}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 19 december 2014
Volgende week geen krant
Vrijdag 19 decemb er
jaargang 8 nummer 397
2014 nummer 398
Speciaal voor de feestdagen ontvangt u deze week een dubbeldikke editie van Den Haag Centraal met een uitgebreide kerstbijlage. Dit exemplaar vervangt de krant van volgende week. Vanwege de jaarwisseling verschijnt het eerstvolgende nummer op vrijdag 2 januari. Abonnees die de krant per post ontvangen, krijgen deze op zaterdag 3 januari in de bus. Den Haag Centraal is van 20 tot en met 28 december gesloten. Bezorgklachten kunt u telefonisch doorgeven aan SP Abonneeservice 0172-476085 of mailen naar
[email protected]
Maggie Di Gaudio, basketbalster en globetrotter 20
De illustratie 'Den
Haag op stand'
is van de Haagse
kunstenaar Died
erik Gerlach.
Robert-Jan Rueb over zijn vader 10/11 en de dood van zijn broer
WINKELS
12 miljoen voor mooiere stadsentrees 3
7
In het fin de siècle was Den Haag ook al hot
€ 2,50
2> snoek onder ons
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
>Stationshal
Midden in de stationshal stond een brandweerrode buffetpiano. De leden van een fanfare uit Gouda maakten een halve kring, wat lummelende passagiers maakten er een hele van. Het wachten was op hem of haar die deze provisorische arena durfde te betreden om met zijn of haar verkleumde wel of niet geoefende vingers achter het klavier plaats te nemen. “U mag spelen wat u wilt als het maar sinterklaasriedeltjes zijn”. Toch viel mij bij binnenkomst in de hal de staande lamp met marmeren voet als eerste op. Die had ik nog geen kwartier ervoor in een winkel aan het Noordeinde dat een noodgedwongen leegverkoop hield, gezien. Zij boden dit model aan voor een luttele € 49,–. Stapels stonden er nog, zij het dat alleen de versie met de spiegelende chromen kap nog voorradig was. Vraag is wat de Sint voor deze bij de piano heeft betaald. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkende fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt, is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
advertentie
! s j i r a P r a a n s i e r r e t n i W M F n e G e A A n H i W EN D 0 . 2 9 P O ND dvaarten, een A A M E rstpakketten, kerstrnaonar parijs weg! ke L en er E di s, je H ed tli rs E ke e ut D rstlingerie, fo uilbeurs. Ook geven we een Winterreis ke prijzen, maffe acties, ke sr
rs dan normaal! Gekkersttruienverkiezing en een kerstcadeauttjejaar ook nooit meer zo zal willen vieren..... de an en ev t ne t he e w en Dit jaar do gourmetpakkettejen, dieeennog nooit hebt gevierd en misschien na di l la ha n, lle bo ie ol , us irc tc s kers Kortom, de feestdagen zoal
DenHaagFM.nl
3
actueel<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Meer groen en licht bij entrees van de stad
‘Wow, ik ben in Den Haag!’ Door Casper Postmaa
De gemeente Den Haag trekt 12 miljoen euro uit om de entrees van Den Haag te verfraaien. “Eerst hebben we ingezet op schoon en veilig, nu willen we de stad ook mooier maken. Dat trekt bedrijven en mensen aan. Kijk maar naar de geslaagde aanpak van de Grote Marktstraat”, aldus verantwoordelijk wethouder Boudewijn Revis (VVD). Op een groot aantal plekken is de gemeente al begonnen aan de verbetering van pleinen en straten, die gesitueerd zijn bij belangrijke toegangswegen en stations, zoals Hollands Spoor. Op de Stationsweg komt ruimte vrij voor terrassen en groen. Revis wil die route naar de binnenstad nu via de Wagenstraat verlengen tot de Grote Marktstraat. Nieuw is het plan om de Haagse Loper, die aanvankelijk het Spuiplein met New Babylon zou verbinden, door te trekken naar de Theresiastraat, zodat ook het rommelige ge-
bied rondom de Utrechtsebaan een attractiever aanzien krijgt. Een andere poort tot de stad, die een facelift krijgt, is de Utrechtsebaan bij kantoor de Rode Olifant. Er zijn al bomen geplant in de middenberm tussen Haagse Bos en Malieveld, een dergelijke aanpak zal ook worden toegepast op de Zuid-Hollandlaan en (de op het Malieveld gelegen) Boorlaan. Minder asfalt en meer groen, is het devies van Revis. Ook laat hij ontwerpers kijken naar de naargeestige tunnelbak waar de Utrechtsebaan boven de grond komt. “Bij alle entrees, die we gaan aanpakken moet je straks het gevoel krijgen ‘Wow, ik ben in Den Haag!’ ” Aanlichten In alle negen plannen waar de gemeente nu extra geld aan wil besteden, ziet de wethouder een belangrijke rol weggelegd voor groen en belichting. “Daar moeten we creatief mee omgaan. We willen bijvoorbeeld gebouwen en bomen aanlich-
De gemeente trekt de al geplande Haagse Loper tussen Spuiplein en New Babylon door naar de Theresiastraat. Bovenstaand plaatje geeft een impressie van de wandelroute, maar aan het ontwerp wordt nog steeds gewerkt.>Illustratie: Gemeente Den Haag.
ten. Ook het aanbrengen van LEDverlichting in bestrating is een mogelijkheid waar we naar kijken”. Andere plekken, die de gemeente gaat verfraaien zijn het plein voor het station Laan van Nieuw-OostIndië, het Molenvlietpark (de ingang van de nog te bouwen Rotterdamsebaan aan de kant van Rijs-
wijk) en de locatie Koekamp/ Koningin Julianaplein voor het station CS. Revis benadrukte dat hij binnenkort met ‘mooi nieuws’ komt over het gebouw Stichthage, de grimmige kantoorkolos die bovenop CS staat. Met eenzelfde optimisme sprak de wethouder over Scheveningen. De Zwolsestraat en
het Palaceplein krijgen een grootscheepse restyling. In het voorjaar van 2015 zal Revis het plan ‘De Kust Gezond’ presenteren, waarin grootscheepse maatregelen worden aangekondigd voor de zeezijde van de badplaats. De werkzaamheden aan de entrees van de stad zullen in 2018/2019 zijn afgerond.
OZB: omlaag en weer omhoog (met 22 procent) Door Jan van der Ven
is nog op zoek naar een groot themaevenement dat meerdere dagen duurt. “Daarvoor hebben we voor komend jaar 200.000 euro gereserveerd en ik nodig de markt hierbij uit om met een goed plan te komen”.
Vol trots maakte VVD-wethouder Boudewijn Revis van financiën in september 2013 bekend dat het OZBtarief voor huurders van bedrijfsruimten het jaar daarop met liefst 33 procent omlaag zou gaan. Daar maakte de VVD in het verkiezingsjaar 2014 vervolgens mooie sier mee in ondernemersland. De vreugde in het liberale kamp is echter van korte duur geweest. Volgend jaar wordt de verlaging weer ongedaan gemaakt; het betreffende OZB-tarief gaat met 22 procent omhoog en belandt zodoende op het oude hoge niveau. De huurders van bedrijfsruimten moeten daardoor gezamenlijk 7,2 miljoen euro gaan ophoesten. VVD-fractievoorzitter Wörsdörfer klonk na het besluit het OZB-tarief fiks te verlagen tevreden. Hij had er dan ook alle recht toe, aangezien met name het midden- en kleinbedrijf (mkb) zou gaan profiteren van dit douceurtje. En juist daar was de nood tot ongekende hoogte gestegen. “Vier op de tien ondernemers in het midden- en kleinbedrijf geven aan dat ze er financieel slecht voor staan. Veel ondernemers maken zich daarnaast zorgen of ze het einde van de crisis wel gaan halen”, aldus Wörsdörfer indertijd in een bericht op de website van zijn partij. “Het is daarom, zeker in deze tijd, verstandig om de OZB voor Haagse ondernemers te verlagen”.
Den Haag trekt in 2015 ook 150.000 euro uit voor het Promotiefonds voor kleinschalige evenementen die nu nog niet voldoen aan de criteria voor grotere evenementen, maar die wel de potentie hebben om door te groeien. In 2014 is een bijdrage gegaan naar onder meer Jazz in de Gracht, het snowboardevent Rock a Rail, Schollenpop, Glow-Run, Summertimefestival en het Rewirefestival.
Eenmalig De VVD wist toen echter al dat het om een eenmalige tariefsverlaging ging. Om het lagere OZB-tarief voor een langere periode veilig te stellen, werd daarom in het verkiezingsprogramma jaarlijks 7,2 miljoen euro gereserveerd. Maar de VVD verloor de verkiezingen en verloor vervolgens tijdens de daaropvolgende collegebesprekingen de slag voor een structureel lager OZB-tarief. “Dat is buiten-
Planningtorock was één van de acts tijdens TodaysArt. >Foto: PR
Gemeente geeft 2,2 miljoen voor grote evenementen De gemeente Den Haag stelt komend jaar 2,2 miljoen euro beschikbaar voor grote publieksevenementen. In 2015 kunnen twintig evenementen rekenen op financiële ondersteuning. Naast bekende evenementen als de City-Pier-City, Life I Live, TodaysArt en Parkpop zijn er ook enkele nieuwkomers. Twee nieuwe evenementen richten zich op ‘extreme’ sporten als skateboarden, snowboarden, surfen en bmx. Andere opvallende evenementen zijn het Festival van de Lach en de Red Bull Knock Out strandrace. Wethouder Karsten Klein (Economie) wil dat Den Haag zich nationaal en internationaal onderscheidt met toonaangevende evenementen. En
gewoon jammer”, erkende VVDfractievoorzitter Martin Wörsdörfer deze week. “Tot ons grote verdriet hebben we tijdens de collegeonderhandelingen die lagere OZB niet binnen kunnen halen. Dat kwam vooral door het CDA en D66. Die twee wilden er geen geld voor uittrekken”. De nederlaag van de VVD is nogal omfloerst terug te vinden in het collegeakkoord. In het hoofdstuk ‘minder lasten en regels’ staat: ‘De opbrengst van de onroerendezaakbelasting voor gebruikers en eigenaren van bedrijfsruimten blijft per saldo gelijk aan die van 2013’. De opvolger van wethouder Revis op financiën, de D66’er Thom de Bruijn, besloot vervolgens het OZB-tarief volgens afspraak op te krikken naar het oude,
hoge, niveau. De forse verhoging werd ontdekt door het blad Forum, het huisorgaan van de werkgeversorganisatie VNO-NCW, dat nauwgezet de stijgende lasten voor het bedrijfsleven volgt. De cijferaars ontdekten dat Den Haag de OZB voor huurders van bedrijfspanden volgend jaar verhoogt met 22 procent; de hofstad staat daarmee aan kop. Vorig jaar bestemde Forum de stad Den Haag nog tot ondernemersparadijs. Van die kwalificatie is nu niets meer over. Voor de VVD rest nu het afschaffen van het precariorecht, zeg maar de terrasbelasting. Die wordt conform de collegeafspraken stapsgewijs naar nul teruggebracht, wat de lokale schatkist uiteindelijk 1,1 miljoen euro per jaar gaat kosten.
Advertentie
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
stadsmens
Dankbare Brigitte Bosman zorgt voor inloopkamer Oncologie in Westeinde De ruimte op de tiende etage van MCH Westeinde is nog niet helemaal op orde maar sfeer is er al volop aanwezig. Wie hier binnenkomt, moet zich welkom voelen. Zo niet, dan zorgt drijvende kracht Brigitte Bosman daar wel voor. Opgewekt loopt ze rond. “We hebben de ruimte in tweeën gedeeld”, wijst ze. “De ene helft is de verwensalon, de andere de huiskamer. De officiële opening is op 15 januari en dan staat er op de deur ‘Inloopkamer Oncologie’. Ik vind dat zo mooi”, geniet ze zichtbaar. Ook nu kunnen (ex)-kankerpatiënten en hun naasten er terecht. Brigitte Bosman, bij wie in 2003 longkanker werd geconstateerd, maakt zich al geruime tijd sterk voor lotgenoten. Zo begon zij in 2010 in MCH Westeinde met het uitdelen aan patiënten van verwentasjes. Al haar inspanningen hebben inmiddels geleid tot de stichting Bribos Verwentasjes. Wat haar vier jaar geleden bewoog? “Ik had het zelf ook heel leuk gevonden om een tasje met lekkere crèmes en een luchtje te krijgen toen ik hier lag. Door de behandelingen doet je huid pijn, je haar valt uit en je hebt geen wenkbrauwen meer. Je hele leven verandert en dan doet deze aandacht je goed”. Die verwentasjes waren indertijd overigens afkomstig van Viva la Donna. De stichting, die onlangs is gestopt, zette zich in voor vrouwen met borstkanker. Brigitte Bosman werd in 2003 getroffen door
een hartinfarct. Intensieve onderzoeken wezen daarna uit dat ze bovendien longkanker had. De diagnose was verpletterend. Brigitte, toen 38 jaar en moeder van twee dochters, had nog drie tot zes maanden te leven. “Ik heb meteen mijn begrafenis geregeld, heb bij de notaris vast laten leggen dat mijn ouders de zorg over de kinderen zouden krijgen en ik ben naar mijn dochters brieven gaan schrijven. Voor elke verjaardag één, tot hun 21ste”. Ook maakte zij voor haar kinderen een herinneringsdoos. “Daarin zaten bijvoorbeeld foto’s van vakanties en bioscoopkaartjes. Zo’n doos zou mijn dochters later terugbrengen in de tijd”. Gelukkig is zij er nog steeds, constateert ze dan met een blije lach. “Artsen hebben er geen verklaring voor. Ik voel me zeer bevoorrecht”. Het werd haar drijfveer om zich voor lotgenoten te gaan inzetten. Dat doet zij inmiddels samen met Debbie Smit, die zij in MCH Westeinde leerde kennen. De verwentasjes gaan intussen ook naar MCH Antoniushove in Leidschendam, en naar onder meer ziekenhuizen elders in het land. De afgelopen jaren heeft Brigitte op vele fronten werk verzet. Zo zorgde ze samen met lotgenoten voor de website www.kanker.nl. “Alle informatie over kanker staat daar op één plek. Je vult in welke vorm je hebt en je krijg dan de voorlichting die je nodig hebt. Je kunt ook vragen stellen; er is een hele bibliotheek”,
vertelt Brigitte Bosman, die ook op Facebook actief is met diverse gespreksgroepen. De Inloopkamer Oncologie is dagelijks open van 10.00 tot 14.00 uur. “In de verwensalon hebben we alles voor de basis make-up in huis. Ons team van zeven vrijwilligsters krijgt binnenkort een cursus persoonlijke verzorging. We willen ook een gespreksgroep opzetten met artsen, maar dan gaat de witte jas wel uit; het moet een woonkamer blijven”. Spullen voor de verwentasjes, die eveneens voor mannen zijn bestemd, komen binnen via oproepen op Facebook. Om wat reserves op te bouwen, heeft de stichting sinds kort de steun van donateurs. “Elk bedrag is welkom, ook vijf euro per jaar; alle beetjes helpen”. De Inloopkamer moet aanvoelen als een soort veilige haven, zeker voor mensen die net de diagnose kanker hebben gekregen. Brigitte Bosman: “Zij kunnen hier naartoe om even bij te komen. Na zo’n uitslag ben je totaal ontredderd. Het is dan goed om mensen te treffen die ook kanker hebben”.
Joke Korving Informatie: www.bribosverwentasjes.nl Het banknummer van de stichting BribosVerwentasjes is NL 24 ABNA 0428742068
Brigitte Bosman: ‘Ik voel me zeer bevoorrecht’. >Foto: George Patho
advertentie
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl
Op diverse sieraden, o.a. Moliére Camps & Camps en Les Néréides: 50% KORTING Kom gezellig even langs! Extra open : zondag 21 december 12.00 - 17.00 uur
Uw uitvaartwensen vastleggen Door uw uitvaartwensen vast te leggen maakt u het uw nabestaanden na uw overlijden een stuk gemakkelijker. De uitvaartverzorger weet namelijk wat er geregeld moet worden en uw nabestaanden kunnen zich volledig richten op hun rouwverwerking. Vraag uw gratis wilsbeschikking daarom vandaag nog aan! Bel mij voor informatie Stuur mij een wilsbeschikking
Op de gehele collectie fraai geborduurde WINTERSHAWLS en op alle WINTERHOEDEN: 25% KORTING
Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, Ad Patres zorgt voor een uitvaart geheel naar uw wens of de wens van de overledene.
Stuur mij een informatiepakket Ik wil een afspraak maken
Naam:
M/V
Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Coupon opsturen naar Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnummer 891, 2501 WK Den Haag
Molenstraat 22 (zijstraat Noordeinde en Prinsestraat), 2513 BK Den Haag, 070-3457027 Open: di. t/m za. 11.00-17.30 uur
Bel voor meer informatie met 070 355 64 27 of kijk op www.adpatres.nl
5
actueel<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Een Hagenaar triomfeert in het Rijksmuseum Door Casper Postmaa
Het Rijksmuseum is er vol van. Na een eerdere mislukte poging slaagde het museum in Amsterdam er vorige week in om een werk van de Nederlandse beeldhouwer Adriaen de Vries (1556-1626) te kopen. De prijs die bij het veilinghuis Christie’s in New York moest worden betaald, 22,5 miljoen euro, is het hoogste bedrag dat het Rijks tot nu toe voor een kunstwerk betaalde. Landelijk gezien was alleen Mondriaans ‘Victory Boogie Woogie’ (31,1 miljoen euro) duurder. Het is een opzienbarende gebeurtenis, want het heeft lang geduurd voordat musea en kunstkenners doorhadden hoe groot Adriaen eigenlijk was. De ommekeer kwam in 1989 toen een De Vries voor 9 miljoen euro van de hand ging en in 1997 wijdde het Rijksmuseum een expositie aan zijn werk. Voor zijn relatief geringe bekendheid worden meestal twee oorzaken genoemd: hij werkte veelal in Midden-Europa, ver van het middelpunt van de macht, en zijn stijl – los, bijna impressionistisch, was afwijkend en had daardoor nauwelijks navolgers. Vaststaat dat de grote Auguste Rodin (1840-1917) zich liet inspireren door Adriaen de Vries. Omdat hij lang in dienst was van de in Praag residerende keizer Rudolf II, kreeg De Vries de bijnaam ‘Beeldhouwer des keizers’, terwijl hij ook wel
Verhoeven directeur VSCD
‘de Rembrandt onder de beeldhouwers’ werd genoemd. Met al die bijnamen, de ‘Michelangelo van het Noorden’, was er ook een, kun je je afvragen welke Adriaen de Vries voor zichzelf in gedachte had. Het blijft gissen, maar er is wel een duidelijke aanwijzing: op zijn beeldhouwwerken staat een prominente verwijzing naar zijn afkomst: ‘Adriaen de Vries. Hagienis Batavorum’, ofwel ‘Adriaen de Vries, afkomstig uit Den Haag’. Een zeventiende-eeuwse variant op het ‘Zo ik íéts ben, ben ik een Hagenaar’ van Louis Couperus. De Vries kwam in 1556 ter wereld als zoon van een apotheker in de Hoogstraat. Hij verliet al jong Den Haag en kwam nog één keer terug naar zijn geboortestad, om zijn vader te begraven. Zagen we hem nooit weer, of toch wel? Van 1936 tot 1940 had het Gemeentemuseum Den Haag een brons van Adriaen te leen van de Kunstkammer in Gotha (Thüringen, Duitsland). Zelfs zou dat museum hebben overwogen om het kunstwerk aan Den Haag te verkopen, maar de Tweede Wereldoorlog kwam ertussen. Wie kennis wil maken met het werk van Adriaen de Vries, kan het best naar Duitsland afreizen. Bijvoorbeeld naar Stadthagen of naar Augsburg, waar in de Maximilianstrasse twee grote beeldengroepen van hem staan.
