20 ja a r z i lv e r m u s e u m st erck shof deur ne
1
Op 1 mei 2014 vond in en rond het kasteel Sterckshof te Deurne (Antwerpen) de tiende editie van de jaarlijkse Zilvermarkt plaats. Met deze jubileumeditie sloot het Zilvermuseum Provincie Antwerpen na 20 jaar zijn museale activiteiten aan de Hooftvunderlei af en ging het definitief van start met de voorbereidingen voor de verhuis naar de nieuwe locatie aan de Suikerrui in hartje Antwerpen. De provincie Antwerpen kocht eind oktober 2013 de site van het voormalige Etnografisch en Volkskundemuseum als locatie voor een nieuw provinciaal museum rond zilver-, juweel- en edelsmeedkunst, met aandacht voor het Antwerpse diamantverhaal. Dit omdat het historische kasteel niet langer voldeed aan de bouwtechnische eisen van een hedendaags museum. Op de nieuwe locatie aan de Suikerrui, een toeristische toplocatie achter het Antwerpse stadhuis en vlakbij de kathedraal kan het nieuwe museum zich profileren als een topmuseum binnen een stad met een roemrijke en glorieuze traditie op het vlak van edelsmeedkunst, diamanthandel en -bewerking. Zo blijft de prachtige erfenis van het Zilvermuseum Sterckshof leven op een unieke locatie in het hart van de stad.
Luk Lemmens Gedeputeerde voor Cultuur Provincie Antwerpen
2
3
In 2014 mag het Sterckshof in Deurne 75 jaar museale activiteiten binnen zijn slotmuren vieren. Het is meteen het jaar waarin het provinciaal Zilvermuseum na 20 jaar beslist om het kasteel Sterckshof aan de Hoofvunderlei in Deurne te verlaten. Dit in afwachting van zijn intrek op een nieuwe locatie aan de Suikerrui in hartje Antwerpen.
De bankier Gerard Sterck koopt in 1524 het landgoed en verbouwt de hoeve tot een prestigieus buitenverblijf, een hof van plaisantie. Sterck is tevens verantwoordelijk voor de naam hof van Sterck of Sterckshof.
Een vleugje historiek. Al in de dertiende eeuw is er sprake van de versterkte hoeve Hooftvunder. De naam verwijst naar de nabijgelegen houten brug of vonder over de Schijn. Voor buurtbewoners heeft de brug een groter aanzien dan de andere bruggen in de omgeving en vandaar de naam Hooftvunder. De hoeve is verschillende generaties in het bezit van de ridderlijke familie Van Deurne.
Na een woelige periode van bezettingen, rijkdom en verval, is de deputatie van de Provincie Antwerpen in 1921 overtuigd om het landgoed Ter Rivieren, inclusief het Sterckshof, aan te kopen om er een openbaar park van te maken. Al in 1934 krijgt het Sterckshof een museale invulling wanneer de Vereeniging Museum voor Vlaamsche Beschaving en Openlucht-museum wordt opgericht. Joseph De Beer neemt in 1938 als eerste conservator zijn intrek in het kasteel. Hij wil het Sterckshof uitbouwen tot
4
5
een openluchtmuseum. De Sterckshofhoeve wordt gerestaureerd en ingericht als café-restaurant Bij Breughel. In afwachting van de realisatie van het museum brengt De Beer archeologische, natuurhistorische, volkskundige en kunst ambachtelijke collecties samen in het kasteel. Conservator De Beer staat tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het hoofd van een verzetsgroep, verstopt Britse piloten en joden in het Sterckshof en drukt in het museum een weerstandskrant. Dit alles gebeurt terwijl zo’n 200 Duitse soldaten in het kasteel gelegerd zijn. Met een inslaande V-bom en de realisatie van het Openluchtmuseum Bokrijk, wordt zijn plan voor een Openluchtmuseum in Deurne letterlijk opgeblazen.
