}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 4 april 2014
jaargang 8 nummer 360
€ 1,95
Drie Haagse tennismonumenten 17
Gemeentemuseum heeft een glaasje op 3
Eindelijk weer boeken kopen in de Spuistraat 3
Adri Duivesteijn:
‘Ik heb geen spijt. Ik heb geleefd zoals ik heb geleefd’
10/11
Lucia de Berk, nu ook film over haar onschuld
8/9
Wateringse Veld was altijd al het einde van de wereld
19
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
snoek onder ons
>Spui, 24 maart 2014
Bij aankomst wachtte mij in de hoedanigheid van ramptoerist een teleurstelling. Geen chaos in Den Haag. Op onverwachte plekken zomaar serene stilte. En aanhoudend overdadig zonlicht. Ze waren met zijn achten samengekomen op deze vlakte van sleetse stoeptegels voor iets dat ik in gedachten de New Spui Summit noemde. De spelregels lieten zich raden. Eentje leek zich afzijdig te houden of mocht niet meedoen. Een ander verloor zijn schoen. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal fotografeert is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
gedistilleerd...
ACTIES aanbiedingen gelden van 1 t/m 29 april 2014
Hoppe jonge jenever 1L van 14,95 voor
€ 10,95
JURA DEMONSTRATIE JURA DEMONSTRATIE Zaterdag 5 april 2014 Zaterdag 5 april 2014
jameson IrIsH Blended WHIsky 1L van 25,95 voor
€ 22,50
lapHroaIg 10 years sIngle malt / Islay 0.7L van 39,95 voor € 32,50 Eén van de populairste Islay whisky’s, krachtige turfsmaak, zilte zeegeur, maar is ook zoet en fruitig.
vodka parlIament rusland 1L van 21,75 voor € 17,50 Zeer zuivere originele Russische Vodka, echt het proeven waard!
Calvados CoCquerel FIne 0.7L van 19,95 voor € 16,95 Uitmuntende Calvados met een krachtige appelsmaak.
www.drinkland.nl
rum appleton v/X / jamaICa 0.7L van 23,20 voor € 18,50 Deze blended rum, variërend van 5 tot 10 jaar, is een mooie, volle en krachtige rum, met smaken van fruitige noten, bananen en sinaasappel als resultaat
den haag
Voorhout
noordwijk
oegstgeest
Prinsestraat 57 070 364 29 25
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
Lange Voort 19 071 301 55 83
Welke koffie mogen wij u serveren? Welke koffie mogen wij u serveren?
de Vries elektro de Vries elektro
Emmastraat 10 Rijswijk www.devrieselektro.nl t. 070 390 05 05 Emmastraat 10 Rijswijk www.devrieselektro.nl t. 070 390 05 05
JUA437 Demonstratie De Vries Elektro.indd 1
13-03-14 16:42
3
actueel<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
Tuinzaal Gemeentemuseum nu echt open Door Jasper Gramsma
Overdekte binnentuinen zijn al jaren hot in de museumwereld. Bij het Louvre, het Scheepvaartmuseum en het nieuwe Rijksmuseum kan het Haags Gemeentemuseum niet achterblijven. De nieuwe ‘tuinzaal’, zoals directeur Benno Tempel het atrium nadrukkelijk noemt (‘anders doet het te veel denken aan het stadhuis’), is half maart opgeleverd, maar heeft nu al een bijzondere geschiedenis. Als eerste zittende Amerikaanse president bracht Barack Obama tijdens de Nuclear Security Summit een bezoek aan het museum en zijn splinternieuwe overdekte binnentuin. Hij gaf er ook de afsluitende persconferentie voor de internationale media. Modeshows Sinds deze week is de zaal pas echt in gebruik. Het museum heeft er grootse plannen mee: bijeenkomsten, walking diners en zelfs modeshows moeten van de 700 vierkante meter grote tuinzaal een echte ontmoetingsplek maken. De akoestiek is er
in elk geval heel wat beter dan in de hal, waar eerder de meeste ontvangsten plaatsvonden. Braaksma & Roos Architectenbureau heeft met het ontwerp duidelijk niet geprobeerd een contrast aan te brengen met de bestaande omgeving. Het glazen dak met zijn dwingende vorm en vele strenge lijnen respecteert de architectuur van bouwmeester Berlage en is zelfs geïnspireerd op de gebruikte baksteenmaat. Het licht dat door het low iron glas naar binnen komt, oogt op zonnige dagen als deze natuurlijk. De acht terrakleurige metalen pilaren zijn aanwezig, maar storen niet. Wanneer de zon erop schijnt ontstaat een streepeffect dat in harmonie is met het patroon van het schoonmetselwerk. Alleen de gestorte grijze betonvloer is minder in balans met het geheel. Het had niet misstaan om hier een verwijzing te maken naar het tegelpatroon dat het Gesamtkunstwerk van Berlage compleet maakte. De binnentuin heeft nog geen officiële naam, die is voor de hoogste bieder. > Foto: DHC
Primeur: huisartsenpost op CS Door Jan van der Ven
Sinds de marktwerking is toegelaten tot de gezondheidszorg, steken allerlei commerciële initiatieven de kop op. Eén ervan is de opening van een huisartsenpost op het Centraal Station in Den Haag, afgelopen maandag. Tussen half acht ’s morgens en zes uur ’s middags kunnen patiënten met ‘vergeten’ klachten er terecht bij een huisarts. De rekening van 35 euro moeten ze zelf betalen, de zorgverzekeraar vergoedt het consult niet. De stationshuisartenpost op Den Haag Centraal is de eerste in Nederland en is bedoeld voor de drukbezette reizende werknemers die er maar niet toe komen om met bijvoorbeeld keelklachten of gewrichtsproble-
men naar de huisarts te stappen. Maar bloedprikken kan er ook. Indien nodig worden de bezoekers doorgestuurd naar hun eigen huisarts. Er kunnen ook vooraf afspraken worden gemaakt voor een consult. Als de proef slaagt, is het idee om straks tien tot twintig soortgelijke posten op andere drukke locaties in het land te openen. Posten Het initiatief is afkomstig van CareTogo, opgericht door vier ondernemers in de zorg. Het gaat om twee bouwkundigen, een arts die in zaken is gegaan en een financieel specialist. Bertus Altena, bouwkundige en mede-initiatiefnemer, zegt: “Dit soort posten bestaat al in de VS. Als bouwkundige kijk ik vooral naar het verbeteren van concepten van winkelcen-
tra en andere gebieden waar veel mensen komen. Het Centraal Station van Den Haag past hierin, het is volop in ontwikkeling”. In het CS is de post gehuisvest op de hoek van het stationsgebouw, vlak bij New Babylon. Er was eerst een Engelse pub gevestigd. Nu draaien er drie afgestudeerde huisartsen bij toerbeurt een dienst. De stationspost kan een concurrent worden van de bestaande Haagse zorginstellingen. Zeker wanneer wordt besloten de openingstijden te verlengen. Altena: “Als er vraag naar is, blijven we gewoon langer open”. De huisartsenposten in Den Haag zijn bestemd voor patiënten die buiten kantooruren een huisarts zoeken. Ook de spoedeisende hulp
wordt vaak bezocht door patiënten die overdag geen tijd hebben voor een bezoek aan de huisarts. Risico Een bezoek aan een spoedeisende hulp gaat ten koste van het eigen risico, dat momenteel maximaal 360 euro per verzekerde per jaar bedraagt. Met de 35 euro per consult hopen de vier ondernemers daarom te gaan concurreren met vooral de spoedeisende hulp. De opening van de Haagse stationspost komt op een delicaat moment voor met name de spoedeisende hulp van het Bronovo Ziekenhuis. Daar wordt momenteel gebouwd aan een nieuwe afdeling, maar het voortbestaan ervan is onzeker. Voor de zomer moet duidelijk worden of deze spoedeisende hulp blijft bestaan.
Gemeente maakt plein bouwrijp voor Spuiforum De gemeente gaat door met de voorbereiding voor de bouw van het Spuiforum. Er worden schuttingen geplaatst op het Spuiplein en de fontein, indertijd ontworpen door Peter Struycken, en andere ondergrondse obstakels worden gesloopt om het plein bouwrijp te maken. Voordat er wordt gebouwd zal de Afdeling Archeologie van de gemeente onderzoek doen op het terrein. De gemeente gaat, als de nieuwe raad niet van gedachten verandert, op het Spuiplein theaters bouwen voor het Nederlands Danstheater en het Residentie Orkest. Ook het Conservatorium trekt in het Spuiforum.
Paagman naar het centrum De overname is nog maar net een feit als de voormalige winkel van Polare in de Spuistraat deze week een frisse herstart maakt. Het nieuwe filiaal van Paagman opende woensdag zijn deuren. Vooral de bestickering op de pui en in de winkel valt op: overal prijken fuchsiaroze P’s. Verder lijkt op het eerste gezicht alles bij het oude gebleven, maar schijn bedriegt. Twintig medewerkers van Paagman hebben nonstop gewerkt om de succesformule van de Frederik Hendriklaan naar het centrum te brengen. Vlak voor de opening wordt er gerend en gevlogen om de schappen te vullen met nieuwe titels. “De afgelopen drie maanden is er geen nieuw boek meer binnengekomen, dus de voorraad was nogal gedateerd”, vertelt directeur Fabian Paagman. Op 26 maart stapte de kersverse eigenaar voor het eerst zijn nieuwe winkel binnen, verrast door wat hij aantrof: “De winkel ziet er goed uit, alles is zo goed als nieuw. Voorlopig beperken we ons daarom tot nieuwe signing. Het Paagmangevoel zit ’m meer in het assortiment en in de
plaren, die vanaf nu op de verdieping te vinden zijn. “We hebben gemerkt dat het door elkaar lopen van nieuwe en tweedehands boeken verwarrend is”, zegt Paagman. “Ook is er een deel waar we snel vanaf willen. Daarom houden we komende weken opruiming op de bovenverdieping. Het gaat er namelijk niet om dat je veel titels hebt, je moet de juiste titels in huis hebben”.
Met alleen de hoogst noodzakelijke aanpassingen is de voormalige Polare-vestiging omgedoopt tot Paagman. > Foto: DHC
medewerkers”. Wel heeft de boekhandel een andere indeling gekregen dan
voorheen. De nieuwe boeken zijn gescheiden van de tweedehands exem-
Toeristen Aanvankelijk had Paagman zijn twijfels over de winkel in de Spuistraat: te duur, te donker en niet het juiste publiek. Niettemin besloot hij er te blijven: “Ik vind de plek nog steeds niet ideaal. Je kunt hier beter een spijkerbroekenwinkel beginnen dan een boekhandel. Toch geloven we erin dat er ruimte is voor een grote kwaliteitsboekhandel in het centrum van Den Haag. Maar of we op den duur op deze plek blijven, is niet zeker”. Hoewel Paagman zijn concept met café en evenementen ook in de Spuistraat wil uitrollen, realiseert hij zich dat een boekhandel in het centrum andere koek is
dan in het Statenkwartier. “Ik denk dat hier veel mensen komen van buiten Den Haag. Met toeristische titels over de stad spelen we daar op in”, legt Paagman uit. Hij ziet kansen door deze overname: “We speelden al langere tijd met het idee om tweedehands boeken te gaan verkopen. Doordat deze gelegenheid zich voordeed, ontstond een mooi moment om dat op te pakken. Anderzijds brengen we onze muziekproducten – cd’s en dvd’s – juist naar het centrum. Daarmee denken we een enorm gat te vullen, want de Bijenkorf doet het niet meer en Plato is er al lange tijd geleden mee opgehouden”. Tien van de 25 oud-medewerkers van Polare zijn door Paagman aangenomen. Daarnaast heeft de boekhandel ongeveer vijftien vacatures openstaan. Voorlopig wordt de bezetting aangevuld met personeel van de Frederik Hendriklaan. Even leek het erop dat ook de Polare-winkel in Leiden verder zou gaan onder de vlag van Paagman, maar daarvoor werd een andere koper gevonden.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
stadsmens
Video Vitae: Sollicitant trekt aandacht in korte presentatie Ze kennen de zzp’ers en werkzoekenden voor wie ze bemiddelen goed, weten wat hun sterke punten zijn. Zodra een vraag bij NTWRK/Recruiters binnenkomt, is de geschikte IT- of communicatieprofessional dan ook snel gevonden. De wijze waarop Martin Broekhuis en Sergio Irausquin te werk gaan, slaat aan en valt op. Ze zijn inmiddels door de ZZPBarometer genomineerd voor beste zzp-bemiddelaar van het jaar. Eind deze maand wordt bekend wie de winnaar is. In deze tijd heeft hun doelgroep het zwaar, vooral de communicatiedeskundigen. Broekhuis en Irausquin realiseren zich dat terdege en zochten naar een manier waarop de zzp’ers en werkzoekenden zich bij sollicitaties kunnen onderscheiden. Zij bedachten onlangs de Video Vitae: in een filmpje van twee minuten presenteert de kandidaat zich bij een werkgever. In dat filmpje steken beiden veel tijd, verzekeren ze. “We houden eerst het gesprek en op basis daarvan maken we het script. De meeste werkgevers hebben niet veel geduld. Daarom moet je in de eerste seconde al aandacht kunnen trekken. De inIngezonden mededeling
Martin Broekhuis (links) en Sergio Irausquin. >Foto: PR
troductie en de opbouw van de video zijn heel belangrijk. We oefenen de presentatie ook, zeggen bijvoorbeeld dat iemand beter andere woorden kan gebruiken. De opnamen kunnen drie tot vier uur duren”. Sergio Irausquin en Martin Broekhuis kennen elkaar van de Scheveningse volleybalclub Kalinko. Vorig jaar besloten zij tot samenwerking. Sergio is gespecialiseerd in werving en selectie. Martin is redacteur/regis-
seur. Hij studeerde journalistiek en sociale psychologie, trainde mensen voor sollicitaties en in sociale vaardigheden. “Na een gesprek bleek dat we elkaar heel goed aanvullen”. Met NTWRK-Recruiters bouwden ze een netwerk op dat bestaat uit een groot aantal IT- en communicatiedeskundigen. Ongeveer één keer in de twee maanden organiseren ze een bijeenkomst op hun kantoor. Tijdens een borrel ‘met eenvoudige happen’, zoals
ze zeggen, wordt dan een presentatie gegeven. Kort geleden was dat iemand die een website over financiën heeft opgezet. “Maar die website krijgt nog niet zoveel aandacht. Op de bijeenkomst hebben collega’s hem adviezen gegeven; er ontstond een uitwisseling van ideeën en informatie over allerlei ontwikkelingen. Achteraf meldde hij dat hij ontzettend veel aan de presentatie heeft gehad”. Veel van hun tijd gaat nu op aan de Video Vitae. Twee werkzoekenden hebben inmiddels voor de camera gestaan en hebben ondertussen allebei een baan. “Er worden al videosollicitaties gemaakt, maar dat zijn naar ons idee meer powerpointpresentaties”, zeggen Irausquin en Broekhuis. “Bij de Video Vitae gaat het om de kracht van een persoonlijkheid. Het moet inhoudelijk goed zijn wat de sollicitant vertelt en ook de manier waarop: de timing. Dan ontstaat bij de kijker aandacht en die moet worden vastgehouden”. Er zijn voorbeelden genoeg van hoe het niet moet, vinden ze. “We zagen een filmpje van een sollicitant die in zijn hand een foto van zijn kinderen had. Iemand wilde het duidelijk persoonlijk ma-
ken, maar na twintig seconden wist je nog niet waar hij naar op zoek was. Dat kwam vaker voor en wij denken dat het niet de manier is”. Op dit moment werken ze aan een opdracht van een bank die boventallig personeel aan ander werk wil helpen. “Het is een pilot en het gaat om tien mensen die op zoek zijn naar een nieuwe baan. Aan die tien video’s koppelen wij een onderzoekje. Want hoe kijken werkgevers naar onze Video Vitae? Heeft het in hun ogen een toegevoegde waarde? Wij weten zeker van wel. Zodra je iemand ziet praten, wordt het persoonlijk”. ‘Een tweede kans om een eerste indruk te maken’, is hun devies. Ze verduidelijken: “Als je op een sollicitatiegesprek komt, kan er wat misgaan. Zeg je op de video iets stoms, dan kun je het overdoen. De werkgever die je gaat spreken, heeft daardoor al een positieve indruk van je. Je begint het gesprek daardoor anders. Dat is de kracht ervan”. Joke Korving www.ntwrk-recruiters.nl en www.videovitae.nl
5
actueel<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
Forse files op het Nassauplein
Kruising Javabrug op de schop
Proef op de som Tijdens de werkzaamheden, die naar verwachting tot 23 mei duren, nemen automobilisten wat dat betreft noodgedwongen de proef op de som. Wie vanaf de Laan van Meerdervoort de stad uit wil, wordt omgeleid via de Scheveningseweg of iets verderop over het Nassauplein en vervolgens via de Laan Copes van Cattenburch. Op de Raamweg en de Koningskade blijft in beide richtingen één rijstrook open. Vanaf de Wassenaarseweg is de Raamweg te
Wassenaarseweg
Wassenaarseweg
Raamweg
2
TRAM
Koninginnegracht
Balistraat
2 Auto’s en fietsers blijven gescheiden. Fietsers krijgen apart groenlicht.
Fietspad
1 Auto’s en fietsers kruisen elkaar.
AUTO FIETS
Balistraat
Javastraat
Javastraat
De gemeente is op zoek naar een nieuwe plek voor het internationale homomonument. D66 en de VVD hebben er bij het college op aangedrongen de sculptuur een prominentere plaats te geven. Nu is de gedenkplek nog gelegen op een groenstrook aan de Koninginnegracht, nabij Madurodam en omringd door een keerlus van de tram. Een mogelijk alternatief zou zijn bij de Bosbrug tegenover de Koekamp, maar ook andere plekken worden onderzocht. De sculptuur van kunstenaar Theo ten Have – een gekruld, tweekleurig metalen lint – is het enige internationale homomonument ter wereld. Het dient ter nagedachtenis aan de homoseksuelen die in de bezettingsjaren zijn omgekomen en is tegelijk een teken van strijd voor gelijke rechten en tegen discriminatie. Elk jaar op 4 mei is er een officiële Dodenherdenking. Volgens de partijen kent het monument de afgelopen jaren ‘een groeiende belangstelling’. Het college noemt de huidige plek van het monument ‘niet passend’ en heeft daarom toegezegd op zoek te gaan naar een waardige locatie.
