DE REKENING VAN HET NIEUWE GASTHUIS OVER HET JAAR 1585/1586
Transcriptie van: inventarisnummer 171 “Rekening van rentmeester Andris van Craenenborch, 1585/1586 uit het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Zutphen
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
pag. 2
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Inleiding In 2001 zijn Sjoerd Galema, Ria Gresnigt en Melia Kooij-van der Leur als vrijwilliger van het Regionaal Archief Zutphen begonnen met het maken van transcripties van de Zutphense stadsrekeningen.1 In 2004 leidden de werkzaamheden tot een eerste publicatie: De stadsrekeningen van Zutphen 1591/92 – 1597/98.2 Nadien is de groep vrijwilligers voortvarend verder gegaan met niet alleen het toegankelijk maken van de stadsrekeningen, maar ook de rekeningen van het Nieuwe Gasthuis en van de kerkmeesters van de Sint Walburgiskerk te Zutphen. Elke nieuwe getranscribeerde rekening wordt aan de reeks toegevoegd. In geprinte vorm zijn de rekeningen beschikbaar in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen en in digitale vorm op de website www.regionaalarchiefzutphen.nl. Over de rekeningen Het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis Zutphen heeft rekeningen vanaf het jaar 1416.3 De rekeningen herbergen een schat aan gegevens. Het zijn niet de betalingen en ontvangsten op zich, maar juist de beschrijvingen en opmerkingen rondom de cijfers die ons op een beeldende wijze over het leven in de stad Zutphen vertellen. Op de titelpagina van de transcriptie staat het inventarisnummer waaronder de rekening is beschreven. De rekeningen zijn opgenomen in de inventaris van het Oude en Nieuwe Gasthuis (archiefnummer 407) in rubriek E Financieel beheer van het archief van het Nieuwe Gasthuis. De indeling van de rekeningen is als volgt. De rekening begint met de ontvangsten met als belangrijkste onderverdeling: ontvangsten van huur, tijns, pacht, stedicheit, vervolgens opbrengsten van erven, tijns, landen en renten, gevolgd door verkochte granen enzovoort en tenslotte de ontvangsten vanwege oude vorderingen. De rekening wordt vervolgd met de uitgaven met als belangrijkste onderverdeling: de min of meer vaste uitgaven, dan de uitgaven voor de dagelijkse behoeften, betalingen handwerkers en personeel, offergeld, aankoop vlas, boter, stokvis, kosten malen graan, wijn die gedronken wordt en tenslotte openstaande vorderingen. Ten opzichte van de gebruikelijke indeling ontbreken onder andere variabele kosten, geslachte dieren en giften aan de armen, hetgeen waarschijnlijk te wijten is aan de oorlogsomstandigheden. De volgorde van bovenstaande opsomming kan nog wel eens wisselen. Bovendien staan deze onderverdelingen soms tussen de gewone uitgaven. Van de rekeningen worden vooraf al de diverse koppen ingevuld en bij de ontvangsten bovendien, wat men van wie moet ontvangen. Daaronder worden dan in de loop van het jaar de echte ontvangsten en uitgaven vermeld.
1
Van vroegere rekeningen zijn ook transcripties gemaakt: R. Wartena, De Stadsrekeningen van Zutphen 13641445/1446 (Zutphen 1977), S. Galema, Rekeningen van het Oude Gasthuis 1416/17 – 1435/36 (Zutphen 1996), W. Jappe Alberts, Het financiële beheer van de stad Zutphen in 1445/46 op grondslag van de oudste overrentmeestersrekening en de bijbehorende onderrentmeestersrekening (Groningen z.j.), W. Jappe Alberts, De overrentmeestersrekening van Zutphen over het jaar 1457-1458 (Groningen 1963) en W. Jappe Alberts, De overrentmeestersrekening van Zutphen over 1472-1473 (Groningen 1957). 2 S. Galema, R. Gresnigt en M. Kooij-van der Leur, De Stadsrekeningen van Zutphen 1591/92 – 1597/98 (Zutphen 2004). 3 De oudste rekeningen zijn afkomstig van het Oude Gasthuis. Met flinke hiaten loopt de serie van 1416-1503. Het Nieuwe Gasthuis heeft een serie rekeningen van 1536-1598. Zie verder het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis (archiefnummer 407).
pag. 3
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
De letters v en w worden veel door elkaar gebruikt; zo kan vijf betekenen het telwoord vijf, maar ook wijf en wijf kan betekenen vrouw, maar ook het telwoord vijf. Transcriptieregels De werkgroep heeft de volgende transcriptieregels toegepast: • De transcripties zijn voorzien van interpuncties, accenten, apostrofs en hoofdletters. • Zo nodig zijn van hoofdletters kleine letters gemaakt, woorden van elkaar gescheiden of juist aaneen geschreven. • Afkortingen zijn stilzwijgend opgelost. • Woorden die herhaald worden, maar wat duidelijk een vergissing is, zijn maar één keer meegenomen (voorbeeld: “in plats in plats van…”). • Doorhalingen die duidelijk als zodanig bedoeld zijn, dus een fout, zijn niet meegenomen. Andere doorhalingen staan tussen ronde haakjes. Ook enkele toelichtingen en verduidelijkingen zijn tussen ronde haakjes gezet. • Tussen vierkante haakjes staan door de werkgroep toegevoegde letters en cijfers. • In de tekst voorkomende kleine getallen – tot 20 – zijn in letters geschreven, al staan ze in de tekst in cijfers. Uitzondering hierop zijn de geldbedragen. • De afkorting p kan zowel staan voor penning als voor plak. • Een wat achterover liggende letter i is soms ook een e. Uit de context kon niet altijd worden opgemaakt wat het zou moeten zijn. • Een aantal woorden die misschien aan elkaar geschreven zouden moeten worden, is voor de duidelijkheid in twee woorden gesplitst (bijvoorbeeld: “stadts ake”). Gebruiksaanwijzing Voor een goed begrip van de rekeningen en ook om de rekeningen een beetje toegankelijker te maken, heeft de werkgroep een aantal hulpbestanden gemaakt. Deze zijn niet bij elke rekening als bijlage opgenomen, maar zijn als een afzonderlijke publicatie te raadplegen. a. de synoniemenlijst Er is geen index aan het einde van de transcriptie, noch is er een algemene index beschikbaar. De digitale transcripties kunnen met behulp van de zoekfunctie van uw softwareprogramma gemakkelijk worden doorzocht. U dient dan wel rekening te houden met het feit dat er in vroegere tijden géén uniforme spelling was. Soms werden zelfs in één zin dezelfde namen en begrippen op een verschillende wijze geschreven. Om u toch op het juiste spoor te zetten bij het vinden van de door u gezochte persoon, heeft de werkgroep een synoniemenlijst gemaakt. Daarin vindt u de verschillende spelvarianten van persoonsnamen. b. verklarende woordenlijst Eenmaal getranscribeerd – een aantal tekens in huidige lettertekens omgezet – kan een woord nog steeds onbegrijpelijk zijn. Veel Oud-Nederlandse woorden zijn voor ons mensen uit de 21e eeuw niet te begrijpen. Sommige voorwerpen en begrippen gebruiken we al helemaal niet meer. Wist u dat een “hollefter” een houten schoen is? De woordenlijst verklaart de meeste “onbegrijpelijke” woorden. c. Latijnse woorden De rekeningen zijn doorspekt met “Latijnse woorden”. In bijlage c worden ze verklaard. d. valuta Elke tijd kent zijn eigen munten. Zoals straks onze kinderen en kleinkinderen moeten leren wat een gulden, een kwartje of een riks was, zo moeten wij voor een goed begrip van de 16e en 17e eeuw leren hoe een braspenning zich verhoudt tot een rijder.
pag. 4
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
e. maten en gewichten Een lijst met maten en gewichten uit de periode rond het jaar 1575 vindt u in bijlage e. Zutphen, 2010.
pag. 5
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
pag. 6
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
In nomine cum adiutorio Domini feliciter amen
Rekeninge here Andris van Craenenborch gaesthuismeyster genandt Sanct Elisabethen Gaesthuis, van alle mijn untfanck und utgieven als van dyt jaer [15]85 up Cathedram Petri angaende, wes tho Petri anno [15]86 wederom affgaende Ffoer den gulden 28 stuiver und ffoer den stuiver 15 plak gerekendt Reekeninge des werdigen heren Andries van Kraenenborch rentmeesters van Sint Elyzabeten Gasthuis van sijn ontfanck und uuithgeven, angaende op Petri ad Cathedram anno etcetera 1585, eyndende op ten voernoemde dach anno etcetera [15]86 Dese naebescreven huesen behoeren dat Gaesthuis eygen tho Item Mechtelt Hegelinx huisken gelegen in der Spiegellstraete tiegen het Gaesthuis aever und dyt gebrucket dat huis selven Item noch en huis daer zelige Lye Pennix in plach t’ woenen, ock tiegen het Gaesthuis aever, dyt gebrucket het huis selven Item daernaest en scuer, die het huis gekregen hefft van zelige Mathias van Bruckhuesen, dyt gebrucket het huis ock selven Item noch en huis gelegen in deer Spiegelstraete ock tiegen dat Gaesthuis aever, dyt hefft Haermen Loevis und sijn huisffrou tho oerer beyden leven und dytselve hefft dat Gaesthuis (in huer jaerlix ffoer 4 dalder ad 30 stuiver) Item noch hefft dat Gaesthuis en huis dat hem haelff thokompt, stande ffoer Den Brueren, hetwelleke die olde moer Tripmaekers in ’t huis gebracht hefft, dyt staedt ledich und ys affgebraeken van den soldaeten Ffoelget hiernae die gaerdens und haeven die het Gaesthuis eygen thokompt Item en hoeff gelegen up deer Nijestadt tiegen die weme und beneven den hoeff an der straeten en huisken, daer wondt en scemell ffroug[e]n, deesen heefft gebruickt het huis bij hem selven etcetera Item noch tiegen den hoeff aever en stucke van en hoeff, dyt gebrucket het huis selven Item noch en hoeff gelegen butten deer Nijstadtporte, dese gebrucket dat huis ock selven Item noch en kleyn haeffken an der stadt Marche in den onderstael, dyt gebruck men in dat siekenhuis Ffoelget van tijns wellik het huis jaerlix ut soemige huesen hefft Item ut zelige Thoenis Kistemaekers huis gelegen up den Nijstadt, drie hoender up Martini, rest noch Item ut Mathias van Aekens huis, nu Johan Buekeffort, gelegen in der Waeterstraete twee hoender, dytselve hefft Andres Iseren ffri willen koepen, daer hi heff die pennigen nyt betaelt und ys het huis noch sculdich van die jaeren Ffoelget die pencion die der stadt jaerlix sculdich wordt
pag. 7
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item ten yrsten 16 gulden und 8 witte stuiver, haelff up Paeschen und Victoris Item noch 15 goelden Rinsse gulden, haelff up Sanct Johan und up Kersmissen Item noch 10 golden gulden, haelff up Vincula Petri und up Cathedram Petri Item noch 22 Rinsse gulden up Paeschen Item noch 5 ½ golden gulden 2 braespenigen up Vincula Petri und Cathedram Petri Item noch 7 golden gulden en ½ ordt und 2 braespenigen up Michaelis und Paeschen Item noch 2 golden gulden und 2 ½ ordt up Paeschen und Victoris Item noch 16 ½ goltgulden, haelff up Meii und Martini Item noch 16 ½ gol[t]gulden, haelff [up] Meii und up Martini Summa summarum beloepet dese vorschreven stadtrenthe tot 100 und 11 stadtgulden 20 stuiver 5 plak Ffoelget die landen die het huis in pacht hefft up die vorschreven renthe Item in pacht en stucke landtz van der stadt geheiten dat Stae[r]ffslacht ffoer 25 gulden ad 28 stuiver Item noch in pachte en stucke landtz geheiten die perde maete 16 gulden ad 28 stuiver Item noch en kloet lantdz van den Ossenwerdt op 60 gulden Item noch twee kloet landtz in die Kiffdicke in Ffeluwen 23 gulden Ffoelget die pencion van die hueser die hier in der stadt staen und ys gedelt in zes ffierdell Item ten yrsten ut joncker Van Dortz huis im die Waeterstrate an den hueck van der Caelenstrate 1 enkelden golden gulden up Paeschen anno [15]85 Item ut Pyels huesinge, nu Haermen Boem 3 golde Rinse gulden, haelf up Pynsteren und Catherinen anno [15]85, den gulden gerekendt ad 28 stuiver Item ut zeliger Byenbarch huis, nu Berendt Hoerstynck, 5 gulden ad 28 stuiver, haelff up Lamberti und Martini Item ut zeliger Anna Baerscerders huis, nu Willem Negelbrinck 5 enkelde golden gulden up Paeschen anno [15]85 Item ut Lambedt Daems huis in deer Kupkesstraete 5 gulden ad [28 stuiver], haelff up Cathe[dram] Petri und up Vincula Petri anno [15]85 Waeterstraete Item ut Thomas Pauwen huis in die Lange Hoeffstraete 1 golden kroene up Petri ad Cathedram anno [15]85 Baelhesen ffierdell Item ut zeliger Johaen van Griedtz hues in die Baelhese 2 golden Rinsse gulden up Paeschen und Michielis Item ut Willem Jacobzoen kaercmeister 5 gulden ad 24 stuiver ffoer den gulden, up Cathedram Petri anno [15]85 Item ut Berendt Beukes huis in deer Baelhesen 1 horens gulden up Pynsteren anno [15]85, item noch ut hetselve huis 1 rieder gulden up Martini anno [15]85, item noch ut hetselve huis 1 rider gulden up Martini, summa gaet ut dat huis 2 ½ rider gulden
