Vrijdag 19 juni 2015
Stichting Buitenplaats Ockenburgh i.o. Buitenplaats Ockenburgh, ‘Plan B’ Inleiding
jaargang 9 nummer 423 € 2,50
}<(l(tp$=adbcb <
KABK mode: De nieuwe lichting
Stichting Buitenplaats Ockenburgh i.o. Buitenplaats Ockenburgh, ‘Plan B’ Inleiding
14/15
Inleiding
5
Plan B krijgt een kans op Ockenburgh
Buitenplaats Ockenburgh: een ple elkaar aan de slag te gaan, elkaar ten, met elkaar aan de praat te rak te eten en te leren. Een plek voor e met laagdrempelige optredens, ee culturele, maatschappelijk verant sportieve evenementen/activiteite georganiseerd. Kortom een plek o tie op te doen. Een plek waar we h koesteren en het heden weer tot le laten komen. Een duurzame toeko en met elkaar!
Het plein van de macht 8/9
Dat is waar de Stichting Buitenplaats O i.o. voor staat en voor wil gaan. Volgens anderen kan de herbestemming van Oc project zijn dat energie genereert, mens brengt en ontwikkelingen in gang zet. D het stadsdeel Loosduinen in de schijnw sen en positief op de kaart zetten. Niet d te investeren in heel veel bouw-vierkan maar door met de juiste daadkrachtige inspirerende en toegankelijke plek te cr bewoners van Den Haag en ver daarbui
Naast het maatschappelijk verantwoord - dat begint met de wijze waarop de rest aangepakt en het ontwikkelen van een b activiteitenprogrammering - wil de Stic plaats Ockenburgh i.o. met respect voor van het Landhuis samenhang brengen i en de gronden er omheen, zonder onno lige nieuwbouw.
Haagse cineast duikt onder bij Satudarah 10/11
Het ‘langste tafel’-diner
Afgelopen maanden zijn de plannen uit doorberekend en is met een groot aanta en mensen in het veld gesproken. Het p door rekenen op groot draagvlak. Ook u van de Gemeenteraadsverkiezingen in h bleek, dat er meer dan ooit behoefte is maatschappelijk gedragen project zoals kenburgh.
De grondlegger van de Buitenplaats Ock Jacob Westerbaen, beschrijft in 1656 in
2 SCP: ‘In Den Haag wordt meer gediscrimineerd’
2|
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
haagse plaatjes
55.000 IJzeren Pijpleidingen/Arie Theunissen (1983) ‘JA, MET THÉÚNISSEN!’ Deze gevleugelde kreet, met een krachtige klemtoon op ‘Theu’, zal bij menig oudere luisteraar van ‘Radio Tour de France’ een belletje doen rinkelen. Terwijl de heren Jacobse en Van Es de populariteit van het plat Haags opvoerden via de televisie, deed de gecreëerde figuur Arie Theunissen dat jaarlijks drie weken lang op de radio. Hoewel hij meer verstand leek te hebben van zijn postduiven, mocht hij als zogenaamde luisteraar via de telefoon dagelijks in authentiek Haags dialect zijn geheel eigen visie op de ontwikkelingen in de Tour geven. Hij was zo populair dat er in 1983 een single met hem werd opgenomen, met een lekker Haags bekkend refrein over 55.000 ijzeren pijpleidingen, 50.000 eikenhouten trapleuningen en 150 postduiven op zijn dak. De 55.000 ijzeren pijpleidingen doen erg veel denken aan de ‘55.000 èzeren pèpih’ die de Clichémannetjes in hun lied ‘Lekker Legbad’ (1966) hebben zitten ‘bèvèlih’. Net als de vroege Haagse typetjes van Van Kooten en De Bie heeft ook Theunissen weinig zin om met zijn ‘(ijs)kouwe klauwe houtjes in de kachel te douwe’. Logisch dat-ie ‘wènig trek’ heeft om ‘thuis te blève’ en gauw een ‘gâutgeile rakkâh’ gaat halen op het ‘Hobbemaplèn’. Na ‘in een hemd met korte mouwe’ nog even ‘konijne in een hokkie’ hebben staan ‘stouwe’, treft hij bij thuiskomst
een nieuwe tegenvaller: ‘Legt dat wijf weer te luimen/Maar never nooit tijd om de boel op te ruimen’. Altijd wat te klagen, die Hagenezen: ‘Zit ik effe op een houtje te bijten/Kijk ’k over de heining/ Zijn de konijne weer pleite’.
Tot overmaat van ramp zijn de 150 postduiven op zijn dak aan het slot ook nog gereduceerd tot 149 duiven, ‘Ja, want d’r is d’r één pleite’ Op de flipside ‘Ja Met Theunissen’ wordt Arie bij de plaatopname continu
gestoord door bellers. ‘Mijnheer Theunissen, er is telefoon voor u’, zingt een monter dameskoortje elke keer weer even opgewekt. ‘Ja, met Théúnissen’, klinkt het vervolgens bars, ‘Joh ik heb nou geen tijd eh, ik zit in de studio/ Nou studio, m’n duivenhok is schoner, stervensbenauwd hier’. Behalve zijn neef uit Loosduinen, die in het ‘ontroerend goed’ zit, en de buurman die volgens Arie beter ‘klèduiven’ kan gaan houden dan sierduiven, hangt ook zijn vrouw voortdurend aan de lijn. ‘Kap nâh met bellih!’, bijt hij de laatste toe. Na het zoveelste telefoontje kapt hij ermee: ‘Ik ga terug naar m’n duiven’. In plaats van een plaat op te nemen zit hij alleen maar de telefoon op te nemen. Geestelijk vader van de figuur Arie Theunissen was de voor Radio Tour de France werkzame Ferry de Groot. Hij schreef de teksten voor de Haagse praatjesmaker en regisseerde hem ook. Zelf kroop De Groot dan in de huid van presentator Koos Postema en sprak hem als zodanig keurig aan met ‘mijnheer Theunissen’. Hij zag diens karakter helemaal voor zich. Wie zijn vrouw was, hoe hij woonde, et cetera. Wie er achter de populaire figuur schuilging, werd pas duidelijk toen zijn ware identiteit werd onthuld tijdens de 2000ste uitzending van ‘Langs de Lijn’, op 16 augustus 1987. Het was Hank (spreek uit: Henk) Kalkman, chef-sport van Teletekst. Nogal een
rouwdouwer, begiftigd met een prachtig Haagse tongval, was De Groot opgevallen. Kalkman kondigde in dezelfde jubileumuitzending zijn afscheid als Arie Theunissen aan. Hij zei er gek van te worden. Bij familie en vrienden was het Theunissen voor en Theunissen na. Toen er in zijn stamkroeg bij het afrekenen ‘Theunissen’ boven zijn kaartje stond, vond hij het – na vijf jaar – wel genoeg geweest. Volgens de in 2005 overleden Kalkman werden er 29.000 exemplaren van zijn plaatje verkocht. Niet dat dat een notering in de Top 40 opleverde. ‘55.000 IJzeren Pijpleidingen’ verwierf later wel een plekje op de uitstekende verzamel-cd ‘O, O, Den Haag’ (1996) en ‘Ja, Met Theunissen’ haalde een respectabele 72ste plaats in de door Vic van de Reijt in 2000 samengestelde Top 100 van Nederlandstalige vinylsingles. Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en diskjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
Rachid en Sunita krijgen geen baan, maar Dirk wel Door Jan van der Ven
| Foto: PR
De Vloek gaat nu echt dicht Door Jan der Ven
De Vloek, het kunstenaarsbolwerk aan de Hellingweg in Scheveningen, gaat sluiten. De uiterste datum waarop de sleutels moeten zijn ingeleverd, is 1 juli. Anders volgt ontruiming. Vorige week heeft een meerderheid van de Haagse gemeenteraad nog eens bepaald dat sluiting geboden is. Volgens die meerderheid is nu aan alle voorwaarden voldaan, een reeks bezwaarschriften van de bewoners ten spijt. De Vloek moet plaatsmaken voor een topzeilcentrum. De sluitingsplannen hebben afgelopen maanden tot veel politieke beroering geleid. De Vloek is zo’n beetje de huiskamer van de Haagse Stadspartij. De huidige fractievoorzitter van die partij, Peter Bos, bivakkeerde er lange tijd. Uiteindelijk heeft ook de Haagse Stadspartij het verzet tegen de sluiting gestaakt. Onder voorwaarde dat sluiting pas aan de orde is als de ontwikkelaar van het zeilcentrum zich aan de poort meldt, zodat niet voor leegstand wordt gebouwd. Volgens het college van B en W wordt nu aan die voorwaarde voldaan. Dezelfde Peter Bos maakte vorige week donderdag in de gemeenteraad duidelijk met lede
ogen te kijken naar de sluiting. Met weemoed herinnerde hij aan het nut van krakersbolwerken die vervolgens zijn uitgegroeid tot broedplaatsen in de stedelijke samenleving. Uiteindelijk, zo betoogde hij, groeien de broedplaatsen uit tot parels in de stad. Stoot “Maar we hebben de strijd vorig jaar al verloren”, moest Peter Bos vorige week erkennen. Want in oktober al bepaalde een meerderheid van de gemeenteraad dat De Vloek gesloten moest worden. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. De HSP kwam in de coalitie alleen te staan, hetgeen tot een crisis leidde in het college van B en W. Uiteindelijk stemde de fractie van de HSP grommend in met de voorgenomen sluiting. De Haagse Stadspartij wil nu niet meer weten van nieuw uitstel. “Want dat biedt de bewoners en sympathisanten alleen maar valse hoop”, stelde HSP-fractievoorzitter Bos. Een tiental bewoners van De Vloek woonde de raadsvergadering vorige week bij. Zij zullen vanaf 1 juli moeten uitwijken naar het alternatief dat de gemeente hen aanbood: een pand aan de Beatrijsstraat aan de rand van Moerwijk.
Werkgevers in de regio Den Haag discrimineren bij sollicitaties van allochtonen op grote schaal. De discriminatie is het grootst in de stad Den Haag. Werkgevers die discrimineren maken geen verschil tussen man of vrouw van allochtone afkomst. Ook de soort vacature doet er niet toe. ‘De grens wordt door werkgevers getrokken bij autochtoon versus niet-autochtoon’. Dit blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) over discriminatie van Marokkaanse en Hindoestaanse Nederlanders dat deze week is gepresenteerd. Het onderzoek laat zien dat beeldvorming over niet-Nederlandse bevolkingsgroepen een zwaarwegende factor vormt bij discriminatie, vooral in de stad Den Haag. ‘In Den Haag wordt vaker gediscrimineerd’, aldus het onderzoek. Over de oorzaak daarvan tasten de onderzoekers in het duister. Het onderzoek richt zich specifiek op Hindoestanen en Marokkanen omdat die een zwakke(re) positie op de arbeidsmarkt hebben. Om een beeld te krijgen over de omvang van de discriminatie zijn vorig jaar meer dan vijfhonderd sollicitatiebrieven gestuurd naar werkgevers die personeel zochten. Het ging om 176 vacatures. Werkgevers kregen voor iedere functie drie brieven onder ogen, waaruit ze duidelijk konden opmaken dat een reflectant van Nederlandse, Marokkaanse of Hindoestaanse afkomst was. Daartoe
werden veel voorkomende Marokkaanse, Hindoestaanse en Nederlandse namen in de sollicitatiebrieven gebruikt. Zoals: Sunita, Rachid en Dirk.
Geboorteland Tussen de (fictieve) sollicitanten bestond verder geen enkel verschil. Ze hadden allemaal dezelfde opleiding en dezelfde kwalificaties voor de baan. Er stond geen enkele andere informatie in sollicitatiebrieven die mogelijk in verband met etnische afkomst zou kunnen worden gebracht, zoals geboorteland of talenkennis. De briefschrijvers reageerden op functies van verschillende niveau’s. Zo konden de onderzoekers van het SCP een scherp beeld krijgen van de discriminatie: die kwam op alle niveau’s evenveel voor. Dat gold voor een kok, een verkoper, een verpleegkundige maar ook voor een keukenmedewerker. Het beeld van de discriminatie door werkgevers ziet er in cijfers als volgt uit: van de Nederlandse sollicitanten had 34 procent kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Voor Hindoestaans-Nederlandse was dit 23 procent en MarokkaansNederlandse sollicitanten had slechts 19 procent kans op zo’n gesprek. De onderzoekers verbaasden zich over de discriminatie bij Hindoestaanse Nederlanders omdat die doorgaans als goed geïntegreerd worden beschouwd. Bij navraag bij werkgevers bleek dat ze de gebruikte Hindoestaanse namen niet als zodanig
herkenden: de sollicitanten werden afgewezen omdat ze geen niet-Nederlandse naam hadden. Alle 176 bedrijven die onderdeel vormden van het onderzoek werd na afloop gevraagd op grond waarvan zij sollicitanten afwezen. Werkgevers motiveerden hun voorkeur voor autochtoon Nederlandse werknemers als risicovermijding, aldus het onderzoek.
Schokkend PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh, verantwoordelijk voor integratie, maakt zich grote zorgen. Hij zegt: “De uitkomsten vind ik schokkend. Natuurlijk kennen we de verhalen maar dat het verschil dermate groot was, vind ik onacceptabel”. De wethouder voegt er in een reactie aan toe: “Dit remt niet alleen de participatie in de samenleving maar laat nog veel meer schadelijke sporen na in het leven van vele Hagenaars. Het demotiveert mensen die keihard werken aan hun toekomst, het sluit mensen uit die al hun hele leven in Den Haag wonen. Alleen omdat ze een naam of kleur hebben die kennelijk niet ‘Hollands’ genoeg is”. De wethouder spoort migranten (jongeren) aan extra te netwerken buiten de eigen gemeenschap. Dat vergroot de kans op een baan. Hij wil ze verder gaan helpen bij het ontwikkelen van sollicitatievaardigheden. Tegelijkertijd zal het Meldpunt Discriminatie extra alert zijn op het weren van niet-Nederlanders bij vacatures.
actueel |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
commentaar
3
Wijsmuller: groot nieuws breng je in komkommertijd
Spuiplan, een schimmenspel ALS STRAKS DE actievoerders die het Spuiforum tegenhielden in hun tentje aan de Dordogne slapen en dromen van een Spuiplein waar je met je voeten in het water kunt hangen, staat het te gebeuren in Den Haag. Dan maakt de gemeente bekend wie onder voorbehoud de competitie heeft gewonnen voor een nieuw Spuikwartier. Aanvankelijk zou dat eind augustus zijn, maar nu heeft wethouder Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij besloten het moment van bekendmaking naar voren te halen, 15 juli is nu de datum. HET IS IN elk opzicht een curieuze beslissing omdat niemand weet wat de wethouder daarmee voorheeft. ‘Den Haag is nieuwsgierig naar het plan’, is zijn enige argument. Nogal wiedes, natuurlijk zijn de Hagenaars nieuwsgierig, dat waren ze al voordat de competitie begon. Als Wijsmuller zo begaan is met de informatiepositie van de Hagenaar had hij wel iets meer kunnen doen om de bevolking bij dit cruciale plan te betrekken. Want ook als het winnende ontwerp een maand eerder openbaar wordt, blijft het moment ongelukkig: de scholen hebben vakantie en de raad is op reces. Kortom, je schiet met de hele operatie weinig op. Sterker nog, het kan ook verkeerd aflopen. WANT ALS HET zegevierende plan op 15 juli in de etalage is gezet, kan nog steeds een ander winnen. Vanaf dat moment geldt de zogeheten Alcatel-periode. De verliezers hebben een maand de tijd om beroep aan te tekenen, bijvoorbeeld omdat de winnende combinatie zich niet aan het programma van eisen heeft gehouden. Het kan, zoals in het recente verleden vaker is gebeurd, tot rechtszaken komen en tot een andere winnaar. Het nieuwe station in Delft was een pijnlijk voorbeeld. Na gegoochel met de puntentelling en een gang naar de rechter won niet nummer één of twee, maar drie, Mecanoo. POLITIEK ANALIST, Jan van der Ven, betoogt op deze pagina dat Wijsmuller de raad juist met opzet tart om de leden in beweging te krijgen. Als negen raadsleden een debat willen, moet de raad terugkeren van reces, over het plan discussiëren en is de commotie voorbij voordat alle opposanten weer terug zijn van de camping. Slim of sluw? VAN WIJSMULLER HADDEN we in elk geval anders verwacht. Hij is met een stevige overwinning op zak, gekozen als jongen van het volk. Nu gedraagt hij zich als een machiavellist, die de raad, de bevolking en de publieke opinie zo veel mogelijk op afstand houdt. Want ter herinnering, ook over de uitkomst van de competitie heeft Den Haag niets te vertellen. Ook de raad niet. Die kan ten koste van afkoopsommen hooguit nee zeggen tegen het ontwerp, maar inspraak is niet meer mogelijk. En dan zou het hele circus opnieuw moeten beginnen. De weg die Wijsmuller volgt gaat door het duister, alleen met geluk loopt het goed af. Het wordt tijd dat de HSP-wethouder met kracht voor openheid en de stad kiest, niet voor politieke machinaties. De Joris van voor de verkiezingen zou het wel hebben geweten. Casper POSTMAA
| Illustratie: Diederik Gerlach
Spuikwartier: vlag uit bij Joris Wijsmuller Door Jan van der Ven
De vlag kon vorige week donderdag uit in huize Wijsmuller in de Rivierenbuurt. Er waren die dag meerdere redenen voor vrolijk vlagvertoon. De twee kinderen van de HSP-wethouder hadden die middag telefonisch te horen gekregen dat ze waren geslaagd voor hun eindexamen. En later die avond sleepte wethouder Joris Wijsmuller probleemloos het bestemmingsplan voor het Wijnhavenkwartier en het Spuiplein door de gemeenteraad. De vijf coalitiepartijen legden hem in dit dossier geen strobreed in de weg. Nog één keer trachtte de oppositie die avond een wig te drijven tussen de coalitiepartijen. Tevergeefs. De kritiek vanuit de oppositie betrof vooral de wijze waarop de HSP-wethouder het project van het Spuikwartier door de gemeenteraad loodst. Drie geselecteerde consortia ontwikkelen sinds vorig najaar in zijn opdracht, onafhankelijk van elkaar, bouwplannen voor een kunst- en onderwijscomplex plus commerciële ruimtes als woningen en winkels. Vorig jaar november gingen de vijf coalitiepartijen akkoord met deze aanpak. De oppositie was en bleef tegen, omdat de gemeenteraad er vervolgens niet meer echt aan te pas komt. Nog één keer legde Wijsmuller vorige week uit waarom hij gekozen heeft voor zijn aanpak. Hij verwees nog maar eens naar de tumultueuze periode in de vorige raadsperiode. Het was een tijd waarin hij zelf vanuit de oppositie hard en fel streed tegen de komst van het Spuiforum. Wijsmuller won er met zijn partij de verkiezingen mee: de HSP sprong van twee naar vijf zetels en de HSP trad toe tot het college. Vinger Indien de gemeenteraad opnieuw zo’n kans krijgt de vinger stevig aan de pols te houden, ontstaat het gevaar van ontsporingen, betoogde de HSP-wethou-
der met zoveel woorden. Want telkens zullen nieuwe eisen of bedenkingen vanuit de politiek opdoemen, die zo’n megaproject uiteindelijk alleen maar duurder zullen maken dan de gereserveerde 180 miljoen euro. Maar of de raad helemaal buitenspel staat, vroeg de oppositie nogmaals? De gemeenteraad kan een keuze van het college voor een ontwerp natuurlijk afwijzen, aldus de wethouder. De gevolgen ervan zijn echter van verstrekkende aard. “Stoppen kan, maar als het project eenmaal is aanbesteed, zal dat zeer aanzienlijke financiële gevolgen hebben. En ook politieke consequenties”. Waarmee hij wilde zeggen dat het college van B en W uit elkaar valt, als de gemeenteraad in meerderheid onverhoopt een spaak tussen de wielen steekt. De wethouder weet zich gesteund door de vijf coalitiepartijen (D66, PvdA, HSP, VVD en CDA). Vorige week bleek nog eens dat die vijf geen behoefte hebben aan een herhaling van de politieke oorlog rond het toenmalige Spuiforum. De vijf gaven wethouder Wijsmuller alle steun, ze stelden nauwelijks kritische vragen. Zand Maar Wijsmuller kent vanuit zijn verleden als kritisch lid van de gemeenteraad de andere tegenstanders ook goed. De werkgroep Dooievaar bijvoorbeeld. Die zit hem nog steeds op de hielen en zal iedere kans aangrijpen om zand in de bestuurlijke machine te strooien, hopend op vertraging, uitstel en misschien zelfs afstel. In een poging zijn tegenstanders te slim af te zijn, heeft Wijsmuller daarom gekozen voor een sprong voorwaarts. Vorige week donderdag liet hij zijn woordvoerder de media bellen met de mededeling dat de wethouder diezelfde avond met het voorstel zou komen om de keuze van het college voor een consortium al half juli bekend te
maken. Dus niet eind augustus, zoals oorspronkelijk was voorzien. Geheel volgens plan kwam de wethouder ’s avonds in een achteloos uitgesproken bijzin met zijn plan naar buiten. De versnelde procedure is volgens hem een gebaar naar de bevolking, omdat die inmiddels nieuwsgierig geworden is naar het winnende ontwerp. Handjevol Het gaat Wijsmuller natuurlijk niet alleen om de snelle bevrediging van de nieuwsgierigheid van de bevolking. Wat wil hij dan wel met zijn manoeuvre bereiken? Wijsmuller wil er het politieke debat naar zich toetrekken, zomer of niet. Misschien zelfs via een ex-
tra vergadering van de gemeenteraad midden in het zomerreces. Er is slechts een handjevol handtekeningen van raadsleden nodig om zo’n spoeddebat af te dwingen. Zo snijdt Wijsmuller bij velen de pas af. Zoals stedenbouwkundige René Strijland, die voornemens is 1 september zijn plan voor een Spuihaven in het gebouw van Pulchri Studio als waardig alternatief te presenteren. De snelle route van Wijsmuller heeft zodoende tot gevolg dat na de zomer, als iedereen weer present is, het politieke debat over de keuze voor de bebouwing van het Spuikwartier allang achter de rug is. Waardoor geharnaste tegenstanders het nakijken hebben, hoopt Wijsmuller.