6
In 1953 opent Piet Baudouin, een eminent kenner van Belgische edelsmeedkunst, dan het Provinciaal Museum voor Kunstambachten Sterckshof. Met een jaarlijkse tentoonstelling wordt telkens een ander kunstambacht in de kijker gezet. Met de opening van het Provinciaal Museum Sterckshof - Zilvercentrum in 1994 evolueert het museum tot een kennis- en promotiecentrum van Belgische edelsmeedkunst. In de voorgaande jaren vormen de deelcollecties diamant, fotografie en textiel de basis voor drie nieuwe musea. Het museum zelf ondergaat een grondige renovatie en ook de tuin wordt heraangelegd. Vanaf 2002 spreekt men van het Zilvermuseum Sterckshof. Dit boekje biedt een willekeurige greep uit de hoogtepunten van het Zilvermuseum binnen de kasteelmuren van het Sterckshof. Een mooie herinnering of een eerste kennismaking met een provinciaal museum dat binnenkort aan een nieuw hoofdstuk begint! Veel kijk- en leesplezier!
Jeroen Martens Directeur - Conservator Zilvermuseum Provincie Antwerpen
7
De 11de meeting van de Internationale Hammerclub vindt in 2011 plaats in het Zilvermuseum Sterckshof. De Hammerclub komt jaarlijks bijeen en organiseert een groepsexpositie van de deelnemende zilversmeden. Het thema in 2011 is Recycling en 38 zilversmeden uit Europa, Amerika en Australië leveren werk aan. De eerste prijs gaat naar de Belgische zilversmid Georges Cuyvers uit Antwerpen, voor Two Golden Birds.
8
9
De tentoonstelling Wiener Werkstätte van 2009 presenteert Belgisch zilver in een Europese context, door een overzicht van de karakteristieke zilverproductie van de Wiener Werkstätte (1903-1932) te presenteren in dialoog met Belgische zilvercreaties en ontwerpen uit dezelfde periode. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het Brusselse Stocletpaleis, een creatie van architect Josef Hoffmann (1870-1956). Werner Adriaenssens, conservator Decoratieve Kunsten 20ste eeuw van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel:
‘‘ 10
Zowel de vormgeving van de tentoonstelling als de lay-out van de catalogus waren zoals het Stocletpaleis opgevat als een gesamtkunstwerk. Een prachtexpo van internationaal niveau, dat was ook de mening van Aude Stoclet, kleindochter van…”
11
Esthétique Moderne in 2011 toont alle facetten van Belgisch zilver tussen 1885 en 1945. Een periode waarin decor en design esthetisch, vernieuwend, modern of zelfs revolutionair zijn. Het gaat vooral om objecten uit de eigen indrukwekkende collectie art nouveau en art deco van het provinciaal Zilvermuseum. Maar ook digitale presentaties en historische filmbeelden voeren de bezoeker mee naar een periode waarin Belgisch design internationaal aan de top stond.
12
13
De deelname aan Krokuskriebels, een tweejaarlijks initiatief van de Gezinsbond, illustreert in 2010 hoezeer het kasteel Sterckshof de thematiek van zilver tot leven brengt. Tijdens deze editie ontwaakt Doornroosje na 100 jaar eindelijk uit haar slaap. In het kasteel Sterckshof is de tijd blijven stilstaan bij Ridders en Prinsessen. Verschillende opdrachten leiden je doorheen het museum, waarbij je allerlei voorwerpen van vroeger ontdekt. Annemie Adriaensens, publiekswerker op rust:
‘‘
14
Prinsjes en prinsessen, van hier en van elders, ik heb ze allemaal mogen ontvangen als de kleine Alice in Wonderland. Van 1994 tot 2011, het leek soms een sprookje. Veel geleerd, maar ook veel mogen doorgeven en dat alles aangeboden gekregen op een zilveren schoteltje en doorgegeven aan groot en klein, jong en oud. Een schatkist vol mooie herinneringen, vol kennis en schoonheid, dit alles heeft zilver mij in al die jaren gegeven.”
15
In 2007 ontvangt het Zilvermuseum De Vuurslag, de grootste kunsthistorische prijs in Nederland, voor de wijze waarop het zich de afgelopen jaren heeft geprofileerd met collectiepresentatie, tentoonstellingen én een publieksgerichte aanpak.
16
17
Wat is een Artois-schoengesp, een macaronichatelaine, een pomander, een vinaigrette of een minaudière? In 2011 is er de expo Van haarnaald tot schoengesp over kledingaccessoires in zilver en goud die de ontwikkeling van functionele juwelen van de 14de tot en met de 20ste eeuw uit Europa belicht. Het thema omvat een zeer ruime waaier aan voorwerpen zoals van haarnaalden, haarkammen en hoedenspelden, juwelen met ingewerkte tandenstoker, mantelhaken en manchetknopen; wandelstokken en parasols of paraplu’s; allerlei objecten die je aan de ceintuur kan bevestigen zoals een chatelaine en tenslotte ook de kuit- en schoengespen. Er zijn o.m. bruiklenen uit het Rijksmuseum in Amsterdam, uit het Victoria & Albert Museum in Londen en het Ashmolean Museum in Oxford. Ook uit het Musée d’Art et d’Histoire van Genève en de internationaal gerenommeerde verzameling Thyssen-Bornemisza uit Zürich.
