}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Gracht smacht naar water
Vrijdag 26 september 2014 jaargang 8 nummer 385
€ 2,50
3
Maarten van Bremen
De man van de Caballero Fabriek 20
Dé tentoonstelling van het jaar 14 en UITdekunst 3
Een glazen dak voor Berlage 5 advertentie
20 sept 2014 > 1 MRt 2015 > www.geMeenteMuseuM.nl
Dag in de Branding
Festival voor Nieuwe Muziek
za 4 oktober
www.dagindebranding.nl
Componist Dick Raaijmakers dit seizoen centraal Werk van Raaijmakers, Andriessen, Van Domselaer, Tsoupaki, Martland e.a. in het Gemeentemuseum, Korzo en Paard van Troje
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
door vreemde ogen
Gewoon Den Haag Ik zat op het bankje bij de tramhalte. Naast mij zaten een Amerikaanse vrouw en haar man. Ik luisterde niet naar hun conversatie, maar af en toe werd de toon waarop ze spraken wat somberder en speet het mijn schrijversoor dat ik niet meeluisterde. En alsof zij het allemaal begreep, legde de vrouw ineens haar hand op mijn arm en zei, met haar onmiskenbare accent: “Wees maar niet bang, het gaat niet over mij, it’s about Manson”. “Ah”, zei ik, trots dat ik haar kon laten zien dat we hier ook kranten lezen, “Sharon Tate, Polanski”. “Ja”, zei ze enthousiast. Enthousiast dat we allemaal één wereld vormen en dat Nederlanders, de geschiedenis van Amerika kennen of tenminste kranten lezen. “Het boek over Manson staat nu op number one in The New Yorker”. “En, by the way, I have a question”, vervolgde de dame, en terwijl ik wachtte op de question die ging komen, zag ik haar al lopen door de straten in Manhattan, het Manhattan dat ik kende van ‘Sex and the City’. “Is Den Haag a city or a village?”, klonk het. “Want we hebben nergens ‘city’ zien staan”. Tja, daar zat ik dan, op het bankje bij de tram! Ik wilde de vrouw vertellen dat we een prachtige collectie boeken over Den Haag hebben in de bieb, de Hagana-collectie, met daarin ook een aantal boeken in het Engels. En dat daarin zo duidelijk is beschreven dat de stad Den Haag de op één belangrijkste Verenigde Naties-stad is, na haar New York, dat hier meer dan 160 internationale organisaties werken aan een veilige en rechtvaardige wereld. Dat Den Haag de op twee na
grootste gemeente van Nederland is, na Amsterdam en Rotterdam. Dat bijna alle ambassades en ministeries van Nederland in Den Haag zijn gevestigd en dat we in 1806 de eretitel ‘stad’ hebben gekregen. Ik deed mijn best om ook uit te leggen dat je ook allebei tegelijk kunt zijn, stad en dorp. Ze luisterde aandachtig, met een glimlach. De Manhattan-visie was weg en ik kreeg weer het gevoel dat veel mensen in de wereld trekjes van de Roemeense oud-dictator Ceaușescu hebben, ik bedoel zijn obsessies. Ik maak deel uit van degenen die zich nooit afvragen of Den Haag een city of geen echte city is. Omdat het onderwerp bij mij wat gevoeliger ligt. Toen Ceaușescu in 1974 besloot tot ‘systematisering’ van het land, zouden veel plotsklaps in stedelingen getransformeerde boeren er snel achter komen dat het enige verschil tussen het een en het ander bestond uit de hoogte van de belastingen. Maar er waren ook boeren van wie land ineens werd onteigend en die werden gedwongen te vertrekken van hun boerderij, die al generaties lang van vader op zoon was overgegaan, naar flats van acht verdiepingen die zomaar midden in het bouwland waren neergezet. Op één punt had Ceaușescu er wel rekening mee gehouden dat die boeren boeren waren. Hij liet namelijk geen wc’s en badkamers in hun nieuwe eenkamerappartementjes maken, want ja, een boer is immers gewend om het... buiten te doen. Ook het dorp waar ik geboren ben, is… een stad, omdat Ceaușescu het zo wilde. Hij plakte simpelweg drie dorpen aan elkaar om ze ‘stad’ te kunnen noemen.
Voor twee van die dorpen is het experiment geslaagd, maar het derde, dat van mij, leek Assepoester wel; dat dorp is het nooit gelukt om zich stad te voelen, niet eens samen met de andere twee. Ook het reliëf werkte niet echt mee: de andere twee dorpen vormden door hun wat vlakke bodem een grotere L. In mijn dorp daarentegen was de grond door aardbevingen sterker dan in de andere delen omhooggewerkt. Het dorp verstopte zich tussen de ontstane heuvels en wilde nooit ofte nimmer hun toppen over naar de stad. Om naar mijn middelbare school te reizen, ging ik dan ook de eerste zeven kilometer tot het station te voet, drie kilometer tot ik de heuvel moest oversteken en vervolgens nog vier kilometer om de ‘stad’ te doorkruisen tot het station. Bij de eerste stap van deze laatste vier kilometer in de nieuwe stad veranderde er altijd iets in mij, ik voelde me nooit vrij en moest altijd moediger zijn tussen al die vreemden. Ik herinner me ook dat ik met mijn moeder voor het eerst naar de stad ging. Ik was vijf en we gingen met de bus naar haar werk. Het laatste stukje, lopend van de bushalte naar haar fabriek, groette ik iedereen, als een welopgevoed meisje. “Dat is niet nodig”, lachte mijn moeder me een beetje uit, “die mensen kennen we niet”. “Maar willen ze me niet leren kennen?”, vroeg ik aan mijn moeder. De mensen in mijn dorp en veel anderen konden Ceaușescu’s plan voor systematische verstedelijking niet tegenwerken, maar wat de mensen niet lukte, lukte mijn heuvels, die mijn dorp niet wilden laten gaan, wel. En zo is mijn dorp al die jaren intact gebleven en waren die vele mensen uit mijn dorp die werk-
ten in de fabrieken in de stad, door de week stadsburgers en in het weekend boeren in hun tuinen, met hun varkens en schapen. Sinds de revolutie, nu precies 25 jaar geleden, bestaat er een omgekeerd fenomeen: burgers willen weer boeren worden, de verlaten grond verbouwen, oogsten, en dat onder het toeziend oog van Europa, dat over fondsen beschikt. Ik hoor dat veel van die nieuwe ‘boeren’ in Roemenië, vooral die daar veel grond bezitten, het Nederlands als moedertaal hebben en wel een toekomst in de Roemeense dorpen zien. Dat we allemaal een groot dorp zijn dat Europa heet. En als Europa geen bezwaar heeft om af en toe als dorp gezien te worden, zo vraag ik me af, waarom zouden wij dan hier precies willen weten of we zeven dagen van de week burgers zijn of dat we ook, af en toe, boeren zijn die elkaar over het weer vragen. Wat zeker is, is dat we geen Manhattan zijn. Dat weet ik net zo zeker als ik weet dat ik voor altijd uit mijn dorp weg ben. Maar ik heb mijn geluk wel gevonden in Den Haag. En als ik af en toe, als ik bloemen in mijn tuin plant of iedereen bij de markt groet, het gevoel krijg dat ik nooit uit mijn dorp ben weggegaan, dan weet ik dat ik me op de beste plek van de wereld bevind: in Den Haag. Gewoon… Den Haag. Mira Feticu Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met het boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgde ‘De ziekte van Kortjakje’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
advertentie
nu! r e e v eser llege.nl
Verdiepende colleges bij de actualiteit
R
Het Haagsch College geeft duiding en verdieping bij de belangrijkste nieuwsverhalen. Sinds september vorig jaar geven (oud) politici en de beste analisten colleges over de thema’s die het nieuws beheersen, en dat in het hart van politiek Den Haag. Tussen al het snelle en vluchtige nieuws dat iedereen de hele dag door consumeert, verzorgen wij de broodnodige helicopterview. Eerder gaven oa de volgende sprekers een college: Alexander Rinnooy Kan, Nout Wellink, Mathijs Bouman, Bernard Wientjes, Herman Wijffels, Mark Rutte en Constantijn van Oranje - Nassau, Jaap de Hoop Scheffer en Rob de Wijk. Haagsch College in Nieuwspoort is een initiatief van journalisten Vincent Rietbergen en Freek Ewals, mede mogelijk gemaakt door Universiteit Leiden – Campus Den Haag.
o
newsc
www.
Over Universiteit Leiden – Campus Den Haag Campus Den Haag biedt vele opleidingen rondom de hedendaagse vraagstukken op het snijvlak van politiek, bestuur en internationaal recht. Er wordt bacheloren masteronderwijs en opleidingen voor professionals geboden. Het Centre for Professional Learning Wilt u na de lezing in Nieuwspoort meer verdieping op dit thema? Kijk dan eens naar het onderwijsaanbod van het Centre for Professional Learning van de Campus. Daar worden verdiepende en uitdagende cursussen aangeboden voor hogeropgeleide professionals, die beroepsmatig te maken hebben met het publieke domein. Een greep uit ons open aanbod: • Leergang Toezicht in Transitie • Leergang Terrorisme, Recht & Veiligheid voor practitioners • Leergang Politics, Philosophy & Economics • Leergang Politiek-Bestuurlijke Sensitiviteit voor de publieke sector Maak kennis met Campus Den Haag Bij ieder Haagsch College zijn medewerkers van de Campus aanwezig om informatie te geven over de diverse opleidingen.
www.campusdenhaag.nl • www.professionallearning.nl
Agenda MAANDAG 29 SEPTEMBER
Edwin Bakker
Uitve
rkoch
‘Hoe gevaarlijk zijn de jihadisten van ISIS?’ Edwin Bakker, gerenomeerd hoogleraar, directeur van het Centre for Terrrorism and Counterterrorism van Campus Den Haag spreekt tijdens het eerstvolgende Haagsch College over de gevaren rondom de jihadisten van ISIS. Aankomende colleges 20 OKTOBER Maxime Verhagen Het Grote Woningmarkt College 17 NOVEMBER Ruud Lubbers Europese Energie Unie 15 DECEMBER Coen Teulings De staat van de Nederlandse economie
t
3
actueel<
Vrijdag 26 september 2014 > Den Haag Centraal
Rekenkamer ziet veel onzekerheden
Gemeentelijke jeugdzorg beter noch goedkoper Door Jan van der Ven
‘Plan B gaat terug naar de zeventiende eeuw.’>Artist's impression: Studio Leon Thier
Loosduiners komen met een eigen plan voor landgoed
‘Er is in Ockenburgh veel meer te verdienen dan geld alleen’ Door Marc Konijn
Een groep bewoners uit Loosduinen heeft een plan gemaakt om het landgoed Ockenburgh nieuw leven in te blazen. Zij willen het historische landhuis in oude staat terugbrengen door een binnenplaats te maken aan de achterkant van het gebouw en een flinke baroktuin ernaast, precies zoals het in de zeventiende eeuw was. De gerenommeerde Haagse architect Leon Thier heeft het ontwerp gemaakt. In de nieuwe zijbeuken van het landhuis is dan ruimte voor een bescheiden familiehotel met 22 kamers met zaaltjes waar onder andere bruiloftsfeesten gegeven kunnen worden. Een ondernemer heeft zich al aangemeld om dit hotel te runnen. Een financieel bureau heeft het plan doorberekend en acht ook de exploitatie van het hotel haalbaar. Het plan, dat ‘Buitenplaats Ockenburg’ heet, strekt zich uit over het gehele landgoed. Een paar honderd meter van het landhuis staat het Chalet. Dat moet een gemeentelijk monument worden. Het zeldzame optrekje uit de jaren vijftig kan binnen drie weken een plek worden waar een goede kop koffie en een lekker broodje genuttigd kunnen worden. Als het aan de planmakers ligt, groeit het landgoed Ockenburgh uit tot een pleisterplaats voor de mensen uit de buurt, met veel kunst, cultuur en evenementen. Initiatiefnemer Petra Brekelmans: “We willen dat het weer gaat leven, in het Ockenburgsebos”. Aanleiding voor het ‘bewonersplan’ is de tender die de gemeente Den Haag vlak voor de laatste gemeenteraadsverkiezingen uitschreef voor Ocken-
burgh. De gemeente wil af van het oude landhuis en drie andere gebouwen in het bos. Met de tender werden marktpartijen uitgedaagd om met een haalbaar plan te komen voor het landhuis dat al jaren staat te verkrotten. De drie beste voorstellen moeten met elkaar de strijd aangaan. Zes partijen hebben uiteindelijk een planvoorstel ingestuurd. Slechts één van de plannen blijkt de toets der kritiek te hebben doorstaan. Het stadsbestuur besluit een dezer dagen of het met deze ene partij in zee gaat. Brekelmans: “Ons plan is helemaal in lijn met de filosofie van het nieuwe college. Maar we moeten eerst afwachten wat de tender oplevert en wat het stadsbestuur besluit. Het is niet voor niets dat we het Plan B noemen. Mocht er niets uit de tender komen, dan staat ons plan helemaal in de startblokken”. Brekelmans is maatschappelijk ondernemer en initiatiefnemer van The Hungry Mind, het eerste Buurthuis van de Toekomst in Den Haag, dat gevestigd is op het sportpark Ockenburgh. Met weinig middelen en zonder subsidie slaagde zij erin om een verlaten voetbalkantine om te bouwen tot een levendige ontmoetingsplek voor expats en Loosduiners. “Ik heb contact opgenomen met de vijf planmakers die de tender hadden verloren en samen zijn wij tot dit plan gekomen”. Uitbouw Een belangrijk kenmerk van ‘Plan B’ is dat er niet veel gebouwd wordt. De nieuwe uitbouw van de binnenplaats beslaat slechts 1100 vierkante meter, een kwart van de oppervlakte die de gemeente wil toestaan. Brekelmans zegt veel opgestoken te hebben van
een uitgebreide studie die zij heeft gemaakt van naar andere buitenplaatsen in Nederland. “Op sommige plekken is er een hele wijk tegen het landhuis aangebouwd. De vraag is: moet je dat willen, in zo’n prachtig gebied?”. Tot nu toe zijn alle plannen voor Ockenburgh gesneuveld omdat het financieel niet haalbaar bleek, vertelt architect Leon Thier. “Iedere keer zegt de marktpartij dat er veel bijgebouwd moet worden om het rendabel te maken. Maar dat is helemaal niet nodig. Wij richten een aparte stichting op die verantwoordelijk is voor het historische landhuis en het beheer van de panden, die aan de ondernemers verhuurd worden. Daarmee koppel je de problemen los” Een stichting heeft ook een ander groot voordeel: het is aanzienlijk makkelijker om fondsen te werven. Thier: “Iemand uit ons team is fondsenwerver. Hij heeft een inschatting gemaakt van de mogelijkheden. We hebben 4,5 miljoen euro nodig voor de bouw en renovatie. Een aanzienlijk deel daarvan kunnen we op deze manier binnenhalen”. De rest van het bedrag kan worden opgebracht door beleggers en crowdfunding. In het plan staan tientallen ideeën voor activiteiten op het vernieuwde landgoed, zoals een maandelijkse foodmarkt, hardloopwedstrijden, een poëziefestival en een lange-tafel-diner in de tuin. Ook krijgen de scouts van de Rimboejagers een plek in het bos. Brekelmans: “Het moge duidelijk zijn: ons plan is er voor en door de Loosduiners. Waarom zou de gemeente het landhuis willen verkopen? Dat levert misschien iets op. Maar er is in Ockenburgh veel meer te verdienen dan geld alleen”.
Wordt de jeugdzorg vanaf 1 januari, wanneer die taak in handen komt van de gemeente, beter en goedkoper? Gaat lukken, zegt de verantwoordelijk wethouder Ingrid van Engelshoven (D66). Nee, denkt de Rekenkamer van de gemeente Den Haag. Met nog drie maanden te gaan bracht de Rekenkamer deze week een rapport uit waarin de verwachtingen van deze ingewikkelde operatie worden geschetst. Omdat op dit moment nog veel onzeker en onduidelijk is, komt de Rekenkamer tot de conclusie dat er veel risico’s kleven aan de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeente. Eerder deze week klonken eveneens zeer zorgelijke geluiden. Die kwamen uit de mond van de man die toezicht moet houden op het landelijke proces, Leonard Geluk. “Driekwart van de aanbieders van jeugdzorg heeft nog geen afspraken gemaakt met de gemeenten”, concludeerde hij. Het gaat om veel geld, net zoals indertijd met de thuiszorg die ook in handen kwam van de gemeenten. In de jeugdzorg gaat maar liefst vier miljard euro om, velen verdienen er hun brood mee. Het rijk schuift het werk naar gemeenten, maar tegelijkertijd wordt er stevig gekort op het budget, min 12,5 procent. Winst Omgerekend naar Den Haag: er is volgend jaar 113 miljoen euro beschikbaar voor de jeugdzorg. In de loop naar 2017 neemt het budget af. De gemeente zegt dat dit niet zo’n probleem is, want er valt vooral veel winst te boeken met preventie. Met andere woorden: op tijd signaleren wanneer iets mis dreigt te gaan met een kind kan de jeugdzorg goedkoper maken, meent de gemeente.
De Rekenkamer denkt daar echter anders over. De Rekenkamer twijfelt of het allemaal zo makkelijk zal gaan verlopen. Veel is onbekend, ambtenaren moeten ineens gaan oordelen of een aanvraag voor jeugdhulp wel terecht is. De Rekenkamer vindt het daarom gevaarlijk om nu, aan de vooravond van de overheveling, al te stellen dat het allemaal goedkoper zal gaan uitpakken. Dan is er nog een andere ongewisse factor. Veel wordt verwacht van samenwerking met partijen in het veld, de aanbieders van de jeugdzorg. Het wemelt echter van aanbieders van jeugdzorg, het aantal loketten is ontelbaar. Iedereen heeft zo zijn eigen specialisme en zijn eigen winkeltje. Maar of uit al die eigenbelangen en winkeltjes rond 2017 een goed geoliede en goedkope zorgmachine is ontstaan, betwijfelt de Rekenkamer. Want veel spelers in het veld kunnen dwars gaan liggen. Patronen De Rekenkamer formuleert het iets beschaafder. Er wordt gesteld dat bureaucratie, oude patronen, uiteenlopende belangen en verschillende kennisniveaus belemmerend zullen gaan werken. De waarschuwing van de Rekenkamer is echter glashelder: “Als de samenwerking niet goed loopt, kan het nog steeds gebeuren dat meerdere hulpverleners tegelijkertijd bezig zijn met een gezin zonder dat ze dit van elkaar weten”. Waarmee het oeroude probleem van de jeugdzorg nog steeds niet is opgelost. Gezien het ongewisse karakter van de gehele operatie stelt de Rekenkamer dat de gemeenteraad een stevige vinger aan de pols moet houden. Maar dan moeten de lokale politici, zegt de Rekenkamer, eerst een antwoord zien te vinden op de vraag: “Wanneer is het goed?”