pag. 8
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Nijestaedt ffierdel Item ut zeliger Everdt van der Cappellen huisinge gelegen up deer Nijestadt 6 gulden weynich 1 ort up Peter ad Cathedram [15]85 Item ut zeliger Johaen Hebbinges huis up den Nijstadt 3 gulden ad [28 stuiver] up Petri ad Cathedram anno [15]85 Item ut zeliger Arendt Beckers huis up den Nijstadt 4 gulden ad 2 hoerens gulden ffoer den gulden, up Paeschen anno [15]85 Item joncker Mauris Ripperdaes huis up der Nijstadt 15 dalder ad 30 stuiver up Pinsteren anno [15]85 Item Henrick Ffaelken huis up den Nijstadt 3 gulden ad [28 stuiver] up Cathedram Petri Dat Groete Wandt ffierdell Item ut zeliger Willem Raeshorns huising up dat Olde Wandt 5 gulden ad [28 stuiver] up Paeschen Kleyne Wandt ffierdel Item ut zeliger Michiell Hessels, nu Luchteren 10 gulden ad [28 stuiver] up Paeschen anno [15]85 Item ut Johan Presickhaeves huis an den Soltmarck 5 gulden ad [28 stuiver] up Meiidach anno [15]85 Item ut St[e]ven Bentynckz huis gelegen an den Soltmarck 2 ½ rieder gulden up Petri ad Cathedram anno [15]85 Monhaever ffierdell Item ut zeliger Gisberdt Werdt huising in der Hoeffstraete 4 gulden ad [28 stuiver] up Meii anno [15]85 Spitaelsporte Item ut Cappellen huisinge und hoeff dat Arendt Ubekynck plecht tho behoeren, gelegen in der Spitaelsporte, 2 gulden ad [28 stuiver] up Cathedram Petri anno [15]85 Die Laerporte Item noch heff dat Gaesthuis jaerlix 6 dalder ad 30 stuiver van en huis tho verhueren, daer nu der tijt in wondt Johan die weffer, dytselve huis hefft Aelken Gisbers in dat Gaesthuis gebracht ad vitam und die karckmeysteren holden datselve in dacke, verschenen up Pasgen anno [15]85 Hierup untfangen 1 dalder ad 30 stuiver den 21 Janua[ri] als angetekendt staedt in mijn restandt bock achterstande Item noch hefft dyt huis jaerlix in tho maenen 1 dalder ad 30 stuiver herkoemende van Thomas Godtscallick, dyt sall betaelen zelige Derick Capeslegers soen off sijnen erven, verschenen up Item tho Huessen in ’t landt van Cleve bij Aernhem en huis stande und gifft jaerlix 2 olde scilde und heit Ricke van Heesen, verschienende up Victoris anno [15]85
pag. 9
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Ffoelget die erven und guederen, tijns, landen und renthen, welick dat huis inkoemende hefft in der Graeffscap Zutphen Item en kamp landes gelegen butten der Laerporten an den Holtmarck, dyt bout men in ’t huis Noch hefft dat huis up die stadtweyde twee waeren und bynt vier koeweiden Item noch een waer, die hefft der stadt het huis gegieven ut gueder gunst Item noch hefft dat huis en pandtwaer, wellike Stiene eyn Hilligenlande daer ingebracht hefft, hierffoer sij oer leven lanck die koest hebben sall Item en maete landes gelegen tho Waerensffelde up Waerensffelde Maers butten die Laerporte in der Emerstiegen, dese weyt men myt der perden deses hueses Item noch en stucken landtz geheiten Nesynck, gelegen in den Emer Enck Item noch en kamp landes gelegen butten deer Nijstadtporte up den Zutphener Enck, dyt bouwedt dat huis selve Item noch den Langenbarch gelegen tho Waerensffelde an den Bramhoeffell, dyt ys noch unverpacht Dat guedt Lentynck Dytselve ys gelegen in dat kaespell van Almen und die boumaen soll daervoer tho pachte geven ffoer huis und hoeff und gronlandt in Lentynck horende, alle jaer up Sanct Marten in den Wynter tot 35 dalder ad 30 stuiver und die garve als boumans recht ys, daertho gifft hij twee jaerige ffarken, item zes paer hoender, die garve als boumans recht ys, iss nu onbruickbaer Dat guedt Laer Is gelegen in kaespell van Almen, die bouman Otto tho Laer myt sijn moer plegen t’ geven jaerlix ffoer huis, hoff und gronlandt 22 dalder ad 30 stuiver, daertho twee jaerige ffaerken und drie paer honder, die garve als boumans recht ys, leedich Daet guedt Huelshoeff Is gelegen in caespell van Almen, hiervan placht toe geffen die bouman tho pachte 13 dalder ad 30 stuiver, daertho twee ffaerken und drie paer hoender und dat hoege landt up die garve, leedich Daet guedt Kuerssell Is gelegen in kaespell van Almen in der buerscop van Haerffcen, hiervan plach t’ geffen die bouman Johan jarlix tho pachte up Martini 6 ½ dalder, daertho een jarich ffaerken, item twee paer hoender, leedich Dat guedt Joestynck Is gelegen in kaespell van Ffoerden in die buerscop Ffeldewijck, die bouman Goessen solde jaerlix tho pachte gieven up Martini ffoer huis, hoeff und groenlandt 10 dalder ad 30 stuiver, item een jaerich ffaerken, noch twee paer honder myt dat haelff aeffgewas, dat boulandt op boumans recht Die hoeffstede Luttiken Baeltynck
pag. 10
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Dese ys gelegen tho Almen und placht in pacht toe hebben Egberdt Baeltynck und gifft jaerlix up Martini in den Wynter 10 dalder ad 30 stuiver, item noch twee molder roggen, twee paer hoender Kaelsaex maethken Item en maetken landtz geheiten Kaelsackx maetken, gelegen butten die Spitaelsporte bij Bliden off ’t Impen crus, dyt gebrucket het Gaesthuis selven Stynkemken tho Baeck Item en stucxken landtz gelegen tho Baeck, hetwellike Willem Woelkes in pacht gehadt hefft des jaers ffoer 13 dalder ad 30 stuiver Buigginx maetken Item en stucke landes geheiten Bueggins maetken, gele[ge]n in kaespell van Stinder, dyt hefft in pacht gehadt die wedeffrou zeliger Johan ter Stiege ffoer 6 ½ dalder ad 30 stuiver Daet Koeslacht Item en mathe landes geheiten dat Koeslacht, gelegen in kaespell van Stynder in den Baekerwerdt, dyt hefft in pacht gehaidt Henrick Woelkens Waernynck tho Hengele Item dat haelve erve und guedt Waernynck up dat Goy Item noch en sceppell saet landes, gelegen up dat Goey tho Hengell, myt noch ey[n]mall 60 dalder ad 30 stuiver, daerffoer Johan ten Roedenthorn die koest gekofft hadden sijn leven lanck, actum 17 Februari anno [15]85 In die Ffelue Item dat huis hefft en hoeffsstede geheiten Staepelffort myt etzeleke ander landen, t’ wetten die Kruithoeve und die Sciphoeve myt den Sculten bues und die Boerne, gelegen in kaespel van Ffors[t], daertho noch twee waeren in der groeter Nordeempt marck Die bouman Petter sall jaerlix ffoer die hoeffstede t’ pachte gieven tot 54 dalder ad 30 stuiver Item en jarich ffarcken myt noch twee gansen und twee par hoender nae luedt sijnder pachtzedele Dat Hoeybrinxken Item en hoeffstede tho Ffoers[t] genandt dat Hoeybrinckxken, dese vorschreven hoeffstede ys verpacht Lambert van Eep jaerlix 11 dalder ad 30 stuiver, wellike pacht und pantscop an sich verworven hefft Willem Scoelwick als wider in der restander und ock nae vermuegen en bijliggender cedele Thoe Erdtbeck Item en strepelken landtz maekende en molder geseys, gelegen tho Erdtbeck, dyt mach men loesen nae vermuegen zegell und brieven und bouwet eyne genandt Johan Boelen, alle up die garve Dese naebescreven thins, tenden, stedicheit und ander koernrenthe heff dyt Gaesthuis ut soemige erffenisse, guederen ende landen die ander lueden thobehoeren ende butten dese stadt gelegen sijnt
pag. 11
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item ut dat guedt Ten Huelse gelegen in Haerffcen, een par honder up Martini tho tinse Item ut zeliger Aelffert Drimans tenden gelegen tho Gorssele, geheiten die Huisarmen tende, die wellike eyne in pacht plecht t’ hebben genandt Egberdt Janzen, ffoer twee molder roggen jaerlix Item den aelingen tende groeff und smaell ut den guede geheiten Luttick Venhorstynck in Ffoerden in die buerscop Delden, den let men anfueren um dat stroe und wat daervan kumpt anteick[ent] men Item den Dieperidtz tenden gelegen bij Bronckhorst in den Baekerwerdt, dese placht an t’ foeren zelige Henrick Woeldekes um dat stroe und lieverden dat huis het saet daervan Ffoelget die stedicheit und ander kornrenthe als ten yrsten die aelinge helfte van der stedicheit genant Vernaennen stedicheit, alle verschienende up Sanct Martiin in den Wynter, dat ut die guederen hiernae bescreven Item ut Odekynck vijf sceppel roggen und vijf sceppell korns, dat nu zelige Siberdt Voetz tho Deventer nu gekoefft hefft, waerup dyt huis untfangen hefft van zelige Gisberdt ffrou tot 30 dalder ad 30 stuiver tho den randtzoen t’ betaelen, waerffoer sij inholt die 2 gulden vorschreven der tijt sij die pennigen wederom kricht Item ut Haessynck gelegen tho Epsem bij Doemeren, twee molder roggen und twee molder korns, hierffoer betalt sij jaerlix drie en een halve molder roggen joncher Johan Martenzen toe Deventer Item ut Oyntidynck tho Gorssele vijf sceppell roggen, vijf sceppell korns, nu zelige Everdt van der Cappellen erffgenaemen hiervan up die restanten Item ut Ilwerdynck tho Gorssele twee molder roggen, twee molder korns, nu Goeris Pennynck tho Deventer, hierup Goeris gedaen dyt huis 70 dalder ad 30 stuiver toe den randtsoen Item Henrick Moylmaen t’ Deventer zeliger Moeilmans soen, betalt ut dat guedt Swersynck t’ Gorssele zeven en een halve sceppell roggen und zeven en een halve sceppell korns Item Johan Vos betalt jaerlix van Swersynck zeven en een halve sceppell korns und ys achterstedich nae utwiesen des restandes boeck Item Henrick Poethoeff, nu zelige Henrick ten Dickes ffrou myt oer kynderen betaelen jaerlix ut Swersynck zeven en een halve sceppel roggen und ys gelecht up den hoeff Ten Dicke Item ut dat guedt Ten Ffelde tho Ffieracker een molder roggen und een molder korns, nu die van Hacffordt Item ut dat Groete Garmele off Scimmels guedt tho Ffoerden twee molder roggen, twee molder haeveren, dyt kompt t’ betaelen joeffer Anna van deer Lev Item die vicarius van Sanct Andris und Matheus altaer in der Groeter Karcken twee spyndt roggen und een sceppell gaesten Item her Garridt Horstynck betalt jaerlix en halve molder roggen ffoer die scepeltende ut dat haelve guedt Waernynck tho Hengele Item ut dat guedt ’t Noerde in dat kaespell van Wichmonde drie molder roggen alle up Martini, nu Henrick Keyen myt zelige Loeff Keyen kynder und myt Koerbeck t’ Doettichem, hiervan Henrick Keyen kompt t’ betaelen vier en een halve sceppell roggen
pag. 12
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item Berendt Keyen myt sijn adherenten vier en een halve sceppel roggen und Koerbeck vorschreven drie sceppel roggen, facit tot drie molder roggen Ffolget die geltrenthe Item ut dat alinge erve geheiten die Ockhorst gelegen in Wichmonde, 5 gulden jaerlix up Lichmissen, nu die van Stinbergen Item ut dat guedt geheiten die Lueseboes in kaespell van Ffoers[t], 12 olde scilde, die maeken 18 gulden ad 28 stuiver, haelf up Martini und up Catedram Petri, dat nu betalt Derick van Tarten, die hij in pacht hefft van der Renes Item ut vier stucxken landes gelegen in kaespell van Ffors[t] in die buerscap Tonden, daer het yrste stucke van heit die Sump, het twee[de] dat Duesterhoeltken, dat der[de] Gisberdt Koppele unde dat vier[de] ys umtrendt zeven off acht sceppell saet roggen landt, des jaers 6 gulden und 1 ordt up Sanct Andrisdach Apostoli, nu Johan Scimmelpenynck zeliger Sanderssoene Item ut en stucke landes geheiten Poelix maetken gelegen tho Waerensffelde bij der weme, 7 ½ golden gulden, die 7 rieder gulden ffoer 6 gulden gerekendt ad 28 stuiver, verschienet up Sanct Egidiusdach in September, zelige Willem Raeshorn Item ut dat guedt Horstelo gelegen in kaespell van Waerensffelde in der buerscop Lesten, 6 gulden ad 33 stuiver up Paeschen Item ut dat ffirdendell des erves geheiten dat Buerloe gelegen in kaespell van Ffoerden in die buerscop Delden, 2 dalder ad 30 stuiver jaerlix up Martini, nu Elsken Kreyenffengers up den Nijstadt Dyt naebescreven ys mijn untfanck soe van des hueses landen, het verkoeffte saet daervan und soe ock van der renten und holt dat daer verkoft ys tho deses hueses proeffit Item untfangen van Johan Stuelkens ffrou 2 gulden ad 28 stuiver und 4 stuiver van twee ffollik perden, die hem verkoefft sijnt anno [15]84 ffoer 12 dalder ad 30 stuiver unde elf sceppell roggen Item noch van sijn ffrou untfangen 4 dalder ad 30 stuiver 18 stuiver den 5 Aprill anno [15]85 Item untfangen van Johan Stuelken vier en een halve sceppell roggen den 23 Aprill anno [15]85, hiermyt ys dat huis betalt und ys ffoer dat sceppell betalt 31 stuiver, dytselve hefft dat huis laeten maelen Van die waeren up deer stadtweide Item untfangen van en waer tot 40 stuiver van meyster Lubberdt die baerbier den 6 Junii anno [15]85 Item noch untfangen van twee waeren, daerffoer gekregen 2 gulden ad 28 stuiver 20 stuiver den 8 Junii anno [15]85 Ffoelget dat untfanck van die landen deses hueses Summa lateris 11 gulden 6 stuiver Item verkoefft Everdt Wetynck en ffoeder hoeys, 4 dalder ad 30 stuiver, facit 4 gulden ad 28 stuiver 8 stuiver Item Johan Ffoegell verkoefft en sleppen hoeys, hierffoer an betaelinge genaemen en halve molder roggen in den huese den 16 Augustus
