Onbekend Maakt Onbemind Eric Ritsma Academie Van Bouwkunst Amsterdam 2010/2011
inhoud fascinatie programma aanleiding lokatie aanpak bronnen planning commissie
Ik ben een practicus: ik formuleer kaders en ambities op basis van toetsbare argumenten. Ik ben een dromer: ik heb ideeën en ambities die niet zelden onrealistische blijken. waar ik mijzelf begrijp, zit mijn waarheid
FASCINATIE De realisatie van het feit dat ik met dit voorstel de bel geluid word voor mijn laatste project binnen de kaders van de academie vraagt om een serieuse overwegingen als het gaat over het te behandelen onderwerp. Al mijn hele leven heb ik persoonlijk een fascinatie gehad voor het onbekende. Daarmee doel ik niet op datgene wat iedereen kan zien maar juist datgene wat er achter de schermen gebeurd. Met verschillende baantjes heb ik letterlijk en figuurlijk kennis kunnen nemen van de mechanismen achter dagelijkse zaken: een kijkje in de keuken van verschillende bedrijven en organisaties. Deze ervaringen betekenen voor mij dat ik weet wat er gebeurd, wat er mis kan gaan en waarom ik soms zo lang op een kop koffie moet wachten.
De gelegenheid van een integraal overzicht en specifieke vragen van de commisie tijdens het tentamen 2 hebben geresulteerd in een bevestiging van het feit dat de nadruk van mijn onderzoek in de verschillende projecten heeft gelegen in het spanningsveld tussen (schijnbaar-) strijdige programma’s.
Waar de vraagstelling zich in het begin van mijn studie geconcentreerd heeft op pragmatische overwegingen en ruimtelijke puzzels, heeft met name mijn laatste scriptie bijgedragen aan de bewustwording dat de crux ligt in het spanningsveld tussen publieke en private domeinen.
Ik wil deze ‘laatste’ gelegenheid van onderzoek en ontdekking gebruiken om met deze fascinatie een vertaling te geven naar een architectonische vorm die meer is dan een architectonisch verantwoorde vertaling van de probleemstelling..
Ik ben van mening dat de meerwaarde van dit thema ontstaat op het moment dat de architect werelden weet te verenigen die voorheen gescheiden bestaan hebben. Los van programering of schaal kan deze verrijking slechts bestaan op het moment dat de combinatie niet enkel een estetische verantwoorde vertaling is van een ruimtelijke puzzel is, maar de gebruiker achterlaat met een nieuwe ervaring.
Involuntary association Verry little in common
One confidant
Work associates
Very many like minds
HOUSE
Neighbours
STREET
Nodding acquaintance
DISTRICT
Recognition
CITY
Nationality
Voluntary association
Schematische weergave van de verhoudingen tussen publiek en privaat volgens ‘de nieuwe gedacht’. FORUM, 1959, nr. 7
PROGRAMMA Zoals gezegd is het mijn ervaring dat ‘een kijkje in de keuken’ een wederzijds begrip tot gevolg heeft waarbij een bezoeker inzicht krijgt in datgene wat een gebruiker doet om zijn diensten te leveren. Dit geldt voor de lokale bakker, het cafe, een archiecten bueau en de beton centrale maar zeker ook voor de relatie tussen overheid. In veel overheidsgebouwen komt de bezoeker echter niet verder dan de loketten terwijl hier juist een maatschappelijk probleem ligt. Welliswaar zien we achter de balie vaak wel de bureau’s van balie medewerkers maar dadegelikse praktijk n het ambtelijk aparaat blijft verborgen. Juist hierin ligt een taak voor architecten en stedenbouwers weggelegd. Architectuur en stedenbouw in het algemeen en architecten in persoon hebben de mogelijkheid om de wijze waarop deze twee werelden met elkaar comuniceren te regiseren. Niet voor niets is de huisvesting van overheidinstanties altijd al sterk beinvloed geweest door het politieke klimaat. In de geest van de tijd waarin wij leven en in de licht van het huidige politiekklimaat waarin in de verschillen in onze samenleving zich steeds scherper aftekenen hoop ik in mijn afstuderen mijn fascinatie voor het vermengen van belevingswerelden in te zetten om wederzijds contact en daarmee begrip te stimuleren om zo een brug te slaan tussen de overheid en de ‘man van de straat’.
