}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Beelden aan Zee veilt kunst
3
Vrijdag 8 maart 2013
jaargang 7 nummer 304
€ 1,95
UITagenda Krassen op de ziel door O’Neill
CPC-loop Rennen in de schaduw van de dood
12/13
3
E
en nieuw seizoen en een nieuwe boulevard, Scheveningen heeft zich wel eens slechter gepresenteerd. Het door de Spanjaard De Solà-Morales ontworpen bordes van de badplaats, waarin op ingenieuze wijze een zwaardere zeewering is verstopt, past bij een badplaats van internationale allure. De vraag is of dat ook geldt voor de rest van Scheveningen. Wie de ontwikkelingen in Scheveningen langer volgt, weet dat de malaise waarin Pier en Kurhaus verkeren niet uit de lucht komt vallen. Wat de afgelopen jaren is gebeurd, met 2013 als dieptepunt, is de ineenstorting van (met dank aan Paul van Vliet) ‘Bredero’s koude kermiskust’, waarvoor de dubieuze projectontwikkelaar Zwolsman aanvankelijk de lijnen uitzette.
Een nieuwe boulevard en toch kraakt Scheveningen Door Casper Postmaa
De badplaats bereidt zich voor op het nieuwe seizoen. Boeddha doet ook mee, en inderdaad, het is tijd voor bezinning op de toekomst van Scheveningen.> Foto: Jurriaan Brobbel
Diens plannen bleken, op de Pier na, financieel niet haalbaar omdat zijn Exploitatie Maatschappij Scheveningen geen cent op zak had. Intussen was wel de sloop van zo’n beetje de hele badplaats voorbereid. Bredero maakte samen met banken en belegger Nationale-Nederlanden (verenigd in het Consortium Scheveningen), de klus af. Het oude Grand Hotel werd gesloopt, het majestueuze Palace Hotel ging tegen de vlakte en het Kurhaus kon amper worden gered na een brede actie van de Haagse bevolking. Daarna volgden de ontwikkelingen zich snel op. De gemeente Den Haag legde de bouw in Scheveningen voor jaren stil nadat wethouder Van Otterloo had ontdekt dat Bredero op eigen houtje een bioscoop in het Palacegebied aan het bouwen was. Niet lang daarna ging de één na de andere bank in het consortium failliet, evenals projectontwikkelaar Bredero. Nationale-Nederlanden bleef achter zonder ervaring als projectontwikkelaar. Toen de aannemers eindelijk waren vertrokken keek Den Haag verbijsterd naar het nieuwe Scheveningen, waarin het Kurhaus was verdwenen achter een cordon van weinig fraaie bebouwing. De redding was dus maar half gelukt. Wat er vervolgens nog meer misging: het Kurhaus ging kwakkelend de seizoenen door, de Pier bleek een dooie pier en het Palacegebied was in alle opzichten een mislukking. Het Bierdorp moest al snel sluiten en de Palace Promenade bleek, ondanks allerlei nieuwe ingrepen, een commerciële miskleun. Op de boulevard was het Golfbad verrezen, ondanks deze aan de Duitse spraak aangepaste naam (Golfslagbad mocht daarom niet) golfden de golfjes er meestal in eenzaamheid, ook opvolger Vitalizee redde het niet in de betonwoestijn. Hetzelfde lot leek het Circustheater beschoren, het was onder het bestuur van Nationale-Nederlanden regelrecht op weg naar de ondergang, totdat Joop van den Ende de boedel overnam en de schone slaapster wakker kuste. Het is opnieuw tijd om in te grijpen, want ‘Bredero’s koude kermiskust’ kraakt aan alle kanten. Scheveningen heeft een nieuw decor nodig, misschien kan het stadsbestuur te rade gaan bij Joop van den Ende. Kennelijk weet hij hoe het moet.
Ingezonden mededeling
7-9 mrt 2013 Den Haag Lucent Danstheater
Crystal Pite TROUW VOlkskRanT
www.NDT.Nl
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Korte films van Paul Verhoeven en Nico Crama
Tweemaal Haags schoolleven anno 1963
Regisseur Nico Crama in actie tijdens de opnames van De mooiste tijd uit 1963. > Foto: Archief Nico Crama / Eye
Door Bert Jansma
We leven 1963 en er worden – in een nog weinig filmlievend Nederland – los van elkaar in de Haagse bioscoop Metropole aan de Carnegielaan opeens twee films vertoond die de Haagse middelbare scholier als onderwerp hebben. Korte films, beide nog geen half uur. De makers: Paul Verhoeven en Nico Crama. De eerste filmde in ’63 ‘Feest!’ over de eerste liefde van een scholier aan het Gymnasium Haganum. Crama filmde met ‘De mooiste tijd’ een vriendengroep van het Haags Montessori Lyceum tijdens de zomervakantie met het eindexamenjaar in het verschiet. Twee zeer verschillende filmpjes van twee beginnende regisseurs die daarna ook zeer uiteenlopende carrières zouden hebben. Film Atelier Den Haag heeft zich als taak gesteld Haagse films uit het verleden uit hoeken, gaten en officiële archieven op te diepen om die – in het Filmhuis Den Haag – opnieuw te laten zien. Titel van die programmareeks: ‘Uit Kasten en Kluizen’. Voor aflevering 3 op zondag 10 maart werden die twee scholierenfilms uit de kast gehaald die door Bert Hogenkamp, mediahistoricus bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, zullen worden gepresenteerd. Van die twee regisseurs werd Paul Verhoeven een internationaal beroemd speelfilmre-
gisseur, terwijl Nico Crama een aantal kunstfilms (onder meer dé film over Mondriaan) zou maken en zich later vooral in dienst zou stellen als producent en propagandist voor de artistieke Nederlandse animatiefilm. Hij is op 10 maart te gast bij ‘Uit kasten en Kluizen’ waar dan bovendien een interviewtje met hem uit het jeugd-tv-programma ‘Rooster’ van die dagen te zien zal zijn. Al in de eerste beelden van beide films zie je het karakter van de makers weerspiegeld. In Verhoeven’s ‘Feest!’ komt een scholier op de fiets met grote vaart vanaf de Laan van Meerdervoort het Haganum-poortje binnensuizen. Je moet er onwillekeurig even bij denken aan de fietsrit – veel later – van Rutger Hauer en Monique van de Ven in ‘Turks fruit’. Bij Nico Crama staan de fietsen stil en gaat de camera omhoog en verder naar het hockeyveld aan de Roggewoning waar hij je kennis laat maken met ‘zijn’ scholieren. Blokker “Mijn film heet vaak een ‘documentaire’”, vertelt Nico Crama, “maar het is eigenlijk meer een klein socio-dramaatje. Indertijd redelijk tot goed ontvangen”. En hij haalt een knipsel uit Het Vaderland van die dagen tevoorschijn: ‘Zo werd ‘De mooiste tijd’ niet een koele documentaire, maar een staal van filmkunst dat diep emotio-
Paul Verhoeven (rechts) in gesprek met cameraman Kállman Gáll over de film Feest. > Foto: Archief Frits Boersma / Eye
neert. Een film die raakt aan het geluk, die iets te zeggen heeft en zonder pretenties getuigt van een allesbehalve klein menselijk drama – wie had het in ons land van de onbeholpen speelfilmerij voor mogelijk gehouden?’. Crama: “Alleen Jan Blokker was negatief over mijn film, maar die heeft dat later hersteld, door mij te plaatsen op het keerpunt van het filmmaken in Nederland. Van Haanstra naar de VPRO. Bij Haanstra was de mens vaak beeldvulling, bij mij zijn de (jonge) mensen het onderwerp”. Verhoeven’s ‘Feest!’ is diens eigen terugkeer als regisseur naar de school waar hij zelf les had gehad. Crama gáf les aan het Haags Montessori Lyceum, waar de vooruitstrevende rector Jan Koning vond dat het medium film paste in de opleiding van zijn leerlingen. Die – in het ‘keuze-uur’ – ook zelf filmpjes mochten maken met Crama als mentor. Crama herinnert zich de eerste dag dat hij zelf zijn ‘Mooiste tijd’ maakte als de dag van gisteren. “Daar sta je dan, heel ongelukkig met die enorme Arriflex Blimp camera, als een echte speelfilmregisseur. Ik filmde met direct geluid dus moest je wel met zo’n gevaarte zeulen om een dialoogje van een paar zinnen op te nemen. Paul Verhoeven deed het heel verstandig met een kleine camera, zonder geluid, dat hij later ‘indubde’. Ik heb ook een fout gemaakt die ik nooit meer zou
maken. Ik liet mijn ‘Mooiste tijd’ met een zwart beeld beginnen en daarbij de gesproken tekst: ‘Ze zéggen dat het de mooiste tijd is’. Daardoor kom je met een bepaald gevoel die film binnen. Maar operateurs in de bioscoop die dat zwarte beeld zagen begonnen
'Daar sta je dan, heel ongelukkig met die enorme Arriflex Blimp camera, als een echte speelfilmregisseur' hun projectie pas daarná, met de openingstitels. Waardoor het hele effect verloren ging”. Sjouwen Crama had eerst nog het gevoel speelfilms te willen regisseren. “Ik wilde Hubert Lampo’s ‘De komst van Joachim Stiller’ verfilmen. Maar, voorzichtig als ik ben, begon ik met het korte ‘Het oponthoud’. Interessant, maar niet erg geslaagd. Ik wist niet wat ik met mezelf aanmoest. Ik kon toen een beurs krijgen om bij de National Film Board van Canada te werken. Om daar iets op te steken van een filmcultuur die veel verder was dan de onze.
Hier was het allemaal een beetje liefhebberij. Er was geen cent, je deed van alles bij de film, je hielp mee met sjouwen. Toen ik in Canada ook mee wou helpen, kwam er onmiddellijk een meneer naar me toe die zei: “Wij dragen de camera, u draagt de verantwoordelijkheid”. Crama kan er nog om lachen. De kennis die hij in Canada en later in Tsjechoslowakije opdeed, legde hij neer in een aantal rapporten en bracht hij zelf in de praktijk toen hij als producent zou gaan bijdragen aan de animatiefilms van onder anderen Rupert van der Linden en Paul Driessen. Crama is inmiddels 78, bezig zijn archief over te dragen aan Eye (Filmmuseum), en kijkt met een licht melancholiek gevoel terug op zijn carrière in films. Hij vindt het jammer dat Paul Verhoeven straks niet bij ‘Uit Kasten en Kluizen’ aanwezig kan zijn. Hij produceerde Verhoeven’s korte film ‘De worstelaar’ en stelde voor hem de dvd ‘De vroege films van Paul Verhoeven 1959-1979’ samen. “Paul is miljonair, ik ben iemand die altijd ‘in de schaduw’ van de filmwereld heeft geleefd. Zo voel ik me. Ik ben niet ontevreden. Maar ik vind het leuk om er nu weer even uit te komen”. Filmhuis Den Haag, Instituut voor Beeld en Geluid - Paul Verhoeven en Nico Crama, zondag 10 maart 16.00 uur, www.filmhuisdenhaag.nl.
Ingezonden mededeling
BAVA
LIGHT CONCEPTS
GRATIS LICHTADVIES BEL VOOR EEN AFSPRAAK ARCHITECTURE PRODUCTION SALES
SYLVAIN POONSSTRAAT 14 2548 XX DEN HAAG T TEL: 070-345 00 45 E
[email protected] WWW.BAVA.NL
3
actueel<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
Zware tijden voor horeca Veenkade Vier maanden na de start van de bouwwerkzaamheden voor de volautomatische autoberging (VAB) en herstel van de oude gracht aan de Noordwal en de Veenkade, is de angst van de horeca-ondernemers aan de gracht bewaarheid. Ze kampen met dertig procent omzetdaling als gevolg van de overlast. De bouwput biedt een onaantrekkelijk uitzicht en veroorzaakt veel lawaai. Sinds het wegvallen van tramlijn 17 zijn de cafés en het hotel ook nog eens moeilijk bereikbaar.
Kranen en shovels domineren voorlopig het straatbeeld op de Noordwal en de Veenkade. > Foto: C&R
omzet enigszins te beperken, doen Ketting en Moret een beroep op hun creativiteit. “Met livemuziek probeer ik mensen naar het café te krijgen. Het moet niet rustiger worden, want ik draai nu quitte”, vertelt Ketting. Om te voorkomen dat bij Moret de boekingen teruglopen, maakt ze op haar website geen melding van de bouwwerkzaamheden. “Door de bezoekers nog gastvrijer te ontvangen dan anders, probeer ik de overlast weg te nemen”, zegt de hotelier. Toch staat ze op het punt ingrijpende maatregelen te treffen: “De huur is te hoog, die kan ik inmiddels niet meer betalen. Het is erop of eronder. Ik overweeg binnenkort de huur op te zeggen of zelfs faillissement aan te vragen”. Bijeffecten De bouwwerkzaamheden hebben volgens de ondernemers niet alleen effect op het aantal bezoekers, maar kennen ook vervelende bijeffecten. Moret: “Vanwege het gebrek aan sociale controle is laatst de deur van het hotel ingeslagen. Ook zitten er sinds kort scheuren in de muren van de pas gerenoveerde kamers. Dat komt door het slaan van de damwanden, ook al stelt
de gemeente van niet”. Het echtpaar heeft er weinig vertrouwen in dat de gemeente nog iets voor ze kan betekenen. “We worden op geen enkele manier tegemoetgekomen, ook niet financieel. Er is ons toegezegd dat we gecompenseerd zouden worden voor de schade, maar dat kan pas nadat de bouw is afgerond. Dan is het misschien al te laat”, aldus café-eigenaar Ketting. “De ondernemers die dit aangaat, zouden zich meer moeten verenigen maar we zijn allemaal te druk onze eigen zaak te redden”. Raadslid Marieke Bolle, die namens haar partij voor de VAB heeft gestemd, zegt in een reactie op het omzetverlies van de horeca aan de Veenkade: “Dit is natuurlijk heel vervelend, maar er zijn allerlei procedures voor om omzetderving te compenseren. Het is voor mij moeilijk te beoordelen of de daling alleen verband houdt met de werkzaamheden of dat het bijvoorbeeld ook met de economische crisis te maken heeft. Ik ga er vanuit dat de gemeente hierin zorgvuldig handelt. Als de ondernemers alles in het werk gesteld hebben en niet tevreden zijn omdat ze pas na de bouw gecompenseerd worden, dan zou de raad naar dit geval kunnen kijken”.
Sinéad O’Connor op Parkpop
Sinéad O’Connor staat zondag 30 juni op Parkpop. De Ierse zangeres, bekend van haar wereldhit ‘Nothing compares 2 U’ en de nieuwe single ‘4th and Vine’, is dit jaar de afsluitende act van het gratis toegankelijke popfestival in Den Haag. Ook Barry Hay en z’n band Flying V Formation en de alternatieve elektronische skaband Hoffmaestro zijn 30 juni te zien in het Zuiderpark. Hoffmaestro belooft een van de explosieve smaakmakers van Parkpop te worden. De Zweedse formatie heeft een stevige feestreputatie met hun opzwepende mix van ska, punk, elektronische muziek, rock ’n roll en reggae. De line-up van Parkpop is begin mei definitief. Parkpop wijzigt dit jaar de begin- en eindtijden: het festival start om 14.00 uur en eindigt om 22.30 uur, een uur later dan voorgaande jaren. Tijdens deze editie lanceert Parkpop een nieuw derde podium. Parkpop, Zuiderpark, zondag 30 juni, gratis toegankelijk, www.parkpop.nl
‘Een echte Botero op de schoorsteen’
Museum Beelden aan Zee houdt 25 maart een bruikleenveiling waarbij onder meer beelden en sculpturen van Auke de Vries, Man Ray en Botero onder de hamer gaan. Bieden kan al vanaf € 1.000,–. De opbrengst komt ten goede aan de tentoonstelling ‘Russia XXI. Hedendaagse beeldhouwkunst uit Rusland’. Door Annerieke Simeone
Door Jasper Gramsma
Het stuk gracht achter de tuinen van Paleis Noordeinde wordt, na negentig jaar overdekt te zijn geweest, weer opengebroken. Tegelijkertijd wordt er onder het water een 160 plaatsen tellende parkeergarage gebouwd. De werkzaamheden zijn in november begonnen en duren in ieder geval tot begin 2015. Nu er een paar maanden voorbij zijn, begint de financiële situatie voor de horeca aan de Veenkade al nijpend te worden. Het echtpaar Ron Ketting en Didi Moret heeft twee horecazaken naast elkaar op de Veenkade. Hij runt Café de BieB, zij is eigenaar van Hotel La Ville. Beiden hebben hun omzet naar eigen zeggen met dertig procent zien afnemen. Aanvankelijk waren de ondernemers enthousiast over het plan om de gracht in oude luister te herstellen. Vooral Moret ziet in eerste instantie de voordelen: “Zo’n gracht ziet er natuurlijk prachtig uit, waardoor het hier voor toeristen aantrekkelijker wordt”. Maar tegen de parkeergelegenheid, die al snel onderdeel wordt van het plan, hadden Ketting en Moret vanaf het begin bezwaar. “De bouw van de garage duurt veel te lang”, zegt Ketting. “Bovendien zijn de extra parkeerplaatsen overbodig, terwijl de bouw voor ons een hoop overlast met zich meebrengt”. De terrassen die uitzicht bieden op het bouwterrein nodigen inderdaad niet uit tot een bezoek. Het bouwlawaai maakt het er eveneens niet gezelliger op. Nu lijn 17 niet meer naast de deur stopt, blijven veel bezoekers weg. Café de BieB kan nog rekenen op stamgasten, maar Hotel La Ville is voor een groot deel afhankelijk van – wegblijvende – voorbijgangers. Om het tij te keren en de teruglopende
Museum Beelden aan Zee veilt kunst
Het zal je toch maar gebeuren. Vooraan in de museumzaal spreekt veilingmeester Arno Verkade de gevleugelde woorden ‘eenmaal andermaal’ uit en je bent een jaar lang eigenaar van een echte Niki de Saint Phalle. Of je mag het bronzen beeld ‘Bishop’ van Botero een plekje geven op je schoorsteen. Maar liefst twintig beelden en sculpturen van Museum Beelden aan Zee gaan vrijdag 25 maart onder de hamer. Daarbij zitten stukken uit eigen collectie, zoals het carrara-marmeren ‘Huis’ van Maja Hall en het bronzen beeld ‘Herma’ van Man Ray. Het beeld van Botero dat een cataloguswaarde heeft van rond de € 50.000 zal volgens Dick van Broekhuizen, hoofd collecties, bij de veiling tussen de € 1.000 en € 4.000 opbrengen. Toch niet een heel fors bedrag voor zo’n geliefd kunstenaar. “Tja”, zegt Van Broekhuizen, “je weet maar nooit. Als iemand zijn zinnen heeft gezet op een bepaald item, kan de prijs zomaar oplopen”. Wie na een jaar nog geen afstand kan doen van zijn of haar beeldje, mag het tegen hetzelfde bod met nog een jaar verlengen. Een deel van de te veilen werken is onderdeel van de huidige tentoonstelling ‘Nieuwe vangst – Aanwinsten van de laatste vijf jaar’, en kan nu al worden bekeken. De beelden worden in eerste instantie geveild onder de leden van de Sculpture Club, een groep kunstliefhebbers die het private museum financieel ondersteunt. Maar deze club mag ook andere geïnteresseerden introduceren. “Op deze manier houdt het museum de veiling exclusief en weten we dat de beelden in goede handen terecht komen”, aldus woordvoerder Charlotte Los. De bruikleenveiling is zowel voor het museum als de bieder interessant: de opbrengst komt namelijk ten goede aan ‘Russia XXI’, de grote zomertentoonstel-
ling die vanaf 28 mei te zien is in Beelden aan Zee en op het Lange Voorhout. En particulieren en bedrijven krijgen de kans een museaal werk te lenen dat anders onbereikbaar voor hen zou blijven. Maar wie eenmaal het gelukkige bod heeft uitgebracht, kan het beeld niet meteen onder zijn armen mee naar huis nemen. Er zitten wel wat haken en ogen aan de nieuw verworven creaties. De winnende bieder moet bijvoorbeeld ter plekke een intentie-overeenkomst ondertekenen met museum Beelden aan Zee. Daarin staan allerlei rechten en
Volgens museum Beelden aan Zee kan Bishop, het beeld van Fernando Botero, tijdens de bruikleenveiling zo’n € 4.000,– opleveren. > Foto: PR
plichten die de gebruiker aangaan. Zo gelden strenge eisen voor het vervoer en de verzekering. Het beeld moet bijvoorbeeld door twee mensen van de speciale kunstverhuizer Neumann & Vettin geplaatst kunnen worden. Zo niet, dan wordt het beeld weer meegenomen, terug naar het depot van het museum. Ook dient het pand waarin het beeld komt te staan, te zijn voorzien van alarm met doormelding naar de politie. Voor sommige beeldjes die een lage cataloguswaarde hebben, kan een uitzondering worden gemaakt. Die kunnen door het museum goed genoeg worden verzekerd. In 2011 organiseerde museum Beelden aan Zee voor het eerst een bruikleenveiling. Toen werd een bedrag van € 40.000,– opgehaald.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
> Foto: PR
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
stadsmens
Buitenlandse vrouwen leren in ‘groenlessen’ omgaan met natuur De opdracht was om in eigen omgeving naar vogels uit te kijken en op de eerstvolgende bijeenkomst te beschrijven hoe die eruit zien. De lesneemsters van Turkse afkomst hadden hun huiswerk goed gedaan. Maar nu nog in het Nederlands onder woorden brengen wat zij hadden waargenomen. Met z’n allen, en een zetje van lesgeefster Helma Scheeres, kwamen ze eruit met onder meer deze: ‘De zwarte vogel met witte snavel is een meerkoet’. De stichting Ontmoeting met Buitenlandse Vrouwen (OBV), die 35 jaar bestaat, heeft weer een belangrijk nieuw onderwerp op het programma. Samen met Gezonde Gronden, de stichting die streeft naar een gezonde bodem in stad of regio, ontwikkelde zij laagdrempelig (geïllustreerd) lesmateriaal over het belang van groen in de stad en duurzaam leven. Eline van Oord, die bij OBV voorlichting, pr en werving verzorgt, woonde onlangs in de Ahi Evran Moskee in Vredeoord zo’n ‘groenles’ bij. “De lessen zijn bedoeld om de taalvaardigheid te vergroten en bewust te leren omgaan met natuur en groen”, zegt ze. “Maar ook gezond eten en vaker bewegen wordt gestimuleerd”. De lessen brengen trouwens meer
in eigen land hebben gedaan”. Heel kort de geschiedenis van OBV. De stichting richt zich al 35 jaar op vrouwen die (nog) niet in staat zijn mee te doen aan reguliere educatie. Dat kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld door ziekte of de zorg voor een gehandicapt familielid. De lessen worden door vrijwilligsters bij de vrouwen thuis gegeven of ergens in hun buurt, zoals in de Ahi Evran Moskee. De vrouwen krijgen maximaal een jaar les. Daarna stroomt het overgrote deel door naar reguliere educatie of is zelfredzaam geworden.