Met het bronzen beeld van Adriaen de Vries is na de dood van de kunstenaar geknoeid. De wereldbol die deze Atlas draagt, is pas rond 1700 geplaatst. Volgens kenners had de drager aanvankelijk een druivenmand op zijn rug en stelde hij een volgeling van Bacchus, de god van de wijn, voor.>Atlas, Adriaen de Vries, 1626 Image: Christie’s images ltd. 2014
Hagenaars moeten meer glas scheiden Door Saskia Herberghs
De inwoners van Den Haag moeten straks jaarlijks ruim twintig kilo glas in de glasbak gooien. Daarvoor sluit de gemeente aan bij de landelijke campagne ‘Glas in ’t bakkie’ die afgelopen zomer is begonnen. Hagenaars leveren nu veertien kilo glas gescheiden in. Met de actie worden zij erop geattendeerd dat ze ook vieze potjes in de glasbak kwijt kunnen. Deksels hoeven niet meer van tevoren te worden verwijderd. Dit is mogelijk nu glas dat gescheiden wordt aangeleverd beter schoongemaakt kan worden, onder meer dankzij het gebruik van bacteriën. “Dat maakt omspoelen overbodig”, zegt Michael Veen, leider van een team dat afgelopen donderdag op het Colijnplein (Loosduinen) aan passanten boodschappentassen weggeeft om een gesprek te beginnen over afvalscheiding. “Flesjes olijfolie, potjes sambal of pindakaas belanden nu nog vaak in het restafval omdat mensen denken dat het vies is om die in de glasbak te gooien. Of ze gebruiken veel water om potjes schoon te maken. Dat is niet meer nodig”. Veen heeft die boodschap eerder verkondigd in gemeenten als Weert, Peel en Maas en Bergen op Zoom. Daar heeft hij ook verteld dat met behulp van magneten deksels uit het glas worden gehaald. “We zijn sinds de zomer bezig. De actie wordt op radio en televisie ondersteund”. Wethouder Boudewijn Revis (VVD, Buitenruimte) bezoekt het promotieteam om te tonen dat ook hij belang stelt in het scheiden van afval. “Mensen willen graag afval scheiden”, heeft hij gemerkt. “Daarom faciliteren we dat als gemeente”. Wat Revis betreft, wordt in het afvalplan dat hij volgend jaar presenteert duidelijk welk rendement voor het milieu wordt behaald met het scheiden van afval. Hij wil zoveel mogelijk afvalbakken ondergronds brengen. En als de proef in Leid-
Hedwig Verhoeven (43) wordt per 1 maart 2015 directeur van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Zij volgt daarmee Martin van Ginkel op, die door een burn-out vorig jaar zijn functie moest neerleggen. Verhoeven kent de organisatie goed, zij werkte van 1999 tot 2004 bij de VSCD, toen als senior beleidsmedewerker. De laatste vier jaar was Verhoeven zakelijk en statutair directeur van de Koninklijke Schouwburg (KS). Vorige week berichtte deze krant nog over haar gedwongen vertrek bij de Haagse schouwburg. Volgens de Raad van Toezicht van de KS is er ‘een verschil van inzicht in de toekomstige aansturing van de Koninklijke Schouwburg’. Over de precieze toedracht wilde Pierre Heijnen, voorzitter van de Raad van Toezicht van de KS, niets zeggen. Ook Verhoeven onthield zich van commentaar. Zij verheugt zich inmiddels op haar nieuwe baan bij de VSCD, de belangrijkste belangenbehartiger van theaters, concertzalen en festivals in Nederland. “Ik ben vereerd dat ik deze functie mag gaan vervullen. Illustere mensen gingen mij voor”. Ook het bestuur van de VSCD is blij met de toetreding van Verhoeven: “In Hedwig Verhoeven vindt de VSCD een ervaren bestuurder en bevlogen theaterliefhebber. Door zowel haar regionale als randstedelijke ervaring is Hedwig op de hoogte van de verschillende uitdagingen waarmee onze leden iedere dag opnieuw te maken hebben”.
Voorzitter Pulchri ernstig gewond Mabel Bouscholte (1948), de voorzitter van Pulchri Studio die vorige week woensdag voor het gebouw van de Raad voor de Rechtspraak aan de Kneuterdijk werd geschept door een HTM-bus en zwaargewond raakte, is inmiddels bij bewustzijn en buiten levensgevaar. Zij heeft onder meer zeven gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen en een hersenkneuzing. Bouscholte verblijft in MCH Westeinde.
Tweede theaterkaartje gratis
Ook vieze potjes mogen de glasbak in. >Foto: Jurriaan Brobbel
schenveen slaagt, waar om de week restafval en plastic wordt opgehaald, wil Revis dit systeem uitbreiden over meer stadsdelen. Frituurvet Den Haag was in 1980 de eerste gemeente in Nederland die glasbakken plaatste. Die verdwenen na 1995 veelal ondergronds. Momenteel staan er ruim driehonderd glasbakken in de stad, waarvan 160 ondergronds. Vanaf de jaren 80 liep het aantal kilo’s glas dat per
inwoner werd ingezameld op van twaalf naar vijftien kilo, maar tussen 2010 en 2013 stagneerde de hoeveelheid en in 2013 liep die zelfs met een kilo terug. De campagne Glas in ’t bakkie moet een nieuwe impuls geven. Revis: “Als we onze best doen, moet we ruim twintig kilo glas per inwoner kunnen inzamelen”. Landelijk ligt het streven bij 24 kilo per inwoner. Er is berekend dat er plusminus 28 kilo per inwoner glas beschikbaar is. De helft belandt dus nog op een oneigenlijke plek zoals
de vuilniszak. Tevreden is Revis met de gescheiden inzameling van olie en bijvoorbeeld frituurvet, die wordt verzorgd door stadsboerderijen. De Gagelhoeve aan de Mient en de Herweijerhoeve in het Zuiderpark staan in de Top Drie van ‘vetste’ kinderboerderijen, een wedstrijd van de Watercoalitie en de campagne ‘Vet, Recycle het!’. In totaal deden 49 kinderboerderijen mee. Alle Haagse stadsboerderijen staan in de Top-25. Van het vet wordt biodiesel gemaakt.
Tijdens de grote kerstmarkt op de Lange Vijverberg, de Royal Christmas Fair, ontvangen bezoekers bij aankoop van een theaterkaartje hun tweede kaartje gratis. Het gaat om een actie van het Nationale Toneel, NTjong, de Koninklijke Schouwburg, Theater aan het Spui, Diligentia, Korzo Theater, de Dr Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater. Deze Haagse theaters en gezelschappen selecteren elk vijf van hun mooiste voorstellingen. De Koninklijke Schouwburg biedt kaarten aan voor de musical ‘Een avond met Dorus’ van Albert Verlinde Entertainment, Korzo Theater en Theater aan het Spui komen met diverse mooie aanbiedingen voor het CaDance-festival; het Nationale Toneel en NTjong hebben de familievoorstelling ‘Polleke’ naar de tekst van Guus Kuijer geselecteerd. Diligentia heeft Javier Guzman uitgekozen en het Lucent Danstheater komt met een eerbetoon aan James Brown. De feestelijk verpakte kaartjes zijn te koop bij de gezamenlijke theaterkassa. De Royal Christmas Fair, 17 tot en met 21 december, 12.00 – 21.00 uur, www.royalchristmasfair.nl
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Vliegfeesten op Ypenburg Op 22 februari 1936 stak de burgemeester van Rijswijk Jacques van Hellenberg Hubar, de eerste spade in de grond als start van de bouw van het nieuwe vliegveld Ypenburg. Iets meer dan vijf maanden later, op een zomerse dag in augustus, werd het vliegveld feestelijk geopend. De opening had eigenlijk veel eerder moeten plaatsvinden. De Rijswijkse ge-
Ook veroorzaakten deelnemende straaljagers glasschade aan woningen en kassen
de show, ondanks het feit dat nog niet alle deelnemers aanwezig waren. De buitenlandse sportvliegers konden namelijk niet op het afgesproken tijdstip landen vanwege de stevige mist die die ochtend boven het land hing. Een klein incident met een Fokker F12, de Havik, die rondvluchten zou uitvoeren gedurende het feest, ontsierde de dag enigszins. Na de eerste rondvlucht landde het vliegtuig op een deel van het terrein dat blijkbaar nog niet voldoende gedraineerd was, want het toestel zakte weg in grond. Ongelukken of schade veroorzaakte het niet, maar het toestel stond dusdanig in de weg dat een aanpassing van het programma noodzakelijk was. Rondvluchten werden die dag niet meer gemaakt. Gedurende het feest landden bijzondere vliegtuigen op het vliegveld, uit Nederland maar ook uit het buitenland. Het evenement was succesvol: tienduizenden mensen kwamen naar de demonstraties kijken. Tot de Tweede Wwereldoorlog werd jaarlijks zo’n vliegfeest georganiseerd. Niet meer alleen met ‘echte’ vliegtuigen, ook met modelvliegtuigen werden activiteiten georganiseerd. Zweefvliegers en stuntvliegers waren eveneens present. Zij speelden met elkaar ‘krijgertje-inde-lucht’, deden loopings en, raar maar waar, probeerden met meelbommen een snel rijdende ruiter te raken. In september 1945 vond er weer een ‘luchtvaarttoernooi’ plaats op Ypenburg, ditmaal georganiseerd door de Royal Airforce. Het toernooi was ter
Opening van de het tweedaags vliegfeest ILSY op Ypenburg door H.H. Wemmers, minister van Verkeer en Waterstaat op 2 augustus 1952. > Foto: Friezer
herinnering aan de Battle of Britain vijf jaar daarvoor, maar ook om het fatale bombardement op het Bezuidenhout te herdenken. In aanwezigheid van Koningin Wilhelmina en 50.000 bezoekers werd een ‘airshow’ gehouden met Spitfires die schijnaanvallen uitvoerden. Na de officiële heropening van het vliegveld in 1947 vond het vliegfeest weer jaarlijks plaats. Volgens de lokale pers was het hoogtepunt dat jaar geen vliegtuig, maar de Franse parachutiste Michele Bellu. Zij sprong tijdens het feest tweemaal uit een Fokker en kwam beide keren veilig beneden. Wel belandde ze bij haar tweede
sprong kilometers verderop in een weiland. Vanaf 1949 werden de feesten aangeduid als ‘Internationale Luchtvaart Show Ypenburg’, kortweg ILSY. Er zijn in totaal zes ILSY’s geweest. In 1957 vierde de Koninklijke Vereniging voor Luchtvaart er haar vijftigjarig bestaan, in aanwezigheid van de voltallige koninklijke familie en 200.000 bezoekers. Een massale dropping van parachutisten zorgde voor de afsluiting van deze ILSY. Naarmate de omgeving van het vliegveld meer bebouwd werd, zorgden de shows voor veel geluidsoverlast bij omwonenden. Ook veroor-
zaakten deelnemende straaljagers glasschade aan woningen en kassen. De gemeenten Nootdorp en Delft waren fel gekant tegen een nieuwe ILSY. Zij vonden een dusdanig groot vliegfeest boven een gebied met een paar miljoen inwoners te riskant. In 1967 werd het evenement daarom twee maanden voor aanvang alsnog afgeblazen. De herinnering aan ILSY leeft voort in het ILSY-plantsoen in Ypenburg.
VERGADER & CONGRESCENTRA
meenteraad wilde echter geen werklozen voor de bouw beschikbaar stellen, waardoor de bouw tweeëneenhalve maand vertraging opliep. De opening, officieel gedaan door de minister van Waterstaat Otto van Lidth de Jeude, werd luister bijgezet door een heus vliegfeest. De bedoeling hiervan was de vliegsport nog populairder te maken en de aandacht op Ypenburg te vestigen. Duizenden bezoekers wisten al vroeg in de ochtend hun weg te vinden naar het door de rijkswacht en padvinderij afgezette terrein. Tegen half elf begon
In deze rubriek opgenomen locaties welke zijn voorzien van een oranje stip, bieden de volgende faciliteiten:
• Eigen parkeergelegenheid • Diverse vergaderzalen • Computer aansluiting • Schermprojectie Cynthia Hamberg • Lunches en diners • Overnachting + Roomservice • Goede aansluiting openbaar vervoer • www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
ADVERTENTIE
Culinaire invulling wordt verzorgd door Seinpost.
Onze openingstijden zijn: Di: Wo: Do:
11.00 – 23.00 uur 11.00 – 23.00 uur 11.00 – 01.00 uur
Vr: Za: Zo:
11.00 – 01.00 uur 11.00 – 01.00 uur 12.00 – 20.00 uur
Vergaderen in unieke ambiance met wijnproef arrangement (8 tot 20 personen)
WIJNBAR & WIJNWINKEL PIERRE | Denneweg 11 | 2514 CB DEN HAAG | Telefoon: 070 - 767 00 24 | Email:
[email protected]
7
Actueel<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Fraai boek over winkelarchitectuur
Ruim een eeuw chic winkelen
D
Door Casper Postmaa
e wonderjaren van Den Haag speelden zich af rond 1900, tenminste als je aan de goede kant van de stad woonde, want de vruchten van de bloeiende economie kwamen vooral op het zand terecht. Uit Indië vloeide veel geld naar de Residentie en ook in Scheveningen, uitgegroeid tot een van de mondainste badplaatsen van Europa, deden ondernemers goede zaken. Dan was er ook nog het Hof. Als je er in de hogere kringen bij wilde horen, woonde je in ’s-Gravenhage. Dat er een grote aantrekkingskracht was, valt ook van het bewonersaantal af te lezen. Dat schoot tussen 1875 en 1900 omhoog van 100.000 naar 200.000. Door de combinatie van geld, klassenbewustzijn en de aanwezigheid van internationale invloeden transformeerde Den Haag in een chique, bijna wufte stad, die de tijdgeest op de voet volgde. Een stroom van winkels en warenhuizen waren het gevolg. Tot op de dag van vandaag zijn ze beeldbepalend voor de binnenstad van Den Haag, denk daarbij vooral aan Plaats, Hoogstraat en Noordeinde. Veel is behouden gebleven, nog meer verdween, maar vrijwel alles heeft een plaats gekregen in het boek ‘Bleek van Begeerte. Winkelarchitectuur in Den Haag’ van Botine Koopmans en Dick Valentijn. Met de verschijning wordt ook gevierd dat dertig jaar geleden het eerste deel van de gemeentelijke VOM-reeks verscheen, historische uitgaven over de geschiedenis van Den Haag op basis van onderzoek door de afdelingen Monumentenzorg en Archeologie. In die serie is ‘Bleek van begeerte’ (de titel is een verwijzing naar de Franse schrijver Emile Zola, die de term gebruikt in zijn boek ‘Au Bonheur des Dames’ over een fictief warenhuis) ongetwijfeld één van de mooiste; rijk geïllustreerd en diepgaand. Zelfs het voorwoord, anders toch een verplicht nummer, heeft een inhoudelijke boodschap. Wethouder Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij): ‘Ik pleit ervoor behoedzaam met dit culturele erfgoed om te gaan. Hoewel niets zo snel aan mode en vernieuwing onderhevig is als de winkel, moeten we ons ook realiseren dat juist de bijzondere uitstraling van een historische winkelpui en de rijkdom van een monumentaal pand het publiek naar Den Haag lokt’. Verleiding, daar gaat het om bij winkels. Ze moeten aandacht trekken en de klant naar binnen lokken, dat doet elke tijd op zijn eigen manier. Dat is niet alleen de boodschap van dit boek, het is ook af te lezen aan het winkelarsenaal van vandaag, dat zwaar te lijden heeft onder het internet. Online-winkelen is makkelijker dan een uitstapje naar de binnenstad en dus rukt de leegstand op. Nu zal zie je dat winkels uitgroeien tot etalages voor de eigen internetsite. Effectbejag Botine Koopmans begint aan de andere kant van de geschiedenis. Via de markten, de voorlopers van winkels, komen we uiteindelijk bij New Babylon terecht. Ze vertelt over de opkomst van warenhuizen en de neergang ervan, over kleine, mooi ontworpen, vaak huiselijke winkels, waarvan sommige Hagenaars nog een vaag beeld op hun netvlies hebben en over de teloorgang van die in
Het nog bestaande trappenhuis van het in de jaren zeventig gesloten warenhuis Gerzon aan de Venestraat. >Foto: Dick Valentijn
De winkelpui van Constant-Arnouts aan de Hoogstraat, ontwerp J. Greve, zoals deze er oorspronkelijk uitzag. Nu zit schoenenwinkel Van Lier in het pand, van het oorspronkelijke ontwerp is niets over. >Foto: Haagse Gemeentearchief (historisch beeld) en Dick Valentijn
‘Art nouveau vertoont ons het beeld van de teringlijdster, die met verradelijken blos op de wangen, dol en opgewonden van het leven wil genieten’
hedendaagse ogen onopvallende architectonische sieraden. Het boek staat er vol mee. Kijk naar ‘Meys en Zoon’ en diens opvolger café ‘Plein 19’, of naar het verschil tussen de winkelpui van ‘J.F. Busch’ aan het Noordeinde 6 en Oger dat nu in hetzelfde pand huist. Of nòg duidelijker: lingeriewinkel Constant-Arnouts van architect J. Greve (die ook de parkeergarage in de Torenstraat ontwierp) aan de Hoogstraat, tegenover de huidige gebruiker, schoenenwinkel Van Lier. Van precies en ingetogen naar inwisselbare gevelarchitectuur met maximaal glasoppervlak.
De verdwenen passage van V&D in 1930, het warenhuis was toen net uitgebreid naar het Spui. >Foto: Haags Gemeentearchief
In het boek staan talloze van dergelijke voorbeelden, die aangeven dat wat je destijds met recht winkelarchitectuur kon noemen, tegenwoordig een metier is dat een andere inhoud heeft gekregen. Toen bleven dezelfde winkelpuien decennia in stand, tegenwoordig wisselt het decor veel sneller. Als er een nieuwe wind waait, dan ook een nieuw geveltje. Meer decoratie dan architectuur, al zijn er nog steeds hoogwaardige uitschieters die jarenlang overeind blijven. Het boek maakt ook duidelijk, dat je moet waken al te snel een oordeel te
geven over stroming of tijdgeest. Terugkijkend kun je met recht zeggen dat de Art Nouveau (1890-1914) schoonheid en elegantie aan de stad heeft toegevoegd, Den Haag heeft er veel aan te danken. Toentertijd dacht men er anders over, onze eigen Louis Couperus verafschuwde de nieuwe stijl, terwijl de bekende architect Pierre Cuypers er in 1901 een vorm van decadentie in zag. ‘L’art nouveau vertoont ons het beeld van de teringlijdster, die met verradelijken blos op de wangen maar korte jaren, dol en opgewonden van het leven wil genieten.’ Het boek staat vol met dit soort verklaringen waar we nu om moeten glimlachen, maar toen dodelijke ernst waren. Slotconclusie over deze uitgave: meteen naar de winkel! ‘Bleek van Begeerte. Winkelarchitectuur in Den Haag’ Auteur Botine Koopmans, redactie en fotografie Dick Valentijn. Een uitgave van de Afdeling Monumentenzorg en Welstand, gemeente Den Haag en Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij. ISBN9 789079156252. Prijs € 24,50
VRIJDAG 19 DECEMBER LIVE s van optreden r e onder me emen, o l B n i r a K roger F e n e R 3J’s, gâhs è R e D n e
Wat wo de eind rdt stand?
Samen voor de Voedselbank
DE FINALE! Volg de slotdag LIVE van 6.30 uur tot 19.00 uur via 89.3 Radio West, TV West, Omroepwest.nl en de app. Vanaf 12 december heeft Omroep West in het teken gestaan van de actie Samen voor de Voedselbank. Ook dankzij jouw donatie hebben we heel veel levensmiddelen ontvangen! Volg op vrijdag 19 december de ontknoping de hele dag LIVE bij Omroep West.
