1e Kwartaalverslag ex art. 73a Fw Faillissement : Dutch Onion BV Faill. nr. : 04/85 F Curator : Mr W.M. Sturms Rechter-Commissaris : Mr J.E. Biesma Faillissementsdatum : 13 mei 2004 Verslagperiode : 13 mei t/m 31 juli 2004 ==========================================================
1. Algemeen Op 13 mei 2004 is het faillissement uitgesproken over Dutch Onion BV, hierna ook te noemen "de vennootschap” . Het faillissement is aangevraagd door een drietal leveranciers wegens onbetaalde facturen terzake van leveranties. De vennootschap is opgericht op 18 september 1997 onder de naam U. Hempenius Hoevelaken Beheer B.V. De vennootschap, althans de aandelen zijn in mei 2003 overgenomen door de huidige aandeelhouders Koppert Donkerbroek BV en A.S.J. Beemsterboer Beheer BV. Deze zijn toen tevens tot directeur benoemd. Voornoemde vennootschappen worden bestuurd door de heer A. Koppert en dhr A.S.J. Beemsterboer. De doelstelling van de gefailleerde vennootschap is gewijzigd. De nieuwe statutaire doelstelling van de vennootschap is geworden: "de handel in, het transport van en de verwerking van land-en tuinbouwproducten, waaronder begrepen uiteen, het deelneming in-, zich financieel interesseren bij-, toezicht uitoefenen op-en het bestuur voeren over andere ondernemingen en vennootschappen, het verstrekken van leningen en kredieten aan die ondernemingen en vennootschappen, dan wel het verstrekken van zekerheden tot voldoening van door die ondernemingen en vennootschappen van derden opgenomen leningen en kredieten, het beheren van pensioenvoorzieningen, alsmede het verkrijgen, vervreemden, bezwaren en exploiteren van register goederen, het beleggen van gelden en ander vermogen, zo mede het verrichten of doen verrichten van alle andere werkzaamheden op commercieel en financieel gebied-evenwel met uitzondering van de uitoefening van het verzekeringsbedrijf en het bedrijf in het opnemen van gelden van derden-alles in de ruimte zin van het woord."
Kort gezegd is de vennootschap zich gaan bezighouden met de handel in en het sorteren van uien. Met dat doel is de vennootschap verworven door de heren Koppert en Beemsterboer, althans hun vennootschappen. Zij hebben na het faillissement van de besloten vennootschap Dijkstra & Hofman BV te Wier interesse getoond in de overname van de activiteiten en activa. Dijkstra & Hofman BV hield zich te Wier sedert meerdere jaren bezig met het sorteren en verkopen van uien.
Aanvankelijk was de opzet om de onroerende zaak te Wier en de inventaris, inclusief machines (sorteerlijn) en kisten te kopen. De financiering daarvoor is niet rondgekomen. Uiteindelijk heeft de vennootschap het onroerend goed gekocht. De inventaris is van de (veilende) bank gekocht door een derde, Happy Trailer Totaal Service. Met deze laatste is een huurkoop overeenkomst gesloten door de vennootschap op 16 juli 2003. De onroerende zaak (een boerderij, waarvan het achterste deel is verbouwd tot sorteerbedrijf en waarvan het voorhuis bewoond werd door de heer en mevrouw Hofman) is op 15 juli 2003 in eigendom overgedragen aan Dutch Onion BV. De onroerende zaak is gekocht voor € 600.000,00. Op het pand is hypotheek gevestigd ten gunste van de bank. Naar de curator begrepen heeft was de vennootschap toen reeds enige tijd actief. Al met al heeft Dutch Onion BV ongeveer een jaar gedraaid in Wier. In deze korte periode hebben de activiteiten met name bestaan uit handel in uien. Deze werden ingekocht en vervolgens verkocht. Feitelijk werd de handel met name gedreven door de heer Koppert. Het personeel (laatstelijk 5 werknemers) hield zich bezig met sorteren. Dutch Onion heeft zeer slecht gepresteerd. In de eerste gesprekken met de heer Koppert heeft deze als verklaring daarvoor