Advertentie
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4|
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
stadsmens
Gemeente Den Haag loopt voorop met de Tour ‘d Amour voor roze ouderen De 96-jarige kinderloze bewoonster van een verzorgingshuis ontving weinig bezoek. Wel kwam er met grote regelmaat een bejaarde dame bij haar. Na de dood van de bewoonster bleek dat deze vriendelijke mevrouw, die nooit was uitgenodigd voor activiteiten, meer dan dertig jaar haar levenspartner was geweest. “Heel schrijnend”, zegt schrijfster Eveline van de Putte die zich met de Tour d’Amour namens de gemeente Den Haag inzet voor roze ouderen. “Het personeel zei achteraf dat de dames het hadden moeten vertellen. Maar deze generatie, die het een leven lang geheim heeft gehouden, doet dat niet. In hun jonge jaren werden ze erop afgerekend; ze kregen het stempel slecht, ziek of gestoord. Tot in 1973 werd homoseksualiteit gekwalificeerd als psychiatrisch ziektebeeld”. Met de Tour d’Amour bezoekt Eveline van de Putte de komende tijd in Den Haag tien instellingen en opleidingen voor zorg en welzijn en migrantenorganisaties. Zij gaat met (vrijwillige) medewerkers, ouderen en studenten ‘op een zo’n laagdrempelig mogelijke manier het gesprek aan over seksuele diversiteit om de kloof van taboes en onwetendheid te overbruggen’. Dat
personen uit Stormachtig Stil. Zij vertelt over haar ervaringen. Naast haar inzet voor roze ouderen maakt Eveline zich tevens sterk om hetero-ouderen en -personeel ‘de ogen te openen’. “Vraag nou eens niet ‘wat deed uw man?’, maar bijvoorbeeld ‘is iemand belangrijk voor u geweest?’ Op De Eshoeve had ik een prachtige ervaring. Een mevrouw van in de negentig vroeg me of ik een liefde had. Dat vond ik zo’n mooie zin; je kunt er alle kanten mee op”.
Eveline van de Putte wil kloof van taboes en onwetendheid overbruggen. | Foto: Haydi Cameron
gebeurt onder meer aan de hand van haar boek ‘Stormachtig Stil’, dat in 2013 verscheen en waarin zij levensverhalen optekende van roze ouderen. (Met roze ouderen worden homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders bedoeld). De schrijfster trok al met haar tour door vrijwel het hele land. Den Haag is de eerste gemeente die subsidie heeft gegeven, waardoor deelname van orga-
nisaties gratis is. “Wethouder Karsten Klein verdient een grote pluim”, vindt ze. Verpleeghuis De Eshoeve, dat sinds vorig jaar het homovriendelijke certificaat de Roze Loper heeft, beet onlangs het spits af. “Een warm bad en een groot succes”, zegt Eveline over de bijeenkomst. En: “Ik vertel, lees voor uit mijn boek en ga het gesprek aan met de zaal”. Meestal is Eveline in gezelschap van de 78-jarige Magda, één van de 27
Verdriet De afgelopen jaren heeft ze veel geschreven over 80-plussers, migranten en vluchtelingen. “Ook dan hoor je schrijnende verhalen. Maar er is nog nooit zoveel gehuild als bij de levensverhalen van roze ouderen. Er zit zoveel verstopt verdriet. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Een mevrouw vertelde bijvoorbeeld dat zij nooit in de kast heeft gezeten. Als iemand daar niet mee kon omgaan, jammer dan. ‘Ik ben zoals ik ben’, zei ze. Een ander is op haar oude dag, kort na het verschijnen van het boek, getrouwd met haar huishoudster”. Sommige ouderen vinden de Tour
d’Amour overbodig. Eveline: “Zij stellen: ‘We hebben de gaypride, het homohuwelijk en in televisieseries komen steeds vaker homostellen voor’. Maar het aantal zelfdodingen of pogingen daartoe is onder homojongeren hoger dan bij hetero’s. Zo gewoon is het dus nog niet”. Haar boek blijkt vooral voor homojongeren met een multiculturele achtergrond waardevol. “Zij denken dat het in Nederland altijd het roze paradijs is geweest. Maar als zij de verhalen van roze ouderen horen, valt hun mond open. ‘Het was net zoals nu bij ons thuis’, ontdekken ze. Deze jongeren realiseren zich dat het nog niet eens zo lang geleden is dat het hier ook speelde. Zij voelen zich gesteund”. Na haar tour door Den Haag gaat Eveline van de Putte opnieuw het land in. Met klem: “Het is bittere noodzaak”. Joke Korving Informatie over Tour d’Amour: www.denhaag.nl of http://empowermentfoundation.net/training-2/tour-damourstormachtig-stil/ Stormachtig Stil, ISBN 978-94-01446-08-5 kost € 21,95
advertentie
ontdek de wereld
ontdek de wereld
Den Haag en de
Atlantik wall oorlog in de stad van vrede
Cold Cases in de Haagse archeologie tijdelijke tentoonstelling
tm 1 nov 2015
actueel |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
5
Gemeente restaureert landgoed Ockenburgh Door Casper Postmaa
De gemeente gaat rijksmonument Ockenburgh stapsgewijs vanaf 2016 restaureren. Het landgoed met villa dateert uit ongeveer 1650 en is aangelegd in opdracht van dichter en medicus Jacob Westerbaen. De afgelopen 25 jaar zijn talrijke plannen voor buitenhuis en park ingediend, onder meer voor congrescentra en hotels, die het geen van alle haalden. Of de bebouwing was te duur of omwonenden en natuurliefhebbers kwamen in opstand. Uiteindelijk heeft de gemeente ervoor gekozen in zee te gaan met de Stichting tot behoud van de Historische Buitenplaats Ockenburgh (SHBO), waarin partijen zijn verenigd die tegen grootschalige bebouwing van het park zijn. SHBO heeft het afgelopen jaar een alternatief ontwerp gemaakt, Plan B, dat nu verder wordt uitgewerkt. In die plannen krijgt het landhuis kleinschalige horeca en wordt scoutinggroep De Rimboejagers in het chalet gehuisvest. Tot de start van de restauratie willen de initiatiefnemers een pop-up restaurant in de villa exploiteren. Dat gaat waarschijnlijk vanaf midden september gebeuren. SHBO zal de komende tijd fondsen gaan werven om de restauratiekosten van de gemeente te beperken, op die manier zou de latere huur die de stichting dient te betalen, lager kunnen zijn. Verantwoordelijk wethouder Wijsmuller (HSP) is enthousiast over de nieuwe plannen: “Er zit nu eindelijk schot in. Na herinrichting en renovatie van het landgoed is nu einde-
Het buiten Ockenburgh zoals het er volgens Plan B uit zou kunnen zien. | Artist's Impression: Studio Leon Thier
lijk het monumentale landhuis aan de beurt. Het is goed dat de initiatiefnemers van Plan B deze kans grijpen”. Doorbraak Achter Plan B zit een grote groep van particulieren, bedrijven en organisaties. Initiator is onderneemster Petra Brekelmans. “Wij hebben tot 15 december de tijd om te laten zien dat het
haalbaar is. En dan bedoel ik haalbaar op een duurzame, kleinschalige manier. Hooguit duizend vierkante meter nieuwbouw. De doorbraak is gekomen doordat de gemeente zich bereid heeft getoond de casco-renovatie van het monument voor haar rekening te nemen. Er is voor drie miljoen euro achterstallig onderhoud, dat was een belemmering om tot een rendabele
‘Ook het Rijk moet RO en NDT nu steunen’
Zorgen om bespelers van nieuwe Spuitheater Door Casper Postmaa
Minister van Cultuur, Bussemaker wil meer geld in cultuur te steken, maar Den Haag vreest minder te krijgen. In een brief aan de minister vraagt wethouder van cultuur Joris Wijsmuller met klem aandacht voor grote instellingen als Residentie Orkest, Nederlands Danstheater, het Nationale Toneel, Gemeentemuseum en Mauritshuis. Zij vormen een culturele basisstructuur van nationaal en internationaal belang, die alleen grote steden kunnen bieden. Niettemin dreigt Den Haag door een andere verdeelsleutel voor cultuursubsidies aan steden op het gebied van Beeldende Kunst en Vormgeving vanaf 2017 een miljoen euro per jaar te verliezen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten steunt het pleidooi van Den Haag om bij verdeling van deze gelden de grootste steden de voorkeur te geven. Verder zit het Residentie Orkest (RO) nog steeds in de hoek waar de klappen vallen. Het orkest dreigt 0,4 miljoen mis te lopen voor begeleiding van het Nederlands Danstheater en een half miljoen omdat de samenwerking met Rotterdam niet
van de grond komt. Een zorgelijke ontwikkeling omdat de gemeente in het nog te bouwen theater aan het Spui gokt op duurzame samenwerking tussen RO, NDT en Koninklijk Conservatorium. Het uithollen van de positie van met name het RO is schadelijk voor een succesvolle exploitatie van het nieuwe theatercomplex. ‘Het is daarom van belang dat niet alleen de gemeente, maar ook het Rijk perspectief biedt aan het Residentie Orkest en het Nederlands Danstheater’, aldus Wijsmuller. Orkest Het Residentie Orkest kreeg in het recente verleden al minder subsidie van gemeente en Rijk en heeft zich moeten omvormen tot een kleiner orkest met musici in deeltijd. Op aandringen van het Rijk is het RO een samenwerking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest aangegaan, maar daar is vooralsnog niet veel van terechtgekomen. Met name Rotterdam heeft zich weinig ingespannen om de samenwerking te doen slagen. De samenwerkingsbonus van 0,5 miljoen euro dreigt daardoor na 2017 in gevaar te komen. Om
de vernieuwing, die het orkest doormaakt te kunnen voortzetten, heeft het RO dat geld ook in de toekomst nodig, aldus Wijsmuller. “Het Residentie Orkest heeft zichzelf opnieuw uitgevonden. Het ziet zichzelf als een ‘muzikale kerncentrale’, die in samenwerking met andere instellingen opereert, op verschillende plaatsen in de stad optreedt en talentontwikkeling en cultuureducatie op scholen als een kerntaak beschouwt”. De wethouder zou graag zien dat het RO zijn taak uitbreidt met de dansbegeleiding van het Nederlands Danstheater, ook het ministerie heeft daar verwachtingen van, maar een eerder verzoek om vier ton subsidie voor die rol heeft het niet gehaald. Deze keer moet het ministerie toeschietelijker zijn, wil die taak van de grond komen, aldus de wethouder. Daarnaast wil Wijsmuller extra geld voor talentontwikkeling in de danssector en voor een fonds voor jonge theatermakers. Den Haag heeft daarvoor met het Nationale Toneel, het grootste Nederlandse toneelgezelschap, NTjong, het Theater aan het Spui en het NT-gebouw uitstekende mogelijkheden, vindt Wijsmuller.
exploitatie te komen. Wij moeten de rest mogelijk maken, maar ik hoop dat de gemeente met ons mee blijft denken en niet de kant van grootschalige horeca op wil”, aldus Brekelmans, die voorzitter van het bestuur van SHBO is. Zij hoopt dat maatschappelijk ondernemen de doorslag geeft. “Zou het niet mooi zijn als we een soort ambachtelijk uitzendbureau
konden beginnen. Kom in september, op Open Monumentendag, naar Ockenburgh en vertel wat je op ambachtelijk gebied kunt. Als we nu eens al die 55-plussers die in de bouw zaten en die van de overheid rij-instructeur moeten worden, op Ockenburgh met jonge mensen aan de slag laten gaan. Dàn kun je echt Haagse kracht mogelijk maken”.
Weerstand tegen aangepast plan bij Scheveningse Haven blijft Door Adrie van der Wel
De gemeente lijkt weinig goeds te kunnen doen met enkele aanpassingen in het bestemmingsplan voor het Scheveningse havengebied. De aanpassingen waren nodig nadat de Raad van State in oktober vorig jaar het plan gedeeltelijk onderuit haalde. Deze week verscheen weer een aantal bezwaarmakers bij de Raad om de aanpassingen onder vuur te nemen. De meeste kritiek daalde neer op de gemeente vanwege de veranderde bouwhoogte voor het project De Nieuwe Kuiperij aan de Dr. Lelykade. Ontwikkelaar KBM wil hier een complex neerzetten met kantoren en woningen dat doorloopt tot aan de achtergelegen Koppelstokstraat. Wat de ontwikkelaar betreft krijgt het complex gedeeltelijk een hoogte van 31 meter. De gemeente dacht eerder aan een hoogte van 16 meter. Daarmee rekening houdend met de hoogte van de naastgelegen bebouwing boven de Gamma en de lagere bebouwing van de monumentale Rokerij. Maar KBM ziet zijn winst al verdampen als niet hoger mag worden gebouwd. Volgens de ontwikkelaar zijn de hoogste verdiepingen de meest lucratieve. Aanvankelijk probeerde de gemeente KBM nog in bedwang te houden door te wijzen op een ander bouwplan aan de Lelykade waar al hoog mag worden gebouwd. En dit project was eerder aangemeld. Om de regie over de bouw-
hoogten aan de Lelykade te houden, kreeg KBM een lagere bouwhoogte toebedeeld. Compromis De Raad van State oordeelde in oktober dat KBM eerder was met zijn project en dat de gemeente met een nieuwe oplossing voor het perceel van deze ontwikkelaar mocht komen. Daar volgde een compromis uit dat in de gemeenteraad nog maar net overeind bleef. De nieuwe bouwhoogte mag maximaal 24 meter worden. Het gevolg is dat dit compromis door geen van de betrokken partijen wordt omarmd. KBM blijft vasthouden aan 31 meter. Buurtbewoners blijven vasthouden aan 16 meter. En vishandel Simonis, de kersverse eigenaar van de Rokerij, wil ook niet hoger dan 16 meter. Hogere bebouwing zou namelijk het terrein achter de Rokerij volledig in de schaduw zetten. De positie van de gemeente is niet te benijden. Met KBM wordt nog wel onderhandeld, maar wel met een dreigende schadeclaim op de achtergrond. Volgens de buurtbewoners is de angst van de gemeente voor KBM volledig onterecht. De gemeente acht zich volgens hen ten onrechte gebonden aan bouwrechten van de ontwikkelaar. KBM zou juridisch veel minder sterk staan dan de gemeente denkt. De Raad van State mag nu beoordelen of dit inderdaad het geval is. De uitspraak volgt binnen enkele maanden.