Zonder een oordeel of mening te ventileren of zelfs te formuleren over het functioneren van deze instanties biedt de wijze van huisvesting een mogelijkheid van expressie over de rol die overheid zich toebedeeld in haar context. De trasparantie die zich toch ook in vele ontwerpen en studies als belangrijk thema openbaard beperkt zich vaak tot grote glas partijen en publieke ruimtes. Programatisch blijven gemeente huizen en overheidsdiensten echter homogeen met als resultaat dat de bezoeker deze transparantie slechts ervaart als hij of zij al de bewuste keuze van een bezoek al heeft gemaakt. Daarmee maakt het publiek niet kennismaakt vanuit een vrijblijvende ‘mindset’. Door een ‘2e functie’ samen te brengen worden gebruikers die niet primair de overheid als bestemming hadden op een informele wijze een kijkje gegund achter de schermen. Ook voor de ambtenaren leverd dit enerzijds een meerwaarde op in de beleving van hun werkplek. Daarnaast worden zij ook in contact gebracht met de mensen voor wie zij werken. Het is mijn streven om een programma dat primair een overheidsfunctie huisvest samen te laten smelten met een minimaal gelijkwaardig programma afgestemd op de schaal en demografie van het specifieke bedieningsgebied of lokatie. Hierbij dienen de 2 programma’s niet slechts naast elkaar te bestaan maar nadrukkeljk bruggen te slaan doormiddel van het vermengen van fasciliteiten en het creeeren van begrip vanuit beide partijen: een kijkje in de wederechtelijke keuken !! Aangezien het niet mijn intentie is om het functioneren van de overheid ter discussie te stellen en ik zal dus ook uitgaan van een programma dat overeenkomt met de huidige huisvesting. Het definiëren van het feitelijke programma is daarmee ondergeschikt aan de organisatie van het gebouw als geheel. Hierbij moet het gebouw kunnen beantwoorden aan organisatorische en programatische veranderingen in de toekomst.
Tijdens mijn O5-scrptie heb ik verschillende strategieen bekeken die meervouding ruimtegebruik een rol spelen. Deze overwegingen zijn ook van belang als ik een ontwerp wil realiseren dat bestand is tegen programatische veranderingen. Naast technische aspecten is hierbij vooral een zeker volume van belang. In verschillende studies word gesteld dat een gebouw als flexibel bestempeld mag worden als tijdens mutaties tenminsten 70% van het programma kan blijven functioneren. Een voorbeeld van flexibiliteit door schaal is het Groothandelsgebouw van architekt Maaskant.
AANLEIDING In 2012 hoopt het provinciehuis van de provincie Utrecht te verhuizen naar de voormalige huisvesting van de Fortis ASR. Slechts 100 meter verderop maar niet voor niets volop bekritiseerd. Niet alleen is het gebouw in beschikbare meters te groot, ook neemt het gebouw letterlijk en figuurlijk meer afstand van de burgers. De discussie of het gebouw opzich goed, slecht, mooi of lelijk is wil ik hiebij alvast vermijden. Feit is wel dat de uitstraling een statigheid heeft welke welliswaar past bij een machtige (commercieele-) bank maar toch zeker niet bij een overheids instelling die al moeite heeft om aansluiting te vinden bij zijn burgers.
ACTUALITEIT
WATER
De nieuwe huisvesting is dus door menegeen bekritiseerd vanwegen zijn dominante vorm en maat. Daarnaast blijkt ook dat het jasje eigenlijk te groot is aangezien er ruin 9.000 m2 te huur word aangeboden. Al met al een discutabele beslissing die eerder geboren lijkt uit opputinistische dan dat hij wel overwogen is.
De provincie Utrecht heeft een uitgebreid netwerk van waterwegen en meren. Zowel de beroepsvaart als recreatief gebruik hebben het water een belangrijke rol gespeeld in de identiteit van de provincie. Ook de stad Utrecht heeft zijn oorsprong / bestaansrecht ontleend aan het water. De binnenstad word niet voor niets gekenmerkt door de werfkelders die langs de oude-gracht. Illustratief voor de intrinsieke waarde van het water in de stad is het feit dat er op dit moment in Utrecht hard gewerkt word aan het herstellen van de Catarijne singel om weer een ononderbroken waterlichaam te hebben ten behoeven van logistiek en recreatie.