pag. 13
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item untfangen up die Paegemate alz ffoer die haerffsweide tot 6 gulden ad 28 stuiver 12 stuiver van den sutteler den 16 Augusti Item untfangen van Rene Moer 10 ½ stuiver van moesterdtsaet den 24 September Item noch verkoefft up versceiden tijeden ffoer 6 ½ stuiver mostersaet Item verkoefft tot 70 pondt ffleis van en koe, dat pond ffoer 1 stuiver, facit [2 gulden 14 stuiver] Item noch verkoefft ffoer 3 stuiver moesterdtsaet den 18 December Item den karckmeyster Willem Jacobzen geffordt twee en een half pondt swaer van Groelle den 24 December, facit 5 dalder ad 30 stuiver Item derselver tijt noch untfangen zeven sceppell roggen van Lebewijn und Henrick Scipmaker, dat ys in den huese gekoemen Summa lateris 19 gulden 8 stuiver
Untfanck van die verkoeffte gaerste und manckzaet Item verkoefft den karckmeister Aetsack twee molder moltes weynich en sceppell, het molder 4 dalder weynich en ordt, den 4 Aprill, facit 6 gulden ad 28 stuiver 18 ½ stuiver 5 plac Item noch verkoefft drie molder garsten, het molder 4 dalder weynich 1 ordt, facit 11 dalder ad 30 stuiver, den 4 Aprill und 7 ½ stuiver Item verkoefft en sceppell gaersten ffoer 28 stuiver den 25 Aprill Item verkoefft een molder garsten ffor 4 dalder ad 30 stuiver, facit 4 gulden ad 28 stuiver 8 stuiver den 20 Meii Item noch verkoefft drie sceppell garsten, het sceppell 28 stuiver, facit 3 gulden ad 28 stuiver Item verkoefft twee sceppell mancksaetz ffoer 46 stuiver den 24 October Item verkoefft Daem Wenynck en halve molder garsten ffoer 2 gulden ad 28 stuiver den 3 November Item verkoefft en halve molder garsten ffoer 2 gulden ad 28 stuiver den 11 November Item noch verkoefft twee molder garsten, het sceppell 30 stuiver, facit 8 gulden ad 28 stuiver 16 stuiver den 25 November Summa lateris 41 gulden ad 28 stuiver 6 stuiver 5 plak Item noch verkoefft twee molder garsten, het sceppell 31 stuiver, facit 8 gulden ad 28 stuiver 24 stuiver den 26 November Item noch verkoefft en haelff molder gaersten ffoer 2 gulden ad 28 stuiver 4 stuiver den 8 December Item noch verkoefft zes sceppell gaersten, het sceppell 30 ½ stuiver, facit 6 gulden ad 28 stuiver 9 stuiver den 13 December
pag. 14
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item noch verkoefft drie molder garsten, het sceppell 32 stuiver, facit 13 gulden ad 28 stuiver 20 stuiver Item noch verkoefft zes molder garsten, het sceppell 33 stuiver, facit 28 gulden ad 28 stuiver 8 stuiver den 21 Januarii, ffrou Plaeten Item noch verkoefft een molder garsten, het sceppell 35 stuiver, facit 5 gulden ad 28 stuiver Untfanck van dat verkoefft hoelt ut den Langenbarch Item verkoefft Pouwell Spitholt myt sijne consortten tot 49 dalder ad 30 stuiver den dalder gerekendt, holt, dat den 27 Aprill facit 52 gulden ad 28 stuiver und 14 stuiver Summa lateris 116 gulden 19 stuiver Item noch verkoefft Willem Negelbrynck myt sijne consorten ffoer 39 dalder ad 30 stuiver holt, facit 41 gulden ad 28 stuiver 22 stuiver den 3 Junii Item noch verkoefft ffoer 5 ½ dalder holt Harmen die dachuer, facit 5 ½ gulden ad 28 stuiver 11 stuiver Item noch verkoefft Willem Negelbrinck myt sijne consorten tot 34 holter, daer sij ffoer het stucke betaelen sollen 21 stuiver, facit 25 gulden ad 28 stuiver und 14 stuiver Item noch daernae gehalt tot vier boemen, daer sij ffoer betalt hebben 21 stuiver, facit 3 gulden ad 28 stuiver den 2 Julii Item Johan ten Bem verkoefft drie boemen ffoer 3 gulden ad 24 stuiver, facit 2 gulden ad 28 stuiver 16 stuiver den 2 Julii Item den karckmeister Willem Jacobzen verkoefft ffoer 42 stuiver holt den 2 Julii Item richter Johan gehaelt en boem, daerffoer hij betalt 36 stuiver Item onse koester gehalt twee boemen, daerffoer hij sall betaelen 44 stuiver die hem die karckmeisteren korten sollen an sijn pretium, daervan ock anteikenen sall sijn in mijn utgieven, als ffoelget Item Laeer soen mij betalt 15 ½ stuiver van en halve kaer holtes Summa lateris 83 gulden 18 stuiver 7 ½ plak Item Johan Ffoerffechter het huis betalt 4 dalder ad 30 stuiver van den eeck die hij van des hueses holt geschelt heff, facit 4 gulden ad 28 stuiver 8 stuiver Bra[bants] den 12 Augus[tus]
Untfanck van den lieden die in desen huese gegaen und gestorven bynt dyt jaer [15]85 Item Aelken Gisbertz den huese gegieven en halve roesenobell, facit 2 gulden ad 28 stuiver 14 stuiver Item untfangen van Aelken Engelen 28 ½ stuiver van en sijeden lyndt den 8 Aprill Item noch untfangen 12 stuiver van olt tuch ut dat siekenhuis Item untfangen van ffrou Ter Breide 2 roesenobels, facit 10 gulden ad 28 stuiver
pag. 15
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item untfangen 2 gulden ad 28 stuiver und 8 ½ stuiver van en pels den 2 October Item untfangen van ffrou T’ Breide 15 stuiver up oere koest, die Johan Hantzen verlecht hadde Summa lateris 21 gulden 2 stuiver Item den 25 October untfangen van onse koestgengersse ffrou Ter Breide 6 dalder ad 30 stuiver Item noch untfangen van onse koestgengerse ffrou T’ Breide 2 dalder ad 30 stuiver und 10 stuiver, facit 2 gulden ad 28 stuiver 14 stuiver Bra[bants] den 7 November Ffolget die rekenynge van die scoemacker Item myt meister Johan Ffoerffechter affgerekendt die ffellen, welike dat huis geslachtet hefft dat jaer [15]84, daervan hij untfangen hefft tot zes ffellen van des huises edtbiesten, daervan hij vor dat stucke betaelen sall tot 20 stuiver, noch derselver tijt tot negen kaelverffellen, daer hij ffoer het stucke betaelen solde tot 4 stuiver Bra[bants], dyt vorschreven myt malkanderen gerekendt up Sondach Judica in der hilliger Ffaesten, summa beloepen dese vorschreven ffellen groet und kleyn 5 dalder ad 30 stuiver 6 stuiver, hieruntigen dat waerick affgetaegen van den huese, blivet noch 1 ½ dalder 1 stuiver, dese vorschreven 1 ½ dalder 1 stuiver ys hi noch sculdich gebleven Summa lateris 10 gulden 16 stuiver Summa des aelingen ontfanx 303 gulden 19 stuiver 12 ½ plak Item anno [15]86 den tweeden Maii ick Aessack met mijn hullper Willem Jacopsson op ’t Nije Gasthuissess sollder bevonden fyr mollder roggen myn een scheppell und 27 mollder garsten myn een scheppell und noch wair ongeverlich zeven scheppell garsten moltz, dyt vurschreven mollt verkofft vermogen mijnder antey[keningen], desse rogge vurschreven naederhandt in dessen vurschreven huisse laten malen und alldair verbruickt, van desse garste drie mollder tho mellten gesandt und achttien mollder, soe see mij seggen, verseyt op beyde kempen und een scheppell garsten latenn malen und dee rest ingelicken thot behuiff dess huissess vurschreven verbruck[t]
Ffolget die geslachte ffellen van dyt jaer [15]85 Item Johan Ffoerffechter untfangen en eynwynter ffiersen ffelken up Ffridach ffoer der kermissen anno [15]85 Item noch untfangen en eynwynter boelen ffelken den 12 Augustus anno [15]85 Item noch untfangen en eynwynter stieren ffelken, dat gekoefft ys van die soldaeten anno [15]85 Item noch untfangen en koe ffell und ys gewest swardtboendt den 9 September Item noch geslachtet en blaerdt koe den 20 September anno [15]85 Item noch geslachtet en swarte kolde koe den 13 October Item noch geslachtet en griese koe den 12 November up Sanct Elisabedt Van ontfanck deeser vellen in hoc lateris gesatt is in dye voerige reekeninge de anno [15]85 nyet gereckent
pag. 16
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Van stedicheit und tijns die dat Gaesthuis jaerlix betaelt Item dat capittell twee molder weiten ut den tende in den Baekerwerdt Item die kaercke tho Almen en halve molder roggen up Cathedram Petri Item Harmen Buishoeff und Rensse van Buerloe ut dat guedt Laer vier molder roggen und een molder boenen, twee molder gaersten und anderhalve molder haeveren Item die vicarius up Sunct Philipus und Jacob altaer der Groeter Kerken een half pondt ut den torn up den Nistadt, Cathedram Petri Item den paestor tho Waerensfelde 27 ½ scillynck ut die koeweide tho Warensffelde, dieselve 14 schillingen van en slacht daernaest gekoefft van Johan van der Cappellen und men betalt daerffoer en halve dalder Van den tijns Item die her van den lande 5 olde butkens ut den hoeff up den Nijstadt, dyt betalt men up den Nistadt Lebuinus Item noch 20 pennigen ut Koerzell, dyt staet in Lochemse boeck, up Sant Catherinen hier ffoer 5 stuiver Item noch die heer toe renthen een molder korns und een farken, twee groetkens t’ plochgelde ut Corssell, daerffor betalt men 46 stuiver up Martini Item noch 2 olde butkens ut Haermen Loewes huis in der Baelhesen tigen dat Gaesthuis up Martini Item noch en sceppell roggen ut den hoeff ffoer die Nijstadtporte, Martini Item noch 4 blauve gulden ut Coerssell up Sunct Simon und Judadach, ffoer elliker gulden 20 stuiver Item noch den heren 8 Brantsche marck, hierffoer betalt men tot 18 stuiver tho Epsen ut Luttike Baeltynck Item noch 16 pennigen ut haelve Waernynck tho Hengele, Martini, hiervan betalt heer Garridt sijn heleffte tot 2 stuiver 2 plak Die rendtmeister up Ffeluwen Item dieselve 9 olde groeten 2 pennigen tho plochgelde ut Staepelffort up Lebuini tho Willep, maeket tho saemen tot 32 stuiver Item noch denselven 2 olde groeten ut Sculten bues, facit 7 stuiver Item ut die Sciphoeve 3 ½ stuiver Item ut die hoeffstede genandt dat Hoybrinixken 2 stuiver Item dee ffrou van Elten 3 ½ olden Fflems, facit 3 ½ stuiver ffoer die kamp butten die Nistadtporte up Simonis et Jude, dyt plach men tho Broemen t’ betaelen
pag. 17
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item die gildemeisters van Onser Lieven Ffrouwen tho Aelmen een pondt waesses ut Luttiken Baltynck up Lichmissen, dat betalt den husman Exposita van die vorschreven pencion dat het Gaesthuis jaerlix betaelt Item Rene Cantzen des jaers up Sanct Johan 3 dalder ad 30 stuiver, dytselve ys liffgelt Item noch Rene Cantzen 3 dalder up Victoris, dyt is ghin liffgelt Item zelige joeffer Aelken Tegeringes ter Her Henrickxhuis jaerlix ut zeliger Petter Eskes huis 2 gulden ad (niet ingevuld) up Sunt Johan Babtisten Item die vicaris in den huese 4 pondt jaerlix, 11 stuiver ffoer dat pont, dat up Cathedram Petri Item Jeniken van Till jaerlix van 3 ffirdell dalder handtgelt nae vermoegen oer briff up Mytffaesten jaerlix 4 ½ dalder Item noch van 6 dalder giefft men ter handtgelt 11 stuiver und dese vorschreven ad vitam, vacat, quia mortua usu fuit Maria Item Elsken Scyncken t’ Deventer jaerlix van 200 gulden handtgelt, t’ wetten 12 gulden ad 28 stuiver up Sunt Anthoenis, nu Onse Lieve Frouwe in de Grote Karcke etcetera Item Haermen Baerner zelige karckmeister geweset, heff gelyndt dyt huis weegen der karcken, doe die graeve Van den Berge hier bynnen lach, 50 dalder ad 30 stuiver, dyt bij tijeden Johan Bu[e]sken Item noch heff Derick van Tiell karckmeister wegen der karcken dyt huis gedaen daer zeliger Johan Bueskes ffrou myt betalt ys worden, dyt gesciet bij Johan te Breides tijeden, 50 daler Item noch sall dyt vorschreven huis utrichten und betaelen 100 und 63 ½ gulden ad 28 stuiver die Groete Karcke, waermede daen gedoedet und cassirt sall wesen die handtscriff van zelige Helmich van Hekeren, actum anno [15]78 den 30 Augustus Item den karckmeister Everdt Aetsack vanwegen der kercken Johan ter Breiden tot behoeff des Gaesthueses gedaen 50 gulden ad 30 stuiver, van zelige meister Willem Honorius t’ ffolesten tho betaelen die botter und stockffis, die men tho Deventer Garridt van Wesiken sculdich waes geworden bij Bueskes tieden, actum den 8 Maii anno [15]77 Item noch hefft den vorschreven Aetsack karkmeister betalt Waerner Plaeten vanwegen des Gaesthuis 24 gulden ad 28 stuiver, die zelige Buesken hem sculdich waes vanwegen des Gaesthuis anno [15]77 Item noch hefft die karckmeister Aetzack Johan ter Breiden gedan tho behoeff des hueses 51 dalder ad 30 stuiver weynich 2 stuiver, van ossen t’ koepen anno [15]79 Item noch gifft dyt huis tho pensen van 100 gulden ad 28 stuiver nae vermuegen deer cedelen Lambert van Eeptz unde Myken sijn huisffrou (nu in Godt verstorven) und verstan Willem Scoelewick an sicht t’ hebben als latius in boeck van den jaer [15]80 up untfanck der pennigen Item noch betalt dat huis jaerlix 1 ½ gulden ad (niet ingevuld) suester Anna Boenges ut dat halve huis ffoer den Bruerencloester Item noch tho pencion van 150 dalder ad 30 stuiver Rikelt tho Hellinger alte up en handtscrifft, hiervan betalt men jaerlix 9 dalder
