man en vrouw naar Gods hart jaarthema 2010/2011
Het Witte Kerkje van Lisse Prinsessestraat 1 www.gkvlisse.nl
Inleiding Van de kroeg naar de kerk Eén van de gespreksonderwerpen waar altijd wel gezellig over te bomen valt, is het verschil tussen mannen en vrouwen. Lekker in een kroegje ´filosoferen´ met een vriend of een vriendin over hoe het komt dat mannen anders zijn dan vrouwen. Waarom mannen altijd de beste willen zijn en vrouwen altijd de liefste? Ach, wij weten het heus wel. Het zijn loze clichés die gedijen bij generaliseringen. Maar het is wel leuk! Doorzagen over onderscheid numero 1: dat tussen man en vrouw. Maak voor jezelf de volgende zinnen af: 1. Mannen / jongens zijn (bijna) altijd … 2. Vrouwen / meiden zijn (bijna) altijd …
Maar een goed gespreksonderwerp voor in de kroeg is dat nog niet voor in de kerk. Voor je het weet gaan wij in de kerk ook generaliseren. En zeggen we er in één adem bij: zo zegt de Heer! Dan wordt de gemeente een onveilige gemeenschap. Want stel dat iemand zichzelf niet herkent in dat wat er over man-zijn of vrouwzijn gezegd wordt! 1. Herinner jij je een moment in een eredienst of op Bijbelstudie dat er dingen over mannen of vrouwen werden gezegd, waarbij je dacht “ik weet niet over welke man of welke vrouw je het hebt, maar zeker niet over mij.” Kun je wat over dit moment vertellen? 2. Waarom is een gemeente waarin mannen of vrouwen in hokjes geplaatst worden een onveilige plaats? Hoe belemmert dit mensen om God van harte te dienen? Hoe open sta jij voor mannen of vrouwen die afwijken van ‘de norm’?
Juist in de kerk Toch gaan wij dit jaar als gemeente aan de slag met het jaarthema ´man en vrouw naar Gods hart´. Dat vraagt om uitleg. In alle activiteiten van de gemeente draait het om de ontmoeting met God. Hij die naar ons toe komt en ons heel concreet in onze levens aanspreekt. Met dit thema gaan wij met elkaar zoeken naar hoe God ons concreet aanspreekt in ons leven als man of ons leven als vrouw. Het is dus een oefening in concretisering van het Evangelie. Omdat wij als mannen en als vrouwen samen beeld van God zijn, is het belangrijk hoe wij vorm geven aan dit door God geschapen onderscheid. Wij kunnen een verwrongen beeld van God krijgen als één van beide geslachten het in de kerk of in het gezin laat af weten of totaal op de achtergrond blijft. In het vervolg van deze nota worden de vijf speerpunten van het jaarthema uitgewerkt. Daar zul je meer inzage krijgen in het belang van dit jaarthema. Bij ieder speerpunt wordt verteld bij welke activiteit van ons gemeenteleven het aan bod zal komen. Binnenin vind je de planning voor de huisbezoeken die de ouderlingen dit jaar hopen te brengen. Mag de Heer zijn zegen geven over dit jaarthema.
1. Beeld van God (prediking, persoonlijke bezinning en gesprek)
Lezen: Gen. 1:24-31 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. En Hij zegende hen… God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Gen. 1: 27 en 31 Samen zijn wij beeld van God Mannen en vrouwen vormen samen het beeld van God. Dus niet ieder voor zich. God heeft ons zo geschapen dat ieder van ons in zijn eentje incompleet is. Daardoor verlangen wij altijd naar de ander. Naar verbinding, naar ontmoeting en naar relatie. Juist in dit verlangen zijn wij beeld van God. Want ook hijzelf gaat niet op in zichzelf, maar is altijd gericht op de Ander/ander. God is één en al relatie. Als de Drieënige is Hij nooit alleen geweest en gaat Hij ook niet op in zichzelf. Vader, Zoon en heilige Geest zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid één en al volmaakt liefdevolle gerichtheid op elkaar. Tegelijk kennen we God als de God die ook naar buiten toe uit is op ontmoeting en relatie. Hij zoekt steeds contact met de wereld en met de mensen. Hij heeft zijn hart verpand aan ons, de gemeente van Christus.
