijk geleid heeft tot een conclusie – en die heb ik ook in de commissie met u gedeeld – ten aanzien van het liquiditeitsprobleem. En laten we daarbij even onderscheid maken tussen het lange-termijnprobleem, waarbij er scherp aan de wind gevaren wordt, dat daarbij een oplossing moet komen in samenwerking met de mogelijkheden die de stad Groningen heeft. Dat hadden we ook met de stad Groningen afgesproken. Vandaar dat wij u de informatie ook pas gisteren konden aanleveren, omdat de burgemeester en wethouders van de stad Groningen daar gisteren een besluit over genomen heeft. Ik heb u in de commissie al verteld: dit is een lopend proces dat overigens nog niet is afgelopen. Er ligt in eerste instantie een plan van aanpak, daar wordt natuurlijk over gepraat en gediscussieerd en naar gekeken in hoeverre de uitgangspunten reëel zijn, het plan voldoet aan alle randvoorwaarden van bijvoorbeeld een accountant. In dat hele proces zit er nu een mijlpaaltje: een plan van aanpak dat nu bekend is, gecontroleerd door een accountant en valide bevonden in ieder geval voor de liquiditeitsverbetering. De volgende mijlpaal is natuurlijk dat wij op dit moment als provincie Groningen opnieuw aan boord stappen in de bespreking met het Groninger Museum om te bekijken hoe het plan van aanpak eruit moet zien. Niet om de liquiditeitsproblemen op te lossen, maar om de lange termijn van het Groninger Museum veilig te stellen en dat is inclusief alle vragen die u hebt gesteld over of de uitgangspunten wel juist zijn, die ten grondslag liggen aan het plan van aanpak. De VOORZITTER: Mevrouw Van der Graaf. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Dank u wel, voorzitter. We zijn toch enigszins verbaasd. U zegt: ‘De provincie stapt op dit moment aan boord.’ Maar u zit er toch bovenop, nemen wij aan? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Wij hebben in de commissie reeds uitgelegd dat wij als provincie in de eerste instantie een pas op de plaats zullen maken voor wat betreft het oplossen van de liquiditeitsproblemen. En, dat hebben we ook aangekondigd in de commissie, dat betekent dat wij het aan de gemeente Groningen met het Museum hebben overgelaten om te kijken naar een
15
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
oplossing. Want u weet dat het in eerste instantie ook was gevraagd om een lening van de provincie. Daarvan hebben wij gezegd: dat gaan wij niet doen, want dat ligt niet voor de hand op dit moment. En we zijn nu op het moment dat de liquiditeitsproblemen zijn opgelost met het voorstel van de gemeente Groningen, zoals gisteren in B&W vastgesteld. Dat is een hele belangrijke stap, want dat betekent dat de crediteuren van het Groninger Museum zich geen zorgen hoeven te maken op de korte termijn voor de betalingen. En nu stappen we in die zin aan boord dat we nu de lange termijn gaan bekijken.Daar spelen wij een veel actievere rol in, omdat wij op de lange termijn natuurlijk gewoon subsidie verlenen aan het Museum en het belangrijk is dat onze visie zodanig landt in een setting die volle continuïteit waarborgt. En dat wordt nu onderdeel van het gesprek. Dan even op de vragen ingaand, ook die van de ChristenUnie, voorzover niet al beantwoord in mijn betoog van daarnet. Laat ik daarmee beginnen, want die heeft als eerste fractie een betoog gehouden. En die vraagt net als meerdere partijen: hoe heeft het nou zover kunnen komen dat de verbouwingskosten zodanig uit de hand zijn gelopen en wat is de rol van de Raad van Toezicht daarin geweest? De PVV vraagt: als je geen doelpunt maakt, moet je dat de trainer niet ontslaan? De trainer is de directeur, maar je zou daarvoor ook de Raad van Toezicht kunnen aanwijzen. Het moge duidelijk zijn dat het niet goed gefunctioneerd heeft de afgelopen jaren. En dat is ook een van de redenen waarom wij deze gesprekken voeren, waarom er een plan van aanpak komt en waarom wij u in onze brieven hebben geschreven dat wij het belangrijk vinden dat de controlefunctie en de hele good governance die in het Museum plaatsvinden, zodanig worden georganiseerd dat dit niet makkelijk weer gaat voorkomen. En dat is eigenlijk meteen het antwoord op uw vraag over de controller. De terminologie ‘scherp aan de wind’ komt mij ook bekend voor. Maar zij onderschrijft feitelijk nog eens hoe belangrijk die checks of balance zijn. Op het moment dat je scherp aan de wind zeilt, moet je wel zeker weten dat je er komt en moet je dat ook heel goed in de gaten houden. De vraag van meerdere fracties over de scenario’s heb ik denk ik in de commissie al beantwoord. Wij als provincie vinden het belangrijk dat er in ieder geval een scenario komt met betrekking tot andere aannames die gedaan zijn bij het plan van aanpak. Met andere woorden: als je daaraan gaat draaien, wat gebeurt er dan? En een van de onderdelen die dan zou kunnen veranderen is de subsidiehoogte maar er zitten natuurlijk meer aannames aan. Dan meteen de vraag over hoe het zit met de accountantsverklaring. Die is afgegeven op basis van al de aannames die gedaan zijn. Als die kloppen, dan is hier een financieel sluitend verhaal. De lening waar de ChristenUnie om vraagt, is nu inderdaad niet meer aan de orde bij de provincie. De heer HILARIDES (VVD): U hebt het nu over de accountantsverklaring. Hoe duidt u dat die alleen aan de provincie en gemeente verstrekt moet worden? Waarom kunnen we hiermee niet gewoon naar de banken? Want ook de Rabobank zal straks drie ton extra moeten bijleggen. Hebt u enig idee waarom dit erin staat? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Nee. De heer HILARIDES (VVD): Bent u bereid dat uit te zoeken? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja. De heer HILARIDES (VVD): Fijn! De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): We hebben maar 50 minuten spreektijd als College. De heer KRAJENBRINK (CDA): U geeft aan dat de accountant een verklaring heeft gegeven en dat hij dat doet op basis van de aannames die gemaakt zijn. De vraag is natuurlijk wel of dat reële aannames zijn bij de manier waarop je naar de toekomst kunt kijken. Want anders geef je een verklaring af die nergens op slaat. Dus die aannames – en dat is ook de vraag die wij gesteld hebben – moeten wel reëel zijn, wil je daar als accountant een verklaring over kunnen geven. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, dat is de disclaimer zoals die er natuurlijk heel vaak bij accountantsverklaringen zitten. Natuurlijk zal hij ongetwijfeld hebben gekeken naar de realiteit, want over niet-realistische aannames zal de accountant natuurlijk ook wel wat zeggen, neem ik aan. Maar waar het ons om gaat – en dat hebben we ook geschreven aan u – we willen toch nog eens even kijken wat er gebeurt als die aannames anders komen te liggen en we willen in het plan van aanpak daar scenario’s over zien. Dat is dus de tweede fase want dat betekent dat je op de lange
16
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
termijn gaat kijken. De aannames over de subsidie voor 2011 en 2012 zijn absoluut reëel en daarmee kun je dus ook de liquiditeitsproblemen oplossen. En we weten ook dat die reëel zijn omdat we een cultuurnota hebben lopen in de stad, die ook gewoon doorloopt voor de komende twee jaar. De heer KRAJENBRINK (CDA): Dan stel ik de vraag wel aan u: vindt u het een reële aanname van het Groninger Museum dat het uitgaat van gelijkblijvende subsidie van de provincie? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ik denk dat als u naar de meeste plannen van de gesubsidieerde instellingen kijkt, men normaal gesproken ervan uitgaat dat dit soort dingen doorlopen. De heer SWAGERMAN (SP): Dan stel ik de vraag wat u ervan vindt. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, dan zal ik maar eerlijk antwoord geven: ik ga niet vooruitlopen op een cultuurnota die nog moet verschijnen. De heer SWAGERMAN (SP): Ik wil die vraag over subsidie wel wat scherper stellen. Er zijn twee marktpartijen, twee verschillende banken, waarvan nog helemaal niet duidelijk is of ze mee gaan werken. Het hangt nog vollédig in de lucht of het Triodos Cultuurfonds zes ton gaat bijdragen en het hangt nog vollédig in de lucht of het krediet zal worden verdubbeld bij de Rabobank. Nou kun je wel zeggen: een accountant gaat ervan uit dat dat soort vooronderstellingen voor elkaar gaat komen, maar een andere spreker heeft hiervoor al gezegd dat dat in de huidige tijd niet voor de hand liggend is. U kunt ook logisch nadenken: waarom gaat u niet zelf nakijken of dit realistisch is en laat u het weer aan het Museum over? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, maar dat is ook niet geval. Wat de Triodos Bank betreft, daar heb ik u in de commissie al over gezegd dat die een positieve insteek heeft. Dat betekent dat die lening in orde komt voorzover wij dat kunnen overzien, natuurlijk. Want zeg nooit ‘nooit’, ook bij het Forum moeten we het daar nog over hebben. En vanzelfsprekend is het zo dat als wij vragen om scenario’s, dat ook betekent dat wij tegelijkertijd gaan kijken hoe reëel die aannames zijn. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Voorzitter, op dit moment vinden wij dat de gedeputeerde te veel onhelderheid laat bestaan over de positie en opvattingen van het College. De vraag ligt gewoon heel helder voor. Er is een taakstelling gesteld met het oog op de bezuinigingen voor cultuur. U wilt aan het Museum voorleggen dat het scenario’s gaat voorleggen over het verstrekken van minder subsidie door de provincie, tegelijk wilt u niet vooruitlopen op de cultuurnota. Maar ondertussen geeft u geen duidelijkheid over of u van mening bent dat het Groninger Museum op voorhand zou willen ontzien bij die bezuinigingen of niet. En wij willen op dit moment duidelijkheid hebben over die stellingname. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, ik zit me even af te vragen wat u van mij wilt weten. De VOORZITTER: Mevrouw Van der Graaf wil weten of u het Museum op voorhand wilt uitsluiten van de bezuinigingen. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Nee. Dat is ook duidelijk, er is een advies van de Kunstraad uitgekomen en daar staat een bezuinigingsvoorstel van drie ton in. En wij hebben dat in overweging. De VOORZITTER: Dan is dat duidelijk. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Fijn dat u dat nu zo helder stelt, want dat was net niet het geval, u liet daar onhelderheid over bestaan. En dit is genoteerd. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): De vraag van het CDA over de accountant heb ik denk ik inmiddels beantwoord. De heer KRAJENBRINK (CDA): Mijn vraag is niet beantwoord, want ik had de vraag gesteld aan het College of er richting het Groninger Museum, de gemeente of de accountant opmerkingen danwel
17
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
toezeggingen zijn gedaan aangaande de subsidieverstrekking van de provincie richting het Groninger Museum. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Dat is niet het geval. Ja, wat vinden wij dat de VVD kopjes thee drinkt met instellingen en dat niet alleen aan de Partij van de Arbeid overlaat? Er zijn meerdere partijen die daarnaar gevraagd hebben. Ik denk dat het van belang is om even aan u uit te leggen dat het een lopend proces is en de cijfers in de loop van de tijd zijn gewijzigd. Uiteindelijk moet je met bepaalde cijfers naar de accountant gaan om te kijken of dit een reële rekensom is die gemaakt wordt. En in de tussentijd veranderen er dingen. Wat er gebeurt is, is gewoon heel concreet: de VVD heeft, zo begreep ik net, zichzelf uitgenodigd bij het Museum om toch eens wat nader te spreken over zaken en het Museum heeft gewoon de laatste cijfers die er op dat moment in het proces waren, aan de VVD overhandigd. Terwijl ik het toch wel belangrijk vind om u de meest recente cijfers te geven die er bekend zijn en niet elke dag een tussenrapportage op te sturen. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Dat laatste kunnen wij ons heel goed voorstellen, maar het is toch een beetje vreemd dat de VVD die stukken ontvangt en doorgeeft aan het College. Of hebt u steeds de stukken van het Groninger Museum ontvangen? En dan daaraan de vraag gekoppeld: waarom moeten wij uit uw brief afleiden dat de VVD-fractie die stukken al eerder ontvangen heeft? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Volgens mij is de VVD-fractie daar open over geweest naar iedereen toe. Wij hebben het anticiperend wel eens over discussies die ontstaan en hadden al het vermoeden dat deze vragen ook hier zouden komen. De heer HILARIDES (VVD): Het staat gewoon in de krant, voorzitter, en eenieder mag die cijfers hebben. De cijfers die wij gekregen hebben, zijn identiek aan de cijfers die geverifieerd zijn door de accountant. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Dus dan is dat uit de wereld. Ten aanzien van de fondsen zijn er ook diverse partijen die daar vragen over gesteld hebben in relatie tot de Atentoonstellingen waarvan de subsidiëring nog moet afkomen. Van één fonds is duidelijk dat dat niet het geval is en van een ander fonds is net een publicatie in de media verschenen. Wij gaan natuurlijk niet een plan van aanpak aanpassen op basis van zo’n publicatie. Het is natuurlijk wel zo dat op het moment dat duidelijk is dat bepaalde aannames niet kloppen, het plan van aanpak daarop moet worden aangepast. De heer HILARIDES (VVD): Voorzitter, ik hecht er wel aan te constateren dat mij door het Groninger Museum is meegedeeld over die beide fondsen dat die op het moment leeg zijn. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, dat is juist. Dat is ook een van de redenen waarom er liquiditeitsproblemen zijn ontstaan zoals u heeft kunnen lezen. Het ene fonds kon niet direct zijn verplichtingen nakomen en dat waren inkomsten waarop gerekend was. Het was dus niet alleen maar de verbouwing, er zitten nog meer haken en ogen aan de ontstane liquiditeitsproblemen en die heeft u ook allemaal in de brief kunnen lezen. De Partij van de Arbeid had ook een vraag over de fondsen en de vraag of er inmiddels een gesprek is geweest tussen mij, de stad, de algemeen directeur en de Raad van Toezicht. Een eerste gesprek heeft plaatsgevonden, dat was overigens vóór de commissie, en dat heeft overigens al behoorlijk wat aanpassingen aan het plan van aanpak opgeleverd. Vervolggesprekken zullen volgen. Dan, voorzitter, de SP met de vraag wie heeft besloten tot de overschrijdingen in het bouwgedeelte van de revitalisatie van het Groninger Museum. Uiteindelijk gebeurt dat in bouwvergaderingen en ik kan u vertellen dat ook de gemeente Groningen daarin vertegenwoordigd moet zijn geweest. Of het revitaliseringsgedeelte ook helemaal door de gemeente Groningen is bijgewoond, weet ik niet. Maar wij hebben ons als provincie altijd los opgesteld in de zin van dat wij niet aan de verbouwing meebetalen, ook niet op een indirecte manier, en dat betekent dat wij ook geen plek hebben op het moment dat er bouwvergaderingen en dat soort zaken aan de orde zijn. De heer HILARIDES (VVD): Voorzitter, ik vind het jammer dat we dit in de Staten moeten doen, ik had het liever in de commissie gehad. Maar u bent vast ervan op de hoogte dat de bouwkundige wijzigingen in het Groninger Museum voor rekening van de eigenaar van het gebouw – lees: de gemeente – zijn gekomen, dat de gemeente ongeveer 250.000 euro binnen het budget is gebleven, dat vervolgens het Groninger Museum 1 miljoen euro had voor de huurderswijzigingen – om het zo
18
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
maar eens populair te zeggen – en dat men daar met 65% overheen is gegaan. Is dat niet merkwaardig als die twee partijen in dezelfde bouwvergadering zitten? Waarom kan de een zich wel aan het budget houden en de ander niet? Dat vinden wij toch ernstig. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Wij delen die mening. Dan, voorzitter, D66 met de vragen over de scenario’s, de aannames en de A-tentoonstelling: die heb ik alle al beantwoord. De vraag van de PVV over de ontslagen trainer heb ik ook tussendoor al beantwoord; het hoeft overigens niet altijd dat de trainer wordt ontslagen als een wedstrijd wordt verloren. Zo zouden we tenminste in het verleden bij FC Groningen heel wat trainers versleten hebben. Dan GroenLinks die net als andere partijen vroeg wie de controller betaalt. In beginsel is het natuurlijk zo dat een organisatie zelf in control moet zijn. En dat betekent dat in beginsel een controller op het budget van het Groninger Museum zal moeten drukken. Als het goed is, levert zo’n controller natuurlijk ook wat op. Het is niet alleen een kostenpost, het betekent dat de financiële uitgaven ook goed gemonitord worden en daarmee zal het ook een besparing kunnen opleveren. Dan het compliment van de Partij van het Noorden voor de heer Van Twist en haar pleidooi om de heer Van Twist niet persoonlijk aansprakelijk te stellen met betrekking tot een aantal fiasco’s. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Ik begin er langzamerhand een beetje genoeg van te krijgen. De vraag is waarom nog steeds in dit huis, wanneer aan mij gerefereerd wordt, de Partij van het Noorden wordt genoemd. De VOORZITTER: Oké, dat zullen we samen pogen met kracht te onderdrukken. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Mijn excuus aan de heer Veerenhuis-Lens voor het verkeerd adresseren, maar dat zit er op een of andere manier nog een beetje in, ik moet er ook nog even aan wennen, moet ik eerlijk zeggen, dat u een andere partij vertegenwoordigt. Maar de complimenten die u de heer Van Twist maakt en dat het niet zo is dat als één iemand verantwoordelijk is, die heel veel goede dingen heeft gedaan voor het Museum en het op de kaart heeft gezet, delen wij. En wij delen ook uw opmerking – en vandaar dat we het ook over de good governance hebben en de bad governance en de checks of balances – dat vervolgens wel op een goede en juiste wijze binnen de organisatie daarnaast moet zijn gelegd. Mevrouw UULDRIKS (PvdA): U schetste zonet dat we nog een aantal scenario’s eventueel tegemoet kunnen zien. Hebt u enig idee wanneer wij die scenario’s kunnen ontvangen? De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Voorzitter, nee dat is het niet geval, omdat het iets is wat nu pas aan de orde is en dat onderwerp van gesprek is dat wij met het Museum en de stad Groningen voeren. Wij hebben die wens om die scenario’s te zien. Stel nu dat het Museum zegt: ‘die leveren we niet’. Dan hebben we een nieuwe situatie waar we over zullen moeten praten met elkaar en we zullen u daar ook nog over berichten. Misschien is het naar aanleiding van uw vraag wel handig om nog even in te gaan op een andere opmerking die hier is gemaakt. Er is een aantal fracties dat zegt dat zij direct na de zomer in de eerste commissievergadering hier verder over willen spreken. Dat is uw goed recht. Ik ben altijd bereid tot gesprek. Het is natuurlijk wel zo dat we in een lopend proces zitten. Het is heel mooi dat we nu toevallig de liquiditeit is opgelost en dat we hier niet alleen maar staan en moeten zeggen dat we ergens naartoe gaan. Ik wil in uw overweging meegeven als Staten dat het misschien verstandiger is om op het moment dat er weer een mijlpaal is, weer een commissie te beleggen en dat tussentijds in commissies altijd vragen gesteld kunnen worden over hoever het staat. Maar dan hebben we ook iets concreets om over te hebben in de commissie. De VOORZITTER: Gaat u gang, meneer Hilarides. De heer HILARIDES (VVD): Voorzitter, ik heb eigenlijk geen behoefte aan een tweede termijn, mits de gedeputeerde de volgende vraag wil beantwoorden. Het gaat nu over het Groninger Museum. Iets wat wij van belang vinden is dat dit soort gedrag never en nooit beloond mag worden en we zouden graag een visie van GS willen over het volgende. Als een gesubsidieerde instelling, of het nou het Groninger Museum is of een andere, op deze manier denken om te gaan met ons door ons te confronteren met forse overschrijdingen en denken dat wij dat wel bij zullen plempen, dáár willen wij paal en perk aan stellen. En ik zou de gedeputeerde willen vragen om daarover in de eerstvolgende commissievergadering met een notitie op terug komen. Kunnen we dat afspreken?
19
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer KRAJENBRINK (CDA): Die vergadering is ook pas in september, dus dan zal er vast wel weer een heleboel te melden zijn, geloof ik zo. Ik zou er in ieder geval wel voor zijn dat te doen. De VOORZITTER: Mij dunkt dat als die behoefte er is in de Staten, dan moet de gedeputeerde even kijken hoeveel hij kan doen op dat punt. Want op zichzelf heeft u nu de brief en ook daarvan gold voor een aantal Statenleden dat hij heel kortelings is gekomen. U krijgt dan straks nog een notitie voor die vergadering met de laatste stand, die ook laat mag komen want anders krijgen we alleen maar een herhaling van zetten. Maar de gedeputeerde kan ook moeilijk daar meer leveren dan nu beschikbaar is. Als we met zijn allen dat bedingen, dan kunnen we daar in die commissievergadering ook kijken of u nog het verdere traject kunt uitzetten. Want u krijgt natuurlijk nog het advies en de discussie over de cultuurnota. Op een aantal elementen daarvan bent u eigenlijk al ingegaan en dat gaat daar natuurlijk ook een rol in spelen. Is dat akkoord? Dan mogen we volstaan met deze ronde? En dat constateer ik ook als ik iedereen zie? Het is zo? Ik zie de heer Krajenbrink nog wat kijken. Als u de behoefte heeft, komt u dan bij de interruptiemicrofoon staan, dan komt de gedeputeerde hier ook nog even staan. Dan de proberen we deze ronde zo af te maken. De heer KRAJENBRINK (CDA): Ik denk we een aantal piketpaaltjes nog willen meegeven om ook richting het College een actieve rol op te pakken. We hebben de actieve rol gezien die de gemeente heeft opgepakt, waarbij de liquiditeitsproblemen zijn opgelost. Maar men heeft wel een en ander doorgeschoven naar de langere termijn, waar wij vervolgens de consequenties van moeten ondergaan. Geen uitzonderingssituatie ten opzichte van de bezuinigingen, een strak plan ten aanzien van de bedrijfsvoering en de werkprocessen en goed kijken naar de verantwoordelijkheden binnen de organisatie. Het zal onzes inziens bij de Raad van Toezicht en wellicht het bestuur tot een omslag moeten komen. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Ik denk dat ik aan kan sluiten bij de opmerkingen die de heer Krajenbrink hier net heeft gemaakt onder het mom van piketpaaltjes. Voorzitter, wij hebben uit deze Statenvergadering niet echt het idee gekregen dat de provincie erbovenop zit, goed weet wat er speelt en daar ook voldoende sturing aan geeft. En juist het laatste punt vinden wij erg van belang en wij hopen dat u deze rol actief, met nadruk mét ons, oppakt. De VOORZITTER: Dit waren alle bijdragen in eerste, tweede en derde instantie. Dan de gedeputeerde tot slot. De heer DE VEY MESTDAGH (gedeputeerde): Ja, het is jammer dat die indruk niet gevestigd is, maar u kunt erop rekenen dat dit probleem onze aandacht heeft. Dat we heel hard achter de schermen aan het werk zijn met oplossingen. Op het moment dat daarover dingen naar buiten kunnen gaan, wordt u daarover ook geïnformeerd. En de opmerkingen van het CDA nemen wij mee. De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan de brieven voor kennisgeving te nemen en we hebben een procedurele afspraak gemaakt. Dan gaan we nu aan de koffie. We schorsen. [Schorsing van negentien minuten.] A.2
REP-subsidie Grote Markt/Forum
De VOORZITTER: Dames en heren, dan zijn we bij agendapunt A2: de brief van de Gedeputeerde Staten van 2 juni 2011 betreffende subsidieaanvrage REP inzake het Grote Markt/Forum te Groningen en de brief van Gedeputeerde Staten van 29 april 2011 betreffende het rapport van de commissieTerlow en de brief van 4 juni 2011 met alle bijlagen, waarin het College verzoekt om waar u dat wenst, uw mening kenbaar te maken inzake een besluit dat het College moet nemen inzake de subsidieverstrekking. Het is dus een consultatie die voorligt. Het heeft reeds de nodige aandacht verworven. Derhalve stel ik voor dat wij onze tanden daarin zetten. Eens kijken wat we voor de pauze kunnen doen. Het is nu een stukje over half twaalf. Het zou mooi zijn als we de eerste termijn rondhebben tot aan de lunch, maar we kijken wel even hoever we komen en u houdt zelf de beschikbare spreektijd ongetwijfeld in de gaten, anders help ik u ook wel daarbij. We beginnen bij de heer Batting, Partij van de Arbeid.