Eline van Oord (2de van rechts): ‘Lesneemsters ontdekken ook hoe groen Den Haag is’. >Foto: Thomas Vahé
teweeg. Eline: “De vrouwen ontdekken de kikkers in de sloot en horen de vogels nu ook. Bovendien gaan ze zien hoe mooi groen Den Haag is”. Dat gebeurt aan de hand van foto’s in het lesmateriaal en de gezamenlijke uitjes. Zo is onlangs Kijkduin bezocht. De lessen omvatten de onderwerpen ‘Seizoenen’, ‘Groen in de stad’, ‘Groen groeit’, ‘Thuis tuinieren’ en ‘Samen naar buiten’. Het materiaal is toegankelijk,
maar nergens is de toon kinderachtig. “Het is afgestemd op het niveau van de lesneemsters”, reageert Annabelle Lock. Zij is stafmedewerkster ondersteuning vrijwilligsters en ontwikkelde het materiaal samen met Gezonde Gronden. “De lessen moeten aansluiten bij de belevingswereld van de vrouwen; zij hebben hun hele bagage als volwassene al bij zich. Er zullen best lesneemsters bij zijn die bijvoorbeeld al tuinieren of dat
Gezondheid De ‘groenlessen’ zijn mogelijk dankzij financiële ondersteuning van de GGD Den Haag. Deze organisatie gaf eerder geld voor lessen over gezondheid, waarin thema’s als diabetes, baarmoederhalskanker en borstkanker werden behandeld. Ook dit materiaal werd samengesteld door Annabelle Lock, samen met onder meer Mammarosa, de organisatie die in twaalf verschillende talen uitleg geeft over borstkanker. Het 35-jarig bestaan van OBV gaat niet onopgemerkt voorbij. Op 24 april is er een ontmoetingsdag voor onder anderen de lesneemsters en lesgeefsters. “Het
thema is kennismaken met elkaar en met elkaars talenten. Groen komt uitgebreid aan bod, want Gezonde Gronden is die dag ook aanwezig”, zegt Annabelle Lock, die plannen heeft voor nieuwe lessen. “We gaan materiaal ontwikkelen over ouders en het jonge kind om te stimuleren dat ouders meer betrokken raken bij school en veilig spelen”. In het kader van het jubileum houdt OBV in het najaar een groot symposium. Eline van Oord: “Met andere taalaanbieders praten we dan over de toekomst. We gaan bekijken hoe we nog beter met elkaar kunnen samenwerken. In deze tijd van bezuinigingen is dat nodig”. Ze heeft op de valreep goed nieuws. “Ik werk aan het jaarverslag van 2012. In 2011 stroomde 70 procent van de vrouwen die wij lesgeven door of werd zelfredzaam, in 2012 is dat gestegen naar 75 procent. Het betekent dat drie van de vier vrouwen zelfredzaam wordt. Geweldig! Zelfredzaamheid is toch ons hoofddoel”. Joke Korving Voor non-profit organisaties in Den Haag is het materiaal gratis digitaal op te vragen bij Amina Karbache (
[email protected]) of (070) 3456005.
Ingezonden mededeling
Matthäus Passion Vr 29 maart 19.00 uur Za 30 maart 19.00 uur Bachs muzikale eerbetoon aan het lijden en sterven van christus wordt dit jaar gedirigeerd door Jan willem de Vriend, Bachkenner bij uitstek. Jan Willem de Vriend dirigent Jörg dürmüller evangelist Geert smits christus henriette Bonde-hansen sopraan stella doufexis alt seil Kim tenor thomas Bauer bas Residentie Bachkoor haags Matrozenkoor Bach Matthäus Passion 1e rang € 38,- | 2e rang € 32,50 | 3e rang € 20,- | < 27 jaar € 10,-
Rudolf BuchBindeR in Gershwins Pianoconcert Vr 12 april 20.15 uur Zo 14 april 14.15 uur een van ’s werelds meest gerenommeerde pianisten is terug in Den haag met Gershwins Pianoconcert: overrompelende muziek die het midden houdt tussen de romantiek en de amerikaanse muziek van de jaren twintig. lawrence foster dirigent Rudolf Buchbinder piano Getty ouverture ‘Plump Jack’ Gershwin Pianoconcert in F Ravel Pavane pour une infante défunte Ravel rapsodie espagnole Ravel alborada del gracioso Ravel Boléro 1e rang € 38,- | 2e rang € 32,50 | 3e rang € 20,- | < 27 jaar € 10,-
Rudolf Buchbinder alle concerten vinden plaats in de Dr anton Philipszaal, Den haag. KaaRten Bestellen: t 070 88 00 333 of residentieorkest.nl
5
actueel<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
‘Laan Copes van Cattenburch slachtoffer van Centrumring’ Door Adrie van der Wel
Dankzij een onbetrouwbaar gemeentebestuur zijn de bewoners van de Laan Copes van Cattenburch het slachtoffer van het Verkeerscirculatieplan voor het centrum van Den Haag. Dat zegt hun woordvoerder A. Oomen. Hij ging deze week namens de bewoners in hoger beroep bij de Raad van State tegen enkele verkeersbesluiten die de basis vormen van het plan voor de nieuwe Centrumring. Met dat plan wordt de binnenstad ontlast en de luchtkwaliteit daar verbe-
terd, vindt de gemeente. Daarnaast wordt de leefbaarheid in de binnenstad bevorderd. Maar dat heeft zijn keerzijde. Door de verbanning van het autoverkeer uit de binnenstad is de Laan Copes van Cattenburch onderdeel geworden van de Centrumring. En dat was volgens Oomen nu juist niet de bedoeling. Hij wijst op twee moties die door de Haagse gemeenteraad in de afgelopen 10 jaar zijn aangenomen. In die moties wordt de wens uitgesproken om de Centrumring noordelijker van de Laan Copes te laten lopen via de Hu-
bertustunnel en de Teldersweg. Van die moties is niets terechtgekomen. Vanwege veranderde inzichten, betoogde de advocaat van de gemeente. Bij die noordelijke variant zouden er bovendien ongelijkvloerse kruisingen komen bij de Scheveningseweg en de Stadhouderslaan. Maar omdat die veranderingen niet zijn gerealiseerd, ziet de gemeente zich niet meer gebonden aan de moties. Volgens Oomen is er sprake van een onbetrouwbare overheid. De verlegging van de Centrumring naar het Telderstracé heeft volgens de
gemeente ook niet het effect dat de Laan Copes minder verkeer zal krijgen, zoals de bewoners wensen. Weliswaar betekent dit nu een toename van verkeer en verslechtering van de luchtkwaliteit op de Laan Copes en de Burgemeester Patijnlaan. Maar dat wordt gecompenseerd door een verbetering van de luchtkwaliteit in de binnenstad. De Haagse rechtbank vond dit niet onredelijk. De Raad van State mag nu in laatste instantie oordelen of dat zo is. De uitspraak volgt over zes weken.
Duurzaamheid onder één dak Om de stad voor 2040 klimaatneutraal te maken, bundelen verschillende duurzaamheidsprojecten hun krachten. Vanaf april starten ondermeer het Klimaatfonds Haaglanden en het Platform Duurzaam Den Haag een samenwerkingsverband in een nieuw pand aan de Brouwersgracht onder de naam Duurzaamheidscentrum Den Haag. Door Jasper Gramsma
Het Duurzaamheidscentrum (DC) moet het nieuwe platform zijn waar kennis en ervaring over energiebesparing en CO2-uitstoot samenkomen. Door nauw samen te werken met partners uit het bedrijfsleven moet het DC effectief bijdragen aan de klimaatdoelstelling. In 2040 moet de stad namelijk volledig klimaatneutraal zijn. Daarom komt er een fysiek centrum in het pand op de Brouwersgracht 2. Het is de bedoeling dat Haagse bewoners en ondernemers zich hier laten inspireren om zelf ook maatregelen te nemen. De reden om voor deze locatie te kiezen is vooralsnog onduidelijk, evenals de concrete invulling die het centrum krijgt. Naar verwachting opent het Duurzaamheidscentrum in april zijn deuren. De bundeling met een aantal andere organisaties in het DC is niet doorgegaan, zoals het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN). Het IVN wil wel inhoudelijk participeren, maar ziet een verhuizing niet zitten vanwege de ‘behoorlijke investering’ die dat vraagt. Ook het HaagsMilieuCentrum heeft zich niet bij het initiatief aangesloten. Directeur Frans van der Steen: “We wilden in eerste instantie heel graag meedoen, het was oorspronkelijk zelfs ons idee. Maar in de vorm die het centrum nu gekregen
heeft, maken de gemeente en het bedrijfsleven de dienst uit. Het is onze functie een positief kritisch geluid te laten horen, daar hoort niet bij dat je aan handen en voeten gebonden bent”. Wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA, Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie) is desondanks verheugd door een grotere slagkracht op het gebied van duurzaamheid: “Zo zorgen we ervoor dat Den Haag een groene stad blijft met gezonde lucht, duurzame woningen, verantwoord ondernemen en een bloeiende economie. Ik ben blij dat we samen met Haagse bedrijven en instellingen tot een dergelijk centrum kunnen komen”.
Siemens Eén van de partners in het DC is het elektronicabedrijf Siemens, dat sinds jaar en dag in Den Haag resideert. Met de deelname aan het centrum wil het bedrijf een lokale bijdrage leveren aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Wij willen graag met onze technologie helpen het duurzaamheidsstreven in Den Haag te ondersteunen. Het centrum geeft meer zichtbaarheid aan de duurzame initiatieven en heeft een aanjaagfunctie om de stad vooruit te helpen”, aldus een woordvoerder van Siemens. Over ideeën om de klimaatdoelstelling te behalen zegt hij: “Met de andere partners spreken we over de aanpak van gebouwen in de stad om energie te besparen en de mogelijkheden om de uitstoot van het openbaar vervoer te verminderen”. De reductie moet worden bereikt door meer bekendheid te creëren over de klimaatdoelstelling en burgers en bedrijven actief te betrekken bij de ontwikkeling van duurzame ideeën. Met het centrum is structurele subsidie van 400.000 euro gemoeid.
De woningbouwcorporaties in de grote steden, en dan met name in Den Haag, moeten volgens wethouder Norder te veel bijdragen aan de bezuinigingen van het Rijk. Daardoor kunnen er in Den Haag nauwelijks huizen worden gebouwd voor de laagste inkomens. Juist in die categorie stagneert de Haagse huizenmarkt het meest. Huurders in die sector verhuizen niet omdat zij in hun nieuwe huis een hogere huur moeten betalen. Nieuwkomers op de woonmarkt
blijven langer thuis wonen, aldus wethouder Marnix Norder (PvdA, bouwen en wonen), “zelfs als ze kinderen hebben”. Toch wil hij nog niet over woningnood spreken. Dat de bezuinigingsoperatie van minister Blok (VVD, wonen) nadelig uitvalt voor Den Haag ligt aan de verdeelsleutel die het ministerie toepast. Voor elke woning die een corporatie in bezit heeft, moet 750 euro worden afgedragen. Dat geld moet opgebracht worden door de huren te verhogen. Maar volgens Norder heeft de minister
De Amerikaanse groep Crosby, Stills & Nash doen 14 juli het World Forum Theater aan. Een dag eerder treden de mannen op tijdens Bospop. De formatie, die werd opgericht in 1968, bestaat uit de zangers David Crosby, Stephen Stills en Graham Nash. Later trad ook Neil Young toe tot de groep. Met hem namen de mannen verschillende albums op, waarvan Déjà Vu het best scoorde. De zangers hadden hits als Our House en Teach Your Children. Komende vrijdag start de kaartverkoop.
Wassenaar leidt Diligentia Hendrik Wassenaar (45) wordt de nieuwe directeur van de Theaters Diligentia en Pepijn. Wassenaar volgt Erik Pals op, die recent is benoemd als algemeen directeur RO theater in Rotterdam. Wassenaar zal per 1 juni officieel in dienst treden bij de Theaters Diligentia en PePijn. Tot die tijd blijft hij directeur van het AFAS Circustheater bij Stage Entertainment, waar hij reeds zeven jaar werkzaam is. Wassenaar was eerder general manager in exclusieve hotels in Nieuw Zeeland en Oostenrijk. Naast zijn werk is Hendrik Wassenaar onder meer bestuurslid van de Stichting Marketing Scheveningen en van de Hospitality Management Club.
Gratis stallen in Biesieklette
Monument voor verongelijkte burger Op de plekken in het centrum waar wordt gesloopt, vallen tijdelijk gaten in de beeldengalerij. Maar de collectie blijft groeien. Net is een nieuwe aanwinst geplaatst: ‘Calimero’ van David Bade. Het oorspronkelijk uit de koker van een Italiaanse tekenaar gekomen kuiken werd beroemd met klagen over de anderen: altijd groter. Bade heeft met twee kleintjes, de één zittend op de schouders van de ander, een monument willen oprichten voor de verongelijkte burger. Op de schouders ? Jawel. De anatomie van de kuikens volgt de fantasie van de maker. Het brons is zorgvuldig donker gepatineerd, bijna wit zijn de eierschaalhoedjes van beide Calimeros en op de rug van één van hen is met de dikke kwast de vlag van Curaçao aangebracht. Want ook op het Caribische eiland, zo weet Bade, die daar is geboren, tiert het Calimero-complex.>Foto: Courtesy Stroom.
Norder wil dat corporaties minder betalen Door Casper Postmaa
Crosby, Stills & Nash in Den Haag
een verkeerd beeld van de draagkracht van de corporaties in de grote steden: “Ook in de sociale sector heb je woningen die nog goedkoper zijn dan de rest. Die huizen hebben meestal heel lage huren, Den Haag heeft veel van die huizen. Als je de huur van een woning in de Schilderswijk, van laten we zeggen 325 euro, verhoogt met twee procent, levert dat veel te weinig op om aan de eis van minister Blok te voldoen”. Het directe gevolg is dat Haagse corporaties nieuwe bouwplannen niet uitvoeren, of beperken, omdat het geld nodig is
om de minister te betalen. De stagnatie op de huizenmarkt zal daardoor worden versterkt, verwacht Norder. In een brief aan de minister pleit hij voor een andere verdeelsleutel waarbij de grote steden enigszins worden ontzien en rekening wordt gehouden met de taken die de corporaties in de stadsvernieuwingsgebieden moeten uitvoeren. “Corporaties in andere delen van het land hebben het wat dat betreft makkelijker”. Minister Blok verwacht in het totaal een bedrag van 1,75 miljard van de Nederlandse woningbouwverenigingen.
De gemeente start een proef waarbij het niet meer is toegestaan je fiets op of rond de Grote Markt te zetten. Om te zorgen dat iedereen toch zijn fiets kan stallen, zijn vanaf 1 april gratis plekken vrijgemaakt in de Biesieklettes bij de Grote Markt en op de Voldersgracht. Ook gaat de Biesieklette in de Grote Halstraat in de avonduren open. Na een dag gratis stallen moet er wel betaald worden: de tweede dag 50 cent, de derde en volgende dagen 2,50 euro per dag. Een fiets mag maximaal zeven dagen in de stalling blijven staan. De proef duurt een jaar. Voorafgaand aan de proef worden bezoekers van de Grote Markt gewaarschuwd. Fietsen die daarna toch buiten een stalling staan, worden verwijderd en naar de Biesieklette bij de Grote Markt gebracht. Wordt de fiets daar niet opgehaald, dan gaat hij na zeven dagen naar het fietsdepot op de Binckhorst. Na 1 mei worden verwijderde fietsen rechtstreeks naar het fietsdepot gebracht.
Ondernemershuis breidt uit Wethouder Henk Kool (Sociale zaken, Werkgelegenheid en Economie) heeft het vernieuwde Haags Ondernemershuis aan de Vaillantlaan geopend. In het Ondernemershuis werken de gemeente, de Kamer van Koophandel en andere organisaties samen om ondernemers van informatie en advies te voorzien. Met de uitbreiding van diensten is het Ondernemershuis meer dan voorheen het knooppunt voor ondernemers die een bedrijf willen starten, uitbreiden of stoppen. De dienstverlening is nu meer toegespitst op de wensen van de ondernemers. Nieuw in het Ondernemershuis is het loket Haags Retail Punt. Daar kunnen ondernemersverenigingen en leden van Bedrijven Investeringszones (BIZ’en) cursussen volgen, winkelstraatschouwen aanvragen en een lijst met winkelstraatmanagers en -ondersteuners raadplegen. Verder opent een BizCampus de deuren. Deze is bedoeld voor individuele ondernemers. Zij kunnen op de campus terecht voor trainingen, workshops en cursussen.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Het Haagse Bos was te klein
Het bombardement van het Bezuidenhout trekt door jarenlange geheimzinnigheid over de oorzaak, nog steeds de aandacht van de media. In 1972 werden geheime dossiers in het National Archives in London over het bombardement openbaar. Hierin lezen we wat er werkelijk fout ging op 3 maart 1945. Het bombardement was een uiterste
Brandende snippers woeien door de straten en staken verderop nieuwe branden aan poging van de Britse luchtmacht om de lancering van Duitse V2-raketten te stoppen. Ze veroorzaakten in Londen duizenden doden en het dodental liep op, ondanks luchtaanvallen met kleine jachtvliegtuigen op de vele V2-doelen in en rond Den Haag. De Britse regering besloot daarom tot een aanval met middelzware bommenwerpers. In de ochtend van 3 maart 1945 waren deze bommenwerpers voor het eerst beschikbaar voor een aanval op het Haagse Bos. Op 2 maart kregen enkele eskaders op-
dracht voor een aanval op twee richtpunten op de Leidsestraatweg, met de coördinaten H.037-V.043 en H.042V.064. Bij het verspreid neerkomen van de bommen zou het grootste deel van het Haagse Bos worden verwoest. Dat op een allerlaatste luchtfoto geen V2’s in het bos meer waren te zien, veranderde weinig. Elk ander V2-doel was te klein voor deze bommenwerpers. De commandant van de eskaders, Basil Embry, vond het Haagse Bos zelfs te klein voor zijn bommenwerpers en hij vroeg garantie dat woonhuizen vanaf 1000 yard (914 meter) vanaf de twee richtpunten niet werden bewoond. Door onnauwkeurige communicatie kreeg hij een geruststellend, maar verkeerd antwoord. Hij dacht dat het Bezuidenhout tot zover als de Juliana van Stolberglaan was ontruimd en liet de aanval doorgaan. De volgende morgen om negen uur arriveerden Britse, Franse en Nederlandse bommenwerpers boven Den Haag. Daarvan bombardeerden 27 vliegtuigen het westelijke richtpunt in het Haagse Bos. De andere 24 bommenwerpers hadden een doel in het Bezuidenhout. Zij kwamen van een ander vliegveld, waar de inlichtingenofficieer de verkeerde coördinaten meegaf. Hij had verticaal en horizontaal verwisseld en tekende het richtpunt in het Bezuidenhout.
