}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
3
Actueel Geheimzinnige vondst aan de Denneweg
8/9
jaargang 9 nummer 416
€ 2,50
CityLight Kurhaus weer Haagse muziekzaal
13 Zeventig jaar vrede en vrijheid NEDERLAND VIERT IN de eerste week van mei dat het zeventig jaar geleden is bevrijd. Ook in Den Haag is het op veel plekken feest, in 1945 liep het anders. Het was een verwarrende situatie op 5 mei. De Duitsers hadden officieel gecapituleerd, maar in Den Haag bleven zij belangrijke plekken in het centrum controleren. Pas op 7 mei trokken de geallieerden massaal de stad binnen. Een dag daarvoor al had de teruggekeerde burgemeester De Monchy vanaf het bordes van het stadhuis aan de Groenmarkt de Haagse bevolking toegesproken. Toen pas drong het besef door dat het eindelijk voorbij was. NA ZEVENTIG JAAR kun je je afvragen wat er nog over is van de samenleving die toen het einde van de oorlog vierde. Veel van de mensen die de geallieerden toejuichten, zijn niet meer in leven en dat geldt ook voor de overwinnaars die op 21 mei triomfantelijk door de straten trokken. De generaties die de jaren van de wederopbouw hebben meegemaakt, zijn inmiddels in de minderheid. Daardoor horen we de verhalen over de onvrijheid, de Jodenvervolging, het bombardement van Bezuidenhout en de hongertochten naar het platteland veelal niet meer van mensen die het zelf hebben meegemaakt. HET IS PRETTIG als je zonder die last van het verleden kunt opgroeien, maar het houdt ook een gevaar in. Want de pijn die de samenleving nog decennialang voelde was ook een vorm van bescherming, bij elke steek van het verleden wist je het weer ‘dit nooit weer, nooit meer oorlog, nooit meer vervolging!’ Daarom is het goed dat we blijven gedenken, zeker in Den Haag. Dus hebben we op 5 mei niet alleen een Bevrijdingsfestival, maar brengen zes Haagse theaters op 4 mei na de dodenherdenking (zie pagina 7 van UIT de kunst) voorstellingen die de Tweede Wereldoorlog als thema hebben.
>Illustratie: Diederik Gerlach
Actueel 'Competitie Spuikwartier in gevaar door schulden van bouwers'
Vrijdag 1 mei 2015
DEZE KRANT HERDENKT ook. Niet alleen door de vele verhalen in dit nummer over de oorlog, ook hebben we de Haagse kunstenaar Diederik Gerlach gevraagd een kunstwerk te maken met de Tweede Wereldoorlog als thema. Het resultaat staat hiernaast. Een vredig schouwspel van spelende kinderen op het strand tegenover de verschrikkingen die de nazi’s tussen ’40 en ’45 aanrichtten. En een beetje eenzaam bovenin het Vredespaleis, hét symbool van Den Haag als stad van Vrede en Recht, een symbool dat er ook aan herinnert dat wereldvrede nog steeds een ongrijpbaar ideaal is. In Afrika en Azië gaan burgers op tal van plaatsen gebukt onder geweld en zelfs in Europa heerst nog een dictator met harde hand. Laten we hopen dat we de aanstichters van die terreur tegen weerloze burgers ooit voor berechting terugzien in Den Haag. Casper POSTMAA
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
door vreemde ogen
Naar de middelbare Ik huppel al twee weken door het huis: ‘We gaan naar de middelbare! We gaan …’ ‘Ahum, ík ga naar de middelbare’, corrigeert mijn dochter me, geheel terecht. Het is waar natuurlijk, die meervoudsvorm is gewoon een teken van te veel enthousiasme van een moederhart. Zij gaat naar de middelbare, ik ga mijn eigen dingen doen. Ik mag zelf niet naar de middelbare, maar ik leef wel enthousiast mee. Ik mag niet naar de middelbare vanwege mijn leeftijd – hm, middelbare zei ik? – en ik zou al helemaal niet naar dezelfde middelbare mogen van de andere helft van het meervoud …. Maar de buitenlander en de eeuwige student (in positieve zin) in mij zouden het maar al te graag willen! Er wachten ‘ons’ grote veranderingen. Kun je nagaan: nieuwe klasgenoten, nieuwe docenten, nieuwe omgeving, nieuwe straten, nieuwe gezichten. En een nieuwe fiets. Een nieuwe, langere fietsroute, door de stad. Dezelfde stad, maar toch een nieuwe, omdat je hem nu in je eentje meemaakt. Mijn
dochter gaat dus niet alleen kennismaken met Grieks en Latijn, maar ook met de stad. Want als je een stad in je eentje ‘meemaakt’ is dat heel iets anders dan wanneer je diezelfde ervaring met iemand deelt. Afgelopen zondag wou ze weten waarom ik niets wilde geven aan een bedelares die voor de Bijenkorf stond. ‘Dat is omdat ik de vrouw goed ken en ik weet dat ze door een man wordt gestuurd die wacht om de hoek om haar vervolgens het geld af te pakken.’ Mijn dochter keek me aan met ongeloof. ‘Ik heb ze een keer gevolgd’, legde ik haar uit. En ik vertelde haar wat ik had gezien. De bedelares, een Nederlandse vrouw, blond met blauwe ogen, vraagt aan iedereen met haar ietwat nasale stem: ‘Mevrouw, meneer, heeft u misschien een klein bedragje voor mij?’ De eerste keer dat ik haar in de binnenstad zag, nu al weer heel wat jaartjes geleden, vroeg ze geld aan iemand die voor me liep. Ik bleef kijken, je ziet niet zo vaak een Nederlandse vrouw die bedelt. Toen zag ik hém ook:
getinte huid, krullend haar, zwartgrijs, een gouden ketting om zijn nek. Om de hoek wachtte hij haar op, ze gaf hem het geld dat ze gekregen had en hij mopperde wat, iets in de trant van: Die verdomde crisis ook! Ga nog maar een rondje doen! Et cetera. Sindsdien zie ik ze vaak, minstens een keer per week. De vrouw praat almaar nasaler, ze lijkt steeds dunner en verder gedesoriënteerd. Maar zijn kleren worden steeds netter. Ik heb het een keer bij de politie gemeld. Afgelopen zondag stond hij op haar te wachten bij de grote lift boven de parkeergarage onder de Grote Marktstraat, vlakbij de Bijenkorf, op de fiets. Zij kwam aanlopen en gaf hem haar buit. ‘Zie je waarom?’, vroeg ik mijn dochter. Ze keek een beetje ‘bouche bée’. Nieuw voor haar. Een nieuw Den Haag. Een Den Haag dat je kan verrassen. Want het gebeurde op een andere route dan die van thuis naar het Koorenhuis of naar de grote bieb en weer terug. Toen sprong de
Ook aan het eind van een gruwelijk sprookje zeg je immers: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig en misschien leven ze nog steeds’
bedelares achter op de fiets van de man en hij fietste verder. ‘Zie je, nou?’, vroeg mijn dochter op haar beurt. ‘Hij neemt haar tenminste mee, hij laat haar niet alleen achter.’ Ik knikte, want ook aan het eind van een gruwelijk sprookje zeg je immers: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig en misschien leven ze nog steeds’. Want ja, zij gaat straks op de fiets door heel Den Haag. En ze zal veel dingen zien. Zulke dingen, andere dingen. En ze zal in haar eentje zijn. Misschien toch niet, bedenk ik me, na een zonnige dag als vandaag. Ze zal samen met de stad zijn. Zij en Den Haag. Ze gaan samen naar de middelbare. Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met het boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgde ‘De ziekte van Kortjakje’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
advertentie
PRESENTED BY
HOST CITY
3
actueel<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
Groep De Mos: bouwers in gevaar
‘Stop ontwikkeling Spuikwartier’ Door Jan van der Ven
De gemeente moet de dialoog met de drie kanshebbers voor de ontwikkeling van het nieuwe Spuikwartier direct stopzetten. Want twee van de drie consortia die meedingen naar de opdracht, verkeren in grote financiële problemen. Dit als gevolg van miljoenen verliezen op projecten elders in het land. Dit stelt de Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag in schriftelijke vragen aan het college van B en W. Er zijn drie consortia in de race voor de opdracht van de bouw van het
Spuikwartier. Het gaat om: Boele & van Eesteren met daarin ook Visser & Smit, het bedrijf Heijmans, en het consortium Bam/Ballast Nedam. Eind augustus, begin september moet duidelijk worden wie van de drie de opdracht krijgt. Onlangs werd bekend dat Ballast Nedam voor de tweede keer dit jaar er niet in slaagt de jaarcijfers over 2014 te presenteren. Het concern lijdt zware verliezen, oplopend tot vele tientallen miljoen euro’s, op twee bouwprojecten: de aanleg van de A15 op de Maasvlakte en de bouw van een tunnel voor de A2 bij Maastricht. Woensdag werd bekend dat
de banken Ballast Nedam van het faillissement moesten redden. Eerder werd al bekend dat bouwer Heijmans in 2014 een verlies leed van 12 miljoen euro, terwijl een winst was voorzien van 23 miljoen. Beide bouwers hebben nare ervaringen met projecten waar zij financieel verantwoordelijkheid voor dragen. Heijmans moest vorig jaar 11 miljoen euro verlies incasseren bij de bouw van een energiefabriek in Tilburg. Er volgden ontslagen bij het bedrijf. En Ballast Nedam verliest mogelijk 100 miljoen op de bouw van de A15 op de Maasvlakte.
Het bedrijf is 40 procent eigenaar van dit snelwegproject. De Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag vindt het niet verantwoord het proces rond de ontwikkeling van het Spuikwartier voort te zetten met twee verlieslijdende bedrijven. “Daarom zeggen we: stop de gesprekken en bespreek met de gemeenteraad de risico’s die kleven aan het in zee gaan met bedrijven die miljoenen verlies lijden”, zegt het raadslid Dubbelaar van de Groep De Mos. Het gaat dan onder meer om de vraag wat een faillissement van een consortium of hoofdaannemer voor gevolgen
heeft voor de gemeente Den Haag. Het raadslid Dubbelaar concludeert: “Nu doorgaan met de bouw van het cultuurpaleis is als schaatsen na één nachtje vorst; je weet dan zeker dat je door het ijs zakt”. De woordvoerder van wethouder Wijsmuller, die de verantwoordelijkheid draagt voor het de ontwikkeling van het Spuikwartier, zegt in een reactie dat het financiële draagvlak van de te kiezen bouwer straks ook onderdeel wordt van het afwegingsproces. “We zoeken uiteindelijk een betrouwbare partner”, aldus de woordvoerder van de wethouder.
Bed, bad, brood: de Haagse werkelijkheid Door Jan van der Ven
Burgemeester Jozias van Aartsen raakte niet opgewonden over de politieke spanningen op het Binnenhof over de bad-bed-brood-kwestie. Vanaf het begin haalde hij er zijn schouders over op, wetende dat er in deze kwestie twee werkelijkheden bestaan: die van het Binnenhof en die van de opvang van illegalen in de stad Den Haag. ‘Het Binnenhof moet maar doen wat het Binnenhof wil doen’, verklaarde hij onderkoeld tegenover Omroep West. De Haagse werkelijkheid is dat de gemeente er uiteindelijk in geslaagd is een groep van zo’n zestig uitgeprocedeerde asielzoekers op een nette wijze onder te brengen in de Zilverstraat. De groep had een zwerftocht door de stad achter de rug. Eerst vonden ze een onderkomen in krakersbolwerk De Vloek, daarna huisden ze in tenten op de Koekamp om vervolgens hun intrek te nemen in de Sacramentskerk in de Vogelwijk. Toen ze daaruit moesten verhuizen, kregen ze een onderkomen in de Zilverstraat. Het was bedoeld als winteropvang maar uiteindelijk werd besloten de opvang een permanent karakter te geven. De rol van de gemeente veranderde gaandeweg: de harde (politie)hand maakte plaats voor aandacht en begeleiding. Het compromis dat premier Rutte vorige week sloot met PvdA-leider Samsom wijkt af van de Haagse werkelijkheid, die waar Van Aartsen met alle macht aan vast wil houden. In de Zilverstraat is namelijk ook overdag opvang beschikbaar, dit om te voorkomen dat de asielzoekers gaan dolen. ‘We willen niet allerlei zwervende types in de steden hebben’, aldus Van Aartsen. Bedreigd In de Zilverstraat leveren hulpverleners intussen maatwerk, zonder tijdsdruk. Deze aanpak heeft tot gevolg dat een aantal asielzoekers alsnog een verblijfsstatus heeft gekregen omdat ze behoren tot een min-
derheid die in het land van herkomst bij nader inzien wordt bedreigd. Een enkeling keerde terug naar het land van herkomst, een aantal raakte buiten beeld en de rest maakt gebruik van de bed, bad en brood. Uiteindelijk, zo is de schatting, gaat het nu om een groepje van twintig asielzoekers. Fatima Faïd, raadslid voor de Haagse Stadspartij, is al jaren actief als hulpverlener voor asielzoekers. Het raadslid gaat er vanuit dat burgemeester Van Aartsen de druk om de Haagse opvang te modelleren naar het compromis van Rutte en Samsom blijft weerstaan. Inclusief dus de huidige dagopvang en het maatwerk. Ze heeft er alle vertrouwen in. “Je ziet dat de aanpak hier goed werkt”, zegt ze. Kern van die Haagse werkwijze is de begeleiding die de asielzoekers krijgen. “Dus niet alleen de drie B’s waar iedereen het nu over heeft, maar ook de B van Begeleiding”, aldus Fatima Faïd. Onomwonden De VVD, de partij van burgemeester Jozias van Aartsen, kiest als enige van de vijf coalitiepartijen, onomwonden voor het compromis van Rutte en Samsom. Daarmee neemt de fractie van de VVD duidelijk afstand van de mildere aanpak die Van Aartsen voorstaat. Fractievoorzitter Martin Wörsdörfer zegt: “Voor uitgeprocedeerde asielzoekers is er nu een eenmalig, voor een beperkt aantal weken, beschikbare opvang, ook hier in Den Haag. Deze opvang is gericht op een intensievere aanpak van hun terugkeer naar het land van herkomst. Voor wie niet meewerkt, is hier dan ook geen plek”. Dat het rijk nu in alle vijf de steden (Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven) de kosten voor de opvang voor haar rekening neemt, stemt de VVD tevreden. Wörsdörfer concludeert: “Dit is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie in Den Haag. Er komt hiermee een einde aan een slepende discussie en een einde aan een onwenselijke situatie in onze stad”.
> Foto: Piet Gispen
Auke de Vries krijgt Wilhelmina-ring 2015 De Haagse beeldhouwer Auke de Vries krijgt op 30 augustus de Wilhelminaring 2015, een landelijke œuvreprijs die eens in de twee jaar wordt uitgereikt aan een beeldhouwer ouder dan vijftig jaar. De prijs bestaat uit een speciaal ontworpen ring en uit het toekennen van een opdracht voor een driedimensionaal werk in de openbare ruimte in Apeldoorn, de gemeente waar Het Loo staat, het laatste paleis waar koningin Wilhelmina woonde. De Wilhelmina-ring is in 1998 voor het eerst uitgereikt om te herdenken dat het toen honderd jaar geleden was dat de vorstin de troon besteeg.
In het juryrapport staat over Auke de Vries: ‘Zijn œuvre is groot, niet alleen in formaat, maar in hoeveelheid en verscheidenheid, terwijl de beelden onmiskenbaar maar door één kunstenaar kunnen zijn gemaakt. De nerveuze tekenlijnen, volumes en balanceerkunsten maken De Vries’ beelden enig in hun soort, en nauwelijks navolgbaar. De combinatie van de monumentaliteit van het werk en de omvang van het œuvre maken het ondenkbaar dat De Vries niet zou worden opgenomen in het Pantheon van Nederlandse beeldhouwers’. De Vries, die zijn opleiding kreeg aan
de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, begon als graficus en schilder en creëerde vanaf de jaren zeventig een groot œuvre als beeldhouwer. Zijn werk is veelvuldig in binnen- en buitenland uitgevoerd. In Den Haag staat werk van hem op station Hollands Spoor en voor het Joegoslavië Tribunaal. Eén van zijn bekendste internationale werken is de sculptuur ‘Gelandet’, die boven de Potsdamer Platz in Berlijn hangt. Eerdere winnaars van de Wilhelmina-ring waren onder anderen Joep van Lieshout, John Körmeling, Carel Visser en Joop Beljon
HTM gaat actie voeren
Het personeel van HTM houdt tussen woensdag 6 mei en donderdag 21 mei werkonderbrekingen. De eerste onderbreking vindt plaats in de vestiging Scheveningen. Daar blijven tussen 10.00 en 14.00 uur de lijnen 1, 9, 11 en 17 binnen. Aanleiding is een langdurig conflict tussen de HTM-directie en de bonden over een betere cao. De directie wil niet tegemoetkomen aan de looneis van 2,5 procent en koppelt een eventuele loonstijging voorlopig aan een stijging
van de waardering door reizigers. Vorige week voerde het personeel daarom al een lawaaiactie, die komende vrijdag wordt herhaald. HTM zou de loonsverhoging inmiddels hebben verruimd van 1,81 naar 2,3 procent. HTM-directeur Jaap Bierman roept de bonden op met een tegenvoorstel te komen. Hij wil graag met ze om de tafel om een compromis te sluiten en zal tot die tijd niet naar de rechter stappen om de acties te verhinderen. De vakbonden FNV Vervoer
en CNV Vakmensen zijn voornemens de druk tijdens de actieperiode langzaam op te voeren. Dinsdag hebben de bonden overleg gehad met het management van de HTM over de veiligheid tijdens de actiedagen. ‘Per actiedag en per vestiging zullen we de komende week nog heel precies gaan berichten over hoe we de actie gaan organiseren en hoe het met veiligheid en toezicht geregeld is’, staat te lezen in een brief van de bonden die in handen is van Omroep West.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
stadsmens
Ernst de Nobel schildert monumentale Papaverhof met duurzame lijnolieverf Het Rijksmonument de Papaverhof wordt binnenkort in milieuvriendelijke verf gezet. Of beter gezegd: dat gebeurt met een deel van de unieke hof in de Bomen- en Bloemenbuurt. Aan de Haagse ecoschilder Ernst de Nobel is gevraagd een proef te gaan doen met duurzame lijnolieverf. “Als het bevalt, laat men wellicht het hele complex ermee schilderen”, vertelt De Nobel die op dit moment werkt aan een monumentaal pand in Leiden. De Papaverhof, ontworpen door architect Jan Wils en gelegen achter het Goudenregenplein, zal iets bewerkelijker zijn, weet hij nu al. In de jaren tachtig zijn de oorspronkelijke kleuren van het complex, dat vanuit Japan tot Australië belangstelling trekt, in ere hersteld. “Die kleuren moeten ook weer terugkomen”, zegt hij over de Papaverhof dat dateert uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Dat hij is benaderd, beschouwt De Nobel als ‘eervol’. Of hij ook de opdracht krijgt als het natuurproduct geschikt blijkt, vindt hij minder belangrijk. In het hele land heeft hij zo’n vijftig collega’s die allemaal met natuurlijke verven werken en die zich hebben aangesloten bij de vereniging in oprichting ‘Schilders van Nu’. “Of ik of iemand anders uit de vereniging het werk gaat uitvoeren maakt niet uit, als maar voor lijnolieverf wordt gekozen. Elke liter synthetische verf die wordt vervangen door
advertentie
lezersaanbieding
scholing en adviezen; wij begeleiden bijvoorbeeld Verenigingen van Eigenaren. Ook zijn we een module duurzaam schilderen aan het ontwikkelen voor onderwijsinstituten. Onze vereniging functioneert al, maar we moeten het alleen nog formeel maken”.