pag. 18
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item noch betalt dyt huis jaerlix 9 dalder an Henrick Koester, nu dat kyndt off die ffrunden van 150 dalder nae vermuegen der handtscriff Item noch toe pencion van 100 gulden ad 28 stuiver 6 gulden 1 ortguldens up Conversionis Pauli ffrou Raeshorns Item noch tho pencion ut dat guedt Joestynck van hondert gulden und 20 gulden ad 30 stuiver des jaers daerffoer 6 dalder ad 30 stuiver, dytselve sijnt van 20 penigen 1 gulden, hieruntiegen staen die restanden van zelige Steven Bentynck als latius geteikendt in dat boeck van [15]81 bij die restande Item ffrou Boeynges, die moeder van Rickelt t’ Hellinger und zelige Henrick Koesters ffrou, kompt noch van dyt guedt Joestynck 98 dalder ad 30 stuiver als affgedaen wordt den paeter tho Aedemeshuis unde daen daer ock an gekorttet, dat zelige Reindt Joestynck kyndeer t’ ffoelle untfangen hadden, t’ wetten tot 16 dalder ad 30 stuiver, als het vorschreven affgedaen up datgene des oer dan noch thokompt, gedaen 15 dalder ad 30 stuiver, allen dytselve den huese tho rekenscap gebracht in anno [15]82, ffort ys t’ wetten dat die vorschreven 15 dalder ad 30 stuiver nyet angerekendt solt worden desen huese, sonder ffrou Boeynges solt dieselve angerekendt worden Item noch den 22 September anno [15]83 upgenaemen tot 200 dalder ad 30 stuiver tho den randtsoen anno [15]83 Johan tho Breide ingebracht, dat men hem van sculdich ys nae vermoegen der rekenscap und deer handtscrifften deer karckmeesteren Item upgenaemen den 6 October 60 dalder ad 30 stuiver die ons Rene Cancen ter handt gekregen hefft, daer men aff betaelen sall 6 dalder ad 30 stuiver wes tho Paeschen tho anno [15]84 Ffoelget hiernae mijn utgieven soe van tijns und stedicheit die dat Gaesthuis dyt jaer betalt hefft als naebescreven Item die rendtmeister up Ffeluwen betalt dat an handen Derick Buekeffort als untfanger des tijns up Ffeluwen, t’ wetten de anno [15]84 hierup betalt 22 stuiver den 29 Aprill Item noch up den tijns betalt van dyt jaer [15]85, t’ wetten 40 stuiver an den tolener Buikeffordt, dat up Sint Martensdach anno [15]85 Exposita van pencion Item Rene Cantzen onse moer betalt die 3 dalder ad 30 stuiver pencion vam Victoris anno [15]84, alle van pencion Item Jeniken van Tyell betalt an gelde dat oer het huis sculdich ys, t’ wetten 5 dalder ad 30 stuiver 17 stuiver 1 ordt, dytselve heff sij up oer summa van den gelde unde up renthe untfangen up verscheiden tijeden Item noch sij gehalt een ffaet biers unde een ffierdell, ock up verscheiden tijeden Item ffrou Raeshorns up den Nijstadt untfangen van Pouwell Spitholt und Willem Negelbrinck tot 2 dalder ad 30 stuiver Brabants talholt, dytselve untfangen up der pencion die dat huis oer jaerlix sculdich wordt, undtfangen den 28 Apriell anno [15]85 Item betalt up die 60 dalder ad 30 stuiver die het huis gekregen hefft van Rene Cantzen, t’ wetten 13 dalder ad 30 stuiver 6 stuiver myt der pencion ingerekendt, up Paeschen verschenen anno [15]85 unde sindt nu die summa ffoertan up 50 dalder als vorschreven
pag. 19
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item die onse koester betalt vanwegen deer karckmeisteren alle van pencion 42 stuiver, daer an hij heff laeten haelen twee eyken boemen, actum den 2 Julii anno [15]85 Summa folii 29 gulden ad 28 stuiver 5 stuiver 1 ortstuiver
Ffoelget dat utgieven van marckgelt in ’t und dorch dat gansse jaer Item gekoefft ffoer 1 ½ stuiver laetnegelen den wijnstock t’ sniden den 18 Martii Item betalt 10 stuiver ffoer en plochradt den 18 Martii Item Smeynck betalt 1 ½ dalder van acht daegen sijn perdt t’ mennen an die plocht den 18 Martii Item Henrick Ffeleker betalt 6 stuiver dat hij hoppe gelecht hefft Item gekoefft ffoer 3 stuiver buckynck den 20 Martii Item gekoefft 6 stuiver keese tho den confoi den 21 Martii Item gekoefft ffoer 3 ½ gulden ad 28 stuiver und noch 7 stuiver hoey van Garit up Sesynck den 26 Martii Item betalt 3 gulden ad 28 stuiver ffoer des hueses perdt tho randtsoene, doe dat huis ’t Hacffordt ingennamen wordt den 26 Martii Item gekoefft ffoer 3 ½ stuiver buckynck tho den confoy an den 26 Martii Item noch gekoefft derselve tijt ffor 1 ½ stuiver slaet toe den confoy Item gekoeft van Petter Glaesemaeker en perdt, daerffoer betalt 7 dalder ad 30 stuiver, facit 7 gulden ad 28 stuiver und 14 stuiver den 27 Martii Item noch betalt Brinkerman 1 dalder ad 30 stuiver acht daegen sijn perdt t’ mennen Summa lateris 18 gulden ad 28 stuiver 1 ½ stuiver Item gekoefft 5 ½ stuiver keeses und ys gewest twee poendt ende een half fierdell Item gekofft ffoer 3 stuiver ffys um oly tho braeden den 26 Martii Item den supprior tho Brueren gegieven 6 stuiver, doe sij angengen 27 Martii Item gekoefft ffoer 24 stuiver ffis, doe yck mijn rekenscap dede den 28 Martii Item straetemaeker betalt 15 stuiver an die porte van den hoeff t’ metzelen, ys gewest anderhalve dach myt sijn knecht Item gekoefft ffoer 4 dalder unde 1 ordtdalder hoey van en maen in die Koelstiege, facit 4 gulden ad 28 stuiver 15 ½ stuiver den 29 Martii Item den bekers knecht gegieven 1 ½ stuiver tho Ffaestelaevendt Item Rene Moer gedaen 10 stuiver tho ffis up Wonsedach t’ Ffaestelaevendt
pag. 20
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item gekoefft ffoer 6 stuiver ffis ffor dat confoy doe her quam van Lingen Item noch gekoefft derselver tijt foer 6 stuiver weggen den 29 Martii Item den 30 Martii gekoefft 8 stuiver weggen tho den conffoy van Grolle, den ffenen dracht van die roede ffaene Item noch derselver tijt laeten haelen ffoer 3 butkens slaet den 30 Martii Summa lateris 7 gulden ad 28 stuiver 17 stuiver 4 ½ plak Item noch derselver tijt ffoer die rutteren laeten haelen 3 ½ stuiver eyer und slaet den 30 Martii Item gekoefft en halve roche 8 stuiver den 4 Apriell Item en soeldaetz ffrou laeten berichten, daervan 3 stuiver 4 April Item den 4 Aprill gekoefft van Ribbers ffrou ffoer 2 Hollantze dalder draeff, facit 2 gulden ad 28 stuiver 16 stuiver Item noch gekoefft 2 dalder unde 6 stuiver draeff van Gertken Wessels ffrou, facit 2 gulden ad 28 stuiver unde 10 stuiver den 5 Aprill Item den 5 Aprill betalt den karckmeister Aetzack tot 3 gulden ad 28 stuiver und 6 stuiver van dat upgelt dat den commissarrien kregen in die pagtinge van den lande Item Johan tho Coerssell betalt 8 stuiver van weyden dichte tho maeken den 7 Aprill Item Otto Timmerman betalt tot 9 stuiver van den ram t’ maeken an den hoeff den 7 Aprill Item Johan Stinmetzeler betallt 6 stuiver van vijf scoeven arbeidens den 9 Aprill Summa lateris 9 gulden ad 28 stuiver 13 ½ stuiver Item gekoefft ffoer 1 ½ stuiver negelen tho en doedtkisten zeliger Stine Fferen Item gekoefft twee boeck pappirs 12 stuiver den 9 Aprill Item noch gekoefft ffoer 34 stuiver draff den 10 Aprill, facit 1 gulden 6 stuiver Item Rene Moer gedaen tot 3 stuiver, die sij tho der kocken noedtrofft utgegieven hefft den 11 Aprill Item noch Rene Moer gedaen 6 stuiver tho der koecken proffit, den 10 Aprill Item Aelken Engelen betalt 5 stuiver van olt tuch t’ verkoepen den 11 April Item betallt 6 stuiver en knecht die drie daegen dee perden gemendt hef an die ploch Item gekoefft van Henrick Bettynck ffoer 4 dalder hoy weynich 1 ort den 15 Aprill, facit [4 gulden ½ stuiver] Item gekoefft ffoer 4 stuiver boemoely den 14 Aprill Item Rene Moyken gekoifft ffoer 8 ½ stuiver aervten den 14 Aprill
pag. 21
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item den 15 Aprill van Steven Kremer en quart roeffoely ffor 14 stuiver Item Rene Moer gedaen 15 stuiver um ffys t’ koepen up Witten Donderdach Item gekoefft ffoer 32 stuiver draff van den pelser up den Nijstadt den 15 Aprill Summa lateris 9 gulden ad 28 stuiver 1 ½ stuiver Item gekoefft ffoer 4 stuiver boemoly den 15 Aprill Item gekoefft ffoer 11 stuiver herynck den 15 Aprill Item en Wytten Donderdaege gekoefft ffoer 4 stuiver boemoly Item gekoefft van Lebuwijn anderhalve sceppell haenepsaetz 2 ½ dalder unde 1 stuiver den 18 Aprill Item gekoefft ffoer 12 stuiver groene ffis foer die aermen up Sunt Joerien Item Rene Moer gedaen 10 stuiver tot groene ffis tho den confoi den 12 April Item gekofft van Aelken Engelen ffoer 3 ½ dalder hoey den 28 April Item onse knecht Thoenis gedaen tot 9 stuiver volle myt het gescoedt t’ faeren, den 28 Aprill Item laeten haelen ffoer 6 stuiver weggen tho den confoey den 29 Aprill Item gekoefft van Ribbers ffrou ffoer 2 dalder draeff den 29 Aprill Item onse boumeister betalt 10 stuiver ffoer en meetpenynck Item onse ffoerknecht Garridt 6 stuiver ffoer en metpenninck den 30 Aprill Summa lateris 11 gulden ad 28 stuiver 5 stuiver Bra[bants] Item onse brouwer gedaen 6 stuiver, die hij verdroncken hefft myt onsen boumeister in den huese brengende den 1 Maii Item Rene Moer gedaen 1 ½ stuiver, daer die maeget Thoenis myt meeden Item Rene Moer gedaen 8 stuiver, daer sij ffis ffoer koepen solde tho den hueses behoeff den 2 Maii Item betalt 4 ½ stuiver van die koene aever tho ffueren in die Ffelue Item betalt 2 ½ stuiver van drie kaelver aever t’ ffoeren, daermyt onse knechten ock myt in weren den 6 Meii Item Rene Moer gedaen 7 stuiver tho ffis t’ koepen in den huese den 8 Maii Item betalt 15 stuiver tho die Spitalsporte toe aepenen den wachtmeister Item Rene Moer gedaen 6 stuiver tho marckgelt den 10 Maii Item Henrick Leyendecker betalt tot 32 stuiver van twee daegen arbeidens myt sijn knecht Drie[s] myt den wijnstock tho sniden
pag. 22
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item en dachuerder betalt 12 [stuiver] van zes daegen die ploch t’ mennen den 12 Maii Item onse maget Marie gedaen 3 stuiver tho en meetpenynck Summa lateris 3 gulden ad 28 stuiver 13 ½ stuiver Item Garridt up Sesynck betalt 2 dalder und 12 stuiver van sijn perdt t’ mennen den 13 Maii Item Rene Moer gedaen 7 stuiver tho marckgelt den 16 Maii Item onse ffoerknecht Garridt gedaen tot 8 stuiver, doe hi myt dat gescoedt utffuer den 17 Maii Item gekoeft twee faerken ffoer 6 dalder ad 30 stuiver weynich 3 ½ stuiver Item gekoefft en sceppell weyten ffoer 43 ½ stuiver den 20 Maii Item noch gekoefft twee faerken ffoer 5 ½ dalder den 24 Maii, facit [5 gulden 25 stuiver] Item en sceppell weiten laeten maelen ffoer 5 butkens Item Rene Moer gedaen 6 stuiver tho marckgelt den 22 Maii Item Rene Moer gedaen 3 stuiver, die sij den becker gedan hefft van roggen t’ backen up verscheiden tieden Item den Welsen soldaeten gegiven 3 stuiver, doe wij den dick pachten ffoer die Spittaelsporte Item onse knecht Toenis betalt 12 stuiver van 6 daegen die ploch t’ mennen Summa lateris 17 gulden ad 28 stuiver 21 stuiver 5 plak Summa prima 105 gulden 22 stuiver 13 plak Item Garridt Sesynck betalt 39 stuiver van sijn perdt tho mennen an die ploch den 23 Maii Item gekoefft ffoer 11 stuiver gres ffoer die blinde meer Item laeten haelen ffoer 3 stuiver weggen, doe wij koep mackten van den holte Item betalt 11 stuiver van en perdt tho hueren an onsen waegen den 6 Junii Item noch betalt 8 stuiver van en perdt holt t’ ffoeren den 8 Junii Item betalt 11 stuiver van saet meyen die soen up Luttiken Baltynck Item gekoefft ffoer 4 stuiver buckink den 13 Junii Item laeten haelen ffoer 2 ½ stuiver weggen den 13 Junii Item betalt 10 stuiver van die koene und en kaeleff den soldaeten in der scanzen, daerbij des nachtes tho roesten den 14 Junii Item den kupper onsen hierder betalt 9 butkens van drie jon[ge] kaelver t’ draegen van deer weide an dyt huis
pag. 23