Fietspad Parkeerstrook
1
Parkeerstrook
De kruising van de Javabrug met de Wassenaarseweg en de Raamweg gaat op de schop om de doorstroming van het autoverkeer op dit drukke punt te verbeteren. Daarnaast maken de werkzaamheden de situatie op de kruising veiliger door een andere indeling van de opstelstroken en de aanleg van een vrijliggend fietspad. De verbouwing moet in de toekomst ook tweerichtingsverkeer mogelijk maken voor fietsers in de hele Javastraat. In 2015 vindt namelijk een herinrichting plaats van het smalle deel. Dan verdwijnt één van de rijbanen om plaats te maken voor een extra fietspad. Alleen bij de Javabrug komt een korte voorsorteerstrook voor verkeer dat rechtsaf de Koningskade op wil. De nieuwe situatie moet ervoor zorgen dat men naar andere routes op zoek gaat om de stad uit te komen.
2015
Huidige situatie
Fietspad
Wat één van de drukste en meest vervuilde stukjes van de stad zou moeten zijn, is de komende twee maanden misschien wel het stilste en schoonste. Afgelopen weekeinde ging de Javabrug op slot om heringericht te worden. Daardoor rijdt er nauwelijks nog verkeer door het smalle deel van de Javastraat.
Nieuwe plek homomonument
In de huidige opstelling kruist het doorgaande fietsverkeer de rijbaan met het rechtsafslaande autoverkeer en dat leidt tot gevaarlijke situaties. In de nieuwe opstelling heeft het uitgaande fietsverkeer een eigen strook en mogen fietsers vanaf de Javabrug ook de straat inrijden.>Infographic: DHC/Hans Fresen
bereiken via de Oostduinlaan en de Carel van Bylandtlaan en vice versa. De druk op de alternatieve uitvalswegen neemt dan ook behoorlijk toe, met als gevolg forse files op het Nassauplein. Verademing Op het smalle deel van de Javastraat daarentegen lijkt het wel autoloze zondag. Voor Arnold Uit de Bos, die er samen met zijn vrouw een riant bovenhuis bewoont, is het een ver-
ademing. “Nu is het hier erg stil. Maar wat hier normaal aan de hand is, is verschrikkelijk: veel te veel verkeer. We hebben een fortuin uitgegeven aan dubbele beglazing en er kan nooit iets open aan de straatkant”, vertelt hij. Het gaat hem vooral om de luchtvervuiling, van het geluid heeft hij minder last. Uit de Bos heeft vertrouwen in de herinrichting: “Het is jammer voor de automobilist, maar ik denk dat de situatie er beter op wordt na de aan-
passingen. Ik benader het rekenkundig. Met de helft van het aantal rijbanen staat er ook de helft minder auto’s voor de deur”. Zijn vrouw denkt daar anders over, zij vreest dat de versmalling ertoe leidt dat er de hele dag auto’s voor de deur staan te ronken, in plaats van voornamelijk tijdens de spits. Over één ding is het echtpaar het wel eens: als er straks niet meer op de stoep gefietst hoeft te worden, is het in elk geval een stuk veiliger.
> Foto: COC
Nieuwe raad belemmert voortgang Spuiforum niet Door Jan van der Ven
De enorme bos bloemen die GroenLinks-leider Inge Vianen vorige week donderdagavond kreeg omdat zij was herkozen in de gemeenteraad, kon haar teleurstelling niet verbergen. Vianen had vurig gehoopt die avond meer helderheid te kunnen verschaffen over de voortgang van het werk aan het Spuiforum. Haar plan was een motie in te dienen waarin werd opgeroepen een pas op de plaats te maken met het werk. Maar Vianen kreeg ’s ochtends van collega-fractievoorzitters onvoldoende steun om de betreffende motie ’s avonds in te dienen. Alleen de PVV en de partij voor de Dieren zetten het licht op groen, te weinig voor Vianen. Tijdens de vergadering van alle fractievoorzitters werd de toon gezet door Han Polman, de commissaris van de koning van Zeeland die namens zijn partij, D66, verkent welke mogelijkheden er zijn voor de vorming van een coalitie. Polman was ’s ochtends aangeschoven bij de vergadering van alle fractievoorzitters en maakte ze duidelijk dat indien de motie van
GroenLinks die avond zou worden aangenomen, dit zijn speurwerk te zeer zou belasten. Waarop een meerderheid van de fractievoorzitters besloot de kaarten stevig tegen de borst gedrukt te houden. Wat dus ook geldt voor de fractievoorzitters die zich tijdens de raadscampagne fel tegen het Spuiforum hebben gekeerd, zoals de Haagse Stadspartij, de SP en de Groep De Mos. “Een gemiste kans”, oordeelt Vianen. “Met een pas op de plaats had de gemeenteraad ervoor kunnen zorgen dat de doordenderende trein van het Spuiforum stilgezet werd. Nu rijdt die trein dus door”.
verschillende standpunten over dit project’ stelt Polman in een brief aan de gemeenteraad. D66 omarmde het Spuiforum en won twee zetels, de Haagse Stadspartij keerde zich er fel tegen en won drie raadszetels. Polman schrijft verder over het Spuiforum: “Er wordt beseft dat tijdens de vorige raadsperiode een besluit is genomen, waarvan de uitvoering reeds is gestart. Er is op dit moment geen sprake van een blanco situatie. Er moet inzicht ontstaan over welke feitelijke informatie nodig is om tot afwegingen te kunnen komen, waaronder inzicht in de reeds gestarte uitvoeringstrajecten”.
Markt Uit een tussentijds verslag van verkenner Polman aan de gemeenteraad blijkt dat de vraag hoe het nu verder moet met het Spuiforum nadrukkelijk boven de markt blijft hangen. Partijen zijn het over veel zaken eens maar het Spuiforum blijft een enorme splijtzwam. Polman sprak er zelfs over met de twee grote winnaars van de verkiezingen: de Haagse Stadspartij en D66. Twee grote winnaars ‘met
Archeologen Polman gaat door met zijn ingewikkelde verkenningswerk. Maar het proces rond het Spuiforum staat intussen niet echt stil. Van demissionaire wethouders wordt verwacht dat zij geen onomkeerbare besluiten nemen. PvdA-wethouder Norder heeft vorige week echter weer een kleine stap gezet richting realisatie van zijn geesteskind. Hij heeft een vergunning afgegeven voor archeologisch
onderzoek op het Spuiplein. Voorafgaand aan grote werkzaamheden moeten archeologen de kans krijgen speurwerk te verrichten naar historische resten, zo is wettelijk vastgelegd. De hiervoor benodigde omgevingsvergunning is afgegeven door wethouder Norder, met medeweten van zijn collega PvdA-wethouder Baldewsingh, die verantwoordelijk is voor archeologisch onderzoek. Dezelfde Baldewingh moet zich volgende week dinsdagavond tijdens een extra ledenvergadering van de PvdA verantwoorden voor het verlies dat zijn partij leed tijdens de raadsverkiezingen. De PvdA zakte van tien naar zes zetels en werd daarmee de derde partij in omvang. De kans dat hij het zwaar te verduren krijgt, lijkt echter niet groot. Zijn verdedigingslinie is klaar, in de vorm van een brief die partijleider Diederik Samsom vorige week naar alle PvdA-afdelingen stuurde. Daarin stelt Samsom dat het zware verlies dat de PvdA in heel Nederland leed, vooral te danken is aan het landelijk beleid waar de PvdA als regeringspartij voor tekent.
Haagse filmer wint prijs De film ‘Aquarius’ van de Haagse filmproducent Robin Lutz (1950) heeft op het WorldMediaFestival in Hamburg een ‘intermedia-globe SILVER Award’ gewonnen in de categorie ‘Arts’-documentaires. De film verhaalt over het leven en werk van de Nederlandse impressionistische schilder Anthonie Pieter Schotel (18901958). Lutz mag zijn prijs op 14 mei in Hamburg in ontvangst nemen.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Bleekneusjes Eind negentiende eeuw werden in Den Haag de eerste verenigingen opgericht die tot doel hadden de lichamelijke en geestelijke gezondheid van schoolgaande kinderen te verbeteren. Kinderen die als zwak of ziek werden beoordeeld en vaak niet-kapitaalkrachtige ouders hadden, kwamen in aanmerking voor uitzending naar een vakantiehuis of gezondheidskolonie.
En zelfs koningin Emma en prinses Juliana gaven ‘geldelijke blijken van belangstelling’ In de stad waar de woonruimte krap was en de speelruimte beperkt, was de nood natuurlijk het hoogst. Vooral ziekelijke kinderen die hier woonden, moesten tijdelijk worden gered
uit de huizenzee. Met name de grotere steden hadden dan ook meerdere verenigingen die een verblijf van deze kinderen in een gezonde omgeving in een vakantiehuis buiten de stad verzorgden. In Den Haag waren er zeven verenigingen, voor bijna elke gezindte één, die kinderen tijdelijk lieten logeren in een rustgevende en natuurrijke gebied. De bekendste was ongetwijfeld de ’s-Gravenhaagsche Vereniging voor Gezondheidskolonies, in Den Haag beter bekend onder de bijnaam Haagsche Bleekneusjes. De oprichting van de vereniging had plaats in 1884. De initiatiefnemers vroegen aan drie schoolhoofden scholieren aan te wijzen die een verblijf buiten de stad nodig hadden. Ieder jaar deden er meer scholen, verenigingen en diaconieën aan de uitzending mee. Op het hoogtepunt konden jaarlijks meer dan 1500 Haagse kinderen dankzij de lokale verenigingen van een gezonde omgeving buiten de stad genieten. Financieel liep het binnen de vereniging ‘Haagsche Bleekneusjes’ niet soepel. Ieder jaar was ze afhankelijk van subsidies van de overheid en steun vanuit de samenleving. De bleekneusjes van Den Haag konden echter op
Collecte op 14 mei 1931 voor de Haagse bleekneusjes bij de Loosduinseweg 499. >Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
veel sympathie rekenen. De jaarlijkse collecte kreeg in de kranten steeds veel aandacht. Honderden mensen gingen tijdens zo’n collecte de stad in om een beroep te doen op het goede hart van de medeburgers. Begeleid door een auto behangen met uitnodigende teksten en met een enorme collectebus op de achterbank probeerden zij de Hagenaar te verleiden geld aan de bleekneusjes te doneren. Naast de collectes kreeg de vereniging ook steun van Haagse organisaties, zoals toneelvereniging Zorg en Vermaak. De totale opbrengst van een aantal voorstellingen werd aan de Haagsche Bleekneusjes geschonken. En zelfs koningin Emma en prinses Juliana gaven ‘geldelijke blijken van belangstelling’. In de jaren zestig van de vorige eeuw bleek dat het aantal uitgezonden
Ingezonden mededeling
Werft u een nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt u beiden een
5,3 € n a v e u q he Restaurantc óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,-
Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
kinderen sterk afnam. Onwil van de ouders en de toegenomen welvaart waren hier volgens de vereniging debet aan. Ook de onregelmatige spreiding van uitzendingen over het jaar was een probleem. Hierdoor bleven in sommige periodes de bedden in de vakantiehuizen leeg en op andere momenten moesten kinderen teleurgesteld worden omdat alle bedden juist vol waren. Dit alles was van negatieve invloed op zowel de exploitatie van de vakantiehuizen als de verpleegprijs. Ook was er veel discussie over nut en noodzaak van de gezondheidskolonies. Het bestuur van de Haagse Bleekneusjes – inmiddels zonder sch – was echter van mening dat juist in een tijd waarin ‘een lossere gezinsband en geschonden huwelij-
ken meer en meer worden geconstateerd’, een gezonde en harmonieuze omgeving, al is het slechts tijdelijk, essentieel was. De reden waarom de kinderen voor uitzending naar een gezondheidskolonie in aanmerking kwamen, was ondertussen verschoven van ‘ziekelijk en ondervoed’ naar ‘nervositas’. De Haagse Raad voor Kinderuitzending constateerde in 1966 dat de indicatie voor uitzending inmiddels voor tachtig procent op het psychische vlak was komen te liggen. De laatste gezondheidskolonies sloten halverwege de jaren zeventig hun deuren. Het aantal kinderen dat zou moeten aansterken in een gezonde omgeving, was door groeiende welvaart en verbeterde gezondheidszorg dusdanig afgenomen, dat het in stand houden van de gezondheidskolonies niet meer zinvol was. Ook pedagogische opvattingen en inzichten waren veranderd. Rust, reinheid en regelmaat, de slogan van de gezondheidskolonies, gingen steeds meer klinken als een lijfspreuk uit vervlogen tijden. Cynthia Hamberg www.gemeentearchief.denhaag.nl
7
economie<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
Taxirijden met een appje
‘Wij zijn de Starbucks van de taxiwereld’.> Foto: PR
Alles verandert, dus waarom zou in de taxiwereld alles bij het oude blijven. Begin maart startte ‘Drive ugo’ met 5 taxi’s in Den Haag. Wat er anders is, is de paraplu, de app en de ritprijs. Door Pieter de Leeuw
‘Drive ugo’ is een bedrijf dat helemaal van deze tijd is. Mark Stephan is één van de drie initiatiefnemers van de jonge onderneming. De theorie deed hij op door de studie business management in Londen. Met de praktijk begon hij in juni vorig jaar toen in Amsterdam de eerste stappen in de taxiwereld werden gezet. Meteen al opvallend, want de branche staat niet bekend vanwege haar innovatieve karakter. Waarmee Stephan zich wil onderscheiden is het volledig geautomatiseerde contact met de klant. Deze zal voor hij in de taxi kan stappen, eerst
de app van ‘Drive ugo’ dienen te downloaden. Digitaal wordt vervolgens de taxi besteld. Het eerste persoonlijke contact is het telefoontje van de chauffeur als hij eenmaal onderweg is. Dat is meteen een volgend onderscheid. Stephan: “Wij gaan voor hoge service”. Dat betekent dat de chauffeur uit de auto stapt, de deur open houdt, de tas over neemt en als het plenst, zich met een paraplu naar de voordeur spoedt. “Persoonlijk contact”, aldus Stehan, “dat is het idee”. Iedere taxi van ‘Drive ugo’ ziet er hetzelfde uit. De auto is een witte Kia Optima die met blauwe letters is bedrukt. “Heel herkenbaar inderdaad, wij zijn de Starbucks van de taxiwereld”. Over de samenwerking met Kia zegt Stephan: “We hebben een prima partnership met Kia waardoor wij onze ritten goedkoper aan kunnen bieden dan onze concurrenten”. Hoe kijken die er eigenlijk tegenaan. Zijn ze zich rot geschrokken, de Haagse
taxi ondernemers? “Welnee, we hebben al veel reacties gehad, sommige zijn verbaasd, anderen zijn enthousiast en sommigen weten niet precies wat ze van ons moeten denken”. Gastheer Plannen zijn er volop en niet heel erg bescheiden. De taxiwereld zal worden opgeschud, zo is de verwachting. “De combinatie van hedendaagse communicatie en persoonlijke service is natuurlijk uniek”. Maar wie houdt die service in de gaten? Stephan: “Het begint natuurlijk met de chauffeur”. Voor deze in het uniforme blauwe jasje wordt gehesen, wordt hij uitgebreid getest op sociale vaardigheden, stratenkennis en vervolgens getraind tot het gewenste service-niveau is bereikt. Is hij klaar, dan stapt hij pas in de Kia. “Maar niet nadat hem op het hart is gedrukt”, aldus Stephan, “dat de auto niet zoals bij de meeste taxichauffeurs de ruim-
te is van de chauffeur waar je als passagier even instapt, maar de auto de ruimte is voor de passagier waarbij de chauffeur optreedt als gastheer. In iedere auto zijn flesjes gekoeld water aanwezig, een 4g wifi verbinding, dat hoort allemaal bij de service”. Bij de service hoort ook muziek die niet door de chauffeur, maar door de
‘Wij zijn de Starbucks van de taxiwereld’ passagier wordt uitgekozen. “Na de rit wordt iedere klant gevraagd om een rate uit te brengen waarbij er maximaal 5 sterren kunnen worden gegeven”. Als er dan een goede beoor-
deling wordt gegeven, dan is het ‘dank u wel en tot ziens’, maar wordt er wat zuinig omgesprongen met de sterren, dan kan de klant aangeven op welk onderdeel van de service zijn kennelijke onvrede betrekking had. “Zo houden we iedereen scherp”. Hoe staat het met de gegeven rates tot nu toe? “Helemaal top”. Omdat nog niet voor iedere potentiële taxi klant het gebruik van een app gesneden koek is, wordt er gestudeerd op een telefoonnummer, maar ook dat telefonisch contact zal volledig zijn geautomatiseerd. Net als de betaling. Binnen niet al te lange tijd zal het aantal Haagse taxi’s worden uitgebreid. “Het is een kwestie van vraag en aanbod”. Auto’s en chauffeurs hoeven vrijwel nooit het probleem te zijn, dus als deze auto’s de vraag niet meer aankunnen, dan zullen we snel opschalen”. www.driveugo.com
Hip Bloomingdale nu ook op Scheveningen Op 25 april gaat de tweede strandtent van Bloomingdale officieel open op het strand van Scheveningen ter hoogte van het Zwarte Pad. De beachclub in Bloemendaal die haar reputatie vooral dankt aan de wekelijkse dancefeesten gaat het in Scheveningen anders doen. “Maar we zijn nog aan het onderzoeken hoe hard de muziek eigenlijk kan hier”. Door Pieter de Leeuw
Maarten de Wit die samen met Jasper Roord eigenaar is van de beachclub, vertelt dat zij sowieso al van plan wa-
ren om het concept van Bloomingdale uit te rollen. “We zijn bezig geweest met een club op Curaçao, maar dat kwam niet van de grond en Scheveningen is natuurlijk wel gewoon by far het populairste strand van Nederland”. Dat mag zo zijn, maar de verschillen tussen de twee badplaatsen springen nogal in het oog. De nadruk bij Bliss, want zo heet de nieuwe strandtent, zal dan ook minder op de feesten komen te liggen en meer op de horeca en beleving. Maar toch, iedere vrijdag en zaterdagavond zal er een feest zijn. Kleinschalig, volgens de Wit. “We doen dan alles binnen en onze resident dj draait hoog-
uit voor een mannetje of 700, meer niet. Eigenlijk willen we het gaan doen zoals we destijds in Bloemendaal zijn begonnen. Dus binnen wordt er lekker gedanst en buiten, op het terras, in de relax area zit je dan met een flesje Rosé even rustig bij te komen”. Volgens de Wit zijn het niet alleen de dancefeesten die Bloomingdale haar hippe, trendy naam hebben bezorgd, maar nog meer de luxe uitstraling van het restaurant en het terras. “De supergrote kussens, de VIP bedden, sowieso de ruimte, bij ons zit je niet hutje mudje en denk erom, ieder jaar wordt alles opnieuw gestoffeerd”. Daarvoor reist de Wit jaarlijks naar Bali, in de eerste
plaats om inspiratie op te doen “Want aan de kust van Bali hebben zij echt hele vooruitstrevende horeca- ideeën”. Daar kijkt de Wit dus goed om zich heen en vervolgens koopt hij de waren ter plaatse in. “Al moet je tegenwoordig niet meer denken dat je daar alles kan kopen voor een scheet en drie knikkers”. Op dit moment is hij ‘met de milieumensen van de gemeente in gesprek over de akoestische criteria’. “In Bloemendaal hebben we iedere zondagavond tussen de 1500 en de 2000 mensen op het feest, als alles met de gemeente goed geregeld is, willen we dat in Scheveningen 1 keer per maand gaan doen”.