20
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BATTING (PvdA): Dank u wel, voorzitter. Vandaag nemen we een beslissing over het subsidieverzoek-Forum. In de aanloop hiernaartoe hebben we uitvoering van gedachten gewisseld. Kritische geluiden waren niet van de lucht. Ook wij hebben aangedrongen op een robuuste exploitatie en een sterke onderbouwing van de economische structuurversterking. Ons uitgangspunt blijft het uitvoeringskader Ruimtelijk-Economisch Kader, het REP. We kunnen ons vinden in de aanvullende, door de gemeente Groningen verschafte informatie door middel van haar rapport ‘De meerwaarde van gebiedsontwikkeling’. De integraliteit met de oostwand van de Grote Markt is in beeld gebracht. De anticyclische investering in het Forum, nu nog mogelijk met REP-geld, zal haar uitwerking op vervolginvesteringen niet missen. Investeringen en binnenstedelijke vernieuwingen, die nodig zijn als hefboom om economische impulsen, plannen en perspectieven te activeren. Verlevendiging van de binnenstad en economische ontwikkeling zullen elkaar over en weer versterken. Rijksbezuinigingen zullen voor onze culturele infrastructuur vergaande consequenties hebben, terwijl juist die infrastructuur een basisvoorwaarde is voor sociaal-economische ontwikkeling. Dat geeft impulsen aan een creatieve stad, een innovatieve stad, een bruisende stad. Met andere woorden: culturele infrastructuur geeft schwung aan een stad met allure voor studenten, kennisinstellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke instituten. Het gaat om authenticiteit, het gaat om onderscheidend vermogen voor de stad, voor onze provincie en ook om economische wervingskracht. De heer STAGHOUWER(ChristenUnie): U spreekt in superlatieven. U zegt ook dat eigenlijk de komst van het Forum een voorwaarde is voor een bruisende en toekomstgerichte stad. De vraag die ik u wil stellen: is dat nu niet het geval en is op het moment dat het Forum er niet komt, dat dan een gemiste kans? De heer BATTING (PvdA): Voorzitter, we zijn jaren bezig om in integraliteit een invulling te vinden voor de oostzijde van de Grote Markt. Daar is veel over te doen geweest. Stilstand is achteruitgang en in stedelijke netwerken als de stad hoort stedelijke vernieuwing. Het plan dat nu voor ons ligt, ondersteunen wij op dit moment, want het geeft een impuls ook aan die creatieve en innovatieve stad zoals ik die zojuist heb genoemd. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Maar u doet net alsof dat laat afhangen van de ontwikkeling van het Forum. Dat kan ik niet rijmen. Kunt u dat wel? De heer BATTING (PvdA): Het Forum past in de integraliteit. U weet dat wij een forse investering doen, het is een investering van 190 miljoen euro. Dat geeft een behoorlijke impuls. Als u vraagt naar die impulsen – ik kom er later in mijn verhaal op terug – dan moet u dat volgens ons ook plaatsen in het Ruimtelijk-Economisch Programma. Dat heeft het accent gezet op de economische structuurversterking. In de aanloop naar dit debat hebben we ook uitvoerig gesproken over andere onderwerpen. Ik wil daar graag op ingaan – ik ga dat niet uit de weg – maar economische structuurversterking is voor ons maatgevend. Als u wilt, dan kan ik dat ook wel plaatsen in de context van het perspectief van die economische structuurversterking. De heer SWAGERMAN (SP): Ja voorzitter, ik ga ervan uit dat de heer Batting nog uit gaat leggen wat het verschil is tussen nu en enkele maanden geleden, alsof het plan sterker zou zijn voor die economische structuur. Maar u weet zelf ook dat de heer Terlouw stelt dat het Forum an sich niets of heel weinig bijdraagt aan de economische ontwikkeling van de stad en dat het vooral gaat om dat wat eromheen opgezet zou moeten worden. Misschien dat u daar straks ook nog op ingaat, maar ik ben wel nieuwsgierig wat uw mening daarover is. De heer BATTING (PvdA): We hebben het over de economische structuurversterking. Recentelijk wordt er steeds gesproken over het rapport van de heer Terlouw. Ik vind dat wij een stap verder moeten gaan. Niet voor niets refereer ik aan het rapport over de stad aan de meerwaarde van de gebiedsontwikkeling. En u ziet ook dat in dat rapport een sterkere onderbouwing wordt gegeven van het voorstel dat er ligt: dat gaat in op het concept, de exploitatie en de structuurversterking. Als we nu kijken naar de structuurversterking, dan vraagt u wat het verschil is met wat er al lag. U weet dat de cijfers zijn aangescherpt. Als we technisch worden – wat ik wel wil doen – dan zien we dat wij voor wat betreft de economische structuurversterking zien dat we ongeveer werken met een multiplier van anderhalf. U weet ook dat in het Kompasprogramma, dat afgesloten is, de multiplier voor economische structuurversterking ongeveer drie is. Met andere woorden: je kunt er over van mening verschillen of er wel een 100% sterktebijdrage is voor de economische structuurversterking, maar je kunt niet ontkennen dat het economische structuurversterking geeft. Niet voor wat betreft de investeringen,
21
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
maar ook niet voor wat betreft de arbeidsplaatsen. Want u weet ook dat voor wat betreft de arbeidsplaatsen er aantallen worden genoemd van tegen de 400. En u weet dat het gaat om de sectoren detailhandel, horeca en vrijetijdsbesteding. En u weet ook dat in de binnenstad ongeveer zeven arbeidsplaatsen zijn op dit terrein. En u weet ook dat als wij deze economische structuurversterking in ogenschouw nemen, dat wij een toename hebben van ongeveer vijf procent. Dat is een behoorlijke bijdrage voor onze stad met uitstraling naar de provincie. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, de heer Batting spreekt over een economische structuurversterking. We hebben het over een investering van 35 miljoen euro. Gelukkig kunnen we allebei rekenen. We hebben ook kunnen zien dat als we uitgaan van de aannames uit het rapport van 350 arbeidsplaatsen, dat ongeveer een ton per arbeidsplaats betekent. Vindt de Partij van de Arbeidfractie het verantwoord om een ton te investeren per arbeidsplaats? De heer BATTING (PvdA): Sorry voorzitter, ik wil daar wel even op ingaan. Ik heb dat ook gelezen in de voordracht. Ik vind het fijn dat u dat naar voren brengt. Zelf zou ik daar een ander uitgangspunt voor willen nemen. Voor wat betreft die ton per arbeidsplaats wordt er geredeneerd vanuit de subsidie van 35 miljoen. Ik heb daar zelf een andere mening over. Voor wat betreft de kosten van een arbeidsplaats zou je ook uit kunnen gaan van de integrale som van alle publieke en private investeringen: dat is een andere invalshoek. Maar waar we het misschien wél over eens zijn, is – en dat hebt u ook in het rapport kunnen lezen – dat je ervan uit mag gaan dat additionele omzet van een miljoen euro zes arbeidsplaatsen oplevert en dat investeringen van een miljoen eveneens grosso modo zes arbeidsplaatsen opleveren. Als u ook deze som maakt, meneer Staghouwer, dan zult u zien dat het niet zo is als met programma’s als Kompas en Koers voor het Noorden, maar dat het wél gaat om economische structuurversterking. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ik wil de heer Batting er graag op wijzen dat op het moment dat we het hebben over de totale investering waar u over spreekt, over de 190 miljoen, dat ik toch tot een ander rekensommetje kom. Aan de andere kant, het gaat hier natuurlijk om aannames en u refereert dan aan de 350 arbeidsplaatsen uit het rapport. Maar het is volstrekt niet helder of dat inderdaad juist is. De heer BATTING (PvdA): Ik kan zeggen dat dat ook een aanname is. We hebben daar vanochtend ook al over gesproken, het zijn berekeningen. Dat ben ik met u eens. Maar dat zijn wel serieuze berekeningen. De stad heeft nadat het rapport van Terlouw is verschenen, zich extra ingespannen om een en ander zo goed mogelijk in beeld te brengen. Bovendien zult u ook zien op bladzijde 10 van het rapport inzake gebiedsontwikkeling dat er ook een aantal investeringen is vergeten of liever: buiten beschouwing is gelaten. Dit omdat men waarschijnlijk redeneert dat als er wordt overgegaan tot sloop, wat ook moet gebeuren, dat waarschijnlijk geen extra arbeidsplaatsen oplevert. Maar ook als een aannemer een groot werk aanneemt van 100 miljoen, dan zegt hij ook niet: ‘Het was maar 80 miljoen, want ik heb voor 20 miljoen sloopwerk.’ De heer BROUNS (CDA): Wellicht dat de heer Batting er even dieper op kan ingaan hoe hij dat ziet. Want hij neemt als uitgangspunt voor de berekening het aantal arbeidsplaatsen aan de bovenkant. Maar er wordt ook een berekening aan de onderkant gepresenteerd en die ligt beduidend lager, sterker nog die ligt ongeveer op de helft. Dus als we het over aannames hebben, dan worden die kosten per arbeidsplaats en die bijdrage als het gaat om werkgelegenheid in de binnenstad toch wel erg miniem als je die afzet tegenover een investering van 35 miljoen of als je het breder trekt zoals u naar een investering van die 190 miljoen. Een tweede, daaraan gekoppelde vraag: kunt u mij dan ook helderheid verschaffen in de meerwaarde van die 190 miljoen aan totale kosten, die u ziet als investeringen en die ook arbeidsplaatsen schept? Want dat komen wij namelijk nergens in het rapport tegen. De heer BATTING (PvdA): Even kijken of ik u goed begrijp, meneer Brouns. Het is natuurlijk wel zo dat we hier te maken hebben met wat directe arbeidsplaatsen en die zijn zo goed mogelijk in het rapport aangegeven. Maar waar wij zelf oog voor hebben als Partij van de Arbeid-fractie is de ontwikkeling van de oostzijde van de stad. Die beperkt zich niet tot de oostkant van de Grote Markt maar ook ten oosten daarvan. Dat is, zoals de stad het zelf verwoordt, de stepstone gedachte en als je dat erbij betrekt, dan denk ik dat het goed is dat wij deze investering doen. Daarmee is de integraliteit aangetoond en als we zorgen voor een goede invulling, worden er indirect investeringen uitgelokt van een nog grotere omvang. Ik zou daar nu niet over willen speculeren, maar de basis ligt er
22
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
wel om tot een goede ontwikkeling te komen van deze stad als stedelijk netwerk dat zich in de kijker wil plaatsen in de huidige ontwikkelingen. De heer BROUNS (CDA): U wijst op de integraliteit ten aanzien van de oostkant en de ontwikkeling van de stad in die richting. Kunt u dan misschien ook nader duiden wat die integraliteit is en wat daar de meerwaarde van is voor deze binnenstad? De heer BATTING (PvdA): Een stad als Groningen is een kennisstad. U weet dat we als provincie verschillende programma’s hebben omarmd. Deze programma’s worden ontwikkeld door middel van de managementautoriteit SNN. Het gaat om kennisverwerving, we hebben kennisinstituten, we hebben een bekend Rijksuniversiteit, een Hanzehogeschool en een instituut als Energy Valley. Het gaat erom om mensen aan te trekken en die te behouden voor het kennisniveau en ervoor te zorgen dat deze mensen met elkaar communiceren. Dat doen ze in stedelijke netwerken. Dat geeft een impuls, dat geeft een hefboom. Ik vind het van belang dat de stad een nieuw beeldmerk krijgt, daarover kan beschikken, zich zodanig kan etaleren en dat is een progressieve benadering, De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Dat betekent dus dat het beeldmerk Martinitoren niet lang genoeg is en dat daar het Forum voor in de plaats moet komen. Dat is toch wel een heel mooie gedachte. De heer BATTING (PvdA): Dan moet ik u teleurstellen, meneer Staghouwer. Ik vind het Groninger Museum en de Martinitoren beeldbepalend en er is een aantal andere op te noemen, maar u weet dat de concurrentiestrijd tussen stedelijke netwerken sterk is. Als wij er niet voor zorgen dat we ons in de kijker blijven spelen, dan zijn we nu nog wel de grootste stad van Noord-Nederland, maar dan worden we een grijze middenstad. Dat is niet de bedoeling en dat zal zijn effecten hebben op de economische ontwikkeling. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, ik wil toch graag even inbreken, als het mag van u. De heer Batting schetst een beeld als zou de Partij van de Arbeid-fractie hier voorstander zijn van de enorme ontwikkelingen en toekomstperspectieven van deze stad op dit moment. Ik denk dat wij wat dat betreft elkaar een hand kunnen geven, want ik denk dat er niemand in deze Staten is die tegen ontwikkelingen is in de stad Groningen ten aanzien van de economische structuurversterking. Waar wij hier in de Staten over spreken, gaat over 35 miljoen voor het Forum. Daar moeten wij over oordelen en daar moeten wij vandaag een beslissing over nemen. En dan heeft een groot deel van deze Staten een ander oordeel dan u als Partij van de Arbeid-fractie. Ik denk dat u zich daartoe moet beperken. De heer BATTING (PvdA): Daar zou ik graag iets over willen zeggen, ik ben blij dat u dat naar voren brengt. Meneer Staghouwer, is het niet zo dat wij redeneren vanuit het REP en dat de Kaderverordening Subsidies van deze provincie daarmee integraal is verbonden? U weet dat de laatste is aangenomen in 1998 en in 2007 is herzien. Daar hebt u aan meegewerkt. En ik vind het toch wel belangrijk om te zeggen dat wij de criteria hebben vastgesteld. Dit project voldoet daar in onze ogen aan, maar niet in uw ogen en u zegt dat die criteria vandaag niet passen, maar morgen misschien wel. Ik denk dat het zo is dat dit College voor een consistent beleid gaat. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ik denk dat de heer Batting net als ik heel goed weet hoe het tot stand is gekomen. We hebben uitgebreid in de commissie en in de Staten gesproken over de verschillende projecten die wij zouden moeten beoordelen in het REP. Natuurlijk hebben we kaders gesteld, maar we hebben ook met elkaar afgesproken dat we op onderdelen met elkaar mochten spreken over de subsidie. En dat is wat wij doen op dit moment en dat is wat wij hebben gedaan in december 2010. De heer BROUNS (CDA): Ik wil in de eerste plaats toch even de heer Batting gelijk geven. Als het Forum iets gedaan heeft, dan is het wel Groningen even op de kaart zetten in de media. Maar of dat nou de bedoeling is van die 35 miljoen euro vraag ik mij ten zeerste af. En als ik hier uw betooglijn volg, dan maakt u het verwijt aan de heer Staghouwer dat hij een criterium niet toepast, dan zou dat verwijt misschien wel naar u uit moeten gaan dat u dat criterium misschien niet toepast. Want u geeft zelf aan dat die sociaal-economische structuurversterking eigenlijk wel meevalt: er wordt een multiplier van 1,5 verwacht ten opzichte van 3,5 in het Kompasprogramma. Dus als ik het geld zou moeten inzetten in waar dat programma voor bedoeld is, namelijk sociaal-economische vitalisering via SNN in
23
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Kompasprojecten, dan heb ik een veel grotere spin-off ervan. En als tweede legitimering geeft u aan dat we met die 35 miljoen stimuleren dat intellectuelen met elkaar praten in netwerken. Het moet toch niet gekker worden. Ik denk dat zij dat op heel goede en wellicht andere wijze zelf vorm kunnen geven. De heer BATTING (PvdA): Het is niet zo dat wij alleen maar voor één keuze gaan. Wij hebben uitvoerig van gedachten gewisseld, wij hebben ook de agenda die hierin een rol speelt. Want we hebben ook al een keer met zijn allen geconstateerd dat we binnen dit programma ook wel eens moeten opschieten om tot realisatie van een paar punten te komen. Ik geef u wel toe dat wij in een vorige commissievergadering in december ons ook hebben uitgelaten over die economische structuurversterking. Maar we hebben dat wel geplaatst in het kader van het REP. Wij hebben echt gevraagd om aan te tonen dat er sprake is van economische structuurversterking. Ik heb u zojuist aangegeven dat dat het geval is, ik heb verwezen naar het aantal arbeidsplaatsen en het aantal uitgelokte investeringen en ik vind dat je met goed fatsoen niet kunt zeggen dat er geen sprake is van die zaken. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Meneer Batting, ik heb gelezen in de vorige voordracht dat er 350 arbeidsplaatsen zouden komen. Zijn dat er inmiddels 450 of 600 geworden? Ik heb ze niet gezien. De heer BATTING (PvdA): Nee, ik wil me beperken tot de 350 die in het rapport worden genoemd als maximum. De heer BROUNS (CDA): Maar dan bent u het met meneer Staghouwer eens, want dat was in december ook al het geval en toen concludeerde u dat dat onvoldoende was. De heer BATTING (PvdA): Nee, dat is niet het geval. In december, toen het rapport van Ecorys en de REP-aanvraag van de stad voorlagen, waren de uitgangspunten van een lager niveau. Die zijn inmiddels aangescherpt. Hier wordt steeds gesproken van het rapport-Terlouw en daar heb ik mij al over uitgelaten. Ik vind dat wij waardering moeten hebben voor het werk dat door de stad is verricht en dat heeft geleid tot het rapport ‘Meerwaarde voor de gebiedsontwikkeling’. Dat vind ik een sterker rapport en ik wil liever op dat kompas varen. De heer BROUNS (CDA): Dat ben ik wel met de heer Batting eens, want feit is dat in het rapport van Ecorys inderdaad minder arbeidsplaatsen stonden. Maar de onderkant van de raming die er nu is, is nog steeds aanzienlijk minder dan die in het Ecorys-rapport stond. U baseert zich op de bovengrens van de aannames. U verwijst naar de gebiedsontwikkeling en die is prima. De vraag is alleen: moeten wij daar 35 miljoen euro voor betalen als niet aan de voorwaarden van de sociaal-economische structuurversterking wordt voldaan. Dat is de vraag die voorligt. Wij zijn niet portefeuillehouder Gebiedsontwikkeling Stad. De heer BATTING (PvdA): Meneer Brouns, wij kunnen van mening verschillen over het gehalte van die economische structuurversterking. Maar dat die er is, kunt u niet ontkennen. De heer BROUNS (CDA): Maar als ik 35 miljoen tot mijn beschikking heb, dan kan ik vast en zeker wel ergens twee arbeidsplaatsen realiseren en dan is het ook economische structuurversterking, maar dan wel duurbetaalde structuurversterking en volgens mij is dat hier aan de orde. De heer BATTING (PvdA): Meneer Brouns, we hebben een plan dat voorligt, een voorstel om subsidie te verstrekken. Ik plaats dat in het kader van het Ruimtelijk-Economische Programma. Het voldoet aan de criteria. Wij kunnen ons College niet in een lastige positie brengen en wij – ook u – zullen moeten gaan voor een consistent beleid in dezen. De VOORZITTER: Volgens mij is het verschil nu wel duidelijk geworden. Ik geloof dat wij nu even de heer Batting in de gelegenheid moeten stellen om weer een stukje verder te komen in zijn betoog. En dan mag u weer erop inspringen. De heer BATTING (PvdA): Ik had het over die culturele infrastructuur en de heer Staghouwer zei – ik hoorde dat in de zaal – dat ik misschien bevlogen was. En toen was ik aan de volgende zin toe. Misplaatst enthousiasme? Misschien wel. Want we realiseren ons terdege, hoewel we er niet over
24
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
gaan, dat het Forum staat of valt met het inhoudelijk concept. De regisseur zal het verschil maken. Wij hebben aangedrongen op sociaal en MKB-vriendelijk aanbesteden. Als Partij van de Arbeid vinden wij het belangrijk dat inschrijvers bij aanbestedingen stagiairs, werkloze jongeren en arbeidsgehandicapten inschakelen. Wij vinden dat dit niet alleen moet gelden voor projecten die de provincie zelf aanbesteedt, maar ook voor projecten waarvoor zij een substantiële bijdrage levert. Wij hebben inmiddels van ons College begrepen dat het stadsbestuur bij de aanbesteding van het Forum dezelfde regels voor sociaal aanbesteden toepast als bij onze provincie gebruikelijk is. De Partij van de Arbeid breekt een lans voor een laagdrempelige entree voor scholieren en studenten en ziet educatieve activiteiten als onderdeel van het concept. Ons College heeft ook dit punt meegenomen in zijn overleg met het stadsbestuur en wij constateren dat de bereidheid aanwezig is, hieraan uitvoering te geven. Voorzitter, ik kom bijna tot het slot van mijn betoog. Onze afweging was niet eenvoudig. Uiteindelijk kiezen wij voor de kans. Cultuur is geen rekensom, maar faciliteert wel economische ontwikkeling. De ingrediënten om er een succes van te maken, zijn aanwezig. Wat blijft is een zware last op de schouders van de gemeentelijke regisseur. Met onze REP-subsidie, specifiek bestemd voor onze binnenstedelijke vernieuwing en economische structuurversterking, kunnen wij in voldoende mate het verschil maken. Dank u. De heer SWAGERMAN (SP): De heer Batting zegt dat cultuur geen rekensom is. Maar het eerste wat de Partij van de Arbeid doet, is rekensommen maken. Op het moment dat de SP voorstelt 1 miljoen euro extra in cultuur te steken, nog geen week geleden, is de Partij van de Arbeid tegen een dergelijke investering. Een breedte-investering voor heel de provincie, voor alle culturele instellingen. We zijn het niet eens over die economische effecten, dat is dus duidelijk. Wat u nu doet is op oneigenlijke gronden 35 miljoen ergens insteken waar de heer Brouns heel duidelijk van heeft gezegd dat het met name voor de top van deze stad is. Dat we die vast moeten houden begrijp ik zelf ook wel, maar deze investering staat in geen enkele verhouding daartoe. De gemiddelde Groninger heeft een mening over dit Forum en heeft er niets aan. Die kan net zo goed naar de huidige bibliotheek: die drempel is net zo laag. De heer BATTING (PvdA): Meneer Swagerman, ik vind het prettig dat u een lans breekt voor cultuur. Onze partij staat daar ook voor. Misschien mag ik in uw gedachten brengen dat wij de vorige keer hebben gediscussieerd over de vrij besteedbare ruimte. Om nog een flexibel budget over te houden van 2 miljoen euro, hebben wij met zijn allen gezegd dat dit 2,5 miljoen moest zijn. Dat bedrag hebben wij samen ingevuld. En wat blijkt? De Partij van de Arbeid heeft samen met D66 voorstellen ingediend om van dat kleine bedrag dat er is, een grote hap te reserveren voor cultuur, namelijk een totaalsom van vijf ton. Dus dat vind ik toch wel een substantieel bedrag. De VOORZITTER: Dank u. Dan zijn we bij de fractie van de VVD, de heer Bakker. De heer BAKKER (VVD): Voorzitter, precies twaalf uur geleden hebben wij als fractie een besluit genomen. Het is een lang proces geweest. Wij spreken vandaag ter consultatie over de REPaanvraag van de gemeente Groningen voor het project Binnenstedelijke Ontwikkeling Grote Markt, oftewel het Forum. Dit is voor de Staten de tweede keer, omdat in december bleek dat een meerderheid van de Staten ernstig twijfelde aan met name de economische structuurversterking van het totale project. De commissie-Terlouw is toen in het leven geroepen om duidelijkheid te verschaffen. De rapportage van deze commissie is nu integraal onderdeel van de hernieuwde aanvraag. Hierin is een groot aantal van de kritiekpunten van onze fractie overgenomen, zoals serieuze aandacht voor de positie van het bedrijfsleven, het aanpassen van de organisatie en het aangeven van de economische meerwaarde. De commissie-Terlouw geeft aan dat de economische meerwaarde niet in het Forum, maar in de omgeving van het Forum moet worden gezocht. In twee bijeenkomsten op het stadhuis heeft de heer Terlouw aangegeven dat de kabelbaan een bovenregionale uitstraling geeft plus een economische impuls die de omgeving van de Grote Markt verdient. Een kabelbaan die geen maatschappelijk geld vraagt, een extra toeristenstroom op gang zal brengen en die en passant een vervoersprobleem oplost. Mede met het rapport van de commissie-Terlouw als richtlijn zijn door ons in commissieverband de volgende zaken ingebracht. Ik zal die kort herhalen. In de eerste plaats dat de kabelbaan een onlosmakelijk onderdeel is van de aanvraag. In de tweede plaats dat de ondernemers beter bij de planvorming worden betrokken, ten derde dat de noordwand een nieuwe start krijgt, in de vierde plaats dat een deel van de structurele subsidie van de gemeente wordt gebruikt voor economische structuurversterking en ten vijfde dat er geen structurele gelden gaan zitten in het Forum
25
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
vanuit de provincie of door de provincie te subsidiëren instelling. Voor de zaken betreffende de provincie namen en nemen wij genoegen met een toezegging, maar wat voor wat betreft de gemeente Groningen wordt besloten, verwachten wij een uitspraak van de raad van deze gemeente. Het College heeft in commissieverband toegezegd in overleg te gaan met de gemeente Groningen. Wij willen onze dank uitspreken voor de gepleegde inspanningen van ons College. De weerslag van deze besprekingen vinden wij mede in de versterkte notulen. Eén zin wil ik citeren uit de notulen: ‘Bij een positieve beoordeling van een dergelijke haalbaarheidsstudie en een marktpartij die de kosten voor aanleg en exploitatie voor haar rekening neemt, zal de gemeente Groningen haar medewerking verlenen voor een planologisch vervolgtraject.’ Bij onze fractie bestaat de zorg dat de gemeenteraad anders denkt dan het College van B&W. Er is niet voor niets in de notulen opgenomen dat alles onder voorbehoud van de gemeenteraad is. Gelet op hetgeen tot dusverre is gewisseld en mening van wethouder De Vries van Groningen, geventileerd in het Dagblad van het Noorden, waarbij wij ervan uitgaan dat dat de mening is van het College van de gemeente Groningen, willen wij graag de gedeputeerde vragen of de woorden die wij van wethouder Frank de Vries hebben mogen vernemen deze morgen, ook de bestuurlijke wil van beide Colleges onderschrijft. Als dat zo is, dan willen wij ons College om een toezegging vragen om dit bestuurlijk ook als uitgangspunt te kiezen en in relatie tot de stad erop toe te zien dat de bestuurlijke afspraken gestand worden gedaan. Kortom: het niet-nakomen van deze toezegging zal bestuurlijke repercussies hebben. De VVD was geen voorstander van het Forum zonder versterkende elementen. Die zijn nu nadrukkelijke geboden. Wat ons betreft kan dit nog verder worden versterkt met de kabelbaan. Verder meegewogen de bestuurlijke verhoudingen in Stad en Ommeland zijn wij bereid positief te adviseren met inachtneming van de gevraagde toezeggingen. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, volgens mij gaat de heer Bakker voorbij aan de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad van de stad Groningen. Want u vraagt op bestuurlijk niveau inspanningen, maar de gemeenteraad heeft toch het laatste woord, is mijn gedachte? Of is dat niet de gedachte die de VVD-fractie heeft? En dan wil ik daar graag de volgende vraag aan koppelen: de SP-fractie in de gemeenteraad heeft gisteravond bij monde van de fractievoorzitter de heel duidelijke uitspraak gedaan dat de kabelbaan er nooit komt. Hoe moeten we dat dan duiden? De heer BAKKER (VVD): De besluitvorming ligt inderdaad bij de raad van Groningen. Er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het College van GS en het College van B&W. Maar wij vragen in de door ons bedoelde toezegging: ‘College, ga erop letten dat die toezeggingen gestand worden gedaan’. Dat ‘hijgen in de nek’ moet ons College overbrengen aan B&W en die vervolgens aan de raad. En daar zit misschien een aantal consequenties aan, als de raad dan ‘nee’ zegt. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Dat betekent dus dat het College wordt opgedragen om de gemeenteraad van Groningen te dwingen. De heer BAKKER (VVD): Het mag ook in een vriendelijk verzoek, als het maar resultaat geeft. De heer SWAGERMAN (SP): Ja voorzitter, wat de VVD nu doet is volgens mij een beetje vluchtgedrag door er dingen bij te halen waar het helemaal niet over gaat. Ik wil toch de heer Batting wel even ondersteunen met zijn verhaal over het ruimtelijk-economisch-sociale effect, want daar heeft wat u nu aan het College vraagt, natuurlijk hélemaal niets mee te maken. U probeert een vuiltje te verwijderen, het blijft luchtfietserij. Wat u eigenlijk zegt is: als wij maar een toezegging krijgen dat de ondernemers in de stad Groningen bereid zijn 26 miljoen te investeren en de exploitatie voor hun rekening te nemen, dan gaan wij akkoord met de subsidie. Maar die toezegging is los en luchtig, want u weet ook niet hoe die uit gaat pakken met die ondernemers. Maar op basis daarvan moeten wij die 35 miljoen beschikbaar stellen? Terwijl u eist dat er een aanvullende financiering vanuit de particuliere hoek voor komt, die overigens de heer Terlouw in zijn rapport nauwelijks een voordeel noemt: ‘het zou kunnen dat…’. Ik heb nog een tweede vraag van u, want u wenst zich blijkbaar niet veel aan te trekken van de meningen die in de raad van Groningen heersen. Hoe kijkt u aan tegen de uitspraken van uw eigen fractievoorzitter in de stad, Joost van Keulen, uw Tweede Kamerlid, Betty de Boer, en uw afdelingsvoorzitter dat als om wat voor redenen dan ook de VVD-fractie nu mee zou gaan met het instemmen van de subsidie voor het Forum, u van kiezersbedrog kunt worden beschuldigd? Dat lijkt me niet het minste, zeker niet vanuit die hoek. Dus daar wil ik graag een reactie van u op horen.