Deze actie wordt onder meer ondersteund door:
Dank voor a lle donati es!
www.omroepwest.nl/voedselbank
9
actueel<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Tien jaar na de tsunami
Onze jongens in Atjeh ... op het kerkhof
De ingang van het kerkhof. >Foto: Stichting Peutjut Fonds
T
Door Vilan van de Loo
ien jaar geleden zagen we allemaal op de televisie wat de tsunami in Azië aanrichtte. Het was één van de ergste natuurrampen in de wereldgeschiedenis. Nederland gaf royaal hulpgeld, ook door de historische band met Indonesië. Op Tweede Kerstdag is het tien jaar geleden dat ook in de provincie Atjeh (Sumatra) het woeste water de levenden trof, evenals de rustplaatsen van de doden. De militaire begraafplaats Peutjut, waar ook honderden Nederlandse mannen en jongens liggen, werd zwaar gehavend. Wie kijkt er om naar de Hagenaars op Peutjut? Ook deze Kerstmis zal er tussen de ‘feel good’-films een terugblik zijn op de tsunami en wat er sindsdien gebeurde met de donaties. Via Giro 555 gaf Nederland maar liefst tweehonderd miljoen euro aan de overlevenden. Een enorm bedrag. Grote en kleine hulporganisaties konden aan de slag. In alle beelden van toen, ontbreekt wat er zich voltrok op het kerfhof Peutjut: delen ervan werden weggevaagd. De zeevloed kwam overal en daarmee wrakhout en puin. Grafstenen werden losgerukt en meegesleurd, andere werden beschadigd. Is dat erg? Ja. Want juist Peutjut is dat ene unieke kerkhof, met de ruim tweeduizend graven een getuigenis van de zwaarste oorlogen uit de Nederlandse geschiedenis: de Atjeh-oorlog (1873-1942). Militairen Nog maar enkele generaties geleden voelde menigeen een rilling over de rug lopen bij dat ene woord. Atjeh. Dáár werden de Militaire Willemsordes verdiend, daar sneuvelden de mannen van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indische Leger). Wie voor Atjeh tekende, nam de gok. Dat deden er velen. In Indië en vooral in Atjeh kon een man eer en onderscheidingen behalen. Niet elke man was het
type Louis Couperus; literatoren waren in de minderheid, militairen de meerderheid. Atjeh lokte velen, maar wie wist werkelijk wat hem daar te wachten stond? Een tropisch klimaat, een onbekend landschap met jungles, uitgestrekte vlakten en moerassen. Overal en nergens waren de Atjehers aanwezig, vechtend voor hun onafhankelijkheid, berucht om hun vaardigheid met de klewang (kort zwaard). Kort na het uitbreken van deze oorlog, werd Peutjut opgericht. KNIL-mannen liggen daar, zowel van Hollandse, Molukse, Indische als Indonesische afkomst. Atjeh-strijders liggen er. Vrouwen, kinderen, sultansgraven, Peutjut is de roman van de Atjeh-oorlog. En dan zijn er minstens negenentwintig mannen uit Den Haag, die liggen er óók. Verantwoordelijkheid Dat cijfer komt uit de boeken van de Stichting Peutjut Fonds, die zich om de begraafplaats bekommert. Het is een particuliere stichting, dus geen overheidsorganisatie. Door een netwerk van regels en regeltjes neemt de Nederlandse overheid geen verantwoordelijkheid voor dit kerkhof. Bestuursleden en donateurs zijn veelal uit de Indische of militaire wereld afkomstig, of ze voelen kassian (mededogen) met degenen die er begraven liggen. De bekendste Hagenaar op Peutjut is de voormalige gouverneur van Atjeh Philippus van Aken, geboren op 24 januari 1883 te Den Haag en overleden op 1 april 1936. Hij bezit een prachtig groot graf, waarvoor ook de Atjehse bevolking destijds geld heeft bijeengebracht. Dan zijn er twintig onderofficieren en soldaten van Haagse komaf en acht officieren, onder wie de bekende luitenant-kolonel J.J. Roeps (1805-1840), die slechts 35 jaar werd. Wie? Willems-Orde Johan Jacob Roeps heette hij, geboren op 1 januari 1805. Wat zullen zijn ouders dat nieuwe jaar blij begonnen zijn. Zijn vader was bij het KNIL en die genen bleken erfelijk: Johan was tien jaar oud, toen hij zijn vader naar de oost
volgde. De jaren die volgden, waren moeilijk. Na het overlijden van zijn moeder, stierven al zijn zusjes en broers, zodat hij met een zusje in Nederland overbleef. Aan de discipline van het leger moet hij houvast hebben gevonden. Hij maakte snel carrière en werd steeds vaker ingezet bij gevechten. Eén van zijn grootste avonturen beleefde hij toen hij door de beroemde prins Diponegoro (18751855) gegijzeld werd. Voor Roeps liep het goed af, in de zin dat hij de gijzeling overleefde. We weten niet welke rol hij precies speelde in het drama van de prins, die door vele Indonesiërs als een messias werd gezien en door Nederlanders verraden werd om als misdadiger berecht te worden. De ‘Javasche Courant’ bedeelde Roeps na zijn sneuvelen alleen heldendaden toe: “Het was ter beloning zijner verdiensten van zoo meenigen aard, dat Roeps benoemd werd tot ridder van de militaire Willems-Orde der 3e Klasse en der orde van den Nederlandse leeuw [...]. Nog meer dan dit droeg hij de belooning in zijn eigen hart en las hij de toejuiching op het gelaat zijner kameraden.” Zo’n man had het KNIL hard nodig op Atjeh. Roeps ging, om daar in een gevecht van man tot man te sneuvelen. De Javasche Courant: “Hij stierf op het veld van eer”. Op verzoek van de nabestaanden werd hij later op Peutjut begraven. Voorvader Er zijn veel van zulke verhalen. Elk graf op Peutjut heeft een geschiedenis, daar weten ze bij de Stichting Peutjut Fonds alles van. Ze bezitten de rijkdom van het verleden, maar niet de rijkdom van het geld. Voorzichtig zoeken ze naar nieuwe wegen om fondsen aan te boren. Zouden er misschien nazaten zijn, die een graf willen adopteren, of sympathisanten? Of een boom willen laten planten, dat kan ook. Niemand praat graag over de dood, maar het gekke is, heel veel mensen hebben een militaire voorvader die naar Atjeh trok om niet meer terug te komen. Tien tegen één dat hij op Peutjut ligt. Wie zorgt er voor zijn graf? Meer informatie: www.peutjut.nl
10>interview Vilan
Niks te vieren
Elk jaar weer besef ik in de minderheid te zijn, en die minderheid lijkt nog kleiner te worden ook. Ik vier niks in december. En gezellig meedoen lukt gewoon niet, sorry. Vorig jaar verstuurde ik nog kerstkaarten, maar alle goede wensen die ik noteerde, klonken uit mijn pen opeens zo sarcastisch. Dat kan ik dus beter voortaan laten. Wat doe ik dan? Op mijn sportschool zijn de mannen begonnen te klagen over wat ze van hun vrouw moeten. Lang bij de familie zitten, met mensen praten die je niets te zeggen hebt, en het duurt ze allemaal te lang. Al die brede mannen, ik dacht dat ze ook sterk van binnen waren. In januari ogen ze opgelucht, hun leven is weer normaal. Jaar in, jaar uit gaat het zo, en geen van die mannen verandert er wat aan. En in mijn hoofd zingt Pisuisse dat liedje van ‘Je leeft maar heel kort, maar een enkele keer, en als je straks anders wilt, kun je niet meer’. Als u dat ook kent, zingt u nu: ‘Mensch, durf te leven’. In december komt het erop aan. Over de diepere betekenis van Kerstmis denk ik in december na, en daardoor vergaat me de lust tot me volstoppen met eten, en in slappe gesprekjes heb ik nooit zin gehad. Wat houdt een mens dan over met Kerst? Precies, zichzelf. Op die donderdag en vrijdag ben ik dus wat bedachtzamer dan anders. Ik kijk uit het raam en zucht van het besef een bodemloos vat vol zonde te zijn. Daarna peil ik of mijn kleine rode kater Tim desondanks in de stemming is om met mij te knuffelen. Anders ga ik weer computeren. Het is een beetje alleenig, dat geef ik u toe. Soms verzwak ik en dan wil ik van alles aanschaffen, dat is fout. Vorige week nog kocht ik online een handschijnwerper, weliswaar met Airmiles en slechts 0,79 cent bijbetalen, maar ’t is toch iets waarvan ik weet dat ik ook zonder kan. Het ding paste niet eens in mijn tas. Nu staat het in de vensterbank paraat, voor noodgevallen waarvan ik hoop dat ze nooit arriveren. Dus dit is december voor mij. Een beetje leeg en vol tegelijkertijd. Ik verbaas me over de mensen die zich laten meeslepen door anderen en ik ben opgelucht dat ik nergens heen hoef en gewoon kan thuisblijven. Pyjamadagen zijn de beste dagen, juist in de laatste maand van het jaar. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
Uitgever en organisator Robert-Jan Rueb
‘Van liefde was bij mijn vader evenmin sprake: zijn interesses lagen elders’
De rode draad in zijn leven, talentontwikkeling, is samengesteld uit de ijzersterke garens taal, organisatie en Den Haag. Als tienjarige organiseerde hij interscolaire Haagse Olympische Spelen. Zelf aan de zijlijn om te regelen, nog altijd zijn favoriete positie. Ook voor Poëzie op Pootjes, het Haags poëzie-evenement dat volgende maand in vierde editie verschijnt. Toch even het spotlicht op de man die het liefst in de coulissen blijft. Robert-Jan Rueb (55), uitgever, schrijver, initiator en organisator van veel spraakmakend moois in Den Haag. Broer van Marnix die hij sinds 23 oktober node mist. Door Vera de Jonckheere Anderen de kans bieden om te stralen verschaft Robert-Jan Rueb het meeste plezier, zo simpel is het. Eén van de grootste talenten die hij hielp ontplooien was dat van zijn eigen vier jaar oudere broer Marnix Rueb. In zijn huis in het RegentesseValkenboskwartier vertelt hij bij wat halfzware shagjes – hij is weer gaan roken nadat de zware weduwe Van Nelle Marnix fataal werd – over zijn leven tijdens en na zijn grote broer. Rueb groeide op in een mannenhuishouden aan de Wassenaarseweg, in het Benoordenhout. Drie broers van wie hij de jongste is en een vader die kinderrechter was. “Verre van een standaardgezin. Mijn moeder is na een lang ziekbed aan baarmoederhalskanker overleden. Ik was nog geen twee jaar oud. Marnix noch ik hadden herinneringen aan haar, onze oudste broer Alexander slechts vagelijk en mijn vader kon niet over haar praten”. Vader Rueb geraakte na haar overlijden in een depressie en stortte zich in werk en alcohol. “Tot aan zijn nek in de financiële problemen, was hij meestal afwezig en in ieder geval niet aanspreekbaar voor ons. Hij trouwde uit zakelijke overwegingen met de laatste gezinshulp – voor ons de mevrouw die kookte. Van liefde was bij mijn vader evenmin sprake: zijn interesses lagen elders”. Kort omschrijft hij het tot ongeluk gedoemde leven van zijn vader. De kinderrechter die als stiekeme homoseksueel in een met taboes geplaveide tijd begin jaren tachtig ten onder ging aan zijn voorkeur voor jonge jongens. Bijna terloops. “Na-
dien zat hij als een volledig gebroken man alleen nog maar thuis voor de televisie tennis te kijken”. De drie broers waren op dat moment al ontsnapt aan het door Rueb als ‘benauwd en nep’ omschreven milieu van toenmalig Benoordenhout. Hij en Marnix via de Schilderswijk, die beiden als een verademing ervoeren, naar de Copernicusstraat (Marnix) en de Van Swietenstraat. Oudste broer Alexander heeft zich als notaris in Katwijk gevestigd. “Een andere levenswandel, maar ontegenzeggelijk hetzelfde genenpakket; duidelijk onze broer met hetzelfde gevoel voor humor”, zegt hij met genegenheid. Recalcitrantie In hetzelfde timbre vertelt hij over Marnix die mentaal en fysiek thuis het meest heeft opgevangen; Rueb zelf kijkt als jongste in het gezin allerminst terug op een rot jeugd. Voor hem als junior bleef het pad van de vrijheid over nadat Alexander onder vaders goedkeurende oog met een rechtenstudie in Leiden (inclusief-Minerva) het juridische pad koos, en Marnix de haaks daarop staande weg van de recalcitrantie insloeg. Hij treedt niet in
‘Laagdrempeligheid is voor ons belangrijk: bewust geen cultuur met een grote C’
details, maar: “Marnix op zijn opgevoerde Puch, met zijn waanzinnig lange haar had een zeer moeizame, stressvolle relatie met zijn vader. Hij moest veel incasseren, onder andere over de ‘droedels’ die hij in zijn schriftjes maakte. Marnix had wel de hersens maar niet de inspiratie voor de middelbare school”. Het is nog een soort van goed gekomen tussen vader en zoon op het moment dat Haagse Harry landelijk doorbrak en dat tekenen toch iets voor bleek te stellen .... Mede dankzij het feit dat zijn broers achtereenvolgens de ‘goede’ en de ‘slechte’ weg hadden gebaand, wist Rueb zich prima te redden. Bevrijd van ouderlijke gestrengheid ontdekte hij op Wolters – de basisschool die ook zijn broers bezochten – zijn organisatietalent. “Op het veldje achter Wolters organiseerde ik voor de drie daar aangrenzende scholen de Haagse Olympische Spelen”. Zelf sportte hij niet mee, omdat hij het als tienjarige al veel leuker vond om anderen medailles te laten winnen. Op het VCL haalde hij met twee vingers in zijn neus het eerste jaar, maar geen huiswerk maken werd in het tweede jaar genadeloos afgestraft. Zijn vader stuurde hem onverwijld naar het als strenger bekendstaande MaerlantLyceum. Daar raakte hij volledig ondergedompeld in het hippiedom, het creatieve borrelde onweerstaanbaar in hem op. “In het organiseren van feestjes, schrijven voor de schoolkrant, eindeloos lezen en het dwarszitten van het schoolbestuur kon ik mijn ei goed kwijt”. Iedere zes weken regelde hij een top-band voor het schoolpodium. Herman Brood en zijn Wild Romance, Massada, Earth & Fire met Jerney Kaagman. Hij grijnst bij de herinnering. “Stond
>Foto: Piet Gispen
ze daar bloedmooi in haar blauwe, strakke jumpsuit te vloeken en te tieren toen iemand er om half elf de stekker uittrok omdat de onderbouw naar huis moest. Stelletje idioten”. Temidden van alle recreatie, literatuur en organisatie wist hij een havo-diploma te halen, maar om toegelaten te worden tot de universiteit haalde hij na enig freewheelen enkele jaren later alsnog het staatsexamen vwo. De liefde voor taal, literatuur en schrijven voerde hem naar een studie Nederlands en literatuurwetenschappen. In Amsterdam, zij het niet metterwoon. “Ik pendelde vijf jaar lang, ben bijna nooit op mijn kamer daar geweest”. Niet alleen omdat hij van mening is dat er naast Den Haag eigenlijk louter een schamel ‘rest van de wereld’ bestaat, maar ook en vooral omdat hij intussen getrouwd was. Zijn eerste kind diende zich aan: zijn zoon van nu 29. Hij vertelt met trots ook nog een dochter van 25 te hebben en een dochter van 16 met zijn tweede ex. Festivals “Ik belandde midden jaren tachtig ineens in een totaal ander, druk bestaan. Een gezin, een studie en volop werk met de organisatie van evenementen en festivals”. De gelukkig ook in de 21ste eeuw nog voortdurende stroom aan Haagse festivals
11
interview<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
‘De eerste liveuitzending van een afscheidsbijeenkomst sinds André Hazes. Vrij uniek wat is gebeurd’
kwam in die periode goed op gang, ingeluid met de Haagse Nach van de Literatuur op 20 juni 1987. Dit grootschalige literaire evenement in het oude Paard van Troje ging vooraf aan de transformatie van Jongerencentrum tot Cultureel Centrum. “Als Stichting De Avonden hadden we een waanzinnige line up voor elkaar gekregen met hotte auteurs en dichters als Kees van Kooten, Jules Deelder en Johnny van Doorn, en met aanstormende talenten als Ingmar Heytze”. Voor het boekje dat bij die gelegenheid ten doop werd gehouden, schreef Rueb een artikel over dichter en essayist Adriaan Morriën. Voor Roland Verbiest (tegenwoordig woonachtig en werkzaam in Congo-Kinshasa) van evenementenorganisatie Doen, was dit aanleiding om hem te vragen toe te treden tot de redactie van de maandelijks verschijnende DOEN Agenda. Rueb ging akkoord en was in no time hoofd- en eindredacteur. Bij Doen leerde hij Gerard van den IJssel kennen: het begin van een nog steeds voortdurende samenwerking. “Het blad ontwikkelde zich van een agenda naar een volwaardig uitgaansmagazine van ruim 100 bladzijden, met een duidelijke stadsfunctie”. Rueb boorde voortdurend nieuwe talenten aan. Zo kreeg kok Pierre Wind – met behulp van de nodige ghostwriting
– een plek in het blad en ook broer Marnix droeg vanzelfsprekend zijn steentje bij met geestige tekeningen. “Het talent van mijn broer, met zijn excellente oog voor de humor van alle situaties, kreeg een beslissende impuls toen ik voor een artikel over Haagse dichters op zoek was naar een geschikte illustratie”. Na enig pushen kwam Marnix met een volslagen nieuw ‘karakter’ op de proppen: Haagse Harry, kogelrondbuikig, op gympen, fonetischHaags-grofgebekt. “Ik wist in één oogopslag dat dát zijn poppetje was. Vroemmm – hij visualiseert een raketlancering – the rest is history”. Het eerste album van Haagse Harry zag in 1994 het licht. Er volgden nog vier albums, resulterend in een totale verkoop van rond de 500.000 exemplaren. Vanuit Doen werd meer nieuwe vrolijkheid ontwikkeld die Den Haag smoel en swing bezorgden. Haagse KoninginneNach, Ha-SchiBa, North Sea Jazz Heats The Hague, het Haganum-festival. Na het faillissement van het blad in 1997 is Rueb als ‘freelancer met een enorm netwerk’ verder gegaan met ‘steeds nieuwe vonkjes toevoegen aan de Haagse gezelligheidsvlam’, zoals hij de niet aflatende ideeënstroom omschrijft. Haags Straatpoëzie Festival, Houtrustzacht, Haags Songfestival, Marathon van het Haagse Lied,
Haags Zwingfestival, Poëzie op Pootjes, Bevrijdingsfestival, om er enkele te noemen. Zijn op dat moment door een burnout-achtige depressie gevelde broer bood hij opnieuw een podium. Haagse Harry verscheen lange tijd op de achterkant van Haags Straatnieuws waarvan Rueb rond de millenniumwisseling enige jaren hoofdredacteur was. Erfenis En nu is Marnix er niet meer. Hij fleurde drieënhalf jaar lang deze krant op met zijn vlijmscherpe Haagse Harry die geestig, precies de vinger op de zere plek van de actualiteit wist te leggen. Vol zelfspot, in perfect ‘offesjeil’ Haags. Samen met Sjaak Bral zet Rueb het Haags Tale Instituut van zijn broer voort om ‘de moeder aller talen’ te beschermen. De vrijblijvende vertalingen van het Haags die hij voorbij ziet komen, met lukraak geplaatste dakkies, zijn een doorn in het oog. “Gewoon even het Ut Groen-Geile Boekie erop naslaan – er zijn nog exemplaren te koop – of ons consulteren. Dat HarryPad is echt een verschrikkelijk taalgedrocht”. Kap Nâh! bv, Marnix’ bedrijf heeft hij onder zijn hoede genomen om lopende zaken af te handelen. Als beheerder van de artistieke erfenis neemt hij momenteel ongepubliceerd werk van zijn broer door.