Daarmee denkt hij het verschil te kunnen gaan maken. Dat mag ook wel, want Bloemendaal telt 7 strandtenten, Scheveningen heeft er circa 60. Toch heeft de Wit zich niet overdreven verdiept in de concurrentie. “Wij gaan uit van onze eigen kracht. En vergeet niet, wij richten ons absoluut niet alleen maar op het feestbeest die niet op een tientje meer of minder kijkt. Het gaat veel verder. ’s Ochtends eet een ouder echtpaar hier een puntje appeltaart op het terras, ’s middags komt een jong stel hier een broodje carpaccio eten, ik bedoel, als je erover nadenkt is de Bliss eigenlijk voor iedereen”.
8>film
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Lucia de Berk zat zesenhalf jaar ten onrechte vast voor zeven moorden en drie pogingen tot moord. De Haagse verpleegkundige schreef er een boek over en nu is er de film Lucia de B, waarbij ze elke letter van het script las. “Het heeft twee jaar geduurd voordat ik het ermee eens was”.
I
Door Annerieke Simeone
edereen kent nog wel de beelden van Lucia de Berk uit 2010, net vrijgesproken na een jarenlange, onterechte veroordeling. Het sluike haar, de doffe ogen, het witte gezicht. Hoe anders is het nu. De Berk heeft zich een modieus kapsel aangemeten, haar opgemaakte ogen staan helder. Ze heeft weer kleur in haar gezicht. Sinds twee maanden is ze gestopt met roken. “Maar ik ben er nog niet helemaal vanaf ”, zegt ze haar elektronische sigaret demonstrerend. Voordat we beginnen, neemt ze snel een trekje. Hoe hoorde je dat regisseur Paula van der Oest een film over je wilde maken? Haar rook uitblazend: “via mijn uitgeverij. Ze vertelden dat mensen mijn boek wilden verfilmen. Ik zei: nou, lijkt me wel wat. Meerdere teams, waaronder Endemol kwamen langs. Het was net een sollicitatieprocedure. Dan vertellen ze wat ze met de film willen. Rinkel (productiemaatschappij, red.) die met Paula samenwerkt, leek mij het beste. Ze wilden het verhaal integer brengen. En ik mocht input geven”. Dus je was nauw betrokken bij de film. “Van het begin tot het eind. Het heeft twee jaar geduurd voordat ik het ermee eens was. Moniek Kramer die in eerste instantie het script schreef, hield zich vast aan mijn boek, maar ze wist natuurlijk ook niet precies hoe ik ben. In de eerste versies werd ik neergezet als de ziekenhuissnol. Weet je wel. Kort rokkie aan”. Ze buigt even naar voren. “En dat ik met m’n bloesje open de dokter een briefie zou geven”. Ze maakt een wuifbeweging met haar hand. “Ga weg zeg, zo ben ik helemaal niet. Ik stuurde de tekst elke keer met grote rode strepen terug. Zijn jullie gek geworden, zei ik dan.
De zaak Lucia de B. Gediplomeerd kinderverpleegkundige in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) 4/11 Baby met ernstige aangeboren afwijkingen overlijdt in het JKZ. Artsen geven een verklaring van niet-natuurlijke dood af.
2000
‘In de gevangenis krijg ik van die bakkies uit de magnetron. Het plastic was vaak gesmolten, zo heet werd het opgediend. En ja, wat zat erin? Een of andere smurrie’ Dat zijn geen feiten, dat is niet gebeurd”. Ik las dat hoofdrolspeler Ariane Schluter zich voorbereidde op haar rol door filmpjes van jou op YouTube te bekijken. Heb je haar zelf ook nog tips gegeven? “We hebben veel gepraat. Wat ik belangrijk vond was dat Ariane wist hoe ik liep in de gevangenis. Niet zielig voorovergebogen, ik deed expres mijn rug recht. Ik had niks gedaan. Donder op. Ik mag er wezen”. Je vond zelf de reanimatiescène van een kindje moeilijk om terug te zien, maar de scènes waarin je moeder jou laat prostitueren, zijn ook behoorlijk heftig. “Voor de film was dat belangrijk. Ze wilden laten zien dat ik al van jongs af aan er in mijn eentje voor stond. Maar het is lang geleden, ik was zeventien”. 10/11 Het JKZ stelt De B. op non-actief. In diezelfde week beschuldigt Paul Smits, directeur JKZ, haar in het openbaar: De Berk had dienst tijdens of vlak voor de dood van vijf kinderen en een aantal oudere patiënten. Het JKZ maakt de voorlopige berekening: Lucia heeft een kans van 1 op 7 miljard om zó vaak betrokken te zijn geweest bij een sterfgeval. Op 17 september doet het ziekenhuis officieel aangifte.
2001
Helpt de film bij je verwerking? “Zeker, ik moet er weer over praten en dan raak je het toch wel kwijt. Ik hoop wel dat ik na de film er een einde aan kan breien. Er komt geen nieuw boek of film meer, dan ben ik er echt klaar mee”. De realiteit is in de film vereenvoudigd door klokkenluiders Metta de Noo en Ton Derksen samen te smelten tot één figuur. Zijn er nog meer zaken aangepast? “Ja, de scène waarin ik een hersen-
bloeding in de cel krijg. In het echt hebben de bewakers me uren laten liggen. Ze dachten dat ik het simuleerde. Pas toen ik over de grond kroop en op de deur ben gaan rammen, werd er actie ondernomen. De filmmakers hebben de scène ingekort. Mensen gaan dat niet geloven, zeiden ze. Dat ze je zo lang ziek in de cel hebben laten zitten. Maar ja, het is dus wel zo. Doordat ik zo laat ben geholpen, ben ik nu aan mijn rechterarm verlamd”.
14/12 Arrestatie De Berk 8/5 Aanklacht De Berk: dertien moorden en vijf moordpogingen. Het gaat om negen ouderen en zeven kinderen.
Ze kijkt even naar haar schoot waar ze haar handen heeft liggen: “Ach ja die hand, dat is een blijvende herinnering. Maar nog erger zijn mijn dromen. Een terugkerende droom is dat
24/3 Veroordeling rechtbank: levenslang voor vier moorden en drie moordpogingen. De Berk gaat in hoger beroep.
17/9 Het OM eist levenslang tegen De Berk. Bij de uitspraak wordt de waarschijnlijkheidsberekening bijgesteld. Nu is de kans dat zij betrokken is bij zoveel van de overlijdensgevallen dan wel reanimatie-incidenten 1 op 342 miljoen.
2002
Dat was zeker het dieptepunt in je gevangenisperiode. “Ja, dat en de periode erna, toen ik in het penitentiair ziekenhuis belandde. Ik heb daar zelf anderhalf jaar gewerkt en toen moesten mijn ex-collega’s me opsluiten. Kun je voorstellen? Verschrikkelijk. Ik wilde zo snel mogelijk weg”.
2003
18/6 Oordeel Hoger beroep: levenslang en TBS. Lucia gaat in cassatie tegen de uitspraak van het hof.
2004
20
9
film<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
‘Donder op. Ik mag er wezen’ Hij nodigt haar zelfs uit om zijn huisje in Toscane te bezoeken. Is dat werkelijk gebeurd?” “Ja joh, het is allemaal één pot nat. Degeling was vriendjes met Smit”. Dat ontdekte Metta de Noo, die zich in jouw zaak ging verdiepen. “Precies. Die kwam erachter. Maar dat was pas later. In eerste instantie vertrouwde Metta de zaak niet omdat haar schoonzus Arda, die chef de clinique was van het ziekenhuis, psychische problemen had. Ze moet regelmatig opgenomen worden voor een elektroshocktherapie. En ze is nog steeds in dienst. Snap jij het? Ik zou helemaal een stuip krijgen als mijn kind onder haar hoede in het ziekenhuis ligt. Dankzij Arda ben ik in de ellende gekomen. Ze heeft geen bewijs gevonden. Nee, erger, van de dossiers maakte ze haar eigen uittreksels en die gaf ze mee aan het OM. En het OM ging daarin mee. Metta die zelf arts is, heeft het allemaal makkelijk kunnen ontcijferen en gezien waar het fout ging”.
>Foto: Eveline van Egdom
ik in een ziekenhuis loop. Opeens vallen allemaal patiënten dood. En dan hoor ik om me heen: Kijk, De Berk was erbij. Dan ren ik door een deur naar een brandstapel. Dat komt omdat mensen zeiden: je bent een heks, je hoort op de brandstapel”. Door verklaringen van je collega’s werd je verdachte. Je zei: ik viel buiten de groep. Ik was anders gekleed, droeg hakken, deed niet mee met feesten. “Ik had nooit het idee dat er iets mis was, het waren hartstikke fijne colle-
ga’s. Na een overlijden of reanimatie evalueerden we altijd. Dan kreeg ik te horen: Lucia, het ligt niet aan jou. Het zijn periodes, het gaat wel weer voorbij. Achteraf heb ik wel eens gedacht: waarom heb ik dat niet zien aankomen? Heb ik dan geen mensenkennis? Ik weet het niet”. Nog meer dan op je collega’s, lijk je vooral boos op Paul Smits, de voormalig directeur van het Juliana Kinderziekenhuis die jou openlijk beschuldigde. Op je twitteraccount op 9 au-
05
2006
Smits is in de film vriendjes met de openbare aanklager Ingrid Degeling.
Wat ben je toen als eerst gaan doen toen je vrij was? “Naar de McDonalds, fantastisch. Dat heb ik heel erg gemist. Ook al was het fast food, alles beter dan het eten daar. In de gevangenis krijg ik van die bakkies uit de magnetron. Het plastic was vaak gesmolten, zo
13/7 Het hof in Amsterdam veroordeelt De B. tot levenslang.
2007
2008
heet werd het opgediend. En ja, wat zat erin? Een of andere smurrie. Ik wist niet eens wat het precies was. Smurrie. Ik at het haast nooit, ik leefde vooral op boterhammen”. Hoe ziet je leven er nu uit? “Ik geef lezingen met mijn advocaat Stijn Franken en ik onderhoud een volkstuintje bij de Erasmusweg. Daar ben ik helemaal in mijn element. In de zomer ben ik er elke dag te vinden, beetje groente verbouwen, en ik heb een druivenkas. In de kantine schenk ik koffie. Gezellig hoor”. Zo te horen ben je ondanks een flinke schadevergoeding van het ziekenhuis en van het OM niet heel ruim gaan leven. “Nou, in het begin wel. Toen hebben we een cruise gemaakt. En tegen mijn dochter Fabiënne zei ik wel ‘s: ‘Kom, we gaan naar de stad, een paar duizend euro’s uitgeven’. Maar dat doe ik nu niet meer. Voor de première heeft de producent een jurk van Frans Molenaar geregeld. Zou ik zelf nooit hebben gedaan. Ik had denk ik een simpel jurkie gekocht. Ja, ik ben maar een gewone meid hoor”. 14/4 Vrijspraak. Lucia de Berk heeft 6,5 jaar ten onrechte vastgezeten. De zaak zal de geschiedenis in gaan als een van de grootste gerechtelijke dwalingen ooit.
17/6 De advocaat-generaal vraagt de Hoge Raad de zaak te herzien. Het overlijden van een baby is een natuurlijke doodsoorzaak en daarmee kan een deel van de bewijsvoering geen stand houden.
Verpleegarts Metta de Noo en wetenschapsfilosoof Ton Derksen nemen de zaak onder de loep en concluderen dat de bewijsvoering slecht is. 19/3 De Berk wordt getroffen door een herseninfarct. Tot 8 mei verblijft ze in het penitentiair ziekenhuis in Scheveningen. Ze raakt onder meer verlamd aan de rechterzijde van haar lichaam.
gustus 2011 staat: ‘Paul Smits weg uit het Maasland ziekenhuis. Er was zeker geen verpleegkundige die hij de schuld kon proberen te geven’. Haar vriendelijke ogen staan opeens fel. “Dat is boosheid. Ach die sukkel. Als het moest, zou hij het weer doen, vertelde hij later voor de camera. De loser. Maar ik heb nooit gedacht: ik ga hem er ’s mee confronteren. Nee, dat is-ie niet waard”.