Ernst de Nobel is één van de oprichters van de Vereniging Schilders van Nu. >Foto: Eveline van Egdom
natuurverf is er één”. De Nobel nam met een aantal collega’s het initiatief voor de vereniging. “We
zijn bezig een landelijk netwerk op te bouwen. Daarnaast doen we aan kennisoverdracht door middel van
Misvatting De verven die De Nobel gebruikt zijn voor 98 procent helemaal natuurlijk. “Ze drogen langzamer en dat is een nadeel; je moet wat geduldiger zijn. Maar tot de Tweede Wereldoorlog is er altijd in Nederland met lijnolieverf gewerkt. Na de oorlog werd die vervangen door sneldrogende verf. Het milieu was toen geen item”. Terwijl de synthetische verven volgens hem juist zo milieubelastend zijn. “Sinds 2010 mogen er binnenshuis geen oplosbare middelen meer worden gebruikt. Er zijn nu verven op waterbasis. Iedereen denkt dat hij dan goed bezig is voor het milieu, maar dat is een grote misvatting. In de verf zitten onder meer microplastics”. Die plasticdeeltjes, vertelt hij, komen in het water terecht doordat kwasten in het water worden uitgespoeld. “De deeltjes zijn zo klein dat het heel lastig is om die uit te filteren in de waterzuiveringsinstallaties”. Het milieu heeft altijd zijn aandacht gehad. Ook in zijn persoonlijke leven. Zo heeft hij een auto die op
bel air jazz club Op zondag 3 mei 2015 treedt het tom beek Kwartet “for the first time” op in de bel air jazz Club. Het kwartet bestaat uit Tom Beek (saxofoon), Martijn van Iterson (guitaar), Boudewijn Lucas (bas) en Marcel Serierse (drums). Voor lezers van Den Haag Centraal wordt tegen inlevering van deze bon een speciale entreeprijs gegeven van zes euro. Bel Air Jazz Club is gevestigd in de Embassy Bar van Worldhotel Bel Air, Johan de Wittlaan 30 in Den Haag. Het concert vindt plaats op zondagmiddag 3 mei 2015, tussen 16.00 en 18.00 uur. De bar is vanaf 15.30 uur open. De entreeprijs bedraagt 12,50 euro (inclusief welkomstdrankje). De opnamen worden uitgezonden via de livestream www.belairjazzclub.com.
aardgas rijdt en hij scheidt heel bewust afval. In 1997 begon Ernst de Nobel als ZZP’er. “In eerste instantie heb ik heel veel verbouwd, soms complete huizen. Langzamerhand ben ik steeds meer schilderwerk gaan doen”. Sinds een jaar of vijf schildert hij monumentale panden in de regio Zuid-Holland. “Het is leuk en dankbaar werk om met mooie projecten bezig te zijn”. Aanvankelijk gebruikte hij synthetische verf en af en toe natuurverf. “Dat heb ik omgedraaid. Ik werk nu alleen met synthetische verf als dat noodzakelijk is. Een voordeur bijvoorbeeld wordt heel intensief gebruikt. Die moet snel droog zijn”. Maar ‘groen schilderen’ staat bij hem voorop. Als De Nobel vertelt dat hij met lijnolieverf werkt, begint men steevast over de droogtijd. “Bij synthetische verf duurt het ongeveer twee uur voordat die stofdroog is, bij verf op lijnoliebasis bijna acht uur en dan nog is die niet droog, wel stofdroog. Toch kiezen steeds meer particulieren ervoor. Als je het goed met de wereld voor hebt en je wilt een leefbare wereld nalaten, zal dat moeten. Als het belasten van het milieu in dit tempo doorgaat, blijft er weinig over”. Joke Korving Informatie: www.ecoschilderwerk.nl/ contact.html
ers Van Voor lez traal Cen Den Haag ering gen inleV worDt te bon een Van Deze eeprijs entr speCiale uro. Van zes e gegeVen
Foto: Tom Beek door Edwin van Nuil
lezersaanbieding
war requiem
! Lezersaanbieding ! € 7,50 korting !Tegen inlevering van deze bon ontvangt u aan de kassa van de Dr Anton Philipszaal een korting van € 7,50 op de toegangsprijs (normale prijs € 27,50). Jongeren tot 27 jaar betalen € 15,00.
5
actueel<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
Buurttuin en sociale huur
Experiment in de Tasmanstraat Door Jasper Gramsma
Ga er maar aan staan: zesentwintig middeldure sociale huurwoningen ontwerpen voor een relatief klein perceel in een bestaande stadswijk. Het lukte architecten Fred Bos en Ari de Jong van Architektenkombinatie Bos Hofman. In opdracht van Haag Wonen tekenden zij het luxueus ogende appartementencomplex ‘Tasmanhof’ in het Zeeheldenkwartier, op de plek waar in 2006 een school afbrandde. Eind vorig jaar werden de huizen opgeleverd door bouwer Dura Vermeer en sinds maart is ook de Zeeheldentuin bij het complex, een initiatief van de buurt, officieel in gebruik. Fred Bos komt aanfietsen om ons rond te leiden door het appartementengebouw in de Tasmanstraat. Hij heeft een plastic tas bij zich met de maquettes erin van de plannen die hij en zijn bureau voor dit braakliggend stukje stad hebben uitgedacht. Het zijn er drie die hij één voor één op het miniatuurperceel plaatst om de ontwikkeling van de Tasmanhof te schetsen. Aanvankelijk wilde Haag Wonen op deze plek achttien particuliere grondgebonden woningen bouwen en een centrum voor Rudolf Steiner Zorg; de eerste maquette. Maar toen sloeg de crisis toe en werd ingezet op sociale woningbouw, wat een forse afwaardering van de grond tot gevolg had. Een tweede, behoorlijk massieve maquette voor 36 appartementen volgt. Inmiddels zien buurtbewoners hun kans schoon. “Dit plan deed de wenkbrauwen in de buurt fronsen”, zegt Bart Moesbergen, directeur van Haag Wonen. “Men wilde zelf ook graag iets inbrengen, pleitte voor meer groen in de wijk. Daarom hebben wij de handschoen opgepakt en zijn samen met de buurt de mogelijkheden gaan verkennen. Onze enige eis was dat er geen maatschappelijk kapitaal zou wegvloeien van onze doelgroep”. De buurtbewoners kopen met hulp van Stichting De Versterking grofweg de helft van de grond voor een besloten stadstuin waarin gerecreëerd en getuinierd kan worden. Er is een bedrag van 750 duizend euro mee gemoeid, maar omdat de grond inmiddels minder waard was, betaalt de stichting de helft in ruil voor een meerderheid van stemrecht en de plicht tot onderhoud. Bos’ derde, definitieve maquette is nu in het
De uitbundige tuin is duidelijk in contrast met het ingetogen appartementencomplex. > Foto’s: François Verhoeven
groot gerealiseerd en het resultaat mag er zijn. Colonnade In het park zijn moestuintjes afgezet in organische vormen, allemaal voorzien van een nummer. De perkjes worden verhuurd aan buurtbewoners die er hun eigen kruiden en groenten in verbouwen. Op het terrein ligt ook een ingegraven boot, een pomp laat grondwater een circuit afleggen door de tuin, her en der staan sculpturen en binnen-
kort komt er een lange tafel voor een Italiaanse eetsfeer op warme zomeravonden. De uitbundige tuin geeft een duidelijk contrast met de ingetogen architectuur van het appartementengebouw. “Door het hoge middendeel en de lagere, naar voren gebrachte zijvleugels toont het complex niet massief”, legt architect Bos uit. “Daarnaast worden de grote terrassen ondersteund door de colonnade, waardoor ze opgaan in de gevel”. De entree met hoge raampartijen en een luifel geven het ge-
bouw een statige uitstraling, evenals de dakrand die van betonnen ornamenten is voorzien. “Een substituut voor de kroonlijsten van de huizen in de omgeving”, noemt Bos die zelf. Na jaren is de achterliggende parkeergarage weer aan het zicht onttrokken. Eraan grenzend bevinden zich de galerijen, die in het ontwerp evenveel aandacht hebben gekregen als de voorgevel. Bos: “Door de colonnade word je niet zo geconfronteerd met die lelijke garage, het is een soort buffer. Ook de
Gemeente Rijswijk mogelijk terug naar oude stadhuis Twaalf jaar nadat ze is vertrokken, ziet de gemeente Rijswijk voldoende kansen om naar het Oude Stadhuis terug te keren. Ondanks dat er nog met de eigenaar van het huidige stadhuis over een afkoopsom onderhandeld moet worden. En ondanks dat de exploitatielasten in het Oude Stadhuis (in eerste instantie) hoger zijn. Door Klaas-Jan Droppert
Het is een langgekoesterde wens voor veel Rijswijkers dat het rijkelijk met marmer ingerichte Oude Stadhuis aan de Generaal Spoorlaan in ere wordt hersteld. Voor velen is het een plek vol mooie herinneringen, bijvoorbeeld omdat ze er getrouwd zijn. Maar in 2003 vertrok het ambtelijke apparaat naar Hoogvoorde aan het Bo-
gaardplein en werden er woningbouwplannen voor het Oude Stadhuis ontwikkeld.Medevanwegedeeconomische crisis zijn die nooit gerealiseerd en staat het markante gebouw al jaren te verpauperen. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat terugkeer mogelijk is. Er is voldoende ruimte voor de 420 ambtenaren, de bouwkundige staat is in orde (het zou nog veertig jaar dienst kunnen doen) en er is zelfs de mogelijkheid om het gebouw te verhuren aan andere partijen waardoor een zogenaamd Huis van de Stad kan ontstaan. Tot zover het positieve nieuws, want of de remigratie gaat lukken, is vooral een financiële kwestie. Het grootste struikelblok is het huidige huurcontract op Hoogvoorde. Dat loopt nog tot 1 januari 2023. Mocht de gemeente tussentijds het contract willen
ontbinden dan kost dat minimaal twaalf miljoen euro. Dat bedrag wil wethouder Ronald van der Meij niet betalen, zodat de gemeente nog pittige onderhandelingen met de eigenaar wachten. Bovendien is er een morele kwestie. Het vertrek heeft negatieve gevolgen voor het aangrenzende winkelcentrum In de Bogaard, waar omzetverlies wordt gevreesd. En de gemeente heeft juist een gebiedsvisie opgesteld om In de Bogaard van een nieuwe impuls te voorzien. Mocht het de gemeente lukken om voor een gunstige prijs Hoogvoorde te verlaten, dan nog zijn er diverse hoge kosten. Het verwijderen van asbest gaat enkele miljoenen kosten, terwijl het gebouw een grondige opknapbeurt nodig heeft. En de exploitatielasten vallen ook nog eens 52.000 euro hoger uit dan in Hoogvoorde. Al met al gaat terugverhuizen minstens 28 miljoen euro kosten. Maar
dat kan gunstiger uitvallen omdat de gemeente ruim begroot heeft, volgens Van der Meij. De gemeente hoopt de exploitatielasten in de toekomst te verlagen door het gebouw ook aan derden te verhuren. Daarvoor is nog genoeg ruimte. Maar de gemeente moet nog in gesprek met diverse partijen en de vraag is of dat lukt. In het concept van Huis van de Stad wordt nagedacht om Trias (Centrum voor de kunsten) of een sociaal wijkteam in het Oude Stadhuis onder te brengen. In dat geval blijven de exploitatielasten hoog, omdat het geen commerciële partijen zijn. Het lijkt erop dat er nog veel moet gebeuren wil de gemeente kunnen terugkeren naar het Oude Stadhuis. Maar ondanks de financiële hobbel is in ieder geval het verlangen groot genoeg om het een kans te geven.
vluchttrappen zijn niet rechttoerechtaan, maar echte elementen die de gevel een extra dimensie geven”. Voor Haag Wonen is de interactie tussen het complex en de buurttuin een spannend experiment. “De bewoners zijn blij met zoveel groen voor de deur, maar kijken nog een beetje de kat uit de boom. We kunnen niet alles van tevoren vastleggen. Door van het positieve uit te gaan, proberen we dit project te laten slagen. Hopelijk krijgt het uiteindelijk navolging”, aldus Moesbergen.
advertentie
CESAR ZUIDERWIJK
Met gratis drumworkshop! Zondag 3 mei ǀ 16.30 uur Theater Diligentia Kaarten: www.diligentia-pepijn.nl
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Het nieuwe recreatiegebied De Uithof Precies vijftig jaar geleden, in 1965, zou de gemeente beginnen met de aanleg van het nieuwe recreatiegebied De Uithof. De gemeenteraad had in 1963 besloten dat de Uithofspolder de plek van een tweede soort Zuiderpark zou zijn. Dit park had de grenzen van zijn capaciteit bereikt en door de snelle groei van Den Haag in de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er een tekort aan recreatieterreinen ontstaan. De Haagse Dienst voor de Stadsontwikkeling hield voor de hoeveelheid parken en bossen binnen de gemeente de norm aan van 14 vierkante meter per Hagenaar. De Hagenaar die bereid was een eindje te fietsen vond binnen een straal van 20 kilometer rond de stad zelfs 25 vierkante meter natuur. Hagenaars hadden het veel beter dan Amsterdammers of Rotterdammers. Voor hen was niet meer dan 10, respectievelijk 2,5 vierkante meter natuur binnen fietsbereik. Den Haag deed het in 1965 nog niet zo slecht, maar toch was er naar de Haagse norm een toenemend gebrek aan recreatiegebied. Aanleg van De Uithof zou het tekort terugbrengen, maar niet opheffen. Het was bestemd voor de 37.000 inwoners van Berestein, Vrederust en Bouwlust, voor de 35.000 inwoners van een deel van Morgenstond en voor de 24.500 inwoners van de verder gelegen
wijken Waldeck en Leyenburg. Voor hen alleen al was meer ruimte nodig dan de ongeveer beschikbare 100 hectare in de Uithof. Over het plan voor De Uithof was goed en ook lang nagedacht. De eerste ideeën waren reeds in de jaren vijftig op papier gezet. Het succesvolle Zuiderpark diende als voorbeeld. Dat park was zeer vooruitstrevend ontworpen, omdat er al direct voorzieningen voor massarecreatie kwamen, terwijl nog niet bekend was of burgers hiervan gebruik zouden maken. Het lag bij de aanleg aan de rand van de bebouwde stad en was bestemd voor de inwoners van de zuidoostelijke wijken op het veen. Den Haag breidde zich immers vooral uit naar het zuidoosten. Het Haagse
De Adrianahoeve in de Uithofspolder in 1963. >Foto: Dienst voor de Stadsontwikkeling
grondgebied had altijd de onhandig rechthoekige vorm gehad, waarvan de Middeleeuwse vastleggers van de Haagse grenzen niet konden bevroeden welke stedenbouwkundige problemen dit in de twintigste eeuw zou geven. Den Haag kwam tussen Wassenaar en het Westland te liggen met de bebouwde kom in de noordelijke helft van het grondgebied en het platteland in de zuidelijke helft. Het zuidoosten werd uiteindelijk de voornaamste groeirichting van Den Haag, zeker toen de stad in 1923 het in 1810 – als gemeente Loosduinen – afgesplitste grondgebied terugkreeg. Het Zuiderpark was het eerste grote
De Uithofspolder moest een nieuw recreatiegebied worden naar model van het Zuiderpark
recreatiegebied in de zuidoostelijke helft van Den Haag. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog raakte dit park ingebouwd door nieuwbouwwijken die in hoog tempo het poldergebied vulden. De nieuwe wijken waren gepland met veel openbaar groen, maar dat groen bood niet genoeg recreatiemogelijkheden. De Uithof moest daarin zoveel mogelijk voorzien. Toen de gemeenteraad in 1963 akkoord ging met de aanleg van De Uithof was het plan dat het recreatiegebied er binnen enkele jaren zou liggen. Maar toen in 1965 de aanleg zou beginnen, bleek de financiële positie van de gemeente zodanig
verslechterd dat de aanleg werd uitgesteld. Daarna kwam het er eigenlijk niet meer van. Er werd van alles in het gebied De Uithof aangelegd, maar niet volgens het oorspronkelijke plan. In 1968 plantte de Haagse schooljeugd de eerste bomen van het Jeugdbos, dat zou worden geflankeerd door een speelruimte, een volkstuincomplex, een kampeerterrein en sportruimten. Maar de plannen werden steeds uitgesteld of bijgesteld. In het gebied kwamen woningen en een groot schaatscomplex. Een verbrede Lozerlaan maakte het recreatiegebied minder makkelijk bereikbaar voor de bewoners van de aangrenzende wijken. Toen een actiecomité de gemeente vroeg op te schieten met de aanleg van De Uithof, bleek de gemeente wel te willen, maar lag de provincie dwars en hadden burgers bezwaarschriften ingediend. Naarmate de jaren verstreken, veranderden de inzichten en uiteindelijk besloot men dat De Uithof geen tweede Zuiderpark zou worden. In 1970 was er nog sprake van dagcampings, speelweiden en velden voor allerlei sporten. Zeven jaar later wilden ambtenaren De Uithof niet meer bestemmen voor massarecreatie, maar dachten ze aan ‘meer rustige vormen van rekreatie’. Men wilde De Uithof geschikt maken voor rustzoekers, wandelaars, fietsers, ruiters en vissers. Inzichten bleven veranderen en er kwam nog een villawijkje bij. Jan van Wandelen www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant Vrijdag 24 april 2015 jaargang 9 nummer 415
€ 2,50
vrijdag 24 april 2015 Week 17
iPad
5
Een échte Haagse krant
Foto links: de Kneuterdijk waar een wrak van een Duits Junker-transportvliegtuig passeert. Het is neergeschoten bij de ‘Slag om de Residentie’. >Foto Foto links: Haags Gemeentearchief/C. Graas, rechts: foto Dick Valentijn.