De locatie van de eerste bominslagen is goed te zien op deze fotoserie van grote hoogte. >Foto: Royal Air Force
De groep van 27 bommenwerpers moest het onder een wolkendek verscholen bos met behulp van radioapparatuur bombarderen. Dat ging op een verschrikkelijke manier mis. De noordenwind was tijdens het bombardement veel sterker dan men voor de aanval had opgekregen. De bommen vielen nu ver voor en ver naast het westelijk richtpunt, in het verlengde van de Emmastraat. Ze vielen op het Korte Voorhout en in het Bezuidenhout
tot zover als de Theresiastraat. Het doel van de andere groep was door een gat in de bewolking goed zichtbaar en deze vliegtuigen bombardeerden ‘op zicht’. De bommen van deze groep vielen op het foute richtpunt in het Bezuidenhout. Op dat moment was de schade nog beperkt tot plekken waar de bommen neerkwamen, maar de aantrekkende wind blies de door bommen veroorzaakte branden verder de wijk in, richting
Schenkkade. Brandende snippers woeien door de straten en staken verderop in de wijk nieuwe branden aan. De van veel materieel en personeel beroofde brandweer kon het werk niet aan. In de nacht had de Haagse brandweer geen brandstof meer voor de waterspuiten. In een eerste verklaring schreef de geschrokken Britse luchtmacht de schade buiten het doelgebied toe aan de onverwacht sterke wind. De spoedig hierna ontdekte fout van de verwisselde coördinaten hield men geheim tot 1972. Tot die tijd ontstonden er nieuwe theorieën van mensen die niet geloofden in de verkeerde wind. Volgens één complottheorie moest het bombardement een luchtaanval op communisten in het Bezuidenhout camoufleren. Maar waarom er naast een bom op het onbekende huis van de communisten nog bommen moesten vallen op minstens vijftien andere straten, wijd verspreid over het Bezuidenhout en ook nog bommen op het Korte Voorhout, blijkt verder nergens uit deze theorie. De werkelijke oorzaak wordt duidelijk na een dag onderzoek in het Londense National Archives. Niet alleen werden er coördinaten verwisseld, maar wie de in 1972 vrijgegeven Britse dossiers vergelijkt met de Haagse, ziet dat bijna veertig procent van de slachtoffers van 3 maart te wijten was aan een verkeerde inschatting van de wind. Basil Embry had dus gelijk toen hij vond dat het doel te dicht bij woonhuizen lag. Het Haagse Bos was te klein voor dit bombardement. Jan van Wandelen www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
Twijfelt u aan de hoogte van uw WOZ-waarde? Wij maken voor u kosteloos bezwaar! Bezwaar maken heeft vaak zin!
Deze maand ontvangt u uw nieuwe WOZwaarde. Deze waarde wordt door verschillende instanties gebruikt om belastingen of heffingen aan u op te leggen. Denk hierbij aan de gemeentelijke onroerendezaakbelasting, de waterschapsheffingen en het eigenwoningforfait voor de inkomstenbelasting. Ook wordt de WOZ-waarde gebruikt voor de waarde van woningen die u via erfrecht verkrijgt (erfbelasting) en voor de waarde van andere woningen in box 3. Een te hoge WOZ-waarde kan voor u dus grote financiële gevolgen hebben voor vele jaren (zeker indien u via erfrecht hiermee te maken krijgt)
Een goed bezwaarschrift loont! Wij als lokale NVM-makelaar / taxateur controleren of de waarde te hoog is. Als dit naar onze mening het geval is dan maken wij met behulp van onze jurist voor u kosteloos bezwaar! Deze combinatie geeft u de meeste kans op succes en kan u honderden tot zelfs duizenden euro’s besparen.
WOZ
WAARDE TE HOOG?
Wij helpen u gratis! U heeft slechts 6 weken de tijd om bezwaar te maken, dus wacht niet langer! Als u in het gelijk wordt gesteld dan ontvangen wij een vergoeding van de gemeente. Dit kost u uiteindelijk dus niets. Winnen we niet? Dan betaalt u ook niets!
Wat moet u doen! Een telefoontje naar 070 324.03.30 of een mailtje aan
[email protected] met uw naam en uw contactgegevens is voldoende.
Wassenaarseweg 3, 2596 CD ‘s-Gravenhage T. 070 - 324 03 30, E.
[email protected] WWW.VANSEVENTER.COM Sonos H-a-h.indd 1
24-02-13 22:01
7
regio<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
Einde ambtstermijn nabij: Hoekema blikt terug en kijkt vooruit
‘Had ik niet meer kunnen doen?’
verreck
Boekentheater
Burgemeester Jan Hoekema: ‘Ik heb altijd heel goed dingen kunnen combineren’. > Foto: C&R
De ambtstermijn van de Wassenaars burgemeester Hoekema loopt deze zomer af. Hij is ‘in’ voor een nieuwe termijn van zes jaar, maar of het zover zal komen, is de vraag. De burgemeester is door een reeks incidentjes zijn onomstreden status kwijtgeraakt. De leden van VVD en WWW (Wat Wassenaar Wil) zijn tegen een tweede termijn. Door Gilles Boeuf
WASSENAAR -In de werkkamer van burgemeester, voormalig lid van de Tweede Kamer en oud-diplomaat Jan Hoekema (1952) schijnt de zon warm naar binnen maar het recente drama rond de dood van de 13-jarige Wassenaarse jongen Anass Aouragh is nog vers. “Je hoort veel drama’s in Nederland via de televisie maar als het dan zo dichtbij komt, doet dat natuurlijk wel wat met je”. De burgemeester begint er meteen over en ook in zijn berichtgeving op zijn blog en via Twitter valt te lezen wat de rol van burgemeester in zo’n geval met zich meebrengt. “De functie van burgemeester is zeer veelzijdig. Je bent burgervader, maar ook ambassadeur, het gaat over geld en over allerlei inhoud. Bij zo’n drama als dit moet je wel je agenda aan de kant kunnen schuiven”. De rol van burgemeester zou Hoekema graag, zijn ambtstermijn loopt 1 juli af, nog eens zes jaar op zich nemen. Al was
het niet makkelijk voor een D66-man om in een ‘VVD-dorp’ aan de slag te gaan. “Dat was bijzonder. Toen mijn benoeming in 2007 plaatsvond, zat de VVD in de oppositie en had gehoopt, erop gerekend, zelf de burgervader- of moeder te kunnen leveren”. De verhoudingen waren slecht. “Elke burgemeester zegt over zijn gemeente dat die lastig is, maar Wassenaar is denk ik een behoorlijke uitdaging. De verhoudingen in de raad zijn sterk gepolariseerd, gepolitiseerd zelfs en dat maakt het lastig. Ik heb mij ingezet met hart en ziel maar het is geen ‘piece of cake’ ”. Kritisch De burgemeester kijkt niet op elk moment van de afgelopen jaren met voldoening terug. De verhoudingen waren gespannen en het heeft heel lang geduurd eer daar nu ‘misschien iets meer ontspanning in is gekomen’. “Ik had gehoopt dat wij iets verder zouden zijn met onze bestuurscultuur”. Ook zijn eigen rol is niet altijd onbesproken gebleven. De medewerking die hij multimiljonair David Hart gaf bij zijn poging een vergunning voor een heli-landingsplaats te verkrijgen, wekte woede in het dorp en dan waren er nog de pizza’s waarmee de burgervader in de haast zonder te betalen de supermarkt uitliep. Ook de boze sms die hij ten tijde van de seksrel begin vorig jaar aan de fractievoorzitter van WWW stuurde, toen die weiger-
de om raadsvragen over de rel in te trekken, viel niet overal goed. En dan was er de crisis in december van vorig jaar waarbij het voltallige college opstapte, Hoekema is er zelf van overtuigd dat hij dat tij niet kon keren. “Je bent zelf natuurlijk altijd kritisch op ‘had ik niet meer kunnen doen’ maar ik ben ervan overtuigd dat ik de crises niet kon voorkomen. Ik hoop daarom echt dat we met het nieuwe college een goede doorstart kunnen maken”. De leden van de VVD zijn op hun beurt wel van mening dat Hoekema het anders had moeten doen. Recentelijk hebben zij zich in een ledenvergadering uitgesproken tegen een terugkeer van de burgemeester. Ook WWW (Wat Wassenaar Wil) zegt bij monde van partijvoorzitter Hendrickx dat ‘WWW een burgemeester zoekt die politieke processen goed kan managen en daar voldoet Hoekema niet aan’. Verhouding De drie nieuwe wethouders van buiten het Wassenaarse, Leendert de Lange (VVD), Fatma Koser Kaya (D66) en Eppe Beimers (CDA) zijn nu enkele weken aan het werk in het dorp. “Ik hoop met name dat we in die bestuurscultuur stappen kunnen zetten om tot een verbeterde verhouding tussen de raad en het college te komen en ook binnen de raad”. Wat dat betreft kon het voorstel van Professor van den Berg, later overgenomen door Bruno Bruins, om
met wethouders van buiten te werken, op zijn instemming rekenen. “Ik heb de wethouders zelf niet gekozen maar ik ben door Anouk van Eekelen, fractievoorzitter van de VVD, goed betrokken geweest. Complimenten aan haar wat dat betreft, ze heeft heel goed haar verantwoordelijkheid genomen”. Bestendig De verschillende rollen die een burgemeester volgens Hoekema vervult, combineert hij met talloze bestuursfuncties. Driekwart daarvan in de culturele sector. “Ik heb altijd heel goed dingen kunnen combineren. Ik ben denk ik geboren met een grote dosis energie en kan heel veel aan”. Van stress heeft hij geen last. “Je moet natuurlijk wel je eigen grenzen kennen en prioriteiten stellen”. In zijn loopbaan heeft hij internationale ambities afgewisseld met lokaal bestuur en is zo ‘toch weer in het lokale beland’. “Ik wilde de wereld verbeteren vroeger, daarmee is mijn internationale ambitie verklaard en ik wil ook Nederland en Wassenaar een beetje verbeteren en daar is mijn lokale ambitie mee verklaard”. Wat hem betreft is het werk nooit af en heeft hij veel zin in een nieuwe termijn. “De afgelopen weken hebben mij gesterkt in die mening. Er eerst nu de overtuiging dat we als college goed willen delen met de raad, het zorgvuldig willen doen”.
Eindelijk overeenstemming over Stanislascollege RIJSWIJK - Na jaren van onenigheid zijn Lucas Onderwijs en de gemeente Rijswijk tot een huisvestingsconvenant gekomen over de toekomst van het Stanislascollege. De leerlingen van het praktijkonderwijs en het VMBO van het Stanislascollege gaan vanaf mei 2015 onderwijs volgen in één gebouw aan de Henriëtte Roland Holstlaan. Dit gebouw zal voor 5,7 miljoen worden gerenoveerd waarvan
4,2 miljoen voor rekening komt van de gemeente. In 2007, in een eerder convenant, was er sprake van dat de school voor voortgezet onderwijs gehuisvest zou worden in het voormalige TH-gebouw. Met dat doel voor ogen heeft de gemeente Rijswijk die locatie toen aangekocht. De in Rijswijk over drie locaties verspreidde school, zou daarin worden gehuisvest en er zou worden
onderzocht of er op die locatie ook een ‘Technocentrum’ kon worden gerealiseerd. De ontwikkelingen op de vastgoedmarkt vanwege de economische crises hebben de situatie drastisch veranderd. De gemeente heeft de TH-locatie aangekocht maar is van mening dat de school haar financiële verplichtingen voor de ontwikkeling van de locatie niet is nagekomen. De school beroept zich op ‘on-
verwachte omstandigheden’ waardoor ze niet in staat was de plichten uit het convenant te vervullen. De gemeente Rijswijk heeft om juridische procedures te voorkomen niet vastgehouden aan het convenant uit 2007. Met de keuze voor de H. Roland Holstlaan komen de andere locaties, de TH, de Burgemeester Elsenlaan en de Generaal Vetterstraat vrij voor herontwikkeling.
In Buenos Aires heb ik de mooiste boekhandel ter wereld bezocht. El Ateneo, 101 jaar oud. Ze hebben er prachtige boeken, onder anderen van C. Nooteboom en ‘L. Dewinter’, maar de definitieve schoonheid schuilt in de lokatie: het is een theater. In de zaal vind je de schappen met wereldliteratuur, geschaard om een uitsparing waarin roltrappen leiden naar het beeld- en geluidgedeelte in de orkestbak. In de foyer liggen op presenteerblaadjes rijk gefotografeerde boeken, uiteraard ook een aantal met als onderwerp het sprookjesleven van Máxima Zorreguita. Op de balkons zijn filosofische en andere wetenschappelijke werken te vinden. Ze hebben er ook enige fauteuils laten staan waarin je met een boek naar keuze kunt wegzakken om je te laten meevoeren in dit theater der letteren. Op het toneel is een lunchroom met gemakkelijke banken. Kijk je op van je boek dan zie je in de lucht de trekkenwanden, waaraan ooit decorstukken hingen. Het plafond van de zaal is rijk gedecoreerd. El Ateneo is vrijwel altijd geopend en het is er aanhoudend druk. Hier komen twee van mijn favoriete werelden samen: theater en literatuur. Het mooie is: niet alleen de boeken spelen hier een rol, ook de bezoekers maken deel uit van het doorlopende toneelstuk. Denkend aan Holland, zie ik de oude Selexyz Verwijs-winkel in de Passage, hoe treffend inmiddels omgevormd tot Apple-tempel. Maar mijn geloof blijft overeind: het boek zal nooit verdwijnen, sterker nog: lezen zal ons op de been houden. Vorig jaar beleefden we aan de vooravond van de Boekenweek op het Spui voor de Centrale Bibliotheek een geslaagde manifestatie voor een ‘Betere Samenlezing.’ Een flashmob met ruim tachtig Hagenaars die vijf minuten lang doodstil op het drukste punt van de stad stonden te lezen: het Haags Boekenballetje. Er werden balletjes uitgereikt aan de deelnemers, die daarop woorden schreven, waarvan na afloop een lyrisch geheel gemaakt werd. (Zie het YouTube-filmpje ‘Haags Boekenballetje 2’). Ook dit jaar zullen Haagse literatuurminnaars zich weer verzamelen voor een theatrale bijeenkomst ten behoeve van die betere samenlezing. Geen flashmob, want die is na vorig jaar niet te overtreffen, nu vindt het Haags Boekenballetje plaats tijdens de muzikale talkshow Verreck Zondagmiddag in Theater Dakota op 10 maart om 16.30 uur. Er zullen weer woorden verzameld worden voor een nieuw gedicht en klasse-artiesten als Frans de Leef, Jeanette Scheffer, Mylène d’Anjou, Paul Pleijsier en schrijfster Ilona Verhoeven gaan optreden. Omhoog dat doek voor het boek! Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Een jaar voor de verkiezingen:
Tijd voor persoonlijke ambities Door Jan van der Ven
Na een week voorjaarsreces is de gemeenteraad weer aan de slag gegaan. Alsof er niets aan de hand is. Maar schijn bedriegt, want er is wel degelijk iets aan de hand. Over een jaar namelijk zijn er verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraad en de onrust die dat teweeg brengt, is nu al merkbaar. Soms in achterkamertjes, soms heel openlijk. Zoals in de wandelgangen van de gemeenteraad. Wie dook daar ineens, na drie jaar afwezigheid, op? Wouter Booij, die nog niet zolang geleden de Jonge Socialisten in Den Haag/ Leiden aanvoerde. Waarom is Wouter Booij ineens zo opvallend aanwezig in de wandelgangen? Hij maakt er zelf geen geheim van. Gevraagd en ongevraagd zegt hij: “Het wordt tijd dat de raadsfractie van de PvdA wordt verjongd. Ik wil dus raadslid worden”. Met nog een jaar te gaan naar de raadsverkiezingen zijn de politieke partijen steeds meer met zichzelf bezig, wat ook geldt voor de vier partijen die de huidige coalitie vormen (PvdA, VVD, D66 en CDA). Het komende jaar wordt vooral gebruikt om het eigen profiel op te frissen, aan de hand van een verkiezingsprogramma en natuurlijk met een klinkende kandidatenlijst in de hand met voorop een lijsttrekker waar niemand omheen kan. Maar zover is het nog lang niet, eerst moeten de verkiezingsprogramma’s worden geschreven en moeten commissies van deskundigen zich buigen over de vraag wie straks bekwame kandidaten voor de gemeenteraad zijn. En dan is er natuurlijk de meest prangende vraag voor elke partij: wie wordt straks de lijsttrekker? Intussen wordt wel de balans opgemaakt bij de vier genoemde coalitiepartijen. De kleinste partij, het CDA, zette er vanaf het begin stevig de sporen in. Met Karsten Klein als wethouder en politieke voorman viel niet te marchanderen. Zijn harde hand liet zich overal voelen, tot in de kleinste uithoeken van zijn eigen fractie. Klein duldt geen tegenstand, zoals onlangs weer eens bleek uit de slag die hij leverde rond het ADO-dossier met D66fractievoorzitter Rachid Guernaoui. Omdat er geen tegenspelers te vinden zijn in de christendemocratische gelederen, zal Klein opnieuw lijsttrekker worden. Bagagedrager Voor D66 liggen de kaarten op dit moment minder helder. Kan en durft er
Wouter Booij, nog niet zolang geleden aanvoerder van de Jonge Socialisten in Den Haag/Leiden, zou wel raadslid van de PvdA willen worden. > Foto: PR
iemand om D66-wethouder Marjolein de Jong heen? Ze zorgde drie jaar geleden voor een fraaie winst (van 2 naar 6 raadszetels). Weliswaar via de bagagedrager van landelijk leider Alexander Pechtold, maar ze loodste de Democraten vervolgens de coalitie in. Om daarna zelf wethouder te worden. De Jong heeft zich stevig laten gelden, met een steeds scherper oog naar de huidige fractievoorzitter Rachid Guernaoui. Want die maakt momenteel zijn kansberekeningen voor het lijsttrekkerschap. Zal hij het straks gaan wagen? Of zal er nog een andere kandidaatlijsttrekker opduiken, in de persoon van wethouder Ingrid van Engelshoven? De onduidelijkheid die momenteel in D66 heerst, raakt soms ook de vrede in de coalitie, want steeds vaker wordt er gezucht over de onhandige bestuursstijl van de partij. Onhandigheid die soms zelfs gevaarlijke aspecten krijgt, zoals onlangs nog tijdens het debat over het bestemmingsplan OostduinArendsdorp. D66 kwam toen op het nippertje en zonder enig vooroverleg met de coalitiegenoten met een wijzigingsvoorstel de nieuwbouw daar wat minder fors te maken. Om zodoende
uw mening
het groene gezicht wat op te poetsen. Het neveneffect was fikse irritatie bij de andere coalitiepartijen. De VVD kent een ander probleem, waar de partij het komende jaar aan moet werken. De partij verloor oogappel Sander Dekker aan het kabinet, hij werd er staatssecretaris. De opvolging van Dekker werd intern gladjes geregeld, fractievoorzitter Boudewijn Revis werd probleemloos wethouder van financiën en eerste man van de partij. Hij zal later worden gekozen tot lijsttrekker. Revis moet dan zelf in de praktijk gaan bewijzen wat hij in een eerder stadium bedacht toen hij campagnemanager was van de landelijke VVD-campagnes. Hij moet al doende uit de schaduw van zijn voorganger Dekker zien te komen. Kalm Zo kalm als het kabbelt in de VVD, zo onvoorspelbaar ziet het komende jaar er voor de PvdA uit. Centrale vraag is wie er lijsttrekker wordt. Wordt het opnieuw Jeltje van Nieuwenhoven? Die werd drie jaar geleden onverwacht ingezet als stemmentrekker. Het lukte, de PvdA werd de grootste partij van Den Haag. Van Nieuwenhoven kreeg vervolgens
Haagse Harry
Tramlawaai Sinds de traimrails op het Lage Zand richting Kalvermarkt vervangen zijn, is het geknerp en gepiep van de tram niet om aan te horen. Vele omwonenden hebben al geklaagd, vooral natuurlijk zij die boven de tram wonen, maar ook wij, in onze toren De Kroon aan het Lage Zand.
