Multidisciplinaire infosessie over de ministriële omzendbrief ‘beroepsgeheim’ op 8/6/2011 en 15/6/2011 Beroepsgeheim in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening
Frank Lippens
1. Wetgeving mbt medisch beroepsgeheim in het algemeen
2. Medisch beroepsgeheim in de DGH in het bijzonder
het thema is actueel
het beroepsgeheim (biechtgeheim?) staat op de helling
Cfr. artikel in De Standaard van woensdag 2/2/2011 ‘SP.A stelt biecht-en beroepsgeheim ter discussie’, Renaat Landuyt wil meldplicht voor feiten van kindermisbruik
er zijn op zijn minst veel vragen
GSM, internet, facebook, twitter,….
Inleiding
Het landschap in de gezondheidszorg wijzigt:
de persoonlijke relatie arts-patiënt evolueert sterk
groepspraktijken
huisartsenwachtposten
associaties van geneesheer-specialisten
netwerken (zorgprogramma’s)
HUB en Sumehr
zorgtrajecten
multidisciplinaire samenwerkingen
Inleiding
1. Wetgeving mbt medisch beroepsgeheim in het algemeen: 1.1. Wetgeving: op wie van toepassing? 1.2. Toepassingsgebied: op wat? 1.3. Uitzonderingen 1.4. Aangifte van misdrijven 1.5. Optreden in rechte 1.6. Gedeeld beroepsgeheim 1.7. Huiszoeking bij artsen
bedoeling: patiënten moeten de zekerheid hebben dat hun arts niet doorvertelt wat zij in vertrouwen meedelen
indien de arts het wel doorvertelt = strafbaar (gevangenisstraf of geldboete) (artikel 458 strafwetboek)
1. Even herhalen: wetgeving mbt medisch beroepsgeheim in het algemeen
Alle artsen met direct contact met de patiënten (noodzakelijke vertrouwenspersonen): – heelkundigen – officieren van gezondheid
Ook voor zij die beroepshalve een taak hebben in de gezondheidszorg met direct contact met de patiënten: – – – – – – –
apothekers vroedvrouwen verpleegkundigen kinesitherapeuten andere paramedici ambulanciers beoefenaars niet-conventionele geneeskunde
1.1. Wie is door het medische beroepsgeheim gebonden?
onthaalbedienden
onderhoudspersoneel
Medische secretaressen
Zij zijn wel gebonden aan discretieplicht via arbeidsovereenkomst, maar niet door de wetgeving beroepsgeheim
wat het beroepsgeheim betreft in het algemeen, zegt de wet wel ‘alle anderen die in hoofde van een staat of beroep…’ (vrijwilligers!)
gerechtsdeskundigen zijn geen vertrouwenspersonen Zij kunnen op basis van de door de rechter verkregen aanstelling met specifieke opdracht verslagen maken over de medische vaststellingen die zij gedaan hebben
1.1. Wie is niet door beroepsgeheim gebonden?
Het medisch beroepsgeheim slaat op ‘geheimen’ waarvan men door zijn beroep kennis krijgt (feiten, gegevens, beslissingen, oordelen, meningen die verborgen moeten worden); particuliere waarheden die overeenkomstig algemene aanvaardbare criteria en normen, niet kenbaar of openbaar mogen gemaakt worden. Orde Van Geneesheren – artikel 56 van de Code van geneeskundige plichtenleer (CGP)‘al wat de patiënt de arts heeft gezegd of toevertrouwd, al wat de arts weet of heeft ontdekt ten gevolge van onderzoekingen of van door hem gedane of aangevraagde navorsingen’ – artikel 57 ‘alles wat de arts heeft ‘gezien, gehoord, vernomen, vastgesteld, ontdekt of opgevangen tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep’’ Uiteindelijk bepaalt de rechter wat als geheim moet worden beschouwd (= feitenkwestie)