Confrontatie tussen 12 heden en verleden
vrijdag 24 april 2015 Week 17
}<(l(tp$=adbcb <
Marjolein de Jong, gezond afscheid van de raad
Vrijdag 24 april 2015
€ 2,50
5
Confrontatie tussen 12 heden en verleden > Foto: Thomas Vahé
7 JKZ na 84 jaar weg
uit de Vogelwijk
Het mooie leven van John van Zweden
7 JKZ na 84 jaar weg
jaargang 9 nummer 415
Marjolein de Jong, gezond afscheid van de raad
> Foto: Thomas Vahé
Foto:
Foto links: de Kneuterdijk waar een wrak van een Duits Junker-transportvliegtuig passeert. Het is neergeschoten bij de ‘Slag om de Residentie’. >Foto links: Haags Gemeentearchief/C. Graas, rechts: foto Dick Valentijn.
Een échte Haagse krant
18
Den Haag houdt miljoenen over 3
uit de Vogelwijk
ADVERTENTIE
Broedermoord, incest, grootheidswaan, wraakzucht, leugens en bedrog. Alle kanten van het menselijk bestaan trekken voorbij in Genesis, het eerste bijbelboek. Het Nationale Toneel speelt deze marathon in het Zuiderstrandtheater. Het is tevens de afscheidsvoorstelling van regisseur Johan Doesburg. Te zien tot en met Dit is een uitgave van 24 mei. >Foto: kurt Van der els / Zie ook pagina 5
Macbook Air
IEDERE VRIJDAG OPEN TOT 21 UUR
Het mooie leven van John van Zweden 18
Den Haag houdt miljoenen over
illustration by kristen n. brown 2011
Foto:
3
ADVERTENTIE
IEDERE VRIJDAG OPEN TOT 21 UUR
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee?
Broedermoord, incest, grootheidswaan, wraakzucht, leugens en bedrog. Alle kanten van het menselijk bestaan trekken voorbij in Genesis, het eerste bijbelboek. Het Nationale Toneel speelt deze marathon in het Zuiderstrandtheater. Het is tevens de afscheidsvoorstelling van regisseur Johan Doesburg. Te zien tot en met Dit is een uitgave van 24 mei. >Foto: kurt Van der els / Zie ook pagina 5
Neem dan een abonnement voor slechts € 89,- per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52,tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement.
Prins Hendrikstraat 75 E: info@mien
[email protected] f fo@mien domus.nl 2518 HL Den Haag W: www.miendomus.nl
openingstijden: di t/m za 10:00-17:30
KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN ONZE WEBSHOP OP MIENDOMUS.NL
7
actueel<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
Homomonument verplaatst
Susan Lenssinck.>Foto: Yara Guadalupe Hoppenbrouwers
Adrenaline-gedreven studentenleven leidt tot burn-out
‘Nu luister ik beter naar mijn lichaam’ Door Saskia Herberghs
Ze had er geen idee van dat ook jongeren een burn-out kunnen krijgen, dus herkende Susan Lenssinck (27) haar klachten niet. Ze was onrustig, héél erg moe maar leed ook aan slapeloosheid. “Ik voelde me constant opgejaagd. Mijn lichaam stond stijf van de adrenaline”. Op haar twintigste, in haar tweede studiejaar European Studies aan de Haagse Hogeschool, stortte ze in. Geheel tegen haar zin trok ze weer in bij haar ouders en kon met behulp van een psycholoog én nadat de school met een tegemoetkoming kwam, werken aan haar genezing. Haar ervaringen heeft Lenssinck te boek gesteld in ‘Studente in vrije val’, dat op 11 april werd gepresenteerd in café-restaurant Pavlov. Een boek waarvan ze hoopt dat studenten én ouders het lezen. “De boeken die ik over dit thema las, gingen allemaal over werkende ouderen. Daarom heb ik dit geschreven. Ik hoor wel nu van mensen dat ze het herkennen. Dan denk ik: Yes, dit is wat ik wilde. Dat we hier openheid over krijgen”. Net als Sofie, de hoofdpersoon in het boek dat deels op haar eigen ervaringen is gebaseerd, vond Lenssinck dat ze álles moest doen. Vanuit Wageningen ging ze in een studentenhuis wonen, sloot zich aan bij studentenvereniging Pallas Athene, werd lid van een dispuut, nam zitting in een commissie die activiteiten organiseert voor studenten, werd lid van een hockeyvereniging, nam rijles-
sen, een bijbaantje en ging uit. Lenssinck: “Ik moest álles doen. Omdat ik streberig ben. Ik had telkens een hele lijst af te werken”. Ze hield dat lang vol. Bijna driekwart jaar was Lenssinck moe maar vond niet de rust om goed te slapen. Tot ze aan de start verscheen van de Zevenheuvelenloop. “Ik had de nacht ervoor gewerkt. Al voor aanvang dacht ik dat ik instortte. Mijn vriendinnen adviseerden me om eens vroeg naar bed te gaan”. Dat bleek niet afdoende. Ze trok in bij haar ouders, maar rekende erop snel weer aan de slag te gaan. “Ik kon niet accepteren dat ik weer thuis zat. Ik ben best wel koppig en moest terug naar Den Haag”. Maar hoe harder ze daarnaar toewerkte, hoe slechter het ging. “Ik zette een stap vooruit en maakte er drie achteruit”. Regisseur Pas toen duidelijk werd dat Lenssinck niet aan bloedarmoede leed, gesprekken met een psycholoog begonnen en de decaan van de school meedacht over hoe Lenssinck nadien haar studie weer kon oppakken, kreeg ze rust en kon ze aan haar herstel werken. Geen gemakkelijke klus aangezien ze moest leren om niet over haar grenzen heen te gaan. “Je moet niet overgeprikkeld maar ook niet ondergeprikkeld raken. Dat moet je zelf aanvoelen. Dat is moeilijk want ik zat er zo overheen. De psycholoog zei dat ik weer regis-
Het internationale homomonument heeft na jaren getouwtrek een nieuwe, prominente plek gekregen op de Koekamp. De sculptuur werd zondag 26 april heronthuld door burgemeester Jozias van Aartsen, de roze raadsleden Kim Waanders (D66) en Arjen Lakerveld (VVD) en COC-voorman Arnout van Kooij. “De aandacht voor de vervolging van homoseksuelen en de strijd voor hun emancipatie en rechten, in het verleden, maar vooral in het heden, verdient onze permanente aandacht”, zei Van Aartsen in zijn speech. “Terwijl in veel landen de gelijkberechtiging van homoseksuelen min of meer lijkt te zijn voltooid, zien we in andere landen, zoals Rusland en verschil-
lende Afrikaanse staten, de discriminatie en vervolging van homoseksuelen door de overheid juist toenemen”. Ook over de situatie in eigen land sprak de burgemeester zijn zorg uit: “Tegelijkertijd doet het ons ook beseffen dat ondanks de gelijke rechten die homoseksuele burgers in Nederland bevochten hebben, zij helaas nog al te vaak worden lastig gevallen en gediscrimineerd wanneer zij uitkomen voor hun geaardheid”. Het geknoopte metalen lint van kunstenaar Theo ten Have is net op tijd verplaatst voor de jaarlijkse herdenkingsceremonie op 4 mei. Tot nu toe had die plaats op een oneerbiedwaardige plek bij een tramkeerlus en een toiletgebouw naast Madurodam.
seur over mijn leven moest worden”. Haar burn-out duurde in totaal een half jaar. Inmiddels is Lenssinck aan een nieuwe, duale studie HBO-V begonnen. “Dat is leuk. Ik hoef niet steeds achter de computer te zitten”. Bij het HagaZiekenhuis aan de Sportlaan werkt ze als leerling-verpleegkundige op de afdeling orthopedie. Het gaat goed met haar. “Ik blijf waakzaam. Dat moet ook. Je moet altijd jezelf in acht nemen. Je wordt niet meer de persoon van daarvoor, want dan krijg je weer een burnout. Nu luister ik beter naar mijn lichaam en zeg ik dingen af. Vroeger wilde ik niets missen maar nu blijf ik vaker thuis”. Dat is de voornaamste boodschap in haar boek. “Hopelijk komt er meer openheid over burn-outs bij jongeren. Als je niet stevig in je schoenen staat, kan het je overkomen. Ook mijn ouders zeiden: ‘Je hebt niet meer dan 100 procent energie’, maar dan zei ik: ‘Jullie begrijpen niet hoe mijn leven eruit ziet’. Studenten lezen in mijn boek hoe belangrijk het is dat ze naar hun lichaam luisteren en dat ze niet aan álles hoeven mee te doen. De één kan beter met de drukte omgaan dan de ander, maar het is een zware kluif en de druk om succesvol en leuk te zijn wordt steeds groter”. ‘Studente in vrije val’ van Susan Lenssinck is verkrijgbaar in diverse boekhandels en rechtstreeks bij uitgever Tobi Vroegh voor de prijs van 15 euro.
> Foto: DHC
Diervriendelijke luchtfietserij
Eekhoornbrug: 50.000 euro per oversteek Door P. van der Eijk
Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan een cent betalen , ja of nee? (oud kinderliedje) Een schappelijke prijs, één cent om over te steken. Dat kan moeilijk gezegd worden van de eekhoornbrug over de Benoordenhoutseweg in Den Haag: daar heeft één oversteek tot nu toe bijna vijftigduizend euro per eekhoorn gekost, circa tien miljoen keer zoveel als bij de veerman indertijd, de inflatie niet eens meegerekend. Dit blijkt uit de resultaten die dit door de gemeente ontworpen en aangebrachte ranke bouwsel heeft opgeleverd. Permanente camera-opnamen hebben aangetoond dat tot nu toe sinds de ingebruikneming in 2012 drie eekhoorns van de oversteek gebruik hebben gemaakt. Met de aanmaakkosten van 145.000 euro indertijd is de rekensom gauw gemaakt. De brug – in ambtelijke taal ‘faunapassage’ genoemd – beoogt de eekhoorns vanuit het Haagse Bos een veilige route te bieden naar het nabijgelegen Clingendael en vice versa. Dit om territoriumuitbreiding van de eekhoorns in het Haagse Bos mogelijk te maken en inteelt tegen
>Foto: David van der Mark
te gaan. De brug is met de beste bedoelingen aangelegd maar blijkt gezien de uitkomst achteraf op diervriendelijke luchtfietserij uit te komen: de roestbruine springers willen of durven de reis niet aan. Twee dieren hebben de gewone route genomen, binnendoor, zoals de bedoeling is, één bleef aan de stalen buitenkant en bereikte zo de overkant. Het is niet duidelijk waarom de eekhoorns vrijwel
geen gebruik maken van de faciliteit. De brug, in beheer bij de gemeente, heeft uiteraard ook de belangstelling van Staatsbosbeheer. Deze is nog steeds optimistisch. Boswachter Jannie van Leeuwen zei onlangs voor DHFM dat de eekhoorns nieuwe nesten in de buurt van de overgang hebben gebouwd. Zij zei te hopen dat de jonge eekhoorns er te zijner tijd gebruik van gaan maken. Ook wethouder Boudewijn Revis, die
vanwege zijn fobie voor bomen weinig populair is onder eekhoorns en onder wiens verantwoordelijkheid de brug valt, heeft verklaard de aanleg ‘geen weggegooid geld’ te vinden. Ongeacht de soms ongelooflijke beelden van wilde dieren van ver weg elke dag op de tv is een ontmoeting met een eekhoorn in het Haagse groen vooral voor kinderen een aangename sensatie. Voor regelmatige bezoekers hoeft dat geen zeldzaamheid te zijn. Volgens de Haagse natuurvereniging AVN huizen er in het Haagse Bos zowel als in het tegenover gelegen park Oosterbeek naar schatting vier eekhoorns. Deze diersoort heeft het in het jongste verleden moeilijk gehad door een dodelijke virusziekte. Deze lijkt nu overwonnen en het bestand is zich nu weer aan het uitbreiden. In de meeste bosjes en grotere parken in Den Haag is nu een weer een kleine populatie. Blijkens een recente publicatie in hun blad Haagwinde zijn ook de natuurvrienden van AVN erg optimistisch, zo zij al om onduidelijke redenen geen verkeerde indruk proberen te wekken. In dat stuk wordt met droge ogen gezegd dat er ‘al’ twee eekhoorns gebruik hebben gemaakt van de brug, wat een ‘goed begin’ wordt genoemd. Een begin dat inmiddels al vier jaar achter ons ligt.
8>Tweede wereldoorlog
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
Geheimzinnige vondst aan de Denneweg
Een ondergedoken koffer keert weer Tijdens de recente verbouwing van grandcafé Walter Benedict aan de Denneweg stuitte de aannemer op een ruimte met een koffer, die daar waarschijnlijk zestig jaar heeft gelegen. Historicus Hans Pols kreeg hem via de exploitanten van het café. Verrassender nog is de ontknoping van dit verhaal: de vindplaats van de koffer gaf in 1969 ook al een geheim prijs.
‘Maar als je nog iets voor mij doen wilt, blijf dan als je blieft flink en treur niet al te erg om mij’
H Door Hans Pols
et is de droom van iedere historicus: een koffer vol brieven en andere persoonlijke bescheiden – officieel: egodocumenten- uit de Tweede Wereldoorlog: achtergebleven, weggestopt en bij een verbouwing weer tevoorschijn gekomen. Je verwacht niets, je hoopt op een paar oude kranten en dan krijg je een valies met een oorlogsverhaal. Bij de verbouwing van een winkelpand tot restaurant op de Denneweg dook de koffer op. In eerste instantie leek het erop dat het om de spullen van een onderduiker ging; de tussenverdieping was in 1941 geplaatst en wat lag meer voor de hand om te veronderstellen dat die gemaakt was om onderduikers te verbergen. Maar de koffer bleek toch een ander verhaal te bevatten: dat van een Haagse Joodse jongeman die in september 1942 naar Zwitserland was gevlucht. Israel Bachrach was geboren op 13 augustus 1914. Hij groeide op als het enig kind van een Joods echtpaar dat hun huis had in de Oog in ’t Zeilstraat 2, midden in de toenmalige Joodse buurt –‘de Buurt’- van Den Haag. Bachrach woonde in 1942 nog bij zijn ouders thuis. Hij was papierhandelaar, maar wel een met een HBS-diploma. Onbemiddeld was hij niet, dat zal ook blijken uit het vervolg. In augustus 1942 begonnen in Den Haag de deportaties van de Joodse burgers nadat zij drie maanden eerder al gedwongen waren de Jodenster te dragen. Ze werden, alvorens afgevoerd te worden naar Westerbork, opgesloten in het Huis van Bewaring te Scheveningen. Van de 17.000 Joodse Hagenaars hebben slechts 2000 de oorlog overleefd, de meesten als onderduiker. Het is dus niet vreemd dat Bachrach in september 1942 besloot te vluchten. In de koffer bevond zich een verslag van de vlucht dat hij hoogstwaarschijnlijk na aankomst in Zwitserland geschreven heeft. De reis, die op 4 september begon, duurde opmerkelijk genoeg maar vijf dagen: op 8 september was hij al in Zwitserland aangekomen. Bachrach en zijn metgezel – hij reisde niet alleen – hebben veel geluk gehad tijdens de reis en aan de Zwitserse grens; veel vluchtelingen werden daar, met noodlottige afloop, door de Zwitserse grenswachten teruggestuurd. De Duitsers pakten deze ‘gerefouleerden’ direct op voor transport naar de vernietigingskampen. Passeurs Bachrach beschikte over een vervalst persoonsbewijs, vervalste Zweedse papieren en een routebeschrijving die op stukjes papier was geschreven. Bijzonder tevreden over het werk was hij niet: ‘erg mooi was dat niet gedaan en de vervalsing was zeer duidelijk.’ En toch moesten ze het er maar mee doen. Omdat de vluchtelingen vanwege de strenge controles niet de gewone grensovergangen konden gebruiken hadden ze de hulp nodig van ‘passeurs’, vaak smokkelaars. Zo moesten ze om van Nederland (vanuit Roosendaal) in België (omgeving van Brasschaat) te