“Verdrietig werk? Nee hoor, gewoon lekker plaatjes kijken. Alleen jammer dat Marnix zo vastgeklonken zat aan Haagse Harry dat hij niet tot de serieuze graphic novel is gekomen die wel in zijn hoofd zat”. Er komt volgend jaar zeker een nieuw album met nagelaten werk, maar De Groen-Geile Scheuâhkalendâh zal het zonder de vader van Haagse Harry niet redden. Waarschijnlijk komt er een grote expositie, waarin ik graag ook de Centrale Bibliotheek en het Haags Historisch Museum wil betrekken. Over enige tijd wordt bekend gemaakt op welke waardige wijze Den Haag Marnix Rueb blijvend gedenkt. Met intens genoegen vervolgt hij: “Ik heb die introverte, intens bescheiden cowboy toch mooi op het podium gekregen. Al was het dan in zijn kist”. Hij memoreert het fantastische afscheid in het Paard, met live-uitzending op TV-West. “De eerste live-uitzending van een afscheidsbijeenkomst sinds André Hazes. Vrij uniek wat is gebeurd. Facebook ontplofte; NOSJournaal, DWDD, ADO en alle kranten besteedden aandacht aan hem”. Zoals met zijn broer gaat het ook met festivals, ze komen en gaan. Dat laatste vooral omdat de evenementen van Ruebs R.G. Ruijs Stichting cum suis atypisch zijn. “Laagdrempeligheid is voor ons belangrijk: bewust geen cultuur met een
grote ‘C’, wat impliceert dat er naast de opgedroogde burgerschapssubsidiepotjes, cultuurparticipatiefondsen en Ooievaarspas voor ons weinig fondsen overblijven. Een hartstikke leuk project als Talent Event hebben we vorig jaar voor minder dan de helft van het geld moeten organiseren”. Met het Bevrijdingsfestival gaat het in samenwerking met de gemeente gelukkig zeer goed. “Komend jaar de achtste keer. Op het Spui uit ons jasje gegroeid, nu op het Malieveld ieder jaar nog beter en groter. Met focus op Den Haag als stad van vrede, vrijheid en recht”. Poëzie Ook het samen met Gerard van den IJssel in de R.G. Ruijsstichting ontwikkelde en gedragen Haagse evenement Poëzie op Pootjes is dit keer voor aanzienlijk minder dan de helft van het vroegere budget op poten gezet. “We hadden graag talent aan willen boren in de hoek van nieuwe Hagenezen, afkomstig uit andere delen van de wereld, maar konden de daartoe benodigde professionele workshopbegeleiders niet financieren. Met minder impact en publiciteit dan we gewend zijn toch op 10 en 11 januari de boekpresentatie bij Paagman Centrum en Fred. Daarna worden de gedichten breed uitgedragen in lokale en landelijke kranten en op radio en tv. Een grootse afsluiting op 29 januari, Nationale Gedichtendag, in de Bibliotheek aan het Spui.” Zijn Haagse hart klopt hoorbaar door in: “Toch mooi weer een oogst van 273 gedichten over het Haagse gevoel”.
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant
Een échte Haagse krant
Vrijdag 12 december 2014 jaargang 8 nummer 396
Actueel Toch nog een visie op het Spui: de grachten open
Kerstmarkt Op zoek naar het kerstgevoel in Duitsland
Actueel Wijsmuller: ‘Kijkduin wordt geen tweede Torremolinos’
}<(l(tp$=adbcb <
3
€ 2,50
5
8/9
iPad vrijdag 12 december 2014 Week 50
Zakelijk leider Hedwig Verhoeven ontslagen, toekomst onduidelijk Een échte Haagse krant
Crisis bij de Koninklijke Schouwburg Vrijdag 12 december 2014 jaargang 8 nummer 396
Actueel Toch nog een visie op het Spui: de grachten open
Actueel Wijsmuller: ‘Kijkduin wordt geen tweede Torremolinos’
Kerstmarkt Op zoek naar het kerstgevoel in Duitsland
5
3
€ 2,50
vrijdag 12 december 2014 Week 50
8/9
Zakelijk leider Hedwig Verhoeven ontslagen, toekomst onduidelijk
Crisis bij de Koninklijke Schouwburg
Paul Kooiker behoort tot de meest interessante, conceptuele fotografen van Nederland. Hij heeft een fascinatie voor prikkelende thema’s als voyeurisme, onschuld en clichés. >Foto: Sunday, Paul kooiker, 2011 / zie pagina 3
Dit is een uitgave van
Macbook Air
Paul Kooiker behoort tot de meest interessante, conceptuele fotografen van Nederland. Hij heeft een fascinatie voor prikkelende thema’s als voyeurisme, onschuld en clichés. >Foto: Sunday, Paul kooiker, 2011 / zie pagina 3
Dit is een uitgave van
illustration by kristen n. brown 2011
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee? Boven: Hedwig Verhoeven, van links naar rechts: Pierre Heijnen, voorzitter van de Raad van Toezicht KS, Oscar Wibaut artistiek directeur KS en Simon van Driel, interim directeur en oud-senator PvdA. >Foto: DHC/Liza Letsch
heden tijdelijk waar. Van Driel wil niks loslaten Heijnen geeft geen uitsluitsel: “Ik kan daar geen over de kwestie, behalve dat hij begin januari enkele mededeling over doen”. Wibaut was zelf edwig Verhoeven, zakelijk directeur meer duidelijkheid kan bieden over de toe- niet bereikbaar voor commentaar. van de Koninklijke Schouwburg (KS), komstvisie van de Schouwburg. Verhoeven heeft per 1 december haar werkzaamhe- werd in 2010 aangesteld ‘om een intensievere sa- Simons den moeten neerleggen. Dat blijkt uit een mail menwerking met collega-instellingen te realise- Ondertussen lijkt ook de toekomst van de zogeToneelalliantie, een samenwerking bestemd voor externe relaties. De reden voor ren en de directeur relaties met zakelijke markt te verBoven: Hedwig Verhoeven, van links naar rechts: Pierre Heijnen, voorzitter van de Raad van Toezicht KS, Oscar Wibaut artistiek KS ende Simon van Driel, interim directeurnaamde en het ontslag is ‘een verschil van inzicht over de diepen’. De RvT laat weten dat Verhoeven ‘een tussen de KS, het Nationale Toneel, de Theaters oud-senator PvdA. >Foto: DHC/Liza Letsch toekomstige aansturing van de Koninklijke gezonde financiële basis achterlaat’. Toch liep de Diligentia/Pepijn en Theater aan het Spui in het heden tijdelijk waar. Van Driel wil niks loslaten Volgens een ingewijde bron binnen de KS geldt Heijnen geeft geen uitsluitsel: “Ik kan daar geen Door Annerieke Simeone en Eric Korsten Schouwburg’. Wat dat verschil van inzicht is, samenwerking met het personeel weleens gedrang te komen. Cees Debets, directeur van over de kwestie, behalve dat hij begin januari enkele mededeling over doen”. Wibaut was zelf de situatie rond Johan Simons in Rotterdam als Theater aan het Spui, maakt zich zorgen. “We wil Pierre Heijnen, voorzitter de Raadvoor vancommentaar. stroef. Intern werdlichtend ze gezien als ‘iemand die schouwedwig Verhoeven, zakelijk directeur meer duidelijkheid kan bieden over de toe- van voorbeeld voor de Haagse niet bereikbaar van de Koninklijke Schouwburg (KS), komstvisieToezicht van de Schouwburg. Vanaf 2017 Simons artistiek direc- nu wel praktische zaken geregeld, zoals hebben (RvT) van Verhoeven de KS, niet zeggen. “Dat is moeilijk beslissingenburg neemt’. In dewordt Haagse theaheeft per 1 december haar werkzaamhe- werd in 2010 aangesteld een intensievere sa- Simons Ook Verteur vangeen Theater Rotterdam, een collectief een gezamenlijk ticketsysteem, maar verder iets tussen‘om werkgever en werknemer”. terwereld is het eveneens geheim dat Verden moeten neerleggen. Dat blijkt uit een mail menwerking met collega-instellingen te realise- Ondertussen lijkt ook de toekomst van de zoge- waarin Ro Theater, Rotterdamse Schouwburg, hebben we elkaar weinig meer gesproken sinds hoeven onthoudt zich van commentaar over de hoeven en artistiek directeur Oscar Wibaut bestemd voor externe relaties. De reden voor ren en de relaties met de zakelijke markt te ver- naamde Toneelalliantie, een samenwerking Wunderbaum en Productiehuis Rotterdam de ziekte van Oscar”. Een echte artistieke signa“Dat heb ik zo afgesproken moeilijk door een deur konden. Een In enkeling tussen de KS,en hetdat Nationale Toneel, de Theaters het ontslag is ‘een verschil van inzicht over de diepen’. Detoedracht: RvT laat weten dat Verhoeven ‘een zich hebben verenigd. de Haagse equivalent aan het Spui in het toekomstige aansturing van de Koninklijke gezonde financiële basis achterlaat’. Tochde liepSchouwburg”. de Diligentia/Pepijn en Theater zou artistiek leider van hetburnNationaletuur Toneel ontbreekt volgens hem. “Ik ben benieuwd lijkt mij het beste voor speculeert zelfs dat zij een rol speelde in de Schouwburg’. Wat dat verschil van inzicht is, samenwerking met het personeel weleens gedrang te komen. Cees Debets, directeur van (NT), Theu Boermans, naar voren kunnen worSimon van Driel, voormalig lid van de PvdA-frac- out die Wibaut een jaar geleden kreeg. Maar nu naar de koers die Van Driel gaat varen. De tijd wil Pierre Heijnen, voorzitter van de Raad van stroef. Intern werd ze gezien als ‘iemand die Theater aan het Spui, maakt zich zorgen. “We den geschoven. Maar ook andere allianties betie in de Eerste Kamer entheanu werkzaam meergaat dringen, want volgend jaar moeten ideeën van het podium isHoewel het Heijnen hebben nuin wel praktischeVerhoeven zaken geregeld, zoals Toezicht (RvT) van de KS, niet zeggen. “Dat is moeilijk beslissingen neemt’. In de Haagse horen totis deverdwenen, mogelijkheden. een gezamenlijk ticketsysteem, maar verder of daar iets tussen werkgever en werknemer”. Ook Ver- terwereld is het eveneens geen geheim dat Ver- haar eveneens geen aanblijven. concrete uitspraken over dere bestuursfuncties, neemt werkzaamvoor een nieuw kunstenplan op tafel liggen”. nog maar de vraag Wibaut zelf mag Door Annerieke Simeone en Eric Korsten
Volgens een ingewijde bron binnen de KS geldt de situatie rond Johan Simons in Rotterdam als lichtend voorbeeld voor de Haagse schouwburg Vanaf 2017 wordt Simons artistiek directeur van Theater Rotterdam, een collectief waarin Ro Theater, Rotterdamse Schouwburg, Wunderbaum en Productiehuis Rotterdam zich hebben verenigd. In de Haagse equivalent zou artistiek leider van het Nationale Toneel (NT), Theu Boermans, naar voren kunnen worden geschoven. Maar ook andere allianties behoren tot de mogelijkheden. Hoewel Heijnen daar eveneens geen concrete uitspraken over wil doen, is volgens hem ‘alles denkbaar’. Pien van Gemert, hoofd communicatie van het NT, bevestigt dat er gekeken wordt naar een intensievere samenwerking tussen beide podia, maar ontkent dat Boermans daarin een bijzondere rol zal spelen.
H Neem dan een abonnement voor slechts € 89,- per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52,H tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68,- per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement. hoeven onthoudt zich van commentaar over de toedracht: “Dat heb ik zo afgesproken en dat lijkt mij het beste voor de Schouwburg”. Simon van Driel, voormalig lid van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer en nu werkzaam in meerdere bestuursfuncties, neemt haar werkzaam-
hoeven en artistiek directeur Oscar Wibaut moeilijk door een deur konden. Een enkeling speculeert zelfs dat zij een rol speelde in de burnout die Wibaut een jaar geleden kreeg. Maar nu Verhoeven van het podium is verdwenen, is het nog maar de vraag of Wibaut zelf mag aanblijven.
hebben we elkaar weinig meer gesproken sinds de ziekte van Oscar”. Een echte artistieke signatuur ontbreekt volgens hem. “Ik ben benieuwd naar de koers die Van Driel gaat varen. De tijd gaat dringen, want volgend jaar moeten ideeën voor een nieuw kunstenplan op tafel liggen”.
wil doen, is volgens hem ‘alles denkbaar’. Pien van Gemert, hoofd communicatie van het NT, bevestigt dat er gekeken wordt naar een intensievere samenwerking tussen beide podia, maar ontkent dat Boermans daarin een bijzondere rol zal spelen.
DHC Design | eten | winkelen | en meer....
Sijthoff City
Van kantoorkolos tot kooppaleis Nog een paar weken en dan is het volledig herontwikkelde Sijthoff City aan de Grote Markstraat weer in bedrijf. Afgelopen week werd symbolisch de laatste van de twaalf typerende bronzen ooievaars aan de gevel geschroefd, terwijl binnen nog hard wordt gewerkt.
Door Jasper Gramsma
E
De laatste van de twaalf bronzen ooievaars werd afgelopen week in het nest gehesen. Foto: Paul Lunenburg
Haags OBJECT | In deze donkere dagen komt een baken van licht goed van pas. Deze kandelaar ‘Beacon’ uit de collectie lifestyle-accessoires van designer Floor Bohemen symboliseert de bakens op zee. Net als voor haar andere lampen, kussens en tassen gebruikt Bohemen de Haagse kust als inspiratiebron. Dat is hier terug te zien in de combinatie van ruig staal, zacht tuigleer en een glooiende vorm. Prijs: € 24,00 Voor meer informatie: www.floorbohemen.com
en nieuw Haags kooppaleis, dat moet het 11.000 vierkante meter grote Sijthoff City worden. Op de onderste twee etages kan binnenkort naar hartenlust geshopt worden, daarboven wordt hard gewerkt op de vier kantoorverdiepingen. De gevel van de oude kantoorkolos werd volledig gestript om het geheel naar hedendaagse smaak weer op te bouwen. “Het oude Sijthoff gebouw was sleets door de veelheid aan knikken en detaillering, typisch voor de jaren tachtig”, zegt Michiel Raaphorst van V8 Architects. “Wij wilden iets monumentaals neerzetten in lijn met de buren: Peek & Cloppenburg en de Bijenkorf”. De opvallendste elementen zijn de twaalf streng ogende bronzen ooievaars, waarvan de laatste op de twaalfde van de twaalfde rond twaalf uur werd geïnstalleerd. Toeval volgens Raaphorst, want achter het aantal gaat geen symboliek schuil: “De bronzen ooievaars staan natuurlijk voor Den Haag en de rijke traditie van ornamenten in de stad, maar dat het er twaalf zijn heeft slechts te maken met het aantal markeerpunten op het gebouw”. De vijf meter hoge sculpturen van elk 800 kilo zijn een ontwerp van V8 in samenwerking met kunstenaar Jikke van Loon. Ze werden met de hand vervaardigd door klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts. Sijthoff City heeft 4.500 vierkante meter winkelruimte, maar het overgrote deel – meer dan 6.500 vierkante meter – bestaat uit kantoren. Desondanks oogt het complex als een traditioneel Haags warenhuis. Die uitstraling is in lijn met de operatie om de Grote Markstraat tot winkelboulevard met internationale allure te transformeren. Daartoe zijn de bestrating en
Het oude gebouw van de Haagsche Courant en het planetarium. Illustratie: Collectie Haags Gemeentearchief/ J.C.A. Lek
het meubilair al onder handen genomen naar het ontwerp van architecte Lana du Croq. Als vervolmaking van ‘de balzaal’ volgen uiterlijk eind volgend jaar twee innovatieve kroonluchters. In de verticaal gelede gevel van Sijthoff City domineert glas langs de plint, die is afgerond op de hoeken. Het glooiende composiet waarmee het gebouw is afgewerkt is volgens de architect als een jurk eromheen gedrapeerd, hoe toepasselijk. “Het materiaal veroudert heel mooi en reflecteert bovendien de kleuren van de omgeving”, licht hij toe. Ook van binnen heeft het voormalig pand van de Haagsche Courant een grote verandering ondergaan. Zo ging er een etage tussenuit om meer hoogte te creëren voor de winkels en is een deel van de dragende structuur verplaatst. Een constructief hoogstandje volgens de aannemer. De oude binnentuin voor de kantoren is opgehoogd en wordt aangekleed met bomen en een tent om droog van de ene naar de andere kant van het pand te lopen. Modeketen De kantoorverdiepingen zijn zo goed als af. Daar keren volgende maand de Stichting Den Haag Marketing en het Stadsgewest Haaglanden terug naar hun oude plek. Beneden op de winkelvloer moet echter nog veel gebeuren. De grootste contractant is vooralsnog de Britse modeketen River Island, die 1.500 vierkante meter afneemt. Verder staat vast dat theebar ‘YoYo! Fresh Tea’ er het eerste filiaal van Den Haag opent. Makelaar Impact laat weten dat een bekende internationale retailer naar verwachting half januari een handtekening zet voor een vestiging in Sijthoff City. Ook deze partij zou voor het eerst naar de hofstad komen. Met twee andere retailers – die eveneens nog geen voet op Haagse bodem hebben gezet – is Impact in gesprek. In totaal is nu nog zo’n 2.000 vierkante meter vrij, maar de makelaar gaat er vanuit dat eind maart alles is verhuurd. Op de plek waar het nieuwe kooppaleis nu zijn voltooiing nadert, opende Prins Hendrik in 1934 het eerste Sijthoff gebouw. Naamgever is Albertus Willem Sijthoff jr., telg uit het uitgeversgeslacht dat onder meer aan de wieg stond van de Haagsche Courant. Vanaf de opening tot begin jaren tachtig zetelde de krant in het gebouw met zijn kenmerkende koepel. Het oorspronkelijke pand is gesloopt en halverwege de jaren tachtig verrees een nieuwe kantoorkolos die vanwege zijn inmiddels achterhaalde architectuur niet meer voldeed aan de eisen van deze tijd.
Voor meer informatie: www.sijthoff-city.nl.
Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
13
Column: onderwijs
Winkelen.
Reinhard Frans strijkt neer in Frederikstra
Exclusieve schoe alledaagse prijs
Quality time
Eigenlijk hoor je het niet meer: quality time. Een jaar of wat geleden nog wel. Overgewaaid uit de States, zoals zoveel begrippen en oneliners. Burnout. Between jobs. Yuppie. Yolo. Verschijnselen die iedereen kent, maar waarvoor alleen Amerikanen een woord hebben. Wij nemen het over, het dringt door in onze taal en iedereen begrijpt wat je bedoelt. Quality time dus. Bedacht, waarschijnlijk, om het schuldgevoel van de hardwerkende, fulltimevader weg te duwen. Of van de moeder. “Ja, we werken hard, we zien de kinderen alleen als ze hun pyjamaa tjes al aanhebben en klaar zijn voor bed, maar dan lezen we ze wél Jip en Janneke voor…”. Quality time. We hebben een agenda en die agenda is vol, maar er staan ook kruisjes in de agenda. Kruisjes voor thuis. Merels partijtje. Jeroen zwemt af. Quality time, ingeburgerd en dus als woord overbodig geworden. De wereld is veranderd. Ad Visser zei het al, bij ‘Pauw’, in zijn Afghaansewindhondenjas. We snoepen geen suikerklontjes meer met druppeltjes LSD. We zijn strenger geworden. We leven in een prestatiemaatschappij. De ratrace, nog zo’n woord. Ook in het onderwijs. Het niveau moet omhoog, de exameneisen zijn aangescherpt, uren worden geteld, onderwijstijd berekend en lesuitval bestraft. Duizend contacturen per leerling per jaar, duizend uur, en dan heb ik het niet over een schoolreis, een sportdag of een bezoek aan een museum. Dan heb ik het over een klaslokaal, kinderen en een docent. Het ministerie wordt strenger en wij ook. Huiswerkcontrole. ‘Te laat’-briefjes. Nulde uurtjes. Geen drank meer op een schoolfeest, niet meer roken op het plein. Leerlingen mopperen, leerlingen protesteren, en misschien hebben ze wel een beetje gelijk. Maar we moeten wel, het is de tijd, we willen een carrière en ruimen quality time in voor onze kinderen. Ik wil het begrip nieuw leven inblazen. Quality time, maar dan op school. Quality time met leerlingen. Ik wil geen contacturen tellen. Ik wil, op een middag voor de kerstvakantie, een aula vol met bruggers die de vragen van de junior wetenschapsquiz hebben voorbereid. Ik wil zes teams, en vragen over de voortplanting van de vrouwtjeskomodovaraan, ik wil grappige filmpjes over opgepompte fietsbanden op een beijzeld wegdek, ik wil een hond die wil spelen met zijn eigen spiegelbeeld… Ik wil leerlingen die vol overgave uitleggen dat de zon heter wordt als je er water op spuit. En dat een druppel op een gloeiende plaat te maken heeft met het hovercrafteffect. Ik wil de klas die wint opgetogen en trots taart zien eten. Ja, er zijn lessen uitgevallen. Latijn, of geschiedenis. Maar wat doet het ertoe. Ze vonden het leuk, ze hebben wat geleerd, ze hebben hun klas aangemoedigd en ze hebben op een podium hun antwoord moeten verdedigen. Dat blijft ze bij. Langer dan een uurtje Frans, of een uurtje wiskunde. Geen onderwijstijd die meetelt. Maar voor mij telt het wel. Dubbel. Misschien is er op deze middag, in deze aula, wel een nieuwe Robbert Dijkgraaf geboren. Dat betaalt zich niet terug in onderwijstijd, maar wel in kwaliteit. Quality time.
Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
14
Den Haag Centraal Vrijdag 19 december 2014
O
Door Jasper Gramsma
ndanks het massale aanbod van kant en klaar schoeisel, doet de handgemaakte maatschoen het goed. Amper twee jaar geleden startte Reinhard Withaar met zijn zoons de eerste zaak onder de naam Reinhard Frans in Apeldoorn. Het concept is eenvoudig: een uniek, zelf samengesteld paar schoenen voor een vaste prijs. Inmiddels telt het bedrijf vijf vestigingen door heel Nederland, waarvan sinds kort één in de hofstad. Het statige winkelpand op de hoek van de Frederikstraat en de Prinses Mariestraat ademt dandyisme. De rode loper ligt uit en in de etalage staat een keur aan kalfsleren schoenen met gespen, gaatjes of allebei. Binnen wacht een persoonlijk adviseur om een ‘custom made’-paar aan te meten. Een klassiek plaatje dat niet had misstaan in een vroeg twintigste-eeuws Brits warenhuis. Maar schijn bedriegt, want de prijzen concurreren met die van een gemiddelde schoenwinkelketen. Jasper Withaar, één van de beide zoons, legt uit hoe dat kan. De Withaars vormen met z’n drieën een leerdynastie, zo gezegd, die zijn oorsprong vindt in lederen meubels. Later legt de familie zich onder de naam ‘M. Bech Shoes’ toe op exclusieve maatschoenen van Italiaanse en Oostenrijkse topmerken. Het is 2010 als de belangstelling voor het product – beginnend bij 700 euro – afneemt. “De vraag hoe we verder moesten, leidde tot innovatie”, vertelt Withaar. “We ontwikkelden zelf vijftien verschillende leesten: smal en breed met lage en hoge wreven, waarop honderden modelvariaties mogelijk zijn”. Met hun kennis van leer reizen de heren de wereld over op zoek naar de juiste productiekanalen:
Reinhard Withaar (links) en zijn zoon Jasper. > Foto's: PR
“Azië voldeed niet aan onze ethische verwachtingen, daarom zijn we in Boekarest terechtgekomen. De schoenmakers die daar nu werken in ons eigen atelier hebben dezelfde ambachtelijke kwaliteiten als in Italië”. Het leer is afkomstig uit heel Europa: “Onze leveranciers zitten in Frankrijk en Italië, maar ook in Polen. Elke looier heeft namelijk zijn eigen specialiteit: de ene heeft het beste bovenleer, de ander het beste binnenleer en de volgende het beste zoolleer. Doordat we de hele productie in eigen beheer hebben, kunnen we de prijs laag houden”. Kleuratelier Tientallen modellen en kleurcombinaties staan in de winkel uitgestald. De paren zijn ‘ready to wear’ en kosten allemaal 150 euro. Voor een ‘custom made’ schoen betaal je 30 euro extra.
De ‘crocoprint’ is op het moment erg in trek.
Withaar: “Naast de leest kun je zelf het type zool bepalen dat eronder komt, welke leersoort er wordt gebruikt en wat voor kleur de schoen heeft. Dat kleuren gebeurt met de hand, wat een mooie ambachtelijke uitstraling geeft. Elk van onze flagship stores heeft een eigen kleuratelier om te bepalen wat bij je past. Er is ontzettend veel mogelijk, we hebben zelfs orthopedische zolen”. Om de aankoop compleet te maken, verkoopt Reinhard Frans bijpassende riemen, uit hetzelfde leer gesneden, voor 50 euro en hoesjes voor de smartphone à 35 euro. Het assortiment bestaat vooralsnog, op een enkele ballerina na, uit herenschoenen. “Uiteindelijk gaan we naar een uitgebreidere dameslijn toe, al is dat lastig. De concurrentie is groot en damesschoenen zijn veel meer aan mode onderhevig”, aldus de ondernemer.
Eten.
aat
en, s
De Koets serveert een eerlijke Hollandse maaltijd Door Annerieke Simeone Toen zijn makelaar Reza Firoozi (29) tipte over een leeg pand aan het Noordeinde, ging de Iraniër eerst op onderzoek uit. Wat had deze straat nodig? De eigenaar van paviljoen BLVRD aan de Scheveningse boulevard at een maand lang bij alle lunchrooms en restaurants, sprak met kennissen in de buurt en kwam tot de conclusie dat het Noordeinde wel veel speciaalzaken kent, maar geen laagdrempelige plek waar je even snel een broodje kunt eten. En zo was het idee geboren. De Koets, refererend aan de overburen die weleens van dit vervoersmiddel gebruikmaken, neemt daarmee de plek in van de voormalige Douwe Egberts-winkel. Honderdtien man kan Firoozi er kwijt en van de zomer zet hij op het terrasje aan de voorkant nog eens tien tafels buiten. Donderdag 18 december is de opening. Dan eten de gasten voor het eerst hun toast met paling of carpaccio op een leren chesterfield-stoel of op de bank van krokodillenleer. De rest van de inrichting is ‘Hollands chic’: behang met kroontjes, Delfts blauwe betegeling en een glas-inloodentree. Firoozi wil aan het plafond ook nog een grote kroonluchter hangen. Specialiteit van De Koets is volgens hem de rib roast van 850 gram op een megagroot bord à € 37,50. Deze past net op de tafel, grapt de eigenaar. Maar voor wie een kleiner budget heeft, is een driegangenkeuzemenu voor € 16,95 een goed alternatief. De souschef van BLVRD, Mourad Darouri, wordt hier de chef-kok. Hij tovert net zo makkelijk een pannetje mosselen als een kogelbiefstuk op tafel. Maar eten hoeft niet. Je mag hier ook een biertje aan de bar komen drinken.
Restaurant De Koets, Noordeinde 142-144, wekelijks geopend van 080.0-23.00 uur, 070 737 12 75, www.restaurantdekoets.nl (binnenkort online).
Door de gunstige prijs is het profiel van de klant naar eigen zeggen breed. “Dit is ‘affordable luxury’, dus jong en oud komt hier: van zakenman tot student”, schetst Withaar. “Op sociale media krijgen we ook respons van heel diverse soorten mensen. Soms is de uitstraling van de winkel een drempel, maar we zien het liefst iedereen met gevoel voor mode binnenkomen”. Over klandizie heeft Reinhard Frans geen klagen, want het bedrijf expandeert razendsnel. Met vestigingen in Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem en Den Haag is er in twee jaar tijd al sprake van landelijke dekking. En in januari opent in Zwolle het zesde verkooppunt. Daardoor kent Withaar inmiddels het verschil in smaak tussen de steden: “In het oosten houdt men van wat slankere puntige modellen, terwijl in Den Haag de gaatjesschoen met ronde neus het beter doet. Men is hier wat klassieker”. Hoewel de ambities reiken van Rotterdam en Brabant tot Duitsland, is Withaar voorzichtig: “Alles hangt samen met onze productiecapaciteit van 35 paar per dag. Ook retailers willen graag onze schoenen hebben, maar het lukt nog niet om die te bevoorraden. We willen onder geen beding concessies doen aan de kwaliteit”. Reinhard Frans, Frederikstraat 8. Openingstijden: maandag van 13.00 tot 17.30 uur, dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 17.30 uur. Voor meer informatie: www.reinhardfrans.nl
Stadsgroen.
Foto’s: DHC/Liza Letsch
is aangeslagen bij de early adaptors. O ja, en de gezelschapsdame en -heer keren terug, om dezelfde reden dat de woongroep weer helemaal hip wordt: eenzaamheid.
Over 2015
De laatste column van het jaar is traditiegetrouw gewijd aan de trends die we kunnen verwachten. 2015 wordt weer een Jaar van de Geit, wat staat voor veel verbeeldingskracht, saamhorigheidsgevoel en creativiteit. Gek genoeg schotelt onze voorspeller des vaderlands ons iets heel anders voor, een stuk triester van toon bovendien. Zijn trends gaan over verregaande vereenzaming, een nog grotere economische versobering en disruptors. Disruptors? Ja, individuen die met behulp van technologie in korte tijd tal van nieuwe diensten op de markt brengen en zo de gevestigde orde buitenspel zetten. De ruileconomie van Uber en AirBnB in de taxi-en hotelbranche en TaskRabbit, de klusjesdienst die vraag en aanbod koppelt, zijn slechts de voorboden hiervan. Alles verandert, vertelt de trendwatcher die het kan weten. Hij voorziet zelfs dat ons land zich zal opdelen in zichzelf bestuderende stadsregio’s die de overstap naar een Zwitsers model van democratie maken. De driedaagse werkweek komt eraan, we stoppen met het consumeren van suiker en de kruidenvrouwtjes à la Klazien uut Zalk keren terug. ‘Stresscoach’ wordt hét beroep van 2015 en we gaan met z’n allen op korte verrassingsvakanties, een nieuw concept dat al
En hoe zit het met ons groen? Wat wordt daar de trend? Zullen er in 2015 eindelijk volop daktuinen en groene gevels op gebouwen worden aangebracht, om het ziekmakende fijnstof af te vangen? Jammer genoeg staat dit op geen enkel trendlijstje, maar wat het wel goed doet, is de trend die The Happy Life genoemd wordt. Het is een bloemenexplosie, een mix en match van enorme hoeveelheden bloemen in alle denkbare kleuren die simpelweg iedere tuin, ieder grasveld, iedere rotonde en ieder park gaan opfleuren. De tweede tuintrend is Eco Luxe en ook die is eenvoudig te realiseren: alles is goud wat er blinkt. Of het nu om je schuurtje, je tuinbank of je tuinkabouter gaat: alles is goud, goud, goud. De derde trend is een tuin in de ‘zo uit je bed’-stijl, wat niets anders betekent dan: werk zorgvuldig aan een zo natuurlijk mogelijke uitstraling van je tuin. (Weet echter dat dit heel veel werk is: aan een imago van ‘achteloosheid’ gaat immers vaak veel arbeid vooraf!) Tot zover de trends. Niemand weet wat het nieuwe jaar ons gaat brengen. Verandert alles? 2015 begint inderdaad met iets nieuws: een spectaculaire vuurwerkshow op de Hofvijver. Daarna happen we nog een toastje, eten we nog een bol en controleren we of de flessen echt wel leeg zijn. Na een korte nachtrust gaan we naar Scheveningen voor de traditionele nieuwjaarsduik. Och, een nieuw jaar..., een nieuw begin..., maar om nu te zeggen dat alles verandert?
Wendy Hendriksen
Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
15
Design. Het nieuwe concept van Jan de Kok (Giorgetti)
Op de kop af een jaar geleden vertrok Jan de Kok met de designmeubels van Giorgetti uit Den Haag. Nu is hij helemaal op zijn plek in Antwerpen, waar zich het nieuwe, state of the art Giorgetti Atelier bevindt. Geen showroom, geen winkel, maar een heel stadspaleis dat haast bewoond lijkt.
‘Een huiskamer waarin echt wordt geleefd’
Door Jasper Gramsma
Z
In de zitkamer van het Giorgetti Atelier staan onder meer een minimalistische fauteuil, een bank en een salontafel uit de serie ‘Ago’, de nieuwste collectie van ontwerper Carlo Colombo. > Foto: DHC
oals gebruikelijk in België gaan we tussen de middag ‘op restaurant’ om te horen hoe het De Kok en zijn Giorgetti is vergaan in Antwerpen sinds het afscheid van de hofstad. De gentleman van bijna zeventig ziet er gesoigneerd uit, zodat het tutoyeren maar niet wil lukken. Knap jasje, met pochet en gouden knopen, hoornen brilmontuur met ronde glazen, kortom een echte levensgenieter die houdt van mooie spullen. “Vanavond is het nocturne, dus je weet nooit wie er komt”, is zijn verklaring voor het keurige voorkomen. “Ik kook ook weleens in de keuken van het Atelier voor klanten of de drie architecten die bij me werken. Dan zie je me gewoon in een schort terwijl ik soep, pasta of een koude schotel bereid”. Het hoort allemaal bij het nieuwe concept van De Kok om iets bijzonders van zijn zaak te maken. “Ik geloof niet meer in winkeltjes en showrooms”, zegt hij stellig. “Daarom is dit Atelier als een huiskamer waarin echt wordt geleefd. Compleet met living, slaapkamer, badkamer met bubbelbad en kantoor. Die sfeer roept interactie op, zowel architecten als particulieren kunnen hier inspiratie opdoen. Onlangs waren we zelfs gastheer van een bijeenkomst voor private bankers. Die mensen kregen allemaal een klein cadeautje mee naar huis”. Onze zuiderburen hebben
16
Den Haag Centraal Vrijdag 19 december 2014
volgens De Kok die gastvrijheid en vriendelijkheid nog hoog in het vaandel. “Daardoor valt alles juist hier op zijn plek”. Designland Al ruim veertig jaar is De Kok importeur van het luxueuze designmerk Giorgetti voor de Benelux. Het familiebedrijf uit het Noord-Italiaanse Meda dateert uit 1898 en kenmerkt zich door ambachtelijke meubels met een contemporaine stijl en aandacht voor details. Vermaarde architecten als Massimo Scolari en Léon Krier verbonden hun naam aan het label. Na een carrière in de vertegenwoordiging en als verkoopleider in de interieurbranche zoekt De Kok naar meer voldoening. Het zijn de zeventiger jaren als hij voor zichzelf begint op een Haagse woonetage. “Ik had in mijn werk al wat internationale ervaring opgedaan. In die periode werd het interieur steeds belangrijker en Italië nam een enorme vlucht als designland. Dus kocht ik voor 1600 gulden een autootje en scheurde elke vier weken ernaartoe om de wagen vol te laden”. Gouden tijden maakte de ondernemer mee, waarin hij zelfs kon weigeren aan particulieren te verkopen. “We zaten op een gegeven moment aan het Smidswater. Daar stond een grote vaas met een enorm boeket voor de deur, wat drempelverhogend werkte. Een gevleugelde uitspraak van mij was: een winkel is leuk, maar je moet geen klanten hebben. Destijds werkten we voornamelijk met
architecten aan grote projecten, we hadden geen passanten nodig. Bovendien was ik gebonden aan de exclusiviteitsrechten van mijn dealers”. The sky is the limit, dus organiseert De Kok in de hoogtijdagen het eerste Haags Grachtenconcert op het Smidswater. “De top uit de politiek en het bedrijfsleven was er, bij mij voor de deur!” Na 2002, als de euro zijn intrede doet en de economie verslechtert, veranderen de wereld en de consument in rap tempo. Dusdanig dat De Kok na een eenvoudige optelsom in de zomer van vorig jaar uiteindelijk besluit te vertrekken uit zijn pand op de Scheveningseweg. Een locatie met historie, want ooit zat er de gerenommeerde woninginrichter Mesker en daarvoor het deftige Café de la Paix. “Het was geen gemakkelijke plek en daarbij dreef de eigenaar de huurprijs behoorlijk op. Ik had een grote investering gedaan in de showroom, maar het aantal dealers werd minder, waardoor er nauwelijks meer gebruik van werd gemaakt. Op het moment dat ik in Antwerpen en Keulen begon, vroeg ik me ineens af of de zaak in Den Haag nog wel zo nodig was. Voor mijn klanten maakt het niet uit waar ik zit, die vliegen er desnoods voor naar Milaan”. Missen doet De Kok de Haagse winkel dan ook niet: “Natuurlijk zit de stad in mijn hart, ik ben er tenslotte geboren, getogen en ik woon er nog steeds. Het is alleen zo jammer dat alle chic is verdwenen”.
Het statige art-nouveaupand aan de Britselei in Antwerpen, dat de Kok eerder al had aangehuurd, biedt uitkomst. Het moet Giorgetti’s residentie worden in de Benelux, waar dit keer ook passanten welkom zijn. Binnen legt hij uit: “Dit pand is gebouwd in 1910 door een Joodse diamantair, samen met vijf andere huizen in de straat die bestemd waren voor zijn kinderen. We hebben het met zorg opgeknapt en zo ingericht dat het voelt alsof je hier thuiskomt. Dat is ook waar onze doelgroep behoefte aan heeft. Het zijn vaak wat oudere, gearriveerde mensen die liever in een zekere anonimiteit kopen dan in een winkel”. Al groeide Giorgetti wereldwijd elk jaar met achttien tot twintig procent, de omzet in de Benelux bleef de afgelopen jaren achter. De keuze om in België verder te gaan, blijkt de juiste: “Nu we hier zitten, groeit de Benelux weer. We kunnen investeren en nemen deel aan beurzen zoals de Biënnale Interieur van Kortrijk”. Aanvankelijk ontvangt De Kok gemengde reacties van dealers, als hij aankondigt ook particulieren te verwelkomen. “Een aantal was bang dat het negatieve invloed zou hebben op de verkopen, maar het tegendeel is waar gebleken. De dealers in Antwerpen en Sint Niklaas, vlakbij, hebben hun omzet zelfs zien verdubbelen. Ook komen er veel met hun klanten een kijkje nemen. Het Atelier is geen concurrentie, maar werkt aanvullend. De meeste zijn totaalinrichters, wij verkopen alleen onze eigen collectie”. Met de realisatie van het ‘Atelier-concept’ – dat navolging vindt in onder meer Moskou en Singapore – houdt het voor De Kok niet op. Over een aantal jaren wil hij stoppen, maar er ligt nog een blauwdruk klaar voor een nieuw idee: “Wat dat inhoudt, wil ik niet vertellen. Het heeft in elk geval met Giorgetti te maken en ook met culinair, lifestyle en hosting”. Een boetiekhotel wellicht? Het enige wat De Kok wil verklappen is dat andere steden hoger op zijn verlanglijstje staan dan Den Haag om het concept ten uitvoer te brengen: “In Antwerpen ga ik het vierde jaar in, het borrelt hier in België. Wat grote projecten betreft, gebeurt er in Brussel heel veel. Logischer is dus om die kant op te gaan. Maar ook Amsterdam is interessant”. Dat De Kok optimistisch is over de toekomst van Giorgetti, staat buiten kijf. “Er is zo ontzettend veel vraag naar luxe uit het topsegment. En er is geld genoeg in deze kleine wereld. Deze mensen kopen huizen in Londen, Aspen, ZuidFrankrijk, noem maar op. Die moeten allemaal ingericht worden met de absolute top. De één laat Eric Kuster komen, de ander kiest voor Piet Boon en een derde gaat met ons in zee. Ieder heeft zijn eigen signatuur”. Op de vraag hoe zijn eigen interieuradvies luidt, antwoordt De Kok: “Het mooiste interieur is eclectisch, een mengeling van stijlen en culturen. Oorspronkelijkheid is daarbij het belangrijkste”. Giorgetti Atelier, Britselei 16 in Antwerpen. Voor meer informatie: www.giorgetti.eu.