1.2. Toepassingsgebied: op wat?
Feit van opname mag door een arts of verpleegkundige van spoed niet bevestigd of ontkent worden aan de politie die hierover vragen stelt
Indien het gaat om een ongeval op de openbare weg of plaats door de politie gekend, mag de verpleegkundige de opname bevestigen
De opgelopen letsels vallen wel onder beroepsgeheim en mogen niet doorgeven worden
Bij (grote) verkeersincidenten op een openbare plaats of weg spreekt de pers je vaak aan en is mijn advies om je uit te spreken in grote categorieën (X aantal lichtgewonden, zwaargewonden, levensgevaarlijk gewond, overledenen)
1.2. Spoed
Begrippenkader Zwijgplicht = regel
Zwijgrecht = keuze
Spreekplicht= geen keuze
Een getuigenis afleggen voor de rechtbank (burg-, straf-, onderzoeks-rechter) of parlementaire onderzoekscommissie (schriftelijk of mondeling) Verklaringen bij de politie vallen hier niet onder (wel MBG)
Een arts heeft hier zwijgrecht en kan zelf oordelen of hij zal spreken of zwijgen/schrijven of niet schrijven. Spreekt hij toch dan is hij niet strafbaar indien hij geheimen vertelt
1.3. Uitzonderingen: zwijgrecht
Een aantal wettelijke bepalingen verplichten artsen er wel toe om gegevens te geven: spreek of schrijfplicht:
ziekte-en invaliditeitsverzekering (aan RIZIV controleurs in hun controleopdracht, medische gegevens voor adviserende artsen)
kennisgeving van een bevalling buiten het zkh
aangifte van arbeidsongevallen (impliceert medisch attest mbt opgelopen letsels), bvb de huisarts of arts-specialist tov werkgever
medisch verslag voorafgaand aan gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis
De patiënt kan zelf beslissen om zijn arts te ontslaan van zwijgplicht, maar dat is voor de OVG geen vrijgeleide voor de arts
1.3. Uitzonderingen: spreekplicht
Het is afhankelijk van het standpunt van de rechter of er al of niet een sanctie zal volgen voor de overtreding indien de patiënt de toelating geeft en vaak zal de rechter nagaan:
of de patiënt vrij was om die toestemming te geven
of hij die toestemming vooraf heeft gegeven
en met kennis van zaken
De patiëntenrechtenwet voorziet wel dat de patiënt aan zijn arts kan vragen alle gegevens over hem aan een vertrouwenspersoon mee te delen 1.3. Uitzonderingen
(art 7) Recht op informatie
Diagnose-informatie Patiënt heeft recht op ‘nodige’ informatie waardoor hij inzicht krijgt in zijn gezondheidstoestand en vermoedelijke evolutie ervan (ook slechte prognoses)
In beginsel moet deze informatie mondeling in duidelijke taal (op zijn niveau) gegeven worden
Patiënt kan vragen om schriftelijke bevestiging van de informatie
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie
Patiënt heeft recht op inzage/afschrift van het hem betreffende patiëntendossier: geheel of gedeeltelijk.
Worden uitgesloten van het recht op inzage/afschrift: de persoonlijke notities van een beroepsbeoefenaar Wat zijn dat? = aantekeningen die voor derden verborgen zijn, die bestemd zijn voor persoonlijk gebruik van de beroepsbeoefenaar en die voor de kwaliteit van de zorgen van geen belang zijn
gegevens die betrekking hebben op derden.
De patiënt kan zich op zijn verzoek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Indien deze een beroepsbeoefenaar is heeft hij ook inzage in de persoonlijke notities
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie
Een afschrift kan geweigerd worden indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat de patiënt onder druk wordt gezet om een afschrift van zijn dossier aan derden mee te delen.
Bij een patiënt die minderjarig is worden de rechten uitgeoefend door de ouders die het gezag over de minderjarige uitoefenen of door zijn voogd.