6|
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
‘Zoals de wind waait, waait zijn jasje’ Op de foto, genomen op zaterdag 25 september 1954, is te zien hoe de voltallige Haagse rechtbank aanwezig is in de hangar van de Rijksluchtvaartschool op het Vliegveld Ypenburg. Wat was er aan de hand? De Haagsche Courant en ook de landelijke pers van die dagen brengen hier meer duidelijkheid in. Een 30-jarige Haagse jurist en sportvlieger was een vijftal misdrijven, waaronder diefstal van bankbiljetten ter waarde van 2500 gulden, ten laste gelegd. De jurist zou een assuradeur uit Dordrecht hebben opgelicht. Met de Dordtenaar had de verdachte Hagenaar op Ypenburg een afspraak gemaakt en hem verteld dat hij daar met een aantal sportvliegers in contact zou komen. Dit met de gedachte dat beide heren wellicht zaken konden doen met de andere aanwezigen. De Haagse jurist stelde hierbij de voorwaarde dat de Dordtenaar 2500 gulden zou meebrengen en maakte hem wijs dat hij dit bedrag wilde lenen om zijn kredietwaardigheid jegens de aanwezigen te bewijzen. Op Ypenburg bleek er van de te verwachten sportvliegers niemand aanwezig te zijn. Hierop stelde de
jurist voor een vliegtochtje te gaan maken en zo gebeurde. De verzekeraar mocht voor in het toestel, een Piper Cub, plaatsnemen en de jurist kroop achterin. De passagier had een windjack gekregen en zijn colbertjasje in de bagageruimte achterin gelegd. Hij vertrouwde het allemaal niet en keek met een
‘Boven zee, ter hoogte van Katwijk, sprong, althans volgens de verklaring van de jurist, plotseling het klapdeurtje van het toestel open’ spiegeltje naar hetgeen zich achter hem afspeelde. Boven zee, ter hoogte van Katwijk, sprong, althans volgens de verklaring van de jurist, plotseling het klapdeurtje van het
De Haagse rechtbank hield op zaterdag 25 september 1954 een schouw in een hangar op vliegveld Ypenburg. | Foto: Friezer
toestel open. Voordat de assuradeur begreep wat er gebeurde, was zijn jasje al uit het vliegtuig gewaaid. Een wandelaar vond het colbert op het strand waar het aangespoeld was en bracht het naar de politie. De portefeuille met inhoud was niet meer aanwezig. Later op die dag zochten de beide luchtreizigers samen met de politie nog op het strand naar de portefeuille, maar zonder resultaat. Tijdens de zitting ontkende de verdachte in alle toonaarden dat hij de portefeuille had gestolen en het jasje vervolgens naar buiten zou hebben gegooid. De leden van de rechtbank waren
advertentie
Bosch Tour de France actie! BOSCH - WAK282S1NL SPORTSEDITION
BOSCH - WTW852S1NL SPORTSEDITION
Wasmachine • Vulgewicht: 1 - 8 kg • Energieklasse: A+++ • Centrifugesnelheid: 1400 rpm • AquaStop waterbeveiliging
Wasdroger - warmtepomp • Capaciteit: 1 - 8 kg • Energieklasse: A++ • Warmtepomp technologie
€599,-
€799,-
Prijzen zijn inclusief bezorgen, installeren en het afvoeren van uw oude apparaat
Speciale Tour-setprijs
€1299,-
benieuwd naar de ware toedracht van het voorval en wilden met eigen ogen zien hoe het allemaal had kunnen gebeuren. Als getuige-deskundige was de chef-instructeur van de Rijksluchtvaartschool opgeroepen. Deze verklaarde dat het niet gebruikelijk was dat de deuren van een Piper Cub zomaar openvielen. Mocht dit toch zijn gebeurd, dan zou het jasje niet naar buiten gezogen zijn, maar juist verder het vliegtuig in zijn geblazen. Tijdens de zitting in de hangar demonstreerde de verdachte wat hij had gedaan om het deurtje weer dicht te maken. Opmerkelijk detail hierbij was dat de
Dordtenaar, die voor het eerst van zijn leven in een vliegtuig zat, even de besturing van het vliegtuigje had moeten overnemen om de verdachte in de gelegenheid te stellen het deurtje te sluiten. De rechtbank vond het hele verhaal van de jurist zeer onwaarschijnlijk. Bovendien bleek later dat de verdachte het toestel had besproken voor die dag. Nadat de zaak in de hangar was bekeken, ging het gezelschap terug naar de rechtbank aan de Jan van Nassaustraat in Den Haag. De officier eiste een straf van zes jaar wegens oplichting, valsheid in geschrifte, verduistering en diefstal. Op 7 oktober 1954 achtte de rechtbank het ten laste gelegde slechts op één punt bewezen en dat was de diefstal van 2500 gulden uit het colbertjasje. Twee jaar gevangenisstraf met aftrek luidde het vonnis. Of het jasje dat op de foto onder de vleugel is opgehangen ook het bewuste colbert is, is niet bekend.
Henk Duits www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
actueel |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
7
Kamerlid SP wil graf opsporen van Johan van Oldenbarnevelt
Chaotisch knekelveld met een eeuwenoud mysterie Het Spuiplein-lijk Bidden is prima, bid wat je kan, neem er een week vakantie voor op, maar bid dan wel voor een ontwerp van het Spuikwartier zoals ik dat wil. Dat wordt wel raar bidden, want er moeten afgehakte handjes worden afgebeden van tekenaars, die vast van plan zijn om ons nageslacht te martelen met een zooitje neomodernistische monsters. Groenkleurige aambeien naar damborddesign. Wild wiskundig nihilisme. Gekkigheidkubisme. Ik vrees opnieuw het ergste en dat vreesde ik al toen ik ooit die verlammende handleiding las die een ambtenaar een paar jaar terug met koppijn had opgeschreven nadat hij een volledige raadsvergadering had uitgezeten. Een Europees concurrentiegerichte dialoog, had hij gehoord en genotuleerd. Toe maar. De GRIP-systematiek moest worden gehanteerd. Met koortsige hersens had hij vergeefs gegoogeld wat dat betekende. Vigerende beslisbomen. Hoe verzin je ’t? Tot in de suburbs van Ottowa zijn we met het Spuiplein voorpaginanieuws met een striptekening waarop het haar van een piemelloos lijk alle kanten opwaait. Naast hem een uitvaartkraai die verdacht veel op Van Aartsen lijkt. In zijn linkerhand een laatste tegoedbon. De rechter is een stompje. Canada kent Den Haag van de gebroeders Jansma, het Vredespaleis, de Schilderswijk, fietsende ministers en sinds een aantal jaren als nieuwste vorm van internationaal vermaak die schaamteloze megalomanie rond Het Spui. Ik geloof dat er nu als laatste redmiddel een prijsvraag is uitgeschreven en de ontwerper met de meeste klei, die wint. Naar ik vermoed een omgekochte. Naar ik hoop een zwaar gedecoreerde veteraan, die in Hollywood heeft geleerd hoe je hoogbouwzeperds van zwaar verstandelijk gehandicapten kan maskeren. Wie jureert, geen idee. Waarschijnlijk opnieuw 174 welstandsorganen, de ergste organen die er zijn. Daarna nog 1138 gunningcriteria, verder 751 bouwenveloppen en ondertussen is er nog tijd zat om in de geest der tijd een paar leuke fraudes te verzinnen. Vol fantasie heb ik ze allemaal al zien staan die bouwers en die onzichtbare aanbestedingsambtenaren, een leuk stelletje plaatboeven, op een geheime plek bijeen ergens midden in de stad, ingekleurd aan een originele koperen brouwketel: in één jaar tijd 1770 hectoliter getapt bier weggezopen op weg naar een theaterplein dat dat van Melbourne moet overtreffen. Er was in het uitgetikte raadsvoorstel in 2012 voor pakweg vijf miljoen aan de Voorziening Negatieve Plannen gedoteerd. Bij doteren was de ambtenaar een t vergeten. Smakelijke kopij. Intussen bid ik al maanden voor een Spuiplein dat ons reïncarneert naar de tijd van Lodewijk XIV, met de allerkleinste wandelaarssteegjes, stinkgrachtjes met bruggetjes, Bergamo-lantaarns, Jugendstil-cafeetjes, een bonnetterie, gesubsidieerde winkeltjes van kroonlijstbouwkunst met waaierbogen en vensters van vierbladen motieven (voor lompenboeren, spinners en klompenmakers). Overal ook en vooral: verboden voor fietsers of het bordje: ‘Op slot? Jatten mag.’ En die vieze hoogbouw? Eén vluchtje Los Angeles à raison van € 519 en je ziet hoe je goedkoop een fiasco van miljarden belastinggeld kan camoufleren. Als niemand het meer weet, moet je bij mij zijn. Ik kan alleen niet tekenen en kleien evenmin. Rekenen wel. Jan D. Swart
Standbeeld op de Lange Vijverberg gemaakt door Oswald Wenckebach en onthuld door Koningin Juliana in 1954. | Foto: DHC/Liza Letsch
‘volkslegenden’. ‘Zij slingeren zich als parasieten om een historisch feit’, voegde Veegens hier nog aan toe.
Door Danny Verbaan
H
et is een janboel in de grafkelders onder het gebouw van de Eerste Kamer. Of de stoffelijke resten van de in 1619 onthoofde Johan van Oldenbarnevelt kunnen worden teruggevonden, is daarom uiterst onzeker. Zelfs is het de vraag in hoeverre de staatsman hier wel zijn laatste rustplaats vond. Ruim honderddertig jaar geleden is ook al eens uitgebreid naar hem gezocht, maar dat leverde niets op. ‘Overal lagen doodsbeenderen en doodshoofden verspreid’, schreef Daniël Veegens, de griffier van de Tweede Kamer in 1883. De recente oproep van Kamerlid Ronald van Raak van de SP heeft dan ook veel meer om het lijf dan het lijkt. Een week geleden stelde hij voor om de voorgenomen, grootschalige renovatie van de gebouwen van de Eerste en de Tweede Kamer aan te grijpen om in de kelders op het Binnenhof op zoek te gaan naar het gebeente van Van Oldenbarnevelt. Dit verdient in de ogen van de SP’er een waardiger graf, dat ook als een vorm van rehabilitatie moet worden beschouwd. Johan van Oldenbarnevelt was landsadvocaat en raadspensionaris, speelde een hoofdrol bij de ontwikkeling van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (waaruit Nederland is ontstaan) gedurende de Gouden Eeuw, maar raakte in conflict met prins Maurits. Die liet hem arresteren en beschuldigde de inmiddels 72-jarige Van Oldenbarnevelt van land- en hoogverraad. Het leidde, na een showproces, tot zijn onthoofding op het Binnenhof. Het lichaam en het hoofd kregen een plaats in het familiegraf van de schoonzoon van Van Oldenbarnevelt in de Hofkapel. Deze gebedsruimte bevond zich op het Binnen-
De onthoofding van Van Oldenbarnevelt. | Illustratie: Jan Luyken gemaakt omstreeks 1700, Rijksmuseum Amsterdam.
hof, op de plaats waar nu het gebouw van de Eerste Kamer is. In de kerkboeken werd dat graf slechts aangeduid met het Romeinse cijfer VIII. “Het is sowieso al bijzonder cru dat onze grootste staatsman is onthoofd”, aldus Van Raak. “In de meeste landen krijgt zo’n iemand bovendien een praalgraf of wordt dit soort mensen herdacht met een monument”. Zo’n gedenkteken is uiteindelijk in 1954 opgericht in de vorm van een levensgroot beeld. Het staat op de Lange Vijverberg, maar als het aan Van Raak ligt, verhuist het naar het Binnenhof. Koets Tot de weinigen die zich er kort na de executie druk over maakten, behoorden de zonen van Van Oldenbarnevelt. Zij probeerden voor elkaar te krijgen dat hun vader mocht worden begraven op het adellijke grondgebied (een ‘heerlijkheid’) Berkel, dat hij in 1600 had aangekocht. Hoewel de rechters het ver-
zoek van de hand wezen, legden de kinderen hiermee de basis van een reeks mysterieuze verhalen. Griffier Veegens deed er in 1883 onderzoek naar. Hij hoorde dat Van Oldenbarnevelt indertijd tóch en in het diepste geheim naar de Dorpskerk in Berkel was overgebracht. Om te voorkomen dat iemand het hoorde, waren de wielen van de koets toen met leer omwonden en zaten er doeken rond de hoeven van de paarden. Maar de staatsman bezat ook de heerlijkheid Rodenrijs. Dit voedde het gerucht dat Van Oldenbarnevelt in het nabijgelegen Overschie zijn definitieve rustplaats vond. De griffier hoorde zelfs dat in het deksel van de kist glas was verwerkt. Iemand had er ooit doorheen gekeken en zag, aldus Veegens, ‘het lijk met het hoofd in den arm’. Ook Amersfoort is genoemd als plaats die zich ontfermde over de landsadvocaat. Hij was er in 1547 geboren. De griffier van de Kamer stelde vast dat het bij de drie lezingen aan elk bewijs ontbrak en deed ze af als
Afdekplaten Liefst had hij de conclusie getrokken dat het lichaam van Van Oldenbarnevelt dus in de Hofkapel was gebleven. Toch kon ook dit niet worden aangetoond. In 1770 was weliswaar de vloer vervangen en werden de kisten en sarcofagen van een aantal graven en gravinnen van Holland geopend, maar dat moest voortijdig worden gestopt: de eigenaar van een particuliere grafkelder wilde niet dat ook van zijn voorouders de overblijfselen zouden worden verstoord. De sloop van de kapel in 1879 kon uitkomst bieden. Tak van Poortvliet, de minister van Waterstaat, gaf opdracht historisch onderzoek te doen voordat de kerk verdween en legde die taak in handen van Veegens. De griffier stuitte nog wel op ‘een gebalsemd lijk van een gesneuveld krijgsman’, maar stond voor het overige toch vooral met lege handen: niet alleen lagen her en der de botten en skeletten verspreid, ook zag Veegens tot zijn verbijstering dat van veel graven de zerken ontbraken. De afdekplaten met namen en jaartallen lagen ‘onder het zand bedolven of opeengestapeld.’ Kamerlid Van Raak kent het verslag van Veegens en weet ook dat deze een, aldus de SP’er, ‘ongelooflijke bende’ aantrof. Hij vindt het desondanks de moeite waard om opnieuw onderzoek te doen, ook al moeten hierbij wellicht álle stoffelijke resten worden bekeken om de raadspensionaris ‘te kunnen detecteren’. ”Ik zie het als een vorm van eerherstel”, zegt Van Raak. Toch zijn al stemmen opgegaan die van grafschennis spreken. Hij zegt dit nog niet te hebben gehoord. “Maar als iemand er problemen mee heeft, dan hoor ik dat graag”.
8 | actueel
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
HET PLEIN Deel 4 Door Alexander Münninghoff
Bewijs van de almacht van het zit Achter de schermen woedt een felle strijd om de bouwopdracht voor het nieuwe Spuikwartier. En wat de stad er ook van vindt, het winnende ontwerp wordt uitgevoerd. Over het nieuwe Spuiplein mag Den Haag vooralsnog wel meepraten. Daarom trekt DHC de wereld in op zoek naar voorbeelden – goede en slechte – waarvan we kunnen leren. Deze week het Rode Plein in Moskou, een treffend voorbeeld van een plein van de macht.
M
acht, totalitaire macht. Wie voor de eerste keer de kinderhoofdjes van het Rode Plein betreedt en de rode bakstenen muur ziet waarachter het Kremlin zich schuilhoudt, beseft ogenblikkelijk dat dit nooit een leuk plein is geweest, bedoeld om mensen op een prettige manier bij elkaar te brengen. Hier werden mensen geëxecuteerd, hier sprak tsaar Ivan de Verschrikkelijke vanaf de Lobnoje Mesto, de Hoofdschedelplaats, het sidderende volk toe voordat hij naar de kelders afdaalde waar hij zijn wekelijkse portie slachtoffers op gruwelijke wijze liet doodmartelen. Hier werd de kozakkenhoofdman Stenka Razin in 1671 gevierendeeld na een mislukte opstand tegen het tsarenbewind. Ruim een eeuw later was de verlichte Catharina de Grote aanzienlijk milder tegen de opstandige Poegatsjov: die werd eerst ‘genadiglijk’ onthoofd, en pas daarna gevierendeeld. In de tussentijd had Peter de Grote eigenhandig in 1698 een tiental ‘streltsy’, leden van de in opstand gekomen keizerlijke lijfwacht, onthoofd en vervolgens ruim 1200 van deze lieden op het Rode Plein laten doden. Je zou dit als een overgangsfase kunnen beschouwen. Voor bewijzen van de almacht van het zittende bewind moest je, kortom, op het Rode Plein zijn. Er zijn wel tekenen op deze plek van 55.000 vierkante meter van meer serene historische contemplatie. Zo is er het bronzen standbeeld van de slager Minin en de vorst Pozjarski, die in 1612, het grote rampjaar uit de Russische geschiedenis toen de gehate, want katholieke, Polen het Kremlin hadden veroverd en op het punt leken te staan Rusland in te lijven, een volksleger uit de grond hadden weten te stampen dat de indringers wist te verjagen, waarna de Romanov-dynastie aan de beurt kwam om Moedertje Rusland te leiden. Wij Nederlanders komen niet veel verder meer dan ‘1600 – Slag bij Nieuwpoort’ – bij navraag doorgaans een loze kreet – maar de Russen kennen dit verhaal uit hun eigen geschiedenis en transponeren het moeiteloos naar onze tegenwoordige tijd, waarin de Polen immers NAVOtegenstanders zijn geworden, net als vier eeuwen geleden. Het Rode Plein als schouwtoneel van de militaire macht van Rusland is een natuurlijk verlengde van het bovenstaande. De parade van de troepen in 1941, nadat Duitsland op 22 juni de
| Foto: Raul P
Sovjet-Unie was binnengevallen, die regelrecht doorliepen naar de vrachtwagens waarmee ze naar het front zouden worden afgevoerd, is nog steeds een icoon. De parade van afgelopen 9 mei, waarbij de Russen een ongekende hoeveelheid militair vertoon uitdroegen, is hun manier om te zeggen dat Rusland zich nooit meer zal laten onderwerpen. Staatsbedotterij Zoals in de eerste maanden van Operatie-Barbarossa, toen de Duitsers
stormenderhand tot vlak bij Leningrad en Moskou oprukten. Wat weinigen nog weten, is dat in die periode een kamer in het Kremlin, zichtbaar vanaf het Rode Plein, tot diep in de nacht verlicht werd gehouden. Waarmee de geruststellende suggestie werd gewekt, dat kameraad Stalin onvermoeibaar bezig was met het leiden van de verdediging tegen de nazihordes. In werkelijkheid was de Grote Leider elders, op verschillende plaatsen. Het Rode Plein als schouwvenster van staatsbedotterij, het
hoort bij het machtsspel. Lenin, die tegen zijn wil in na zijn dood in 1924 in een mausoleum op het Rode Plein werd opgebaard, kreeg daar in 1953 gezelschap van Stalin. Dat duurde maar acht jaar: in 1961 was er al zoveel over Stalin’s wandaden doorgesijpeld, dat deze ereplaats niet meer passend voor de tirannieke Georgiër werd geacht. Maar hij ligt nog wel aan de Kremlinmuur, achter het mausoleum, samen met tientallen anderen, onder wie Leonid Brezjnev en Joeri Gagarin. Een wonderlijk
allegaartje, waar nog eens het mes van het door nieuwe inzichten gescherpte historisch Russische besef in gezet zal moeten worden. Gesteld dat dat ooit zal komen, want in onze tijd, waarin Stalin in de Russische schoolboeken voornamelijk als ‘efficiënte manager’ wordt omschreven, lijkt een vrije perceptie van het verleden niet erg waarschijnlijk. Het oude adagium ‘Voor een communist is niets zo moeilijk als het voorspellen van het eigen verleden’ doet hier opgeld. Het is overigens bepaald niet zo, dat er
actueel |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
+ Samenscholing van belangrijke nationale monumenten + Herkenbaar machtscentrum
9
- Ideaal voor demonstraties, maar in de praktijk vrijwel verboden - Te groot, te open plein. Zo groot dat je er zelfs met een vliegtuig kunt landen
ittende bewind schappen, in paradepas en met de bajonet parmantig op het kaarsrecht gedragen geweer, het plein op kwamen. Die twee hadden het puur uit innerlijke drang en overtuiging gedaan.
1 mei parade op het Rode Plein | Foto: Vitaly V. Kuzmin
In werkelijkheid was de Grote Leider elders, op verschillende plaatsen. Het Rode Plein als schouwvenster van staatsbedotterij, het hoort bij het machtsspel Wie nu, in deze 21ste eeuw, op het Rode Plein komt, kan zich maar met moeite voorstellen dat de Voskresenski Poort, de voornaamste toegang tot het plein, pas in 1996 is herbouwd. En datzelfde geldt voor de vlakbij gelegen kleine Kazankathedraal. Beide gebouwen waren in de jaren dertig opgeblazen, maar zijn nu in een sfeer van berouwvolle terugkeer naar de moederkerk weer herbouwd en in ere hersteld. Het Rode Plein als zichtbare plek van samenkomst tussen staat en orthodoxe kerk, een verbond dat onder de communisten met geweld werd aangetast maar dat nu weer op de oude, vertrouwde wijze het Russische volk gezamenlijk aan de leiband houdt.