26
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BAKKER (VVD): Voorzitter, om met dat laatste te beginnen. Wij maken hier als fractie een eigenstandige afweging. Wij zullen adviezen van bevriende partijgenoten meenemen in onze afweging, maar uiteindelijk maken we die afweging als fractie. Voor wat betreft de veranderingen sinds december en de wijze van betrokkenheid van de ondernemers heeft de commissie-Terlouw heel nadrukkelijk gezegd dat de structuurversterking niet in het Forum zelf zit. Als je iets wilt, moet je naar de noordwand kijken en moet eigenlijk de kabelbaan erbij in. Dan praat je pas over structuurversterking. Het staat misschien niet met zoveel woorden in de rapportage, maar ik ben in ieder geval één keer op het gemeentehuis van Groningen geweest, waar de heer Terlouw in de persbijeenkomst duidelijk heeft gezegd dat dit de richting is en als die wordt gevolgd, heeft dit totale project kans van slagen. De heer SWAGERMAN (SP): Voorzitter, de heer Bakker trekt zich een klein beetje terug als het gaat om het rapport. Want dat staat er inderdaad absoluut niet en u weet net zo goed als ik dat sinds het verschijnen van het rapport de heer Terlouw van nog niet zó’n klein beetje voor de kabelbaan nu ineens himmelhoch jauchzend is. Je kunt je misschien afvragen of dat komt door uw verhalen, maar u gaf net ook richting de gedeputeerde aan dat als hij dat niet doet, dan komen er repercussies. Hoe denkt u die vorm te geven als wij al besloten hebben die 35 miljoen beschikbaar te stellen? Hoe denkt u dat het College dat in de stad kan afdwingen? De heer BAKKER (VVD): Er ligt tussen de stad en de provincie nog een aantal zogenaamde hoofdpijndossiers, dat hoef ik u niet te duiden. Ik kan me voorstellen dat ons College dat in de richting van de stad wat minder vriendelijk is dan dat men nu is. Dan druk ik me misschien voorzichtig uit. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, ik wil even terugkomen op die eigenstandige afweging. U begon uw betoog met de opmerking dat u als fractie een uur of twaalf geleden tot een oordeel bent gekomen en vervolgens onderbouwt u dat oordeel met een opmerking van een wethouder in de krant. Niet in de gemeenteraad, niet in een officiële gemeentelijke verklaring, maar in een krant van hedenochtend. Dan vind ik het knap dat u twaalf uur geleden die zelfstandige afweging hebt gemaakt. Daaraan gekoppeld is de vraag of het wel een zelfstandige afweging is. Want wat u namelijk doet, is die afweging van u afschuiven. U gaat uit van uitspraken van een wethouder, die geen enkele officiële status hebben, omdat die namelijk in een krant zijn verschenen. Vervolgens vraagt u het College om daaraan bestuurlijke commitment te geven en ook die wethouder die bestuurlijke commitment te vragen in de wetenschap dat die wethouder overgeleverd is aan de besluitvorming in de eigen raad. Noemt u dat een eigenstandige afweging in dit dossier? De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, mag ik op dit punt een vraag stellen? De VOORZITTER: We zijn wel bezig met een betoog. U mag ook wel vragen stellen, maar het is niet de bedoeling dat de Staten een betoog houden en er af en toe een interruptie komt van de spreker. De heer Bakker mag hier even op reageren en daarna mag hij weer verder. De heer BAKKER (VVD): Het gaat om een eigenstandige afweging van de raad van Groningen. Kijk, wij hebben in commissieverband gezegd dat wij het liefst een keiharde toezegging op papier willen met een besluit van de raad van Groningen. Wij hebben ons College daarmee op pad gestuurd en om juist nu te vragen om het besluit door de raad van Groningen gaat nu te ver. Je komt dan aan de eigenstandigheid van die raad. Neem je dan genoegen met de afspraken die nu gemaakt zijn, waarvan wij de notulen hebben, met de uitspraken van de wethouder? Wij willen ook niet aan die eigenstandigheid tornen en onze afweging is geweest is dat wat er nu ligt, niet waterdicht is. Maar wij nemen daar genoegen mee. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, als ik even een verduidelijkende vraag mag stellen op dit punt. Namelijk dat u daar vervolgens genoegen mee neemt. Ik was op die betreffende commissievergadering. U had daar een aantal keiharde eisen. U had een keiharde eis als het ging om de betrokkenheid van de ondernemers: er moest een verklaring komen van het gemeentebestuur, gedragen door de raad. U eiste een keiharde verklaring van het gemeentebestuur, gedragen door de raad, als het ging om de realisatie – niet haalbaarheid, maar realisatie – van de kabelbaan. Daar heb ik u zelf nog op doorgevraagd. U neemt nu onvoorwaardelijk genoegen met een toezegging waarvan u zelf zegt dat het maar de vraag is of die wordt nagekomen en dat die niet waterdicht is. U geeft nu 35 miljoen euro uit. Tegen de tijd dat u erachter komt dat die toezegging niet gestand wordt gedaan, is het geld weg.
27
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BAKKER (VVD): Er is mij ook geleerd dat als je het onderste uit de kan wilt, je het lid op de neus krijgt. Wij wilden niet zover gaan. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voorzitter, de VVD wil graag het bedrijfsleven bij het Forum betrekken. Dan vraag ik mij af: VNO-NCW, een goed pleitbezorger voor het Forum, wenst niet mee te betalen. Dan kom ik terug bij de kleine zelfstandigen in deze stad, die het water al aan de lippen staat. Bent u van plan om bij die mensen, die het toch al zo moeilijk krijgen als de stad op de kop gaat, daar met de pet rond te gaan terwijl ze al nauwelijks meer inkomen hebben? De heer BAKKER (VVD): Wij hebben gevraagd om ondernemers mee te laten kijken en praten over de invulling van het Forum en de omgeving. Wij hebben het niet over investeringen uit die hoek gehad. Wij hebben geconstateerd dat in de eerste aanraag veel te weinig vanuit de bedrijfsmatige hoek ernaar gekeken is. Wat wij willen – en dat is ook toegezegd – dat met die bedrijfsmatige achtergrond veel meer naar de invulling wordt gekeken. De heer VAN KESTEREN (PVV): De kleine zelfstandige in deze gemeente Groningen heeft geen tijd om te praten: die moet geld verdienen. En die ziet met deze plannen, waardoor de binnenstad helemaal op de kop gaat, dat zijn nering totaal weg zal zijn. Dat is de zorg die hij heeft en daar pleit ik voor. De heer BAKKER (VVD): Ja, u geeft uw mening. Ik kan daar wel op reageren, voorzitter. Vragen wil ik wel beantwoorden, maar ik wou deze mening maar voor kennis aannemen. De heer SWAGERMAN (SP): Een vraag over een andere stellingname van de heer Bakker. Hij zegt werkelijk zonet – dat is opportunisme troef – dat wij nog wel wat andere projectjes hebben waarover we problemen hebben met de stad en dat wij die maar als wisselgeld moeten inzetten. Dat is de partij die transparantie en helderheid in beleid in gedachten heeft. Want u vraagt aan het College om achter gesloten deuren en met een beetje handjes-achter-de-elleboogwerk de zaakjes gaat regelen. Ik neem aan dat u dat toch niet bedoeld hebt te zeggen, hoewel het wel zo klonk. De heer BAKKER (VVD): Wij hebben niet gevraagd om zaakjes te regelen en zeker niet achter gesloten deuren. Wat wij hebben aangegeven is dat er nog een aantal dossiers ligt waarbij zowel de gemeente Groningen als de provincie Groningen elkaars hulp nodig hebben en wij hebben gezegd dat die samenspraak er niet gemakkelijker op wordt op het moment dat de stad Groningen haar toezeggingen niet nakomt. De heer SWAGERMAN (SP): Kan de heer Bakker mij uitleggen wat dit in godsnaam te doen heeft met de REP-aanvraag en alle regels die daarvoor gelden? Dit is weer de zoveelste bijzaak. De heer BAKKER (VVD): Wat er is gebeurd is dat er een REP-aanvraag lag waarbij de Staten in december in meerderheid hebben gezegd dat die te weinig economische structuurversterking bevatte. Vervolgens is de commissie-Terlouw met een aantal opmerkingen gekomen en vervolgens is haar rapportage integraal onderdeel geworden van het geheel. Dus je praat over het geheel, dus wél over de noordwand, het betrekken van de ondernemers en de kabelbaan want dat hebben we zelf zo afgesproken. Gezamenlijk hebben wij gezegd dat er een commissie moest komen om ons advies te geven. En doordat dat advies integraal onderdeel van het geheel is, is dat ook een onderdeel van deze discussie. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan ben ik bij de heer Swagerman, fractie van de SP. De heer SWAGERMAN (SP): Ja voorzitter, wat moet je nog na zo’n staaltje van wazigheden, onhelderheden, draaibewegingen etcetera? Het Groninger Forum is al tijden een beladen thema en we doen een definitieve afronding vandaag. Tijdens een eerdere discussie over dit onderwerp vroeg de SP-fractie zich al af of er maar niet gewoon direct een streep door moest of dat die streep misschien zelfs al eerder in de pers was gezet. Door de toenmalige situatie en datering werd het definitieve besluit zelfs vooruitgeschoven, dat wil zeggen over de verkiezingen van maart heengetild. Dit omdat de Partij van de Arbeid dacht dat op dat moment instemmen met deze subsidieaanvraag wel eens tot een verkiezingsnederlaag zou kunnen leiden. Dat uitstel was volgens de SP niet nodig geweest, want wij waren toen al in staat de subsidieaanvraag af te wijzen en dat hebben we ook
28
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
gedaan. En we krijgen in die afwijzing alleen maar gelijk. Want het werk van de commissie-Terlouw is volledig overbodig gebleken en heeft alleen maar extra onkosten met zich meegebracht. Ze komt met niets nieuws en er kan dus geen enkele reden zijn om nu wél akkoord te gaan met de subsidieaanvraag. Overigens gaf dezelfde commissie-Terlouw bij haar aanstelling al aan, eigenlijk niet zelf met fundamenteel andere oplossingen te kunnen komen wegens tijdsdruk. Naar mening van de SP-fractie had men op dat moment dus de opdracht gewoon moeten weigeren. Ondertussen zijn de kosten voor de stad door de verkiezingsstunt van de Partij van de Arbeid fors opgelopen. Ik herhaal hier nog even de stelling van de SP over het Forum in hoofdlijnen. Wat de SPfractie betreft moet het Forum een zo breed mogelijk sociaal effect hebben. Daar mankeert ook nogal wat aan en daarin is niets veranderd. De plannen voor het Groninger Forum hebben nog steeds een lokale invulling met een gering uitstralingseffect op de provincie en het hele land. Om over een grensoverschrijdend effect nog maar te zwijgen. Het Forum, dat alleen een bibliotheek, een bioscoop, een debatcentrum, de Groninger Archieven en een beperkte expositieruimte in zich heeft, voegt helemaal en nog steeds niet toe aan de bestaande situatie. En wij zeggen het nog maar eens – en we hebben dat van niemand gehoord: het zal ook inbreken op de huidige, omliggende bedrijvigheid. Dat gaat banen kosten en dat gaat ongetwijfeld ook andere kosten met zich meebrengen. Een bijzonder gebouw in de binnenstad met een bijzondere inhoud en daardoor een grensoverschrijdende publiekstrekker zou natuurlijk wel een goede toevoeging aan de stad zijn. En dat het geen kwaad kan de Groninger binnenstad een upgrade te geven is ook helder. De SP heeft ook voorbeelden gegeven van geslaagde projecten en een daarvan is zelfs teruggekomen in het rapport-Terlouw, namelijk het Guggenheim in Bilbao. Als we kijken naar andere steden in Europa, dan is het vrijwel altijd zo dat een architectonisch bijzonder gebouw neergezet wordt, gekoppeld aan wisselende activiteiten zoals exposities, beurzen en conferenties bijvoorbeeld. Het gekozen formaat voor het Groninger Forum is nog steeds absoluut onvoldoende volgens de SP-fractie. De bijgeleverde te verwachten bezoekersaantallen zullen dan ook zeker niet gehaald worden en de meerwaarde van het Groninger Forum is dus veel te beperkt. Daarnaast heeft de SP nog steeds grote vraagtekens bij de inzet van het bedrijfsleven. En dan kan de VVD wel zeggen ‘nou, we zien het allemaal wel, ze vreten die 35 miljoen maar op in de stad’. En of die andere 26 miljoen er nog komt, hangt nog in de lucht. Die interesse is niet hard, er is er nog niet een die één euro heeft toegezegd vanuit het bedrijfsleven. En men is dus misschien wel geïnteresseerd in de kabelbaan en de aanleg daarvan. Een thema dat voor de VVD nu een argument lijkt te zijn om nu wél voorstander te zijn van de toekenning van de subsidie omtrent het Forum. Voorzitter, dit had ik al afgelopen zondag geschreven en dus niet twaalf uur geleden en dus is er ook geen reden om dit om te zetten. Hoe ongeloofwaardig kun je zijn? Ik begon er in mij inleiding al over. Immers, wel of geen kabelbaan heeft geen enkel raakvlak met de subsidieaanvraag. En sterker nog: het vraagt een extra investering van 26 miljoen euro. En het bedrijfsleven in deze tijd zal toch problemen krijgen om dat bedrag op te hoesten. ‘Want wij als provincie geven er geen euro bij’, zegt de VVD en daar sluiten wij ons bij aan. De heer BAKKER (VVD): U zegt dat er geen economische structuurversterking in het Forum is. Waarom neemt u dan niet ons voorstel over om naar de omgeving te kijken, dan heb je de economische structuurversterking. Neem die kabelbaan dan mee. De heer SWAGERMAN (SP): Ja, je gelooft in de kabelbaan of je geloof niet in de kabelbaan. Je gelooft in de economische structuurversterking van een Forum met een puur publieke invulling of niet. Dat is een verschil van inzicht. Wij gaan niet wachten tot er over vijf jaar wel eens enkele ondernemers zullen zijn die geïnteresseerd zijn om 26 miljoen op te hoesten. Voorzitter, het College heeft de beslissing over het Forum in onze beleving altijd als een vrij onderwerp benoemd. En als ik de krant lees de laatste dagen, zegt men altijd dat er wel zoiets is afgesproken maar dat het niet in het Collegeakkoord terecht is gekomen. Het begint erop te lijken… Maar wat in de openbaarheid is gezegd is dat het geen verplicht thema is. Dus de VVD moet en moest geen smoezen verzinnen om ineens voor of tegen te zijn. Waar het over moet gaan is de inhoud van het Forum en niet randomstandigheden zoals een kabelbaan waarvan de heer Terlouw al vaststelde met veel humor dat het een mooie gelegenheid was voor wintersporters om het hele jaar door eens een keer in een skilift te kunnen zitten of als je een been hebt gebroken bij het skiën, er toch ergens in Nederland in ieder geval een lift beschikbaar is en je niet naar de bergen hoeft. Tja, en dan hebben we nog de Partij van de Arbeid. Nou, minstens zo ongeloofwaardig als de VVD natuurlijk, want ze draait en heeft daarnaast nog enkele miljoenen aan onkosten voor de stad Groningen op haar geweten. En voorzitter, wij gaan straks door de PVV een motie in laten dienen als
29
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
oppositie. Ik verzoek u nu alvast graag om een hoofdelijke stemming en ik ben heel benieuwd hoe die uitpakt. De heer BATTING (PvdA): Meneer Swagerman, ik zou u graag willen laten uitspreken in uw betoog, maar ik wil even terugroepen wat u heeft gezegd over de verkiezingen. In december vorig jaar hebben wij in de commissie ook uitvoerig van gedachten gewisseld en u weet ook dat er kritische kanttekeningen zijn geplaatst, ook door onze partij. Wij hebben echt gezegd dat er naar die economische structuurversterking gekeken moest worden. Het resultaat is – en dat hebben we samen in eerste instantie uitgewisseld in ons debatje – dat wij tot de conclusie zijn gekomen dat volgens het rapport zoals het er nu ligt, de meerwaarde van de gebiedsontwikkeling er veel sterker voor staat. Dat is het eerste punt. Het andere punt waar u op hint is ook de kwestie van draagvlak en daar wil ik toch iets over zeggen. Ik denk dat u met mij van mening bent dat draagvlak een continu proces is. Het is niet zo dat we één keer een toets doen en het daarmee ophoudt. We hebben in 2005 getoetst, we hebben in 2007 getoetst. Maar het is natuurlijk wel zo dat draagvlak een continu proces is en dat je in eerste instantie zou kunnen zeggen dat draagvlak wordt bepaald door sentiment, door gevoel, door intuïtie. Dit hebben we in de commissievergadering ook al gezegd. Maar u weet ook dat als een ondernemer eenmaal vanuit intuïtie plannen lanceert, hij ook een materiële afweging wil maken. Die afweging moet ook ons gegund zijn. Wij hebben in onze fractie daadwerkelijk die materiële afweging gemaakt. U weet ook dat draagvlak kan veranderen. En dat draagvlak bij het Groninger Museum was toen het werd gesticht, ook anders dan nu. In elk geval tot vóór het debat van vanochtend. Maar wat ook nog een rol speelt is hoe de media reageren op het draagvlak. En daar zien we in dat er een kentering is opgetreden. Zagen we in december en maart dat er veel tegenstanders aan bod kwamen, nu zijn er een hoop voorstanders gekomen. Bent u niet met mij van mening dat het de Partij van de Arbeid is gegund om na de commissievergadering een behoorlijke afweging te maken zoals wij die hebben gemaakt? En vindt u ook niet dat het voor wat betreft het draagvlak een continu proces is en dat we daaraan moeten blijven werken? Wij hebben ook gezegd: ‘regisseur, wees op je hoede’. En u weet welke regisseur wij daarmee bedoelen. Er is veel werk te verzetten, de ingrediënten voor een goed concept zijn aanwezig, maar het gaat wel over een goede invulling door de regisseur. Bent u dat met mij eens? De heer SWAGERMAN (SP): Voorzitter, de heer Batting gaat wel heel kort terug in dit dossier. Want ik kan wel een jaar of tien teruggaan en toen was men over het algemeen in grote hoeveelheden, inclusief een referendum dat wél rechtsgeldig was, bepaald niet voor het Forum. Dus u kunt wat dat betreft de SP zeker niet aangeven dat wij geen consequent draagvlakverhaal houden. Ik wil dat draagvlak bij u nog wel aanvechten overigens, want ik verneem verhalen over notulen van bijeenkomsten van de Partij van de Arbeid, die zelfs zwart-op-wit zijn gelezen, waarin ook wordt aangegeven dat draagvlak erg belangrijk is. En uw eigen partij doet over zes maanden, als alles weer keurig is afgerond, nog eens een keer onderzoek naar dat draagvlak. Dus vluchtgedrag van de VVD en vluchtgedrag van de PvdA. Wat gaat u doen als straks uw eigen partij erachter komt over een half jaar dat het Forum niet voldoet aan wat u hier had verwacht? Dan zegt u: ‘Wij zijn principieel met zijn twaalven in de Groninger Staten geweest en die andere 12.000 en nog veel meer stemmers doen er voor ons niet meer toe?’ Ik hoor het u graag zeggen, zelfs voor de tv-camera, tegen al die kiezers dat u heel consequent met zijn twaalven bent geweest. Voorzitter, ik was klaar met mijn betoog. De VOORZITTER: Hartelijk dank. En daarmee zijn we toe aan de fractie van het CDA, de heer Brouns. De heer BROUNS (CDA): Ja voorzitter, laten we beginnen met een aantal positieve aspecten van deze binnenstad. En die zijn dat de Grote Markt wordt aangepakt en dat er leven wordt gebracht en dat die Grote Markt weer op de kaart wordt gezet. Want dat was en is, ook in de ogen van de CDAfractie, dringend noodzakelijk. Dat is ook waarom wij, ondanks onze stevige kritiek eind 2010 op de voorliggende Forumplannen, wel gezegd hebben dat het prima was dat de gemeente met die plannen aan de slag ging om ons te laten zien wat de meerwaarde is van het Forum, hoe het ingevuld kan worden. Dan zouden wij die plannen opnieuw beoordelen. Hoe dat oordeel is, daar zullen wij straks op terugkomen. Maar een klein voorzetje wil ik wel geven: die kans die daar geboden is, is niet gegrepen. Voorzitter, ik ga even terug – en als opgeleid historicus is dat altijd heel leuk om te doen – naar december 2010, de korte-termijngeschiedenis zullen we maar even zeggen. In december 2010 sprak de Partij van de Arbeid over ‘tijden van economische tegenspoed en bezuinigingen die het project als het Forum toch echt niet rechtvaardigden’. Ze sprak over het draagvlak dat er niet was.