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Noordeinde 97, Den Haag Telefoon 070-3658387 Info www.laliguria.nl Geopend maandag tot en met vrijdag vanaf 10.00 uur, zaterdag vanaf 12.00 uur Voorgerechten vanaf € 9,75 Hoofdgerechten vanaf € 7,50 Nagerechten vanaf € 5,–
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Ossenstaartbouillon met steranijs en 5 spices room
Een kwestie van smaak met ...
NicoMcGough
Bosman Wijnkopers, finalist in de verkiezing ‘beste wijnwinkel van Nederland’, is gespecialiseerd in biologisch geproduceerde wijnen. Nico McGough, een van Neerlands bekendste wijnkopers, bestiert deze succesvolle zaak waarvan meer dan 81 wijnen zijn opgenomen in De Grote Hamersma-gids, en 10 in de top 100.
CALA Nr 1 2012
Z
uinigheid lijkt iets typisch ‘Haegsch’ maar komt ook in midden-Spanje voor. De opa en vader van Manuel Alvarez wilden geen peseta kwijt aan chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. ‘Als opa en zijn opa het zo deden, doen wij het ook’, was de gedachte. En zo kon het gebeuren dat in de wijngaarden van Manuel nimmer chemie werd gebruikt. 100% biologisch dus vanaf het begin. De wijngaarden liggen in La Mancha, een van de meest uitgestrekte wijngebieden ter wereld en thuisbasis van de schrijver Cervantes met zijn Don Quichote en Sancho Panza. Niet geheel in lijn met de traditie verwerkt Manuel Alvarez in deze kostelijke rode wijn naast de klassieke tempranillodruif ook wat syrah en zelfs cabernet sauvignon. Het eindresultaat mag er zijn. Met zijn donkere, kersenrode kleur, gevolgd door een diep fruitig aroma waarin geuren zijn te ontdekken van rijp rood fruit, bessen, vanille, vers leer en een spannend ‘kruidigheidje’ in de mond, is CALA Nr 1 een volle, soepele wijn. Met ruim 14% alcohol het best omschreven als ‘gloedvol’, echt een wijn voor koude winterse dagen. Maar eerder zacht dan stoer.
Lekker bij: stevige gerechten uit de winterse keuken. Maar ook bij grillades, wild en rijpe, harde kazen. Prachtig naast de oude Boeren Goudse, van Magdalena Captein uit Zoeterwoude-Weipoort. Prijs per fles € 8,95
Contant, pin & creditcards
La Liguria
Eetrubriek
Nodig voor Bereidingswijze: 4 personen: Doe de stukken ossenstaart in een pan en 1 kg ossenstaart bak ze aan. Blus het af met water en stop er de ¼ winterwortel gesneden gewassen en gesneden groenten bij. Zet dit ½ ui gesneden alles goed onder water. Voeg er ook de tijm en ½ prei gesneden de knoflook bij. Laat dit 3 uurtjes zachtjes ¼ knolselderij gesneden trekken. 1 takje tijm Als de bouillon lekker gekleurd is en een 2 teentjes knoflook goede kleur heeft en vooral lekker ¼ laurierblad ruikt, is hij klaar. Doe de bouillon 1 glas madeira door een zeef waarin een doek 4 ster anijs hangt. Haal het vlees er wel uit 2 dl slagroom en leg dit even apart. Doe de 1 mespunt five spices bouillon weer in een pan en powder voeg er de steranijs en de madeira aan toe. Laat dit zachtjes trekken, maar let op dat je de bouillon niet te ver inkookt. Breng de bouillon verder op smaak met zout en peper. Controleer of er een lekkere smaak aan zit met de smaak van steranijs; het mag niet te sterk zijn. Pluk het vlees van de staart en verdeel dit over 4 mooie, feestelijke diepe glazen. Klop de slagroom op, maar niet te stijf, en roer er de five spices powder door en bewaar de slagroom in de koelkast. Giet de bouillon in de glazen en kijk uit dat je je handen niet verbrandt aan het hete glas. Doe er vlak voor het serveren een lepel kruidenslagroom op. Meteen serveren en genieten.
+ sfeer, ambiance, decor en aankleding + goede wijn, uitstekende gerechten - wachten op bediening
Italiaans
D
‘
al 1977’, zie ik tijdens het afrekenen op de bon staan. Het leuke verhaal achter het Italiaanse restaurant La Liguria is dat twee bevriende Italianen, Franco en Emillio, in 1971 besloten om op vakantie te gaan naar Nederland, hier de liefde van hun leven vonden en nooit meer terugkeerden naar huis. In 1977 openden zij restaurant La Liguria in Zwolle. De zaken gingen goed en na een vestiging in Ede openden ze in 1981 ook een La Liguria in Den Haag, aan het Noordeinde, waar de zaak tegenwoordig nog steeds huist. De zaak werd afgelopen zomer volledig verbouwd en het resultaat mag er zijn, we zien warme kleuren op de muren en gigantische schilderijen in Rembrandtstijl met hierop stillevens van onder meer kreeft en gevogelte. Met name het tweede gedeelte van het restaurant heeft iets weg van een museum, met een mooie doorkijk in de open keuken. Het restaurant werd voor zijn opknapbeurt zelfs genomineerd voor de Hospitality & Style Awards 2014 in de categorie ‘best restyling’. Onze charmante Italiaanse ober brengt ons, naast het menu en een fles panna (€ 6), twee glazen Pinot Grigio (€ 6,25) van wijnhuis Bolla uit de Italiaanse streek Veneto en twee uitstekende crostini met tomaat. We beginnen vanavond met het proeven van de Antipasto Misto Pesco, verschillende voorgerechten van vis (€ 15,75). Voor ons verschijnt een grote schaal vol heerlijkheden, waaronder de beste calamari die ik ooit heb geproefd. Op het zicht lijken ze een beetje op bleke frietjes, maar dit duidt er juist op dat ze huisgemaakt zijn; we proeven superverse inktvis met een briljant gefrituurd laagje. Ook de insalata di mare, salade met diverse zeevruchten als mosselen, inktvis en octopus, is een schot in de roos. Alles is kraakvers en is subtiel op smaak gebracht met citroen en olijfolie. De simpelheid van de Italiaanse keuken in vol ornaat. Het brood dat we erbij geserveerd krijgen, is ook bijzonder lekker, iets wat je tegenwoordig nog maar weinig tegenkomt. Onze primi bestaan uit linguine Astice (€ 20,25), een platte pasta met kreeft. We proberen dit gerecht uit op aanraden van onze hartelijke gastvrouw. Een prachtig gerecht, rijk aan smaak, licht pittig en mooi gepresenteerd met de schaal van een halve kreeft. Ook de secondi, de hoofdgerechten, bestaan uit louter pure en kwalitatieve topingrediënten. Dat proef ik volledig terug in de perfect gegrilde lamsrack van mijn tafelgenoot. Onze gastvrouw heeft ons de Chianti Classico (€ 6,25) van Catello di Meleto en de Valpolicella Classico Ripasso (€ 6,75), ook van Bolla, laten proeven. Ik zwicht voor de Valpolicella, een donkere, bessige zwoele wijn met een zachte afdronk. Deze doet het ook uitstekend bij mijn malse saltimbocca van dry aged ribeye. Oh wat geniet ik toch van de combinatie van parmaham en salie die traditioneel in dit gerecht worden samengebracht. Mijn tafelgenoot laat zich de Chianti inschenken. De gebakken aardappels met rozemarijn die we als contori (bijgerecht) hebben besteld, zijn eveneens verrukkelijk. Ons dessert moeten we bestellen bij de bar, het is al laat en onze ober heeft zich bij een aantal vrienden gemengd en is zelf ook aan de wijn gegaan, toch wat slordig. We delen een goed stuk huisgemaakte tiramisu (€ 6,75) en rekenen € 149 af. Dat is niet weinig, maar bij La Liguria kun je wel in een perfecte ambiance genieten van de beste Italiaanse gerechten, en ja, met een paar glazen goede wijn erbij is zo’n rekening te verwachten.
Bestellen via
[email protected] of 070 3584336 RECTIFICATIE: Vorige week is per abuis de verkeerde tekst bij de foto geplaatst. Deze week daarom opnieuw een tip van Nico McGough.
Daphne Browne
Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
17
GLAS SCHEIDEN WORDT NU NOG
MAKKELIJKER Glas is eindeloos recyclebaar zonder dat het kwaliteit verliest. Gooi het in de glasbak. Dat is beter voor het milieu. Dit mag voortaan ook met restjes en deksel. Wel zo makkelijk!
mag met el s k e d
mag met restje s 100% RECYCLEBAAR 100% IN DE GLASBAK
19
SPORT<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Den Haag, hoofdstad van de schaakwereld Wie argeloos het begin van de Van Speykstraat opwandelt vanaf de kant van de Anna Paulownastraat, wordt aangenaam verrast. Aan je rechterhand rijst een majestueuze huizenrij in eclectische stijl op met het hoekpand op nummer 1 als de toren in de schaakopstelling. Dan valt je oog op een bijzonder bord. Daar huist de vereniging Het Nationaal Schaakgebouw. Daar zit een verhaal achter.
D Door Theo Bollerman
en Haag speelt al eeuwenlang een erg belangrijke rol in het vaderlandse schaakleven. Van oudsher werd voornamelijk door de adel geschaakt. Willem van Oranje, de vader des vaderlands, opende graag d2-d4 en leerde het ook aan zijn zonen. Prins Maurits had het meeste talent, niet verwonderlijk, want hij was een uitmuntend strateeg en een zeer bekwame krijgsheer. Willem V had zelfs een schaakleraar in dienst. Den Haag was sinds die tijd het centrum van het vaderlandse schaken. Deze rol bleef tot de oorlog bestaan; daarna nam Amsterdam het over. Schaakgenootschap In mei 1803 werd de allereerste schaakvereniging van Nederland opgericht in Den Haag. Het Haagsch Schaakgenootschap telde in het eerste jaar direct al meer dan vijftig leden, afkomstig uit de adel en de rangen van de hoge legerofficieren. De contributie bedroeg zes gulden, een flink bedrag voor die tijd. In de reglementen werden de voorgiften zorgvuldig en uitvoerig vastgelegd. Wie in de eerste categorie speelde, moest bijvoorbeeld een koningin voorgeven aan een speler van de negende categorie. De vereniging was echter geen lang leven beschoren, waarschijnlijk omdat het voor de beste spelers zo irritant was dat ze altijd maar stukken moesten weggeven. Ze wilden ook wel eens met een vol bord beginnen. Oudste schaakvereniging Een halve eeuw later werd het schaakgenootschap Discendo Discimus opgericht. Op dit moment wordt deze club erkend als de oudste nog bestaande schaakvereniging van Nederland en DD is dan ook ‘koninklijk’ geworden. De naam betekent ‘door te leren, leren wij’. Een neerlandicus kan vast wel een naam geven aan deze cruyffiaanse redeneertrant. Maar de strekking is duidelijk: een goede schaker blijft zich ontwikkelen. DD1852 is nog steeds een begrip in de schaakwereld. Zeker ook doordat na de Eerste Wereldoorlog een betrokken Haagse advocaat en procureur, tevens bestuurslid van DD, zich afvroeg waarom er zo veel schakers waren maar zo weinig internationale structuren. Rueb Alexander Rueb (1882–1959) was al bestuurslid van DD in 1912. Acht jaar later vroeg men hem voorzitter te worden. Op foto’s uit die tijd komt hij over als een peinzende en wilskrachtige man. Of wordt je observatie te zeer beïnvloed door de frons in zijn voorhoofd en de vooruitstekende onderkaak, die in de bijbel een ‘wuit’ heet? Hij was een zeer verdienstelijk amateur die in de hoogste klasse uitkwam. De enige wereldkampioen die Nederland ooit heeft gekend, was Max Euwe. Deze schreef over Rueb: ‘Hij heeft een voortreffelijk inzicht in moeilijke eindspelsituaties en de wijze waarop hij compositie en praktijk wist te verweven’. Het eindspel, waar er nog maar enkele stukken met oneindig veel mogelijkheden op het bord staan, was Ruebs grote liefde. Hij schreef er vijf delen over vol en gaf ze zelf uit. Hij was immers een vermogend man. Ze bleken een waardevolle aanvulling op de schaakliteratuur. Wereldschaakbond In 1922 was Rueb voorzitter geworden van de Nederlandse Schaak Bond (nu de KNSB). Een jaar later nam hij samen met de Fransman Vincent het initiatief om eindelijk te bereiken wat al een decennium daarvoor in de kiem gesmoord was. De Eerste Wereldoorlog had al een Russisch initiatief doorkruist om een internationale schaakfederatie op te richten. In de periode daarna moest eerst de wereld opnieuw ingericht worden. Met behulp van linialen werden de grenzen van de landen in het Midden-Oosten opnieuw getrokken. De Grieken kregen een stuk van de Turkse kust en ga zo maar door. De wereld leek voldoende tot rust gekomen te zijn. Een nieuwe generatie sporters stond klaar. De nieuwe internationale schaakfederatie kon geboren worden. Capablanca werd tot eerste FIDE-wereldkampi-
Partij in 1950 tussen Jan Hein Donner (links) en Max Euwe (rechts) in het Nationaal Schaakgebouw. > Foto: Friezer/Haagse Beeldbank
oen uitgeroepen. Alexander Rueb werd gekozen als eerste president. Een neutrale, intelligente en betrokken Nederlander, werkzaam op een steenworp afstand van het Vredespaleis. Toen zijn eerste ambtsperiode van vier jaar achter de rug was, wilde hij stoppen. Maar het congres van de FIDE wist hem te overtuigen door te gaan. Alexander Rueb zou 25 jaar lang president van de FIDE blijven. Schaakgebouw Terug naar 1923. De tijd was nu ook rijp om een ander ideaal van Rueb te verwezenlijken: een permanent huis voor de schaaksport. Nog nergens ter wereld bestond zo’n locatie. Men schaakte in rokerige zaaltjes achter in cafés en boven restaurants. Zo speelde DD aanvankelijk in tal van etablissementen zoals De Oude Doelen, het Koffiehuis van Heerenbrand en het Koorenhuis. Alleen voor matches om het wereldkampioenschap werden speciale podia opgebouwd. Maar Rueb ging zich inzetten voor een eigen huis, een huis voor schaak alleen. En met de grootste schaakbibliotheek van het land. De actie om de benodigde 35.000 gulden bij elkaar te brengen, verliep zo voorspoedig, dat op 17 september 1926 kon worden overgegaan tot koop van het pand Van Speijkstraat 1, dat voortaan de naam Nationaal Schaakgebouw droeg. De droom was werkelijkheid geworden. De gehele schaakwereld keek bewonderend en licht jaloers naar Den Haag. Natuurlijk werd daar ook het hoofdkantoor van de FIDE gevestigd en in de kamer ernaast huisde de Schaakbond. Den Haag was de hoofdstad van de schaakwereld geworden. Het gebouw is nu een stedelijk monument. Aannemer Van Vianen bouwde de huizenreeks in 1881. Max Euwe Het schaken in Nederland kreeg een enorme ‘boost’ door de prestaties van gepromoveerd wiskundeleraar Max Euwe (1901– 1981). In 1928 werd hij in het Nationaal Schaakgebouw voor het eerst wereldkampioen bij de amateurs. Een signaal van zijn kracht leverde hij ongeveer in dezelfde tijd af in zijn twee matches tegen de FIDE-wereldkampioen Sefim Bogoljoebov, die hij slechts nipt verloor. Wederom vormde het Nationaal Schaakgebouw het decor van een aantal belangrijke wedstrijden. In 1935 versloeg Euwe de Rus Aljechin. Euwe was met één klap – de laat-
ste voor het schudden van de handen – op de schaakklok wereldberoemd. In Nederland schoten de schaakclubs als paddenstoelen uit de grond. Een bizarre situatie ontstond in 1947. In de Tweede Wereldoorlog had Aljechin met de nazi’s geheuld, waardoor de schaakwereld hem was gaan boycotten. Onder duistere omstandigheden was hij overleden in Portugal. De FIDE moest nu een nieuwe wereldkampioen benoemen. Euwe was de enige nog levende ex-wereldkampioen. Het Internationale Schaakcongres leek inderdaad besloten te hebben, dat Euwe de titel moest krijgen. Euwes tweede wereldkampioenschap duurde slechts één dag. De Russische delegatie was wat te laat gearriveerd, maar toen de Russen er eenmaal waren, wisten ze het heft in handen te nemen. Er zou een zeskamp gehouden moeten worden. Deze vond plaats in … het Nationale Schaakgebouw. Euwe werd daarin laatste. Zijn internationale carrière nam nu een meer bestuurlijke wending. Van 1970 tot 1978 was hij de derde president van de FIDE. Van nabij kon hij het verloop van de roemruchte match tussen Boris Spasky en Bobby Fisher op IJsland volgen. Verwikkelingen Maar de FIDE was inmiddels gevestigd in Athene. Want in 1944 had de bezetter het Schaakgebouw gevorderd. In 1945 werd het daarop door het militaire gezag in beslag genomen. Deze instantie was slechts met grote moeite uit het pand te krijgen. Op 30 mei 1947 kon het toch eindelijk feestelijk heropend worden. Maar de FIDE was inmiddels vertrokken. DD1852 daarentegen bleef de vaste bewoner. En passant werd deze roemrijke club zesmaal kampioen van Nederland. De laatste keer was in 1956. Jan Hein Donner speelde tien jaar aan het eerste bord. Maar op dit moment vertoeft het vlaggenschip in de eerste klasse van de KNSB-competitie. Het gebouw wordt inmiddels bevolkt door tal van denksporten. Men schaakt er vanzelfsprekend en er is ook een klein schaakmuseum met onder meer de schaakstukken van Multatuli. Ook Shogi, Japans schaak, en de moderne gamers met Warhammer en adventure card games hebben daar ook hun thuis. De functie van nationaal schaakcentrum is echter overgenomen door het Max Euwe Centrum in Amsterdam.
Weer volop eindejaarstradities bij oude Haagse clubs Tradities zijn essentieel voor de onderlinge verbondenheid bij de leden van sportverenigingen. Bij de ultieme traditieclub Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbal Vereeniging HVV gooien ze er dit jaar nog een schepje bovenop, want vrijdagavond 19 december wordt daar een spektakel uit verloren tijden in ere hersteld: de Kerstrally. Dat is een knotsgekke autorit voor een groot aantal équipes met kwisvragen, begerenswaardige prijzen en na af-
loop een boerenkoolmaaltijd. Daarnaast wordt op de Diepput voor de allerjongste leden tijdens de kerstvakantie van 22 tot en met 24 december Kidztime gehouden (dat garant staat voor allerhande doldwaze sport- en spelactiviteiten). Op Eerste Kerstdag kunnen de leden de lunch thuis ontvluchten voor een sportieve uitspatting, want ook dit jaar ontbreken de traditionele Kerstsixes niet (zes-tegen-zes-toernooi met enkele bijzondere spelre-
gels). Oliebollen eten gebeurt op de Diepput op Oudejaarsdag tijdens het Fons Pasteur Dubbeltoernooi waarbij velen tevens een partijtje squash spelen. De feestmaand wordt afgesloten met een glorieuze 1 januari. Dan trapt om 13 uur op Sportpark Craeyenhout bij HBS Oud HVV 1 af voor het Drieluik toernooi met overige traditieverenigingen Quick en HBS. Het zijn de oud-eerste elftalspelers van HVV die de titel verdedigen – de meeste sterren
van weleer zijn er al ruim een maand voor aan het trainen. Tevens spelen de Veteranen B hun jaarlijkse potje voetbal tegen de oud-hockeyers van Klein Zwitserland. Ten slotte Graaf Willem II Vac. Bij hen ligt richting eind van het jaar de nadruk op het kersttoernooi voor meiden en vrouwen. Dit jaar op maandag 22 december in Sporthal Overbosch. Vriendinnen mogen ook meedoen, deelname is gratis en de winnaars krijgen een kerstmedaille.