Sinds de sluiting van de Bosbrug nabij het Korte Voorhout is het nog erger (kan dat, ja dat kan) geworden. Er rij-
Omdat HTM zich stoïcijns verschanst in weet ik waar, leek het me goed jullie te informeren. Ik ben benieuwd of de HTM reageert. Wij komen er niet doorheen. Anna Ofman
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
© Marnix Rueb
HTM heeft in een in de buurt verspreide informatiebrief laten weten het lawaaiprobleem op te zullen lossen. Dit is volgens hen gebeurd door het storten van porfier tussen de niet-geasfalteerde rails. Dit heeft zo goed als geen effect gehad wat het verminderen van lawaai betreft.
den hier nu drie extra trams vanwege omleidingen gedurende minimaal een jaar.
de bijna onmogelijke taak de fractie bij elkaar te houden. Uitgezonderd de stemming over het Spuiforum, toen het PvdA-raadslid Verspuij als enige van zijn fractie tegenstemde, is Van Nieuwenhoven erin geslaagd de verschillende stammen, waaruit de fractie bestaat, bij elkaar te houden. Opvallend is bijvoorbeeld dat tot op heden geen enkel lid de fractie de rug toekeerde. Maar zeker met de raadsverkiezingen in aantocht, roeren fractieleden zich steviger. Ieder zoekt zijn of haar achterban op. Rajesh Ramnewash bijvoorbeeld. In stilte neemt deze PvdA’er het op tegen wethouder Baldewsingh, die drie jaar geleden bijna 7.000 voorkeurstemmen kreeg, hoofdzakelijk vanuit de Hindoestaanse gemeenschap. Ramnewash wil Baldewsingh graag van de Hindoestaanse troon stoten en werpt daarbij alles in de strijd, zoals onlangs de overlast in de Schilderswijk door hondenpoep. Mist Bepalend is dus wie straks de PvdA gaat leiden. Over deze essentiële vraag hangt tot op heden vooral dichte mist, posities worden vooralsnog alleen stilletjes ingenomen. De kans dat Van
Nieuwenhoven weer lijsttrekker wordt, lijkt klein. Wordt het dan opnieuw een strijd tussen de twee wethouders Henk Kool en Marnix Norder? Of vindt de laatste elders een veilig heenkomen, zodat hij de strijd met Kool niet opnieuw hoeft aan te gaan? Zodat Kool lijsttrekker kan worden? In dat geval moet hij goed naar zijn fractie kijken, want daar gieren de ambities door de aderen. Marieke Bolle proefde eerder van het wethouderschap en weet vanaf dat moment: dit smaakt naar meer. Maar ook haar collega Bas Sepers heeft bestuurlijke ambities. Hij was al eens fractievoorzitter en maakt zich op voor het wethouderschap. En wat te denken van de ambities van Jos de Jong, het raadslid dat de intern omstreden plannen voor het Spuiforum verdedigde? Het gevaar voor al deze socialistische ambities komt echter, net als drie jaar geleden, opnieuw van buiten. Van links (de SP beukt op de linkervleugel en zal dat met Ingrid Gyömörei als nummer één opnieuw gaan doen) en van rechts (de PVV). Drie jaar geleden was het de PVV die met Wilders aan het hoofd acht raadszetels vergaarde, de partij werd daarmee net niet de grootste in de gemeenteraad. Hoe het de PVV verder verging, is bekend: ondanks de soms meedogenloze aanpak van, in PVV-jargon, de bestuurlijke elite, is deze partij zelf in verval geraakt. De bedoelde mokerslagen komen steeds minder hard aan. Nieuwe ontwikkelingen bieden kansen voor ontevreden kiezers, die er zeker in een stad als Den Haag altijd zullen zijn. De Groep de Mos, vernoemd naar ex-PVV’er Richard de Mos, bijvoorbeeld. De Mos is druk doende zich van zijn PVV-imago te ontdoen en timmert vriendelijk lachend stevig aan de weg. Met een beetje goede wil is De Mos goed voor een paar zetels. Een andere nieuwe ontwikkeling die zich mogelijk gaat aandienen, is de oprichting van een ouderenpartij. Voormalig PvdA-kopstuk Constant Martini, die zich eerder liet uitschrijven als lid van de PvdA, denkt al geruime tijd na over de oprichting van een partij die zich op ouderen richt. Het idee leek aanvankelijk nog luchtfietserij, maar met de sterke opkomst van 50Plus in de landelijke peilingen, lijkt een afgebakende doelgroep ineens binnen handbereik: de ontevreden oudere Hagenaar. Jan van der Ven is politiek redacteur van deze krant
9
economie<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
Vanaf de Raamweg de wereldmarkt veroveren
Instrument om bewegen te meten vindt gretig aftrek
Door Saskia Herberghs
we zijn een onderdeel van het geheel”. Vijfentwintig Jaar geleden, toen het bedrijf begon, was er nog veel onwetendheid, zegt Van Lummel. “Toen toonde onderzoek in Britse dubbeldeksbussen aan dat de kaartjesverkopers gezonder en langer leefden dan de buschauffeurs die de hele dag zaten. De kaartjesknippers moesten immers trap-op-trap-af van voornaar-achter de passagiers bedienen. Dit leidde er uiteindelijk toe dat er nu wereldwijd consensus bestaat over het belang van bewegen en dat er wereldwijd richtlijnen zijn vastgesteld.
Dat de activiteitenmonitor inmiddels zo gretig aftrek vindt, was bij de start van het bedrijf in 1988 niet te voorzien. Indertijd was het buffelen, zegt Meurs, partner van directeur Rob van Lummel (64) en sinds zes jaar mededirecteur van het bedrijf aan de Raamweg dat werk biedt aan zeven werknemers en inmiddels de 70ste stagiair van de opleiding bewegingstechnologie van de Haagse Hogeschool in dienst heeft. “Begin jaren 90 was bewegen niet hot. Het was wel leuk, maar waarom zou je er metingen naar verrichten?’’ Aan het belang van bewegen twijfelt inmiddels niemand meer. Dat metingen hiernaar zinvol zijn, wordt nu ook steeds meer gedragen. Het hele precieze meten van de bewegingen van een individu is heel goed in te zetten bij het verminderen van kwalen, om de kwaliteit van leven te verhogen en misschien zelfs ziekte uit te stellen of te voorkomen. In deze tijd van kostenreduceringen in de zorg is de activiteitenmonitor dus een zeer welkome vinding. Hierom en dankzij jarenlange en continue innovatie beschikt McRoberts over een instrument dat wereldwijd in meer dan dertig landen wordt gebruikt bij onderzoeken. Waar vroeger nog een kastje ter grootte van een pakje boter op het lijf de bewegingen registreerde, gaat het nu om een vlak tabletje vergelijkbaar met een grote aansteker dat – behalve tijdens het douchen – met klittenband om de middel wordt gedragen, meestal voor de duur van een week. Op de universiteit van Leuven bijvoorbeeld wordt veel baanbrekend onderzoek gedaan bij COPD-patiënten om hen te helpen actiever te worden in het dagelijks leven. Van Lummel: “We leren hen dat bewegen een medicijn is en soms stimuleren we hen om over hun
Bewegingspatroon Van Lummel weet nog dat toen de Nederlandse norm voor gezond bewegen in 2000 werd vastgesteld, mensen schriftelijk of telefonisch werd gevraagd naar hun bewegingspatroon. “Maar dat werkte niet. Mensen vergeten zaken te melden, of doen zich beweeglijker voor dan ze zijn. Maar wij met z’n allen, afhankelijk van je beroep natuurlijk, zitten acht tot elf uur per dag”. Wat Van Lummel betreft wordt de Nederlandse norm voor gezond bewegen herzien, juist omdat veranderingen in het bewegingspatroon indicaties kunnen zijn van een verslechterende gezondheid. De activiteitenmonitor van McRoberts meet heel precies wanneer een persoon zit, loopt of ligt, maar geeft dankzij een sensor die is ontwikkeld in samenwerking met de TU Twente en een revalidatiegeneeskunde van de Erasmus in Rotterdam ook aan of de bewegingen in snelheid afnemen. Langzamer lopen kán aangeven dat de gezondheidssituatie verslechtert. “Daarin zijn wij geavanceerder dan de Amerikaanse activiteitenmonitor, die aanvankelijk wel over een veel langere periode bewegingen van personen kon meten maar veel minder precies. Het per seconde meten is belangrijk, want in vijftien seconden kan al veel gebeuren”. In elk geval blijven de 41 jaar getrouwde Van Lummel en Meurs zelf nog lang bewegen. Ondanks dat Van Lummel de pensioengerechtigde leeftijd binnen afzienbare termijn bereikt, wil hij van geen stoppen met werken weten. Meurs evenmin. Zeker nu de monitor van McRoberts binnen een competitie in Europees verband als beste is geselecteerd en voor onderzoek wordt ingezet door zeven universiteiten en acht farmaceutische industrieen.
Met een instrument dat heel precies beweging meet en registreert, verovert het 25 jaar oude Haagse bedrijf McRoberts de wereldmarkt. De activiteitenmonitor, die op het lichaam wordt gedragen, wordt ingezet bij wetenschappelijk onderzoek, in zorginstellingen en de farmaceutische industrie. “Onze MoveMonitor is de Rolls Royce onder de stappentellers,’’ zegt Corinne Meurs (60) van McRoberts.
Rob van Lummel en zijn partner Corinne Meurs van McRoberts. Tussen hen in de riem met het als een vlak tabletje ogende instrument. > Foto: Pan Chen
grenzen heen te gaan”. In Nederland lijden 320.000 mensen aan COPD, een chronische longziekte. “Dat kost veel geld, ook omdat het een systeemziekte is waarbij alles achteruit gaat”. Een doorbraak was de aanschaf van de activiteitenmonitor van McRoberts door het longrevalidatiecentrum Revant in Breda en het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam. Alle COPD-patiënten worden een week in het dagelijks leven gemeten om een juiste diagnose te stellen en een plan van aanpak te maken. Parkinson Ook is McRoberts partner in een netwek van vijf universiteiten en vier bedrijven. Zij mogen met Europees geld een promovendus aanstellen en onderzoek doen naar de ziekte van Parkinson. Het aandeel van McRoberts in het onderzoek is om samen met de faculteit bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam nieuwe methoden te ontwikkelen waarmee vroegtijdig Parkinson opgespoord kan worden. Bij de ziekte Parkinson is het bewegen verstoord. Boven-
dien wordt gemeten hoeveel er in het dagelijks leven wordt bewogen en welke problemen zich daarbij voordoen. Door dit project worden jonge onderzoekers gestimuleerd te werken onder leiding van topwetenschappers en met innovatieve bedrijven. Van Lummel: “Nu ouderen steeds ouder worden, kunnen ze hun kwaliteit van leven verbeteren door vaker en meer te bewegen. Ons apparaatje geeft dat precies aan”. Ouderen die denken dat ze ‘nu eindelijk eens mogen zitten’ worden met de resultaten van de activiteitenmonitor gestimuleerd om extra te bewegen. De activiteitenmonitor van McRoberts verwerkt 181 miljoen getallen per week, die dankzij de bijpassende hardware binnen een half uur in een staatje kunnen worden ondergebracht. Van Lummel: “Dankzij onze vijfde generatie hardware kunnen die gegevens razendsnel worden verwerkt. We hebben continue geïnnoveerd”. De behandelend arts weet direct of en hoe lang de patiënt heeft gestaan, gezeten of gelopen en kan op basis van de gegevens een behandelplan vaststellen.
“Daarmee kan verlies van mobiliteit worden voorkomen. Onderzoek wijst uit dat mensen dat verlies erger vinden dan het hebben van kwalen”, zegt Van Lummel. Samenhang Eén van de nieuwe onderzoeken waarbij McRoberts betrokken is, gaat over de kwaliteit van leven. “We onderzoeken of we samenhang ontdekken tussen de sociale, mentale en fysieke gezondheid”. Ook daartoe werkt McRoberts samen met de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Dat doen we het liefst, omdat we dan kunnen innoveren”. Een ander onderzoek betreft de relatie tussen de kwaliteit van slapen en bewegen. Meurs: “Er zijn natuurlijk meer indicatoren zoals temperatuur, bloeddruk, hartslag, maar ook bewegen wordt nu als een belangrijk signaal voor gezondheid gezien. Dat bijvoorbeeld loopsnelheid één van de vroege indicatoren is van achteruitgang is onlangs bewezen. Onze activiteitenmonitor is een puzzelstukje in het hele aanbod van de zorg. Het is niet een panacee voor alles, maar
Ingezonden mededeling
Ziggo digitaal
30
ABN AMRO CPC Loop uitgebreid bij West Natuurlijk volgt Omroep West ook dit jaar LIVE de ABN AMRO CPC Loop Den Haag op 89.3 Radio West. ’s Avonds is op TV West een uitgebreid programma te zien met een verslag van het evenement. Tussen 12.00 uur en 17.00 uur doet Onno Hansum op Radio West LIVE verslag vanaf het Malieveld. Ook lopers wordt aangeraden een oortje te dragen en af te stemmen op 89.3 FM, omdat de organisatie ook de lopers zelf op de hoogte houdt van het laatste nieuws via Radio West. Op TV West is zondagavond 10 maart een uitgebreide samenvatting te zien van zowel de wedstrijd, maar vooral ook van de recreanten, de kinderlopen en natuurlijk de sfeer in de stad. Bijzonder zullen de bijdragen zijn van Sjaak Bral die vanaf het parcours, op een motor, bijzondere interviews met lopers heeft.
Volg de CPC Loop via Omroep West op zondag 10 maart 12.00-17.00 uur via Radio West, vanaf 20.00 uur op TV West (herhaling in de uren daarna)
10>interview Vilan
Wisselwoning xxxxx
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Miranda van Kralingen, ‘een beetje per ongeluk’ artistiek leider
‘Tussen film en opera mag geen groot verschil bestaan’
Elke ochtend begrijp ik niet waar Vilan Loo ik ben.van Dan de daagt het besef: o, de wisselwoning. Vervolgens leg ik het uit aan mijn kleine rode kater Tim, die het ’s morgens evenmin weet. Zo hebben we steun aan elkaar, en dat is hard nodig. Laat ik eerst zeggen dat ik opgelucht ben uit de renovatie-herrie te zijn. Vooral toen de mannen vanuit de onderwoning een gat in de muur boorden naar mijn bovenwoning, was ik een instorting nabij. Ongelukkig genoeg stond ik toen net op de trap en ik bleef staan waar ik stond, eerst uit nieuwsgierigheid (wat gebeurt daar toch?), daarna uit ontzetting (ze gaan door de muur!) en vervolgens omdat ik moest huilen (dit komt nooit meer goed). Een gebrekkig Nederlands sprekende Turkse klusman aaide me met mededogen over mijn arm en ik snikte iets tegen hem over de kwetsbaarheid van mijn Indische damesromans. Hij knikte eens. Dus het is voor iedereen beter dat ik in een wisselwoning zit. En ik moet ook zeggen, ik leef hier in principe in luxe. Het is gemeubileerd en gedecoreerd. Ik heb een halve meter flatscreentelevisie. Er staat een leren bank met twee bijpassende fauteuils. En er is een moderne keuken met magnetron, heel wat anders dan mijn oude gasfornuis waar inmiddels slechts één pit nog werkt. In de badkamer vond ik een droger en een wasmachine. De gebruiksaanwijzing van beide apparaten is voor mij vooralsnog hogere wiskunde. Het mooiste is: dit huis heeft vier kamers, en in mijn eigen huis heb ik er twee. Dus het is een enorme vooruitgang, op zich. Maar ik ben ongelukkig. Dat komt door Tim. Hij is bang in dit grote huis. Het trapgat vindt hij te diep en het laminaat is hem te glad. Ook al liggen er inmiddels overal tapijtjes en kussens, hij is het liefste op de slaapkamer. Die is veilig. Daar kom ik dus een paar keer per dag, om te aaien en samen te spelen met zijn lievelingslintje. Twee keer is hij naast me door de gang gelopen, met een lage rug en een zwiepend staartje. Inmiddels nemen we alletwee druppeltjes, hij tegen de angst en ik om sterk te blijven, voor hem. Want we moeten dóór. Nog twee maanden mag ik wonen in dit rustige huis. ’s Avonds zit ik in de huiskamer te tikken, terwijl Tim zich in de slaapkamer verschuilt. Wat heeft een mens toch aan luxe, als een klein dier zich niet thuis voelt? Vilan van de Loo
Wars van glamour of diva-opsmuk beweegt operadirecteur, annex coach, performer en sopraan Miranda van Kralingen (53) zich door een druk muzikaal leven. Samen met man Tjitte, hun twee golden retrievers en twee katten verplaatst zij zich in een onverbiddelijk ritme van en naar hun Friese boerderij, het bovenhuis in de Haagse Archipelbuurt en een kleine kamer in Maastricht, de stad waar zij als artistiek leider over Opera Zuid waakt. ‘Drie diensten per dag’ draait ze nu zij met Pagliacci bij Opera Zuid ook nog haar regiedebuut maakt. Donderdag 14 maart staat Pagliacci in het Lucent Danstheater in eigen stad Den Haag.
Door Vera de Jonckheere Miranda van Kralingen studeerde in 1987 cum laude af aan het Sweelinck Conservatorium; vijf jaar tevoren had zij haar man, steun en toeverlaat, altviolist Tjitte de Vries, leren kennen. Een succesvolle internationale operaen concertcarrière volgde, waarin zij ook theaterprogramma’s en master classes verzorgde. Haar stem beweegt zich soepel tussen jazz, klassiek zestiende eeuws (Monteverdi) en twintigste eeuws (Messiaen) repertoire. Muziek is haar bron van vreugde en troost vanaf het moment dat zij haar stem ontdekte bij het studentencabaret in Groningen, waar zij enige tijd Frans studeerde. Na zeventien jaar kuste zij in 2004 het operabestaan als solist voorlopig vaarwel om Opera Zuid naar een ander plan te tillen. De rol van coach is haar op het lijf geschreven. Jonge getalenteerde zangers, regisseurs, ontwerpers, dirigenten en theatermakers begeleiden om het beste in zichzelf te ontdekken. “Voor veel ensembleleden is Opera Zuid de eerste stap op weg naar internationale podia”. Regiedebuut Tijdens het coachen en ontwikkelen van talenten boort zij ook in zichzelf steeds nieuwe laagjes aan. Vorig jaar nam Van Kralingen, artistiek leider van Opera Zuid, ‘een beetje per on-
geluk’ de regie van de opera Pagliacci uit 1892 van Ruggero Leoncavallo op haar schouders. Alsof haar agenda nog niet voldoende gevuld was. “Eigenlijk verliep dit regiedebuut op dezelfde manier als mijn start bij Opera Zuid in 2004. Bestuursvoorzitter Henk Kivits nodigde mij uit om in Maastricht ideeën uit te wisselen over Opera Zuid. Het bedrijf maakte lastige tijden door. Aan het eind van het gesprek was ik ineens de leider van het gezelschap”. Zij is nu gelukkiger dan als de betrekkelijk eenzame solo-artiest die van het ene internationale podium naar het andere reisde. Haar leiderschap is in die negen jaar steeds meer gaan bestrijken. Naast bedrijfsvoering, repertoirekeuze en productie- en podiumteams samenstellen, omvat het ook het inspreken van spotjes, de eindredactie van programmaboekjes, flyers, het samenstellen van boventiteling tot uitgebreid politiek lobbyen aan toe. Ze
‘Zó moest het overal, en vervolgens waren we vier ton lichter’
doet het er bij: alles wat werkt voor het bedrijf bij het huidig economisch laagtij. “We waren eerst bijna weg en nu zijn we er ondanks ingrijpende bezuinigingen nog. Aan het zogeheten opschudden was dit gezelschap helemaal niet toe: we deden al waanzinnig veel voor weinig. Zozeer zelfs dat de toenmalig staatssecretaris ons een voorbeeld voor anderen noemde. Zó moest het overal, en vervolgens waren we vier ton lichter. We zijn beschaafd gebleven, hebben niet gevloekt en getierd, maar zijn in plaats daarvan op deuren gaan kloppen. Het kost een paar wallen, en ik heb er kleine oogjes van gekregen, maar we zijn er nog en gaan dóór. Met steun van de provincies Limburg en Brabant hopen we de huidige drie producties per jaar te kunnen behouden”. Opera Zuid is talentontwikkeling, is het motto van Miranda van Kralingen. “We willen jonge mensen een kans bieden door middel van praktijkervaring; de ontwikkeling van oudere zangers naar een zwaarder stemvak slaan we ook beslist niet over”. Daarnaast voelt zij zich verantwoordelijk voor de banen van mensen op kantoor bij Opera Zuid. Pagliacci Dingen komen op haar weg. Niets wat zij heeft gedaan, is gestoeld op ambitie. Ook het regisseren vloeit logischerwijs voort uit alles wat zij ge-
>Foto: Piet Gispen
speeld, gezien en meegemaakt heeft. De Duitse operaregisseur Harry Kupfer – haar grote voorbeeld – suggereerde haar al eerder om zelf te gaan regisseren. Als geen ander nam hij waar hoe Van Kralingen – secuur op muziek en regie – rollen in zich opzoog en ze vervolgens zonder operapathos, ‘normaal’ geloofwaardig neerzette. ‘Mach’s wenn’s brennt’, zei hij, maar de vlam laaide destijds nog niet hoog genoeg op. Nu brennt het als een tierelier, maar ze moest over de streep getrokken worden. “Tjitte heeft me altijd gestimuleerd om het kleinschalige regiewerk dat ik al verrichtte verder uit te breiden. Alles komt in regie samen. Spelen en kijken. Mijn liefde voor muziek, filmverslaving, bühneervaring en de behoefte om mensen op de juiste plek tot hun recht te laten komen. Tussen film en opera mag wat mij betreft geen groot verschil bestaan. Ik houd niet van de grote galmende gebaren, maar gelukkig zijn die bij de tegenwoordige opera al minder dan vroeger”. Collega Richard gaf de doorslag. “Ik wilde graag ‘Pagliacci’ op het programma hebben. Het verhaal vol liefde, overspel en jaloezie, met een crime passionel als ontknoping, leent zich uitstekend voor een podiumspektakel. ’s Nachts lag ik wakker om een vorm te vinden voor alle beelden die op mijn netvlies
11
interview<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
‘Ik gaf alle koorleden een voor- en achternaam uit The Soprano’s en voorzag hen van familierelaties en een beroep’ verschenen”. Verzot als zij is op films, verplaatste zij Pagliacci in haar gedachten al naar een Italiaans filmisch decor van een vissersdorpje in 1945, pal na de bevrijding. Op een ochtend deelde zij haar ideeën over een ‘nieuwe’ filmische Pagliacci met haar collega, zakelijk leider Richard Loomans. Hij vond dat zij zelf de regie ter hand moest nemen nu alles haar zo scherp voor ogen stond. Nadat iedereen in haar nabije omgeving dit toejuichte, besloot ze de stap daadwerkelijk te zetten. Omdat het een baan erbij betekende vroeg Van Kralingen dramaturge Nynke van den Bergh als co-regisseur. “Nynke en ik brachten samen een brainstormweekend door in Friesland. We bleken op één lijn te zitten, twintig jaar leeftijdsverschil vielen in één klap weg. Zo gaat dat bij een gemeenschappelijke liefde. Vanaf dat moment hebben we alles samen gedaan; uiteindelijk heb ik slechts vier uur niet bij de repetities kunnen zijn”. Tjitte bevindt zich als assistentdirigent bij Opera Zuid steeds aan haar zijde: hij is een scherp observator en analyticus. Het boetseren aan een opera met het karakter van een Italiaanse film begon. “Een film met een muzikale toneelaanloop die langzaam vervloeit in de opera”. Bij wijze van intro voegde zij er het intermezzo uit Cavalle-
ria Rusticana van Pietro Mascagni en Partizanenliederen aan toe, het stuk daarmee verlengend van vijf kwartier naar anderhalf uur. Circus Ze leefde zich uit op de heftige verhaallijn en maakte er uitbundig toneel- en muziektheater van. Een circusgezelschap arriveert na de oorlog per boot in een klein Italiaans vissersdorp. Circus failliet door de oorlog, geen dieren meer. Van Kralingen vond jonge zang-, acteer- en circustalenten – jongleurs, acrobaten en messentrekkers – ze voegde een buikspreker scène toe à la Jeff Dunham en rolde het ene na het andere idee uit. “In het toneelstuk komen realiteit en fictie samen: dagelijkse beslommeringen dringen in het stuk door. Ik wilde dat onze mensen acteerden alsof het publiek de camera is. ‘Niet in de camera kijken’, riep ik steeds. De zangers/acteurs instrueerden we met termen als ‘yopera’ en ‘nopera’. Yes opera, no opera. IJslands Tenor Johann Valdimarsson, die Canio speelt, kreeg aanvankelijk veel ‘nopera’ te horen om zijn neiging tot het woest theatrale vuistenwerk in te tomen. Gewoon doen luidde het devies, houd het klein en indringend, op een enkel groot gebaar na”. Ze heeft het als een feest ervaren om
gezamenlijk aan Pagliacci te werken, en het stuk steeds verder te vervolmaken door naar elkaar te kijken en te luisteren. Vol overgave speelde zij alles voor en legde iedere stap uit. “We hebben elkaar geïnspireerd doordat een ieder vanuit zijn eigen invalshoek en specifieke kwaliteiten meedacht met de ander. Henk van der Geest (licht), Douwe Hibma (decor) en Leo van den Born (kostuum) verzorgden een consequente 1945-aankleding. Laag voor laag bouwden we de productie op tot één grote goed gelukte spekkoek”. Gniffelend: “Ik gaf alle koorleden een voor- en achternaam uit The Sopranos en voorzag hen van familierelaties en een beroep”. Het is een lust voor oog en oor geworden, een spektakel van jewelste vol vocale en fysieke acrobatiek. Uit recensies na de première 22 februari: ‘Een volwaardige operavoorstelling, gedetailleerd en onderhoudend verhaald. Van Kralingen zet er nog een pre-proloog met een raamvertelling voor, die begint met het onheilspellende tussenspel uit Cavalleria Rusticana – aardig bedacht.’ Mediation Tussen alle bedrijven door heeft ze tijd gevonden om bij zichzelf weer een volgend laagje aan te snijden. “Eigenlijk was mijn allereerste oplei-
dingswens gericht op hulpverlening; mijn stem dirigeerde mij evenwel in een andere richting. Onderhuids was het blijven gisten en ik wilde graag weer wat mijn hersenhelften doen in een andere dan creatieve richting”. Ook Tjitte wilde ‘zijn kern weer eens aanscherpen’ en zo belandde het paar in een mediation opleidingsklas. “Heerlijk anoniem en onbevangen zat ik daar zonder make-up, mijn oudste brilletje op de neus. Leuk om je weer over boeken te moeten buigen en te ontdekken dat alle informatie beklijfde”. Het in vele jaren van podiumervaring opgebouwde palet stond haar bij in rollenspelen. “Geforceerde, onnatuurlijk aandoende assessment-situaties prikte ik door. Bovenal vond ik het ongelooflijk leerzaam om met niet-artiesten aan een grote tafel te zitten en me geaccepteerd te weten om wie ik ben, niet om het kunstje dat ik toevallig beheers”. Ze zijn alweer aan de vervolgopleiding family mediation begonnen; na afronding daarvan vestigen zij zich officieel als mediators voor familiezaken, zodat ook rechtbanken hun diensten kunnen inroepen.