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie
Patiënt kan schriftelijk vragen om de informatie aan een door hem aangewezen vertrouwenspersoon mee te delen - familie - vriend - beroepsbeoefenaar Dit verzoek en de identiteit steeds vermelden in patiëntendossier Noot: Het gaat hier niet om de aangewezen wettelijke vertegenwoordiger
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie
Recht om niet te weten: Bij uitdrukkelijk verzoek van de patiënt krijgt hij geen diagnoseinformatie uitgezonderd als het niet meedelen klaarblijkelijk ernstig nadeel veroorzaakt voor de gezondheidstoestand van de patiënt of voor derden (vb. besmettelijke ziekte) Voorwaarden: - consultatie collega vooraf - eventueel vertrouwenspersoon geraadpleegd - vermelden in patiëntendossier
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie
Therapeutische exceptie: Ook de arts kan beslissen om (al of niet tijdelijk) zich te onthouden van informatie indien het meedelen een klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de patiënt zou meebrengen
Voorwaarden: • consultatie collega vooraf • vertrouwenspersoon desgevallend inlichten • vermelden in patiëntendossier met schriftelijke motivering
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
(art 7) Recht op informatie De patiënt is overleden: Wie heeft inzagerecht?
de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner
de bloedverwanten tot en met de tweede graad van de patiënt Hoe heeft men inzagerecht? Slechts onrechtstreeks:
men moet immers een beroepsbeoefenaar (meestal gaat het om een huisarts) aanwijzen, maar de vraag moet gemotiveerd en gespecifieerd zijn en de patiënt mag zich hiertegen niet uitdrukkelijk hebben verzet. De behandelend arts en de hoofdarts kunnen dit niet weigeren en zullen dus aan de aangeduide arts ook de persoonlijke notities moeten tonen.
1.3. Uitzonderingen: patiëntenrechtenwet
De patiënt is dader -> verboden feiten bekend te maken die aanleiding kunnen geven tot strafrechtelijke vervolging van de patiënt
Maar bij dringend gevaar en ernstig gevaar voor anderen: toch nog zwijgplicht, maar ook hulpverlenerplicht: een ethisch vraagstuk dus!
Geval per geval zal men dat moeten bekijken maar het risico is wel dat een vervolging die gebaseerd is op door een arts meegedeelde feiten waarbij de zwijgplicht werd overtreden nietig is tenzij de hulpverleningsplicht primeert
1.4. Aangifte van misdrijven:nuances
Even visualiseren:
zwijgplicht
hulpverleningsplicht noodtoestand? schuldig verzuim
Schuldig verzuim: (Art. 422bis Sw) eenieder is verplicht hulp (de meest aangewezen hulp) te bieden aan iemand die in groot gevaar verkeert
1.4. Aangifte van misdrijven
Schuldig verzuim: (Art. 422bis Sw)
de arts moet het groot gevaar zelf hebben vastgesteld
of het moet beschreven zijn door degene die hulp inroept
De verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of anderen
De hulp die moet kunnen worden geboden moet effectief zijn
1.4. Aangifte van misdrijven
De patiënt is slachtoffer: kan de arts dit meedelen aan de politie? JA
Het beroepsgeheim dat ingesteld werd in het voordeel van de patiënt zou anders zijn doel voorbijschieten
Het is in het belang van de patiënt dat de dader vervolgd wordt
Er is een afzonderlijke regeling voor minderjarigen
1.4. Aangifte van misdrijven
Indien een minderjarige slachtoffer is mag dit bekend gemaakt worden door de arts aan de procureur indien:
1 de arts het slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer is in vertrouwen genomen
2 er is een ernstig gevaar voor de psychische of fysieke integriteit van de minderjarige (ernstige feiten en het gevaar is er nog steeds)
3 de arts noch iemand anders kan op een andere manier een einde maken aan het gevaar dat dreigt
1.4. Artikel 458 bis: misdrijven tegen minderjarigen
Als een arts zichzelf moet verdedigen in rechte voor een rechter en hiervoor geheimen van patiënten moet vrijgeven wordt hij van zijn geheimhoudingsplicht ontslagen
Discussie indien hij eiser is
Art 69 CGP/OVG : aan de orde moet de arts de volledige waarheid vertellen (bijvoorbeeld als hij klacht neerlegt tegen een collega wegens medische fout)
Een arts die klacht neerlegt tegen een collega wegens een medische fout bij één van zijn patiënten, schendt hiermee zijn geheimhoudingsplicht niet.