20>SPORT André
De hockeywereld slaat door In mijn betaald voetbal periode werd ik vaak in de media neergezet als een hockeycoach. Ik heb dat altijd als een compliment opgevat en zo was het door de dames en heren van de media waarschijnlijk ook bedoeld. Ik heb als Hagenaar namelijk wel iets met hockey en als ik weer eens bij een wedstrijd ben dan spreekt de sfeer mij aan en voel ik mij er ook thuis. Wat mij ook aanspreekt, is het constante innoveren. Enerzijds zijn de coaches daarvoor vooral verantwoordelijk, maar ook de bonden zijn altijd maar bezig met nieuwe dingen uitproberen. De video-arbitrage, het doorwisselen en de self pass vind ik schoolvoorbeelden van een positieve aanpassing om het spel te versnellen en dus aantrekkelijker te maken. Het afschaffen van buitenspel vind ik een minder gelukkige keuze en ik moet er niet aan denken dat we dat bij voetbal in overweging nemen. Het spelletje zou dan snel minder aantrekkelijk worden, omdat het bij voetbal heel eenvoudig is om door de lucht te spelen en het bovendien is toegestaan om de bal met het hoofd te spelen. Begrippen als compact spelen, op tijd starten en op het juiste moment passen worden dan uit het spelletje weggerukt. De laatste poging om het hockey aantrekkelijker te maken is wat mij betreft een totale miskleun. Met het experiment om de wedstrijd op te delen in stukjes van 15 minuten slaat de hockeywereld door. De betere en fitte ploegen worden benadeeld en begrippen als afmatten en kapot spelen kunnen dan definitief de prullenbak in. Elke keer als je de tegenstander gesloopt denkt te hebben, gaan ze lekker even bijtanken en opfrissen voor de volgende 15 minuten. De topploegen worden gestraft, terwijl het in de sport juist de bedoeling is dat ploegen die goed trainen daarvoor beloond worden. Snel terugdraaien die onzin en de traditie in ere herstellen dat hockey bij teamsporten voorop loopt als het gaat om innovaties die het spel aantrekkelijker maken.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
Maggie Di Gaudio, basketbalster en wereldreizigster
‘Ik heb geen moeite om mijn koffer te pakken’ Ze is half Amerikaans, half Nederlands, maar vooral een wereldreizigster. Maggie Di Gaudio, die deze week 27 jaar is geworden, pakt regelmatig een koffer voor een nieuw avontuur. Een monoloog over de bijzondere plekken in het leven van de basketbalster van DAS.
I
“
Door Klaas-Jan Droppert
k ben geboren in New York en heb zes jaar op Long Island gewoond. Mijn vader is Amerikaan, mijn moeder Nederlandse. Ze hebben elkaar in Scheveningen ontmoet. Daarna is mijn moeder mijn vader achterna gegaan. Mijn vader is van Italiaanse afkomst. Geboren in New York nadat mijn opa vanuit Sicilië de Atlantische Oceaan is overgestoken. Ja, dat klinkt als The Godfather, maar mijn opa had een stomerij in Brooklyn. Het is het verhaal van The American Dream, een beter leven opbouwen. Dat we naar Nederland gingen, kwam door mijn moeder. Zij wilde na veertien jaar wel terug. En mijn vader had daar geen problemen mee. Hij vindt Europa geweldig. Als je vanuit The Big Apple met de auto vertrekt, rijd je zes uur later nog in de staat New York. In Europa ben je dan drie landen verder. Dat vindt hij zo mooi aan dit continent. In hoeverre ik Amerikaans ben? Ik heb van beide wat. Kerst is heilig en we vieren ook wel andere Amerikaanse feestdagen. Wat zeker typisch Amerikaans is, is dat mijn vader op zondag een groot diner geeft, waarbij iedereen mag aanschuiven. Dat principe van ‘The More the Merrier’, heb ik ook in me. Ik kom overigens nog vaak in New York, want mijn familie woont er nog steeds”. Thuis “Eenmaal in Nederland zijn we in Den Haag, de stad van mijn moeder, beland. Daar woon ik nog steeds. In Bezuidenhout met mijn vriend Michel Martinez die coach van de heren van CobraNova uit Voorburg is. Ik voel me thuis in Den Haag. Dat komt ook omdat ik direct naar een Nederlandse school werd gestuurd. De taal die ik helemaal niet sprak, pikte ik snel op. In Den Haag ben ik ook met basketbal begonnen. Ik heb veel verschillende sporten gedaan: voetbal, softbal, dansen en ballet. Dat het uiteidenlijk basketbal is geworden, is niet heel raar. Mijn vader Tom was in Amerika al een goede speler en heeft de sport tot zijn 46ste gedaan. Bij Team Ten Dreamers in Den Haag, een team dat niet meer bestaat. Bij ons was vaak basketbal op televisie te zien en ik ging mee naar wedstrijden. Zo is het eigenlijk gekomen. Ik was 12 jaar toen ik lid van BV Voorburg werd. Daar heb ik tot mijn zestiende gespeeld. Toen ben ik overgestapt naar het Delftse DAS om junioren-eredivisie te spelen. Op mijn achttiende ben ik naar de Verenigde Staten gegaan, om te studeren. Heb ik college-basketbal bij Farmingdale State College gespeeld”. Delft “Eenmaal terug in Nederland, ben ik gestopt. College-basketbal was zo intensief, vijf keer per week trainen, ik had een sabbatical year nodig. Het zijn er uiteindelijk vier geworden. Ondertussen ben ik journalistiek in Tilburg gaan studeren, maar daarmee ben ik na
Maggie Di Gaudio: ‘Binnen het spel zijn er nog genoeg uitdagingen voor me’. >Foto: Bert Tielemans
een jaar gestopt. Ik had het gevoel dat ik qua schrijfstijl alles al geleerd had. Waarom dan nog drie jaar hiermee verder gaan? Overigens doe ik er wel iets mee. Twee keer per week werk ik als ondertitelaar bij RTV West. Uiteindelijk ben ik overgestapt op de studie internationale criminologie in Amsterdam. Dit voorjaar hoop ik af te studeren. Het grappige is dat in een periode dat ik niet speelde mijn vader ook geen coach was. En toen ik het begon te missen, ging het bij hem ook weer kriebelen. Hij werd trainer van het eerste team van Voorburg en ik ben in eerste instantie toen in een vriendenteam gaan spelen. Ik wilde even niet onder hem trainen, bang voor een streepje voor. Na een seizoen ben ik naar DAS gegaan. Dat is nu drie jaar geleden. Omdat daar veel vriendinnen van me spelen en om te kijken of ik het niveau nog aankan. We spelen promotiedivisie, het op één na hoogste niveau van Nederland. Met mijn 1.73 meter ben ik een forward. Een echte driver die haar weg naar de basket zoekt. En daarna schieten of een lay-up. Promotiedivisie is het niveau waarop ik thuishoor, hogere doelen stellen is niet realistisch. Maar binnen het spel zelf zijn er nog genoeg uitdagingen. Door bijvoorbeeld agressiever in de
aanval te zijn. Het zou leuk zijn als we de play-offs halen. Dat kan best, want de ploegen zijn enorm aan elkaar gewaagd. Twee keer winnen en je staat bij wijze van spreken bovenaan”. Stages “Voor mijn studie heb ik verschillende stages gedaan. De eerste was bij het Joegoslavië-tribunaal. Ik zat in het team van de verdediging. Dat betekent bewijsmateriaal zoeken, de wetten erop toepassen. Heel leuk werk. Voor mijn andere stage wilde ik buiten Den Haag kijken. Toen ben ik van januari tot april in Cambodja geweest. Daar werkte ik mee aan het proces tegen Khieu Samphan en Nuon Chea, twee van de nog levende kopstukken van de Rode Khmer. Ik werkte namens een organisatie die aan de Verenigde Naties verbonden is. Die organisatie werkt weer voor de rechtbank in de hoofdstad Phnom Penh. Mijn werk bestond uit honderden pagina’s bewijsmateriaal doornemen en controleren. In Cambodja is dit het proces van de eeuw. Het beheerst het leven, al zijn de mensen er wel positief onder. Overal waar ik kwam en bij het zien van mijn VN-pasje, waren ze oprecht blij met onze komst. Pas toen ik thuis was, realiseerde ik me dat op straat nauwelijks
mensen van 40 jaar en ouder liepen. Er is in die periode een complete bevolkingslaag verdwenen. Bewust heb ik niet de film The Killing Fields bekeken. Ik wilde mijn eigen beeld van Cambodja vormen. We zijn er wel naartoe gegaan. In mijn hele leven ben ik nog nooit op zo’n emotioneel beladen plek geweest. Wat me het meest is bijgebleven zijn de botresten van baby’s die zijn gevonden. Die baby’s zijn onderste boven tegen een boom gesmeten en daarna gedumpt. Dat verhaal heeft me wel naar de keel gegrepen. Zoiets kan je je niet voorstellen”. Levenservaring “Als ik mijn studie heb afgerond, ga ik naar mijn opties kijken. Mijn volgende woonplaats hangt af van waar ik werk kan krijgen. Dat kan Den Haag zijn bij één van de vele tribunalen. Maar het kan ook het buitenland worden. Terug naar New York zou bijvoorbeeld fijn zijn. Ik sluit niets uit. Om mijn koffer te pakken, daarmee heb ik niet zoveel moeite. Ik ga graag een nieuw avontuur aan. Mijn moeder vindt het minder leuk. Maar ja, zij was degene die mijn vader achterna reisde, dus ze heeft zelf het voorbeeld gegeven. Ik zie het als een mooie levenservaring, die ik absoluut niet zou willen missen”.
21
SPORT<
Vrijdag 19 december 2014 > Den Haag Centraal
Celeste Split: succesvolste Haagse sportster van 2014
‘Het liefste speel ik Korfbal League met Die Haghe’ Ze is de succesvolste Haagse sportster van dit kalenderjaar. Toch heeft korfbalster Celeste Split geen nominatie voor Haagse Sportvrouw van het Jaar ontvangen. “Op basis van de gewonnen prijzen zou je dat wel verwachten”. Door Klaas-Jan Droppert
Als Celeste Split op 31 december het jaar 2014 nog een keer de revue laat passeren, dan komt ze tot de conclusie dat het een uiterst succesvol jaar is geweest. Met haar club TOP uit Sassenheim won ze de Korfbal League en met Oranje werd ze Europees Kampioen. Geen enkele Haagse sportster sleepte dit jaar de belangrijkste twee prijzen van haar sport in de wacht. Toch is ze niet genomineerd voor het Haags Sportgala op 26 januari, waarop Katja Roose (kitesurfen), Naomi van As (hockey) of Rosina Hodde (atletiek) tot Sportvrouw van het Jaar gekroond wordt. En dat terwijl de pas 24-jarige korfbalster al een erelijst heeft opgebouwd, die goed voor een œuvreprijs is: twee keer winnaar Korfbal League, wereldkampioen in 2011, winst op EK’s en WK’s bij de nationale jeugdteams en Europees kampioen in 2014. “Tja, op basis van de dit jaar gewonnen
prijzen zou je me wel bij de nominaties verwachten”, aldus de voormalige speelster van Die Haghe, die na de Korfbal League-finale wel genomineerd werd voor de prijs van Beste Korfbalster, maar niet won. “En ik ben op en top Haags. Maar misschien wordt een gouden medaille voor het hockey anders gewaardeerd dan voor het korfbal. Dat is dan toch weer het imagoprobleem dat korfbal heeft. En dat terwijl wij er net zo hard voor moeten werken als de hockeysters. Heel jammer”. Het resultaat van dat harde werken leverde de finale van de Korfbal League in Ahoy op. Afgelopen april stond ze in Rotterdam voor de tweede maal tegenover PKC en weer werd gewonnen. “De eerste keer was in 2011 toen ik net de overstap van Die Haghe naar TOP had gemaakt. Ik was enorm zenuwachtig en heb die finale in een roes beleefd. Een heleboel spelsituaties zag ik later op televisie pas voor het eerst. Nu had ik me voorgenomen om er veel meer van te genieten. Van de sfeer op de tribune, van de creaties van onze supporters. Ahoy is op die dag een grote heksenketel, waarin je elkaar nauwelijks verstaat. Het was echt fantastisch”. Oranje Maar daarmee was het korfbalsucces in 2014 nog niet voorbij. Dit najaar kwam
daar voor de HALO-studente de Europese titel met het Nederlands team bij. “Voor mij was het een bijzonder EK, want ik stond voor de eerste keer in de basis tijdens de finale van een groot toernooi. Of dat komt door de bondscoach Wim Scholtmeijer, die nog bij mij in het vak bij TOP heeft gespeeld? Nee, Wim ken ik weliswaar al heel lang, ook van de jeugdselecties, maar hij is objectief genoeg om zijn keuze te maken. Er stond wel de nodige druk op, want dat toernooi konden we alleen maar verliezen. Zelfs een zilveren medaille zou een slechte prestatie zijn. Het gat tussen Nederland en de rest is nog steeds heel erg groot. Ja, ik zou wel meer tegenstand willen krijgen. Ooit komt de dag dat we verslagen worden. Maar voorlopig nog niet. Ik zie eerder Portugal een keer van België winnen dan dat wij de titel verliezen”. Voor echte tegenstand moet Split dus in de Korfbal League zijn. Daarin maakte ze op zeventienjarige leeftijd haar debuut bij Die Haghe, de club waar ze dertien jaar eerder begon. “Dat seizoen degradeerden we na play-offwedstrijden. Daarna ben ik nog twee seizoenen gebleven, hopend dat we zouden promoveren. Maar in plaats daarvan konden we ons maar net in de Hoofdklasse staande houden. Andere clubs als Fortuna en TOP toonden belangstelling.
Celeste Split (midden) namens TOP in het duel tegen KVS. “Wij moeten er net zo hard voor werken als de hockeysters”.>Foto: Frans de Best
Het allerliefste was ik bij Die Haghe gebleven. Maar als ik het Nederlands team wilde halen, dan moest ik vertrekken. Ik heb er slapeloze nachten van gehad, maar uiteindelijk op gevoel toch voor TOP gekozen. Wat ik zou doen als Die Haghe naar de Korfbal League promoveert? Dat is een gewetensvraag. Die Haghe is mijn club, maar bij TOP heb ik het naar mijn zin.
Maar als Die Haghe zou promoveren, dan vechten ze tegen degradatie. Is dat goed voor mijn loopbaan? Het is voor mij afhankelijk van wat voor team er staat. Ik zou er zeker over nadenken, want Korfbal League met Die Haghe spelen daar gaat wel mijn hart naar uit. Maar gezien de moeite die Die Haghe in de Hoofdklasse heeft, zal ik die keuze voorlopig niet hoeven te maken”.
Nienke Nijenhuis geniet weer volop van teamspirit
‘Samen iets voor elkaar krijgen is het mooiste wat er is’
verhouding privé-werk in balans blijft. Samen iets voor elkaar krijgen is het mooiste wat er is”.
Hoe kijkt manager Den Haag Topsport Nienke Nijenhuis (36) terug op het sportjaar 2014? Wat is in het sportjaar 2015 te verwachten? Hoe kijkt ze terug op haar loopbaan als topgolfster? En wat vindt ze als geboren Achterhoekse van Den Haag? ‘Er is een dimensie bij gekomen’.
Hoe gaat het sportjaar 2014 voor Den Haag wat jou betreft de boeken in? “Het WK hockey springt er op alle fronten uit. Organisatorisch, qua succes, qua sfeer. Een kroon op alles waar sportief Den Haag voor staat. Mede omdat het in de stad zo breed werd gedragen”.
Door Martin van Zaanen
Sinds mei 2011 ben je manager van Den Haag Topsport. Wat doet Den Haag Topsport precies? “We zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het gemeentelijke topsportbeleid. Den Haag als sportstad aan zee op de kaart zetten en het algehele topsportklimaat in de stad optimaliseren. Wat daar ook bij hoort: de programmering van topsportevenementen in onder meer het Beach Sta-dium en het ondersteunen van talenten en topsporters. Daarnaast zijn we partner en uitvoerder van het Olympisch Netwerk Zuid-Holland, dat wordt ondersteund door het NOC*NSF”. Je komt oorspronkelijk uit de Achterhoek. Wat voor beeld had je vroeger van Den Haag? “Een stijlvolle stad met een mooi centrum. En natuurlijk het strand. Ik ben gek op het strand. Mijn broertje heeft hier vroeger gewoond, dus ik kende de stad wel een beetje. Dat beeld is volledig bevestigd. Al is er een dimensie bij gekomen, omdat ik nu ook weet wat hier allemaal op sportief én cultureel gebied te doen is. Mede omdat we een
Waar kunnen we ons in 2015 op verheugen? “Een fantastische zomer. Op 18, 19 en 20 juni houden tijdens de laatste etappe van Lorient naar Gothenburg alle boten van de Volvo Ocean Race een pitstop in de Scheveningse haven. Uniek. Vervolgens van 26 juni tot en met 5 juli het WK beachvolleybal op de Hofvijver”.
Nienke Nijenhuis: ‘2015 wordt een fantastische sportzomer’. > Foto: Bert Tielemans
onderdeel zijn van Den Haag Marketing, dat zich veel met cultuur bezighoudt”. Vóór deze job speelde je, als beste Nederlandse golfster uit die periode, zeven jaar op de LET, de Europese Tour. “Van 2000 tot en met 2007. Ik leefde vooral voor de wedstrijden, maar op dat niveau komt er een hoop meer bij kijken. Uit je koffer leven. Je zorgen maken of je alles wel kunt blijven bekosti-
gen. De spanning die dat met zich meebrengt komt je spel meestal niet ten goede. Je gaat voornamelijk in je eentje door het leven”. Nogal een verschil met het leven dat je nu leidt. “Toen mijn ouders een tijdje terug verhuisden en ik meehielp oude spullen op te ruimen, zag ik al die oude foto’s van mij als golfster en dacht ik: dat is een ander persoon! Ik ben gedreven dus als ik om iets te bereiken dingen
moet doen die ik niet leuk of moeilijk vind, doe ik die. Maar na zeven jaar was het wel op. Golf is een fantastische sport. Maar wel ieder voor zich. Voordat ik alles op golf gooide, speelde ik met hart en ziel hockey. Wat me daarin het meest aansprak, was de teamspirit. Je teamgenoot erdoorheen helpen als die er even doorheen zit. Bij Den Haag Topsport bestaat ons team uit zes vaste mensen en meestal twee stagiairs. Ik wil iedereen zo veel mogelijk overal bij betrekken en vind het belangrijk dat de
Maar voor dat losbarst eerst nog het Haags Sportgala. “Op 26 januari in het AFAS Circustheater. Niet alleen worden de vijf topsportprijzen aan de Haagse sportman, -vrouw, -ploeg, -coach en -talent van het jaar uitgereikt, maar ook aan iedere Haagse sporter die minimaal Nederlands kampioen is geworden. Presentator Dennis Weening, aansprekende acts als De Règâhs; beter kun je een sportjaar toch niet beginnen”. Je noemt de Règâhs. Spreek je zelf inmiddels al een beetje Haags? “Hahaha, nee. En als je het niet erg vindt, wil ik dat ook graag zo houden”.
Wat
Den Haag beweegt
Executive event EY over good governance
‘Bestuurders van stichtingen en verenigingen moeten zichzelf vaker evalueren’ Bestuurders van stichtingen en verenigingen zouden vaker in de spiegel moeten kijken en proactief aan zelfevaluatie moeten doen. Niet alleen ‘goede dingen doen’, maar oordelen of het bestuur ‘de goede dingen ook goed uitvoert’. Die boodschap gaf Ruud van de Ven, docent Governance aan de VU in Amsterdam, tijdens het seminar ‘De belangrijkste aspecten van Governance’ dat plaatsvond bij EY in Den Haag op 27 november jl.
centrale thema ‘Governance’. Waar in een zakelijke omgeving alles meestal professioneel is geregeld, is goed bestuur in een charitatieve omgeving een stuk minder vanzelfsprekend. Zo zou het volgens Ruud van de Ven niet moeten zijn. “Governance is gedrag en cultuur. Wat gebeurt er nu echt aan de bestuurstafel? Governance kan juist een instrument zijn om doelstellingen te verwezenlijken.”