Rijd je nog wel eens langs het Juliana Kinderziekenhuis? “Gelukkig woon ik aan de andere kant van de stad, maar ja, je moet wel eens die kant op.x Ik probeer die weg toch te mijden. Het doet nog steeds pijn. Ze neemt weer een trek van haar sigaret. Haar gezicht verdwijnt achter de rook. “Ik vond het zo’n fijne baan. Maar ja, ik kan het niet meer. Het heeft niet alleen te maken met mijn hand. Als een kind ergens hoest, dan denk ik al: Dag, ik ga. Dan word ik al bang. Ik moet er niet aan denken dat er weer wat gebeurt”.
‘Als ik een kind ergens hoor hoesten, denk ik: dag, ik ga. Ik moet er niet aan denken dat er weer wat gebeurt’
2009
2010
10>interview Vilan
Koopmoe
Er zijn toujours van die speciale aanbiedingen. Na de uitverkoop kwam de midsale, en momenteel zitten we midden in het schreeuwige prijzencircus van V&D en die dagen van de Bijenkorf. Dan zijn er nog de folders en de koop-nuacties. Ik zucht ervan, want ik ben koopmoe. Toen zag ik dat al mijn sokken aan twee kanten gaten hadden. Ik moet bekennen dat ik in kleine dingen mijn Zeeuwse afkomst ervaar. Dat zuunige. Met sokken doe ik extreem lang, omdat ik ze na de eerste gaten omdraai. Dan zit de sokhiel op de wreef van mijn voet, maar met een extra sok eromheen merk ik daar bijna niets van. Alleen moet ik niet proberen snel de trap af te lopen, al heb ik ook daarin enige vaardigheid ontwikkeld. Sokken draag ik thuis. Want buitenshuis draag ik pumps, en daar horen geen sokken in. Na het zien van de tweezijdige gaten veranderde mijn koopvermoeidheid in een intense koopdrift. Op de computer bekeek ik de meer dan 800 aangeboden paren van de Bijenkorf, bij de HEMA bestelde ik dankzij een laatstedagactiecode haastig zeven paar sokken (ik hou van priemgetallen) en ik overwoog even bij V&D langs te gaan omdat ze bij de afhaalbalie zo onvriendelijk zijn. Urenlang bestudeerde ik grote en kleine plaatjes van sokken, en eerlijk gezegd verdwaalde ik in de mogelijkheden. Het is vier jaar geleden dat ik sokken insloeg en sindsdien is er veel veranderd in de wereld van de damessok. Wat zegt dat over ons? Mijn ideale sok is grijs. Doorsnee grijs. Huismussengrijs. Daar kocht ik indertijd een grote voorraad van, in hetzelfde model en dezelfde tint, zodat ik nooit halve paren zou hebben. Voor de sportschool had ik ooit een mand vol gekleurde sokken aangeschaft. Dat eindigde ermee dat ik alle kleuren door elkaar droeg, wat demotiverend werkte op mijn inzet bij de leg press. Eigenlijk wilde ik dus grijs. Meer van hetzelfde, en indien mogelijk net iets anders omdat verandering leuk kan zijn. Maar o, dat aanbod! Die Happy Socks, die Zweedse modellen van het allerfijnste katoen, die Ewers, de Bonnies, die sokken met een ingebouwde slipzool. Een sok moet sok zijn, meer niet. Zo dacht ik. Nu weet ik beter: een sok biedt een beleving. Een identiteit. Zie mijn sokken, zo ben ik. Dus van de weeromstuit ben ik weer koopmoe geraakt. Ik wil wel meer, maar ik kan niet meer. Welke HEMA-sokken ik heb besteld, is uit mijn geheugen geraakt. Ook dat nog. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Adri Duivesteijn, weer thuis in Den Haag
‘Almere deed ik als professional, Den Haag met mijn hart’ Hij was één van de belangrijkste wethouders (1980-1989) van de stad, dé man achter het nieuwe stadhuis, de Vaillantlaan en meer grote projecten die Den Haag een ander gezicht gaven. Na zeven jaar wethouderschap in Almere is hij nu senator voor de PvdA. Een gesprek met Adri Duivesteijn (1950) over de energie van de burger, John Lennon en de eindigheid van het leven.
Door Casper Postmaa Het grote huis uit het fin-de-siècle baadt in het zonlicht dat door de hoge ramen valt. Waar je ook de stad in ogenschouw neemt, aan de kant van het Huygenspark, of aan de achterzijde waar in de verte de koepel schittert van het woongebouw op de hoek van Hoefkade, overal doemt het Den Haag op dat Adri Duivesteijn zelf heeft geschapen. Trots en tevreden, het zijn woorden die hij een paar maal in de mond neemt als we het hebben over zijn leven en de tijd die nog rest, maar zijn scherpte is hij nog niet kwijt. “Als ik door de stad loop, zie ik niet wat er staat, maar wat er had kunnen zijn”. Hij kiest het nieuwe stadhuis, zijn stadhuis, als voorbeeld. “Als ik door het atrium loop, zie ik wat er is wegbezuinigd. Het balkon aan de burgemeesterskamer, het trappenhuis dat oorspronkelijk vanuit de parkeerkelder helemaal omhoog zou gaan. Dat had het atrium veel levendiger gemaakt. Zo is het in de Schilderswijk ook, in mijn hoofd zit altijd de situatie zoals die had kunnen zijn. Ik liep er laatst doorheen met twee Marokkaanse meisjes, ik moet zeggen dat het me meeviel. Als je kijkt naar hoe de wijk erbij staat, de fysieke structuur, kun je niet meer zeggen dat het een probleemwijk is. Sociaal ligt dat anders”. De stadsvernieuwing was één van zijn grote werken. Hij zette het in gang, de burgers mochten meepraten. Tegenwoordig zou hij het anders doen. “Op veel plekken had de Schilderswijk cultureler kunnen zijn, ik bedoel daar vooral de architectonische kwaliteit mee. We hadden de mensen geen inspraak moeten geven,
maar zelf moeten laten bouwen. Gerard van Otterloo (PvdA-wethouder van volkshuisvesting van 1982 tot 1989, C.P.) had voor het Woningbouwfestival aan de Dedemsvaartweg een prijsvraag voor een droomwoning laten uitschrijven. Het was een enorm succes, fenomenaal, die hele kerk stond vol met maquettes. Ik zie me er nog doorheen lopen, al die verschillende huizen, maar we hebben die energie van de burger niet begrepen. Later, toen ik wethouder in Almere was, heb ik er wel massaal gebruik van gemaakt. Zo’n tweeduizend huishoudens hebben daar nu hun eigen huis gebouwd. Daarvan zijn er vijfhonderd met een laag inkomen, die voor 185.000 euro een huis zonder subsidie bouwden. Dat is spectaculair, het is dus mogelijk om systemen te creëren waardoor je subsidieloos kunt bouwen, terwijl het voor de lagere inkomens toch betaalbaar blijft”.
‘Je weet dat je tijd beperkt is, het gevoel van oneindigheid is weg. Ik kan niet meer zeggen: ik doe het volgend jaar wel’
Aan de hand van foto’s leidt hij me door het nieuwe Almere waar meer leven in zit dan in de zich vernieuwende Haagse krachtwijken als Moerwijk, Morgenstond en Bouwlust. “Dankzij de stedelijke vernieuwing hebben we de stad gerehabiliteerd”, legt Duivesteijn uit, “maar je moet erkennen dat er op sommige plekken nazorg nodig is. Het is onbegrijpelijk dat er in Zuidwest de lulligste rijtjeshuizen verrijzen alsof het een Vinex-locatie is. Alsjeblieft, ga weg! Laat de mensen er zelf gaan bouwen! In Zuidwest staat institutionele bouw, plannen die door grote partijen zijn bedacht. Die denken in termen van slopen en een standaardproduct terugbouwen. Zij zijn niet in staat werkelijke verscheidenheid te creëren. Dat komt omdat ze niet voor zichzelf bouwen, maar voor een ander. Ze zijn op zoek naar de gemiddelde koper. Hoe kan ik de verhuurbaarheid op de langere termijn garanderen en hoe kan ik het daarna nog winstgevend doorverkopen. Het is een mechanisme van verschraling waar je als stadsbestuur radicaal mee moet durven breken. Want als je voor jezelf bouwt, ontstaat er echts iets unieks”. Gokken We gaan weer terug naar Almere, de organisch gegroeide stad volgens Duivesteijn. Alles wat je binnen de grenzen van een kavel kunt uithalen is daar geprobeerd. “Ik was een keer bij een Marokkaan op bezoek, die had zijn huis gesplitst. Ik zag eerst het ene deel, gewoon een Nederlandse inrichting, een beetje saai vond ik, totdat ik de andere kant binnenging die helemaal Marokkaans was. Dat gezin
>Foto: Piet Gispen
leefde letterlijk in twee werelden, spectaculair. Weet je wat het leuke is van die nieuwe wijken in Almere? Ze hebben zich losgemaakt van de tijd. Je kunt niet meer zeggen dit is jaren zeventig, of tachtig”. Als vanzelf komt het gesprek op Erik Staal en woningbouwcorporatie Vestia: “Hij heeft fantastische investeringen gedaan, bijvoorbeeld het Strijkijzer aan het Rijswijkseplein. Maar Erik Staal is een extreem geval van overmoed, hij is met publiek geld gaan gokken en heeft ongelooflijk misgegokt. Doordat de corporaties zijn uitgegroeid tot zulke enorme instituten gaat het direct ook om gigantische risico’s. Het is ook misgelopen door de controle, want dat is in handen van mensen die door die corporatiebestuurders zelf worden uitgezocht en betaald. Bovendien is het gebeurd in tijden van hoogconjunctuur, mensen zijn daardoor vervreemd geraakt van de werkelijkheid. Hoe kun je jezelf als bestuurder zo’n salaris geven, dan ben je toch van god los. Die hele corporatiewereld is in de kern ondemocratisch. Een heel beperkte groep heeft de macht en die wordt niet of nauwelijks gecontroleerd. Ze hebben mij nooit als toezichthouder gevraagd en ik weet wel waarom. Het is een heel gesloten vriendenclubje. Ik heb ooit als kamerlid een initiatiefwet geschreven om tot een betere overlegstructuur te ko-
11
interview<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
‘Ik heb boven mooiere dakramen dan die nieuwe passage’
men tussen huurders en verhuurders. Weet je wie de grootste tegenstanders waren? De corporaties! Dat je je daartegen verzet! Ik zeg altijd, het is mijn generatie die het verraad heeft gepleegd. Dat je jezelf verrijkt aan een primaire levensbehoefte zoals het wonen van lagere inkomens, is voor mij onbegrijpelijk”. Na zeven jaar in Almere en zijn uitverkiezing tot senator is hij weer thuis in Den Haag. “Ik kan met genoegen naar de stad kijken. Als je door de Grote Marktstraat loopt, dat is toch fantastisch wat daar gebeurt met Marks & Spencer, het herstel van Sijthoff City en dat nieuwe gebouw Amadeus op de hoek van het Spui”. In het rijtje positieve ontwikkelingen schaart hij ook de Nieuwe Passage, de in aanbouw zijnde verbinding tussen Spuistraat en Grote Marktstraat. De stedenbouwkundige ingreep om de oude passage te verlengen richting Bijenkorf noemt hij briljant, maar architectonisch is het een aanfluiting, vindt hij. “Het is weggooiarchitectuur, ook die gevels, alsof je een bedrijfshal maakt, zo weinig cultureel geïnspireerd. Als je die dakramen ziet, ik heb boven mooiere dakramen dan die nieuwe passage. En ik begrijp het niet, want wij hebben zo’n mooi voorbeeld in eigen huis: de Haagsche Passage. Toèn begrepen ze wel hoe het moest. Nogmaals de investering zelf is goed, maar ik kijk ook naar de
kwaliteit. Dan zie je hier de rijkdom van het verleden en de armoede van vandaag samenkomen”. Gezeik Inderdaad, af en toe heeft hij nog steeds de behoefte om de stad toe te spreken. “Vrede en Veiligheid, dat concept is magistraal uitgedragen, dat werkt, maar dan heb je die top en krijg je dat gezeik over geld. Jongens alsjeblieft! Kijk naar de werkgelegenheid die al die instituten opleveren. Dat de Stadspartij zegt dat het geld beter besteed kan worden aan arme mensen vind ik zo plat. Dit concept heeft de stad internationaal gemaakt, zoveel werkgelegenheid gecreëerd, dat kun je niet los van elkaar zien. Die NSStop is niet decadent. Als het goed gaat, betaalt het uit. Elke econoom kan je dat uitleggen, juist mensen met een laag inkomen profiteren er ook van”. Ook de discussie over het Spuiforum moet het ontgelden. “Als ingreep ben ik er buitengewoon positief over. Kijk eens naar Antwerpen. Daar heeft dezelfde architect, Willem-Jan Neutelings, het Museum aan de Stroom gebouwd. Daar zijn vier of vijf kleine musea gestapeld, die los van elkaar weinig betekenden, maar nu heeft de stad er een publiek hoogtepunt bij. Over architectuur kun je altijd discussiëren, maar daar gaat het in de kern niet om. Nu staan er aan het Spuiplein goedkope gebouwen van
bordkarton. Door het Spuiforum voltooit Den Haag zijn centrum. Dooievaar is voor mij verleden tijd, dat alternatieve plan, die opknapvariant, daar word ik niet vrolijk van. Je mag toch wel een beetje een visie hebben op de toekomst. We kunnen toch wel iets leren van het stadhuis? Je kunt op deze plek nu iets bijzonders doen, dat moment moet je gebruiken, het is ook een mooie gelegenheid om het conservatorium te verankeren in de binnenstad. De Stationsbuurt, Het Oude Centrum en het Spuikwartier zullen daarvan gaan profiteren, tal van nieuwe initiatiefnemers zullen tegen die nieuwe omgeving willen aanleunen. Het zal de stad als geheel goed doen, daar ben ik voor honderd procent van overtuigd. Ga dus niet voor een halfslachtig compromis”. Toekomst Het is een goed gevoel weer helemaal terug te zijn. “Ja, ik ben heel graag Hagenaar, ik ben ontzettend blij dat ik de stad zo zie opknappen. Ik heb twintig jaar lang, eerst als actievoerder, later als politicus, zoveel energie in de stad gestoken, dat zou ik niet nog een keer kunnen”. Hoeveel energie is er nog over? Hij geeft het antwoord zonder aarzelen. “Ik heb geen toekomst meer. Acht jaar geleden is prostaatkanker bij me geconstateerd, die is uitgezaaid. Dat is niet meer te corrigeren. Uiterst
onaangenaam, om het eufemistisch te zeggen. In december heb ik het gehoord. Door mijn artsen is ontzettend veel strijd geleverd om het onder controle te krijgen, ben viermaal geopereerd, maar het is in mijn botten terechtgekomen. Medicijnen gaan nu mijn levensduur bepalen. Hoe lang dat is, weet ik niet”. “Nee het verandert mijn kijk op het leven niet. Je weet dat je tijd beperkt is, het gevoel van oneindigheid is weg, ik kan niet meer zeggen: dat doe ik volgend jaar wel. Mijn beslissingen gaan over vandaag. Je bent je permanent van je eindigheid bewust. Er staat tegenover dat ik al sinds 2006 vertrouwd ben met de gedachte, dat het kan gaan, zoals het nu gaat. Ik heb niet de gedachte: nu moet ik nog een aantal dingen doen. Helemaal niet. Voor jezelf is het ook moeilijk om te begrijpen. We zijn zo gewend de dingen naar onze hand te zetten. Als je zoals ik altijd hard hebt gewerkt is het sowieso een goed idee om meer tijd aan je privéleven te besteden, maar dat zou los van mijn ziekte ook mijn keuze zijn geweest. Ik ben nu pas voor het eerst helemaal deel van het gezin, daarvoor was ik altijd onderweg. Ik heb er geen spijt van. Ik heb geleefd zoals ik heb geleefd. En ik sta nog volop in het leven, al staat er een rem op mijn activiteiten. Verder overkomt het ons allemaal, kan ik je verzekeren. Als je de tijdelijkheid van
het leven wilt begrijpen moet je naar die portrettengalerij in de Eerste Kamer kijken. Ze zijn allemaal dood. Het hoort erbij. Het is wel een geweldige rijkdom om te kunnen terugkijken in de tijd en vast te stellen dat de dingen die je hebt gedaan nog steeds zinnig zijn. Ik heb mijn tijd goed gebruikt”. De toon wordt lichter, we hebben het over The Beatles die nooit ver weg zijn als Duivesteijn een interview geeft of op Twitter en Facebook aan de slag is. “Ik ga 7 juni, vijftig jaar na dato, naar het herinneringsconcert in Blokker, samen met mijn kinderen. The Beatles straalden vooruitgang en plezier uit. Tot het einde toe wilden ze vooruit. Ik voelde mij gesteund door John Lennon. Het was zijn personality en zijn boodschap die mij aanspraken: ‘I’m using my intuition in order to survive’. Ik ben op 3 november 1980 wethouder geworden, hij werd op 8 december doodgeschoten. Ik wilde op die dinsdagochtend in het college zeggen hoe erg ik dat vond, maar ik durfde niet. Het was nog echt zo’n ouderwets college, ik wist niet of het gepast was”. Zijn grote tijd kwam daarna: ‘De Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit’, het stadhuis, de Resident, de Vaillantlaan, de zelfbouwwijken in de polder. ‘Almere deed ik als professional, Den Haag met mijn hart’, zegt hij, maar als ik hem vraag naar zijn belangrijkste projecten kijkt hij niet achterom, maar vooruit. “Ik heb een wet geschreven over coöperatief woningbezit voor lagere inkomens, die komt binnenkort in de Kamer, en ik heb samen met Winnie Maas (architect van MVDRV, C.P.) de Floriade van 2022 naar Almere gehaald. Dat gaat die stad veranderen en wordt iets totaal vernieuwend”. De grote dingen staan dus nog te gebeuren, de toekomst van Adri Duivesteijn is niet voorbij.