eten, ze gaat maar dóór. Zonder vaste baan, altijd freelancer gebleven. Liever dat dan vanuit zeker- en vastheid de dingen half doen: het mechanisme van de kantjes eraf lopen ziet ze bij al te grote vanzelfsprekendheid om zich heen in werking treden. Ze noemt zichzelf een doorzetter, een vrije jongen. “Ik heb niks, geen rechten, geen pensioen. Psychisch kan ik het uitstekend aan, maar fysiek raak ik wel eens overbelast. Dan sleep ik me letterlijk door de dagen heen. Na de dood (door een hartaanval) van acteur Jeroen Willems zei een vriendin dat ze steeds zo aan mij moest denken. Oei, dat alarmeerde me en heeft me aan een andere instelling geholpen. Tjitte roept nu ook regelmatig: hou toch ’s op, je sláápt met die iPhone. Vorig jaar verloren we in zeven maanden zes dierbare naasten. Tjitte’s vader, ooms, tantes en in november mijn zus. (actrice Will van Kralingen, V. de J.). Toen werd het moeilijk. Ik hield mezelf op de been met een vroegere uitspraak van mijn moeder: ‘Ach kind, het kan altijd nog rotter’ ”.
Discipline Zonder ijzeren discipline en een sterke geest is het niet te doen. Hard werken, weinig slapen, onregelmatig
Pagliacci door Opera Zuid, drama in een proloog met twee akten Lucent Danstheater, donderdag 14 maart, 20.00 uur Tel. 070-8800333 www.operazuid.nl
12>CPC-LOOP
Rennen lang 5 kilometer
Ernst & Bobby kinderloop
Jeugdloop
start 11:30 uur
(1km) start 10:30 uur (1
(2,5km) start 11:00 uur Nassauplein
Koning s
kade
Boorlaan
Dr. Kuyperstraat
Start
kade
P Pr. Mariestraat M
str.
Schelpkade
Koning s
Java stra at
egrach t
traat Burg. P atijnlaa n
Tolweg
Javas traat Freder ik
ade
Bankastraat Riouw s
Koningsk
Jacob Catslaan
Prinses s
Door Casper Postmaa
Een andere kijk op de Haagse historie
Koning innegra cht Raamw eg
Zondag is Den Haag weer in de ban van de City-Pier-City-loop. Het programma begint om 10.00 met de Ernst & Bobbykinderloop en om 14.30 uur gaat op de Koningskade de ABN AMRO CPC Loop Den Haag van start. Zie voor het gehele programma en de verkeersmaatregelen www.cpcloopdenhaag.nl
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Finish Start Boorlaan Finish
Finish Start Bo orlaan
Halve marathon (21,1km) start 14:30 uur
Van Boe
Balsemienlaan
6
1 De Savornin Lohmanlaan
verzorging 10km
Da a Laan van
Ranonkelstraat
Segbroekla
an
l en Bergsel a a n
Meerderv oort
ster erla an
De meeste CPC-deelnemers lopen de halve marathon, maar onderweg passeren ze een locatie waar ooit dé Marathon heeft gestaan. Aan de De Savornin Lohmanlaan was deze rolschaatsbaan van 1966 tot 1968 de bakermat van de Haagse popcultuur. Bekende groepen als The Golden Earrings, Q65, The Sandy Coast en The Motions waren er kind aan huis, maar ook internationale toppers als The Marmelade en The Who. The Kinks speelden er You really got me goin’. Een mooi motto, zo halverwege.
Lupin eweg Gode tiawe g
1. De Marathon
10 kilometer start 12:30 uur
Dott laan erbloem-
De Marathon aan de De Savornin Lohmanlaan 380.
laa n os nb
2 Oude Haagweg
verzorging
Va lke
Groen
van Pr in
3
Loosdu in
seweg
5km
3. Het Valkenbosplein Johan Hendrik Ram, vriend van Couperus.
2. Oud Eik en Duinen Aan het einde van de Valkenboskade het hoekje om, en daar doemt de dood opnieuw op. Den Haags oudste nog in gebruik zijnde begraafplaats Oud Eik en Duinen. Moordenaars, schilders, schrijvers, staatslieden, generaals, admiraals en gewone Hagenaars liggen zij en zij. De as van Couperus staat eenzaam op een zuil, maar alleen is hij niet. Ook Johan Hendrik Ram, van wie men zei dat hij een relatie met de Haagse schrijver had is er begraven, net als Gerrit Jäger, journalist en toneelschrijver. Aan hem droeg Couperus zijn ‘Eline Vere’ op. Op Nieuw Eik en Duinen zijn ze verenigd en bevrijd van de vooroordelen die de Hofstad tijdens het fin-de-siècle leken te regeren. Niet voor niets zei Jan Blokker, nadat hij het scenario voor Eline Vere had geschreven, ‘Zij stierf niet aan morfine, zij stierf aan Den Haag’.
Nog niet zo lang geleden was Den Haag een andere stad. In de arme jaren na de oorlog keerden Indische Nederlanders massaal terug naar het koloniale vaderland. Nederland had Indonesië, want ‘Indië verloren, rampspoed geboren’. Het tegendeel bleek waar, in Nederland brak een lange periode van welvaart aan. Maar voor al die mensen die uit het paradijs waren verdreven moet het een ramp zijn geweest, de uittocht naar het kale Den Haag van de jaren veertig en vijftig. Helemaal dood is die Indische stad van toen niet, zij sluimert nog. Zeker als je dat ene weemoedige couplet hoort, gezongen door Conny Stuart. ‘Zou het pension er nog zijn, op het Valkenbosplein, met die mensen uit negentien twee? Is het leven nog altijd zo traag? Wat voor weer zou het zijn in Den Haag?’ Tekst Annie M.G. Schmidt
Pension Laanzicht aan het Valkenbosple Foto: Haags Gemeentearchief
13
CPC-LOOP<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
gs de geschiedenis eg Strandw
5. Boulevard
Gevers eg Deynootw
eg Badhuisw
15km
5
Vissershavenweg Zeesluisweg
Duin weg
verzorging
5km
etz e la erl
aa n
verzorging
Kerkhoflaan
Dr. Aletta Jacobsweg
Raamw eg
Jacob Catslaan
n aa el
ein.
He rto 4 gi nn
g nwe Ples ma
weg
20km 7 kade
Java straa t
Koning s
Groot
De Spaanse architect De Solà-Morales (1939-2012) ontwierp de nieuwe boulevard. Foto: Jurriaan Brobbel
6. De duinen
Ver Huellweg Prof . B.M . Teld ers
Tobias Asserlaan
e Parklaa n uw
Badhuisstraat
Duinweg
Ni e
td Wes
Kapelweg
g we u in
Hoogtepunt van de CPC-loop is de nieuwe boulevard. Ontworpen door de Spaanse architect De Solà-Morales die de badplaats met de nieuwe zeewering zijn oude status van ‘Parel van de Noordzee’ wilde teruggeven. Als jongen logeerde hij met zijn ouders in 1950 in het Palace Hotel, de herinnering aan de koele met meeuwen beschilderde kamers en het majestueuze zicht op de branding heeft hij zijn leven lang met zich meegedragen. Het resultaat van zijn werk zal hij nooit voltooid zien, Manual de Solà-Morales overleed op 29 februari 2012.
Start
Zelden was de Haagse bevolking meer geraakt dan na de ontijdige dood van Marius Bogaardt op 23 september 1880. De 13-jarige jongen werd met steken in de hartstreek gevonden in de Dekkersduinen, waarschijnlijk ter hoogte van het Nachtegaalplein, waar de CPC-loop vlak langs scheert. Marius woonde aan het Plein 1813 en ging school op de Koninginnegracht 22 bij het instituut van meester Bouscholte (later Instituut Wolters). De moordenaar had de jongen met een smoes van school afgehaald en meegenomen naar de duinen waar hij Marius ombracht toen hij begon te schreeuwen. Voorbijgangers hoorden een kreet en zacht gekerm. De dader was de uit het leger ontslagen Willem Marinus de Jongh uit de Nieuwe Schoolstraat. Toen hij werd gearresteerd moest de politie hem via de achteringang het gerechtsgebouw binnensmokkelen, want aan de voorzijde stond een woedende menigte ‘die tot alles in staat was’. De brief waarin De Jongh om 75.000 gulden losgeld had gevraagd, was hem fataal geworden. Hij werd in facsimile in de kranten afgedrukt waarna iemand het handschrift herkende en de politie waarschuwde. Dat deed merkwaardig genoeg ook de beroemde schrijver Eduard Douwes Dekker alias Multatuli. Hij meende zeker te weten
dat het schrijven van de hand van zijn zoon Edu was en gaf hem aan. Deze kon het niet hebben gedaan, want hij verbleef in Italië. Douwes Dekker was niet onder de indruk van de verontwaardiging van zijn zoon: ‘Hij schijnt te menen dat het niet vermoorden van Marius Boogaardt ’n grote verdienste is, die hem schoon wast van al zijn beroerdheid’. De echte dader kreeg 25 jaar tuchthuis.
Finish
Boorlaa
n
Bosbrug afgesloten
Het grafmonument voor de in 1880 vermoorde Marius Boogaardt. Het staat in Brummen, waar hij is herbegraven nadat zijn ouders daarheen waren verhuisd. Foto: Gemeente Brummen
4. De zelfmoord op Schallenberg Bij de waterpartij aan de Groot Hertoginnelaan vertrok Friedrich Schallenberg op 14 december 1949 heimelijk uit het leven. De politie twijfelde geen moment, zelfmoord. In de jaren die volgden tikte de nationale pers de vingers blauw om het tegendeel te bewijzen. ‘De zelfmoord op Schallenberg’ kopte een krant cynisch. Schallenberg, een Duitser die in Den Haag tennislessen gaf, leurde met een geheimzinnige oorlogsschat en die was hem fataal geworden. Zelfmoord plegen in een vijver van 35 centimeter diep was sowieso ondoenlijk, oordeelde het journaille. Waarschijnlijk had de politie toch gelijk. Eerder waren zelfmoorden in even ondiep water in het Haagse Bos gepleegd, bovendien had Schallenberg motieven te over om er een einde aan te maken. Zijn knieën waren versleten, waardoor hij niet meer kon tennissen, de vriend waarmee hij samenwoonde ging er met zijn vrouw vandoor en financieel was hij uitgeteld. Kortom, het water lokte.
7. Eline Vere
Eline Vere, standbeeld van Theo van der Nahmer. Foto: Wikimedia
Het peloton is nog amper op weg of de eerste dode is al gevallen. Niet dat er echt bloed vloeide, maar kijk ter hoogte van de Surinamestraat toch even naar rechts waar op nummer 20 Louis Couperus woonde toen hij tussen 1887 en 1888 ‘Eline Vere’ schreef als feuilleton voor Het Vaderland. Toen Eline zich in het voorlaatste hoofdstuk van het leven benam waren Haagse dames radeloos. Ze zouden rouwbanden in de tram hebben gedragen en een enkele dandy stond wanhopig voor het herenhuis waar de schrijver haar tot leven wekte en haar ook weer te slapen legde. ‘ “God! God! O God!”, kreunde zij met een steeds zwakkere, schorre klank, vol van een wanhoop die zich niet meer uiten kon. Toen vloeide het bewustzijn, als druppel na druppel uit haar weg en zij sliep de dood in.’ Uit ‘Eline Vere’
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Roemeense Roma scherp in beeld Krap twee maanden nu prijken de foto’s van de Hagenaars Henri Brekveld (49) en Peter van Beek (47) in de etalage van het door stichting Anna beheerde Boekhorststraat 139. Tijdens Hoogtij#32, de rondgang langs kunstenaarsinitiatieven en culturele instellingen op vrijdag 8 maart, is de officiële opening van hun expositieruimte annex studio B139. Allereerst dus met deze foto’s van Roma, later krijgen ook studenten fotografie van de Koninklijke Academie hier een podium. Door Saskia Herberghs
Knapperig houtvuur, gitaarmuziek en dans hebben de fotografen vaak aangetroffen bij de Roma in Roemenië. Van Beek: “Maar als je ziet hoe Roma worden gehaat, is van romantiek geen sprake”. Er wordt op hen neergekeken, zegt Brekveld. “Roma worden gezien als dieven”. Dat de fotografen inderdaad zijn bestolen, komt volgens hen ook omdat ze wijken hebben bezocht waar de gemiddelde Roemeen geen stap zou zetten. Het pakje koffie dat meeliftende Roma wegnamen werd gemist, maar de fotocamera die achterover werd gedrukt, veel meer. Dat de Roma moeten strijden om hun bestaan, laten de foto’s goed zien. Er valt niet veel te lachen. Zelfs op de bruiloft waarvoor de fotografen werden uitgenodigd, was jolijt ver te zoeken. De bruid hebben ze niet eenmaal zien lachen. En al waren ze er op uitnodiging, om hun honger en dorst te stillen moesten de Hagenaars om een drankje en eten vragen. Van Beek staat nog levendig voor ogen hoe een man zijn mondharmonica bespeelde, die in zijn zak stak en vertrok. Nooit meer terug gezien. Stelen van Gadje (niet-Roma) wordt getolereerd, en met de verkoop van ijzer, petflessen of plastic kratten is niet veel te verdienen. De wereld spuugt toch wel op de Roma. Brekveld: “Het is een vicieuze cirkel”. Brekveld en Van Beek reizen sinds 2004 geregeld samen af naar de Roma in Roemenië. Op zoek naar ‘het kleurrijke, het bizarre, het fantastische en het schrijnende’ van de grootste minderheidsgroepering in Europa. Volgens Amnesty Interna-
Fotografen Brekveld en Van Beek reizen sinds 2004 samen om Roma in Roemenië te portretteren.
tional wonen hier tien miljoen Roma, meest in het Oosten. Van Beek, die ook Roma in de voorsteden van Parijs heeft gefotografeerd, zag dat ze daar in precies dezelfde krotjes wonen als elders. “Met tapijten aan de wanden, daarnaast posters met ‘lekkere wijven’ en ergens een groot kruisbeeld”. Ratten De foto’s die tot begin april zijn te zien, tonen een hele eigen wereld die ver afstaat van dat van de gemiddelde Nederlander.
Toch is Van Beek niet tevreden. “We maken prachtige foto’s maar om echt dichtbij te komen, moet je het leven daar ruiken, proeven, de ratten zien lopen en vooral de haat in de ogen van de anderen zien”. Hij vindt het jammer dat ze nooit met een journalist en tolk zijn afgereisd om een completer beeld neer te zetten. De mannen redden het tot nu toe met hun kennis van het Roemeens. Ze beginnen bijna elke fotosessie met een bezoek aan het plaatselijke zigeunercafé of bij de ijzeropkoper. Dat leidt al gauw tot een ge-
sprek, maar ook in de auto raken de mannen geïnspireerd. “Soms zien we van ver een prachtig tafereel maar wanneer we eraan komen rijden, raakt alles verstoord. Dan moeten alle kinderen op de foto en worden baby’s voor de lens gehouden,’’ zegt Van Beek. “Pas als het nieuwe eraf is, gaan ze weer hun eigen gang. Dan begint het pas voor ons”. Brekveld: “Ze zijn niet gewend aandacht te krijgen, zeker niet van Westerlingen”. Een uitgestoken hand wordt met verbazing geschud. “Ook dat zijn ze niet gewend”.