Eindelijk: water in de gracht Den Haag beleeft deze vrijdag een belangwekkend moment. De gracht aan de Noordwal en Veenkade wordt na twee jaar bouwen weer gevuld met water. Wethouder Boudewijn Revis draait de kraan open. In 1924 werd de gracht overkluisd met grote betonnen platen
om het autoverkeer ruimte te geven. Boten konden daardoor niet verder de stad in. Onder de nieuwe gracht is een automatische autoberging gegraven. Het werk aan en rond de gracht is in januari afgerond; een half jaar later gaat de autoberging open.
Advertentie
Exclusieve brilmode
Vergunning renovatie Ockenburgh onderuit DEN HAAG – De provincie moet alsnog een uitgebreid onderzoek doen naar de gevolgen van de renovatie van landgoed Ockenburgh. Dat heeft de Raad van State woensdag beslist. Volgens de Raad had de provincie niet mogen afzien van een zogenoemde ‘passende beoordeling’ van de effecten van de renovatie. Ockenburgh ligt in een Europees beschermd Natura 2000-gebied. Met de renovatie wordt onder meer het landhuis omgevormd tot een
congreshotel met horeca en wellness. Die voorziening trekt meer autoverkeer aan en dat veroorzaakt een toename van stikstof die op de natuur neerdaalt. De provincie wilde dit negatieve effect compenseren met een opruimplicht voor uitwerpselen van honden in het gebied. Want ook hondendrollen zorgen voor meer stikstof. Enkele natuurverenigingen maakten bezwaar tegen die compensatie, omdat de opruimplicht al lang geldt. De
provincie paste deze compensatietruc onterecht toe, omdat er dus eigenlijk niet echt wordt gecompenseerd. De Raad van State is het met hen eens. Er is al sprake van een overbelasting met stikstof, zegt de Raad. De toename van het autoverkeer maakt dit nog erger. Daarom is niet uitgesloten dat de beschermde natuur ernstig wordt aangetast. De compensatie door het opruimen van hondendrollen is volgens de Raad ook niet geoorloofd.
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
stadsmens
Kersverse regisseur/theaterdocent brengt haar eigen stuk in Theater aan het Spui Ze is net afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht maar weet zich al verzekerd van een voorstelling in het Theater aan het Spui. Haagse Nina Sondagh, een kersverse regisseur en theaterdocent, heeft dat voor een deel aan haar voortvarendheid te danken. In samenwerking met theaterschool Rabarber benaderde zij directeur Cees Debets met het verzoek om haar stuk ‘Oleander’ te mogen uitvoeren. Het antwoord was positief. Aangemoedigd door dat succes belde Nina Sondagh deze krant met de vraag om een interview. Toch bevat het pakket van de toneelacademie geen lessen in ‘pr bedrijven’. “Maar sommige docenten vertellen je wel dat je moet beseffen dat je je eigen werk moet genereren. In deze tijd gaat het niet meer vanzelf”. Zaterdagavond 27 september wordt onder haar regie in Zaal 3 van het Theater aan het Spui aan het De Constant Rebequeplein twee keer het stuk ‘Oleander’ uitgevoerd. De tekst schreef Nina zelf. Zij liet zich inspireren door de roman ‘White Oleander’ van Janet Fitch. Hoofdpersonage Astrid adoreert haar moeder. Als die in de gevangenis belandt wegens moord op haar man, komt Astrid in diverse pleeggezinnen
Nina Sondagh studeerde onlangs af aan de Toneelacademie Maastricht. >Foto: PR
terecht. Haar moeder blijft echter invloed op haar uitoefenen. Nina: “Het boek gaat over volwassen worden, je identiteit vinden. Ze wil haar moeder niet afvallen, worstelt met een loyaliteitsconflict, maar moet wel haar identiteit zien te vinden in een wereld waarvan haar moeder geen deel uitmaakt”. En: “Zoals iedere puber dat doet, plaatst Astrid haar moeder aanvankelijk op een zilveren plateautje, dan ineens is ze de duivel waaraan
alles mis is, om daarna een mens van vlees en bloed te worden die net als iedereen fouten kan maken. Dat vind ik het grappige aan het boek. Die boog heb ik ook in het stuk proberen te hanteren”. Zes leerlingen van theaterschool Rabarber vertolken het personage Astrid die van een 12-jarige opgroeit tot een jonge vrouw van 22 jaar. “Zes meiden spelen tegelijkertijd de rol, zodat zij letterlijk met zichzelf kunnen bab-
belen”, vertelt Nina Sondagh en zij illustreert dat met dit voorbeeld: “Eén van de meisjes gaat de confrontatie aan met een pleegmoeder, de anderen geven dan commentaar op een situatie die zich ooit heeft voorgedaan”. Sinds kort is zij dramadocent/regisseur bij Rabarber. De theaterschool is haar vertrouwd. Al heel jong was ze leerlinge bij Rabarber, evenals bij het toenmalige Koorenhuis. Ook speelde ze vier jaar bij Drang, de theatergroep voor zowel professionals als amateurs. Zij had zich toen al gemeld bij de Toneelacademie Maastricht, maar werd afgewezen omdat zij ‘nog te jong was’ voor de opleiding tot actrice. Nina week uit naar Utrecht waar zij aan de Hoge School voor de Kunsten de studie Documentaire Fotografie volgde. Die maakte zij niet af. Nina had zich intussen opnieuw gemeld bij de Toneelacademie Maastricht, nu voor de opleiding regisseur/theaterdocent, en was tot haar grote blijdschap aangenomen. Haar afstudeerproject ‘Oleander’ werd door de eindexamencommissie ‘heel positief’ ontvangen. Ze kreeg meer lof. Want: “Eén keer in de vier jaar komt er een accreditatiecommissie
langs om de kwaliteit van de opleidingen te keuren. Van mijn afdeling is toen mijn eindregie van ‘Oleander’ gekozen om te spelen. Dat was voor mij de kers op de taart”. Begin dit jaar won ze met de Belg Peter Hendrikx, een oud-klasgenoot en inmiddels haar partner, de tweede prijs voor hun co-regie van het stuk ‘Ongelikt’. Ze werden onderscheiden door ‘Opendoek’, een belangenbehartiger en dienstverlener voor het Vlaamse amateurtheater. In het kader van de viering in 2015 van de 20-jarige culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen zijn de twee van plan een subsidieaanvraag in te dienen voor het maken van een toneelstuk. Nina Sondagh hoopt op een gunstige uitslag: “Peter heeft veel met taal; hij heeft nieuwe Germaanse talen gestudeerd. Ik ben heel erg een beeldende maker. We vullen elkaar goed aan”. Joke Korving ‘Oleander’, zaterdag 27 september, twee voorstellingen: om 18.30 en 21.00 uur. Zaal 3 van Theater aan het Spui, Het de Constant Rebecqueplein 20a. Entree: € 10,–. Reserveren (070) 3465272 of via www.theateraanhetspui.nl
advertentie
Wegens groot succes terug in Den Haag! voor de nazomer...
geldig van 24 september t/m 21 oktober 2014
Louis Fourie MerLoT
Louis Fourie sauvignon BLanc Paarl / Zuid-afrika van 8,75 voor Frisse, crispy droge witte wijn met smaken van passiefruit en citrus.
ACTIES
€ 6,
75
Paarl / Zuid-afrika van 8,75 voor € 6,75 Zachte Merlot, rijk aan smaken van zwarte bessen en pruimen, lichte aardse tonen.
Tierra aLTa chardonnay reserva Casablanca Valley / chili van 9,50 voor € 7,50
nu Bestel n! arte uw ka 33 00 3 070 88 t.nl www.ld
Volle, gerijpte Chardonnay met een mooie balans tussen fruittonen en het kleine ‘botertje’.
BLack PaPiLLon WoLFBerger Alsace / Frankrijk van 9,50 voor € 7,50 Bijzondere frisse Alsace wijn, gemaakt van Pinot Gris, Riesling en een klein deel Muscatdruiven.
Maior de MendoZa aLBariño Rias Baixas / spanje van 13,45 voor € 9,95 Meermaals bekroond! Zeer geconcentreerde witte wijn: ziltig, citrus en smaken van abrikozen.
Les Ballets Trockadero de Monte Carlo
Tempranillo / spanje van 4,80 voor € 3,95 Ronde Tempranillo uit het zuidwesten van Spanje.
Zo 5 okt 20.15 uur| Lucent Danstheater
Bordeaux / Frankrijk van 7,30 voor € 5,95 Soepele ronde Bordeaux van Merlot en Cabernet Sauvignon druiven.
MonTaraZ TeMPraniLLo châTeau La gravière 2010
Tierra aLTa syrah reserva
Dans aan het
Spuiplein Lucent Danstheater
Colchagua Valley / chili van 9,50 voor € 7,50 Interessante mix van rode pepers, mokka, hout en tonen van tabak met lange kruidige afdronk.
rosé Wijn/sParkLing ventozelo Qv rosé douro / Portugal Krachtige droge rosé van inheemse druiven Touriga Nacional, Touriga Franca en Tinta Roriz. van 8,55 voor € 6,50 espumoso carrasviñas Brut rueda / spanje Strakdroge frisse Sparkling van 100% Verdejo druiven. van 15,65 voor € 11,95
www.drinkland.nl
den haag
Voorhout
noordwijk
oegstgeest
Prinsestraat 57 070 364 29 25
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
Lange Voort 19 071 301 55 83
5
actueel<
Vrijdag 26 september 2014 > Den Haag Centraal
student Job Roos en de dans met Berlage Haagse (20) sterft bij introductie
Twee weken geleden nam het Gemeentemuseum de nieuwe tuinzaal in gebruik. Een gewaagde onderneming, want wie durft er te sleutelen aan Berlages mooiste bouwwerk? Waardering liet niet lang op zich wachten, want architectenbureau Braaksma en Roos kreeg voor de overkapping van de binnentuin meteen de Haagse Monumenten Prijs. Een gesprek met architect Job Roos over de samensmelting van twee opvattingen. Door Casper Postmaa
De eerste reactie op het plan om het hart van het Gemeentemuseum, de binnentuin, te overdekken liet aan duidelijkheid niets te wensen over. “Toen de directie mij opbelde, wist ik het zeker: niet doen, een slecht idee. Het gebouw is werelderfgoed, het behoort zelfs tot de collectie van het museum, wat mij betreft was het onaanraakbaar”, vertelt architect Job Roos. Een zwaarwegend oordeel, want de Hagenaar kent het gebouw van Berlage als geen ander. Onder zijn leiding onderging het museum in de jaren negentig een grootscheepse, meermalen bekroonde renovatie. We zullen nooit weten wat er zou zijn gebeurd met de tuin als Roos na een paar dagen van twijfel niet voorzichtig zijn mening bijstelde. “Ik kwam tot de conclusie dat het niet alleen om een gebouw gaat, maar ook om het museum. Tussen 1935 en nu is veel veranderd. Dus laten we een studie maken om vast te stellen wat het gebouw kan hebben”. Het overkappen van de tuin zou volgens de directie een aantal problemen moeten oplossen. Er was simpelweg meer ruimte nodig omdat de bezoekersaantallen sterk zijn gestegen. Bij openingen van tentoonstellingen was de bestaande aula steeds vaker te klein om het toegestroomde publiek op te vangen, daarnaast had het museum behoefte aan een plek voor kleine evenementen als modeshows, muziekuitvoeringen en recepties. “Een aantal van dit soort dingen gebeurde wel al in de entreehal”, legt Roos uit, “maar die is daar door de slechte akoestiek niet geschikt voor. Een ander probleem was de oriëntatie van de bezoekers. Mensen raakten vaak de weg kwijt. Als we de tuin bij het museum zouden trekken, was het hart niet langer dood. Je kunt dan van de ene naar de andere vleugel oversteken”. Modellen De pluspunten, die een glazen kap met zich meebracht, wonnen het van de huiver om aan Berlages meesterwerk te sleutelen, maar zijn architectonische erfenis dwong tot grote zorgvuldigheid. “We hebben wel vijftien modellen gemaakt. Ook met roestvrijsta-
Job Roos in de tuinzaal op een loungebank van Richard Hutten. >Foto: DHC
len kolommen, maar dan was het net alsof er een enorme spin in de tuin was neergedaald. We hebben vooral gezocht naar een manier om onze architectuur te laten samensmelten met die van Berlage”. Iets wat daar op lijkt, is ontstaan door de handgeschilderde pilaren die kleuren uit het palet van het Gemeentemuseum hebben gekregen, maar dan net iets heftiger. Waarschijnlijk de meest gewaagde keuze, want een buiging voor de oude meester kan ook uitpakken als een vervalsing. De enthousiaste reacties van het publiek en kenners geven aan dat Roos de juiste toon heeft geraakt. Zijn dans met Berlage verliep harmonieus, al zijn er nog steeds vakgenoten van hem die bedenkingen hebben. “Ik begrijp dat wel. Architecten van mijn generatie zijn opgevoed met het modernisme, dus als je iets met een monument doet, moet je dat duidelijk laten zien. Daar hebben we nog steeds last van. Ik denk dat iedereen die hier binnenkomt meteen ziet dat het om een toe-
voeging gaat, maar ik heb niet de confrontatie gezocht”. Naast de worsteling met Berlage was de overkapping ook een technische uitdaging. “De directie was opgetogen over de aanpak van de binnenplaats van het Scheepvaart Museum waar het dak op het gebouw rust, maar dat was in Den Haag niet mogelijk omdat de muren dat niet konden dragen. Zoals je kunt zien, lijkt het alsof het dak zweeft, de kolommen tillen iets op, en we hebben voor een zo helder mogelijke glasstructuur gekozen. Het dak is vanwege de lichtopbrengst zo plat mogelijk gehouden. Een puntdak, zoals de zalen van Berlage hebben, zou suggereren dat het om een uitbreiding van de museale ruimte zou gaan, dat wilden we voorkomen”. Loungebanken De dakconstructie is het werk van prof. dr. ir. Mick Eekhout. Hij verwerkte in het dak ontgroend glas van twee fabrieken uit Duitsland en een uit China. In de lengte draagt een glazen nok, de groot-
ste in de wereld, de panelen. Gematteerde glazen dwarsliggers zorgen voor een verrassend effect van licht en schaduw als de zon in de tuinzaal valt. “Ook hebben we ingrijpende akoestische maatregelen genomen. Kijk maar eens goed naar de pilaren, die lijken egaal, maar het oppervlak is heel fijn geperforeerd. Het resultaat is zo goed dat je hier kamermuziek en kleine symfonische orkesten kunt laten spelen”. De zaal was eigenlijk al eerder in gebruik genomen, tijdens de International Nuclear Summit in maart, maar pas sinds vorige week is de compositie compleet dankzij het meubilair van Richard Hutten. Hij ontwierp grote loungebanken, en tafels en stoelen voor het grandcafé, dat een terras heeft gekregen in de zaal. “Zo is er een mooi rustpunt midden in het museum ontstaan, waar mensen wat kunnen zitten, drinken of lezen”, oordeelt Roos. “De fontein doet het ook weer, de ruimte is op een heel rustige manier tot leven gekomen”.
Johan Doesburg weg bij het Nationale Toneel
Arm? Gratis winterjas van de gemeente
Regisseur Johan Doesburg (Den Haag, 1955) vertrekt aan het einde van dit seizoen bij het Nationale Toneel (NT). Hij werkt sinds 1993 voor het Haagse gezelschap. Vanaf 2000 was hij artistiek directeur tot hij in 2011 werd opgevolgd door Theu Boermans. Doesburg tekende bij het NT voor een reeks grote en indrukwekkende producties als ‘Hamlet’, ‘Elementaire deeltjes’, ‘Tirza’, ‘De Prooi’ en ‘Het stenen bruidsbed’. Een aantal acteurs kreeg voor hun optreden in een stuk van Doesburg belangrijke theaterprijzen, zoals Gijs Scholten van Aschat voor zijn rol in ‘Decadence’, Victor Löw voor zijn vertolking van ‘Soekarno’, Ariane Schluter voor ‘Strange Interlude’ en Kees Hulst voor ‘Tirza’. Vanaf het seizoen 2015-2016 gaat Doesburg zijn eigen weg als freelance regisseur. Hij regisseert dit seizoen nog twee stukken voor Nationale Toneel: dit najaar ‘Blauwdruk voor een nog beter leven’, een toneeltekst van Ilja Pfeijffer en in het voorjaar van 2015 ‘Genesis’.
Ruim 2000 kinderen in arme Haagse gezinnen gaan profiteren van extra geld voor de bestrijding van armoede. De ouders van die kinderen krijgen geld voor een winterjas of stevige winterstappers. De gemeente trekt dit jaar nog 500.000 euro uit voor de aanpak van armoede bij gezinnen met een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum. Hiervan is 300.000 euro bestemd voor de aanschaf van jassen en schoenen. Het rijk stort nog eens 3,5 miljoen euro in de kas voor de armoedebestrijding. In Den Haag leeft 17 procent van de ouderen rond de armoe-
degrens. Het geld gaat onder meer naar mensen die een achterstand hebben met de zorgpremie. SP-voorman Bart van Kent ziet niets in het reserveren van geld voor de aanschaf van winterjassen en schoenen. “Misschien heeft een kind behoefte aan een goede broek. Dus waarom vooraf bepalen dat het geld naar schoenen en jassen gaat?”vraagt hij zich af. Zijn alternatief: “Waarom niet slimmer gebruik maken van de digitale Ooievaarspas? Gezinnen met kinderen kun je dan via die pas in de winter een extra toeslag geven. Zo krijg je maatwerk”, zegt hij.