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Summa lateris 3 gulden ad 28 stuiver 17 ½ stuiver 6 plak Item betalt 5 stuiver van en graeff t’ maeken ffoer en soldaet den 14 Junii Item betalt den ffaerkenhierder 4 stuiver van twee weken hueden den 14 Junii Item onse brouwer betalt 2 stuiver die hi verlecht hadde in aeverffueren Item betalt 2 stuiver van en bolle, dye yck bij der koene gehadt hebbe Item laeten haelen ffoer 3 stuiver weggen den 16 Junii Item laeten haelen ffoer 6 stuiver negelen den 16 Junii Item gekoefft ffoer 4 stuiver kantert den 12 Junii Item betalt den soldaeten 8 stuiver, doe sij in den boes weren Item noch 2 stuiver van en boelle bij die koene den 13 Junii Item den ffaerkenshierder betalt 2 stuiver van hueden Item gekoefft ffoer 5 stuiver waegenvedt den 22 Junii Item Johan van Laeren betalt tot zeven daegen arbeidens, dages 6 stuiver, facit 42 stuiver den 22 Junii Item betalt 2 stuiver van botter tho wegen an die waege Summa lateris 3 gulden ad 28 stuiver 3 stuiver Item gekoefft en plochraedt 14 ½ stuiver den 28 Junii Item gekoefft en sceppell weiten 33 stuiver den 28 Junii Item onse olde knecht Thoenis betalt 18 stuiver van vier daegen hoyens Item Henrick en dachuerder betalt 8 stuiver van vier daegen hoyen 3 Junii Item en ffrou betalt 6 stuiver van vier daegen hoyens den 4 Junii Item den ffaerkenhierder betalt 2 stuiver van en weke huedens Item laeten haelen ffoer 4 stuiver weggen als dat gewalt ut deer Ffelue quam den 28 Junii Item den ffaerkenshierder betaelt ffoer en weke huedens 2 stuiver den 28 Junii Item betalt 2 stuiver van en buellen bij die koene Item betalt en dachuerder 8 stuiver van en landt up tho graeven den 29 Junii Item gekoefft drie pondt kanters weynich een ffierdell, dat pondt 1 stuiver und 1 ordt, facit 3 stuiver den 29 Junii Item gekoefft en quarte ters an den waegen ffoer 6 stuiver den 29 Junii
pag. 24
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Summa lateris 3 gulden ad 28 stuiver 22 ½ stuiver Item noch daer ingekoefft en pondt ffettes ffoer 4 stuiver Item noch en ffrou betalt twee daegen byndens, beloepet 12 stuiver Item noch betalt en dachuerder van drie daegen hoyens 7 stuiver Item noch betalt 2 stuiver van en boelle den 8 Julii Item betaelt 2 stuiver den ffarkenhierder den 8 Julii Item betalt 6 stuiver tho ffis ffoer dat confoi 10 Julii Item gekoefft ffoer 4 stuiver styenen potte den 14 Julii Item gekoefft en quart ters ffoer 6 stuiver toe den waegen den 14 Julii Item derselver tijt ffoer 4 stuiver ffedt tho den waegen Item gekoefft ffoer 3 ½ stuiver stoellen den 15 Julii Item onse olde knecht Thoenis betalt 31 stuiver van veertien daegen arbeidens, soe van hoy meyen unde hoyen Item betalt Egberdt Hol[t]saeger 15 stuiver van dat hij myt die scoemaekers in den bues gegan was den 15 Julii Item den ffarkenhierder betalt 2 stuiver des 16 Julii Summa lateris 3 gulden ad 28 stuiver 14 ½ stuiver Item betalt Henrick Seynen van en ffoeder hoys t’ fueren 16 stuiver den 15 Julii Item en dachuerder betalt tot 24 stuiver van twaalf daegen hoyens den 16 Julii Item den leiendecker betalt 15 stuiver van anderhalve dachuer den 16 Julii Item noch hem betalt ffoer 50 leynegelen 3 ½ stuiver Item den ffaerkenshyerder betalt tot 2 stuiver den 21 Julii Item Herick, Thoenis swaeger, betalt 16 stuiver van acht daegen hoyens Item Rene Moer gedaen 6 stuiver tho marckgelt den 24 Julii Item Rene Moer gedaen 7 stuiver tho marckgelt den 25 Julii Item Otto in den Toldick 6 stuiver van die straete schoenen t’ maeken Item betalt 4 stuiver van weggen den 25 Julii
pag. 25
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item betalt ses dachuerders van zaet toe meyen ffoer die Nijstadtporte, doe onse ffolck was utgeffaeren van des heren wegen unde en yder dachuerder gegieven tot 9 stuiver, facit 1 gulden ad 28 stuiver 26 stuiver den 25 Julii Item Rense die karman betalt 15 stuiver van waeter ffueren Summa lateris 6 gulden ad 28 stuiver ½ stuiver Item betalt 14 ½ stuiver van kaese, daer Aetzack die ander heleffte van krecht Item gekoefft ffor 5 stuiver weggen in den bou ffor die ffis Item gekoefft ffoer 6 stuiver wortelen den 24 Julii Item gekoefft en molder hoppen, daerffoer betalt 40 stuiver den 25 Julii Item die ffaerkenhierder betalt 2 stuiver van hueden Item onse olde knecht Thoenis betalt van veertien daegen arbeidens 28 stuiver Item die soldaeten betalt 6 stuiver ffoer die Nijstadtporte um dat zat t’ bewaeren Item en benster betalt 12 stuiver van bynden den 2 Augusti Item betalt 2 ½ stuiver en dachuerder van zaedt helpen t’ fflien den 2 Augustus Item die soldaeten ffoer die Laerporte betalt 6 stuiver, dat sij onsen waegen lieten paessiren den 2 Augustus Item betaelt en saetmeyer 9 stuiver van en dach meyens den 5 Augustus Item die ffaerkenhierder betalt 2 stuiver van hueden Item gekoefft en ffaerken van die soldaeten ffor 37 ½ stuiver Item gekoefft ffoer 4 stuiver wortelen den 3 Augustus Item Rene Moer gedaen 12 ½ stuiver tho kantert den 4 Augusti Summa lateris 6 gulden ad 28 stuiver 19 stuiver Item Rene Moer gedaen 6 stuiver tho ffis den 4 Augusti Item noch gekoefft tho den bou tien pondt kanters, het pondt 1 ½ stuiver, facit 15 stuiver Item gekoefft en sceppell weiten 30 stuiver den 10 Augustus Item gekoefft ffoer 4 stuiver ffis den 11 Augusti Item noch Rene Moer gedaen 6 stuiver tho ffis den 12 Augusti Item en ffrou betaelt zes daegen byndens, facit 15 stuiver den 13 Augustus Item betaelt 7 stuiver tho wortelen den 13 Augusti
pag. 26
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item betalt Henrick Stinmetzeler 8 stuiver van en dach metzelen Item betaelt twee dachueren van meyen, des daeges 9 stuiver, facit 18 stuiver Item onse olde knecht Thoenis betalt van twaalf daegen meyens 24 stuiver den 16 Au[gustus] Item en ffrou betaelt drie daegen bindens 7 ½ stuiver den 16 Augusti Item noch betalt en dachuerder 9 stuiver van meyen den 16 Augusti Item den ffaerkenhierder betaelt van ffirtyn daegen huedens 5 stuiver Item gekoefft ffoer 3 stuiver oly om en perdt t’ smeren Item van Johan Ffoegell untfangen en halve molder roggen up dat hoy, wellike yck hem verkoeft hebbe den 16 Augusti Summa lateris 5 gulden ad 28 stuiver 17 ½ stuiver Item Rene Moer gedan 8 stuiver tho herinck den 8 Augusti Assumptionis Marie Item den ffarkenhier betalt 2 ½ stuiver van hueden Item gekoefft en rondeken, daerffoer betalt 4 dalder ad 30 stuiver den 15 Augustus Item gekoefft ffoer 6 stuiver ffis in den huese den 15 Augustus (Item gekoefft en koe van Taxis haevemeiste[r] voer 10 dalder ad 30 stuiver, dyt sall noch die karckmeister Willem Jaecobsen in sijn verlechten dingen tho rekeninge brengen) Item Willem onse kockmaeget gegieven 4 ½ stuiver ffor en karmisse Item die ffaerkenshierder betalt 2 ½ stuiver van hueden Item laeten haelen ffoer 2 stuiver weggen up die kermissen Item noch laeten haelen ffoer 5 stuiver weggen ffor die rutteren in ’t confoy, doe sij in Ffeluwen toegen Item Thoenis onse olde knecht betalt 16 stuiver van meyen den 16 Augustus Item betalt ffoer en slot an den sieken kelder 6 stuiver den 16 Augustus Item gekoefft ffor 8 stuiver wortelen den 18 Augustus Item Johan Kistemaeker betalt twee dachueren, facit 16 stuiver Item gekoefft ffoer 6 stuiver ffis tho den confoy Summa lateris 7 gulden ad 28 stuiver 6 ½ stuiver Item gekoefft ffoer 4 stuiver negelen den 24 Augusti Item onse olde knecht Thoenis betalt van ses daegen arbeidens 12 stuiver
pag. 27
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item den ffaerkenshierder betalt van hueden 2 ½ stuiver den 25 Augustus Item gekoefft en perdt ffoer 7 dalder den 26 Augusti van die soldaten Item en benster betalt van tyn daegen bynden, daeges 3 stuiver, facit 1 gulden ad 28 stuiver und 2 stuiver den 27 Augustus Item onse olde knecht Toenis betalt ffiff daegen meyens, facit 10 stuiver den 29 Augustus Item laeten haelen ffoer 3 stuiver negelen toe en doedtkiste den 29 Augusti Item den ffaerkenshierder betalt 2 ½ stuiver van hueden Item betalt en dachuerder 8 ½ stuiver van arbeiden den 2 September Item onse fuirknecht gedaen tot 12 stuiver, die hij in der Ffeluen thoch myt der her Taxis Item gekoefft ffoer 8 stuiver hoppen den 3 September Item laeten haelen ffoer 6 stuiver ffis, doe die rutteren ut der Ffeluwen quam Item den ffaerkenhierder betalt 2 ½ stuiver van hueden den 6 September Item gekoefft ffoer 7 ½ stuiver aell in dat huis den 15 September Item gekoefft ffoer 7 stuiver wegg[en], doe die rutteren wedderom quemen ut die Ffeluwen den 15 September Summa lateris 11 gulden ad 28 stuiver 17 ½ stuiver Item gekoefft ffoer 6 stuiver besseme den 15 September Item gekoefft twee waene felle 6 stuiver den 15 September Item Johan Kistemaeker betalt anderhalf dachuer, facit 12 stuiver den 18 September Item gekoef ffoer 6 stuiver hoppen den 18 September Item noch gekoefft ffoer 28 stuiver hoppen den 20 September Item betalt van en perdt an den zaetwaegen 5 stuiver den 20 September (Item gekoeff van den karckmeister Willem Jacobzen ffoer 2 dalder draeff, dytselve brenget he ffort in sijn rekinge) Item laeten haelen ffoer 2 stuiver weggen den 20 Sep[tember] Item gekoefft ffoer 7 stuiver hoppen den 25 September Item onse ffoerknech gedaen 12 stuiver, doe hi nae Boxbargen moest ffaeren Item gekoefft ffoer 13 stuiver hoppen den 25 September Item gekoefft ffoer 15 stuiver wortelen den 2 October
pag. 28
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item en block plancken laeten snieden, daervan betalt tot dardenhalven dachuer und en scoiff 37 stuiver Item tho der Laerporte up t’ doene um der koene betalt 7 stuiver den 6 October Summa lateris 5 gulden ad 28 stuiver 16 stuiver Item gekoefft ffoer 8 stuiver wortelen den 8 October Item betalt den kuehierder 20 stuiver van dat hij den soemer die koene gehuedt hadde in Ffeluwen Item noch gekoefft ffoer 10 stuiver wortelen den 8 October Item betalt Johan Hancen 15 stuiver, soe hij den huese verlecht hadde, doe wij het holt liten ffueren van den Langenbarch, daervan Andris die wachmeister eyne beholden woell Item gekoefft ffoer 24 stuiver hoppen den 18 October Item gekoefft en halve molder boeckweiten ffoer 31 stuiver Item gekoefft ffier raeden an den waegen, betalt 5 ½ dalder ad 30 stuiver unde 6 ½ stuiver den 24 October Item gekoefft en half molder boeckweyten ffoer 32 stuiver Item noch en ffrou betalt 3 stuiver, dat sij ons in den soemer hadde helpen bynden Item gekoefft en halve molder bueckweiten ffoer die ffaerken, 32 stuiver den gul[den] Item Hellen van Gaelen betalt 3 stuiver van broet toe backen den 3 November Item gekoefft ffoer 4 stuiver scollen den 13 November Item den slechter betalt 3 stuiver va[n] ffleis ut t’ houven den 13 November Item gekoefft ffoer 4 ½ stuiver roevekoeke den 15 November Summa lateris 12 gulden ad 28 stuiver 25 stuiver Item gekoefft ffoer 13 stuiver keese up Sint Elisabedt den 16 November Item gekoefft ffoer 14 stuiver roggen unde weggen up Sanct Elisabedt Item betalt 14 stuiver tho waegensmer van Delis van Aertzen den 29 November Item noch derselver tijt gehalt en mengelen ters 3 stuiver Item die moenike tho Brueren gegieven 6 stuiver den 1 December Item laeten haelen ffoer 3 stuiver negelen tho en doetkiste den 7 December Item betalt 5 stuiver van en graeff tho maeken ffoer en soeldaetenffrou Item Thoenis Stinmetzeler betalt 6 stuiver ffoer en spyndt boenen den 15 December
pag. 29