30
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Onder grote delen van de bevolking, maar ook bij de eigen achterban waar het Forum omstreden was. En zij signaleerde dat de weerstand toenam. Ze had ernstige twijfels over het concept dat ten grondslag lag aan het Forum en over het structuurversterkende effect ten opzichte van de omvang van de investering. De VVD was – en dat zijn we op zich van de VVD wel gewend – erg duidelijk, namelijk: de bevolking voelt zich gepiepeld. We leven in tijden van ernstige financiële tekorten en economische crisis, waarin bestuurders toch hun cultuurpaleis door willen drukken. Cultuur is in de ogen van diezelfde VVD-fractie te kwetsbaar om als drager van economische vitalisering op te treden. ‘Het Forum is een bodemloze put’, aldus de VVD. En de exploitatietekorten logen er niet om en de economische effecten van het Forum zijn in de ogen van die fractie nihil. Het is enkel een beetje verplaatsen van werkgelegenheid en bezoekersaantallen. Voorzitter, wat moet die fractie toch een enorme kater hebben. De heer BAKKER (VVD): Die kater valt wel mee. Ik heb ook een vraag. U spreekt van een bodemloze put en economische effecten. Bent u niet van mening dat u op het grondgebied gaat waar de raad van de stad Groningen over gaat? En u verwijt ons dat, maar vindt u niet dat u nu op het grondgebied van de raad van de stad Groningen zit? De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, misschien kan via de stream teruggeluisterd worden wat ik gezegd heb. Maar datgene wat ik tot op heden gezegd heb, komt uit de handelingen van onze Statenvergadering van december 2010, waar de woordvoerder van de VVD-fractie deze woorden heeft gesproken. Ik breng ze alleen maar even bij u in herinnering. De heer BAKKER (VVD): Het gaat mij er niet om wat toen gezegd is, u hebt ons verweten dat wij op het grondgebied van de stad Groningen zouden willen opereren. Het enige dat ik nu zeg is dat u nu bezig bent om dat inderdaad zelf zo te doen. Is het dan wel juist om ons dat te verwijten? De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, ten eerste heb ik dat verwijt de VVD-fractie helemaal niet gemaakt, laten we daarmee beginnen. Een ten tweede zou ik ook niet weten op grond waarvan dat verwijt nu de CDA-fractie zou raken, want tot op heden heb ik nog geen enkele overweging van de CDA-fractie gegeven, maar enkele de overwegingen van uw fractie en die van de Partij van de Arbeidfractie gememoreerd. Dus tenzij u mijn betoog kent – en dat is heel bijzonder want mijn betoog staat namelijk niet op papier – denk ik dat u die vraag beter kunt inslikken. Ik had een kater vastgesteld, maar die bleek mee te vallen. Maar die kater zal ongetwijfeld vandaag nog vele malen groter worden. Want, voorzitter, waar staan wij nu na die stevige woorden van de VVD-fractie in december 2010? Stevige woorden die in de commissiebehandeling van het Forum zeer recent werden vertaald naar een perspectief. Want de VVD-fractie zag een perspectief in het Forum. En perspectief dat opgehangen wordt aan de omgeving, aan de kabelbaan in die omgeving en aan het feit dat er wellicht wel ondernemers bij de invulling van die Forumvisie betrokken zouden kunnen gaan worden. Maar er was wel enige twijfel en dat kun je hen niet verwijten. Men wilde wel even wat harde afspraken maken, voorzitter. En die harde afspraken waren dat die betrokkenheid van die ondernemers wel vastgelegd moest worden in de afspraken tussen het stadsbestuur en die ondernemers. En dat de aanleg van die kabelbaan geen vrijblijvend iets was, maar dat de realisatie daarvan voorafgaand aan besluitvorming hier en vandaag schriftelijk op papier gezet moest worden door dat stadsbestuur. En ons provinciaal College werd door de VVD-fractie met die boodschap en die stevige woorden op pad gestuurd met de mededeling dat ze ook harde en gestapelde voorwaarden waren. Daar hebben wij expliciet op doorgevraagd. Het was niet een kwestie van ‘aan één voorwaarde is voldaan en dan kunnen wij voorstemmen’, nee, aan álle voorwaarden moest zijn voldaan. En daar kwam nog een aantal kleinere voorwaarden achteraan zoals de integrale aanpak van de noordwand bijvoorbeeld en geen structureel geld naar de instellingen die in het Forum gaan zitten. Dan ga ik even naar hoe het CDA in dit onderwerp staat, want ook wij hadden in december stevige kritiek. We hadden kritiek als het ging om economische structuurversterking, om de aannames ten aanzien van het aantal bezoekers en herkomst van die bezoekers, om het clusteren van de functies en de effecten die dat kan hebben op de omliggende omgeving en de provincie en om de toekomstbestendigheid van de exploitatie en van de investering zelf. En daarbij kunnen wij niet anders dan concluderen dat de commissie-Terlouw die zorgen niet heeft weggenomen. Die commissie gaat hier zelfs bijna niet op in. Er is geen gedegen onderzoek uitgevoerd naar de effecten als het gaat om economische structuurversterking. De commissie concludeert gewoon dat je dat niet mag verwachten van een instelling als het Forum. De commissie heeft ook geen uitgebreid bezoekersonderzoek
31
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
gedaan, maar zij gaat er wel vanuit dat de herkomst van die bezoekers niet van buiten de regio is maar uit de regio zelf zal komen. Er komen dus geen nieuwe bezoekers, er komt dus geen nieuw geld, het zijn de bestaande bezoekers die hun geld aan iets anders gaan uitgeven. Dat is geen economische structuurversterking. En de commissie concludeert ook nog eens dat als het gaat om de bezoekersaantallen, die wellicht realistisch zijn, maar zeer ambitieus. Voorzitter, de commissieTerlouw – en de SP-fractie zei dat ook al – had er feitelijk niet hoeven te komen. Want wat in dat rapport staat werpt geen enkel licht op de zorgpunten die door de meerderheid van deze Staten in december 2010 zijn verwoord. Sterker nog, de commissie-Terlouw heeft een rapport afgeleverd, bestaande uit vaagheden en niet-onderzochte aannames waar de burger terecht het gevoel van krijgt dat zij veel vaker heeft bij onderzoeken die de overheid onderneemt, dat het besluitvormingsproces daarmee wordt vertraagd, dat zaken daarmee worden gemaskeerd en dat uiteindelijk de wil van de bevolking er niet toe doet, omdat de politici uiteindelijk na tal van onderzoeken hun eigen wil tóch doordrijven. Voorzitter, dan kom ik toch nog even terug op de besluitvorming van vandaag en datgene van de Partij van de Arbeid en de VVD gezegd hebben na die stevige woorden die zij eerder uitgesproken hebben. De Partij van de Arbeid is wel degelijk, meneer Batting, een gedegen afweging gegund. Dat gun ik iedereen in deze Staten en dat gun ik onze eigen fractie ook. Maar als ik u hoor zeggen dat u ervoor gekozen heeft om dit voorstel te steunen om het College niet in de problemen te brengen, dan maak ik mij ernstig zorgen. De heer BATTING (PvdA): Sorry voorzitter, ik moet daar toch even op reageren. Ik denk dat u mijn bijdrage uit zijn verband rukt. Het is niet alleen die ene overweging om te zorgen voor een consistent beleid in dit huis dat wij met dit voorstel akkoord gaan. Wat belangrijker is is dat we de criteria toetsen. En ik heb u gezegd dat wij dat hebben gedaan op het gebied van de economische structuurversterking en werkgelegenheid. Ik neem toch aan dat u het met mij eens bent dat je dit soort zaken ook in breder perspectief moet bekijken en dat hebben wij gedaan. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, wat mij dan opvalt in al die overwegingen, is dat de heer Batting niet is ingegaan op de vraag die je dan mag verwachten als we het dan toch in breder perspectief mogen plaatsen, dat de PvdA in december constateerde dat er tijden van economische tegenspoed en bezuinigingen zijn en dat een traject als een Forum daar niet inpast. Dan mag de heer Batting mij uitleggen hoe de economische tijden en bezuinigingen er op dit moment uitzien. Want die zijn nog even fors en die raken ons nog op heel veel beleidsvelden en ook onze burgers. En hoe zit het met dat draagvlak? Ziet u draagvlak onder de bevolking over het Forum? De heer BATTING (PvdA): Als we de notulen erop nalezen uit december 2010 en we kijken naar de bijdrage van de Partij van de Arbeid, dan weet u dat wij hebben gevraagd om de economische structuurversterking en de exploitatie te onderbouwen. Dat zijn de woorden geweest, daar hebben wij op ingezoomd. In die commissievergadering is niet gesproken over de economische omstandigheden. U hebt die notulen vast en zeker gelezen en dat bent u vast en zeker met mij eens. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, dat klopt. Ik citeer ook niet uit de commissievergadering, maar ik citeer uit de notulen van de Statenvergadering die ik geheel tegen mijn gebruikelijke handelswijze niet via mijn iPad heb meegenomen, maar uitgeprint heb om er per direct over te kunnen beschikken. En daarin spreekt uw fractie letterlijk over ‘de tijd van economische tegenspoed en bezuinigingen’ als argument en als het gaat over draagvlak over ‘delen van de bevolking’ en dat het ook in uw eigen achterban omstreden is geraakt. Toen sprak u uw twijfel uit over het concept en over het structuurversterkende effect ten opzichte van de omvang van de investering. Op geen enkel van deze punten heb ik de heer Batting nu hier een ander overtuigend verhaal horen vertellen. Voorzitter, dan de VVD-fractie. Het is echt een mijlpaal voor het Dagblad van het Noorden. Nog nooit, zover ik in ieder geval als historicus heb kunnen nagaan, heeft er parlementaire besluitvorming plaatsgevonden naar aanleiding van een vermeende uitspraak van een wethouder in de krant. Dat is een unicum. Ik moet zeggen dat deze krant de laatste tijd aan een uitstekend profiel werkt. De heer BAKKER (VVD): U vroeg toen ik aan het woord was, hoe ik dat kon weten. Maar het stond gisteravond dus al op de moderne media. Nou heb ik een fractie die daar heel bedreven in is, ik wat minder, maar dat heeft ons toch bereikt. Ik wil daar nog een vraag aan vastkoppelen. Bent u het met ons eens dat we dit hele gedoe te danken hebben aan een afspraak die de voormalige CDAgedeputeerde Bleker met de stad Groningen heeft gemaakt?
32
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BROUNS (CDA): Ja, dat ben ik met u eens, laten we daar gewoon niet omheen draaien. Er is een afspraak met de stad gemaakt dat zij op basis van een subsidieprogramma een voorstel kon indienen. Wat de heer Bleker niet kon voorzien is dat de stad met een voorstel zou komen dat echt totaal niet deugt en dat niet voldoet aan die subsidiecriteria. En dan hebben wij, de heer Bleker en ook dit College ook te maken met een stelsel waarin uiteindelijk de Staten hun verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten besluiten. En die verantwoordelijkheid hebben wij in december genomen en die verantwoordelijkheid zullen wij vandaag nemen. Die zullen wij niet zoals u afschuiven op uitspraken in de krant, waarin wij het College van onze commitment gaan vragen om die uitspraken te gaan verifiëren bij de bestuurders van de stad, die commitment op papier te laten zetten en vervolgens, God zegene de greep, afwachten of de raad van die stad ook nog bereid is die bestuurlijke commitment in acties te vertalen. Voorzitter, op dat punt is het wel heel interessant. Want dezelfde VVD-fractie verweet vanochtend Kees van der Twist dat hij bij zijn investeringen uitgegaan was van een verwachting dat hij wel een prijs zou pakken. En noemde de VVD dat ook alweer? ‘Wanbeleid’. De heer HILARIDES (VVD): Voorzitter, dit gaat te ver. Uw geheugen is wel verschrikkelijk kort. Ik heb dat vanmorgen niet eens gezegd, kijk het even terug. Ik heb deze tekst absoluut niet gebruikt, dus ik wil graag dat u dat even terugneemt. Ik heb wel gezegd dat als je een begroting hebt, dat je je daaraan hoort te houden, maar dat is heel iets anders dan wat u nu zegt. Sorry. De heer BROUNS (CDA): Met die nuancering erbij ga ik toch verder, voorzitter. De VVD maakt nu een keuze op basis van de verwachting dat er een kabelbaan komt. Ik ben blij dat u goed bent in de digitale media en dat u het niet moet hebben van glazen bollen en mediators. Maar in diezelfde digitale media is er namelijk een uitspraak van de SP in de raad van onze dierbare stad te lezen en die luidt dat die kabelbaan er echt nóóit gaat komen. Dus dat draagvlak in die raad is echt een onzekere factor. De heer BAKKER (VVD): De realiteit is ook dat het College de notulen geaccordeerd heeft en daar zit een SP-lid in. Dus over betrouwbaarheid van bestuur gesproken. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, zoals bij elke bestuurder en bij elk College zijn het de raden, de Staten en, op landelijk niveau, de Tweede Kamer die besluiten. En als zo duidelijk in diezelfde digitale media als voorbode op een artikel in de krant dat zo’n enorme impact in uw besluitvorming heeft gehad, wordt gemeld dat in de raad de SP niet voornemens is om haar bestuurder in dezen te steunen – sterker nog, klip en klaar uitspreekt dat die kabelbaan er niet gaat komen en de SP ook bereid is daar haar verantwoordelijkheid in te nemen – dan bouwt u uw oordeel op luchtkastelen. Ik heb ook nog een vraag aan het College. Want het College constateerde in december 2010 dat het politieke draagvlak erodeerde en dat was een politieke realiteit. Ik kan niet anders dan concluderen dat het politieke draagvlak er hier in de Staten met het draaien van de VVD wel is gekomen. Maar het moest wel van erg ver komen, dat kun je eigenlijk geen draagvlak noemen. Bij de stemverhoudingen zal het er zijn, maar dat is dan toch een draagvlak waar geen enkele politieke of maatschappelijke realiteit achter zit. Zou het een ramp zijn als die 35 miljoen niet zou worden gegeven aan het Forum door deze Staten? Nee. Want uit de EFRO-aanvraag voor de aanpak van de Grote Markt blijkt nadrukkelijk dat alle andere voornemens ten aanzien van de Grote Markt onverminderd doorgang kunnen vinden. Onverminderd. Dus we kunnen die Grote Markt aanpakken, we kunnen daar iets moois van maken en wij willen daar als CDA-fractie in investeren. Maar dan wel zonder dat Forum in deze vorm. En voorzitter, denkt u dat de particuliere investeerders zich terugtrekken als het Forum er niet komt? Nee, hoor. Natuurlijk betreuren zij het als zij het bouwen van het Forum niet gegund krijgen; dat willen ze graag hebben want dat is omzet. Maar zij gaan zich echt niet terugtrekken uit al die andere bouwwerkzaamheden want ook dat is omzet. Voor wat betreft de CDA-fractie kan er vandaag maar één conclusie zijn. We stemmen tegen het Forum zoals het voorligt, of we gooien inderdaad de 35 miljoen in de bodemloze put van de VVD. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan D66 met mevrouw Benjamins. Mevrouw BENJAMINS (D66): Dank u, voorzitter. Veel dingen hebben wij hier vandaag al gehoord, maar de vraag is waar het hier nou om gaat. Onzes inziens gaat het om een REP-subsidieaanvraag van de gemeente Groningen aan de provincie. Wij zijn in dezen het doorgeefluik van Rijksgeld. Maar
33
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
waarvoor is deze subsidieaanvraag? Voor de gebiedsontwikkeling van de Grote Markt-oostzijde. Het Forum is daarbij een additioneel project. Wij zijn als provincie niet verantwoordelijk voor de invulling van het Forum of hoe het eruit gaat zien. Dat is de verantwoordlelijkheid van de stad en haar eigen gekozen gemeenteraad. Naar aanleiding van de gebeurtenissen in 2010 is de commissie-Terlouw ingesteld met instemming van een meerderheid van ook deze Staten. Deze commissie heeft een aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot dit specifieke project. Deze aanbevelingen zijn overgenomen in de aanvraag die nu voor ons ligt. Met belangstelling zullen wij het traject van deze aanbevelingen volgen, maar ook hierin geldt dat de politiek-inhoudelijke discussie met betrekking tot deze aanbevelingen gevoerd moet worden in de Groningse gemeenteraad. Wij moeten vandaag onze provinciale verantwoordelijkheid nemen. Op dit moment zijn we verantwoordelijk voor de fatsoenlijke afhandeling van de REP-subsidieaanvraag waarvan het toetsingskader is vastgesteld door deze Staten. Voorzitter, het project Gebiedsontwikkeling Grote Markt-oostzijde/Forum voldoet aan de REPcriteria van economische structuurversterking en een van de twaalf programmalijnen. Kortom: de aanvraag voldoet aan het toetsingskader zoals dat is vastgesteld door deze Staten. In het kader van ‘stilstand is achteruitgang’ wil ik afsluiten. Voorzitter, voor D66 is en was de subsidieaanvraag voor het Forum geen discussie. U begrijpt: D66 is hier nog steeds voor. De VOORZITTER: Hartelijk dank. De heer Van Kesteren, fractie PVV. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voorzitter, ik wil beginnen met het volgende. Het Forum verloren? Rampspoed voor de Groningers geboren! De strijd tegen het Forum gewonnen? Gouden toekomst Groningen begonnen! Voorzitter, vandaag kunnen we historie schrijven, afgezien van politieke kleuren en bloedgroepen kunnen we een historische vergissing begaan, maar vandaag kunnen we ook een begin maken met het afschaffen van de achterkamertjespolitiek en machtspolitiek. Een achterhaalde politiek die de stad en provincie weinig goeds hebben gebracht en op termijn ook weinig goeds zullen brengen. Door kiezersbedrog van VVD en PvdA is het zinloos bestuurlijk handelen en wordt de provincie beroofd van 35 miljoen: voor de stad een historische vergissing, voor de uitstraling van het stadscentrum, maar zeker ook voor de culturele voorzieningen in de regio. Zelden in Nederland vertoond: 35 miljoen weggegooid geld voor een wanstaltig gebouw naast de oude middeleeuwse kerk met als hoofdbestanddeel een nieuwe bibliotheek, extra ruimte voor regionale kunstcollectie, je houdt het niet voor mogelijk. De PVV is trouwens ook benieuwd naar de correspondentie tussen Gedeputeerde Staten en B&W over het Groninger Forum en met name over de aankoop van panden. Want men ging er al helemaal vanuit dat het door zou gaan. Dat blijkt achteraf niet het geval. Een ordinaire burenruzie tussen de Grote Markt en het Martinikerkhof was het gevolg. Heel snel kwamen we erachter dat het fenomeen achterkamertjespolitiek, crisisoverleg tussen de PvdA-almachtigen de heer Van den Berg en de heer Rehwinkel in Groningen in de regel een oplossing biedt. De VOORZITTER: Mag ik u vriendelijk verzoeken de Commissaris der Koningin als voorzitter van uw Staten buiten het partijpolitieke gekrakeel te houden? Ik sta daarboven. De heer VAN KESTEREN (PVV): Zal ik doen, voorzitter. De ‘tsjakka’-commissie-Terlouw hielp mee, verkiezingsaverij te voorkomen en het Forum alsnog door te drukken. De verkiezingen liggen alweer een tijdje achter ons, maar ik kan u verzekeren dat er nog steeds geen draagvlak onder de bevolking is. Dat draagvlak is er voornamelijk onder de elitaire, quasi-intellectuele ons-kent-onscultuur van dominante bestuurders, subsidieslurpende pleitbezorgers en overige papegaaiende meelopers. De exploitatie van het Forum zal met grote zekerheid verliesgevend zijn. En muziek, film en debat zijn namelijk niet afhankelijk van een Forum, omdat deze voorzieningen in Groningen al in ruime mate voorhanden zijn. De onderzoekers hebben geconcludeerd wat de opdrachtgevers graag wilden horen. Commissielid en directeur van de Amsterdamse bieb, de heer Van Velzen, praat over het mooie uitzicht dat hij heeft over de historische binnenstad van Amsterdam. Nou, dat uitzicht zijn wij straks kwijt, meneer Van Velzen. Weg vallen de historische Martinikerk, de Martinitoren, de ‘Kosterij’, weg historische aanblik – die er nu nog wel is. Wie van de ouderen onder ons herinnert zich niet het afzichtelijke witte stadhuis waardoor het Goudkantoortje helemaal wegviel. Gelukkig werd dat gedrocht en modernistische gevaarte na 25 jaar weer afgebroken, waardoor het Goudkantoortje weer in volle glorie overeind stond. Voorzitter, de belangrijkste conclusie van het Terlouw-rapport luidt ‘Tsjakka! Ga zo door, hartstikke goed!’. De gemeente op de bok, dat was haar voorwaarde. Strompelend van verlies naar verlies met als eindbestemming artikel 12. Meneer Haasken, prominent VVD-Statenlid, sprak altijd
34
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
over het linkse College in het Kremlin aan de Martinikerkhof. Omdat de VVD in het College zit, wil ik ervan maken: de casino’s aan het stadhuis en aan de Martinikerkhof, waar naar hartelust gegokt wordt met de gelden van de burgers. Dat zou misschien een alternatief kunnen zijn. Bobo’s uit bedrijfsleven, geheel passend in de subcultuur van brallende bestuurders, zullen in het verdere proces actief worden betrokken. Ik heb niet het idee dat de kleine zelfstandige in de stad een woordje mee mag praten, maar ik hoorde net van de heer Bakker dat dat wel mag. Maar die mensen staat het water tot aan de lippen, willen geld verdienen maar dat wordt hem in de toekomst echt niet. Dan de Partij van de Arbeid. Heel veel prominenten – en er zit ook een groot aantal op de tribune – hebben gezegd dat het Forum eigenlijk de genadeslag voor deze stad kan worden genoemd. We hebben het aan Klaas Vaak gevraagd, die ook zegt dat je zoiets in deze tijd niet zou moeten doen, professor Heertje die zijn kritiek niet onder stoelen of banken steekt, maar vooral ook de kwalijke rol benadrukt van PvdA-bestuurders die niet naar de burgers willen luisteren. Dan heb je de visitatiecommissie van het Rijk die ook vindt dat met het Forumplan totaal geen rekening wordt gehouden met de historische binnenstad, waarbij de bebouwing totaal wegvalt. Die ziet het Forum dus ook niet zitten. Dan heb ik het over PvdA-prominenten als Piet Huisman, Ypke Gietema – nota bene pleitbezorger voor het Groninger Museum – en burgemeester Meindert Schollema van Pekela, een realist in hart en nieren. Een van de ereburgers van de stad Groningen zit ook op de tribune. Nou, je moet hem er eens over horen. Dat heb ik net even genoteerd. Je hebt ook nog een journalist die geloof ik ooit bij OOG-tv heeft gewerkt en die had het over de prachtige cultuurpaleizen in de Sovjet-Unie. Voorzitter, wist u trouwens dat het cultuurpaleis in het Forumconcept bedacht zijn door Stalin? In Frankrijk had je ook van die cultuurpaleizen. De VOORZITTER: De heer Visser voor een historische rechtzetting. De heer VISSER (PvdA): U bent met veel verve bezig allerlei dingen door elkaar te halen. Dat mag u zeker doen, maar is u bekend dat cultuurpaleizen al zolang staan als er cultuur is? En dat is al veel langer dan Stalin. De heer VAN KESTEREN (PVV): Ja, ik kan u vertellen dat er in Oost-Europa heel veel cultuurpaleizen zijn gebouwd, prachtige gebouwen. De heer VISSER (PvdA): Bent u wel eens in Parijs geweest? De heer VAN KESTEREN (PVV): Ik ben heel vaak in Parijs geweest. De heer VISSER (PvdA): U weet dat Napoleon voor Stalin zat? De heer VAN KESTEREN (PVV): Ja, dat weet ik ook. Dus ik heb zelf ook nog een studie geschiedenis gedaan, dus dat hoeft u mij niet te vertellen. Het is ook een goedkoop argument. De heer VISSER (PvdA): Weet u het verschil tussen stalinisme en sociaal-democratie? Kunt u dat uitleggen? De heer VAN KESTEREN (PVV): Ik ken heel goed het verschil daartussen. De heer VISSER (PvdA): Alleen u gaat daar heel selectief mee om. De heer VAN KESTEREN (PVV): Ik loop kort mee, maar de politieke verhoudingen in deze provincie doen mij daaraan denken. Ik kom daar straks nog wel even op terug. De heer VISSER (PvdA): Ik vind het niet correct hoe u ongesubstantieerde beledigingen uit, ook in mijn richting. De heer VAN KESTEREN (PVV): Dat is uw ervaring, dat is uw beleving. De heer VISSER (PvdA): Nou ja, ik vind het nogal wat wat u daar zegt. Dat is niet mijn beleving, u zegt een aantal zaken dat ik niet parlementair vind, maar waar u mij wel bij betrekt. Want ik ben ook een algemeen bestuurder van deze provincie. Is u dat bekend?