18
19
In 2010 presenteert het Zilvermuseum Klatergoud en zilveren bellen. Na het MARTa in Herford heeft het museum als eerste in België de eer om een omvangrijke privécollectie rammelaars te presenteren. De zilveren en gouden klaters of rinkelbellen afgewerkt met kostbare materialen als bergkristal, ivoor en bloedkoraal worden in de tentoonstelling aangevuld met bekoorlijke miniaturen en spraakmakende kinderportretten, o.a. van Théo Van Rysselberghe. Rammelaars behoren tot het oudste speelgoed van de wereld. Reeds in het precolumbiaanse Amerika, in het faraonische Egypte of zelfs bij de Hettieten duikt het object op. Men veronderstelt dat de rammelaars ten tijde van de vroegste beschavingen uit een gedroogde vrucht bestonden waarin de zaden als belletjes fungeerden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de oudste gevonden exemplaren, vervaardigd in aardewerk en brons, de vorm hebben van een kalebas of granaatappel. Francine Van Overloop, vriend(in) van het Zilvermuseum:
‘‘
Fier pronkten de kleintjes met de prachtige rammelaartjes. Het was een nostalgische confrontatie met nog steeds hedendaags speelgoed!”
20
21
In het Zilveratelier brengt lesgeefster Anja Baelus de cursisten o.a. de technieken van het vormsmeden, opdiepen, smeden, drijven en planeren bij. Het atelier is dé plaats voor zilversmeden in opleiding om verschillende montage- en vervormingstechnieken te oefenen en die vervolgens in te zetten bij het maken van traditionele én vernieuwende objecten. Anja Baelus, zilversmid:
‘‘
22
Het bewerken-voelen van zuivere metalen tot loze objecten om van te genieten. Zonder functie of doel, gewoon het zijn. Het spel met de materie, met de kleur, met het idee. De warmte in de metalen proberen vinden, iets uit te drukken op een natuurlijke en spontane wijze.”
23
In 2004 is er de toptentoonstelling over Joseph Germain Dutalis (1780-1852), edelsmid van Koning Willem I, die onder de Hoge Bescherming van H.M. Koningin Paola loopt. De expo benadert het oeuvre van vader en zoon Dutalis vanuit heel wat verschillende gezichtspunten en plaatst het in hun historische en familiale context. Via een reconstructie van de Magdalenastraat in Brussel, waar Dutalis zijn winkel had, wordt het publiek naar het schitterende zilverwerk van de Nederlandse koninklijke familie geleid, om verder kennis te maken met de stilistische ontwikkeling van zijn oeuvre, van het Ancien Régime tot de Belgische tijd. De tentoonstelling wordt ook integraal overgenomen door Paleis Het Loo te Apeldoorn. Wim Nys, collectieverantwoordelijke Zilvermuseum:
‘‘
De voorbereiding van deze expo staat om twee redenen in mijn geheugen gegrift. Bij de opstart van het onderzoek in 2001 was zonder meer bekend dat Dutalis leverancier was van koning Willem I. Tijdens de eerste bespreking in het Koninklijk Huisarchief informeert archivaris Maarten Loonstra naar het aantal geïnventariseerde Dutalissen in de Nederlandse Koninklijke Verzameling. De echo van de aantallen en het diverse aanbod aan Dutaliszilver zindert nog steeds na. Minstens even beklijvend, maar dan door de omstandigheden, was mijn bezoek op 9/11 aan een Belgisch privéverzamelaar en grote Dutalisfan.”