gegeven dat het een zeer slecht uien seizoen is geweest. Er is getracht de activiteiten enigszins te verleggen door ook aardappelen te gaan sorteren. Dutch Onion is aardappelen gaan sorteren voor de firma Lamb Weston uit Zeeland. Volgens de heer Koppert werd hier veel van verwacht gelet op de door Lamb Weston toegezegde hoeveelheden te sorteren product. Met het oog hierop is ook fors geïnvesteerd. Uiteindelijk is maar een fractie van de door Lamb Weston voorgehouden hoeveelheden aardappelen gesorteerd, aldus de heer Koppert. Volgens hem was dit te wijten aan de aardappeloogst. Er is sprake geweest van een uitzonderlijk slecht aardappel-jaar. Doordat daardoor ook kleinere aardappelen werden gebruikt, hoefde er als logisch gevolg daarvan veel minder gesorteerd te worden. Ergo, minder sorteerwerk voor Dutch Onion BV. Uit gesprekken met direct betrokkenen en anderen met enige kennis van zaken heeft de curator begrepen, dat het op zich juist is dat het afgelopen jaar een slecht jaar is geweest. Naar de curator vermoedt zijn deze externe factoren echter niet, althans in ieder geval niet de enige oorzaak van het faillissement geweest, althans de hoogte van de totale schuldenlast (zie hierna onder 3).
Het is de curator gebleken dat de heer Koppert eerder bij in ieder geval één faillissement betrokken is geweest. Dat betrof BVO Bemiddelingsbureau BV. Ook een onderneming, die actief was in de agrarische handel. Verder is relatief kort na het faillissement van Dutch Onion BV tevens het faillissement uitgesproken over Van Dijke Vegetable Packing BV. Bij laatstgenoemde onderneming was de heer Beemsterboer eveneens actief. Met de curatoren in beide bovengenoemde faillissementen heeft de curator contact gehad. Op zich zegt het enkele feit, dat de bestuurders c.q. aandeelhouders met meer dan één faillissement te maken hebben nog niets. Uit de gesprekken die de curator heeft gevoerd komt echter als beeld naar voren dat er gesproken kan worden van mismanagement. Er is (te) lichtvaardig geopereerd door de directie. Volgens verkregen informatie werd er te goedkoop verkocht. Daarmee werd onvoldoende marge gemaakt. Verder zijn er grote kosten gemaakt. Crediteuren werden lang aan het lijntje gehouden en slechts mondjesmaat betaald. De curator kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat alle beschikbare liquiditeiten aan de handel zijn opgegaan. De vennootschap heeft in feite steeds een tekort aan liquiditeit gehad. Als gezegd is er fors geïnvesteerd in verband met de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. Dat er voor gekozen is de activiteiten uit te breiden en het oog daarop te investeren, kan op zich begrepen worden. Er moet echter worden vastgesteld, dat het besluit om te investeren is gedaan, zonder dat er een schriftelijk contract met Lamb Weston was gesloten en/of er zekerheid was dat beoogde hoeveelheden te sorteren product ook daadwerkelijk zou worden aangeboden. Naar het oordeel van de curator is hier veel te gemakkelijk mee omgesprongen, zeker wanneer bedacht wordt dat de feitelijk leidinggevenden al langer actief waren in de agrarische handel en bekend geacht mogen worden met de risico's. Ten tweede moeten vraagtekens geplaatst worden bij de noodzaak van de gepleegde investeringen. Zo is een verlengde transportband met een waarde van ca. € 16.000,00 besteld voor het laden en lossen van vrachtauto's. De band is gefabriceerd en gemonteerd, maar uiteindelijk nooit gebruikt. Er werd slechts gebruikgemaakt van de reeds aanwezige banden. Een volstrekt nodeloze investering derhalve. Er zijn genoeg gronden voor verdergaand onderzoek naar bestuurdersaansprakelijkheid. 2. Werkzaamheden Kort na datum faillissement zijn de werknemers ontslagen na verkregen toestemming van de rechter-commissaris. In de week volgend op het faillissement zijn de onderhanden sorteerwerkzaamheden afgerond. Hieruit vloeit voor de