komen een tocht op de fiets – met de koffer achterop – maken van twee uur over ‘landweggetjes en kronkelpaadjes’ waarbij ze verschillende malen door douanebeambten gecontroleerd werden. En ook de Franse grens moest omzichtig gepasseerd worden met behulp van een derde, die, net als de andere contactpersonen in het verslag, slechts met een initiaal werd aangeduid. Met deze ‘P’ slopen de beide mannen bij Givet over het rangeerterrein dat op de Belgisch-Franse grens lag. Voor zijn diensten werd ‘P’ beloond met 10.000 Belgische francs waar ze in Frankrijk toch niets aan hadden. Later zou Bachrach ook de duizend gulden die hij bij zich had verscheuren. Dat allemaal uit angst om voor deviezensmokkel opgepakt te worden. Net als in Nederland en België hadden Bachrach en zijn metgezel ook in Frankrijk gewoon met het openbaar vervoer gereisd (over Nancy en Belfort) tot ze in de buurt van de grens kwamen. Maar anders dan bij de twee vorige grenzen, wachtte aan de Zwitserse grens niemand op hen om te helpen. De mannen moesten, nadat ze uit de bus die hen naar St-Hypolite (Elzas) had gebracht, waren gestapt, met alleen hun routebeschrijving, te voet verder. En dat ging nog bijna fout, want na een hoop gekruip en gesluip stonden ze ineens onder een Duitse wachttoren, die, als door een wonder, onbemand bleek! Maar uiteindelijk bereikten ze het grensriviertje de Doubs, nadat ze elkaar al een keer ten onrechte hadden gefeliciteerd met de geslaagde vlucht. Met het overzwemmen – de koffer ging mee!- van het ijskoude water bereikten de mannen Zwitserland. Daar werden ze bij een wachtpost aangehouden. ‘Men ontving ons zeer vriendelijk en gaf ons brood, kaas, wijn, bier en cigaretten. De commandant van de post telefoneerde met de autoriteiten en het resultaat was dat we om half tien werden begeleid naar de gevangenis van Saignéliqier, waar we na een wandeling in de duisternis van ongeveer anderhalf uur om elf uur arriveerden.’ Tijdens hun vlucht hadden de mannen overnacht bij contactpersonen, in een treincoupe op het station van Nancy en, de laatste nacht, in het open veld. In Brussel was het echter bijna fout gegaan: de opgegeven ‘mons. Gi.’ bleek al een jaar niet op het opgegeven adres te wonen en daarom besloten ze om zonder introductie naar ‘hotel J. ‘ te gaan. Daar aangekomen weigerde de eigenaar hun logies omdat hij het veel te gevaarlijk vond: iedere nacht waren er razzia’s. Maar plotseling kwamen een man en een ‘groote blonde vrouw’ binnen. Zij wisten een adres in Antwerpen en gaven een briefje mee ondertekend met ‘Blondinette’. Het bleek een prima slaapplaats: een ‘prachtige rendez-vous inrichting met schitterende kitsch-kamers, groote bedden en goede waschgelegenheid. (…) Het huis bleek bijna hoofdzakelijk geoccupeerd te worden, door Duitsche officieren met hun vriendinnetjes, waarvan ik er verscheidene in de gangen zag en hoorde.’ Afscheidsbrief Wat Bachrach niet kon weten was dat zijn ouders vrij snel na zijn vlucht zijn
Een deel van de inhoud van de koffer van I
opgepakt – of hebben ze zich zelf gemeld? – en afgevoerd naar Auschwitz. Daar zijn ze op 8 oktober, precies een maand na zijn aankomst in Zwitserland, vergast. In de koffer zat een afscheidsbrief van Bachrach aan zijn moeder. Het lijkt erop dat de brief bij zijn moeder bezorgd moest worden als zijn vlucht verkeerd zou aflopen: ‘Als de toestand zoo is, dat je deze brief leest, weet ik dat je je erg ongelukkig zult voelen. Maar als je nog iets voor mij doen wilt, blijf dan als je blieft flink en treur niet al te erg om mij.’ Ook voor zijn vriendin Geppy was zo’n afscheidsbrief. Die voor haar was explicieter: ‘Als je deze brief mocht ontvangen, dan ben ik naar andere oorden gevoerd en hebben ze mij ook opgepakt. De mogelijkheid daarvan is zoo groot, omdat dat reeds met zoo veel van mijn vrienden en kennissen is gebeurd, dat ik je deze brief maar vast schrijf. Ik geef hem aan mijn moeder en die zal hem, als dat noodig is, aan jou sturen.’ Het is onduidelijk of zijn ouders geweten hebben dat hun zoon veilig in Zwitserland was aangekomen. Het is zeker, zoals uit het volgende zal blijken, dat Bachrach van het lot van zijn ouders geweten heeft. In de koffer bevonden zich brieven die een bekende, Fred – hij moet ook een Joodse man zijn – aan Bachrach schreef vanuit het dan nog onbezette deel van Frankrijk. Fred probeerde vandaar naar Portugal te komen en vertelde over een ander die naar Venezuela wilde. Hij er-
9
tweede wereldoorlog<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
Israel Bachrach. >Foto's: Jurriaan Brobbel
voer de situatie in Vichy-Frankrijk als ‘maar dunnetjes en de politieke toestand verandert met den dag, een vulkaan is er niets bij’. Hij gaf Bachrach de raad ‘blijf waar je bent’. Zijn voorgevoel was juist, want op 11 november 1942 bezetten de Duitsers ook het laatste deel van Frankrijk. Van de daar dan aanwezige duizend Nederlandse Joden werden er enkele honderden door de Duitsers gegrepen en afgevoerd naar de vernietigingskampen. Over het lot van Fred is verder niets bekend. Ondertussen was Bachrach geplaatst in het interneringkamp (camp de travail pour internés) Cossonay, waar de vluchtelingen te werk werden gesteld. Later werd hij overgebracht naar Mont Pélerin. Na de bevrijding van Frankrijk kregen de Nederlandse mannen in Zwitserland het bevel zich aan te sluiten bij de Nederlandse krijgsmacht. Bachrach vertrok eind december 1944 met de andere mannen van Mont Pélerin naar Frankrijk. Als militair kwam hij in mei 1945 terug in Den Haag. Gebby Het grootste deel van de brieven in de koffer was geschreven door Gerarda (Gebby) Verbij, Bachrach’s , niet-Joodse, vriendin in Den Haag. Haar brieven geven een fascinerende kijk op het leven in een door de Duitsers bezette stad. Allereerst was er de censuur die het briefverkeer tussen Zwitserland en Nederland controleerde. Beide cor-
respondenten hadden daarom voor Bachrach een prachtige schuilnaam verzonnen: Rob de St. Cygne. De brieven aan Gebby waren gewoon aan haar geadresseerd: mej. G.S.H. Verbij, het Spui 14. Daar staat nu het gebouw Amadeus. Of Gebby op dat adres ook woonde is onduidelijk. Ze schreef heel verhullend over de oorlog en de bezetting, alleen in de eerste van haar bewaarde brieven blijkt een duidelijk anti-Duitse, maar wel onschuldige, stemming als ze schrijft over hoe ze heeft moeten lachen om Duitsers die gedwongen waren te lopen omdat de banden van hun fietsen lek waren. Maar in mei 1943, na de Duitse nederlaag in Noord-Afrika was het: ‘ellendig dat de Duitschers zoo verloren hebben in Tunis, maar ja dat betekend (sic) nog niet veel, die Engelschen zullen nog wel anders leeren, ik denk dat de Duitschers ze maar even laten gaan om ze aanstonds des te feller aan te vallen’. Toch schreef ze in diezelfde brief wel over de spertijd (‘om negen uur binnen’), radio’s die ingeleverd moesten worden en de mannen die zich moesten melden voor werk in Duitsland. Overigens werkte haar broer al in Duitsland en die zag, toen hij op verlof was, ‘er buitengewoon goed uit’, hij was er zelfs dikker geworden. In Nederland was daar weinig gelegenheid toe. Gebby schrijft in veel brieven, zoals in die van december 1942, over de tekorten: ‘St. Nicolaas (…) rijdt dit jaar
in het geheel niet voor mij. Is niets te koop en niets te snoepen’. Op de zwarte markt kostte een sigaret 75 cent en de vier borreltjes die ze met iemand had gedronken, kwamen hun op twintig gulden te staan! Ze meldde ook regelmatig luchtalarm. Ronduit somber was ze in juni 1943: ‘Het is afschuwelijk in de stad. Trouwens overal. Ik hou er een rot gevoel aan over’. Had ze het hier over de leeggehaalde Joodse
ze hield van Peter. Uiteindelijk probeerde ze zich van Bachrach te ontdoen: ’Noem al je slechte eigenschappen dan zal ik me daar op concentreren’. Ze verbrandde al zijn brieven. Het is opmerkelijk dat de enige brief van Bachrach aan haar die bewaard gebleven is, zijn antwoord op de afwijzing van Gebby is. En dat hun correspondentie toch tot in de zomer van 1945 door zal gaan! Maar misschien nog ei-
’Noem al je slechte eigenschappen dan zal ik me daar op concentreren’ buurt? Al eerder had ze geschreven dat ze graag met Bachrachs moeder had gesproken, maar ‘het zal er nooit van komen.’ Wat voor hem toch een duidelijk aanwijzing moet zijn geweest over wat er met zijn ouders is gebeurd. Gebby moest haar correspondentie met Bachrach niet alleen voor de censuur verbergen, maar ook voor haar verloofde Peter. Hij was achterdochtig en Gebby was bang dat hij achter de vriendschap met Bachrach zou komen. Bovendien liet hij blijken antisemitische opvattingen – zo noemde ze het overigens niet – te hebben. Ze leefde een dubbelleven. ‘Als ik Peter niet had gekend was ik misschien wel met je naar Zwitserland meegegaan.’ Want
genaardiger is dat de briefwisseling over het wel of niet beëindigen (‘je moet maar geen ‘lieve’ meer schrijven’) van de correspondentie en de vriendschap plaats heeft in juli en augustus 1944 en dat beiden niets schrijven over de nadere bevrijding. In de zomer van 1945 eindigde de correspondentie. Van de relatie tussen Israel Bachrach en Gertruda Verbij is verder niets bekend. Ze zijn niet met elkaar getrouwd. Gebby is met haar Peter naar Eindhoven vertrokken. En zo leek het spoor dood te lopen. Totdat Casper Postmaa, hoofdredacteur van Den Haag Centraal het verhaal van Bachrach onder ogen kreeg. Hij herinnerde zich dat boekhandelaar Willem Mole-
naar van Nayler & Co aan de Denneweg zich in 1969 met zijn boekwinkel Ulysses in hetzelfde pand had gevestigd waar de koffer is gevonden. Molenaar kon vertellen dat Bachrach daar tot dat jaar een kantoorboekhandel had gedreven. Hij sprak over hem als een uitermate aimabele man. Merkwaardig genoeg wist Molenaar van de plek af waar de koffer is gevonden. “Het is een ruimte die je makkelijk over het hoofd zag en later is dichtgetimmerd. Er lag van alles en nog, dingen die Bachrach had overgehouden van familieleden die in de kampen waar omgekomen. Ik herinner me een oud servies en een kist met scherpe patronen plus een revolver of een geweer. Een hoofdinspecteur van politie die toen een klant van me was, is er nog bij geweest. De rest van de spullen is teruggegaan naar Bachrach”. Samen met zijn twintig jaar jongere vrouw vetrok Israel Bachrach naar het Europaplein in Amsterdam waar hij de Joodse boekhandel Joachimsthal had overgenomen, een begrip in de Joodse gemeenschap. Na de vroege dood van zijn veel jongere vrouw in 1991 verkocht Bachrach de zaak. Zelf is hij in 2000 overleden. Als herinnering aan het verhaal van Bachrach is op een van de muren van restaurant Walter Benedict in de muurschildering een chanoeka opgenomen. Hans Pols is historicus.
10>interview
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
Vilan
De buitenkant
‘Je grootvader zit aan tafel’, zei oma toen ik na jaren van familiegeruzie weer mocht komen. Ik volgde haar naar de huiskamer, waar we beiden naar hem keken. Oma snerpte: ‘Hij is niet veel meer waard’. Ik lachte, van ontzetting en verlegenheid. Hij bleef naar het tafelkleed staren, zwijgend. Pas later vertelde mijn moeder over de oorlog, en dat haar vader — opa, dus —waarschijnlijk toen de tijd van zijn leven had. Hij smokkelde, samen met zijn kameraden, en er was altijd te eten in huis. Eens gebeurde het dat de Nazi’s hun autobus tegenhielden en ze moesten vluchten. Opa heeft toen een koude nacht doorgebracht in een greppel. Uit die tijd dateren de foto’s waarop de kameraden vol bravoure en plezier poseren, soms met de armen over elkaars schouders hangend. Jongens van het klein verzet, dat grote gevolgen kon hebben. Ik heb het er nooit met opa over gehad. Dat ene beeld van hem aan tafel, geregisseerd door chef huwelijk oma, is me bijgebleven. Zo herinner ik me hem. Van zijn begrafenis weet ik niets meer. Toen oma ging hemelen, heb ik tijdens de plechtigheid het woord gevoerd, maar over opa sprak ik toen niet. Dat was de tweede gemiste kans. Daarna viel de familie uit elkaar, bij gebrek aan opperhoofd dat ons verplichtte tot belangstelling. Maar de foto’s heb ik nog, zij het in digitale vorm. De man die ik daar zie, probeer ik in mijn herinneringen onder te brengen, al zijn me zoveel feiten onbekend. Zouden de kleinkinderen van zijn kameraden meer weten? Of nog minder? Die generaties van toen waren niet zulke praters, en zeker niet de mannen die een dominante vrouw trouwden. Zo’n man trok zich terug in zijn binnenkant, om daar vrij te zijn. Opa had veel kinderen die ruzie maakten, en alleen oma kon ze de baas. Als vader mocht hij lege briefjes inleveren en het weekloon dat hij verdiende als buschauffeur. De tijd van het klein verzet moet steeds mooier zijn geworden. Mijn grootvader is al jaren dood, wat ik steeds erger ga vinden. Hij had hier best mogen logeren en dan had ik nooit gevraagd waar hij ’s avonds in zijn eentje naar toe ging of met wie. Natuurlijk, hij zou stokoud zijn geweest, om te zien niet veel meer waard, maar van binnen een ander, iemand vol vrijheid, en de bereidheid om ‘nee’ te zeggen tegen de bezetter. Vilan van de Loo
Yvonne Keuls, drukte in herdenkingsmaand
‘Als ik alles op zou schrijven zoals het is, krijg ik een onleesbaar boek’ De herdenkingsmaand is weer aangebroken. Vreugde om de 70 jaar geleden heroverde vrijheid gaat gepaard met droefheid over alle verlies en ontberingen door de Tweede Wereldoorlog. Toneel- en romanschrijfster Yvonne Keuls (Batavia, 1931) maakte alles mee in Den Haag, de stad waar haar ouders vlak voor de oorlog vanuit NederlandsIndië neerstreken. Honger, angst, kou, verzet, maar ook humor tegen de verdrukking in. Penicilline bereikte haar net op tijd om te genezen van tbc. Een gesprek met een overlever vol verhalen.
H
Door Vera de Jonckheere et grote huis aan de Beeklaan werd vanaf het moment dat Yvonne Keuls (83) er met haar man Rob en hun dochters Claudet, Marysa en Gerdien kwam wonen een warm nest met deuren die voor velen wijd openstaan. De inrichting weerspiegelt met harmonieuze en eigenzinnige nonchalance dat het leven niet om spullen draait. “Alles wat hier staat, is door iemand binnengedragen; we hebben nog nooit meubels gekocht”. Ze trouwden in 1954, de sporen van de oorlog waren verre van uitgewist, er was nog niets. Tot overmaat van ramp werd onderwijzeres Keuls direct na haar huwelijk ontslagen, want een ambtenares mocht niet getrouwd zijn. Ze was vergeefs woedend. Uiteindelijk kon zij als journalist bij Het Vaderland en als dramaturg bij het toneel aan de slag. De pen zou haar vleugels geven; eind dit jaar verschijnt haar 94ste titel in een tomeloze stroom gevarieerd en realistisch œuvre. Romans, toneelstukken, televisieseries, filmscenario’s, hoorspelen, om maar een greep te doen.
’Ik schrijf op basis van herinneringen, realiteit en fantasie’
De tafel in de woonkamer met open keuken biedt plaats aan veertien mensen. “Regelmatig eten hier alle kinderen en kleinkinderen met aanhang”. Het gesprek blijft even hangen op eten, ze reikt recepten en praktische tips aan. De schrijfster beschikt over een magisch stokje waarmee zij grote schalen lasagna, macaroni, couscous en Indisch eten tevoorschijn tovert voor een gezelschap van ‘allemaal drukke mensen die een dagje niet hoeven te koken’. Zo levendig vertelt zij erover dat de kamer gevuld lijkt met geanimeerde tafelgeluiden die het gekwinkeleer van de vogels in de lentetuin bijna overstemmen. Eten als bron van
gezelligheid. In ‘Koningin van de nacht’, Keuls’ vorig jaar verschenen 93ste titel, betekent eten het verschil tussen leven en dood. In de roman over de jonge Daan Maandag in het door de oorlog geteisterde Den Haag wordt de lezer pijnlijk invoelbaar deelgenoot van het leven van een oorlogskind uit een ‘gemengd huwelijk’ tussen een joodse man en niet-joodse vrouw. De gruwelijk koude hongerwinter reduceerde waardevolle muziekinstrumenten en kunstvoorwerpen tot ruilwaren voor bonen, rijst en meel. Alles is gebaseerd op eigen herinneringen en die van anderen.