24
25
Sinds 1992 engageert het Zilvermuseum zich om de hedendaagse edelsmeedkunst te steunen en te promoten. Hiertoe neemt het museum een aantal creatieve initiatieven zoals de jaarlijkse Sterckshofopdracht: een zilversmid wordt uitverkoren om in opdracht een specifiek object te vervaardigen, dat wordt opgenomen in de verzameling van het museum. De eerste Sterckshofopdracht in 1996 is gewijd aan zilversmid David Huycke (°1967). Het betreft de tienschalenset, een verwijzing naar het werk De Duizeling van Leon Spilliaert ( 1881-1946). Behalve de Sterckshofopdracht zijn er ook de jaarlijkse Zilvertalenten en de tweejaarlijkse Wim Ibensprijs die verwijst naar een initiatief van de vzw ARTos. David Huycke, hedendaags zilverkunstenaar:
‘‘
26
Ik mag me gelukkig prijzen dat ik al in 1993 kon deelnemen aan een workshop in het kader van het eerste tentoonstellingsproject dat er in het Zilvermuseum Sterckshof liep – Een schitterend feest. Dit naar aanleiding van Antwerpen 93 - culturele hoofdstad van Europa. Daarna is de bal snel beginnen te rollen … “
27
Het provinciaal Zilvermuseum is bekend om zijn publicaties, maar presenteert in 2008 een gelimiteerde editie van een heel speciaal boek: Zilveren Hemelsleutels. Het boek is uitgegeven naar aanleiding van de tentoonstelling Zondags Zilver – Drie eeuwen versierde kerkboekjes. Deze expo geeft voor het eerst een indrukwekkend overzicht van gedrukte en rijk versierde kerkboeken in de Nederlanden van 1650 tot 1900. De zilveren sloten en beslag, het bewerkte leer en de subtiel aangebrachte versiering in het goud op snee; stuk voor stuk zijn ze een streling voor het oog. Citaat Anne-Marie Claessens-Peré, collectie - & tentoonstellingsverantwoordelijke op rust:
‘‘
In 2006 presenteerde het Bijbelsmuseum in Amsterdam een prachtige tentoonstelling over gebedenboekjes, versierd met zilverbeslag. De tentoonstelling was bijna uitsluitend samengesteld met objecten uit de privéverzameling van de heer Bernard van Noordwijk, die de expo kort daarop aanbood aan het Zilvermuseum Sterckshof. De overname van deze expo bood ons de gelegenheid om een bescheiden en bijna onontgonnen aspect van de Zuid-Nederlandse en Belgische zilverproductie te tonen.”
28
29
Het Zilvermuseum bezit ook een unieke deelcollectie van Duits zilver: de collectie Vic Janssens. Dit is de grootste verzameling Duits zilverdesign in Europa. Voor enkele edelsmeden heeft deze verzamelaar duidelijk een voorliefde. Zo is ongeveer de helft van de collectie opgebouwd rond drie edelsmeden(paren): Stefan Epp, Ulla & Martin Kaufmann en Margarete & Werner Oehlschlaeger. Vic Janssens mag gezien worden als een ware mecenas voor het eigentijdse Duitse zilverdesign.
30
31
Het Provinciaal Museum Sterckshof - Zilvercentrum verwelkomt het publiek voor het eerst in 1994 met de tentoonstelling Een schitterend feest, een herneming van de gelijknamige tentoonstelling van het VIZO (nu Design Vlaanderen) ter gelegenheid van Antwerpen Culturele Hoofdstad 1993 op Zilverzondag 12 juni. Er loopt dat jaar ook de tentoonstelling over Augsburgs Zilver. Al in 1994 is er sprake van vijftien thematische zalen die een bijzonder gevarieerde kijk op de wereld van de edelsmeedkunst bieden. Het Zilvermuseum bezit de grootste collectie Antwerps zilver ter wereld en toont ook edelsmeedkunst uit andere Belgische steden en uit het buitenland. Leo De Ren:
‘‘
De opstart van het Zilvermuseum was ‘an educated guess’: een beredeneerde inschatting van het potentieel. De jaren die volgden waren als kruiwagens. Je moet die namelijk blijven duwen om vooruit te komen. Gelukkig kon ik rekenen op een schitterend team om bergopwaarts estafette te lopen”.