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Obama in een Volvo
Thriller Koemans ontbeert verbeeldingskracht te bereiken. Het mooiste is als dat allemaal binnen het boek wordt opgeroepen. Maar schrijvers appelleren ook graag aan de angsten die ze bij de lezers veronderstellen: angst voor de dood, angst voor eenzaamheid, noem maar op. Dat werkt niet altijd. Koemans neemt in mijn ogen iets te gemakkelijk aan dat we ons allemaal grote zorgen maken om de nucleaire dreiging van Iran. Mij overtuigde ze niet. Waarom niet? Ik kan twee dingen bedenken. De drijfveer van Myrthe om te doen wat ze doet is wraakzucht en dat is een snaar die bij mij niet snel geraakt wordt. Verder denk ik Koemans teveel heeft gefocust op
Door Thijs Kramer
Terwijl de echte nucleaire top bezig was in onze stad, las ik het boek De Top van Monique Koemans. Deze thriller speelt tegen de achtergrond van diezelfde top. In het echt kwamen die dag de volgende berichten in het nieuws: In de Scheveningse haven lagen twee Russische schepen. Officieel vissersschepen, maar daarvoor hadden ze wel opvallend veel antennes op hun kajuit. ’s Avonds wist Ferry Mingelen bij Pauw en Witteman te melden dat hij anders nooit Russische vissersschepen in Scheveningen ziet. Had dit iets te maken met de top? Die ochtend was er op station Den Haag Centraal een gewapende man aangehouden. Klaar om op de tram te stappen, die zoals PowNews later meldde ongehinderd door de beveiliging rondom het World Forum reed. Direct wist de politie dat het niets met de top te maken had, maar was dat wel zo? Me dunkt genoeg materiaal voor een spannend boek. Een thriller die zich afspeelt tijdens de Amerikaanse invasie van Nederland waarbij onder bescherming van een vliegdekmoederschip voor de kust, met een eskader helikopters, een colonne pantservoertuigen oppervlakkig vermomd als limousines, een variërend stuk grondgebied werd bezet, om de president in staat te stellen zijn diplomatie uit te voeren. Deze realiteit stond in contrast met het schrale eerste beeld dat ik in De Top las: “Het konvooi donkere Volvo’s raasde voorbij. Zes auto’s telde ze in totaal. In welke Obama zat, kon een voorbijganger onmogelijk weten. Ze kneep in de handvatten van haar fiets”. Alsof het denkbaar zou zijn dat president Obama zich in een Volvo zou verplaatsen! Zelfs onze eigen dorpskoning Willem-Alexander wil niet in deze middenklasser gezien worden en heeft een tailormade buitencategorie Audi besteld. De werkelijkheid is indrukwekkender dan de verbeelding van Koemans. Mossad Het is niet de eerste keer dat Monique Koemans een thriller schrijft die gaat over echte gebeurtenissen en het boek precies op dat moment laat verschijnen. Vorig jaar kwam ze met haar debuut 2013, over de troonswisse-
‘Er is veel gebabbel met vriendinnen in de sportschool en veel gemopper over het slechte weer. Bladvulling’
Monique Koemans. > Foto: Daan Brand
ling. Nu dus de NSS-top. Het draait in De Top allemaal om de roodharige Myrthe. Ze woont in het Benoordenhout, is getrouwd, heeft twee jonge kinderen. Ze is opgeleid tot archeoloog en heeft een baan als coördinator studentenzaken op de Campus Den Haag. Dat is tenminste hoe haar omgeving haar kent. De lezer komt te weten dat ze is opgegroeid in Israël, dat ze haar moeder heeft verloren bij een terroristische raketaanval en dat
ze een verleden heeft als Mossadagente. Zelfs haar man en haar beste vriendin Laura weten dit niet. Deze Laura speelt nog een belangrijke rol. Ze is officier van justitie en uit dien hoofde druk met de veiligheid rondom de NSS-Top. En het zou geen thriller zijn, als er niet een groot gevaar dreigde. Tijdens de top zal er een geheime deal worden gesloten tussen Amerika en Iran. Een deal waar Israel een stokje voor probeert te steken en
daar een geheim agent op af stuurt. Laura krijgt de tip dat er in Den Haag een roodharige vrouw rondloopt die er waarschijnlijk meer van afweet.
intimiteit van de bonbonnière. En bijna alles van hout, voor de akoustiek. Het JOC speelde er met de Britse groep Matt Bianco (zanger, keyboardist, twee achtergrondzangeresjes), bekend van hits als ‘Whose side are you on’ en ‘Half a minute’. Geen band waar ik hard voor zou lopen, maar het JOC kreeg alle ruimte met vijf eigen orkeststukken. Van Beets’ ‘Blues for the date’ tot en met Chick Corea’s ‘Central park’. Het publiek genoot,
er werd na afloop met bewondering gepraat over ‘die pianist’ en over een schrikbarend goede solo van trompettist Jan van Duikeren. Dat concert was ook een beetje een afscheid van dirigent Henk Meutgeert, medeoprichter en zestien jaar (!) ‘op de bok’. De Nederlandse ambassadeur in Hongarije, Gaius Scheltema, kwam Henk nog even toespreken na afloop. Meutgeert heeft via zijn arrangementen (ook alle stukken van Matt Bianco!) zijn stempel op het orkest gezet. Arrangementen die altijd in balans waren tussen een zeer persoonlijke uitvergroting van de gegeven muziek en de bandmogelijkheden. Op 24 mei wordt er in het Meer Jazz festival (Hoofddorp) weer een concert met Matt Bianco gegeven, op 5 juni speelt het JOC met jazzlegende Benny Golson in het Amsterdamse
Concertgebouw, maar dan zal Henk Meutgeert er al niet meer bij zijn. Hij is een beetje moe van het reizen (het orkest gaat straks naar Bejing en Shanghai) en al die nootjes op muziekpapier zetten. Maar ik hoorde hem in Boedapest zo bewonderend praten over jazzmusici van de ‘Haagse School’, dat hij hier vast weer eens zal opduiken. Drummer Eric Ineke is één van de leermeesters uit die Haagse school en hij speelt op 5 april in Murphy’s Law met twee Italianen: bassist Bernardo Sacconi en gitarist Alessio Menconi. Die laatste is een jazzgitarist met een flink stuk blues in z’n bagage, behoort tot de Italiaanse top en speelde onder anderen bij Aldo Romano en Paolo Conte. Nog zo’n icoon van die Haagse School is trompettist en flügelhornspeler Ack van Rooijen, over de tachtig inmid-
Pindakaas De vraag bij elk boek is natuurlijk of je als lezer meegaat in wat de schrijver je voorschotelt. Voel je de dreiging die de personages voelen, ga je mee in hun angsten? Een schrijver zet al z’n middelen en kunsten in om dat bij de lezer
de plot van het boek. Daar besteedt ze veel aandacht aan en de geloofwaardigheid van de personages wordt verwaarloosd. Ze doet wel plichtmatige pogingen om het enerverende geheime leven van Myrthe te laten contrasteren met haar dagelijkse saaie bestaan als moeder. Maar dat levert vooral geneuzel op over het smeren van boterhammen voor de kinderen met pindakaas dan wel hagelslag en of die dan puur of melk moet zijn. Er is veel gebabbel met vriendinnen in de sportschool en veel gemopper over het slechte weer. Bladvulling. Het boek ontbeert verbeeldingskracht. Koemans slaagt erin om van een enerverende gebeurtenis een tamelijk plat en voorspelbaar verhaal te maken. Misschien moeten we er het woord ontbeeldingskracht voor munten. Monique Koemans, De top. Uitgeverij Xander. Prijs: € 16,95
jazz
Henk Meutgeert en de Haagse School Afgelopen zondag hoorde ik in Boedapest het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, dé Nederlandse top-big band met een aantal Haagse musici zoals pianist Peter Beets, saxofonist Simon Rigter en trompettiste Ellister van der Molen. Dat was in een uitverkochte Béla Bartók-hal (1200 man) van het Paleis voor Kunsten. Een pracht van een zaal, modern, maar met zijn golvende balkons refererend aan klassieke zalen en de
dels, maar alle jonge musici willen nog altijd graag met hem spelen. Op 6 april ’s middags in Pavlov zijn dat de mannen van Equinox (met drummer Joost van Schaik) en hun liefdevolle, begeleidende tekst over Ack zegt alles: “Hij betovert je door zijn wijsheid, humor en zijn ‘funk’. Zo worden ze tegenwoordig niet meer gemaakt”. In de Regentenkamer op 10 april een jongere exponent van die Haagse school, pianist Erik Doelman. Met trompettist Gary Kavanagh, bassist Noah Nicoll en drummer Anthony Davis brengt hij een programma met de muziek van pianist Bud Powell, componist van stukken als ‘Dance of the infidels’ en ‘Bouncing with Bud’. Dé grote innovator van de bebop-piano. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
Klang & Knalpot los in Korzo
Twee ensembles die grensverleggende muziek maken, staan samen op het podium in Korzo tijdens 128 BPM. Voor de gelegenheid gemaakte composities, animaties en lichtshow beloven een overdonderende ervaring. Door Olivier van Nooten
Rond de eeuwwisseling rondde Pete Harden zijn studie compositie af aan het conservatorium. De groep met wie hij muziek maakte, heette toen al Ensemble Klang, ‘Engels onomatopee’ voor het geluid van twee materialen (metaal en hout bijvoorbeeld). Harden imiteert voor de volledigheid een reeks geluiden die in oude Batmanfilms klonken wanneer er klappen vielen. Tot slot verklaart hij dat het ook gewoon het Duitse woord voor klank is. De opgewekte Engelsman woont lang genoeg in Den Haag om zich goed uit te kunnen drukken, wat geen overbodige luxe is wanneer moderne muziek het onderwerp is. De gitarist legt uit het woord ‘klassiek’ niet vaak te gebruiken om het ensemble te omschrijven, want die term refereerde al in de 18de en 19de eeuw aan oude muziek. Klang klinkt veel hedendaagser; daarbij is de aanpak van de groep volgens Harden onconventioneel. “We hebben plezier door onze manier van werken. In klassieke muziek heb je vaak dat een virtuoos heel hard werkt en bang is om fouten te maken. Dat werkt niet voor ons. We
willen vrijheid op het podium”. Plezier en een hoop inzet heeft de groep ver gebracht. Nog voordat de leden klaar waren met hun studie, hadden ze al opdrachten en een bescheiden repertoire. “Het verschil met de eerste jaren? We zijn beter geworden! Het is geen vechten meer, alleen nog muziek maken. We spelen zonder dirigent best ingewikkelde muziek, dus wat je begint te doen is om heel goed samen te spelen. Samen te ademen eigenlijk”. Inmiddels is het wachten op hun zevende album en tourden ze meerdere keren door Europa en Amerika. De Haagse Brit legt uit: “Touren geeft perspectief op wat je doet. De muziekscene hier is zó rijk, zóveel mensen die goede muziek maken in zo’n klein land”. Juist omdat Nederland klein is, ontstaat er eerder interactie tussen verschillende werelden. Dat ligt Klang wel: “De groep is altijd op zoek naar nieuwe geluiden, vormen en structuren. We zoeken steeds een stap buiten onze comfortzone. Zo zijn we ook bezig met andere vormen van repeteren. Veel meer werk”, lacht Harden. Brug Gelukkig werpt het zijn vruchten af en levert het spannende projecten op. Deze keer is dat ‘Maximal Music’, de naam waaronder Klang in Korzo op de planken staat met het duo Knalpot. Jaren geleden speelden ze op een festival, waar ze elkaar voor het eerst hoorden. De organisator op-
perde de bands te koppelen, volgens Harden resulterend in een ‘interessante brug tussen rock, pop en hedendaagse klassieke muziek’. “Je zou denken dat Klang en Knalpot hele andere werelden zijn, maar de muziek die we maken ligt dicht bij elkaar. Het geeft veel energie, twee groepen die op een andere manier hetzelfde materiaal bekijken. We hebben voor de moeilijke optie gekozen: de samenwerking is zo open source mogelijk. Iedereen kan iets veranderen of toevoegen. Hopelijk is het resultaat daardoor kleurrijker, avontuurlijker. Het voelt in elk geval spannend, alsof ieder op elk moment iets vreemds kan doen. Je gaat heel veel dingen horen”, belooft Harden. Naast het ‘spectrum aan soorten muziek’ is er visueel ook een hoop te beleven. Er is bijvoorbeeld veel aandacht voor de belichting. De Amerikaanse kunstenares Martha Colburn (die in Amsterdam is neergestreken) vertoont daarbij films die ze speciaal voor het concert maakte. Eerder deed ze dat bijvoorbeeld met zeer ambachtelijke animaties voor Deerhoof. De voorstelling begint overigens met KOnStrukt 10 (experimenteel onderzoek door Slagwerk Den Haag en studenten) en eindigt met Project 128, wat eveneens onconventionele klanken betekent, maar dan wat dansbaarder. Donderdag 10 april in Korzo: Maximal Music (Ensemble Klang & Knalpot). Tevens boeiende randprogrammering. Voor meer informatie: www.korzo.nl
Ensemble Klang bundelt in Korzo haar krachten met het Amsterdamse duo Knalpot. >Foto: PR
Houseago kloddert figuren met overleg
Thomas Houseago. Poured-Head/ Portrait Study, 2008. Foto: Allard Bovenberg. Courtesy the artist and Xavier Hufkens, Brussels
De beelden van Thomas Houseago grijpen terug op de vormentaal van Picasso en Moore. En op oude televisie-series. The Flintstones zijn terug. In de projectenzaal van het Gemeentemuseum. Door Egbert van Faassen
Het was oorspronkelijk de beeldenzaal. Toen het museum werd geconcipieerd, werden er nog geen ‘ingewikkelde beelden’ gemaakt, installaties die zich over een enorm vloeroppervlak kunnen uitstrekken, zoals die nu op de benedenverdieping worden getoond. Ik weet wel zeker, dat Berlage vreemd opgekeken zou hebben als hij de beelden van Houseago (1972) hier had kunnen zien, maar toch: het zijn menselijke figuren, het zijn koppen en ze staan op een sokkel. Daarmee zijn ze nog niet eenvoudig. Om te beginnen zijn de invloeden van Houseago nogal verrassend. Dat wat hij op televisie zag nog steeds tot zijn visuele bagage hoort, is niet zo raar. Op hem maakte de Engelse serie ‘Jason and the argonauts’ grote indruk. Mythologische monsters werden met sympathiek krukkige middelen tot leven gewekt op het scherm. Ook ontwaart de beeldhouwer parallellen tussen het werk van de tekenaars van ‘The Flintstones’ en dat van Picasso. Dat is een originele observatie. Op dit moment is het nogal ongewoon, dat een beeldhouwer uitgangspunten zoekt bij de modernen van vroeger. In commentaar op zijn werk wordt ook wel Henry Moore genoemd, die sinds Bruce Nauman – kort gezegd: één van degenen, die is begonnen ‘ingewikkelde beelden’ te maken – eigenlijk niet meer geciteerd is in de beeldhouwkunst. Jacob Epstein wordt ook wel met Houseago in verband gebracht. Niet zo gek. Er zijn overeenkomsten tussen diens iconische ‘Rock Drill’ uit 1913 en de vormgeving van het masker van Darth Vader uit ‘Star Wars’. Een tentoonstelling van Joseph Beuys, die Houseago als twaalfjarig joch zag in zijn geboorteplaats Leeds maakte een grote indruk op hem: hij vond het verschrikkelijk. Ik denk, dat een beeld van Bruce Nauman in Boijmans een meer positieve invloed is geweest. Een ‘Studio piece’ (volgens de titel eerder een schets dan een voltooid werk) opgebouwd uit wat slordig gerangschikte geometrische vormen van wit gips met bruine lijntjes waar het armatuur heeft geroest en gestut door op
elkaar gestapelde houten latjes. Houseago heeft dat ongetwijfeld gezien toen hij midden jaren negentig in Amsterdam aan ‘De Ateliers’ werkte. Golem Rond die tijd verwierf docent Didier Vermeiren ‘Head of a Golem’, een beeld dat hier als een beginpunt wordt neergezet. Een rudimentaire kop van gips, met zwart beschilderd en geplaatst op een sokkel met sporen van rode klei. Een schilderachtig effect, alsof er eerder aan een ander beeld is gewerkt. Een Golem is een ongevormd iets, dat in de Joodse mythologie door een rabbijn tot leven werd gewekt. Houseago, die met dikke klodders gips werkt zonder direct zijn tekeningen te volgen – er liggen er een aantal in een vitrine – en zo zijn figuren tot leven brengt, ziet in deze rabbijn een voorbeeld voor de beeldhouwer. Dat is heel ambitieus. Thomas Houseago heeft inmiddels veel ambities waar gemaakt. Hij heeft enorme ateliers in Los Angeles en wordt vertegenwoordigd door de beste – lees: duurste – galeries. Omdat nu het museale budget krimpt, terwijl de prijzen op de kunstmarkt de pan uitrijzen, vind ik het knap gedaan, deze expositie in Den Haag. Er is hier heel veel te beleven. Houseago wil veel zien en de kijker deelt daar vanzelfsprekend in. Ik zoom in op één detail, dat eerder met schilderkunst dan met beeldhouwkunst te maken heeft. Een schrijdende figuur, om het maar klassiek-beeldhouwkunstig te benoemen, staat op een sokkel, die schuin staat. Het houten getimmerte leunt iets naar voren. Een klodder gips, die langs de zijkant is gedropen, heeft een witte lijn over het hout getrokken die – wet van de zwaartekracht – loodrecht op de vloer staat. Dat is natuurlijk geen toeval, hoewel het er uitziet als iets dat onbedoeld gebeurd is. Van Picasso stal Houseago de truc om enkele vlakken om te vouwen en daar op te tekenen. Zijn grootste beeld is niet meer dan een voorstel voor het Rockefeller Plaza in New York. Daar staat sinds jaar en dag een enorme en kitscherige Prometheus in een fontein – kennelijk dè plaats om de mythologische dief af te blussen, die het vuur van goden stal. Thomas Housego, Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41 www.gemeentemuseum.nl tot en met 10 augustus.