1. God schiep ieder van ons incompleet. Begrijp je nu beter het verlangen van mensen naar ontmoeting en contact? a. Wat kun jij betekenen voor mensen die aangeven te lijden onder hun incompleetheid (bijv. in de vorm van eenzaamheid, gemis aan aanspraak of het gevoel niet geliefd, begrepen of gewaardeerd te zijn)? 2. Je verlangen naar de ander en naar contact verdwijnt niet als je gehuwd bent. Voor zowel gehuwden als singles komt dit verlangen pas tot rust als er zowel contact is met de ander (andere mensen) als met de Ander (God). a. Hoe is/was je huwelijk of je single-zijn een gave van God om te groeien in de ontmoeting met God en met andere mensen? En hoe vormt/vormde het juist een belemmering voor je? b. Wanneer voel jij je eenzaam in je huwelijk? Voel vrij om met je man of met je vrouw hierover te praten. Indien dat niet gaat, zoek iemand met wie je erover kunt praten (advies: man met een man, vrouw met een vrouw). 3. Voor allen van wie de man of vrouw bij de Heer is: welk aspect van het samen dienen van God mist u het meest? Kunt u een mooie herinnering aan een moment van zielsverbondenheid noemen?
Het onderscheid is geen last, maar een gave van God Er bestaat een trend waarbij het onderscheid tussen man en vrouw afgeslankt wordt tot bloot een lichamelijk of seksueel verschil. Andere verschillen tussen mannen en vrouwen zouden niet bestaan. Als je wel denkt een verschil op te merken, dan is deze door de cultuur opgelegd. Bijvoorbeeld, een man huilt niet omdat hij van kleins af aan gehoord heeft dat mannen dat niet doen. En een vrouw is socialer, omdat ze al als een peuter een pop in de
armen geduwd krijgt. Dit cultureel bepaald verschil wordt vooral als een last beschouwd. Van God leren wij echter dat Hij de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, hen zegende en zei dat het zeer goed was. Dat er mannen en vrouwen zijn is dus geen last, maar een goede gave van God. Iedere poging om het verschil tussen mannen en vrouwen op te heffen of weg te poetsen is onmenselijk. Het druist in tegen hóé God de mens geschapen heeft en tegen dat wat de Algoede ‘zeer goed’ noemt.
1. 2. Hoe ben jij als man/vrouw een gave van God aan je omgeving (Kerk, familie/gezin, vrienden, buurt, werk)? 2. Wat heb jij van je vader geleerd? En wat van je moeder? Welk beeld krijgen jouw kinderen van wat het betekent om man of vrouw te zijn? 3. Welk verschil zou het maken als het jaarthema niet ‘man en vrouw naar Gods hart’ was, maar ‘mens naar Gods hart’?
2. Kinderen van God (prediking, persoonlijke bezinning en gesprek)
Lezen: Hand. 1: 9-14 en Gal 3 (in het bijzonder vers 26-29) Door het geloof in Christus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. Gal. 3: 26-28 Jezus maakt het verschil Bij de schepping van de mens vormde man-zijn of vrouw-zijn het duidelijkste onderscheid binnen de mensheid. Dit onderscheid is verwrongen geraakt door de opstand tegen God. In plaats van de basis van de relationaliteit van de mens is het de basis van rivaliteit geworden. Vergelijk Gen. 2:22-23 (relatie) met Gen. 3:11-12 (rivalen). Voor God is de allesbepalende vraag: neem je Jezus, mijn Zoon, als jouw verlosser aan? Een ‘ja’ of een ‘nee’ als antwoord op deze vraag maakt het verschil. Niet meer je nationaliteit, je seksualiteit of je economische klasse is bepalend voor wie je in Gods ogen bent. Door Jezus als jouw redder aan te nemen ben je één met Jezus, de zoon van God. Slechts in hem ben je waarlijk man naar Gods hart en vrouw naar Gods hart! Samen met alle anderen die ook hun redding in Jezus zoeken.