Voor het vierde achtereenvolgende jaar organiseerde EY een evenement voor de not-for-profitsector met als
Welke mogelijkheden voor ‘good governance’ hebben stichtingen en verenigingen zoal? Van de Ven: “Je
De filantropische sector in Nederland n > 50.000 Algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s), waarvan 24.000 zelfstandige stichtingen en verenigingen n Slecht een paar honderd instellingen die meer dan € 100.000 verwerven n Hoogste beleidsbepalende orgaan is meestal een vrijwilligersbestuur n Slechts 20% heeft een raad van toezicht n Slechts 27% van de bestuurders en toezichthouders is een vrouw.
kunt denken aan het aanpassen van het bestuursmodel, of het invoeren van bepaalde principes in statuten of reglement. Je kunt ook kijken naar een duidelijkere taakafbakening binnen het bestuur, of bijvoorbeeld naar het instellen van een externe financiële commissie.” Van de Ven ziet echter vooral een belangrijke rol weggelegd voor zelfevaluatie: een gestructureerde analyse van het functioneren van het bestuur. “Er zijn altijd zaken die anders kunnen. Een beperkte inzet van middelen kan al zorgen voor verbeteringen en het plezier van bestuursleden vergroten. Het zelf evalueren staat tenslotte ook beschreven in alle wettelijke codes voor corporate governance van de afgelopen jaren.” Een bestuurlijk falen kan de gehele sector schade berokkenen. Volgens Van de Ven onderschrijft iedereen het belang van een bestuursevaluatie, maar ontbreekt het nog aan bewustwording. “Het biedt zowel de instelling als de sector kansen. Toch voert nog maar een beperkt aantal besturen dit grondig uit.” Nieuw stelsel voor toezicht De actualiteit rondom governance kwam ook duidelijk naar voren in het verhaal van de tweede gastspreker Dedan Schmidt, interim directeur van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Deze onafhankelijke stichting beoordeelt goede doelenorganisaties voor het verkrijgen van het CBF keurmerk of certificaat en bewaakt een verantwoorde fondsenwerving en besteding. Momenteel buigt het CBF zich, in nauwe samenspraak met de sector, over een nieuw validatiestelsel voor het toezicht in de filantropie. Differentiatie en variatie in de sector, gezien de verscheidenheid tussen organisaties, vraagt om maatwerk, zo hield Schmidt de zaal voor. De denktrant lijkt die van het overgaan van een papieren toetsing met harde normen (en controleren uit wantrouwen) naar bespreekbaar maken, de dialoog aangaan en het openstaan voor suggesties voor verbeteringen. Tot slot hield Steven Spiessens, accountant en Partner bij EY, een pleidooi voor het voorkomen van fraude binnen stichtingen en verenigingen. Spiessens sprak onder meer over de (externe) druk op iemand, de mogelijkheid om fraude te rationaliseren (‘er een excuus voor te bedenken’) en de gelegenheid om fraude te plegen. Ook hier geldt dat je door een goede governance, het strikt hanteren van procedures en het afleggen van verantwoording de kans op fraude sterk kan beperken. Meer informatie over dit onderwerp leest u in in ‘Public Class Magazine’, een uitgave van de Government & Public sector van EY. http://www.ey.com/NL/nl/Industries/Government-Public-Sector
Marlies Wesdorp, advocaat bij ScheersSanders.
Werken uit vert en ruimte voor het vakmanscha
Het nieuwe werken is ‘gewoon’ geworden, zo luidt de belangrijkste conclusie van de Nationale enquête Het Nieuwe Werken 2014. We werken waar we willen – op kantoor, thuis of elders – en wanneer we willen. Niet langer je tijd verdoen in de file of met de maxi cosi naar kantoor, maar flexibiliteit en een optimaal resultaat voor de werkgever en werknemer. Althans, dat is het idee. De advocatuur, waarin velen toch graag haantje de voorste zijn, is er helemaal niet als de kippen bij. Voor ons gewoon vaste werktijden op kantoor met stapels papieren dossiers. Waarom kan dat toch niet anders, vraag ik me hardop af als ik voor de zoveelste keer met een dossier onder mijn arm door de herfstwind naar huis probeer te fietsen. Als zelfs de zorg en de overheid ‘doet’ aan het nieuwe werken, waarom wij dan niet?
lega op afstand als nu het geval is bij een kop koffie of thee? Blijft het groepsgevoel bij thuiswerken wel net zo hecht? En zijn digitale dossiers wel net zo veilig?
Het antwoord is simpel: wij zijn huiverig. We zitten niet te wachten op flexplekken, vrezen voor de veiligheid bij digitalisering van onze dossiers en vragen ons af hoe om te gaan met de wens van cliënten om 24/7 bereikbaar te zijn. Hoe doe ik dat als advocaat familierecht, waarbij de meeste contactregelingen zijn vormgegeven in of rond het weekend en het verdriet van cliënten vaak het hevigst is in de vroege ochtend en de late avond? Wat is dan nog werk en wat privé? Maar ook: kan ik wel net zo vruchtbaar sparren met een col-
Al dat uiterlijk vertoon buiten beschouwing latende, vraag ik me af of we eigenlijk niet al een heel eind zijn. De ICT-toepassingen, flexplekken en moderne (tele-)communicatiemiddelen waarover in het kader van Het Nieuwe Werken vaak wordt gesproken, zijn eigenlijk slechts ondersteunende zaken. Waar het daadwerkelijk om gaat is een nieuwe manier van sturing en leidinggeven, waarbij de aansturing van medewerkers meer wordt gebaseerd op vertrouwen en vakmanschap en minder vanuit controle. En laten we daar in
Over die laatste vraag hoeven we niet lang meer na te denken. Zoals mijn collega Frederike Werts al schreef in haar column van vorige maand, moeten zelfs de meest behoudende, angstige advocaten(kantoren) in hoge mate gaan digitaliseren nu de rechtspraak zelf op steeds meer rechtsgebieden de overstap maakt naar het digitaal procederen. Een ‘clean desk’ krijgen we dus vanzelf, hetgeen – de gemiddelde advocatenkamer kennende – an sich al een hele grote stap vooruit is. En daarmee komt de verkapte bezuinigingsmaatregel die flexplek heet gelijk ook een stapje dichterbij, of we het nu willen of niet.
Bluetooth?? Ik had mij al vaak afgevraagd waar ‘Bluetooth’ vandaan komt. Als naam, bedoel ik dan. Ik zag nooit het verband tussen draadloze verbindingen en de naamgeving. Tot daarnet. Er blijken immers tandenborstels te bestaan die zijn uitgerust met deze technologie. Bedoeling is dat je tijdens het poetsen de situatie ter plaatse exact opvolgt via iPad. Mysterie opgelost, tenminste het tweede deel van deze technologische term. Wat het blauwe erbij komt doen, moet ik nog uitvissen. Misschien heeft het te maken met de vaak blauwige kleur van tandpasta. Maar het kan natuurlijk ook iets anders zijn.
trouwen
ap
De man die mij dit vertelde, voegde er gelijk aan toe: ‘we zijn helemaal aan het doorslaan’ En ja, toegegeven, zelf zie ik ook niet onmiddellijk de economische, laat staan menselijke, meerwaarde van deze ‘innovatie’. Op een regenachtige, cynische dag zou de gelijkenis met het Romeinse Rijk dan wel eens door het hoofd kunnen flitsen. Op weg naar de ondergang, druk en zelfgenoegzaam bezig met irrelevante snufjes. Gaan we uit dit soort zaken onze economische groei halen? Groei die we broodnodig hebben om ons sociaal-economisch Rijnlandmodel enigszins in stand te houden, of liefst nog te verbeteren? In de daaropvolgende dagen, meestal meer zonnige varianten, relativeer ik dan vaak mijn ergernis. Om het bij dit concrete voorbeeld te houden: het gáát immers niet over het poetsen van tanden, versie 2.0. Het gaat over het combineren van
twee werelden, twee situaties, twee toestellen die vanuit een starre logica niks met elkaar te maken hebben. Maar de menselijke creativiteit brengt hen samen. De ene keer leidt dat onmiddellijk tot iets spectaculairs, de andere keer is het slechts een eerste aanzet. Misschien bestaat een volgende stap er wel in dat tandenborstels in staat zijn beginnende gaatjes te detecteren. Bij het biepje gewoon even kijken waar het kleinood zich precies bevindt, en dan met een welomschreven klacht richting tandarts. Wellicht is de a-typische combinatie van toestellen niet bedacht ergens tussen negen en vijf vanachter een bureau. Meer dan waarschijnlijk gebeurde het rond een uur of zeven ’s ochtends. Voor de badkamerspiegel. Nog net tijdens privé-tijd dus. De lijn vervolgens consequent doortrekkend, was de betreffende man of vrouw op dat moment dus aan het werken. Nóg een stapje verder redenerend, zou een tot lichamelijke klachten leidend verslikken bij het spoelen dan een arbeidsongeval zijn. Natuurlijk is die redenering absurd. Maar het illustreert dat het evenzeer steeds absurder wordt om het leven van mensen al te strak in te delen in gescheiden tijdshokjes. We leven niet meer ten tijde van Henri Ford. Die slaagde erin een goedkope wagen te fabriceren via een doorgedreven standaardisering van het productieproces. Die vereiste dat iedereen collectief en gesynchroniseerd, zijn of haar repetitieve bijdrage aan de globale machine leverde.
Zonder enige ruimte voor eigen inbreng of creativiteit. Zelfs al mochten we dat willen, dan nóg heeft dergelijk economisch model bij ons geen toekomst meer. Onze maatschappij staat verder. Zowel materieel als mentaal. Onze arbeidskosten zijn daarvoor ook te hoog. Dat is niet erg, het is zelfs goed. Want die relatief hoge arbeidskosten tegenover andere mondiale regio’s maakt andere dingen mogelijk. Een economie met een zwaardere dienstensector bijvoorbeeld. Die verhoogt vaak de levenskwaliteit. Ontwikkelende landen streven juist naar een groter belang van diensten voor hun economieën. Het toenemende belang van creativiteit, van diensten, van dingen anders doen, heeft grote organisatorische gevolgen. Zo zijn de oude structuren waarbinnen de arbeidsmarkt of de sociale zekerheid functioneert, niet aangepast aan die nieuwe realiteit. Geplande aanpassingen roepen echter weerstand op. Het gewoontedier dat de mens is, voelt zich al snel bedreigd door veranderingen die er nochtans op gericht zijn om méér mogelijk te maken. Maar dit zijn wel de veel besproken structurele hervormingen waar de Europese economie op wacht. De conjunctuur stimuleren heeft niet noodzakelijk, of niet alléén, te maken met meer (overheids)geld uitgeven. Het gaat er vooral om een ruimte te creëren waarin mensen de vrijheid krijgen om te ondernemen. Om soms gekke ideeën te lanceren. Ieder op zijn niveau, vanuit zijn statuut of in zijn omgeving. Zelfs vanuit de badkamer.
de advocatuur nu wel in voorop lopen. Ons hele vak bestaat bij gratie van het (juridisch) vakmanschap en vertrouwen. Dit zien we niet alleen terug in de overwegingen van cliënten om te kiezen voor een bepaald kantoor of voor een individuele advocaat, maar het is ook van groot belang voor de verhoudingen tussen kantoorgenoten onderling. Vruchtbare samenwerking in dossiers of het waarnemen van elkaars praktijk bij afwezigheid door vakantie of ziekte is alleen mogelijk als zowel goed vakmanschap als wederzijds vertrouwen aanwezig zijn. Rest nog wel de vraag hoe om te gaan met de wens van de maatschappij om daaraan een derde element toe te voegen: 24/7 bereikbaarheid. Kan en wil je dat als dienstverlener bieden? Legt het geen enorme druk op werknemers? Moet er niet ook voldoende tijd zijn om naast advocaat ook gewoon mens te zijn of gaat dat samen? Misschien iets om te bespreken bij het personeelsoverleg in het nieuwe jaar. Nu is het eerst tijd voor een Kerstborrel. Geen toost via een digitale verbinding, maar gewoon met de glazen geheven, de blikken naar elkaar en de rug gewend naar de dossierkasten. Laat ons proosten dat de geest van Het Nieuwe Werken in ieder geval fier overeind staat: werken uit vertrouwen en ruimte geven aan het vakmanschap! Ook in 2015 houden we dat graag vast.
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar. Foto: PR
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
24>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 december 2014
1 >Foto: Eveline van Egdom
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Rinus Sprong Buurt “We wonen al zeventien jaar in de Thomas Schwenckestraat, een heel geliefd straatje in het Valkenboskwartier. De bouwstijl uit de jaren 20 doet denken aan Scheveningen. En de Bethelkapel heeft een mooie gemeenschapsfunctie met onder meer diners, yoga en bijeenkomsten van de AA. Toevallig wonen in onze straat veel mensen uit de theaterwereld”. Lunch “Ik vind het heerlijk om bij La Place te zitten, dit is het restaurant van V&D in de Spuistraat. Ze hebben goede spullen en ik houd van dat uitzicht op de Passage en het Novotel. Het heeft iets Ame-
2
>Foto: DHC/Liza Letsch
rikaans, met die leren fauteuils en de snelle, wat onpersoonlijke bediening. Je zit er anoniem en dat vind ik soms fijn; ik ben altijd met mensen bezig”.
altijd een Efteling-achtbaangevoel. Ik kan het gebied niet overzien. Dit stadsdeel is nog in ontwikkeling”. Uitgaan “In deze drukke periode is maandag de enige avond dat we vrij zijn. Dan gaan we graag naar Pathé Buitenhof of het Filmhuis <2> voor een romantische film”.
4
Danser “Youri Jongenelen <3> zit in onze stal. Nog nooit heb ik iemand ontmoet die zo eerlijk op het podium is en zo toegewijd, aan dit vak, maar ook daarbuiten”. Danseres “Myrthe van Opstal van het Nederlands Dans Theater is een bijzondere vrouw en een downto-earth danseres. Laatst zag ik haar nog schitteren in ‘Sleeping Beauty’ van Mats Ek”. Kledingwinkel “Bij het Nederlandse merk Scotch & Soda <4> op het Noordeinde verkopen ze extravagante kleding. Voor op het toneel en premières heb ik verschillende smokingjasjes. Hier vond ik een geweldig exemplaar met pailletten”. Podium “Den Haag heeft zoveel mooie
3
Gebouw “De Grote Kerk is een dame met een enorme jurk. Ze kijkt me aan en omhelst me; ze is een vriendin van me geworden. Het liefst lig ik er voor het altaar op de verwarmde vloer, terwijl buiten de tram voorbij ratelt”. >Foto: Studio Oostrum
PLAATS
Afbreken “Het Beatrixkwartier geeft me
podia, op de meeste hebben we gedanst. Het Lucent Danstheater is de meest bijzondere plek. Het werd door Rem Koolhaas speciaal voor dans gebouwd. Van 25 tot en met 28 december spelen we hier ‘Dancing in a Winter Wonderland’ en dan nemen we met de cast van 75 man het hele gebouw over”.
>Foto: DHC/Liza Letsch
Lekkernij “Een paar keer per jaar geniet ik van oesters bij de Zoute Zoen aan de tweede haven. Ook neem ik mensen graag mee naar het Brouwcafé: goed, simpel en zonder gedoe op het bord, want daar houd ik niet van. Dat stamt nog uit de tijd dat ik bij de Zwetheul werkte, dat was voor ze een ster kregen”. Restaurant “Bij Da Braccini <5> aan de Regentesselaan ben je echt te gast. Monica is een waardin die hard werkt in de keuken. Na een voorstelling kunnen we altijd bellen en dan maakt ze nog iets lekkers voor ons klaar”. Leermeester “Jiří Kylián en Hans van Manen. Iedere pas is van hen gestolen, alleen wordt ie anders uitgevoerd”.
Sportplek “Ik kom er te weinig, maar tijdens een yogales bij Balanzs aan de Laan van Meedervoort merk ik hoe goed het is om tijd te nemen voor mijn geest en lijf”. Café “In de Oude Mol kom ik soms uithijgen en uithuilen. Je gaat er terug naar de tijd van Les Misérables. Allerlei bizarre figuren raken er met elkaar aan de praat”. Hagenaar (m) “Mr. F.H. Piket liet na zijn dood zijn kunstcollectie veilen. Daarmee werd een stichting opgericht, die jaarlijks prijzen uitreikt aan jonge talenten uit de schilder-, dans- en theaterkunst. Ik heb hem nooit gekend, maar bewonder zijn initiatief”. Hagenaar (v) “Jette Klijnsma, ze is heel begaan met mensen en met wat er in de stad gebeurt”.
5
>Foto: Braccini Facebook
Geheimtip “Bij Cansu, een Turkse kleermaker aan de Fahrenheitstraat, konden ze precies de ontbrekende satijnen knoopjes van Thom’s smokingoverhemd namaken. Wat een vakmanschap! En supermarkt Florya in de Copernicusstraat is ook heel fijn”.
Al jarenlang viert Rinus Sprong <1> (1959) kerst in het theater. Samen met zijn man Thom Stuart staat hij aan het hoofd van het Haagse gezelschap De Dutch Don’t Dance Division. Dit jaar presenteren ze ‘Dancing in a Winter Wonderland’. Rinus komt uit Schiedam; toen hij in 1981 werd aangenomen bij het Nederlands Dans Theater verhuisde hij naar Den Haag. De mannen dansten en woonden ook in Rennes, Arnhem, Amsterdam, New York en Tel Aviv. Sinds 1997 hebben ze een huis in het Valkenboskwartier.
Theater PePijn Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
P
aul van Vliet is ontroerd. Hij staat op het podium van zijn theatertje PePijn, 50 jaar na zijn eerste keer, en ziet een publiek dat bestaat uit artiesten. Zijn nakomelingen, sommigen aan de weg timmerend, anderen zeer beroemd. De crew van het eerste uur is present, Liselore, Lidewij, Judith, Ferd en Rob, het is bijna onvoorstelbaar. Dan declameert Paul nog eenmaal zijn grootse vers ‘Ik drink op de mensen …’, ooit in een dronken nacht in Theater PePijn geconcipieerd, en hij is niet de enige meer die ontroerd is.
Daarna wordt er hartstochtelijk feest gevierd. Veel bespelers van Theater PePijn, hier voor het 50-jarig jubileum bijeen, kennen elkaar. We knuffelen Evelien, de oermoeder van PePijn en klinken met Ger, haar broer en boegbeeld van de techniek. Piano en microfoon staan klaar, een aantal collega’s heeft de euvele moed voor dit auditorium van vakgenoten ‘iets’ te doen. Artiesten van elk kaliber, want PePijn is een democratisch theater: iedereen kan de zaal huren en zich daar onsterfelijk wanen. De gevierde veteraan en de eeuwige beginner staan er naast elkaar. Zo is het ook bedoeld. Deze tijd knapt uit zijn voegen van
de succesverhalen. De oermythe in theaterland is die van de gang van een handvol toeschouwers in PePijn naar een uitverkocht Carré. Niet alle carrières lopen zo. Vanuit Theater PePijn vertrekken ook boemeltreintjes. Soms ontsporen ze of komen aan op een ongedacht station. Paul van Vliet zelf heeft er maar betrekkelijk kort gespeeld. De zaal was permanent uitverkocht, nieuwe horizonten wenkten. Het theater is gebleven. Velen hebben er min of meer gekampeerd. Paul Pleijsier en ik kregen de sleutel en mochten ons gang gaan. Wel af en toe de telefoon opnemen. Dan hoopte je op nieuwe bezoekers voor je eigen show. Soms hield je een wervend praatje en kon
je een naam in het schrift schrijven met daarachter 2x of zelfs 4x. Meestal belden ze trouwens voor de leesvoorstellingen van Youp van ’t Hek, die z’n publiek inmiddels niet meer vlak voor aanvang van de straat moest halen. In Theater PePijn, met zijn piepkleine coulissen en kleedkamertjes, kan je door een inspirerende claustrofobie worden overvallen, een nokvolle zaal zorgt voor ultieme concentratie en hilariteit. Maar ook voor een handvol mensen is het goed te doen. Want het mooiste, langste en duurzaamste succesverhaal is dat van het theatertje zelf. Marcel Verreck