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Meningen verdeeld over geënsceneerde passiemuziek
Johannes-Passion als sacrale opera
De Nederlandse Reisopera met de Johannes-Passion. >Foto's: Marco Borggreve
handeling, maar kan in deze voorstelling zijn emoties niet steeds onderdrukken. Er is ook een moment waarop hij wordt getroost door Maria (Hanneke de Wit). Hoewel Christus de spil vormt, wordt zijn aanwezigheid niet theatraal beklemtoond. Toch is hij mede door de manier waarop Quirijn de Lang die rol invult sterk present.
De Matthäus- of Johannes-Passion als theatervoorstelling. Voor veel bewonderaars van Bachs passiemuziek is alleen de gedachte al een gruwel. Maar een voorstelling waarin acterende zangers of dansers het door de barokcomponist getoonzette lijdensverhaal uitbeelden, is allang geen uitzondering meer. De Nederlandse Reisopera wil van een geënsceneerde Johannes-Passion een traditie maken. Door Aad van der Ven
Het was in het bijzonder de gedanste versie van de Matthäus-Passion van John Neumeier en het Hamburg Ballett in 1981, die in ruime kring de vraag opriep: kan een geënsceneerde uitvoering van Bachs passiemuziek overtuigen of dient men de noten voor zichzelf te laten spreken? Velen uitten hun mening over deze ‘choreografische reflectie’ (Neumeier), die in de daaropvolgende jaren in veel Europese landen te zien was en die in 1988 ook Amsterdam aandeed. Opmerkelijk is dat veel bijbelse oratoria van Händel al veel langer als opera worden gepresenteerd. Maar dat ligt, zeker in Nederland, minder gevoelig. Daarbij gaat het om kleurrijke verhalen uit het Oude Testament, niet om de lijdensgeschiedenis waarin het lot van de mensheid op het spel staat. In de Passionen treedt Christus zélf op. Toen de Nationale (inmiddels Nederlands) Reisopera drie jaar geleden een scènische productie van de Johannes-Passion aankondigde, werd daar dan ook huiverig op gereageerd. Het was gewaagd, maar de Reisopera heeft het pleit gewonnen met een realisering van deze op één na beroemdste passiemuziek, die dankzij de fijngevoelige aanpak van de Amerikaanse regisseur Dale Duesing even sober
als indringend is. En die de toeschouwer het drama op een ongekend intense manier laat meebeleven. Duidelijk geprofileerd is hierbij de rol van de evangelist (Robert Burt), die,
omringd door kasten vol boeken en documenten, als een archivaris de geschiedenis op papier vastlegt. Helemaal afzijdig blijft hij niet Hij staat als ‘verslaggever’ dan wel buiten de
Predikant Regisseur Dale Duesing (1947, Milwaukee) was bij de Nationale Reisopera eerder verantwoordelijk voor een heel sterke ‘Medea’ van Cherubini. Maar we kenden hem voornamelijk als bariton in talloze operaproducties. Voordat hij aan een muzikale carrière begon, werd hij overigens als predikant opgeleid aan een theologische hogeschool in de Verenigde Staten. Dat heeft, meent hij, bijgedragen aan de manier waarop hij zich kon inleven in Bachs passiemuziek. Over de medewerking die hij bij de Reisopera ondervond, is hij buitengewoon enthousiast. “Ik zag tijdens repetities in Enschede dat sommige solisten en koorleden tot tranen toe geroerd waren. Dat is de kracht van Bach”. De uitnodiging in Nederland de Johannes-Passion te komen regisseren was voor hem ‘een steen die uit de hemel viel’, aldus Duesing. “Ik had nooit aan zoiets gedacht. Maar naarmate ik langer met dat idee rondliep, vond ik het zinvoller en overtuigender”. Vanzelfsprekend weet ook Duesing dat Johann Sebastian Bach, al heeft hij dan geen opera gecomponeerd, zeker niet afwijzend stond tegenover dit genre. Het kwam gewoon niet op zijn pad. Benoeming In een omvangrijk artikel van de musicoloog en klavecinist Pieter Dirksen, opgenomen in het programma-
boek van de Reisopera, brengt deze in herinnering hoe fel de autoriteiten in Leipzig gekant waren tegen opera. Bij zijn benoeming daar als kapelmeester en cantor kreeg Bach van het stadsbestuur het dwingende verzoek de kerkmuziek die hij zou schrijven niet ‘opernhaft’ te maken. Nu was hij wel iemand die gewetensvol met bijbelteksten omging, anders dan veel andere componisten van zijn tijd die er een loopje mee namen, maar dat heeft hem er niet van weerhouden dat dringende verzoek geregeld in de wind te slaan. Bachs cantates, zowel die voor de kerk als de wereldlijke, hebben per definitie een theatraal element, meent Pieter Dirksen. De Nederlandse musicoloog meent concrete aanwijzingen te hebben dat Bach met de JohannesPassion een ‘sacrale opera’ heeft willen componeren. Dat het werk bestemd was voor de kerk, vormde kennelijk geen belemmering om in dramatisch opzicht alles uit de kast te halen. Aan de productie die na drie jaar opnieuw door het land reist, werken vrijwel zonder uitzondering dezelfde solisten mee. Dat de voorstelling tijdloos is en een universele geldigheid bezit, maakt het begrijpelijk dat de Reisopera van deze Johannes-Passion een traditie wil maken. Over drie jaar is het weer zover. Nederlandse Reisopera met de JohannesPassion van Johann Sebastian Bach. Muzikale leiding: Klaas Stok. Regie: Dale Duesing. Decor: Boris Kudlicka. Solisten: o.a. Robert Burr, Quirijn de Lang, Nicolas Crawley, Vitali Rozynko, Hanneke de Wit en Owen Willetts. Baroque Academy van het Nederlands Symfonieorkest en Nationaal Opera en Concert Koor. Donderdag 10 april, 20.00 uur, Lucent Danstheater. Meer informatie: www.reisopera.nl
17
sport<
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
Drie tennismonumenten Door Theo Bollerman
Het METS-stadion, circa 1927, van architect Dolf Broese van Groenou. >Foto's: Collectie Haags Gemeentearchief
Hoe het ontstaan is dat Den Haag lange tijd dé tennisstad van Nederland was, is lastig te verklaren. Had het te maken met de grote voorraad aan ambtenaren, die een fysieke uitlaatklep nodig hadden na hun bureauwerk? Of kwam het doordat om Den Haag een gordel van landgoederen lag waarop de prachtigste tennisparken konden worden aangelegd? Dat verklaart overigens niet, waarom het wedstrijdniveau zo lang zo hoog is gebleven. Grote Haagse tennisverenigingen als Leimonias, De Metselaars en Thor RW hebben door de jaren heen bij elkaar opgeteld vele tientallen landskampioenschappen behaald. Er waren nog minstens tien bij gekomen als Leimonias zich tijdens het interbellum had gemengd in de strijd om de landstitels. President Scheurleer vond echter dat je het de vele kampioenen niet kon aandoen te moeten spelen met prutsers; daar werd je alleen maar slechter van. Leimonias gaf de toon aan en de rest van tennissend Nederland keek afgunstig naar de grote rij titelhouders die daar hun contributie betaalden. Het METS-stadion Het is dan ook niet verwonderlijk dat Den Haag de enige stad van Nederland is die drie onder architectuur gebouwde tennismonumenten bezit. Het belangrijkste monument, maar niet het mooiste, is het METS-tennisstadion dat in 1926 in gebruik genomen is. Het Nederlandse tennis stond hoog aangeschreven in Europa. Ons Davis Cupteam met de briljante Arthur Diemer Kool en ‘Kick’ van Lennep had het voorafgaand jaar voor een publiek van vele duizenden toeschouwers dapper strijdend verloren van de bekerhouder, het Franse team met de vier Musketiers Borotra, Brugnon, Cochet en Lacoste. Maar het zat de Hagenaars dwars, dat de match werd gespeeld op de in een duinpan gelegen banen van Noordwijk. Het was de hoogste tijd voor een eigen stadion. De financiering kon snel geregeld worden door de oprichting van de Maatschappij Exploitatie Tennisbanen Scheveningen (METS). Dit was belangrijk, omdat de Olympische Spelen in 1928 naar Amsterdam kwamen en dan kon het Olympisch tennistoernooi in Scheveningen gespeeld worden. De locatie was vanzelfsprekend. Leimonias was in 1901 van De Bataaf daar naartoe verhuisd en er was voldoende ruimte voor de uitbreidingen. Het park hoefde maar een heel klein stukje op te schuiven naar het zuidoosten. Het was tevens van meet af aan duidelijk wie de architect zou worden. Dolf Broese van Groenou Leimonias-lid Dolf Broese van Groenou was vanaf 1921 voorzitter van de Nederlandse Lawn Tennis Bond. Hij was een zeer verdienstelijk tennisspeler en was twee maal dubbelspelkampioen van Nederland geweest, in 1901 en 1911. En hij was in 1903 de allereerste Nederlander
De tennishal van Co Brandes, Leidsestraatweg, tennisbaan Park Marlot, aangelegd in 1927.
Geliefde voorzitter Broese van Groenou heeft de vaderlandse tennissport grote diensten bewezen. Hij was een beminnelijk mens die altijd compromissen wist te ontdekken. En passant functioneerde hij als Davis Cupcaptain en scheidsrechter. Ook ontwierp hij het embleem van de KNLTB, de zwarte tulp op het oranje vlak. Aan de kleur oranje en de tulp viel niet te ontsnappen als je Nederland wilde symboliseren, maar er paste geen andere kleur bij oranje dan zwart. In 1938 moest Broese van Groenou aftreden. De tenniswereld vond dat hij te veel tijd doorbracht in Genève. Daar superviseerde hij de bouw van het nieuwe paleis van de Volkerenbond. Omstreeks die tijd verliet Leimonias de METS-banen – het onderhoud was te duur geworden – om te verhuizen naar de huidige locatie op Klein Zwitserland.
tecten kenden elkaar goed, zij waren beiden lid van de Haagse Kunstkring. Brandes was een van de voornaamste vertegenwoordigers van de Nieuwe Haagse School, beïnvloed door Berlage en de Amerikaan Frank Lloyd Wright. Zijn bekendste werk was het ministerie van Marine aan de Torenstraat 172. Ook het monument van koningin Wilhelmina in het Rosarium van het Jozef Israëlsplein is van zijn hand. De Haagse tenniswereld kent hem echter als de architect van de eerste tennishal van Nederland, gelegen naast de wijk die Brandes grotendeels heeft ontworpen: Marlot. Toen de NV Park Marlot het plan bekendmaakte een tennishal te willen bouwen, stelde de gemeente Den Haag strenge eisen. Co Brandes moest daarvan de architect worden teneinde de stijl van de wijk te behouden. Grote glazen ruiten werden niet toegestaan, waardoor er een speciaal ontwerp moest komen voor de binnenverlichting. Uiteindelijk ontwierp Brandes een bouwwerk dat meer op een uit de kluiten gewassen boerderij lijkt dan op een sportgebouw. Twee zeer hoge zadeldaken verschaffen de nodige lucht aan de lobs die tennissers nu eenmaal zo nu en dan moeten slaan. Dwars daarop zijn twee kleinere puntdaken geplaatst, ruimte biedend aan kantine en kantoor. Het werd geopend op 27 november 1927. In de jaren negentig werd het uitzonderlijke complex op de monumentenlijst geplaatst vanwege de esthetische kwaliteiten en de architectonische gaafheid.
Co Brandes Geheel anders verliep het leven van Co Brandes, die hard moest werken om zijn grote gezin te onderhouden. De archi-
Van Meegeren arriveert De NV ging echter in 1936 failliet en het park werd overgenomen door de vader van de huidige eigenaar en voormalig
Het door Co Brandes ontworpen clubgebouw van T.C. Marlot. Het werd ook gebruikt als locatie voor de speelfilm 'Soldaat van Oranje'. > Foto: DHC/Liza Letsch
die aan Wimbledon meedeed, zij het zonder enig succes. Hij won slechts twee games tegen de sterke Frank Lorymer Riseley, die de challenge-round zou winnen. In die tijd hoefde de winnaar van het voorafgaande jaar slechts één wedstrijd te winnen om de titel te behouden, namelijk tegen de winnaar van het uitdagerstoernooi. Riseley verloor zijn wedstrijd overigens van Laurie Doherty. Broese van Groenou was architect geworden meer vanwege de creatieve mogelijkheden dan vanwege de verplichting brood op de plank te krijgen. Zijn familie was zeer welvarend geworden door de cultuurwinning in NederlandsIndië. Zijn stijl wordt in het algemeen omschreven als smaakvol, degelijk en afgestemd op de behoeften van zijn tijd. Een van zijn eerste ontwerpen werd echter nog als te rommelig beschouwd door een tijdgenoot, de architect Versteeg. Die achtte de stadswoning Javastraat 2A uit 1912 een voorbeeld om niet na te volgen! Het flatgebouw Zorgvliet daarentegen wordt geprezen en wordt beschouwd als de komst van de moderne architectuur naar die wijk. De merkwaardige torens van Zorgvliet dienden om de waterdruk op de hoogste verdiepingen op peil te houden. Het METS-sta-
Tenniscompetitie van start 3 april is alweer de eerste competitiedag voor de regionale dames. De landelijke tenniscompetitie volgt op 6 april. De competitie wordt afgerond met de landskampioenschappen op 14 en 15 juni, natuurlijk uitsluitend voor de kampioensteams op het hoogste
dion kwam ongeveer in dezelfde periode tot stand als Zorgvliet. De bouwwijze is identiek: opgetrokken uit baksteen rond een skelet van gewapend beton.
niveau in de gemengde klassen, herenklassen en damesklassen. De data van de eredivisiewedstrijden zijn nog niet bekend. Meestal vallen die in de eerste twee weken van juni. Deze competitie is met opzet in elkaar geschoven. Het inhuren van de vele binnen- en buitenlandse professionals is daar debet aan. Zij moeten veel toernooien spelen vanwege de ranglijstpunten; de clubs beschikken niet over het budget om die spelers en speelsters voor langere tijd in te huren.