Een 20-jarige Hagenaar is afgelopen zondag overleden tijdens een kennismakingsweekeinde van studentenvereniging La Confrérie. De studentenvereniging van de Haagse Hotelschool had in het kader van het nieuwe studiejaar een introductieweekeinde georganiseerd in een boerderij in Epe. Daar is de jongeman, die als begeleider optrad, onder onopgehelderde omstandigheden ’s morgens vroeg van de trap gevallen. Hij overleed een dag later aan zijn verwondingen. De politie heeft een 24-jarige medestudent anderhalve dag vastgehouden. De man is op vrije voeten, maar is nog steeds verdachte. Ernstige ongevallen in het kader van ontgroeningen, introductieen kennismakingsweekends zijn zo oud als studentenverenigingen zelf. Hoewel Den Haag pas sinds enkele jaren een universiteit in huis heeft, waren er wel al eerder ‘Haagse’ incidenten. Een van de bekendste betrof Pim van der Vegt. Hij viel in 1962, toen achttien jaar oud, tijdens de bestorming van de Rotterdamse studentensociëteit Hermes van een vensterbank en liep een gecompliceerde schouderbreuk op waardoor hij lange tijd in het ziekenhuis moest verblijven. Getuigen verklaarden dat de vensterbank met groene zeep was ingesmeerd. Van der Vegt zou later bij HBS uitgroeien tot één van de bekendste Haagse amateurvoetballers. Een nog spraakmakender zaak, de roetkap-affaire uit 1966, betekende voor het Utrechts Studentencorps het einde van de echte ontgroening en de overstap naar de vriendelijker introductieweek. Het ging indertijd om de geheimzinnige studentenvereniging Tres waarvan de leden allen van adel waren. Elk jaar werden er drie nieuwe jonkers ingewijd met hardvochtige rites als een duik in een gierput, brandmerken en een ritje in een koets met een roetkap op. Jonkheer David Rutgers van Rozenburg kwam daarbij door verstikking om het leven, een tweede student kon door mond-op-mondbeademing weer bij kennis worden gebracht. De derde man die werd ontgroend was een Haagse jonker, die overleefde door tussen zijn tanden door te ademen en roet uit te spugen. De direct betrokkenen, die het ritueel hadden georganiseerd en begeleid, kregen een week onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Herstel In de rubriek ‘Stadsmens’ is vorige week een verkeerde foto geplaatst. Op de foto was niet Hetty Looman te zien, zoals in het onderschrift vermeld, maar Nina Sondagh, die deze keer in ‘Stadsmens’ staat. Hieronder alsnog de juiste foto van Hetty Looman. > Foto: Eveline van Egdom
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Danskampioenschappen 1966 Op zondag 11 december 1966 was er een ouderwets dansfeest in het paviljoen van de Haagse Dierentuin. Het betrof de Europese kampioenschappen ballroomdansen voor professionals. Voor de eerste keer vonden deze in Nederland plaats. De organisatie was in handen van een vijftal dansschooldirecteuren. De NTS zorgde voor de tv-beelden, die in elf Eurovisielanden werden uitgezonden. Tijdens de persconferentie, voorafgaand aan de kampioenschappen, antwoordde een van de directeuren op de vraag van een journalist van Het Vrije Volk of er ook op beatmuziek gedanst zou worden: “Beat tijdens deze kampioenschappen? Nog niet bij de demonstratie, meneer. Want beat is alleen maar mode. En wij doceren klassieke dansen. Wat zullen de ouders wel denken als wij ook een demonstratie van de beatdans tonen? Wij op beatmuziek dansen? Nee, wij demonstreren liever een oud-Hollandse klompendans!” En zo gebeurde het dat tussen de danswedstrijden door, tijdens de uitzending, vier paren van het dansinstituut Thomas Bus onder andere een demonstratie van een klompendans gaven, die als we de Haagsche Courant daags na het evenement mogen geloven, aantoonde dat ‘klomp’ zeker niet
hetzelfde als ‘plomp’ is. Engeland, Duitsland, België, Nederland, Oostenrijk en Noorwegen verschenen elk met twee paren op de dansvloer. Denemarken, Italië en Zweden vaardigden één koppel af, omdat voor een tweede paar de reiskosten niet werden vergoed. Frankrijk en Zwitserland deden niet mee. De dansparen streden om de titel op de onderdelen: Engelse wals, tango, Weense wals, slowfox en quickstep. Als winnaar en dus Europees kampioen kwam het Engelse paar Peter Eggleton en Brenda Winslade uit de bus. Judoka Anton Geesink mocht de bloemen en de prijzen uitreiken aan de winnaars. De hoofdprijs was een auto die door oud-wereldkampioen wielrennen Arie van Vliet de dansvloer was opgereden. Na zijn wielercarrière was Van Vliet, bijgenaamd ‘le professeur du cyclisme’ vanwege het feit dat hij een groot tacticus was en bovendien een bril droeg, autodealer van het merk DAF geworden. Dat verklaart mede dat voor de hoofdprijs de keus op een DAF 44 was gevallen. De DAF 44, ontworpen door Giovanni Michelotti, was drie maanden vóór het dansfeest, in september 1966, geïntroduceerd. De auto was het eerste model van een nieuwe carrosserievorm voor DAF.
Europese kampioenschappen ballroomdansen in september 1966 in het voormalige hoofdgebouw van de Haagse Dierentuin aan de Benoordenhoutseweg, met als hoofdprijs een DAF 44. >Foto: G.J. ter Brugge
]Uiteraard was ook deze DAF voorzien van de beroemde Variomaticaandrijving. De DAF 44 werd tot 1974 geproduceerd en was de eerste auto die van de lopende band rolde in de nieuw opgezette DAF-
fabriek in het Limburgse Born. Tegenover de reclame tijdens de danskampioenschappen voor het Nederlandse pientere pookje, met dank aan Eurovisie verspreid onder een miljoenenpubliek, stond
helaas geen enkele promotie voor Den Haag als beatstad nummer 1. Henk Duits www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
Belastingadvies in het hart van Den Haag Smit en de Wolf is hèt accountants- en belastingadvies-
de Wolf de kwaliteitsslag kunnen maken die heden ten
kantoor in Den Haag. Van starter tot middelgroot
dage van een accountantskantoor mag worden verwacht.
MKB-ondernemer bent u voor accountancydiensten, administratieve werkzaamheden of gedegen belasting-
Bent u benieuwd hoe Smit en de Wolf ook u of uw
advies bij Smit en de Wolf aan het juiste adres.
onderneming kan bijstaan in uitdagende tijden? Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.
Smit en de Wolf is door haar meer dan 35-jarige historie een betrouwbare en deskundige partner van ondernemend
Met een gerust hart ondernemen begint hier.
Den Haag en omstreken gebleken. Door investeringen in jonge en ondernemende specialisten met ervaring bij verscheidene grotere accountantskantoren, heeft Smit en
Scheveningseweg 10 • 2517 KT Den Haag 070 356 07 95 •
[email protected]
www.smitwolf.nl
7
actueel<
Vrijdag 26 september 2014 > Den Haag Centraal
John Duivesteijn 1949-2013
Mijn broer, een inspirerende Schilderswijker Een jaar geleden stierf een bijzondere Hagenaar, John Duivesteijn. Hij was onder meer hoofdredacteur van De Schilderswijker en oprichter en directeur van het Volksbuurtmuseum. Hij overleed aan de ziekte ALS. Op eigen verzoek nam hij in stilte afscheid van het leven. Zijn broer, Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn, wijdt, een jaar later, een ‘in memoriam’ aan hem.
O
p 24 september is het een jaar geleden dat mijn broer John Duivesteijn aan de ziekte ALS is overleden. Hij werd geboren op 4 juni 1949, in de kelder van de Statenlaan 144, onder de schoenmakerij van mijn ouders. Hij was de eerste met wie ik, als tweede in een gezin van tien kinderen, mijn leven deelde. Samen groeiden we op in de Schilderswijk, in een huis, in een kamer vol licht. Twee verschillende werelden, twee totaal verschillende karakters. John was, als oudste, de bedachtzame. Hij straalde rust uit. Maar met zijn humor kon hij vlijmscherp zijn, en met zijn blik kon hij alles zeggen. Muziek heeft hem van begin af aan aangegrepen. Al vroeg luisterde hij naar wat voor mij – op dat moment – ondoorgrondelijke muziek was, zoals de blueslegende John Mayal. Het zou een eerste teken zijn voor de richting waarin hij zich later zou ontwikkelen. John was een kind van de zestiger jaren. Hij maakte het begin mee van de postwederopbouwgeneratie. Het was de generatie die een plek voor zichzelf opeiste, die niet langer het gezag accepteerde zoals dat tot die tijd ‘als van bovenaf gegeven’ leek. John zocht zijn eigen weg, eerst door een eigen ontdekkingsreis, niet veel later door zich met de samenleving te engageren. Daarin was voor hem de mens het belangrijkst. Het zou zijn handelen bepalen in alles wat hij voelde, dacht en deed. Natuurlijk was voor die mens ook de structuur van de samenleving bepalend, en kon het noodzakelijk zijn te werken aan verandering. Maar alleen daarvoor. John was vooral humanist, wars van opsmuk en opportunisme. Kwaliteit stond voor hem altijd centraal. Vooral het dagelijks leven moest kwaliteit hebben, en dus was
de wijze waarop mensen wonen, werken en leven daarin cruciaal. Aan dat ideaal heeft hij zijn hele leven met heel zijn hart een bijdrage geleverd. De wijk waar hij opgroeide was zijn startpunt om veranderingen tot stand te brengen. Het is nu bijna niet meer voorstelbaar, maar eens was de Schilderswijk (45 ha, 45.000 inwoners) een wijk waar krotten en sloppen, braakliggende terreinen en alle vormen van achterstanden en achterstelling gewoon waren. Dat tartte ieders besef van kwaliteit en dus moest daar verandering in komen. Hij deed dat door als hoofdredacteur van de wijkkrant De Schilderswijker zijn pen te gebruiken. Hij werd een geducht criticaster van het gemeentebestuur – en dus ook van mij – en kraakte bij tijd en wijle de machine van de stadsvernieuwing. Die machine, vond hij, was een autonoom proces geworden, en had de mensen naar de achtergrond verdreven. Zijn pen en zijn blik waren zo sterk dat je er niet omheen kon. Sterker nog: hij fascineerde zijn omgeving met zijn observaties, en zag dingen die je zelf (nog) niet onder woorden kon brengen. In 1984 was hij het die, wederom in De Schilderswijker, het vraagstuk van de multiculturele samenleving onder woorden bracht – lang voordat Paul Scheffer het tot drama verklaarde, en lang voor Pim Fortuyn met de ontstane onvrede op de loop ging. Hij bracht het als noodkreet om de ongewenste sociale gevolgen van de stadsvernieuwing opnieuw te doordenken. Zijn aanklacht inspireerde mij tot wat later ‘Stadsvernieuwing als kulturele aktiviteit’ is gaan heten. Voor John moest het antwoord juist niet (alleen) worden gezocht in de hardware, zoals hij mij in de laatste week van zijn leven opnieuw liet weten. Nee, het ging om de software: de mensen, en dat wat zij tot stand kunnen brengen. Daarom ook moet je mensen leren kennen, moet je je verdiepen in de culturele achtergronden. Daarom werden voor hem wereldmuziek en de achterliggende culturen de inspiratiebron voor het handelen. Waar anderen zich verlaagden tot de platte aanklacht dat de samenstelling van de bevolking aan het veranderen was, dat de witte wijken zwart werden, begon hij met de
> Foto: Fotobureau Hendriksen-Valk
oprichting van het Volksbuurtmuseum. Een in die tijd volstrekt unieke interventie. Niet de zorg of verzorging nam hij als uitgangspunt voor hulp(verlening), maar cultuur en educatie als middel om elkaar beter te leren kennen en begrijpen. Zijn antwoord op de sociaal-culturele positie van groepen die in een achterstandssituatie leefden, was het aandacht vragen voor de diepere betekenis van de cultuur van de mensen zelf. En daarin was hij oneindig. In zijn zoektocht deelde hij met velen de muziek van drummer Johnny Engels
(die vroeger bij ons in de Bakhuizenstraat woonde), Q65, Keith Jarrett, Ludovico Einaudi en Chilly Gonzales tot alle vormen van wereldmuziek die in de hedendaagse Schilderswijk een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven zijn geworden. Voor John was muziek grenzeloos, een manier om elkaar beter te leren begrijpen en vooral te respecteren. Cultuur, en in het bijzonder muziek, verbindt mensen. Met het Volksbuurtmuseum werd er voor het eerst niet vanuit zorg gedacht maar vanuit de cultuur van de mensen zelf.
John heeft in het hartje van de Schilderswijk laten zien dat je op een andere manier kunt werken aan de integratie en de emancipatie van mensen. Hij zocht naar hun kracht, en niet naar hun zielig zijn. John was koppig, en hij was wars van opsmuk en show. Nee, alles moest echt zijn. Hij heeft het zichzelf daarmee niet gemakkelijk gemaakt. Zijn hartstocht voor kwaliteit en zijn onverzettelijkheid hebben hem soms opgebroken. Daar waar de (bestuurlijke) wereld vond dat je moest meebewegen, weigerde hij concessies te doen. Het heeft hem pijn gedaan dat hij daarin soms niet werd begrepen. Of, zoals hij op zijn sterfdag nog zei, doordat hij ‘soms te ver voor de troepen uit ging’ het helaas aanleiding was tot ‘confrontaties’. Voor mij, en ik denk voor velen, was juist dat onverzettelijke, die onvoorwaardelijke keuze voor de mens zélf en vooral zijn focus op cultuur, een inspiratie om stappen te zetten die ik – vrijwel zeker – anders niet zou hebben kunnen zetten. De Schilderswijk, Den Haag, is er aantoonbaar beter van geworden. Er is nu precies een jaar geleden een bijzondere Hagenaar, een mooie Schilderswijker, een cultuurliefhebber in hart en nieren en een echte vriend van mensen overleden. Toen John drie jaar geleden te horen kreeg dat hij de spierziekte ALS had, wist hij dat dit zijn einde zou gaan betekenen. “Ik had nog graag tien jaar willen doorgaan”, vertelde hij mij. In de twee jaren die erop volgden, heeft hij ons opnieuw zijn lessen laten weten. Thuis lag bij hem een citaat van Michael London: ‘Als je iets wil, doe het dan nu; het wordt nog maar een beperkt aantal keren morgen’. Het lag er als een boodschap voor eenieder. Leef je leven (!) was zijn boodschap. John heeft geleefd, hij heeft iedere dag weer – ook op zijn sterfdag – voor kwaliteit gekozen. Wie kan hem dat nazeggen? Adri Duivesteijn Den Haag, 24 september 2014
John laat zijn vrouw Andrea Kock, dochter Kate en kleindochter Eva en kleinzoon David achter. Op verzoek van John vond de uitvaart in beslotenheid plaats.
Oorlogsverleden opgegraven uit tonnen puin Door Jasper Gramsma
Na bijna twee jaar restaureren is het Atlantikwall Museum Scheveningen een bunker rijker. In manschapbunker type 622 aan de Badhuisweg lijkt het of de tijd heeft stilgestaan sinds de Duitse bezetter vertrok. Het historisch ingerichte onderkomen is dit weekend tijdens de Haagse Bunkerdag voor het eerst open.
De luchtzuiveringsinstallatie uiterst links kan bij stroomuitval ook met de hand worden bediend. > Foto: DHC/Liza Letsch
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog lag het complex bedolven onder 180 duizend kilo puin van de tankmuur op de boulevard. De afgelopen jaren zijn de vrijwilligers van het museum bezig geweest met uitgraven. Het is één van de drieduizend objecten die vanaf 1942 de Scheveningse Atlantikwall vormden. Van dichtbij is de camouflage-schildering op het twee meter dikke beton nog te zien. De scheve afdrukken van de houten bekisting waartegen het beton is gestort, getuigen van het recordtempo waarin de bunker werd gebouwd: zes tot acht weken. “Bijzonder aan dit gebouw is dat het in het gebied lag van het centrale commandopunt voor Scheveningen en Clingendael”, vertelt vrijwilliger Jacques Hogendoorn. De twee benauwde
ruimtes vormden de permanente slaapplaats voor twintig manschappen, maar van hun verblijf was geen spoor te bekennen bij het openen van de bunker: “Hij was helemaal leeg en er stond tien centimeter water in. Vanwege de schaarste aan staal is de bunker na de oorlog helemaal gestript”. Voor de openstelling is de helft van de ruimte historisch verantwoord ingericht. Hogendoorn: “In het puin vonden we de bierflesjes die op tafel staan. Eén is er zelfs nog half gevuld. De bedden zijn afkomstig uit een bunker in Denemarken, soortgelijke moeten hier ook hebben gestaan. Ook de allesbrander is zo origineel mogelijk”. Zelfs bij de aanleg van nieuwe elektra is rekening gehouden met de geschiedenis. De sierschakelaars en de kabelklemmen zijn van bakeliet en de moderne bedrading is omzwachteld met zwarte tape om authentiek te lijken. In de tweede helft van de bunker wordt een expositieruimte ingericht voor kunst en fotografie. Tijdens de Haagse Bunkerdag op 27 september zijn deze en andere bunkers tussen 11.00 en 17.00 uur toegankelijk. Passe-partout: € 5,00. Kijk voor het volledige programma op www.bunkerdag.nl. Voor overige openingstijden: www.atlantikwallmuseum.nl
Wat
Den Haag beweegt
Prinsjesdag is het economische Oudjaar
Een moment van terug- én vooruitblik Twaalf maanden geleden waren we met z’n allen in de ban van de lichtpuntjes. Na vijf jaar crisis ontlook er hoop op beterschap. Premier Rutte ontwaarde zelfs een groene waas. Op voorwaarde tenminste dat we nu eindelijk die nieuwe auto of zitbank kochten.
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar.
Nu, het ging inderdaad wat beter. De woningmarkt bijvoorbeeld, werd steeds minder een molensteen rond de nek van de Nederlandse economie. Sindsdien hebben die woningprijzen zich langzaam verder verbeterd. Vanuit de Angelsaksische wereld, het UK en met name de VS, stak tegelijkertijd een aan kracht toenemende conjuncturele meewind op. Naarmate 2014 vorderde, nam de economische aarzeling echter toe. Een recessie als gevolg van overdreven schuldopbouw, een balansrecessie in het jargon, is nu eenmaal een ernstige economische blessure. De heling vraagt tijd. Veel tijd. Er zijn dan ook tal van redenen te bedenken waarom de economie opnieuw in de ziekenboeg zou kunnen terechtkomen. Het herstel blijft voorlopig fragiel. Toch mogen we niet vervallen in fatalisme. Ook niet temidden toenemende geo-politieke spanningen. Er zijn wel degelijk redenen tot hoop. We stipten reeds de Angelsaksische wereld aan, waar de betere cijfers een navenant effect hebben op het vertrouwen van zowel ondernemingen als consumenten. Omdat economie nu eenmaal people’s business is, is dat vertrouwen cruciaal. In de eurozone zijn we zover nog niet. Maar oktober kan hier misschien een keerpunt worden. Dan publiceert de Europese Centrale Bank (ECB) de resultaten van haar balansonderzoek bij de 128 grootste banken. Aangevuld met een stresstest. In het verleden bleken dergelijke oefeningen weinig betrouwbaar. Banken die met vlag en wimpel slaagden, gingen even later toch nog kopje onder. Deze keer hebben we echter alle redenen om aan te nemen dat het anders zal lopen. Het is immers de ECB die de analyses uitvoert. Een ECB die vanaf november verantwoordelijk wordt voor het bankentoezicht en zich dus geen misleidende goed-nieuws-show kan permitteren. Zo’n boomerang zou snel pardoes in het gezicht van Mario Draghi weerkeren. Als duidelijk is óf en wáár er nog pijnpunten zijn in het bankenlandschap, zijn de onzekerheid en onduidelijkheid grotendeels van de baan. De ontstane transparantie kan vervolgens het vertrouwen opkrikken. Bij ondernemingen, de burger, maar ook bij de banken zelf. Die hebben dan steeds minder excuus om de kredietkraan dicht te houden. Voor zover er tenminste vraag is naar krediet. Hoe dan ook, als er inderdaad meer geld wordt uitgeleend, is er opnieuw zuurstof om te investeren en te bouwen. Dat laatste letterlijk en figuurlijk. De ECB doet er met haar gulle geldbeleid in ieder geval alles aan om alle economische actoren in dergelijk scenario te duwen. Mario Draghi brengt het paard niet enkel naar de rivier, hij dwingt het bijna om te drinken. Als het dat vervolgens niet te onbesuisd doet, zoals vóór de crisis, dan kan het water ons aller dorst naar meer groei laven.