professionele gereedschapskist. “Als ik alles op zou schrijven zoals het is, krijg ik een onleesbaar boek”. Het te lang doorraspen van bevroren suikerbiet met ijskoude, gevoelloze vingers leidt bij Daan tot een bloedvergiftiging die de schrijfster op dezelfde wijze opliep. Zij haast zich evenwel te zeggen dat Koningin van de nacht een boek is, vader Maandag is niet haar joodse vader Bamberg, ook al vertoont de romanfiguur onmiskenbaar gelijkenis met hem. “Ik zoek de emotionaliteit niet op. Als ik dat zou doen, kan ik er niet meer over praten of schrijven”. Het heeft al lang genoeg
‘Alleen maar ellende is niet te verdragen’ Vakmanschap “In Koningin van de nacht staat het huis van de familie Maandag vol met kunst die langzaamaan verdwijnt naar de buren, de familie Prakke, die zich in het zwarte circuit beweegt. De kunst werd geruild tegen eten. Twee gezinnen die normaal gesproken nooit bij elkaar over de vloer zouden zijn gekomen, waren door de omstandigheden tot elkaar veroordeeld. In dit geval mede door de luchtkoker tussen de huizen, een potentiële onderduikplaats. Ik schrijf op basis van herinneringen, realiteit en fantasie. Een romancier werkt aan zijn œuvre door simpelweg te leven, te luisteren en goed om zich heen te kijken. Een geslaagd boek is een tafel met drie poten en een waterpas blad. De poten raken de grond als het verhaal klopt en op een recht blad kan veel staan”. Puur vakmanschap, bedoelt zij, vanuit een rijk gevuld leven en een
geduurd voordat zij in staat bleek het indringende oorlogsverleden op papier te zetten, inclusief het gezamenlijk musiceren door vader Maandag met een Duitse bezetter. Daniël Maandag verscheen in 1988 als onvolledige novelle bij de Bijenkorf. “Ik moest tachtig worden om emotioneel tot het inzicht te komen dat ik het volledige verhaal kon en moest vertellen, om te begrijpen dat vader Maandag de Duitse officier als een musicus zag, een mede-oudleerling van de grote Franse pianist en componist Robert Casadesus (1899-1972)”. Herdenking De agenda van de onvermoeibare verteller met een onuitputtelijke bron zit boordevol. Vorige week verzorgde zij met de herdenkingslezing op De Paauw in Wassenaar een uur vol oorlogsverhalen. Op 3 mei draagt zij op Kasteel De Wittenburg bij aan het literaire en muzikale herdenkingspro-
11
interview<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
>Foto: Piet Gispen
gramma ‘Van de tranen en de troost’. Op 4 mei opent zij op verzoek van Oscar Wibaut de expositie van Wilma de Walle (moeder van acteur Stefan) in de Koninklijke Schouwburg. Op 10 mei wederom in (uitverkocht) Het Paradijs, Koninklijke Schouwburg, met Koningin van de nacht. Wat het thema ook moge zijn, hoe realistisch over welke periode dan ook, vertellingen van Yvonne Keuls bevatten niet louter kommer en kwel. “Alleen maar ellende is niet te verdragen. Al mijn bewerkingen, boeken en lezingen bevatten humor. In mijn leven zijn ook de gekste dingen gebeurd”. Met een geamuseerde blik vertelt zij het bloedstollende verhaal van haar oudere zusje – twintig op dat moment – bij het verzet. Samen met een andere koerierster overviel zij het distributiekantoor aan de Haagse Tasmanstraat. In enkele van de dertien loketten waren op vernuftige wijze mede-verzetsmensen gemanoeuvreerd. De meisjes stapten met opgevouwen rieten tassen naar binnen en kregen bij de ‘goede’ loketten alle bonnen overhandigd. “Toen een Duitse bewaker hen met volle tassen naar buiten zag komen, achtervolgd door geschreeuw van niet-verzetsbeambten, opende hij het vuur op de meisjes. Zigzaggend door de Tasman-, Van Speijk- en Zoutmanstraat maakten zij zich op hun fietsen uit de voeten, via zijstraatjes wisten zij aan achtervolging te ontkomen. “Eenmaal thuis aan de Laan van Meerdervoort gooide mijn zusje haar tas op tafel. Er prijkten
schroeigaten van revolverkogels in, de bonkaarten waren alle doorzeefd. En wat zei mijn moeder? (Yvonne op klaaglijk Indische toon) ‘Ach zonde, alle vlees en suiker weggeschoten! Mijn tas aan flarden’. Dat haar eigen vlees en bloed als door een wonder ongedeerd was gebleven, ontging haar even”. Ze schaterlacht. Aimabel Haar vader heeft zij al op haar twaalfde, tijdens de oorlog, verloren. Met haar moeder, die 96 werd, beleefde zij een vollediger geschiedenis. Maar van beiden leerde zij in de oorlogsjaren essentiële dingen. “Geen beter bewijs dat een mens uit slechte tijden toch veel kan overhouden om op zijn beurt weer door te geven. Mijn vader, een erudiet man, zei altijd: ‘Wees aimabel’. Wat dat mooi volledige woord precies omvatte, ontdekte ik pas later. Mijn moeder, een dominante Indische vrouw die haar leven lang hunkerde naar het land van herkomst, zei: ‘Honger of geen honger: gedráág je’”. Ook de verhaalkunst kreeg zij van haar moeder, een beeldend vertelster vanuit heimwee. “Zij maakte me haar heraut. Vanuit ons huis aan het Frederik Hendrikplein stuurde zij, nieuwsgierig als ze was, mij de straat op om uit te vinden wat er gebeurde. Wee mijn gebeente als ze mij uit het oog verloor: ik mocht niet verder dan de hoek waar nu Alpina is gevestigd”. Nog pregnanter aanwezig op die plek waar haar moeders ogen haar dochter volgden, zijn natuurlijk de Indische
Tantes. Het bronzen beeld dat Keuls door Loek Bos liet maken van haar Haagse Cultuurprijs 2012, aangevuld met crowd funding. Van het Frederik Hendrikplein verhuisde het gezin naar de Anemoonstraat. Voor korte tijd slechts, de tankgracht gooide roet in het eten. “Begin december 1942 viel er een pamflet op de deurmat waarin wij – als één van de 2500 gezinnen – gesommeerd werden binnen 24 uur te verkassen naar een huis aan de Appelstraat”. Per persoon mocht één klein koffertje worden meegenomen. Haar vader nam in zijn zenuwen een zojuist verworven wc-bril mee. De 10-jarige jongste dochter vond het maar raar. “Steeds vroeg ik waar we naartoe gingen. Tot mijn moeder zei: ‘Bemoei je er niet mee. Loop gewoon achter mij aan’. Toen we bij het huis
dankte hem zeer en tegen zijn vrouw zei ze: ‘Mevrouw, wij zullen héél goed op uw huis passen”. Vergeten Alain de Levita kocht de filmrechten van Koningin van de nacht. Miriam Kruishoop wil dolgraag ‘Meneer en mevrouw zijn gek’ verfilmen, maar de projecten staan in de ijskast. Er is geen geld. Opgewekt: “Voor beide films heb ik het scenario al geschreven. Jammer, maar ik laat het allemaal gáán”. Zij is meesteres in de kunst van het vergeten. “Anders heb je geen leven. In lange relaties gebeurt van alles. Rob en ik zijn 61 jaar getrouwd, we zijn 65 jaar samen. Forget it, denk ik ook als het over auteursrechten gaat”. Een ‘compleet verkeerde agent’ heeft haar en vele collega’s het nodige door de neus geboord. “Alle soesa heb ik links
‘Mijn vader, een erudiet man, zei altijd: Wees aimabel’ aankwamen werden de bewoners er net uitgejaagd. Het oudere echtpaar moest in Velp bij hun kinderen gaan wonen”. Ze krijgt nog kippenvel van de ongekende egards die het echtpaar in kwestie jegens de nieuwkomers in acht nam. “Bij zijn vertrek zei de heer des huizes dat hij een potje surrogaatkoffie voor ons had gezet. Mijn moeder
laten liggen, anders had ik geen 93 titels op mijn naam staan. Zodra je processen gaat voeren, verniel je jezelf en schrijf je niet meer”. Je kunt beter knokken tegen onrecht, leerde zij in de oorlog. Daar liggen haar wortels voor het engagement; haar betrokkenheid bij kinderen in opvanghuizen was er vanaf het moment dat zij als kwekeling
op de Haagse Jan Ligthartschool les gaf aan klassen van meer dan vijftig leerlingen, veelal achterstandskinderen uit saneringswijken, zoals het in die tijd heette. De inzichten die zij daar en in haar werk in opvanghuizen verwierf, leidden tot wat zij eens ‘gewapend schrijven’ heeft genoemd. De werken die maatschappelijk onrecht aan de kaak stellen maakten haar het leven niet altijd gemakkelijk. Jan Rap en zijn maat; Het verrotte leven van Floortje Bloem; Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel, herdrukt als Rapport Tommie, over jongensmisbruik in justitiële kringen. Vooral de laatste titel bezorgde haar vanaf het moment van verschijning midden jaren tachtig een ware lijdensweg, men verguisde haar. Strijdbaar: “Yvonne betekent per slot van rekening: strijdster met de iepen houten boog”. Haar lezing over Koningin van de nacht 10 mei in Het Paradijs, Koninklijke Schouwburg is al uitverkocht, maar op 29 november dit jaar staat zij er opnieuw met deze voorstelling over de razzia in Den Haag, codenaam ‘Schneeflocke’, 21 november 1944. De totaal onverwachte operatie van de Duitse bezetter betekende een ramp die gelukkig alweer bijna 71 jaar geleden plaatsvond, maar dankzij Keuls niet uit het historisch besef zal verdwijnen. Ze neemt afscheid met een voor haar levenshouding typerende zin: “Ik heb geleden tijdens de oorlog maar ik heb er niet van geleden”.
12>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
‘Derde en vierde dimensie’ aan Johan de Wittlaan
Het kunstwerk van Pevsner verdient een zichtbare plek Door Abe van der Werff
Den Haag bezit een aantal fraaie beelden in de openbare ruimte. Een van de mooiste staat tegenover het World Forum. Het is van de hand van Antoine Pevsner (1884-1962), de in Rusland geboren beeldhouwer die meestal in Frankrijk woonde. Lang geleden is dit beeld, met zijn stralende gouden glans, op de middenberm van de Johan de Wittlaan geplaatst. Wat een imponerende gestalte! En meteen een antwoord aan Rotterdam: op de Coolsingel stond immers al het monumentale beeld bij de Bijenkorf, gemaakt door de broer van Antoine. Twee geheel verschillende beelden, interessant te zien hoe ze in de twee stedelijke omgevingen zijn opgenomen. Het kunstwerk uit 1969 koestert ook vandaag een stille kracht in zich, het lijkt ideeën uit te dragen over de na-
>Foto: PR
bije toekomst met effecten van ruimte en tijd. De geheimzinnige titel ‘Derde en vierde dimensie’ introduceert deze gedachten al. Den Haag was trots op dit beeld. Nu niet meer. Het gemeentebestuur wil namelijk vooral uitdrukken dat onze bescheiden stad eigenlijk een internationale stad is. Dat mag wat kosten. Daarom verscheen er twee jaar geleden plotseling een lange dubbele rij zwarte masten met de vlaggen van alle landen ter wereld. Een fier gezicht, jazeker. Maar internationaal, dat is toch al bij uitstek het werk van de fameuze beeldhouwer Pevsner? Waarom plaatste men toen het beeld niet op een beter zichtbare plek en pleegde alsnog het onderhoud dat al decennia achterwege was gebleven? Dat idee had men niet. De dubbele rij masten kapselt het beeld nu gewoon in. Lekker makkelijk, aan weerszijden van het beeld werden die masten een-
Marjolein de Jong moet zich wel op de feiten baseren (Reactie op pagina 5 van Den Haag Centraal van 24 april 2015)
We begrijpen best dat Marjolein de Jong graag het idee heeft dat ze een goede wethouder was en dat haar steun aan het Spuiforum gebaseerd was op haar gedachte dat het een goed plan betrof. Maar zij moet zich bij haar oordeel wel aan de feiten houden en de schuld van het debacle niet wijten aan een complot tussen werkgroep Dooievaar en de pers. Het was niet ‘opeens’ dat Dooievaar ‘een nieuwe discussie aanzwengelde’. Dooievaar reageerde inhoudelijk op de presentatie in juni 2012 van het plan ‘Spuiforum Den Haag’ dat zò nonchalant met Photoshop in elkaar leek te zijn geknutseld dat de letters op de luifel in spiegelbeeld stonden afgebeeld. Een plan dat zo slecht en
ondoordacht in elkaar zat dat op 29 oktober 2012 het college een gecorrigeerde versie aan de gemeenteraad moest presenteren. In dit plan was het winnende ontwerp van architecten Neutelings en Riedijk ‒ in strijd met de uitslag van de ontwerpwedstrijd ‒ gespiegeld en een kwart slag gedraaid waardoor het hele Spuiplein zou worden volgebouwd. PvdA wethouder Norder gooide de staf van cultuurwethouder de Jong eraf en verving die door aangetrokken projectleiders binnen ‘zijn’ DSO. Het was de onvoldoende kwaliteit van het mismaakte winnende ontwerp die Dooievaar activeerde om in actie te komen en te onderzoeken of het niet beter kan. Of het eigenlijk wel nodig is om het Lucent Danstheater en de Dr Anton Philipszaal te slopen. Om het Koninklijk Conservato-
rium met zijn Van Baarenzaal en zijn Schönbergzaal als oud vuil af te danken. Dooievaar onderzocht als eerste de mogelijkheden van hergebruik van het oude ministerie van Justitie. De resultaten waren dermate positief dat de gemeenteraad besloot dit nader te laten onderzoeken. Dooievaar stelde een petitie op die in 12 maanden tijd door meer dan 10.000 personen werd ondertekend, met klinkende namen als Frits Duparc, voormalig directeur van het Mauritshuis, en Wim de Bie. Als er al sprake was van het ‘overschreeuwen’, dan gebeurde dat zeker niet ‘door een kleine groep tegenstanders’. De gemeenteraadsverkiezingen waren in dat verband een prima graadmeter: de Haagse Stadspartij, tegenstander van Spuiforum won zo veel stemmen, ook uit de ‘betere’
wijken van onze stad, dat hij groeide van twee naar vijf gemeenteraadszetels en een wethouder mocht gaan leveren. D66, de partij van mevrouw De Jong en voortrekker van het Spuiforum, won in Den Haag beduidend minder stemmen dan in de rest van Nederland (van 6 naar 8 zetels, maar in Amsterdam van 7 naar 14 zetels en in Utrecht van 9 naar 13 zetels). Ook de PvdA van Spuiforumwethouder Norder kreeg bij die gelegenheid een veeg uit de pan: een verlies van vier raadszetels. We gunnen Marjolein best een goede herinnering aan de tijd die zij als wethouder in Den Haag mocht optreden, maar die moet wel op feiten gebaseerd zijn. Werkgroep Dooievaar +: Guust Baartmans, Peter Drijver, Joop ten Velden
voudig een paar centimeter verder uit elkaar gezet. Gevolg? De automobilist ziet het kunstwerk niet meer, de palen vormen visueel een bijna dichte rij. En de fietsers en voetgangers dan? Die zien, horen en ruiken alleen maar denderend verkeer. De wolken uitlaatgassen hebben de huid van het beeld al aangetast. Kortom, het weggedrukte maar schitterende kunstwerk moet zo gauw mogelijk uit zijn rampzalige omgeving gered worden. Waar naartoe? Er is één echt optimale plek en die is om de hoek: de tuin van het Gemeentemuseum. Daar is voor dit beeld een ‘natuurlijke’ omgeving, daar wordt het weer gezien en daar kan het opnieuw tot onze verbeelding spreken. Wel even goed schoonmaken. Abe van der Werff, oud-directeur Culturele Raad Zuid-Holland
uw mening
De Jong is slecht in cijfers Marjolein de Jong (D66) haalt een oud bagatelliserend trucje uit in de Den Haag Centraal: ‘Spuiforum heeft een kleine groep tegenstanders’. Graag wijs ik op de resultaten van de enquête, gehouden door Omroep West en EénVandaag onder 800 Hagenaars en Hagenezen. Op 15 juli 2013 bleek dat driekwart van de stadsbewoners (75%) tegen de bouw van het ‘Spuiforum’ is. Eén op de vijf (19 procent) vindt de bouw wel een goed plan. Factcheck: Marjolein de Jong liegt. Misschien moet D’66 de eigen kroonjuwelen afstoffen en een referendum houden over het Spuiforum? Op die manier zou zelfs de Haagse Stadspartij herinnerd worden aan de mening van de achterban. Jan Toorn van actiegroep De Haagse Toorn Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
advertentie
T H E AT E R
T H E AT E R
R A S E C H T E L I E F H E B B E R S VA N TA L E N T
R A S E C H T E L I E F H E B B E R S VA N TA L E N T
presenteert
De perfecte luie zondagmiddag singer-songwriters zoete taartjes & gratis thee
Jasper van Kuijk ZONDAG 3 MEI
T H E AT E R R A S E C H T E L I E F H E B B E R S VA N TA L E N T
Kiki Schippers ZONDAG 17 MEI
diligentia-pepijn.nl
Citylight – Vrijdag 1 mei 2015 Den Haag Centraal
13
Het andere nieuws over de stad
Bal | society | Dans | en meer....
Koninginnebal in het Kurhaus Het had wel iets weg van een vooroorlogs variétéspektakel, het eerste Koninginnebal in de Kurzaal aan de vooravond van Koningsdag. Ellen ten Damme zette met haar concert ‘Berlin’ de toon voor een nieuwe traditie die verdacht vertrouwd aanvoelt.
Ellen van Damme trekt de verkleedkist met theatrale kostuums open. >Foto’s: Roland Smulders
O
Door Jasper Gramsma
Haags OBJECT | De Haagse optiek Azami op het
Noordeinde verkoopt naast brillen van exclusieve merken als Cutler and Gross ook eigen ontwerpen. De monturen uit de ‘Azami collectie’ worden in kleine oplages gemaakt en zijn bovendien af te stemmen op individuele wensen ten aanzien van kleur en formaat. De modellen zijn zowel in kunststof als in buffelhoorn leverbaar.
Foto: Mathilde Karrer
Prijzen: vanaf € 325,00 (kunststof) en € 800,00 (buffelhoorn) Voor meer informatie: www.azami.nl
oit gaven muzieklegendes als Maria Callas en Edith Piaf acte de présence in de Kurzaal. De afgelopen jaren degradeerde de imposante negentiende-eeuwse concerthal echter tot niet meer dan een eetzaal waarin de menselijke maat zoek was. Onder leiding van de nieuwe eigenaar Amrâth krijgt het hart van het Kurhaus nu zijn allure terug. Ontbijtbuffet en tafellinnen hebben definitief plaatsgemaakt voor podium en dansvloer. Aan Ellen ten Damme de eer een nieuw tijdperk van grootse optredens in te luiden. Haar concert ‘Berlin’ was afgelopen weekeinde de kapstok voor het eerste, jaarlijks terugkerende Koninginnebal. Voor het bal heeft de Kurzaal een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Overal staan kleine tafeltjes met daarop olielampjes, bloemen en linten met de Nederlandse driekleur. Het licht is gedimd en rondom zijn de zwarte gordijnen toe. Al met al een intieme setting die de sfeer oproept van een nachtclub in de roaring twenties. De uitdossing van het publiek – mantelpakken, avondjurken, smokings en hier en daar zelfs een heus jacquet – doet er nog een schepje bovenop. Eerst is het podium voor Ernst Daniël Smid. De bariton warmt de aanwezigen op met lieve liedjes van Wim Sonneveld en Jules de Corte. Samen met zijn dochter Coosje zingt hij twee duetten, waaronder de hit ‘Mag ik dan bij jou’ van cabaretière Claudia de Breij. Onderwijl nippen de gasten aan een glas wijn en genieten zichtbaar doch in stilte van het feest der herkenning. Onder hen ook couturier Ronald Kolk en zanger Dinand Woesthoff. En dan is het tijd voor hoofdact Ten Damme. Want wie anders dan deze variété-artieste kan zo’n ouderwetse clubavond compleet maken? Om haar Duitstalige repertoire – van Marlene Dietrich tot Nina Hagen – en haar circusachtige performance hangt immers een zweem van nostalgie en revue. Uitdagend en toch gepast in deze deftige ambiance. Met het verleidelijk toezingen van Amrâth-directeur Giovanni van Eijl tijdens de opening van haar
concert heeft ze dan ook meteen de lachers op de hand. Behalve mevrouw Van Eijl, die haar man angstvallig vastgrijpt. Verkleedkist Voor de gelegenheid pakt Ten Damme uit met het zestienkoppige Magpie Orchestra, waarmee ze ook de cd ‘Berlin’ opnam. De vertolking van klassiekers als ‘Ich bin von Kopf bis Fuß auf Liebe eingestellt’ en ‘Adieu mein kleiner Gardeoffizier’ brengt de voeten beheerst aan het wippen en de handen zachtjes op elkaar. De stemming zit er pas goed in als later op de avond Nena’s ’99 Luftballons’ door de zaal dendert en de verkleedkist opengaat voor een arsenaal theatrale kostuums. Twee studenten van de Tilburgse circusschool begeleiden enkele Duitse evergreens met hun acrobatische act. Eén van hen stijgt meters naar boven en haalt daar duizelingwekkende toeren uit in de touwen. Het enige dat ontbreekt is de olifant, of een ander exotisch dier om het spektakel mee compleet te maken. Daarvoor in de plaats verschijnt Arie ten tonele, de uit het nest gevallen ekster die door Ten Damme werd grootgebracht. De tamme vogel steelt de show als hij op Reinhard Meys ‘Gute Nacht Freunde’ van schouder naar schouder springt op de eerste rij. Rond middernacht is het concert ten einde en luidt diva Ten Damme de Koningsnacht in met ‘Möchte ich die Königin vom Kurhaus sein’, een parodie op een bestaand lied uit Ten Damme’s repertoire. Voor haar een wens, voor het publiek een weet: zij was de koningin van het bal.