Het mausoleum van Lenin, de machthebber van weleer rust als vanzelfsprekend op het Rode Plein. | Foto: Godot13
nooit authentieke waardering of bewondering zou hebben bestaan voor de rode leiders. Ik heb genoeg gesprekken met oudere Russen gevoerd die me, met de hand op het hart, verklaarden dat zij indertijd vol heilig geloof en zonder stiekeme bijgedachten met vlaggetjes, spandoeken of bloemen in de hand hadden meegedaan aan de meiparades en oprecht gejuicht hadden voor Stalin, Chroesjtsjov of Brezjnev, die vanaf het balkon op het mausoleum hadden teruggezwaaid en hen, zo verzekerden ze me,
lachend in de ogen hadden gekeken. En waarom zou je daar, bij een toenmalige Sovjetbevolking van 250 miljoen mensen, ook aan twijfelen? Trouwens, nog steeds liggen er op de graven van Brezjnev en Stalin vrijwel elke dag bloemen, door anonieme vereerders daar neergelegd. En met eigen ogen heb ik waargenomen, dat op een ijskoude winternacht, te midden van een sprookjesachtige sneeuwbui van gestaag neerdalende dikke vlokken, op een doodstil, totaal verlaten Rode Plein twee jonge mili-
tairen met eerbiedige pas het mausoleum naderden en daar, als eerbetoon aan Lenin, een rode anjer neerlegden. De grote, in Amsterdam vervaardigde klok in de Spasskitoren sloeg twaalf en in de verte kon je al de unisone gelaarsde stap van de aflossing van de wacht horen aankomen. Je zou hebben kunnen denken dat het die twee jongens erom te doen was geweest om met hun plechtige daad door de wachtcommandant in positieve zin opgemerkt te worden, maar ze waren alweer verdwenen toen de man-
Bolsjewieken Je vraagt je soms af hoe de bolsjewieken zo stom hebben kunnen zijn de kerk als hun bondgenoot af te wijzen. Met iets meer diplomatie hadden Lenin en de zijnen een nog veel hechtere basis voor hun nieuwe maatschappij kunnen vormen, zoals Poetin in onze tijd overtuigend heeft laten zien. Maar het vurig elan van de Oktoberrevolutie en alles wat daarop volgde lieten een genuanceerde aanpak niet toe. Honderden kerken werden afgebroken, duizenden geestelijken vermoord. De prachtige Vassilikathedraal, het kleurrijke geval met al die uienkoepels nabij de Spasskitoren van het Kremlin, gebouwd rond 1550 ter ere van de inname door Ivan de Ver-
schrikkelijke van de Tataarse vesting Kazan, heeft maar ternauwernood de vernieuwingsdrift van Stalin en zijn kornuiten kunnen ontlopen. Het verhaal gaat dat een Moskouse stadsarchitect, staande voor het bouwwerk, dreigde zich de keel te zullen doorsnijden als deze kerk zou worden vernietigd. En Eleanor Roosevelt, echtgenote van de toenmalige Amerikaanse president, bood aan het geheel steen voor steen naar Amerika over te brengen. Dat werd geweigerd, maar intussen was de boodschap wel duidelijk en zag Stalin af van een Talibanbeslissing. Protesten tegen het bewind heeft het Rode Plein maar zelden gekend. In augustus 1968 was er een handjevol intellectuelen dat de inval van de Sovjettroepen in Tsjechoslowakije veroordeelde. Een heldendaad. Ze werden, nadat ze hun spandoeken hadden ontrold, binnen een minuut opgepakt. De meesten kregen jaren kampstraf. Je kunt ze beschouwen als de grondleggers van de oppositie in de USSR, die later uitgroeide tot de Samizdat-beweging met bekende oppositionelen als Andrej Amalrik, Vladimir Boekovski en Andrej Sacharov. IJsbaan Het Rode Plein is het centrale punt van de Russische staatsmacht . Met Oud en Nieuw wordt er weliswaar door jong en oud met champagneflessen rondgestoeid en gejoeld over het vuurwerk, en tegenwoordig is er in de wintermaanden zelfs een ijsbaan met koek en zopie zoals bij ons op het Plein, en in de carnavalsweek Maslenitsa is er een drukbezochte pannenkoekenbakkerij, maar achterliggend is het toch de factor macht die overheerst. Dat bleek in 1987 toen Matthias Rust zijn vliegtuigje provocatief neerzette op de Vassilevski Spoesk (het hellende deel naar de rivier Moskva dat officieel bij het Rode Plein behoort), want de ontsteltenis was enorm. Gorbatsjov ontsloeg tientallen hoge militairen, want hier was de hartklep naar de Sovjetmacht bruut gepenetreerd. En toen in februari van dit jaar de dissidente politicus Boris Nemtsov op nog geen honderd meter verderop aan de oever van de Moskva werd vermoord, nog steeds op het terrein van het Rode Plein, was de boot helemaal aan. Voor de ogen van de tsaar, die in dit geval via tientallen camera’s van overheidswege had kunnen toekijken, was deze moord gepleegd. Wat betekende dit? Herleving van de oude tijden, of juist een teken dat de zittende macht werd uitgedaagd? Het Rode Plein zwijgt en hult zich in dreigende geheimzinnigheid.
Plaats
10 | interview
Elke week bespreekt Marcel Verreck heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Edisonstraat
Wanneer ben ik aan het werk en wanneer niet? Dat is voor anderen vaak net zo moeilijk uit te maken als voor mijzelf. Ik maak er in ieder geval geen probleem van. Je leeft en dat leven levert verhalen op. Die opschrijven, verdichten of verklanken is dan weer werk. De geldelijke beloning voor die arbeid kan zeer uiteenlopen, ik heb in de loop der tijden een zeer grote variatie aan uurlonen gekend. Als alles werk is, dan schuilt overal winst in. Een middagje lummelen produceert een geniaal idee, een hemeltergende bureaucratische handeling levert nieuwe stof op en de dagelijkse ergernis omtrent het Guus Hiddink-achtige kassièrebeleid in mijn warrige supermarkt betaalt zich uiteindelijk toch uit. Laatst lag ik gestrekt in de duinen nabij Duindorp. Ik werd gebeld tijdens het wielrennen. Mijn tip is nu: neem niet fietsend op. Aan de voet van het klimmetje naar het Westduinpark zijn snelheidsbeperkende hobbels in het wegdek aangebracht. Zeer aan te raden is het om dit obstakel met twee handen aan het stuur te passeren. Zie hier weer een ervaring, waarmee ik de mensheid kan dienen. Ergo: mijn hier geformuleerde waarschuwing maakt de rekening van de fietsenmaker rijp om als fiscale aftrekpost te fungeren. Het kabinet wil het belastingstelsel vereenvoudigen, maar zo simpel als ik het graag heb, zal het wel niet worden. Afijn, de fiets is hersteld en ook mijn gekwetste knie functioneert weer naar behoren, zodat ik volgetankt met overmoed het traject naar de zee kies. Op weg naar nieuwe avonturen, verbetering van de conditie, kortom: werk! Ik heb tijdens één van die tochten geprobeerd bij te houden hoeveel verkeersovertredingen ik zoal maak. Ruim voor Kijkduin was ik de tel al kwijt. Rijdend op een fiets met veel versnellingen worden vertragingen blijkbaar moeilijker geaccepteerd. Als gehaaid weggebruiker heb ik ook altijd het idee dat ik de verkeersveiligheid niet in gevaar breng. Het geheugen is overigens kort, elk net-niet-ongelukje wordt snel van de harde schijf gewist. Bijna thuis, in een manisch spel van afstand en snelheid verwikkeld, negeer ik ter hoogte van de Edisonstraat een rood verkeerslicht. Een snelle blik leert mij dat ik er best tussendoor kan glippen. Maar de politieauto voor het stoplicht heb ik niet gezien. Een bon dus. De agent noemt een bedrag waarvan ik zachtjes moet wenen. Maar gelukkig, het zijn arbeidskosten. Toch? Marcel Verreck
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
Joost van der Valk, documentairemaker
‘Ik leg graag de rauwe kant van de maatschappij bloot’
De Haagse regisseur en documentairemaker Joost van der Valk (39) toont in zijn indrukwekkende internationale œuvre de meest uiteenlopende subculturen van binnenuit. In Nederland maakte hij naam met Haagse Sjonnie over ADO-hooligan en coffeeshopeigenaar John Waldschmit en met Crips, Strapped ’n Strong over het gewelddadige leven van een Haagse gang. Maandag 22 juni is op NPO2 zijn nieuwste film te zien over de motorclub die we kennen van de voorpagina’s maar niet van hun rauwe binnenkant: Satudarah – One Blood.
H
Door Vera de Jonckheere
‘Bij terugkeer hier zie ik elke keer weer hoe ontzettend veel wij hier goed geregeld hebben wat elders ontbreekt’
et zonovergoten terras aan de Dunne Bierkade is een verademing als je net ondergedompeld bent geweest in de duistere geheimenissen van de film Satudarah – One Blood. Opnieuw is Van der Valk al filmend in een subcultuur gedoken waarvoor menigeen bereid is vele blokken om te lopen. Op zoek naar de onverbloemde realiteit. “Verborgen werelden trekken mij, ik houd van avontuur, leg graag de rauwe kant van de maatschappij bloot”. De werelden die hij met zijn indringende films portretteert vormen een schril contrast met de omgeving waarin hij opgroeide. “Ik had een leuke beschermde jeugd in Scheveningen; met mijn zus zat ik op de Montessorischool Waalsdorp en bezocht het keurige VCL, waar ook de prinsjes naar toe gingen”. Kortom, hij kijkt op zichzelf terug als ‘een Haags bekakt jongetje’. De Haagse kakker wilde op zijn achttiende graag van dit imago af, pakte na zijn eindexamen zijn rugzak en vertrok naar Zuid-Amerika waar hij Spaans leerde en het plan opvatte om schrijver te worden. “Mijn ouders wisten mij ervan te overtuigen dat het niet zo gek zou zijn eerst iets te studeren: schrijven kan altijd nog, hielden ze mij voor”. Van ‘iets’ studeren maakte hij serieus werk. In Amsterdam studeerde hij eerst filosofie, daarna antropologie en Spaans. In studentenverenigingen stak hij geen tijd; iedere gelegenheid tot reizen greep hij aan om in meer dan één betekenis grensoverschrijdend verken-
ningswerk te doen op andere continenten. Paparazzi “Nieuwe dingen ontdekken, binnengaan in subculturen, me erdoor laten verzwélgen”. Hij kijkt erbij alsof hij in gedachten zijn koffers al weer aan het pakken is. De drievoudig doctorandus staat vooral als antropoloog in het leven, die via een etno-cinematografische minor in Amsterdam de kracht
breekt. Echt iets om trots op te zijn. Ja, ik ben een uitgesproken Haagse Nederlander, zij het met een Britse angle”. Die invalshoek is nog versterkt door de Engelse Mag Gavan, sinds twaalf jaar zijn vrouw en co-regisseur. Zijn zoons wonen de ene week bij hen en de andere week bij hun moeder in Den Haag. Hij woont nu randje Schilderswijk, aan de kant van de stad die vroeger onbekend terrein voor hem was. “Als schooljongen ging ik voet-
‘Ik blijf van meet af aan mezelf, ga niet ineens een blauw petje op mijn hoofd zetten of in een afzakkende broek lopen’ van het filmisch verslag ontdekte. “Met mijn eerste film werd ik aangenomen voor de tweejarige documentary direction op de Britse National Film and Television School”. Hij verontschuldigt zich dat het wellicht highbrow klinkt, terwijl hij het vooral ‘leuk’ vond, zowel de studie als Engeland. Zo leuk dat hij in 2001 besloot er met zijn twee kleine zoons (nu 14 en bijna 16) en toenmalige vrouw twee jaar te gaan wonen, en er te werken als researcher en assistant producer bij de BBC. Hij maakte onder meer een serie over Paparazzi. Toch keerde hij weer terug naar het geboorteland: Den Haag trok aan hem en zijn kinderen. “Bij terugkeer hier zie ik elke keer weer hoe ontzettend veel wij hier goed geregeld hebben wat elders ont-
ballen ‘achter het station’. Alsof je dan een grens passeerde, het bekende zand-en-veenverhaal. Vaak was het daar knokken geblazen tegen uit de kluiten gewassen, meer streetwise leeftijdgenoten”. Jongens als Haagse Sjonnie, over wie Van der Valk in 2006 de gelijknamige documentaire maakte. Middelvingers De veelbekeken film over een unieke, dwarse Hagenees, de ADO-hooligan wiens lange middelvingers ontworpen leken voor de twee gebaren die de kijker hem steeds ziet maken: fanatiek omhoog tegen politie en tegenstanders én voor het rollen van enorme toeters van joints. Haagse Sjonnie was onlangs opnieuw op NPO Doc te zien
interview |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
11
| Foto: Piet Gispen
in de serie Vrije jongens; ook op YouTube is de film een enorme hit. De in Den Haag wereldberoemde John Waldschmit (1959-2014), vrije jongen en beroepswerkloze pur sang, overleed vorig jaar aan longkanker. Van der Valk mist hem nog steeds. “Ik ging vaak hier om de hoek koffie bij hem drinken. Types als hij bestaan bijna niet meer. Toen hij in het hospice aan de Scheveningseweg lag dood te gaan, pafte hij gewoon door. De dampen sloegen me tegemoet zodra ik zijn kamerdeur opende”. Het gesprek komt via de nicotine en teer even op de vorig jaar eveneens overleden Marnix Rueb, van wie Van der Valk groot bewonderaar is. “Haagse Harry is geweldig grappig. Slimme humor, er zitten vele lagen in de tekeningen”. Van zowel Rueb als Waldschmit werd door ADO op grootse wijze afscheid genomen. Na Haagse Sjonnie verdiepte hij zich vijf jaar geleden in het harde milieu van de Haagse gang de Crips. In de film wordt regelmatig met wapens gezwaaid, er is bloed te zien, maar Van der Valk heeft zich nooit bedreigd gevoeld. Hij legt een zekere voorzichtigheid aan de dag, maar: “Ik denk niet voortdurend aan hun veroordelingen als ik met ze aan de koffie zit. Als mensen aardig voor je zijn en je met ze kunt lachen, ben je geneigd dat te vergeten”. De essentie van zijn aanpak is dat hij zich niet in bochten wringt, maar veel tijd steekt in het opbouwen van kennis en contacten om de andere wereld van binnenuit te begrijpen. “Ik blijf van
meet af aan mezelf, ga niet ineens een blauw petje op mijn hoofd zetten of in een afzakkende broek lopen. Dat zou misschien iets makkelijker een band scheppen, maar ik kies de route van eerlijk en duidelijk. ’t Duurt even voordat ze je dan als vreemde eend in de bijt toelaten, maar ik behoud er mijn geloofwaardigheid mee. Op een gegeven moment vertrouwen ze je, weten ze dat ik geen lijntjes met de politie heb en vervolgens is het consequent doen wat je zegt”. Dan verwacht hij van degenen die hij filmt ook niet dat ze alleen maar in de verdediging gaan en geijkte zinnetjes uiten als dat ze ‘geen lieverdjes’ zijn maar ‘niet echt crimineel’. “Zoals vorige week toen ik met de leiders van Satudarah bij RTL Late Night te gast was”. Hoewel hij een academische carrière bewust links heeft laten liggen, getuigt zijn filmisch œuvre van een welhaast wetenschappelijke ‒ zij het zeer kleurrijke ‒ benadering. Waardevrij onderzoek dat geen oordelen uitspreekt, maar zoveel mogelijk feiten registreert. Satudarah De leiders en leden van Satudarah MC verleenden Van der Valk exclusief toegang omdat zij de geschiedenis van hun gedurende de afgelopen jaren explosief gegroeide club voor het nageslacht wilden laten vastleggen. De in 1990 in Moordrecht door zeven Molukkers – ‘erfgenamen der Molukse krijgers’ – en twee Nederlanders opge-
richte motorclub telt intussen 75 chapters in 18 landen, met zo’n 4000 leden volgens President World Angelo in RTL Late Night. De nieuwe generatie leiders: Angelo, Olla, Mima en Xanterra wisten de club tot een internationaal conglomeraat te transformeren. Dat ging niet zonder slag of stoot. Satudarah – One Blood toont hoe de uitbreiding in Duitsland gepaard gaat met strijd, verraad en een uiteindelijk verbod van de club bij de oosterburen. Zoals ze ook in Zweden niet welkom zijn. Bekendheid geniet de club in eigen land eveneens vooral door nieuwsberichten over drugshandel, wapenbezit, witwasoperaties, prostitutie en strijd met rivaliserende motorclubs Hells Angels en Bandidos. “De jongens waren er aanvankelijk minder happig op hun criminele kant in dit historische document te laten zien, maar be-
gronden en drijfveren van de leden, hun (over)grootvaders die als voormalig KNIL-beroepsmilitairen in het jaren-vijftig-Nederland met zijn woningtekort verre van het beloofde land aantroffen. De Molukkers werden grotendeels gehuisvest in voormalige concentratiekampen als Kamp Vught en Kamp Westerbork. ‘Besodemieterd’, noemt voorman Olla het kortweg. Respect-in-hoofdletters zien we bij de Kapikane (of nieuwe leider) in spe voor zijn bejaarde moeder; hij wordt even een klein jongetje als hij haar inlicht over zijn aanstaande promotie. Het belang van de Molukse voorouders blijft bij de leiding prominent aanwezig maar de leden zijn intussen van diverse pluimage. De film legt ook vast hoe een van de Satudarahleden op de dag van ontslag uit de ge-
‘Maar vooral vind ik het apert fout waarmee IS bezig is. Hen wens ik niet te begrijpen’ grepen uiteindelijk mijn argument dat dit onontbeerlijk was om tot een geloofwaardige film te komen”. Omineus element in de soundtrack vormt een trage vertolking van Bang bang my baby shot me down, de hit van Nancy Sinatra uit 1966 die tevens in Tarantino’s Kill Bill figureerde. Aandacht is er ook voor de achter-
vangenis door zijn vrienden in de armen wordt gesloten waarna ze hem trakteren op ronkend motorgeluid. Boek Van der Valk’s oude wens om te schrijven, sluimert voort, hij is al eens benaderd door een uitgever voor een ‘true crime’-werk als neerslag van zijn span-
nende filmopnamen, maar hij kan het zich niet permitteren. “Ik heb de tijd niet om in alle rust aan een boek te werken. Want áls het van een boek komt, dan wil ik een mooi boek, geen non-fictie pulp die alleen bij de AKO ligt”. Hij bewaart het vooralsnog op een verlanglijst voor zijn oude dag. “Als ik niet meer film”. Zo ver is het voorlopig nog lang niet. Tussendoor bereikte hem het verzoek om iets te doen met jongens en meisjes uit Den Haag die zich willen aansluiten bij IS. “Dat gaat me te ver. Ik heb er om diverse redenen van afgezien. Er bestaat in die gelederen zo veel haat, dat ze mij niet zullen accepteren. Ik zal nooit gezichten mogen laten zien en anoniem film ik niet. Maar vooral vind ik het apert fout waarmee IS bezig is. Hen wens ik niet te begrijpen”. Zijn recente reis naar Irak sterkte hem in dit voornemen toen hij slachtoffers van IS te spreken kreeg. “Meisjes die als seksslavinnen bij IS waren ondergebracht geweest en het ternauwernood overleefd hadden. Hun relaas van de walgelijke, wrede verkrachtingen is te erg. Daar ligt mijn grens”. Angst om oorlogsgebied te betreden is het niet want intussen werkt hij samen met partner Mag Gavan aan een film over zes Koerdische broers die hun veilige leventje in Nederland achter zich hebben gelaten om in Irak tegen IS te vechten. “De Peshmerga, in mijn misschien naïeve ogen de enige partij die daadwerkelijk strijdt tegen het kwaad. Ik had behoefte een film te maken over mensen die voor mij persoonlijk echt helden zijn”.