35
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer VAN KESTEREN (PVV): Ik doe niet anders, voorzitter, dan mijn beleving hier in deze zaal en in de provincie, die ik tot nu toe heb meegemaakt, onder woorden brengen. Dat is een recht van mij en dat recht zal ik altijd gebruiken. De VOORZITTER: Heeft u nog een vraag? We doen nu alleen nog maar vragen. De heer VISSER (PvdA): Ik hoop dat u zich realiseert dat ik mij niet graag laat beledigen. Dat is een opmerking. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voorzitter, het feit dat er altijd over ‘beledigingen’ wordt gesproken als je zaken onder de aandacht wilt brengen en dat het altijd persoonlijk wordt opgevat. Ik kan net zo goed op uw opmerking naar mij toe zeggen: ‘Goh, moet ik dat als een belediging ervaren of kan ik gewoon verder met mijn betoog?’ De VOORZITTER: U hebt in ieder geval een gedachtewisseling gedaan, dus gaat u verder met uw betoog. De heer VAN KESTEREN (PVV): Ja dank u wel, voorzitter. Ik heb de vorige keer ook een voorbeeld gegeven over allerlei cultuurhuizen hier in Nederland. Laat ik het dan dichterbij zoeken als een Statenlid van de Partij van de Arbeid zich beledigd voelt. De vorige keer heb ik een voorbeeld gegeven over een cultuurpaleis geen overbodige luxe in Nijmegen waar per bezoeker ongeveer meer dan 10 euro bij moet aan subsidie. Ik heb ook nog een ander voorbeeld gevonden, namelijk het SCHUNCK* Glaspaleis in Heerlen waar jaarlijks 1,81 miljoen bij moet. Ook daar lopen bestuurders en pleitbezorgers te brallen dat de belachelijk hoge subsidiebedragen te rechtvaardigen zijn vanwege de grote internationale faam en de culturele infrastructuur. We kunnen onze borst natmaken dus, voorzitter, bij dit Forum. De aandoenlijke commissie-Terlouw met een hoog blablagehalte in plaats van Groninger nuchterheid. Het Forum moet nadrukkelijk deel uit gaan maken van de gebiedsontwikkeling-Grote Markt, een afzichtelijk wanstaltig gedrocht dat de echte Groningers nadrukkelijk niet wensen in hun authentieke binnenstad. De economische structuurversterking is in mijn beleving niets anders dan subsidiejargon. Maar dat het grote geld uitgegeven zal worden aan een gebouw waar je met geitenwollen sokken kunt gaan debatteren, op een permanente kermis uit je dak kunt gaan met slechts één attractie: een kabelbaan, dat geeft te denken. Grote bezoekersaantallen die nergens op zijn gebaseerd, een aansprekend programma, kansen wanneer het totale project beter zal worden aangestuurd en meer van die kletspraat. Nietszeggend. Men koketteert met 2 miljoen bezoekers, 100.000 bezoekers vinden wij al realistisch. Dat is namelijk 200 avonden volle bak met 500 bezoekers. Nou, ik zie het niet voor me. Het project Viva La Focus, het onlangs gehouden mobieltjesfestival met allure – een hippe Forumactiviteit zou je zeggen – trok ondanks de vele bezoekers, 75 op de slotavond, een subsidie van 100.000 euro. Men had voor het gemak de bezoekers op de website maar even meegeteld. Nou, zo kan ik het ook. De werkgelegenheid betreft alleen maar gesubsidieerde banen. Maar ik zeg u, voorzitter, tijd is prioriteit en die hebben we hard nodig in deze financieel-economische crisis. Voor bestuurders die over gemeenschapsgelden gaan, speelt geld helemaal geen rol. Men komt dan ook tot dit soort waanideeën. Wanneer men persoonlijk risico zou lopen, dan zou men het niet in het hoofd halen om zoveel geld te steken in zo’n project. Een succesvol project verkoopt zich namelijk zelf. Daar zijn geen reclamecampagnes of marketingbureaus voor nodig. Menige politiekbestuurlijke visie heeft de Stad en Ommelanden voor een groot deel letterlijk in het moeras geholpen. De conclusies van het niet-doorgaan, forse afnames in de arbeidsplaatsen en claims: onzin. Het werk is nog niet eens aanbesteed, voorzitter, en ik kan u verzekeren dat IKEA in Groningen pas echt voor aanzienlijke werkgelegenheid heeft gezorgd en aantoonbare neveneffecten heeft opgeleverd. IKEA en de Bijenkorf zijn financieel en qua uitstraling en werkgelegenheid vele malen aantrekkelijker voor de hele provincie. Het zijn veel grotere magneten voor het stadscentrum en het Forum zal het stadscentrum eerder uit de markt prijzen als het gaat om een weekendje Groningen. Alle parkeerders komen via de hal van het Forum de stad in. Voorzitter, deze hal is een ontmoetingsplek bij uitstek waar parkeerders inderdaad met elkaar in debat gaan, maar weet u waarover? Over de hoogte van de parkeergelden en het bestuderen van de stadsplattegrond ter voorbereiding van een gezellig dagje Groningen. Congresgangers zullen ook niet warmlopen voor het Forum. Het enige wat zij willen na een congres in de Martiniplaza is lekker de stad in, lekker gezellig. Maar dit is niet de beleving van een relatief kleine groep politici, bestuurders en groupies die in Stad en Ommeland de lakens uitdeelt maar inmiddels volledig is vervreemd van de traditionele achterban.
36
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zal door het Forum wederom een enorme knauw krijgen, zo is de verwachting. En het is ook opvallend dat in het rapport-Terlouw het Forum als vestigingskeuze van hoogopgeleide kenniswerkers gunstig zou beïnvloeden. Wij vinden dat elitair geleuter en goed voor het imago van zogenaamd hoogopgeleide kunst- en cultuurfreaks – alsof een laagopgeleide geen cultuurbewaarder zou zijn. De elite van hoogopgeleiden wil niets liever dan een aantrekkelijk optrekje in het zuiden van de stad, sjieke restaurantjes, sfeervolle cafeetjes en winkels in de binnenstad en gaat voor de cultuur naar de Stadsschouwburg, de Oosterpoort en de Martiniplaza. Steden met veel historie en cultuur zijn immers het meest gewild, zo zegt het rapport. Nou, handel dan daar ook naar. Voorzitter, een oude, authentieke en historische binnenstad is ook cultuur. Authentieke gevels worden door de hedendaagse dominante architectuur van blokkendozenbouwers als kitsch gezien. De PVV zit de blokkendoosarchitectuur echter als achterhaalde Oost-Europese eenheidsworst. Oude heren op RO/EZ en modernistische architecten willen de volgende generatie nog even opzadelen met deze achterhaalde ellende. Over duurzaamheid gesproken. Duurzaamheid voor de ontwikkeling van het gebied? Dat is ook een gezellige authentieke binnenstad met volop winkels en horeca. Wat zou het fantastisch zijn wanneer het stadscentrum van Groningen zou bestaan uit mooie historische gevelwanden, drukbezochte winkels, restaurants, cafeetjes en dergelijke, net als in Amsterdam en Den Haag. Dan tel je pas echt mee. De VOORZITTER: Uw spreektijd zit er bijna op. De heer VAN KESTEREN (PVV): Nu al? Jammer. Dan denk ik toch dat ik afhankelijk ben van de lengte van het deel van mijn betoog over Johan de Veer in het Dagblad van het Noorden, maar ik denk dat ik dat ook kan schudden. Goed, ik moet het inkorten, jammer… Ik had nog wel even door kunnen gaan, maar goed ik ga nu even proberen er een eind aan te maken. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, dan misschien nog een suggestie toch aan de PVV. Mocht het er onverhoopt van komen dat we die 35 miljoen wel uitgeven, u gaat zo lekker door. Misschien moet u een kamertje in het Forum huren, dan bent u de publiekstrekker. De heer VAN KESTEREN (PVV): Ja, maar ik ben bang, voorzitter, dat ik dan geen zicht heb op een mooie historische binnenstad, maar dat mijn blik op wildplassers valt. Het rapport heet ‘Scherp aan de wind’, daar wil ik ook even mevrouw Kiki een hart onder de riem steken. ‘Scherp aan de wind’ is juist een voorwaarde om dit hoge gebouw neer te zetten, want dit spreekwoord zegt dat er wind bij moet. Dat is de ingeving. Maar goed, ik vind het heel jammer dat ik moest stoppen, want ik wou toch nog even een statement maken. De VVD moet vandaag opkomen voor met name de kleine ondernemer, voorzitter, die op sterven na dood is. Ik hoop toch dat de VVD juist die kleine ondernemer ook zal helpen en dat is met het afwijzen van die 35 miljoen toch een stuk in die richting komen. Ook met de kabelbaan zal het Forum geen succes worden. Ik ben een beetje van mijn à propos, jammer dat je hier niet een beetje meer tijd krijgt, hè? De VOORZITTER: Het lukt u anders al aardig. De heer VAN KESTEREN (PVV): Als ik eenmaal aan het praten ben, voorzitter, dan blijf ik maar doorgaan. Wanneer het debacle een feit is geworden, het zoveelste in deze stad en de provincie, dan hebben waarschijnlijk alle pleitbezorgers en verantwoordelijke politici hier de grootste lol, want het gaat toch wel door. De zakkenvullende projectontwikkelaars en bestuurders met een groot ego zal het een worst zijn wat er met het geld van de belastingbetaler gebeurt en wat er aangericht wordt in de stad. Dan zitten ze al hoog en breed in een van hun kosmopolitische wereldsteden het geld uit te geven dat ze hier in hun zak hebben gestopt en hebben ze ook inmiddels andere baantjes. Maar ik zal hier in het kort even het gevoel samenvatten van de doorsnee Grönneger over het doorgaan van het Forum: ‘Wie kinnen wel janken’. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan zijn we daarmee gekomen aan de pauze, want het is inmiddels al een stukje over enen en we gaan even eten. Zullen we gewoon om 14.00 uur weer beginnen? Of 13.45 uur kan ook wel, dan bent u er in elk geval zeker van dat we in de middag rondkomen. [Schorsing van 38 minuten.]
37
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZITTER: Eens kijken, het is weer kwart voor twee geweest en ik denk dat wij de vergadering kunnen hervatten. En ik zie her en der nog iemand het veld op sprinten. Het vak van de gedeputeerden is nog wat leeg, misschien dat daar nog even wat aan gedaan kan worden. We gaan weer beginnen, ik heropen de vergadering. Uit de eerste ronde hebben we nog drie collega’s die het woord zullen voeren en dan begin ik met de heer Staghouwer van de ChristenUnie. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, dank u wel. ‘Wij zijn blij dat het College wijsheid heeft getoond en deze voordracht heeft teruggetrokken.’ Dat waren de woorden waarmee de ChristenUnie de bijdrage afsloot in het debat van de Staten van december 2010. Hoe anders is nu de werkelijkheid. Voorzitter, we worden vandaag weer geconfronteerd met de REP-aanvraag ten behoeve van de vernieuwing van de oostwand van de Grote Markt en daar tevens de voorziening van het Forum. Voorzitter, mijn fractie heeft in 2010 al gepleit voor het loskoppelen van deze twee projecten. We hebben herhaaldelijk gecommuniceerd dat wij een ontwikkeling van de oostzijde van de Grote Markt noodzakelijk vinden. Dat hebben wij ook vanmorgen in onze interrupties betoogd. Een voorwaarde voor de ontwikkelingen voor de komende jaren van de binnenstad van Groningen. Daar zijn ondernemers in Stad en Ommeland en de politiek het over eens. Echter, wij moeten een oordeel geven over nut en noodzaak van een investering van 35 miljoen euro. En als wij hierover een oordeel geven, dan willen wij het goed onderbouwd zien met de juiste cijfers voorhanden, iets wat elke ondernemer en elke weldenkende inwoner van Groningen zal snappen. En er is wat dat betreft de afgelopen tijd wat gegoocheld met cijfers. Ook dit heeft mijn fractie de vorige keer duidelijk gemaakt. Ik ga hier niet verder op in, in de commissie is daar het nodig over gezegd. Maar wij willen daarover wel het statement afgeven dat het er al met al niet geloofwaardiger van is geworden. De commissieTerlouw heeft een onderzoek gedaan en dit was wat ons betreft geen aanleiding voor het trekken van nieuwe conclusies. Als er al de gedacht was geweest dat de commissie zou komen met het ei van Terlouw-Columbus, dan zijn degenen die hierin geloofden, zwaar teleurgesteld. We zijn erg kritisch geweest over het instellen van de commissie-Terlouw, maar hebben haar toch het voordeel van de twijfel gegeven. En de conclusie – ik zei het al – kan na het lezen van het rapport maar één zijn en die is helder en duidelijk: geen nieuwe feiten en ideeën. Dus eigenlijk kan ik onze bijdrage hiermee beëindigen. En na de bijdrage van de VVD kwam die gedachte ook sterk op mij af. Maar we hebben toch als fractie besloten dit niet te doen. Wij willen graag als fractie wat kwijt over de inzet van de diverse partijen in dit dossier. En ik zal me beperken tot feiten en juistheden die in de loop van de tijd in dit dossier zijn ontstaan. Allereerst de fracties van D66 en GroenLinks. Zij zijn altijd duidelijk geweest over hun inzet en dat valt te waarderen. Ondanks de tegenstand in verkiezingstijd bleven deze fracties vasthouden aan hun ingenomen positie met alle risico’s van dien. Dan de fractie van de VVD. Ook deze fractie had een helder geluid: ‘Wij zijn tegen het Forum, wij vinden de financiële injectie van 35 miljoen onverantwoord voor de realisatie van twee- tot driehonderd banen’. Maar dit geluid is wat diffuser geworden sinds de coalitiebesprekingen van 2 maart. Het Forum was geen punt in de coalitieafspraken, zo is ons voorgehouden. Een zogenaamde vrije kwestie, dus alle hoop op de inzichten van de commissie-Terlouw. En die gaf wat de VVD betreft uitkomst. Het zou mooi zijn als er een onderzoek komt naar de kabelbaan, dit in combinatie met het Forum. Dat moet een groot succes worden volgens Terlouw. En de VVD zag haar kans schoon. Het paradepaardje wordt gekoesterd en in de strijd geworpen, dit tot grote schrik van coalitiegenoot Partij van de Arbeid. De heer Bakker was namens de VVD-fractie volstrekt helder in de commissievergadering en dat valt te waarderen. Bij zijn bijdrage was er geen speld tussen te krijgen. Ik heb het geprobeerd met een aantal interrupties in de commissie. Het lukt niet. ‘Als de kabelbaan niet wordt opgenomen in het project-Forum dan stemmen wij tegen het voorstel’, was zijn heldere uitspraak. Maar wat is nu de werkelijkheid, voorzitter? De werkelijkheid vandaag van de beslissing van de VVD-fractie is in één woord onvoorstelbaar. Gezichtsverlies, een politieke blunder. We hebben de fractie van de VVD in de commissievergadering gevraagd haar rug recht te houden. Maar dat kun je nu niet zeggen. Er kan maar één conclusie de juiste zijn en dat is ook een conclusie die de heer Bakker heeft getrokken: ‘wij maken een keuze voor de coalitie’ en niet een keuze voor een zaak. Jammer, een blanco cheque en een ongelooflijke verantwoordelijkheid rust nu op de schouders van de VVD-fractie. Voorzitter, dan nog een enkel woord over de Partij van de Arbeid-fractie. U hebt allen kunnen lezen in een opiniestuk van afgelopen zaterdag wat onze fractie vindt van de situatie bij de PvdAfractie. We hebben helder uitgesproken hoe wij daartegen aankijken, dat gaan we niet nog eens herhalen. Als u die bijdrage nog eens wilt lezen, dan heb ik die hier nog wel in mijn tas. Wij zijn echter niet bij machte te begrijpen wat de motie is van de Partij van de Arbeid om haar inzicht te veranderen. Ik heb vanmorgen geprobeerd de heer Batting hiernaar te vragen, maar nog heeft hij mij niet duidelijk
38
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
kunnen maken waarom zijn fractie nu wél voorstemt. Aan het rapport kan het niet liggen, want daar staat niets nieuws in. De enige verklaring die we van de gedeputeerde hebben gehoord in de commissievergadering, is dat de GS de aanvraag hebben beoordeeld op REP-criteria, dus zonder oog voor veranderingen in de samenleving. Zij kon niet in een glazen bol zien wat de ontwikkelingen teweegbrengen. Dus dit deed er niet toe. En het bevreemdt de ChristenUnie dan ook dat zij met dezelfde glazen bol wel ziet dat er 100.000 extra bezoekers zijn te verwachten voor het Forum. Extra bezoekers die ongeveer vijf uur in de trein moeten zitten, want met deze geprognosticeerde aantallen zullen ze dus niet naar het noorden van Nederland kunnen komen. Dus nogmaals: wij begrijpen het niet. Wat wij wel begrijpen is het lastige parket waar de coalitie in zit en waarin gemanoeuvreerd moet worden. Maar is het dan niet veel verstandiger en moediger om volmondig toe te geven dat er onvoldoende draagvlak en onvoldoende structuurversterking voor de regio is? Voorzitter, het zou getuigen van wijsheid als de beslissing van de partijen in de coalitie wordt teruggedraaid. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan zijn we bij de fractie van GroenLinks, mevrouw Van Galen. En het is haar maidenspeech; het is vandaag een mooie dag voor maidenspeeches. Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Dank u wel, voorzitter. Het eerste waar ik net aan dacht toen ik de heer Staghouwer hoorde praten, is een boek van Douwe Draaisma. Dat heet: ‘Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt’. Ik zat te denken aan alle bijdragen die ik gehoord heb en ik dacht: volgens mij is het vandaag andersom. Want er wordt gesproken over december 2010 alsof het bijna een eeuwigheid geleden is. Voor mij voelt het vrij recentelijk maar misschien ligt dat nog aan mijn jeugdige enthousiasme, dat zou kunnen. Waar ik ook aan zat te denken: ik ben natuurlijk Statenlid zoals allen hier aanwezig vandaag. Maar daarnaast vervullen wij ook andere functies. De functie die ik op het moment vervul is student. Ik ben student kunstbeleid en kunstmarketing. En op het moment dat ik ging solliciteren voor de positie bij GroenLinks als Statenlid, had ik niet verwacht dat mijn studie zoveel raakvlakken zou hebben met mijn werk als provinciaal Statenlid. Tegelijkertijd, als we kijken waar we het vandaag over hebben, heb ik dat misschien toch verkeerd ingeschat. Want helemaal als we kijken naar het Forum dan denk ik: beleid, marketing en vooral ook communicatie zijn toch wel de termen waar het over gaat vandaag. Maar laten we inderdaad even terugkijken. In december 2010 werd de REP-subsidie aangevraagd van 35 miljoen door de toen zittende Staten afgewezen en zoals al eerder gezegd vandaag, GroenLinks en D66 waren toen de enige partijen die voor het Forum waren. GroenLinks vindt wel, zowel toen als nu, dat er nogal wat fout gegaan is in de communicatie. Vragen als wat is het Forum precies, wat gaan we doen, wat gaat er gebeuren, gaat het niet ten koste van het cultuuraanbod en de openbare bibliotheek in de provincie, waren door de gebrekkige communicatie vragen die niet alleen politieke partijen maar ook veel kiezers zich gingen stellen. En dat is natuurlijk lastig in verkiezingstijd, want als je één ding wilt doen is het wel de kiezer plezieren. Desalniettemin hebben wij als GroenLinks ervoor gekozen om voor het Forum te blijven, omdat wij toen net als vandaag geloven in het concept van het Forum. Goed, de Statenverkiezingen zijn geweest, we zitten nu in de huidige samenstelling, er is een commissie-Terlouw geweest en vandaag hebben we het dus over de nieuwe aanvraag die nu voorligt. En zoals u allen vandaag heeft kunnen horen is het nog steeds niet een onomstreden aanvraag waaraan iedereen een warm hart toedraagt. Zoals ook eerder gezegd, wij waren in december al voor het Forum en het rapport-Terlouw sterkt ons alleen maar in ons standpunt. De economische structuur in de stad maar ook daarbuiten wordt versterkt, niet eens zozeer direct, maar indirect doordat het investeringen uitlokt aan zowel de oost- als de noordzijde van de Grote Markt en doordat substantieel meer bezoekers naar de binnenstad van Groningen trekken. De schattingen van het aantal bezoekers van het Forum zien wij als reëel en wij verwachten dat het er misschien nog meer kunnen worden. De commissie-Terlouw heeft ook een aantal kritiekpunten genoemd over de communicatie met name. En deze kritiek onderschrijven we en we vinden ook dat daaraan snel iets moet gaan veranderen. We vinden dat de aanbevelingen die de commissie op dit punt gedaan heeft, moeten worden opgevolgd. De huidige organisatie rondom Forum/Images moet op de schop. Ook andere aanbevelingen van de commissieTerlouw zouden volgens GroenLinks moeten worden opgevolgd. Daarbij denken we aan de samenwerking met de Rijksuniversiteit, de Hanzehogeschool, het UMCG en als speerpunten energie, duurzaamheid en healthy ageing. Dat zijn mogelijkheden en kansen, daar kun je iets mee. Laten we er dan ook iets mee gaan doen. We vinden ook dat er serieus gekeken moet worden naar de mogelijkheid van de kabelbaan. Als de kabelbaan ook extra bezoekers trekt, zijn wij daar niet tegen. Met de conclusies en aanbevelingen van de commissie-Terlouw kan het Forum een nieuwe start maken. En een nieuwe start is ook nodig, want je maakt het Forum wel met elkaar, voor elkaar en voor de Groningse bevolking. Hoewel wij als GroenLinks en D66 duidelijk geweest zijn over het
39
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Forum, hebben wij daardoor ook stemmen gekregen dus ik vind het wat te ver gaan wat ik sommige partijen hoor zeggen dat er geen enkel draagvlak zou zijn. Wel denk ik dat het een punt van aandacht kan zijn om meer draagvlak onder de bevolking te krijgen en dat kun je doen door helder te communiceren, door te laten zien waar het Forum over gaat, waar het voor staat en wij hopen dat terug te zien. Tegelijkertijd zien wij daarin ook een taak voor de gemeente en niet voor de provincie. Ook zou ik graag even willen ingaan op het andere scenario, want er wordt wel heel vaak gezegd dat we niet met het Forum moeten doorgaan maar er wordt naar mijn mening niet heel duidelijk op doorgegaan wat dan de gevolgen zijn. En die gevolgen zijn niet klein. Wat gebeurt er als de subsidieaanvraag wordt afgewezen? Het is ook al eerder genoemd: de verhoudingen met de stad zullen een flinke deuk oplopen. En wij als provincie werken met verschillende gemeenten samen. Maar de samenwerking die we met de gemeente Groningen hebben gaat over meer punten dan het Forum. En het is belangrijk dat je daarbij een basis van vertrouwen hebt. Daarnaast zijn er al miljoenen in het Forum gestoken. Die zullen dan eigenlijk waardeloos blijken plus de financiële claims die dreigen vanuit de stad als dit geld er niet in gestoken wordt. Als we vandaag allemaal ‘nee’ zouden zeggen tegen het Forum, zal het waarschijnlijk niet lukken om op termijn een goed alternatief te brengen in de vorm van een structuurversterkend project waar wél subsidie aan toegewezen kan worden. Wanneer we dat niet doen, stroomt er 35 miljoen terug naar het Rijk en GroenLinks verwacht niet dat de kans groot is dat het geld nog steeds naar Groningen zal komen. Terugkomend op mijn studie: daar leerde ik bij kunstmarketing dat het belangrijk is om de waarde van kunst en cultuur te laten zien. Want bij marketing gaat het erom een financieel fundament te krijgen en dat doe je door duidelijk te maken wat het product is dat je verkoopt, wat mensen kunnen verwachten. Want mensen kopen een product op basis van hun verwachtingen. Wat kunstmarketing onderscheidt van traditionele marketing is dat je het publiek en het bedrijfsleven verleidt om te investeren in een concept, een idee. Het is niet altijd wat direct tot meetbare winst leidt, maar wat wel een meerwaarde heeft voor zowel de samenleving als het bedrijfsleven. En die meerwaarde zit in het vernieuwen, het confronteren en het als een katalysator werken. GroenLinks wil een politiek bedrijven waarbij de politiek als een katalysator werkt op economische investeringen en vernieuwingen. Een politiek waarbij je een optimaal leefklimaat creëert voor de bewoners van Groningen en waarbij je af en toe ook een beetje lef moet tonen, een beetje ballen moet hebben. En daarom waren we en zijn we nog steeds voor het Groninger Forum. De VOORZITTER: [Applaus.] Gefeliciteerd met uw maiden speech. En daarmee ben ik bij de heer Veerenhuis-Lens voor de Groep Veerenhuis-Lens. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Voorzitter, wie als particulier of ondernemer bij een investeerder aanklopt, zal niet verwachten dat hij ‘ja’ zal krijgen op een plan vol onzekerheden en aannames. Het te investeren bedrag moet immers worden terugverdiend inclusief het verlies aan rente en een marktconforme winst. Het businessplan moet daarom overtuigend zijn op grond van de inhoud. Het businessplan waarop de gemeente Groningen en het GS-College zich baseren is allesbehalve overtuigend. Er wordt beroep gedaan op de commissie-Terlouw. De heer Terlouw is verbonden aan het bureau Berenschot in Utrecht. Dat bureau zegt van zichzelf op de website: ‘Onze klanten hebben recht op goede adviseurs en professioneel advies volgens de laatste inzichten.’ Toch komt de commissie-Terlouw in haar rapport niet verder dan de uitspraak: ‘Groningen heeft het Forum nodig. Wíj zouden het doen.’ Voorzitter, dat is niet professioneel, dat is amateuristisch. En het is ook geen objectief advies. Een adviseur die zegt dat hij het zou doen, doet zich voor als een ondernemer. Het College van Gedeputeerde Staten gooit het over een andere boeg, namelijk die van de werkgelegenheid en het vliegwieleffect. De 35 miljoen subsidie zou als gevolg van de potentieverhogende werking die het Forum heeft op de sociaal-economische ontwikkeling van de binnenstad, voor 350 nieuwe arbeidsplaatsen zorgen. Dat is gebaseerd op gevoelens en niet op feiten, het is een slag in de lucht waarvoor de grondslag in het rapport-Terlouw én de aanvraag van de gemeente ontbreekt. Beide spreken niet over 350 arbeidsplaatsen, Terlouw concludeert op pagina 20 dat het hooguit om 250 à 300 arbeidsplaatsen zal gaan. Dan kunnen er dus minder zijn, het kunnen er meer zijn maar daar heeft noch de provincie, noch de gemeente enige invloed op. Want de groei van het aantal arbeidsplaatsen wordt overgelaten aan de markt via het vliegwieleffect. Voorzitter, tegenover deze gevoelens van de bestuurders staan de gevoelens van de meerderheid van de bevolking, die het Forum niet wil. Daarom is het waarom van de beslissing die vandaag zal vallen, belangrijk. Hecht het College meer belang aan zijn eigen gevoelens dan aan die van de bevolking? Dat is een formele vraag waarop ik graag een formeel antwoord zou willen. De commissie-Terlouw stelt dat de desinvestering te hoog is om maatschappelijk te kunnen verantwoorden. Als het Forum niet doorgaat, is de gemeente Groningen 60 tot 70 miljoen euro kwijt.