14
Den Haag Centraal Vrijdag 1 mei 2015 – Citylight
Column: internationaal
Dansen en eten
Louis Dan draaien in Door Annerieke Simeone
W
e bekijken de flyer van de Louis Dance Company nog eens aandachtig. Ja, er staat toch echt Muzenplein 135 op, maar waarom staan we dan in een ruimte vol stoelen en tafels? Waarom staan er gerechten op het krijtbord geschreven? Het lijkt verdacht veel op een restaurant. In elk geval refereert de grote afbeelding van de Franse koning Louis XIV aan de muur aan de naam. “Ja, het is soms een beetje verwarrend”, zegt eigenaresse Nicolette Rademaker (47) terwijl ze thee inschenkt, “het is ook een restaurant en een danspodium”. Ze wijst naar de geoliede houten vloer in het midden van de ruimte. “Die is expres helemaal glad gemaakt, zodat er ook op gedanst kan worden”. Niet dat Rademaker, die eveneens nog een restaurant en camping runt in Brabant, dat doet. Het dansen laat ze over aan choreografe Anna Bakker (38). Al jaren werkt Bakker met jonge kinderen die vaak zonder enige ervaring auditie bij haar doen. “Ik vraag niet de perfectie die bijvoorbeeld het Koninklijk Conservatorium verlangt, het gaat mij om de persoonlijkheid van het kind”. Toch stromen veel van haar pupillen door naar een
Den Haag als Siena
Willem Post Amerika-deskundige
Foto: Annelies Schouten
Society.
VNO-NCW te gast bij Het Vendueh
H
Vera.
Vrijwel iedere bezoeker aan een vreemde stad wil een karakteristieke foto mee terug nemen voor het thuisfront. ‘Kijk eens, hier was ik.’ Alsof dat de reis nog eens extra legitimeert. Den Haag heeft veel fotogenieke plekjes maar het hoekje van de Hofvijver bij de Gevangenpoort is inmiddels de absolute topper geworden. Daar zie je dat prachtige, typisch Haagse coulissenlandschap opdoemen. Het stille, aloude water ligt als een spiegel voor je. Daarachter rijst het middeleeuwse Binnenhof op en vervolgens de moderne ‘rising skyline’. Weids en dus met veel licht. Dat typisch Haagse licht. Onze stad is een geslaagd architectonisch compromis en dat moeten we vooral zo houden. Steden met alleen maar wolkenkrabbers bestaan niet maar ook niet die met alleen maar oude gebouwen. Maar er zijn wel steden waar één beeld echt domineert. Wat hoogbouw betreft, is Chicago, meer nog dan New York en Shanghai, voor mij het voorbeeld van geslaagd ‘schilderen in de lucht’. Die stad is als een raster op de vlakke prairie en daar komen die wolkenkrabbers van Mies van der Rohe en al die andere grootmeesters van het architectonische hooglied het meest tot z’n recht. In hun volle naaktheid mag je ze bewonderen. Adembenemend is het uitzicht vanuit het vliegtuig dat langzaam daalt boven Lake Michigan met in de verte de stenen reuzen in allerlei moderne bouwstijlen. En juist ook Chicago kent spectaculaire laagbouw want nergens vind je zoveel Frank Lloyd Wright villa’s die heel dicht bij de aarde blijven. Er zelfs in op lijken te gaan. Afgelopen week bezocht ik de fameuze Toscaanse steden. Siena kent nauwelijks hoogbouw of het zou de kathedraal, de Duomo, moeten zijn. Uren kun je dwalen door straten en over pleinen uit de Middeleeuwen en de vroeg Renaissance. Als vanuit een tijdmachine stap je terug in de tijd. Steden als Siena, Florence en Volterra zijn allen tezamen één groot openlucht-museum. Door de eeuwen heen hebben bewoners en politici begrepen dat zij hun cultuurgoed moeten koesteren. Een geluk is dat de industriële revolutie niet door gebieden als Toscane heen gedenderd is. Reuze fabriekscomplexen met daaromheen explosies van nieuwbouwwoningen kennen ze daar niet. Noem het de ironie van de geschiedenis dat ‘achtergebleven’ Toscane als inmiddels wereldberoemd toeristisch gebied daar nu economisch zo van profiteert. Ons verstedelijkte Nederland is natuurlijk wel zwaar geïndustrialiseerd en dat bracht een nog grotere urbanisatie op gang. Steden moesten veranderen, zich aanpassen. Den Haag was maar ten dele een industriële stad maar kent als kantorenstad in de moderne tijd wel nieuwbouw in de vorm van hoogbouw. Ik vind die bouwmetamorfose tussen Centraal Station en stadhuis tot nu toe geslaagd. Geen monotone hoogbouw à la de meeste Amerikaanse en Chinese steden. Allerlei verschillende vormen zorgen voor een fascinerend lijnenspel. Geen saaie grijsbouw ook maar diverse zachte pastelkleuren kleuren het gebied. Maar staande op het hoekje bij de Hofvijver besef ik hoe delicaat het evenwicht is tussen oud- en nieuwbouw. Nieuwbouw zal er altijd zijn. Maar laten we iedere oude steen in Den Haag koesteren als ware het een stukje van onszelf. Den Haag dus als een vooruitstrevende internationale stad maar deels ook als een openlucht-museum vol oude gebouwen, beelden en monumenten. Heus, dat historische beeld van onze stad is nog steeds zeer herkenbaar. Houden zo! Den Haag moet van mij altijd een beetje als Siena zijn.
et ondernemersnetwerk VNONCW Den Haag was vorige week te gast bij het Venduehuis der Notarissen aan de Nobelstraat. De ondernemers werd een preview geboden van de voorwerpen die op de Voorjaarsveiling deze week worden aangeboden. Na koffie en thee wachtte hen een uurtje inleidingen door achtereenvolgens Rob Perik, voorzitter VNONCW, Peter Meefout, directeur Venduehuis, en de experts/taxateurs Chris Vellinga (schilderijen) en Daniel Girod (juwelen en sieraden). Meefout benadrukte dat je in het Venduehuis ook – of zelfs júist ‒ met een kleine beurs aardige dingen op de kop kunt tikken. Een zucht van verlichting klonk op de journalistenrij. In even goede aarde viel de door ons vrij
vertaalde constatering van taxateur Girod dat de Nederlandse man een krent van jewelste is vergeleken bij al zijn Europese seksegenoten in economieën die toch echt steviger zijn geraakt door de crisis. Wij voorspellen dat er nog een lange weg is te gaan vooraleer in deze contreien drie, vier keer per jaar een snuisterijtje aanschaffen voor iemand in eigen omgeving gebruikelijk wordt. Cadeau-afdeling Likkebaardend aanschouwden de ondernemers vervolgens de stukken: schilderijen, juwelen, meubelen, design, zilver en porselein. Hierbij viel op dat de mannelijke ondernemers de als cadeau-afdeling aan te merken juwelenhoek angstvallig meden – alleen de onverschrokken Laurens Jan Brinkhorst waagde zich in de schatkamer ‒ waardoor rondom Daniel Girod sprake was van een vrouwelijke dominantie. De eloquente wijze waarop hij zijn expertise over antieke sieraden door verlokkende zinnen over historie, materiaal en ontwerp vlecht, was daaraan zeker debet. Alleen al de namen van onbetaalbare goudsmeden als Fabergé, Lalique, Castellani en Giuliano zouden ondernemend
Nederland tot een schepje erbovenop kunnen bewegen. Topstukken Intussen werd ook minutieus gestudeerd op de uitbundige voorraad schilderijen, aquarellen en tekeningen. Trots vertelde directeur Meefout dat de experts en commissionairs van het Venduehuis stad en land hebben afgereisd om ‘topstukken van superbe kwaliteit te verwerven.’ Hollandse en Haagse School, maar ook Aziatische kunst. Grote schilders als Mesdag, Isaac Israels, Piet Ouborg, Hussem, Gestel en Sluijters om er slechts enkelen te noemen. In de hoek waar meubilair – monumentale kasten, staande klokken en pendules, kabinetten, commodes, secretaires en tafels – stond samengepakt, rook het naar grootmoeder. De nostalgische ambiance werd wreed verstoord door een mannelijke ondernemer die met zijn neus op het blad onder het tafelkleed speurde naar krasjes en vochtkringen. Of hoopte hij uit de nerven van het hout een familiegeschiedenis op te tekenen? Pareltjes Ook Meefout is gefascineerd door de verhalen achter sommige werken: ‘dit is de leukste baan die ik
15
Citylight – Vrijdag 1 mei 2015 Den Haag Centraal
n.
Stadsgroen.
nce Company, pirouettes n een barokrestaurant dansvakopleiding, want Bakker biedt dansstijlen met een technische basis. Overigens gebeurt het repeteren in een Haagse dansstudio, de optredens zijn wel hier aan het Muzenplein. En daarin versterken de dames elkaars kwaliteiten: gasten laten genieten van een goed menu afgewisseld door danssolo’s. “Het wordt niet zo’n commerciële dinershow hoor”, haast Rademaker te zeggen. Nee daar is de entourage ook niet naar. Het grote videoscherm waar een ballet optreedt, de klassieke banken en lampenkappen, het is eerder romantisch dan commercieel. De dames haalden de meeste spullen van Markplaats. “Er kwam laatst een mevrouw langs die vroeg of dit een antiekwinkel was”, zegt Rademaker lachend. De keuze voor deze aparte inrichting was voor de vriendinnen logisch. Bakker: “We houden van deftig, bij dans dachten we aan Louis XIV, bij Louis dachten we aan barok. Het thema past ook wel bij een majestueuze stad als Den Haag. Geheel in stijl krijgen gasten bij de thee of koffie een Pelegrina geserveerd, een bonbon in de vorm van de kostbare, peervormige parel die ooit toebehoorde aan de Maria Theresia van Spanje, de vrouw van Lodewijk XIV. Na de dood van Maria Theresa in 1683 dook La Pelegrina op in Sint-Petersburg op, maar wat er daarna mee gebeurde?
Zo worden tijdens de borrels veelal vegetarische hapjes geserveerd, zoals gevulde aubergine met feta, zeekraal en pesto of een frittata met spinazie, pompoen, saffraan en brandnetelkaas. De menukaart (€ 26,50 voor drie gangen) is al even uitnodigend. Wat te denken van een carpaccio van chioggiabiet, vergeten peulvruchten, groene asperge en truffel? Of een gebakken parelhoen met dragon en toe een parfait van kaneel en kardemom? Vanaf september, als Bakker met haar nieuwe dansopleiding begint, geven haar pupillen elke zaterdag danssolo’s van een paar minuten tussen de gangen door. Er zijn nog wat plekken vrij, dus wie tussen 10 en 16 jaar is, kan tot 28 juni dansaudities doen bij de Louis Dance Company. Aanmelden kan via de mail:
[email protected] of telefonisch: 06-303 63 269. Louis, Muzenplein 135, www.louiscompanyschool.nl en www.restaurant-louis.nl
Dragon De overdadige banquets die de koninklijke familie in het Paleis van Versailles nuttigde, zul je hier niet op je tafel aantreffen. Liever kookt Rademaker vleesvrij. “Het liefst zou ik alles vegetarisch aanbieden, maar het concept is nu al ingewikkeld genoeg. In elk geval kook ik biologisch en hier en daar stuur ik wat bij”.
Papaverparade
huis der Notarissen
Foto: Mylène Siegers
ooit heb gehad’, maar mooier dan de geschiedenissen van onze nationale (Haagse!) pareltjes van Johannes Vermeer en Hendrik Willem Mesdag is nauwelijks denkbaar. “In 1881 werd het Meisje met de Parel op een veiling bij het Venduehuis aangeboden. Niemand wist dat het een Vermeer was, het verkeerde in slechte staat en wisselde voor 2,30 – twee gulden dertig – van eigenaar.” Het ‘Panorama-Gebouw met Erf en Beschilderd Doek genaamd Panorama Mesdag’ geraakten op 10 mei 1886 ter ‘openbare verkooping’ bij het venduehuis. Gelukkig konden
beide via een intermediair door Mesdag zelf verworven worden. Vreemd genoeg zijn liefhebbers van het populaire televisieprogramma Tussen kunst en kitsch nog onvoldoende bekend met het begrip taxatiedagen. Bovendien zijn de experts van het Venduehuis bereid om bij mensen thuis collectie(s) in ogenschouw te nemen. De ondernemers haastten zich na de borrel naar huis om een kijkje te nemen op zolder. Vera de Jonckheere
De rode, frêle klaproosjes die binnenkort weer gaan bloeien, zijn papavers. Van deze kleine soort die zich onder meer onder lantaarnpalen, in bermen, langs de trambaan en op braakliggende gronden nestelt, wil er ook wel eens spontaan eentje in je tuin terechtkomen, wat de meeste mensen een erg leuk gezicht vinden. Jammer genoeg verwaaien de tere blaadjes al na een paar dagen, en zit je tegen een klein zaaddoosje aan te kijken. Een andere soort, de Papaver somniferum subsp. somniferum, ook wel slaapbol genoemd, is ruim een meter hoog en heeft bloemblaadjes die iets langer aanblijven. Hij wordt echter vaker gekweekt om zijn andere eigenschappen, die zowel culinair als medicinaal van aard zijn in zich in de zaaddoos bevinden. Het zaad van de plant is nootachtig en wordt op broodjes en bolletjes gestrooid. Het melksap uit de zaaddoos wordt gebruikt om opium uit te winnen, waar onder meer morfine, heroine en codeine uit verkregen worden. Het sap van de plant is dus giftig. Dat de plant in ons land ook als sierplant gebruikt wordt, is echter geen probleem. Er zijn hier zo weinig zonneuren, dat het opiumgehalte verwaarloos-
baar laag is. De Papaver somniferum subsp. sativa en de Papaver somniferum subsp. hortensia zijn fraaie, speciaal om hun fraaie bloemen gekweekte varianten. Weer een andere soort, de Papaver orientale, is één van de allergrootste slaapmutsen, zoals de bijnaam luidt. Ze komt, behalve in het tuincentrum, ook in het wild voor, maar alleen langs kusten van de Middellandse zee. De bladeren zijn diep ingesneden, getand en ook nog eens ruw behaard. De meest bruut uitziende papaver van deze soort is de orientale ‘Marcus Perry’, met spectaculaire oranje met zwarte bloemen van wel twintig centimeter groot. Ook de oranjerode ‘Mary Queen’ met een prachtig staalblauw hart en de ‘Turkenlois’, die gefranjerde randen aan de rode bloemen heeft, zijn prachtig. Maar om heel eerlijk te zijn, gaat het bij de orientale vaak ook om de zeer gewilde zaaddozen, die in allerlei boeketten en bloemstukken worden verwerkt. De meest bijzondere papaver waar het zaaddozen betreft, is echter de Papaver somniferun ‘Hen and Chicken’. Deze zaaddoos is gigantisch, langs de rand vind je ook nog eens tientallen kleine uitstulpinkjes die de plant haar schattige naam hebben gegeven: kip en kuikentjes. Maar waar gaat het nu eigenlijk over, dit verhaal? Welnu, deze weken beginnen velen van ons de tuin weer te vullen. En een goeie tip daarbij is: kies planten die mooi zijn, zelfs wanneer ze níet meer bloeien. Want schoonheid zit soms … in de zaaddozen. Wendy Hendriksen
advertentie
Wat
Den Haag beweegt
Beweging of stilstand?
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar. Foto: PR We bewegen nog te weinig. Nee, niet in de zin van fysieke conditie (of misschien wél, maar dat moet u zelf uitmaken). Ik heb het hier over bewegen in economische betekenis. De Wereldhandelsorganisatie publiceerde haar nieuwe inschattingen voor de globale handelsstromen in 2015 en 2016. Die zouden in beide jaren toenemen met drie tot vier procent. Niet slecht, maar toch zitten we nog een eindje van het gemiddelde vóór de crisis. Toen joegen de verschillende landen elk jaar zes procent meer goederen en diensten over hun grenzen. Het gaat dus beter met de wereldwijde economie, maar de crisis is zeker nog niet helemaal verteerd. Bovenstaande ‘economische mobiliteitscijfers’ tonen dat nogmaals aan. Bovendien zijn er duidelijke verschillen tussen de geografische regio’s. Europa drukt het gaspedaal wat dieper in, de Verenigde
Staten en de groeilanden heffen de voet ietwat op. Ondertussen blijft kapitaal wél in hoog tempo de wereld rond flitsen. Kijk maar naar de kwartaalresultaten van de zakenbank onder de zakenbanken, Goldman Sachs. De cijfers kwamen ver boven verwachting uit. Met dank aan de hogere volumes op de geld- en kapitaalmarkten. Traders hebben zich volop kunnen uitleven met fors bewegende koersen. Bijvoorbeeld die van valuta en olie. Zo zette de euro vanaf de zomer 2014 zijn neerwaarts pad tegenover de dollar in. ECB-baas Mario Draghi verruimde immers stelselmatig het geldbeleid in de eurozone. Zoiets drukt op een munt. Toen Draghi dan midden december de turbo van de kwantitatieve verruiming in het vooruitzicht stelde, gingen de wisselmarkten pas echt los. In geen tijd verzwakte de Europese eenheidsmunt bijna 20% tegenover de Amerikaanse greenback. Ook op de oliemarkten was de beweging de laatste maanden spectaculair. De prijs voor een vat ruwe olie halveerde in een half jaar. De fors zwakkere euro en lagere olieprijs hebben in ieder geval in snel tempo het sentiment rond de Europese economie gekeerd. In het najaar 2014 flakkerde de somberheid nog fel op. Ondertussen ondergaan de groeiramingen de ene opwaartse herziening na de andere. Toch moeten we de zaken in perspectief blijven zien. Ja, euro en olie brengen opnieuw wat vaart in de conjunctuur. Ja, dat is goed. Maar toch blijven het twee externe ‘gelukjes’ die niet betekenen dat onze economie an sich gezonder, flexibeler of competitiever is geworden. Met andere woorden, wat als de euro opnieuw duurder zou worden? Of wat als we straks opnieuw meer betalen aan de pomp? Als iets heel snel goedkoper is geworden, kan het ook even snel opnieuw de andere kant op. Om de economie écht sterker te maken, kom je links- of rechtsom toch weer uit bij die fameuze en
noodzakelijke structurele hervormingen. Ingrepen die de veerkracht van een economie versterken. Het stimuleren van de mobiliteit op allerlei vlak speelt hier een sleutelrol. Neem de arbeidsmobiliteit. Wat maakt dat de flexibiliteit van de arbeidsmarkt in de VS een veelvoud is van de Europese? Naast de soepele contracten, vooral de mobiliteit van werknemers. Heeft de exploderende schaliegasindustrie in Pennsylvania handjes nodig? Met z’n allen daarheen. Gewoon verhuizen. Per slot van rekening blijven we in een omgeving waar de sociale- en arbeidswetgeving grotendeels dezelfde is. In de Europese Unie zitten we daarentegen met 28 verschillende wetgevinkjes opgescheept. De Spanjaard die wil gaan werken in Duitsland behaalt beter eerst een mastertitel in Duits sociaal en fiscaal recht. En dan nog kan hij verre van zeker zijn dat hij op pensioenleeftijd niet voor negatieve verrassingen staat. Dit alles verhindert een optimale allocatie en mobiliteit van economische middelen over het Europese continent. Menselijke middelen in dit geval. Maar hetzelfde geldt voor financiële of materiële productiefactoren. Zo verhindert de afwezigheid van een goed uitgebouwd Europees electriciteitsnetwerk de doorstroming van energie. Wel eens van de veelbelovende plannen gehoord om in Griekenland of Spanje massaal te investeren in zonnepanelen, om Europe van duurzaam licht en warmte te voorzien? Leuk idee, maar de stroom moet wel tot hier kunnen geraken. Dat is momenteel moeilijk wegens een nijpend tekort aan grensoverschrijdende hoogspanningsleidingen. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden aan te halen. Kortom, wil de Europese economie verder bewegen, dan moeten allerlei mobiliteitsstromen omhoog. Als we daar geen werk van maken, dreigt uiteindelijk toch weer de economische stilstand.