Marnix van Rij (fiscalist EY).
Hervormen is doo Geen concrete plannen voor een belastinghervorming in de miljoenennota 2015. Levert het kabinet niet of zijn ze juist realistisch? Marnix van Rij, partner van EY, geeft u zijn visie op de miljoenennota en de maatregelen die positief uitpakken voor ondernemers. Durf keuzes te maken Sinds het invoeren van het boxenstelsel in 2001 is het belastingsysteem in Nederland te complex geworden. “Je moet bijna afgestudeerd fiscalist zijn om bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek en het toeslagenstelsel te kunnen begrijpen,” stelt Van Rij. “Het is tijd dat het kabinet het stelsel onder de loep neemt en kijkt hoe het weer begrijpelijk gemaakt kan worden voor eenieder.” Maar dat kost geld. En dat is er nu net niet. Het uitgangspunt is dat het niks extra’s mag kosten. Dat betekent dat het geld of uit een verlaging van de uitgaven moet komen óf uit een verhoging/verschuiving van de belastingen. De eerste mogelijkheid valt af, want we zijn bezuinigingsmoe. Dus blijft spelen met de belastingen over. “Maar dan moet je keuzes durven maken en het kabinet maakt deze keuzes niet. Jammer, we dreigen zo momentum te verliezen. Maar goed, Rutte heeft de kamer nu wel beloofd in juni volgend jaar boter bij de vis te leveren..
Het is juist nu dat we de binnenlandse vraag moeten stimuleren zodat we meer gaan consumeren. Het kabinet neemt de weg van de kleine stapjes vanwege het gebrek aan budgettaire ruimte .” Hervorming “Misschien moeten we bijvoorbeeld het verschil tussen 6% en 21% BTW (gedeeltelijk) opheffen en over alles 21% of 19% BTW berekenen. Of kijken naar de belastinguitgaven, zoals we die bijvoorbeeld hebben bij de hypotheekrenteaftrek. Dat kan al snel een paar miljard per jaar opleveren, aangezien de fiscus een groot deel bijdraagt aan de huizenbezitters, ik heb het dan met name over de bestaande gevallen,” aldus Van Rij. In 2013 gaf de Commissie van Dijkhuizen het advies te kiezen voor een lagere belastingtarieven met een hele lange eerste schrijf, minder aftrekposten en eenvoudigere toeslagen om bij te dragen aan de concurrentiekracht van Nederland. Een goede denklijn. Goedkopere arbeid Waar al stappen gezet worden, zijn de arbeidskosten. De kosten van arbeid zijn hoog in Nederland. Met 52% inkomstenbelasting in de hoogste schijf, zitten we in de top van Europa. Dit is niet alleen duur voor de werkgever, ook zien de werknemers
advertentie
Prinsjesdagrituelen Rituelen: gelijksoortige handelingen die zich op gezette tijden herhalen, uitgevoerd door een bepaald type deelnemer. Prinsjesdag staat bol van de rituelen. Niet alleen de rijtoer, de troonrede, de hoedjes en al het andere ceremonieel vertoon, maar ook het rituele geweeklaag over voorgenomen bezuinigingen zijn steevast terugkerende elementen.
orpakken hun inkomsten weggaan. Van Rij is positief gestemd over de ontwikkelingen op dit vlak: “Het kabinet zet in op het verlagen van de kosten van arbeid. Dat betekent dat het weer aantrekkelijker wordt om mensen aan te nemen. We zijn in concurrentie met veel andere Europese landen vanwege de belastingdruk, dus dat we hier nu iets aan gaan doen is zeer positieve ontwikkeling.” Nog meer goede ontwikkelingen Voor ondernemers zijn er meer positieve maatregelen uit de miljoenennota te halen. Van Rij: “Doordat overheidsondernemingen ook onder de vennootschapsbelasting gaan vallen, wordt het speelveld tussen overheid en private ondernemers gelijkwaardiger. Dit versterkt de concurrentiepositie van private ondernemingen. Het verschil in belastbaar loon van de dga met de reguliere werknemer wordt verkleind. Nu moet het loon van de dga ten minste 70% bedragen van het loon van een met hem vergelijkbare werknemer, dit percentage wordt met ingang van 2015 verhoogd naar 75. Dat valt mee voor de dga-er. ” Andere maatregelen die interessant zijn voor ondernemers betreffen de verlening van het verlaagd tarief voor herstel en renovatie van woningen en de inhuur van derden en de VAR-verklaring.
Bezuiniging rechtsbijstand Gematigd positief nieuws voor de rechtspleging in de Miljoenennota, zo leek het. De eerder aangekondigde verhoging van de griffierechten (het bedrag dat moet worden betaald om alleen al naar de rechter te mogen gaan) wordt deels teruggedraaid, van 45 naar 32 miljoen. Maar schijn bedriegt: algemeen wordt aangenomen dat het hier gaat om een strategische zet van minister Opstelten om te bereiken dat de door hem en staatssecretaris Teeven voorgestane - veel grotere – budgettaire ingreep in de gefinancierde rechtsbijstand door de Eerste Kamer zal worden geaccepteerd. Het gaat om de zoveelste bezuinigingsoperatie in de afgelopen jaren. Nu al heeft de sociale advocatuur het moeilijk, maar voor met name strafrechtadvocaten zullen de gevolgen van deze nieuwe bezuinigingsronde ernstig zijn – ik spreek collega’s die verwachten hun kantoor te moeten ontmantelen als de plannen doorgaan. Voor de beroepsgroep dreigt een doemscenario dat zich bijvoorbeeld in een land als Spanje al heeft verwezenlijkt: bijklussende ZZP advocaten op 3 hoog achter, die zichzelf nauwelijks kunnen bedruipen, laat staan dat zij de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld jonge advocaten op te leiden. Dat is wat de advocatuur momenteel beweegt. Niet verbazingwekkend is het thema van het komende jaarcongres: Rechtsstaat in recessie. Prinsjesfestival Rituelen was het thema van het Prinsjesfestival. Dit evenement, dat dit jaar voor de tweede keer plaatsvond, mag zich in een snel toenemende populariteit verheugen. Het telt een reeks van kleinschalige activiteiten in de dagen voor Prinsjesdag, zoals een hoedenshow (uiteraard), diverse muzikale evenementen, politiek cabaret, lezingen en debatten op verschillende plaatsen in de binnenstad. Een van de leuke elementen van dit festival, dat geheel door vrijwilligers wordt georganiseerd, is dat ieder jaar een andere provincie in het zonnetje wordt gezet. Vorig jaar was dat Friesland, dit jaar Limburg, voor 5 dagen voorzien van een heuse ambassade aan de Kneuterdijk. Vast onderdeel van het Prinsjesfestival is de Prinsjesrede, een wedstrijd voor speechwriters, zowel amateurs als professionals. Dit jaar luidde de opdracht: “schrijf een toespraak voor een denkbeeldige spreker en laat hem, of haar, hierin oproepen om nieuwe rituelen in te voeren. Kies daarbij een doel dat past bij Prinsjesdag: bijvoorbeeld meer saamhorigheid in de samenleving of versterking van onze democratische waarden”. Waren er
vorig jaar 12 inzendingen, dit jaar deden maar liefst 34 schrijvers mee, waaruit een deskundige jury uiteindelijk drie inzendingen nomineerde. Deze drie toespraken werden voorgedragen door topacteurs van het Nationale Toneel in een afgeladen Pulchri Studio. In de toespraak van genomineerde Hanneke Kulik wordt het gebrek aan allure van het stemritueel gehekeld. Meestal is de stemmer aangewezen op slonzige sportlokalen en vale verpleeghuizen. Hoeveel leuker zou het zijn als een ieder de gelegenheid zou krijgen op een betekenisvolle plek te stemmen, bijvoorbeeld het voormalige huis van Pim Fortuyn, het depot van het Gronings museum, of op de middenstip van de Arena! Rituelen en compassie Beide andere genomineerden bedachten rituelen ten dienste aan de compassie. In de toespraak van Leonoor Russell wordt prinses Catharina-Amalia opgevoerd. Ter gelegenheid van haar 18de verjaardag op 7 december 2021 pleit zij voor een nieuwe nationale traditie: een Tweede Pakjesdag. Alle Nederlanders zouden op 7 december een cadeau dat zij met Sinterklaas hebben ontvangen aan een persoon moeten geven die het moeilijk heeft: denk aan een buurvrouw die ziek is, een kind uit de klas dat gepest wordt, of een collega die in een zware tijd doormaakt. Maakt niet uit wat, het gaat om het geluk van de ontvanger, en zo krijgt het cadeau van je schoonouders ook nog een goede bestemming… De winnende toespraak werd geschreven door Else van Nieuw-
kope Elsevier van deze week, waarin het integraal wordt gepubliceerd. Aan de orde kwam tevens de rol die speeches zelf kunnen spelen bij de verwerking en kanalisatie van grootschalig verdriet. Twee voorbeelden die in het collectief geheugen gegrift staan: de recente redevoering van Minister Timmermans in de VN –Veiligheidsraad, en de toespraak van burgemeester Mans van Enschede daags na de vuurwerkramp in mei 2000. Laatstgenoemde was zelf aanwezig en vertelde boeiend over de totstandkoming van zijn toespraak en het precaire belang van de door hem uitgesproken woorden. Rituele dans Dat brengt mij terug naar de advocatuur; dit is tenslotte het ondernemerskatern. Na rampen met veel slachtoffers doet zich een fenomeen voor dat met name uit de VS bekend is maar een negatieve uitstraling heeft op de gehele beroepsgroep: de zogenoemde ambulance chasing. Deze praktijk kan met enig cynisme als een rituele dans om de klanten worden geduid. Wat dat betreft heeft het bestuur van mijn eigen specialisatievereniging LSA, waarin advocaten zijn verenigd die zich bezighouden met letselschadezaken, een juiste koers gevaren; daags na de vliegramp in Oekraine is naar alle leden een oekaze uitgegaan met richtlijnen om de aanspraken van gedupeerden in goede banen te leiden. Die voorzien er onder meer in dat de belangenbehartiging zoveel mogelijk collectief zal worden verzorgd door een beperkt
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Ivan Baas, partner Scheersanders advocaten.
kerk en Sydney Vollmer. Zij voeren Jouke de Vries ten tonele, docent van groep 8 van basisschool de Regenboog uit Franeker, met verve vertolkt door acteur Jan Rietman. Verder zeg ik niets: wie dit hartverwarmende pleidooi voor saamhorigheid wil lezen
aantal LSA-advocaten. Op de website van de LSA (www.lsa.nl) is tevens een notitie te vinden waarin een aantal juridische vragen rond de ramp wordt beantwoord. Rituelen mogen er zijn, maar het moreel kompas kan niet worden gemist!
Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid.
10>interview Vilan
Alleen erheen
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
Filmmaker/componist Mendel Hardeman
‘Behalve een witte muur heb ik niks nodig’
We leven in een land waarin het stelletje de norm is. Je hebt iemand, of nog niet, of niet meer. Dat zijn de opties. Maar ik ben alleen. Kan ik dan wel naar de bioscoop? Alleen is een probleem in Nederland. De supermarkt verkoopt de chemische desserts waar ik zo van hou per twee stuks. Of per vier, dan eten de twee kinderen mee. In sommige filialen kun je één broodje kopen, dat moet in een zak waar er eigenlijk zes in horen. Nou ja, men past zich aan. En ’t gaat langzaam beter, behalve dus in het uitgaansleven. In Den Haag kun je als vrouw alleen nauwelijks uit, zonder met medelijden aangekeken te worden door andere gasten. Ik heb het niet over feesten of festivals. Wel over beschaafde gelegenheden waar de tachtig-plus vrouw van niveau graag een kopje thee drinkt. Die vrouw wil ik worden, dus ik moet haar nu al zijn. Waar kan ik heen? Des Indes is veranderd. Bij Corona vond ik de stoelen te laag. De lunchroom bij de Bonneterie is een dierbare herinnering. Goed servies, smakelijke taartjes, een rustige ambiance en geen lastigvallerij, uitgezonderd de levende muziek in december. Soms wil ik naar de bioscoop, naar een zaal zonder gillende jeugd met hun zwaaiende smartphones. Kinderen laat ik graag over aan hun ouders. Ik heb me laten vertellen dat in het buitenland andere opvoedingsmethoden tot mooie resultaten leiden. De laatste keer dat ik naar een bioscoop ging, belandde ik in een gemengd publiek, dat dan toch als een gemeenschappelijk kenmerk had, dat het zichzelf in de pauze verdeelde in clubjes. In kliekjes. Gezinnen, stelletjes, vriendjes en vriendinnetjes. ‘Eén Spa Rood, graag’, zei ik toen ik aan de beurt was, en om me heen viel er een kleine stilte. Was zij alleen? Kijk eens. Ja, hoor. Ik voelde het: alleen ergens heen, dat is niet goed. Als ik mijn leed klaag, komen er banale antwoorden. Dat de mens niet gemaakt is om alleen te zijn. Dan zeg ik: en tóch ben ik het en ga ik er niet aan dood, dus kennelijk zijn er alternatieven. Of iemand roept dat híj nergens last van heeft. Een goudvis die denkt dat zijn vissenkom de wereld is. Of (en dat zijn de ergsten) dat ik gewoon iemand moet charteren voor dat kopje thee, maar dat verdom ik. Dan wacht ik thuis wel op de dag dat een ondernemer voor deze grote groeiende doelgroep een lunchroom inricht. Daar ga ik alléén heen, zo vaak mogelijk. Vilan van de Loo
Zeven jaar werkte de Haagse filmmaker en componist Mendel Hardeman (1977) aan zijn film ‘De Zee van pelgrim Antonio’. Een poëtische, indringende film over een verdronken stad in het kurkdroge noordoosten van Brazilië. Hij vertoont hem zelf met een reizende bioscoop. Op witte muren overal waar mensen hem willen zien, in huiskamers of op andere plekken. Achter het verhaal in de film zit zijn eigen verhaal, dat soms verbluffende parallellen vertoont met de film.
Door Ellen Segeren
A
l woont Mendel Hardeman sinds zijn achttiende in Nederland, Brazilië beschouwt hij nog steeds als zijn thuis. In het zuiden van Brazilië groeit hij op als zoon van een Nederlands emigrantenpaar, een predikant en een maatschappelijk werkster. Hij gaat er als een gewoon Braziliaans jongetje naar school. En daar gebeurt het. “Ik hoorde een verhaal dat me nooit meer los zou laten. Het speelde zich af in de Sertão, het woeste, droge binnenland van Noordoost-Brazilië. Een pelgrim, Antonio de Raadgever, had twintig jaar door dat gebied getrokken en arme mensen in beweging gebracht om zelf iets aan hun lot te veranderen. Hij had een vrijstaat gesticht, Canudos. Veel mensen trokken erheen, vooral verschoppelingen, armen en ontheemde indianen. Het was een samenleving gebaseerd op solidariteit. Op een gegeven moment waren er zo’n 25.000 inwoners, een enorme stad voor die streek. De net uitgeroepen Braziliaanse republiek zat daar niet op te wachten, en na een langdurige belegering en groot verzet van de inwoners maakte het leger in 1897 Canudos met de grond gelijk. Er vielen tienduizenden doden, onder wie pelgrim Antonio. De weinige overlevenden raakten in een soort diaspora”. Het is een zwarte bladzijde in de Braziliaanse geschiedenis, waarvan de regering het liefst ziet dat die wordt vergeten. Een uitspraak van Antonio is tot vandaag in heel Brazilië bekend: ‘De Sertão zal zee worden’. Het blijken profetische woorden te zijn: er wordt een grote stuwdam gebouwd, en als die klaar is, verdwijnen de ruïnes van Canudos in 1969 in het water van het stuwmeer.