Handelingen 1: 14 laat zien dat deze eenheid in Jezus zichtbaar vorm krijgt in de christelijke gemeente. Mannen en vrouwen zitten eensgezind en toegewijd bij elkaar te bidden. Wat een verschil met hoe de kinderen van God tot dan toe hem dienden! In de tempel werden mannen en vrouwen juist van elkaar gescheiden. Een scheiding die de Joden nog steeds aanhouden en ook kenmerkend is voor de islam. Waarom wordt juist in de gemeente van Christus het onderscheid tussen mannen en vrouwen zo klein? Het is omdat wij allen op het diepste niveau – onze relatie met onze Schepper – met even lege handen staan. Wij zijn allen – man of vrouw, arm of rijk, hoogopgeleid of ongeschoold, autochtoon of allochtoon – voor het volle honderd procent afhankelijk van Gods genade. Niemand van ons kan tot God naderen anders dan neer te knielen bij het kruis van Jezus. Deze gezamenlijke afhankelijkheid verbindt ons als mensen in de gemeente weergaloos met elkaar. En hoor het goede nieuws: de Heer laat ons niet hangen in onze afhankelijkheid. Hij vult ons allen – mannen en vrouwen – overvloedig met zijn ene Geest. Door wie wij elkaar opzoeken om samen vurig en eensgezind ons te wijden aan het gebed! (Ef. 2:18 en Ef. 4:3-6) Het is wel belangrijk er in één adem bij te zeggen dat Jezus ons vlees en bloed heeft aangenomen. Hij bezat – net als wij – een nationaliteit, een seksualiteit en behoorde ook tot een sociale klasse. Al deze dingen worden in het christelijk geloof niet ontkend of opgeheven. Integendeel juist door de vleeswording van de Zoon
van God worden onze seksualiteit en lichamelijkheid uiterst serieus genomen! De eenheid betekent daarom niet het einde van de verscheidenheid in de gemeente. 1. Ervaar je in onze gemeente deze diepe eenheid en gelijkheid van mannen en vrouwen in hun verhouding tot God? Waarin komt dit het duidelijkst naar voren. Waarin wat minder? Hoe zou dat beter kunnen? 2. Religie en spiritualiteit worden weleens als typisch vrouwelijke interesses gezien. Waarom zou dat zo zijn? Stemt dit overeen met wat Paulus schrijft in Rom. 3:10-18? 3. De individuele verscheidenheid in de gemeente wordt bevestigd doordat Jezus aan ieder gaven geeft in de maat die bij diegene past (1. Kor. 12:11). Ook het onderscheid tussen mannen en vrouwen wordt gehandhaafd, doordat mannen en vrouwen ieder in hun eigenheid aangesproken wordt (Bijv. 1 Kor. 7; 1 Kor. 11; 1 Kor. 14; Ef. 5; Kol. 3, Tit. 2). 4. Wanneer ben je een man naar Gods hart en wanneer een vrouw naar Gods hart? (Luc. 10:38-42; Luc. 15: 11-32)
3. Man en vrouw naar Gods hart (mannenavonden en vrouwenavonden)
God spreekt tot ons hart. Met zijn woord en Geest spreekt Hij ons concreet in het leven van alle dag aan. Voor velen van ons kan dit als wishful thinking in de oren klinken. Je hebt juist veel vragen over wat God nu eigenlijk concreet met jouw leven te maken heeft. Om met elkaar te ontdekken dat het geen wensdenkerij is, willen we voor dit jaar een paar mannenavonden en vrouwenavonden organiseren. In een veilige omgeving van mannen onder elkaar en vrouwen onder elkaar geven wij elkaar de kans om door te praten over wat er komt kijken in onze levens als man of als vrouw. Welke roeping, moeilijkheden, strijdpunten en gevarenzones hebben wij? Hoe is God ons daarin nabij en hoe kunnen we elkaar daarin bij staan? Lees hierbij: Titus 2:1-3:11. Het plan is dat de mannen aan de slag gaan met het boekje Geroepen tot man van Dick Langhenkel (Boekencentrum, 2003) en de vrouwen op hun beurt met De fascinerende vrouw van John en Stasi Eldredge (Gideon, 2007). Beide boeken zullen waarschijnlijk velen van ons aanspreken. Ze zijn geestelijk rijk, nuchter, rechttoe rechtaan en ze gaan niet mank aan al te forse generaliseringen. We hopen op jouw belangstelling in deze avonden.