1.5. Optreden in rechte
Bij patiëntendoorverwijzing of overdracht
De gegevens moeten uiteraard worden overgedragen: geen zwijgplicht
De straffeloosheid is gebaseerd op de hulpverleningsplicht tov de patiënt
Niet alle gegevens maar enkel zij die nuttig zijn of noodzakelijk voor de diagnose en de therapie
Vereist de uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de patiënt
1.6. Gedeeld beroepsgeheim
Dit kan wettelijk uitgevoerd worden (cfr ook de inbeslagname van het medisch dossier van een patiënt door de onderzoeksrechter)
Een lid van de OVG moet aanwezig zijn en kijkt of de regels van het medisch beroepsgeheim gerespecteerd worden
Bij een arts die verdacht wordt van een misdrijf kunnen de medische dossiers in beslag genomen worden
1.7. Huiszoeking bij artsen
2. Medisch beroepsgeheim in de DGH 2.1. Historiek 2.2. Vraagstelling 2.3. Modellen meldkamer 2.4. Omgevingsfactoren 2.5. Juridisch kader 2.6. Aanbevelingen 2.7. Verder te volgen strategie 2.8. Ministeriële omzendbrief (MO)
Relatie 100/112 – 101
Casus met betrekking tot de Ministeriële Omzendbrief (18/05/2009)betreffende het doorgeven van oproepen en informatie van HC100 naar CIC101 bij monodisciplinaire medische oproepen, met als doel de naleving van het medisch beroepsgeheim (BS 13/07/2010)
FAQ (13/04/2010) (zie link)
2. Medisch beroepsgeheim in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening
Werkgroep Oost-Vlaanderen (2007) Expertenwerkgroep Visietekst NRDGH (05/2008) Vaste Commissie Lokale politie (21/10/2008) Geïntegreerde federale politie (24/11/2008) Privacycommissie: advies 14/12/2009 Multidisciplinaire werkgroep Ontmoetingsdag bestuurlijke overheid-magistratuur Tessenderlo 18 juni 2010: referaat L. Huybrechts Em afdelingsvoorzitter Hof van Cassatie
2.1. Medisch beroepsgeheim in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening: 2007-2010
Normale regel bij monodisciplinaire medische oproep OPROEP NAAR HC100
AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
UITSTUREN VAN MEDISCHE MIDDELEN
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER UIT EVALUATIE BLIJKT NOODZAAK AAN POLITIE
2.2. vraagstelling
VRAAG AAN AANGESTELDE OM POLITIE TE STUREN (101 VERWITTIGEN VIA HC100)
Uitzondering op de normale regel bij monodisciplinaire medische oproep OPROEP NAAR HC100
AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
EERSTE EVALUATIE
UITSTUREN VAN MEDISCHE MIDDELEN
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER UIT EVALUATIE BLIJKT NOODZAAK AAN POLITIE
2.2. vraagstelling
TWEEDE EVALUATIE
VRAAG AAN AANGESTELDE OM POLITIE TE STUREN (101 VERWITTIGEN VIA HC100)
Mogelijke evaluaties bij monodisciplinaire medische oproep OPROEP NAAR HC100
AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER TER PLAATSE
EVALUATIE OP SPOEDOPNAME NOODZAAK AAN POLITIE?