Zakelijke auto een fiscale melkkoe of nog steeds een heilige koe? De afgelopen jaren zijn er door de overheid diverse subsidies uitgegeven voor de aanschaf van elektrische en hybride auto’s. Dat heeft gewerkt, want door fiscale stimuleringsmaatregelen zijn veel mensen overstag gegaan en is bijvoorbeeld het aantal hybride auto’s de afgelopen vijf jaar verviervoudigd. Zo blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat er in 2014 ruim 156.000 van deze milieuvriendelijkere auto’s op de weg reden. Fiscale maatregelen aangescherpt De gunstige maatregelen voor milieuvriendelijkere voertuigen zijn vorig jaar behoorlijk teruggeschroefd. Er werden nieuwe CO2 normen gesteld en bijtellingspercentages voor leaseauto’s zijn opnieuw verhoogd. Steeds minder auto’s komen zo in aanmerking voor de 14% en 20% bijtelling en voor veel (elektrische en hybride) auto’s die voorheen 0% bijtelling hadden, moet nu wel bijtelling worden betaald. Om nog maar niet te spreken over de stijging van de wegenbelasting, BPM voor nieuwe auto’s en brandstofaccijnzen. Jeroen Kriek, belastingadviseur/manager EY: “De overheid zit in een spagaat. Enerzijds moeten overheidsinkomsten op een zelfde niveau gehouden worden en de schatkist gevuld blijven en anderzijds worden duurzame mobiliteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen gestimuleerd. Dit begon met geen of een lage bijtelling voor elektrische en hybride auto’s, maar door de run die daar op is ontstaan, is de overheid genoodzaakt om de bijtelling weer te verhogen.”
Uiteraard zijn belastingbesparingen interessant, maar is het ook belangrijk om te kijken naar wat je als ondernemer precies beschikbaar wilt stellen aan je personeel en wat past bij de uitstraling van de onderneming. Hierbij zien we dat ondernemers er bijvoorbeeld steeds vaker voor kiezen om geen grote leasevloot meer te hebben, maar meer ‘company cars’ in te zetten die werknemers delen. Voor die auto’s kan worden ingetekend voor afspraken buiten de deur. De ervaringen zijn verrassend positief. ”
Jeroen Kriek, belastingadviseur/manager EY Duurzaam mobiliteitsbeleid “Als het gaat om het voeren van een duurzaam mobiliteitsbeleid moeten ondernemers niet enkel bouwen op gunstige fiscale maatregelen. Die zijn tenslotte sterk aan verandering onderhevig.
Veranderende manier van werken “Wat we niet moeten vergeten is dat arbeidsgerelateerde mobiliteit grotendeels wordt bepaald door de manier waarop wij werken. Daar doen zich grote veranderingen voor. Zo supporten veel ondernemingen, waaronder EY, het ‘workplace of the future’ concept waarbij kantoorruimte wordt beperkt en onder andere Het Nieuwe Werken, thuiswerken, flexplekken, meer digitaal worden gestimuleerd. Het is een andere manier van werken én van denken, maar je ziet dat het steeds normaler wordt om ook een gedeelte van je werkzaamheden thuis uit te voeren en daar worden netwerkverbindingen en –systemen zeer goed op afgestemd. Dit is uiteraard van invloed op de mobiliteitsbehoefte van werkgevers én werknemers. Duurzaam mobiliteitsbeleid gaat over belastingbesparingen én over fundamentele veranderingen in de manier waarop we werk en mobiliteit organiseren.”, aldus Jeroen Kriek.
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
17
Citylight – Vrijdag 1 mei 2015 Den Haag Centraal
Koken met ...
Adres Spuiplein 152, Den Haag Telefoon 070 720 07 20 Info www.brasseriebraque.nl Geopend alleen tijdens voorstellingsavonden vanaf 17.30 uur tot aanvang voorstelling Theatermenu € 29,50 Voorgerechten vanaf € 9,50 Hoofdgerechten vanaf € 18,50 Nagerechten vanaf € 5,‒
Paul van Waarden Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Frietje Vrede Nodig voor 4 personen: ◯ stevige grote aardappelen ◯ schone frituur ◯ dragon azijn ◯ zeezout
Bereidingswijze: Was de aardappelen en schil ze niet. Snij ze vierkant. Daarna in plakken en daarna in frieten. Was de frieten heel goed. Zet een pan water op met zout. Als het kookt, doe dan de friet erin. Kook ze zo gaar mogelijk maar ze mogen niet uit elkaar vallen. Giet de gare friet af en leg ze uit op een bord. Niet koud spoelen. Zet het bord met de friet 12 uur in de koelkast. Niet afdekken. Verwarm de frituur op 180 graden en frituur de frieten tot ze krokant en bruin zijn. Nevel er wat dragon azijn op als ze uit de frituur komen en wat zout. Meteen opeten en genieten.
Een kwestie van smaak met ...
NicoMcGough
Bosman Wijnkopers, finalist in de verkiezing ‘beste wijnwinkel van Nederland’, is gespecialiseerd in biologisch geproduceerde wijnen. Nico McGough is een van Neerlands bekendste wijnkopers, van zijn wijnen zijn er 81 opgenomen in De Grote Hamersma-gids, en 10 in de top 100.
Ultieme terraswijn Terzac Blanc 2014
D
e zon laat zich steeds nadrukkelijker zien. Terrassen lopen vol, de koelkast ook, maar dan met fris wit. Wijnschrijver Pieter Nijdam noemde Terzac Blanc ooit ‘de ultieme terraswijn’ en wijncriticus Harold Hamersma gaf een 8,5 aan deze creatie op basis van grenache blanc & sauvignon blanc-druiven. Het is een stuivend fruitige, elegante, droge witte wijn met een unieke prijs prestatie verhouding. Niet voor niets werd er ooit een gouden medaille aan verbonden door het meest ‘gevreesde’ vrouwelijke proefpanel van Frankrijk. Een verrukkelijk, zuiver, fris glas dagelijks wit, dat bovendien nooit gaat vervelen. Heerlijk bij: salades, vleeswaren, pasta of rijstschotels, kip, vis en pittige gerechten uit de Indonesische keuken. Het is niet voor niets de huiswijn van restaurant Dulang. Prijs: Terzac Blanc 2014 € 6,95 Bestellen via
[email protected] of 070 3584336 Kom op zaterdag en aanstaande naar de winkel om dit knisperende glas wit zelf te proeven.
Contant, pin & creditcards
+ smaken en presentatie gerechten - aankleding restaurant - secuurheid bediening
Brasserie Braque
Eetrubriek
Frituren is de mooiste bereidingswijze die er is. Een dag niet gefrituurd, is een dag niet geleefd. En als we dan frituren, is friet mijn favoriet. Verse friet is HOT! War Child haalt geld op met friet. Je kunt bij de snackbar 20 euro cent doneren voor het goede doel. Zo verandert jou Patatje Oorlog in een Frietje Vrede. Wat een super goed idee. Sinds vorige week hebben wij met Jack Snack een ware frietprofessor binnen de stadsmuren. In een landelijke krant haalde hij in de friettest de tweede plaats met een 10en uitmuntend als vermelding. Waarom niet op één denk ik dan? Friet krijgt weer het voetstuk dat het verdient. En ik ben daar blij mee. Zo maak ik mijn frietjes voor 5 mei. Dan vier in mijn Bevrijdingsdag met deze frietjes vrede ....
-
(Dr Anton Philipszaal/Lucent danstheater) Internationaal
E
ten bij Brasserie Braque, het theaterrestaurant van het Lucent Danstheater en de Dr Anton Philipszaal betekent eigenlijk een oordeel vellen over het bedrijf Museumcatering. Een Haagse cateraar die het culinaire aanbod verzorgt bij verschillende culturele instellingen. Ooit begonnen bij het museumcafé van het Escher museum en uitgegroeid tot leverancier van onder meer theater Dakota, het Gemeentemuseum, Pulchri Studio en dus het muziektheater aan het Spui. In laatstgenoemde gelegenheid kookt de crew van Museumcatering in het ronde restaurant (voorheen Piccolo Mondo) dat een panorama biedt over het Spui. Op zicht een mooie locatie, keurig met linnen gedekte tafels en een leuk uitzicht, jammer alleen dat het geheel verder een wat vervallen indruk maakt. Een lelijke airco in het plafond boven de wat kale bar met armoedige beukenhouten achterschotten. Ik ben blij dat ik met mijn rug naar deze misère zit en het Spuiplein overkijk. Onze gastvrouw schenkt ons beleefd twee royale glazen Viognier uit de Langedoc (€ 4,–) in, die het goed doen bij de voorgerechten uit het theatermenu (€ 29,50 voor drie gangen). Mijn tafelgenoot proeft de in dille en mosterd gemarineerde zalm die van perfecte kwaliteit is en geserveerd wordt op een salade van venkel, anijs en gele tomaat. Mijn voorgerecht bestaat uit rolletjes malse kalfslende, die alle acht voorzien zijn van een keurig plukje smakelijke cress en omgeven door een romige dressing van tuinkers en paprika. Zeker geen slecht begin alleen jammer dat we tijdens het eten hebben moeten kijken naar de schijfjes boter op het bordje dat al op onze tafel stond. Pas bij het uithalen van de lege borden hebben we weer de aandacht van de serveerster die haar collega vervolgens snel twee warme broodjes laat bezorgen. We gaan gelukkig door met twee hoofdgerechten vol verrassingen. Het lichtgerookte kloostervarken is erg smaakvol en omgeven door een uiencompote, knapperige groentenchips, pastinaak, boontjes, een sappige aardappelmuffin en afgetopt met een flinke dot waterkers. Op mijn kleurrijke bord vind ik goed gegaarde stukjes romanesco, dezelfde aardappelmuffin, en een voortreffelijke mousseline van bospeen om mijn enorme portie kabeljauw. Deze is ook goed bereid, met mijn vork duw ik de vis makkelijk in zachte flinters malse filet. Erbij drinken we nog steeds de Viognier die ons prima bevalt. Onze buurvrouwen vragen ons halverwege of we hen de boter van de tafel naast ons kunnen aanreiken. Zij zijn wel voorzien van brood, maar de bediening is hierbij de boter vergeten. We sluiten af met een lekkere citroen cheesecake met een wolk meringue en een heerlijke frisse limoendressing en een fors kaasplankje (+ € 2,–) met een glas stevige Merlot (€ 4,50). Ook hier missen we weer een beetje aandacht van het personeel. We proeven zelf dat we qua kaas met een Tête de Moine en een Roquefort te maken hebben maar eigenlijk zou de serveerster ons dit moeten vertellen. In de keuken van Museumcatering weten ze van wanten, ze hebben gevoel voor presentatie en smaak. Het is alleen jammer dat deze perfectie in de keuken blijft hangen. Het personeel, dat zich van geen kwaad bewust is, heeft net wat meer sturing nodig om echt klasse uit te stralen en de gerechten en het restaurant op de juiste manier te verkopen. Om 20.00 uur krijgen we zonder daarom te vragen de rekening, ‘uw voorstelling begint zo’. En daar heeft onze serveerster dan wel weer een punt. We drinken onze espresso’s (€ 2,25) op, betalen de rekening van € 87,‒ en spoeden ons naar ons concert in de Dr Anton Philipszaal. Daphne Browne
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
André
De bedriegers komen bedrogen uit De strijd om de Champions League loopt op zijn eind en bij belangrijke wedstrijden behoren belangrijke beslissingen. Ik heb het dan over arbitrale beslissingen, genomen door inmiddels per wedstrijd een zestal arbiters. Die arbiters zijn langzaam de ongelijke strijd met frauderende spelers aan het verliezen. Het lijkt zo langzamerhand wel een wedloop tussen de acteertalenten van spelers en het vermogen van arbiters om weerstand te bieden aan de vloedgolf van intimidaties en provocaties. Spelers zijn in de top niet alleen beter in voetballen maar ook de besten in het bespelen, provoceren en manipuleren van de scheidsrechter. Ik heb het niet dan niet over verdedigers die met hun armen op hun rug als gehandicapten door het strafschopgebied lopen om een handsbal te voorkomen en toch nog een strafschop tegen krijgen als ze hun rug naar de bal draaien en een penalty tegen krijgen omdat ze een bal die ze niet zien tegen een elleboog krijgen. Ik bedoel vooral die spelers die veinzen te worden geraakt bij een tackle of net doen of ze geslagen worden als ze bij een duel ook maar iets voelen. Bij het nemen van goede beslissingen gaat het niet om het aantal ogen die de waarnemingen doet. Het gaat natuurlijk om goede ogen. De camera is een lens die scherp ziet, zaken dichterbij kan halen en naar wens kan focussen op bepaalde situaties en acties in het veld. Als we de voetbalsport zuiver willen houden moeten we de camera gaan gebruiken. Niet alleen doellijntechnologie maar snel de videoscheidsrechter erbij om de talrijke oplichters te ontmaskeren. Als je als spelers weet dat voortaan alles onverbiddelijk, maar vooral met directe consequenties in de wedstrijd wordt vastgelegd, gaat dat ongetwijfeld helpen. Dan kunnen we wangedrag ontmaskeren omdat het niet meer in een split second hoeft maar rustig kan worden teruggezien in slow motion of zelfs stil gezet. De arbitrage verdient de steun van de camera en dus van de UEFA en FIFA. Ik pleit voor 2 momenten per ploeg per wedstrijd maar ook voor 2 momenten voor het arbitrale ploegje. Spelers kunnen dan direct worden aangepakt en publiekelijk ontmaskerd. Van zes weer terug naar vier arbiters en de onverbiddelijke camera erop. Dan kunnen we gewoon weer lekker gaan voetballen zonder onrechtvaardigheid en verhitte discussies achteraf over de rug van die arme scheidsrechters. André Wetzel Oud-voetballer en trainer
>Foto: Bert Tielemans
Cherish de Looze op weg naar de topscorerstitel
Eigengereid en doeltreffend Craeyenhout koestert Cherish de Looze. Vanwege haar spel en haar eigengereidheid, maar vooral vanwege haar doelpunten. De spits gaat het seizoen als topscorster van de Overgangsklasse afsluiten. “Die titel wil ik absoluut winnen!”
V
Door Klaas-Jan Droppert
an Cherish de Looze is er maar één. “En dat is misschien maar goed ook”, zegt ze lachend. Dat aparte begint al bij haar naam. “Ja, die kom je niet zo vaak tegen. Is uit dat liedje van Kool & The Gang. Het betekent ‘koesteren’. Of ik er blij mee ben? Het heeft voor- en nadelen. Ik moet vijf keer mijn naam zeggen en spellen voordat mensen het begrijpen. Aan de andere kant heeft niemand zo’n naam en dat past wel weer bij mij”. Ook als speelster van het eerste team van Craeyenhout is de 23-jarige Haagse tamelijk onconventioneel. “Je kunt wel zeggen dat ik behoorlijk aanwezig ben. Ik ben altijd aan het woord. Als er iets gezegd moet worden, ben ik degene die het doet. Tot vervelens toe. Daarnaast ben ik nogal eigenwijs. Afspraken uitvoeren? Soms verander ik van gedachten in het veld en doe ik iets anders. En als een trainer iets zegt, is het al gauw ‘ja maar’. Pas als ik er later over ga nadenken, kom ik erachter dat hij meestal wel gelijk heeft”. Haar optredens en uitstraling zorgen ervoor dat iedereen in de hockeywereld wel een mening over haar heeft. “Medespelers en tegenstanders, al-
len zullen beamen dat ik in het veld een bitch ben. Dat ik ten koste van alles wil winnen. Je zult niemand tegenkomen die me in het veld aardig vindt. Sommigen vinden me buiten het veld ook niet leuk. Maar mensen die me beter kennen hebben wel een andere mening hoor. Die vinden me wel een aardig meisje”. Ook ploeggenoten moesten nogal wennen aan De Looze, die vijf seizoenen geleden van HDM naar Craeyenhout overstapte. “Die hadden ook zoiets van: ‘Wat komt zij hier doen?’. In de jeugd speelden we namelijk regelmatig tegen elkaar en in het veld hadden we al zo vaak ruzie gehad. HDM en Craeyenhout zijn namelijk water en vuur, elkaars vijanden. Toen de trainer van HDM naar Craeyenhout overstapte, vroeg hij me mee. In eerste instantie dacht ik: ‘Echt niet!’. Ik zat in de A1 maar kon niet doorstromen naar het eerste. In het tweede van HDM hockeyen zag ik niet zo zitten, daarvoor ben ik te fanatiek. En over de toekomst had ik, als achttienjarige, niet echt nagedacht. Dus wat doe je dan als de trainer je vraagt? Uiteindelijk heb ik de overstap toch gemaakt. Was in eerste instantie wel een beetje onwennig. Ik vroeg me af of ze me zouden accepteren maar nu zijn we dikke vriendinnen. Van vijanden naar vriendinnen, dat is toch een mooi verhaal?”, zegt De Looze die met hockeyen begon bij het Rijswijkse RHC en als tweedejaars D-speelster naar HDM overstapte. Prijs Die vriendschap mondt dit seizoen uit in een prijs. Niet voor Craeyenhout dat niet meer kan promoveren
of degraderen in de Overgangsklasse. Maar een persoonlijke voor Cherish de Looze. De spits kan topscoorster van het één na hoogste niveau van Nederland worden. Ze heeft er al achttien gemaakt. “Eigenlijk ben ik daar het hele seizoen niet mee bezig geweest. Pas de laatste wedstrijden, nu er zoveel aandacht voor is, houd ik er wel rekening mee. En nu ik zo dichtbij ben, wil ik die prijs winnen ook! Maar soms ga ik daarin te ver. Laatst pakte ik een bal van een medespeelster af omdat die te lang treuzelde met schieten. Daarvoor heb ik me later geëxcuseerd”. Fanatisme Het tekent haar fanatisme om haar doel te bereiken, want doelpunten zijn van levensbelang voor de spits. “Ik vind: een spits moet iedere wedstrijd scoren. Doet hij of zij dat niet, dan heeft de spits gefaald. Mijn spel is helemaal gericht op scoren. Kom ik in de cirkel dan schiet ik. Niet twee tegenstanders passeren als dat niet hoeft, maar gewoon uithalen. Ik moet het ook van mijn snelheid en schotkracht hebben, niet van mijn passeerbewegingen. Doelpunten, daar gaat het om. Die bepalen winst of verlies. En mijn doelpunten zijn ook meestal belangrijke treffers. De opener of de sluiter zodat je de wedstrijd beslist en je je ploeg aan punten helpt. De 9-0 is minder aan mij besteed”. Een groot deel van de doelpunten komt ook via een strafcorner tot stand. “Zeker de helft. Het gekke is dat we dit seizoen niet echt op de strafcorner hebben geoefend. Die ging vanaf het begin goed, al gebruik ik nu een andere techniek. En als het goed gaat, is het vertrouwen er en
doe je er al snel nog een”. Topscoorster zijn op het één na hoogste niveau moet haast wel de aandacht van Hoofdklasse-clubs opwekken. “Geen idee, in het voetbal werkt het wel zo, maar ik vraag me af of dat in het hockey ook gebeurt. Ik weet ook niet of ik voor dat niveau goed genoeg ben. Bij HDM heb ik het niet gehaald. Was ik er niet klaar voor, maar heb ik ook de kans niet gekregen. Bovendien kamp ik al drie jaar met een knieblessure. Krijg ik een cortisonenspuit in de hoop dat die knie zich uit zichzelf uiteindelijk herstelt. Daardoor sla ik bij Craeyenhout wekelijks een training over. In de Hoofdklasse is het vijf keer trainen in plaats van drie keer. Ik weet niet of ik dat fysiek nog aan kan”. Vandaar dat ze zegt bij Craeyenhout op het goede nest te zijn. “Plezier in het hockey is nog altijd het belangrijkste voor mij. En bij Craeyenhout heb ik enorm veel plezier. We zijn een hechte groep, die veel lol heeft. Maar daarnaast zijn we enorm fanatiek. Bij iedereen is wel de wil om te winnen aanwezig. Die gedrevenheid in combinatie met plezier maakt dat ik bij Craeyenhout niet weg hoef”. Maar dan moet ze zich, als topscorster, wel nieuwe doelen gaan stellen. “Misschien moet het streven dan wel meer dan twintig goals zijn. Volgend seizoen wordt sowieso anders. Er komt een nieuwe trainer met nieuwe ideeën, waaruit ik weer nieuwe dingen kan halen. Op die manier kan ik me weer verder ontwikkelen. Maar dat is iets voor later. Eerst wil ik die titel van topscorer binnenhalen. Na zo’n goed seizoen, dat voor mij persoonlijk niet beter kan, mag de kers op de taart niet ontbreken”.