De jonge Mendel begint verwoed alles over Canudos te verzamelen wat hij te pakken kan krijgen. De rondreizende pelgrim en de teloorgang van diens utopische samenleving hebben de sociaal bewogen jongen in zijn greep. “Op mijn dertiende las ik er boeken over die eigenlijk te ingewikkeld voor me waren. In 1997, toen ik net een paar jaar in Nederland woonde, werd na 100 jaar de vernietiging van Canudos herdacht en een vriend in Brazilië stuurde mij alles wat erover verscheen. Ik wist dat ik er iets mee ging doen. In die tijd wilde ik componist worden, ik zou er een opera over maken of zo”. Lagen Als hij 18 is, komt Mendel naar Nederland om theologie te studeren. Al snel stapt hij over op compositie en muziekvideo aan het Koninklijk Conservatorium. En hij blijft hangen in Den Haag. Een beetje verontschuldigend lachend zegt hij: “Ik ervaar het wonen in Nederland eigenlijk nog steeds als tijdelijk”. In 2006 is hij met zijn vriendin in Brazilië als ze horen dat haar baan
‘Die totaal verlaten plek, die grond waar dat allemaal op was gebeurd, het dáár zijn, raakte me op een heel diep niveau’
ophoudt. “Toen zeiden we: dan blijven we langer en gaan naar Canudos, 2500 kilometer naar het noorden. Na drie dagen reizen in de bus stapten we daar uit. En het klinkt misschien gek, maar het was alsof ik thuiskwam. Die totaal verlaten plek, die grond waar dat allemaal op was gebeurd, het dáár zijn, raakte me op een heel diep niveau. Het emotioneerde me enorm”. Mendel spreekt met mensen in dorpjes in de buurt. Hij zuigt het gebied in zich op. Zijn fascinatie is nóg meer aangewakkerd en hij wil er iets mee. Hij is niet de enige. Canudos heeft beroemde schrijvers als Vargas Llosa en Sándor Márai geïnspireerd tot boeken en er zijn avonturenfilms over gemaakt. Mendel en zijn vriendin Susanne Dick besluiten snel weer terug te komen in Canudos en een installatie te maken met gefilmde portretten van mensen uit de streek. Drie maanden lang trekken ze rond langs afgelegen dorpjes. Ze wonen bij mensen in, leven met hen mee en leggen hun verhalen en bezigheden vast. Het worden intieme, liefdevolle portretten. Ze willen de kijker het gevoel geven zelf bij de mensen van Canudos op bezoek te zijn geweest. In 2008 staat de installatie twee weken in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, maar dan wordt duidelijk dat het verhaal veel meer lagen heeft dan Mendel in een installatie kwijt kan. De installatie doet de mensen en de geschiedenis van Canudos geen recht. Het moet een bioscoopfilm worden. Daar is meer materiaal voor nodig, dus trekken ze voor de derde keer naar Canudos. De filmportretten uit de installatie reizen mee. “We gingen terug naar de mensen die we twee jaar eerder hadden gefilmd. We brachten een generator mee, want er was daar geen elektriciteit, en we lieten onze filmbeelden zien, groot gepro-
>Foto: Piet Gispen
jecteerd op een witte muur. Het hele dorp kwam kijken. De meeste mensen zagen voor het eerst van hun leven een film. En nog wel met henzelf in de hoofdrol! Na afloop was het feest. De autolampen gingen aan en we hadden een grote taart meegebracht. De kinderen speelden tegen die witte muur de filmbeelden na. Het was heel bijzonder, er gebeurde echt iets, met ons en met de mensen daar. Ze zeiden dat ze in hun dorp nog nooit zo’n mooi feest hadden gehad”. Drooggevallen Voor de uiteindelijke versie van de film heeft Mendel een paar jaar nodig. Het is een enorm gepuzzel om alle lagen en lijnen van het verhaal tot hun recht te laten komen. De muziek, die voor een groot deel is gemaakt samen met volksmusici uit de streek, wordt door Mendel verwerkt tot één grote compositie. Vervolgens ligt de film nog een tijd te rijpen, om voortschrijdend inzicht de ruimte te geven, want intussen is hij vader geworden van een dochter en dat heeft hem veranderd. “De film voelde aanvankelijk zwaar aan, en opeens kon ik die zwaarte weghalen. Bijvoorbeeld door de voice-over opnieuw in te spreken”. De film toont hoezeer Canudos nu nog de harten van mensen beroert. Stokoude mensen vertellen over de saamhorigheid, de hoop. Ze zingen liederen, doen hun dagelijkse dingen
11
interview<
Vrijdag 26 september 2014 > Den Haag Centraal
‘Als de film in het filmhuis draait, heb ik geen benul wie mijn publiek is, maar door bij mensen thuis te komen leer ik ze persoonlijk kennen’
en turen nu en dan onder de schroeiende zon in de verte, alsof ze aan de einder de vrijstaat nog kunnen zien. Eenvoudige mensen die soms grote wijsheid bezitten, en jonge mensen die in hun taaie bezigheden worden gevolgd, in het tempo dat de verzengende hitte hun oplegt. En tussendoor is er het water van het stuwmeer waarin de stad is opgeslokt. De film eindigt met een overdonderende gebeurtenis die de blijvende kracht van Canudos illustreert: in 1997, na een periode van extreme droogte, vallen de ruïnes van de stad helemaal droog. Canudos wordt een bedevaartsoord. Maar de opleving is van korte duur. Het begint weer te regenen en opnieuw verdrinkt de stad. Crowdbuilding ‘De Zee van pelgrim Antonio’ is een aangrijpende film van 90 minuten over mensen en dromen, over hoop en heimwee, over de meedogenloosheid van het droge land. Op zich zeer geschikt voor het filmhuis of een filmfestival. Daar heeft Mendel ervaring mee. Hij was assistent van de Tsjechische animatiefilmmaker Jan Švankmajer in ‘Lunacy’, een film die wereldwijd werd vertoond. En in 2006 ging een aantal van zijn eigen korte films naar tal van festivals. Eén daarvan, ‘Caress’, won de prijs voor de beste videocreatie in het Girona Film Festival. In datzelfde jaar be-
leefde zijn eerste lange film ‘EXODUS’ de première op het filmfestival van Cork. Maar hij hikte ertegenaan om deze film via reguliere kanalen uit te brengen. “Ik had niet de puf om daaraan te trekken. Het is zo’n vastgeroeste wereld, er zitten wel vijf stappen tussen jou als maker en je publiek. Eerst moet een festival zich ervoor interesseren, vervolgens hoop je dat een distributeur je film oppikt. Die moet weer de filmhuizen zien te overtuigen, en daarna mag je hopen dat het publiek komt kijken. En na een paar weken is de draaitijd voorbij, dan is je film opeens oud en niet meer interessant. Ik wilde het heel anders aanpakken”.
Zijn persoonlijke netwerk is al vanaf het begin bij zijn project betrokken. Hij bouwt actief aan een achterban, en iedereen die belangstelling heeft krijgt nieuwsbrieven over de voortgang van zijn plannen, de reizen naar Brazilië, de ontmoetingen daar. Vervolgens vraagt Mendel zijn achterban om financiële steun. “In 2007 vonden veel mensen dat een raar idee: bij je publiek aankloppen om een project te financieren. Twee jaar later had opeens iedereen het over crowdfunding en was ik een soort pionier. Maar al snel ontdekte ik dat je niet steeds bij je familie, vrienden en kennissen kunt blijven aankloppen. Je moet je achterban uitbouwen, daar heb ik het
Landinho Pé de Bode (72) zingt over Canudos. Beeld uit ‘De Zee van pelgrim Antonio’. > Foto: PR
woord crowdbuilding voor bedacht. In Brazilië hadden we geleerd dat er voor een vertoning van de film maar twee dingen nodig waren: een groep mensen en een witte muur. Dat moest in Nederland ook kunnen! We begonnen met twee kleine vertoningen in huiskamers in Den Haag en Amsterdam. In totaal vijftien mensen. Daaruit kwamen weer nieuwe vertoningen voort, want als iemand uit het publiek na afloop dacht: ik ken ook nog wel een groep mensen die deze film wil zien, dan kwam die persoon met ons praten. Elk publiek leidde tot nieuw publiek. Een sneeuwbaleffect. Vorige week was in Arnhem de vijftigste vertoning, een jaar na onze start. Het is inmiddels een heuse reizende bioscoop. We zijn op allerlei plekken geweest in Den Haag, de rest van Nederland, en ook al in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland”. Mensen Persoonlijker kan het niet: de filmmaker die zelf zijn film aan het publiek komt laten zien en erover vertelt. De eenvoud ervan past uitstekend bij Mendels film. “Ik kom met mijn reizende bioscoop en projecteer de film op de muur. Er volgen altijd mooie gesprekken, en mensen mogen na afloop geven wat het hun waard was. Als de film in het filmhuis draait, heb ik geen benul wie mijn publiek is, maar door bij mensen thuis te komen leer ik ze persoonlijk kennen. Dat is geweldig.
Elke vertoning is anders, elke groep reageert anders. Sommigen denken dat ik dit doe als opstap naar het filmhuis, maar dat zou ik niet eens meer willen, huiskamervertoningen zijn veel mooier en leveren in alle opzichten meer op. Mijn film gáát over mensen en ik bréng hem bij mensen. Omdat ik het zo informeel houd, zijn de verwachtingen soms laag. Dan hoor ik na afloop: ik had niet gedacht dat het zo’n professionele film zou zijn”. Iedereen die de film wil zien, kan contact met Mendel opnemen. “Ik kom echt overal”. Glimlachend voegt hij eraan toe: “Ik ben zelf een soort rondreizende pelgrim geworden”. Naar huis Volgend jaar brengt Mendel zijn film naar huis. Terug naar de witte muur in het Braziliaanse gehucht waar de eerste beelden werden vertoond, en naar andere dorpen in de omgeving, de dorre Sertão. “De mensen daar moeten de film ook te zien krijgen. We willen een tournee opzetten die begint aan de oevers van het stuwmeer, in de nacht van 12 maart 2015. Een bijzondere datum, want in 1969 begonnen in die nacht de zware regens die Canudos onder water hebben gezet”. Ook voor de Braziliaanse tournee heeft Mendel een soort crowdfunding bedacht. Nederlandse bezoekers kunnen na afloop van de vertoning een filmkaartje kopen voor mensen in Brazilië. Zo kan Canudos op Braziliaanse muren opnieuw herrijzen. Wie meer wil weten, de filmtrailer wil zien of een vertoning wil opzetten: www.antoniofilm.com
Uniek in het centrum van Den Haag in het Hofkwartier. Direct naast Paleis Noordeinde, ligt het parkeerterrein, toegankelijk via de Koningspoort in de Molenstraat. Een exclusievere en veiligere plek om uw auto te parkeren (24/7) kunt u zich niet wensen. Wetende dat parkeerruimte in het centrum van Den Haag steeds meer afneemt, zowel voor bewoners als voor bedrijven. Via de Koningspoort bereikt de huurder het elektronisch bedienbare toegangshek. Het parkeerterrein is na zonsondergang verlicht en beveiligd met camera’s. Op basis van de huurovereenkomst (minimaal 6 maanden) verstrekt de gemeente een zogenaamde pollenpas, die 24/7 toegang verleent tot de Molenstraat, ingang via Prinsenstraat en uitgang via het Noordeinde. Huurprijs per jaar bedraagt € 1.850,- ex. btw en servicekosten (voorschot € 120,-) Meer info: 070 - 319 80 40 |
[email protected] | Kervezee Vastgoed Management bv
DHC Trend | Society | Eten | en meer....
‘Maker Movement’ komt naar de stad Door Jasper Gramsma
N
erds, uitvinders, techneuten en kunstenaars ontketenen wereldwijd de derde industriële revolutie. Steeds vaker ontwikkelen zij samen innovatieve, duurzame producten en delen onbaatzuchtig hun kennis. Deze zogenaamde ‘Maker Movement’ is een trend die in Den Haag nog weinig navolging vindt. Tot nu, want het platform ‘Haagse Makers’ wekt de beweging ook hier tot leven. Industrieel ontwerper Arn van der Pluijm staat aan de wieg van de makersbeweging in de Hofstad. Komend weekend lanceert hij tijdens de eerste, kleinschalige Haagse Makersbeurs een platform om de beoefenaars van ‘het nieuwe ambacht’ uit de stad een gezicht te geven. “Het initiatief Haagse Makers was eerst technisch georiënteerd, bedoeld voor mensen die in schuurtjes allerlei leuke dingen knutselen. Nu zijn ook bakkers en modeontwerpers erbij betrokken. Ik wil graag laten zien wat hier allemaal gemaakt wordt en vooral hoe. De makers moeten vindbaar zijn en elkaar inspireren”, vertelt de initiatiefnemer op idealistische toon. Dat blijkt in Den Haag makkelijker gezegd dan gedaan: “In Rotterdam heb je Roffab, die alle hubs in kaart brengt en Groningen heeft een Make Fair die supergroot is. De Haagse maker is meer underground, het idee om je te profileren leeft hier minder. Bovendien is de stad best verzuild: kunstenaars hebben hun eigen exposities en 3d-printers zitten in een aparte club”. Maar Van der Pluijm ziet ook overeenkomsten tussen de makers. “Vrede, recht en veiligheid zitten wel in het achterhoofd bij de meesten. Veel Haagse producten dienen een maatschappelijk belang”, legt hij uit. Ondanks de verzuiling is Van der Pluijm overtuigd van de behoefte aan het nieuwe platform: “De Maker Movement is niet tastbaar, het is een beweging van mensen die zelf maken, leren en uitvinden. Het begrip heeft een enorme impuls gekregen door onder meer 3d-printers. Je ziet nu bijvoorbeeld dat grafisch ontwerpers, die vaak in de animatiewereld zitten, graag met installaties willen werken vol beweging en geluid. Dat kun je alleen maar leren van andere makers. Maar het is breder dan dat. Men wil ook zelf leren houtdraaien om een eigen trapleuning te maken. Er is opnieuw waardering voor het ambacht”. En wanneer ben je dan een Haagse Maker? Daarvoor zoekt Van der Pluijm nog naar een definitie: “Het gaat om mensen die dingen maken, van metaalbewerkers tot fotografen, en die openstaan voor vernieuwing in het maakproces. De maker moet zijn kennis willen delen met andere makers of met het publiek. Het manifest op onze website is voorlopig de leidraad”.
Trend.
‘Ik wil graag laten zien wat hier allemaal gemaakt wordt en vooral hoe’
Eén van de eerste fietsen van Amant Cycles is een vintage fietsframe van Union dat Berend Visser overspoot en vervolgens afmonteerde. Foto: Rianne van der Pouw Kraan
Foto: PR
Haags OBJECT | Deze metalen vitrinekast
van Dennis Slootweg is herkenbaar en toch vervreemdend. De ontwerper maakt zijn meubels als unica of in zeer beperkte oplage. Dat doet hij niet vanachter de tekentafel, maar al bouwend met oude stalen buizen, verweerd plaatmateriaal en ander industrieel afval. Littekens uit een vorig leven geven de kasten, lampen en tafels een opvallend levendig karakter. Prijs: vanaf € 3.000,‒. Voor meer informatie: www.dennisslootweg.nl
Elektronerds Twintig makers hebben zich aangemeld voor de beurs, onder wie modeontwerpster Sara Vrugt. “Zij is een goed voorbeeld van een Haagse Maker”, zegt Van der Pluijm. “Omdat ze niet alleen haar eigen expertise laat zien, maar ook op zoek is naar kennis van anderen. Op de beurs hoopt ze met elektronerds in contact te komen om mode te maken met nieuwe technieken. Ook Julian van Vliet is deelnemer. Hij heeft een machine om op maat gemaakte surfboards uit te frezen, eigenlijk een grote schuimsnijder. Julian is op zoek naar mensen die zijn machine kunnen verbeteren en mensen die er gebruik van willen maken. Uiteindelijk komen daar nieuwe producten, bedrijven en diensten van. Dat is onze kerntaak”. Eén van de Haagse Makers van het eerste uur is Berend Visser. Zijn beginnende bedrijf Amant Cycles assembleert racefietsen met vintage onderdelen. “Ik ben begonnen uit liefhebberij voor oude fietsen, vandaar de naam Amant”, licht Visser toe. “Op een gegeven moment besloot ik zelf ouderwets gefabriceerde buizenframes te importeren uit China van het merk Colossi. IJzersterk, comfortabel en duurzaam, want ze gaan een levenlang mee”. De eerste drie retrofietsen zijn nu afgemonteerd met gerecyclede crankstellen en stuurpennen van merken als Koga Miyata en Gazelle. Die neemt Visser mee naar de beurs. “De beurs is voor mij een podium. In de toekomst wil ik meer producten gaan maken, zoals houten spatborden en kettingkasten. Misschien kunnen andere makers mij nieuwe technieken laten zien die ik kan toepassen”. De ambities van initiatiefnemer Van der Pluijm reiken verder dan alleen de beurs. Volgend jaar rekent hij op een heel festival: “Uiteindelijk moet het een Make Fair worden met workshops waar ook musea, bibliotheken en andere instellingen bij betrokken zijn. Een stedelijk netwerk van partijen die samen de movement zijn”. Daarnaast hoopt Van der Pluijm op een openbare werkplaats, net als in andere grote steden. “Op langere termijn zou het geweldig zijn als men het stempel Haagse Maker gaat gebruiken: een keurmerk voor lokale producten, gemaakt met Haagse kennis en innovatie”. De Haagse Makersbeurs Beta, zaterdag 27 september, Prins 27 (Het Koorenhuis). Toegang: kinderen tot 12 jaar gratis, volwassenen € 2,50, duoticket € 3,50. Voor meer informatie: www.haagsemakers.nl en www.amantcycles.nl.
Vrijdag 26 september 2014 Den Haag Centraal
13
Column: internationaal
Banenmotor ‘Vrede en Recht’ op volle toeren Nog maar tien jaar geleden verschilde ‘tout’ opiniërend Den Haag van mening over wat het dominante profiel voor onze stad zou moeten zijn. Koninklijke stad natuurlijk want dat bevestigt onze grandeur en royalty is een schaars goed in het veelal republikeinse buitenland. Maar ‘groene Stad aan Zee’ was ook een hele mooie want wat hebben wij veel groen en o zo mooie stranden. Maar helaas zijn dat soort profielen niet uniek. Net over de grens hebben onze Belgenburen al een koning. En tientallen steden liggen aan zee met zelfs nog meer strand en groen. Neem het kolossale Miami Beach met vlakbij de groene Everglades. Nee, wat ons echt uniek maakt, is het juridische profiel van vrede en recht. Geen stad ter wereld doet het ons na. Er is maar één Vredespaleis en er is maar één juridisch hoofdorgaan van de Verenigde Naties, namelijk het Internationaal Gerechtshof. Daar kozen we dus voluit voor maar oh, oh Den Haag wat was die bevalling moeilijk. Ik herinner me allerlei vragen in de gemeenteraad en vanuit de stad. Publicaties in het Engels? Onzin en geldverspilling! Allerlei brochures en zelfs een Hospitality Center om expats te ontvangen? ‘Waar heb dat nou voor nodig?’ Achteraf moeten we stellen dat de internationale metamorfose van onze stad een geschenk uit de hemel is geweest. Geen stad ter wereld heeft in zo’n korte tijd zoveel belangrijke internationale instellingen binnen z’n grenzen gekregen. Tijdens de grootste financieel-economische crisis sinds de jaren dertig kreeg onze stad ook nog eens de dubbele klap van enorme bezuinigingen van de rijksoverheid te verwerken. Nog eens extra duizenden banen gingen verloren. Vorige week kon wethouder van internationale zaken, Ingrid van Engelshoven, in het Museon het Decisio banenrapport presenteren. De internationale sector zorgt inmiddels voor bijna 40.000 banen. Die werkgelegenheid is sinds 2010 met maar liefst 7 procent toegenomen. Dwars tegen de heersende economische stroom in! Veel extra banen ontstaan dankzij deze internationale impuls in de lagere- en middeninkomenssector. Prachtig nieuws met ook nog eens de Decisio voorspelling dat meer groei mogelijk is. Die groei zit op de korte termijn niet in het aantrekken van nog meer hele grote internationale instellingen. Daar moet je meer tijd met een zorgvuldig acquisitieplan voor uittrekken. Nee, op korte termijn kunnen we vooral scoren met toerisme dat nog meer moet inspelen op ons vredeen recht-profiel. Dat gebeurt al met bijvoorbeeld het geslaagde Just Peace Festival van afgelopen weekend. Nog nooit waren er in een weekend zoveel vrede- en recht-activiteiten georganiseerd. Van Peace Palace by Night tot en met de openstelling van internationale instellingen voor duizenden bezoekers. Belangrijk is dat wij ook fysiek de internationale zone moeten durven populariseren. Er staat al een schitterend beeld van Nelson Mandela en een mooi infocentrum bij het Vredespaleis maar er kan nog wel wat meer bij. Natuurlijk moet het geen Vrede- en Recht-pretpark worden. Als stad hebben wij goud in onze handen. Stel je voor als het economisch herstel internationaal echt doorzet. Met twee vliegvelden (Amsterdam-The Hague en Rotterdam-The Hague) binnen een half uur te bereiken vanuit ons stadscentrum zullen nog veel meer toeristen Den Haag weten te vinden. Nu al zie je steeds meer toeristengroepen in onze stad en strijken internationale hotelketens zoals Hilton, Holiday Inn en NH er neer. Met smaak verder populariseren is één van de grote uitdagingen voor onze nabije toekomst!