Het feit dat de verhuizing dus al op handen is doet vermoeden dat de huidige huisvesting niet meer voldoet en maakt de overweging van een nieuwe lokatie legitiem. Ik heb intussen contact over de redenen van het verhuizen.
Naast de singel rond het oude centrum word de stad in noord-zuid richting door 2 waterlopen doorkruist. Enerzijds de Vaartse rijn die overgaat in de singel. Anderzijds het Merwede kanaal: lange tijd de belangrijkste waterverbinding naar Amsterdam. Het gebied ten zuiden van het centrum is van oudsher industrieel geprogrammeerd. Met de komst van het Amsterdam-Rijn Kanaal is de functie steeds kleinschaliger geworden. Op dit moment worden de 2 waterwegen voornamelijk gebruikt als verbinding tussen de 2 belangrijke watersport gebieden ten noorden en ten zuiden van de stad. De restanten van het industriële gebruik zijn rommelig en achterhaald. Het punt waarop het de Vaartse Rijn zich splitst van het Merwede kanaal word op dit moment gebruikt door de scouting en verschillende kleinschalige bedrijven. Ondanks de centrale ligging word de lokatie van de drukte in de stad geisoleerd door de het water.
LOKATIE Door zijn ligging, midden in de stad de relatie met het omliggend gebied doormiddel van de waterwegen, sluit deze lokatie aan bij de ambities zoals het provinciebestuur die zo graag uitdraagt. De lokatie ligt als een wig tussen Kanalen-eiland en Hoograven. De problematiek in kanalen-eiland mag als bekend verondersteld worden. Dat ook Hoograven tot 1 van de 40 ‘Krachtwijken’ van Nederland behoord mag minder bekend worden verondersteld. Voor Hoograven is een Wijk Actie Plan opgesteld waarin verschillende initiatieven worden omschreven die een verdere verloudering van de wijk moeten tegengaan. Langs de Vaartse rijn worden op dit moment al meerdere grootschalige plannen voorbereidt of uitgevoerd die de kwaliteiten van de Vaartse rijn bevestiggen en versterken. Even richting de binnenstad word er intensief ontwikkeld op de terreinen die behoren tot Rotsoord. Dit is, net als mijn lokatie voormalige industrie die sinds jaren verwaarloosd word. Het zwaartepunt bij deze ontwikkelingen ligt op woningbouw waarbij het industrieele erfgoed bewaard blijft.
UITWERKING / AANPAK WERKWIJZE Ik heb zelf een vooropleiding aan de ‘Kunstacademie’ daarbij en in latere projecten heb ik gemerkt dat onderzoek aan de hand van modellen en vormstudies mij goed ligt. Ik wil dit type onderzoek een belangrijke rol laten spelen in het proces. Ik wil echter wel komen tot een compleet, architectonisch plan waarin alle facetten van het onwerp evenwichtig en gelijkwaardig uitgewerkt zijn. Ik wil duidelijke uitspraken doen over de stedenbouwkundigge randvoorwaarden maar deze ook vooral consistent doorwerken in materialisatie en detailiering van gevel fragmenten incl. eventuele binnengevels en deelplattegronden van speciefieke ruimtes binnen het gebouw. Deze ambitie betekend voor mijn tenminsten dat ik ook van het eind resultaat op meerdere schaalniveaus maquettes of modellen wil presenteren.
EINDPRODUCTEN -Overzichtsplattegronden -Deelplattegronden -Gevels -Doorsneden -Constructieprincipe -Fragmenten -Details -Impressies -Stedenbouwkundige maquette -Maquette ontwerp -Deelmaquettes van relevante onderdelen
BRONNEN boeken:
Publicaties:
On-line:
Time based architecture. Leupen, B & Heijne, R & van Zwol, M.(2007)
Smart Architecture E van & Neelen, E van & Vink, J & Vollaard, P (2003)
Duurzame architectuur: streven naar een contrastrijke omgeving. Melet, E. (1999)
FLEXGEBOUWEN: Studie naar veranderbare gebouwen, Heijne, R & Vink, J. (2001)
Raadhuizen, plandocumentatie H.Prat, S. Steenbruggen, L. Willekens (2010)
Mensen, wonen en werken, Terwindt, drs. C. Meervoudig en Intensief Ruimtegebruik in de STAD (2002).