EERSTE EVALUATIE
TWEEDE EVALUATIE
DERDE EVALUATIE
VIERDE EVALUATIE POST FACTUM
2.2. vraagstelling
EN WAAROM WEET DE POLITIE VAN NIETS…
Normale regel en de uitzondering bij monodisciplinaire medische oproep OPROEP NAAR HC100
AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
UITSTUREN VAN MEDISCHE MIDDELEN
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER UIT EVALUATIE BLIJKT NOODZAAK AAN POLITIE
2.2. vraagstelling
WIJZE VAN DOORGEVEN VAN INTERVENTIES VAN HC100 NAAR HC101 Groen : de normale regel Blauw : uitzonderlijke situatie
NOODZAAK AAN POLITIE BLIJKT REEDS ZONDER EVALUATIE OP TERREIN
SYSTEMATISCHE VRAAG VOOR POLITIE BIJSTAND VANWEGE HC100 (AAN 101)
VRAAG AAN AANGESTELDE OM POLITIE TE STUREN (101 VERWITTIGEN VIA HC100)
OPROEP 100 -112 100-centrale per provincie
OPROEP 101 Politioneel CIC per provincie
BW
Fed. POL
CB
Lokale POL
ZW MUG/PIT
2 adressen 2 technologiën
2.3. vorig model: op niveau van elke provincie
OPROEP 100 -112 100-centrale
OPROEP 101 Politioneel CIC per provincie
per provincie BW
Fed. POL
CB MUG PIT ZW
Lokale POL
1 adres 1 technologie
2.3. overgangsmodel: op niveau van elke provincie
de toekomst: één oproep één nummer 112
De nieuwe gemeenschappelijke meldkamer hulpdiensten Vlaams-Brabant
100 - 101 - 112
Agentschap
Neutrale Call taker FOD
MEDISCHE DISPATCHING
BRANDWEER DISPATCHING
POLITIONELE DISPATCHING
2.3. gedefinieerd model: programmawet 2004: achterhaald
Versnelde migratie van de HC100’s de migratie in 2 stappen
2.3. Nieuw gedefinieerd model: juli 2009
2.3. Nieuw gedefinieerd model: juli 2009
het verloren gaan van sporen: zorg van de politie medisch beroepsgeheim: zorg van de artsen vraag naar politiebescherming door artsen slachtofferhulp door de politie doch geen spoor! geen eenheid van behandeling over de verschillende politiezones: lokale politie beslist: autonomie
beperkingen van politie en parketten in opvolging
vertrouwen van de burger in de gezondheidszorg, zo niet parallelle circuits
2.4. omgevingsfactoren
wet op de privacy: vaak geen medische gegevens!
medisch geheim en gedeeld beroepsgeheim
patiëntenrechtenwet (vertrouwenspersoon)
wet op de uitoefening van de gezondheidszorg
aangestelden / verpleegkundige regulatoren vallen er buiten
ambulanciers Dringende Geneeskundige Hulpverlening vallen er in
2.5. juridisch kader
Het art 5 van het KB van 2/4/1965 legt voor de aangestelden niet bij wet een specifieke geheimhoudingsplicht op, maar bij KB en deze geheimhoudingsplicht gelijkt sterk op het medisch geheim, maar is toch niet helemaal hetzelfde
Modaliteiten DGH
gesprekken worden opgenomen
verboden welke gegevens ook betreffende de ontvangen oproepen van derden te verstrekken
Uitzonderingen of andere verschoningsgronden (dan verschijnen in rechte of voor parlementaire onderzoekcommisie cfr hoger)
vraag naar inlichtingen Fonds DGH
bevelen van de rechterlijke overheid
We gaan ervan uit dat de aangestelden ook vallen onder art 458 Strafwetboek (Sw)
2.5. juridisch kader
Wat de problematiek van het schuldig verzuim betreft (artikel 422 bis Sw), zijn de algemene principes ook van toepassing op de calltakers of aangestelden: zij bieden effectieve hulp aan een persoon in groot gevaar
Maar er is een specifiek artikel 11 in de wet op de DGH waar zware sancties worden voorzien voor geneesheren als mede personen die de ambulances en de MUG’s bestaffen en weigeren gevolg te geven aan een oproep door een aangestelde
Dat is eveneens het geval voor de aangestelde zelf als voor de personen die verantwoordelijk zijn voor de opneming in een ziekenhuis: bijzondere strafbepaling!