Bezoekers op de grote expositie van het werk van Mark Rothko in het Gemeentemuseum. Foto's: Mylène Siegers
Vernissage.
‘Absolutely first rate exhibition’
D
e kracht van kunst en cultuur weet zelfs oorlogsgeweld en dodelijke ziektes uit het dagelijks nieuws te verdringen. De expositie van schilder Mark Rothko (19031970) in het Gemeentemuseum was vorige week trending topic nummer 1. Het duurde jammer genoeg slechts vijftien minuten, maar het werk van Rothko ademt een boven alle tijd verheven dramatisch eeuwigheidsbesef. De unieke, uiterst kostbare vijfsterrenexpositie is nog tot en met 1 maart 2015 te bewonderen.
Door Vera de Jonckheere
Over sterren gesproken, de vipopening vond plaats onder de met de bekroonde, fonkelende glazen overkapping van de voormalige binnentuin van het Gemeentemuseum. Kunstenaars, politici, museumdirecteuren, kunstliefhebbers, journalisten en andere ‘hooggeplaatsten’ stroomden in een niet afla-
tend enthousiasme het Berlage-monument binnen. Joop van Caldenborgh, oprichter van het in aanbouw zijnde Museum Voorlinden; Joost Zwagerman, kunstkenner/auteur; Wim Hofman, kinderboekenschrijver en -illustrator; Ossip; Emily Ansenk, directeur Kunsthal; filmmaker/fotograaf Anton Corbijn; Job Roos, architect mét Monumentenprijs 2014; art consultant/hot shot in Artworld Anneke Oele; Sjarel Ex, directeur Boymans van Beuningen (dat in 1972 een Rothko-expositie huisvestte); Sjaak Bral en de Haagse wethouders Ingrid van Engelshoven en Joris Wijsmuller, om maar een willekeurige greep te doen. Christopher Rothko, zoon van de grote man van het Amerikaans abstracte expressionisme, en de Amerikaanse ambassadeur Timothy Broas kwamen na directeur Benno Tempel aan het woord. Alle door hen gebezigde superlatieven vinden in landelijke en internationale
Grootverzamelaar Joop van Caldenborgh en zijn echtgenote.
Kunstgoeroe Anneke Oele maakt een foto van de vip's.
Willem Post Amerika-deskundige
14
Den Haag Centraal Vrijdag 26 september 2014
pers weerklank, maar gelukkig ging het dak er vrijdagavond niet af. De aanwezige vips leken zich allen bewust te zijn van de grote dramatische en tragische zeggingskracht van oeuvre en leven van Mark Rothko. In de zevenhonderd vierkante meter nieuwe ruimte in het hart van het museum drong tijdens de openingsceremonie even de serene rust door van het stiltecentrum Rothko Chapel in Houston. Naar verluidt trekken bezoekers daar regelmatig hun zakdoek bij het aanschouwen van Rothko’s intense, donkere werken. Zij ervaren de ‘basale menselijke emoties’ die de kunstenaar probeerde uit te drukken. ‘Deep red like stairs of lava’, zoals John Taggart het fraai verwoordde in zijn ‘The Rothko Chapel Poem’. Psychiater Als gepromoveerd psychiater besloot Christopher Rothko vijftien jaar geleden zijn praktijk in te ruilen voor een baan in het teken van zijn vader. Zo vult diens werk zijn leven al langer dan de korte tijd dat hij zijn vader heeft meegemaakt: hij was zes toen zijn vader overleed. Op eloquente wijze stond hij stil bij zijn vaders overstap – na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog – naar het abstracte werk. In alle decennia heeft het nog niets ingeboet aan moderniteit. Ook al hangt zijn persoonlijke favoriet: ‘Untitled (Purple, White, and Red)’ er niet bij, het retrospectief op het werk van zijn vader beschouwt hij als ‘an absolutely first rate exhibition’. In zijn afsluitende woord sprak hij de hoop uit dat bezoekers het ‘surprising, yet in-
Eten.
Stadsgroen.
Corona verandert van naam en imago: BIT Vleesexpert Marcel de Kroes en sterrenchef Marcel van der Kleijn slaan de handen ineen. BIT, oftewel Best In Town, waar de nadruk ligt op geroosterd vlees, luidt het definitieve einde in van restaurant Corona.
Door Annerieke Simeone
E
’ evitable’ karakter van zijn vaders oeuvre zullen ervaren. Vervolgens togen de vips naar de expositie, in te groten getale om de serene intensiteit te laten voortduren. Het Gemeentemuseum heeft in zijn eerbetoon aan Rothko de kabinetten, de kleine zalen, als het ware getransformeerd tot kleine kapellen. Kapelletjes die uiteindelijk leiden tot een verbluffende muur. In een fraai slotakkoord hangen in al hun grootse eenzaamheid twee abstracte meesterwerken gebroederlijk naast elkaar. Twee kunstenaars die in hun ontwikkeling vanuit de figuratie een ander gezicht gaven aan de abstractie. Met recht een ‘once in a lifetime experience’ om de (onvoltooide) ‘Victory Boogiewoogie’ van Piet Mondriaan (18721944) te mogen zien naast het vlammend rode laatste werk van Mark Rothko. Op 25 februari 1970 maakte hij in zijn atelier een einde aan zijn leven.
en restaurant runnen op één van de mooiste plekken van Den Haag. Met een sterrenchef achter het fornuis. Corona heeft deze twee belangrijke troefkaarten in handen, en toch wil het maar niet vlotten met het restaurant aan het Buitenhof. Ja, eind jaren tachtig beleefde het etablissement culinaire gloriejaren onder Robert Kranenborg, tegenwoordig bekend als tv-kok. Maar daarna verouderde de zaak en raakte het langzamerhand in de vergetelheid. Ook nadat in 2011 Marcel van der Kleijn, sterrenchef van Calla’s, aan het roer kwam te staan van het totaal verbouwde restaurant, bleef het moeizaam lopen. Corona is chic, modern, maar niet gezellig. Het mist persoonlijkheid. En de gasten blijven weg. Om het tij te keren schakelde Van der Kleijn de hulp in van horecaondernemer Marcel de Kroes, die regelmatig langskwam in zijn andere zaak, Maxime aan de Denneweg. De Kroes, zelf jarenlang eigenaar van restaurant Taverne De Resident, zag wel wat in het project. Na het overlijden van zijn moeder, voor wie hij drie jaar had gezorgd, wilde hij ‘weer iets omhanden hebben’. Maar wel op voorwaarde dat het drastisch anders moet. De Kroes: “Bij Corona hebben mensen moeite om naar binnen te stappen. Letterlijk, omdat er geen entree was op het terras. Dat hebben we als eerste gedaan. Nu pak ik de fysieke drempel aan. Het was hier te donker, te stijf. Dus verhuizen de bestaande meubels naar boven, naar de banqueting. Hier komen koperen en houten tafels, stoelen van hout en leder. Aan de ramen hangen straks brique oranje doeken. Dat oogt vrolijk. We hebben nu zeventig zitplaatsen, dat worden er honderdzeventig. Mensen die het gezellig hebben, willen dicht bij elkaar zitten”. Ook het tempo moet volgens hem omhoog. “Je ziet het bij zaken als Dauphin en Ron Gastrobar in Amsterdam. Het lange zitten is voorbij. Mensen willen goede producten, snelle service en betaalbaar eten”. Ook de drank moet aantrekkelijk geprijsd zijn volgens De Kroes. “Ik verkoop liever twee flessen van twintig euro dan één voor veertig. Massa is kassa”.
Wennen Met het binnenhalen van Marcel de Kroes kreeg Corona tijdelijk een nieuwe
Foto's: DHC/Liza Letsch
naam: ‘Pop up meat restaurant X. Zodat de gasten alvast konden wennen aan het nieuwe concept dat per 1 oktober van start gaat. Dan verandert de naam definitief in BIT: Best In Town. Het ‘beste’ slaat vooral op het vlees dat straks op de kaart staat. Niet gek als je bedenkt dat De Kroes tot één van Neerlands bekendste vleesfamilies behoort. Zijn vader zette slagerijketen Ger de Kroes aan de Stationsweg op, dat in 1977 overging in De Vleeschmeesters. Nog steeds levert zijn bedrijf via een landelijk netwerk van vleesspecialisten aan onder meer groothandels en retailbedrijven. De Kroes moet zelf een beetje om de naam lachen. “Ja, je moet daarmee oppassen. Ik ben natuurlijk wel de beste op vleesgebied en mijn compagnon is de beste bereider, maar ja, we moeten het wel waarmaken”. Toch merkt hij nu al verschil in het popuprestaurant. “Zonder enige promotie zitten we voller. Dat komt omdat de prijzen vriendelijker zijn. We hebben biefstuk met brood en frites voor € 16,50 en een classic hamburger voor € 11,50”. Uiteraard komt het vlees van De Kroes zelf. “We verkopen al 45 jaar Iers rundvlees van hoge kwaliteit. Onze beesten lopen twaalf maanden per jaar buiten”. Chef Marcel van der Kleijn had van tevoren laten weten: ik wil best volume draaien, maar alleen met apparatuur van de hoogste kwaliteit. En dus kochten de heren De Jospher, een houtskooloven en -grill in één. “Hij is zo geplaatst dat iedereen vanuit het restaurant ’m kan zien”, vertelt De Kroes. Het mag ook wel, het pronkstuk kost zo’n 25.000 euro inclusief geavanceerd afzuigkanaal. “Dit is echt een duurzaam ding. Hij verbruikt ongeveer veertig procent minder houtskool dan bij een open barbecue”. Maar belangrijker is natuurlijk de smaak. “Jospher schroeit vlees direct aan alle zijden dicht waardoor de authentieke smaak behouden blijft”. Verliefd kijkt hij naar zijn grillapparaat. Dit is echt de Rolls-Royce onder de houtskoolgrills. Zo lekker heb je nog nooit je vlees geproefd”. BIT, Buitenhof 39, open vanaf 1 oktober, dagelijks van 10.00 tot 23.00 uur.
Hittestress
Ons Hollandse klimaat lijkt tamelijk stabiel met zijn steevast te korte zomers en te zachte winters, regenbuitjes en harde wind. Volgens kenners verandert ons klimaat echter geleidelijk aan en wordt ons weer extremer: milde regenbuitjes worden ware hoosbuien en warme dagen worden tropisch heet. Nu wordt er met name in de steden de laatste vijf, zes zomers al een behoorlijke stijging van de zomerse temperatuur gemeten. Het is er zo’n drie tot vijf graden hoger dan in het omliggende gebied, ’s nachts is dat zelfs zo’n acht graden. Deze opwarming heeft echter niets te maken met een mogelijk op handen zijnde klimaatverandering, met extremer wordend weer: het is hittestress. Het is het vele, vele beton, baksteen en asfalt dat de warmte absorbeert en nog heel erg lang vasthoudt. De warmte concentreert zich tot ‘Urban Heat Islands’, hitte-eilanden in de stad. Er hangt zoveel warmte, dat zelfs een regenbuitje nauwelijks voor verkoeling kan zorgen. Het is een wereldwijd fenomeen, en om die hittestress te kunnen pareren is het een goed idee om zoveel mogelijk groene daken en groene gevels aan te leggen, naast zoveel mogelijk pocket-parkjes; kleine mini-parkjes met veel bomen. Deze daken, gevels en parkjes kunnen gelijk ook het water van de mogelijk toekomstige hoosbuien opvangen en bufferen. Als extraatje kan er dan een Water-
plein worden aangelegd, zoals Rotterdam reeds deed. In Den Haag is men nog niet zo ver. Bomen worden gekapt, nieuwe wegen worden aangelegd, nieuwe gebouwen worden gebouwd zonder rekening te houden met hittestress of regenwaterbuffering. U kunt er als particulier zelf wat aan doen door subsidie aan te vragen voor de aanleg van een privé-groen dak op uw woning en door uw tuin slechts minimaal, dicht te straten zodat er voldoende ruimte opvang van regenwater overblijft, maar waarom niet, net zoals in andere wereldsteden van formaat, dit aan projectontwikkelaars als een verplichting opleggen bij nieuwbouw en renovatie? Het project Grote Marktstraat is in de afrondingsfase, tal van grote gebouwen zijn nieuw opgetrokken dan wel volledig gerenoveerd, maar waar blijven de daktuinen? Waar blijven de groene gevels? Waar blijft de waterbuffering? Die groene gevel in de Nieuwe Passage is een ‘plaisanterie’ en heeft niet ten doel de hittestress tegen te gaan noch regenwater op te vangen, er zit namelijk een dak boven. En dat zet geen zoden aan de dijk, zoals u zult begrijpen. Misschien kan er nog iets gebeuren op het Spuiplein, waar we zo mee in onze maag schijnen te zitten. Het is 16 graden, en we gaan langzaam de herfst in. Wellicht is deze column over hittestress en regenwaterbuffering te veel gevraagd van uw fantasie, Toch zou het goed zijn als u er eens over na zou willen denken. Wat wilt u met uw stad als het warmer gaat worden? Wanneer de regenbuitjes overgaan in hoosbuien? Wat wilt u, met uw stad? Wendy Hendriksen Boek: De Urbanisten en het wondere waterplein (ISBN 978 90 6450 736 6) Boek: Gevels in ‘t groen (ISBN 978 90 53674796)
Vrijdag 26 september 2014 Den Haag Centraal
15
: M F g a a Den H ! o i d a r s d a t s e s g a a jouw H
n stad. De hele u h n va n e d u o h e Hagenaars die ll a r o vo ultuur en sport. c p , e s ro w u m ie o n é t d e is m M ld Den Haag F uziek afgewisse anisaties, m rg o te e s rs g e a k a k H le n e d va s n e n dag hoor je bij o programma’s te zi jn zi V T g a a H n e naal D 60 seconden’. in g a a H n e ‘D a m Op ons televisieka en nieuwsprogram ig e s n o t e m ld vu aange e de De Overgavlm oorden te kort om critici kwamen w .
fi kraken De Nederlandse Paul Ruven af te r eu ss gi re n va e’ hreef film ‘De Overgav geschiedenis”, sc lm fi se nd la er ed de N . Toch waren “Dieptepunt van e de film vertonen ild w op co os bi n aagse aceen krant. Gee de debuterende H or vo al or vo n, te al voor er ook complimen ganiseerde specia or FM g aa H en D i. a. Luisteraars trice Shenaa Tcha in Theater Dakot g in on rt ve e gs aa zaal zat vol. haar een H rten winnen. De aa ijk vr ng la k ee konden een w
h c i r e b l a a t r a Kw
p heSchollenpo iderstrand van Sc Zu t he op op np lle er
dag ongeve Het festival Scho rspreid over de ve ar ja t di t ef veningen he s getrokken. festival 12.000 bezoeker partner van het ia ed m ar ja t di as en van Taymir Den Haag FM w dens het optred tij k ie bl pu t he n stranden verraste werden duizende ok O n. le al db ow met grote cr . ballen uitgedeeld
t
stival oen Haags Uit Fe we culturele seiz ber werd het nieu op
Festival Zondag 7 septem n het Haags Uit va e iti ed e 42 Haag geopend met de t Spuiplein. Den he en ut ho or Vo e Haagse Uit Raen rond het Lang in het teken van or vo er k ee w de , de ar tiesFM stond over de theaters ie at rm fo in el ve dio, met extra ten en veel meer.
Sportsignamaa lSportsignaal is Den Haag FM op zoek
Voor het program ewerkers. tator, verslagnaar nieuwe med en om als presen bb he e ss re te in ent bij dit Mensen die dacteur of produc re s, cu ni ch te r, email: gever, regisseu ch aanmelden via zi en nn ku , jn zi te f programma actie aagfm.nl. nh de @ al sportsigna
es in Ambassadaa elk uur een song it Den Haag FM
roep Sinds 1 januari dr s of Engels. De om nd la er ed N n da dus een andere taal Haags te zijn en % 0 10 ht ec en zi tcommuwil hiermee laten bben met de expa he en ill w te ng iti slagen. ook aanslu die opzet goed te in n ke lij e W . ad ades nity in onze st chillende ambass rs ve n va re de an r ld de amZo hebben wij onde hebben bijvoorbee en en eg kr ge s tie Denemarleuke reac d, Duitsland en an nl Fi n, le Po n platen. bassades va voor te draaien rd uu st ge s tie ken ons sugges Festivalstad maanden media afgelopen zomer
Den Haag FM was zoals Jazz in de t aantal festivals oo gr n ee n va r Festival, partne inen, Schilderswijk du os Lo n va d ui el ival. Gracht, G en het ONE Fest en ng ni ve he Sc al Vuurwerkfestiv
nboom foto: Stevie Peere
nale Rouw Dag van Natitowas zwaar. Maar we zijn blij dat we iets
He dag 23 juli, Het was moeilijk. ag FM zond woens Ha en D . en do en ogramma hebben kunn , een versoberd pr uw ro le na tio na n amp in tijdens de dag va rs kwam de vliegr fe of ht ac sl e gs aa nd daarom een uit. Met twaalf H Den Haag FM zo ij. tb ch di g er el rslag gedaan Oekraïne w uit. Er werd live ve s al ci er m m co hamen dag lang geen vliegtuigen met lic te rs ee de n va raïne. van de aankomst iegramp in de Oek vl de n va rs fe of van slacht
p agse Omroeom a H r o o v f roepen lo l e le Ve loka organisatie van
erijtjes terumgma Lekkerbekkerijtjes Lekkerbekerkpa uze is het progra
Haag TV. Na een lange zom weer terug op Den f Hu ey ffr Je s ee met rashagen staat de aansprogramma tg ui en rai lin cu we zaken in Den In het wekelijks ey gaat langs nieu ffr Je . al ra nt ce ca restaurants. Haagse hore van verschillende n te ei lit ia ec sp Haag en keurt de ken dus! Smullen en smak
in de mma’s van Den De overkoepelen nd over de progra ve lo is ) N LO (O g van de OLON Nederland . Bij de uitreikin TV ag Ha en D ramma’s, Haag FM en ten voor onze prog en im pl m co t he eid”, Awards regende lokale verbondenh de oe “g ”, kt aa gem uitstraling”. zoals “erg goed ge en ontspannen tti re “p en d” er “goed ingevo
Tips?
iviteit promoten ct a n e ig e n e e je ? Wil van Den Haag FM ie udio? ct a d re e d r o vo r optreden in de st e ke Heb jij tips n e e je il W eb je nieuws? in de Wijkflits? H denhaagfm.nl @ io d u st a vi n te e Laat het ons w Trotse partner van
Koken met ...