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item gekoefft ffoer 13 stuiver sc[e]lleffis up Kaersavendt Item gekoefft en spyndt arvthen tho Groelle 10 stuiver Item gekoefft zes en een halve molder roggen, daervan die zes molder gekoefft sijnt het sceppell 17 stuiver, item noch dat halve molder het sceppell 18 stuiver, dytselve hefft Henrick van der Heiden gekregen ffoer sijn perdt, summa facit 15 gulden ad 28 stuiver 24 stuiver Item gekoefft en pondt waegensmers ffoer 4 stuiver Item gekoefft tho Grolle ffoer die perden ffoer 5 stuiver hoy Item onse knechten derselver tot dar vertert tot 9 stuiver Item gekoft van ffrou Ribbers ffoer 33 stuiver draeff Summa lateris 20 gulden ad 28 stuiver 22 stuiver Item gekoefft van Henrick Brandtz ffoer 2 gulden ad 28 stuiver draeff den 23 December Item gekoefft ffoer 13 stuiver ffis up Kersaevendt Item gekoefft ffoer 32 stuiver draef van Petter Roemskerken 25 December Item betalt 2 stuiver 1 ordt ffoer en half mengelen wijns, doe ffrou Hennigs berichtet worden Item noch derselver tijt gelecht 2 ½ stuiver up der taeffele den 26 December Item ffrou Henniges gekoefft twee pondt ffleis, facit 3 stuiver Item dieselve noch gekoefft up verscheiden tieden 5 stuiver weggen Item gekoefft van Henrick Moeler ffor 16 stuiver draeff 3 Januari Item ffrou Henniges gekoefft 3 stuiver ffleis Item noch laeten haelen ffoer 2 stuiver 1 ort roeffoly in dat siekenhuis Item gekoefft van Henrick Brandtz ffoer 3 gulden ad 28 stuiver draeff weynich 2 ½ stuiver den 15 Januari (Item tho Grolle gekoefft een molder bueckweiten) Item betalt ffoer twee ffoerraeden tot 2 dalder ad 30 stuiver und 20 stuiver, facit 2 gulden ad 28 stuiver 24 stuiver Item laeten leggen twee banden up die raeden bij den smit an den Marck 7 stuiver Item gekoefft ffoer 2 dalder ad 30 stuiver unde 1 ordtdalders scrinholt Summa lateris 13 gulden ad 28 stuiver 7 stuiver Item gekoefft tho Groelle een molder bueckweyten, dat sceppell 12 stuiver, facit 48 stuiver den 24 Januarii
pag. 30
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item gekoefft drie pondt roessels, beloepen 13 stuiver den 24 Januari Item gekoefft ffoer 9 stuiver ffedt in die raeden den 24 Januari Item onse knechten tho G[r]oelle vertert myt die perden, daer sij ock ffoeder ffoer gekoefft hebben als en sceppell boeckweiten, 33 stuiver Item betalt tho Groelle 52 stuiver van den waegen, daer die karckmeister Willem Jacobzen noch sijn quoetae van betaelen sall als van dat twee en een half pondt swar t’ ffoeren Item gekoefft ffoer 36 stuiver draeff Engelberdt Ilsynck, den 2 Februarii Item noch gekoefft ffoer 42 stuiver draeff van den toelner Item den waegenmeister betalt, doe men nae Grolle was, 15 stuiver Item betalt an den ffeltwesseler tho Grolle 7 stuiver Item Rene Moer gedaen 5 stuiver van spit laeten toe spynnen den 14 Februarii Item betalt 1 ½ stuiver tho sepe Summa lateris 9 gulden ad 28 stuiver 9 ½ stuiver Item betalt 6 butkens tho eyer die men die koe ingaeff Item dat huisgesyn gegieven up den Ffaestelaevendt en mengelen brandewijns, facit 14 stuiver Item up Ffaestelaevendt gekoefft ffoer 8 stuiver ffis in den oly Item gekoefft en quart olys 18 stuiver den 16 Februarii Is hiernae ock angeteikent wat het huis laeten haelen hefft van den karckmeister Willem Jacobzen, daer hier noch van anteikinge geschien sall Item gekoefft en koe van den soldaeten ffoer 10 dalder ad 30 stuiver Item noch 2 dalder ad 30 stuiver ffoer draeff Summa lateris 14 gulden 9 stuiver 9 plak
Exposita van fflaes, hiede und spit dorch het jaer Item den 2 Aprill gekoefft ffoer 4 [stuiver] hieden Item noch gekoefft ffoer 12 stuiver hieden 4 Aprill Item Rene Moer gekoefft ffoer 10 ½ stuiver hieden den 6 Junii Item noch gekoefft ffoer 11 stuiver hieden den 16 Augusti Item noch gekoefft ffor 8 stuiver hieden den 8 September
pag. 31
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Knechte loen Oense olde knecht Thoenis ys ten achteren twee jaren lons, t’ wetten anno [15]84 unde anno [15]85 up Paeschen verschennen Item hierup betalt en halven dalder ad 30 stuiver de 8 Aprill Item noch Thoenis betalt 4 dalder ad 30 stuiver den 8 Junii anno [15]85 Item noch hem betalt 1 dalder ad 30 stuiver, hetwellike sijn ff[r]ouwen moer gehalt hefft, due dat tuch angeholden worden ffoer die Spitaelsporte den 6 Januarii Noch ys hem betalt sijn doeck und schoene Summa lateris 7 gulden ad 28 stuiver 14 ½ stuiver Item Garridt onse brouwer betalt sijn doeck wes tho dat jaer [15]85 up Paeschen, datselve jaer bynt men hem sculdich gebleven, betalt den 6 Augustus Gemedet onsen boumeister den 2 Aprill und sall jaerlix verdienen 9 rider gulden ad 24 stuiver, hiervan het yrste jaer wesen sall up Paeschen anno [15]86, ffort sall hij verdienen zes ellen doekes und drie paer schoene Gemedet onse ffoerknecht Garridt den 3 Aprill und sall verdienen naestkoemende Paeschen anno [15]86 6 rider gulden ad 24 stuiver, ock sall hij verdienen jaerlix zes ellen doekes unde drie paer schoene Vann ’t geene in deeser sijdt gesatt is gien uuitl[eg] giefft, sonder dienet alle hir voer memorie, woe oeck dat in folgende sijdt geschreven
Megde loen Item Willem onse koekmaeget verdynt jaerlix up Paeschen 2 ½ dalder ad 30 stuiver, daertho dueck und schoene Het ys tho wetten dat sij oer dueck hefft untfangen dat van dat jaer [15]85 den 3 Julii ock van die ander jaeren Item onse maeget Lisken die verstorven ys, sall hebben van der tijt dat sij hier gewest ys, t’ wetten van Michaelis wes tho Paeschen, 2 ½ pondt lons Item die macht Thoenisken sall verdienen in dat jaer 8 pondt loens, noch twee hemden, twee scoetelldueken, twee paer schoene, alle verschenen up Paeschen anno [15]86 Exposita van knechte loen und megde loen Item onse olde maeget Aelken betalt 3 dalder ad 30 stuiver und 3 ½ stuiver up verscheiden tijeden, dier oer dat huis noch sculdich waes van twee jaeren dienens den 28 Aprill anno [15]85 Item onse macht Marie untfangen up oer loen 1 dalder ad 30 stuiver unde 1 ordtdalders den 28 September anno [15]85
pag. 32
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Exposita van botter die dyt jaer geekoefft ys Item Rene Moer gekoefft vijf pondt botteren, dat pondt 4 stuiver, facit 20 stuiver den 4 Meii Item den 27 Meii gekoefft en ffierdendell botteren ffoer 8 dalder ad 30 stuiver und 1 ordtdalder, weget datselve aever zes pondt, daerffoer dat pondt betalt 3 stuiver 1 ordtstuiver, facit 9 gulden ad 28 stuiver 15 stuiver Summa lateris 14 gulden 26 stuiver Exposita Item noch gekoefft van Gaerdt Scroer en haelff ffaedt botteren ffoer 18 dalder ad 30 stuiver weynich 1 ordtdalders unde weget aever tot 25 pondt, ffor dat pondt betalt 3 ½ stuiver unde 1 doit, facit 22 gulden ad 28 stuiver 7 stuiver 1 ½ plak, actum den 29 Junii anno [15]85
Exposita van stoeckffis Item den 1 Aprill gekoefft twaalf pondt stoeckffis, dat pondt 3 stuiver, facit 36 stuiver Item noch gekoefft den 8 Aprill ffor 8 stuiver stockffis Item noch Rene Moer gedaen den 10 Aprill 15 stuiver tho stockffis Item noch gekoefft ffoer 17 stuiver stockffis den 26 Aprill Item noch gekoefft ffoer 26 stuiver stockffis den 29 Aprill Item noch gekoefft 15 stuiver stoeckffis tho den conffoey Summa lateris 26 gulden 12 stuiver 1 ½ plak Exposita Item up Sunct Jorien gekoefft den aermen vier pondt stoeckffis, dat pondt 4 stuiver, facit 16 stuiver Item gekoefft zes pondt droegen stoeckffis tho Grolle doe dat conffoy daer was, facit 15 stuiver den 12 December anno [15]85 Item noch gekoefft van Aelken Bellyen ffoer 2 ½ dalder ad 30 stuiver droegen stoeckffis unde sijnt geweset 25 pondt, ffoer dat pondt 3 stuiver, facit als baeven den 14 Februa[ri] anno [15]86 Item noch gekoefft zes en een half pondt droegen stoeckffis, dat pondt 3 stuiver weynich en ordtstuiver, facit 17 ½ stuiver den 15 Februari anno [15]86 6 plak Exposita van dat soelt dat dyt jaer gekoff ys Item den 10 Maii gekoefft ffoer 7 stuiver solt um die botter t’ solten Item noch gekoefft en halve sceppell soltez ffoer 32 stuiver den 14 Maii Summa lateris 5 gulden ad 28 stuiver 22 stuiver 14 plak
pag. 33
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Summa secunda 182 gulden 3 stuiver 7 plak Item noch gekoefft ffoer 4 dalder soltz ad 30 stuiver, daer die karckmeister Aetzack en dell ock van krecht, dytselve heff den karcmeister Willem Jacobss verlecht den huese Item noch gekoefft en spyndt soltz ffoer 38 stuiver den 2 November anno [15]85 Item noch gekoefft en spyndt soltz ffoer 36 stuiver den 10 November anno [15]85
Exposita van die handtwaerkers, alle nae utwiesen oer ingelechten sedelen Item den hoeffsmidt verdynt van dyt jaer [15]85 t’ wetten tot 16 ½ dalder ad 30 stuiver 6 stuiver Item den kupper verdyndt dyt jaer 3 dalder ad 30 stuiver 26 stuiver Summa lateris 28 gulden ad 28 stuiver 27 stuiver Item den slaetemaeker verdynt dyt jaer [15]85 54 stuiver Item den haemmaeker verdyndt dyt jaer 2 dalder ad 30 stuiver 7 stuiver Item die slechters van slachten verdynt unde myt die ffaerken t’ steken 34 ½ stuiver Item den tousleger betalt van halteren unde touwen t’ wetten 2 dalder 22 stuiver Item den glaesmaeker verdynt an glaese t’ stoppen 24 stuiver Summa lateris 9 gulden ad 28 stuiver 9 ½ stuiver
Dat oeffergelt up Kersaevendt 1 Item Rene Moer tho en oefferpenynck gegieven 10 stuiver 2 Die koeckmaeget Willem 2 ½ stuiver 3 Die macht Marie 1 ½ stuiver 4 Die macht Thoenis 1 ½ stuiver 5 Aelken onse koestgengerse 1 ½ stuiver 6 Onse siekenmoer 1 ½ stuiver 7 Aeneken dat kyndt 1 stuiver 8 Die boumeister 2 ½ stuiver 9 Die brouwer 1 ½ stuiver 10 Die ffoerknecht 1 ½ stuiver 11 Willem die olde 1 stuiver
Van den rogge het maele gelt van dyt jaer [15]85 Item den 26 Februari laeten maelen tot zes molder roggen, facit 25 stuiver 9 plak Item laeten maelen een sceppell soemerroggen 1 stuiver 1 plak Item laeten maelen den 11 April zes molder roggen 25 stuiver 9 plak
pag. 34
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item den 24 Meii laeten maelen tot zes molder roggen dyt betalt 21 stuiver 5 plak Item den 12 Junii laeten maelen zes molder roggen 21 stuiver 5 plak Item den 16 Julii laeten maelen tot zes molder roggen 25 stuiver 9 plac Summa lateris 5 gulden ad 28 stuiver 6 ½ stuiver ½ plak Item den 21 Augusti laeten maelen zes molder roggen, facit 23 stuiver 7 plac, dyt ffoer vijf en een halve molder gemaelen Item den 13 September laeten maelen drie molder roggen, facit 12 stuiver unde 12 plac Item den 16 October gemaelen drie molder roggen 12 stuiver 12 plak Item den 12 November zes molder roggen 25 stuiver 9 plak Item laeten maelen en sceppell roggen tiegen Karsmissen 1 stuiver 1 plac Item den 30 December laeten maelen drie molder roggen 10 stuiver 10 plac Item den 21 Januari laeten maelen drie molder roggen 10 stuiver 10 plak Het gemaell van die gaerste und brousaetz Item den 6 Meii laeten maelen tot acht molder moltes 34 stuiver 2 plac Item den 24 Julii laeten maelen tot acht molder moltes 34 stuiver 2 plac Item den 8 October gemaelen acht molder moltz 34 stuiver 2 plak Summa lateris 7 gulden ad 28 stuiver 3 stuiver 6 placen Item laeten maelen drie molder garsten um tho backen 12 stuiver 12 plak den 16 October Item noch laeten maelen tho backen twee molder garsten 8 stuiver 8 plak Item noch laeten maelen vijf sceppell garsten den 18 October 5 witten Anteikinge vam messaet ffoer die ffaerken ock Paesen Item den 24 Mai laeten maelen drie sceppell boeckweiten 1 stuiver 5 plac Item den 10 Juni gemaelen drie sceppel boeckweiten 1 stuiver 5 plak Item den 16 September laeten maelen twee molder boeckweiten 5 stuiver 5 plak Item noch den 20 October laeten maelen twee molder manckzaet 5 stuiver 5 plak Item noch laeten maelen drie molder mancksaetz 7 ½ stuiver Item laeten maelen anderhalve sceppell boeckweiten den 6 Octo[ber] ½ stuiver 2 ½ plak Item laeten maelen een molder bockweiten den 9 Octo[ber] 2 ½ stuiver 2 ½ plac
pag. 35
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item laeten maelen drie sceppell boeckweiten den 12 December 1 stuiver 5 plak Item laeten maelen den 21 Januarii drie sceppell bockweten, dytselve laeten maelen ffor en half molder, facit 1 stuiver 5 plak Item noch laeten maelen en halve molder boeckweyten den 14 Februari 1 stuiver 5 plak Summa lateris 1 gulden ad 28 stuiver 26 ½ stuiver 5 placen Anteikinge van dat moelt t’ maeken de anno [15]85 Item den 15 Martii laeten maeken acht molder garsten, het molder 6 stuiver, facit 1 gulden ad 28 stuiver und 20 stuiver Item den 24 Martii tho melten gesaecket acht molder garsten, het molder 6 stuiver, facit 1 gulden ad 28 stuiver 20 stuiver Item noch tho melten gesaecket drie molder garsten den 2 Junii, facit 18 stuiver Item noch tho melten gesaecket zeven molder garsten den 15 September, facit 1 dalder ad 28 stuiver 14 stuiver Item noch tho melten gesaecket zeven molder moltes, facit 1 gulden ad 28 stuiver 20 stuiver den 18 Februari