Davis Cup-speler ‘Boebi’ van Meegeren. Er ontstond echter een financieel geschil met de vereniging Tennis Club Park Marlot die de banen bespeelde. Het liep hoog op. Vermoedelijk meende Van Meegeren sr., dat hij de club in de tang had. Maar daarin vergiste hij zich. Schuin aan de overkant, op weg naar Duindigt, vond de club ruimte om vijf banen neer te leggen en een clubhuis te bouwen. Met de heer Jochems, de eigenaar van het terrein, werd overeenstemming bereikt. In mei 1939 kon men gaan spelen. Co Brandes was aangezocht om ook dit clubhuis te ontwerpen. Wederom koos hij voor een verhoudingsgewijs zeer hoog puntdak. Het lukte hem om in de twee dakjes aan de zijkant de kleedkamers te persen. Het gebouwtje oogde zo charmant, dat de cineast Paul Verhoeven het uitkoos voor enkele scènes in zijn film ‘Soldaat van Oranje’. De echte ‘soldaat’ had indertijd weliswaar vergaderd in het clubhuis van Château Bleu, gelegen naast Huis ten Bosch, maar helaas, dat was intussen afgebroken. Verwarring En zo kwam het dat Tennis Club Park Marlot niet tennist op de banen naast de wijk Marlot, maar dat het oudere park van Van Meegeren wordt bespeeld door de Nieuwe Marlot Club, die was opgericht nadat TC Park Marlot was verhuisd. Verwarrend? Bijna elk Haags competitieteam dat voor de eerste keer tegen een van beide clubs moet uitkomen, pleegt op het andere park aan te komen. Maar daarna vergeet je het nooit meer. En op beide parken drink je koffie in Brandes’ creatie. Theo Bollerman is sporthistoricus
Of in de eredivisie Haagse teams uitkomen, is nog onzeker. Leimonias is daaruit het afgelopen jaar gedegradeerd, maar keert wellicht terug bij keuze. Het team van De Metselaars bereikte vorig jaar de halve finales van de play-offs, maar heeft zich teruggetrokken om budgettaire redenen en zal dus hoofdklasse spelen. Daarin komt tevens het eerste team van Thor De Bataaf uit.
18>sport Hans
Meer, meer, meer
“Eigenlijk moet jij je schamen”. De woorden van de eigenaar blijven in de lucht hangen. Geen van de aanwezigen in het koffiehuis durft nog te kauwen. “Nee, ik hoef mij helemaal niet te schamen”, doorbreek ik de stilte. “Ik had iets veel belangrijkers te doen”. Wat hieraan voorafging was de vriendelijke begroeting die ik kreeg van twee in dit etablissement aanwezige rugbyers. Ik feliciteerde ze met hun landstitel, die ze luttele dagen eerder hadden gewonnen. De uitbater, die weet dat ik een groot liefhebber ben van deze sport, vroeg of ik erbij aanwezig was geweest en ik moest ontkennen. De reden ligt op het menselijke vlak. Als een vriend het ingewikkeld heeft in het leven, gaat dat voor een finale en het na lange tijd heroveren van het kampioenschap door mijn cluppie. Schamen hoefde ik mij dus niet, maar gemist had ik het wel een beetje. Een beetje, meer niet. Dankzij alle sociale media bleef ik op de hoogte van het wedstrijdverloop. Wat moet het daar bloedverziekend spannend zijn geweest, want in de reguliere speeltijd van 80 minuten geen punt op het scorebord, is een zeldzaamheid in rugby. Ik heb mooie foto’s gezien en daardoor toch een beetje meegenoten. “Ik was met KVS mee naar Papendrecht”, vervolgde de exploitant. “Dat leverde ook een mooi feestje op”. Het moet niet minder spannend zijn geweest dan bij het rugby. Met slechts één punt verschil wonnen de Scheveningse korfballers de uitwedstrijd en ze promoveerden daardoor naar de hoogste klasse. Mijn gedachten dwaalden af naar de toptijd van Die Haghe en hoe zij landstitels in deze gemengde sport wonnen. Daarvandaan was het een kleine stap naar de met champagne gevulde kampioensschaal die de hockeydames van HGC me ooit tijdens hun titelfeestje voorhielden. Ik nipte dankbaar. Doormijmerend kwam ik bij de HGC-mannen, die nog een kleine kans hebben op deelname aan de titelstrijd, en meanderde rechtstreeks door naar de ijshockeyers van HIJS The Hague. Pas na zes wedstrijden om de landstitel gaven ze zich gewonnen. In de halve finales leken ze verslagen, maar wonnen ze uiteindelijk de serie, en nu in de finale leek een herhaling aanstaande. Jammer dat het dit jaar niet lukte; knap dat ze de eindstrijd haalden. De Haagse clubs strijden op diverse fronten mee voor titels en promotie. De grote vraag is of we dit minder willen of meer. Meer, meer, meer? Dan regel ik dat!
Hans Willink
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Aanvoerder Koen Dickhoff over de opmars van HDM
‘We zijn de Overgangsklasse ontgroeid’ HDM is volgend seizoen de enige Haagse hockeyclub die met zowel het herenteam als het damesteam op het hoogste niveau speelt. Tenminste, als de mannen, momenteel koploper, promoveren naar de Hoofdklasse. Aanvoerder Koen Dickhoff ziet een terugkeer wel zitten. “HGC thuis, dat wordt de wedstrijd van het jaar”. Door Klaas-Jan Droppert
De 5-1 nederlaag tegen grote concurrent Voordaan van afgelopen zondag is een rimpeling in het verder vlekkeloze seizoen. Voor deze wedstrijd gunden de wit-blauwgestreepten de tegenstander slechts twee keer een punt. De overige duels leverden allemaal overwinningen op. Het moet dus wel raar lopen wil HDM geen promotie naar de Hoofdklasse afdwingen. “Zo makkelijk is het nu ook weer niet”, legt Dickhoff uit. “Als we eerste in de Overgangsklasse B worden, promoveren we niet rechtstreeks. Eerst moeten we in een ‘best of three’ de winnaar van de Aklasse verslaan. De verliezer heeft nog een kans en moet afrekenen met de nummer 11 van de Hoofdklasse. En dan is er nog een manier, want de nummers twee van beide Overgangsklassen spelen ook tegen elkaar. De winnaar daarvan neemt het op tegen de nummer 10 van de Hoofdklasse. Het liefst willen we zo snel mogelijk promoveren. Ook al omdat de nummer 10 van de Hoofdklasse meestal een heel sterke ploeg is”. De 27-jarige Dickhoff heeft alle reden om de snelste weg naar promotie als een realistische stap te zien. HDM
Koen Dickhoff (rechts) belemmert een speler van Rood Wit de doorgang. “De kans is 75 procent dat we promoveren”.>Foto: Creative Images
staat namelijk al het hele jaar bovenaan. “Doelstelling was de eerste vier maar al na vijf duels waren we de enige koploper. Vooraf schatte ik de kans om te promoveren – nu is dat 75 procent – op 50 procent in. Al is het moeilijk om iets over de kracht van onze tegenstander uit de Overgangsklasse A te zeggen. Daar strijden namelijk nog vier ploegen om de koppositie”. Eenheid Het succes kwam wel enigszins onverwacht. Drie jaar geleden degradeerde HDM uit de Hoofdklasse en de laatste tijd speelde de ploeg geen rol van betekenis. “Na de degradatie vertrokken veel spelers”, zegt Dickhoff, die met vier anderen wel bleef.
“We hebben het team opnieuw moeten opbouwen. Nu staat er een talentvolle ploeg met jeugdspelers en enkele hockeyers van buitenaf. Het is echt een eenheid geworden en dat merk je in de wedstrijden. We komen heus wel eens een keer achter, maar hebben de veerkracht om de zaak recht te trekken”. Voor Dickhoff is spelen in de Hoofdklasse iets waar hij reikhalzend naar uitkijkt. “Dat is het niveau waarop ik wil staan, al besef ik dat het andere koek is. De Hoofdklasse is de sterkste hockeycompetitie ter wereld met alle Nederlandse en veel buitenlandse internationals. Niets ten nadele van de Overgangsklasse waar veel clubs denken dat ze topsport bedrijven, maar voor echte topsport moet
je in de Hoofdklasse zijn. Dan is drie keer in de week op het veld trainen, twee krachttrainingen en een looptraining niet voldoende. Je moet er minstens nog twee middagen bij doen”. Negen jaar geleden kwam de linksmidden naar de club aan de Theo Mann Bouwmeesterlaan. Hij maakte na vier jaar de promotie mee, waarna direct degradatie volgde. Nu beleeft hij dezelfde cyclus. “Of we dan direct weer uit de Hoofdklasse zullen degraderen? Het kan zijn, maar het doel is met eigen jeugd een stabiele hoofdklasser te worden. En promoveren we nu niet, dan lukt het zeker volgend jaar. Dat is echt een kwestie van tijd. We zijn de Overgangsklasse ontgroeid”. Slaagt de Haagsche Delftsche Mix erin om in het seizoen 2014-2015 op het hoogste niveau te spelen, dan is de 106 jaar oude club en achtvoudige kampioen de enige Haagse club met zowel dames als heren in de Hoofdklasse. “Dat zou fantastisch voor de club zijn. Aandacht van de pers, volle tribunes, de beste spelers van de wereld op bezoek. Dat hebben we bij de dames gezien. Of we de laatste jaren daarom jaloers naar hen hebben gekeken? Nee, dat had ook weinig zin want de realiteit was dat we er niet klaar voor waren. Nu wel. Persoonlijk kijk ik vooral uit naar het duel tegen HGC. In de afgelopen negen jaar heb ik alleen in dat ene seizoen in de Hoofdklasse tegen hen gespeeld. Voor ons was al die jaren de ontmoeting tegen Klein Zwitserland dé derby. Nu wordt dat weer HGC. Gegarandeerd een volle bak en veel persbelangstelling. Dat wordt echt de wedstrijd van het jaar!”
Vrijdagavondvoetbal bij HVV slaat aan en wordt uitgebreid
‘Beter kun je je weekend toch niet beginnen?’ geluk zóó iets van je tegenstander te zien, dan vloek je natuurlijk den kerel uit, moet je wel helsch worden”, zo sprak hij in 1913. Bij alle vier zijn interlands was Mundt de captain. De derde was in 1908 tegen Zweden. Op het veld van HVV zagen achtduizend toeschouwers hoe Oranje met 5-3 won.
In september vorig jaar begonnen ze bij HVV met een vrijdagavondcompetitie die is vernoemd naar de legendarische clubheld Miel Mundt. Om de drie weken zeven tegen zeven op een half veld. Een doorslaand succes. Nog voor de serie wedstrijden erop zat, werd al besloten om volgend seizoen door te gaan. En om zes extra teams in te schrijven: ‘Dit is thuis makkelijker te verkopen’. Door Martin van Zaanen
Aan historisch besef bij HVV geen gebrek. Daarin zijn ze bij de zondagderdeklasser niet de enige. Het unieke is dat als De Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbal Vereniging een prijs, evenement of toernooi naar een oude clubheld vernoemt, ze daarvoor een heel reservoir ter beschikking heeft: legendes uit de tijden dat de Groote Haagsche hofleverancier van Oranje was en het ene na het andere landskampioenschap binnensleepte. Het is vrijdagavond kwart over zeven als op De Diepput tientallen mannen – de meesten van hen in de veertig – met een voetbaltas over hun schouder de karakteristieke rood-witte kleedkamers binnengaan. Wanneer ze enkele minuten later naar buiten komen, blijkt al snel dat ze de serie wedstrijden, ondanks het vriendschappelijke karakter en ludieke deelnemersnamen als BarShellona en Santos, tamelijk serieus nemen. Zo doen de meeste deelnemers een degelijke warming-up en draagt ieder zevental keurig een eigen tenue. Oud
Marnix van der Gun (rechts) werd met zijn team Oud HVV-1 de winnaar van de eerste Miel Mundt Liga. >Foto: Creative Images
HVV-1 ziet er in verticaal gestreept rood en wit het meest gelikt uit. Gecoacht door Frank Bijloos en met mannen als Marnix van der Gun, Josse Andriesen, Jeremy Rens en Jurgen Smits in de gelederen, is het niet vreemd dat dit team vanavond The Oilers met grote cijfers verslaat. En zodoende één speelronde voor het einde al het eerste kampioenschap veiligstelt. Roeland Engelen staat in het doel bij Oud HVV-5 en is medeorganisator van het concept dat overwaaide uit Rotterdam, waar bij VOC zo’n tweehonderd spelers aan De Heeren Divisie meedoen. Engelen is secretaris van de voetbalafdeling, redacteur van Jubileumboek HVV 125 jaar en hoofdredacteur
van clubblad de Diepput Echo. Engelen: “Met de Miel Mundt Liga zijn we vorig jaar september gestart. Het was toen honderd jaar geleden dat HVV onder leiding van aanvoerder Mundt begon aan het seizoen dat de vereniging het tiende en laatste landskampioenschap zou opleveren”. Emil Gustav Mundt leefde van 1883 tot 1949 en speelde als rechtsback, spil, rechtshalf en linkshalf zowel voor het Nederlands elftal als voor zijn voorlopers het Bondselftal en de All Holland XI. Hij strooide graag met citaten van Shakespeare en zag, toen hij eenmaal gestopt was, met lede ogen aan dat het voetbal alsmaar onsportiever werd. “En dát is vervloekt-gemeen, en heb je het
Splitsing Wat we vrijdagavond op hetzelfde complex zagen, was vrijdagavondvoetbal zoals vrijdagavondvoetbal bedoeld is. Geen overtredingen, geen gezeur, geen gedoe. Gewoon lekker ballen. In volledige acceptatie dat je benen steeds minder precies uitvoeren wat je hersenen nog steeds bedenken. Een smakelijke mix van Goud van Oud en ouwe jongens krentenbrood. Engelen: “Het slaat zo aan dat we bij de volgende editie het aantal van tien teams met zes uitbreiden. Ook gaan we qua niveau een splitsing maken: de bovenste helft de Miel Mundt Liga en de onderste klasse wordt vernoemd naar Jonkheer Meester Constant Willem Feith. Die was net zo legendarisch als Mundt, maar dan nog wat kleurrijker”. Engelen weet nog een reden waarom dit aan de Van Hogenhoucklaan zo’n hit is: “Iedereen heeft het druk met werk en ook het weekend zit men propvol. Zelf voetballen zit er meestal niet meer in, en dat is zonde. Eén vrijdagavond per drie weken is thuis iets makkelijker te verkopen. Ik ben direct vanaf mijn werk doorgegaan. Met je vrienden een balletje trappen: beter kun je je weekend toch niet beginnen?” Lacht: “De spierpijn de dag erna neem je op de koop toe”.
<19
Vrijdag 4 april 2014 > Den Haag Centraal
stadsgroen
Het gras
Iedere week maai je je gras. Van maart tot en met november loop je achter de machine met de onweerstaanbare geluidjes... grt, grrrtttt, grrrt, grrrrrrrrrrt en harder, grrrrrrrrrrrtttt en nóg harder zelfs, naarmate jij harder duwt. Zo maai je in één seizoen wel anderhalve meter gras weg, heb je je dat wel eens gerealiseerd?
Artist’s impression van het Wateringse Veld in de ijzertijd. >Afbeelding: M. Kriek
Wateringse Veld was altijd al het einde van de wereld Door Casper Postmaa
In de rapportage van de gemeente over de archeologische onderzoekingen in de nieuwe wijk Wateringse Veld staan mooie, heel precieze artist’s impressions van hoe het landschap er ver voor en net na het begin van de jaartelling moet hebben uitgezien. Fascinerende plaatjes. Vooral die uit de late ijzertijd, enkele eeuwen voor Christus. Het is een woest en leeg land waar de schepping nog maar amper is voltooid. Moerassen, wild kronkelende kreken, een bos en in verte een vage grijze streep, de zee. Maar zo leeg en onheilspellend als het lijkt, is het niet. Als je met een loep de velden afspeurt, ontdek je door bomen omzoomde lapjes grond waar mogelijk akkerbouw is bedreven of boeren woonden. Nog spectaculairder is de ontdekking van een dam (deze is ook daadwerkelijk aangetroffen) die in de kreek is gelegd zodat het vee aan de overzijde kon grazen. Je zou er de conclusie uit kunnen trekken, dat er sprake was vroege bewoning die later is uitgedijd tot wat er inmiddels aan pleinen en straten in Vinexverband is opgetrokken. De studie van de Afdeling Archeologie van de gemeente toont in zijn zwerftocht door de tijd duidelijk aan dat het anders is geweest. Wateringse Veld bleef heel lang het einde van de wereld. Dat was al zo 3500 jaar voor Christus toen er wel sprake was van
uitstapjes van mensen uit omringende hoger gelegen duingebieden. Er zijn sporen uit die tijd van kampementen gevonden, maar niet van permanente nederzettingen. Waarschijnlijk waren het jagers of mannen en vrouwen die vruchten en zaden zochten om daarna weer naar veiliger streken te vertrekken. Zelfs als in deze omgeving de Romeinse tijd is aangebroken, rond 50 na Christus, wijzen vondsten erop dat Wateringse Veld echt aan de rand lag. Het aardewerk is nog voor negentig procent handgevormd, terwijl meer zuidelijk gebruik wordt gemaakt van potten en schalen die door Romeinen zijn gedraaid.