40
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Dat is onverantwoord. Maar is het niet onverantwoord om zoveel in een project te investeren, dat de stad op eigen kracht niet kan realiseren? De commissie-Terlouw gebruikt hier een listig tegenargument. Ze suggereert dat de al gedane investeringen totaal zullen verdampen, maar ook dat is een slag in de lucht. De aangekochte gronden en gebouwen vertegenwoordigen een substantiële waarde. Wat weg is, zijn de kosten van de aanjagers, van de ambtenaren en de ontwerpers, van het propagandamateriaal en de 115.000 euro die het circus-Terlouw naar verluidt heeft gekost. Van die laatste 115.000 euro is in elk geval zeker dat die sociaal-economische effecten niet in Groningen, maar in Utrecht terecht zullen zijn gekomen. Maar die kosten zijn een fractie van de totale investeringen. De kapitaalslasten kunnen met een goed plan nog altijd worden terugverdiend. Over slagen in de lucht gesproken. ‘Wij willen geen luchtkastelen als d’Olle Grieze.’ Kent u die uitspraak nog? Hij is gedaan door de voorvrouwe van de VVD in het verkiezingsdebat op RTV Noord in februari jongstleden in deze Statenzaal. Doorgevraagd voegde zij eraan toe: ‘Als uit het rapportTerlouw blijkt dat er banen kunnen worden gerealiseerd en dat het de inwoners van Groningen niet tot in lengte van jaren heel veel geld gaat kosten, ja, dan zijn we zeker ertoe geneigd, ernaar te kijken.’ Nog geen sprake van een kabelbaan. Dit klinkt als een redelijk alternatief. Maar wat is ‘heel veel geld’? Is 100 miljoen ‘heel veel’? Want dat gaat het de Groningers de komende 25 jaar kosten. Om ieder jaar 2,5 miljoen subsidie in de exploitatie structureel te kunnen stoppen – en dat wil de stad gaan doen – moet er een bedrag van 100 miljoen euro gereserveerd worden. Dat geld kan dan niet meer aan iets anders worden besteed. Of dat verantwoord is, is niet aan mij om te beoordelen. Maar ik mag het wel niet-verantwoord vinden om dat aspect in de subsidieaanvraag te verdoezelen. Wanneer je in het bijgevoegde investeringsoverzicht wel een bedrag van 20 miljoen euro inboekt als de gekapitaliseerde huur, die het Forum in de toekomst aan de gemeente moet betalen. Voorzitter, komt er dan toch een luchtkasteel naast d’Olle Grieze? ‘Ja!’ aldus de VVD, mits de mensen er op een vliegend tapijt van bushokjes naartoe kunnen. Een soort Tiroler Express of een hemelse trekschuit. Er moet een kabelbaan bij, anders kan het Forum niet uit. Dat is een merkwaardige redenering. Hoe kun je tegen een project zijn waarvan je de economische haalbaarheid op goede gronden in twijfel trekt, maar ervoor zijn op het moment dat er een project aan wordt gekoppeld waarvan de economische haalbaarheid nog niet eens onderzocht is? Zo vindt men paaseieren van Columbus die men zelf heeft verstopt. Nog enkele opmerkingen. De eerste betreft de passage in het advies van de commissieTerlouw die luidt dat het uiteindelijk politieke lef en overtuiging zijn die de doorslag bij dit soort projecten de doorslag geven. Letterlijk citaat onderaan pagina 6: ‘Dit moeten de gemeente en de provincie onder ogen zien bij het project.’ Ik heb zelden een als neutraal gepresenteerd advies gezien dat van meer vooringenomenheid getuigt. De commissie-Terlouw geeft hier het waardeoordeel af dat ieder lid van de gemeenteraad en Provinciale Staten van Groningen dat met politieke lef en overtuiging ‘nee’ zegt tegen het Forum, geen lef heeft. Als politicus kon de heer Terlouw zich dat veroorloven, als onafhankelijk adviseur maakt hij zich volstrekt – volstrekt! – ongeloofwaardig, om niet te zeggen: belachelijk. Misschien wilde hij de discussie nog spannender maken dan die al is. Maar het Forum, dames en heren, is geen avontuurlijk kinderboek. Dat brengt mij bij mijn tweede opmerking. De bijdrage van 35 miljoen uit de compensatiegelden moet in de stad Groningen landen. Dat is afgesproken tussen Rijk, provincie en gemeente. En afspraken moet je gestand doen. ‘Pacta sunt servanda.’ Ofwel: ‘mien woord is mien woord’. Ik ben het eens met de voorstanders die zeggen dat de stad die aantrekkelijk wil blijven, zich steeds moet kunnen vernieuwen. Daarbij moet je soms ook tegen de publieke opinie in durven gaan. Wijlen Frans Haks heeft dat bewezen met het nieuwe Groninger Museum. De Gasunie heeft die durf indertijd beloond met een schenking van 25 miljoen uit de aardgaswinsten. Het resultaat is een sieraad voor Stad en Ommeland. Het Forum in zijn huidige vorm zal nooit een sieraad worden, maar een steen des aanstoots blijven. Het idee is sympathiek: creëer in het hart van de stad een culturele aantrekker waar Groningers en bezoekers elkaar kunnen ontmoeten en zaken kunnen doen om de stad sterker te kunnen maken. Dat was precies de functie die de oude Romeinen in gedachten hadden en daarom is de naam ‘Forum’ goed gekozen. Ik heb dan ook niets dan respect voor de bedenkers van het idee. Maar het idee is in een veel te grote doos verpakt. Het merendeel van de inhoud bestaat uit lucht. Mijn gratis advies aan de gemeente en het GS-College is vast te houden aan het idee, maar de verpakking te vervangen. Voorzitter, ik kom tot een afronding. Voorspellingen van een onafwendbaar onheil worden over het algemeen niet geloofd. Dit fenomeen plaatst de voorspellers voor het dilemma dat zij weten dat er een ramp staat te gebeuren, maar dat zij het naderend onheil op geen enkele wijze kunnen afwenden. In het boek ‘The March of Folly’ (‘De mars der dwaasheid’) beschrijft Barbara Tuchman de dwaasheid van bestuurders die tegen hun eigen belang en dat van burgers ingaan. Het boek noemt van een lange lijst van voorbeelden. Ik noem er een paar. Koning Rehabiam die de opdeling van
41
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Israël veroorzaakte, Montezuma die de waarschuwing dat Cortéz geen godheid was, in de wind sloeg en het Paard van Troje dat vanmorgen ook al is genoemd. Wij Nederlanders zouden het turfschip van Breda nog kunnen noemen dat door de bestuurders als een gewenste zaak werd binnengehaald maar een ongewenste lading bleek te verbergen. De analogie met het Forum is treffend. Met het idee als zodanig is niets mis, ik beklemtoon het. Maar het verdient een betere verpakking. De doos is veel te groot en bestaat voor een merendeel uit lucht en het is ook een grote doos die een windprobleem zal veroorzaken: zo niet windgevaar dan op zijn minst ernstige windhinder. Om het luchtkasteel in de lucht te houden moet de gemeente 2,5 miljoen per jaar bijpassen; de komende 25 jaar komt dan neer op 100 miljoen aan gereserveerd geld dat niet aan andere dringender zaken kan worden besteed. Om de VVD tevreden te stellen moet er een vliegend tapijt van bushokjes aan het Forum worden gekoppeld. Het zal niet helpen. De steen des aanstoots zal er niet door in een pronkjewail veranderen. Binnen vijf jaar zal er weer iets nieuws bedacht worden om bezoekers te trekken en wat wordt het dan? Voorzitter, in de toekomst zal men zich niet vertwijfeld afvragen wat er op 6 juli 2011 in de Provinciale Staten van Groningen werd besloten, maar waaróm in godsnaam? De VOORZITTER: Hartelijk dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste ronde van de zijde van de Staten. Ik heb even gevraagd of er behoefte is aan een schorsing, die is er niet. De gedeputeerde, mevrouw Mansveld, geeft het antwoord namens het College. Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, dank u wel. Het project Grote Markt/Forum ligt voor vandaag. Het houdt de gemoederen al een tijd bezig en iedereen is hier ook bij betrokken. Voor ligt een voornemen tot verlening van de gevraagde subsidie. Dit traject loopt vanaf 2008, waar REPRijksgeld plus 243 miljoen van de provincie en 80 miljoen van de gemeente Groningen tezamen kwamen en voor het REP-decentraal hebben wij hier zelf decentraal de criteria vastgesteld in de Staten. Toen was al bekend dat er een project-Grote Markt zou worden voorgedragen voor het REP, onder de voorwaarde dat dit project zou voldoen aan de REP-criteria. In november 2010 hebben we een principebesluit voorgelegd voor de toekenning van de bijdrage van 35 miljoen aan de Zuiderzeelijnmiddelen voor dit project. Dit besluit is besproken in de commissie van 24 november en in de Statenvergadering van 15 december 2010. In uw ogen was dit project toen onvoldoende onderbouwd doordat het niet zou passen binnen de subsidiecriteria. Daarnaast gaf u aan dat de exploitatie van het Forum zelf niet deugdelijk was en er geen draagvlak bestond voor het project. In dezelfde vergadering heeft u ons via een tweetal moties opgeroepen zo snel mogelijk in overleg te treden met de gemeente Groningen om tot een bevredigende oplossing te komen. En wij hebben dit voortvarend opgepakt. Het heeft in overleg met u geleid tot de formulering van een onafhankelijke commissie onder leiding van de heer Terlouw en uw Staten hebben hiermee ingestemd. Deze commissie heeft gesproken met deskundigen, politieke stakeholders, ondernemers en culturele instellingen en heeft haar bevindingen gerapporteerd in april jongstleden. De gemeente Groningen heeft vervolgens al deze bevindingen van de commissie ruimhartig overgenomen en verwerkt in haar aanvullende aanvraag van 24 mei jongstleden. Daarnaast heeft de gemeente de structuurversterkende effecten nauwkeurig in beeld gebracht en heeft zij aangegeven dat de bevolking en het bedrijfsleven intensiever bij het proces zullen worden betrokken, inzage gegeven in de exploitatie en het weerstandsvermogen, aangegeven dat zij zelf aan het stuur gaat zitten en ook dat er een Forumvisie komt. Dit is uitgemond in een nieuwe aanvraag. Het debat heeft hier plaatsgevonden tussen de partijen en er zijn daarbij weinig vragen aan het College. Duidelijk is wel de vraag van de VVD. Zij vraagt hoe wij de woorden interpreteren die zijn gezegd over de kabelbaan. Kort samengevat lees ik de reactie als: ‘Stad, wij leveren. Nu moet u ook leveren.’ In de aanvullende subsidieaanvraag is iets opgeschreven door de stad over de kabelbaan, dat een positief haalbaarheidsonderzoek in de planuitwerking meegenomen zou worden. Dit is meerdere malen toegelicht door het College van B&W, laatstelijk nog in een bestuursoverleg tussen de voltallige Colleges van 28 juni jongstleden en gisteren en vandaag ook in de krant. Wij gaan ervan uit dat het College van de stad Groningen zich heeft vergewist van de politieke steun voor de toezegging die zij gaan doen over de kabelbaan in de aanvullende subsidieaanvraag in dit zo gevoelige dossier. Alvorens dit met ons te wisselen en daarmee onderdeel te maken van de discussie over het Forum. De toezegging is trouwens niet alleen tussen de portefeuillehouders in het bestuurlijke overleg gewisseld, maar, zoals ik net al zei, ook tussen de voltallige Colleges. Dat betekent dat er een gedragen bestuurlijke afspraak is waar wij B&W ook aan zullen houden. Het nietnakomen van deze toezegging zal deze verhouding onder druk zetten. Overigens zijn wij ook van mening dat het niet meer dan bestuurlijk-politiek correct is dat wanneer de raad zich in meerderheid heeft uitgesproken voor een haalbaarheidsonderzoek, de uitkomsten van datzelfde onderzoek ook
42
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
weer beoordeeld worden en dat bij een positieve beoordeling, inclusief de exploitant die de investeringsexploitatie voor zijn rekening neemt, de stad meewerkt aan een planologische procedure. De heer SWAGERMAN (SP): Wat vindt de gedeputeerde er dan van als vervolgens blijkt dat, hoe belangrijk de kabelbaan nu ook gevonden wordt als nevenargument om die 35 miljoen over te maken, niet door zou gaan? Hoe ziet u dan die besteding van die 35 miljoen? Dat is één vraag. Een tweede vraag die ik heb is: er is in een voorgaande periode, met name voor de verkiezingen toen u nog fractievoorzitter was, door de Partij van de Arbeid ontzettend gehamerd op het feit of er nog draagvlak moest zijn. U zag dat er absoluut geen draagvlak was in de stad en misschien ook wel niet in de provincie. Ik heb zonet in mijn bijdrage aangegeven dat ik zelfs zwart op wit heb zien staan dat u een dergelijke uitspraak ook tijdens een partijoverleg zou hebben gedaan, namelijk dat als er geen groot draagvlak zou zijn, het gewoon niet door moest gaan. Betekent dit dat u ook die standpunten over het draagvlak – want u kunt toch niet volhouden dat er in de samenleving veel draagvlak is – zomaar overboord gooit? Of hebt u toch iets met draagvlak? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Om op het laatste in te gaan: van die partijbijeenkomst kan ik me niet herinneren dat ik dat heb uitgesproken. Eerst de 35 miljoen en de kabelbaan. Er is een haalbaarheidsonderzoek gaande en er is een uitspraak gedaan over hoe de stad omgaat met het meenemen van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek in de planuitwerking. Ik kan niet vooruitlopen op alle mogelijkheden die er zijn en die uit het haalbaarheidsonderzoek komen en op hoe de stad daar verder mee omgaat. Ik kan leunen op een afspraak die nu wordt gemaakt en als ik in de toekomst moet kijken, kan ik dat hier niet voor u doen. Dan voor wat betreft het draagvlak. Toen is de aanvraag op zijn merites beoordeeld, nu is hij opnieuw op zijn merites beoordeeld. Als ik kijk naar de uitkomsten van de aanvullende aanvraag van de gemeente en de uitkomsten van de commissie-Terlouw, dan zien wij daarin een robuust verhaal waarin de exploitatie en het weerstandsvermogen goed worden toegelicht, waarin de economische structuurversterking voor de stad breed wordt onderbouwd, waar een Forumvisie wordt neergelegd waarbij het bedrijfsleven wordt betrokken en hoe de stad om denkt te gaan met haar inwoners. De heer BAKKER (VVD): Voorzitter, ik heb in eerste termijn gezegd dat wij vinden dat er bestuurlijke repercussies getroffen zouden moeten worden. U zegt: ‘Wij gaan de bestuurlijke druk opvoeren.’ Maar over die repercussies: vroeger als de Ommelanden heibel met de stad hadden, dan ging men met hooivorken en dorsvlegels naar het stadhuis toe. Dat gaat ook wat ver, maar het alleen uitspreken van ‘bestuurlijke druk’ is wat weinig. Hoe moet ik verhouding tussen wat wij gevraagd hebben en wat u ‘bestuurlijke druk’ noemt? Zou u daar iets duidelijker over kunnen zijn? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, de stad en de provincie hebben met elkaar te maken in projecten, in samenwerkingen, in financiële aangelegenheden; stad en provincie doen heel veel samen in Groningen. Ik kan u niet ‘als dan’ beweringen doen, het lijkt me absoluut niet verstandig om daar nu op in te gaan, omdat we allemaal niet in de toekomst kunnen kijken. Wat wel zo is – en dat herhaal ik: als de toezegging niet wordt nagekomen, zal dat de bestuurlijke verhoudingen onder druk zetten. Dat betekent dat die breed onder druk gezet zullen worden en dan zullen we op dat moment moeten bekijken hoe we daarmee omgaan. Maar op dit moment is duidelijk dat er een toezegging ligt waarvan wij uitgaan dat die gestand wordt gedaan en wij zullen de boodschap van de VVD dan ook indringend overbrengen naar de stad. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ja voorzitter, maar het ging mij ook over dit punt. Ik hoor de gedeputeerde net al zeggen dat zij daar geen uitspraken over doet. U schetst wel een beeld, maar wat zijn dan de consequenties? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, ik herhaal het voor u. Er loopt momenteel een haalbaarheidsonderzoek. De stad heeft niet één keer maar pakweg negen tot tien keer aangegeven op allerlei manieren, onder andere via de krant en in gesprekken met ons College, dat ingeval van een positieve beoordeling, deze mee wordt genomen in de planuitwerking. Ik ga ervan uit dat als de stad dat opschrijft in de aanvullende aanvraag, dat de stad ook gestand doet aan die uitspraak. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ik probeer even mee te denken met de VVD-fractie, die haar hals wel enorm in de strop steekt en ik kan me niet voorstellen dat de VVD-fractie hiermee genoegen neemt.