12 | opinie
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
‘Mozart is nu van iedereen’
komen, waaronder nieuwe Nederlanders, zorgt er alleen maar voor dat het publiek voor al het mooie groter wordt. Het bevorderen van cultuurspreiding en participatie is ook het middel om in de toekomst nieuwe talenten, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, de kans geven een nieuw publiek aan te boren.
Door Bülent Aydin
Kunst ontroert, troost, geeft vreugde en inspireert. Het raakt mensen direct in hun hart. Het voedt de geest en haalt herinneringen naar boven. Ja, cultuur is een waarde op zich en mag gewoon mooi zijn. Maar de VVD wil terug naar een tijd dat dit alleen voor de elite weggelegd was. Onacceptabel voor de PvdA. De tijd dat Mozart alleen op het hof van Willem V gekend werd is al eeuwen voorbij. Mozart is nu van iedereen. Ik ben er trots op dat zoveel mogelijk mensen kunnen delen in de schoonheid van kunst. Dat doen we door kunst en cultuur betaalbaar, dichtbij en toegankelijk te houden voor iedereen. Jong en oud, autochtoon en allochtoon, Moerwijk of Vogelwijk. Diversiteit in kunst en cultuur betekent dat mensen de drempel van cultuurinstellingen moeten durven overstappen. Dan helpt het als we mensen de hand reiken. Dat begint al op jonge leeftijd op school. Kunst heeft een enorme betekenis voor de persoonlijke ontwikkeling van een kind. Cultuureducatie is daarom zo belangrijk: alle kinderen uit alle milieus kunnen op deze manier met cultuur in aanraking komen. Kinderen zijn de kunstenaars en bezoekers van de toekomst. We doen dit ook door Cultuurankers volop te ondersteunen. Zij spelen een grote rol in de wijken waar kunst en cultuur nodig is en nut heeft. Dichtbij, toegankelijk, inspelend op de behoefte en gevoelens in de wijk. Dat is waarom de PvdA hier jaren geleden op in heeft gezet en het is precies datgene dat we nog steeds het allerbelangrijkst vinden. Extra financiële ruimte voor programmering en ondersteuning maakt het mogelijk, dat cultuur in elke wijk een belangrijke en zichtbare plek krijgt.
Randvoorwaarden Eén van de conclusies uit het rapport ‘Cultuur herwaarderen’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is dat kunstenaars en instellingen de opdracht hebben de relevantie van hun werk voor het publiek te articuleren. Dat betekent niet dat de politiek zich met de vorm of inhoud van kunst en cultuur moet bemoeien. Nee, ze moet de randvoorwaarden scheppen zodat kunstenaars hun innerlijke stem kunnen laten horen. Zodat ook het kwetsbare, wat commercieel niet interessant is ondersteund wordt en behouden blijft. Als je cultuur aan het vrije spel van de markt overlaat verschraalt het. Het cultuuraanbod in de stad moet wat mij betreft diverser. Dat begint bij een diverser aanbod en diverse programmering. Daarnaast mogen de organisaties en besturen zelf ook wel diverser. Diversiteit is nodig in besturen, personeel, publiek én programmering. Alleen als je cultuursensitief denkt, kan je het ook zijn.
Residentie Orkest, The Residents, Hayde & Klein maar Dapper in Theater Vaillant. | Foto: Jurriaan Brobbel
Dat is een ambitie waarmee we de hele stad laten inspireren door kunst en cultuur. De VVD maakt een karikatuur van het stevige en belangrijke cultuurbeleid van de stad. Dat is hun goed recht; maar het toneelspel van de liberalen trekt geen volle zalen.
VVD’er Lakerveld doet in zijn betoog in de krant van 5 juni alsof het verheffingsideaal en cultuureducatie
Bülent Aydin is voor de PvdA lid van de gemeenteraad. Hij is onder meer woordvoerder voor cultuur.
gekke wensen zijn. Alsof het de schoonheid van cultuur in de weg staat. Dat is makkelijke en ondoor-
dachte retoriek. Het betrekken van mensen die van huis uit niet snel met kunst en cultuur in aanraking
Wie wil er nou per se de rijrichting in de Bilderdijkstraat veranderen? Door Leo Oorschot
Tot grote woede van bewoners van de Bilderdijkstraat probeert de Groene Eland, de bewonersorganisatie van het Zeeheldenkwartier, de rijrichting van de Bilderdijkstraat om te keren zodat doorgaand vracht- en sluipverkeer zich weer door de woonstraat kan persen op weg naar de binnenstad. Een aantal jaren terug werd het VCP (Verkeers Circulatie Plan) ingevoerd. Een bestuurlijk besluit waarvan de gemeente alleen in bijzondere omstandigheden met goede motieven kan afwijken. De VCP-rijrichting betekende voor de Bilderdijkstraat geen doorgaand sluipverkeer. In oktober 2012 werd de rijrichting in de Bilderdijkstraat tijdelijk omgekeerd in verband met bouwwerkzaamheden. Dit leidde tot een verkeerschaos. Op 13 juni 2013 werd na het zoveelste incident door de gemeente een inrijverbod voor vrachtwagens ingevoerd. Van handhaving kwam het niet. Tot ieders opluchting keerde de VCP-rijrichting op 11 mei dit jaar terug. Meteen was het een stuk rustiger, veiliger en leefbaarder in de straat. Op 28 mei 2015 ontvingen bewoners
in de Bilderdijkstraat tot ieders verbazing een brief van de gemeente dat ‘de ervaring’ met de tijdelijke rijrichting zo positief was ‘dat de gemeente heeft besloten om de rijrichting in de Bilderdijkstraat op korte termijn permanent te wijzigen (van de Elandstraat naar de Vondelstraat)’. Op 3 juni zou de omkering al plaatsvinden. Deze brief bracht een opstand teweeg in de straat en een lawine aan mails, telefoontjes en brieven. Vervolgens kregen bewoners op 2 juni een tweede gemeentelijke brief over een voorlichtingsbijeenkomst: ‘heeft de gemeente besloten een informatiebijeenkomst te organiseren om de plannen over de wijziging van de rijrichting toe te lichten’. De bijeenkomst in de Groene Eland op 11 juni liep helemaal uit de hand. Woedende bewoners van de Bilderdijkstraat stonden tegenover de Groene Eland en gemeente. De gespreksleider van de gemeente die avond legde uit dat alleen de Groene Eland spreekt namens de bewoners van de wijk en de Bilderdijkstraat. Olie op het vuur voor de bewoners.
De verkeerskundige van de gemeente baseert het besluit op het advies van de Groene Eland. Bij stoplichten op de
hoek Elandstraat-Vondelstraat zijn soms opstoppingen. En de Pietersstraat verderop is overbelast. Ook waren er twee enquêtes van de Groene Eland waaruit bleek dat de bewoners voorstander waren van de omdraaiing van de rijrichting. De eerste enquête uit 2013 herinnerde iedereen zich nog. Daar reageerde de straat collectief op met een gezamenlijk ondertekende brief naar de Groene Eland dat men voor de VCP-rijrichting was en tegen het sluipverkeer. Bewoners van de straat ontvingen geen reactie. De tweede enquête heeft niemand van de Bilderdijkstraatbewoners ooit gezien of ingevuld. Bewoners van de straat willen graag de enquêtes inzien, maar die mogen niet worden ingezien door bewoners. Veiligheid Er zijn ook drie voorstanders in de zaal. Drie dames die in de Commissie Verkeer en Leefbaarheid van de Groene Eland zitten. Het argument van een van de dames (die overigens in de Vondelstraat woont) is veiligheid. De veiligheid van auto- en trambestuurders is in het geding. Er was een ongeluk tussen tram en auto op de Vondelstraat gebeurd. Dat is volgens haar te wijten aan het VCP. Maar onoverzichtelijk is de hoek Bil-
derdijkstraat – Vondelstraat allerminst, vanaf de Vondelstraat is er naar alle kanten ver zicht. Dat stimuleert overigens ook het te hard rijden daar. Op een vraag van één van de bewoners van de Bilderdijkstraat of de veiligheid van kinderen niet belangrijker is dan die van het autoverkeer en trams was het antwoord: ‘Wij vinden de veiligheid van auto’s belangrijker dan die van kinderen. Kinderen horen op school en binnen in huis’. Terwijl de bewoners enigszins verdoofd door deze motivatie van de Groene Eland op de stoelen zijn gezakt, verklaart de voorzitter van de Groene Eland dat de rijrichting van de Bilderdijkstraat niks met het VCP te maken heeft. Rijrichtingen kunnen gewoon worden omgedraaid. Dat daarvoor een bestuurlijk besluit nodig is, wordt als niet relevant gezien. Argumenten van bewoners Bilderdijkstraat voor de VCP-rijrichting zijn: •Het VCP is een democratisch besluit, genomen na lang onderzoek en debat. •De leefbaarheid in de Bilderdijkstraat. •De veiligheid van fietsers in de Bilderdijkstraat (er wonen ca. 60 minderjarigen in de straat)
•Minder geparkeerde auto’s op de weg en stoep door coffeeshopbezoekers. De argumenten tegen de VCP-rijrichting zijn: •De veiligheid voor trambestuurders en automobilisten op de Vondelstraat. •Soms zijn er opstoppingen van verkeer bij het stoplicht op de hoek Elandstraat – Vondelstraat. •Sluipverkeer in de Pieterstraat in het centrum. Tot dusver de motivatie om het bestuurlijk besluit van het VCP terug te draaien. Maar wie wil er nou perse de rijrichting van Bilderdijkstraat veranderen? Wat zijn de werkelijke motieven? Volgens de bewoners van de Bilderdijkstraat heeft de Groene Eland een dubbele agenda. Niemand weet wie er precies achter zit. De website van de Groene Eland is onduidelijk wie in welke werkgroep zit en verslagen van alle afspraken zijn er niet. De groene Eland is in werkelijkheid een soort winkeliersvereniging die zich presenteert als vertegenwoordiger van alle bewoners. Een groene wolf in schaapskleren. Leo Oorschot woont in de Bilderdijkstraat
Citylight | Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
13
Het andere nieuws over de stad
mode | architectuur | eten | en meer....
Zelfbouwavonturen op het Biancaland De Haagse Dag van de Architectuur, op zaterdag 20 juni, staat in het teken van zoeken naar ruimte in de stad. Onderdeel van het programma is een bustour langs zelfbouwers op een voormalig sportterrein in Mariahoeve. DHC neemt een voorproefje.
De zijgevel met het oranjerode glas is de eyecatcher van het huis van Frans-Peter Lam en Annemarie Dekker. | Foto: Privé-collectie
Door Jasper Gramsma
W
Haags OBJECT |Ontwerpster Laurence
van Seventer, alias Lolo Palazzo, geeft oude, metalen onderdelen een tweede leven. In haar Haagse studio transformeert ze autoveren en uitgestanst plaatstaal tot stoere, maar elegante lampen en kroonluchters. Voor de materialen struint ze autosloopbedrijven, metaalfabrieken en fietsenwinkels af. Deze spiegellijst is gemaakt van gevlochten fietskettingen. Een arbeidsintensieve klus, want alleen de meest versleten kettingen zijn geschikt. Bovendien wordt elk,e schakel apart gelast. Prijs: vanaf € 425,00 (afgebeeld: € 2850,00) Voor meer informatie: www.lolopalazzo.com
ie het woonerf Biancaland aan de rand van Mariahoeve oprijdt, wacht een ongebruikelijk tafereel. Er wordt volop gebouwd, maar ieder doet dat naar eigen smaak en in zijn eigen tempo. De bonte gatenkaas moet over een paar jaar een kleurrijke zelfbouwwoonwijk zijn. Nu men steeds vaker een eigen huis wil bouwen, projectontwikkelaars minder investeren en gemeentes toch willen uitbreiden, lijkt zelfbouw de toekomst. Oscar van Strijp van architectenbureau Architect2GO begeleidde hier twee families bij het bouwen van hun droomhuis. En dat is even wennen: “We hadden wel enige ervaring met villa’s, maar in een rij is toch heel anders. Met particulier opdrachtgeverschap kan het lastig zijn om wensen en financiële mogelijkheden op elkaar af te stemmen. Zeker omdat het voor een architect moeilijk is de prijzen van aannemers te doorgronden”. Welstandseisen zijn er niet, de enige voorwaarde voor bouwen op het Biancaland is een duurzaam plat dak met groen erop dat hemelwater vasthoudt en fijnstof absorbeert. Michael Boasson trok twee weken geleden met zijn gezin in hun splinternieuwe optrekje: een modern, hagelwit hoekhuis dat voorlopig nog vrijstaat en met een wachtmuur is afgedicht. “Eerst hebben we ons georiënteerd op een bestaande koopwoning. Toen er niet veel mogelijk bleek binnen ons budget, kwam dit op ons pad”, vertelt hij. Nadat hij een aantal architecten had geraadpleegd, rolde Architects2GO er als beste uit. “Oscar van Strijp tekende precies wat wij wilden, namelijk een huis met veel licht, twee badkamers en een hoger plafond op de begane grond voor de antieke kast”. Naast het groene dak is aan meer duurzaamheidsaspecten gedacht: “Er komen uiteindelijk zonnepanelen op het dak en we hebben een installatie die warmte omzet in koude, waarmee de vloer verkoeld kan worden”. Verrassingen Hoewel de zelfbouwer tevreden is over het resultaat en het met plezier zou overdoen, ging de bouw niet zonder slag of stoot. “Onze grootste valkuil is geweest dat we niet al onze wensen zwart op wit hadden. Vooral de aannemer vergat mondelinge afspraken. We dachten alles goed beschreven te hebben, maar omdat we niet alle termen kenden, kwamen we weleens voor verrassingen te staan. Zo kregen we houten kozijnen in plaats van kunststof”. De inzet van de gemeente liet wat Boasson betreft eveneens te wensen over: “Een echt stappenplan is er niet en waarop je wordt beoordeeld bij de inspectie is onduidelijk. De gemeente zou ook meer kunnen faciliteren, bijvoorbeeld als het om de
fundering gaat. De grond zit hier anders in elkaar dan aanvankelijk gedacht, waardoor de palen duurder werden. Uiteindelijk hebben we besloten met z’n allen de fundering aan te laten leggen, zodat het goedkoper kon. Daarin had de gemeente een actievere rol kunnen spelen”. Volgens architect Van Strijp zijn de betrokken partijen nog onvoldoende in staat te anticiperen als het om vrije kavels gaat: “Voor opdrachtgevers is het meestal nieuw, aannemers zijn nog niet gewend om voor particulieren te werken met een kleiner budget en de gemeente doet het ook voor het eerst. Daar is nog veel te winnen, vooral als het om samenwerking tussen projecten onderling gaat”. Boekenkast Om de hoek bij de familie Boasson staat de twee-ondereen-kapwoning van Frans-Peter Lam en Annemarie Dekker, ook naar een ontwerp van Architect2GO. “Wij woonden al in Mariahoeve”, zegt Dekker. “Veel mensen vinden het hier saai, maar voor ons is het heel fijn met zo veel rust en groen. Dus op het moment dat er een folder in de bus viel over zelfbouw in de buurt, besloten we dat te doen”. Met de opdracht veel ruimte te creëren voor de boeken en de fietsen van het stel ging de architect aan de slag. “Het ruimtelijke ontwerp en het idee van de boekenkast van beneden naar boven was te gek. Als je zelf bouwt, wil je er tenslotte iets bijzonders van maken”. De restrictie van het platte dak leidde tot een compromis: “De bergruimte is een beetje een sluitpost geworden, omdat we geen zolder hebben en een kelder nogal kostbaar is. Als je tegen mensen zegt dat je je eigen huis laat bouwen, gaat men ervan uit dat je het ideaal realiseert. Dat is natuurlijk niet zo, je bent aan je budget gebonden”. Als succesfactor bij het zelfbouwen noemt Dekker dan ook het in kaart brengen van de kostenposten. “Wij hebben een hele goede begroting gemaakt, waarop we niets zijn vergeten. Daar zijn we achteraf erg blij mee, de post onvoorzien bleef tot het eind staan”. Een groot deel daarvan gaat nu naar de tuin, toch een verrassing. “Zo’n maanlandschap vraagt een forse investering, zeker omdat je het grondwerk niet zelf kunt”. Al met al kost het traject behoorlijk wat tijd, iets waar Lam en Dekker zich op hebben verkeken. “Het geeft ook veel stress, want je voelt je kwetsbaar als amateur tussen professionals. Daarom hebben we bij elke fase adviseurs betrokken. Maar een aanrader is het zonder twijfel. De prijzen zijn niet idioot en we hebben nu een huis waar we ons comfortabel in voelen”. Voor meer informatie over het programma van de Haagse Dag van de Architectuur: www.dvda-denhaag.nl.
14
Citylight | Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
Column: internationaal
Mode.