2.5. juridisch kader
Artikel 29 eerste lid Strafvordering (Sv) bepaalt dat iedere ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of een wanbedrijf, verplicht is daarvan dadelijk de Procureur des Konings daarvan op de hoogte te brengen
De geheimhoudingsplicht van de aangestelde (art. 5 KB 2 april 1965) is onverenigbaar met deze ambtelijke aangifteverplichting uit art 29 eerste lid Sv! (Luc Huybrechts Em. Afd.Voorz. HvC)
2.5. juridisch kader
Volgens Luc Huybrechts slaat de geheimhoudingsplicht op alles en in principe speelt de omstandigheid openbare weg/ openbare plaats versus privé geen rol, maar zijn nuances mogelijk
Nuances:
vraag om politiehulp via 100-112
vraag naar politiehulp of brandweerhulp ter plaatse
een vraag om dringende medische hulp waarvoor redelijkerwijs onmiddellijk de bijstand of aanwezigheid van de politie vereist is, want dan is het een deel van de hulpverlening: opening voor MO
noodtoestand?
2.5. juridisch kader
Noodtoestand?
Het beroepsgeheim kan in botsing komen met andere maatschappelijke plichten
De noodtoestand is een rechtvaardigheidsgrond voor het strafwetboek (voorbeeld: huisarts die na een huisbezoek de politie verwittigt)
De noodtoestand kan de aangestelde er toe nopen de politie of een andere dienst te verwittigen, maar hij blijft het risico lopen dat het beroepsgeheim wordt geschonden
Post-factum wordt dit een feitenkwestie die de rechter zal beoordelen
2.5. juridisch kader
Openbare weg
De openbare weg kunnen we definiëren als dat gedeelte van de het openbaar grondgebied dat voor iedereen, binnen de bij wetten, besluiten en verordeningen bepaalde perken, vrij toegankelijk is. Dit omvat onder meer de verkeerswegen, zoals rijwegen en voetpaden met inbegrip van de bermen, en de openbare ruimtes, zoals parken, tuinen, pleinen en parkeerruimtes. (Hache/Vande Lanotte: juridische fundamenten inzake de vrijwaring van de openbare orde)
2.5. Openbare weg
Openbare plaats of voor het publiek toegankelijke plaatsen
Een weg kan ook voor het openbaar verkeer bestemd zijn door gebruik van het publiek, gebruik dat toegestaan of geduld werd door de eigenaar van de grond waarop de weg ligt. Dit heeft tot gevolg dat deze weg, die zich op privé-domein bevindt maar vrij toegankelijk is voor iedereen(bijvoorbeeld parkings), beschouwd wordt als openbare weg. Deze redenering kan doorgetrokken worden naar alle ruimtes die voor het publiek toegankelijk zijn, ook al bevinden deze zich op privé-domein.
2.5. Openbare plaats
Of anders uitgedrukt een openbare plaats is:
Een plaats die niet beschermd wordt door het principe van artikel 15 van de grondwet (onschendbaarheid van de woning) of waarvan de toegang niet ontzegd wordt krachtens de wet. De politiebevoegdheid strekt zich uit tot dergelijke openbare plaatsen, maar ook tot het voor het publiek toegankelijke plaatsen (ttz. plaatsen die (tijdelijk en/of gedeeltelijk) toegankelijk zijn voor het publiek (vb. een drankgelegenheid tijdens de openingsuren,zwembaden,sportkomplexen, enz.)
De wetswijziging 22/02/1998 heeft de beperking ten behoeve van de personen die zich op de openbare weg of op een openbare plaats bevinden weggelaten, maar het enig doel blijft dringende medische hulp en niet de politionele tussenkomst.