32
33
“De herdenking van de Wereldtentoonstelling op de Heizel is voor het Antwerpse Zilvermuseum Sterckshof een goed excuus om Fifties Zilver uit de kast te halen”, aldus de krant De Morgen op 17 december 2008. In het najaar van 2008 stelt het museum voor de eerste maal een overzicht van Belgisch zilverwerk uit de jaren 50 tot 70 tentoon. Er is zowel burgerlijk als religieus zilverwerk, juwelen, serie- als studio-objecten te bewonderen. De objecten worden niet alleen via multimedia, maar ook letterlijk in hun context getoond. In het Huis van de Provincie Antwerpen zijn al in 1958 zilveren voorwerpen geëxposeerd, die speciaal voor Fifties Zilver opnieuw worden samengebracht. Naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt ook het gelijknamige boek Fifties Zilver als nummer 37 in de reeks Sterckshof Studies. De krant De Morgen neemt het boek Fifties Zilver op in Onze selectie mooiste foto- & kunstboeken: strelingen voor het oog én voor de geest. Ko Goubert, collectieregistrator - Beeldaanvragen M Museum, Leuven:
‘‘ 34
Flashback naar een tijd van stoute dromen en technicolor glamour, voor mij het begin van een passie voor zilver ... en voor het Zilvermuseum.”
35
Tijdens het jaarlijks evenement Zilverzondag zijn er poetsdemonstraties en verstrekken zilverexperten meer informatie over eigen zilveren objecten en/of juwelen. Bij het hanteren van zilver worden nitril handschoenen gedragen. Alvorens een object te poetsen, wordt het gedemonteerd. Houten handvaten, deksels, pootjes,… worden eerst verwijderd om te vermijden dat poetsresten er achterblijven. Vervolgens wordt het object gespoeld om alle onzuiverheden als oude poetsresten, stof en zand te verwijderen. Deze kunnen immers krassen veroorzaken. Het object wordt dan ‘geschrobd’ met een heel zacht poetsmiddel dat nat gebruikt wordt. In de museumzalen wordt het zilver in luchtdicht gesloten vitrines bewaard. Deze vitrines zijn gemaakt van inert (plexi) materiaal. In het depot wordt het zilver bewaard in gesloten PE zakken. Zo kan er geen zwavel uit de lucht in contact komen met het zilver en zal het niet zwart worden. Citaat Anne-Marie ten Bokum, collection manager project officer Partage Plus, Design museum Gent:
‘‘
Zilvermerken groot en klein, na uren pieren weet je wel waar je moet zijn. Mijn eerste expertiseervaring was angstaanjagend: hoe kan ik ooit die merken ontcijferen, laat staan identificeren? Maar een mens leert snel bij, zeker met de hulp van topcollega’s als Wim en Nanette, en na tien jaar kan ik zeggen dat ik er wel een beetje van weet.”
36
37
De tentoonstelling Koninklijk zilver voor volk en vorst (2001) leidt tot de aankoop van een uitgebreide versie van het Manhattan-servies, ontworpen door de Antwerpse designer-zilversmid Nedda El-Asmar en uitgevoerd door Puiforcat in Parijs. Eén van de hooggeplaatste gasten van Koninklijk Zilver is H.M. Koningin Fabiola.
38
39
In 2007 schenkt mevrouw Cécile Maesen maar liefst 206 objecten aan het Zilvermuseum Sterckshof. De inspiratie voor haar objecten vond mevrouw Maesen onder meer in haar Gentse afkomst, wat zich uit in talrijke zilveren mosterdpotten en -lepeltjes, van de Gentse mosterdfabrikanten Tierenteyn.
40
41
In het kader van de tentoonstelling Delheid 1828–1980. Van Michel tot Climax in 2010 wordt de Jardinière 570 Esthétique van Delheid Frères aangekocht. Ze wordt als campagnebeeld voor deze expositie ingezet. De aankondiging van de expo gebeurt samen met de voorstelling van de aankoop van een Art Nouveau juweel door het provinciaal Diamantmuseum, in het Huis Ruys. Micheline Van Branden, Museummedewerker Zilvermuseum:
‘‘
Ik hoorde voor het eerst over Delheid Frères tijdens mijn werkzaamheden voor het Diamantmuseum. Samen met de collega’s van het Zilvermuseum organiseerden we in 2010 een gezamenlijke persconferentie in het juwelenhuis Ruys. Grappig dat ik nu voor het Zilvermuseum werk en op een andere manier in contact kom met zowel klassiek als art-deco-tafelzilver van deze Brusselse firma.”
42
43
Het boeiende verhaal van vijf generaties Van Kempen voert de bezoeker in 2009 doorheen de 19de eeuw, waar hij kennis maakt met de smaak van de Nederlandse burger, en ziet hoe de groeiende vraag naar tafelzilver de mechanische productie stimuleerde. De firma Van Kempen stond begin 20ste eeuw mee aan de wieg van de grootste en bekendste zilverproducent die Nederland thans kent, de Koninklijke Van Kempen & Begeer.