boedel, na aftrek van de daarvoor gemaakte boedelkosten, een bescheiden actief voort. Verder hebben er intensieve contacten plaatsgevonden met diverse crediteuren, zoals de bank, de eigenaar van de inventaris en andere derden die op grond van eigendomsvoorbehoud of gedane toezeggingen c.q. gemaakte afspraken zaken opeisten. Zo bleken meerdere onbetaald gebleven zaken, waarop een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud rustte, door Dutch Onion op papier aan anderen te zijn overgedragen. Bijvoorbeeld was er een partij betonplaten gekocht onder eigendomsvoorbehoud en niet betaald. De betonplaten zijn vervolgens schriftelijk doorverkocht aan de eigenaar van de inventaris, onder de afspraak dat de koopsom verrekend zou worden met verschuldigde huurkoop-penningen, omdat Dutch Onion deze op dat moment niet over de liquide middelen beschikte om deze te betalen. Een belangrijke leverancier kreeg tegelijkertijd een schriftelijke verklaring van Dutch Onion, dat de platen haar eigendom werden totdat de openstaande facturen van deze leverancier zouden zijn betaald. Een zelfde probleem speelde met transportbanden. In overleg tussen alle betrokken partijen zijn deze kwesties opgelost. Met de bank heeft discussie plaatsgevonden over de aan haar verstrekte zekerheden. Dat aan de bank een rechtsgeldig recht van hypotheek op het pand was verleend, was buiten discussie. Daarnaast maakte de bank aanspraak op pandrecht op roerende zaken en debiteuren. De rechtsgeldigheid daarvan is betwist. De bank heeft zich bij het standpunt van de curator, dat er geen sprake is geweest van rechtsgeldige verpanding van debiteuren neergelegd en erkend dat roerende zaken niet in eigendom toebehoren aan Dutch Onion en derhalve niet aan haar verpand zijn. Tenslotte heeft er overleg plaatsgevonden met diverse potentiële kopers. Dit heeft niet tot resultaat geleid. De bank heeft besloten van haar positie als separatist gebruik te maken en de onroerende zaak te veilen op 28 juli 2004. 3. Financiële toestand Actief: Op dit moment staat op de faillissementsrekening een saldo van € 10.121,35. Dit is de opbrengst van verricht sorteerwerken Daarvan dienen nog de voor het realiseren hiervan gemaakte boedel kosten te worden voldaan, waarna een saldo van € 6.878,45 resteert. Passief: Er zijn enkele boedelschulden gemaakt om actief te realiseren. Verder zal van UWV nog een vordering worden ontvangen voor de overname loonverplichtingen gedurende de opzegtermijn.
De vorderingen van de preferente crediteuren fiscus en UWV zijn nog niet bekend. Er zijn bevoorrechte vorderingen (kosten faillissementsaanvraag en een exwerknemer met tegoeden). Als bijlage aan dit faillissementsverslag is gehecht de lijst van voorlopig erkende concurrente crediteuren. Het gaat daarbij om 90 crediteuren die gezamenlijk te vorderen hebben € 1.460.809,62. Opgemerkt wordt dat dit bedrag nog aan wijziging onderhevig zal zijn. Zo is in dit bedrag de volledige vorderingen van de bank meegenomen, die zal teruglopen na verkoop van de onroerende zaak. Verder heeft de curator nog geen opgave gekregen van de definitieve vordering van Happy Trailer Totaal Service uit hoofde van de huurkoop overeenkomst (concurrent ex art. 38a lid 3 Fw). 4. Prognose verificatievergadering of opheffing: Het is nog te vroeg om daar een prognose voor te geven. 5. Verwachte duur afwikkeling: Ook daarvoor is het nog te vroeg om een prognose te geven. 6. Overige feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de afwikkeling van het faillissement: Op dit moment geen. Leeuwarden, 30 juli 2004
Curator