Binnen de Roma bestaat ook een hiërarchie. Naast de Roma die met krakkemikkig paard en wagen rondrijden zijn er de Roma die in dure auto’s rijden en behangen zijn met goud. Hun ruim bemeten villa’s zijn geïnspireerd op bouwstijlen in India, waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Deze rijke Roma kijken neer op de nomaden die in dezelfde huifkar slapen als hun kalkoenen. “Maar ook zij verblijven ’s winters in een huis,’’ zegt Van Beek, die in 2015 een boek wil uitbrengen over Roma. Dan is het tien jaar geleden dat binnen de EU werd afgesproken dat Roma binnen Europa zouden worden geaccepteerd en geïntegreerd. “Maar ik denk dat er sindsdien weinig vooruitgang is geboekt. Er is nog steeds veel agressie tegen Roma”. Meer informatie: www.B139.nl www.petervanbeek.com www.henribrekveld.com
Rubens Kwartet toont veelzijdigheid
Het zeegat uit met Joey Roukens De Stichting voor Kamermuziek Den Haag houdt niet alleen de kunst van de grote meesters uit het verleden in ere. Er wordt naar gestreefd daaraan telkens iets nieuws en bijzonders toe te voegen. Bij het Rubens Kwartet bijvoorbeeld, dat twee stukken van Joey Roukens introduceert. Eén daarvan is de weergave van een denkbeeldige zeereis. Door Aad van der Ven
De ‘composer in residence’ valt niet meer weg te denken. Het is meestal een symfonieorkest, dat met een componist overeenkomt dat hij gedurende een bepaalde periode in overleg muziek schrijft voor dat ensemble en bij de voorbereiding en uitvoering betrokken is. De meeste componisten juichen een dergelijke samenwerking van harte toe. Je isoleren als scheppend kunstenaar is ook niet alles. In ons land heeft ook een strijkkwartet de ‘composer in residence’ geïntroduceerd. Dankzij financiële steun van het Fonds voor de Podiumkunsten kon het Rubens Kwartet in 2009 een afspraak maken met Joey Roukens (1982), één
van de meest opvallende Nederlandse componisten van zijn generatie. Roukens schreef voor het viertal enkele stukken die niet alleen bij de musici in goede aarde vielen. Twee daarvan brengt het Rubens Kwartet mee wanneer het voor de Stichting voor Kamermuziek in Diligentia optreedt. Roukens, geboren in Schiedam, trekt al geruime tijd de aandacht door het energieke temperament en de veelzijdigheid van zijn muziek. Van zijn leraar Klaas de Vries heeft hij de openheid overgenomen die hem in staat stelde de strengheid en beperktheid van de meeste na-oorlogse moderne muziek – Roukens spreekt van ‘intolerante esthetiek’ – van zich af te schudden. Waarbij hij overigens veel verder is gegaan dan zijn gerespecteerde docent aan het Rotterdams Conservatorium ooit heeft kunnen dromen. Want Joey Roukens ziet er geen probleem in tonale akkoorden en populaire deuntjes tot zijn muziek toe te laten. Hij zegt zelf dat hij respect heeft voor de grote voorbeelden van het modernisme als Stockhausen en Boulez, maar dat het tijdperk dat zij vertegenwoordigen voorgoed is afgesloten. Hij
heeft zich afgekeerd van een ‘modernistische wijze van denken’ en richt zich op een meer eclectische en directe aanpak, waarbij hij overigens uit de buurt van ‘naïeve neo-stijlen’ wil blijven. Net als veel van zijn Nederlandse generatiegenoten bevindt hij zich dichter bij de Amerikaanse muziek (John Adams in het bijzonder) dan bij de Centraal-Europese. Joey Roukens is een productief componist. Binnenkort horen we meer van hem. Hij schreef de muziek voor de vrolijke familie-opera ‘Mr Finney’, die eind april in de Koninklijke Schouwburg in première gaat. Het werk is gebaseerd op het boek ‘Mr Finney en de wereld op zijn kop’, geschreven door Laurentien van Oranje, met illustraties van Sieb Posthuma. Nadruk In het algemeen ligt bij Joey Roukens de nadruk op instrumentale muziek, zowel voor orkest als in kamermuziekverband. Daarbij neemt ‘Visions at Sea’, geschreven voor het Rubens Kwartet, een belangrijke plaats in. De titel is begrijpelijk als we weten dat het stuk ontstond naar aanleiding van
Joey Roukens. >Foto: PR
de heropening van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam in oktober 2011. De muziek wekt de indruk de luisteraar mee te voeren over het water naar onbestemde verten. Begin en einde zijn sereen en contemplatief, daartussen ontstaat onrust en treden woelige episodes op. Luchtige accenten zijn er in de vorm van aan zeemansliederen ontleende, dansachtige melodietjes, die vanuit het niets tevoorschijn komen. Als totaal is de muziek uitgesproken evocatief en sfeervol, waarbij van de violistes Sarah Kapustin en Tali Goldberg, de altviolist Roeland Jagers en de cellist Joachim Eijlander vooral
in de langzame, verstilde delen een grote mate van concentratie wordt verlangd. De andere, kortere compositie die tot de resultaten behoort van Joey Roukens’ samenwerking met het Rubens Kwartet heeft een totaal ander karakter en een eveneens totaal andere herkomst. Want bij ‘And David Sang’ gaat het om een door Roukens gemaakte bewerking van een religieus motet, een oorspronkelijk vocale compositie dus, van rond 1500, geschreven door de grote Zuid-Nederlandse componist Josquin des Prez. Het is in de drie jaar geleden ontstane versie geen brave transcriptie geworden, maar een duidelijk op de mogelijkheden van het strijkkwartet afgestemde partituur, compleet met effecten als flageoletten en tremoli. Op vertrouwde bodem komen de kamermuziekliefhebbers dankzij de eveneens geprogrammeerde kwartetten van Mozart (in C, KV 465) en Dvorak (in F, opus 96). Rubens Kwartet speelt muziek van Joey Roukens, Mozart en Dvorak. Dinsdag 12 maart, 20.15 uur, Diligentia. Meer informatie: www. stichtingkamermuziekdenhaag.nl
15
cultuur<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
Muziek, theater, mode en schilderkunst in één expositie Met live muziek, theater en een modeshow opent kunstenaar Crail Moansburg zaterdag zijn tweede solo-expositie in het winkelgebied de Haagsche Bluf. Zijn naam zal niet direct een belletje doen rinkelen. ‘Hij’ is namelijk een fictief personage waarachter een Haags collectief schuilgaat. Door Natasja Admiraal
Het collectief bestaat uit Suzanne van Soest, in 2007 afgestudeerd als modeontwerper aan de KABK, en haar vriend en zeefdrukker Ronald van den Bos. Soest werd zijn assistente en samen opereren zij nu onder de naam Crail Moansburg. Het bleef niet bij een artiestennaam, ze voerden het concept ver door en schreven zelfs een biografie over hun fictieve personage. Zo zou Moansburg steevast gekleed gaan in een dikke laag verfspetters en zijn doeken zouden zijn geïnspireerd op zijn heftige verleden als manager in een voormalige stripclub van het Arnhemse spijkerkwartier. Verrassend is dat het kunstenaarsduo zelf te kennen geeft dat hun werkwijze vrij commercieel is. “We zien onszelf eerder als een productiebedrijf dan als kunstenaars en werken volgens bewezen psychologische principes over de perceptie van kleur en compositie. Er is veel studie gedaan naar de vraag waarom mensen bepaalde dingen kopen. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat blauw en rood het beste verkopen en groen beduidend minder. Ook herhaling werkt goed. Zo hebben we drie doeken van een rokend meisje naast elkaar opgehangen: de compositie is hetzelfde maar de kleur in de achtergrond is op elk schilderij verschillend. In dat opzicht zijn we dus commercieel ingesteld – alhoewel dat woord een negatieve connotatie heeft gekregen. Feitelijk betekent het dat je nadenkt waar behoefte aan is”. Zeefdrukkerij Crail Moansburg beschikt over een ei-
gen zeefdrukkerij in Den Haag. Kenmerkend voor het collectief is het gebruik van uiteenlopende technieken, met name sjabloneren en zeefdrukken. Door een systematische gelaagdheid van die technieken ontstaat een kleurrijk geheel. Die werkwijze is beslist niet nieuw, Andy Warhol ging hen voor. Het werk van Crail Moansburg refereert weliswaar aan popart, maar is het niet. Om nostalgische gevoelens op te roepen worden vintage beelden in de achtergrond verwerkt: oude sepiafoto’s van knappe verpleegsters, bijsluiters van medicijnen, de kaft van een boeketroman. Centraal thema van de tentoonstelling ‘I am Crail Moansburg’ in de Haagsche Bluf is identiteit. “Perceptie is een prachtig gegeven. Hoewel iedereen kijkt naar
Het werk van Crail Moansburg refereert weliswaar aan popart, maar is het niet. >Foto: PR
hetzelfde, zien we toch allemaal iets anders. De context waarin mensen je werk bekijken, hoor je echter nooit. Misschien koopt iemand een schilderij wel puur en alleen omdat het kleurt bij de gordijnen. Die dialoog tussen toeschouwer en kunstwerk vinden we interessant”. Speciaal voor deze expositie schilderden ze ‘achter het behang geplakte gestigmatiseerde dievegges’ en ‘terug naar school gestuurde gangsters in hun natuurlijke habitat’. Op internet opgeduikelde politiefoto’s van vrouwelijke
criminelen – zogenaamde ‘mugshots’ geschoten van voor en opzij – vormen daarvoor de basis. “Mensen koketteren immers vaak met criminaliteit”. Bijpassend maakten ze een modecollectie. Modellen showen op de catwalk onder meer bekladde bontjassen en twaalf vrolijke jurken gemaakt van vilt en Franse tafelkleedjes. De overgang van schilderkunst naar mode was gezien de achtergrond van Van Soest een logische stap. “Bovendien zat er vanaf het begin al een soort ‘modegevoel’ in de schilderijen”, legt ze uit. De meeste werken die geëxposeerd worden, zijn te koop. Een schilderij kost rond de € 1.500,– een jurk pakweg € 300,– en een leren tas met zeefdruk van Ghandi € 195,–. Hoewel het collectief is ontstaan als eenmalig project,
worden er steeds meer spelers bij betrokken. Een productdesigner buigt zich momenteel over Moansburg-servies. Het duo hoopt vooral dat het publiek hun kunst ‘ervaart’ en er zo zelf onderdeel van wordt. Voor de opening hebben ze een gedeelte van de galerie ingericht als de artistieke Parijse wijk ‘Quartier Latin’, waar bohemiens, intellectuelen, artiesten, schrijvers en studenten elkaar ontmoeten. Bezoekers kunnen zich hier op de gevoelige plaat laten vastleggen met de leeuwentemmer, de gewichtheffer of het trapezemeisje. ‘I am Crail Moansburg’, opening 9 maart vanaf 14.00 in Standupgallery, Haagsche Bluf 14. De modeshows zijn tussen 15.00 en 16.00 uur. De expositie is daarna nog te zien tot en met 30 maart. Meer informatie: www.crailmoansburg.com
Kwartetspel met vrouwen in het leven van Piet Mondriaan Wie had dat ooit kunnen denken? 52 vrouwen in het leven van Piet Mondriaan. Een kwartetspel laat ze allemaal zien. Het leven van Mondriaan is daarvoor met grote inventiviteit uitgeplozen. Er zitten zelfs vrouwen bij die ontbreken in de biografie die de hoofdredacteur van deze weekkrant ooit aan Mondriaan wijdde. De nieuwe biograaf wordt met dit kwartet heel wat werk uit handen genomen. Door Sjoerd van Faassen
Als je het kleine boekje dat aan het kwartet is toegevoegd mag geloven, zijn er zelfs meer dan tweeënvijftig vrouwen in Mondriaans leven geweest. Dat is opmerkelijk voor een schilder die de naam heeft zich het liefst buiten het dagelijks gewoel te houden. Ja, er zijn verhalen bekend, zoals dat van de schrijver Jan Greshoff, die hem tijdens de Eerste Wereldoorlog in Laren zag dansen, maar dat deed hij geheel in zichzelf gekeerd in geometrische vormen die een danspartner niet eens had kunnen volgen zelfs al zou ze dat willen. Meer in lijn met het beeld dat van Mondriaan bestaat, is het feit dat hij, toen de Belgische
schilder Jozef Peeters hem begin jaren twintig in Parijs opzocht, naderhand woedend aan Theo van Doesburg schreef dat hij er bij nader inzien beter aan had gedaan Peeters de trap af te smijten. En toch: 13 maal 4 kaarten in dit kwartet, dat werd samengesteld door conservator Hans Janssen en anderen, met hulp van Wietse Coppes, bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie verantwoordelijk voor het beheer van Mondriaans archief. In het kwartet komt natuurlijk familie voor, verder verzamelaars, collega’s en vrouwen die Mondriaans ‘pr’ verzorgden. Maar dat zijn zakelijke contacten. Vrouwen uit de ‘beau monde’, die Mondriaan logies verschaften, of leerlingen komen al weer wat dichter bij.
‘Geliefden’ En dan zijn er nog de rubrieken ‘muzikale vriendinnen’, ‘steun en toever-
laat’, ‘aanbidsters’, ‘nachtelijke wandelingen’, ‘danseuses’en ‘geliefden’, die bevolkt worden door vrouwen die dicht bij Mondriaan stonden, zelfs gerede huwelijkskandidaten waren. Tot de ‘geliefdes’ behoort onder anderen Lily Bles, de dochter van de modernistische dichter Dop Bles, die in 1923 de bundel ‘Parijsche verzen’ publiceerde. Dop Bles, die later bekendheid verwierf als boekverkoper bij boekhandel Dijkhoffz op de Plaats, blokkeerde echter een huwelijk tussen zijn dochter en Mondriaan. Tot de categorie ‘nachtelijke wandeling’ behoort de Haagse schrijfster Til Brugman. Elke kaart bevat zo mogelijk een foto en een korte beschrijving van de relatie die Mondriaan met de betreffende vrouw had. Al bladerend steek je heel wat op, al blijft je oog af en toe haken aan een klein foutje.
De foto op de kaart met danseres Kamares laat zien dat voguen niet door Madonna is uitgevonden. Ze wordt geïntroduceerd als grote liefde van de dichter J. Slauerhoff. Dat was echter Darja Collin, die in de jaren dertig enige tijd een dansschool in Den Haag heeft gehad. Gekker is dat Kamares wordt afgebeeld voor een schilderij van Theo van Doesburg met de schuine lijnen die botsten met Mondriaans principes en die zorgden voor verwijdering tussen beide heren. Een kwartet als dit mag triviaal lijken, maar op een aangename manier kom je toch veel over Mondriaan te weten. Het begrip cultureel ondernemerschap wordt tegenwoordig in de kunstwereld te pas en te onpas gebruikt. Maar als de op modieuze en wat loze term ergens invulling krijgt, dan is het in dit soort alleraardigste initiatieven. ‘Liefde en inspiratie. De vrouwen van Piet Mondriaan’. Gemeentemuseum, Den Haag, €12,95. Ter gelegenheid van de verschijning van het kwartet is nog tot 5 mei in het Gemeentemuseum een selectie uit Mondriaans archief te zien, met onder meer zijn adresboek en foto’s van de personen die erin voorkomen.
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Eigenzinnig gebruik van papier bij Guthschmidt Bij Galerie Guthschmidt zijn geheimzinnige herinneringsdozen van Imre van Buuren te zien. Die dozen bevatten ontroerende, eigenhandig vervaardigde boeken die, door het eigenzinnige gebruik van papier en andere materialen, zacht-roepend vragen om aandachtig door te bladeren. Door Sjoerd van Faassen
Sieraden voeren bij Galerie Guthschmidt de boventoon, maar andersoortige objecten vormen vaak een verrassende afwisseling van de ringen, oorbellen, colliers die er permanent te zien zijn. Ik herinner me tentoonstellingen van prachtige lichtobjecten van Jürgen Reichert, schatkistjes van Hans van der Weyden en – recent – glasobjecten van Anna Carlgren. Bij een ontwerpster als Marleen Guthschmidt, die ooit zelf een prachtige serie architectonische ringen ontwierp met namen als tempel, moskee en dergelijke, ligt een dergelijke belangstelling in lijn. Ook de sieraden die zij van andere ontwerpers in haar galerie verkoopt, zoals de ringen van Nicolette van Hattum en Annette Clay hebben een vaak driedimensionaal karakter. Momenteel toont Guthschmidt herinneringsdozen van de Haagse grafische ontwerpster Imre van Buuren. Het is haar tweede solotentoonstelling bij Guthschmidt; eerder waren daar van haar al even boeiende tassen te zien. De tentoonstelling omvat ruim twintig vierkante dozen van verschillend, maar altijd handzaam formaat. De spannende dozen zijn op zichzelf al begeerlijke objecten. Beplakt met stevig wit papier met een ruwe structuur, kun je ze aan de bovenzijde openklappen. Niet meteen doen, maar eerst die buitenzijde goed in ogenschouw nemen. De kleppen zijn versierd met kleine objecten – in het geval van het afgebeelde ‘Le souffle de la mer’ zelfs een aantal kleine boekjes – en de suggestie van een slot. Als je, nieuwsgierig geworden, vervolgens de doos opent, zie je een boekachtig voorwerp liggen dat je meteen in de hand wilt nemen. Het uitnemen wordt vergemakkelijkt doordat Van Buuren in veel gevallen zo attent is geweest een lintje in de doos aan te brengen, waarmee het boek kan worden opgelicht. Eenmaal in de hand, zie je dat het boek door de duidelijk zichtbare bindwijze
Japanse invloeden toont. Die zijn ook te zien in de verfijnde structuur van het boek zelf. Papierstructuren Sinds 2001 experimenteert Van Buuren met papierstructuren. De structuur van het door haar gebruikte papier blijft altijd goed zichtbaar. Ze gebruikt voor haar boeken onder meer oud behangpapier, maar prepareert haar papier ook zelf. Het door haar vaak eigenhandig gemarmerde of anderszins van kleuraccenten voorziene papier wordt in veel gevallen gecombineerd met zijde, wol of garens. Ook bevatten haar boeken soms uiterst dunne bladen, waartussen een gekleurd stukje zijde geplakt is. Dunne draadjes of vogelveertjes op het blad of tussen twee bladen dragen eveneens bij aan de aaibaarheidsfactor (als ik die voor de poezenvacht gebruikte term van Rudy Kousbroek mag lenen). Aan het vervaardigen van de dozen en de inliggende boeken moet overigens een onvoorstelbare hoeveelheid tijd gespendeerd zijn. Sommige bladen van haar boeken zijn voorzien van envelopjes, zakjes of strookjes als in een postzegelalbum. Dat suggereert praktisch nut. On-
danks het dromerige, etherische karakter van de boeken is dat ook de bedoeling van de ontwerpster. Je mag de bladen van de boeken beschrijven, beplakken en hoeft er wat Van Buuren betreft niet overdreven voorzichtig mee om te gaan. Integendeel. Je mag wat haar betreft de bladen beschrijven. Je kunt de boeken gebruiken als album voor je kinderen, als kraamboek, trouwboek, receptiealbum of condoleanceregister. Je kunt het boek ook buiten de doos bewaren en die vervolgens gebruiken als bewaarplaats voor sieraden, vakantiefoto’s en dergelijke. Dat profane gebruik van iets dat je geneigd bent met de uiterste zorg te behandelen, neemt erg in voor de kunstenares. Het lijkt of de tijden van de eind negentiende-eeuwse Artsand-Craftsbeweging herleven: op de Middeleeuwen gebaseerde ambachtelijkheid die voorwerpen genereert die zowel mooi als nuttig zijn. Ondanks dat nut, zijn het toch ook objecten met een museale kwaliteit, die niet zouden misstaan in collecties als die van Museum Meermanno of Koninklijke Bibliotheek. Imre van Buuren, ‘Herinneringsboeken’, tot en met 23 maart in Galerie Guthschmidt, Prinsestraat 39/41, www.galerieguthschmidt.nl
Le souffle de la mer. >Foto: PR
Robertinho Silva is misschien wel de breedst toegeruste slagwerker/ percussionist in de moderne Braziliaanse muziek. > Foto: PR
Lessen in ritme van meesterpercussionist Robertinho Silva Door Bert Jansma
Robertinho Silva heeft niet alleen de breedste glimlach die je ooit bij een muzikant zag, je kan rustig stellen dat hij ook de breedst toegeruste slagwerker/percussionist is in de moderne Braziliaanse muziek. Zet hem achter de klassieke jazzdrum, geef hem tan tan, surdo, repinique, ganza, caixa, pandeira of hoe al dat Braziliaans instrumentarium ook moge heten in handen en hij haalt er bijna achteloos het ene na het andere ritme uit. Pianist en componist Edgar van Asselt haalt de meester-percussionist dezer dagen voor de tweede maal naar Nederland. Voor concerten en workshops, in Den Haag, Rotterdam, Delft en Leiden. Tot en met 24 maart. Met een slotconcert in Den Haag op 23 maart in de Anton Philipszaal. Van Asselt: “Ik ben naast de hardbop, zoals met mijn eigen cd’s, mijn tournees met saxofonist Dave Schlitter, en naast mijn inmiddels beëindigde werk achter de piano bij The Young Sinatra’s, ook al lang met latin music bezig. Ik heb vroeger in salsa-bandjes gespeeld, heb een tournee met Tango Extremo gedaan, ben een bewonderaar van Elis Regina en ik zocht meer. Iets educatiefs”. “Een bevriende producent maakte me er een paar jaar geleden opmerkzaam op dat Robertinho Silva misschien beschikbaar was voor optredens en workshops. Een naam van jewelste, natuurlijk.Niet alleen van zijn band Som Imagionario uit de jaren zestig, of met het Wagner Trio, met Gilberto Gil en met Milton Nascimiento bij wie hij jarenlang vaste drummer was. Bovendien woonde hij vier jaar in New York waar hij cd’s maakte waarin hij jazz en
Braziliaanse muziek combineerde. Met groten van de Amerikaanse jazzscene als Wayne Shorter en Sarah Vaughan”. Contact “In 2011 kreeg ik contact en is Silva hierheen gekomen. Hoofdzakelijk voor workshops met amateurs. Dat was een succes, het contact bleef, en ik ben gaan werken aan een groter programma rond hem. Dat is er nu. Celebraçao! heet het, Portugees voor ‘viering’ ”. ‘Celebraçao’is een productie van Van Asselts WorldTown Music, dat concerten en educatieve muziekprojecten organiseert voor een breed publiek. Onderdeel van ‘Celebraçao’ is de uitvoering van ‘Batucada Reeds, Rhythms & Beats’, gebaseerd op vier Braziliaanse ritmes: maracatu, tambor de Minas, tambor de Creoula en de Maculele. Dat gebeurt met een aantal muziekgroepen uit Den Haag: de Swing Time Big Band, blazersensemble Windkracht 10, brassband The Legendairs en Nueva Tradicion, gespecialiseerd in Antilliaanse Tipiko-muziek. Op 8 maart BinkVijfhoog. Edgar van Asselt: “Robertinho Silva speelt op een paar van die concerten met Nederlandse topmuzikanten als Jan van Duikeren, Marco Kegel, Bart van Lier en Ack van Rooyen. Voor het slotconcert in de Dr Anton Philipszaal heb ik zangeres Lilian Vieira gevraagd, toch het boegbeeld van de Braziliaanse muziek in Nederland. Ze schreef ook de Portugese teksten bij mijn composities”. Celebraçao! in Den Haag: 10 maart Ritmos Afro-brasileiros in Bibliotheek Spui; 15 maart Celebraçao! Rio meets Jazz in Muzee, Scheveningen; 23 maart Celebraçao! XL, A.Philipszaal.