Dyt an wijn betaelt dorch dat gansse jaer Item doe yck mijn rekinge dede vanwegen des hueses dat up Donderdach ffoer Letare vier quarten wijns, die quart 9 stuiver, faci[t] 1 gulden ad 28 stuiver und 8 stuiver Item den 30 Martii tho den conffoei der rutteren laeten haelen anderhalf quart wijns, facit 13 ½ stuiver Item den 1 Aprill tho den conffoi drie quarten wijns den wendraeger, facit tot 24 stuiver Summa lateris 10 gulden 7 ½ stuiver Item en half mengelen wijns laeten haelen ffoer selege Stine ten Nijenlande 2 ½ stuiver Item en Paesdaege laeten haelen drie quarten wijns 1 gulden ad 28 stuiver 2 stuiver Bra[bants] Item en Pinsterdaege laeten haelen een quart wijns ffoer den kar[k]meister Willem Jacobzen 10 stuiver Item betalt Henrick Stenderinck tot twee quarten wijns, dat die aeverlueden verdroncken van den holte 18 stuiver Item up Onser Lieven Ffrouwendach geheiten Assumtionis tot twee quarten wijns den karckmeisteren gesandt, facit 18 stuiver Item en Karmsdaege in dyt huis laeten haelen en quart wijns, facit 9 stuiver Item up Sanct Elisabeedtdach laeten haelen tot twee quarte wijns, facit 18 stuiver Item en Kersdaege den kerckmeisteren gesandt twee quarten wijns 18 stuiver
pag. 36
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Summa lat[eris] 4 gulden 11 ½ stuiver Anteikinge van het saet, wellike up dye kampen des hueses gewoessen ys dyt jaer [15]85 Item up die kampen ffoer die Laerporte unde ffoer die Nijstadtporte sijnt gewesset 31 molder wynterroggen unferfferliken Item noch gewaessen zeven en een halve molder soemerroggen Die gaerste Item verbouwet up die kampe an garste, t’ wetten 57 molder garsten ffoer die Laerporte Item in Kaelsackx maetken ffoer die Spitaelsporte tot vijf en een halve molder manckzaet, dytselve jaer ys en quaet gewaest geweset, orsaeken dat die ffeltmuesen ser averffluedich bynt geweset unde hebben dat saet van den landen werdelget, doe het in sijn aeren quam Dess rentmeesters precium beloept 20 gulden Summa per se [20 gulden] Summa tertia 87 gulden 8 stuiver 5 plak Summa totalis des aelingen uuithgevens 375 gulden 6 stuiver 10 plak Affgetaegen het ontfanck beloepende tot 303 gulden 19 stuiver 12 ½ plak vann het uuithgeven voernoemd, koempt dat het tselve groter is als het ontfanck und het huis den rentmeester schuldich bliefft 71 gulden 14 stuiver 12 ½ plak, wall verstaende dat dye rentmeester geholden sall weesen vann deese 71 gulden 14 stuiver 12 ½ plak toe betalenn ’t geene hij voer uuithgiefft ingebracht und alnoch nyet betalet mach hebben sonder schaede dess huises, tot welckes huises behoeff alle restanten verblijven sullen Deese reekeninge geschiet anno etcetera 1586, den 22 Martii in gegenwoerdicheit dess borgemeesters Wylhem Veer und beyder karckmeesteren Evert Aessaeck und Wylhem Jacobsz, me presente Henrick Rueter secretaris Item den huese laeten maelen van Peter Staepelffortz bueckweite tot twee en een halve molder bueckweiten, dat wellike in desen huese verdaen ys up verscheiden tijden dyt jaer [15]85
Hiernae bescreven sijn die restanten off sculden, den men desen huese noch sculdich sijnt gebleven, soe van tijns, huer, stedicheit und renthen als ffoelget Item rest den armen deses hueses noch van der stadtrendtmeister geweset Everdt Aetsack, nu der tijt karckmeister, tot 75 gulden ad 28 stuiver 13 stuiver unde 5 plak Item noch den aermen an den stadtrendtmeister Johan Bueker van dat jaer [15]73 tot 66 gulden ad 28 stuiver unde 9 ½ stuiver en ort Item rest an Dortz huesinge vier jaeren pencion alle up Paeschen verschienende, ys jaerlix 1 gulden Rest an zeliger Lamberdt Daems huis van dat jaer [15]80 5 stuiver und ys noch achterstedich die jaeren [15]81, [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, allen verschenen up Cathedram Petri desselven jaer unde bynt jaerlix 5 gulden ad 28 stuiver
pag. 37
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item rest an Byenbarch huis die jaeren [15]83, [15]84, [15]85 up Martini verschienende, sijnt jaerlix [5 gulden] ad 28 stuiver Item rest an Thomas Pauwen huis die jaeren [15]81, [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 verschenen up Catedram Petri, ys jaerlix 1 kroene Item rest an zeliger Johan van Griedt erffgenaemen 2 gulden ad 28 stuiver unde 16 ½ stuiver verschenen up Michill anno [15]81, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 Item rest an Berendt Beukes huis in die Barlhese 2 ½ rider gulden up Martini anno [15]83, noch die jaeren [15]84 unde [15]85 Item rest an zelige Everdt van der Cappelen huis gelegen up den Nijstadt 6 gulden weynich 1 ort, verschenen up Petri ad Cathedram anno [15]81, item noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 Item rest an seliger Johan Hebbinges kynder myt dat jaer [15]85 hier ingerekendt, t’ wetten 52 gulden, sijnt jaerlix 3 gulden up Ca[thedram] Petri Item rest noch an Arendt Beckers huis off die kynderen van dat jaer [15]83 2 ½ gulden, noch die jaeren [15]84 unde [15]85 up Paeschen verschenen, bynt jaerlix 4 gulden Item rest noch an joncher Riperdae huis 15 dalder ad 30 stuiver up Pynsteren verschenen anno [15]83, noch die jaeren [15]84, [15]85 Rest noch an Raeshorns huesinge gelegen up dat Olde Wandt, soe ock die pencion van Poellix maetken, affgetaegen daervan Johan Hantzen etzelike betaelinge gedan hefft, blievet hij den huese noch sculdich 56 gulden unde 4 stuiver Item noch ys Raeshoern sculdich geworden van sijn huis die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer 5 gulden up Paeschen desselven jaers Rest an Michiell Hessels huis, nu Lambert van Luchterens dochter 6 gulden ad 28 stuiver up Paeschen anno [15]83, noch die jaeren [15]84, [15]85 alle jaer 10 gulden ad 28 stuiver Item rest noch an Johan Presynckhoef huis dat myt dat jaer [15]85 up Meii hiermyt ingerekendt, tot 50 gulden unde 4 stuiver bynt jaerlix 5 gulden Item Gisberdt Werdt ys sculdich, alle sijn betaelinge affgedaen unde tho nyete gerekendt, soe dat hij desen vorschreven huese sculdich ys gebleven 98 gulden unde 14 stuiver, hiermyt dyt jaer [15]85 ingerekendt up Meii verschenen Item rest noch an zeliger Arendt Obekynck huis in die Spitaelsporte myt dyt jaer [15]85 up Cathedram Petri 16 gulden unde 16 stuiver daermyt ingerekendt Item rest noch an dat huis gelegen bynnen der stadthuissen eyner genandt Ricke van Hesen 13 olde scilde, myt dat jaer [15]85 ingerekendt up Michaelis Item rest noch an Johan die weffer in die Laerporte van achterstediger pencion myt dat jaer [15]85 daermyt ingerekendt, 12 dalder 7 stuiver Item myt Johan vorschreven affgerekendt als van die verstande huer, t’ wetten van die jaeren [15]83, [15]84, [15]85 upt Michelis verschenen, affgetaegen alles dat hi dyt huis geweffet hefft van die jaeren, soe dat hij den huise sculdich ys gebleven 3 dalder ad 30 stuiver 7 stuiver, dytselve affgerekendt den 2 Januarii anno [15]86
pag. 38
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item hierup dese vorschreven 3 dalder 7 stuiver betalt 1 dalder ad 30 stuiver den 21 Janua[ri] Item rest noch an Johan Abbynck off Kaepesleger myt dyt jaer [15]85 ingerekendt, 5 dalder ad 30 stuiver up Paeschen verschenen Item rest noch van den Langenbarch 12 dalder ad 30 stuiver, daermyt dat jaer [15]81 ingerekendt, an Henrick tho Biesthorst up Martini verschenen, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 Item Lamberdt die Luedtgert Amsiges huisken gekoefft hefft, ys noch sculdich gebleven daeraff 9 ½ gulden unde 12 stuiver, des heff hij noch ghin updracht darvan gekregen, dytselve brecht zelige Johan Buesken sijn restandt bock myt Van die boulueden Item rest an Berendt Lentynck erffgenaemen 3 ½ dalder ad 30 stuiver, noch dye pacht van het jaer [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer 35 dalder Item rest noch an ffrou T’ Laeren myt oer kynder dat jaer pachtes verschenen up Martini anno [15]81 32 dalder ad 30 stuiver, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 Item rest noch an Johan ten Huelshaeve 27 dalder ad 30 stuiver myt dat jaer [15]81 daer ingerekendt up Martini, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer up Martini 13 dalder Item rest noch an Johan toe Korssel 11 dalder ad 30 stuiver 11 ½ stuiver myt dat jaer [15]81 daer ingerekendt, rest noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer 6 ½ dalder ad 30 stuiver Item rest noch an Goessen toe Joestynck van dat jaer [15]81, noch hem gelynt vijf sceppell soemerroggen, noch gelynt en dalder ad 30 stuiver, noch drie molder boeckweiten Item noch ffrou Tho Joestynck gelynt twee molder boeckweiten den 26 Meii Item rest noch an Luttiken Baeltynck dat an die erffgenaemen van zelige Ffene Baltynckx, t’ wetten oer soene Swer, Egberdt myt Swene die suester etcetera 7 dalder ad 30 stuiver 26 stuiver, dat van die verleden jaeren noch sijnt sij sculdich van dat jaer [15]82 10 dalder ad 30 stuiver, wat daervan erkandt wort Hierup betalt den 2 Julii Swer Baeltynck 3 dalder ad 30 stuiver unde 8 plak, waermyt hij betalt heff sijn quota van die 7 dalder vorschreven, daervan hij Waerner noch betaelen sall 18 stuiver, blivet dan noch 4 dalder 25 stuiver 5 plac, ffort die reste kompt Egberdt t’ betaelen als t’ wetten 1 dalder 5 stuiver 2 ½ plak van die vorschreven 4 dalder, noch kompt Swene die suester t’ betaelen toe oeren quota 2 dalder unde 13 stuiver, hierup Egberdt betalt 2 lobben dalder, het stucke ad 20 stuiver den 15 Julii, noch van oeren wegen betalt 18 stuiver unde Egberdt tho sijnen quota 1 dalder 5 stuiver 2 ½ plac unde Swene 1 dalder ad 30 stuiver 10 stuiver Item rest noch an ffrou Ter Stiegen van Bueginges maetken dat jaer [15]81 t’ wetten 6 ½ dalder, noch dat jaer [15]82, sonder ys doe der tijt ledich gelegen um die van Bronckhorst Item rest noch an Henrick Woelkes van het Koeslacht 9 ½ dalder ad 30 stuiver van dat jaer [15]80 up Martini, noch ffolgens die jaeren [15]81 t’ wetten 37 ½ dalder ad 30 stuiver Item rest noch an Willem Woeltken van den Stynkamp dat jaer [15]82 13 dalder ad 30 stuiver, dan het ys ledich gelegen um der ffiandt halven Rest noch an her Garridt Horstynck van dat halve guedt Waernynck 44 ½ dalder ad 30 stuiver
pag. 39
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item rest noch an Koep Moller die tho Bronchors plach t’ woenen van Kaelsackx maetken, dat van zelige Roeskers wegen 4 dalder 10 stuiver Item rest noch an Petter Staepellfort van het jaer [15]82 20 dalder ad 30 stuiver unde 23 ½ stuiver, alle aeffgetaegen die 2 dalder van die 50 dalder die hij thoffoeren gegiven hadde unde die hij in die yrste drie jaeren wedderom korten solde Hierup betalt den 11 Julii anno [15]83 up die ffoerige restanten 20 dalder ad 30 stuiver Griete Staepelffortz, soedat het noch blifft 15 dalder unde 23 ½ stuiver als woe baeven Item rest noch dat jaer [15]83 t’ wetten 54 dalder ad 30 stuiver, des hefft Petter vorschreven daeran t’ kortten dat dardendell van die 50 dalder, quod facit 16 ½ dalder 5 stuiver die hij tho foermede gegieven hadde, waervan die tweedell affgetaegen unde gekorttet bynt an die foerige pachtjaeren, wat daervan erkandt wo[r]dt mach Petter tho waeren Noch hefft Petter vorschreven betalt up sijne pacht 5 dalder ad 30 stuiver, t’ wetten en dubbelde ducate die doe der tijt gult soeffolle als vorschreven den 30 Meii anno [15]84 Item noch Petter betalt 6 dalder ad 30 stuiver den 8 Julii 4 stuiver Item rest noch an Willem Scoelwick van dat Hoeybrinckxken dat jaer [15]82 verschenen up Martini, noch die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer 5 dalder ad 30 stuiver, facit 20 dalder soe hij ingetreden ys up die verpachtinge van zelige Lamberdt van Eyp Ffoelget die stedicheit unde kornrenthe Item rest an zelige Everdt van der Cappellen erffgenaemen van dat guedt Ontidynck dyt van oltz 18 dalder ad 30 stuiver, die hij noch sculdich gebleven was, doe dyt huis die perde van die joeffer an betalingen nam Rest noch an dese vorschreven joeffer van verstande stedicheit hiermyt ingerekendt dat jaer [15]82, t’ wetten drie sceppell roggen unde twee en een halve molder korns up Martini desselve jaer verschenen, noch die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer vijf sceppell roggen unde vijf sceppell korns up Martini als vorschreven Item Johan Voes ys sculdich und myt ffrien willen ingetreden, dat hij sall betaelen alle die olde restanden van Swersynck, die noch sijnt twaalf molder roggen, 26 molder spilkorns unde twee sceppell, dytselve tho boeke geffunden bij des zeligen rendtmeister Buesken restande boeck Item dese selve Johan Vos saell ock noch betaelen ut dat guedt geheiten die Lange Wandt, dat ut dat guedt Ten Dicke gedelt ys, des jaers zeven en een halve sceppell spilkorns, soedat dyt huis daerbij ten achteren ys zeventien molder wenich en haelff sceppell myt dat jaer [15]81 daermyt ingerekent up Martini, rest ock noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer up Martini zeven en een halve scepell spilkorns Hierup hefft die vorschreven Johan Voes sijn huisffrou ey[n]maell betalt den 22 Junii des jaer [15]77, t’ wetten 5 dalder ad 30 stuiver Item Henrick Poethoeff, nu zelige Henrick ten Dicke myt sijn kynderen betalen ut Swersynck zeven en een halve sceppel roggen Rest den huese noch myt dat jaer [15]82 ingerekendt, vier en een halve molder roggen unde een spynt, hiervan alle affgetaegen dat molder roggen weynich en spynt, wellike Harmen Goessens daerup betalt