43
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZITTER: U moet het woord wel richten tot de gedeputeerde, hè? Want anders is het niet fair, want de VVD staat nu niet bij de microfoon. Dan moet u dat zometeen in tweede instantie nog eens aanhalen. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Ik was de heer Bakker even kwijt, want hij was teruggelopen. De VOORZITTER: De heer SWAGERMAN. De heer SWAGERMAN (SP): Voorzitter, ik vraag mij af of de gedeputeerde mijn volgende opmerking kan bevestigen in de richting van de VVD en dan hoop ik dat deze fractie daar ook iets mee kan. De VOORZITTER: Nee nee nee, dat moet u niet doen. Dan moet u daarvoor de tweede termijn gebruiken. Of u vraagt het nu aan de gedeputeerde, of u wilt straks een debatje met de VVD, die komt straks in tweede instantie ook weer terug. Want anders verzeilt de gedeputeerde in uw debat. U moet echt een vraag stellen. De heer SWAGERMAN (SP): Dat was ook een vraag van mij. En de vraag is – en die stel ik dan zo ook nog wel aan de VVD: weet u hoeveel máánden geleden de raad bij meerderheid in de stad al heeft besloten dat een haalbaarheidsonderzoek zou moeten plaatsvinden? En kunt u mij bevestigen dat er ook geen enkel nieuw argument zou kunnen zijn om als reden aan te voeren om nu wel voor het Forum-geld te stemmen? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, namens het College: er staat in de aanvraag een tekst dat de gemeente meewerkt aan een haalbaarheidsonderzoek en dat de uitkomsten van dat onderzoek meegenomen zullen worden in de planuitwerking. Ik heb ook een motie gezien waarin de raad dat toejuicht. Ik kan het op verschillende tonen of manieren voor u zeggen, maar dat is wat er staat. Dat hebben ze denk ik meerdere malen bevestigd en het College van B&W is ook duidelijk en expliciet geweest in hoe men kijkt naar de kabelbaan. Uiteindelijk heeft de raad een finale afweging te maken, maar het in meerderheid uitspreken van steun voor het haalbaarheidsonderzoek is denk ik niet vrijblijvend, zeker niet in het licht van de toezegging door het College van B&W, die steunt op de meerderheid van die raad. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, ik zou twee korte vragen willen stellen aan het College. Ik begrijp dat we niet in de toekomst kunnen kijken, maar de eerste vraag is of het College principieel bereid is om, indien de op bestuurlijk niveau gemaakte afspraken in die dossier niet worden nagekomen, in andere dossiers zijn medewerking op te zeggen, op te schorten, in te trekken etcetera? De tweede vraag is: is het College bereid om een subsidie te verstrekken met nadrukkelijk als ontbindende voorwaarde in de beschikking dat deze bestuurlijke afspraken worden nagekomen? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, de kabelbaan is geen onderdeel van de subsidieaanvraag, dat is mijn antwoord op uw tweede vraag. En mijn antwoord op uw eerste vraag is dat wij op het moment dat je afspraken niet nakomt, erover gesproken zal worden hoe je daar verder mee omgaat. Over hoe we dat dan doen, kan ik u geen inhoudelijke teksten leveren. Wij gaan ervan uit dat de afspraken die er staan, die negen tot tien keer bevestigd zijn op verschillende wijzen door verschillende leden van het College van B&W en ook door dat voltallige College, gestand worden gedaan. En als dat niet zo is, zeker niet als we kijken naar dit dossier, dan zullen de verhoudingen onder druk komen te staan. De VOORZITTER: De heer Brouns, de laatste keer. De heer BROUNS (CDA): Ja voorzitter, de vraag is ook niet zozeer of daadwerkelijk die maatregelen getroffen worden. Want ik denk inderdaad dat de gedeputeerde er gelijk in heeft dat je naar de aard van de situatie je de balans moet opmaken welke maatregelen je eventueel inzet. Het gaat mij om de principiële vraag of het College bereid is zijn medewerking aan andere dossiers op te schorten. Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Zoals u dit formuleert, kan ik daar geen antwoord op geven. Ja, dat is inderdaad speculatief. Tot slot van dit onderwerp wil ik herhalen dat wij het signaal van de VVD-fractie indringend zullen overbrengen naar de stad. Er rest mij nog één vraag: de vraag van de heer Veerenhuis-Lens of het College meer waarde hecht dan aan de commissie-Terlouw dan aan de bewoners. Wij hechten waarde aan de democratie, meneer Veerenhuis.
44
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZIITER: Dank u. Dan kijk ik eens even op de klok. Het is vijf over half drie. Misschien nog een beetje vroeg voor de thee. Maar tegelijkertijd is er én thee én schorsingsruimte. Is een half uur voldoende? Oké. Dan zal ik rond drieën hier weer eens kijken of we weer een beetje in de zaal zijn. Laat u zich de thee wel smaken. [Schorsing van 32 minuten] De VOORZITTER: Akkoord, dan gaan wij weer de vergadering hervatten. Ik zie nog wat laatste bezoekers, gasten en Statenleden binnenkomen. We hebben nu de tweede ronde. Ik deel u even het volgend mee. De Partij van de Arbeid heeft nog vijf minuten spreektijd, de VVD nog twee, de SP nog vierenhalf, het CDA nul, maar die fractie sta ik vanzelfsprekend wel toe nog een minuut te spreken wat ik wil graag dat wat ze nog willen zeggen, dat dat mogelijk is. D66 heeft nog elf minuten, PVV min tweeënhalf. Ook daar geldt dat ik die partij nog een minuut geef zodat ze als ze nog iets essentieels willen bijdragen, ze dat toch nog kunnen. De heer VAN KESTEREN (PVV): Kunnen we ook tijd inkopen, voorzitter? De VOORZITTER: Ja, maar na afloop pas. De ChristenUnie zit op nul minuten, daar geldt hetzelfde voor: die krijgt nog één minuut spreektijd. GroenLinks heeft nog vier minuten. De Fractie VeerenhuisLens staat ook op twee minuten negatief, ook daarvoor geldt de ene minuut extra. GS hebben nog 29,5 minuut. Ik neem steeds dezelfde woordvoerder, dan merk ik wel als er zich ondertussen iets gewisseld heeft, hè? Dan begin ik met de heer Batting, Partij van de Arbeid. De heer BATTING (PvdA): Dank u, voorzitter. In de tweede termijn willen wij het als fractie van de Partij van de Arbeid kort houden. In onze termijn zijn wij ingegaan op de integraliteit, op het REPkader, we hebben gesproken over economische structuurversterking, over het concept en over cultuur. Wat van belang is in de beantwoording van onze gedeputeerde, is dat wij ook aanknopingspunten vinden voor wat betreft de kabelbaan. Die is een heet hangijzer voor onze collega’s van de VVD. Wij hebben begrepen dat er duidelijk naar voren is gebracht door het College van B&W dat er een inspanningsverplichting bestaat. De heer SWAGERMAN (SP): Is de PvdA-fractie zelfstandig tot die conclusie gekomen of heeft de wethouder De Vries haar dat ingefluisterd over die kansen rond de kabelbaan? De heer BATTING (PvdA): Ik denk, meneer Swagerman, dat u naar de bekende weg vraagt. Wij hebben begrepen van de VVD dat dit een sterk punt is. De inspanningsverplichting ligt er en die moet ook worden nagekomen. Als dat niet gebeurt – en dat zijn ook de woorden van onze gedeputeerde – dan staan de bestuurlijke verhoudingen onder druk. Met andere woorden: het zal gevolgen en repercussies hebben. De heer SWAGERMAN (SP): Voorzitter, de Partij van de Arbeid gaat mij hier toch niet vertellen dat zij niet voor elkaar kan krijgen in een zustercollege in de stad wat zij hier uitspreken? En bovendien vindt deze fractie dat je op deze manier politiek moet bedrijven tussen twee verschillende overheidsgremia met verschillende soorten verantwoordelijkheden, door nu al te dreigen dat als een gemeente iets niet doet, de provincie haar maatregelen zal treffen en er problemen ontstaan? De heer BATTING (PvdA): Meneer Swagerman, het is zo dat door het gesprek dat er is geweest tussen onze gedeputeerde en de vertegenwoordiging van het College van B&W er nadien een brief is gekomen van dat College, waar we kennis van hebben genomen en waardoor er een morele verplichting ligt bij de stad. Het bestuur van de stad is wat dat betreft is schatplichtig. En ik vind ook dat we dat mogen benadrukken, omdat het ook voor de collega’s van de VVD een zwaar punt is. Voorts is het zo dat de Partij van de Arbeid wel hecht aan de conceptuele invulling, maar dat wij ook hebben gezegd dat de regierol uitermate van belang is. Als daar ook naar wordt gekeken, dan vinden wij ook dat er facetten uit het venster op de regio betrokken moeten worden bij de conceptuele invulling. Wij denken dat alle ingrediënten aanwezig zijn om het concept te verbreden, er de juiste invulling te geven en er een succes van te maken. Maar nogmaals: de regie ligt bij de stad. Dank u. De VOORZITTER: Hartelijk dank. U bent mooi binnen de tijd gebleven. De fractie van de VVD.
45
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BAKKER (VVD): Voorzitter, de Partij van de Arbeid is daar ook mee begonnen en dat doen wij ook. Je kunt in deze wereld heel goed van vertrouwen zijn en zeggen ‘we zien het wel’ omdat er intenties zijn uitgesproken, maar het gaat ons niet ver genoeg. Wij vinden dat wij moeten laten zien aan een partij die 35 miljoen euro van ons vraagt – en dat is niet niks – dat daar consequenties aan verbonden zijn. En die consequenties – de Partij van de Arbeid noemt dat ‘schatplichtig’ en ‘repercussies’ – hoef je niet helemaal uit te schrijven. Maar het moet wel volstrekt duidelijk zijn richting de gemeente Groningen dat het forse consequenties kan hebben als zij op gegeven moment de kabelbaan en de positieve inzet erop gebruikt om ons 35 miljoen afhandig te maken en vervolgens voor de kabelbaan wegdraait. Dan kan niet en wij laten dat niet gebeuren. Wij willen daar toch in tweede termijn dat de gedeputeerde nog even op terugkomt. De heer SWAGERMAN (SP): Ja, ik wil graag de volgende vraag aan de VVD stellen. Spreekt u nu uit dat u tevreden zult zijn met de uitvoering van een VVD-motie in de gemeenteraad van Groningen, die met een meerderheid van stemmen, overigens zonder die van de SP, is aangenomen en waarin wordt uitgesproken dat er onderzoek moet komen naar de uitvoering van de kabelbaan en dat de raad aan de hand daarvan vervolgens een besluit gaat nemen? Is dat waarvan u zegt te willen omarmen en moet het College dat ook maar doen, maar moet dat gremium alleen nog even meer zekerheid afdwingen? De heer BAKKER (VVD): Wat wij willen is het liefst, zoals in 2007, een positief haalbaarheidsonderzoek over de kabelbaan. Het enige wat moet gebeuren is dat de laatste ontwikkelingen daarin worden meegenomen. Als daar een volstrekt positief advies over de kabelbaan ligt, die met private gelden gefinancierd kan worden en waar dus geen overheidsgelden in gaan, willen wij dat daaraan meegewerkt gaat worden. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, twee korte vragen. De eerste is: is de heer Bakker ermee bekend dat er op het gemeentehuis een rapport van niet zo heel oude datum ligt aangaande de kabelbaan van een van de afdelingen daar, Ruimtelijke Ordening, waaruit blijkt dat het ambtelijk apparaat een kabelbaan totaal niet ziet zitten? De tweede vraag: u spreekt er nu van dat er repercussies kúnnen zijn, in de eerste termijn was u nog heel stellig: er zóúden repercussies zijn. Wat wordt het: ‘kunnen’ of ‘moeten’ het repercussies zijn, als in uw ogen de bestuurlijke afspraken niet worden nagekomen? De heer BAKKER (VVD): Nou, laat dat ‘kunnen’ maar weg. Voor wat betreft het advies van de afdeling Ruimtelijk Ordening: het is niet voor niets dat wij zeggen dat er druk moet komen. Want wij weten ook dat daar ambtelijk ook op heel verschillende manieren tegenaan gekeken wordt. De heer BROUNS (CDA): Bent u dan ook met mij van mening dat, in de wetenschap dat er in ieder geval als het gaat om een van de verantwoordelijke afdelingen ten aanzien van planologische procedures, Ruimtelijke Ordening, geen draagvlak is en u vervolgens ook vast kunt stellen dat bij een aantal Collegedragende partijen in de raad er ook geen draagvlak is, u vasthoudt aan een flinterdunne toezegging? De heer BAKKER (VVD): Nee, want daar hebben we het ook al eerder over gehad: uiteindelijk worden besluiten genomen door de gemeenteraad en door deze Staten. Punt. In de beantwoording zei het College dat in die aanvraag de koppeling tussen de kabelbaan en het Forum eigenlijk niet zit. Wij vinden toch wel dat wij in dit geval van het College zouden kunnen vragen om in die hele procedure gezamenlijk op te trekken. Het is een gezamenlijk probleem geworden en doe dat niet af met ‘het zit niet in die aanvraag’, maar zet daar gezamenlijk de schouders onder en als wij aan het eind van de dag kunnen constateren dat wij die kabelbaan hebben binnengehaald, dan zijn wij tevreden. De heer JANSEN (PVV): Is het niet verstandiger om gewoon het onderzoek af te wachten naar de haalbaarheid en dan te beslissen wat te doen? De heer BAKKER (VVD): Ik heb daar in eerste termijn ook over gezegd dat enig vertrouwen ook op zijn plaats is.
46
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer BROUNS (CDA): Dan wellicht een laatste vraag aangaande dat vertrouwen. Komt dat vertrouwen voort uit uw wens dat het College hier een inspanningsverplichting aangaat of verwacht u van het College een resultaatverplichting als het gaat om die kabelbaan? De heer BAKKER (VVD): Alletwee. De heer BROUNS (CDA): Voorzitter, mag ik daar even een verduidelijking op? Kan ik dat interpreteren als zijnde dat u de inspanning van het College verwacht dat het resultaat is dat er een kabelbaan wordt aangelegd? De heer BAKKER (VVD): Nee, maar wel de inspanning dat de raad van de stad Groningen daar een positief besluit over neemt. Dat is de inspanningsverplichting. De VOORZITTER: Akkoord, dan zijn we bij de heer Swagerman van de SP. De heer SWAGERMAN (SP): Ja voorzitter, bij de hoeveelheid politieke mogelijkheden die hier verwacht wordt van diverse partijen hier, vraag ik mij af hoe ze die allemaal denken te realiseren. Maar, voorzitter, de Partij van de Arbeid kiest altijd een ‘gelijkhebberige’ benadering in dit soort grote projecten, houdt vast aan alle mogelijke bestuurdersmentaliteiten, van gemeenten overbruggend naar provincies, als het maar om consistent PvdA-beleid gaat met of zonder draagvlak. Deze partij loopt steeds haar zin door te drukken in de zin van machtsdenken. Helaas vindt de VVD dat zij in dit geval daaraan mee moet doen en dat vind ik zeer spijtig. Dat vervolgens de PvdA bereid is om in de Staten een VVD-motie van de gemeente Groningen tot uitvoering te brengen, vind ik helemaal fantastisch. Kruisbestuiving van de bovenste orde, maar met helaas wel het gevolg dat er een Forum gebouwd zal gaan worden met of zonder kabelbaan want, VVD, die kabelbaan gaat er niet komen, dat kan ik u nu al vertellen – en zonder enig draagvlak, hooguit 25 tot 30 procent van de bevolking dat dat tot nu toe draagvlak vormt. U gaat gegarandeerd – en anders zullen wij dat voor u regelen – over drie jaar hopelijk een forse verkiezingsnederlaag tegemoet. De VVD heeft het heel zwaar gehad en ze hebben het misschien nog zwaar, maar ik vind het toch wel laf. U zult het zelf misschien voortschrijdend inzicht binnen twaalf uur voor deze Statenzitting noemen, maar ik vind het onderduikgedrag: je eigen partijgenoten zeggen dat je op dit moment als je voor het Forum kiest, verkiezersbedrog pleegt. Men kiest voor het pluche en met zulke vrienden heb je volgens mij geen vijanden meer nodig, of het nu binnen of buiten deze Staten is. De VOORZITTER: Dank u. We zijn bij het CDA, de heer Brouns. De heer BROUNS (CDA): Moet lukken in die tijd, voorzitter. Nogmaals, de CDA-fractie heeft geen principiële bezwaren tegen het Forum, we hebben daar kwaliteitseisen aan gesteld in december en daar is het Forum door de mand gevallen. De VVD staat onder zware politieke druk en de politieke vragen die zich ook hier oproepen zijn of er sprake is van verantwoordelijke politiek, of we hier bezig met afwegen wat goed is voor het land en voor de Groninger samenleving en of we eigenlijk wel openstaan voor goede argumenten. Of is er een gijzeling gelegd bij het besluitvormingsproces en speelt hierbij opportunisme, of zoals de SP zegt, machtsdenken mee? De VVD is goed van intentie en vertrouwen, hebben we zojuist van de heer Bakker mogen horen. Maar tegelijkertijd moeten we concluderen dat het College niet bereid is de subsidie te verstrekken onder de ontbindende voorwaarde als het gaat om de bestuurlijke afspraken ten aanzien van de kabelbaan en ook niet bereid is toe te zeggen dat het principieel bereid is repercussies toe te passen als de bestuurlijke afspraken niet worden nagekomen. En de kabelbaan zelf is een onzekere, sterker nog: hóógst onzekere factor. De heer Bakker van de VVD sprak in eerste termijn van een kan waar hij niet het onderste uit wilde halen. Want dan krijgt hij de deksel op zijn neus. Voorzitter, er is geen druppel uit die kan gekomen. De VVD zal wel een enorme dorst gaan lijden de komende jaren. En dan, richting een afronding. De stad wordt straks na deze besluitvorming vermoedelijk opgezadeld met structurele jaarlijkse tekorten en dus met lasten voor de burgers. We willen straks dan ook met een motie die nog ingediend zal gaan worden, via hoofdelijke stemming ten uitdrukking brengen dat eenieder daarover die persoonlijke verantwoordelijkheid voor wenst te nemen. Concluderend: of de 35 miljoen ter beschikking wordt gesteld voor 180, en misschien wel maximaal die 380 arbeidsplaatsen, zal blijken. En of het nieuwe werkgelegenheid is of eigenlijk het verplaatsen van bestaande werkgelegenheid, wat velen vrezen, ook dat zal blijken. Maar één ding is in ieder geval duidelijk: met die 35 miljoen is hoe dan ook de positie van één persoon en misschien wel zes personen wél veilig gesteld. Dank u wel, voorzitter.
47
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZITTER: Dank u, dan zijn we bij mevrouw Benjamins van D66. Mevrouw BENJAMINS (D66): Dank u, voorzitter, wij hebben geen toevoegingen. De VOORZITTER: Mag ik nog even vragen: wie dient die motie in, dan kan ik die even laten kopiëren. De heer Van Kesteren? Ja. Dan zijn we bij de heer Van Kesteren van de PVV. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voorzitter, ik hoop niet dat ik in afkortingen moet praten want dat is zo lastig te begrijpen voor de mensen. Het is onbegrijpelijk de VVD met een vage toezegging van de heer De Vries genoegen neemt en zo de toekomst van Groningen te grabbel gooit. Klaarblijkelijk is de druk van de Gedeputeerde Staten zó hoog geweest dat ondanks het ontbreken van dit onderwerp in het coalitieakkoord, de VVD slaafs in het gareel loopt bij D66, PvdA en GroenLinks. We hebben het over toetsen gehad en onderzoeken. Nou ik denk dat het Forum alleen volloopt met Toots Thielemans, maar dit zal ook in de Oosterpoort kunnen. Het doorgaan van het Forum zal in elk geval twee banen opleveren: ik geloof een kabelbaan en de baan van de directeur van het Forum. Onder voorbehoud, meneer Van Kampen, alvast gefeliciteerd. Namens de oppositie mag ik nu een motie indienen tegen het toekennen van die 35 miljoen. Graag een hoofdelijke stemming en ik hoop op het gezond verstand van de VVD. Houd de kabelbaan los van het Forum, want hierbij is er ook een escapemogelijkheid en die zal de heer Staghouwer – ere wie ere toekomt – toe gaan lichten. Alstublieft, voorzitter. [Overhandigt de motie.] De VOORZITTER: Dank u, ik zal haar even voorlezen, daarna krijgt de heer Bakker de kans om even te reageren. De motie is ingediend door de SP, het CDA, de ChristenUnie, de Partij van het Noorden – dat is heel apart, dan moet u mij maar even uitleggen hoe dat zit. De heer VAN KESTEREN (PVV): Dan moet u even verhaal halen bij degene die dit uitgetikt heeft. Mag ik het zeggen, meneer Brouns? Dat ik straks niet weer allerlei mensen over mij heen krijg… De VOORZITTER: De Partij van het Noorden is niet in de Staten vertegenwoordigd, dat moet de Fractie Veerenhuis-Lens zijn. De laatste indiener, de Partij van de Dieren, lijkt me ook ingewikkeld om mee te nemen, want dat Statenlid zie ik hier niet in de zaal. Die naam moet ik dus schrappen, die kan hier dan niet iets indienen. De heer VAN KESTEREN (PVV): Mevrouw Hazekamp is voor de Stichting Aap in het buitenland. Als het straks op één stem vast gaat zitten, dan staan we hier wel voor aap, natuurlijk. De VOORZITTER: Zal ik u helpen en het bovenste stuk eraf scheuren? Dan de motie. “Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen Constaterende dat: Er ter behandeling voorligt een subsidieaanvraag ten behoeve van het project Grote Markt, onderdeel Forum; Overwegende dat: Provinciale Staten in december 2010 overwegende bezwaren hebben geuit als het gaat om de robuustheid van het plan-Groningen Forum en de versterking van de economische structuur van de Groninger binnenstad als gevolg van de realisatie van het Groninger Forum; De verwerking van de aanbevelingen van de commissie-Terlouw in de gewijzigde subsidieaanvraag, zoals die nu voorligt, geen wezenlijke veranderingen heeft voortgebracht op deze onderdelen; Spreken uit: Niet de gevraagde subsidie van 35 miljoen euro te verstrekken ten behoeve van de realisatie van het Groninger Forum. En gaan over tot de orde van de dag.”