19
SPORT<
Vrijdag 1 mei 2015 > Den Haag Centraal
VUC-vedette Bram van den Berg hangt kicksen aan de wilgen
Grillige winnaar vol grappen en grollen Door Martin van Zaanen
aan nostalgici hun hart kunnen ophalen. Er waren zes spelers die toen ze voor VUC uitkwamen, het Nederlands elftal haalden. Willen we de waarde van Bram van den Berg vaststellen, is een vergelijking met hen qua niveau (VUC was toen nationale top) niet eerlijk. Wat wel kan: kijken aan wie van deze clublegendes hij het meest verwant is.
Het is (bijna) mooi geweest. Na de zomer gaat Van den Berg voetballen voor VUC 3, een mix van oud-eerste elftalspelers van VUC en TONEGIDO. Het eerste wat naar boven komt als je zijn loopbaan de revue laat passeren, is dat we niet met een eendimensionale voetballer van doen hebben. De ene keer slaat de balans door naar opportunisme, dan weer laat hij technisch ineens iets heel verfijnds zien. Klassiek: discussies met scheidsrechters. Plus: nooit te beroerd voor een grap en een grol met publiek, medespelers of tegenstanders. Vanwege zware knieblessures kon hij de afgelopen jaren niet meer voluit trainen en werd de Tweede Klasse zijn plafond. Daar bewijst hij wekelijks zijn waarde. En zorgt voor gesprekstof. Een bijzondere voetballer en dat is ’ie. Ga hem dus, zo lang het kan, nog eens aan het werk zien. Zondag 3 mei speelt VUC thuis tegen VV Schipluiden, aftrap: 14.00 uur. Een week erna, op hetzelfde tijdstip, het slotduel van de competitie, uit tegen Wilhelmus. Mocht koploper TAC’90 zondag op het veld van BMT verliezen, wordt bij Wilhelmus-VUC misschien zelfs het kampioenschap van de Zondag Tweede Klasse C betwist. Bij het opnoemen van Haagse traditieclubs wordt de vereniging aan Het Kleine Loo wel eens overgeslagen, maar natuurlijk hoort ook de Voorwaarts Utile Dulci Combinatie thuis in het rijtje HVV, HBS, Quick en Graaf Willem II-VAC. Het clubhuis bulkt van de zwart-wit foto’s waar-
Zwoeger Hij zakte de afgelopen tijd regelmatig wat naar achter, maar in zijn hart bleef Van den Berg de aanvaller pur sang die op onnavolgbare dribbels kickt. Dat maakt hem schatplichtig aan de grootste VUC-er aller tijden: Bertus de Harder. 1920-1982; 12 interlands, 3 goals. Even goddelijk als kaal, voelde de wonderlinksbuiten ‒ net als Mannes Francken (HFC) vóór hem en Johan Cruijff na hem ‒ aan wanneer er een tackle aan zat te komen. Al heeft Bram ook wat weg van Koos van der Wildt. 1905-1985; 7 interlands, 0 goals. Spil van het VUC dat in 1927 de nationale beker won. Een zwoeger die er niet over peinsde ooit minder dan 100 procent te geven. Want Van den Berg mag grillig zijn, een winnaar is hij ook. Ook doet Bram van den Berg denken aan Koos van Gelder. 1908-1984; 5 interlands, 1 goal. Panklare voorzetten afleveren waren Van Gelder’s lust en leven. Ook daarvoor kun je nog steeds een beroep op Van den Berg doen. Maar voor alles kreeg Bram van den Berg, naarmate de jaren vorderden, steeds meer van Kees van der Zalm. 1901-1957; 3 interlands, 0 goals. Moet je de loopbaan van Van der Zalm in één woord samenvatten, is dat: waardevol. Dat was Van den Berg ook, achtereenvolgens bij SV Die Haghe, Quick, TONEGIDO, Haaglandia en VUC. Zijn sterke jaren? TONEGIDO. Aan de Rodelaan was hij structureel ongrijpbaar en constant beslissend.
VUC wil via de derde periodetitel of wellicht nog de titel terugkeren naar de Zondag Eerste Klasse. Ondertussen is routinier Bram van den Berg (33) begonnen aan zijn laatste duels voor het vlaggenschip. Hoe gaan we ons de kleurrijke aanvaller straks herinneren?
HVV-talent Job Gerretzen probeert Bram van den Berg (rechts) van de bal te zetten, maar de routinier geeft geen krimp. >Foto: Bert Tielemans
>Foto: Bert Tielemans
Clubhuis De Metselaars in het nieuw gestoken
‘Dit smaakt duidelijk naar meer’ Zestig jaar lang is er niets veranderd aan het clubhuis op de Metsbanen. Maar dankzij een grote renovatie en een nieuw horecaconcept is er niets meer van enige gedateerdheid te zien. “Je kan zeggen dat we een ‘complete make-over’ hebben gedaan”.
komt vooral door de komst van nieuwe bestuursleden. “Er was een zekere bedrijfsblindheid bij ons ontstaan. Nieuw bloed liet merken dat het clubhuis wel heel gedateerd was. Vandaar dat we om het in Amerikaanse termen te zeggen een ‘complete make-over’ hebben gedaan”.
Door Klaas-Jan Droppert
Culinaire Tegelijkertijd met de renovatie is ook op culinair vlak veel veranderd. Fabrique Culinaire, een team met ervaren mensen uit de horeca, is de pachter van het clubhuis. Fabrique Culinaire heeft ervaring met tennisparken, want ze is ook in Oegstgeest en Oud-Wassenaar actief. “Toen de kans zich voordeed zijn we er direct op ingesprongen, want dit is een van de gezelligste tennisparken van de regio”, zegt kok en pachter Thijs Schiphorst. “Wat wij bieden is een kleine kaart en op is op. Alles is vers, niets gaat in de vriezer. Sterker, er stond hier een mooie magnetron, echt het nieuwste van het nieuwste. Maar nu staat-ie in de opslag. Wij gebruiken hem niet, omdat wij alleen met dagverse producten werken”. Voor Fabrique Culinaire is het natuurlijk aantrekkelijk dat van 20 tot en met 26 juli weer de Sport1 Challenger wordt gespeeld. Pols: “Daarin gaan ze voor de publiekscatering een hoofdrol spelen. Die wordt ook steeds belangrijker omdat we ons
Terugbrengen in oude stijl, maar iets tegelijkertijd een eigentijdse uitstraling geven. Het lijkt tegenstrijdig, maar bij het nieuwe clubhuis van De Metselaars is het gelukt. Sinds 29 maart is de locatie aan de Berkenbosch Blokstraat in Scheveningen heropend. “Het werd hoog tijd om hier iets aan te doen”, zegt parkdirecteur Ivo Pols. “Ik denk dat het in 1965 voor het laatst door een professionele schilder onder handen is genomen”. Om het gebouw zijn oude karakter terug te geven, is het verlaagde plafond gesloopt. “Daarmee is het clubhuis weer in de staat zoals de architect het in 1926 bedoeld heeft. Het plafond, dat 1,20 meter lager hing, is in 1964 tijdens een grote verbouwing aangebracht. Toen we het sloopten kwamen we zestig jaar narigheid tegen. Alle kabels waren bijvoorbeeld niet weggewerkt maar lagen los op dat verlaagde plafond. Die moesten we een andere bestemming geven”. Dat er voor vernieuwing is gekozen,
meer gaan richten op het gewone publiek en wat minder op de relaties en hun gasten. Fabrique Culinaire past daarom uitstekend bij ons park”. Reacties Pols weet nog niet of het clubhuis op de Metsbanen ook voor de buurt wordt opengesteld om een hapje te komen eten. “Maar als ze komen, sturen we uiteraard niemand weg. Het is natuurlijk een tennispark waar tennissers voor of na hun wedstrijden komen eten. Maar we willen er wel naartoe dat onze leden hier langskomen om te eten, zonder dat ze ook gaan tennissen”. De overeenkomst met Fabrique Culinaire loopt in eerste instantie tot december. Pols: “Dan gaan we evalueren. De bedoeling is wel om met elkaar verder te gaan. Ook in de winter is er voor hen hier een boterham te verdienen. Dankzij onze ondergrond en de milde winters vallen er weinig dagen uit. Ik denk dat dit concept zal aanslaan. Kijk, een broodje kan je op honderd verschillende manieren bereiden. Wij waren een kadetje met kaas gewend. Fabrique Culinaire laat andere mogelijkheden zien zonder dat de prijzen de pan uitrijzen. Ik denk dat we een goede samenwerking hebben. De reacties in de eerste weken waren louter positief. Dus wat mij betreft smaakt dit naar meer”.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 mei 2015
1
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Steven Hond
2
>Foto: PR
Koffie “Van Prinse & Co tegenover de Paleistuin is mijn tweede kantoor. En de meest charmante plek in de buurt. Ik kom er minimaal drie keer per week. Voor afspraken, de krant en koffie”. Uitgaan “Als Monique weg is, vind ik het buitengewoon leuk om alleen op stap te gaan. Eerst eet ik ergens Indonesisch en dan ga ik naar zo’n foute 3D-film bij Pathé. Op een plek waar live muziek is, drink ik wat. Ik sta dan niet open voor een praatje, maar sluit me op in mezelf. Ik ben te druk in mijn hoofd”.
PLAATS
Kledingwinkel “Die heb ik niet, ik koop overal en nergens. Ik heb alleen maar
zwarte spijkerbroeken, blouses en truien. Ook draag ik altijd lakschoenen, ik ben net een circusdirecteur. Ik houd van de zigeunerlook; zou willen dat ik de ballen had om er één te zijn”. Kunstenaar (m) “Loeila Mirando, zoon van orkestleider Tata Mirando, is zelf ook muzikant. Ik vind hem knap, charmant, een koninklijke verschijning. Ooit deed hij mij zijn strik cadeau, dat beschouwde ik als een enorm compliment”. Kunstenaar (v) “Vanaf haar zevende is mijn dochter Iris qua manier van denken en leven een kunstenares. Ze is opgeleid als klassiek pianiste en bracht al verschillende cd’s uit. Binnenkort verschijnt haar derde album waarvoor ze ook zelf componeerde”. Restaurant “Op zondagavond zijn we regelmatig bij Grapes & Olives op de Veenkade. Ze hebben goede wijn en er zit altijd iemand plaatjes te draaien. Nonna Anna <2> in de Piet Heinstraat is een charmante Italiaanse huiskamer; we eten wat de pot schaft”. Gebouw “De Passage <3> is mijn favoriete Haagse plek. Door de grandeur
3
>Foto: Den Haag Marketing
valt de gejaagdheid van me af. En als er een violist staat te spelen, krijg ik tranen in mijn ogen. De verlenging naar de Grote Marktstraat vind ik erg goed gedaan. Geen platte winkelstraat, maar echt uitstraling”. Afbreken “Iedere dag loop ik langs de Noordwal en erger me aan dat pand naast Van Prinse & Co. Volgens mij zit daar de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Er zou zo’n mooi roestig hekwerk moeten komen, begroeid met klimop.”
4
>Foto: Flickr
Auteur “Schrijver en schilder Jan Cremer woonde lange tijd in Den Haag. Ik ken hem al decennia. Hij zorgde voor een revolutie, vooral De Hunnen vind ik erg goed. Ook houd ik van zijn schilderwerk, hij maakt prachtige zeegezichten”.
Van Aartsen. Een politieke hardliner, de Bush van Den Haag. Daar moeten we echt vanaf”. Hagenaar (v) “Niet vanwege de persoon, maar door de functie: koningin Máxima <4>. De stad heeft veel aan het koningshuis te danken”. Geheimtip “Een concert van violiste Blichta Hoopman-Mirando <5> in de Regentenkamer. En ga eens kijken bij de voorspeelavonden van het Conservatorium. Die mensen zie je vijf jaar later terug in het Concertgebouw”. Fotograaf “Anton Corbijn vanwege zijn grootse œuvre en Peter van Beek door het boek dat hij over Roma’s maakte”. Ondergewaardeerd “Twee Haagse geluiden die me dierbaar zijn: het belletje van tram 17 en het tjilpen van de parkieten”. Omrijden “Dat is een verkeerde vraag; in Den Haag word je wel gedwongen om te rijden. De stad binnenkomen is een drama”.
5
Typisch “Ik vind Den Haag een beleefde stad. In Amsterdam krijg je regelmatig een klap op je auto. De mensen hier zijn deftig en wat introvert”. Hagenaar (m) “Mag ik ook de minst favoriete noemen? Dat is burgemeester
>Foto: Eveline van Egdom
Buurt “Het Zeeheldenkwartier heeft een prachtige combinatie van creatief en comfort. Den Haag voelt als een warm bad. Als ik ’s avonds door de stad loop en door mijn oogharen kijk, voel ik de grandeur die Parijs ook heeft. Ik heb dit altijd een prettige stad gevonden, het heeft niet de hype van Amsterdam. We wisselen Den Haag overigens af met de Dordogne; zes weken hier, zes weken daar”.
Ook al woont uitgever Steven Hond <1> pas tweeënhalf jaar in Den Haag, hij voelt zich al helemaal thuis in de stad. Steven werd in 1954 geboren in Breda en woonde lange tijd in Harderwijk. Met Uitgeverij Komma publiceert hij boeken op het gebied van kunst, fotografie en koken. In oktober verschijnt de kroon op zijn werk: een boek over het Rijksmuseum in samenwerking met industrieel ontwerper Marcel Wanders. Met vrouw Monique woont Steven in het Zeeheldenkwartier. Dochter Iris is bekend als klassiek pianiste.
>Foto: PR
Juliana Kinderziekenhuis, Sportlaan Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
L
eegstaande gebouwen waar je vaak bent geweest. Ontmanteld, rijp voor sloop of herbestemming. Ik heb door dit soort gebouwen heengelopen. Je eigen huizen natuurlijk, nadat het stof van de verhuizing naar een nieuw onderkomen is opgetrokken en er van jouw bewoning niet meer is overgebleven dan een sleutel, die je zo dadelijk gaat inleveren. De verpletterende leegte en de onvoorstelbare ruimte met wat onmiskenbare sporen van het voormalige huishouden. Pluggen, verkleuringen waar schilderijen en
prenten hebben gehangen, historische vlekken op het tapijt, voor zover dat van de nieuwe bewoner mag blijven liggen. Mijn ouderlijk huis aan de Fred is na het overlijden van mijn moeder ingrijpend verbouwd. Elke kamer had na 37 jaar zijn eigen signatuur gekregen, ik heb er uitgebreid afscheid van genomen. Inmiddels is het alweer jaren een gestyleerd doorgangshuis voor expats. Niet lang geleden stond het te huur, ik heb de brochure gedownload. Met moeite, dankzij het uitzicht door de ramen en door een enkele intact gelaten schoorsteenmantel, kon ik de vertrouwde vertrekken herkennen. Hoe zal dat gaan met het Juliana
Kinderziekenhuis, dat deze week z’n nieuwe behuizing nabij het Leyenburg betrekt? In dit ronde, warme gebouw aan de Sportlaan ben ik vaker geweest dan me lief is. Dat we er niet zo ver vandaan woonden, was een schrale troost. Het staat er ook nog niet zo lang, de bovenste verdieping is er zelfs na mijn rentree in de stad, in 2007, opgezet. Leeg is het nog allerminst, de verhuizing is in volle gang. Een logistieke prestatie die veel media-aandacht krijgt. Zo weet ik nu dat een verhuisritje zestien minuten duurt. Er zijn een hoop van die ritjes nodig. Omroep West bericht erover, de verhuismanager klinkt heel relaxed. Hij heeft eerder al twee ziekenhuizen verplaatst.
Het gebouw zal snel leger worden, de echo’s van de kinderstemmen zullen verstommen. De vissen in het aquarium zwemmen nog hun geruststellende rondjes, ook zij zullen verderop gaan. Dan klinken de voetstappen hol. Alles wat hier gezegd is, de blije en verschrikkelijke mededelingen, het huilen en het lachen, verhuist dat mee? Die hele machinerie waarin alles naast elkaar bestaat, de levensreddende operatie naast de nietjestang van de administratie, het akelige infuus en de heerlijke limonade zal elders weer op gang komen. Graag wil ik hierbij het trouwe gebouw bedanken en een mooi nieuw leven toewensen. Marcel Verreck