44
45
In 2009 speelt het museum tijdens de jaarlijkse Museumnacht op originele manier in op het thema Geheimen en zoomt daarbij in op de napoleontische negentiende eeuw. Gidsen in prachtige empirejurken geven de geheimen van de negentiende-eeuwse tafeletiquette prijs, terwijl dansautoriteit Lieven Baert het publiek inwijdt in de mysteries van eigentijdse dansstijlen als opwarming voor het bal masqué. Simonne Dyck, onthaalbediende Zilvermuseum:
‘‘
46
Nu ik bijna met pensioen ben, blik ik met veel plezier terug op de laatste voorbereidingen voor de opening van een tentoonstelling. Meestal was het tot het laatste moment spannend! Maar wanneer je dan de glimlach op de gezichten van collega’s en gasten ziet, krijg je keer op keer een enorme voldoening! Iedereen gelukkig!”
47
Zilver gaat verder dan burgerlijke praal. Uit eerbied voor God of het goddelijke laten de meeste religies objecten voor hun eredienst vervaardigen uit zilver of goud. Het Zilvermuseum beschikt over religieuze voorwerpen waarbij het wijwatervat in zilver en verguld koper uit 1833 van Jan Pieter Antoon Verschuylen (1801-1865) opvalt. Dit pronkstuk was ooit het eigendom van koning Leopold I en stelt Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de waterput voor, een scène uit het Nieuw Testament. In maart 2013 stemt de wetenschappelijke adviesraad van het Zilvermuseum in met de aankoop van meer dan 200 ontwerptekeningen van zilversmid-ciseleur Verschuylen Deze tekeningen geven inzicht in de ontwerppraktijk van een van de belangrijkste Belgische negentiende-eeuwse zilverateliers. Dankzij de steun van het Fonds Inbev-Baillet Latour is de restauratie, conservatie, preservatie en digitalisering van deze unieke reeks tekeningen gerealiseerd in 2013-2014. Iris Cockelbergh, directeur Museum Plantin-Moretus, Antwerpen
‘‘
Dit is een absoluut topwerk uit de 19de-eeuwse Antwerpse edelsmeedkunst, terecht een koninklijk stuk. Verschuylen is zonder meer een meester in zijn vak. Zijn werk is monumentaal, maar ook uiterste gedetailleerd en fijn afgewerkt. De compositie van het wijwatervat van Verschuylen doet automatisch denken aan de rijkdom, picturali-teit en composities van de preekstoelen van de grote Vlaamse barokbeeldhouwers. Zijn werken zijn dan ook meer beeldhouwwerk dan edelsmeedwerk.”
48
49
Maison Wolfers Frères sa en meer specifiek Philippe Wolfers (1858-1929) verwijst naar de Brusselse edelsmedendynastie die symbool staat voor het beste wat de Belgische edelsmeedkunst te bieden heeft. Wolfers is een naam als een klok die ook in werkelijkheid de perfectie van het vakmanschap lijkt te hebben bereikt. Onder meer met een ensemble zoals Ondine: een monumentaal tafelmiddenstuk, geflankeerd door twee vijfarmige kandelaars. De kandelaars zijn sinds 1995 in bezit van het Zilvermuseum Sterckshof (inv.nr. S95/20). Het tafelmiddenstuk is aangekocht door de Koning Boudewijnstichting, die het in bruikleen heeft gegeven aan het Zilvermuseum.
50
51
In 2004 lanceert het Zilvermuseum met het kinderparcours Berenverhalen in Zilverzalen een multimediaal project voor kinderen tussen vijf en twaalf jaar. Niet alleen families met kinderen, maar ook scholen en jeugdgroepen kunnen op deze interactieve manier het museum bezoeken. Op vier monitoren wordt het verhaal verteld van Zilvier, een ridderbeer die naar Amerika reist en met een schip vol zilver en andere exotische producten terug aanmeert in de Antwerpse haven. Het beertje Zilvier is gebaseerd op het kunstwerk Voelen van de edelsmid Wendy Ameys. In 2005 lanceert het museum Rara…rariteiten: een duurzaam publieksproject voor het 3de en 4de leerjaar basisonderwijs. Rara…rariteiten is opgevat als een expeditie waarbij de leerlingen in het spoor treden van de eerste ontdekkingsreizigers.