48
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
En dan is het nu tijd voor de interruptie van de heer Bakker. De heer BAKKER (VVD): Ik heb nog eigenlijk een vraag richting de overige indieners van de motie. Als je een motie indient, ben je het natuurlijk in grote lijnen eens over de richting en dan zullen ook de betogen die daarbij horen, ongeveer in dezelfde richting moeten gaan. Ik vraag die overige indieners of het relaas dat u hier twee keer hebt gehouden, ook de lijn is van die partijen? De heer VAN KESTEREN (PVV): Meneer de voorzitter, natuurlijk is dat niet zo. Anders zouden er niet zoveel partijen zijn in deze zaal. Natuurlijk zijn er verschillen over hoe je het Forum zou moeten realiseren. Er is ook gezegd door het CDA dat men in principe niet tegen het Forum is, maar tegen de kwaliteitseisen. Allemaal prima, maar je bent ook pragmatisch en je probeert ook het een en ander binnen te halen. Ik heb mijn ernstige twijfels of dat ook zal gebeuren. Je kunt mij uit de kroeg dragen als mocht blijken dat het Forum uiteindelijk niet door zal gaan, maar goed… Dit is een pragmatische overweging om toch te proberen Groningen voor een enorme ramp te behoeden. Dat is de insteek van de oppositie. De VOORZITTER: Dan gaan we naar de heer Staghouwer van de ChristenUnie. Eens kijken waar u vandaan komt. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, er begint toch een bepaalde ontspanning op te treden, merk ik, in deze zaal. Ik wil toch nog even onze zorg uitspreken over de positie van de VVD. We begrijpen best dat de fractie van de VVD in verwarring is en wij hebben daar ook onrust over. Het is jammer dat de VVD op deze wijze geconfronteerd wordt met iets waar zij zelf eigenlijk niet zo achter staan. Daarom hadden wij bedacht om toch maar een voorstel te doen aan de VVD-fractie. Wij willen aanbieden om een motie te maken waarin wij de stelling neerleggen om uitstel te vragen voor deze beslissing ten aanzien van het Forum, zodat wij eerst eens gaan wachten op het uitsluitsel van het onderzoek naar de kabelbaan, dat over twee maanden gereed zal zijn, is mij ingefluisterd. Wat staat ons in de weg om deze beslissing nu twee maanden uit te stellen, de VVD te helpen haar gezicht te redden en dan tot een voldragen beslissing te komen? VVD-fractie, kan ik u daarmee van dienst zijn? De heer BAKKER (VVD): Daar is ook over gediscussieerd in commissieverband. De mogelijkheden of onmogelijkheden laten wij graag aan de beantwoording van het College over. De VOORZITTER: Dan is nu het woord aan de GroenLinks-fractie, mevrouw Van Galen. Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Dank u wel, voorzitter. Kort samenvattend: in december 2010 had GroenLinks de overtuiging dat de subsidieaanvraag vooral een keuze was op basis van de toen aanwezige informatie. Door het rapport van de commissie-Terlouw zijn wij eigenlijk alleen maar gesterkt in die overtuiging en dat doen wij eigenlijk nog steeds. Wat mij wel van het hart moet is dat veel partijen het rapport naar zich neerleggen en er zich soms heel negatief over uitlaten zonder daarover heel onderbouwd tegengegevens te presenteren. En veel woorden die ik vandaag gehoord heb, zijn ‘hoop’, ‘geloof’ en ‘aanname’, ik denk dat die drie de hoogste score halen vandaag. Bij een dergelijk project gaat het mijns inziens, en volgens de hele GroenLinks-fractie, over aannames. Want de stad kan onderbouwen op basis van eerdere ervaringen, deskundigheid en expertise, maar linksom of rechtsom, voor of tegen het Forum, dit soort projecten blijf je baseren op aannames. En GroenLinks heeft op basis van de geboden informatie vertrouwen in het Forum en gaat ervan uit dat het een goede keuze is om op basis van deze gegevens de aanname te doen dat het allemaal een succes gaat worden. Ten slotte: de kabelbaan was voor GroenLinks niet een voorwaarde en is dat nog steeds niet. Maar wanneer voor een van onze coalitiepartners de kabelbaan dermate belangrijk is, steunen wij dit voorstel omdat voor GroenLinks vandaag het doel is om een positief besluit te nemen over het Forum. Dank u wel, voorzitter. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Is GroenLinks ervan overtuigd dat de kabelbaan een toegevoegde waarde heeft voor de stad Groningen? Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Kijk, ik heb het in de eerste termijn natuurlijk al gehad over marketing en wanneer er nu sprake is van een product of winst. En het verzoek van de kabelbaan komt van onze coalitiepartner, de VVD. Ik denk dat als je ergens op je plek bent als het gaat om winst en economisch rendement, je bij die partij moet zijn. Dus ik ga ervan uit dat het voorstel over de
49
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
kabelbaan bij hen ook de basis heeft dat die dus leidt een groter economisch rendement en meer bezoekersaantallen en die aspecten lijken ook GroenLinks alleen maar winst. De heer BROUNS (CDA): Ik heb een aanvullende vraag naar aanleiding van uw antwoord. U wilt mij toch niet gaan vertellen dat de besluitvorming om 35 miljoen euro te gaan besteden aan het Forum en vervolgens mee te werken aan de realisatie van de kabelbaan, voortkomt uit het plezieren van een coalitiepartner? Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Ik denk ook niet dat dat is wat ik gezegd heb, voorzitter. Wat wij gezegd hebben is dat wij al in december vertrouwen hadden in het Forum en wij alleen maar gesterkt zijn in dat vertrouwen en dat een kabelbaan als aanvulling, die leidt tot extra bezoekersaantallen en extra economisch rendement, wat ons betreft een goed idee is. De heer SWAGERMAN (SP): Voorzitter, misschien is het een idee als GroenLinks voorstelt aan de coalitiepartners om er een Rembrandt op te hangen, want dat levert naar mijn mening veel meer bezoekers op dan een kabelbaan. De VOORZITTER: Als die ter beschikking gesteld kan worden, dan graag. Dan zal ik mij er ook nog eens over buigen, maar goed. Dan zijn we bij de laatste spreker, de heer Veerenhuis-Lens. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Voorzitter, dank u wel. Bij de beantwoording van mijn vraag heeft mevrouw Mansveld verklaard dat het College voor democratie is. Daar ben ik het natuurlijk roerend mee eens. Ik kan denk ik niet tegen democratie zijn, maar dat betekent wel dat de beslissing hier vandaag genomen wordt, een democratische beslissing is. En dat is de reden geweest dat ik zo straks gewezen heb op het ‘waarom’. En dat het zo belangrijk is om heel duidelijk naar de samenleving te laten weten waarom wij beslissen wat we gaan beslissen. Ik heb daar genoeg over gezegd in eerste termijn, ik wil besluiten met wat ik, toen ik de allereerste keer in dit huis mocht zeggen, gezegd hebt over het Forum: red het Forum, laat het vallen. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Alvorens ik de gedeputeerde in tweede instantie gelegenheid geef te reageren wil ik even met de indieners van de motie overleggen. Er staat nu ‘Spreken uit (…)’. De formele positie is dat u als Staten het College adviseert en daarop moet het College een besluit nemen. Mocht u dan weer met het besluit oneens zijn, dan kunt u daar wel op handelen. Mijn advies is om van ‘Spreken uit (…)’ te maken: ‘Adviseren het College (…)’. Het heeft politiek gezien dezelfde betekenis van dat u duidelijk wilt maken waar u staat. Akkoord? [De indienende fracties gaan nonverbaal akkoord met deze tekstwijziging.] Akkoord aldus. Dan is dat formele punt weg en dan kan de gedeputeerde haar beantwoording beginnen. En daarvoor heeft zij nog 29,5 minuut. Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Dank u wel, voorzitter. Voor wat betreft de kabelbaan zijn door de Partij van de Arbeid de woorden ‘inspanningsverplichting’, ‘morele verplichting’ en ‘schatplichtig’ genoemd. De VVD vraagt of het College daarop terug kan komen. Dat kunnen wij. Wij vinden dat het stadsbestuur van Groningen zich bestuurlijk heeft gecommitteerd en daarmee is het schatplichtig. Je schiet jezelf denk ik in de voet als de politieke draagvlak in dit stadium afneemt bij toekomstige besluiten die van belang zijn voor de stad. Want u bent almachtig, u heeft het budgetrecht. Dan nog even over de kabelbaan en wat de commissie-Terlouw daarover heeft gezegd. De heer Terlouw typeert de kabelbaan als ‘structuurversterkend’ en het College deelt die opmerking. Verder wil ik even terugkomen op de opmerking, gemaakt door het CDA, waarin het ging om ontbindende voorwaarden inzake de kabelbaan. Het REP heeft een aantal ontbindende voorwaarden en bij het zojuist nakijken daarvan stond de kabelbaan daar niet bij. Dan de motie. Ik denk dat u zich kunt voorstellen wat wij van deze motie vinden: wij ontraden deze motie. De VOORZITTER: Akkoord. Misschien moet u nog even ingaan op het element uitstel. Er ligt de vraag hoe die termijn liggen. Wat is daarover uw oordeel? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, er ligt een subsidieaanvraag voor, die wat het College betreft voldoet aan de criteria en wij zien geen redenen of argumenten om voor deze aanvraag, die past binnen de subsidiekaders, uitstel te geven of om te vragen dat te doen. Wij willen dit besluit nu nemen.
50
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer Brouns (CDA): Ja, ik zou daar graag een verduidelijkende vraag over willen stellen. Kunnen wij de besluitvormingsprocedure opschorten zonder dat dat consequenties heeft die wij niet kunnen of niet willen dragen als Staten? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Voorzitter, waar het gaat om de bestuurlijke positie of de juridische positie – ik neem aan dat u daarop doelt: deze aanvraag voldoet aan de criteria en wij hebben geen enkele reden om dat besluit niet te nemen c.q. uit te stellen. De heer BROUNS (CDA): Misschien mijn vraag even verhelderen, voorzitter. Stel dat wij als Staten besluiten om deze aanvraag aan te houden. Zijn er dan bepalingen in ons subsidiereglement waar wij mee in strijd handelen? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Het subsidiereglement geeft volgens mij aan dat de aanvraag aan de criteria moet voldoen. Dat doet hij. Wij hebben geen redenen voor uitstel. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Dat betekent dus dat ik kan interpreteren dat er dus geen belemmering is om twee maanden uitstel te verlenen? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Dat leest u precies verkeerd om. Want er zijn geen belemmeringen om de aanvraag niet te honoreren. De heer BROUNS (CDA): Even concreet. Zijn er termijnen genoemd binnen de subsidieaanvraag waarbinnen wij tot besluitvorming moeten komen? Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Ik zie dat mijn college het juiste antwoord helemaal weet. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Dit is een aanvraag waarbij gewoon de spelregels van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn. Daar staan beslistermijnen in. Ik heb de precieze termijnen niet paraat, maar je wordt als bestuursorgaan geacht binnen een bepaalde termijn te beslissen. Het tweede punt dat denk ik bij deze vraag betrokken moet worden: de stad stelt dat er 600.000 euro aan vertragingskosten per maand optreedt. En dat is ook iets wat wij bestuurlijk te wegen hebben, even los van de vraag wie aansprakelijk is voor de vertragingskosten. Maar als het zo is dat er 1,2 miljoen in de waagschaal wordt gesteld, dan vind ik dat eerlijk gezegd in de verhouding met de stad niet correct. De heer BROUNS (CDA): Dan concludeer ik, voorzitter, dat er wel degelijk de ruimte binnen de regeling bestaat om er gebruik van te maken, want wij kunnen binnen de procedure gebruik maken van de mogelijkheid om aanvullende informatie te vragen. Dus dan is er, in ieder geval qua termijnen, ruimte om in deze Staten de besluitvorming op te schorten. Ten aanzien van het tweede: zes ton op 190 miljoen investeren om zes ton op 35 miljoen investeren. Die zes ton moet wel worden afgezet tegen een verantwoorde besluitvorming, want die hoort eigenlijk altijd voorop te gaan. De VOORZITTER: Het college, tot slot. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Voorzitter, los van het formele acht ik dit materieel uitermate ongewenst, schadelijk voor de verhoudingen en een schadepost voor de gemeente Groningen. De heer STAGHOUWER: Voorzitter, dan vraag ik wel de ruimte om in ieder geval even een motie in elkaar te sleutelen, dus een schorsing. De VOORZITTER: Ja, ik wil wel even schorsen, anders ben ik toe aan de stemming over motie 1. Maar als u nog een schorsing wilt, dan kan dat. Heeft de heer Swagerman nog een vraag aan de gedeputeerde? We zijn niet bezig met de derde termijn, hè? De heer SWAGERMAN (SP): Ik wil de vraag stellen of in december die zes ton per maand voor de Partij van de Arbeid met name geen overweging was. We praten nu over twee maanden en we zijn ondertussen nu al zeven maanden verder: dat is veel meer geld. Dat wil de stad ook graag van u terug. Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Ik begrijp dat dit een vraag aan de fractie is?
51
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De VOORZITTER: Nou, misschien even voor de heer Moorlag. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Voorzitter, het College stelde zich toen op het standpunt dat het structuurversterkende effect onvoldoende aangetoond was en dat dat de reden was om de subsidieaanvraag te honoreren. Op dit moment is de situatie materieel dus duidelijk anders. De VOORZITTER: Misschien nog even de heer Bakker? De heer BAKKER (VVD): Wij willen graag nog even voor de stemmingen een schorsing. De VOORZITTER: Akkoord. [Schorsing van 23 minuten.] De VOORZITTER: Akkoord, dan heropen ik de vergadering en dan stel ik vast dat naast motie 1 mij duidelijk geworden is dat de heer Staghouwer en de heer Swagerman nog een motie willen indienen. Ik geef nu even de gelegenheid om dat formeel te doen, dan kan ik die even voorlezen. Het is even een formaliteit, maar het moet wel even netjes gebeuren. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, dank u wel. Gezien de discussie in deze Staten hebben wij gemeend een motie te moeten maken. Die heeft betrekking op met het enige tijd uitstellen van de subsidieaanvraag en die dien ik hierbij in. Alstublieft. De VOORZITTER: Hartelijk dank, die lees ik voor. Motie nummer 2. “Provinciale Staten, in vergadering bijeen op 6 juli 2011, besprekende subsidieaanvraag REP voor het Forum, Constaterende dat: Er een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van de kabelbaan op korte termijn zal worden uitgevoerd; De realisatie van de kabelbaan onderwerp van discussie is bij de behandeling van de subsidieaanvraag; Spreken uit: De besluitvorming in Provinciale Staten over de subsidieaanvraag REP uit te stellen tot de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek over de realisatie van de kabelbaan beschikbaar zijn. En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Staghouwer (ChristenUnie), de heer Brouns (CDA), de heer Van Kesteren (PVV), de heer Swagerman (SP) en de heer Veerenhuis-Lens van Fractie VeerenhuisLens. Men is bezig die te verspreiden. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voorzitter, mag ik u vragen ten aanzien van deze motie een hoofdelijke stemming te doen? De VOORZITTER: Ja, dat mag allemaal. De heer Swagerman. De heer SWAGERMAN (SP): Ja voorzitter, ook naar aanleiding van de discussie zoals die nu is gevorderd, willen wij een motie indienen, omdat wij vinden dat het onder druk zetten van een ander overheid door deze overheid in dit huis ontoelaatbaar is en wij vinden dat dit ook niet zou moeten via deze motie. De VOORZITTER: Hartelijk dank, dat is de motie nummer 3: “De Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen op 6 juli 2011 ter bespreking van de subsidieaanvraag REP ten behoeve van project Grote Markt/Forum,
52
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Constaterende dat: Aan het College van GS is opgeroepen om consequenties te verbinden aan een eventueel niet gestand doen van de toezegging om aan de komst van de kabelbaan mee te werken; Overwegende dat: Een dergelijke handelswijze bestuurlijk ontoelaatbaar geacht moet worden; Roepen GS op: Niet de medewerking aan andere projecten op te schorten of daaraan de voorwaarde te verbinden dat door het college van B&W medewerking aan de komst van de kabelbaan moet worden verleend. En gaat over tot de orde van de dag.” De motie is ondertekend door de heer Swagerman van de SP, de heer Brouns van het CDA, de heer Van Kesteren van de PVV, de heer Staghouwer van de ChristenUnie en de heer VeerenhuisLens van de Fractie Veerenhuis-Lens. Dat was motie nummer 3, dank u. Die worden nu beide gekopieerd en ik verwacht dat we al toe zijn aan het uitdelen daarvan. Ik wacht even tot u ze allemaal in bezit hebt. Misschien kan er even worden geholpen bij het ronddelen. Er is voor twee moties een hoofdelijke stemming gevraagd. Ik geef zometeen het College even kort de kans om te reageren op de ingediende moties voorzover u er nog geen kans toe hebt gehad en ik denk dat het verstandig is om te beginnen met motie nummer 2, omdat die een uitstelmotie is die eigenlijk procedureel ingrijpt in het proces. Daarna motie 1 met een negatief advies en dan motie 3, die ingaat op de kwestie van het al dan niet-gerechtvaardigde druk uitoefenen en alles wat daarmee samenhangt. Dan geef ik nu mevrouw Mansveld de gelegenheid om namens het College te reageren op de moties 2 en 3. Gaat u gang. Mevrouw MANSVELD (gedeputeerde): Ja voorzitter, in motie 2 wordt gezegd dat er een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van de kabelbaan op korte termijn zal worden uitgevoerd. U kunt in een van de voetnoten van de aanvullende aanvraag lezen wie bezig zijn met het haalbaarheidsonderzoek. Daarbij wordt bericht dat dit onderzoek niet voor oktober beschikbaar zal zijn. Dat is één. Twee is dat op het moment dat er vertraging optreedt bij de subsidieaanvraag, dit niet twee maanden of tweeënhalf maand zal zijn, maar dat betekent dat er een volledige winterperiode overheen gaat. Het werk, de aanbestedingen en dergelijke kunnen dan niet gehaald worden en er zal een vertraging optreden van zes tot negen maanden, los van de immateriële gevolgen die het kan hebben en die ik al eerder heb genoemd. Dus wij ontraden deze motie. Voor wat betreft motie 3, voorzitter, lijkt het bijna alsof hier iets ontoelaatbaars aan de hand is. Wij denken dat dat absoluut niet het geval is. Als je ook kijkt hoe bijvoorbeeld in hoofdlijnen het Bestuursakkoord tussen overheden wordt gecommuniceerd, dan kan dat er duidelijk aan toe gaan en wij ontraden deze motie dan ook. De VOORZITTER: Dan moeten wij nu even vaststellen waar wij beginnen met het stemmen. Dan begin ik bij de motie 2, de uitstelmotie. U hebt twee smaken: u bent voor of tegen. Ik begin bij de heer Staghouwer en dan ga ik overige Statenleden op alfabetisch volgorde bij langs. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voor. De heer SWAGERMAN (SP): Voor. Mevrouw UULDRIKS (PvdA): Tegen Mevrouw VEENSTRA (SP): Voor. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Voor. De heer VISSER (PvdA): Tegen. De heer VLONK (VVD): Tegen. Mevrouw WOLTHOF (PPV): Voor.
53
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
Mevrouw WULFSE (VVD): Tegen. De heer ZWERTBROEK (D66): Tegen. De heer BAKKER (VVD): Tegen. De heer BATTERMAN (PvdA): Tegen. De heer BATTING (PvdA): Tegen. Mevrouw BECKERMAN (SP): Voor. Mevrouw BEENEN (PvdA): Tegen. Mevrouw BENJAMINS (D66): Tegen. De heer BEZUIJEN (SP): Voor. De heer VAN DER BORN (ChristenUnie): Voor. Mevrouw BROEKHUIZEN (PvdA): Tegen. De heer BROUNS (CDA): Voor. Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Tegen. Mevrouw GEERDINK (VVD): Tegen. Mevrouw DE GRAAF (D66): Tegen. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Voor. Mevrouw GRÜBEN (PvdA): Tegen. Mevrouw HARTMAN (VVD): Tegen. Mevrouw HAZEWINKEL (PvdA): Tegen. De heer HILARIDES (VVD): Tegen, De heer JANSEN (PVV): Voor. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voor. De heer KEURENTJES (CDA): Voor. De heer KRAJENBRINK (CDA): Voor. De heer MASTENBROEK (SP): Voor. De heer MIEDEMA (GroenLinks): Tegen. Mevrouw MORTIERS (PvdA): Tegen. De heer POST (GroenLinks): Tegen. De heer RIJPLOEG (PvdA): Tegen. De heer SANGERS (SP): Voor.
54
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer SCHOENMAKER (PvdA): Tegen. De VOORZITTER: Dat zijn de stemmen. En die leiden ons tot 23 stemmen tegen en 16 voor. De motie is verworpen. Gaan we naar motie nummer 1. Weer een hoofdelijke stemming. We beginnen bij mevrouw Broekhuizen en gaan daarna de Statenleden weer alfabetisch bij langs. Mevrouw BROEKHUIZEN (PvdA): Tegen. De heer BROUNS (CDA): Voor. Mevrouw VAN GALEN (GroenLinks): Tegen. Mevrouw GEERDINK (VVD): Tegen. Mevrouw DE GRAAF (D66): Tegen. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Voor. Mevrouw GRÜBEN (PvdA): Tegen. Mevrouw HARTMAN (VVD): Tegen. Mevrouw HAZEWINKEL (PvdA): Tegen. De heer HILARIDES (VVD): Tegen, De heer JANSEN (PVV): Voor. De heer VAN KESTEREN (PVV): Voor. De heer KEURENTJES (CDA): Voor. De heer KRAJENBRINK (CDA): Voor. De heer MASTENBROEK (SP): Voor. De heer MIEDEMA (GroenLinks): Tegen. Mevrouw MORTIERS (PvdA): Tegen. De heer POST (GroenLinks): Tegen. De heer RIJPLOEG (PvdA): Tegen. De heer SANGERS (SP): Voor. De heer SCHOENMAKER (PvdA): Tegen. De heer STAGHOUWER (ChristenUnie): Voor. De heer SWAGERMAN (SP): Voor. Mevrouw UULDRIKS (PvdA): Tegen Mevrouw VEENSTRA (SP): Voor. De heer VEERENHUIS-LENS (Fractie Veerenhuis-Lens): Voor. De heer VISSER (PvdA): Tegen.
55
Vergadering van Provinciale Staten van Groningen van 6 juli 2011
De heer VLONK (VVD): Tegen. Mevrouw WOLTHOF (PPV): Voor. Mevrouw WULFSE (VVD): Tegen. De heer ZWERTBROEK (D66): Tegen. De heer BAKKER (VVD): Tegen. De heer BATTERMAN (PvdA): Tegen. De heer BATTING (PvdA): Tegen. Mevrouw BECKERMAN (SP): Voor. Mevrouw BEENEN (PvdA): Tegen. Mevrouw BENJAMINS (D66): Tegen. De heer BEZUIJEN (SP): Voor. De heer VAN DER BORN (ChristenUnie): Voor. De VOORZITTER: 23 tegen en 16 voor. Dan is deze motie verworpen. Dan zijn we bij motie nummer 3. Wie zijn daar voor? De fracties van de SP, Veerenhuis-Lens, de PVV, de ChristenUnie en het CDA. Dan is die verworpen. Dan neem ik aan dat voor de rest de brieven voor kennisgeving aangenomen kunnen worden. Aldus en dan zijn we bijna aan het einde gekomen van de beraadslaging, maar even weer een ander chapiter. Ik wil iets zeggen tegen Jan van der Meijden. Het is een goede traditie in deze Statenzaal om dat op een bepaald moment te doen. Al jarenlang wordt u in deze zaal en daarbuiten – ik ga er even bij staan, dat is wel zo aardig! – letterlijk gevolgd door twee journalisten. Iedere vergadering zitten zij achterin de Statenzaal, zo ook vandaag. En een van hen, Jan van der Meijden, is vandaag voor het laatst, hij is Statenverslaggever voor RTV Noord. Altijd herkenbaar aan zijn oranje microfoon die hij paraat heeft om als eerste uw reactie te vragen voor Radio Noord. En de meesten van u hebben tijdens de verkiezingsdebatten begin dit jaar kennisgemaakt. Een geboren interviewer die weet waarover hij het heeft en die scherpe vragen stelt. De afgelopen zes jaren was hij vaste klant bij alles wat de revue passeerde in de Staten- en commissievergaderingen. Maar de geschiedenis van Jan als Statenverslaggever gaat verder terug. Ook in de jaren ervoor was hij een bekend gezicht als Statenverslaggever in dit huis. Het nieuws verslaan vanuit dit huis zal Jan voortaan overlaten aan andere collega’s van RTV Noord. Hij heeft zijn carrière een nieuwe wending gegeven en gaat aan de slag als bureauredacteur radio, tv en internet bij RTV Noord. Jan, we wensen je heel veel succes in je nieuwe functie en namens de Staten van de provincie Groningen mag ik je een passend geschenk overhandigen, dat hopelijk een waardevolle vervanging mag zijn van jouw microfoon. Ik mag je de bekende microfoon niet overhandigen, maar wel de pen. [Applaus.] De heer VAN DER MEIJDEN (RTV Noord): Dank u allemaal. Het is een hele mooie periode geweest: in totaal vijftien jaar. Drie commissarissen en tientallen gedeputeerden heb ik meegemaakt. Ik ben blij werkzaam te mogen zijn geweest in dit gebouw. Ik wens u veel wijsheid en sterkte toe in deze periode, want volgens mij wordt de komende jaren het nodige van u gevraagd. Succes! De heer VOORZITTER: Hartelijk dank, Jan! [Applaus.] Wel, ik herinner u nog aan de bijeenkomst van komende zaterdag. Een aantal van u is dan al op vakantie, die wens ik alleen maar een heel goede tijd toe en dat we elkaar maar weer terug mogen zien aan het begin van het nieuwe seizoen. En de anderen zien elkaar in Kielwindeweer, welkom daar. Voor een enkeling van u is er straks over 45 minuten een besloten vergadering van de Commissie Omgeving en Milieu met ook weer een uitnodiging voor andere commissieleden en daar bent u dan weer van harte welkom. Het was ook uw eigen verzoek om daarover versneld het hoofd te buigen en daarmee sluit ik deze vergadering (16.28 uur).
56