www.habiforum.nl www.cu2030.nl www.provincie-utrecht.nl www.kei-centrum.nl www.provinciehuisinbeeld.nl www.aorta.nu www.nieuwrotsoord.nl www.sev.nl
Raadhuizen Ronald Stenvert, Barbara Verweijen & R. Stenvert (2000) woonWerk! Wegen naar functiemenging in de stad! Habiforum (2007) The New Office F. Duffy (1997) De Utrechtse Wijken Mieke Heurneman, Bettina van Santen en Kaj van Vliet
Wijkvisie Utrecht Zuid: 2003-2013 KEI Utrecht Hoograven Wijkactieplan 2008 rotsoord ruimtelijke visie 2007 ‘Keer de verloedering!’ Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, 2007
PLANNING 1-2 2010 september
oktober
november
december
wk 34 wk 35 wk 36
Inleveren plan 27/8 Planpresentatie 10/9
wk 37 wk 38 wk 39 wk 40 wk 41
wk 1 wk 2 wk 3 wk 4 wk 5
START ONDERZOEK EN CONCEPTVORMING
wk 42 wk 43 wk 44 wk 45 wk 46 wk 47
wk 6 wk 7 wk 8 wk 9 wk 10 wk 11
1e COMMISIE BIJEENKOMST
wk 48 wk 49 wk 50
wk 12 wk 13 wk 14
wk 51 wk 52
Typologisch onderzoek
Stedenbouwkundige visie en lokatie Vaststellen primair / secundair programma Uitspraak concept Maquette schaal 1:1000 .............
Verwerken op-aanmerkingen
Mentorengesprek 26/11 START SCHETSONTWERP
Kerstvakantie Kerstvakantie
Analyse programma en organisatie Massastudie Maquette schaal 1:500 .............
PLANNING 2-2 2011 januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
wk 1 wk 2
wk 15 wk 16
wk 3 wk 4 wk 5 wk 6
wk 17 wk 18 wk 19 wk 20
wk 7 wk 8 wk 9 wk 10 wk 11 wk 12 wk 13 wk 14 wk 15 wk 16
wk 21 wk 22 wk 23 wk 24 wk 25 wk 26 wk 27 wk 28 wk 29 wk 30
wk 17 wk 18 wk 19
wk 31 wk 32 wk 33
wk 20 wk 21 wk 22 wk 23 wk 24 wk 25 wk 26 wk 27
wk 34 wk 35 wk 36 wk 37 wk 38 wk 39 wk 40 wk 41
START PRESENTATIEVOORBEREIDING
wk 28
wk 42
Deadline 14/7
2e COMMISIE BIJEENKOMST START VOORLOPIGONTWERP 3e COMMISIE BIJEENKOMST START DEFINITIEFONTWERP
Afstudeersalon 18/3
Doorwerking concept naar ontwerp Schematische plattegronden en doorsneden Schetsen en impressies Maquette schaal 1:200 ............. Plattegronden, doorsneden, gevels Concept constructie Materialsatie / detailering Eerste visualisaties Deelmaquettes ...........
4e COMMISIE BIJEENKOMST
Verwerken op-aanmerkingen
NTB
COMISSIELEDEN Laurens Jan ten Kate (mentor)
TOEGEZEGD
Don Murphy
NOG NIET TOEGEZEGD
Architect partner bij Átelier Hertzberger begeledend docent P6 (inhaal)
Architect partner bij VMX
Marlies Boterman
Architect bij Hootsmans architectuurbureau begeledend docent P6
TOEGEZEGD
Extern: Karien Klaske Dekker Professor aan de Universiteit Utrecht: Faculty of Geosciences, Urban and Regional research centre Utrecht (URU), schreef haar proefschrift ‘Governance as glue’ over de rol van de overheid in de naoorlogse wijken in Den Haag en is betrokken bij verschillende onderzoeksorganen op het gebied van overheids relaties.