52
53
Ook in 2009 beslist Umicore Precious Metals Refining om in samenwerking met het Zilvermuseum Sterckshof het Umicore Zilverpaviljoen aan de voet van het MAS | Museum aan de Stroom in te richten en er zilverexposities te realiseren. Thomas Leysen, voorzitter van de raad van bestuur van Umicore:
‘‘
Voor de invulling van het Umicore Zilverpaviljoen werd al snel gedacht aan het thema “zilver” gezien de lange traditie van zilververwerking in Umicore’s vestiging in Hoboken. Deze vestiging werd in de volksmond trouwens lang ‘De Zilver’ genoemd. Omdat we een enthousiast gehoor vonden, nam het project snel concrete vormen aan. Sindsdien is het Zilverpaviljoen een realiteit. Dankzij tentoonstellingen en dankzij gepassioneerde en professionele medewerkers, kunnen tal van bezoekers bijleren over de rijke zilvertraditie van Antwerpen en elders. Tegelijkertijd kunnen zij meer leren over de unieke recyclagetechnologie voor edele metalen, waarin Umicore een wereldleider is. Art meets Industry is dan ook toepasselijk het motto van het Zilverpaviljoen geworden.”
54
55
Vanaf 2003 krijgt de Antwerpse uilenbeker die de Koning Boudewijnstichting sinds 2002 bezit, een nieuw nest in het Zilvermuseum Sterckshof. Op dit kostbare kleinood met een lijfje in kokosnoot, staat een mysterieus vers uit een laatmiddeleeuwse minneklacht. Naar aanleiding van deze permanente bruikleen organiseert het museum de tentoonstelling Het Antwerps Uiltje met verschillende Europese uilenbekers in zilver, kokosnoot en aardewerk uit de 16de eeuw. Ook naar aanleiding van deze expositie is er op Zilverzondag 2003 een roofvogeldemonstratie door een valkenier, die veel bijval oogst. Dominique Allard
‘‘
56
Het Zilvermuseum vond al vaak de weg naar de Koning Boudewijnstichting als er een actie op poten gezet moest worden om een zeldzaam zilverwerk te redden. Ook de Koning Boudewijnstichting kon reeds meermaals op het Zilvermuseum rekenen om de ‘kroonjuwelen’ van haar collectie een ereplaats te geven. Een schitterende samenwerking!”
57
Het prestigieuze Legaat Lunden, afkomstig van jonkheer Pierre.E.M. Lunden (1887 Deurne – 1975 Elsene), die omwille van de speciale band van zijn familie met de Scheldestad bij testament 96 stuks zilver uit de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, vooral uit de 17de en 18de eeuw, aan het Zilvermuseum Sterckshof schonk.
58
59
De herdenkingspijp met de Columna pacis 1815 vervaardigd ter herinnering aan de Slag bij Waterloo, waar Napoleon op 18 juni 1815 definitief werd verslagen, is de meest recente permanente bruikleen van de Koning Boudewijn Stichting. De pijp dateert uit de Hollandse periode (1815-1830) en is een mooi voorbeeld van Belgisch ‘miniatuurzilver’ dat uiterst zeldzaam is.
60
61
Wij hopen u op onze opening te mogen begroeten! Graag tot dan, het museumteam
62
63
CREDITS & COPYRIGHTS • Pag.8; 11; 12; 18; 19; 21; 25; 29; 30; 34; 38-39; 40-41; 48; 50; 56 © Hugo Maertens - Brugge • Pag. 16-17; 37; 46-47; 60; 63 © Zilvermuseum Sterckshof • Pag. 9 © Bart Vermaercke • Pag. 10 © Badisches Landesmuseum - Karlsruhe • Pag. 22; 32; 55 © Artur Eranosian • Pag. 26 © Studio Claerhout - Gent • Pag. 27 © Lukas - Art in Flanders - foto: Hugo Maertens - Brugge • Pag. 43 © Diamantmuseum - Stephen Mattues • Pag. 44-45 © Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau • Pag. 51 © Koning Boudewijnstichting - foto: Hugo Dubois Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van het Zilvermuseum worden gereproduceerd. De uitgevers hebben er naar gestreefd de rechten van de illustraties volgens wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de verantwoordelijke uitgever wenden.
Dépôtnummer = D/2014/0180/27 V.U.: Jeroen Martens, Hooftvunderlei 160, 2100 Deurne
64