Madeleine Albright en Jeb Bush
Wat een week! Ik ben dol op schrijven. Het scherpt de geest, ordent de chaos en geeft uiteindelijk een opgeruimd gevoel bij de mededeling ‘is verzonden’. Schrijven gaat mij makkelijk af. Niet omdat ik over een wonderbaarlijk schrijftalent zou beschikken maar eenvoudig omdat in internationaal Den Haag de verhalen op straat liggen. Je hoeft ze alleen maar op te rapen. Zo was ik dinsdag in het Vredespaleis waar Madeleine Albright samen met onder meer burgemeester Jozias van Aartsen een rapport aanbood met aanbevelingen om de Verenigde Naties, en breder, het internationaal bestel te hervormen. In een stampvolle zaal suggereerde Albright dat zij wellicht de oudste was: 70 plus net als de ‘oude’ internationale organisaties die in een steeds ingewikkelder wereld geen oplossingen meer hebben voor transnationale conflicten, armoede en milieu verontreiniging. ‘Ik ben van nature een optimist maar wel een met zorgen’, zo vertelde ze. Een belangrijke aanbeveling van de commissie is om bij het internationaal besluitvormingsproces nadrukkelijk ook steden te betrekken. De zo kwieke Madame Secretary noemde Den Haag ‘een unieke plaats om samen te komen vanwege alleen al de vele nieuwe internationale organisaties en kennisinstellingen waaronder ook het inmiddels fameuze The Hague Institute for Global Justice’. Non state actors als bedrijven, ngo’s en kennisinstellingen die per definitie steeds meer geïnternationaliseerd zijn en die vrijwel uitsluitend in steden gevestigd zijn moeten een veel grotere rol spelen in internationale betrekkingen. De Amerikaan Benjamin Barber heeft er een beroemd boek over geschreven: ‘If Mayors ruled the world’. Burgemeesters kunnen bij uitstek als regisseurs deze ‘actors’ samenbrengen in een ‘networked’ wereld. Wel erg mooi meegenomen voor Den Haag als je dan een burgemeester hebt die ook minister van Buitenlandse Zaken was. Dat geeft een internationaal netwerk vol waardevolle contacten. Deze nieuwe city diplomacy is hot. Steden maken het verschil. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis woont een meerderheid van de mensheid in steden. Ik ben er door gefascineerd. Ik moet mijn verhaal kwijt. Dus schrijf ik er een boek over. Komt in het najaar uit. Tijdens de conferentie werd mij ook weer eens goed duidelijk wat onze internationale iconen kunnen bereiken ondanks de toch flinke chaos in de wereld. Mijn oog viel in de zaal van het Vredespaleis op president Theodor Meron van het Joegoslavië Tribunaal. Ik fantaseerde een denkbeeldige ontmoeting tussen hem en ‘Madeleine’. Twee ‘vrede en recht’-iconen die moreel gezien bij onze stad horen. Hij bedankte haar en zij hem. Waarom? De feiten: toen het Joegoslavië Tribunaal werd opgericht, ijverde mevrouw Albright als Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties er keihard voor om de massale verkrachtingen op de Balkan voor het eerst in de geschiedenis te berechten als oorlogsmisdaden. En inderdaad, zo geschiedde. Vele oorlogsmisdadigers werden veroordeeld door het ‘Balkantribunaal’ en vrouwenrechten zijn inmiddels mensenrechten. Die laatste zin komt uit de beroemde toespraak van Hillary Clinton in Bejing in 1995. Natuurlijk, ook een bijzondere vrouw die Hillary. Maar over haar heb ik in 2008 al een boek geschreven. Nu maar eens schrijven over haar Republikeinse toptegenstander die zich deze week kandidaat heeft gesteld . Ondanks alle kritiek die Jeb Bush krijgt, ‘want oh nee geen derde Bush!’, zie ik hem toch als een gevaarlijke concurrent voor Hillary in de race om het presidentschap van 2016. Waarom? De beperkte ruimte van deze column laat een antwoord niet toe. Aanstaande zaterdag bij de presentatie van mijn boek ‘Jeb Bush de Kroonprins’ zal ik het u vertellen. U bent dus van harte welkom in boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan om 13.00 uur. Wel graag even aanmelden via paagman.nl/willempost En natuurlijk zal ik ook Jeb Bush langs de Haagse internationale maatlat leggen. Willem Post Amerika-deskundige
Academie-studenten tonen hun werk
‘Deze collectie is ec uitspatting’ Door Jasper Gramsma
Nog een week en de modeafdeling van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten is weer een nieuwe lichting rijker. Tijdens de Fashion Show halen tien vierdejaarsstudenten alles uit de kast om vriend en vijand van hun talent te overtuigen. We spreken met drie van hen.
Merel Bos “Het concept van mijn afstudeercollectie gaat over groepsvorming. Ik denk dat veel mensen zich tegenwoordig niet meer bij een groep aansluiten, omdat ze uniek willen zijn. Maar het zorgt er tegelijk voor dat mensen geïsoleerd raken. Om dat tegen te gaan, wilde ik een nieuwe groep creëren waarin iedereen zich op zijn eigen manier kan uitdrukken en toch een collectief ideaal delen. Zodoende heb ik in mijn outfits veel moulage gebruikt in plaats van patronen. Elk stuk is dus uniek en precies namaken kan niet. Daarnaast heb ik gebruikgemaakt van behoorlijk wat andere technieken, zoals zeefdruk en borduren. Waar ik misschien wel het meest trots op ben, is een jas die ik heb getuft. Tuften is een techniek waarbij je met een pistool draadjes in een doek schiet. Meestal wordt dat gedaan met tapijten, maar ik heb een patroon gemaakt en daar de draden op geschoten. Deze collectie is echt een uitspatting van alles wat ik allemaal heb geleerd”.
Nikki Duijst “Ik ben begonnen met een onderzoek naar selfies, omdat ik me verwonderde over het fenomeen. Het is namelijk heel erg van nu en tegelijk vreemd om steeds zelfportretten naar buiten te brengen. Door sociale media worden we gedwongen onszelf als peronalities te presenteren. Toen alle puzzelstukken bij elkaar kwamen, ontdekte ik dat het eigenlijk mijn persoonlijke angst voor spotlights is waar mijn collectie over gaat. Dat heb ik vertaald in meerdere technieken. Zo heb ik allerlei stroken geweven waarvan ik silhouetten heb gemaakt. En mijn eigen foto’s heb ik verknipt en erin verweven, als verwijzing naar het verknipte beeld dat de selfie van de realiteit kan geven. De afgelopen jaren heb ik veel met ambachtelijke technieken gewerkt die ik steeds op een nieuwe manier toepaste. Nu heb ik ook print in de collectie verwerkt, daarmee ben ik vooral in dit laatste jaar in aanraking gekomen. Na het afstuderen wil ik daar zeker mee verder, want er zijn zo veel mogelijkheden”.
15
Citylight | Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
Stadsgroen.
Taymir voor Bangladesh De populaire Haagse rockband Taymir treedt zondag 21 juni om 13 uur op bij ‘UK fashion’ aan de Grote Halstraat naast ’t Goude Hooft om de textielwerkers in Bangladesh te steunen. Het Engelse modemerk Monkee Genes stopt onder het motto ‘Stop taking the P(ennies), te vertalen als ‘stop met het jatten van centen’, per verkochte broek € 0,70 in een fonds waaruit onder meer scholing voor textielwerkers in Bangladesh wordt betaald. Het optreden heeft plaats op het zijterras van ‘t Goude Hooft. Belangstellenden dienen zich vooraf aan te melden via
[email protected]. De toegang is gratis.
k
cht een
Nienke Smeulders “Breisels en handambachten zijn waar ik al het hele schooltraject mee bezig ben. Net als in deze collectie, die gaat over vergeten Nederlandse streekdrachten. Dat gegeven heb ik gekoppeld aan de generatie die er nog mee is opgegroeid, waarbij ik me heb laten inspireren door mensen met Alzheimer. Voor hen is het straatbeeld van nu vervreemdend en onveilig, doordat veel tradities zijn verdwenen. Ik laat de contouren van de streekdrachten terugkomen en vertaal dat naar nu. Een goed voorbeeld van de combinatie met Alzheimer is een trui van panelen: er zitten geen mouwen aan, omdat dat voor veel mensen met Alzheimer niet meer te begrijpen is. De Nederlandse streekdrachten staan bekend om hun bloemenprints, die heb ik laten vervagen. Als ik klaar ben met de opleiding zou ik graag een ontwerpteam van een Nederlands bedrijf versterken”.
Giftig
Soms neem je iets voetstoots aan. Moet je niet altijd doen. Maar soms gebeurt het. Dat je iets voetstoots aanneemt. Sterker nog, het gebeurt al sinds de zeventiende eeuw, in de betekenis van: ‘zoals het is’.
De Haagse band Taymir. | Foto: PR
Miriam Guensberg over vluchtelingen bij Douwes
KABK Fashion Show, Electriciteitsfabriek. Vrijdag 26 juni van 18.30 tot 21.00 uur. Tickets vanaf € 13,50. Voor meer informatie: fashionshow.kabk.nl.
Schrijfster Miriam Guensberg gaat maandag 22 juni bij boekhandel Douwes, Herengracht 60, in gesprek met Pepijn Hentenaar van Stichting Vluchteling over haar nieuwe roman ‘Ooit’. Dat gebeurt ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag twee dagen eerder. Het thema van de roman, die in de Tweede Wereldoorlog speelt, raakt aan de vluchtelingenproblematiek. Een van de vragen die Hentenaar de auteur zal stellen, gaat over de hulp die slachtoffers nodig hebben en wat de rol van literatuur daarin is. Er is ook muziek: pianist Hans Steijger en violist Noa Eijl. Aanvang 20.00 uur, entree € 5,–.
Wat ik voetstoots heb aangenomen, en vergeef me, is het feit dat ik veronderstelde dat iedereen wel weet dat je nooit giftige planten, struiken of bomen moet aanplanten bij een speelplaats, school, kinderdagverblijf, speelpark of in je eigen achtertuin. Waar dan wel, is een goede vraag waar ik geen antwoord op heb. Maar plant ze in elk geval nooit daar, waar kleine kinderen zich veilig wanen. Nooit. Och, is niet minstens de helft van alle planten min of meer giftig, zul je opmerken. Inderdaad, dat is zo. Zo kunt u het blad van de aardappelplant maar beter niet eten en de moorddadige werking van het consumeren van de prachtige digitalis is hopelijk ook wel bekend. Zien de glanzend rode besjes van de Taxus er niet uit om op te vreten? Het vruchtvlees is heerlijk zoet en onschuldig ..., maar het dodelijke gif zit in het pitje. De zaden in de peulen van de prachtige
boom Goudenregen spannen echter de kroon. Staat die boom naast je vijver, dan gaan je vissen dood. Vallen er een paar zaadjes in een glas water dat er toevallig onder staat, dan heb je een pijnlijk probleem. Kauw je een paar piepkleine zaden, dan wordt je ernstig ziek. Maar och, wie eet nu zaden van een Goudenregen? De buurkinderen? Nee toch? Of .... wel? Dat kun je je toch bijna niet voorstellen. Maar kinderen doen niets anders dan jou imiteren. Op die manier leren ze wat wel en niet kan en mag. En jij eet immers van alles uit de tuin? Je plukt verse munt en stopt dat in een glas warm water, je plukt viooltjes en strooit ze over de sla, je pakt een blaadje laurier en stooft het lekker mee in een potje. Neem echter niet voetstoots aan dat kinderen het verschil kennen tussen het blad van spinazie en het bitterzoet. Tussen zuringblad en dat van het monnikskap. Tussen sla en berenklauw. Vertel je buurkinderen dus een goed verhaal terwijl je wat geurende oregano voor een zalige bolognese knipt, de dille voor de kabeljauw plukt en wat takjes bieslook pakt om in een sausje te knippen. Vertel ze dat niet alles eetbaar is, vertel ze dat je heel ziek kunt worden van het eten van besjes, blaadjes en bloemetjes en vertel ze dat ze kunnen leren welke planten eetbaar zijn, en welke niet. Dan hol ik nu even naar de buren: Op hun balkon zag ik zojuist een digitalis staan. En hun schattige goedlachse baby gaat deze zomer gegarandeerd kruipen. Wendy Hendriksen
16
Citylight | Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
Eten.
Midzomernacht.
Ook hier warm welkom aan de zomerzon
Op 21 juni staat de zon boven de Kreeftskeerkring en blijft het lang licht op het noordelijk halfrond. De zomer begint daarmee dit weekend officieel. De zomerzonnewende wordt traditiegetrouw gevierd in Engeland – Stonehenge –, Ierland en Scandinavië. Maar ook in Nederland gaat de langste dag niet onopgemerkt voorbij.
Door Floor de Booys
K
| Foto: DHC
‘Elk varkentje heeft zijn eigen achtergrond’
Paradijs voor de hamliefhebber bij Ibericus Door Daphne Browne Het lijkt wel een museum. Achttien verschillende poten van het Iberico-varken pronken op de toonbank, alle met de kenmerkende zwarte hoef, ofwel ‘pata negra’, aan het uiteinde. Bij het cafetaria gedeelte hangen een paar dozijn hammen aan de muur, net zoals boven de counter en de keuken. In totaal hangen er zo’n achthonderd Iberico-hammen in Ibericus, een speciaalzaak in Iberico-ham, die begin juni zijn deuren opende aan de Frederik Hendriklaan. Paul Gonzales, eigenaar van een groothandel gespecialiseerd in vlees van het Iberico-varken en zoon van een Spaanse vader, werd grootgebracht met borden vol met deze delicate ham. In 2012 opende hij de eerste Ibericus-winkel aan de Haarlemmerstraat in Amsterdam samen met zijn zus Christina. Paul ontdekte dit concept een paar jaar eerder in Barcelona, waar momenteel al zeventien Ibericus-winkels gevestigd zijn. Hij was meteen weg van het idee, een winkel gespecialiseerd in ham, waar producten die je normaal alleen bij de groothandel kunt bestellen gewoon voor de particulier verkrijgbaar zijn. De winkel werd meteen een succes, met name toen bleek dat wijlen culinair journalist Johannes van Dam een groot fan bleek te zijn. Iedere zaterdag stond hij voor de deur voor twee ons ‘extremadura’, ham van de achterpoot van het varken uit Extremadura in het zuidwesten van Spanje. Wat maakt Iberico-ham dan eigenlijk zo bijzonder? “Elke varkentje heeft zijn eigen achtergrond”, aldus Christina Gonzales. Waardoor de smaak van een ham kan verschillen. “De hammen in onze winkel zijn gecate-
goriseerd op regio, op de afkomst van de varkens. Varkens uit het noorden van Spanje leven in een wat koeler klimaat, wat het vlees wat zachter maakt. Zo zacht, dat het smelt op je tong. Ham van varkens uit het midden van het land, waar de winters koud en de zomers erg heet zijn, smaakt daardoor wat zoeter, terwijl varkens uit het warme zuiden een wat sterkere smaak ontwikkelen. Maar de smaak wordt met name beïnvloed door wat de varkens eten. De meeste biggen gaan ieder jaar een paar maanden naar buiten waar ze grazen onder de eikenbomen. De eikels die op de grond vallen, eten ze op en die zorgen voor de bijzondere smaak. Vervolgens worden de varkens geslacht en worden de poten gerijpt. Dit kan variëren van twee tot maar liefst vijf jaar”.
omende zaterdagavond trekken vierduizend mensen hun wandelschoenen aan om mee te doen aan de Midzomernachtloop van Natuurmonumenten. Door heel Nederland zijn meer dan veertig wandelingen uitgezet. Begeleid door bos- of veldwachters. “De wandelingen starten rond half elf ’s avonds, als de schemering begint in te zetten. Dan kun je veel dieren zien, die zich overdag schuil houden”, weet Farida, woordvoerder van Natuurmonumenten. De Midzomernachtloop wordt voor de derde keer gehouden en wordt steeds populairder. “Alle wandelingen zitten vol. Er is duidelijk behoefte om de natuur te beleven, weer een verbinding met de natuur aan te gaan”. Wie zich niet heeft ingeschreven voor de wandeling van Natuurmonumenten, kan zaterdagnacht nog aan tal van andere tochten meedoen. Het lijkt wel of Nederland er dit weekend massaal op uit trekt om de langste dag te vieren. En daarbij sluiten ze zich aan bij een lange traditie die teruggaat tot de oertijd. De magische steenformatie ‘Stonehenge’ in Engeland is het bekendste en tastbare overblijfsel van de zonnecultus die vooral onder de Kelten groot was. Nog altijd verzamelen zich in de nacht van 20 op 21 juni bij het prehistorische steencirkel monument duizenden mensen om de zomerzon te verwelkomen. Alleen dan komt de zon exact achter de ‘Heel Stone’ op. De zonnewende (Latijn: solstitium of zonnestilstand) is het moment waarop de zon, gezien vanaf de aarde, de noordelijkste of de zuidelijkste positie bereikt. Op aarde wordt deze positie gemarkeerd door de Kreeftskeerkring in het noorden en de Steenbokskeerkring in het zuiden. Naarmate de zon schijnbaar in de richting van de Kreeftskeerkring beweegt, worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en op het zuidelijk halfrond juist korter. Wanneer de zon schijnbaar naar de Steenbokskeerkring beweegt, is dit andersom. De zonnewende is het moment waarop de zon precies boven de betreffende keerkring staat. Tegenover de langste dag van het jaar, staat de kortste dag van het jaar: 21 december, het begin van de winter.
Bij Ibericus aan de Frederik Hendriklaan kun je hammen in alle prijsklassen bestellen. Ik proef de favoriet van Johannes van Dam, de Extremadura, à € 25,‒ per ons. Het vlees is vrij stevig, smaakt licht zoetig en smelt op je tong. De ham onder de hammen, de Joselito uit Salamanca, is ook verkrijgbaar, à € 29,95 per 100 gram, maar een onsje ham uit Guijuelo neem je al mee voor € 13,50. Het, volledig Spaanse, personeel in de winkel is uitgebreid getraind in het zorgvuldig snijden van de pata negra, want hoe dunner, hoe beter. Naast ham kun je in de winkel ook andere Spaanse producten vinden die gemaakt zijn van het varken, zoals chorizo en de geroemde Holtkamp Ibericokroketten uit Amsterdam. Ook kun je er de hele dag salades, broodjes en verschillende tapas bestellen, met uiteraard een mooi glas Spaanse wijn.
Zonneknutsels De stand van de zon en de maan heeft volgens Liane Lankreijer veel meer effect op ons dan we doorhebben. De Haagse trekt bij elke nieuwe maan met een groep vrouwen naar Meijendel om daar bijeenkomsten te houden. De zomerzonnewende viert ze bij een Zonnecirkel van wilgentakken in het Groene Hart. “Daar voer ik een paar rituelen uit. Dat klinkt meteen heel zweverig, maar het is juist concreet. Om het moment te markeren, stil te staan bij de kracht van de zon”. Ze viert het begin van de zomer ook thuis met haar gezin. “We gaan het licht vangen in zonneknutsels en we gaan onze schaduwen bekijken. Die zijn op de langste dag het kortst\. Mijn man is bioloog en weet veel over planten. Op 21 juni is er in planten veel meer fotosynthese. Al dat licht wordt omgezet in energie. ‘Met Sint Jan draait het blad zich om’ luidt een oude volkwijsheid. Het zou weinig nut hebben om voor de langste dag van het jaar struiken of bomen te snoeien. “Na de langste dag vermindert de groeikracht aanzienlijk. Dan gaan de planten hun energie gebruiken om vrucht te dragen”, vertelt Lankeijer. Datzelfde zie je bij mensen. “In de zomer voelen mensen zich vaak energieker, zijn ze meer naar buiten gericht, opener en vrijer. In de winter zijn mensen meer in zichzelf gekeerd, hebben ze al hun energie nodig voor zichzelf ”.
Ibericus, Frederik Hendriklaan 230 www.facebook.com/ibericusdenhaag
Vuur Ook dit jaar wordt op 24 juni – de geboortedag van Johannes de Doper. ook wel Sint Jan – op het school-
Liane Lankreijer: ‘De stand van de zon en de maan hebben meer effect op ons dan we doorhebben’. | Foto: Eveline van Egdom
plein van de Vrije School aan de Abbenbroekweg een vuur gestookt. De achtste groepers springen over het vuur om het einde van hun basisschoolperiode te markeren. De eerste keer moest Vrije School moeder Elke Swart wel even wennen, aan dat vuur en al die ouders met bloemen in hun haar. Maar nu vindt ze het prachtig. “Het hele plein staat die kinderen aan te moedigen om de sprong te wagen. Sommige leerlingen springen hand in hand. Mijn dochter Djoeke vindt het heel spannend”. “Elk jaar is het weer een opwindend én ontroerend moment”, vertelt Marion Vreugdenhil. Zij is kleuterjuf op de Vrije School en weet veel over de jaarfeesten. “Deze feesten volgen de ontwikkelingen in de natuur en zijn heel belangrijk voor het jaarritme op de Vrije School. Sint Jan is een echt zomerfeest, alles zindert, gloeit en bloeit. Het is een uitspatting met heerlijk eten, dans, muziek en vrolijkheid. Een spetterende afsluiting van een jaar hard werken op school. Het vuur staat voor de passie die in elk mens brandt. Je moet dat innerlijk vuur wel goed reguleren. Als het te hard brandt, is het verzengend. Vuur staat ook voor zuivering, een nieuw begin. Al die symbolen zitten in dat vuur waarover de kinderen springen. Natuurlijk staat er altijd een emmer water klaar voor als het mis zou gaan. Maar dat is voor zover ik weet nog nooit gebeurd”.