2.5. openbare plaats
gemeenschappelijke opleiding
gezamenlijk theoretisch kader
systematische evaluatie van discussiegevallen
contextuele benadering
model Leuven toepassen – overleg parket 2.6. aanbevelingen
College van Procureur Generaals
Orde van Geneesheren
voorlopige pragmatische oplossing: een pleidooi voor een contextuele benadering
herevaluatie na testperiode
FAQ
2.7. verder te volgen strategie
code
Reden van oproep na kwalificatie door de aangestelde HC 100
100
01-01-01
Bevalling
100
01-01-02
Collocatie
100
01-01-03
Drenkeling
100
Drenkeling openbare plaats
100
01-01-04
Hartinfarct
100
01-01-05
Intoxicatie
100
01-01-06
Medische interventieplan
100
101
01-01-07
Ongeval openbare plaats
100
101
01-01-08
Ongeval openbare weg
100
101
01-01-09
Ongeval ten huize
100
**
01-01-10
Ongeval ten huize met attest (OPM 2)
100
**
01-01-11
Sportongeval
100
Sportongeval openbare plaats
100
Vechtpartij
100
Vechtpartij openbare plaats*
100
101
01-01-13
Verkeersongeval
100
101
01-01-14
Verstikking
100
01-01-15
Interhospitaal vervoer
100
01-01-16
Arbeidsongeval (OPM 3)
100
Arbeidsongeval openbare plaats
100
Zelfmoordpoging
100
Zelfmoordpoging met wapen*
100
01-01-12
01-01-17
101
Vraag naar Politie
101
(OPM 1)
Herevaluatie MUG arts of spoedarts (OPM4)
** 101
**
101 ?
**
**
101 ? 101
**
Artikel 44 Sv bepaalt: “Geldt het een gewelddadige dood of een dood waarvan de oorzaak onbekend en verdacht is, dan doet de Procureur des Konings zich bijstaan door een of twee geneesheren, die verslag zullen uitbrengen over de oorzaken van de dood en de staat van het lijk”
Bij zelfmoord thuis of op de openbare weg of plaats, moet de Procureur des Konings deze dood laten onderzoeken
Het blijft een gewelddadige dood, die ook onbekend/verdacht kan zijn, maar na onderzoek van de omstandigheden soms vrij snel kan worden afgesloten
2.8. Zelfmoord en poging tot zelfmoord/ gewelddadige dood
Een mislukte poging tot zelfmoord is geen crimineel feit, maar bij een poging tot zelfmoord met een wapen, stellen we bewust de vraag of de situatie veilig is voor de omgeving en of de politie al of niet moet komen
Sommigen vinden deze actieve vraag te vergaand en zouden alleen de politie sturen als daar uitdrukkelijk naar gevraagd wordt, anderen vinden dat deze vraag juist een deel is van de hulpverlening of de aangestelde gewoon autonoom moet oordelen
De grens tussen een monodisciplinaire oproep en een multidisciplinaire oproep is niet altijd gemakkelijk te trekken
2.8. Zelfmoord en poging tot zelfmoord/ gewelddadige dood
Normale regel bij monodisciplinaire oproep OPROEP NAAR HC100
AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
Volgende informatie mag worden doorgegeven: - reden van oproep
UITSTUREN VAN MEDISCHE MIDDELEN
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER UIT EVALUATIE BLIJKT NOODZAAK AAN POLITIE
- administratieve gegevens (adres van interventie, uren van oproep) - informatie vanwege de professionele hulpverlener (eerste situatieschets van het terrein) VRAAG AAN AANGESTELDE OM POLITIE TE STUREN (101 VERWITTIGEN VIA HC100)
2.8. welke informatie geven we door naar de 101?
Uitzondering op de normale regel bij monodisciplinaire oproep OPROEP NAAR HC100 NA EERSTE EVALUATIE AANGESTELDE NEEMT OPROEP AAN EN VOERT REGULATIE UIT
UITSTUREN VAN MEDISCHE MIDDELEN
EVALUATIE VAN SITUATIE DOOR PROFESSIONELE HULPVERLENER UIT EVALUATIE BLIJKT NOODZAAK AAN POLITIE
Volgende informatie mag worden doorgegeven: - reden van oproep - administratieve gegevens (telefoonnummer van oproeper, adres van interventie, uren van oproep, indien beschikbaar: identiteit van de oproeper) - dringendheid van oproep (MUG inzet, PIT, ambulance, huisarts OM van wacht) VRAAG AAN AANGESTELDE POLITIE TE STUREN (101 VERWITTIGEN VIA HC100)
2.8. welke informatie geven we door naar de 101?
Met dank voor uw aandacht