Niven
Adres Maliestraat 10, Den Haag Telefoon 06 8101 9511 Geopend dinsdag en woensdag van 17.00 tot 23.00 uur, donderdag van 17.00 tot 24.00 uur, vrijdag en zaterdag van 17.00 tot 01.00 uur Diverse hapjes om te delen vanaf € 10,– Desserts vanaf € 2,– Info www.ivorydenhaag.nl
Dit recept, voor vier personen, heeft het formaat van een tussengerecht. Aan u om te bepalen of u dit als voor- of hoofdgerecht op tafel zet. De maat van de gerechten is dezelfde als in mijn restaurant. Ik vind kleine porties zelf lekkerder. Alle recepten komen uit NIVEN 80/20, het nieuwe kookboek van Niven Kunz, www.niven8020.com
A
ls ik kook, vervang ik regelmatig een ingrediënt door iets anders, iets wat minder voor de hand ligt. Pompoen eet je vaak bij geitenkaas, maar is misschien wel nóg lekkerder met een pittig, Zwitsers Belper Knolle-kaasje. In plaats van pijnboompitten gebruik ik pompoenpitten; origineler.
Contant, pin en creditcards
7 + Verfijnde hoofdgerechten - Wisselende knowhow bedienend personeel
Ivory
Ingrediënten: 25 gr mierikswortel, geraspt 1 flespompoen 1 limoen, geraspt ½ bos bieslook, in heel fijne ringetjes gesneden 75 ml room 250 ml yoghurt boter 40 gr Belper Knolle (of Parmezaanse kaas) 4 blaadjes gelatine 8 vellen filodeeg 100 ml sushi-azijn 200 ml olijfolie 50 gr pompoenpitten zonnebloemolie zout en peper, naar smaak
Nodig:
rasp mandoline steekring keukenpapier
Bereiding: Mierikswortelmousse Week de gelatine in koud water. Sla de room lobbig. Meng de geraspte mierikswortel door de yoghurt en verwarm een klein deel hiervan tot circa 60 °C. Los de uitgeknepen gelatine hierin op en meng met de rest. Spatel de lobbige room door het mengsel. Stort de mousse in een bak of schaal en laat minimaal 3 uur opstijven in de koelkast. Pizzabodem Verwarm de oven voor op 190 °C. Smelt wat boter in een pannetje. Smeer een vel filodeeg in met gesmolten boter, rasp er wat Belper Knolle over en maal er wat peper over. Bedek met een plak filodeeg. Doe dit nog drie keer zodat iedere pizza uit twee laagjes bestaat. Hou nog wat kaas over. Snij met behulp van een steekring of bordje 4 cirkels uit het filodeeg. Bak ze af in circa 8 minuten. Vinaigrette Meng de sushi-azijn met olijfolie en rasp van de limoen. Breng op smaak met zout en peper. Gemarineerde pompoen Schaaf dunne plakjes van de pompoen op de mandoline. Steek ze uit. Blancheer in gezouten water en dompel in ijswater. Maak aan met de vinaigrette en met zout en peper naar smaak. Pompoenpitten Rooster de pompoenpitten in een warme pan met wat zonnebloemolie. Laat uitlekken op keukenpapier en strooi er wat zout over. Presentatie: Beleg de pizza’s met gemarineerde pompoen. Verdeel hier de mierikswortelmousse, gesneden bieslook en pompoenpitjes over. Bestrooi met rasp van Belper Knolle. Wijntip: Uit Wenen komt een wijnstijl met de naam Gemischter Satz. Dit zijn wijnen waarbij meerdere druivensoorten samen groeien, en samen worden geplukt en vergist. De lekkerste is van Fritz Wieninger.
Eetrubriek
Pizza pompoen, mierikswortel en Belper Knolle
Gastrobar
E
en gastrobar kun je naar mijn idee omschrijven als een bar of klein restaurant waar je kleine, spannende gerechtjes kunt proeven die je combineert met goede glazen wijn. Je proeft hier steeds een ander verfijnd gerecht dat je deelt met je tafelgenoot. Op zich geen slecht idee; je kunt meerdere gerechten proberen, verschillende wijnen proeven en het is geschikt voor elk budget. Bij gastrobar Ivory, sinds februari gevestigd in de pittoreske Maliestraat, proberen ze dit concept te omarmen. De bar in het karakteristieke smalle pandje biedt een bescheiden menu zonder de klassieke voor-, hoofd- en nagerechtenindeling en een ruim aanbod aan wijnen uit alle windstreken. Tenminste, als onze ober ons vraagt wat we willen drinken, deelt hij ook meteen mee dat de Pinot Gris op is, net zoals het krokante buikspek. Gelukkig doen de bourgondische beschrijvingen bij de plat de charcuterie (€ 10,–) en plat de fromages (€ 12,50) ons watertanden, lees: ‘huisgemaakte worsten en hammen van slagerij P.J. van den Broek’ en ‘geïmporteerde kazen uit ‘Rungis’ vanuit onze kaaskast geserveerd’. Dus bestellen we een combinatie van de twee ‘plats’. Bij deze lekkernijen laten we ook het ‘landbrood’ met boerenboter (€ 4,–) en twee glazen Trebbiano (€ 4,95) serveren. Het landbrood wordt nogal stads geserveerd, voor driekwart ingesneden en op een porseleinen bordje. Als we onze handen in het brood zetten, voelen we dat het vanbinnen nog diepvrieskoud is, dus sturen we het terug. Ondertussen proeven wij vast van ons gemengde plankje kaas en worst. Onze verwachtingen waren, mede door de aantrekkelijke beschrijving, erg hoog, maar wat we voor ons hebben staan, plakjes Chorizo, geitenkaas, brie en zogenaamde bosham, is niet bijzonder, dit stel ik zelf ook op een woensdagavond thuis samen. De vleeswaren smaken niet verkeerd maar echt speciaal is het niet; hetzelfde geldt voor de kazen, niet echt de excentriekste soorten die je je kunt voorstellen. De tweede poging brood, ‘we hebben het iets langer in de oven gedaan’, is nauwelijks beter dan de eerste. Pas als we ons tweede gerecht, de ceviche van zeebaars (€ 14,–), bestellen en onze serveerster met twee flessen wijn onder haar armen komt aanzetten, hebben we het idee dat we in een gastrobar zijn. “Deze moeten jullie proeven”, zegt ze opgewekt. We proberen een smakelijke Fuente Milano, een Verdejo, maar zwichten toch voor de frisse, elegante Grüner Veltliner (€ 4,50) van Simone Jordan. Deze wijn is een mooie aanvulling op de rauwe stukjes zeebaars, die zijn aangemaakt met avocado, tomaat en koriander. Ook de bite van de crispy gebakken huid van de vis, die er speels bij wordt geserveerd, is een mooie aanvulling. Vervolgens proberen we nog coquilles (€ 14,50) geserveerd met een schuim van dashi, een Japanse bouillon op basis van zeewier en tonijn. Een mooi en verfijnd gerecht, jammer alleen dat de bouillon zo goed als koud is, wat in combinatie met de warme coquilles voor een rare smaakervaring zorgt. De smaken zijn wel uitgebalanceerd en dat geldt zeker ook voor de steak tartare (€ 12,50) waarmee we de avond afsluiten. Deze supermalse tartaar van rundvlees is aangemaakt met onder meer peterselie, bieslook en fijne ui en is voorzien van een gepocheerd ei. De vrij zware Rioja (€ 6,50), een reserva van Bodegas de la Marques die we op aanraden van de ober drinken, is een mooie wijn maar is wellicht wat zwaar voor de verfijnde tartaar. Een chocoladetaartje of bolletje ijs slaan we over en na onze espresso’s (€ 2,50) rekenen we € 94,40 af. Daphne Browne
Vrijdag 26 september 2014 Den Haag Centraal
17
18>SPORT Hans
Abdicatie
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
HCKZ heeft een eigen Walk of Fame
‘Waardig eerbetoon aan helden en heldinnen van weleer’ Het verleden is zo’n warme plek. Jammer dat we het alleen in onze herinnering kunnen bezoeken. En sinds kort dan aan de Klatteweg, bij de eigen Walk of Fame van voormalig topclub HCKZ.
D
Door Martin van Zaanen
Voor het tweede jaar op rij kreeg ons land te maken met een heuse abdicatie. Marco van Basten deed een stapje terug ten faveure van zijn assistent. Abdicatie, een vrijwillige troonsafstand, kom je in de sport zo zelden tegen, dat het voorpaginanieuws werd. Wellicht ook omdat Marco een welhaast goddelijke status heeft door zijn aandeel in de Europese titel van 1988. De onvrijwillige troonsafstand komt in de sport bijna dagelijks voor. Een oude en ongeschreven wet stelt, dat het moeilijk is om de top te bereiken, maar nog veel moeilijker om daar te blijven. Dat ondervond afgelopen weekend ook de Haagse topdarter Raymond van Barneveld. In Leipzig verloor hij in de tweede ronde met 6-4 van de Engelsman Ian White. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat de winnaar van deze wedstrijd de zestiende plek op de Order of Merit, de wereldranglijst, zou innemen. Achterhoedegevecht? Geenszins, want de eerste zestien spelers op die rangschikking worden automatisch uitgenodigd voor de grote televisietoernooien en dat is kassa. Barney valt nu buiten de boot en dat moet ongelooflijk veel pijn doen. Op de sociale media was hij uiterst sportief na zijn nederlaag; hij feliciteerde Ian White oprecht. Hij schreef ook dat nu alles anders wordt. Onder die glimmende toplaag, dat prachtige en voor Van Barneveld ietwat ongewone masker, liggen de zenuwen bloot en wordt er flink in gepord. Ik ken hem en weet wat er door hem heen gaat. Om je dat te kunnen voorstellen, moet je terugdenken aan de Olympische Spelen van 1992 in Barcelona. Tijdens de finale van de 400 meter blesseert de Brit Derek Redmond zijn hamstring en strompelt, ondersteund door zijn vader (die meteen de dwaze officials weghoudt die hem van de baan willen halen), over de finish. Kapot van verdriet. Een indringend beeld, dat zo symbool staat voor wat sport werkelijk inhoudt. We zijn gewend om te jubelen voor de winnaars en kijken zelden naar het menselijk drama dat zich onder de top afspeelt. Verliezen doet voor onze stadsgenoot zoveel pijn, dat hij meer dan eens verkondigde dat een tweede plek voor hem niet telt. Wat zou hij die plaats momenteel graag bezetten. De grote vraag is nu, wie hem laat terugkeren in de top zestien. Er zal duidelijk iets moeten veranderen in zijn begeleiding. Meer dan ooit heeft hij behoefte aan iemand als vader Redmond, die hem vol liefde over de eindstreep helpt. Hans Willink
e oorspronkelijke Walk of Fame ontstond eind jaren vijftig in Hollywood en is te vinden op het trottoir langs Hollywood Boulevard en Vine Street. Sinds de opening zijn er meer dan 2500 grote kleurige tegels in de vorm van een ster neergelegd, elk met de naam van een beroemdheid uit de wereld van film, televisie, radio, theater en muziek. Ook liggen er bij het Chinese Theatre tientallen betonnen tegels waar wereldsterren hun hand- en voetafdrukken plus een persoonlijke boodschap in het natte cement hebben achtergelaten. Dat dit een geniaal idee was, blijkt er wel uit dat het voor toeristen uit de hele wereld nog steeds een trekpleister van jewelste is. Goed voorbeeld doet goed volgen en sinds 1990 is er dan ook een Walk of Fame Europe in Rotterdam. Vijf jaar daarna kreeg Canada zijn eigen Walk of Fame in Toronto. En sinds 2014 heeft de voormalig onaantastbare tophockeyclub HCKZ er ook één. Die werd afgelopen zondag onder luide bijval onthuld. Het terrein was afgeladen. Ter ere van de opening werd aan het eind van de middag uit volle borst massaal het clublied ten gehore gebracht. Dat stamt uit de glorierijke jaren tachtig, een periode waarin ‘De Steenbokken’ nog niet klaar waren met het vieren van het ene landskampioenschap of het volgende diende zich alweer aan, terwijl de roodblauwen ook op Europees gebied indrukwekkende prestaties leverden. Op de melodie van ‘Oh oh Den Haag’ componeerde de feestcommissie destijds: ‘Oh oh Kazet’ en het is aardig om vast te stellen hoe de eerste regel van het couplet (Mooie club, achter de duinen) de tand des tijds wel heeft doorstaan, maar de rest (over gewonnen Europa Cups en een superspits die meer dan eens een goal maakt) volledig zijn achterhaald. Zoals dat vaker gebeurt wanneer een topclub in de meedogenloze klauwen van de Wet van de Remmende Voorsprong belandt, is de club anno 2014 sportief ver weggezakt. Wat niet wil zeggen dat de mooie tijden niet meer kunnen terugkeren. Want het fundament bleef intact: het verenigingsleven bloeit nog volop. En de clubnaam blijft, helemaal nu de ergste financiële problemen achter de rug lijken, een ijzersterk merk en heeft nog steeds uitstraling. Hoewel formeel opgericht in 1908, komt de huidige vereniging voort uit een fusie in 1974 van HHIJC (Haagsche Hockey en IJshockeyclub) en TOGO (Tot Ons Genoegen Opgericht), de clubs speelden toen al samen op het huidige terrein aan de Klatteweg 113. Trouwens, als je gloriedagen ver achter je liggen, zegt dat niet dat je het verleden niet moet koesteren. Sterker nog: dat zou in de sport verplicht moeten zijn. Op die manier geef je de hoogtepunten die je hebt meegemaakt, naast de eer die ze toekomen,
Kiki (rechts) en Noor van Es tijdens de onthulling van de Walk of Fame. >Foto: Fred Reuling
ook duiding en een plek. Bij HCKZ is die plek sinds zondag op de doorgang achter de houten tribune richting het als Zwitsers chalet vermomde clubhuis. Want daar liggen ze nu: de 54 in de clubkleuren uitgevoerde sterren met daaronder de naam van de hockeylegende in kwestie. Vertedering De lijst van HCKZ-namen die in steen werden gevangen, is even lang als voornaam. Bij de vrouwen onder anderen Elsemieke Havenga, Petra Born, Kiki en Noor van Es, Leonoor en Marlies Voskamp, Naomi van As, Irene de Boone, Anne van der Vliet,
De lijst van HCKZ-namen die in steen werden gevangen, is even lang als voornaam
Charlotte Staal, Debbie van Ierschot, Jacqueline Kruize, Maaike Kaufmann en Alessia Padalin. Bij de mannen onder anderen: Tim en Ron Steens, Taeke Taekema, Jan Hidde Kruize, Han Drijver, Wouter Kan, Maarten van Heeswijk, Jan Albers, Gijs Visser, Jan Anjema en André Boerstra. Met de onthulling werden meteen twee vliegen in één klap geslagen, want het markeerde ook de afsluiting van het 21ste lustrumjaar en op deze manier waren er meteen een heleboel kopstukken van de partij. Het was een mooi gezicht die toppers van toen met een mix van verwon-
dering en vertedering naar hun eigen eerbetoon te zien kijken. Dat de onthulling zo geslaagd was en zo veel enthousiaste reacties opleverde, had ermee te maken dat HCKZ Oh oh Kazet Het clublied van KZ: Ik zoû best nog wel een keertje net als vroegûh, naar Tiesje willen kijkûh Dus op zondag een partijtje hockey op Kazet, supporters langs de lijn En natuurlijk met de hele club op jacht, om kampioen te wordûh Met Pinksteren Europa in, vooral die eerste Cup was errûg fijn! Ik zoû best nog wel een keertje net als vroegûh, het eerste team zien winnen! Ook een keeper die zo nu en dan een bal stopt, dat zou een makkie zijn Of een superspits die meer dan eens een goal maakt, we gaan weer op de bankûh Komt die titel echt wel weer in zicht, en bouwen dan een feessie op het plein! Refrein Oh,oh, Kazet, mooie club achter de duinûh de Klatteweg, een tof complex, jââh dat is fijn Oh, oh, Kazet, ik zou met niemaaaand willen ruilûh meteen gaan huilûh, als ik daar toch geen lid zou zijn!
niet over één nacht ijs was gegaan. Want twee jaar geleden al waren als een soort pilot, de eerste twee tegels voor Eveline de Haan en Ties Kruize geplaatst. De Haan keepte voor NMHC Nijmegen, HC Rotterdam en HC Klein Zwitserland. Tussen 1999 en 2006 kwam ze dertig keer uit voor Oranje. Daarin behaalde ze indrukwekkende resultaten zoals het Euro-
pees Kampioenschap van 1999 en 2005, de Champions Trophy in 2004 en 2005 en het Wereldkampioenschap van 2006. Cruijff En op de erelijst van Kruize staat helemaal geen maat. De Haagse spits stond bekend als ‘De Johan Cruijff van het hockey’. Hij speelde in totaal 202 interlands en maakte daarin 167 doelpunten. Wat goed is, komt snel; het ging in zijn geval zeker op. Ties debuteerde als 15-jarige in 1967 in het eerste van HHIJC en was vanaf dag één gevreesd vanwege zijn enorme slagkracht. In 1971 werd hij, op zijn achttiende, door bondscoach Ab van Grimbergen bij Oranje gehaald. Onvergetelijk: het WK 1973 in het Wagener-stadion. Kruizes negen doelpunten leidden het Nederlands hockeyteam naar de mondiale titel. Met KZ won het atletische strafcornerkanon acht opeenvolgende landstitels (1977-1984) en tweemaal de Europa Cup 1 (1979 en 1981). Tevens werd hij met Oranje Europees kampioen in 1983 en won de Champions Trophy in 1981 en 1982. Mooie dag, mooie onthulling; daar hoorden mooie woorden bij. Voorzitter Leo Brand: “Dit is een waardig eerbetoon aan de helden en heldinnen van weleer. Al is het vooral de bedoeling om het roemruchte verleden in de toekomst te laten herleven. Na een aantal lastige jaren zijn we volop bezig een gezonde familieclub met tophockey-ambities neer te zetten. Natuurlijk kost dat tijd, maar met steun en inzet van alle leden heb ik er alle vertrouwen in dat het gaat lukken”. Het laatste woord was, hoe kan het ook anders, voor erevoorzitter Ties Kruize: “Met de ‘Walk of Fame’ hopen we jong en oud blijvend te kunnen inspireren. Een prachtig initiatief dat zal doorwerken richting een mooie toekomst. HCKZ voor allen, allen voor HCKZ”.