‘Schaduwen zijn op de langste dag het kortst’
17
Citylight | Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
Koken met ...
Paul van Waarden Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Adres Mallemolen 12a Telefoon (070) 326 06 12 Info www.mochirestaurant.com Geopend zondag tot en met woensdag van 18.00 tot 24.00 uur, donderdag tot en met zaterdag van 18.00 tot 01.00 uur Driegangenmenu € 37,50 Nagerechten vanaf € 8,‒
Vlaflip van vanille-yoghurt met rabarbercompote, vanille-ijs en crumble Nodig:
Je houdt ervan of je haat het. I love it, maar dat zal u niet verbazen. Het is al een hele tijd bekend dat rabarber heel gezond is. De oude Chinezen kweekten dit al voor hun geneesmiddelen. En rond 1600 ontdekte John Gerard, hofbotanicus van de Engelse koning, dat je de stelen kunt eten. Toch zijn we in Nederland pas rond 1900 rabarber gaan kweken als groente, want dat is het, een groente. En toch komen we het vaker in de patisserie tegen dan bij een stukje vlees of vis. Ik heb wel eens in mijn Seinpost-tijd tarbot met rabarber gemaakt en dat was een heerlijke combinatie. Rabarber bevat veel oxaalzuur, vandaar dat het erg zuur smaakt. Dus je zult er wel iets mee moeten doen als je het kookt. Rauw is het ook lekker. Maar dan moet je het wel eerst marineren of bestrooien met suiker of zout, dat doen ze in Koerdistan en dat eten ze dan als snack. Voeger deed mijn moeder wat krijt bij de rabarber om ervoor te zorgen dat onze tere kinderbotten niet zouden worden afgebroken door het oxaalzuur. Nu weten we dat we er dan eerst tien kilo van moeten eten per keer voordat het giftig is. Ik hou heel erg van rabarber, maar dat is me iets te veel van het goede. Bereidingswijze: Kook een compote van de rabarber met de honing, de citroensap en de kardemom. Als je de compote zoeter wilt, voeg je meer honing toe. Doe de afgekoelde compote in stevige glazen en vul deze voor 1/3 en zet ze in de koelkast. Als de compote goed koud is, giet je er de vanilleyoghurt op en doe daar weer een bol ijs op. Strooi er wat cruesli over en garneer het af met het chocoladeschaafsel. Gelijk serveren en vooral heel veel genieten van deze voorjaarsgroenten in je dessert.
advertentie
Een kwestie van smaak met ...
Tjitse Mollema
‘La Colombette, experimenteel lekker!’
Domaine la Colombette, ‘Aux Creux du Nid’, 2013, Frankrijk
G
rote wijnmakers beheersen het ambacht en hebben liefde voor hun vak. Maar sommigen gaan verder en verleggen hun grenzen. Vader François en zoon Vincent Pugibet van Domaine La Colombette uit Béziers zijn van die avonturiers die hun bestaande wijnkennis uitbreiden. In het verleden waren zij al koploper in de ontwikkeling van irrigatie in de wijngaard, de schroefdop en de laag alcoholische wijnen. Nu heeft de familie met succes een ziekte resistent druivenras ontwikkeld zodat (zonder) bestrijdingsmiddelen in de wijngaard niet meer nodig zijn, dus groener kan deze biologische wijn niet zijn. De doorbraak kwam met de experimentele druif Cal 6-04, waarvoor patent op is aangevraagd. Die druif, die nog een passende naam krijgt, is de basis van deze heerlijke ‘Au Creux du Nid’ blanc. Hoewel het bedrijf pas dit jaar zijn eerste experimentele wijnen heeft uitgebracht, werkt Vincent Pugibet al acht jaar aan de ontwikkeling van nieuwe druivenrassen. ‘Aux Creux du Nid’ heeft een mooie geconcentreerde strogele kleur. Het is een fluweelzachte wijn, maar niettemin toch lekker fris. In de mond een zeer evenwichtige aanzet, lekker droge frisheid en toch voldoende materie. Heerlijk bij: zomerse salades of bij lichte visgerechten Prijs: € 7,95 per fles Verkrijgbaar bij: Wijnkoperij Henri Bloem Weissenbruchstraat 294 2596 GN Den Haag www.henribloem.nl
Contant, pin & creditcards
Eetrubriek
◯ 400 gram rabarber in stukken gesneden ◯ 4 eetlepels honing ◯ Sap van een halve citroen ◯ 1/2 theelepel gemalen kardamom. ◯ Vanille-yoghurt ◯ Vanille-ijs ◯ Krokante cruesli met honing ◯ Chocoladeschaafsel
+ creativiteit + wijnen
Mochi
Aziatische, Latijns-Amerikaanse keuken
H
oewel het eigenlijk geen weer is om buiten te zitten, wagen enkele dappere gasten in de Mallemolen zich toch aan de buitenlucht. Een van hen is Patrick Buyze, de chef-kok van Mochi, die met wat bekenden een drankje op zijn terras nuttigt. Wij stappen echter snel de pijpenla binnen en nemen plaats vlakbij de bar. Sinds de opening in 2009 is er weinig veranderd aan de inrichting: de rustgevende waterwand en een muur met houtreliëf zorgen nog steeds voor een eigentijdse ambiance. Buyze combineert de Aziatische met de Latijns-Amerikaanse keuken. Kiezen kan niet, voor het menu à € 42,50 zijn we overgeleverd aan de grillen van de keuken. We starten met een van de huiswijnen: een bijzonder aangename frisse Gruner Veltliner (€ 7,25). Meteen daarna volgt een parade van gerechten die we allemaal kunnen delen: oesters ceviche, dus pittig-zuur gemarineerd met daarbij een schijfje grapefruit en een muntblaadje dat voor het frisse accent zorgt, vervolgens een schaaltje vol knapperige, groene asperges in een zoete dressing met Hollandse aardbeien en een blaadje tempurabasilicum. Daarna een ‘gelaagd gerechtje’ : een bakbanaanchipje met room, avocado, zoete paling en teriyakisaus. Wow! Mijn gehemelte tintelt nog na: zuur, zoet, zout, pittig. Wat een smaakexplosie. Niet lang erna volgt de tweede ronde. Elk gerecht verschijnt op een ander type bordje of schaaltje, de empanada golden curry: Colombiaanse pasteitjes heeft een smeuïge vulling van onder meer maïs, mals rundvlees en zachte zoete aardappel, met daarbij een tomatensalsa en crème fraîche. Op een rechthoekig bord ligt een in dunne plakjes gesneden wilde zalm uit Alaska. De felle rood-roze kleur van de vis past bij de rode bietensaus die in een lange veeg over het bord is getrokken. Ook hier zijn verrassende ingrediënten toegevoegd: ingelegde komkommer en gepeperde ananaschipjes. De zeebaars met lotuswortel en zoete aardappel ligt in een zure, frisse dressing, de venkelsliertjes zorgen voor een dropsmaakje. Alle gerechten zijn even interessant en gewaagd, maar de asperges met confit de canardsaus slaan alles. Probeert u zich eens voor te stellen: stukjes gekonfijte eend, witte, lichtknapperige asperges in een pittige jalapenossaus met gekarameliseerde ui. U zou willen dat u dit thuis aan je gasten serveert. Maar doe het niet! Hier bij Mochi zijn de juiste smaakverhoudingen precies op elkaar afgestemd. Als hekkensluiter van deze ronde verschijnt Mochi’s pronkstuk, de frikandel speciaal. Wie nog nooit in dit restaurant heeft gegeten, zal even opkijken. Want deze sappige frikandel lijkt in niets op de bekende langwerpige, donkergekleurde staaf van verschillende soorten vlees. Buyze’s versie bestaat uit een koraalvis in Japanse tempura gefrituurd met Balinese kruiden, kokos, okonomiyaki saus en bosuitjes, citroengras, mayonaise en curry. Ongeëvenaard lekker. Voordat we de laatste ronde ingaan, laat de gastheer twee rode wijnen proeven: een Zweigelt en een Valpolicella. We vallen als een blok voor de laatste (€ 7,25), een fruitige wijn met uitbundige parfum van bessen. Vrolijk gaan we verder met de frites speciaal: cassavepatat met een sausje van onder meer vliegende vis-eitjes, Japanse kruiden, bosui en mayonaise en limoensap. In een stuk door proeven we nog van de gebakken coquilles met een zoete saus van teriyaki en rozemarijn op krokante Japanse kleefrijst en het malse schouderstuk met saus van jalapeno en yuzu. Wat nog rest is het grand dessert (€ 9,50): een chocomousse waarin je subtiel een hint van gember proeft, een luchtige mangomousse met frambozen: mooie geuren, uitbundige kleuren, een krokante, tot een bakje gevouwen cassavechip met bakkersroom, aardbei, blauwe bessen en dragonsliertjes en tot slot een warme spongecake met cocosmousse. Omdat we hierna een afspraak hebben, schiet de koffie erbij in. De rekening, inclusief water, bedraagt € 137,50. Als we naar buiten lopen, en Buyze nog steeds buiten zien zitten, vraagt mijn tafelgenoot: En, wat wordt ’t cijfer? Een negen antwoord ik. Maar later bedenk ik me. Bijna nergens in Den Haag eet je zulke gedurfde en geslaagde combinaties. Dus laten we net als Mochi eens gek doen… Annerieke Simeone
18 | sport Chris
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
Tennis op het Binnenhof
De vrouw komt in balbezit Vrouwenvoetbal? Geen gezicht. Houterige types die de bal nog geen vijf meter kunnen verplaatsen en als ze vallen een dag nodig hebben om overeind te komen. En hoezo vrouwelijk? Manwijven zijn het. Geboren in een verkeerd lichaam, zit geen grein vrouwelijkheid aan. En dan het voetbalniveau! Het beste vrouwenelftal krijgt slaag van elk mannelijk veteranenteam waarvan de jongste 42 jaar is. Vrouwenvoetbal vooral niet serieus nemen, zo dachten we enkele decennia geleden. Het was een te ver doorgevoerde uiting van emancipatoir gedachtegoed. Meisjes en vrouwen die het wel stoer vonden om tegen een bal te schoppen. Maar niet te lang achter elkaar, want daar ging je van transpireren en dan liepen je ogen door en ging je lipstick zich naar je oren verplaatsen. Nee, de in voetbal geïnteresseerde vrouw moest langs de lijnen blijven en vooral niet erbinnen. Inmiddels is vrouwenvoetbal de sport die zich mondiaal het snelst ontwikkelt. Ook in ons land groeit het aantal voetbalsters spectaculair. In 2025 zijn er meer vrouwen dan mannen die in competitieverband tegen een bal trappen. O zeker, sportvrouwen zijn in lichaamskracht de mindere van mannen, dat is een biologisch gegeven. En we waarderen en respecteren ze ook wel, vooral als ze prestaties leveren. Marianne Vos vinden we terecht een wereldtopper op twee wielen. Als Naomi met die moeilijke naam op het startblok stapt, gaat heel Nederland hyperventileren. Ik krijg nog steeds tranen in mijn ogen als ik Ellen van Langen die olympische 800 meter zie winnen. En als onze Oranjehockeysters de hele wereld op de stick nemen, zijn we collectief zo trots als een aap met zeven van die dingen. Maar als het over voetballende vrouwen gaat die zich voor het WK plaatsen, haalt de mannenwereld de schouders op. Het wordt tijd dat dit verandert. Onze voetbalmannen hebben vele jaren groots gepresteerd, maar die tijd is voorbij. Met wat mazzel halen we het EK van 2016 nog net. Maar daarna zullen we zelden of nooit meer meedoen aan eindtoernooien. Daarom moeten we ons vanaf nu focussen op het vrouwenvoetbal, zodat we weer kunnen uitgroeien tot topvoetballand. Het bedrijfsleven begint het te snappen, er komen geldstromen op gang om het vrouwenvoetbal verder te professionaliseren. Nu moeten de media er nog achter gaan staan. Dan volgt de rest van Nederland vanzelf. Chris Willemsen
Adriaen van de Venne 1626. Prins Frederik Hendrik speelt een variant van tennis, ‘longue paume’.
Door Theo Bollerman
’s-Gravenhage is eeuwenlang een centrum van spel en vermaak geweest. Wat moesten de vorsten, diplomaten en heren van stand anders doen als ze niet hoefden te vergaderen? In de onmiddellijke nabijheid van het Binnenhof bevonden zich in de zeventiende eeuw niet minder dan vijf tennishallen. Althans, zo zouden wij die gebouwen heden ten dage noemen. Deze hallen werden volop gebruikt om het nobele kaatsspel te beoefenen, zoals het in die tijd in Holland genoemd werd. Dat spel moet echter niet worden verward met de Friese variant die men op straat of op een weiland speelde en werd beoefend door de boeren en buitenlui. Voor de kostbare overdekte variant, ook wel ‘dakjes’-kaatsen genoemd, had je net als nu een racket nodig, waarmee je de bal over het net diende te spelen. Met de ‘dakjes’ werden de schuine dakjes over de galerijen bedoeld, die de baan omringden. Ze waren ongeveer twee meter hoog en twee meter diep. Deze galerijen maakten een wezenlijk deel uit van het spel. De opslag voor een punt bestond eruit dat de speler de bal op de tweede helft van het dakje aan de lange kant sloeg. In de kinderjaren van dit spel verrichtte een bediende deze dienst, vandaar het woord ‘service’. En het gezegde ‘het gaat van een leien dakje’ is dus een tennismetafoor, die nog steeds gebruikt wordt. Raadselachtige spelregels De spelregels zijn niet eenvoudig te begrijpen; het spel is gebaseerd op een verschijnsel dat we niet meer in het huidige tennis kennen, namelijk het maken van een kaats. Wie geen zin heeft zijn hoofd te pijnigen, kan gerust deze alinea overslaan. De kaats is de aanduiding waar de bal voor de tweede maal gestuit heeft als deze buiten het bereik van de serveerder is geslagen. Het slaan van zo’n kaats is belangrijk voor de ontvanger, want daarmee verwerft deze het recht om te serveren. In tegenstelling tot de huidige regels mocht je namelijk na een game door blijven gaan met serveren en je hoefde dat voorrecht pas af te staan als je tegenstander een kaats gemaakt had. Een kaats is dus als het ware een uitgesteld punt; pas na de servicewissel gaat het punt naar degene die een betere kaats geslagen heeft. Want zo’n kaats heeft een bepaalde kwaliteit. Hoe dichter bij de achtermuur, hoe beter die is. Als er om de kaats werd gespeeld, moest de ex-serveerder, nu dus ontvanger, ervoor zorgen dat de tweede stuit van elke bal
in die rally zou stuiten voorbij de gemarkeerde kaats. Hoe dichter de kaats bij de achtermuur was, hoe lastiger het was om die opdracht uit te voeren. En zo waren er nog veel meer regels die afweken van het huidige tennis. Internationaal expert Een man die alles weet van deze oude sport, is Hagenaar Cees de Bondt. Hij behoort inmiddels zelfs tot de fine fleur van de internationale tennishistorici. Hij heeft in 1993 een uitmuntend boek over deze oude sport gepubliceerd: ‘Heeft Yemant lust met bal of met reket te spelen, tennis in Nederland tussen 1500 en 1800’. De Bondt raakte gegrepen door deze oude sport nadat hij een bezoek gebracht had aan het Hampton Court Palace in Londen. Bij dit paleis is de baan van Hendrik VIII nog steeds te bezichtigen. De Bondt besloot zijn werktijd als leraar Engels te halveren zodat hij zich kon wijden aan zijn onderzoek over het spel in Nederland. Een strijd om geld Tennissen was in de achttiende eeuw een dure hobby. Er werd namelijk altijd om geld gespeeld. De Bondt: “Het woord wedstrijd zegt het al: een strijd om een ‘wedde’, om geld dus. In principe werd er om een kwartje per punt gespeeld. De gulden bestond echter nog niet. De ‘euro’ van die tijd was de kroon, the crown of la couronne, die bestond uit zestig sous. Eén vierde van zestig is vijftien enzovoort. Na vier verloren punten moest je je munt, de kroon, inleveren. Als de weddenschappen verhoogd werden, kon het verliezen een kostbare aangelegenheid worden”. Daarbij kwam nog dat je een racket en ballen moest kopen of huren. De ballen werden met de hand gemaakt. Rubber bestond nog niet. De ballenmaker pakte een stukje kurk en wikkelde daar een strook katoen omheen, net zo lang totdat het een bal werd. Vervolgens trok hij het geheel strak met touw, naaide er twee lappen vilt omheen en klaar was Cornelis. Het maken van de bal was een arbeidsintensief werkje waar je goed voor moest betalen. Haagse banen In zijn huis aan het Sweelinckplein gaat De Bondt er eens goed voor zitten om te vertellen waar en door wie het spel in Den Haag werd beoefend. “Omstreeks het jaar 1500 liet Philips de Schone een tennisbaan achter de Ridderzaal bouwen. Die baan werd in de loop der jaren een aantal malen verbeterd. Zo werden
in 1531 de muren opgehoogd. Prins Willem van Oranje had daar opdracht toe gegeven omdat de ballen al te vaak uit de baan vlogen en de ruiten van de omliggende gebouwen beschadigden. Een dak had de baan namelijk niet, dat kwam pas later. In 1633 werd die baan afgebroken. Om te gedenken dat er ooit op het Binnenhof en baan heeft gelegen, is bij de tweede boom achter de Ridderzaal een granieten plaquette in de grond aangebracht met de tekst: ‘Hier bevond zich ’s Lands eerste tennisbaan, de caetsbaan van de Prinsen van Oranje.’ Aangekomen bij deze plek plegen de Haagse stadsgidsen de logische grap te maken dat het hierbij gaat om de kleinste tennisbaan van Den Haag.
De ballenmaker pakte een stukje kurk en wikkelde daar een strook katoen omheen, net zo lang totdat het een bal werd In de periode tussen 1595 en 1622 zijn in de onmiddellijke omgeving van het Binnenhof maar liefst vijf overdekte banen gebouwd. De eerste bevond zich aan de noordzijde van de Lange Poten. In 1605 werd een baan aangelegd aan het Buitenhof, ongeveer op de plaats van de huidige Pathé-cinema. Die baan werd enkele decennia later, niet ver van de oorspronkelijke plek, opnieuw opgebouwd. Aan de zuidzijde van de Casuariestraat, op de hoek met het Bleijenburg, werd in 1614 een baan gebouwd die in 1682 werd verhuurd aan een groep Franse musici. Zo’n baan echode lekker en leende zich dus uitstekend voor muziekvoorstellingen Sinds die tijd werd dit gebouw de Franse Opera genoemd. In 1628 kwam er een baan aan de noordzijde van dezelfde straat. Zes jaar daarvoor was er nog een baan aangelegd op de Lange Houtstraat, bij de ophaalbrug naar het Bleijenburg”. Beroemde spelers Tussen die baaneigenaren moet een pittige concurrentie bestaan hebben. Waren er wel voldoende bespelers?