jazz
Verrassingen in Het Paard en Murphy’s law Scott Hamilton was een sensatie toen hij eind jaren zeventig op de grote podia verscheen. Een saxofonist die klonk als de groten van weleer. Ben Webster, Coleman Hawkins. Een anachronisme, vond men. Hamilton maakte deze weken een tournee door Nederland, maar helaas, géén Den Haag. Mijn enige troost is dat Hamilton op 7 maart in Jazz- en bluessociëteit Engels te vinden is. Niet om te spelen, maar om te praten. Want Nic
Wendorf maakt een documentaire over hem, waarvoor zij trompettist Michael Varekamp heeft aangezocht om daar de vragen te stellen. Ik luister mee. In Studio 3 op de vrijdagavond laat twee grote jazzsaxofonisten: eerst ‘onze’ Ferdinand Povel, op 8 maart, een musicus wiens invloed je in generaties jongere saxofonisten hier te lande terug kunt horen. Een week later (15 maart) de Amerikaan John Ruocco, al jarenlang een inspirerende docent
aan het conservatorium hier. Povel wordt begeleid door pianist Rob van Bavel, bij Ruocco speelt Karel Boehlee. Zij geven al aan welke richting het uit gaat: de eerste mooi ‘mainstream’, de tweede meer van het klankavontuur. Op 8 maart speelt in Muzee Scheveningen de Italiaanse pianiste en zangeres Francesca Tandoi met een combo onder leiding van drummer Hans Braber. Een fijne muzikante die hier aan het conservatorium studeerde en van wie jazzdocent Wouter Turkenburg en ikzelve (juryleden bij de finale) verbaasd waren dat ze de voorrondes van het recente Leidse jazzconcours niet overleefde. In Grand café Grote Markt op 7 maart saxofonist Sjoerd Dijkhuis bij het trio van BobWijnen (hammond) en Danni Nicholas (bas); op zondag 10 maart daar Simon Rigter met drummer Joost van Schaik. En
dan een paar internationale verrassingen in het Paard. Op 8 maart verschijnt er de Franse trompettist Erik Truffaz met zijn kwartet. Prima blazer, die na een Miles Davis-achtige start op het podium, vooral de kant van de ‘cross over’, jazz-rock en hip-hop uitging. Minder. Zijn laatste cd heet ‘El tiempo de la revolución’. Tekenend voor hem. Op 13 maart in dat Paard het Kyteman orkest van Colin Benders. Niet met Eric Vloeimans ditmaal, dus hoe groot het jazzgehalte wordt weet ik niet. Maar het orkest durft muzikaal aardig wat aan. Van hiphop-werk dat van mij niet zo hoeft, tot klankverkenningen in modern-klassiek. In de Regentenkamer presenteren bassist Paul Berner en gitarist Ed Verhoeff hun nieuwe cd ‘Duo’op 8 maart. “Een lach, een traan en de verstilde klank”, omschrijft Berner zelf. De dag erna
vormen pianist Rob van Kreeveld en gitarist Vincent Koning er een intrigerende combinatie. En dan zie ik in de agenda van het aloude jazzcafé Murphy’s Law – van de maandagsessies voor conservatoriumstudenten – als verrassend tussenspel op 9 maart de Amerikaanse zangeres Judy Niemack aangekondigd. Met als begeleider de Belgische gitarist Jean François Prins. Zomaar in de kroeg. Topmuzikanten. Zij voor de ‘standards’ en de blues, hij poëtisch en gepassionneerd op de snaren (laatste cd ‘El gaucho’, met bassist Joris Teepe). Een aanrader, al zal ik er zelf niet kunnen zijn omdat mijn ‘vreemde tussenspel’ die avond in de Koninklijke Schouwburg plaatsvindt. Bert Jansma
17
sport<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
Koninklijke Haagsche Golf & Country Club blijft de mooiste
‘De Haagsche behoort tot de wereldtop’ Als de lente komt, dan rennen op Duindigt de paarden hun spieren warm voor een nieuw seizoen, starten de honkballers van ADO Lakers met hun ‘spring training’ en halen Haagse golfers hun clubs uit de garage. Er zijn plenty plekken om in en rond de stad een balletje te slaan. Al blijft veruit de mooiste speellocatie de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club. En wie beweert dat dit niet zo is, die liegt. Door Martin van Zaanen
Het is een oprijlaan die je normaal alleen in films ziet. Met een lengte die je eerder bij een koninklijk paleis verwacht. Op zich niet zo vreemd, want we hebben het bij dit schilderachtige terrein aan de Groot Haesebroekseweg in Wassenaar wel over de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club. Nog voor de slagboom lachen drie graveltennisbanen je aan de rechterkant verleidelijk toe en door de slagboom heen, wordt naast het clubhuis jeu de boules gespeeld. Deze diversiteit maakt De Haagsche tot een heuse Country Club. De oprichters van de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club vormden een zuiver adellijk gezelschap. Het waren de baronnen Van Brienen van de Groote Lindt, Van Wassenaer van Rosande, Groeninx van Zoelen en Van Pallandt, de graven Van Limburg Stirum en Dumonceau én Sir Horace Rumbold. Voordat De Haagsche werd opgericht, had Baron van Brienen al vijf holes laten aanleggen op zijn Schaepenweide op Landgoed Clingendael, waar hij regelmatig vrienden uitnodigde om te komen spelen. De baan werd rap verplaatst naar Duinzigt, waar hij ook eigenaar van was. Het was hier dat de club in 1893 het levenslicht zag, wat haar tot de oudste van Nederland maakt. Klassiek In 1947 verhuisde De Haagsche naar de huidige locatie aan de Groot Haesebroekseweg, waar binnenin het clubhuis – overweldigend wit en met rieten dak – de klassieke sfeer van een sociëteit hangt. En je vanaf het ruime terras prachtig kunt uitkijken over de baan waar in de loop der jaren niet alleen tienduizenden vrijetijdsgolfers achter hun bal aanliepen, maar ook een grootheid als Gerard de Wit de zinnen begoochelde. De in 1918 in Wassenaar geboren en in 1988 in Den Haag overleden De Wit wordt vaak in één adem genoemd met zijn eeuwige rivaal Piet Witte, die jarenlang bij hem in de buurt bleef, maar niet aan hem kon tippen. Geen schande, want dat kon en kan geen Nederlandse golfer. Speelde hij strokeplay, was De Wit een berekenende speler. Nam geen overbodige risico’s, als een ware rekenmeester haalde hij op bijna klinische wijze de zeges binnen. Speelde hij matchplay, leefde De Wit helemaal op, was hij bereid alle risico’s te nemen en waren de ooh’s en de aah’s bij de toeschouwers niet van de lucht. De Wit won 14 maal het Nationaal Open, was vijf keer tweede bij het Internationaal Open (voorloper Dutch Open) en vijfmaal runner-up bij het Dutch Open. Gedurende het einde van de jaren veertig en vijftig, was hij, samen met Belg Flory van Donck, de beste
Golfers slaan een balletje bij de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club. >Foto: Creative Images
‘Men ziet nu in dat een golfbaan ook gewoon natuur kan zijn’ speler van het continent. Ook was De Wit een vaste klant bij de World Cup, in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een zeer prestigieus toernooi. Tevens was ‘Gerry’ de eerste Nederlandse deelnemer aan de US Masters, viel vijfmaal een uitnodiging voor het Brits Open op zijn deurmat en in totaal drie keer voor de US Masters. Ooit speelde hij op zijn homecourse een prestigewedstrijd tegen de Amerikaanse absolute wereldtopper Byron Nelson. De Wit won. Rijk van golf is hij nooit geworden, daarvoor was hij te vroeg geboren. In deze tijd zou hij multimiljonair zijn geweest. Leraar Na zijn loopbaan werd De Wit een inspirerende leraar, die zijn leerlingen met veel geduld en natuurlijk overwicht met sprongen vooruit liet gaan. Nog steeds lopen er op De Haagsche mensen rond die les hebben gekregen van Gerard de Wit. Hier, op de mooi-
ste baan van ons land. Nu is ‘mooi’ een subjectief begrip, maar in dit geval is er weinig chauvinistisch aan. Wie beweert dat dit niet de mooiste baan van Nederland is, die liegt. In de ziel van het ware golf ligt een diep gevoel voor de natuur verankerd en De Haagsche is de meest natuurlijke baan van allemaal. Een typische linkscourse, midden in de duinen, op een paar kilometer van zee, waardoor het er qua wind aardig kan spoken. Het natuurlijke landschap waar de baan uit verrees, vormt een lust voor het oog. Veel en aanzienlijke hoogteverschillen, adembenemende vergezichten, dichtbegroeid groen tussen de holes; dauwbramen en duindoornen. Harmonie Vermaard baanarchitect Gerard Jol zei een aantal jaren terug: “Milieubewegingen waren aanvankelijk tegen de sterke groei van het aantal golfbanen, maar sinds het streven naar ‘commited to green’, is die beeldvorming omgeslagen. Men ziet nu in dat een golfbaan ook gewoon natuur kan zijn. De Haagsche was, meer dan welke baan ook, altijd al met het landschap in harmonie”. Zijn jongere collega Frank Pont: “Buitenlandse architecten die ik deze baan laat zien, zijn altijd onder de indruk. De Haagsche behoort tot de wereldtop”. Door de groei van het aantal openbare banen, waar een ieder met een GVB
(Golfvaardigheidsbewijs) terecht kan, is golf niet meer voor de happy few. Gelukkig zijn er nog wel tradities overgebleven. Zo is er het begrip De Oude Negen. Dan hebben we het over de banen uit de oertijd van de sport: de Utrechtse Golfclub De Pan in Bosch en Duin (1894), de Rosendaelsche Golfclub in Arnhem (1895), de Kennemer Golf & Country Club in Zandvoort (1910), de Hilversumsche Golfclub (1910), de Noordwijkse Golfclub (1915), de Noord-Brabantse Golf Club Toxandria (1928), de Eindhovensche Golf in Valkenswaard (1930), Golf Club Broekpolder in Vlaardingen (1981; voortzetting van de Rotterdamsche Golfclub in Kralingen van 1931) en De Haagsche. Het zijn eliteclubs waarvan het lidmaatschap een exclusieve verworvenheid is. Hun voorzitters hebben regelmatig overleg, hun leden mogen met korting op elkaars banen spelen. Voorhangen Lid worden van de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club is niet voor iedereen weggelegd. Vrienden en familie krijgen voorrang en snobs en vooral nieuwe rijken houdt men er het liefst buiten de deur. Iedere aanvraag dient te worden vergezeld van vijf ondertekende aanbevelingsbrieven van leden. Dan volgt een voorselectie en een verschijning voor de ballotagecommissie. Bevalt de kennismaking van beide kanten, wordt het aspirant
‘... en waren de ooh’s en aah’s bij de toeschouwers niet van de lucht’ lid ‘voorgehangen’ – pasfoto met personalia op het bord in het clubhuis. Ook ontvangen de leden thuis een brief met de naam van het aspirant lid; desgewenst kan men beroep aantekenen. Gebeurt dit niet, mag je een slordige duizend euro overmaken en ben je ‘in business’. Wie niet door de ballotage komt, kan wel als introducé spelen. Of even verderop zijn slag slaan op Golfclub Rozenstein aan de dr. Mansveltkade of Golfpark Groendael aan het Groenendaal. Grappig gegeven is dat Groendael werd opgericht omdat multimiljonair Theo Dietz, O’ Neill importeur en persoonlijke vriend van Kroonprins WillemAlexander, geweigerd werd als lid van de Haagsche. Opvallend: onze toekomstige koning plus een aantal prinsen zijn zelf geen lid van de Koninklijke Haagsche, maar slaan liever hun balletje op De Noordwijkse.
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
Hans
Abdicatie
Soms zie je een troonswisseling aankomen. Dan wordt er al flink gespeculeerd over het te kiezen moment. Dat was zo met onze koningin en haar zoon. Er zijn ook donderslagen bij heldere hemel, zoals bij de paus het geval was. Andere abdicaties lijken in stilte te gebeuren. Ik ben een nostalgicus met een bijna ziekelijke hang naar het verleden. Dat ben ik me bewust en ik voel me daar prima bij. Romanticus is een stempel dat ik met graagte krijg opgedrukt. Omdat ik u als lezer meeneem in mijn gedachtewereld, lijkt het me fair om u te waarschuwen alvorens verder te gaan. Wie niets heeft met de tijd dat voetbal nog een familie-uitje was, kan nu beter stoppen. Wie niet terugverlangt naar sportiviteit in en rond het veld, leest nog hooguit twee zinnen. Wie er totaal niet voor voelt om opnieuw in aanraking te komen met de pure schoonheid van deze sport, doet er goed aan het nu voor gezien te houden. In ieder geval tot zover bedankt. Het voetbal is op alle niveaus flink ziek. Drie voorbeelden van afgelopen week: Een rechter zei dat het hedendaagse voetbal dreigt te verloederen. Dit naar aanleiding van een amateurvoetballer die terecht stond omdat hij een tegenspeler met een keiharde trap een gescheurde milt, klaplong en longkneuzing bezorgde. Een meerdaags zaalvoetbaltoernooi in Amsterdam werd gestopt vanwege herhaaldelijk geweld tussen de teams. In Goirle zijn fans van Ajax en Feyenoord slaags geraakt. Er komt geen einde aan. Ook niet bij de direct betrokkenen op het hoogste niveau. Profs doen of er zojuist een been is geamputeerd, terwijl ze niet eens zijn geraakt. Trainers die iedereen de schuld geven van puntverlies, maar niet groot genoeg zijn om zelf het boetekleed aan te trekken. Slecht voorbeeld doet slecht volgen. Maar het kan anders, zo wordt wekelijks bewezen. Voetbal op het hoogste niveau, vergelijkbaar met midden jaren 50, toen het allemaal begon. Ik had het genoegen om met de ADO Vrouwen naar Barcelona te gaan. Een trainingskamp en mooie wedstrijd. Geen gezeur van rivaliserende supporters, geen matennaaien in het veld, gewoon lekker ballen. Vrouwen, die niets liever willen dan voetballen op hun hoogste niveau en daar ook een leuk schouwspel van maken. Sportief, boeiend en van een technisch en tactisch zeer behoorlijk niveau. Sinds Spanje heb ik alweer enkele vrouwenwedstrijden bijgewoond. Het was telkens een oase van fatsoen, met wederzijds respect en sportiviteit ten top. Voor de ware liefhebber een aanrader. Voor de romantische nostalgicus de reddingsboei. Maakt Koning Voetbal langzaam plaats voor Koningin Voetbal? Hans Willink
Voorzitter Kees Ekelmans wordt geflankeerd door bestuurslid communicatie Martijn de Graaf (l) en vice-voorzitter Kees Herweijer. >Foto: Creative Images
Quick opent ultramodern en multifunctioneel clubgebouw
De Haantjes zijn opnieuw de voorsten De Haagsche voetbal- en cricketvereniging Quick staat op het punt een nieuw hoofdstuk aan de al roemrijke historie toe te voegen. Vrijdagavond 8 maart start een week met festiviteiten, om de opening van het gloednieuwe clubgebouw te vieren. Een project met zowel een prima betonnen als een uitstekende financiële fundering, wordt daarmee op gepaste wijze afgerond. Door Hans Willink
Iets minder dan een jaar is er gebouwd op sportpark Nieuw Hanenburg om het clubgebouw van de toekomst te realiseren. Daaraan is veel werk voorafgegaan. Wat Quick daarvoor terugkrijgt, is fenomenaal. De nieuwbouw bestaat uit twee etages. Op de begane grond, of eigenlijk iets daaronder, bevinden zich de twaalf kleedkamers, aparte kleedruimtes voor de scheidsrechters, de vergaderruimte van de jeugdcommissie en het archief. Allemaal ruim van opzet en eenvoudig te reinigen dankzij gecoate muren en gegoten vloeren. Twee ruimtes zijn ingericht voor huiswerkbegeleiding, waarover later meer. Het aardige van deze half verzonken etage, is dat de spelers via een brede trap het veld betreden, als waren ze in een heus stadion. Op de eerste etage bevinden zich twee ruimtes, gescheiden door een uitstekend uitgeruste keuken en de daarachter liggende bestuurskamer. Het dichtst bij de ingang van het complex bevindt zich de zogenaamde Ledenbar. Aan de andere zijde is de gigantische algemene ruimte, die door een schuifwand te splitsen is. Doordeweeks biedt het afgescheiden gedeelte ruimte aan buitenschoolse opvang. Beide horecaruimtes kenmerken zich door grote raampartijen en terrassen rondom. Voor de terrassen is weer een verlaagd plateau voor de liefhebbers die graag staand een wedstrijd volgen. Door dit niveauverschil kunnen ook de terrasbezoekers ongehinderd van de sport genieten. Op de
kwaliteit van de gebruikte materialen is absoluut niet bezuinigd. Alles ademt grandeur uit. Kippenvel Voorzitter Kees Ekelmans, met in zijn kielzog vicevoorzitter en bestuurslid sponsorzaken Kees Herweijer en bestuurslid communicatie Martijn de Graaf, lopen opgetogen door het gebouw als jongens in een snoepwinkel. Amper een week voor de opening krijgt de inrichting steeds meer vorm. Het meest opvallend zijn de lampenkappen aan het plafond. Tegen een Quick-blauwe achtergrond zijn per kap telkens onderwerpen uit de clubhistorie gekozen om letterlijk te worden uitgelicht. De voetbalkampioenen hebben een eigen lamp, net als de cricketkampioenen. Daarnaast zijn er onder meer lampen met de internationals die in 1908 Quick vertegenwoordigden op de Olympische Spelen en een lamp met alle clubgebouwen. Een mooi contrast met bijvoorbeeld de bar waarvan de verlichting telkens van kleur wijzigt. “We wilden een ultramodern clubgebouw, dat ook de cultuur van onze vereniging uitstraalt”, verklaart Ekelmans. “ Wat je nog niet kunt zien is een kunstwerk dat straks in de Ledenbar komt te hangen. Wij hebben de kunstenaar Diederick Kraaijeveld, ook bekend onder de naam ‘Oud Hout’, gevraagd voor ons het clubembleem te maken uit het hout van het oude clubhuis. Meer dan een meter doorsnee. Ongelooflijk mooi. Daarnaast is het hele clubgebouw volgehangen met lampenkappen, waarop de historie zichtbaar is. Waarheen je ook kijkt”. Er worden nog laatste handen gelegd en de schoonmakers zijn volop bezig met de opfrissing van ramen en vloeren. Op de grote banken is nu nog voldoende plek om met de voorzitter te praten over dit mooie nieuwe hart voor de 117 jaar oude vereniging: “Er zijn meer dan 350 leden, die zelf uit privégeld hieraan meebetalen. Maar liefst anderhalf miljoen euro komt van onze eigen leden. Daarnaast
zijn we ondersteund door fondsen, sponsoren en de BTW-teruggave. De gemeente heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming en niet alleen met geld. Ze hebben vanaf dag één met ons meegedacht. Voor óns staat hier een clubgebouw dat we gezamenlijk hebben gemaakt. Een grote groep uit de club en met het netwerk daar omheen. Ik krijg kippenvel van trots dat we dit tijdens een crisis van de grond hebben gekregen”. Sportaanbod Een deel van de exploitatiekosten wordt teruggedrongen door onderverhuur. Ekelmans: “De ruimte voorbij de uitschuifbare wand hebben we verhuurd aan Triodus, die daar buitenschoolse opvang verzorgt. Beneden zijn er twee ruimtes speciaal ingericht voor de huiswerkbegeleiding van het Haags Studiepunt. Beide A-merken en daardoor goed passend bij Quick. Met de realisatie van dit clubgebouw hebben we niet de finish bereikt, maar staan we aan de start van de toekomst van Quick. Die gaat over sport, opleiding en gezonde recreatie; je leven lang. Voetbal en cricket doe je misschien tot je veertigste. Wat doen we dan met mensen die op hun zestigste willen sporten? Met die vraag hebben we rekening gehouden toen we dit clubgebouw gingen neerzetten. We zijn met een programma bezig om ons sportaanbod uit te breiden. Helmien Rambaldo, de recordinternational van het Nederlands dames cricketelftal, is een nieuw bestuurslid met als taak om de sportverbreding, -innovatie en de buurtfunctie gestalte te geven. Concreet houdt dat in dat we het komende jaar drie dingen doen: wij starten meisjesvoetbal op, want het is raar dat jongetjes hier wel terecht kunnen en meisjes niet. Daarnaast starten we voetbal op voor de ouders van onze leden. Zeven tegen zeven. Mensen blijven alleen sporten als het leuk is en wij denken dat ze het naar hun zin zullen hebben bij ons. Het derde en meest ambitieuze is Sport op Maat. Wij zijn een paar jaar geleden gestart met voetbal voor on-
handige kinderen, meestal kinderen met een motorische achterstand. Die kiezen zelf voor voetbal, maar worden vaak niet uitgekozen. Samen met Sophia revalidatie, de gemeente, de Haagse Hogeschool en het Mondriaan College, bieden wij een speciaal programma aan. Daarnaast willen we nu Sport op Maat aanbieden aan oudere mensen die graag willen sporten. Daar is ons nieuwe clubgebouw ook op ingericht, we zijn ondermeer rolstoeltoegankelijk. De uitdaging is niet het pand, maar om deze drie activiteiten neer te zetten. Dat gaan we de komende jaren doen. Daarmee willen we, nog sterker dan voorheen, aanbieden wat wij als banner hebben: ‘sport, opleiding en gezonde recreatie, je leven lang!’; een groot iets. Wij willen dat het ongelooflijk leuk is en blijft om te sporten op deze vereniging. Iedereen die straks het nieuwe clubgebouw binnenloopt, moet niet kijken naar wat we hebben gedaan, maar naar wat we nog gaan doen. Dit pand is het clubgebouw van en voor de toekomst. Het is veel mooier dan ik ooit had durven hopen. Als ik alleen al kijk naar de twee bars, de kwaliteit van de afwerking en de lampen die er hangen”. Ekelmans staart even naar een foto op één van de kappen en vervolgt: “Aan de lampenkap met de clubgebouwen kleeft nog een verhaaltje. In 1902 kocht de vereniging het eerste clubgebouw uit het faillissement van de vereniging Swift. Quick had geen geld, maar wilde het gebouw wel aanschaffen. Dus ging men bij de leden met de pet rond. Iedereen betaalde mee. Nu 111 jaar later doen we precies hetzelfde. We zijn veel groter geworden in die tijd, altijd het middelpunt van de wijk geweest, maar ook hetzelfde gebleven als destijds. Als je kind hier door de poort loopt, weet je dat het in een goed nest opgroeit en dat het maximale uit hem wordt gehaald als teamsporter. Heb je talent, dan speel je bij ons hoog. Ben je minder getalenteerd, dan wordt je uitstekend begeleid en maken we een teamspeler van je. Dat is je hele leven lang goud waard”.