Pretenties Het archeologische rapport van de gemeente omvat 590 pagina’s en beslaat twintig jaar en nog is alles niet geschreven. Het kloeke boekwerk heeft wetenschappelijke pretenties, het overvloedige jargon is een symptoom daarvan, maar toch is de oogst ook voor de leek fascinerend, want het is een verslag van mensen zoals wij, die duizenden jaren worstelden met de elementen en de omstandigheden. Een eeuwige strijd tussen zand, veen en water. Vooral dat laatste: altijd waren er grote overstromingen, die overigens pas als zodanig werden beschreven en ervaren toen de mens zich in die bedreigde gebieden vestigde, maar ook toen zich voor en achter
Wateringse Veld duinenrijen hadden gevormd kon het water nog onverhoeds komen opzetten. Er waren lange perioden dat de zee op afstand bleef, maar dan ontstonden er weer moerassen en tegen de tijd dat die droogvielen, ging de grond inklinken steeg het grondwater en maakte iedereen weer dat hij wegkwam. Ook andere leefomstandigheden waren nauwelijks vergelijkbaar met die van ons, maar overeenkomsten waren er ook: het menu bestond uit granen (emmertarwe en naakte gerst), rundvlees, varken, geit, steur, platvis, bot, peer, appel, sleedoorn, bramen en jeneverbes, bijna alles is nog steeds ter plekke verkrijgbaar. Ook was er al vroeg sprake van verre reizen en/of handelscontacten, want de vuurstenen bijlen kwamen waarschijnlijk uit Luik of Henegouwen, terwijl het ter plaatse gewonnen zout in een soort potjes (zoutgootjes) naar Duitsland werd geëxporteerd. De belangrijkste vondst die werd gedaan, dateert uit 1997 toen bij het Oosteinde vier Romeinse mijlpalen uit de 2de en 3de eeuw na Christus werden gevonden. Wateringse Veld stond eindelijk op de kaart.
Maar wanneer moet je eigenlijk maaien? Op zaterdag, omdat het je vrije dag is?
Gras dien je te maaien bij droog weer, maar dat wist je hopelijk al. Een nat gazon maaien is evenwel mogelijk, het wordt alleen wel een plakkerige bedoening. Maar wanneer moet je eigenlijk maaien? Op zaterdag, omdat het je vrije dag is? Nee. Je maait zodra de grassprieten de helft van hun basislengte zijn gegroeid. Bijvoorbeeld: bij een siergazon staat de maaier op 3 centimeter (de hoogte van een vingerkootje). Je gaat dus maaien wanneer de sprieten 4,5 centimeter lang zijn. Nog een voorbeeld. Een speelgazon heeft de ideale lengte van 4 centimeter gras. Dan sta jij al met je machine klaar zodra de sprieten nipt de 6 centimeter halen. Maar is het tro-
pisch warm, zeg maar boven de 30 graden? Dan maaien we niet. Ook bij lange perioden van droogte is het verstandig niet te maaien, en bij temperaturen van boven de 25 graden maaien we wel, maar houden we het gras gewoon wat langer. Zo geven we de sprieten de kans om elkaar de nodige schaduw te verschaffen. In het algemeen geldt overigens dat gescalpeerde grassprieten nogal snel de neiging hebben in de stress te schieten. Ze worden daar vooral heel erg geel van. Dat is met name te merken als je het gras, dat na terugkeer van je vakantie veel te hoog is geworden, probeert te maaien. Maar daar is een trucje voor: veel te lang gras maai je in etappes. Zet voor de eerste maaibeurt de messen op een hoge stand, en na een paar dagen maai je nog een keer, en dan op de normale stand. Een bekende terugkerende ergernis na het maaien van je gazon zijn de overgebleven borstelige grasrandjes langs de kanten. Een kantentrimmer kan daarbij helpen, maar dit apparaat maakt de boel niet echt strak en glad. Wat wél goed werkt is het leggen van een klinkerrand om het gazon. De klinkers leg je net iets dieper dan nodig, en daar rijdt dan één van de wielen van je grasmaaier op. De messenkooi van het apparaat bereikt nu zelfs de allerlaatste spriet en zo hou je meer tijd over. Om te picknicken, bijvoorbeeld! Wendy Hendriksen
Archeologie in het Wateringse Veld, gemeente Den Haag, Van steentijd tot nieuwe tijd. H. Siemons (auteur) en E.E.B. Bulten (redactie) Uitgever: Gemeente Den Haag, dienst Stadsbeheer, €30,–
medisch
Twee mannen
Samen zitten ze in de wachtkamer. Ze weten niet van elkaar dat hun hart allebei in een ander land ligt. Voor deze twee mannen hetzelfde land. Ieder met zijn eigen verhaal. Ze verschillen 10 jaar. De één 60, de ander 70. De man van 70 heeft een groot aantal jaren in land X gewoond, totdat zijn gezondheid achteruit ging, hij geen geld meer had om daar te leven en dus moest terugkeren naar Nederland. Ooit was hij een gevierd zakenman, maar allerlei problemen
hadden ervoor gezorgd dat hij zijn kapitaal was kwijtgeraakt. Nu leeft hij hier op zichzelf, heeft weinig contact met familie of kennissen, wil geen poespas aan zijn lijf en wil het liefst geen pillen slikken. Om op de been te blijven, slikt hij de meest noodzakelijke pillen, de rest laat hij achterwege. Hij wil geen controles in het ziekenhuis. Binnenkort hoopt hij weer een keer naar X te kunnen gaan. Hij leeft van zijn AOW en is afhankelijk van geld van zijn kinderen om een ticket te kunnen kopen.
Vandaag komt hij om opnieuw te bespreken welke pillen hij wel of niet zal innemen. Hij heeft recent weer wat medische problemen gehad en het is lastig om het evenwicht (letterlijk en figuurlijk) weer te vinden. Zijn ouders waren ook bij mij in de praktijk. Ze overleden op hoge leeftijd. Hij moet er niet aan denken om zo oud te worden. Hij zou het niet erg vinden als hij opeens dood zou blijven. De man van 60 heeft een aantal jaren geleden besloten om in land X te gaan wonen. Eén keer per jaar komt hij terug. Hij heeft in het verleden een hartinfarct doorgemaakt en wil dan graag een check-up in Nederland. Hij is vooralsnog blij dat hij zich voorlopig heeft teruggetrokken uit roerig Nederland. Vandaag komt hij zijn recept met medicatie voor een jaar ophalen, maar de vraag is of zijn zorgverzekering dat zal betalen. Natuurlijk moet zijn bloeddruk
gemeten worden en tussendoor nemen we het wel en wee van Nederland en van land X door en vertelt hij over zijn kleinzoon, die nu een jaar oud is. Als ik ze zo samen zie zitten in de wachtkamer, denk ik: jullie zouden
‘Hij moet er niet aan denken om zo oud te worden. Hij zou het niet erg vinden als hij opeens dood zou blijven’
van elkaar eens moeten weten dat jullie hart in hetzelfde land ligt. De wachtkamer is sowieso een belangrijke plek in de praktijk. Soms wordt er niets gezegd. Soms hebben de mensen hele fanatieke discussies met elkaar. Zo had ik ooit een patiënt die iedere keer als ze geweest was een verhaal over de wachtkamer schreef. Er zaten hele leuke verhalen tussen maar ook hele trieste. Blijkbaar vertellen mensen ook hun leed in de wachtkamer als ze zich veilig voelen. Natuurlijk wordt er geroddeld in de wachtkamer over het functioneren van de dokters. De één is tevreden, de ander minder. Het uitlopen van het spreekuur is altijd een heikel punt. Van alle verhalen heeft ze een boekje gemaakt. Het is leuk om te lezen. Emilie Bolsius Huisarts
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 april 2014
Zomertijd aan Zee
Ochtend- en avondmensen én nachtbrakers
bouw”. Ze lacht: “Veertigurige werkweek? Wij werken 40 uur in een dag”. The day after zien de ochtendmensen, die om 09.00 uur voor koffie met gebak of een zacht gekookt eitje op het terras neerstrijken, niéts meer van de bruisende party voor 1000 avond- en ochtendmensen en nachtbrakers. De beachclubs en strandtenten aan het Zwarte Pad richten zich niet louter op de avond en nacht en evenmin op de gemiddelde boulevardbezoeker. Marjolein: “Van dagtoerisme zouden we niet kunnen bestaan. Wij richten ons op vaste gasten, mensen van alle leeftijden die terugkeren voor de goede menukaart, zonder hamburgers en spareribs. Naar het Zwarte Pad komen gezinnen met kinderen voor ontbijt, lunch of diner; ministeries en bedrijven. Voor het komend seizoen staan al 15 huwelijken in de agenda”.
Door Vera de Jonckheere
Sinds 1977 gaat ieder voorjaar de klok in Nederland, en nog zo’n 69 andere landen, om energetische redenen een uur vooruit. Afgelopen weekend was het voor de achtendertigste keer zover in de nacht van 29 op 30 maart. Een onschuldig ogend uurtje zou wel eens verreikende gevolgen kunnen hebben, houden wetenschappers ons voor. Avondmensen Slaaponderzoekers, chronobiologen, cardiologen en psychologen buigen zich over de mogelijke effecten van zomertijd op de mens. Variërend van simpelweg chagrijn tot verlies aan hersencellen en verhoogde kans op hartaanvallen aan toe. Bij de studies blijken avondmensen meer last te hebben van het gestolen uur. Waar de ochtendmens geneigd is te denken: heerlijk, een uur langer licht, reageert de avondmens veeleer: ze pakken een uur van mijn nacht af. De slaapwaakcyclus in de hersenen van ochtendmensen duurt namelijk 23,5 uur, ze worden ’s avonds eerder moe, maar staan ’s ochtends vroeger naast hun bed. Avondmensen, met een cyclus van 24,5 uur, komen later in hun slaapmodus en ervaren de vroege ochtend nog als nacht.
PLAATS
Superdruk Aan het zonovergoten strand staat een lange rij containers met inrichting voor de diverse paviljoens waaraan nog druk getimmerd en geverfd wordt: zij hebben hun openingsfeesten nog voor de boeg. Voor bedrijfsleiders Marjolein Veerman en Lucas Suijkerbuijk zit de officiële start van het elfde Whoosahseizoen er op. Het zomerseizoen had niet beter kunnen beginnen met dagtemperaturen van twintig graden. Marjolein: “Vorig jaar vroor het nog om deze tijd, we bouwden op in de sneeuw. Drie weken geen water omdat alle leidingen bevroren waren. We hebben het nu al superdruk”. Kaartjes voor het openingsfeest waren medio februari al uitverkocht. Duizend mensen dansten op de klanken van internationaal bekende dj’s. “Eén keer in de maand hebben we een nachtvergunning: de be-
Herstel
In de krant van vorige week stond op deze pagina een stuk over het boek van Joop Looijestijn, ‘Huismeester in Haagse kringen’. In de kop is hij abusievelijk Henk genoemd. Het is dus Joop Looijestijn. Nachtbrakers die last hebben van de zomertijd kunnen bij Whoosah hun roes uitslapen. > Foto: Katja Rupp
taalde feesten waarvoor we grote wereldnamen boeken. Daarnaast organiseren we iedere zondag een feest met gratis entree, met onze residentdj’s – Whoosah-familieleden – als Warren Fellow, Flowers Greenfield, Warme Daan en Gisberto die overigens ook op het openingsfeest draaiden”. Flower Tussen de vrolijke nachtbrakers hebben zij geen ochtend- en avondmensen kunnen onderscheiden. Iedereen genóót van de zomertijd. Ook de collega’s van andere beachclubs als Culpepper en Indigo en dochterbedrijven Naturel en Barbarossa. De muziek is anders, maar de stemming dezelfde als in het vervlogen flower power-tijdperk. Lucas: “Dansen aan zee, genieten van muziek in de open natuur vinden wij Hagenaars heel gewoon, maar ik realiseer me door de reacties van internationale dj’s weer hoe bijzonder het eigenlijk is. Dj Aril Brikha, een in Berlijn wonende Zweed met een Iraanse achtergrond, en de twee Duitse jongens van Mind Against keken hun ogen uit toen wij hen welkom heetten en over het strand naar het Zwarte Pad 66
reden. Spectaculair. Ze willen sowieso deze zomer nog eens terugkomen: ze hadden niet eerder zo pal aan het strand gedraaid. De sfeer die dat genereert, vind je nergens. Onze ervaring is dat dj’s hier niet alleen maar komen voor die anderhalf uur spelen. Soms gaan ze niet eens terug naar hun hotel, maar blijven ze liever slapen op het strand”.
haagse harry
‘Vorig jaar vroor het nog om deze tijd, we bouwden op in de sneeuw. Drie weken geen water omdat alle leidingen bevroren waren’ © Marnix Rueb
Nachtbrakers Je zou er bijna je goede lentehumeur door verliezen …. als Den Haag niet zo luisterrijk aan zee lag. Avond- én ochtendmensen namen als nachtbrakers op strandopeningsfeesten van De Karavaan en Whoosah het voortouw. Met het afgesnoepte uurtje wisten zij wel weg: gewoon langer doorfeesten. Het openingsfeest van Beachclub Whoosah – op de agenda tot 03.30 uur – duurde tot 04.30 om de partydeelnemers met hun massaal zestig minuten inslikkende smartphones tegemoet te komen.
Voor avondmensen is het bij het verschijnen van deze editie nog 205 nachtjes slapen tot wintertijd; ochtendmensen zijn nog 360 nachten verwijderd van de volgende zomertijd; nachtbrakers slaan zich overal doorheen.
Eitje Een feest tot ’s ochtends vroeg vergt urenlange inzet van 20 mensen. Marjolein: “Bar, muntverkoop, garderobe, beveiliging, licht- en geluid, op- en af-
Eikstraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
A
fgelopen dinsdag kwam er iemand op mij af, die mij vertelde dat de veter van mijn schoen los was. Jammer genoeg begint de zomer dit jaar halverwege maart en liep ik dus met blote voeten in mijn wandelsandalen. Voor de vorm heb ik natuurlijk nog wel verbaasd naar beneden gekeken en daarna hartelijk met deze poetsenbakker gelachen. Het kost niets en er is weer een mens tevreden. En van een blij persoon word ik ook weer gelukkig. Maar je zal mij op zo’n dag nooit la-
chend horen zeggen dat ze de door Geert Wilders georkestreerde roep om ‘minder Marokkanen’ in Deurne wel heel letterlijk hebben opgepikt. En dat je met deze temperaturen al gauw spreekt van noodweer. Het gaat goed met het begrotingstekort, dat wil zeggen het gaat dus slecht met het begrotingstekort, want dat is kleiner geworden. Onder meer door fiscale meevallers. Helaas stagneert nu de website van de belastingdienst. Maar mij zal je afgelopen dinsdag geen flauwe grap horen maken over ‘overbelasting’. We vierden deze bijzondere dag met een grote glimlach, want een dag waarop de diffuse scheidslijn tussen waarheid en leugen opeens heel
duidelijk is, maken we zelden mee. Eigenlijk maar één keer per jaar. Afgelopen dinsdag had ik bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de Groep De Mos natuurlijk altijd zijn verkiezingsbelofte nummero uno gestand zal blijven doen en dat dit nieuwe politieke collectief nooit voor het Spuiforum zal stemmen. Om er dan met een fijne glimlach aan toe te voegen: ‘Je denkt toch niet dat onze Richard zijn principes gaat verloochenen, alleen maar omdat hij dan wethouder kan worden of anderszins macht kan verwerven’. Ja, ja, het blijft een opmerkelijke dag. Misschien moet ik op deze leugenachtige dag ten aanzien van mijn uitspraken en opmerkingen
het befaamde adagium: ‘minder, minder, minder’ hanteren. Gewoon alleen maar zwijgend naar de Eikstraat gaan en daar genieten van de wonderen der natuur. Al een week neem ik wandelend of fietsend een kijkje in dit wonderbaarlijke zijstraatje van de Thomsomlaan. De kenners weten waarom: de bloesem is op komst. Eerst een rood waasje, niet voor de ogen gelukkig, maar over de takken. En dan bloesemt de eerste boom, snel gevolgd door de rest. Ook afgelopen dinsdag. Staat er in dit 1 april-stukje tenminste nog één fragment dat waar is. Marcel Verreck