Konden de banen zichzelf bedruipen? De Bondt: “Bij de gegoede burgerij was de sport enorm populair, zeker in de eerste helft van de zeventiende eeuw. En de kaatsers kwamen uit welvarende families, dus voor hun inkomsten hoefden de baaneigenaren niet te vrezen. De prinsen van Oranje beoefenden het spel met groot enthousiasme, wat de populariteit zeker ten goede kwam. Vandaar dat ook veel diplomaten en vertegenwoordigers van de zeven provinciën op de banen te vinden waren. In sport en spel leer je elkaars karaktertrekken snel kennen en soms leidde dat tot beter wederzijds begrip zoals gebeurde tussen raadpensionaris Johan de Witt en de jonge prins Willem III. Aanvankelijk had De Witt zijn bedenkingen tegen de jonge prins, maar na dat potje was de prins in zijn achting gestegen. Nadien hebben ze nog regelmatig met elkaar getennist en geschermd. Ook prins Maurits van Oranje was een liefhebber. Tijdens zijn stadhouderschap vanaf 1591 liet hij door het hele land diverse banen aanleggen. Er is zelfs een fameus lied ter ere van hem geschreven, ‘Het kaatsspel van de geuzen’, waarin het kaatsspel (tennisspel) als metafoor werd gebruikt om zijn overwinningen op de Spanjaarden te beschrijven. De kanonskogels werden daarin natuurlijk als kaatsballen voorgesteld. Frederik Hendrik was eveneens een bekwaam speler. In 1611 speelde hij in Londen een wedstrijdje tegen de Engelse Prince of Wales. Van hem is ook een afbeelding bekend waarop hij tennis speelt”. Populariteit neemt af Hoe kwam het, dat de animo voor het spel in de loop van de tijd afnam? De Bondt: “Ouders vonden het niet gepast dat hun kinderen op de banen bleven hangen. Niet alleen was het zonde van het geld, ook het gevloek en getier van de spelers was een slecht voorbeeld voor de jeugd. De banen werden in de achttiende eeuw steeds meer voor andere doelen gebruikt. Die op het Buitenhof werd tot theater omgetoverd. Een vervallen baan kon ook prima dienstdoen als opslagruimte. Zo verdween de kaatssport uit Den Haag. In Engeland daarentegen is de sport tot op de dag van vandaag blijven bestaan en heet nu real tennis”. De variant met bal en racket op gravel en gras, die officieel nog steeds lawntennis heet en in 1874 is gepatenteerd, werd pas rond 1880 in Den Haag geïntroduceerd. Maar dat is een geheel ander verhaal.
sport |
Vrijdag 19 juni 2015 | Den Haag Centraal
Alle wereldtoppers komen
Lekker ‘chillaxen’ in Beach Club het Plein Hier zijn de openingswedstrijd, de halve finales en de finales.
Van 26 juni tot en met 5 juli richt de blik van de mondiale zomersport beachvolleybal zich op het hart van Den Haag. Omdat voorpret de lekkerste pret is hier alvast een handzame Minigids aan de hand van de vijf klassieke vragen: Wie, Waar, Wat, Wanneer en Waar Zijn De Drankjes?
Wanneer wordt het toernooi interessant? Serieus; al vanaf dag één, want direct op 26 juni komen Nederlandse kanshebbers Madelein Meppelink/Marleen van Iersel en Reinder Nummerdor/Christiaan Varenhorst in actie. Uiteraard neemt de spanning naarmate de eindstrijd dichterbij komt toe, maar iedereen op dit niveau is bereid tot het uiterste te gaan. De kunst van het twee-tegen-twee met een net ertussen en zand tussen je tenen vraagt om een unieke mix van kracht, gratie, techniek, timing maar vooral opperste concentratie. Wat dit betreft een aardige tip: de oefenveldjes op het Spui. Tegenover het Stadhuis de wereldtoppers van dichtbij hun voorbereidingen zien treffen, zo’n kans krijg je niet iedere dag.
Door Martin van Zaanen
Wie komen de show stelen? Aangezien het toernooi zich in het politieke hart van Nederland afspeelt, draaien we die vraag zoals in deze contreien te doen gebruikelijk om: Wie van de wereldtoppers komt niet? Nou, allemaal dus. Al zullen Nederlanders zich, zoals dat bij een eindtoernooi hoort, voornamelijk op hun landgenoten richten. Al was het maar omdat de wereldtitel bij de heren al in Nederlandse handen is, Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen. En ze zijn nog in vorm ook. Zo wonnen de mannen onlangs de Porec Major in Kroatië. Bij de vrouwen wordt het verplicht je keel schor schreeuwen voor Madelein Meppelink en Marleen van Iersel. Gezien hun recente uitslagen zitten ook zij dicht tegen de ultieme topvorm aan. Van de 48 mannenteams en 48 vrouwenteams die om de titel strijden, zijn er negen Nederlands (vijf bij de mannen, vier bij de vrouwen). Waar wordt het gehouden? Of all places op de Hofvijver, in een stadion dat rust op 622 pontons en dat 5000 plaatsen telt, waarvan 3000 overdekt. De Olympische Spelen van 2012 in Londen vormden de inspiratie
Gratie, timing, maar vooral oppertste concentratie. | Foto: Den Haag Topsport
voor het idee voor een stadion op het water. Toernooidirecteur Bas van de Goor: “Een iconische plek in het hart van de stad, net als de Horse Guards Parade dat in Londen was. En net als in Londen komen ook hier veel side events” . Daarvoor zijn geen kaarten nodig, die zijn voor iedereen vrij toegankelijk. Grootste side-event: een recordpoging op Scheveningen om zoveel mogelijk teams tegelijkertijd een wedstrijd te laten spelen.
Wat is de inzet? Ja, de allerhoogste eer, hè: zich als duo twee jaar lang de beste van de wereld mogen noemen. De inzet van Den Haag als sportstad: zichzelf bewijzen als kloppend hart van de mondiale zomersport. Oké, het toernooi wordt ook deels in Amsterdam (de Dam), Apeldoorn (Marktplein) en Rotterdam (aan boord van de SS Rotterdam) gespeeld, maar Den Haag heeft de meest prominente rol.
Waar zijn de drankjes? Weet u nog hoe tijdens het WK hockey vorig jaar het Plein in hockeysferen was ondergedompeld? Daar wordt nu een schepje bovenop gedaan, heel veel schepjes zelfs en dan ook nog met zand, want tijdens dit WK verandert het Plein in een Beach Club. Motto: zodanig chillen en relaxen dat je, voor je het goed en wel door hebt, ineens aan het ‘chillaxen’ blijkt te zijn geslagen. Naast in deze even ludieke als unieke Beach Club kunt u ook bij de overige horecagelegenheden rond de Hofvijver volop voor club tropicana-achtige verfrissingen terecht. Info & kaarten: www.wkbeachvolleybal2015.nl
Haagse Grote Drie handhaven zich
Uiteindelijk kwam het toch nog goed Overuren maakten de Haagse Grote Drie (HBS, Quick en HVV) in de net beëindigde voetbalcompetitie. Voor twee van de drie was degradatie een reële optie maar uiteindelijk kwam het toch nog goed. Door Klaas-Jan Droppert
HVV sloot afgelopen zondag als laatste Haagse club de voetbalcompetitie af. En dat deed ze op sensationele wijze door de laatste strohalm te grijpen. Het hele seizoen knokten de Kroonleeuwen tegen degradatie uit de tweede klasse. Het leidde tot het vertrek van trainer Albert van der Dussen toen de chemie tussen spelersgroep en oefenmeester was verdwenen en even leek de ploeg het lek niet meer boven te krijgen. Maar zijn assistent Edmund Vriesde loodste HVV uiteindelijk in veilige haven, ook al kostte dat nog de nodige moeite. Nadat in de nacompetitie na strafschoppen tegen RVC’33 uit Reeuwijk werd verloren, was er nog een kans. Op het veld van Full Speed moest en zou Charlois in een beslissingswedstrijd verslagen worden. Hoe maakte niet uit hoe. Het werd uiteindelijk een 5-4 overwinning na verlenging, waarbij de ploeg van De Diepput ondanks twee doelpunten van Derick Mekking in zijn 436ste en laatste wedstrijd, de Rotterdammers telkens liet terugkomen. Maar uiteindelijk was de benauwde 5-4 zege genoeg om volgend
Edmund Vriesde nam halverwege het seizoen bij HVV het roer over en slaagde erin om de Kroonleeuwen in de tweede klasse te houden. | Foto: Bert Tielemans
seizoen opnieuw in de tweede klasse te spelen. Derby De derby tussen HBS en Quick; iedere rechtgeaarde Haagse voetballiefhebber hunkert ernaar. In competitieverband ontmoeten de Haantjes en de Kraaien elkaar al enige tijd niet meer, wel in de kwartfinale om de Haaglanden Voetbal Cup toen Quick met 0-1 won. Maar het liefst zien voetballiefhebbers de derby twee keer per jaar: een keer op Nieuw Hanenburg en een keer op Craeyenhout. Het leek er lang op dat het er volgend seizoen
weer van zou gaan komen. De vraag was alleen op welk niveau: in de Topklasse (promotie van Quick) of in de Hoofdklasse (degradatie van HBS). Quick kende een vliegende start en dat leverde de eerste periodetitel op. Meteen werd er hardop gedroomd over promotie naar de Topklasse en de clash met HBS. Maar het bleef bij dromen, want de titel zat er nooit in. De selectie van de naar FC ‘s-Gravenzande vertrekkende Frans Danen, die elf jaar op Nieuw Hanenburg de touwtjes in handen had, was niet breed genoeg en zakte halverwege de competitie in elkaar. In de eerste ronde van de nacompetitie viel de droom
helemaal in duigen. Verlies tegen De Dijk en Vlissingen (let op, die club komt nog terug, red.) betekende het einde van het seizoen en een nieuw avontuur in de Hoofdklasse. Daarin hadden de Haantjes zomaar gezelschap van buurman HBS kunnen krijgen. De Kraaien kenden een nogal wisselvallig seizoen, waarbij een opmerkelijk hoog aantal schorsingen de zaken bemoeilijkten. Maar vijf wedstrijden voor het einde leek het niet meer mis te kunnen gaan. HBS was veilig, zo was de algemene gedachte. Niet dus, want op de laatste speeldag werden De Kraaien veroordeeld tot het spelen van promotie-degradatiewedstrijden. MSC uit Meppel werd eenvoudig opzijgezet, waarna een alles-of-nietsduel tegen Vlissingen (wat als Quick...) het lot van HBS moest bepalen: Topklasse of Hoofdklasse. Op het veld van VV Papendrecht maakte het koningskoppel Jan Paul Saeijs-Tjeerd Westdijk, dat vorig seizoen zoveel furore maakte, aan alle onzekerheid een einde. De 36-jarige routinier opende in zijn laatste wedstrijd de score door de 48-jarige Zeeuwse doelman (!) te verschalken, terwijl invaller Westdijk (die liefst elf wedstrijden vanwege schorsingen miste) met twee doelpunten het duel over de streep trok. En daarmee kwam het dit seizoen toch nog goed met de Grote Drie. Alleen de voetballiefhebbers kregen niet hun gewilde derby. Misschien dat die droom volgend seizoen in vervulling gaat.
19
Joop Castenmiller (1937 - 2015) Topper bij Vuc, Telstar en Fortuna Op donderdag 11 juni is op 77-jarige leeftijd voormalig voetballer en trainer Joop Castenmiller overleden. Zijn jeugdjaren bracht Castenmiller op De Roggewoning door, bij Graaf Willem II-VAC. Omdat hij talentvol was en opviel, ging hij in de jaren zestig voetballen bij de toonaangevende amateurclub VUC. Op Het Kleine Loo deed Castenmiller het zo goed dat hij zelfs het Nederlands elftal haalde. Het betaalde voetbal was een logische vervolgstap voor de immer gesoigneerde Castenmiller. En zo werd ook hij er één in de lange rij van Haagse voetbalvakmensen die voornamelijk buiten onze stad furore maakten. Zo werkte hij, na wel eerst assistent geweest te zijn bij profclub Holland Sport op Houtrust, bij Unitas uit Gorinchem en het Schiedamse Hermes DVS. Vervolgens was hij hoofdcoach bij Excelsior, Telstar en Fortuna Sittard. Zijn periode in IJmuiden, waar hij tussen 1974 en 1977 de technische leiding in handen had bij Telstar, was het meest succesvol. Want in die jaren eindigden De Witte Leeuwen (inmiddels al decennia een zieltogend bestaan leidend in de Jupiler League) achtereenvolgens als zevende, negende en veertiende in de Eredivisie. Het was het legendarische elftal met mannen als Fred Bischot, Fred André, Cees van Kooten en televisiepresentator Frank Kramer. In die periode had Telstar een reputatie als reuzendoder; geen topclub reisde met een gerust hart naar de IJmond af. Niet zo verwonderlijk dat de naam Joop Castenmiller in het Tata Steel Stadion nog steeds met zo veel respect wordt uitgesproken. Dat is ook het geval in Sittard, waar Fortuna in de Eerste Divisie speelde toen hij er neerstreek. Wat was Fortuna onder zijn leiding in De Baandert lastig te verslaan. Zelfs zo moeilijk dat de geelgroenen het volledige seizoen 19781979 thuis ongeslagen bleven. Toch lukte het Castenmiller niet om te promoveren met Fortuna. Na drie jaar trainerschap gaf hij het trainersstokje dan ook over aan de flamboyante Frans Körver. Castenmiller zelf ging een andere functie bekleden, namelijk die van algemeen manager en legde zo grotendeels bestuurlijk de basis voor de meest succesvolle jaren van Fortuna. In 1982 promoveerde Fortuna Sittard naar de Eredivisie, in 1984 verloren ze de bekerfinale tegen Feyenoord en in seizoen 1984-1985 drongen ze, inmiddels onder leiding van Bert Jacobs, zelfs door tot de kwartfinale van de Europa Cup II. In 1988 begon Castenmiller het nog steeds hoog aangeschreven Sports Health Center in het Scheveningse Carlton Beach Hotel. Ook was hij begin jaren negentig nog kort als bestuurslid verbonden aan ADO Den Haag, dat destijds als FC Den Haag door het leven ging.
| Archieffoto
20 | de achterpagina >Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal | Vrijdag 19 juni 2015
Ter plekke Door Caroline Ludwig
1
Harri Theirlynck 2
met elkaar lult. Daarna lopen we gelukzalig naar huis”. Kledingwinkel “Vroeger had ik dure pakken, daar ben ik als freelancer nu te zuinig voor. Na een rondje Mango, Zara, Sissy Boy kan ik weer even vooruit”. Schrijver “Godfried Bomans <4> was de held van alle katholieke jongens die van lezen hielden. Dus ook van mij. Hij werd geboren op de Bierkade”.
| Foto: Restaurant Blij
Buurt “Natuurlijk zijn we gaan kijken in het Statenkwartier en Duinoord, maar dat is peperduur en ver van het centrum. De Rivierenbuurt is een prima, wat rauwe buurt. We wonen in een groot nieuw huis in Amsterdamse stijl. Tussen de twee stations, handig voor ons en de jongens. Ik heb het gevoel dat de burgemeester speciaal voor ons de wijk heeft laten opknappen”. Koffie “Het belangrijkste criterium is of er goede kranten zijn. Bij De Overkant aan het Huijgenspark hebben ze de hele reeks, van NRC tot Telegraaf. Ik wissel af met restaurant Blij <2> aan de Bierkade, met groengele stoeltjes aan de gracht”.
Werkplek “Op donderdag komt de werkster en dan vertrek ik met mijn
Hagenaar (v) “Georgina Verbaan vind ik cute. Ze is een geweldige actrice, die haar eigen weg gaat en ze blijkt ook nog intelligent. Zij gaat heel groot worden”. Attractie “Mensen van buiten de stad neem ik graag mee naar Lucky One in de Wagenstraat, voor een massage of pedicure. Een exotisch uitje”.
3
| Foto: PR
Haagse Baggâh. De barvrouw vraagt altijd heel charmant of we een grote of baby Baggâh willen”. Typisch “Ik ben blij om terug te zijn in Den Haag, blijer dan ik dacht. De kameraadschap is veel groter dan in Amsterdam. Mensen willen hier graag praten. Ik houd van de zelfspot en het mooie, langzame kankeren met hangende kaak”. Geheimtip “De nieuwe ijsboer Luciano aan de Theresiastraat heeft grote bakken zelfgemaakt ijs <5>, het ziet er geweldig uit”.
| Foto: Facebook/CafeVroeger
Vakantiegevoel “Dat is ’s zondags vroeg naar het Lange Voorhout joggen of lopen en bij de foodtruck en het kleine terrasje koffie met koek bestellen. Tegen elven komen de ruiten- en rode broeken uit de buurt in hun convertible langs om hun nieuwe zonnebril te showen en vanuit hun draaiende auto met de terraszitters en antiekjongens te kletsen. Ondertussen bestellen wij prosecco. Het is dichtbij maar toch ook heel ver weg”.
MacBook naar het Gemeentemuseum. In de mooie binnentuin werk ik steeds een uur en dan ga ik een kwartier naar de foto’s van Corbijn kijken”.
Uitgaan “In Theater aan het Spui of in de Schouwburg gaan we graag naar muziek of toneel. Bijvoorbeeld van regisseur Johan Doesburg”.
Gebouw “Ik ben dol op hoogbouw, dus kies ik voor de ministeries aan de Turfmarkt, gezien vanaf Lebkov. Vooral om 11 uur ’s ochtends als de zon tussen de twee torens priemt”.
Café “Daarna is het tijd voor platte cultuur. Bij Café Vroeger was je anders <3> , in de Halstraat gaan de microfoons rond en zingen we mee met foute muziek. Uit baldadigheid wordt er hard op de lampen geslagen. Ook leuk: de Triomf Bar, een homocafé in de Kettingstraat waar iedereen
4
Hagenaar (m) “Spike is heel Haags, leuk, warm en hij staat midden in de popgeschiedenis. Volgens mij een jongen met een gouden hart”.
Lekkernij “Bij Van Kleef hebben ze een kruidenlikeur met de naam
5
Restaurant “Pastis of nog leuker Pastille in de Oude Molstraat. Parijs in Den Haag. Met eigenaar Leander, die je al na twee minuten het idee geeft dat je z’n beste klant bent. En Mama Kelly in een oud industrieel pand op de Binckhorst is ook geweldig.”
Afbreken “De Azivo Apotheek aan de Boomsluiterskade zit op de begane grond van een afgrijselijke oude flat. Aan de andere kant: ik houd wel van een beetje lelijkheid, ooit woonde ik in de Sirtemastraat”.
Rust “Voor rust kom je niet naar de stad, maar de Haagse binnenstad is heel rustig”.
| Foto: Facebook/Lucianos-ijssalon
Harri Theirlynck <1>(Den Haag, 1952) maakt dertig reizen per jaar. Daarover schrijft hij als freelancer voor bladen en kranten. Hij studeerde Nederlands in Nijmegen. Voor hij in de journalistiek belandde, werkte Theirlynck als leraar in de Schilderswijk en op Curaçao. In dienst van de ANWB was hij hoofdredacteur van onder meer Kampioen en Reizen Magazine. Drie jaar geleden keerde hij terug naar zijn geboortestad. Met zijn vrouw en twee zoons (18 en 20 jaar) woont hij in de Rivierenbuurt. Hoe ziet een reisjournalist zijn eigen stad?