4. M/V in de gemeente (Bijbelstudiegroepen)
Op de synode van 2011 zullen de kerken zich onder andere buigen over de vraag naar de plaats van mannen en vrouwen in de kerk. Centraal staat daarbij de vraag of wij vanuit de Bijbel mogen concluderen dat vrouwen in (bepaalde) ambten mogen dienen. Deze vraag leeft onder een deel van onze broeders en zusters. Als vraag gaat het de kennis en het oordeelsvermogen van plaatselijke kerkenraden te boven. Ook dat van onze eigen kerkenraad. Vandaar dat er op landelijk niveau (synode) over gesproken en besloten wordt. Voor ons als gemeente betekent het twee dingen. Ten eerste geven wij ons vertrouwen aan de synodeleden en zullen we voor hen bidden. Mogen de broeders die daar vergaderen vol zijn van liefde voor hun Heer en zijn gemeente! Verder gaan wij op Bijbelstudie ook zelf aan de slag met dit onderwerp. Hiervoor maken wij gebruik van de gemeenteschets van de Gereformeerde Bijbelstudiebond. Het zal mooi zijn als wij door de Bijbelstudies elkaar ook beter zullen leren kennen in de manier waarop ieder van ons de Bijbel leest. Voor verdere bezinning op dit onderwerp, verwijzen wij u graag naar een discussie die er gevoerd is in het tijdschrift De Reformatie. In deze discussie tussen een drietal gelovigen wordt op een mooie en inzichtgevende manier duidelijk binnen welke spanningsvelden wij ons bewegen rond dit vraagstuk. Kijk op:
5. De relatie tussen man en vrouw (pastoraat, persoonlijke bezinning en gesprek)
In de kerk wordt vaak de indruk gewekt dat het huwelijk de norm is. Je kunt het idee krijgen dat ieder er naar moet streven ooit te trouwen. Het is niet vreemd dat dit idee bestaat. De woorden van Jezus uit Mat. 19:5-6 wordt vaak als een bevel gelezen. Maar juist in datzelfde hoofdstuk relativeert Jezus het huwelijk ook weer. Hij relativeert niet de belofte van trouw die gehuwden aan elkaar doen, dat zeker niet. Maar Jezus relativeert wel het idee dat trouwen eigenlijk ieders ideaal moet zijn. Niet ieders roeping ligt in het huwelijk. Ook Paulus roept de gemeente op het huwelijk te relativeren (1 Kor. 7). Dat doet hij door te wijzen op het feit dat trouwen een keuze en een roeping is, geen verplichting. De gehuwden roept hij in 1 Kor. 7:30 op zich niet te verliezen in hun huwelijk. Het huwelijk is te alle tijden een gave van God, bedoeld om elkaar bij te staan in het gehoorzaam dienen van God. Lees ook 1 Tim. 4:3-5. Singles en gehuwden hebben beiden een belangrijke getuigende waarde voor de gemeente. De singles herinneren de gemeente eraan dat het koninkrijk van God geen gesloten verbond is dat voor haar groei afhankelijk is van biologische voortplanting. Maar dat de gemeente een open gemeenschap is die uitnodigend is en open staat voor relatievorming met mensen buiten de gemeente. (Vergelijk ook Luc. 20:27-40)
Singles en gehuwden getuigen beide van hun vertrouwen op God. Gehuwden doordat zij de bijna onmenselijke belofte van levenslange trouw aandurven en open staan voor kinderen. Dat durven zij slechts in vertrouwen op God. De singles getuigen van vertrouwen op God omdat zij leven in het vertrouwen dat zij dankzij Gods gemeente niet in eenzaamheid hoeven te leven en dat er vanuit de gemeente liefdevol voor hen gezorgd zal worden indien het nodig is. Om over na te denken De vragen die hier onder staan zijn vooral voor jezelf bedoeld. Het is goed over alle vragen na te denken. Ze kunnen je helpen open, warm en begripvol met al je broeders en zusters om te gaan. Gehuwden doen er goed aan met elkaar over de vragen te praten. Als er vragen tussen zitten die jou zo triggeren dat je er graag met de predikant of een ouderling over wilt praten, voel je vrij contact met hen op te nemen.