19
SPORT<
Vrijdag 26 september 2014 > Den Haag Centraal
Sterke winst na verlies en gelijkspel
Graaf Willem II-VAC komt op stoom gewonnen van De Ster, dus die kwam vol zelfvertrouwen naar de Buurtweg. REMO-voorzitter Humphrey Alladin draait al een hele tijd mee in het Haagse voetbal. Voor het duel zei hij: “Ik denk dat wij technisch beter zijn, maar Graaf Willem vormt wel een onverzettelijk geheel. Je komt die gasten echt drie keer tegen en dan ben je ze nog niet voorbij. Dat was vroeger als wij hier kwamen voetballen ook al zo”. Dat mag zo zijn, maar het spel van de geelgroenen heeft vandaag de dag heel wat meer dimensies dan alleen maar hard werken. Wat volgde was een meeslepende wedstrijd waarin voor elke meter grond werd gevochten en de gemoederen af en toe hoog opliepen, wat tot uiting kwam in een regen van kaarten. Uiteindelijk werd het 2-2; tweemaal Baris Sahin voor de thuisploeg. Volgens REMO -trainer Winston Faerber had zijn ploeg als enige gevoetbald en Graaf Willem er alleen maar achteraan gelopen. Daar deed hij de gastheren mee te kort. De eindstand was een juiste afspiegeling. Trainer Jeroen Hoefnagel: “Vorige week was, mede gezien de omstandigheden, een incident. Onze ploeg staat als een huis. Het leidt geen enkele twijfel dat we in de top zes gaan eindigen. Minstens”.
Hun eerste wedstrijd van de competitie verloren ze. Het tweede duel speelden ze al 2-2. Confrontatie nummer drie eindigde in een klinkende 1-5 zege. Kortom: de mannen van Graaf Willem II-VAC hebben de stijgende lijn te pakken: ‘Onze ploeg staat als een huis’. Door Martin van Zaanen
Zondag 7 september: De schrik om het hart In de openingsronde van de zondag derde klasse C ging Graaf Willem IIVAC op bezoek bij volksclub WIK in het Zuiderpark. Verwarrende omstandigheden voor aanvang. Oudvoorzitter Eppe Nieuwenhuis was tijdens zijn wekelijkse wedstrijdje bij de veteranen in elkaar gezakt en met een traumahelikopter naar het ziekenhuis overgebracht. Zoon Martijn, eerste elftalspeler van Graaf Willem, vertrok halsoverkop uit het Zuiderpark. Begrijpelijkerwijs had het voorval op de rest van de ploeg een behoorlijke impact. Een deel van de spelers wilde ook liever niet aan de wedstrijd beginnen, maar er werd toch afgetrapt. Gelukkig bleek na afloop dat Nieuwenhuis succesvol gedotterd was. Een pak van ieders hart. In die context deed het 1-0 verlies er ook niet toe. Zondag 14 september: Hartstochtelijk gevecht Het eerste thuisduel. Tegenstander REMO had de week ervoor met 3-2
Spits Martijn Nieuwenhuis was afgelopen week trefzeker, waardoor Graaf Willem II-VAC voor een keer goed aan het seizoen begonnen is. >Foto: Bert Tielemans
Zondag 21 september: Hartstikke overtuigend Na afloop van het duel tegen RSV Hoekpolder aan de Weidedreef in
Rijswijk was de sfeer in de Wassenaarse gelederen opperbest. De bezoekers hadden 1-5 gewonnen, waardoor de thuisploeg met nul punten hekkensluiter bleef. De eerste overwinning van 2014-2015 was hartstikke overtuigend en onderstreepte de stijgende lijn. Ook almaar duidelijker werd de waarde van aanvaller Baris Sahin, die deze wedstrijd driemaal scoorde. Sahin kwam over van HBS en speelde daarvoor bij Haaglandia en de jeugd van Sparta en Excelsior. Overige doelpuntenmakers tegen Hoekpolder: Martijn Nijenhuis en Fouad El Guernaoui. Zondag 28 september: Hard op weg naar de top? In de voorgaande jaargang stonden de mannen van Graaf Willem II-VAC pas na zeven wedstrijden op vier punten. Dat aantal hebben ze nu al na drie wedstrijden bij elkaar gespeeld. Een hoopgevende ontwikkeling. Benieuwd dan ook hoe dit verder gaat. Aanstaande zondag komt SEP langs op De Roggewoning. Ook de Delftenaren staan na drie wedstrijden op vier punten. Hoewel we in dit stadium van de competitie nog niet al te zware conclusies aan de ranglijst moeten verbinden, wordt het interessant om te zien of Graaf Willem II-VAC in de middenmoot blijft of hard op weg richting (sub)top is. SEP verloor vorige week nog met 1-6 van Full Speed. Kortom: dat biedt perspectieven.
Wessel Coster combineert handbal en cricket op hoog niveau
Pendelen tussen Laan van Poot en Craeyenhout Het beste van twee werelden. Dat is wat Wessel Coster met zijn unieke combinatie van cricket bij HBS en handbal bij Hellas op hoog niveau doet. Een keuze tussen beide balsporten kan en wil hij eigenlijk niet maken. Door Klaas-Jan Droppert
Cricketers die voetballen zijn er genoeg. Het bekendste voorbeeld daarvan is Jeroen Brand bij Quick. Cricketers die handballen zijn zeldzaam. Eigenlijk is Wessel Coster de enige, sinds zijn broer Dennis met handbal gestopt is. De 19-jarige Hagenaar zegt dat het goed te doen is. “Alleen als het einde van het cricketseizoen de voorbereiding van het handbal overlapt, is het wel zwaar. Dan train ik maar drie in plaats van vier keer per week bij Hellas en twee keer bij HBS. Het is zelfs al een keer voorgekomen dat de crickettraining om 20.30 uur eindigde en ik een halfuur later in de handbalhal stond. Gelukkig hoef ik alleen maar de Sportlaan over te steken om er te komen”. Kiezen tussen handbal en cricket is als kiezen tussen je moeder en je vader. In het geval van Coster zelfs letterlijk. Zijn moeder Anja Vink was een tophandbalster en Nederlands international, zijn vader Jeroen Coster een topcricketer en Nederlands international. “Zodoende ben ik vanaf mijn zesde in beide sporten gerold. Eigenlijk weet ik niet beter. Ik heb ook nog bij HBS gevoetbald, maar dat werd een beetje te gek. De andere twee sporten kan ik prima
combineren. Wel heb ik het geluk dat mijn vader fysiotherapeut is. Hij zegt mij wanneer het beter is om rust te nemen. Anders zou je blessures door overbelasting kunnen krijgen”, zegt de student Bewegingstechnologie aan De Haagse Hogeschool. Overeenkomsten tussen beide sporten zijn er weinig. “Alleen is bij beide een bal in het spel. Bij het cricket zeggen ze wel eens dat ik de bal met een handbalworp teruggooi, maar dat is alles. Handbal is explosiever, harder en je moet veel korte sprintjes trekken. Cricket is vooral een mentaal spel. Je moet je concentratie zien vast te houden en bovendien is er sprake van meer sportiviteit”. Geen keuze Als hij toch voor de keuze wordt gesteld, dan kiest de linksopbouwer uiteindelijk voor Hellas. “Die vraag heb ik al zo vaak gesteld gekregen en het antwoord is steeds hetzelfde. Omdat het in beide goed gaat, wil ik niet kiezen. Waarschijnlijk kan ik met handbal verder komen. Dus als het echt niet anders kan, dan wordt het handbal. Ik zit zowel voor cricket als handbal in de nationale jeugdselectie, maar in het Nederlands cricketteam zitten Australiërs en ZuidAfrikanen met een dubbel paspoort. En die zijn net even beter dan de in Nederland geboren spelers”. Voor Coster is het dit seizoen wel stuivertje wisselen. Met cricket promoveerde hij naar het hoogste niveau. In het handbal speelt hij door de komst van de BENE-League, waarvoor Hellas zich niet plaatste, zonder
te degraderen een treetje lager. “Ik had niet gedacht dat we met HBS zouden promoveren. Drie routiniers stopten, zodat we een jong team overhielden. Maar dankzij onze coach Rasheed Lewis (gekomen van HCC, red.) zijn we veel intensiever op batten en tactiek gaan trainen. Veel meer proberen de 50 overs uit te spelen in plaats van risico’s nemen en dan vroegtijdig naar de kant moeten. Voor mij pakt dat goed uit, want ik ben echt verbeterd”. Nu het cricketbat is opgeborgen en het handbalseizoen is begonnen, hoopt hij ook in deze sport een succesvol jaar te draaien. “Vorig seizoen hebben we ons ternauwernood in de Eredivisie gehandhaafd. Nu de beste ploegen in de BENE-League spelen, ligt het niveau dichter bij elkaar. Ik ga ervan uit dat we hoger dan vorig seizoen eindigen. En persoonlijk wil ik met Jong Oranje het WK in januari halen. Tot nu toe zat ik altijd bij de selectie, dus ik heb goede hoop erbij te zijn”. En dan in het voorjaar, als het blauwwitte tenue in de Hellashal aan de Laan van Poot achterblijft, steekt hij de Sportlaan weer over. Op naar Craeyenhout voor het cricketseizoen. “Dat blijf ik de komende jaren wel doen. Vorig seizoen studeerde ik nog in Rotterdam, toen was het met het reizen soms zwaar. Maar nu ik bewust gekozen heb om in Den Haag te studeren, zie ik me niet snel voor een handbalclub buiten de stad spelen. Voorlopig kan ik cricket en handbal blijven combineren. Gelukkig maar, want ik zou niets liever willen”.
Wessel Coster in actie voor Hellas. ‘Als ik echt moet kiezen, dan wordt het handbal. Maar eigenlijk wil ik die keuze niet maken’. >Foto: Bert Tielemans
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 26 september 2014
1
Maarten van Bremen Buurt “Da’s een lastige, maar ik kies toch voor het centrum. Daar is de gezelligheid. Ik kom al jaren heel graag op de Grote Markt en in Buurtschap 2005. Daar ben ik min of meer opgegroeid. De laatste jaren wordt de Dunne Bierkade ook steeds leuker”. Architect “Ik ben erg gecharmeerd van de visie van Frank Lloyd Wright. Hij was samen met Berlage van grote invloed op de Nieuwe Haagse School. In deze stroming worden contrasten als open-gesloten, horizontaal-verticaal en ruwglad pal naast elkaar gezet en als compositie-elementen gebruikt. Daar sta ik helemaal achter”.
2
sushitentje in de Wagenstraat. Eigenaar Hans noem ik de Haagse Japanner. En September vind ik een hele prettige tent waar je heerlijk biologisch kunt eten”. Hagenaar m “Carel Birnie was directeur van het Danstheater, een visionair. Hij is een voorbeeld van iemand die echt iets in en met de stad wilde”. Hagenaar v “Pianiste Else Krijgsman is over de tachtig en treedt nog steeds op. Op een aantal zaterdag- en zondagmiddagen ontvangt ze thuis aan de Laan van Poot. Daar heeft ze een huiskamerconcertsalon. Een geheimtip! De opbrengst gaat trouwens naar Artsen zonder Grenzen”. Sportplek “De duinen. Vooral om hard te lopen. Ik loop het hele jaar, maar de drie maanden voor de CPC het fanatiekst. Elk jaar maart neem ik deel aan de halve marathon met een trainingsgroep van Haag Atletiek”.
>Foto: Pulchri
Uitgaan “Mijn vrouw en ik proberen iedere donderdagavond samen weg te gaan. Dan gaan we ergens eten, naar de film of een nieuw Haags bandje kijken in het Paard Café. Bij Musicon en de Supermarkt kan dat ook. Zelf speel ik drums in de Haags-Rotterdamse band Run Dear. Bij Henk Koorn van Hallo Venray hebben we onze cd opgenomen”.
3
>Foto: PR
PLAATS
Restaurant “Ik heb twee absolute favorieten. Suzuran is een leuk klein
Kunstenaar “Jurjen Ravenhorst verwerkt vaak lange archetypische huisjes met smalle ramen in zijn werk <2>. De verhoudingen vind ik erg mooi”.
Lekkernij “De Haagsche Kakker <3> van bakkerij Hans & Frans Hessing trakteer ik regelmatig op mijn werk. Het is een soort platte krentenbol gevuld met rozijnen en noten, suiker en kaneel. Vrij zwaar, je moet er een dun reepje van nemen”.
4
>Foto: PR
Gebouw “Het Danstheater van Rem Koolhaas. Omdat het logisch is opgebouwd. Met een brede beuk voor de zaal en foyer, dwars op de garderobe, een iets minder brede beuk in het midden voor de studio’s en een smalle voorkant waar de kantoren, kleedkamers en de kostuumateliers zitten. Ook de Caballero Fabriek is me dierbaar. Groot, open en een goede sfeer”. Afbreken “Alles boven tien verdiepingen. Den Haag is een horizontaal gebaseerde stad. Dat komt door de fundering op zandgrond, waardoor van oudsher een horizontale structuur ontstond. Gebouwen van hoger dan 40 meter doorbreken dat. Daarmee verliest de stad identiteit. Het stadhuis past heel goed in deze structuur, qua verhoudingen is dat een echt Haags gebouw”.
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Festival “Parkpop <4> is vaste prik voor ons. Van jongs af aan kom ik er; eerst zelf, nu met de kinderen. Met mijn jongste dochter die gitaar speelt, heb ik de stilzwijgende afspraak dat we altijd gaan”. Strand “Elk strandseizoen gaan we alle strandtenten van het Zuiderstrand af. Zeg maar van La Cantina tot Kijkduin. We proberen alles uit. Elk seizoen verandert er wel wat. Millers is veel leuker geworden. De Fuut en de Staat blijven goed en Pier 32 is eenvoudig, maar prima”. Ondergewaardeerd “De First Church of Christ. Scientist van Berlage aan de Andries Bickerweg is een totaalontwerp waar geometrische elementen de basis vormen van de compositie, de organische plattegrond en het interieur. Het kerkgenootschap heeft het gebouw verkocht. Ik hoorde dat er misschien een museum komt”.
5
>Foto: DHC/Liza Letsch
Rijdt om voor “Ik maak graag een ommetje om het Escher-reliëf <5> op het Waterzuiveringsbedrijf aan de Houtrustweg te zien. Vroeger ging ik ook speciaal kijken naar de Metamorfose in het hoofdpostkantoor aan het Kerkplein”.
Maarten van Bremen <1> (1966) is architect en partner van GroupA. Zijn bureau was onder meer verantwoordelijk voor de herbestemming van de Caballero Fabriek en het interieur van Pels Rijcken Advocaten in New Babylon. Hij is geboren in Gouda, woonde van zijn achtste tot zijn twintigste in Den Haag, studeerde bouwkunde in Delft en woonde vervolgens in Rotterdam. Acht jaar geleden betrok hij met zijn vrouw en drie kinderen zijn ouderlijk huis in de Vogelwijk.
Kaatsbaan, Leidschenveen Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek Een kaatsbaan in Friesland deed hem denken aan die in Leidschenveen.
O
mdat de Britten Schotland nog net binnenboord wisten te houden, besloot ik om onmiddellijk naar Friesland, dat prachtige land vol stijfkoppen met onafhankelijkheidsneigingen, af te reizen. Ooit als jonge zeiler aangemeerd in Gaastmeer, tussen de meren in de Zuidwesthoek, moet ik minstens één keer per jaar het Friese gras, vee en water ruiken. Zo controleerde ik afgelopen vrijdag de eeuwige stadjes Sloten, Balk en Woudsend om prettig te stran-
den op mijn logeeradres in Heeg. De volgende dag had ik met drie vrienden een afspraak in Lutkewierum, een kerkje met een handvol huizen in de groene prairies tussen Sneek en Bolsward. Zo klein dat de naam pas op de borden verschijnt als je het dorpje binnenrijdt. En zo peddelden vier grote jongens door het overweldigende groen, er was atypisch voor Friesland nauwelijks wind en september toonde zich van zijn beste kant. De zon scheen, maar de atmosfeer was al van herfst vervuld. Vandaag nam de zomer op magistrale wijze afscheid. Vogels cirkelden aarzelend boven onze hoofden, nabij de diffuse einder vormden zich soms enige regenzwangere wolken, maar
tot een bevalling kwam het niet. In Bolsward bezochten we de lokale bierbrouwerij en na de bijbehorende proeverij togen wij, licht gedrogeerd, naar IJlst op zoek naar andere typisch Friese sporten. We vonden daar de drie fierljepschansen waarop in de zomer oud en jong door de lucht zweeft. Fryslân en mannenvriendschap, een perfecte combinatie. Twee aan twee fietsend, in alle combinaties, namen we het leven door. De volgende dag werden we door een onzer meegenomen naar een kaatsbaan in Leeuwarden. Midden in een wijkje lag een speelveld met alles erop en eraan. Vlaggen, vrolijke muziek, minder gezonde etenswaren en heel veel overduidelijk Friese mannen en
vrouwen. Onze gids, een kaatsexpert, had er nog een hele klus aan om ons de basisregels van deze edele sport uit te leggen. Maar ook zonder begrip van de spelregels was het een fascinerend schouwspel. Teleurstelling en vreugde laten zich dan niet duiden, er is een mysterieus ritueel gaande, vol beweging, met de hand geslagen balletjes en onverwachte bijval van het publiek. Langzaam maar zeker werd ons het geheim deelachtig, tot op zekere hoogte uiteraard. Het mooiste vond ik dat de einduitslag de voorlaatste stand is: dat laatste winstpunt hoeft niet bevestigd te worden. Net als vriendschap. Marcel Verreck