pag. 40
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
hefft vanwegen die samptlike kynder, ock sijnt hierup gekoemen die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer zeven en een halve sceppell roggen up Martini Item rest noch an dat guedt Ten Ffelde tho Ffieracker, dat nu die van Hacffort tho koemen drie molder spilkorns, die verstan ys gewest bij ffrou Ten Dicke unde oer kynderen, dyt solt die van Hacffordt betaelen, item rest noch van die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85 up Martini alle jaer een molder roggen unde een molder spilkorns Item rest noch an dat guedt tho Groete Garmule tho Ffoerden t’ wetten van dat jaer [15]81 twee molder roggen, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, up Martini alle jaer twee molder roggen, dytselve betalt den bouman Item noch betalt den lantheer van achterstediger pencion myt dat jaer [15]82 daermyt ingerekendt, sijn noch acht molder haeveren, item rest noch die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle up Martini verschienende Item rest noch an die vicarius Sanct Andreae vicarien off dengenen de Vernaenen stedicheit off presentie jaerlix verwardt, dat van achterstedige pencion, t’ wetten twee en een halve sceppell roggen unde twee en een halve scepell spilkornz, daermyt ingerekendt dat jaer [15]81, noch den huese restet die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer twee spint rogges een sceppel spilkorns Item rest noch an heer Garridt Horstynck van den scepeltende van Warnynck twee molder roggen Item rest noch an Henrick Keyen van dat ’t Noerde in Wichmonde tot dertien en een halve molder roggen, noch ock en halve sceppell roggen Hierup betalt den zelige rendtmeister Johan ten Breide 5 goltgulden, den gulden gerekendt ad 45 stuiver, dese betaelinge ys geschiet anno [15]81, dat wellike daermyt ingerekendt ys Item noch rest an Henrick Keyen die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer vier en een halve sceppell roggen Item rest an Berendt Keyen van dat guedt ’t Noerde zes molder roggen myt dat jaer [15]82 hiermyt ingerekendt, noch rest dyt huis die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer up Martini vier en een halve sceppell roggen Item rest an Koerbeck tho Doetichem van datselve guedt ’t Noerde drie molder roggen, daermyt het jaer [15]82 ingerekendt, ys des jaers up Martini drie sceppell roggen, rest noch die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle up Martini Item rest noch an die erffgenaemen van zelige Stinbergen myt dat jaer [15]83 up Lichmissen daer ingerekendt, 28 gulden unde 11 stuiver, allen ock affgetaegen die betaelinge die joeffer Joerien van Stinbergen t’ Nijesendorn gedan hefft, item rest ock noch die jaeren [15]84 und [15]85, alle jaer 10 gulden Item rest noch an die van Renes des Luesebus haelven, dyt betalt Derick van Tarten, bouman 36 gulden ad 28 stuiver, allen verschenen up Cathedram Petri, hiermyt dat jaer [15]83 ys ingerekendt Hierup Derick van Taertens ffrou betalt 10 dalder ad 30 stuiver den 6 Augusti, ffoelgens rest noch die jaeren [15]84, [15]85, alle jaer 18 gulden ad 28 stuiver up Catedram Petri Item rest an Johan Scimelpenynck zeliger Sanderssoen myt dat jaer [15]82 darmyt ingerekendt 22 gulden unde 24 ½ stuiver, alle scattinge unde die voeringe betalinge alles affgedan, rest ock noch die jaeren [15]83, [15]84, [15]85, alle up Sanct Andris verschenen
pag. 41
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item rest noch an den erffgenaemen van zelige Woelter van Holten myt dat jaer [15]83 ingerekendt, 48 dalder ad 30 stuiver unde 2 stuiver Hierup untfangen den 12 Julii anno [15]83 10 dalder ad 35 stuiver gerekendt, die Johan ten Bem vanwegen joeffer Van der Cappellen betalt hefft, alle vanwegen der erffgenaemen Rest wedderom die jaeren [15]84, [15]85, alle up Paeschen verschenen, alle jaer 6 gulden ad 33 stuiver Item rest noch an Elsken Kreyenfengers van dat guedt ten Boerloe in Ffoerden een off twee jaeren pencion wellike joeffer Wisse van Mekeren den huese ock gescencket hefft, noch die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle up Martini verschenen, bynt jaerlix 2 gulden Item rest an Henrick ter Bruggen t’ Deventer vier molder witten weyten Item rest noch an Buekeffordt huis in dee Waeterstraete jaerlix twee tijns honder up Sanct Martiini Item den 11 Augusti anno [15]73 hefft zelige joeffer Van Stinder in Den Daem suester geweset, desen Gaesthuese gegieven tot behoeff den aermen 50 gulden ad 30 stuiver nae inholt des stadt protekoellboeck, dat ut en erve gelegen Terwolde, geheiten Den Swarten Kolick in Ffeluwen, dat Cappellen in Den Daem utrichten unde betaelen sall unde hefft hetselve verhandtgelt ffoer 2 ½ dalder ad 30 stuiver jaerlix dat twee jaren lanck, soedat hoer noch an restet myt dat jaer [15]83 daer ingerekent, 19 dalder ad 30 stuiver, alle up Michiell verschienende, item rest die jaeren [15]84, [15]85 Item rest noch an Thoenis Bartels kynder 10 ½ gulden nae luidt zelige Johan Bueskes rekenboeck Item rest noch an zelige joeffer Derick Berners 6 dalder 11 ½ stuiver nae luedt zelige Johan Bueskes sijn rekenboeck Item rest noch an Haermen Evoltz dat vanwegen zelige Harmen Kupers 5 gulden nae inholt zelige Johan Bueskes sijn rekenboeck Item rest noch an zelige Johan Horstinges erffgenaemen als Jochim Hor[s]tynck 2 gulden 4 stuiver Item rest noch an zelige Lamberdt van Boemels kynder tot 8 ½ gulden weynich 10 stuiver Item rest noch van die olde ffrou Horstinx off oren erven van die jaeren [15]82, [15]83, [15]84, [15]85, alle jaer 1 gulden ad (niet ingevuld), herkoemende van die handtscrifft van zelige Stiene ten Hilligenlande darvan wesende Item rest noch an zelige richter Gaeridt huis in die Baelhese 4 gulden unde 8 stuiver Item het ys t’ wetten dat die armen in ’t Nije Gaesthuis en bedde ys gegieven van zelige her Berendt van Moerse, dat die suester Gertken vergoenet ys t’ gebrucken soe lange sij levet, dat van den karckmeister Aetsack, daernae in affstarven, van oer will sij vorschreven daer noch en bedde bij gieven um dat sij hetselve gebrucket hefft Item Everdt Wetiynck ys sculdich van die harffsweide ffoer die Laerporte 3 stadtgulden, verschenen up Martini anno [15]85 Item Eggemondt die slaetemaeker in die Spittaelsporte ys sculdich 6 ½ dalder ad 30 stuiver van die haerffsweide dat Starffslacht ffoer die Spitaelsporte, hyr iss op betallt 3 daler ad 30 stuiver und 7 ½ stuiver
pag. 42
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Item die suttelers sijnt noch sculdich van diee Paegemaete ffoer die Spitaelsporte 3 dalder ad 30 stuiver Dyt naegeschreven entfangen vanwegen dess Nijen Gasthusse in anno [15]86 allsse heer Cranenborch nycht langer deenen wollde und sullx leet stain Op den Sondach den vierden Maii entfangen van Peter Staippellvort op sijn restande pacht anno [15]82 und [15]83 10 daler ad 30 stuiver Noch op den zevenden Maii verkofft Jan Vellthoin zeven scheppell moltz, dat schepell 1 ½ daler, hyrvor entfangen 10 ½ daler ad 30 stuiver Noch dess vollgende veertienden Maii entfangen van min hullper Willem Jacopsson kremer van ’t ghen see met vuren op Groll verdeent hadden met een cair 6 daler ad 30 stuiver, dess had em noch eenn daler thoe sijn teronge gedain, noch hadde Craneborch dair oick een molder roggen op desse vurschreven cair Noch Juutte Henningess twee pont swarss gefuirt van Grolle, wairvan dat vurschreven huiss soll hebben van ider pondt vurschreven sall hebben twee daler ad 30 stuiver, valeth 4 daler ad 30 stuiver, hyrop entfangen van Juutte vurschreven 40 stuiver op den 23 Juulii Item entfangen op den dertienden Juulii van Daim Weninck van vracht, dee dee hallve wagen thoe Grollo verdendt hadde met den twee perden 11 keyser gullden myn 3 placken, valeth 7 daler und 10 stuiver myn een ortstuiver, dess thoe onkosten gehaidt datghene op dee reysse vertert iss 35 ½ stuiver, blijft dyt intht fijte, dat dyt huiss hyrvor vrij gehadt 6 daler und 4 stuiver unde fyr placken entfanck Entfangen den achttienden Juulii van den tollner Derick Buickevort 20 gulden ad 28 stuiver vor fijff molder garsten then nijen thoe leveren ommetrendt acht dage vor Micheliss naigstkomende, dess em gelevert negest follgende zestienden Septembriss Item den achtentwintigsten Juulii entfang[en] van heer Garrit Horstinck van Hengell, nuu thoe Grolle wonhafftich, op sijn schullt hee den vurschreven huisse schulldich wass van den gude Warninck in Hengell gelegenn, een mollder roggen, dat scheppell 43 stuiver, valet 6 gulden ad 28 stuiver und 4 stuiver Item den tienden Auugusti entfangen van Jan van Lair 6 stuiver vor een steckwer Item den achtentwintigsten Auugusti entfangen van Jan then Beem 12 gulden ad 29 stuiver vor drie mollder garsten Noch op den lesten Auugusti entfangen van Barrte bij onssen hoff in Raissvelss huissonge op oyr pacht van ’t huissess landt in dee Emmerstege 2 daler ad 30 stuiver Den vijfentwintigsten Septembriss entfangen vor twee scheppell garsten 32 stuiver, dat Arndt Kuper verkoffte Item den eersten Maii den twee menner dee dee hoppen staicken hellpen met den scheppe halen, em ider betallt 7 stuiver, valet 14 stuiver em beyden Noch den 7 Maii van maillgelt gedain Garrit den brouver 6 wytten van anderhalve mollder roggen Noch den negenden Maii van Willem Wenthollt gecofft elf en een half pont botteren, dat pond 4 ½ stuiver, valeth 49 stuiver und 7 ½ placke betallt
pag. 43
Rekening Nieuwe Gasthuis 1585-1586
Noch allsse Aillken Muir inth sieckenhuiss cranck war op den tienden Maii laten berichten, vor een half mengelen winss 3 stuiver betallt Op den elften Maii geloindt Jan Portir kistemaicker 8 stuiver, dat hee een dach soe an dee venster und doeren van den huisse und sieckenhuisse und dat hecke an den camp gereparirt und suss een und ander gebettert heefft Op den veertienden dess Maii met thoe rade mijnss hullperss Willem Jacopsson kremer gedain Thonnis Luissinck omme thoe Grollo wair eenn molder roggen efft zes offt acht thoe kopen vor dessen huisse, dat men dan met dess huissess cair mochte laten halen, hyrop em een Vlaimssen nobell gedain, valeth 7 gulden dee men dairop gheven soll van huissess gelt, den gulden ad 20 stuiver Item op den vijftienden Maii meester Henrick dess huissess cuper op sijn airbeit gedain, dat hee den huisse aver jair geairbeit hadde, 20 stuiver Noch den achttienden Maii Reene Muer gedain 5 stuiver, omme dat Berndt Camperss bulle bij dess huissess cue wass Noch den Donderdach vor Pinxsteren gedain Garrit den brouver 5 wytten myn 1 placke omme vijf scheppell roggen vor ’t huiss thoe malen Noch op dato vurschreven gedain Wyllem Jacopsson kremer 6 stuiver, dee hee een dachurer vor een dach vor ’t dyt huiss geairbeyt hadde aver dee Issell, omme dee cone tho vrijen vor den vienth Noch meester Henrick der karcken leyendecker hadde desse wecke met sijn cnecht drie en een halve dach geairbeyt, em dagess beyden 13 stuiver, valet in alless 45 ½ stuiver, rest em van ’t huiss thoe decken iss nae der tijt betallt Noch den Vrijdach vor Pinxsteren Reyne Veltz cnech in ’t Leydack vor een lichte met een cussen gegeven 15 stuiver Noch den Maindach in den Pinxsteren geloindt Henrick van Tyll stinmesseler 10 stuiver, dat hee fijff schoiff dagess an dat sieckenhuiss geairbeyt hadde Item den Vrijdach post octave Sacramenti placken Jan den feer betallt 5 stuiver, hyrthoe hadde dess huissess maicht Marri em vor hen 1 stuiver und 6 placken gedain dee ick oyr wedder gedain, valet allsoe 6 stuiver und 6 placken tho samen, vor see dee zes conen met dee mellxster aver und wedder averfurden
pag. 44