19
varia<
Vrijdag 8 maart 2013 > Den Haag Centraal
De oorsprong van de tulp ligt in Kazachstan
stadsgroen
Als het lente wordt, dan stuur ik jou ...
Terrasstoelen
Door Wendy Hendriksen
O, wat zijn we eraan toe, aan een beetje zon en wat warmte. Op 1 maart begon de meteorologische lente. De dag begon evenwel grijs. Ook op 2 maart bleef het kleurloos. En zelfs op 3 maart gebeurde er helemaal niets.
Het mag dan wel lijken alsof al onze sneeuwklokjes, krokussen, tulpen en narcissen ‘echt’ Hollands zijn, maar niets is minder waar. Er is zelfs helemaal niets Nederlands aan, aan deze bloembollen.
De meeste soorten zijn hier in de zestiende eeuw terechtgekomen. De hyacinten en narcissen vonden we in eerste instantie maar niks. Maar de tulp, die stal ons hart. De oorsprong van de tulp ligt in Kazachstan. Op de onherbergzame vlakten groeien nog steeds wilde, rode tulpjes, die overigens een stuk kleiner zijn dan de tulpen die wij kennen. De bloem kwam via de diverse gebieden in het enorme rijk van sultan Süleyman de Grote (1494-1566) dat liep van Klein-Azië, de Balkan, de landen rondom de Middellandse Zee en het gebied tot aan de Perzische Golf, in de hoofdstad Constantinopel terecht. De ‘tulipan’ werd een populaire voorjaarsbloeier en een symbool van leven en vruchtbaarheid. Hoe het tulpje vervolgens onze lage landen heeft kunnen bereiken, leest als een spannend boek. De Zuid-Nederlandse Carolus Clusius, of eigenlijk Charles de l’Ecluse (1526-1609) die wel de meest wijze man van zijn tijd wordt genoemd, studeerde rechten en klassieke talen in Leuven en geneeskunde in Montpellier. Hij werd beroemd door zijn werk als beschrijvend arts en plantkundige, in die tijd bestonden ‘medicijnen’ immers voornamelijk uit planten en kruiden. Hij verzamelde, onderzocht en vermeerderde duizenden geneeskrachtige en giftige planten. Als polyglot vertaalde hij tal van buitenlandse botanische geschriften, ook correspondeerde hij met vakgenoten en apothekers uit diverse landen. Dankzij zijn werk zijn er zeer veel uitheemse planten in onze ‘Nederlanden’ terecht gekomen. Dankzij Clusius maakten wij kennis met gewassen als de paardenkastanje, de sering, de aardappel en de tulp. Clusius werkte als hofbotanicus regelmatig in het buitenland en bouwde zo verder aan zijn kring van internationale relaties, waaronder veel keizerlijke gezanten en diplomaten. Via de Vlaamse ambassadeur
>Foto: PR
in Wenen ontving hij van sultan Süleyman een paar tulpenbollen, zowel wilde als gekweekte soorten. Hij plantte en zaaide de tulpjes in zijn Clusiushof in Leiden en in de zomer van 1575 schrijft hij dat hij erin erin is geslaagd om drie (!) tulpen tot bloei te laten komen. Twee jaar later lezen we dat zijn hoftuin er mooi bij staat; vol tulpen, keizerskronen, narcissen en hyacinthen. Hij deed intensief onderzoek naar de typische vurige vlammen en strepen in de bloemblaadjes van sommige tulpen, variaties waarvan we nu weten dat ze het gevolg zijn van het zogeheten mozaïekvirus. Dat hij het bestaan van virussen niet kende, pathogenen die pas in de 19de eeuw zijn benoemd, is hem al lang vergeven. Want Clusius legde door zijn onderzoek de basis voor de Nederlandse bollenteelt en tulpenveredeling. En daar zijn we hem eeuwig dankbaar voor. Tulpenrage De tulp viel namelijk in de smaak, bij de Hollanders. De bollen werden op landgoederen, buitenplaatsen en in de tuinen van grachtenpanden aangeplant, en al gauw
probeerde iedereen met een flinke portemonnee een tulp te bemachtigen. Men kon kiezen uit ‘ducken’, rode tulpen met een gele rand, ‘bizarren’, rood op een gele ondergrond en ‘violetten’, purper op wit. De gevlamde grillige soorten waren het meest geliefd en het duurde niet lang of de tulp werd ‘een rage’. In korte tijd schoten de prijzen omhoog, waarbij zelfs tulpen die nog als bolletje in de grond zaten, ‘op papier’ werden verkocht. De prijzen liepen almaar verder op, en sommige van die kostbare waardepapieren gingen zelfs over bollen die niet eens bestonden. De geliefde tulpen werden ondertussen veelvuldig nageschilderd op tegeltjes, koekplanken, merklappen en beddegordijnen. Er werden delftsblauwe vazen met tuiten gemaakt, in de openingen konden één of meer tulpenstelen gestoken worden. Er verschenen kleurrijke catalogi met de meest prachtige prenten van de bol en de bloemen, in het Frans Halsmuseum in Haarlem kun je zo’n 17de eeuws Tulpenboek bewonderen. De anders zo zuinige Hollander liet zich in drie jaar tijd volledig gek maken en de tulpenrage liep gigantisch uit de hand. De regering greep in en binnen 24 uur stortte de windhandel in. De tulp bleef evengoed populair. De handel herpakte zich en dankzij het gunstige Hollandse klimaat – een tulpenbol heeft een koudeperiode nodig om te kunnen gaan bloeien – en het zand rondom Haarlem, ontwikkelde de bloembollenteelt zich steeds verder. Er kwam vraag naar nieuwe kleuren en nieuwe vormen, waarbij de verwoede pogingen van Nederlandse telers om de ‘zwarte tulp’ te kweken tot de verbeelding spreekt. Inmiddels hebben zij met de bijna zwarte ‘Queen of night’ en ‘Black Parrot’ hun doel dicht benaderd. Belangrijke factoren voor het succesvol telen van bloembollen zijn – al sinds Clusius’ onderzoek – vakmanschap en kennisuitwisseling geweest. Dat dit zijn vruchten heeft afgeworpen, mag duidelijk zijn. Het huidige aanbod tulpenbollen bestaat uit bloemen in vrijwel alle denkbare kleuren en vormen. Bloembollen en bloemen, het handelsmerk van Nederland, vinden ieder jaar hun weg naar ontelbare bestemmingen over de gehele wereld. En als het lente wordt, dan ....
De Keukenhof opent op 21 maart 2013 om 08.00 uur, de Tulpenshow vindt plaats van 21 tot en met 26 maart 2013
100 soorten tulpen weekend: op 8 en 9 maart 2013 zullen in de kiosk van Snijder Bloemen honderd soorten tulpen te zien zijn, waaronder vele unieke soorten. De medewerkers vertellen over de geschiedenis en de kweekwijze van de tulp. Van Hogenhoucklaan 79, Den Haag
In de museumtuin ‘Hortus Bulborum’ in Limmen en de Botanische Tuinen van Leiden kun je de oude ‘Duc van Tol’ uit 1595, de ‘Zomerschoon’ uit 1620 en de grillige parkiettulp ‘Perfecta’ uit 1750 bewonderen.
Ga mee op Tulpenreis door Kazachstan: http://kazachstanreizen.nl/reizen/de_wilde_tulpen_van_kazachstan
Het was deze week, op één aardige dag na, gewoon ‘wat frisjes’ in Den Haag. Hoe zit dat dan, met zo’n meteorologische lente? Welnu, die is in 1780 gewoon bedacht door de ‘sehr praktische’ Duitse keurvorst Karl Theodor. Hij deelde de vier seizoenen in en liet ze ieder drie maanden duren. Tegen beter weten in keek ‘tout’
Het gaat de goeie kant op als je meer dan zeven bloemetjesjurken ziet
Den Haag op 1 maart naar het zenit: Waar is de zon? Natuurlijk scheen er niets, de zon houdt zich niet aan een kalender. De lente begint gewoon als de dag even lang als de nacht is. Vergeet 1 maart, het gebeurt op de twintigste. Om 2.02 uur, om precies te zijn. Gaat dat wel goed dan, met al die ijkpunten? Wie weet nog waar hij aan toe is? We vragen het een fenoloog. Deze man, die de jaarlijks terugkerende natuurverschijnselen bijhoudt,
zal je gerust stellen. Het gaat goed. De natuurvorser hoorde namelijk op 3 maart de eerste zanglijster kwelen, en op 4 maart was daar de eerste roffel van de grote bonte specht. Op dezelfde dag beluisterde hij het gezang van de vink en hij hoorde dat het goed was. Hij verwacht eerdaags een snel oplopend tekenactiviteitsniveau en regelmatig genies van hooikoortspatienten, vervolgens gaat de hondsdraf bloeien en zien we bosanemomen. En zo glijden we één dezer dagen dan toch heus het voorjaar in, iets wat, eerlijk is eerlijk, ook een beetje bepaald wordt door de temperatuur. De fenoloog neemt waar en onderzoekt. Nu heb zelf ook een soort waarnemingsprogramma opgesteld. U mag het gerust gebruiken. Het werkt zo: tel op straat het aantal mensen met een felgekleurde jas. Tel daar het aantal baldadig bonte sjaals bij op. Het gaat de goeie kant op als je meer dan zeven bloemetjesjurken ziet. Tel al deze zaken op en vermenigvuldig ze met het aantal terrasstoelen op het Buitenhof. Is het plein leeg, haast je dan niet. Twee stoelen maken nog geen lente. Staan er meer dan tien, dan wordt het interessant. En zodra het voltallige meubilair buiten staat, kun je gerust iets luchtigs aan gaan trekken. Dán wordt het voorjaar, in Den Haag. Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
Het Turks Museum Nederland in Den Haag heeft veel informatie over de oorsprong van de tulp
medisch
1 maart
Op 1 maart was ik 25 jaar huisarts in Den Haag. Zes maanden was mijn oudste zoon, toen ik als huisarts ging werken. Het was een tijd waarin er weinig werk was voor een startende huisarts. Een bevriende collega uit de tijd nog van mijn vader, die ook huisarts was, had mij gelukkig een baan aangeboden voor 20 uur per week. Vanaf de eerste dag voelde ik me als een vis in het water. Het duurde niet lang of ik had een hele eigen patiëntenkring opgebouwd. Vele mensen zijn me nog steeds erg trouw. In de loop van de jaren is het werk
wel veranderd. Er zijn steeds meer taken bij gekomen. Meer nog dan vroeger zijn we de spin in het web. Zeker nu de automatisering is doorgedrongen en we geacht worden ons bestand op orde te houden, worden we steeds belangrijker. Vroeger hadden we met onze waarneemgroep twee keer per jaar vergadering over de verdeling van de diensten en de vakantie. Meer deelden we niet met elkaar. Nu proberen we protocollen met elkaar af te stemmen, vergelijken we ons voorschrijfgedrag met het landelijk gemiddelde en proberen we zo veel
mogelijk hetzelfde te werken. Lief en Leed heb ik de afgelopen 25 jaar met menigeen gedeeld. Menig traantje is gelaten. Hoewel ik alle ellende meestal goed over me heen kan laten gaan, zijn er momenten geweest, dat ik mijn emoties niet meer de baas was. Het zien van een ernstig ziek kind, het overlijden van een jong iemand, het zijn maar een paar voorbeelden waarbij ik het niet droog kan houden. Met man en macht moet ik mezelf bij elkaar houden om professioneel te kunnen blijven handelen. Niet altijd even gemakkelijk. 1 maart was ook de dag dat mevr.H. 65 jaar zou worden. 18 jaar heb ik haar als patiënt gehad, maar helaas is ze vlak voor haar 65ste verjaardag overleden. Het was het laatste jaar geen makkelijke situatie. Ze had veel problemen, suikerziekte, nierproblemen, ernstige slijtage in haar rug en nog veel meer. Twee weken geleden
was ik nog bij haar omdat ze het zo benauwd had. Een probleem dat al langer speelde. Ik kwam binnen en ze stak meteen van wal, dat ze het zo niet langer ging trekken. Ik controleerde haar zuurstofgehalte. Het was enorm laag tot mijn stomme verbazing, ze had het wel vaker, maar niet zo extreem. Ze wilde niet naar het ziekenhuis, maar toen ik had aangegeven dat ze dan misschien dood
Hoewel ik alle ellende meestal goed over me heen kan laten gaan, zijn er momenten geweest, dat ik mijn emoties niet meer de baas was
zou gaan, wilde ze wel. Vlak voor de ambulance kwam, wilde ze nog per se een sigaretje roken. Ik probeerde het haar nog te verbieden, maar realiseerde me ook dat het wel eens de laatste zou kunnen zijn. Na een paar dagen was ze weer thuis uit het ziekenhuis. Helaas is ze kort daarna toch nog plotseling overleden. Ik zal haar missen. Als je iemand zo lang en zo intensief heb meegemaakt dan is er vanzelf een band. Morgen ga ik bij haar man op bezoek. De kamer zal leeg zijn!!
Emilie Bolsius Huisarts
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 8 maart 2013
vilan, renate & de residentie
Bomansianen in de biep
Een bijna vergeten schrijver?
' Vragen? Geen vragen!'
Ook de burgmeester houdt van Bomans. > Foto's: Otto Snoek
Godfried Bomans, wie kent hem niet? Velen, u hoeft maar even op straat te gaan vragen, maar daar waren we niet. Het was die middag een eeuw geleden dat Bomans geboren werd en dat moest natuurlijk gevierd worden. Daartoe zou er door burgemeester Jozias van Aartsen een tegeltje onthuld worden aan de Bierkade nummer 2a, het geboortehuis van de schrijver. Hieraan voorafgaand vond in de bibliotheek een literaire middag plaats. Het genootschap Godfried Bomans heette iedereen van harte welkom. Het was een bijzondere bijeenkomst. Bomvol natuurlijk, en velen van de aanwezigen leken op Bomans. Daar stond een jongeman met precies zo’n bril, elders zagen wij een vergelijkbare houding en achter ons leek de auteur zelve druk in gesprek te zijn, maar het moest een verre achterneef geweest zijn.
Familie was overigens ook aanwezig, die zat met de burgemeester en bobo’s vooraan op een bankje. De Bomansianen vormen een gemoedelijk volk, dat de humor van de grote voorganger als richtlijn voor het leven beschouwt. In de gezellige gesprekjes die we afluisterden, citeerde de één tegenover de ander uit ‘Erik of het klein insectenboek’, en dat iedereen wist wie Pa Pinkelman en Tante Pollewop waren, nou, dat sprak vanzelf. Maar zult u het Genootschap niet onderschatten? Ze hebben ruim 250 leden, die de eigen periodiek Godfried volschrijven, lezen en daarna becommentariëren en bediscussiëren. Ook is er een eigen YouTube-kanaal met Godfried Bomans TV. De ene Bomansiaan bezit min of meer dezelfde kennis als de ander, en die wisselen ze dan steeds uit, dat is een vorm van gezelligheid.
Het bleef nog lang onrustig in de stad.
De literaire middag bestond uit twee lezingen. Geen hapjes, geen drankjes, geen Powerpoint, alleen twee staande mannen achter een lessenaar. Een cameraman van Godfried Bomans TV nam alles op. Eerst sprak tot ons biograaf Gé Vaartjes. Een nette man, die met een ietwat zuidelijk accent ons nader inlichtte over de psyche van Bomans (alsof de Bomansianen die niet al dóór en dóór kenden) en olijke bon mots citeerde. Die werden met instemmend gegrinnik ontvangen. Men knikte elkaar tevreden toe: ja, zo was het precies, dat had Bomans zo gezegd, leuk was dat toch, elke keer vónd je er wat in. Naarmate de lezing voortduurde, werd het knikken heviger, en dat waren in deze eigen wereld bepaald emotionele hoogtepunten. Na de biograaf trad Fred Berendse, de voorzitter van het Genootschap, voor
de lessenaar. Hij bleek een geestige spreker, en waarschijnlijk had hij daarom deze positie bereikt. Fred wees er fijntjes op dat alle activiteiten van het Genootschap zich in Haarlem concentreerden, aangezien Bomans weliswaar in Den Haag geboren was, maar als baby de stad verliet. In de toespraak had hij als running gag: hoe oud was Bomans toen? Eerst: vijf maanden. Of twee. Of zes. Of drie. Natuurlijk citeerde hij de wisselende feiten uit het werk van de schrijver. Daarmee oogstte ook hij het hoogst haalbare: een zaal vol knikkende en grinnikende mensen. Hoe de burgemeester zich daarbij hield, weten we niet. Hij zat ingeklemd tussen bestuur en familie, uit het zicht van anderen. De voorzitter vertelde ook, dat het geboortehuis van Bomans gesloopt was. We vonden dat verwarrend. Zo’n herdenkingstegeltje moet toch ergens
op aangebracht zijn? Waarschijnlijk was dit Genootschapshumor, wat we vrijwel zeker wisten toen de voorzitter nadere instructies gaf hoe aan de Bierkade te geraken. Hij beschreef de route dermate nauwkeurig, dat geen van de aanwezigen bij het niet bestaande huis zou geraken, de inzet van verkeersregelaars ten spijt. En inderdaad. Eenmaal buiten de bibliotheek viel de hele groep snel uit elkaar. Een deel zwabberde de ene kant op, een ander deel verdween acuut in het winkelcentrum en slechts de burgemeester professioneel optimistisch leek op route te zijn. Uit de golf van foto’s die we later in de media aantroffen, bleek dat er inderdaad een tegeltje aan een huis werd onthuld. Welk huis, dat vinden we een mooi raadsel. Vilan van de Loo