1. Hoe zie je jouw plaats als single in de gemeente? Word je voor je gevoel voldoende gezien en gerespecteerd? Herken je jezelf in de voorbeeldfunctie voor de gemeente? 2. Is je single-zijn een teleurstelling of een gemis voor jezelf? Kun je het zien als een roeping van God voor jou op dit moment? Lukt het je om open te blijven staan voor een mogelijke man/vrouw die God jou als gave schenkt? 3. Voor ouders: hoe ga je om met je single zoon of dochter? Leg je hem of haar de druk op de schouders dat trouwen toch wel eigenlijk de norm is?
4. Je kunt voor en tijdens je huwelijk jezelf weleens afvragen: is deze man / deze vrouw de ware voor mij? Beter is de vraag: ben ik de ware voor hem/haar? Of: hoe kan ik de ware zijn voor mijn man/mijn vrouw. a. Probeer puur voor jezelf deze vraag op papier te beantwoorden. Schrijf bijvoorbeeld 5 punten op waarin jij de ware voor je vriend/vriendin, je man/vrouw wil 1. zijn. 5. Voor gehuwden: hoe open staan jullie voor anderen en voor God? Of hebben jullie voldoende aan elkaar? Wat zou je eraan kunnen doen? 6. Voor gehuwden: hoe zijn jullie voor elkaar een gave van God om elkaar bij te staan in gehoorzaamheid aan God? Zijn er ook dingen waardoor jullie elkaar hierin juist belemmeren? 7. Praat met elkaar door over de wederzijdse verplichtingen die bij jullie huwelijk aan jullie zijn voorgehouden en de beloften die jullie aan elkaar gedaan hebben. Wat gaat je goed af, waar loop je tegen aan, waar heb je plezier in, etc.? Je kunt hierbij gebruik maken van het Gereformeerd Kerkboek p. 791-793.
8. Hoe kun je je broeders en zusters die met een niet-gelovige getrouwd zijn bijstaan en ondersteunen? Wat denk je dat je van hen kunt leren? Voor allen die gehuwd zijn met een nietgelovige: waar loop je tegen aan? Hoe kan de gemeente jou daarin bijstaan? 9. Vraag aan je niet-gelovige man of vrouw wat hij/zij vindt van wat wij geloven over de manier waarop jij man of vrouw voor hem of haar moet zijn. Je kunt hierbij gebruik maken van het Gereformeerd Kerkboek p. 791-793.
10. Voor de weduwen en weduwnaars: welke zorg zou u graag vanuit de gemeente ontvangen? 11. Voor de weduwen en weduwnaars: hierboven werd gesproken over de getuigende waarde van gehuwden en singles voor de gemeente. Waarvan getuigt uw leven als weduwe of weduwnaar? 12. Voor gehuwden: probeer u te verplaatsen in hen van wie de man of vrouw overleden is. Het kan natuurlijk niet, maar misschien voelt u aan waarom juist de weduwen en weduwnaars recht hebben op speciale zorg (Jes. 1:16-17; Jak. 1:27). Welke zorg kunt u bieden aan deze broeders en zusters onder ons? 13. Voor ieder van ons die zich seksueel aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht: lukt het je om jezelf ook hierin te accepteren als kind van God? Voor welke uitdagingen zie jij je gesteld bij het navolgen van Jezus? Voel jij je veilig en erkend in onze gemeente? Hoe ben juist jij een gave van God aan onze gemeente?